ZANKER 1200 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

25
NEDERLANDS
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het
toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de
gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende
eigenaar van het toestel.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
26
Inhoud
Aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid 27-28
Afvalverwerking 28
Milieutips 28
Installatie 29
l
Transportbeveiliging 29
l
Plaatsen 29
l
Watertoevoer 30
l
Waterafvoer 30
l
Elektrische aansluiting 31
Technische gegevens 31
Uw nieuwe wasautomaat 32
Beschrijving van de machine 32
l
Controlelampje “deurvergrendeling” 32
l
Wasmiddellade 32
Gebruik 33
l
Bedieningspaneel 33
l
Beschrijving van de bedieningselementen 33-35
l
Het annuleren van het programma 35
l
Het wijzigen van het programma 35
l
Het openen van de deur tijdens een lopend
programma 35
l
Adviezen en tips voor het wassen 36
Was niet te lang opsparen 36
Sorteren 36
Temperaturen 36
Hoeveel wasgoed in de trommel? 36
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 37
Welke wasmiddelen gebruiken? 37
Traditionele poeder-wasmiddelen 38
Vloeibare wasmiddelen 38
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 38
Wasverzachter 38
Waterontharder 38
l
Volgorde van handelen 39-40
Textielbehandelingssymbolen 41
Programmatabel 42-43
Onderhoud 44
l
De buitenkant 44
l
De wasmiddellade 44
l
Het toevoerfilter 44
l
Het afvoerfilter 44
l
Waterafvoer in noodgevallen 45
l
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 45
Eenvoudige storingen 46-47
27
NEDERLANDS
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Installatie
l
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg
zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
l
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
l
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
l
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie
of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik
l
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier
niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
l
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
l
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen
in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel
volledig uitgedampt is.
l
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
l
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds
verf-, inkt-,
roest- en grasvlekken. Was bh’s met
beugels niet in de wasautomaat.
l
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, naalden, spijkers, schroeven en andere
harde of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
l
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te
grote dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
l
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd
eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet
het geval is, laat de machine dan eerst het water
afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de
gebruiksaanwijzing.
l
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
l
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Algemene veiligheid
l
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
l
Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact
trekken, maar aan de stekker.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
28
Milieutips
l
Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor
te wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en tijd
(en u ontziet het milieu).
l
De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle
trommel.
l
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur
wassen.
l
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
l
Was normaal verontreinigde witte was op de E-
stand.
l
Kies voor licht vuile was een kortprogramma.
Veiligheid van kinderen
l
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische toestellen.
Zorg daarom voor het nodige toezicht als de
machine aanstaat en laat kinderen niet met de
machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
l
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
l
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet
in de trommel van de wasautomaat kunnen
klimmen.
l
Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Afvalverwerking
29
NEDERLANDS
Installatie
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met de sleutel de rechter schroef aan de
achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant
van de machine en het plakband waarmee de 2
plastic zakken aan de voorkant van het apparaat
bevestigd zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de
machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de
gaten waar de schroeven in zaten.
P0233
2
1
P0234
P0255
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor u de
machine in gebruik neemt.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de
meegeleverde stopsels. U vindt deze stopsels op
de achterkant van de machine.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee
draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle
kanten enkele centimeters buiten de machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping
eronder kan lekken.
Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich
binnen het bereik van de machineslangen en het
aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel
van het in- of uitdraaien van de verstelbare voetjes.
Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan
zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg
ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig
op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
P1051
P0020
P0256
30
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op de
3
/
4
"
schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht
de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt
is.
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is met een «waterstop-
systeem» uitgerust. Zou, door natuurlijke
veroudering, de binnenslang lek raken, dan blokkeert
het systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze storing kunt u zien aan een
rode sektor in de venstertjes «A» (links en rechts).
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n
geheel tegen een nieuwe.
P1045
A
P0021
P0351
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor
zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter) zitten
en zodanig dat de bocht van de slang zich op
tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp
groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog
lopen.
P0023
P0022
31
NEDERLANDS
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade
of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan
bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de
ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen
worden.
Technische gegevens
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 60 cm
Maximum vulgewicht Katoen 5 kg
Synthetica 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol 1 kg
Centrifugeertoerental maximum 1000/min. (Profimat 1000)
1200/min. (Profimat 1200)
1400/min. (Profimat 1400)
Netspanning/-Frequentie 220-230 V/50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
2
maximum 80 N/cm
2
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
32
Uw nieuwe wasautomaat
Deze nieuwe wasmachine is voorzien van een
nieuw wassysteem en voldoet aan alle eisen voor
een moderne behandeling van uw wasgoed, met
besparing van water, stroom en wasmiddel.
Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop
gewassen want de verbruikswaarden worden
automatisch aan de hoeveelheid en het type
wasgoed aangepast.
Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds
zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd
langer geworden. U zult echter merken dat het
wasresultaat optimaal is.
l De programmakeuzeknop zorgt voor een
eenvoudig gebruik van de wasmachine; hiermee
worden zowel de programmafuncties als de
temperatuur gekozen.
l De indicatie van het programmaverloop geeft
informatie over het programma dat afgewerkt
wordt.
l Het speciale wolprogramma behandelt wollen
goed uiterst voorzichtig.
l Stabilisatie-controlesysteem: stabiliteit en
rustige loop.
Beschrijving van de machine
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Controlelampje “deurvergrendeling”
4 Deurhandgreep
5 Afvoerfilter
6 Verstelbare voetjes
Controlelampje “deurvergrendeling”
Het lampje brandt zolang de deur vergrendeld
is. U kunt de deur pas openen nadat het lampje
is uitgegaan.
Wasmiddellade
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
5
3
4
1
2
6
KORREKTUR
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
EIN
AUS
700 900
SCHLEUDERN
EXTRA-
SPÜLEN
SPÜL-
STOP KURZ
VOR-
WÄSCHE
START
PAUSE
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
ALARM
1000
LF 2052
500
ENDE
30
40
50
60
95
E
KALT
60
50
40
KALT
KALT
30
40
40
30
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
FEINWÄSCHE
WOLLE
30
PFLEGELEICHT
Lavita
33
NEDERLANDS
Gebruik
Bedieningspaneel
1 Bedrijfscontrolelampje
Gaat branden als de machine wordt ingeschakeld en
gaat uit als toets AAN/UIT opnieuw wordt ingedrukt.
2 Toets AAN/UIT
Met deze toets schakelt u de machine in resp. uit.
Keuzetoetsen
Afhankelijk van het programma kunnen verschillende
functies met elkaar gecombineerd worden.
Deze moeten worden gekozen nadat het programma
is ingesteld en voordat toets START/PAUZE wordt
ingedrukt.
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende
lampje branden. Als de toets nogmaals wordt
ingedrukt, gaat het lampje uit.
Als het lampje ca. 3 seconden knippert, betekent dat
dat een onjuiste keuze is gemaakt.
3 EXTRA SPOELEN (EXTRA
SPÜLEN)
Met deze toets kunt u het aantal spoelgangen
verhogen van 3 naar 4.
Aan te raden voor mensen met een
wasmiddelallergie of in gebieden met erg zacht
water.
Deze functie kan voor alle programma’s behalve het
wolwasprogramma gekozen worden.
4 SPOELSTOP (SPÜLSTOP)
Als u de functie SPÜLSTOP (SPOELSTOP) voor
witte en bonte was kiest, blijft het wasgoed in het
laatste spoelwater liggen; het wordt niet
gecentrifugeerd.
