Documenttranscriptie
Wasch-Trockenautomat
Was- en droogautomaat
Lavante-séchante
Gebrauchsanweisung
Gebruiksaanwijzing
Mode d’emploi
ZANKER WTF 2460
UW NIEUWE WAS- EN DROOGAUTOMAAT
Deze nieuwe machine is voorzien van het DDS wassysteem, met Zanker patent, en voldoet aan alle eisen
voor een moderne behandeling van uw wasgoed, met
besparing van water, stroom en wasmiddel.
Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop gewassen want de verbruikswaarden worden automatisch
aan de hoeveelheid en het type wasgoed aangepast.
Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd langer
geworden. U zult echter merken dat het wasresultaat
optimaal is.
De programmakeuzeknop zorgt voor een eenvoudig
gebruik van de machine; hiermee worden zowel de
programmafuncties als de temperatuur gekozen.
De programmaverklikker geeft informatie over het
programma dat afgewerkt wordt.
Het waterstop-systeem voorkomt eventuele waterschade.
Met het elektronisch en op tijd drogen wordt wasgoed wollig en lekker zacht.
Tips voor zuinig wassen
■
■
■
■
22
De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld voor
normaal vuil wasgoed. Ze besparen wasmiddel en
water in vergelijking met een programma met voorwas.
U wast het zuinigst met een volle trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
AFDANKEN
■
■
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het
oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat
zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
Alle gebruikte materialen zijn “milieu-vriendelijk”.
Ze kunnen zonder bezwaar bij het afval worden
gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container voor
oud papier te deponeren.
Waarschuwingen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
24
Installatie .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
25
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
25
25
25
26
26
26
.
.
Transportbeveiliging . .
Plaatsen . . . . .
Watertoevoer . . . .
Waterafvoer . . . .
Elektrische aansluiting .
Vóór het in gebruik nemen
Technische gegevens .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
27
Gebruik
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
28
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
28
29-31
31
32
32
32
32
32
32
33
33
33
33
33
34
34
35
36-37
38
39
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
40
De buitenkant . . . . . . . . . .
De wasmiddelhouder . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen bij vriestemperaturen .
Het toevoerfilter . . . . . . . . .
Het afvoerfilter . . . . . . . . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
40
40
40
40
40
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
blz.
41
.
.
.
.
.
Bedieningspaneel
. . . . . . .
Beschrijving van de bedieningselementen.
Programma instellen . . . . . . .
Adviezen en tips voor het wassen en drogen
Was niet te lang opsparen . . . .
Sorteren. . . . . . . . . .
Temperaturen . . . . . . . .
Hoeveel wasgoed in de trommel? . .
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Welke wasmiddelen gebruiken? . . .
Traditionele poeder-wasmiddelen . .
Vloeibare wasmiddelen . . . . .
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen.
Wasverzachter . . . . . . . .
Waterontharder . . . . . . .
Tips voor het drogen . . . . . .
Textielbehandelingssymbolen . . . .
Wasprogramma’s . . . . . . . .
Droogtijden . . . . . . . . .
Volgorde van handelingen . . . . .
Onderhoud
.
.
.
.
Eenvoudige storingen .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
23
NEDERLANDS
INHOUD
WAARSCHUWINGEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
■
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt,
direct aan uw leverancier.
■
■
■
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
■
■
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik
zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van
het apparaat zolang het in werking is.
■
■
INSTALLATIE
■
■
■
■
■
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het
apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van
het niet of niet geheel verwijderen van de transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van
de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie
of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
GEBRUIK
■
■
■
■
■
24
Was en droog geen artikelen in de was-en droogautomaat die hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de
wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen
gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen,
dan moet met het wassen in de wasautomaat
gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel loshan-
■
gende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn.
Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roest- en
grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat.
Objecten zoals munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven en andere harde of scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij
kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het wasgoed toebrengen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van
de wasverzachter.
Indien in uw apparaat aansluitend ook gedroogd
wordt, zorgt u er dan voor dat zich in de trommel
geen plastic artikel, zoals wasmiddelbol en dergelijke bevindt, de hete drooglucht kan het plastic
doen smelten.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst
of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval
is, laat de machine dan eerst het water afpompen.
Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trommel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen.
Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst en sluit
daarna pas de vuldeur.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter
voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de steker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai
na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht.
SERVICE - REPARATIES
■
Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg
ELGROEP SERVICE.
Transportbeveiliging
Plaatsen
Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligingen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
Schroef met de meegeleverde sleutel de rechter schroef aan de achterkant van de machine
los.
Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen
niet kunnen beschadiP0255
gen.
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat
versterken, over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centimeters buiten de machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eronder kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen
het bereik van de machineslangen en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u
uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het
stopcontact te laten verplaatsen.
2
P0234
1
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel
van het in- of uitdraaien van een of twee van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel
de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
Draai, na het waterpas stellen, de contramoeren van
alle vier de voetjes stevig tegen de machinebodem.
Gebruik hiervoor een schroevendraaier.
P0233
Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant van
de machine en het plakband waarmee de 2 plastic
zakken aan de voorkant van het apparaat bevestigd
zijn.
Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de machine
getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine.
P0254
P0509
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op de 3/4"
schroefdraad van de kraan.
P0256
P0020
Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten
waar de schroeven in zaten.
Dicht de vrijgekomen gaten af met de, bij de gebruiksaanwijzing verpakte, stopsels.
P0351
P0021
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de
slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang
welke speciaal voor dit doel gemaakt is.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de machinekant, kan naar alle richtingen verdraaid worden.
Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en
wartel weer stevig vastdraaien.
25
NEDERLANDS
INSTALLATIE
Waterstop-systeem
Elektrische aansluiting
De watertoevoerslang is
met een «waterstop-systeem» uitgerust. Zou,
door natuurlijke veroudering, de binnenslang lek
raken, dan blokkeert het
systeem de watertoevoer.
A
Het optreden van deze
storing kunt u zien aan
P0352
een rode sektor in het
venstertje «A».
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel
tegen een nieuwe.
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker met aardcontacten.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met (aangesloten en functionerende) aardcontacten; de machine dient deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg
uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een
wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht
niet, door het snel uitstromende water, van de
rand kan schieten. Bijvoorbeeld door de bocht
met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in
P0022
de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en
zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste
60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog
lopen.
P0023
26
Vóór het in gebruik nemen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de wastrommel en de kuip verwijderd worden. Programma: bonte
was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel.
TECHNISCHE GEGEVENS
hoogte
breedte
diepte
Netspanning/-Frequentie
Aansluitwaarde
Zekeren met minimaal
Waterleidingdrukgrenzen
85 cm
60 cm
57 cm
220-230 V / 50 Hz
2200 W
10 A
minimum
maximum
NEDERLANDS
Afmetingen
05 N/cm2
80 N/cm2
Wassen
Drogen
2,75 kg
2 kg
-
Maximum vulgewicht
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol
5,5 kg
2 kg
2 kg
1 kg
Centrifugeertoerental
maximum
1400/min.
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
27
GEBRUIK
Bedieningspaneel
Lavita Duo
EIN
AUS
ZEITVORWAHL
TROCKENZEIT
SCHLEUDERN
700
900
1200 1400
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
EXTRA- SCHRANK- BÜGELTROCKEN TROCKEN TROCKEN
KURZ
VOREXTRAWÄSCHE SPÜLEN
SPÜLSTOP
START
PAUSE
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
KORREKTUR
SCHONSCHLEUDERN
SCHLEUDERN
STÄRKEN
FEINSPÜLEN
EINWEICHEN
KALT
1
Wasmiddelhouder
2
Controlelampje “lichtnet”
3
AAN/UIT-toets (EIN/AUS)
4
Toets «uitstel» (Zeitvorwahl)
5
Droogtegraad-toetsen
6
Droogtijd-toets
7
Toets «verkorte wastijd» (Kurz)
8
Toets «voorwas» (Vorwäsche)
9
Toets «extra spoelgang» (Extra-Spülen)
10
Toets «spoelstop» (Spülstop)
11
Toets «start/pauze» (Start/Pause)
12
Toets «centrifugeren» (Schleudern)
13
Indicatie van het programmaverloop
14
Draaiknop voor programmakeuze
28
6 7 8 9 10 11 12
13
50
40
30
FEINWÄSCHE
5
30
TROCKNEN
60
30
ENDE
2 34
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
E
60
50
40
WOLLE
TROCKNEN
1
95
ABPUMPEN
40
40
30 PFLEGELEICHT
TROCKNEN
14
1 Wasmiddelhouder
Symbolen
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
P0301
2 Controlelampje “lichtnet”
Het controlelampje gaat branden wanneer de AAN/UITtoets (EIN/AUS) ingedrukt is.
De toetsen en hun funktie
AIs een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende
lampje branden. Door nogmaals indrukken gaat het
lampje weer uit.
