ZANKER LF2251 Handleiding

Type
Handleiding
27
NEDERLANDS
UW NIEUWE WASAUTOMAAT
Deze nieuwe wasmachine is voorzien van het
DDS wassysteem, met Zanker patent, en
voldoet aan alle eisen voor een moderne
behandeling van uw wasgoed, met besparing
van water, stroom en wasmiddel.
Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop
gewassen want de verbruikswaarden worden
automatisch aan de hoeveelheid en het type
wasgoed aangepast.
Doordat de wasmachines de laatste jaren
steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de
wastijd langer geworden. U zult echter merken
dat het wasresultaat optimaal is.
n De programmakeuzeknop zorgt voor een
eenvoudig gebruik van de wasmachine;
hiermee worden zowel de programmafuncties
als de temperatuur gekozen.
n De programmaverklikker geeft informatie
over het programma dat afgewerkt wordt.
n Uitgestelde start: u kunt het meest
gewenste tijdstip voor het wassen kiezen en
in de gebieden waar dit mogelijk is, gebruik
maken van het lage nachttarief voor
elektriciteit.
n De automatische sopafkoeling op 60°C in
het witte was-programma voor het
afpompen voorkomt dat kunststof
afvoerbuizen vervormen.
n Het speciale wolprogramma wast uw
wolwas, dankzij de heel voorzichtige
trommelbeweging, veilig en zonder krimpen.
n De onbalans beveiliging zorgt voor een
goede stabiliteit van de machine tijdens het
centrifugeren.
n Het waterstop-systeem voorkomt eventuele
waterschade.
Tips voor zuinig wassen
n De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld
voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen
wasmiddel en water in vergelijking met een
programma met voorwas.
n U wast het zuinigst met een volle trommel.
n Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden.
n Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
n Kies voor normaal vuile was het
“energiespaar-programma”
E en voor licht
vuile was het kortprogramma.
Milieubescherming
n Afdanken van de verpakking
Alle met dit symbool gemerkte materialen
zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder
bezwaar bij het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden
en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container
voor oud papier te deponeren.
n Afdanken van het apparaat
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting
van het weghalen of wegbrengen zolang
terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer
eraf en verwijder de deursluiting. Informeer bij
de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of
waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van
te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot of
gerecycled wordt.
Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie voor de gebruiksveiligheid van uw machine. Het
niet in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken.
Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de beste
prestaties van de machine kunt verkrijgen.
Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier.
i
28
INHOUD
Waarschuwingen 29
Beschrijving van de machine 30
n
Controlelampje “deurvergrendeling” 30
n
Wasmiddellade 30
Installatie 31
n
Transportbeveiliging 31
n
Plaatsen 31
n
Watertoevoer 32
n
Waterafvoer 33
n
Elektrische aansluiting 33
Technische gegevens 34
Gebruik 35
n
Bedieningspaneel 35
n
Beschrijving van de bedieningselementen 36-38
Het annuleren van een programma 38
Wijziging van een draaiend programma 38
Deuropening tijdens de programma
afwerking 38
n
Adviezen en tips voor het wassen 39
Was niet te lang opsparen 39
Sorteren 39
Temperaturen 39
Hoeveel wasgoed in de trommel? 39
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 40
Welke wasmiddelen gebruiken? 40
Traditionele poeder-wasmiddelen 41
Vloeibare wasmiddelen 41
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 41
Wasverzachter 41
Waterontharder 41
n
Volgorde van handelen 42-44
n
Textielbehandelingssymbolen 45
Programmatabel 46-47
Onderhoud 48
n
De buitenkant 48
n
De wasmiddelhouder 48
n
Het toevoerfilter 48
n
Het afvoerfilter 49
n
Waterafvoer in noodgevallen 49
n
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
49
Eenvoudige storingen 50-51
29
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN
n
Indien u tijdens de aflevering een schade aan
het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit
dan, vóór u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
n
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk
om kinderen het apparaat te laten bedienen
of als speelgoed te laten gebruiken.
n
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het
gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit
de buurt van het apparaat zolang het in
werking is.
Installatie
n
Alle delen die tot de transportbeveiliging
behoren moeten beslist zijn verwijderd,
alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
Ernstige schade aan het apparaat of andere
zaken kan het gevolg zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de transport-
beveiliging.
n
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden.
n
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten
behoeve van de installatie van dit apparaat
mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden.
n
Overtuig u ervan dat het apparaat na de
installatie of het verplaatsen niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
n
Was geen artikelen in de wasautomaat die
hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
n
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiks-
aanwijzing.
n
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om
voortijds vlekken te verwijderen, dan moet
met het wassen in de wasautomaat gewacht
worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
n
Was kleine artikelen, zoals babysokjes,
ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke
kleine artikelen kunnen tussen de trommel en
de kuip slippen.
n
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk
in de wasautomaat doet, de borst- en
broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn
gesloten en eventueel loshangende knopen
verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was
geen rafelig of gescheurd goed;
herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-,
roest-
en grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in
de wasautomaat.
n
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, naalden, spijkers,
schroeven en andere harde of scherpe
materialen behoren niet in de wasautomaat;
zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
n
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te
grote dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
n
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent,
altijd eerst of het water weggepompt is.
Indien dat niet het geval is, laat de machine
dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in
twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
n
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de
trommel van de wasautomaat (voorlader) te
kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan
eerst en sluit daarna pas de vuldeur.
n
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt
het ontstaan van een muffe lucht.
n
Schakel na het gebruik altijd de
stroomtoevoer af door, afhankelijk van de wijze
van installatie, de steker uit het stopcontact te
nemen of de badkamertrekschakelaar op de
UlT-stand te schakelen. Draai na het gebruik
altijd de watertoevoerkraan dicht.
Service - Reparaties
n
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties
welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of
letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP
FABRIEKSSERVICE.
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
30
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
01 Wasmiddellade
02 Controlelampje “lichtnet”
03 Toets AAN/UIT
04 Toets “Start-uitstel”
05 Multidisplay
06 Functie-toetsen
07 Toets “Start/Pauze”
08 Toets “Centrifugeren”
09 Indikatie van het programmaverloop
10 Draaiknop voor programmakeuze
11 Controlelampje “deurvergrendeling”
12 Deurhandgreep
13 Afvoerfilter
14 Verstelbare voetjes
Controlelampje
“deurvergrendeling”
De deur is gedurende het programma elektrisch
vergrendeld.
Het controlelampje naast het handvat van de
deur brandt als de deurvergrendeling in werking
is.
Zodra het lampje uitgegaan is, kunt u de deur
openen.
Wasmiddellade
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
13
11
12
1
14
ZEIT-
VORWAHL
EIN
AUS
500 700 1500
SCHLEUDERN
KURZ
VOR-
WÄSCHE
EXTRA-
SPÜLEN
SPÜL-
STOP
START
PAUSE
900
Lavita
BETRIEB
30
40
40
30
60
50
40
30
KALTKALT
KALT
30
40
50
60
95
PFLEGELEICHTFEINWÄSCHE
WOLLE
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
KORREKTUR
E
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
ENDE
23 4 5 8 9 10
6 7
P0301
31
NEDERLANDS
INSTALLATIE
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren;
in geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de rechter schroef
aan de achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n
achterkant; zodanig dat de slangen niet
kunnen beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de
onderkant van de machine en het plakband
waarmee de 2 plastic zakken aan de voorkant
van het apparaat bevestigd zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit
de machine, terwijl hij naar het midden van
de machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2
overige schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit
de gaten waar de schroeven in zaten.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de
meegeleverde stopsels. U vindt deze
stopsels op de achterkant van de machine.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer.
Laat een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste
twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet
aan alle kanten enkele centimeters buiten de
machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping
geplaatst wordt, neem dan zodanige
maatregelen dat bij een eventuele lekkage het
water niet naar de verdieping eronder kan
lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur
of andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening
P0255
P0234
P0233
2
1
P0256
P0020
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor
u de machine in gebruik neemt.
32
zich binnen het bereik van de machineslangen
en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is,
dan adviseren wij u uw installateur de kraan
en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten
verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van een of twee
van de verstelbare voetjes. Als de machine op
tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de
lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de
machine op alle vier de voetjes stevig op de
vloer staat: ook dat is zeer belangrijk. Draai, na
het waterpas stellen, de contramoeren van alle
vier de voetjes stevig tegen de machinebodem.
Gebruik hiervoor een schroevendraaier.
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op
de
3
/
4
" schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden.
Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan
niet laten verplaatsen, koop dan een langere,
complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit
doel gemaakt is.
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is met een «waterstop-
systeem» uitgerust. Zou, door natuurlijke
veroudering, de binnenslang lek raken, dan
blokkeert het systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze storing kunt u zien aan
een rode sektor in de venstertjes «A» (links en
rechts).
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n
geheel tegen een nieuwe.
P0254
P0021
P0351
P1045
A
33
NEDERLANDS
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en steker met randaarde.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien
het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur
dan of een langer snoer aan de machine
monteren of het stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of
kabelhaspel is niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande
veiligheidsvoorschriften.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt
u op drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan
de kraan of aan een haak in de muur op te
hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter)
zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich
op tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp
van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan
60 cm en niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht
zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van
de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter
van het slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant
over de vloer en laat u pas bij de
afvoermogelijkheid omhoog lopen.