Na beëindiging van het programma knippert het
lampje van het programmaverloop. Hiermee wordt
aangegeven dat het water nog moet worden
weggepompt, voordat de deur kan worden geopend.
U hebt 3 mogelijkheden:
l
toets START/PAUZE indrukken; de machine
pompt het water weg en centrifugeert daarna
overeenkomstig het type wasgoed;
l
een centrifugesnelheid instellen en toets
START/PAUZE indrukken;
l
programma POMPEN (ABPUMPEN) kiezen om
het water weg te pompen. Er wordt dan niet
gecentrifugeerd.
Attentie! Voordat u programma POMPEN kunt
instellen, moet u eerst de programmakiezer op stand
KORREKTUR (ANNULEREN) draaien.
Als u het water niet laat wegpompen, wordt het
na 18 uur automatisch door de machine
weggepompt.
Belangrijk!
De programma’s voor synthetica en fijne was eindigen
automatisch met spoelstop. Door het indrukken van
de SPÜLSTOP-toets na het kiezen van deze
programma’s wordt het water afgepompt en de was
kort gecentrifugeerd.
Profitmat 1000
12 345678 9 10
KORREKTUR
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
EIN
AUS
700 900
SCHLEUDERN
EXTRA-
SPÜLEN
SPÜL-
STOP KURZ
VOR-
WÄSCHE
START
PAUSE
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
ALARM
1000500
ENDE
30
40
50
60
95
E
KALT
60
50
40
KALT
KALT
30
40
40
30
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
FEINWÄSCHE
WOLLE
30
PFLEGELEICHT
34
5 KORT (KURZ)
Als u deze toets indrukt, worden de wastijden als
volgt verminderd:
l
35 minuten voor witte was op 95°C
l
52 minuten voor bonte was van 60°C tot KALT
(koud)
l
24 minuten voor synthetica
l
14 minuten voor fijne was
Dit programma is geschikt voor wasgoed dat licht
verontreinigd is. Deze functie kan niet bij instelling
WOL en bij het energie-spaarprogramma E gekozen
worden.
6 VOORWAS (VORWÄSCHE)
Voorwassen op max. 40°C vóór de automatisch
volgende hoofdwas (kan niet bij instelling WOL
gekozen worden).
De voorwas eindigt met een korte centrifugegang met
650 tpm bij de programma’s witte/bonte was en
synthetica en met alleen pompen bij fijne was.
7 Toets “Start/Pauze” (START/
PAUSE)
Deze toets heeft 3 functies:
Start - Pauze - Wegpompen van het water
a) Start
Door op de toets te drukken, wordt het gekozen
programma gestart en het lampje van de
START/PAUZE toets knippert niet meer maar brandt
continu tijdens de duur van het programma.
b) Pauze
Bij het drukken op deze toets, wordt het lopende
programma onderbroken; druk opnieuw op de toets
en het programma wordt vervolgd. Tijdens de pauze
knippert het lampje van de START/PAUZE toets.
c) Wegpompen van het water
Als u op deze toets drukt:
l
wordt het water van het programma “INWEKEN”
(EINWEICHEN) weggepompt,
l
wordt het water weggepompt bij de programma’s
met de functie SPOELSTOP en wordt het
wasgoed gecentrifugeerd.
8 CENTRIFUGEREN (SCHLEU-
DERN)
U stelt hiermee de centrifugeersnelheid in, houdt
hierbij rekening met:
l voor katoen (Koch-/Buntwäsche, witte en bonte
was), programma’s “Spülen”, “Stärken” en
“Schleudern” is de max. snelheid 1000, 1200 of
1400 toeren/min;
l voor synthetica en wol (Pflegeleicht en Wolle) is
de max. snelheid 900 toeren/min;
l voor fijne was (Feinwäsche) en “Miniprogramm” is
de max. snelheid 700 toeren/min.
9 Indicatie van het programma-
verloop
Bij het kiezen van een programma geeft de indicatie
van het programmaverloop aan, uit welke onderdelen
het programma bestaat.
Na begin van het programma geeft de indicatie van
het programmaverloop aan, met welk deel van het
programma de machine bezig is.
Het einde van het programma wordt optisch
aangegeven: de deur kan geopend worden.
Het controlelampje ALARM en het controlelampje
van de Start/Pauze-toets knipperen om een storing in
de functionering van de machine aan te geven.
Tegelijkertijd knippert een van de volgende lampjes
om het type storing aan te duiden:
l SPÜLSTOP = storing bij de watertoevoer;
l SPÜLEN = storing bij de waterafvoer;
l HAUPTWÄSCHE = deur open.
Raadpleeg het hoofdstuk “Eenvoudige storingen” om
het defect op te heffen.
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
ALARM
ENDE
VOORWAS
HOOFDWAS
SPOELEN
SPOELSTOP
AFPOMPEN
CENTRIFUGEREN
ALARM
EINDE
35
NEDERLANDS
10 Programmakeuzeknop
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
l
Witte en bonte was (KOCH- BÜNTWÄSCHE)
l
Synthetica (PFLEGELEICHT)
l
Fijne was (FEINWÄSCHE)
l
Wol (WOLLE)
l
Extra programma's
De programmakeuzeknop kan zowel naar rechts als
naar links gedraaid worden.
Symbolen op de keuzeknop
l
E = Energie besparen
l
KALT = KOUD. De machine wast met koud
water.
Het annuleren van een programma
Om een programma te annuleren, programma-
keuzeknop op “KORREKTUR” draaien.
Het wijzigen van het programma
Voordat de machine het water begint te verwarmen,
d.w.z. binnen de eerste 15 minuten bij een Koch-
/Buntwäsche (witte en bonte was) programma,
binnen 10 minuten voor Pflegeleicht en Feinwäsche
(synthetica en fijne was) en binnen 5 minuten voor
wolwas, kunt u het programma wijzigen.
Om een programma te wijzigen moet u de machine
in de PAUZE-stand zetten met behulp van de
START/PAUZE-toets.
Draait u dan de programmakiezer op het gewenste
programma en drukt u op de Start/Pause-toets: het
programma loopt verder.
Belangrijk!
Wilt u de water van het draaiend programma laten
afpompen, dan stelt u eerst KORREKTUR en daarna
ABPUMPEN in.
OPLEGET! Na een programma met spoelstop-
functie de programmakeuzeknop op KORREKTUR
draaien voordat het programma ABPUMPEN
gekozen wordt.
KORREKTUR
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
30
40
50
60
95
E
KALT
60
50
40
KALT
KALT
30
40
40
30
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
FEINWÄSCHE
WOLLE
30
PFLEGELEICHT
Het openen van de deur tijdens een
lopend programma
De deur kan alleen geopend worden voordat de
machine het water begint te verwarmen (binnen 15,
10 of 5 minuten al naar gelang het ingestelde
programma - zie vorige paragraaf) en gedurende het
spoelprogramma.
Ook hiervoor moet de machine eerst in de PAUZE-
stand gezet worden (door op de START/PAUZE-
toets te drukken).
U kunt de deur openen wanneer het lampje naast de
handgreep van de deur gedoofd is.
Als u de deur niet kunt openen, betekent dit dat de
machine met de opwarmfase bezig is of dat het
waterniveau boven de onderrand van de deur
uitkomt.
Deze veiligheidsfunctie verhindert het uitstromen van
grote hoeveelheden water uit de machine.