Als een toets wordt ingedrukt, die niet bij het gekozen
programma past, beginnen alle lampjes te knipperen.
Na ca. 1 seconde gaan de lampjes weer uit.
3 AAN/UIT-toets (EIN/AUS)
Door het indrukken van deze toets schakelt u de machine AAN. Met dezelfde toets schakelt u de machine ook
UIT.
4 Uitstel (ZEITVORWAHL)
Door middel van deze toets kunt u de start van de
machine uitstellen tot max. 19 uur.
U dient deze toets in te drukken voordat u de
START/PAUZE toets indrukt.
Het geprogrammeerde uitstel wordt op het display naast
de toets aangegeven. Na 1 minuut begint het apparaat
af te tellen. De resterende tijd (in uren) wordt door het
display aangegeven.
Tijdens het laatste uur wordt de resterende tijd elke 5
minuten aangeduid.
U wist de functie uit door opnieuw de toets in te drukken
(tot het display uitgaat); het programma start dan onmiddellijk.
5 Toetsen voor keuze van de droogtegraad
Door middel van deze toetsen kunt u drie soorten
droogtegraad kiezen.
Bij het indrukken van een van de toetsen gaat het
lampje erboven aan; drukt u opnieuw, dan gaat het
lampje uit.
Ook bij elektronisch drogen kunt u de start uitstellen;
druk hiervoor op de toets ZEITVORWAHL.
Al naar gelang het programma, regelt de machine automatisch de droogtijd: het wasgoed wordt gedroogd
tot het de gekozen droogtegraad bereikt.
• Extra droog (alleen voor kook- en bontwas)
Geschikt voor dik wasgoed dat zo goed mogelijk
gedroogd moet worden (bijv. badstoffen, badhanddoeken, badjassen enz.).
• Kastdroog
Voor goed dat u niet strijkt, maar opvouwt en in de
kast bergt (bijv. handdoeken, beddegoed enz.).
• Strijkdroog
Voor goed wat vochtig moet blijven om het strijken
gemakkelijker te maken (bijv. overhemden, blousjes,
beddegoed).
6 Toets voor keuze van de droogtijd
M.b.v. deze toets stelt u in het indicatieveld ernaast de
gewenste droogtijd in stappen van 5 minuten in: max.
130 minuten voor kook- en bontwas en max. 100
minuten voor synthetica.
Bij de instelling moet u er rekening mee houden welke
textielsoort (kook- en bontwas of synthetica) gedroogd
wordt en of het goed extra droog, kastdroog of strijkdroog moet worden (zie tabel met droogtijden).
Denk er bij het instellen van de droogtijd om, dat deze
tijd inklusief 10 minuten afkoelfase is.
Als u bijv. 60 minuten droogtijd hebt ingesteld , gaat
de machine 50 minuten drogen en de laatste 10 minuten afkoelen.
Zodra het droogprogramma start, begint de machine
in stappen van 1 minuut de resterende tijd terug te tellen: deze tijd verschijnt in het indicatieveld.
Door middel van de speciale toets kunt u startuitstel (in
uren) programmeren; druk daarna op START/PAUZE.
7 Verkorte wastijd (KURZ)
Deze functie kunt u kiezen voor programma’s kookbontwas en synthetica met uitzondering van energie
besparen en programma’s met voorwas.
Het kort-programma is bijzonder geschikt voor licht verontreinigd wasgoed. De programmaduur wordt verkort.
29
NEDERLANDS
Beschrijving van de bedieningselementen
8 Voorwas (VORWÄSCHE)
Belangrijk
Voor sterk verontreinigd wasgoed kunt u een programma met voorwas kiezen. Werking:
Vóór de hoofdwas wordt een voorwas op max. 40°C
afgewerkt. Deze toets werkt niet bij het wolprogramma
en als de kort-toets KURZ is ingedrukt.
• Indien kook- en bontwas met 700 omw./min. gecentrifugeerd worden, kan het automatisch drogen (NON
STOP-gebruik) niet gekozen worden.
9 Extra spoelgang (Extra-Spülen)
U kunt een automatische extra spoelgang toevoegen
aan de programma’s voor kook- of bontwas en synthetica. U drukt dan voortijds deze toets in.
Een extra spoelgang kan gewenst zijn in gebieden met
heel zacht water of bij allergie voor wasmiddelen.
• Bij “optijd drogen” kunt u min. 900 omw./min. voor
kook- en bontwas kiezen.
• Als bij synthetica een centrifugeertoerental van 700
omw./min. wordt gekozen, kan alleen “op tijd”
drogen gekozen worden.