P0022
P0023
34
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 60 cm
Maximum vulgewicht Katoen 5 kg
Synthetica 2 kg
Fijne was 2 kg
Wol 1 kg
Centrifugeertoerental maximum 1500/min. (LF 2551)
1400/min. (LF 2451)
1200/min. (LF 2251)
Netspanning/-Frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
2
maximum 80 N/cm
2
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
35
NEDERLANDS
GEBRUIK
Bedieningspaneel
ZEIT-
VORWAHL
EIN
AUS
500 700 1500
SCHLEUDERN
KURZ
VOR-
WÄSCHE
EXTRA-
SPÜLEN
SPÜL-
STOP
START
PAUSE
900
Lavita
BETRIEB
30
40
40
30
60
50
40
30
KALTKALT
KALT
30
40
50
60
95
PFLEGELEICHTFEINWÄSCHE
WOLLE
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
KORREKTUR
E
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
ENDE
12 3 4 5678910 11 12
01 Controlelampje “lichtnet”
02 Toets AAN/UIT (EIN/AUS)
03 Toets “Start-uitstel” (ZEITVORWAHL)
04 Multidisplay
05 Toets “Kort” (KURZ)
06 Toets “Voorwas” (VORWÄSCHE)
07 Toets “Water plus” (EXTRA SPÜLEN)
08 Toets “Spoelstop” (SPÜLSTOP)
09 Toets “Start/Pauze” (START/PAUSE)
10 Toets “Centrifugeren” (SCHLEUDERN)
11 Indikatie van het programmaverloop
12 Draaiknop voor programmakeuze
36
1 Controlelampje “lichtnet”
Het controlelampje gaat branden wanneer de
AAN/UIT-toets (EIN/AUS) ingedrukt is.
2 Toets EIN/AUS (AAN/UIT)
Op deze toets drukken om de machine onder
spanning te zetten (inschakelen) en er
nogmaals op drukken om het apparaat uit te
schakelen.
De toetsen en hun functie
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het
betreffende lampje branden. Door nogmaals
indrukken gaat het lampje weer uit.
Bij een verkeerde keus knipperen de lampjes
ongeveer 3 seconden en op het display
verschijnt de code
Err.
De verschillende functies moeten na het
instellen van het programma en vóór het
inschakelen van de Start/Pauze-toets gekozen
worden.
3 Toets “ZEIT-VORWAHL” (START-
UITSTEL)
Door middel van deze toets kunt u de start van
de machine uitstellen van 1 tot max. 19 uur.
U dient deze toets in te drukken voordat u de
START/PAUSE-toets indrukt.
Het geprogrammeerde uitstel wordt op het
display naast de toets 2 seconden lang,
aangegeven, hierna verschijnt opnieuw de
tijdsduur van het programma.
Na het indrukken van de START/PAUSE-toets,
begint het apparaat af te tellen: De resterende
tijd (in uren) wordt door het display aangegeven.
Het laatste uur wordt de resterende tijd in
stappen van 5 minuten aangegeven.
Het laatste uur verschijnt op het display met het
cijfer 60.
Voor SCHLEUDERN (CENTRIFUGEREN) en
ABPUMPEN (AFPOMPEN) kan deze optie niet
gebruikt worden.
Om de uitgestelde tijd te wijzigen of te
annuleren drukt u eerst op de START/PAUSE-
toets en vervolgens op de START-VORWAHL
toets totdat op het display de juiste tijd verschijnt
of, als u de uitgestelde tijd wilt annuleren, totdat
het teken
0
h verschijnt.
Hierna drukt u opnieuw op de START/PAUSE-
toets.
Als u de uitgestelde tijd geannuleerd heeft, toont
het display de duur van de wascyclus die
ingesteld was.
4 Multidisplay
Op deze display krijgt u de volgende informatie:
n drie knipperende streepjes die zichtbaar
worden direct nadat u de toets EIN/AUS
(AAN/UIT) heeft ingedrukt, indien de
programmakeuzeknop op KORREKTUR
staat: die aanduiden dat de machine op
nadere instructies wacht voor het uit te
voeren wasprogramma;
n de duur van het wasprogramma dat u
gekozen heeft en automatisch berekend is op
de maximum belading voor elk type
wasgoed. De cijfers knipperen totdat u op de
starttoets gedrukt heeft.
Nadat het programma van start gegaan is
(START/PAUZE-toets), wordt de
wastijdindicatie elke 10 minuten verminderd,
de laatste 20 minuten worden elke 5 minuten
aangegeven.
n drie knipperende nullen aan het einde van
het programma;
n de tijd tot de uitgestelde start die u met de
betreffende toets ingesteld heeft (3).
De tijd tot de uitgestelde start (max. 19 uur)
wordt elk uur verminderd en in het laatste uur
elke 5 minuten;
n de verwarmingsfase van de machine. Een
punt rechts van de cijfers op het display duidt
aan dat de machine het water verwarmt en
dat u hiermee rekening dient te houden bij
het gebruik van andere huishoudelijke
apparaten;
n een verkeerde keus: als de gekozen
functies niet bij het gekozen wasprogramma
passen, verschijnt op het display de code Err.
5 Toets
KURZ” (KORT)
Door op deze toets te drukken verkort u de
wastijd. Dit programma is geschikt voor
wasgoed dat licht verontreinigd is.
Voor wolwas kan deze optie niet gebruikt
worden.
NEDERLANDS
6 Toets “VORWÄSCHE” (VOORWAS)
De machine voert een voorwas op max. 40°C
uit. De voorwas eindigt met kort centrifugeren
voor de programma’s Koch- / Buntwäsche und
Pflegeleicht (Witte en bonte was, synthetica) en
voert alleen het water af voor de fijne was
(Feinwäsche).
De voorwas kan niet bij het wolwasprogramma
ingesteld worden.
Deze optie kunt u kiezen voor erg vuil wasgoed.
Belangrijk: de opties VORWÄSCHE en KURZ
(VOORWAS en KORT) kunnen niet gelijktijdig
gekozen worden: de een sluit de ander uit.
7 Toets “EXTRA SPÜLEN”
(WATER PLUS)
Deze functie kan voor alle programma’s behalve
het wolwasprogramma gekozen worden. De
machine voert 4 in plaats van 3 spoelgangen uit.
Een extra spoelgang kan gewenst zijn in
gebieden met heel zacht water of bij allergie
voor wasmiddelen.
8 Toets “SPÜLSTOP” (SPOELSTOP)
Indien u de functie SPÜLSTOP (SPOELSTOP)
kiest, wordt het laatste spoelwater niet
afgevoerd om te voorkomen dat de was
verkreukelt: het controlelampje van het
programmaverloop knippert aan het einde van
het programma en waarschuwt zo dat het water
geloosd moet worden.
U kunt hiervoor kiezen uit twee mogelijkheden:
n op START/PAUSE drukken, de machine
pompt het water af en centrifugeert
overeenkomstig het type wasgoed.
n het afvoerprogramma ABPUMPEN
(AFPOMPEN) kiezen om het water zonder
centrifugeren af te voeren.
De SPÜLSTOP (SPOELSTOP) kan ook
ingesteld worden bij het wolwasprogramma;
in dat geval wordt het laatste spoelwater
geloosd en centrifugeert de machine niet.
Als het water niet afgevoerd wordt, loost de
machine het automatisch na 18 uur.
OPGELET! Voor het kiezen van het
programma ABPUMPEN (afpompen) moet
de programma-keuzeknop op KORREKTUR
gedraaid worden.
9 Toets “START/PAUSE”
(START/PAUZE)
Deze toets beschikt over drie functies:
a) Start
Nadat u het gewenste programma gekozen
heeft, drukt u op deze toets om het programma
te starten; het display stopt met knipperen.
b) Pauze
Om een draaiend programma te onderbreken
drukt u op de START/PAUSE-toets: het
betreffende lampje en het lampje van de
werkende fase knipperen.
Als u weer op de START/PAUSE-toets drukt,
wordt het programma hervat vanaf het punt van
onderbreking.
c) Water afvoer
Na een programma dat eindigt met water in de
trommel (optie SPÜLSTOP) of het
inweekprogramma, op de START/PAUSE-toets
drukken om het water te lozen: na het inweken
wordt het water slechts afgevoerd, terwijl in de
programma’s met SPÜLSTOP (spoelstop) de
machine centrifugeert.
10 Toets “SCHLEUDERN”
(CENTRIFUGEREN)
U stelt hiermee de centrifugeersnelheid in,
houdt hierbij rekening met:
n voor katoen (Koch-/Buntwäsche, witte en
bonte was) is de max. snelheid 1500, 1400
resp. 1200 toeren/min, al naar gelang van het
model;
n voor synthetica en wol (Pflegeleicht u. Wolle)
is de max. snelheid 900 toeren/min;
n voor fijne was (Feinwäsche) is de max.
snelheid 700 toeren/min.
Als bij witte of bonte was (Koch- Buntwäsche) met
900, 700 resp. 500 toeren/min. gecentrifugeerd
wordt, voert de machine een extra spoelgang uit.
11 Indikatie van het programma-
verloop
Bij het kiezen van een programma geeft de
indikatie van het programmaverloop aan, uit
welke onderdelen het programma bestaat.