36
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u
op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is
dat vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur
te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij
u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de
maximaal toegestane belading van de trommel niet
te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
l
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
l
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen” vallen onder
synthetica.
l
Eenderde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Adviezen en tips voor het
wassen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te
lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig
is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een
muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel
niet met de krachtige katoenprogramma’s mag
wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder «fijne was».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en
linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile witte was, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig
vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog
schoon wordt.
37
NEDERLANDS
Vóór u het wasgoed in de trommel
doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine
voorwerpen uit borst- en broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes
voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel
gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep
of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta.
Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met
terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de
droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u
opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite
waard om daarna uit te proberen of bij minder
doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon
wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje
aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was,
bleekvrije wasmiddelen voor bonte was, speciale
fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en
biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de
wasautomaat.
38
Eigenschap
Franse
schaal
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed
als op machinedelen. Bekend is onder andere het
stug worden van wasgoed en het verkalken van het
verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant
een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen
was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten.
Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts
om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te
voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die
andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door
minder wasmiddel te doseren en het verschil op te
vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon,
mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Bereik
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
0,0-1,3
1,4-2,5
2,6-3,8
meer dan 3,8
Duitse
schaal
Waterhardheid
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat,
mits u geen voorwas doet, direct in het vakje voor
het hoofd
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna de
machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard
past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze
wasmiddelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatie-systeem
voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en
zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt
dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje
of de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de
verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale
zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren.
U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
39
NEDERLANDS
Volgorde van handelen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de
wastrommel en de kuip worden verwijderd.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1.Wasgoed in de machine doen
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
2.Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
3.Wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
P0005
P0006
P0404
4.Machine inschakelen
Toets EIN/AUS (AAN/UIT) indrukken om de machine
in te schakelen; het bedrijfscontrolelampje gaat
branden.
5.Het gewenste programma kiezen
Draai de programmaknop op het gewenste
programma. De indicatie van het programmaverloop
geeft aan, uit welke onderdelen het programma
bestaat.
6.Centrifugetoerental instellen
Toets SCHLEUDERN (CENTRIFUGEREN)
indrukken tot het gewenste toerental ingesteld is; het
betreffende controlelampje gaat branden.
500 700 1000
SCHLEUDERN
900
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
ALARM
ENDE
VOORWAS
HOOFDWAS
SPOELEN
SPOELSTOP
AFPOMPEN
CENTRIFUGEREN
ALARM
EINDE
KORREKTUR
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
STÄRKEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
30
40
50
60
95
E
KALT
60
50
40
KALT
KALT
30
40
40
30
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
FEINWÄSCHE
WOLLE
30
PFLEGELEICHT
T0007S
EIN
AUS
40
7.Afhankelijk van het type
wasgoed en de verontreiniging
hiervan eventueel de functie
VORWÄSCHE (VOORWAS) of
KURZ (KORT) kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
8.Eventueel de functie EXTRA
SPÜLEN (EXTRA SPOELEN)
en/of SPÜLSTOP (SPOELSTOP)
kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
9. Het programma starten
Op de START/PAUZE-toets drukken om het
ingestelde programma te starten; het betreffende
lampje knippert niet meer en het controlelampje van
de programmafase, die de machine op dat moment
uitvoert, blijft ingeschakeld.
Het controlelampje van de deur gaat branden om
aan te geven dat de deurbeveiliging werkt. Het
programma start na ongeveer 15 seconden.
START
PAUSE
EXTRA-
SPÜLEN
SPÜL-
STOP
KURZ
VOR-
WÄSCHE
10. Einde van het programma
De machine stopt automatisch.
Het lampje ENDE, de lampjes van de gezoken
centrifugeersnelheid en van gezoken functie blijven
branden.
Als u voor de optie SPÜLSTOP (SPOELSTOP)
gekozen heeft, dan knippert het betreffende
controlelampje van het programmaverloop en het
lampje van de START/PAUZE-toets. U moet het
water afpompen voordat u de deur kunt openen.
De machine is uitgerust met een veiligheids-
voorziening die ervoor zorgt dat de deur pas 2 à 3
minuten na het beëindigen van het programma
geopend kan worden. Wanneer het betreffende
controlelampje op de deur uitgegaan is, kunt u deze
opendoen.
Het openen van de deur wordt ook aangegeven door
geluidssignalen.
Draai de programmakeuzeknop op KORREKTUR.
Schakel de machine uit door de AAN/UIT-toets in te
drukken. Het bedrijfscontrolelampje gaat uit.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de
machine uit kan dampen.
41
NEDERLANDS
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
i
40
40
40
60
60
95
95
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's:voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading:
1
/
3
tot
1
/
4
van het maximale gewicht.
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan.Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent:lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Hittegevoelige textiel
Heet strijken
Gewone reiniging
Normale textiel
Speciale reiniging Niet chemisch reinigen
Niet drogen in droogtrommel
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Wolwas-
programma
Alleen snelle
handwas
Niet wassen,
ook niet weken
WASSEN
BLEKEN
STRIJKEN
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
TROMMEL-
DROGEN
A
P
F
P
F
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft.Telefoon (015) 261 12 05
42
WASPROGRAMMA’S
Programmatabel
Soort textiel
Kochwäsche
E
Witte was
SPAAR E
Temperatuur
Wasprogramma
voor
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
60°
Witgoed SPAAR,
bijvoorbeeld beddegoed
dat kort gebruikt is, licht
vuil linnengoed, enz
VORWÄSCHE
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
5 kg 1,3 44 130
5 kg 0,95 44 130
2,5 kg 0,8 62 85
2,5 kg 0,5 54 60
1 kg 0,35 40 50
5 kg 1,9 47 135
Buntwäsche
Bonte was
60°-50°
40°-30°
KALT
(KOUD)
Normaal gekleurd
wasgoed, van linnen of
katoen, overhemden,
ondergoed, badstof
VORWÄSCHE
KURZ
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
Pflegeleicht
Synthetica
60°-50°
40°-30°
KALT
(KOUD)
40°-30°
40°-30°
KALT
(KOUD)
Synthetica, ondergoed,
gekleurde textiel,
no-iron overhemden
VORWÄSCHE
KURZ
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP (**)
Alle fijne textiel,
bijvoorbeeld gordijnen
Wol en heel fijn wasgoed
met het opschrift
“handwas”
Feinwäsche
Fijne was
VORWÄSCHE
KURZ
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP (**)
SCHLEUDERN
Wolle
Wol
Kochwäsche
(witte was)
95°-60°
Witgoed, bijvoorbeeld
werkkleding die normaal
verontreinigd is, bedde-,
tafel- en ondergoed,
handdoeken
VORWÄSCHE
KURZ
EXTRA-SPÜLEN
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
ENERGIE BESPAREN
In plaats van het programma witte was 95°C kan bij licht tot normaal verontreinigd wasgoed het programma
ENERGIE BESPAREN E gekozen worden. De temperatuur wordt op 67°C begrensd en daardoor wordt energie
bespaard. De wastijd blijft gelijk.
Het programma Bonte was 60°C is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens
EEGnorm 92/75.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van
de temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op
de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
**
Door het indrukken van de SPÜLSTOP-toets na het kiezen van deze programma’s wordt het water afgepompt
en de was kort gecentrifugeerd.
43
NEDERLANDS
Programmatabel
EXTRA PROGRAMMA’S
Programma-
knop op
Spülen
(Spoelen)
Programma
voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
Op de hand
gewassen goed
kan met dit
programma
uitgespoeld
worden
Compleet spoelprogramma
eventueel met
wasverzachter.