• Bij elektronisch drogen is het niet mogelijk met 700
omw./min. te centrifugeren.
13 Indicatie van het programmaverloop
10 Spoelstop (SPÜLSTOP)
U kunt voor kook- en bontwas voor deze functie kiezen.
Het laatste spoelwater wordt niet afgevoerd om te
voorkomen dat de was verkreukeld uit de machine
komt, als deze niet onmiddellijk na het wassen uit de
machine gehaald wordt.
De deur blijft vergrendeld.
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
TROCKNEN
ENDE
VOORWAS
HOOFDWAS
SPOELEN
SPOELSTOP
AFPOMPEN
CENTRIFUGEREN
DROGEN
EINDE
Om het water af te voeren, START/PAUZE-toets indrukken.
Bij NON-STOP-gebruik “wassen en aansluitend
drogen” kunt u voor deze functie niet kiezen.
11 START/PAUZE (START/PAUSE)
Na indrukken van toets AAN/UIT (EIN/AUS) knippert het
lampje boven de start/pauze-toets.
Als de programmakiezer in de positie «Korrektur» staat,
gaat dit lampje slechts branden nadat u de programmakeuze gemaakt heeft.
Na instelling van het programma wacht u 2-3 seconden
en drukt dan op de start/pauze-toets. Het programma
start na ongeveer 20 seconden, het lampje gaat uit.
Door indrukken van de start/pauze-toets kunt u na inweken resp. na een programma met spoelstop het water
laten wegpompen.
Het inweekwater wordt alleen afgepompt, terwijl er bij de
andere programma's ook nog gecentrifugeerd wordt.
12 Centrifugeren
700 • 900 • 1200 • 1400
Met deze toets kunt u een lager centrifugetoerental kiezen. Als u deze toets niet indrukt, wordt automatisch
met het maximale toerental gecentrifugeerd.
Dat is belangrijk als het goed aansluitend wordt
gedroogd en u energie en tijd wilt sparen. Op deze
manier worden de beste resultaten met elektronisch
drogen bereikt.
Als bij kook- en bontwas een centrifugetoerental van
700 omw./min. wordt gekozen, voert de machine een
extra spoelgang uit.
Bij synthetica en wol is het centrifugetoerental tot max.
900 omw./min. begrensd. U kunt het op 700 omw./min.
terugschakelen.
Voor fijnwas max. 700 omw./min.
30
Bij het kiezen van een programma geeft de indicatie
van het programmaverloop aan, uit welke onderdelen
het programma bestaat.
Na begin van het programma geeft de indicatie van
het programmaverloop aan, met welk deel van het
programma de machine bezig is.
Het einde van het programma wordt optisch aangegeven: de deur kan geopend worden.
14 Programmakeuzeknop
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
• Kook- en bontwas (KOCH- BÜNTWÄSCHE)
• Synthetica (PFLEGELEICHT)
• Fijnwas (FEINWÄSCHE)
• Wol (WOLLE)
• Extra programma's
KORREKTUR
SCHONSCHLEUDERN
SCHLEUDERN
95
ABPUMPEN
STÄRKEN
FEINSPÜLEN
EINWEICHEN
KALT
30
KALT
WOLLE
60
30
50
40
30
FEINWÄSCHE
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
E
60
50
40
40
40
30 PFLEGELEICHT
KALT
M0013
De programmakeuzeknop kan zowel naar rechts als
naar links gedraaid worden.
Programma instellen
■
Alleen wassen
Vulgewichten:
Kook- en bontwas:
max. 5,5 kg
Synthetica en fijnwas:
max. 2 kg
Wol:
max. 1 kg
- Machine inschakelen (AAN/UIT-toets indrukken).
- Programmakiezer op het gewenste programma
draaien.
- Extra functies kiezen.
- Wasmiddel en wasverzachter in de vakjes van
de wasmiddelhouder gieten.
- START/PAUZE-toets indrukken.
■
Alleen drogen
Vulgewichten:
Kook- en bontwas:
max. 2,75 kg
Synthetica:
max. 2 kg
- Machine inschakelen.
- Programmakiezer op stand TROCKNEN (drogen) draaien. In het indicatieveld verschijnt het
getal 10.
- Droogtegraad of droogtijdsduur instellen.
- START/PAUZE-toets indrukken.
Het annuleren van een programma
Om een programma te annuleren kiest u het programma «KORREKTUR». Vervolgens kunt u een nieuw
programma kiezen.
Onderbreken van het programma
Om een programma te onderbreken resp. om tijdens
een programma de deur te openen, moet de
START/PAUZE-toets weer ingedrukt worden. Het
lampje knippert.
De deur kan pas na ca. 2 minuten geopend worden.
Als u de START/PAUZE-toets nogmaals indrukt, loopt
het programma verder, het lampje gaat uit.
Belangrijk: Als het water in de kuip hoger staat dan
het onderste deel van de deur, is het niet mogelijk, de
deur te openen. Het water moet eerst weggepompt
worden.
Controlelampje vuldeur
Bij het inschakelen van de machine knippert het lampje. Na enige seconden gaat het lampje uit.
Zodra het programma begonnen is, blijft het lampje
branden en geeft daarmee aan dat de vuldeur vergrendeld is.
Om de deur te openen terwijl de machine een programma uitvoert, moet het programma eerst onderbroken worden (zie paragraaf «Onderbreken van het
programma»).
Als het lampje uitgaat kunt u de deur openen.
Als deze niet open gaat betekent dat de in de kuip
aanwezige hoeveelheid water te groot is, waardoor de
deur vergrendeld blijft om te verhinderen dat er water
uit de machine loopt.
Aan het einde van het programma kunt u de deur
openen nadat het controlelampje uitgegaan is. Het
ontgrendelen van de deur wordt door het gaan branden van het lampje ENDE op de display programmaverloop aangegeven.
Wassen en drogen (NON-STOP-gebruik)
Wassen met automatisch aansluitend drogen kan voor:
■
de programma’s kook- of bontwas
■
synthetica
■
de extra programma’s STÄRKEN (stijven) en
SCHLEUDERN (Lang centrifugeren).
Voor deze automatische bewerking mag, dus ook voor
het wassen, de hoeveelheid wasgoed niet meer bedragen dan:
2,75 kg voor kook- of bontwas en
2 kg voor synthetica.
- Machine inschakelen.
- Wasprogramma instellen.
- Extra functies kiezen.
- Wasmiddel en wasverzachter gieten.
- Droogtegraad of droogtijdsduur instellen;
- START/PAUZE-toets indrukken.
Als u tijdens het wasproces de ingestelde droogtijd
wilt veranderen, drukt u de toets zo lang in tot in het
indicatieveld geen cijfer verschijnt en dan stelt u de
nieuwe tijd in.
Ook als u een elektronisch programma gekozen heeft,
kunt u natuurlijk de gekozen droogtegraad veranderen.
31
NEDERLANDS
Symbolen op de keuzeknop
• E = Energie besparen
• KALT = KOUD. De machine wast med koud water.
• TROCKNEN = drogen
Adviezen en tips voor het wassen
en drogen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang
op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het
gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel
niet in de krachtige katoen-programma’s mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst
een keer apart. De kans is groot dat het afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/
katoen, vallen onder «synthetika».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder «fijnwas».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken, handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “kookwas”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile kookwas, voor lichtgekleurde
bontwas en voor witte- en lichtgekleurde synthetika.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze tempertuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil
is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon
wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u op
het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijnwas, is dat
vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur te
houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij
u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de
maximaal toegestane belading van de trommel niet te
overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet,
is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere
manier op weg:
■
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
■
Halfvolle of iets meer dan half-volle belading voor
sterke synthetika en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen vallen onder synthetika.
■
Eenderde van de trommel voor fijnwas en machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Voor synthetika, mengsels en fijnwas is het onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer
verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken
Kussensloop
Tafellaken
Servet
Theedoek
Badhanddoek
Badlaken
Overhemd
Schort
700 - 1000 g
125 - 0200 g
350 - 0500 g
70 - 0120 g
75 - 0100 g
150 - 0200 g
700 - 1000 g
200 - 0300 g
150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen
uit borst- en broekzakken.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspel
den, schroeven en andere harde materialen
beho ren niet in de wasautomaat; zij kunnen
aanzien lijke schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaa
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes
voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zakdoekjes de overgebleven was met de warme strijkbout
er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde
oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel.
32
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwijderen met nagellak-remover. Pas op met remover bij
synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan,
nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of
een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan
gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine,
wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant
van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let
daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het
waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna
uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook
nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij
een klein wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas,
bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en biologische
voorwas- of voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes
voorwas en
voor de hoofdwas.
voor de
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u
geen voorwas doet, direct in het vakje
voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Gebruik, omdat uw nieuwe machine ook (heet) kan
drogen nooit een doseerbol of andere doseermiddelen welke door de hitte kunnen smelten.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s,
MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard
past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze wasmiddelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem
voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit
kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan
niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of
de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen.
33
NEDERLANDS
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid
aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones
verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet
dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Waterhardheid
Bereik
Eigenschap
Duitse
schaal
Franse
schaal
1
2
3
4
zacht
middelmatig
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als
op machinedelen. Bekend is onder andere het stug
worden van wasgoed en het verkalken van het verwarmingselement.
Dit apparaat is echter uitgerust met een element dat
niet gevoelig is voor kalkaanslag.
Tips voor het drogen
Speciaal voor gelegenheden waarbij u de machine
alleen voor het drogen gebruikt.
■
De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn. Hoe
hoger het centrifugeertoerental, hoe korter de
benodigde droogtijd en hoe lager het energieverbruik. Uw nieuwe machine centrifugeert in de kooken bontwasprogramma's met 1400 toeren per
minuut en in de syntheticaprogramma's met 900
toeren per minuut. Daarmee worden zeer goede
centrifugeerresultaten bereikt. De machine kan
automatisch achtereenvolgens centrifugeren &
drogen.
■
Let op het textielbehandelingsetiket. Daarop vindt u
óók die voor het drogen van wasgoed in de trommeldroger. In deze gebruiksaanwijzing vindt u een kaart
afgedrukt waarin de symbolen verklaard worden.
■
Alleen in water gewassen textiel mag in de machine gedroogd worden. Met ontvlambare of giftige
middelen gereinigde textiel mag niet in de machine
gedroogd worden.
Verder mogen niet in de machine gedroogd worden:
- Wol en met wol gemengde textiel. Wol kan krimpen en/of vervilten.
- Erg tere weefsels, zoals acryl, zijde en synthetische
vitrages.
- Schuimrubber en textiel waarin schuimrubber verwerkt is.
- Glasvezel en textiel waarin glasvezel verwerkt is.
- Textiel dat erg pluist of waarvan de kanten gemakkelijk rafelen.
Belangrijk. De waterkraan moet ook tijdens het droogprogramma open blijven, omdat de machine enig
koelwater voor het kondenseren gebruikt. Het koelwater en het tot water gekondenseerde verdampte vocht
vloeien via de normale afvoerslang in de afvoer.
Pluizen
Na het drogen van sterk pluizend wasgoed, bijv.
nieuwe badhanddoeken, is het aan te raden, het
wasprogramma «voorzichtig spoelen» (FEINSPÜLEN)
in te stellen, om er zeker van te zijn dat eventueel in de
kuip verzamelde pluizen weggespoeld worden en zich
niet bij een volgend wasprogramma op het wasgoed
kunnen vastzetten.
Ook het afvoerfilter moet na ieder droogprogramma
gecontroleerd en eventueel gereinigd worden.
Afkoelfase
Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten vóór
beëindiging van het programma automatisch de afkoelfase ingeschakeld.
De afkoelfase mag in geen geval verkort of onderbroken of zelfs geheel overgeslagen worden. Verbrandingsgevaar!
34
i TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
95
95
60
60
40
40
40
Gewoon
programma
Anti-kreukprogramma
Gewoon
programma
Anti-kreukprogramma
Gewoon
programma
Anti-kreukprogramma
Wolwasprogramma
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk
Niet mogelijk
Warm strijken
Niet strijken
Heet strijken
STRIJKEN
TROMMELDROGEN
Lauw strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
A
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
Niet wassen,
ook niet weken
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht.
WASSEN
BLEKEN
Alleen snelle
handwas
P
P
F
F
Speciale reiniging
Gewone reiniging
Niet chemisch reinigen
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
Normale textiel
Niet drogen in droogtrommel
Hittegevoelige textiel
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05
35
NEDERLANDS
Wasprogramma’s
Eventuelle aanvullende
functies
Maximum
vulgewicht
Kookwas
Hoofdwas 95°C
Spoelen
Centrifugeren
KURZ
VORWÄSCHE
EXTRA SPÜLEN
SPÜLSTOP
SCHLEUDERN
5,5 kg
E
E-Kookwas
Hoofdwas 67°C
Spoelen
Centrifugeren
VORWÄSCHE
EXTRA SPÜLEN
SPÜLSTOP
SCHLEUDERN
5,5 kg
50° - 60°
Bontwas,
donkerbont
Hoofdwas 50°-60°C
Spoelen
Centrifugeren
KURZ
VORWÄSCHE
EXTRA SPÜLEN
SPÜLSTOP
SCHLEUDERN
5,5 kg
30°- 40°
Bontwas,
lichtbont
Hoofdwas 30°-40°C
Spoelen
Centrifugeren
KURZ
VORWÄSCHE
EXTRA SPÜLEN
SPÜLSTOP
SCHLEUDERN
5,5 kg
50° - 60°
Synthetica
Hoofdwas 50°-60°C
Spoelen
Spoelstop
KURZ
VORWÄSCHE
EXTRA SPÜLEN
SCHLEUDERN
2 kg
30°- 40°
Synthetica
Hoofdwas 30°-40°C
Spoelen
Spoelstop
KURZ
VORWÄSCHE
EXTRA SPÜLEN
SCHLEUDERN
2 kg
30°- 40°
Fijnwas
Hoofdwas 30°-40°C
Spoelen
Spoelstop
VORWÄSCHE
SCHLEUDERN
2 kg
Hoofdwas koud of
30°-40°C
Spoelen
Centrifugeren
SCHLEUDERN
1 kg
Programmaknop
op
95°
Programma
voor
KALT - 30°- 40° Wol
Korte
beschrijving
In plaats van het programma kookwas 95°C kan bij licht tot normaal verontreinigd wasgoed het programma ENERGIE BESPAREN (E) gekozen worden. De temperatuur wordt op 67°C begrensd en daardoor wordt energie
bespaard. De wastijd blijft gelijk.
36
Extra programma’s
Programma
voor
Korte
beschrijving
Inweken 40°C
Spoelstop
Om het water weg te
pompen, START/
PAUZE-toets indrukken. Na 18 uur inweken wordt het water
automatisch weggepompt.
EINWEICHEN
Inweken
FEINSPÜLEN
Voorzichtig
spoelen voor
synthetica en
fijnwas
Compleet spoelprogramma eventueel
met wasverzachter
Spoelstop
Stijven
Wasverzachten
voor kook- en
bontwas
1 maal spoelen
eventueel met
wasverzachter
Lang centrifugeren
STÄRKEN
ABPUMPEN
Eventuelle aanvullende
functies
5,5 kg
2 kg
SCHLEUDERN
Afpompen
SCHLEUDERN
Lang
centrifugeren
voor kook- en
bontwas
SCHONSCHLEUDERN
Kort
centrifugeren
voor synthetica
en fijnwas
KORREKTUR
Correctie
Maximum
vulgewicht
NEDERLANDS
Programmaknop
op
5,5 kg
5,5 kg
SCHLEUDERN
5,5 kg
2 kg
/
37
ADVIESTIJDEN VOOR HET DROGEN VAN KOOK- EN BONTWAS
Hoeveelheid
wasgoed in kg
Centrifugeertoerental / min (*)
Droogtegraad
Tijdsduur
in minuten
2,75
1,5
1400
1400
Extra
droog
85-95
45-55
2,75
1,5
1400
1400
Kastdroog
75-85
35-45
2,75
1,5
1400
1400
Strijkdroog
55-65
30-40
- Volle verwarming
Programmaknop op
TROCKNEN
(DROGEN)
(*) Om de droogtijd kort en het energieverbruik laag te houden, raden wij u aan om met het max. toerental dat voor
het gekozen wasprogramma aangegeven staat te centrifugeren.
ADVIESTIJDEN VOOR HET DROGEN VAN SYNTHETICA
38
Hoeveelheid
wasgoed in kg
Centrifugeertoerental / min
2
1
900
900
Kastdroog
2
1
900
900
Strijkdroog
Droogtegraad
- Verminderde verwarming
Tijdsduur
in minuten
80-90
55-65
60-70
40-50
Programmaknop op
TROCKNEN
(DROGEN)
Volgorde van handelingen (wassen en aansluitend drogen)
5 Kies het gewenste programma
KORREKTUR
SCHONSCHLEUDERN
SCHLEUDERN
95
ABPUMPEN
1 Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe
de stukken wasgoed één
voor één in de trommel.
Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar.
Sluit de vuldeur; druk
hem goed in het slot.
STÄRKEN
FEINSPÜLEN
EINWEICHEN
KALT
30
KALT
WOLLE
60
30
Draai de programmaknop op het gewenste
programma.
De controlelampjes van
het betreffende programma gaan branden.
50
40
30
FEINWÄSCHE
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
E
60
50
40
40
40
30 PFLEGELEICHT
KALT
M0013
6 Kies, indien gewenst, extra functies.
7 Kies de droogfuncties.
P0004
2 Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddelhouder uit het bedieningspaneel tot hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in
een maatbekertje af en
giet het in het vakje voor
het hoofdwasmiddel
.
Gaat u ook voorwassen,
doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het
vakje
.
P0006
Stel de droogtegraad of de droogtijdsduur in. Houd, bij
het instellen van een tijdsduur, er rekening mee dat de
laatste 10 minuten voor het afkoelen bestemd zijn.
8 Start de machine
Druk op de START/PAUZE-toets: het betreffende
lampje gaat uit.
De controlelampjes van de elektrische deurvergrendeling en van de programmafase, die de machine op dat
moment uitvoert, branden.
START
PAUSE
3 Doe, eventueel, wasverzachter in het
vakje
Giet, indien gewenst,
wasverzachter in het
daarvoor bestemde vakje
.
Overschrijd het nivo
MAX niet.
9 De machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Nadat het lampje voor de deurvergrendeling uitgegaan is, kunt u de vuldeur openen.
Het opengaan van de deurvergrendeling wordt ook
aangegeven door het oplichten van het lampje ENDE.
P0005
4 Schakel de machine aan.
EIN
AUS
T0007
T0008
Druk op de AAN/UITtoets, het lichtnet-controlelampje licht op.
Het lampje van de
START/PAUZE-toets en
het lampje van de vuldeur knipperen.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te
drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat uit.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar op UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de
machine uit kan dampen.
39
NEDERLANDS
Belading:
Kook- en bontwas max. 2,75 kg
Synthetica
max. 2 kg
ONDERHOUD
De buitenkant
Het toevoerfilter
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen.
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
De wasmiddelhouder
Het afvoerfilter
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de houder geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, in te
drukken.
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van
grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal
onherroepelijk programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijderen.
P0861
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het
filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
P0010
P0038
P0009
Ook in de behuizing van
de wasmiddelhouder kan
zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude
tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in
z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
P0860
Reinig het filter onder de
stromende kraan.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
-
Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoerslang los.
-
Stel een willekeurig wasprogramma in en zet de
machine enkele seconden lang aan.
-
Leg het uiteinde van de afvoerslang in een kom en
laat de machine enkele seconden lang afpompen.
-
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wil gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger
dan 0°C is.
40
P0859
P0040
EENVOUDIGE STORINGEN
■
■
■
Kijk of u de vuldeur goed gesloten hebt.
Kijk of de betreffende groepzekering heel is.
Kijk of u de programmaknop juist ingesteld en de
START/PAUZE-toets ingedrukt hebt.
Het centrifugetoerental is onregelmatig
■
De elektronische schuimcontrole heeft ten gevolge
van te sterke schuimontwikkeling het centrifugetoerental tijdelijk gereduceerd, om de schuimvorming
op te heffen. Daarna wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Bij het volgende programma
goed op de wasmiddeldosering letten!
De machine neemt geen water op:
■
■
■
■
■
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfiltertje verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
De machine neemt wel water op, maar dat
stroomt er door de afvoer weer uit:
■
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich
op een te laag punt, ten opzichte van de vloer
waarop de machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk.
De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet:
■
■
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Programma met spoelstop gekozen?
Er ligt water op de vloer:
■
■
■
■
Teveel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt?
Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt u
dus even of de slang nat is.
Is de wasmiddelhouder schoon?
De machine dreunt of is erg luidruchtig:
■
■
■
■
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer en zijn de
contramoeren goed tegen de machinebodem
gedraaid?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Het wasresultaat is niet als gewoonlijk
■
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
■
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
■
Hebt u het juiste programma en de juiste temperatuur gekozen?
■
Is de machine overladen?
De deur kan niet geopend worden
■
Is de machine in bedrijf?
■
Is de deur nog vergrendeld?
■
Staat het water in de kuip misschien boven het
onderste deel van de deur?
De machine droogt niet:
■
■
■
■
■
Droogtijden - klok ingesteld?
Waterkraan open? (moet open staan)
Afvoerfilter verstopt?
Teveel wasgoed in de machine? (max 2,75 kg
katoen of 2 kg synthetica)
Juiste droogtijd of droogtegraad ingesteld?
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de servicedienst zal u er om vragen.
Typeplaatje
Mod.
..........
Ser.
Het centrifugeren begint traag
■
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is in
werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de
draairichting van de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw met
centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk het
geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en het
centrifugeren definitief afgewerkt kan worden.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
P0042
Ser. No. .........
41
NEDERLANDS
De machine start niet