ENDE EINDE
SCHLEUDERN CENTRIFUGEREN
ABPUMPEN AFPOMPEN
SPÜLSTOP SPOELSTOP
SPÜLEN SPOELEN
HAUPTWÄSCHE HOOFDWAS
VORWÄSCHE VOORWAS
37
38
Na begin van het programma geeft de indikatie
van het programmaverloop aan, met welk deel
van het programma de machine bezig is.
Het einde van het programma wordt optisch
aangegeven: de deur kan geopend worden.
12 Programmakeuzeknop
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
n
Witte en bonte was (KOCH- BÜNTWÄSCHE)
n
Synthetica (PFLEGELEICHT)
n
Fijne was (FEINWÄSCHE)
n
Wol (WOLLE)
n
Extra programma's
De programmakeuzeknop kan zowel naar rechts
als naar links gedraaid worden.
Symbolen op de keuzeknop
n
E = Energie besparen
n
KALT = KOUD. De machine wast met koud
water.
Het annuleren van een programma
Om een programma te annuleren kiest u het
programma «KORREKTUR». Op het display
verschijnen drie knipperende streepjes.
Vervolgens kunt u een nieuw programma
kiezen.
OPLEGET! Na een programma met spoelstop-
functie de programmakeuzeknop op
KORREKTUR draaien voordat het programma
ABPUMPEN gezoken wordt.
30
40
40
30
60
50
40
30
KALTKALT
KALT
30
40
50
60
95
PFLEGELEICHTFEINWÄSCHE
WOLLE
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
KORREKTUR
E
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
Wijziging van een draaiend
programma
Om een programma te wijzigen moet u de
machine in de PAUZE-stand zetten met behulp
van de START/PAUSE-toets.
Voordat de machine het water begint te
verwarmen, d.w.z. binnen de eerste 15 minuten
bij een Koch-/Buntwäsche (witte en bonte was)
programma, binnen 10 minuten voor Pflegeleicht
u. Feinwäsche (synthetica en fijne was) en
binnen 5 minuten voor wolwas, kunt u het
programma wijzigen.
Als u, in plaats daarvan, de programmakiezer op
een andere stand zet, blijft het water in de
machine en vervolgt het programma door het
drukken op de Start/Pauze-toets.
Deuropening tijdens de programma
afwerking
De deur kan alleen geopend worden voordat de
machine het water begint te verwarmen (binnen
15, 10 of 5 minuten al naar gelang het
ingestelde programma - zie vorige paragraaf) en
gedurende het spoelprogramma.
Ook hiervoor moet de machine eerst in de
PAUZE-stand gezet worden (door op de
START/PAUSE-toets te drukken).
Als de deur niet open gaat, betekent dit dat de
machine aan het verwarmen is of dat het
waterniveau in de machine boven de onderste
deurrand uitkomt.
Dit voorkomt dat bij het openen van de deur, het
water over de vloer golft.
Wanneer het betreffende controlelampje op de
deur uitgegaan is, kunt u deze opendoen.
OPGELET! Bij het wijzigen van een draaiend
programma de stand KORREKTUR vermijden;
anders wordt het water in de machine geloosd
en het nieuwgekozen programma begint
opnieuw met het tappen van water.
39
NEDERLANDS
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden,
zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch
vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed,
de fijne was, is dat vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-
temperatuur te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan
adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste
programma, ook de maximaal toegestane
belading van de trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
n
Volle belading (maar niet proppen) voor
katoen en linnen.
n
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading
voor sterke synthetica en mengsels. Ook
zogeheten “kreukherstellende stoffen” vallen
onder synthetica.
n
Eenderde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk
wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen,
ongeveer weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar
deze stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans
een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk
bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet
wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Adviezen en tips voor het
wassen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet
al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het
vochtig is want het gaat dan schimmelen en
veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen
is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook
vitrages, vallen onder «fijne was».
Het wolwasprogramma is een speciaal
programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle
andere wolsoorten en mengsels kan niet
worden uitgesloten dat deze krimpen en/of
vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt
de soptemperatuur niet hoger dan het
gevoeligste stuk wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen
en linnen, zoals beddegoed, tafellakens,
theedoeken, handdoeken, zakdoeken en
ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile witte was, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door
het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld
voor donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo
weinig vuil is dat het met een lage temperatuur
ook nog schoon wordt.
i
40
Vóór u het wasgoed in de trommel
doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze
af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in
een sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine
voorwerpen uit borst- en broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de
wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit
zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot
mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee
papieren zakdoekjes de overgebleven was met
de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet
bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur
van de stof kan aangetast worden door zowel de
inkt als de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een
speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud
spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel
met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen.
Met witte schone katoenen doek en een
oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner)
behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met
fijnwasmiddel nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit
is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat
en chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten
intrekken. Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of
de stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met
zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray
of pasta. Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water
uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een
biologisch voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse
vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken
met azijn of spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser
behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en
linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus
behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton
en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen
open vuur gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk
eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat
of de droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is
niet aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan
door het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of
zeep in de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is:
probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste
bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid
(kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het
is de moeite waard om daarna uit te proberen of
bij minder doseren uw wasgoed ook nog
voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u
bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of
bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas,
speciale fijnwasmiddelen, machine-
wolwasmiddelen en biologische voorwas- of
voorweekmiddelen.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke
schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de
wasautomaat.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het
wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder
andere het stug worden van wasgoed en het
verkalken van het verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddel-
fabrikant een «kalkbindende» stof in het
wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat.
Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele
ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u
dat feitelijk slechts om meer kalkbindende
stoffen aan het water toe te voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van
al die andere actieve stoffen. U kunt dat
verhelpen door minder wasmiddel te doseren en
het verschil op te vangen door een
onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te
doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van
de fabrikant van het onthardingsmiddel.
41
NEDERLANDS
Bereik
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Eigenschap
Duitse
schaal
Franse
schaal
Waterhardheid
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor
de voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u
dat, mits u geen voorwas doet, direct in het
vakje voor het hoofd
wasmiddel gieten. Wel
meteen daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor
lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor
hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren
wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op
dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen
doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan,
omdat u van deze wasmiddelen minder nodig
hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatie-
systeem voorzien, waardoor het wasmiddel
uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de
machine automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt:
het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant
van de wasverzachter, maar de hoeveelheid
wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet
in het doseervakje of de maximum aanduiding
komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden).
Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in
drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel
u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate
de hardheid hoger is.
42
Volgorde van handelen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit
de wastrommel en de kuip worden verwijderd.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1. Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één
voor één in de trommel. Haal opgevouwen
wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk
hem goed in het slot.
2. Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel
tot hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in
een maatbekertje af en giet het in het vakje voor
het hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
3. Doe, eventueel, wasverzachter in
het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het
daarvoor bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4.Inschakelen van de machine
Toets EIN/AUS (AAN/UIT) indrukken om de
machine in te schakelen; op het display
verschijnen drie knipperende streepjes, indien
de programmakeuzeknop op KORREKTUR
staat.
Indien de knop op een programma staat, wordt
de duur van het programma aangegeven.
i
P0404
P0006
P0005
T0007S
EIN
AUS
BETRIEB
43
NEDERLANDS
5.Het gewenste programma kiezen
Draai de programmaknop op het gewenste
programma. De indikatie van het
programmaverloop geeft aan, uit welke
onderdelen het programma bestaat.
6.De centrifugeersnelheid kiezen
Op de knop drukken tot het bereiken van de
gewenste centrifugeersnelheid; het betreffende
controlelampje gaat branden.
7.Afhankelijk van het type
wasgoed en de verontreiniging
hiervan eventueel de functie
VORWÄSCHE (VOORWAS) of
KURZ (KORT) kiezen.
Het betreffende controlelampje gaat branden.
8.Eventueel de functie EXTRA
SPÜLEN (WATER PLUS) en/of
SPÜLSTOP (SPOELSTOP) kiezen.
Het betreffende controlelampje gaat branden.
9.De functie ZEIT-VORWAHL
(START-UITSTEL) kiezen
Voordat u het programma start, als u de
machine op een ander tijdstip wilt laten
beginnen, drukt u op de “ZEIT-VORWAHL” toets
totdat u de gewenste starttijd bereikt; op het
display ziet u 2 seconden lang de ingestelde tijd,
hierna verschijnt opnieuw de duur van het
programma.
Na het inschakelen van de START/PAUSE-toets
ziet u opnieuw de uitsteltijd op het display en de
machine begint het aftellen.
30
40
40
30
60
50
40
30
KALTKALT
KALT
30
40
50
60
95
PFLEGELEICHTFEINWÄSCHE
WOLLE
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
KORREKTUR
E
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
ENDE EINDE
SCHLEUDERN CENTRIFUGEREN
ABPUMPEN AFPOMPEN
SPÜLSTOP SPOELSTOP
SPÜLEN SPOELEN
HAUPTWÄSCHE HOOFDWAS
VORWÄSCHE VOORWAS
500 700 1500
SCHLEUDERN
900
KURZ
VOR-
WÄSCHE
EXTRA-
SPÜLEN
SPÜL-
STOP
ZEIT-
VORWAHL
44
10. Het programma starten
Op de START/PAUSE-toets drukken om het
ingestelde programma te starten; het
betreffende lampje knippert niet meer en het
controlelampje van de programmafase, die de
machine op dat moment uitvoert, brandt.
Het controlelampje van de deur gaat branden
om aan te geven dat de deurbeveiliging werkt.
Het programma start na ongeveer 20-30
seconden.
11. Einde van het programma
De machine stopt automatisch, op het display
verschijnen drie knipperende nullen.
Het lampje ENDE, de lampjes van de gezoken
centrifugeersnelheid en van gezoken functie
blijven branden.
Als u voor de optie SPÜLSTOP (SPOELSTOP)
gekozen heeft, dan knippert het betreffende
controlelampje van het programmaverloop en
het lampje van de START/PAUSE-toets: drie
nullen knipperen op het display. U moet het
water afpompen voordat u de deur kunt openen.
De machine is uitgerust met een veiligheids-
voorziening die ervoor zorgt dat de deur pas 2 à
3 minuten na het beëindigen van het programma
geopend kan worden. Wanneer het betreffende
controlelampje op de deur uitgegaan is, kunt u
deze opendoen.
Het openen van de deur wordt ook aangegeven
door geluidssignalen.
Schakel de machine uit door de AAN/UIT-toets
in te drukken.
Draai de programmakeuzeknop op
KORREKTUR.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is,
anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt
kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op
ander wasgoed kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan,
zodat de machine uit kan dampen.
START
PAUSE
45
NEDERLANDS
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
i
40
40
40
60
60
95
95
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's:voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt;machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading:
1
/
3
tot
1
/
4
van het maximale gewicht.
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan.Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent:lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Hittegevoelige textiel
Heet strijken
Gewone reiniging
Normale textiel
Speciale reiniging Niet chemisch reinigen
Niet drogen in droogtrommel
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Wolwas-
programma
Alleen snelle
handwas
Niet wassen,
ook niet weken
WASSEN
BLEKEN
STRIJKEN
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
TROMMEL-
DROGEN
A
P
F
P
F
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft.Telefoon (015) 261 12 05
46
WASPROGRAMMA’S
PROGRAMMATABEL
Soort
textiel
Spar-Koch-
wäsche E
Witte was
SPAAR E
Temperatuur
Wasprogramma
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
60°
Witgoed SPAAR,
bijvoorbeeld beddegoed
dat kort gebruikt is, licht
vuil linnengoed, enz.
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
5 kg 1,7 41 155
5 kg 0,94 41 128
2 kg 1,0 55 85
2 kg 0,5 50 60
1 kg 0,4 47 60
5 kg 1,9 44 155
Buntwäsche
Bonte was
60°-50°
40°-30°
KALT
(KOUD)
Normaal gekleurd
wasgoed, van linnen of
katoen, overhemden,
ondergoed, badstof
VORWÄSCHE
KURZ
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
Pflegeleicht
Synthetica
60°-50°
40°-30°
KALT
(KOUD)
40°-30°
40°-30°
KALT
(KOUD)
Synthetica, ondergoed,
gekleurde textiel,
no-iron overhemden
VORWÄSCHE
KURZ
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
Voor alle fijne textiel,
bijvoorbeeld gordijnen
Wol, zijde, fijne textiel
Feinwäsche
Fijne was
VORWÄSCHE
KURZ
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
Wolle
Wol
Kochwäsche
(witte was)
95°-60°
Witgoed, bijvoorbeeld
werkkleding die
normaal verontreinigd
is, bedde-, tafel- en
ondergoed,
handdoeken
VORWÄSCHE
KURZ
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
ENERGIE BESPAREN
In plaats van het programma witte was 95°C kan bij licht tot normaal verontreinigd wasgoed het
programma ENERGIE BESPAREN (E) gekozen worden. De temperatuur wordt op 60°C begrensd en
daardoor wordt energie bespaard. De wastijd blijft gelijk.
Het programma Bonte was 60°C is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket,
volgens EEGnorm 92/75.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid
wasgoed, van de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze
waardan hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
47
NEDERLANDS
EXTRA PROGRAMMA’S
PROGRAMMATABEL
Programma-
knop op
Spülen
(Spoelen)
Programma
voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
Op de hand
gewassen goed
kan met dit
programma
uitgespoeld
worden
Compleet spoelprogram-
ma eventueel met was-
verzachter.
Lang centrifugeren
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
EXTRA SPÜLEN
5 kg 0,12 32 50
5 kg 0,03 15 20
/--2
5 kg 0,02 - 4
2 kg 0,25 40 30
5 kg 0,6 23 25
Stärken
(Stijven)
Voor gewassen
textiel dat
gesteven moet
worden
1 maal spoelen met
wasverzachter
Lang centrifugeren
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
Abpumpen
(Afpompen)
Waterafvoer van
de laatste
spoelgang voor
de wasprogram-
ma’s die eindi-
gen met water in
de trommel
Aparte
centrifugegang
voor alle textiel
Voor licht
verontreinigd
wasgoed wol
Water afvoeren
Lang centrifugeren
Wassen 30°C
Kort centrifugeren
700 toeren/min.
Schleudern
(Centrifuge-
ren)
SCHLEUDERN
Mini-
programm
(Snelwas)
/---
Programma
annuleren
Korrektur
(Annuleren)
Einweichen
(Inweken)
Voor erg vuil
wasgoed
behalve wol
Inweken 40°C
Spoelstop
Alleen afpompen:
START/PAUSE-toets in-
drukken.
Afpompen en centrifu-
geren: het centrifugeer-
toerental kiezen en
START/PAUSE-toets in-
drukken.
Na 18 uur inweken wordt
het water automatisch
weggepompt.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid
wasgoed, van de temperatuur van het waterleidingwater en van de omegevingstemperatuur.
48
ONDERHOUD
1. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en
een neutraal huishoudschoonmaakmiddel.
Moderne schoonmaakmiddelen drogen
doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna
droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2. De wasmiddelhouder
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na
verloop van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon
onder de stromende kraan. U kunt daartoe de
houder geheel uit de machine nemen door op
de pal, links achterin, in te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de
wasverzachter kunt u, ten behoeve van het
schoonmaken, verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder
kan zich op den duur wasmiddel verzamelen.
Maak de binnenkant met een oude
tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in z'n behuizing en laat
de machine, zonder wasgoed, een spoelgang
doen.
3.Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over
het wateropnemen gaat doen, verdient het
aanbeveling om het toevoerfilter te controleren
op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en
vervolgens draait u de slangwartel van de kraan
af. Om dit te doen, drukt u op de gele knop op
de slang, hierna kan de slang losgedraaid
worden.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
P0010
P0038
P0009
49
NEDERLANDS
4. Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen
van grove pluis en rafels. Raakt het filter
verstopt, dan zal onherroepelijk
programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef
het filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
5. Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine
te lozen:
n
haal de steker uit het stopcontact
n
draai de waterkraan dicht
n
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop
afgekoeld is
n
plaats een bakje onder het filter om het water
op te vangen
n
draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
P0861
P0860
P0859
P0040
6.Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
n Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
n Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang
in een bak.
n Stel het programma “afpompen” (Abpumpen)
in en laat de machine tot aan het einde
draaien.
n Draai de programmakeuzeknop op
KORREKTUR.
n Schakel de machine uit.
n Draai de wartel van de toevoerslang weer
stevig op de kraan en breng ook de
afvoerslang weer op zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee
wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die
de machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur
hoger dan 0°C is.
50
EENVOUDIGE STORINGEN
n Storingen Mogelijke oorzaaken
n De machine start niet
n
Is de vuldeur goed gesloten? (E20)
n
Is de betreffende groepzekering heel?
n
Is de START/PAUZE-toets ingedrukt?
n
Hebt u de uitstel-functie gekozen?
n De machine neemt geen water
op:
n
Staat de waterkraan open? (E00)
n
Geeft de kraan water? Probeert u dat even
uit. (E00)
n
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt? (E00)
n
Toevoerfilter verstopt? (E00)
n
Vuldeur goed gesloten? (E20)
n De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
n
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt
zich op een te laag punt, ten opzichte van de
vloer waarop de machine staat. Raadpleeg
het betreffende hoofdstuk.
n De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
n
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? (E10)
n
Programma met spoelstop-functie gekozen?
n
Afvoerfilter verstopt? (E10)
n Er ligt water op de vloer:
n
Teveel wasmiddel gebruikt?
n
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
n
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
n
Is de wasmiddellade schoon?
n Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk
n
Misschien hebt u te weinig of te veel
wasmiddel gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
n
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
n
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
n
Is de machine overbeladen?
Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen.
Tijdens de werking van de machine kunnen op het display de volgende alarmcodes verschijnen:
- E00: Storing tijdens de watertoevoer
- E10: Storing bij de waterafvoer
- E20: Deur open
Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op de START/PAUSE-toets om het onderbroken
programma te hervatten. Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het
servicecentrum.
51
NEDERLANDS
Kunt u de storing niet zelf opsporen of
verhelpen, raadpleegt u dan de ELGROEP
FABRIEKSSERVICE.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw
machine; de ELGROEP FABRIEKSSERVICE
zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042
n
Het elektronische stabilisatie-
controlesysteem is in werking getreden. Het
wasgoed wordt, doordat de draairichting van
de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt,
beter verdeeld en er wordt opnieuw met
centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven
is en het centrifugeren definitief afgewerkt
kan worden, eventueel met een lager
toerental als het wasgoed nog niet goed
verdeeld is.
Indien het wasgoed na 15 minuten niet
losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd.
In dit geval moet u zelf het wasgoed beter in
de trommel verdelen en opnieuw het
centrifugeerprogramma kiezen.
n
Het centrifugeren begint traag of
helemaal niet
n
De machine heeft een modern
aandrijfsysteem, dat in vergelijking met
oudere wasautomaten een afwijkend geluid
maakt. Het nieuwe aandrijfsysteem maakt de
trage aanloop bij centrifugeren mogelijk.
Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd.
n
De machine maakt een
ongewoon geluid
n
Moderne wasmachines werken heel zuinig
met lage waterniveaus. Was- en
spoelresultaat zijn desondanks uitstekend.
n
In de trommel is geen water te
zien
n De deur kan niet geopend
worden
n
Is de machine in bedrijf?
n
Is de deur nog vergrendeld? Het deur-
controlelampje brandt nog.
n
Het waterniveau in de machine komt boven
de onderkant van de deur uit.
n
De machine is aan het verwarmen.
n De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
n
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
n
Leunt de machine ergens tegenaan?
n
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer en
zijn de contramoeren goed tegen de
machinebodem gedraaid?
n
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?

Documenttranscriptie

UW NIEUWE WASAUTOMAAT n n n n n n n De programmakeuzeknop zorgt voor een eenvoudig gebruik van de wasmachine; hiermee worden zowel de programmafuncties als de temperatuur gekozen. De programmaverklikker geeft informatie over het programma dat afgewerkt wordt. Uitgestelde start: u kunt het meest gewenste tijdstip voor het wassen kiezen en in de gebieden waar dit mogelijk is, gebruik maken van het lage nachttarief voor elektriciteit. De automatische sopafkoeling op 60°C in het witte was-programma voor het afpompen voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen. Het speciale wolprogramma wast uw wolwas, dankzij de heel voorzichtige trommelbeweging, veilig en zonder krimpen. De onbalans beveiliging zorgt voor een goede stabiliteit van de machine tijdens het centrifugeren. Het waterstop-systeem voorkomt eventuele waterschade. Tips voor zuinig wassen n n n n n De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen wasmiddel en water in vergelijking met een programma met voorwas. U wast het zuinigst met een volle trommel. Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden. Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant. Kies voor normaal vuile was het “energiespaar-programma” E en voor licht vuile was het kortprogramma. Milieubescherming n Afdanken van de verpakking Alle met dit symbool gemerkte materialen zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder bezwaar bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen >PS< voor polystyreen >PP< voor polypropyleen Wij adviseren u, het karton in een container voor oud papier te deponeren. n Afdanken van het apparaat Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt. Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben: Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie voor de gebruiksveiligheid van uw machine. Het niet in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken. i Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de beste prestaties van de machine kunt verkrijgen. Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming. Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier. 27 NEDERLANDS Deze nieuwe wasmachine is voorzien van het DDS wassysteem, met Zanker patent, en voldoet aan alle eisen voor een moderne behandeling van uw wasgoed, met besparing van water, stroom en wasmiddel. Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop gewassen want de verbruikswaarden worden automatisch aan de hoeveelheid en het type wasgoed aangepast. Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd langer geworden. U zult echter merken dat het wasresultaat optimaal is. INHOUD Waarschuwingen 29 Beschrijving van de machine 30 n n 30 30 n n Controlelampje “deurvergrendeling” Wasmiddellade Onderhoud 48 n 48 48 48 49 49 49 n n Installatie 31 n Transportbeveiliging Plaatsen Watertoevoer Waterafvoer Elektrische aansluiting 31 31 32 33 33 Technische gegevens 34 Gebruik 35 n n n n n n n n n Bedieningspaneel 35 Beschrijving van de bedieningselementen 36-38 Het annuleren van een programma 38 Wijziging van een draaiend programma 38 Deuropening tijdens de programma afwerking 38 Adviezen en tips voor het wassen 39 Was niet te lang opsparen 39 Sorteren 39 Temperaturen 39 Hoeveel wasgoed in de trommel? 39 Vóór u het wasgoed in de trommel doet 40 Welke wasmiddelen gebruiken? 40 Traditionele poeder-wasmiddelen 41 Vloeibare wasmiddelen 41 Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 41 Wasverzachter 41 Waterontharder 41 Volgorde van handelen 42-44 Textielbehandelingssymbolen 45 Programmatabel 28 46-47 n De buitenkant De wasmiddelhouder Het toevoerfilter Het afvoerfilter Waterafvoer in noodgevallen Voorzorgsmaatregelen bij vorst Eenvoudige storingen 50-51 Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. n Indien u tijdens de aflevering een schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier. n n Algemene veiligheidsaanwijzingen n n Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken. De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat zolang het in werking is. n Installatie n n n n Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van het niet of niet geheel verwijderen van de transportbeveiliging. Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat. n n n n n Gebruik n n n Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonderhoudsetiket. Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing. Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is. Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen kunnen tussen de trommel en de kuip slippen. Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roesten grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven en andere harde of scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote dosering kan schade aan het wasgoed toebrengen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de wasverzachter. Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval is, laat de machine dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing. Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trommel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna pas de vuldeur. Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht. Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af door, afhankelijk van de wijze van installatie, de steker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht. Service - Reparaties n Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE. 29 NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN BESCHRIJVING VAN DE MACHINE 01 Wasmiddellade 02 Controlelampje “lichtnet” 03 Toets AAN/UIT 04 Toets “Start-uitstel” 05 Multidisplay 06 Functie-toetsen 07 Toets “Start/Pauze” 08 Toets “Centrifugeren” 09 Indikatie van het programmaverloop 10 Draaiknop voor programmakeuze 11 Controlelampje “deurvergrendeling” 12 Deurhandgreep 13 Afvoerfilter 14 Verstelbare voetjes 1 23 4 5 EIN AUS 8 9 10 KORREKTUR ZEITVORWAHL BETRIEB 500 700 900 MINIPROGRAMM 1500 SCHLEUDERN Lavita VORWÄSCHE EXTRASPÜLEN SPÜLSTOP START PAUSE KOCHWÄSCHE BUNTWÄSCHE 95 E SCHLEUDERN VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE KURZ SPÜLEN ABPUMPEN 60 STÄRKEN 50 40 30 KALT 60 SPÜLEN EINWEICHEN SPÜLSTOP ABPUMPEN WOLLE KALT 30 50 40 SCHLEUDERN 40 30 ENDE 30 40 KALT FEINWÄSCHE PFLEGELEICHT 6 7 11 12 13 14 Controlelampje “deurvergrendeling” De deur is gedurende het programma elektrisch vergrendeld. Het controlelampje naast het handvat van de deur brandt als de deurvergrendeling in werking is. Zodra het lampje uitgegaan is, kunt u de deur openen. Wasmiddellade Voorwasmiddel Hoofdwasmiddel Wasverzachter P0301 30 INSTALLATIE Transportbeveiliging NEDERLANDS Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligingen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt. Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden. U gaat als volgt te werk: 1. Schroef met een sleutel de rechter schroef aan de achterkant van de machine los. 2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant; zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen. P0255 3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant van de machine en het plakband waarmee de 2 plastic zakken aan de voorkant van het apparaat bevestigd zijn. 4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de machine, terwijl hij naar het midden van de machine getrokken wordt. Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine. 2 P0234 P0233 P0256 P0020 1 5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige schroeven uit de achterwand. 6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten waar de schroeven in zaten. 7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de meegeleverde stopsels. U vindt deze stopsels op de achterkant van de machine. Plaatsen Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centimeters buiten de machine steken. Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eronder kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels kan leunen. Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening 31 zich binnen het bereik van de machineslangen en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen. Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van een of twee van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk. Draai, na het waterpas stellen, de contramoeren van alle vier de voetjes stevig tegen de machinebodem. Gebruik hiervoor een schroevendraaier. P0254 P0509 Watertoevoer Draai de wartel van de toevoerslang stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan. Het andere eind van de toevoerslang, aan de machinekant, kan naar alle richtingen worden verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien. De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is. P0351 P0021 Waterstop-systeem De watertoevoerslang is met een «waterstopsysteem» uitgerust. Zou, door natuurlijke veroudering, de binnenslang lek raken, dan blokkeert het systeem de watertoevoer. Het optreden van deze storing kunt u zien aan een rode sektor in de venstertjes «A» (links en rechts). Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel tegen een nieuwe. 32 A P1045 De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen: Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de kraan of aan een haak in de muur op te hangen. In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt. In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm. Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind. De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog lopen. NEDERLANDS Waterafvoer P0022 P0023 Elektrische aansluiting De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker met randaarde. De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften. 33 TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen hoogte breedte diepte 85 cm 60 cm 60 cm Maximum vulgewicht Katoen Synthetica Fijne was Wol 5 2 2 1 Centrifugeertoerental maximum 1500/min. (LF 2551) 1400/min. (LF 2451) 1200/min. (LF 2251) Netspanning/-Frequentie Aansluitwaarde Zekeren met minimaal Waterleidingdrukgrenzen kg kg kg kg 220-230 V / 50 Hz 2200 W 10 A minimum maximum 05 N/cm2 80 N/cm2 Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG 34 GEBRUIK Bedieningspaneel KORREKTUR ZEITVORWAHL 500 700 900 MINIPROGRAMM 1500 SCHLEUDERN Lavita KURZ EXTRASPÜLEN SPÜLSTOP START PAUSE E SCHLEUDERN VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE VORWÄSCHE KOCHWÄSCHE BUNTWÄSCHE 95 SPÜLEN ABPUMPEN 60 STÄRKEN 50 40 30 KALT 60 SPÜLEN EINWEICHEN SPÜLSTOP ABPUMPEN WOLLE KALT 30 50 40 SCHLEUDERN 40 30 ENDE 30 40 KALT FEINWÄSCHE 1 2 3 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 4 5 6 7 8 9 10 11 PFLEGELEICHT 12 Controlelampje “lichtnet” Toets AAN/UIT (EIN/AUS) Toets “Start-uitstel” (ZEITVORWAHL) Multidisplay Toets “Kort” (KURZ) Toets “Voorwas” (VORWÄSCHE) Toets “Water plus” (EXTRA SPÜLEN) Toets “Spoelstop” (SPÜLSTOP) Toets “Start/Pauze” (START/PAUSE) Toets “Centrifugeren” (SCHLEUDERN) Indikatie van het programmaverloop Draaiknop voor programmakeuze 35 NEDERLANDS EIN AUS BETRIEB 1 Controlelampje “lichtnet” Het controlelampje gaat branden wanneer de AAN/UIT-toets (EIN/AUS) ingedrukt is. 2 Toets EIN/AUS (AAN/UIT) Op deze toets drukken om de machine onder spanning te zetten (inschakelen) en er nogmaals op drukken om het apparaat uit te schakelen. De toetsen en hun functie Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende lampje branden. Door nogmaals indrukken gaat het lampje weer uit. Bij een verkeerde keus knipperen de lampjes ongeveer 3 seconden en op het display verschijnt de code Err. De verschillende functies moeten na het instellen van het programma en vóór het inschakelen van de Start/Pauze-toets gekozen worden. 3 Toets “ZEIT-VORWAHL” (STARTUITSTEL) Door middel van deze toets kunt u de start van de machine uitstellen van 1 tot max. 19 uur. U dient deze toets in te drukken voordat u de START/PAUSE-toets indrukt. Het geprogrammeerde uitstel wordt op het display naast de toets 2 seconden lang, aangegeven, hierna verschijnt opnieuw de tijdsduur van het programma. Na het indrukken van de START/PAUSE-toets, begint het apparaat af te tellen: De resterende tijd (in uren) wordt door het display aangegeven. Het laatste uur wordt de resterende tijd in stappen van 5 minuten aangegeven. Het laatste uur verschijnt op het display met het cijfer 60. Voor SCHLEUDERN (CENTRIFUGEREN) en ABPUMPEN (AFPOMPEN) kan deze optie niet gebruikt worden. Om de uitgestelde tijd te wijzigen of te annuleren drukt u eerst op de START/PAUSEtoets en vervolgens op de START-VORWAHL toets totdat op het display de juiste tijd verschijnt of, als u de uitgestelde tijd wilt annuleren, totdat het teken 0 h verschijnt. 36 Hierna drukt u opnieuw op de START/PAUSEtoets. Als u de uitgestelde tijd geannuleerd heeft, toont het display de duur van de wascyclus die ingesteld was. 4 Multidisplay Op deze display krijgt u de volgende informatie: n drie knipperende streepjes die zichtbaar worden direct nadat u de toets EIN/AUS (AAN/UIT) heeft ingedrukt, indien de programmakeuzeknop op KORREKTUR staat: die aanduiden dat de machine op nadere instructies wacht voor het uit te voeren wasprogramma; n de duur van het wasprogramma dat u gekozen heeft en automatisch berekend is op de maximum belading voor elk type wasgoed. De cijfers knipperen totdat u op de starttoets gedrukt heeft. Nadat het programma van start gegaan is (START/PAUZE-toets), wordt de wastijdindicatie elke 10 minuten verminderd, de laatste 20 minuten worden elke 5 minuten aangegeven. n drie knipperende nullen aan het einde van het programma; n de tijd tot de uitgestelde start die u met de betreffende toets ingesteld heeft (3). De tijd tot de uitgestelde start (max. 19 uur) wordt elk uur verminderd en in het laatste uur elke 5 minuten; n de verwarmingsfase van de machine. Een punt rechts van de cijfers op het display duidt aan dat de machine het water verwarmt en dat u hiermee rekening dient te houden bij het gebruik van andere huishoudelijke apparaten; n een verkeerde keus: als de gekozen functies niet bij het gekozen wasprogramma passen, verschijnt op het display de code Err. 5 Toets “KURZ” (KORT) Door op deze toets te drukken verkort u de wastijd. Dit programma is geschikt voor wasgoed dat licht verontreinigd is. Voor wolwas kan deze optie niet gebruikt worden. De machine voert een voorwas op max. 40°C uit. De voorwas eindigt met kort centrifugeren voor de programma’s Koch- / Buntwäsche und Pflegeleicht (Witte en bonte was, synthetica) en voert alleen het water af voor de fijne was (Feinwäsche). De voorwas kan niet bij het wolwasprogramma ingesteld worden. Deze optie kunt u kiezen voor erg vuil wasgoed. Belangrijk: de opties VORWÄSCHE en KURZ (VOORWAS en KORT) kunnen niet gelijktijdig gekozen worden: de een sluit de ander uit. 7 Toets “EXTRA SPÜLEN” (WATER PLUS) Deze functie kan voor alle programma’s behalve het wolwasprogramma gekozen worden. De machine voert 4 in plaats van 3 spoelgangen uit. Een extra spoelgang kan gewenst zijn in gebieden met heel zacht water of bij allergie voor wasmiddelen. 8 Toets “SPÜLSTOP” (SPOELSTOP) Indien u de functie SPÜLSTOP (SPOELSTOP) kiest, wordt het laatste spoelwater niet afgevoerd om te voorkomen dat de was verkreukelt: het controlelampje van het programmaverloop knippert aan het einde van het programma en waarschuwt zo dat het water geloosd moet worden. U kunt hiervoor kiezen uit twee mogelijkheden: n op START/PAUSE drukken, de machine pompt het water af en centrifugeert overeenkomstig het type wasgoed. n het afvoerprogramma ABPUMPEN (AFPOMPEN) kiezen om het water zonder centrifugeren af te voeren. OPGELET! Voor het kiezen van het programma ABPUMPEN (afpompen) moet de programma-keuzeknop op KORREKTUR gedraaid worden. De SPÜLSTOP (SPOELSTOP) kan ook ingesteld worden bij het wolwasprogramma; in dat geval wordt het laatste spoelwater geloosd en centrifugeert de machine niet. Als het water niet afgevoerd wordt, loost de machine het automatisch na 18 uur. 9 Toets “START/PAUSE” (START/PAUZE) Deze toets beschikt over drie functies: a) Start Nadat u het gewenste programma gekozen heeft, drukt u op deze toets om het programma te starten; het display stopt met knipperen. b) Pauze Om een draaiend programma te onderbreken drukt u op de START/PAUSE-toets: het betreffende lampje en het lampje van de werkende fase knipperen. Als u weer op de START/PAUSE-toets drukt, wordt het programma hervat vanaf het punt van onderbreking. c) Water afvoer Na een programma dat eindigt met water in de trommel (optie SPÜLSTOP) of het inweekprogramma, op de START/PAUSE-toets drukken om het water te lozen: na het inweken wordt het water slechts afgevoerd, terwijl in de programma’s met SPÜLSTOP (spoelstop) de machine centrifugeert. 10 Toets “SCHLEUDERN” (CENTRIFUGEREN) U stelt hiermee de centrifugeersnelheid in, houdt hierbij rekening met: n voor katoen (Koch-/Buntwäsche, witte en bonte was) is de max. snelheid 1500, 1400 resp. 1200 toeren/min, al naar gelang van het model; n voor synthetica en wol (Pflegeleicht u. Wolle) is de max. snelheid 900 toeren/min; n voor fijne was (Feinwäsche) is de max. snelheid 700 toeren/min. Als bij witte of bonte was (Koch- Buntwäsche) met 900, 700 resp. 500 toeren/min. gecentrifugeerd wordt, voert de machine een extra spoelgang uit. 11 Indikatie van het programmaverloop Bij het kiezen van een programma geeft de indikatie van het programmaverloop aan, uit welke onderdelen het programma bestaat. VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE SPÜLEN SPÜLSTOP ABPUMPEN SCHLEUDERN ENDE VOORWAS HOOFDWAS SPOELEN SPOELSTOP AFPOMPEN CENTRIFUGEREN EINDE 37 NEDERLANDS 6 Toets “VORWÄSCHE” (VOORWAS) Na begin van het programma geeft de indikatie van het programmaverloop aan, met welk deel van het programma de machine bezig is. Het einde van het programma wordt optisch aangegeven: de deur kan geopend worden. 12 Programmakeuzeknop Deze knop is in 5 sectoren verdeeld: n Witte en bonte was (KOCH- BÜNTWÄSCHE) n Synthetica (PFLEGELEICHT) n Fijne was (FEINWÄSCHE) n Wol (WOLLE) n Extra programma's De programmakeuzeknop kan zowel naar rechts als naar links gedraaid worden. KORREKTUR MINIPROGRAMM KOCHWÄSCHE BUNTWÄSCHE 95 E SCHLEUDERN ABPUMPEN 60 STÄRKEN 50 40 30 KALT 60 SPÜLEN EINWEICHEN WOLLE KALT 30 OPGELET! Bij het wijzigen van een draaiend programma de stand KORREKTUR vermijden; anders wordt het water in de machine geloosd en het nieuwgekozen programma begint opnieuw met het tappen van water. Als u, in plaats daarvan, de programmakiezer op een andere stand zet, blijft het water in de machine en vervolgt het programma door het drukken op de Start/Pauze-toets. 40 30 30 40 KALT PFLEGELEICHT Symbolen op de keuzeknop n E = Energie besparen n KALT = KOUD. De machine wast met koud water. Het annuleren van een programma Om een programma te annuleren kiest u het programma «KORREKTUR». Op het display verschijnen drie knipperende streepjes. Vervolgens kunt u een nieuw programma kiezen. OPLEGET! Na een programma met spoelstopfunctie de programmakeuzeknop op KORREKTUR draaien voordat het programma ABPUMPEN gezoken wordt. 38 Om een programma te wijzigen moet u de machine in de PAUZE-stand zetten met behulp van de START/PAUSE-toets. Voordat de machine het water begint te verwarmen, d.w.z. binnen de eerste 15 minuten bij een Koch-/Buntwäsche (witte en bonte was) programma, binnen 10 minuten voor Pflegeleicht u. Feinwäsche (synthetica en fijne was) en binnen 5 minuten voor wolwas, kunt u het programma wijzigen. 50 40 FEINWÄSCHE Wijziging van een draaiend programma Deuropening tijdens de programma afwerking De deur kan alleen geopend worden voordat de machine het water begint te verwarmen (binnen 15, 10 of 5 minuten al naar gelang het ingestelde programma - zie vorige paragraaf) en gedurende het spoelprogramma. Ook hiervoor moet de machine eerst in de PAUZE-stand gezet worden (door op de START/PAUSE-toets te drukken). Als de deur niet open gaat, betekent dit dat de machine aan het verwarmen is of dat het waterniveau in de machine boven de onderste deurrand uitkomt. Dit voorkomt dat bij het openen van de deur, het water over de vloer golft. Wanneer het betreffende controlelampje op de deur uitgegaan is, kunt u deze opendoen. Adviezen en tips voor het wassen. Was niet te lang opsparen In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur. Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit. Sorteren Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen. Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s mag wassen. Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans is groot dat het afgeeft. Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen, vallen onder «synthetica». Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder «fijne was». Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten in de wasmachine. Temperaturen In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk wasgoed nog kan verdragen. 95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken, handdoeken, zakdoeken en ondergoed. Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was” genoemd. 60°C: voor normaal vuile witte was, voor lichtgekleurde bontwas en voor witte- en lichtgekleurde synthetica. 40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C gewassen worden. U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor donkergekleurde textiel en fijne was. Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon wordt. 30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is dat vaak het geval. Wij adviseren u zich altijd aan de etikettemperatuur te houden. Hoeveel wasgoed in de trommel? Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de maximaal toegestane belading van de trommel niet te overschrijden. Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere manier op weg: n Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en linnen. n Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten “kreukherstellende stoffen” vallen onder synthetica. n Eenderde van de trommel voor fijne was en machine-wasbare wol. In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer weegt. Voor synthetica, mengsels en fijne was is het onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer verschillend van aard zijn. Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet wassen. Tweepersoons laken Kussensloop Tafellaken Servet Theedoek Badhanddoek Badlaken Overhemd Schort 700 - 1000 g 125 - 0200 g 350 - 0500 g 70 - 0120 g 75 - 0100 g 150 - 0200 g 700 - 1000 g 200 - 0300 g 150 - 0200 g 39 NEDERLANDS i Vóór u het wasgoed in de trommel doet Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssluitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak. Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken. LET OP Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, schroeven en andere harde materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan: Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zakdoekjes de overgebleven was met de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen. Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als de spiritus. Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel. Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken. Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwijderen met nagellak-remover. Pas op met remover bij synthetische stoffen. Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen. Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel nawassen. Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en chloorvezel. 40 Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken. Daarna met terpentine deppen. Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater. Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap. Voorweken in warm water met een biologisch voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater. Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan gewoon wassen. Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een biologisch voorweekmiddel. Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of spiritus deppen. Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen. Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebruiken. Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droogautomaat doet. De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het gebruik van gevaarlijke stoffen. Welke wasmiddelen gebruiken? Een gouden regel is: gebruik altijd machinewasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in de machine. Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt. Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren. Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwasmiddelen, machinewolwasmiddelen en biologische voorwas- of voorweekmiddelen. Deze wasmiddelen doet u in de vakjes de voorwas en voor de hoofdwas. voor Vloeibare wasmiddelen Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen voorwas doet, direct in het vakje voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten. Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken. Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke). Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze wasmiddelen minder nodig hebt. Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt. Wasverzachter Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn. Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan niet statisch (knetteren, kleven). Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of de maximum aanduiding komen. Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen. Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder andere het stug worden van wasgoed en het verkalken van het verwarmingselement. Waterhardheid Bereik Eigenschap Duitse schaal Franse schaal 1 2 3 4 zacht gemiddeld hard zeer hard 00-07 08-14 15-21 meer dan 21 00-15 16-25 26-37 meer dan 37 Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutechnische aard, een fosfaatvervanger. Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen. Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het verschil op te vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het onthardingsmiddel. Waterontharder Water is «harder» naarmate er meer calcium en magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is. 41 NEDERLANDS Traditionele poeder-wasmiddelen i Volgorde van handelen Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel. 1. Doe het wasgoed in de trommel Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot. P0404 2. Doe wasmiddel in het vakje Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot hij stuit. Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een maatbekertje af en giet het in het vakje voor het hoofdwasmiddel . Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch voorwasmiddel in het vakje . P0006 3. Doe, eventueel, wasverzachter in het vakje Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor bestemde vakje . Overschrijd het niveau MAX niet. P0005 4. Inschakelen van de machine Toets EIN/AUS (AAN/UIT) indrukken om de machine in te schakelen; op het display verschijnen drie knipperende streepjes, indien de programmakeuzeknop op KORREKTUR staat. Indien de knop op een programma staat, wordt de duur van het programma aangegeven. EIN AUS BETRIEB T0007S 42 5. Het gewenste programma kiezen KOCHWÄSCHE BUNTWÄSCHE KORREKTUR MINIPROGRAMM 95 E SCHLEUDERN ABPUMPEN 60 STÄRKEN 50 SPÜLEN 40 30 KALT 60 EINWEICHEN WOLLE KALT 30 50 40 40 30 30 40 KALT FEINWÄSCHE VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE SPÜLEN SPÜLSTOP ABPUMPEN SCHLEUDERN ENDE VOORWAS HOOFDWAS SPOELEN SPOELSTOP AFPOMPEN CENTRIFUGEREN EINDE PFLEGELEICHT 6. De centrifugeersnelheid kiezen Op de knop drukken tot het bereiken van de gewenste centrifugeersnelheid; het betreffende controlelampje gaat branden. 7. Afhankelijk van het type wasgoed en de verontreiniging hiervan eventueel de functie VORWÄSCHE (VOORWAS) of KURZ (KORT) kiezen. 500 700 900 KURZ 1500 SCHLEUDERN VORWÄSCHE Het betreffende controlelampje gaat branden. 8. Eventueel de functie EXTRA SPÜLEN (WATER PLUS) en/of SPÜLSTOP (SPOELSTOP) kiezen. EXTRASPÜLEN SPÜLSTOP Het betreffende controlelampje gaat branden. 9. De functie ZEIT-VORWAHL (START-UITSTEL) kiezen Voordat u het programma start, als u de machine op een ander tijdstip wilt laten beginnen, drukt u op de “ZEIT-VORWAHL” toets totdat u de gewenste starttijd bereikt; op het display ziet u 2 seconden lang de ingestelde tijd, hierna verschijnt opnieuw de duur van het programma. Na het inschakelen van de START/PAUSE-toets ziet u opnieuw de uitsteltijd op het display en de machine begint het aftellen. ZEITVORWAHL 43 NEDERLANDS Draai de programmaknop op het gewenste programma. De indikatie van het programmaverloop geeft aan, uit welke onderdelen het programma bestaat. 10. Het programma starten Op de START/PAUSE-toets drukken om het ingestelde programma te starten; het betreffende lampje knippert niet meer en het controlelampje van de programmafase, die de machine op dat moment uitvoert, brandt. Het controlelampje van de deur gaat branden om aan te geven dat de deurbeveiliging werkt. Het programma start na ongeveer 20-30 seconden. 11. Einde van het programma De machine stopt automatisch, op het display verschijnen drie knipperende nullen. Het lampje ENDE, de lampjes van de gezoken centrifugeersnelheid en van gezoken functie blijven branden. Als u voor de optie SPÜLSTOP (SPOELSTOP) gekozen heeft, dan knippert het betreffende controlelampje van het programmaverloop en het lampje van de START/PAUSE-toets: drie nullen knipperen op het display. U moet het water afpompen voordat u de deur kunt openen. De machine is uitgerust met een veiligheidsvoorziening die ervoor zorgt dat de deur pas 2 à 3 minuten na het beëindigen van het programma geopend kan worden. Wanneer het betreffende controlelampje op de deur uitgegaan is, kunt u deze opendoen. Het openen van de deur wordt ook aangegeven door geluidssignalen. Schakel de machine uit door de AAN/UIT-toets in te drukken. Draai de programmakeuzeknop op KORREKTUR. Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven. Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de machine uit kan dampen. 44 START PAUSE i TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN 95 95 60 60 40 40 40 Gewoon programma Anti-kreukprogramma Gewoon programma Anti-kreukprogramma Gewoon programma Anti-kreukprogramma Wolwasprogramma Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Niet mogelijk Warm strijken Niet strijken Heet strijken STRIJKEN TROMMELDROGEN Lauw strijken De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer. A CHEMISCH REINIGEN= STOMEN= DRY CLEANING Niet wassen, ook niet weken De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden. Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's. Anti-kreukprogramma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud. Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde programma's. Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht. WASSEN BLEKEN Alleen snelle handwas P P F F Speciale reiniging Gewone reiniging Niet chemisch reinigen Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri. De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk. De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen. Normale textiel Niet drogen in droogtrommel Hittegevoelige textiel Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05 45 NEDERLANDS PROGRAMMATABEL WASPROGRAMMA’S Soort textiel Kochwäsche (witte was) Temperatuur 95°-60° Wasprogramma Eventuele aanvullende functies Max. belading VORWÄSCHE KURZ EXTRA-SPÜLEN SCHLEUDERN SPÜLSTOP Verbruikswaarden* Energie kWh Water liter Tijd min. 5 kg 1,9 44 155 Witgoed SPAAR, EXTRA-SPÜLEN bijvoorbeeld beddegoed SCHLEUDERN dat kort gebruikt is, licht SPÜLSTOP vuil linnengoed, enz. 5 kg 1,7 41 155 Witgoed, bijvoorbeeld werkkleding die normaal verontreinigd is, bedde-, tafel- en ondergoed, handdoeken Spar-Kochwäsche E Witte was SPAAR E 60° Buntwäsche Bonte was 60°-50° 40°-30° KALT (KOUD) Normaal gekleurd wasgoed, van linnen of katoen, overhemden, ondergoed, badstof VORWÄSCHE KURZ EXTRA-SPÜLEN SCHLEUDERN SPÜLSTOP 5 kg 0,94 41 128 Pflegeleicht Synthetica 60°-50° 40°-30° KALT (KOUD) VORWÄSCHE Synthetica, ondergoed, KURZ gekleurde textiel, EXTRA-SPÜLEN no-iron overhemden SCHLEUDERN SPÜLSTOP 2 kg 1,0 55 85 Feinwäsche Fijne was 40°-30° Voor alle fijne textiel, bijvoorbeeld gordijnen VORWÄSCHE KURZ EXTRA-SPÜLEN SCHLEUDERN SPÜLSTOP 2 kg 0,5 50 60 Wolle Wol 40°-30° KALT (KOUD) Wol, zijde, fijne textiel SCHLEUDERN SPÜLSTOP 1 kg 0,4 47 60 ENERGIE BESPAREN In plaats van het programma witte was 95°C kan bij licht tot normaal verontreinigd wasgoed het programma ENERGIE BESPAREN (E) gekozen worden. De temperatuur wordt op 60°C begrensd en daardoor wordt energie bespaard. De wastijd blijft gelijk. Het programma Bonte was 60°C is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEGnorm 92/75. * De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waardan hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is. 46 PROGRAMMATABEL EXTRA PROGRAMMA’S Programma voor Voor erg vuil Einweichen wasgoed (Inweken) behalve wol Korte beschrijving Eventuele aanvullende functies Tijd min. 0,6 23 25 Compleet spoelprogramSCHLEUDERN ma eventueel met wasSPÜLSTOP verzachter. EXTRA SPÜLEN Lang centrifugeren 5 kg 0,12 32 50 5 kg 0,03 15 20 / - - 2 5 kg 0,02 - 4 2 kg 0,25 40 30 / - - - Stärken (Stijven) Voor gewassen 1 maal spoelen met textiel dat wasverzachter gesteven moet Lang centrifugeren worden SCHLEUDERN SPÜLSTOP Waterafvoer van de laatste spoelgang voor Abpumpen de wasprogram- Water afvoeren (Afpompen) ma’s die eindigen met water in de trommel Schleudern Aparte (Centrifuge- centrifugegang Lang centrifugeren ren) voor alle textiel Korrektur Programma (Annuleren) annuleren Energie Water kWh liter 5 kg Spülen (Spoelen) Voor licht verontreinigd wasgoed wol Verbruikswaarden* Inweken 40°C Spoelstop Alleen afpompen: START/PAUSE-toets indrukken. Afpompen en centrifugeren: het centrifugeertoerental kiezen en START/PAUSE-toets indrukken. Na 18 uur inweken wordt het water automatisch weggepompt. Op de hand gewassen goed kan met dit programma uitgespoeld worden Miniprogramm (Snelwas) Max. belading Wassen 30°C Kort centrifugeren 700 toeren/min. SCHLEUDERN * De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur van het waterleidingwater en van de omegevingstemperatuur. 47 NEDERLANDS Programmaknop op ONDERHOUD 1. De buitenkant De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. 2. De wasmiddelhouder Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan. Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de stromende kraan. U kunt daartoe de houder geheel uit de machine nemen door op de pal, links achterin, in te drukken. De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijderen. Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder kan zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de binnenkant met een oude tandenborstel schoon. Plaats de houder terug in z'n behuizing en laat de machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen. P0010 P0038 3. Het toevoerfilter Wanneer u merkt dat de machine langer over het wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling om het toevoerfilter te controleren op verstopping. Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens draait u de slangwartel van de kraan af. Om dit te doen, drukt u op de gele knop op de slang, hierna kan de slang losgedraaid worden. Reinig het filter met een borsteltje. Draai de wartel weer stevig op de kraan. 48 P0009 Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal onherroepelijk programmastoring optreden. Controleer regelmatig of het filter schoon is. Open het klepje. Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het filter linksom los. P0861 NEDERLANDS 4. Het afvoerfilter P0860 Trek het filter uit het filterhuis. Reinig het filter onder de stromende kraan. 5. Waterafvoer in noodgevallen Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als volgt te werk gaan om het water uit de machine te lozen: n haal de steker uit het stopcontact n draai de waterkraan dicht n wacht (indien nodig) totdat het zeepsop afgekoeld is n plaats een bakje onder het filter om het water op te vangen n draai het filter voorzichtig los zodat het water rustig uit de machine kan stromen. P0859 P0040 6. Voorzorgsmaatregelen bij vorst Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatregelen worden getroffen. n Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoerslang los. n Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een bak. n Stel het programma “afpompen” (Abpumpen) in en laat de machine tot aan het einde draaien. n Draai de programmakeuzeknop op KORREKTUR. n Schakel de machine uit. n Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op zijn plaats aan. Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine kan beschadigen. Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan 0°C is. 49 EENVOUDIGE STORINGEN Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen. Tijdens de werking van de machine kunnen op het display de volgende alarmcodes verschijnen: - E00: Storing tijdens de watertoevoer - E10: Storing bij de waterafvoer - E20: Deur open Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op de START/PAUSE-toets om het onderbroken programma te hervatten. Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het servicecentrum. n Storingen n De machine start niet Mogelijke oorzaaken n n n n n De machine neemt geen water op: n n n n n Is de vuldeur goed gesloten? (E20) Is de betreffende groepzekering heel? Is de START/PAUZE-toets ingedrukt? Hebt u de uitstel-functie gekozen? Staat de waterkraan open? (E00) Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit. (E00) Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt? (E00) Toevoerfilter verstopt? (E00) Vuldeur goed gesloten? (E20) n De machine neemt wel water op, maar dat stroomt er door de afvoer weer uit: n Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk. n De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet: n Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? (E10) Programma met spoelstop-functie gekozen? Afvoerfilter verstopt? (E10) n n n Er ligt water op de vloer: n n n n n Het wasresultaat is niet als gewoonlijk n n n n 50 Teveel wasmiddel gebruikt? Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage. Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of de slang nat is. Is de wasmiddellade schoon? Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel gedoseerd. Onderdosering leidt tot vergrauwing van het wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel. Nauwkeuriger doseren! Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld? Hebt u het juiste programma en de juiste temperatuur gekozen? Is de machine overbeladen? De machine dreunt of is erg luidruchtig: n n n n n De deur kan niet geopend worden n n n n Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd? Leunt de machine ergens tegenaan? Staan alle stelvoeten stevig op de vloer en zijn de contramoeren goed tegen de machinebodem gedraaid? Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel? Is de machine in bedrijf? Is de deur nog vergrendeld? Het deurcontrolelampje brandt nog. Het waterniveau in de machine komt boven de onderkant van de deur uit. De machine is aan het verwarmen. n Het centrifugeren begint traag of helemaal niet n Het elektronische stabilisatiecontrolesysteem is in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden, eventueel met een lager toerental als het wasgoed nog niet goed verdeeld is. Indien het wasgoed na 15 minuten niet losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet u zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen en opnieuw het centrifugeerprogramma kiezen. n De machine maakt een ongewoon geluid n De machine heeft een modern aandrijfsysteem, dat in vergelijking met oudere wasautomaten een afwijkend geluid maakt. Het nieuwe aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd. n In de trommel is geen water te zien n Moderne wasmachines werken heel zuinig met lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn desondanks uitstekend. Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen, raadpleegt u dan de ELGROEP FABRIEKSSERVICE. Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de ELGROEP FABRIEKSSERVICE zal u er om vragen. Mod. .......... Ser. Mod. .......... Prod. No. ........... P0042 Ser. No. ......... 51 NEDERLANDS n
1 / 1