Centrifugeren
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
EXTRA SPÜLEN
5 kg 0,15 40 45
5 kg - 18 18
/--3
5 kg - - 10
2 kg 0,3 40 30
5 kg 0,45 18 30
Stärken
(Stijven)
Voor gewassen
textiel dat
gesteven moet
worden
1 maal spoelen met
wasverzachter
Centrifugeren
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
Abpumpen
(Pompen)
Waterafvoer van
de laatste
spoelgang voor de
wasprogramma’s
die eindigen met
water in de
trommel
Aparte
centrifugegang
voor alle textiel
Voor licht
verontreinigd
wasgoed
behalve wol
Water afvoeren
Centrifugeren
Wassen 30°C
2 maal spoelen
Kort centrifugeren
700 toeren/min.
Schleudern
(Centrifuge-
ren)
SCHLEUDERN
SPÜLSTOP
SCHLEUDERN
Mini-
programm
(Snelwas)
/
---
Programma
annuleren
Korrektur
(Annuleren)
Einweichen
(Inweken)
Voor erg vuil
wasgoed
behalve wol
Inweken 40°C
Spoelstop
Afpompen:
START/PAUSE-toets
indrukken.
Na 18 uur inweken wordt
het water automatisch
weggepompt
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur.
Onderhoud
44
1.De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2.De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, in
te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken,
verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich
op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
P0038
P0009
P0010
3.Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af. Om dit te
doen, drukt u op de gele knop op de slang, hierna
kan de slang losgedraaid worden.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
4. Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van
grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal
onherroepelijk programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het
filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
P0040
P0859
P0860
P0861
45
NEDERLANDS
5.Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine te
lozen:
l
haal de stekker uit het stopcontact
l
draai de waterkraan dicht
l
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop afgekoeld
is
l
plaats een bakje onder het filter om het water op
te vangen
l
draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
6.Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
l Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
l Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een
bak.
l Stel het programma “POMPEN” (ABPUMPEN) in
en laat de machine tot aan het einde draaien.
l Draai de programmakiezer op “KORREKTUR”
(ANNULEREN).
l Schakel de machine uit.
l Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig
op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op
zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine
kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
46
l
Moderne wasmachines werken heel zuinig met
lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn
desondanks uitstekend.
l
In de trommel is geen water te
zien:
Eenvoudige storingen
Storingen Mogelijke oorzaken
l De machine start niet:
l De machine neemt geen water
op:
l
Staat de waterkraan open?
l
Geeft de kraan water?
Probeert u dat even uit.
l
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
l
Toevoerfilter verstopt?
l
Vuldeur goed gesloten?
l De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
l
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich
op een te laag punt, ten opzichte van de vloer
waarop de machine staat. Raadpleeg het betref-
fende hoofdstuk.
l De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
l
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
l
Programma met spoelstop-functie gekozen?
l
Afvoerfilter verstopt?
l Er ligt water op de vloer:
l
Teveel wasmiddel gebruikt?
l
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
l
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt
u dus even of de slang nat is.
l
Is de wasmiddellade schoon?
Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen.
Tijdens de werking van de machine kan het ALARM controlelampje, het lampje van de Start/Pauze-toets en een
van de volgende lampjes gaan knipperen:
SPOELSTOP: Storing tijdens de watertoevoer
SPOELEN: Storing bij de waterafvoer
HOODFWAS: Deur open
Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op de START/PAUZE-toets om het onderbroken
programma te hervatten. Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het
servicecentrum.
l De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
l
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
l
Leunt de machine ergens tegenaan?
l
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
l
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
l
Is de vuldeur goed gesloten?
l
Is de betreffende groepzekering heel?
l
Is de START/PAUZE-toets ingedrukt?
l
Is de programmakiezer juist ingesteld?
l
Staat de waterkraan open?
47
NEDERLANDS
l
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is
in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat
de draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en
het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden,
eventueel met een lager toerental als het
wasgoed nog niet goed verdeeld is.
l
Het centrifugeren begint traag of
het wasgoed wordt niet
voldoende gecentrifugeerd:
l
De machine heeft een modern aandrijfsysteem,
dat in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
l
De machine maakt een
ongewoon geluid:
l De deur kan niet geopend
worden:
l
Is de machine in bedrijf?
l
Is de deur nog vergrendeld? Het deur-
controlelampje brandt nog.
l
Het waterniveau in de machine komt boven de
onderkant van de deur uit.
l
De machine is aan het verwarmen.
l Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk:
l
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
l
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
l
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
l
Is de machine overbeladen?
l Na beëindiging van het
programma zijn op het wasgoed
witte wasmiddelresten te zien:
l
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare
bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn
niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect.
Mogelijke oplossingen: uitborstelen of
uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste
buiten wassen.
Storingen Mogelijke oorzaken
l Na de laatste spoelgang is nog
schuim zichtbaar:
l
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste
spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter
geen invloed op het spoelresultaat heeft.
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine;
de servicedienst zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042

Documenttranscriptie

Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende eigenaar van het toestel. Transportschaden Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier. Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben: Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen. Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel. Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het toestel. Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier. 25 NEDERLANDS Geachte Klant, Inhoud Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Textielbehandelingssymbolen 27-28 Programmatabel Afvalverwerking Milieutips 41 42-43 28 28 Onderhoud 44 l De buitenkant 44 l De wasmiddellade 44 Installatie 29 l Het toevoerfilter 44 l Transportbeveiliging 29 l Het afvoerfilter 44 l Plaatsen 29 l Waterafvoer in noodgevallen 45 l Voorzorgsmaatregelen bij vorst 45 l Watertoevoer 30 l Waterafvoer 30 l Elektrische aansluiting 31 Technische gegevens 31 Uw nieuwe wasautomaat 32 Beschrijving van de machine 32 l Controlelampje “deurvergrendeling” 32 l Wasmiddellade 32 Gebruik 33 l Bedieningspaneel l Beschrijving van de bedieningselementen l Het annuleren van het programma 35 l Het wijzigen van het programma 35 l Het openen van de deur tijdens een lopend programma 35 l Adviezen en tips voor het wassen 36 Was niet te lang opsparen 36 Sorteren 36 Temperaturen 36 Hoeveel wasgoed in de trommel? 36 Vóór u het wasgoed in de trommel doet 37 Welke wasmiddelen gebruiken? 37 33 33-35 Traditionele poeder-wasmiddelen 38 Vloeibare wasmiddelen 38 Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 38 Wasverzachter 38 Waterontharder l Volgorde van handelen Eenvoudige storingen 38 39-40 26 46-47 Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Installatie l Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van het niet of niet geheel verwijderen van de transportbeveiliging. l Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. l Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. l Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat. l Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roest- en grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. l Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven en andere harde of scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. l Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote dosering kan schade aan het wasgoed toebrengen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de wasverzachter. l Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval is, laat de machine dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing. l Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht. l Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af door, afhankelijk van de wijze van installatie, de stekker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht. Gebruik l Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonderhoudsetiket. l Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing. l Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is. l Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen kunnen tussen de trommel en de kuip slippen. Algemene veiligheid 27 l Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE. l Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de stekker. NEDERLANDS Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Veiligheid van kinderen l l Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige omgang met elektrische toestellen. Zorg daarom voor het nodige toezicht als de machine aanstaat en laat kinderen niet met de machine spelen - ze zouden zichzelf of andere kinderen in de machine kunnen opsluiten. l Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel van de wasautomaat kunnen klimmen. l Als u het toestel afdankt, maak het dan dadelijk onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de machine opsluiten. Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar! Afvalverwerking Verpakkingsmateriaal Oude machine Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieuonvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE<=voor polyethyleen >PS<=voor polystyreen >PP<=voor polypropyleen Het karton kunt u het beste in een container voor oud papier deponeren. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. Milieutips l Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor te wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en tijd (en u ontziet het milieu). l De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle trommel. l Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur wassen. 28 l Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant. l Was normaal verontreinigde witte was op de Estand. l Kies voor licht vuile was een kortprogramma. Installatie Transportbeveiliging Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligingen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt. Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden. U gaat als volgt te werk: 1. Schroef met de sleutel de rechter schroef aan de achterkant van de machine los. P0256 P0020 Plaatsen Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centimeters buiten de machine steken. Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eronder kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels kan leunen. P0255 2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant; zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen. 3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant van de machine en het plakband waarmee de 2 plastic zakken aan de voorkant van het apparaat bevestigd zijn. Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik van de machineslangen en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen. 4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de machine, terwijl hij naar het midden van de machine getrokken wordt. Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine. 2 P0234 Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk. 1 P0233 5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige schroeven uit de achterwand. 6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten waar de schroeven in zaten. P1051 29 NEDERLANDS 7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de meegeleverde stopsels. U vindt deze stopsels op de achterkant van de machine. Watertoevoer Waterafvoer Draai de wartel van de toevoerslang stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan. De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen: Het andere eind van de toevoerslang, aan de machinekant, kan naar alle richtingen worden verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien. Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de kraan of aan een haak in de muur op te hangen. P0351 P0021 P0022 De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is. In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter) zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt. Waterstop-systeem In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm. De watertoevoerslang is met een «waterstopsysteem» uitgerust. Zou, door natuurlijke veroudering, de binnenslang lek raken, dan blokkeert het systeem de watertoevoer. Het optreden van deze storing kunt u zien aan een rode sektor in de venstertjes «A» (links en rechts). Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel tegen een nieuwe. Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind. De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog lopen. A P0023 P1045 30 Elektrische aansluiting NEDERLANDS De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en stekker met randaarde. De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften. Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen worden. Technische gegevens Afmetingen hoogte breedte diepte 85 cm 60 cm 60 cm Maximum vulgewicht Katoen Synthetica Fijne was Wol 5 kg 2,5 kg 2,5 kg 1 kg Centrifugeertoerental maximum 1000/min. (Profimat 1000) 1200/min. (Profimat 1200) 1400/min. (Profimat 1400) Netspanning/-Frequentie Aansluitwaarde Zekeren met minimaal Waterleidingdrukgrenzen 220-230 V/50 Hz 2200 W 10 A minimum maximum 05 N/cm2 80 N/cm2 Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG 31 Uw nieuwe wasautomaat Deze nieuwe wasmachine is voorzien van een nieuw wassysteem en voldoet aan alle eisen voor een moderne behandeling van uw wasgoed, met besparing van water, stroom en wasmiddel. Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop gewassen want de verbruikswaarden worden automatisch aan de hoeveelheid en het type wasgoed aangepast. Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd langer geworden. U zult echter merken dat het wasresultaat optimaal is. l De programmakeuzeknop zorgt voor een eenvoudig gebruik van de wasmachine; hiermee worden zowel de programmafuncties als de temperatuur gekozen. l De indicatie van het programmaverloop geeft informatie over het programma dat afgewerkt wordt. l Het speciale wolprogramma behandelt wollen goed uiterst voorzichtig. l Stabilisatie-controlesysteem: stabiliteit en rustige loop. Beschrijving van de machine 1 2 1 Wasmiddellade 2 Bedieningspaneel EIN AUS Lavita KORREKTUR 500 700 900 1000 SCHLEUDERN VORWÄSCHE SPÜLEN SPÜLSTOP KURZ VORWÄSCHE START PAUSE SPÜLSTOP E 60 ABPUMPEN 50 STÄRKEN 40 SPÜLEN 30 EINWEICHEN ABPUMPEN SCHLEUDERN 3 Controlelampje “deurvergrendeling” KOCHWÄSCHE BUNTWÄSCHE 95 MINIPROGRAMM SCHLEUDERN HAUPTWÄSCHE EXTRASPÜLEN WOLLE KALT KALT 60 30 50 40 ALARM 30 ENDE FEINWÄSCHE 40 40 KALT 30 PFLEGELEICHT LF 2052 4 Deurhandgreep 5 Afvoerfilter 3 4 6 Verstelbare voetjes Controlelampje “deurvergrendeling” 5 Het lampje brandt zolang de deur vergrendeld is. U kunt de deur pas openen nadat het lampje is uitgegaan. 6 Wasmiddellade Voorwasmiddel Hoofdwasmiddel Wasverzachter P0301 32 Gebruik EIN AUS Profitmat 1000 KORREKTUR 500 700 900 1000 SCHLEUDERN E SCHLEUDERN HAUPTWÄSCHE SPÜLSTOP KURZ VORWÄSCHE START PAUSE 60 ABPUMPEN 50 STÄRKEN SPÜLEN EXTRASPÜLEN 40 SPÜLEN SPÜLSTOP 30 EINWEICHEN ABPUMPEN WOLLE SCHLEUDERN 60 30 50 40 30 ENDE FEINWÄSCHE 3 4 5 6 7 8 KALT KALT ALARM 1 2 KOCHWÄSCHE BUNTWÄSCHE 95 MINIPROGRAMM VORWÄSCHE 9 40 40 KALT 30 PFLEGELEICHT 10 1 Bedrijfscontrolelampje 4 SPOELSTOP (SPÜLSTOP) Gaat branden als de machine wordt ingeschakeld en gaat uit als toets AAN/UIT opnieuw wordt ingedrukt. Als u de functie SPÜLSTOP (SPOELSTOP) voor witte en bonte was kiest, blijft het wasgoed in het laatste spoelwater liggen; het wordt niet gecentrifugeerd. 2 Toets AAN/UIT Na beëindiging van het programma knippert het lampje van het programmaverloop. Hiermee wordt aangegeven dat het water nog moet worden weggepompt, voordat de deur kan worden geopend. Met deze toets schakelt u de machine in resp. uit. Keuzetoetsen Afhankelijk van het programma kunnen verschillende functies met elkaar gecombineerd worden. U hebt 3 mogelijkheden: Deze moeten worden gekozen nadat het programma is ingesteld en voordat toets START/PAUZE wordt ingedrukt. Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende lampje branden. Als de toets nogmaals wordt ingedrukt, gaat het lampje uit. Als het lampje ca. 3 seconden knippert, betekent dat dat een onjuiste keuze is gemaakt. l toets START/PAUZE indrukken; de machine pompt het water weg en centrifugeert daarna overeenkomstig het type wasgoed; l een centrifugesnelheid instellen en toets START/PAUZE indrukken; l programma POMPEN (ABPUMPEN) kiezen om het water weg te pompen. Er wordt dan niet gecentrifugeerd. Attentie! Voordat u programma POMPEN kunt instellen, moet u eerst de programmakiezer op stand KORREKTUR (ANNULEREN) draaien. 3 EXTRA SPOELEN (EXTRA SPÜLEN) Als u het water niet laat wegpompen, wordt het na 18 uur automatisch door de machine weggepompt. Met deze toets kunt u het aantal spoelgangen verhogen van 3 naar 4. Belangrijk! De programma’s voor synthetica en fijne was eindigen automatisch met spoelstop. Door het indrukken van de SPÜLSTOP-toets na het kiezen van deze programma’s wordt het water afgepompt en de was kort gecentrifugeerd. Aan te raden voor mensen met een wasmiddelallergie of in gebieden met erg zacht water. Deze functie kan voor alle programma’s behalve het wolwasprogramma gekozen worden. 33 NEDERLANDS Bedieningspaneel 5 KORT (KURZ) 8 CENTRIFUGEREN (SCHLEUDERN) Als u deze toets indrukt, worden de wastijden als volgt verminderd: l 35 minuten voor witte was op 95°C l 52 minuten voor bonte was van 60°C tot KALT (koud) l 24 minuten voor synthetica l 14 minuten voor fijne was U stelt hiermee de centrifugeersnelheid in, houdt hierbij rekening met: l voor katoen (Koch-/Buntwäsche, witte en bonte was), programma’s “Spülen”, “Stärken” en “Schleudern” is de max. snelheid 1000, 1200 of 1400 toeren/min; l Dit programma is geschikt voor wasgoed dat licht verontreinigd is. Deze functie kan niet bij instelling WOL en bij het energie-spaarprogramma E gekozen worden. voor synthetica en wol (Pflegeleicht en Wolle) is de max. snelheid 900 toeren/min; l voor fijne was (Feinwäsche) en “Miniprogramm” is de max. snelheid 700 toeren/min. 6 VOORWAS (VORWÄSCHE) 9 Indicatie van het programmaverloop Voorwassen op max. 40°C vóór de automatisch volgende hoofdwas (kan niet bij instelling WOL gekozen worden). Bij het kiezen van een programma geeft de indicatie van het programmaverloop aan, uit welke onderdelen het programma bestaat. Na begin van het programma geeft de indicatie van het programmaverloop aan, met welk deel van het programma de machine bezig is. Het einde van het programma wordt optisch aangegeven: de deur kan geopend worden. De voorwas eindigt met een korte centrifugegang met 650 tpm bij de programma’s witte/bonte was en synthetica en met alleen pompen bij fijne was. 7 Toets “Start/Pauze” (START/ PAUSE) Deze toets heeft 3 functies: Start - Pauze - Wegpompen van het water VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE SPÜLEN a) Start Door op de toets te drukken, wordt het gekozen programma gestart en het lampje van de START/PAUZE toets knippert niet meer maar brandt continu tijdens de duur van het programma. SPOELEN SPOELSTOP ABPUMPEN AFPOMPEN ALARM ENDE CENTRIFUGEREN ALARM EINDE Het controlelampje ALARM en het controlelampje van de Start/Pauze-toets knipperen om een storing in de functionering van de machine aan te geven. Tegelijkertijd knippert een van de volgende lampjes om het type storing aan te duiden: Bij het drukken op deze toets, wordt het lopende programma onderbroken; druk opnieuw op de toets en het programma wordt vervolgd. Tijdens de pauze knippert het lampje van de START/PAUZE toets. c) Wegpompen van het water Als u op deze toets drukt: l wordt het water van het programma “INWEKEN” (EINWEICHEN) weggepompt, l HOOFDWAS SPÜLSTOP SCHLEUDERN b) Pauze VOORWAS l SPÜLSTOP = storing bij de watertoevoer; l SPÜLEN = storing bij de waterafvoer; l HAUPTWÄSCHE = deur open. Raadpleeg het hoofdstuk “Eenvoudige storingen” om het defect op te heffen. wordt het water weggepompt bij de programma’s met de functie SPOELSTOP en wordt het wasgoed gecentrifugeerd. 34 Het openen van de deur tijdens een lopend programma Deze knop is in 5 sectoren verdeeld: l Witte en bonte was (KOCH- BÜNTWÄSCHE) l Synthetica (PFLEGELEICHT) l Fijne was (FEINWÄSCHE) l Wol (WOLLE) l Extra programma's De deur kan alleen geopend worden voordat de machine het water begint te verwarmen (binnen 15, 10 of 5 minuten al naar gelang het ingestelde programma - zie vorige paragraaf) en gedurende het spoelprogramma. Ook hiervoor moet de machine eerst in de PAUZEstand gezet worden (door op de START/PAUZEtoets te drukken). De programmakeuzeknop kan zowel naar rechts als naar links gedraaid worden. KORREKTUR MINIPROGRAMM SCHLEUDERN ABPUMPEN U kunt de deur openen wanneer het lampje naast de handgreep van de deur gedoofd is. KOCHWÄSCHE BUNTWÄSCHE E 60 Als u de deur niet kunt openen, betekent dit dat de machine met de opwarmfase bezig is of dat het waterniveau boven de onderrand van de deur uitkomt. 50 40 30 STÄRKEN SPÜLEN EINWEICHEN WOLLE 95 KALT 30 KALT 60 50 40 30 40 40 KALT 30 PFLEGELEICHT FEINWÄSCHE Deze veiligheidsfunctie verhindert het uitstromen van grote hoeveelheden water uit de machine. Symbolen op de keuzeknop l E = Energie besparen l KALT = KOUD. De machine wast met koud water. Het annuleren van een programma Om een programma te annuleren, programmakeuzeknop op “KORREKTUR” draaien. OPLEGET! Na een programma met spoelstopfunctie de programmakeuzeknop op KORREKTUR draaien voordat het programma ABPUMPEN gekozen wordt. Het wijzigen van het programma Voordat de machine het water begint te verwarmen, d.w.z. binnen de eerste 15 minuten bij een Koch/Buntwäsche (witte en bonte was) programma, binnen 10 minuten voor Pflegeleicht en Feinwäsche (synthetica en fijne was) en binnen 5 minuten voor wolwas, kunt u het programma wijzigen. Om een programma te wijzigen moet u de machine in de PAUZE-stand zetten met behulp van de START/PAUZE-toets. Draait u dan de programmakiezer op het gewenste programma en drukt u op de Start/Pause-toets: het programma loopt verder. Belangrijk! Wilt u de water van het draaiend programma laten afpompen, dan stelt u eerst KORREKTUR en daarna ABPUMPEN in. 35 NEDERLANDS 10 Programmakeuzeknop 30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel Adviezen en tips voor het wassen zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is dat vaak het geval. Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur te houden. Was niet te lang opsparen In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur. Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit. Hoeveel wasgoed in de trommel? Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de maximaal toegestane belading van de trommel niet te overschrijden. Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere manier op weg: Sorteren Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen. Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s mag wassen. Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans is groot dat het afgeeft. Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen, vallen onder «synthetica». Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder «fijne was». Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten in de wasmachine. l Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en linnen. l Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten “kreukherstellende stoffen” vallen onder synthetica. l Eenderde van de trommel voor fijne was en machine-wasbare wol. In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer weegt. Voor synthetica, mengsels en fijne was is het onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer verschillend van aard zijn. Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet wassen. Temperaturen In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk wasgoed nog kan verdragen. Tweepersoons laken Kussensloop Tafellaken Servet Theedoek Badhanddoek Badlaken Overhemd Schort 95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken, handdoeken, zakdoeken en ondergoed. Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was” genoemd. 60°C: voor normaal vuile witte was, voor lichtgekleurde bontwas en voor witte- en lichtgekleurde synthetica. 40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C gewassen worden. U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor donkergekleurde textiel en fijne was. Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon wordt. 36 700 - 1000 g 125 - 0200 g 350 - 0500 g 70 - 0120 g 75 - 0100 g 150 - 0200 g 700 - 1000 g 200 - 0300 g 150 - 0200 g Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater. Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssluitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak. Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken. Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap. Voorweken in warm water met een biologisch voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater. Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan gewoon wassen. Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een biologisch voorweekmiddel. LET OP Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, schroeven en andere harde materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of spiritus deppen. Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen. Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan: Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebruiken. Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droogautomaat doet. De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het gebruik van gevaarlijke stoffen. Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zakdoekjes de overgebleven was met de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen. Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als de spiritus. Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel. Welke wasmiddelen gebruiken? Een gouden regel is: gebruik altijd machinewasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in de machine. Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken. Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt. Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwijderen met nagellak-remover. Pas op met remover bij synthetische stoffen. Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren. Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was, bleekvrije wasmiddelen voor bonte was, speciale fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en biologische voorwas- of voorweekmiddelen. Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen. Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel nawassen. Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en chloorvezel. Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken. Daarna met terpentine deppen. 37 NEDERLANDS Vóór u het wasgoed in de trommel doet Traditionele poeder-wasmiddelen Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voorwas en voor de hoofdwas. Waterhardheid voor de Vloeibare wasmiddelen Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen voorwas doet, direct in het vakje voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten. Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken. Bereik Eigenschap Duitse schaal Franse schaal 1 2 3 4 zacht gemiddeld hard zeer hard 00-07 08-14 15-21 meer dan 21 0,0-1,3 1,4-2,5 2,6-3,8 meer dan 3,8 Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder andere het stug worden van wasgoed en het verkalken van het verwarmingselement. Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutechnische aard, een fosfaatvervanger. Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen. Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het verschil op te vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het onthardingsmiddel. Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke). Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze wasmiddelen minder nodig hebt. Uw nieuwe machine is van een sopcirculatie-systeem voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt. Wasverzachter Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn. Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan niet statisch (knetteren, kleven). Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of de maximum aanduiding komen. Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen. Waterontharder Water is «harder» naarmate er meer calcium en magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is. 38 4. Machine inschakelen Volgorde van handelen NEDERLANDS Toets EIN/AUS (AAN/UIT) indrukken om de machine in te schakelen; het bedrijfscontrolelampje gaat branden. Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel. EIN AUS 1. Wasgoed in de machine doen Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot. T0007S 5. Het gewenste programma kiezen Draai de programmaknop op het gewenste programma. De indicatie van het programmaverloop geeft aan, uit welke onderdelen het programma bestaat. P0404 KORREKTUR MINIPROGRAMM 95 2. Wasmiddel doseren 60 50 40 30 STÄRKEN SPÜLEN EINWEICHEN Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot hij stuit. Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een maatbekertje af en giet het in het vakje voor het hoofdwasmiddel . Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch voorwasmiddel in het vakje . WOLLE KOCHWÄSCHE BUNTWÄSCHE E SCHLEUDERN ABPUMPEN KALT KALT 60 30 SPÜLEN VOORWAS HOOFDWAS SPOELEN SPÜLSTOP SPOELSTOP ABPUMPEN AFPOMPEN SCHLEUDERN CENTRIFUGEREN 50 40 30 40 40 KALT 30 PFLEGELEICHT FEINWÄSCHE ALARM ENDE ALARM EINDE 6. Centrifugetoerental instellen Toets SCHLEUDERN (CENTRIFUGEREN) indrukken tot het gewenste toerental ingesteld is; het betreffende controlelampje gaat branden. 3. Wasverzachter doseren Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor bestemde vakje . Overschrijd het niveau MAX niet. SCHLEUDERN 500 P0006 VORWÄSCHE HAUPTWÄSCHE P0005 39 700 900 1000 7. Afhankelijk van het type wasgoed en de verontreiniging hiervan eventueel de functie VORWÄSCHE (VOORWAS) of KURZ (KORT) kiezen 10. Einde van het programma Het betreffende controlelampje gaat branden. Als u voor de optie SPÜLSTOP (SPOELSTOP) gekozen heeft, dan knippert het betreffende controlelampje van het programmaverloop en het lampje van de START/PAUZE-toets. U moet het water afpompen voordat u de deur kunt openen. KURZ De machine stopt automatisch. Het lampje ENDE, de lampjes van de gezoken centrifugeersnelheid en van gezoken functie blijven branden. VORWÄSCHE De machine is uitgerust met een veiligheidsvoorziening die ervoor zorgt dat de deur pas 2 à 3 minuten na het beëindigen van het programma geopend kan worden. Wanneer het betreffende controlelampje op de deur uitgegaan is, kunt u deze opendoen. 8. Eventueel de functie EXTRA SPÜLEN (EXTRA SPOELEN) en/of SPÜLSTOP (SPOELSTOP) kiezen Het openen van de deur wordt ook aangegeven door geluidssignalen. Het betreffende controlelampje gaat branden. Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven. EXTRASPÜLEN Draai de programmakeuzeknop op KORREKTUR. Schakel de machine uit door de AAN/UIT-toets in te drukken. Het bedrijfscontrolelampje gaat uit. SPÜLSTOP Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de machine uit kan dampen. 9. Het programma starten Op de START/PAUZE-toets drukken om het ingestelde programma te starten; het betreffende lampje knippert niet meer en het controlelampje van de programmafase, die de machine op dat moment uitvoert, blijft ingeschakeld. Het controlelampje van de deur gaat branden om aan te geven dat de deurbeveiliging werkt. Het programma start na ongeveer 15 seconden. START PAUSE 40 i TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN 95 95 60 60 40 40 40 Gewoon programma Anti-kreukprogramma Gewoon programma Anti-kreukprogramma Gewoon programma Anti-kreukprogramma Wolwasprogramma Niet wassen, ook niet weken De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden. Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's. Anti-kreukprogramma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud. Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde programma's. Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht. WASSEN BLEKEN Alleen snelle handwas Niet mogelijk Warm strijken Niet strijken 41 Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Heet strijken STRIJKEN De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer. A CHEMISCH REINIGEN= STOMEN= DRY CLEANING TROMMELDROGEN Lauw strijken P P F F Speciale reiniging Gewone reiniging Niet chemisch reinigen Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri. De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk. De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen. Normale textiel Niet drogen in droogtrommel Hittegevoelige textiel Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft. Telefoon (015) 261 12 05 NEDERLANDS Programmatabel WASPROGRAMMA’S Soort textiel Temperatuur Wasprogramma voor Eventuele aanvullende functies Max. belading Verbruikswaarden* Energie kWh Water liter Tijd min. 95°-60° Witgoed, bijvoorbeeld werkkleding die normaal verontreinigd is, bedde-, tafel- en ondergoed, handdoeken VORWÄSCHE KURZ EXTRA-SPÜLEN SCHLEUDERN SPÜLSTOP 5 kg 1,9 47 135 60° Witgoed SPAAR, bijvoorbeeld beddegoed dat kort gebruikt is, licht vuil linnengoed, enz VORWÄSCHE EXTRA-SPÜLEN SCHLEUDERN SPÜLSTOP 5 kg 1,3 44 130 Buntwäsche Bonte was 60°-50° 40°-30° KALT (KOUD) Normaal gekleurd wasgoed, van linnen of katoen, overhemden, ondergoed, badstof VORWÄSCHE KURZ EXTRA-SPÜLEN SCHLEUDERN SPÜLSTOP 5 kg 0,95 44 130 Pflegeleicht Synthetica 60°-50° 40°-30° KALT (KOUD) Synthetica, ondergoed, gekleurde textiel, no-iron overhemden VORWÄSCHE KURZ EXTRA-SPÜLEN SCHLEUDERN SPÜLSTOP (**) 2,5 kg 0,8 62 85 2,5 kg 0,5 54 60 1 kg 0,35 40 50 Kochwäsche (witte was) Kochwäsche E Witte was SPAAR E Feinwäsche Fijne was 40°-30° Alle fijne textiel, bijvoorbeeld gordijnen VORWÄSCHE KURZ EXTRA-SPÜLEN SCHLEUDERN SPÜLSTOP (**) Wolle Wol 40°-30° KALT (KOUD) Wol en heel fijn wasgoed met het opschrift “handwas” SCHLEUDERN ENERGIE BESPAREN In plaats van het programma witte was 95°C kan bij licht tot normaal verontreinigd wasgoed het programma ENERGIE BESPAREN E gekozen worden. De temperatuur wordt op 67°C begrensd en daardoor wordt energie bespaard. De wastijd blijft gelijk. Het programma Bonte was 60°C is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEGnorm 92/75. * De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is. ** Door het indrukken van de SPÜLSTOP-toets na het kiezen van deze programma’s wordt het water afgepompt en de was kort gecentrifugeerd. 42 Programmatabel EXTRA PROGRAMMA’S Programma voor Korte beschrijving Eventuele aanvullende functies Max. belading Verbruikswaarden* Energie kWh Water liter Tijd min. 5 kg 0,45 18 30 Inweken 40°C Spoelstop Afpompen: Einweichen (Inweken) Voor erg vuil wasgoed behalve wol Spülen (Spoelen) Op de hand gewassen goed kan met dit programma uitgespoeld worden Compleet spoelprogramma SCHLEUDERN eventueel met SPÜLSTOP wasverzachter. EXTRA SPÜLEN Centrifugeren 5 kg 0,15 40 45 Stärken (Stijven) Voor gewassen textiel dat gesteven moet worden 1 maal spoelen met wasverzachter Centrifugeren 5 kg - 18 18 Abpumpen (Pompen) Waterafvoer van de laatste spoelgang voor de wasprogramma’s Water afvoeren die eindigen met water in de trommel / - - 3 Schleudern (Centrifugeren) Aparte centrifugegang voor alle textiel Centrifugeren SCHLEUDERN 5 kg - - 10 Miniprogramm (Snelwas) Voor licht verontreinigd wasgoed behalve wol Wassen 30°C 2 maal spoelen Kort centrifugeren 700 toeren/min. SPÜLSTOP SCHLEUDERN 2 kg 0,3 40 30 Korrektur (Annuleren) Programma annuleren / - - - START/PAUSE-toets indrukken. Na 18 uur inweken wordt het water automatisch weggepompt SCHLEUDERN SPÜLSTOP * De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur. 43 NEDERLANDS Programmaknop op Onderhoud 1. De buitenkant 3. Het toevoerfilter De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. Wanneer u merkt dat de machine langer over het wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling om het toevoerfilter te controleren op verstopping. Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens draait u de slangwartel van de kraan af. Om dit te doen, drukt u op de gele knop op de slang, hierna kan de slang losgedraaid worden. Reinig het filter met een borsteltje. Draai de wartel weer stevig op de kraan. 2. De wasmiddellade 4. Het afvoerfilter Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan. Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit de machine nemen door op de pal, links achterin, in te drukken. De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijderen. Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal onherroepelijk programmastoring optreden. Controleer regelmatig of het filter schoon is. Open het klepje. Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het filter linksom los. P0861 P0010 P0860 P0009 Trek het filter uit het filterhuis. Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de binnenkant met een oude tandenborstel schoon. Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen. Reinig het filter onder de stromende kraan. P0859 P0038 44 P0040 5. Waterafvoer in noodgevallen l haal de stekker uit het stopcontact l draai de waterkraan dicht l wacht (indien nodig) totdat het zeepsop afgekoeld is l plaats een bakje onder het filter om het water op te vangen l draai het filter voorzichtig los zodat het water rustig uit de machine kan stromen. NEDERLANDS Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als volgt te werk gaan om het water uit de machine te lozen: 6. Voorzorgsmaatregelen bij vorst Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatregelen worden getroffen. l Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoerslang los. l Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een bak. l Stel het programma “POMPEN” (ABPUMPEN) in en laat de machine tot aan het einde draaien. l Draai de programmakiezer op “KORREKTUR” (ANNULEREN). l Schakel de machine uit. l Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op zijn plaats aan. Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine kan beschadigen. Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan 0°C is. 45 Eenvoudige storingen Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen. Tijdens de werking van de machine kan het ALARM controlelampje, het lampje van de Start/Pauze-toets en een van de volgende lampjes gaan knipperen: SPOELSTOP: Storing tijdens de watertoevoer SPOELEN: Storing bij de waterafvoer HOODFWAS: Deur open Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op de START/PAUZE-toets om het onderbroken programma te hervatten. Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het servicecentrum. Storingen l l Mogelijke oorzaken De machine start niet: De machine neemt geen water op: l Is de vuldeur goed gesloten? l Is de betreffende groepzekering heel? l Is de START/PAUZE-toets ingedrukt? l Is de programmakiezer juist ingesteld? l Staat de waterkraan open? l Staat de waterkraan open? l Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit. l Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt? l Toevoerfilter verstopt? l Vuldeur goed gesloten? l De machine neemt wel water op, maar dat stroomt er door de afvoer weer uit: l Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk. l De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet: l Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? l Programma met spoelstop-functie gekozen? l Afvoerfilter verstopt? l Teveel wasmiddel gebruikt? l Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage. l Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of de slang nat is. l Is de wasmiddellade schoon? l Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd? l Leunt de machine ergens tegenaan? l Staan alle stelvoeten stevig op de vloer? l Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel? l Moderne wasmachines werken heel zuinig met lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn desondanks uitstekend. l l l Er ligt water op de vloer: De machine dreunt of is erg luidruchtig: In de trommel is geen water te zien: 46 l Mogelijke oorzaken De deur kan niet geopend worden: l Is de machine in bedrijf? l Is de deur nog vergrendeld? Het deurcontrolelampje brandt nog. l Het waterniveau in de machine komt boven de onderkant van de deur uit. l De machine is aan het verwarmen. l Het centrifugeren begint traag of het wasgoed wordt niet voldoende gecentrifugeerd: l Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden, eventueel met een lager toerental als het wasgoed nog niet goed verdeeld is. l De machine maakt een ongewoon geluid: l De machine heeft een modern aandrijfsysteem, dat in vergelijking met oudere wasautomaten een afwijkend geluid maakt. Het nieuwe aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd. l Het wasresultaat is niet als gewoonlijk: l Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel gedoseerd. Onderdosering leidt tot vergrauwing van het wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel. Nauwkeuriger doseren! l Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld? l Hebt u het juiste programma en de juiste temperatuur gekozen? l Is de machine overbeladen? l Na beëindiging van het programma zijn op het wasgoed witte wasmiddelresten te zien: l Hierbij gaat het meestal om onoplosbare bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect. Mogelijke oplossingen: uitborstelen of uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste buiten wassen. l Na de laatste spoelgang is nog schuim zichtbaar: l Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter geen invloed op het spoelresultaat heeft. Mod. .......... Ser. Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst. Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de servicedienst zal u er om vragen. Mod. .......... Prod. No. ........... P0042 47 Ser. No. ......... NEDERLANDS Storingen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

ZANKER 1200 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor