Atag OX6211P Handleiding

Type
Handleiding
gebruiksaanwijzing
elektro oven
mode d'emploi
four electro
OX6211P
2 ATAG
Bedieningspaneel
Rooster
Braadslede
Toebehoren
Beschrijving van het apparaat
Binnenkant oven
1 tot 4 Inzetniveaus
(inzetniveau nr. 2 en 4
zijn uitgerust met
telescopische geleiders)
5 Grill
6 Ventilator
7 Ovenlampje
Bakplaat
FUNCTIE
knop
TEMPERATUUR/
TIJD
knop
4
3
2
1
7
5
6
Elektronische
ovenregeling
ATAG 3
Beschrijving van het apparaat ............................................................................ 2
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie......................................... 4
Knoppen ........................................................................................................... 6
De elektronische ovenregeling ........................................................................... 7
De eerste keer dat de oven wordt geïnstalleerd .................................................. 8
Voordat u de oven de eerste keer in gebruik neemt ............................................ 10
Bereidingsfuncties ........................................................................................... 13
Het programmeren van de oven....................................................................... 14
Veiligheids- en energiebesparende functies...................................................... 17
De functie “Recept selecteren” ........................................................................ 20
Gebruik van de oven ....................................................................................... 22
Kooktabellen ................................................................................................... 32
Reiniging en onderhoud ................................................................................... 34
Wat te doen als er iets fout gaat ...................................................................... 40
Technische gegevens ...................................................................................... 41
Instructies voor de installateur.......................................................................... 42
Service en onderdelen ..................................................................................... 43
Instructies voor de inbouw ............................................................................... 44
Veiligheidsvoorschrift
Stap-voor-stap-handleiding
Adviezen
Milieu-informatie
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Inhoud
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen.
4 ATAG
Waarschuwingen en belangrijke
veiligheidsinformatie
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en
hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat
aansluit en/of in gebruik neemt.
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als
het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat
bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe
gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Installatie
De installatie moeten worden uitge-
voerd door een erkend installateur, met
inachtneming van de geldende voor-
schriften. De afzonderlijke installatie-
werkzaamheden zijn beschreven in de
instructies voor de installateur.
Laat het apparaat installeren en aan-
sluiten door een erkend installateur
overeenkomstig de richtlijnen.
Ook eventuele voor de installatie nood-
zakelijke wijzigingen aan de elektriciteits-
voorziening moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
Bediening
Deze oven is ontworpen voor de be-
reiding van levensmiddelen; gebruik
hem nooit voor andere doeleinden.
Pas bij het openen van de oven-
deur (tijdens of aan het einde van
de bereidingstijd) altijd op voor de
hete luchtstroom die uit de oven
komt.
Wees extra voorzichtig tijdens het ge-
bruik van de oven. Door de grote hitte
van de verwarmingselementen zijn de
bakplaten en andere onderdelen erg
heet.
Let op! Bedek de oven nooit met alu-
miniumfolie en plaats geen bakblik-
ken, ovenschotels en dergelijke op de
bodem van de oven, anders kan het
emaille van de oven door de opge-
bouwde hitte beschadigd raken.
Indien u, om welke reden dan ook, alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
Ga bij het reinigen van de oven voor-
zichtig te werk: sproei nooit vloeistof
op de verwarmingselementen en de
thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van
welke aard ook aan te brengen aan
het apparaat of aan de kenmerken er-
van.
Tijdens het bakken, braden en grillen
worden het venster van de deur en de
overige onderdelen van het apparaat
erg heet. Houd kinderen daarom uit de
buurt van het apparaat. Indien er elek-
trische apparaten worden aangesloten
op stopcontacten in de buurt van de
oven, let er dan op dat de aansluit-
snoeren niet in aanraking komen met
hete oppervlakken of vastgeklemd raken
tussen de ovendeur.
Nederlands
ATAG 5
Gebruik altijd ovenwanten om hete vuur-
vaste schotels of schalen uit de oven te
halen.
De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven ach-
teruitgaat.
Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de oven in de stand
“UIT” staat als hij niet meer wordt ge-
bruikt.
Het apparaat mag niet worden gereinigd
met een stoomreiniger.
Gebruik geen schuurmiddelen of
scherpe metalen schrapers. Deze kun-
nen krassen veroorzaken op de ruit van
de deur, waardoor het glas kan barsten.
Veiligheid van personen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
het door kinderen te laten gebruiken of
hen ermee te laten spelen.
Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Ook nadat u de oven
heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog
lange tijd heet.
Dit apparaat is niet bedoeld voor ge-
bruik door kinderen of andere perso-
nen met beperkte lichamelijke, zintuig-
lijke of geestelijke vermogens of een
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
dit plaatsvindt onder toezicht van een
voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of tenzij zij van een dergelijke
persoon instructies hebben ontvangen
over het gebruik van het apparaat.
Milieu-informatie
Gooi, nadat de oven is geïnstalleerd,
de verpakking weg op een veilige en
milieuvriendelijke wijze.
Wanneer een oud apparaat wordt afge-
dankt, moet het onbruikbaar worden
gemaakt door het aansluitsnoer af te
snijden. Verwijder alle vergrendelingen
van de deur, om te voorkomen dat
kinderen in de oven opgesloten kunnen
raken.
Klantenservice
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaam-
heden uitvoeren door de service-afde-
ling van de fabrikant of door een service-
afdeling die door de fabrikant
geautoriseerd is en gebruik alleen origi-
nele onderdelen.
Probeer in geval van een storing of de-
fect dit apparaat nooit zelf te repareren.
Reparaties die door niet-deskundige per-
sonen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld.
maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektro-
nische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u mo-
gelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu. die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de gemeente-
reiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
6 ATAG
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door
onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte
onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheids-
thermostaat die indien nodig de stroomtoevoer on-
derbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de
oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd van-
wege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat
de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen; Is
de thermostaat daarentegen geactiveerd vanwege
een defect onderdeel, neem dan contact op met onze
service-afdeling.
Koelventilator
De oven is voorzien van een koelventilator die het
voorpaneel, de knoppen en de handgreep van de
ovendeur koel houdt. Deventilator wordt nadat de
oven enkele minuten inwerking is automatisch
ingeschakeld.
Via de opening aan de bovenkant van de deur wordt
warme lucht naar buiten afgevoerd. Als de oven
wordt uitgeschakeld kan de ventilator nog enige tijd
draaien om de bedieningselementen koel te houden.
Dit is volkomen normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang
en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is
mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingeschakeld
wordt op lagere temperatuurinstellingen of als de oven
maar korte tijd gebruikt is.
Knoppen
De FUNCTIE knop
De kookfuncties kunnen worden ingesteld door de
knop naar of te draaien.
De TEMPERATUUR / TIJD knop
De temperatuur en de kooktijd kunnen worden
ingesteld door de knop naar of te draaien.
ATAG 7
De elektronische ovenregeling
1234
Kookwekker
Symbool
Klok
Symbool
Tijd
display
Temperatuur-
weergave
Bereidingsfuncties
display
Symbool
bereidingsduur
Symbool einde
bereidingstijd
Thermometer
Symbool
De werkwijze van de elektronische
Touch Control-regeltoetsen op de
oven
Alle functies van de oven worden elektronisch
geregeld. U kunt alle combinaties van
bereidingsfunctie, bereidingstemperatuur en
automatische timing selecteren.
Als de stroom uitvalt blijven de instellingen (klok,
ingesteld of lopend programma) ongeveer 3
minuten in het programmageheugen bewaard.
Als de stroomuitval langer dan 3 minuten duurt,
worden de instellingen gewist. Als de
stroomtoevoer weer is hersteld, moet u de
programmeerfunctie resetten.
De elektronische bedieningstoetsen
van de oven
1. Toets AAN/UIT
2. MENU Toets bereidingsfuncties
3. BOOSTER Snelverhitting Toets
4. TIJDKLOK Functietoets
8 ATAG
Het elektronisch bedieningspaneel van
de oven
Het display is verdeeld in twee delen.
Het bovenste deel heeft een zwarte achtergrond
en groene symbolen en cijfers. In dit deel van het
display staat informatie over de tijd (tijdstip van de
dag, de geprogrammeerde bereidingsduur, de
geprogrammeerde eindtijd van de bereiding, enz.)
en wordt de naam van de geselecteerde
bereidingsfunctie of het recept weergegeven.
Het onderste deel heeft een zwarte achtergrond
en groene symbolen en cijfers. In dit deel van het
display staat informatie over de geselecteerde
bereidingsfunctie, de geselecteerde temperatuur
en de huidige temperatuur in de oven.
De eerste keer dat de oven wordt geïnstalleerd
Als de oven de eerste keer wordt aangesloten op
het lichtnet of als de stroomtoevoer weer wordt
hersteld na een langdurige stroomuitval, verschijnt
op het bovenste deel van het display de melding:
“WELKOM BIJ * ATAG * BASIS -1 * NEDERLANDS
* ENGELS * FRANS * DUITS *DEENS *”
Deze melding somt alle talen op waaruit gekozen kan
worden. Uit dit aanbod kunt u vervolgens een taal kiezen
voor de elektronische ovenbediening (afbeelding 1).
Het symbool dat in de buurt van het
“Kloksymbool” knippert, betekent dat u het
huidige tijdstip van de dag moet instellen alvorens
de oven te gebruiken.
Om het juiste tijdstip van de dag
in te stellen
1. Als het symbool in de buurt van het
“Kloksymbool” knippert, dient u het huidige
tijdstip van de dag in te stellen door aan de knop
TEMPERATUUR/TIJD te draaien (afbeelding 2). Zodra
u de tijd hebt ingesteld, blijft het symbool nog
5 seconden knipperen en verdwijnt daarna van het
display. Dit betekent dat de instelling in het geheugen
van de elektronische regeleenheid is opgeslagen.
Afb. 1
Afb. 2
ATAG 9
2. Als symbool stopt met knipperen,
voordat u de klok hebt kunnen instellen, dient u
twee keer op de toets “Tijdfunctie” te drukken .
Het symbool begint weer te knipperen.
Ga dan verder zoals beschreven onder punt 1.
De taal selecteren
U kunt de taal selecteren voor het display van de
elektronische ovenbediening.
De oven moet uitgeschakeld zijn als u deze
handeling uitvoert.
1. Druk gelijktijdig de toets “MENU” en de toets
“BOOSTER” in en houd de toetsen minstens
2 seconden ingedrukt. Er klinkt één piep en het
display geeft de huidige geselecteerde taal weer.
(afb 3).
2. Draai binnen 5 seconden de knop
TEMPERATUUR/TIJD naar rechts om de gewenste
taal te selecteren (afbeelding 4).
3. Zodra u de gewenste taal hebt geselecteerd,
dient u uw keuze te bevestigen door gelijktijdig de toets
“MENU” en de toets “BOOSTER” in te drukken en
deze toetsen minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
Houd in gedachten dat telkens als u een stap
van deze procedure uitvoert, u 5 seconden
krijgt om de volgende stap uit te voeren. Als u
langer dan 5 seconden wacht schakelt de
elektronische regeleenheid uit en wordt de
instelling niet in het geheugen opgeslagen.
Navolgend krijgt u een lijst te zien met de beschikbare
talen:
Dutch (NEDERLANDS), English (ENGELS),
French (FRANS), German (DUITS), Danish
(DEENS).
nederlands
nederlands
Afb. 3
Afb. 4
10 ATAG
Voordat u de oven de eerste keer in gebruik neemt
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de
oven opgewarmd worden zonder voedsel.
Gedurende deze tijd kunt u een onaangename
geur waarnemen. Dit is volledig normaal en
wordt veroorzaakt door fabricagerestanten.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
1. Stel het tijdstip van de dag in met de
elektronische programmeerfunctie (zie paragraaf
“Het juiste tijdstip van de dag instellen”).
2. Druk op de toets “AAN/UIT” om de oven in
te schakelen;
3. Draai aan de knop FUNCTIES (afbeelding 6) tot
aan het functiesymbool “Onder- en bovenwarmte” .
4. Stelde temperatuur in op 250°C door de
knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts te draaien
(afbeelding 7).
5. Laat de lege oven ongeveer 45 minuten werken.
6. Zet een raam open voor ventilatie.
De oven in- en uitschakelen
Om de bereidingsfuncties of andere programma’s te
kunnen instellen moet de oven zijn ingeschakeld. Als
de toets “AAN/UIT” wordt ingedrukt, wordt de
ovenverlichting ingeschakeld. Het ovensymbool en
de melding “OVENVERLICHTING” verschijnt op het
display (afbeelding 5).
U kunt op ieder gewenst moment op de toets
“AAN/UIT” drukken, als u de oven wilt uitschakelen.
Alle bereidingsfuncties of programma’s worden
beëindigd, de ovenverlichting gaat uit en in de
tijdsweergave verschijnt alleen de weergave van de klok.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
zowel aan de buitenkant als aan de
binnenkant van de oven, voordat u de
oven in gebruik neemt.
De oven werkt pas nadat de klok is
ingesteld.
ovenverlichti
infra
Afb. 5
Afb. 6
infra
Afb. 7
ATAG 11
Deze procedure dient herhaald te worden met de functie
“Turbo-hetelucht” en de functie “grootvlak-grill”
gedurende ongeveer 5-10 minuten.
Nadat u deze handeling hebt uitgevoerd, de
oven laten afkoelen en de ovenruimte
vervolgens schoonmaken met een zachte
in warm water gedrenkte doek, waaraan een
mild afwasmiddel is toegevoegd.
Reinig voordat u de oven voor het eerst in
gebruik neemt voorzichtig de ovenaccessoires.
Een bereidingsfunctie selecteren
1. Schakel de oven in door de toets
“AAN/UIT”
in te drukken.
2. Draai aan de knop
FUNCTIES
om de gewenste
ovenfunctie te selecteren. Telkens als u aan de knop
draait verschijnt er een ander bereidingssymbool in
het onderste deel van het display en de beschrijving
van de bereidingsfunctie verschijnt als een melding in
het bovenste deel van het display.
Door aan de knop
te draaien en deze vast te houden, kunnen alle functies
in volgorde worden weergegeven.
De vooraf ingestelde temperatuur voor
iedere functie wordt weergegeven in het onderste
deel van het display en aan de rechterkant knippert
het symbool “” (afbeelding 8).
3. Als symbool “” knippert, betekent dit dat
het mogelijk is om de vooraf ingestelde temperatuur
in te stellen door aan de knop
TEMPERATUUR/TIJD
te draaien
(afbeelding 9).
Het temperatuurniveau kan
in stappen van 5 graden worden ingesteld. Let op:
symbool “” zal 5 seconden knipperen.
4. Na 5 seconden zal het symbool “” verdwijnen,
om aan te geven dat het temperatuurniveau in het
geheugen van de elektronische regeleenheid is
opgeslagen. De temperatuur op de weergegeven
thermometer loopt langzaam op
, en geeft de
temperatuur van de oven aan.
5. Als de gewenste temperatuur bereikt is,
klinkt er een kort geluidsalarm en het
thermometersymbool brandt continu.
turbo-hetelu
turbo-hetelu
Afb. 8
Afb. 9
12 ATAG
De temperatuur en de tijd instellen
De knop TEMPERATUUR/TIJD wordt gebruikt om
temperatuur- en tijdsinstellingen te wijzigen. Details
over het gebruik hiervan volgens de verschillende
functies van de elektronische ovenbediening, worden
in de volgende hoofdstukken beschreven.
In het algemeen geldt dat:
> De knop TEMPERATUUR/TIJD wordt
gebruikt om de temperatuurinstellingen te verhogen
of te verlagen (door naar links of rechts te draaien)
als het symbool “” aan de rechterkant van het
temperatuurdisplay knippert. Als u een
bereidingsfunctie selecteert, knippert het symbool
” slechts 5 seconden. Dit is het tijdsinterval
waarbinnen u aan de knop TEMPERATUUR/TIJD
moet draaien om de gewenste temperatuurinstelling
te selecteren. Zodra deze 5 seconden zijn verstreken,
verdwijnt het symbool “ ” en wordt het
thermometersymbool weergegeven: dit betekent
dat de huidige selectie in het geheugen van de
elektronische regeleenheid van de oven is opgeslagen
en dat de oven momenteel aan het opwarmen is.
Als het symbool “” stopt met knipperen, voordat
u de temperatuur hebt kunnen instellen, dient u één
keer op de toets “MENU” te drukken en vervolgens
aan de knop
TEMPERATUUR/TIJD te draaien.
> De knop TEMPERATUUR/TIJD wordt
gebruikt om de tijdsinstellingen te verhogen of te
verlagen als het symbool in de buurt van het
“Klok”-symbool , het “kookwekker”-symbool ,
het “Bereidingsduur”-symbool of het symbool
“Einde van de bereidingstijd” knippert. Als u
een tijdfunctie selecteert, knippert het symbool
slechts 5 seconden. Dit is het tijdsinterval waarbinnen
u aan de knop TEMPERATUUR/TIJD moet draaien
om de gewenste tijdsinstelling te selecteren. Zodra
deze 5 seconden zijn verstreken, stopt het symbool
met knipperen: dit betekent dat de huidige selectie
in het geheugen van de elektronische regeleenheid
van de oven is opgeslagen.
ATAG 13
1
2
3
4
5
6
7
8
TURBO-HETELUCHT - Bij deze instelling kunt
u braden of tegelijkertijd braden en bakken op
verschillende niveaus, zonder smaakoverdracht.
Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C.
INFRA -De warmte komt van zowel de
bovenste als de onderste verwarmings-
elementen, zodat er in de gehele ovenruimte
een gelijkmatige temperatuur heerst. Vooraf
ingestelde temperatuur: 200°C.
SPAAR-GRILL - Deze instelling kan gebruikt
worden om kleine hoeveelheden te grillen.
Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C.
GRILL MET VENTILATOR - Deze functie
biedt een alternatieve bereidingsmethode
voor gerechten die anders met de normale
grill bereid worden. Het grillelement en de
ventilator van de oven werken samen, zodat
de hetelucht rond de gerechten circuleert.
Vooraf ingestelde temperatuur: 180°C. Kies
een maximumtemperatuur van 200°C.
PIZZA-FUNCTIE - Het onderste element
geeft directe warmte af voor de onderkant
van de pizza-, quiche- of pasteibodem,
terwijl de ventilator de lucht rond het beleg
resp. de pasteivulling laat circuleren.
Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C.
GROOTVLAK-GRILL - Het gehele
grillelement wordt ingeschakeld. Aanbevolen
voor grote hoeveelheden. Vooraf ingestelde
temperatuur: 250°C.
ONDERWARMTE - De verwarming komt
uitsluitend van de bodem van de oven,
hiermee kunt u uw gerechten afmaken.
Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C.
BOVENWARMTE - De verwarming komt
uitsluitend van de bovenkant van de oven,
hiermee kunt u uw gerechten afmaken.
Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C.
In de volgende lijst worden in volgorde alle beschikbare bereidingsfuncties weergegeven.
Bereidingsfuncties
14 ATAG
9
ONTDOOIEN - De ovenventilator werkt zonder
warmte en laat de lucht in de oven op
kamertemperatuur circuleren. Deze functie is
bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen
te ontdooien, die door opwarmen beschadigd
raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling,
ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
Het programmeren van de oven
Zo stelt u de kookwekker in
1. Schakel de oven in, zet de gerechten erin,
selecteer de gewenste functie en stel indien
nodig de gewenste temperatuur in.
2. Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het
symbool in de buurt van het “Kookwekker”-
symbool knippert en op het tijdsdisplay “0.00
verschijnt (afbeelding 10).
3. Het symbool knippert 5 seconden. Binnen
deze tijd moet u de knop TEMPERATUUR/TIJD naar
rechts draaien om de gewenste tijd te selecteren
(afbeelding 11). De maximale tijdsduur is 23 uur 59
minuten. 5 seconden nadat u de tijd hebt ingesteld,
stopt het symbool met knipperen. Dit betekent
dat de instelling in het geheugen van de
elektronische regeleenheid van de oven is
opgeslagen en dat het aftellen is begonnen.
4. Als de geprogrammeerde tijd is verstreken,
klinkt er een geluidsalarm en knippert het symbool
en op het tijdsdisplay verschijnt “0.00”.
5. Om het geluidsalarm uit te schakelen een
willekeurige toets indrukken.
Als de oven op dit moment werkt, wordt
hij NIET uitgeschakeld.
De kookwekkerfunctie kan ook worden
gebruikt als de oven is uitgeschakeld,
door één keer op de toets “TIJDKLOK” te
drukken.
De instelling van de kookwekker wijzigen
Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het symbool
in de buurt van het “Kookwekker”-symbool
Afb. 10
Afb. 11
ATAG 15
knippert. Nu kunt u de instelling van de
kookwekker wijzigen door aan de knop
TEMPERATUUR/TIJD te draaien (afbeelding 11).
Zo schakelt u de kookwekker uit:
Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het symbool in de
buurt van het “Kookwekker”-symbool knippert.
Draai de knop TEMPERATUUR/TIJD naar links tot op
het tijdsdisplay “0.00” wordt weergegeven.
Het uitschakelen van de oven
programmeren
1. Schakel de oven in, zet de gerechten erin,
selecteer de gewenste functie en stel indien
nodig de gewenste temperatuur in.
2. Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het
symbool in de buurt van het “Bereidingsduur”-
symbool knippert. Links op het tijdsdisplay
verschijnt “0.00” en rechts verschijnt het huidige
tijdstip van de dag (afbeelding 12).
3. Het symbool knippert 5 seconden. Binnen
deze tijd moet u aan de knop TEMPERATUUR/TIJD
draaien om de gewenste tijd te selecteren. De
maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. Let op: de
tijdindicatie aan de rechterkant verandert ook als u
aan de knop draait en geeft weer op welk tijdstip
de oven automatisch zal worden uitgeschakeld
(afbeelding 13).
4. 5 seconden nadat u de tijd hebt ingesteld,
stopt het symbool met knipperen. Dit betekent
dat de instelling in het geheugen van de
elektronische regeleenheid van de oven is
opgeslagen en dat het aftellen is begonnen.
5. Als de bereidingstijd is verstreken, schakelt
de oven zich automatisch uit. U krijgt een
geluidsalarm te horen en knippert het symbool
en op het tijdsdisplay verschijnt “0.00”.
6. Het alarm schakelt na twee minuten
automatisch uit. Om het geluidssignaal uit te
schakelen, druk op de toets “AAN /UIT”.
Afb. 12
Afb. 13
16 ATAG
Zo annuleert u de bereidingstijd:
Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het symbool in
de buurt van het “Bereidingsduur”-symbool
knippert. Draai de knop TEMPERATUUR/TIJD naar
links tot op het tijdsdisplay “0.00” wordt
weergegeven.
Let op: als u de “Bereidingsduur” annuleert, schakelt
de oven niet uit.
De oven programmeren om in- en
uit te schakelen
1. Stel de “bereidingstijd” in zoals
beschreven onder de punten 1 t/m 3 van het vorige
hoofdstuk.
2. Druk twee keer op de toets “TIJDKLOK” tot
het symbool in de buurt van het symbool “Einde
van de bereidingstijd” begint te knipperen
(afbeelding 14).
3. Draai binnen 5 seconden aan de knop
TEMPERATUUR/TIJD om het gewenste einde van de
bereidingstijd in te stellen, dat aan de rechterkant op
het tijdsdisplay wordt weergegeven (afbeelding 15).
4. 5 seconden nadat u de tijd hebt ingesteld,
stopt het symbool met knipperen, verdwijnt het
thermometersymbool , het temperatuurdisplay
geeft de temperatuur in de oven weer en de oven
schakelt uit. Dit betekent dat de instelling in het
geheugen van de elektronische regeleenheid van de
oven is opgeslagen en dat het aftellen is begonnen.
5. De oven zal automatisch in- en
uitgeschakeld worden overeenkomstig uw
instellingen. Als de bereidingstijd verstreken is,
klinkt er een geluidsalarm en knipperen beide
symbolen en . Aan de linkerkant van het
tijdsdisplay verschijnt “0.00”.
6. Het alarm schakelt automatisch na twee
minuten uit. Om het geluidssignaal uit te
schakelen, druk op de toets “AAN /UIT”.
Als u een programma wilt annuleren, hoeft u alleen
de bereidingstijd te annuleren, zoals beschreven
aan het eind van het vorige hoofdstuk.
Afb. 14
Afb. 15
ATAG 17
Veiligheidsuitschakeling
De oven wordt automatisch uitgeschakeld als er
een verandering in de instellingen plaatsvindt,
overeenkomstig de tabel hieronder (Afbeelding 16).
Indien de temperatuur schakelt de oven uit:
is ingesteld als:
van 250 tot 280°C na 3 uur
van 200 tot 245°C na 5
1
/
2
uur
van 120 tot 195°C na 8
1
/2 uur
van 30 tot 115°C na 12
uur
Veiligheids- en energiebesparende functies
Veiligheid van kinderen
De bedieningselementen op de oven kunnen
geblokkeerd worden, zodat de oven niet per ongeluk
door kinderen kan worden ingeschakeld.
1. Als de oven is ingeschakeld, schakel deze
dan uit door het indrukken van de toets
“AAN/UIT”.
Deze functie kan alleen worden ingeschakeld
als de oven is uitgeschakeld.
2. Druk op de toets
“MENU”
en
draai de knop
TEMPERATUUR/TIJD naar links
en houd ze
tegelijkertijd ongeveer 3 seconden ingedrukt. Er klinkt
één piep en de melding “
VEILIG
” verschijnt op het
display (afbeelding 17).
3. De oven is nu geblokkeerd. Noch de
afzonderlijke functies noch de temperatuur kunnen
geselecteerd worden.
Zo deblokkeert u de oven:
Druk op de toets
“MENU”
en
draai de knop
TEMPERATUUR/TIJD naar links
en houd ze
tegelijkertijd, ongeveer 3 seconden ingedrukt. Er
klinkt één piep en de melding “VEILIG” verdwijnt.
Nu kan de oven weer bediend worden.
“Snelverhittings”-functie (BOOSTER)
Als u een bereidingsfunctie geselecteerd heeft en de
temperatuur heeft ingesteld, wordt de oven langzaam
Afb. 17
Afb. 16
18 ATAG
warm, tot de gewenste temperatuur is bereikt. Dit
duurt 10 tot 15 minuten, afhankelijk van de
geselecteerde functie en temperatuur. Als de
noodzakelijke temperatuur sneller bereikt moet
worden, kunt u de snelverhittingsfunctie inschakelen.
1. SCHAKEL de oven in door de
toets “AAN/UIT”
in te drukken
.
2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en
temperatuur in zoals beschreven in de vorige pagina’s.
3. Wacht een paar seconden tot het symbool
” stopt
met knipperen.
4. Druk op de toets
“BOOSTER”.
Op het
temperatuurdisplay verschijnt “FHU” (afbeelding 18).
5. Als u de toets
“MENU” indrukt
, keert het
temperatuurdisplay weer terug naar de geselecteerde
temperatuur en het symbool
“”
knippert 5 seconden
(afbeelding 19). Tijdens dit interval kunt u de
temperatuurinstelling aanpassen door aan de knop
TEMPERATUUR/TIJD te draaien.
6. Als de gewenste temperatuur is bereikt,
klinkt er een kort geluidssignaal en keert het
temperatuurdisplay terug naar de geselecteerde
temperatuur.
Deze functie is beschikbaar voor alle
bereidingsfuncties en temperaturen.
Deze functie is niet beschikbaar in combinatie met
de receptenfunctie.
Restwarmtefunctie
Als er een bereidingsduur is ingesteld, worden de
verwarmingselementen van de oven automatisch
een paar minuten voor het einde van de
geprogrammeerde bereidingsduur uitgeschakeld,
zodat de gerechten in de oven zonder verder
energieverbruik helemaal gaar worden. Alle huidige
instellingen worden aangegeven, tot de
bereidingsduur is afgelopen.
Bij een bereidingsduur van minder dan 15 minuten
kunt u deze functie niet gebruiken.
Afb. 18
Afb. 19
turbo-hetelu
ATAG 19
“Demo”-functie
Deze modus is bedoeld voor de vakhandel om de
functies van de oven te kunnen demonstreren zonder
stroomverbruik, afgezien van de ovenverlichting.
Deze
functie kan alleen worden ingeschakeld als het
apparaat de eerste keer worden aangesloten of als
de stroomtoevoer is hersteld na een stroomuitval.
U kunt de
demofunctie inschakelen als het
symbool
naast het “Klok”-symbool knippert. Ga dan
als volgt te werk:
1. Houd de toets “TIJDKLOK” ongeveer
2 seconden ingedrukt. Er klinkt een kort geluidsalarm.
2. Houd de toets “TIJDKLOK” gedurende
3 seconden ingedrukt terwijl u de knop
TEMPERATUUR/TIJD naar links gedraaid houdt. Er
klinkt een kort geluidsalarm en de indicatie 12:00
verschijnt op het display (afbeelding 20).
Als de oven wordt ingeschakeld verschijnen de
symbolen en op het display. Dit betekent
dat de demofunctie geactiveerd is.
Alle ovenfuncties kunnen geselecteerd worden
(afbeelding 21).
De oven is niet echt in werking en de verwarmings-
elementen worden niet ingeschakeld.
De demomodus uitschakelen:
Schakel de oven uit en volg in omgekeerde
volgorde de bovenstaande procedure om de
demofunctie weer uit te schakelen.
“Piep”-modus
U kunt de oven zo instellen dat er altijd een
geluidssignaal klinkt als er een toets wordt ingedrukt.
Deze functie kan alleen geactiveerd worden als de
oven uitgeschakeld is.
1. Houd
de toets
“MENU” gedurende 3
seconden ingedrukt terwijl u de knop
TEMPERATUUR/TIJD naar rechts gedraaid houdt.
Er klinkt één piep [afbeelding 22).
Zo schakelt u de informatietoon van de
regeltoetsen uit:
1.
Als de oven is ingeschakeld, schakel deze
dan uit door het indrukken van de toets
“AAN/UIT”.
Afb. 20
Afb. 21
Afb. 22
20 ATAG
2. Houd de toets “MENU” gedurende 3
seconden ingedrukt terwijl u de knop
TEMPERATUUR/TIJD naar rechts gedraaid houdt.
De elektronische regeleenheid piept één keer.
Foutcodes
De elektronische regeleenheid van de oven voert
voortdurend een systeemdiagnose uit. Als sommige
parameters niet correct zijn, zal de regeleenheid
de geactiveerde functies uitschakelen en wordt de
overeenkomstige foutcode weergegeven.
Raadpleeg hoofdstuk “Hulp bij storingen” voor
nadere details.
Sommige recepten zijn opgeslagen in het geheugen
van de elektronische regeleenheid van de oven, om u de
gelegenheid te geven veertien verschillende gerechten
klaar te maken met behulp van de vooraf ingestelde
bereidingsfuncties, temperaturen en bereidingstijden.
De beschikbare recepten zijn opgesomd in de
onderstaande tabel.
Een recept kiezen:
1. Druk op de toets “AAN/UIT” om de oven in
te schakelen;
2. Druk op de toets “MENU” : in het bovenste
deel van het display wordt de naam van het recept
weergegeven en het symbool verschijnt naast het
“Bereidingsduur”-symbool . Dit betekent dat de
bereidingsduur al in het geheugen is ingesteld. In
het onderste deel van het display wordt het symbool
van de vooraf ingestelde bereidingsfunctie en
bereidingstemperatuur weergegeven.
Het is niet mogelijk om de vooraf ingestelde
temperatuur te wijzigen.
Aan de rechterkant van het temperatuurdisplay
knippert het symbool “” (Afbeelding 23);
3. Na 5 seconden verdwijnt het symbool “” en
de temperatuur op de weergegeven thermometer loopt
langzaam op
en geeft de temperatuur van de oven
aan.
Het bovenste deel van het display geeft nu aan de
linkerkant de bereidingsduur weer en aan de rechterkant
het einde van de bereidingstijd (afbeelding 24).
De functie “Recept selecteren”
Afb. 24
varkensvlee
Afb. 23
ATAG 21
4. Als u wilt kunt u zowel de bereidingsduur
als het einde van de bereidingstijd aanpassen door
de toets “TIJDKLOK” in te drukken en de functie
bereidingsduur of de functie einde van de
bereidingstijd te selecteren en vervolgens de knop
TEMPERATUUR/TIJD naar links of naar rechts te
draaien om de tijd aan te passen. Volg vervolgens
de instructies op de vorige pagina’s.
5. Als de bereidingstijd is verstreken, schakelt
de oven automatisch uit. U krijgt een geluidsalarm te
horen en knippert het symbool en op het
tijdsdisplay verschijnt “0.00”.
6. Het alarm schakelt na twee minuten
automatisch uit. Om het geluidssignaal uit te
schakelen, druk op de toets “AAN /UIT”.
U kunt het uitvoeren van een recept op ieder
gewenst moment onderbreken door de toets
“AAN/UIT” in te drukken.
U kunt geen gebruik maken van de functie
“BOOSTER”, zodra een recept geselecteerd
is met de functie “MENU”.
Dish Bereidings- Vooraf ingestelde Vooraf ingestelde
functie temperatuur bereidingstijd
Varkensvlees (2 kg) Turbo-Hetelucht 175°C 1 uur en 25 minuten
Rundvlees (1 kg) Turbo-Hetelucht 200°C 50 minuten
Varkensvlees (2 kg) Turbo-Hetelucht 175°C 1 uur en 45 minuten
Varkensvlees (2 kg) Turbo-Hetelucht 175°C 1 uur en 15 minuten
Eend Turbo-Hetelucht 160°C 2 uur
Kalkoen Turbo-Hetelucht 160°C 3 uur en 5 minuten
Vis (middelgroot) Turbo-Hetelucht 160°C 40 minuten
Visfilet Turbo-Hetelucht 175°C 35 minuten
Quiche Infra 190°C 50 minuten
Aardappelengratin Infra 180°C 55 minuten
Lasagne / Cannelloni Infra 190°C 55 minuten
Pizza Pizza 190°C 25 minuten
Appeltaart Turbo-Hetelucht 175°C 40 minuten
Brood Pizza 190°C 40 minuten
22 ATAG
Gebruik van de oven
De oven is voorzien van een exclusief systeem dat
zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie en een
constante recirculatie van stoom.
Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een stoom bevattende atmosfeer en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Bovendien worden de
bereidingstijd en het energieverbruik tot een
minimum beperkt. Tijdens de bereiding kan er
stoom ontstaan, die vrijkomt zodra u de ovendeur
opent. Dit is volkomen normaal.
Doe echter altijd een stap van de oven
vandaan als u de ovendeur opent,
zodat eventuele stoom of hitte naar
buiten kan komen.
Let op! - Plaats tijdens de bereiding geen
voorwerpen op de bodem van de oven en
dek geen onderdelen van de oven af met
aluminiumfolie. Dit kan oververhitting
veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt
en het email van de oven kan beschadigen.
Zet pannen, hittebestendige pannen en
aluminium bakplaten altijd op het bakplaat
dat in de geleiders is geschoven. Wanneer
voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom,
net als in een ketel. Wanneer de stoom in
aanraking komt met de glazen deur van de
oven, wordt er condens gevormd en ontstaan
er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten voor,
om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de waterdruppels
weg te vegen.
Houd tijdens de bereiding de ovendeur altijd
gesloten. Blijf op een veilige afstand als u de deur
van de oven opent, zodat u niet in aanraking komt
met de hete stoom uit de oven. Houd de deur
vast aan de handgreep totdat deze helemaal
geopend is en laat de handgreep niet eerder los.
ATAG 23
De oven heeft vier inzetniveaus.
Deze inzetniveaus worden geteld vanaf de bodem
van de oven (zie afbeelding).
Het is belangrijk dat deze bakplaten correct zijn
geplaatst, zoals weergegeven in de afbeelding.
Inzetniveau 1, 2 en 4 zijn voorzien van telescopische
geleiders, die het plaatsen of verwijderen van
bakplaten gemakkelijker maakt.
1. Trek de rechter en linker telescopische
geleiders helemaal naar buiten, zoals weergegeven
op de afbeelding.
2. Plaats de bakplaat of de grillpan op de
telescopische geleiders, duw ze daarna voorzichtig
helemaal in de oven (zie afbeelding).
Probeer niet om de ovendeur te sluiten
als de telescopische geleiders niet
volledig in de oven zitten. Hierdoor
kunnen het emaille en het glas van de
deur beschadigd raken.
Let op: Telescopische geleiders en
andere accessoires worden erg heet!
gebruik ovenhandschoenen of
dergelijke!
Plaats kookgerei nooit direct op de
bodem van de oven.
°C
°C
24 ATAG
Als u deze instelling gebruikt komt de warmte van
de bovenste en onderste verwarmingselementen.
Hiermee kunt u op een enkel niveau gerechten
bereiden, dit is met name geschikt voor gerechten
die extra bruinering vergen, zoals quiches en vlaaien.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook wat ex-
tra bruinering aan de bovenkant vergen kunnen ook
heel goed bereid worden in de conventionele oven.
Deze vorm van bereiden geeft u de mogelijkheid
om gerechten klaar te maken zonder dat de venti-
lator is ingeschakeld.
De boven- en onderwarmte gebruiken
1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT.
2. Draai aan de knop FUNCTIES tot het
symbool op het display verschijnt.
3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door
de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts of links
te draaien.
Onderwarmte
Deze functie is uitermate geschikt voor het blind
bakken van taartbodems. Tevens kan deze functie
worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het
basisdeeg van quiches of hartige taarten gaar is.
De vooraf ingestelde temperatuur is 250°C.
Bovenwarmte
Deze functie is met name geschikt om ervoor te
zorgen dat de deeg van quiches of hartige taarten
doorbakken is.
De vooraf ingestelde temperatuur is 250°C.
De conventionele oven
SYMBOOL OVENFUNCTIE
INFRA
VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 200°C
TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C
SYMBOOL FUNCTIE
ONDERWARMTE
VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 250°C
TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C
SYMBOOL FUNCTIE
BOVENWARMTE
VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 250°C
TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C
ATAG 25
Adviezen
De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik
van het middelste niveau. Om de onderkant van
het gerecht extra te bruinen hoeft u alleen het
rooster maar lager te zetten. Om de bovenkant van
het gerecht extra te bruinen, het rooster hoger
zetten.
Het materiaal en de afwerking van de bakplaten
en schalen is van invloed op de mate waarin het
voedsel een bruin korstje krijgt. Emaillegoed,
donkere of zware bakvormen en materiaal met een
antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering.
Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend
aluminium of staal reflecteren de warmte en
verminderen de bruinering.
Zet gerechten altijd in het midden van het rooster,
om een gelijkmatige bruining te garanderen.
Plaats schalen op een bakplaat van de juiste
afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de
bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te
zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden
gereinigd.
Plaats schalen, bakblikken of bakplaten niet direct
op de bodem van de oven, deze wordt erg heet en
kan de schalen beschadigen.
Voor een snellere verwarming van de oven, kunt u
door het indrukken van de toets “BOOSTER”
gebruik maken van de snelverhittingsfunctie.
Gerechten klaar maken op één niveau levert de
beste resultaten. Als u gerechten op meerdere
niveaus wilt bereiden, kunt u het beste gebruik
maken van de turbo-hetelucht-functie.
26 ATAG
De lucht in de oven wordt verwarmd door het
element rond de ventilator, die zich achter het
achterpaneel bevindt. De ventilator zorgt ervoor dat
de hetelucht in de oven circuleert, waardoor de
temperatuur in de oven gelijkmatig blijft.
De voordelen van bereiden met deze functie
zijn:
Sneller voorwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op temperatuur
komt, is het over het algemeen niet nodig om de oven
voor te verwarmen. Wellicht heeft u echter toch 5-7
minuten extra bereidingsduur nodig. Voor recepten
die hogere temperaturen vereisen, zoals brood,
pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de beste
resultaten als de oven eerst wordt voorverwarmd.
Lagere temperaturen
Koken met turbo-hetelucht vereist over het
algemeen lagere temperaturen dan koken met
onder- en bovenwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de bak- en
braadtabel aan. Denk er aan om de temperaturen met
ongeveer 20-25 °C te verlagen voor uw eigen recepten
die bereid worden met boven- en onderwarmte.
Gelijkmatige warmteverdeling bij bakken
De turbo-heteluchtoven biedt een uniforme
verwarming op alle inzetniveaus. Dit betekent dat
verschillende baksels met hetzelfde voedsel tegelijk
in de oven bereid kunnen worden. De baksels op het
bovenste niveau kunnen echter iets bruiner worden
dan die op het onderste niveau.
Dit is helemaal normaal. Er vindt geen smaak-
overdracht plaats tussen de gerechten.
1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT.
2. Draai aan de knop FUNCTIES en selecteer de
functie “Turbo-hetelucht” .
3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door de knop
TEMPERATUUR/TIJD naar rechts of links te draaien.
- De koelventilator is bedoeld om de oven en
het bedieningspaneel koel te houden. De ventilator
wordt nadat de oven enkele minuten in werking is
automatisch ingeschakeld. en voert de warme lucht
De turbo-heteluchtoven
SYMBOOL OVENFUNCTIE
TURBO-HETELUCHT
VOORAF INGESTELDE
TEMPERATUUR: 175°C
TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C
ATAG 27
naar buiten via de opening bij de handgreep van de
ovendeur. Als de oven wordt uitgeschakeld, blijft de
ventilator ingeschakeld om de oven na te koelen,
daarna schakelt de ventiltor automatisch uit.
Adviezen
De inzetniveaus hoeven niet exact te worden
aangehouden, maar zorg er wel voor dat de roosters
gelijkmatig zijn verdeeld.
Indien u meerdere gerechten in de heteluchtoven
bereidt, zet dan elk gerecht midden op een
afzonderlijk rooster in plaats van meerdere
gerechten op één rooster.
Wanneer de oven volledig gevuld is, moet de
bereidingstijd mogelijk wat worden verlengd.
Er mag een bakplaat op de bodem van de oven worden
geplaatst. U kunt de borden, in deze stand, beter op
een bakplaat zetten dan op de bodem van de oven, om
de lucht rondom het voedsel beter te laten circuleren.
Wanneer de oven volledig gevuld is met één type
gerechten (bijvoorbeeld bakplaten met een gelijke
hoeveelheid kleine cakejes of grotere taarten van gelijke
omvang), vereisen deze gerechten dezelfde bereidingstijd
en kunnen ze tegelijk uit de oven worden gehaald. Wordt
de oven daarentegen gebruikt voor de bereiding van
bakplaten met verschillende hoeveelheden of typen
gerechten (bijvoorbeeld koekjes en cakes), dan zijn deze
gerechten mogelijk niet tegelijk klaar.
De heteluchtfunctie kan worden gebruikt om gerechten
(zoals vruchtentaarten, pasteitjes, saucijzenbroodjes en
andere kleinere deeggerechten) direct te bereiden,
zonder dat deze eerst ontdooid hoeven te worden. Houd
een temperatuur aan van 190-200°C, gedurende 20-
40 minuten (afhankelijk van de hoeveelheid voedsel).
Te hoge temperaturen kunnen ertoe leiden dat de
gerechten ongelijkmatig bruineren. Houd in principe de
aanbevolen temperaturen in de bak- en braadtabellen
aan, maar pas indien nodig de temperatuur aan met
10°C. Verminder bij uw eigen recepten de temperatuur
met ongeveer 20-25°C (indien deze recepten zijn
berekend voor gebruik met boven- en onderwarmte).
Plaats de braadslede nooit op een warme
kookplaat of brander, anders kan het email barsten.
28 ATAG
Grillen
Tijdens het grillen moet de ovendeur
gesloten zijn.
Ondersteun de grillpan als u hem uit de oven haalt.
De grootvlak-grill gebruiken
1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT.
2. Selecteer de functie “Grootvlak-grill” door
aan de knop FUNCTIES te draaien; het symbool
verschijnt op het display.
3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door
de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts of links
te draaien.
4. Pas het niveau van het rooster en de grillpan
aan voor de verschillende diktes van het voedsel.
Plaats het voedsel dicht bij het element als u het
snel wilt bereiden en iets verder weg voor een
behoedzamer bereiding.
Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoogste
stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of toast
gaat maken. Pas indien nodig de warmte-instelling en
de stand van het rooster tijdens het bereiden aan.
Tijdens het bereiden kunnen de koelventilator en het
controlelampje van de thermostaat worden bediend op
de wijze zoals beschreven voor de heteluchtfunctie.
De spaar-grill gebruiken
De spaar- grill zorgt voor snelle, directe hitte in het
middelste gedeelte van de grillpan. Gebruik de spaar-
grill voor de bereiding van kleinere hoeveelheden,
daardoor kunt u energie besparen.
1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT.
2. Selecteer de functie “Spaar-grill” door aan de
knop FUNCTIES te draaien; het symbool
verschijnt op het display.
3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door
de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts of links
te draaien.
SYMBOOL FUNCTIE
GROOTVLAK-GRILL
VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR:
250°C
TEMPERATUURBEREIK: 200°C - 250°C
SYMBOOL
SPAAR-GRILLELEMENT
VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR:
250°C
TEMPERATUURBEREIK: 200°C - 250°C
ATAG 29
4. Pas het niveau van het rooster en de grillpan
aan voor de verschillende diktes van het voedsel en
volg de instructies voor het grillen.
Adviezen
- Het meeste voedsel moet op het rooster in
de grillpan geplaatst worden om maximale
luchtcirculatie mogelijk te maken en om voedsel
boven het vet en de jus te houden. Indien gewenst
kunnen gerechten zoals vis, lever en niertjes direct
op de grillpan worden geplaatst.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af,
zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en
vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter,
zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Overige ingrediënten, zoals tomaten en
champignons, kunnen tijdens het grillen van vlees
onder de grill worden geplaatst. Voor het roosteren
van brood raden wij u aan het bovenste inzetniveau
te gebruiken. Indien nodig moet het voedsel tijdens
de bereiding worden omgedraaid.
Het grillelement wordt geregeld door de
thermostaat.
De grill met ventilator gebruiken
De grill met ventilator biedt een alternatieve
bereidingsmethode voor gerechten die anders met
de normale grill bereid worden. Het grillelement en
de ventilator van de oven werken samen, zodat de
hetelucht rond de gerechten circuleert. De
noodzaak om het voedsel te controleren en om te
draaien is daardoor minder. Grillen met ventilator
minimaliseert kookluchtjes in de keuken.
Met uitzondering van toast en biefstukken, die van
binnen rood moeten blijven, kunt u alle
levensmiddelen grillen die u normaal bereidt met de
conventionele grill. De bereiding gaat langzaam,
daarom heeft het voedsel meestal iets langer nodig
om gaar te worden in vergelijking met grillen met
een ventilator ten opzichte van conventioneel grillen.
Een van de voordelen is dat grotere hoeveelheden
tegelijkertijd bereid kunnen worden.
SYMBOOL FUNCTIE GRILL MET
VENTILATOR
VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 180°C
OVERSCHRIJD NIET DE 200°C
30 ATAG
1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT.
2. Draai aan de knop FUNCTIES en selecteer
de functie “Grill met ventilator” .
3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door
aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien.
4. Pas het niveau van het rooster en de grillpan
aan voor de verschillende diktes van het voedsel
en volg de instructies voor het grillen.
Adviezen
Bereid voedsel op dezelfde manier als bij normaal
grillen. Strijk mager vlees en vis licht in met een
beetje olie of boter, zodat de gerechten tijdens de
bereiding mals blijven.
Het onderste element geeft directe warmte af voor
de onderkant van de pizza-, quiche- of
taartbodem, als de ventilator de lucht rond het
beleg of de taartvullingen laat circuleren.
Voor de beste resultaten raden wij u het gebruik
van de onderste inzetniveaus aan.
1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT.
2. Selecteer met de knop FUNCTIES de
functie “Pizza”; het symbool verschijnt op het
display.
3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door
aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien.
SYMBOOL OVENFUNCTIE
PIZZA
VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR:
175°C
TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C
Pizzafunctie
ATAG 31
De ovenventilator werkt zonder warmte en laat de
lucht in de oven op kamertemperatuur circuleren.
Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid. Houd
er echter rekening mee dat de temperatuur in de
keuken van invloed is op de snelheid van het
ontdooien. Deze functie is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door
opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten
met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en
bakwaren van gistdeeg.
Het gebruik van de
ontdooifunctie
1) Schakel de oven in met de toets AAN/UIT.
2) Selecteer de functie “Ontdooien” door aan
de knop FUNCTIES te draaien; het symbool
verschijnt op het display.
3) Op het display verschijnt de indicatie
Ontdooien”.
Adviezen
Bedek de gerechten met een deksel of
aluminium- of plasticfolie, om te voorkomen dat
het voedsel tijdens het ontdooien uitdroogt.
ZORG ERVOOR DAT DE GERECHTEN
DIRECT NA HET ONTDOOIEN GOED WORDEN
GEGAARD.
Plaats bevroren voedsel zo mogelijk op een
enkele laag en draai het halverwege het
ontdooiproces om.
Alleen stukken vlees en gevogelte van
maximaal 2 kg. kunnen op deze wijze worden
ontdooid.
Ontdooien
SYMBOOL FUNCTIE
ONTDOOIEN
DE TEMPERATUURINSTELLING KAN NIET
WORDEN GEWIJZIGD
32 ATAG
GEBAK
Schuimtaart 2 170 2 (1en 3)* 160 45-60 In cakevorm
Zandkoekdeeg 2 170 2 (1en 3)* 160 20-30 In cakevorm
Kwarktaart 1 175 2 165 60-80 In cakevorm
Appeltaart (appelcake) 1 170 2 (1en 3)* 160 90-120 In cakevorm
Strudel 2 180 2 160 60-80 Op bakplaat
Jamtaart 2 190 2 (1en 3)* 180 40-45 In cakevorm
Fruitcake 2 170 2 150 60-70 In cakevorm
Biscuitgebak 1 170 2 (1en 3)* 165 30-40 In cakevorm
Kerstcake 1 150 2 150 120-150 In cakevorm
Pruimentaart 1 175 2 160 50-60 In broodvorm
Kleine cake 3 170 2 160 20-35 Op bakplaat
Koekjes 3 150 2 (1en 3)* 150 20-30 Op bakplaat
Schuimpjes 2 135 2 (1en 3)* 150 60-90 Op bakplaat
Koffiebroodjes 2 200 2 190 12~20 Op bakplaat
Soesjes 2 of 3 210 2 (1en 3)* 170 25-35 Op bakplaat
Taartjes 2 180 2 170 45-70 In cakevorm
BROOD EN PIZZA
Wit brood 1 195 2 185 60-70
Roggebrood 1 190 1 180 30-45 In broodvorm
Broodjes 2 200 2 (1en 3)* 175 25-40 Op bakplaat
Pizza 2 200 2 200 20-30 Op bakplaat
HARTIGE TAARTEN
Hartige taart 2 200 2 (1en 3)* 175 40-50 In bakvorm
Groentetaart 2 200 2 (1en 3)* 175 45-60 In bakvorm
Quiche 1 210 1 190 30-40 In bakvorm
Lasagne 2 200 2 200 25-35 In bakvorm
Cannelloni 2 200 2 200 25-35 In bakvorm
VLEES
Rund 2 190 2 175 50-70 Op rooster
Varken 2 180 2 175 100-130 Op rooster
Kalf 2 190 2 175 90-120 Op rooster
Rosbief
rood 2 210 2 200 50-60 Op rooster
medium 2 210 2 200 60-70 Op rooster
doorbakken 2 210 2 200 70-80 Op rooster
Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 Met zwoerd
Varkensschenkel 2 180 2 160 100-120 2 stuks
Lam 2 190 2 175 110-130 Bout
Kip 2 190 2 200 70-85 Heel
Kalkoen 2 180 2 160 210-240 Heel
Eend 2 175 2 220 120-150 Heel
Gans 2 175 1 160 150-200 Heel
Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken
Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken
Fazant 2 190 2 175 90-120 Heel
Gehaktbrood 2 180 2 170 tot.150 in broodvorm
VIS
Forel/Zeebrasem 2 190 2 (1en 3)* 175 40-55 3-4 vissen
Tonijn/Zalm 2 190 2 (1en 3)* 175 35-60 4-6 filets
GERECHT
Onder- en
bovenwarmte
Hetelucht
temp.
°C
temp.
°C
Bereidingstijd
in minuten
OPMERKINGEN
Onder- en bovenwarmte en Hetelucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven moet altijd 10 minuten
worden voorverwarmd.
Kooktabellen
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Misschien moeten de temperaturen aangepast
worden aan persoonlijke wensen.
(
*
)
Als u gelijktijdig meer dan een gerecht wilt bereiden, adviseren wij u deze op de tussen haakjes
aangegeven inzetniveaus te plaatsen.
Niveau
4
3
2
1
Niveau
4
3
2
1
ATAG 33
GERECHT Hoeveelheid Niveau Temp.
°C
Bereidingstijd (minuten)
(gr.) Onder Boven
kant kant
Opgerolde braadstukken
(kalkoen) 1000 3 200 30 ~ 40 20 ~ 30
Kip (in twee helften) 1000 3 200 25 ~ 30 20 ~ 30
Kippenpoten - 3 200 15 ~ 20 15 ~ 18
Kwartel
500 3 200 25 ~ 30 20 ~ 25
Groentegratin - 3 200 20 ~ 25 -
Sint Jacobsschelpen - 3 200 15 ~ 20 -
Makreel - 3 200 15 ~ 20 10 ~ 15
Vismoten 800 3 200 12 ~ 15 8 ~ 10
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
De lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
1e kant
temp.°C
Stuks
gr.
Hoeveelheid
Bereidingstijd
(minuten)
2e kant
Grillen
GERECHT
Tournedos 4 800 3 250 12~15 12~14
Biefstuk 4 600 3 250 10~12 6~8
Worstjes 8 / 3 250 12~15 10~12
Varkenskarbonades 4 600 3 250 12~16 12~14
Kip (in twee helften) 2 1000 3 250 30~35 25~30
Kebabs 4 / 3 250 10~15 10~12
Kip (borst) 4 400 3 250 12~15 12~14
Hamburger* 6 600 2 250 20-30
*
Voorverwarmen 5’00'’
Vis (filets) 4 400 3 250 12~14 10~12
Sandwiches 4~6 / 3 250 5~7 /
Toast 4~6 / 3 250 2~4 2~3
Niveau
Grillen met hetelucht
4
3
2
1
4
3
2
1
Als u de functie grillen met hetelucht gebruikt, dient u een maximale
temperatuur van 200°C te selecteren.
Pizzafunctie
Grillen -
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Misschien moeten de temperaturen aangepast
worden aan persoonlijke wensen.
temp.°C
Bereidingstijd in
minuten
Pizzafunctie
4
3
2
1
SOORT GERECHT
OPMERKINGEN
Pizza , groot 1 200 15~25 op bakplaat
Pizza , klein 1 200 10~20
op bakplaat of op rooster
Broodjes 1 200 15~25 op bakplaat
34 ATAG
Trek voordat u de oven gaat schoon-
maken altijd eerst de stekker uit het
stopcontact en laat de oven afkoelen.
Het apparaat mag niet worden gerei-
nigd met een stoomreiniger.
Zorg ervoor dat de oven altijd schoon
is. Vet- of voedselresten in de oven
kunnen brand veroorzaken (met name
in de grillpan).
Let op: Voordat u de oven gaat reinigen, moet de
stekker van het apparaat uit het stopcontact wor-
den gehaald.
Voor een lange levensduur van het apparaat is
het noodzakelijk de volgende reinigings-
werkzaamheden regelmatig uit de voeren:
- Maak de oven pas schoon als deze is afge-
koeld.
- Maak de geëmailleerde delen schoon met een
sopje.
- Gebruik geen schuurmiddelen.
- Droog de onderdelen van roestvrij staal en de
glasplaat met een zachte doek.
- Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal ver-
krijgbare reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
of warme azijn.
Het emaille van de oven is uiterst duurzaam en in
hoge mate resistent. De inwerking van hete fruit-
zuren (citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen
echter op de oppervlakken van emaille blijvende
matte en ruwe vlekken achterlaten. Dergelijke vlek-
ken op het hoogglanzende oppervlak van het
emaille hebben echter geen invloed op de func-
ties van de oven. Reinig de oven grondig na elk
gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het makke-
lijkst verwijderen. Verder inbranden wordt daar-
door voorkomen.
Reiniging en onderhoud
ATAG 35
Reinigingsmiddelen
Controleer voordat u een reinigingsmiddel gaat
gebruiken altijd of dit geschikt is voor uw oven en
of de toepassing door de fabrikant wordt aanbe-
volen. Reinigingsmiddelen met bleekmiddel mo-
gen NIET worden gebruikt, aangezien deze de top-
laag van de oppervlakken dof kunnen maken.
Gebruik geen agressieve schuurmiddelen.
Buitenkant reinigen
Neem regelmatig het bedieningspaneel, de oven-
deur en de afdichting af met een zachte, goed
uitgewrongen doek met warm water en wat vloei-
baar reinigingsmiddel.
Om beschadigen of verzwakken van de glasplaten
van de deur te voorkomen, moet u het gebruik
van de volgende producten vermijden:
Was- en bleekmiddelen
Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn
voor pannen met antiaanbaklaag
Schuursponsjes van staalwol
Chemische ovensponsjes of spuitbussen
Roestverwijderaars
Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen
Reinig het venster aan de binnen- en buitenkant
met een warm sopje. Mocht het binnenvenster
van de deur erg verontreinigd zijn, dan is het ge-
bruik van een speciaal reinigingsmiddel aan te
bevelen. Gebruik geen verfkrabber om aangekoekt
vuil te verwijderen.
Binnenkant oven
De emaillen bodem van de oven kunt u het beste
reinigen terwijl de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een zachte
doek gedrenkt in warm water met een afwasmiddel.
Af en toe moet de oven grondiger worden gerei-
nigd. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijg-
bare ovenreiniger.
36 ATAG
Ovendeur reinigen
Deze aanwijzingen hebben betrekking op de
ovendeur, zoals die door de fabrikant is geleverd.
Als de draairichting van de ovendeur
op uw verzoek of bij de installatie
veranderd is, moeten de indicaties
rechts/links toegepast worden op de
andere kant.
Wij adviseren u de beide binnenpanalen van de
deur te verwijderen, voordat u de ovendeur gaat
reinigen.
Volg de volgende aanwijzing a.u.b. op.
Afb. 25: Houd met beide handen de
geperforeerde plaat A vast op de juiste plaats en
duw (omhoog) de plaat eruit.
Afb. 26: Houd het binnenruit B met beide handen
goed vast en duw (omhoog) de ruit eruit.
Houd de ruit B goed vast, zodat het
niet kan kantelen en eruit kan vallen.
Afb. 26
Afb. 25
A
B
ATAG 37
Afb. 27: Houd vervolgens met beide handen het
tweede binnenruit C goed vast en duw (omhoog) de
ruit eruit. Nadat de binnenruiten zijn verwijderd, kunt
u deur en de ruiten schoonmaken. De glasplaten
alleen schoonmaken met warm water. Geen ruwe
lappen, schuursponsjes, staalwol, zuren of
schuurmiddelen gebruiken, om de oppervlakken
van de glasplaten en de deur niet te beschadigen.
Na het schoonmaken de binnenruiten weer op hun
plaats zetten.
Om de binnenruit C (met zijdecor langs het
frame) correct te bevestigen, moet de kant
met de streepmarkering naar de oven toe
geplaatst worden zodat als u het oppervlak
aanraakt, de lichte ribbeling van de
afscherming voelbaar is.
Om de binnenruit B (met zijdecor aan de
zijkanten) correct te bevestigen, moet de
kant met de streepmarkering naar de
ovendeur toe geplaatst worden zodat als u
het oppervlak aanraakt, de licht ribbeling
van de afscherming niet voelbaar is.
Na het reinigen van de binnenruiten:
Afb. 28: breng de geperforeerde plaat A weer
aan op de oorspronkelijke plaats en controleer of
alles goed bevestigd is.
Apparaten van roestvrij staal of aluminium
Wij raden aan de ovendeur alleen met een natte
spons te reinigen en daarna met een zachte doek
af te drogen. Gebruik geen schurende voorwer-
pen, zuren of schuurmiddelen, want die kunnen
het oppervlak beschadigen. Reinig de kap even
zorgvuldig.
Reinig de ovendeur NIET als de glasplaten
nog warm zijn. Als deze voorzorgsmaatre-
gel niet wordt nageleefd, kan de glasplaat
barsten. Als de glasplaat van de deur
gebarsten is of diepe krassen heeft, wordt
het glas minder sterk en moet het worden
vervangen om te voorkomen dat het breekt.
Neem contact op met onze reparatie-
afdeling, die u graag advies zal geven.
Afb. 27
C
Afb. 28
A
38 ATAG
Indien nodig kan de ovendeur worden
omgedraaid. Deze handleiding mag
UITSLUITEND worden uitgevoerd door een
geautoriseerd installateur.
Neem contact op met uw dealer voor
instructies.
Klanten worden geadviseerd deze handeling
niet zelf uit te voeren. Klachten die
voortvloeien door de draairichting van de
deur te veranderen, zijn uitgesloten van
de garantie.
ATAG levert diverse reinigingsmiddelen
onder de naam ATAG Shine.
U kunt deze bestellen via de website:
www.hps.nl. Op deze website staan bo-
vendien diverse reinigings- en bedienings-
tips voor het apparaat.
Ovengeleiders en telescopische
geleiders
Laat de oven eerst volledig afkoelen en
trek de stekker uit het stopcontact.
U kunt de geleiders verwijderen, zodat ze gemakkelijk
kunnen worden gereinigd.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. verwijder de voorste schroef terwijl u met
de andere hand de geleider vasthoudt (zie
afbeelding 29).
2. maak de achterste haak los en neem de
geleider eruit. Doe hetzelfde aan de andere kant van
de oven (zie afbeelding 30).
Reiniging
Reinig de set geleiders aan de buitenkant alleen
met in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen.
Goed afspoelen en met een zachte doek afdrogen.
De telescopische geleiders mogen niet in
de afwasmachine worden gewassen.
Als u de geleiders reinigt, dient u niet het
smeermiddel achter de telescopische
geleiders te verwijderen. Dit smeermiddel is
bedoeld om ervoor te zorgen dat de geleiders
goed werken.
Afb. 29
Afb. 30
ATAG 39
3. Zodra u klaar bent met reinigen, dient u de
geleiders in omgekeerde volgorde van de
procedure weer aan te brengen.
Zorg ervoor dat de borgmoeren van de geleider
goed vastgedraaid zijn.
Het ovenlampje vervangen
Haal de stekker uit het stopcontact
Als het ovenlampje moet worden vervangen, moet
het nieuwe lampje voldoen aan de volgende eisen:
- Vermogen: 25 W,
- Voltage: 230 V (50 Hz),
- Hittebestendig tot 300 °C,
- Soort aansluiting: E14.
Deze lampjes zijn verkrijgbaar bij onze service-af-
deling.
Het defecte lampje vervangen:
1. Zorg ervoor dat de stekker uit het
stopcontact is gehaald.
2. Druk het glazen dekseltje in en draai het
tegen de klok in.
3. Verwijder het kapotte lampje en vervang dit door
een nieuw.
4. Zet het glazen dekseltje terug en steek de
stekker weer in het stopcontact.
40 ATAG
Als het apparaat niet goed werkt, lees dan eerst de onderstaande aanwijzingen
door, voordat u contact opneemt met onze service-afdeling.
Wat te doen als er iets fout gaat
OPLOSSING
Controleer of de bereidingsfunctie en de
temperatuur zijn ingesteld.
of
Controleer of het apparaat goed is
aangesloten en de zekering in de
huisinstallatie in orde is.
of
Bent u vergeten om terug te schakelen
naar de handmatige modus, na het gebruik
van de optie Klok einde bereidingstijd?
Stel de temperatuur met de
thermostaatknop van de oven in.
of
Stel een functie in met de functieknop.
Stel een functie in met de functieknop.
of
Controleer het lampje en vervang het
indien nodig (zie de paragraaf “Het
ovenlampje vervangen”).
De temperatuur moet aangepast worden.
of
Neem de aanwijzingen en tips in deze
handleiding goed door, met name het
hoofdstuk “Gebruik van de oven“.
Laat de gerechten na afloop van de
bereiding niet langer dan 15-20 minuten
in de oven staan.
Noteer de foutcode en neem contact op
met een geautoriseerd service-
centrum.
PROBLEEM
De oven schakelt niet in.
Het controlelampje van de
thermostaat gaat niet branden.
De ovenverlichting gaat niet
branden.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
Stoom en condenswater slaan
neer op de gerechten en de
deur van de oven.
Foutcode (letter “
FF
FF
F” gevolgd door
cijfers) verschijnt op het bedienings-
paneel.
ATAG 41
Technische gegevens
Vermogen verwarmingselementen
Onderwarmte 1000 W
Bovenwarmte 800 W
Onder- en bovenwarmte 1800 W
Kleine grill 1650 W
Grote oppervlakte grill 2450 W
Grillen met hetelucht 1650 W
Gebruik met hetelucht 2000 W
Pizza functie 3000 W
Ovenlampje 25 W
Ovenventilator 25 W
Koelventilator 25 W
Totale aansluitwaarde 3075 W
Spanning (50 Hz)
230 V
Inbouw
Hoogte onder bovenkant 585 mm
in kolom 580 mm
Breedte 560 mm
Diepte 550 mm
Oven
Hoogte 335 mm
Breedte 395 mm
Diepte 400 mm
Inhoud oven 53
l
De oven moet volgens de meegeleverde instructies
worden geïnstalleerd.
Deze oven moet worden geïnstalleerd
overeenkomstig de geldende normen en
voorschriften.
42 ATAG
Instructies voor de installateur
Inbouw en installatie moeten uitge-
voerd worden met strikte inachtneming
van de geldende voorschriften. Elke in-
greep mag slechts plaatsvinden als het
apparaat uitgeschakeld is. Ingrepen
mogen uitsluitend verricht worden door
een erkend installateur.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als de veiligheids-
voorschriften niet opgevolgd worden.
Aansluiten op netstroom
Let voor het aansluiten op het volgende:
- De zekering en de huisinstallatie moeten op de
max. belasting van het apparaat berekend zijn
(zie typeplaatje).
- De huisinstallatie moet voorzien zijn van een
aardaansluiting overeenkomstig de geldende
voorschriften.
- De wandcontactdoos (type Perilex als de oven
is uitgevoerd in combinatie met een elektrische
kookplaat) en de meerpolige installatieautomaat
of groepsschakelaar moeten ook na installatie
van het apparaat makkelijk bereikbaar zijn.
Het apparaat wordt geleverd met een aansluitsnoer
waarop een standaard stekker is bevestigd, die
geschikt is voor de totale aangegeven elektrische
spanning die op het typeplaatje staat. De stekker
moet in een geschikte wandcontactdoos worden
gestoken. Indien u een directe aansluiting op de
elektriciteitsvoorziening (hoofdleiding) wenst, moet
u tussen het apparaat en de hoofdleiding een
omnipolaire schakelaar met een minimumafstand
van 3 mm tussen de contactpunten monteren. Deze
schakelaar moet geschikt zijn voor de vereiste be-
lasting en voldoen aan de geldende voorschriften.
De groengele aardingsdraad mag niet onderbroken
worden door de schakelaar en moet 2-3 cm. langer
te zijn dan de andere draden.
ATAG 43
Het aansluitsnoer moet worden aangesloten op een
geaarde wandcontactdoos (230 V~ 50 Hz type
Perilex als de oven is uitgevoerd met een elektri-
sche kookplaat). Deze wandcontactdoos moet
overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd zijn.
De volgende typen aansluitsnoeren zijn geschikt,
met inachtneming van de nominale doorsneden:
H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05
V2V2-F (T90), H05 BB-F.
Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig ge-
plaatst zijn, dat het nergens 50°C (boven kamer-
temperatuur) bereikt.
Na de aansluiting moeten de verwarmings-
elementen gecontroleerd worden, door ze onge-
veer 3 minuten te laten werken.
Klemmenbord
De oven is voorzien van een makkelijk toeganke-
lijk klemmenbord, dat berekend is voor de wer-
king op een eenfase-stroomvoorziening van 230
V.
Letter L - Onder stroom staande klem
Letter N - Neutrale klem
of E - Aardeklem
Als na de controles opgesomd in hoofdstuk “Wat
te doen als er iets fout gaat”, het apparaat nog
steeds niet correct werkt, dient u contact op te
nemen met onze service-afdeling en de
volgende gegevens door te geven die op het
typeplaatje staan: de specifieke klacht, het
model van het apparaat (Mod.), het
productnummer (Prod. nr.) en het serienummer
(Serie nr.). Dit plaatje bevindt zich op de rand
aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
De originele onderdelen, die door de fabrikant
gecertificeerd zijn, zijn alleen verkrijgbaar bij
geautoriseerde onderdelenwinkels.
Service en onderdelen
44 ATAG
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde
apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitspa-
ring waarin het apparaat moet worden ingebouwd
geschikte afmetingen hebben.
In overeenstemming met de geldende voorschriften
moeten alle delen, die de bescherming tegen aan-
raking van onder spanning staande en geïsoleerde
delen garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet
zonder gereedschap verwijderd kunnen worden.
Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele af-
sluitende kanten aan het begin of einde van een rij
inbouwapparaten.
De bescherming tegen aanraking moet in ieder ge-
val door het inbouwen gegarandeerd zijn.
Het apparaat kan met de achterkant resp. zijkant
tegen hogere keukenmeubelen, apparaten of wan-
den geplaatst worden. Aan de andere zijkant mo-
gen er echter geen andere apparaten of meubelen
van dezelfde hoogte als het apparaat geplaatst
worden.
Afmetingen oven (afb. 31)
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het inge-
bouwde apparaat moet het inbouwmeubel resp. de
uitsparing waarin het apparaat moet worden inge-
bouwd geschikte afmetingen hebben (afb. 32-33).
Bevestiging in het meubel
1. Open de ovendeur.
2. Bevestig de oven aan het meubel door de vier
afstandhouders te plaatsen (afb. 34 - A), die pre-
cies in de daarvoor bedoelde gaten van het frame
passen en deze vervolgens met de vier mee-
geleverde houtschroeven (afb. 34 - B) te beves-
tigen.
Afb. 34
5
5
0
M
IN
585
5
6
0
- 5
7
0
8
0
÷
1
0
0
Afb. 33
Afb. 31
Afb. 32
359055501 / gba 88022341 03/08 R.A
Adressen en telefoonnummers van de
serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service
après-vente se trouvent sur la carte de garantie.

Documenttranscriptie

gebruiksaanwijzing elektro oven mode d'emploi four electro OX6211P Beschrijving van het apparaat Bedieningspaneel TEMPERATUUR/ TIJD knop Elektronische ovenregeling FUNCTIE knop Binnenkant oven 5 1 tot 4 Inzetniveaus (inzetniveau nr. 2 en 4 zijn uitgerust met telescopische geleiders) 4 5 Grill 3 6 Ventilator 7 Ovenlampje 6 7 2 1 Toebehoren Braadslede Rooster Bakplaat 2 ATAG Inhoud Beschrijving van het apparaat ............................................................................ 2 Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie......................................... 4 Knoppen ........................................................................................................... 6 De elektronische ovenregeling ........................................................................... 7 De eerste keer dat de oven wordt geïnstalleerd .................................................. 8 Voordat u de oven de eerste keer in gebruik neemt ............................................ 10 Bereidingsfuncties ........................................................................................... 13 Het programmeren van de oven ....................................................................... 14 Veiligheids- en energiebesparende functies...................................................... 17 De functie “Recept selecteren” ........................................................................ 20 Gebruik van de oven ....................................................................................... 22 Kooktabellen ................................................................................................... 32 Reiniging en onderhoud ................................................................................... 34 Wat te doen als er iets fout gaat ...................................................................... 40 Technische gegevens ...................................................................................... 41 Instructies voor de installateur .......................................................................... 42 Service en onderdelen ..................................................................................... 43 Instructies voor de inbouw ............................................................................... 44 Handleiding voor de gebruiksaanwijzing Veiligheidsvoorschrift Stap-voor-stap-handleiding Adviezen Milieu-informatie Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen. ATAG 3 Nederlands Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt. Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken. Installatie De installatie moeten worden uitgevoerd door een erkend installateur, met inachtneming van de geldende voorschriften. De afzonderlijke installatiewerkzaamheden zijn beschreven in de instructies voor de installateur. • Laat het apparaat installeren en aansluiten door een erkend installateur overeenkomstig de richtlijnen. • Ook eventuele voor de installatie noodzakelijke wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening moeten door een erkend installateur uitgevoerd worden. • Bediening • • • • • Deze oven is ontworpen voor de bereiding van levensmiddelen; gebruik hem nooit voor andere doeleinden. • Pas bij het openen van de ovendeur (tijdens of aan het einde van de bereidingstijd) altijd op voor de hete luchtstroom die uit de oven komt. • Wees extra voorzichtig tijdens het gebruik van de oven. Door de grote hitte van de verwarmingselementen zijn de bakplaten en andere onderdelen erg heet. 4 ATAG • Let op! Bedek de oven nooit met aluminiumfolie en plaats geen bakblikken, ovenschotels en dergelijke op de bodem van de oven, anders kan het emaille van de oven door de opgebouwde hitte beschadigd raken. Indien u, om welke reden dan ook, aluminiumfolie in de oven gebruikt, laat dit dan nooit in direct contact komen met de bodem van de oven. Ga bij het reinigen van de oven voorzichtig te werk: sproei nooit vloeistof op de verwarmingselementen en de thermostaatsensor. Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard ook aan te brengen aan het apparaat of aan de kenmerken ervan. Tijdens het bakken, braden en grillen worden het venster van de deur en de overige onderdelen van het apparaat erg heet. Houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Indien er elektrische apparaten worden aangesloten op stopcontacten in de buurt van de oven, let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanraking komen met hete oppervlakken of vastgeklemd raken tussen de ovendeur. • • • • • • • Gebruik altijd ovenwanten om hete vuurvaste schotels of schalen uit de oven te halen. De vorken en het spit zijn puntig en scherp. Als u er gebruik van maakt, doe het met zorg om verwonding te voorkomen. Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat. Schakel voordat u de oven gaat reinigen de stroom uit of haal de stekker uit het stopcontact. Verzeker u ervan dat de oven in de stand “UIT” staat als hij niet meer wordt gebruikt. Het apparaat mag niet worden gereinigd met een stoomreiniger. Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers. Deze kunnen krassen veroorzaken op de ruit van de deur, waardoor het glas kan barsten. Veiligheid van personen • Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om het door kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten spelen. • Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in werking is. Ook nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet. • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of andere personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit plaatsvindt onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructies hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat. Milieu-informatie • Gooi, nadat de oven is geïnstalleerd, de verpakking weg op een veilige en milieuvriendelijke wijze. • Wanneer een oud apparaat wordt afgedankt, moet het onbruikbaar worden gemaakt door het aansluitsnoer af te snijden. Verwijder alle vergrendelingen van de deur, om te voorkomen dat kinderen in de oven opgesloten kunnen raken. Klantenservice • Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de service-afdeling van de fabrikant of door een serviceafdeling die door de fabrikant geautoriseerd is en gebruik alleen originele onderdelen. • Probeer in geval van een storing of defect dit apparaat nooit zelf te repareren. Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu. die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. ATAG 5 Knoppen De FUNCTIE knop De kookfuncties kunnen worden ingesteld door de knop naar of te draaien. De TEMPERATUUR / TIJD knop De temperatuur en de kooktijd kunnen worden ingesteld door de knop naar of te draaien. Veiligheidsthermostaat Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen; Is de thermostaat daarentegen geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan contact op met onze service-afdeling. Koelventilator De oven is voorzien van een koelventilator die het voorpaneel, de knoppen en de handgreep van de ovendeur koel houdt. Deventilator wordt nadat de oven enkele minuten inwerking is automatisch ingeschakeld. Via de opening aan de bovenkant van de deur wordt warme lucht naar buiten afgevoerd. Als de oven wordt uitgeschakeld kan de ventilator nog enige tijd draaien om de bedieningselementen koel te houden. Dit is volkomen normaal. De werking van de ventilator hangt af van hoe lang en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingeschakeld wordt op lagere temperatuurinstellingen of als de oven maar korte tijd gebruikt is. 6 ATAG De elektronische ovenregeling Symbool bereidingsduur Bereidingsfuncties display Tijd display Temperatuurweergave Kookwekker Symbool Symbool einde bereidingstijd Klok Symbool Thermometer Symbool 1 2 3 4 De elektronische bedieningstoetsen van de oven 1. Toets AAN/UIT 2. MENU Toets bereidingsfuncties 3. BOOSTER Snelverhitting Toets 4. TIJDKLOK Functietoets Als de stroom uitvalt blijven de instellingen (klok, ingesteld of lopend programma) ongeveer 3 minuten in het programmageheugen bewaard. Als de stroomuitval langer dan 3 minuten duurt, worden de instellingen gewist. Als de stroomtoevoer weer is hersteld, moet u de programmeerfunctie resetten. De werkwijze van de elektronische Touch Control-regeltoetsen op de oven Alle functies van de oven worden elektronisch geregeld. U kunt alle combinaties van bereidingsfunctie, bereidingstemperatuur en automatische timing selecteren. ATAG 7 Het elektronisch bedieningspaneel van de oven Het display is verdeeld in twee delen. Het bovenste deel heeft een zwarte achtergrond en groene symbolen en cijfers. In dit deel van het display staat informatie over de tijd (tijdstip van de dag, de geprogrammeerde bereidingsduur, de geprogrammeerde eindtijd van de bereiding, enz.) en wordt de naam van de geselecteerde bereidingsfunctie of het recept weergegeven. Het onderste deel heeft een zwarte achtergrond en groene symbolen en cijfers. In dit deel van het display staat informatie over de geselecteerde bereidingsfunctie, de geselecteerde temperatuur en de huidige temperatuur in de oven. De eerste keer dat de oven wordt geïnstalleerd Afb. 1 Als de oven de eerste keer wordt aangesloten op het lichtnet of als de stroomtoevoer weer wordt hersteld na een langdurige stroomuitval, verschijnt op het bovenste deel van het display de melding: “WELKOM BIJ * ATAG * BASIS -1 * NEDERLANDS * ENGELS * FRANS * DUITS *DEENS *” Deze melding somt alle talen op waaruit gekozen kan worden. Uit dit aanbod kunt u vervolgens een taal kiezen voor de elektronische ovenbediening (afbeelding 1). Het symbool dat in de buurt van het knippert, betekent dat u het “Kloksymbool” huidige tijdstip van de dag moet instellen alvorens de oven te gebruiken. Afb. 2 Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen 1. Als het symbool in de buurt van het “Kloksymbool” knippert, dient u het huidige tijdstip van de dag in te stellen door aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien (afbeelding 2). Zodra u de tijd hebt ingesteld, blijft het symbool nog 5 seconden knipperen en verdwijnt daarna van het display. Dit betekent dat de instelling in het geheugen van de elektronische regeleenheid is opgeslagen. 8 ATAG 2. Als symbool stopt met knipperen, voordat u de klok hebt kunnen instellen, dient u twee keer op de toets “Tijdfunctie” te drukken . Het symbool begint weer te knipperen. Ga dan verder zoals beschreven onder punt 1. Afb. 3 nederlands Afb. 4 nederlands De taal selecteren U kunt de taal selecteren voor het display van de elektronische ovenbediening. De oven moet uitgeschakeld zijn als u deze handeling uitvoert. 1. Druk gelijktijdig de toets “MENU” en de toets “BOOSTER” in en houd de toetsen minstens 2 seconden ingedrukt. Er klinkt één piep en het display geeft de huidige geselecteerde taal weer. (afb 3). 2. Draai binnen 5 seconden de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts om de gewenste taal te selecteren (afbeelding 4). 3. Zodra u de gewenste taal hebt geselecteerd, dient u uw keuze te bevestigen door gelijktijdig de toets “MENU” en de toets “BOOSTER” in te drukken en deze toetsen minstens 2 seconden ingedrukt te houden. Houd in gedachten dat telkens als u een stap van deze procedure uitvoert, u 5 seconden krijgt om de volgende stap uit te voeren. Als u langer dan 5 seconden wacht schakelt de elektronische regeleenheid uit en wordt de instelling niet in het geheugen opgeslagen. Navolgend krijgt u een lijst te zien met de beschikbare talen: Dutch (NEDERLANDS), English (ENGELS), French (FRANS), German (DUITS), Danish (DEENS). ATAG 9 Voordat u de oven de eerste keer in gebruik neemt Verwijder al het verpakkingsmateriaal, zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant van de oven, voordat u de oven in gebruik neemt. De oven werkt pas nadat de klok is ingesteld. Afb. 5 De oven in- en uitschakelen ovenverlichti Om de bereidingsfuncties of andere programma’s te kunnen instellen moet de oven zijn ingeschakeld. Als de toets “AAN/UIT” wordt ingedrukt, wordt de ovenverlichting ingeschakeld. Het ovensymbool en de melding “OVENVERLICHTING” verschijnt op het display (afbeelding 5). U kunt op ieder gewenst moment op de toets “AAN/UIT” drukken, als u de oven wilt uitschakelen. Alle bereidingsfuncties of programma’s worden beëindigd, de ovenverlichting gaat uit en in de tijdsweergave verschijnt alleen de weergave van de klok. Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven opgewarmd worden zonder voedsel. Gedurende deze tijd kunt u een onaangename geur waarnemen. Dit is volledig normaal en wordt veroorzaakt door fabricagerestanten. Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is. Afb. 6 infra 1. Stel het tijdstip van de dag in met de elektronische programmeerfunctie (zie paragraaf “Het juiste tijdstip van de dag instellen”). 2. Druk op de toets “AAN/UIT” om de oven in te schakelen; Afb. 7 infra 3. Draai aan de knop FUNCTIES (afbeelding 6) tot aan het functiesymbool “Onder- en bovenwarmte” . 4. Stelde temperatuur in op 250°C door de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts te draaien (afbeelding 7). 10 ATAG 5. Laat de lege oven ongeveer 45 minuten werken. 6. Zet een raam open voor ventilatie. Deze procedure dient herhaald te worden met de functie “Turbo-hetelucht” en de functie “grootvlak-grill” gedurende ongeveer 5-10 minuten. Nadat u deze handeling hebt uitgevoerd, de oven laten afkoelen en de ovenruimte vervolgens schoonmaken met een zachte in warm water gedrenkte doek, waaraan een mild afwasmiddel is toegevoegd. Reinig voordat u de oven voor het eerst in gebruik neemt voorzichtig de ovenaccessoires. Een bereidingsfunctie selecteren Afb. 8 turbo-hetelu Afb. 9 turbo-hetelu 1. Schakel de oven in door de toets “AAN/UIT” in te drukken. 2. Draai aan de knop FUNCTIES om de gewenste ovenfunctie te selecteren. Telkens als u aan de knop draait verschijnt er een ander bereidingssymbool in het onderste deel van het display en de beschrijving van de bereidingsfunctie verschijnt als een melding in het bovenste deel van het display. Door aan de knop te draaien en deze vast te houden, kunnen alle functies in volgorde worden weergegeven. De vooraf ingestelde temperatuur voor iedere functie wordt weergegeven in het onderste deel van het display en aan de rechterkant knippert het symbool “ ” (afbeelding 8). 3. Als symbool “ ” knippert, betekent dit dat het mogelijk is om de vooraf ingestelde temperatuur in te stellen door aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien (afbeelding 9). Het temperatuurniveau kan in stappen van 5 graden worden ingesteld. Let op: symbool “ ” zal 5 seconden knipperen. 4. Na 5 seconden zal het symbool “ ” verdwijnen, om aan te geven dat het temperatuurniveau in het geheugen van de elektronische regeleenheid is opgeslagen. De temperatuur op de weergegeven thermometer loopt langzaam op , en geeft de temperatuur van de oven aan. 5. Als de gewenste temperatuur bereikt is, klinkt er een kort geluidsalarm en het thermometersymbool brandt continu. ATAG 11 De temperatuur en de tijd instellen De knop TEMPERATUUR/TIJD wordt gebruikt om temperatuur- en tijdsinstellingen te wijzigen. Details over het gebruik hiervan volgens de verschillende functies van de elektronische ovenbediening, worden in de volgende hoofdstukken beschreven. In het algemeen geldt dat: > De knop TEMPERATUUR/TIJD wordt gebruikt om de temperatuurinstellingen te verhogen of te verlagen (door naar links of rechts te draaien) als het symbool “ ” aan de rechterkant van het temperatuurdisplay knippert. Als u een bereidingsfunctie selecteert, knippert het symbool “ ” slechts 5 seconden. Dit is het tijdsinterval waarbinnen u aan de knop TEMPERATUUR/TIJD moet draaien om de gewenste temperatuurinstelling te selecteren. Zodra deze 5 seconden zijn verstreken, verdwijnt het symbool “ ” en wordt het thermometersymbool weergegeven: dit betekent dat de huidige selectie in het geheugen van de elektronische regeleenheid van de oven is opgeslagen en dat de oven momenteel aan het opwarmen is. Als het symbool “ ” stopt met knipperen, voordat u de temperatuur hebt kunnen instellen, dient u één keer op de toets “MENU” te drukken en vervolgens aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien. > De knop TEMPERATUUR/TIJD wordt gebruikt om de tijdsinstellingen te verhogen of te verlagen als het symbool in de buurt van het “Klok”-symbool , het “kookwekker”-symbool , het “Bereidingsduur”-symbool of het symbool “Einde van de bereidingstijd” knippert. Als u een tijdfunctie selecteert, knippert het symbool slechts 5 seconden. Dit is het tijdsinterval waarbinnen u aan de knop TEMPERATUUR/TIJD moet draaien om de gewenste tijdsinstelling te selecteren. Zodra deze 5 seconden zijn verstreken, stopt het symbool met knipperen: dit betekent dat de huidige selectie in het geheugen van de elektronische regeleenheid van de oven is opgeslagen. 12 ATAG Bereidingsfuncties In de volgende lijst worden in volgorde alle beschikbare bereidingsfuncties weergegeven. 1 2 3 4 5 6 7 8 TURBO-HETELUCHT - Bij deze instelling kunt u braden of tegelijkertijd braden en bakken op verschillende niveaus, zonder smaakoverdracht. Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C. INFRA -De warmte komt van zowel de bovenste als de onderste verwarmingselementen, zodat er in de gehele ovenruimte een gelijkmatige temperatuur heerst. Vooraf ingestelde temperatuur: 200°C. SPAAR-GRILL - Deze instelling kan gebruikt worden om kleine hoeveelheden te grillen. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C. GRILL MET VENTILATOR - Deze functie biedt een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Het grillelement en de ventilator van de oven werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circuleert. Vooraf ingestelde temperatuur: 180°C. Kies een maximumtemperatuur van 200°C. PIZZA-FUNCTIE - Het onderste element geeft directe warmte af voor de onderkant van de pizza-, quiche- of pasteibodem, terwijl de ventilator de lucht rond het beleg resp. de pasteivulling laat circuleren. Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C. GROOTVLAK-GRILL - Het gehele grillelement wordt ingeschakeld. Aanbevolen voor grote hoeveelheden. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C. ONDERWARMTE - De verwarming komt uitsluitend van de bodem van de oven, hiermee kunt u uw gerechten afmaken. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C. BOVENWARMTE - De verwarming komt uitsluitend van de bovenkant van de oven, hiermee kunt u uw gerechten afmaken. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C. ATAG 13 9 ONTDOOIEN - De ovenventilator werkt zonder warmte en laat de lucht in de oven op kamertemperatuur circuleren. Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg. Het programmeren van de oven Zo stelt u de kookwekker in Afb. 10 1. Schakel de oven in, zet de gerechten erin, selecteer de gewenste functie en stel indien nodig de gewenste temperatuur in. 2. Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het in de buurt van het “Kookwekker”symbool symbool knippert en op het tijdsdisplay “0.00” verschijnt (afbeelding 10). 3. Het symbool knippert 5 seconden. Binnen deze tijd moet u de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts draaien om de gewenste tijd te selecteren (afbeelding 11). De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. 5 seconden nadat u de tijd hebt ingesteld, stopt het symbool met knipperen. Dit betekent dat de instelling in het geheugen van de elektronische regeleenheid van de oven is opgeslagen en dat het aftellen is begonnen. 4. Als de geprogrammeerde tijd is verstreken, klinkt er een geluidsalarm en knippert het symbool Afb. 11 en op het tijdsdisplay verschijnt “0.00”. 5. Om het geluidsalarm uit te schakelen een willekeurige toets indrukken. Als de oven op dit moment werkt, wordt hij NIET uitgeschakeld. De kookwekkerfunctie kan ook worden gebruikt als de oven is uitgeschakeld, door één keer op de toets “TIJDKLOK” te drukken. De instelling van de kookwekker wijzigen Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het symbool in de buurt van het “Kookwekker”-symbool 14 ATAG knippert. Nu kunt u de instelling van de kookwekker wijzigen door aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien (afbeelding 11). Zo schakelt u de kookwekker uit: Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het symbool Afb. 12 in de knippert. buurt van het “Kookwekker”-symbool Draai de knop TEMPERATUUR/TIJD naar links tot op het tijdsdisplay “0.00” wordt weergegeven. Het uitschakelen van de oven programmeren Afb. 13 1. Schakel de oven in, zet de gerechten erin, selecteer de gewenste functie en stel indien nodig de gewenste temperatuur in. 2. Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het symbool in de buurt van het “Bereidingsduur”knippert. Links op het tijdsdisplay symbool verschijnt “0.00” en rechts verschijnt het huidige tijdstip van de dag (afbeelding 12). 3. Het symbool knippert 5 seconden. Binnen deze tijd moet u aan de knop TEMPERATUUR/TIJD draaien om de gewenste tijd te selecteren. De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. Let op: de tijdindicatie aan de rechterkant verandert ook als u aan de knop draait en geeft weer op welk tijdstip de oven automatisch zal worden uitgeschakeld (afbeelding 13). 4. 5 seconden nadat u de tijd hebt ingesteld, stopt het symbool met knipperen. Dit betekent dat de instelling in het geheugen van de elektronische regeleenheid van de oven is opgeslagen en dat het aftellen is begonnen. 5. Als de bereidingstijd is verstreken, schakelt de oven zich automatisch uit. U krijgt een geluidsalarm te horen en knippert het symbool en op het tijdsdisplay verschijnt “0.00”. 6. Het alarm schakelt na twee minuten automatisch uit. Om het geluidssignaal uit te schakelen, druk op de toets “AAN /UIT”. ATAG 15 Zo annuleert u de bereidingstijd: Druk op de toets “TIJDKLOK” tot het symbool in de buurt van het “Bereidingsduur”-symbool knippert. Draai de knop TEMPERATUUR/TIJD naar links tot op het tijdsdisplay “0.00” wordt weergegeven. Let op: als u de “Bereidingsduur” annuleert, schakelt de oven niet uit. De oven programmeren om in- en uit te schakelen Afb. 14 Afb. 15 1. Stel de “bereidingstijd” in zoals beschreven onder de punten 1 t/m 3 van het vorige hoofdstuk. 2. Druk twee keer op de toets “TIJDKLOK” tot het symbool in de buurt van het symbool “Einde van de bereidingstijd” begint te knipperen (afbeelding 14). 3. Draai binnen 5 seconden aan de knop TEMPERATUUR/TIJD om het gewenste einde van de bereidingstijd in te stellen, dat aan de rechterkant op het tijdsdisplay wordt weergegeven (afbeelding 15). 4. 5 seconden nadat u de tijd hebt ingesteld, stopt het symbool met knipperen, verdwijnt het thermometersymbool , het temperatuurdisplay geeft de temperatuur in de oven weer en de oven schakelt uit. Dit betekent dat de instelling in het geheugen van de elektronische regeleenheid van de oven is opgeslagen en dat het aftellen is begonnen. 5. De oven zal automatisch in- en uitgeschakeld worden overeenkomstig uw instellingen. Als de bereidingstijd verstreken is, klinkt er een geluidsalarm en knipperen beide symbolen en . Aan de linkerkant van het tijdsdisplay verschijnt “0.00”. 6. Het alarm schakelt automatisch na twee minuten uit. Om het geluidssignaal uit te schakelen, druk op de toets “AAN /UIT”. Als u een programma wilt annuleren, hoeft u alleen de bereidingstijd te annuleren, zoals beschreven aan het eind van het vorige hoofdstuk. 16 ATAG Veiligheids- en energiebesparende functies Veiligheidsuitschakeling De oven wordt automatisch uitgeschakeld als er een verandering in de instellingen plaatsvindt, overeenkomstig de tabel hieronder (Afbeelding 16). Afb. 16 Indien de temperatuur is ingesteld als: schakelt de oven uit: van 250 tot 280°C na 3 uur van 200 tot 245°C na 5 1/2 uur van 120 tot 195°C na 8 1/2 uur van 30 tot 115°C na 12 uur Veiligheid van kinderen Afb. 17 De bedieningselementen op de oven kunnen geblokkeerd worden, zodat de oven niet per ongeluk door kinderen kan worden ingeschakeld. 1. Als de oven is ingeschakeld, schakel deze dan uit door het indrukken van de toets “AAN/UIT”. Deze functie kan alleen worden ingeschakeld als de oven is uitgeschakeld. 2. Druk op de toets “MENU” en draai de knop TEMPERATUUR/TIJD naar links en houd ze tegelijkertijd ongeveer 3 seconden ingedrukt. Er klinkt één piep en de melding “VEILIG” verschijnt op het display (afbeelding 17). 3. De oven is nu geblokkeerd. Noch de afzonderlijke functies noch de temperatuur kunnen geselecteerd worden. Zo deblokkeert u de oven: Druk op de toets “MENU” en draai de knop TEMPERATUUR/TIJD naar links en houd ze tegelijkertijd, ongeveer 3 seconden ingedrukt. Er klinkt één piep en de melding “VEILIG” verdwijnt. Nu kan de oven weer bediend worden. “Snelverhittings”-functie (BOOSTER) Als u een bereidingsfunctie geselecteerd heeft en de temperatuur heeft ingesteld, wordt de oven langzaam ATAG 17 Afb. 18 Afb. 19 turbo-hetelu warm, tot de gewenste temperatuur is bereikt. Dit duurt 10 tot 15 minuten, afhankelijk van de geselecteerde functie en temperatuur. Als de noodzakelijke temperatuur sneller bereikt moet worden, kunt u de snelverhittingsfunctie inschakelen. 1. SCHAKEL de oven in door de toets “AAN/UIT” in te drukken. 2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en temperatuur in zoals beschreven in de vorige pagina’s. 3. Wacht een paar seconden tot het symbool “ ” stopt met knipperen. 4. Druk op de toets “BOOSTER”. Op het temperatuurdisplay verschijnt “FHU” (afbeelding 18). 5. Als u de toets “MENU” indrukt, keert het temperatuurdisplay weer terug naar de geselecteerde temperatuur en het symbool “” ” knippert 5 seconden (afbeelding 19). Tijdens dit interval kunt u de temperatuurinstelling aanpassen door aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien. 6. Als de gewenste temperatuur is bereikt, klinkt er een kort geluidssignaal en keert het temperatuurdisplay terug naar de geselecteerde temperatuur. Deze functie is beschikbaar voor alle bereidingsfuncties en temperaturen. Deze functie is niet beschikbaar in combinatie met de receptenfunctie. Restwarmtefunctie Als er een bereidingsduur is ingesteld, worden de verwarmingselementen van de oven automatisch een paar minuten voor het einde van de geprogrammeerde bereidingsduur uitgeschakeld, zodat de gerechten in de oven zonder verder energieverbruik helemaal gaar worden. Alle huidige instellingen worden aangegeven, tot de bereidingsduur is afgelopen. Bij een bereidingsduur van minder dan 15 minuten kunt u deze functie niet gebruiken. 18 ATAG “Demo”-functie Afb. 20 Deze modus is bedoeld voor de vakhandel om de functies van de oven te kunnen demonstreren zonder stroomverbruik, afgezien van de ovenverlichting. Deze functie kan alleen worden ingeschakeld als het apparaat de eerste keer worden aangesloten of als de stroomtoevoer is hersteld na een stroomuitval. U kunt de demofunctie inschakelen als het symbool naast het “Klok”-symbool knippert. Ga dan als volgt te werk: 1. Houd de toets “TIJDKLOK” ongeveer 2 seconden ingedrukt. Er klinkt een kort geluidsalarm. 2. Houd de toets “TIJDKLOK” gedurende 3 seconden ingedrukt terwijl u de knop TEMPERATUUR/TIJD naar links gedraaid houdt. Er klinkt een kort geluidsalarm en de indicatie 12:00 verschijnt op het display (afbeelding 20). Als de oven wordt ingeschakeld verschijnen de Afb. 21 symbolen en op het display. Dit betekent dat de demofunctie geactiveerd is. Alle ovenfuncties kunnen geselecteerd worden (afbeelding 21). De oven is niet echt in werking en de verwarmingselementen worden niet ingeschakeld. De demomodus uitschakelen: Schakel de oven uit en volg in omgekeerde volgorde de bovenstaande procedure om de demofunctie weer uit te schakelen. “Piep”-modus Afb. 22 U kunt de oven zo instellen dat er altijd een geluidssignaal klinkt als er een toets wordt ingedrukt. Deze functie kan alleen geactiveerd worden als de oven uitgeschakeld is. 1. Houd de toets “MENU” gedurende 3 seconden ingedrukt terwijl u de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts gedraaid houdt. Er klinkt één piep [afbeelding 22). Zo schakelt u de informatietoon van de regeltoetsen uit: 1. Als de oven is ingeschakeld, schakel deze dan uit door het indrukken van de toets “AAN/UIT”. ATAG 19 2. Houd de toets “MENU” gedurende 3 seconden ingedrukt terwijl u de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts gedraaid houdt. De elektronische regeleenheid piept één keer. Foutcodes De elektronische regeleenheid van de oven voert voortdurend een systeemdiagnose uit. Als sommige parameters niet correct zijn, zal de regeleenheid de geactiveerde functies uitschakelen en wordt de overeenkomstige foutcode weergegeven. Raadpleeg hoofdstuk “Hulp bij storingen” voor nadere details. De functie “Recept selecteren” Afb. 23 varkensvlee Afb. 24 Sommige recepten zijn opgeslagen in het geheugen van de elektronische regeleenheid van de oven, om u de gelegenheid te geven veertien verschillende gerechten klaar te maken met behulp van de vooraf ingestelde bereidingsfuncties, temperaturen en bereidingstijden. De beschikbare recepten zijn opgesomd in de onderstaande tabel. Een recept kiezen: 1. Druk op de toets “AAN/UIT” om de oven in te schakelen; 2. Druk op de toets “MENU” : in het bovenste deel van het display wordt de naam van het recept weergegeven en het symbool verschijnt naast het “Bereidingsduur”-symbool . Dit betekent dat de bereidingsduur al in het geheugen is ingesteld. In het onderste deel van het display wordt het symbool van de vooraf ingestelde bereidingsfunctie en bereidingstemperatuur weergegeven. Het is niet mogelijk om de vooraf ingestelde temperatuur te wijzigen. Aan de rechterkant van het temperatuurdisplay knippert het symbool “ ” (Afbeelding 23); 3. Na 5 seconden verdwijnt het symbool “ ” en de temperatuur op de weergegeven thermometer loopt langzaam op en geeft de temperatuur van de oven aan. Het bovenste deel van het display geeft nu aan de linkerkant de bereidingsduur weer en aan de rechterkant het einde van de bereidingstijd (afbeelding 24). 20 ATAG 4. Als u wilt kunt u zowel de bereidingsduur als het einde van de bereidingstijd aanpassen door de toets “TIJDKLOK” in te drukken en de functie bereidingsduur of de functie einde van de bereidingstijd te selecteren en vervolgens de knop TEMPERATUUR/TIJD naar links of naar rechts te draaien om de tijd aan te passen. Volg vervolgens de instructies op de vorige pagina’s. 5. Als de bereidingstijd is verstreken, schakelt de oven automatisch uit. U krijgt een geluidsalarm te en op het horen en knippert het symbool tijdsdisplay verschijnt “0.00”. 6. Het alarm schakelt na twee minuten automatisch uit. Om het geluidssignaal uit te schakelen, druk op de toets “AAN /UIT”. U kunt het uitvoeren van een recept op ieder gewenst moment onderbreken door de toets “AAN/UIT” in te drukken. U kunt geen gebruik maken van de functie “BOOSTER”, zodra een recept geselecteerd is met de functie “MENU”. Dish Bereidings- Vooraf ingestelde Vooraf ingestelde functie temperatuur bereidingstijd Varkensvlees (2 kg) Turbo-Hetelucht 175°C 1 uur en 25 minuten Rundvlees (1 kg) Turbo-Hetelucht 200°C 50 minuten Varkensvlees (2 kg) Turbo-Hetelucht 175°C 1 uur en 45 minuten Varkensvlees (2 kg) Turbo-Hetelucht 175°C 1 uur en 15 minuten Eend Turbo-Hetelucht 160°C 2 uur Kalkoen Turbo-Hetelucht 160°C 3 uur en 5 minuten Vis (middelgroot) Turbo-Hetelucht 160°C 40 minuten Visfilet Turbo-Hetelucht 175°C 35 minuten Quiche Infra 190°C 50 minuten Aardappelengratin Infra 180°C 55 minuten Lasagne / Cannelloni Infra 190°C 55 minuten Pizza Pizza 190°C 25 minuten Turbo-Hetelucht 175°C 40 minuten Pizza 190°C 40 minuten Appeltaart Brood ATAG 21 Gebruik van de oven De oven is voorzien van een exclusief systeem dat zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie en een constante recirculatie van stoom. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een stoom bevattende atmosfeer en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt. Tijdens de bereiding kan er stoom ontstaan, die vrijkomt zodra u de ovendeur opent. Dit is volkomen normaal. Doe echter altijd een stap van de oven vandaan als u de ovendeur opent, zodat eventuele stoom of hitte naar buiten kan komen. Let op! - Plaats tijdens de bereiding geen voorwerpen op de bodem van de oven en dek geen onderdelen van de oven af met aluminiumfolie. Dit kan oververhitting veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt en het email van de oven kan beschadigen. Zet pannen, hittebestendige pannen en aluminium bakplaten altijd op het bakplaat dat in de geleiders is geschoven. Wanneer voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom, net als in een ketel. Wanneer de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, wordt er condens gevormd en ontstaan er waterdruppels. Warm de lege oven altijd 10 minuten voor, om condensvorming te beperken. Wij adviseren u na elke bereiding de waterdruppels weg te vegen. Houd tijdens de bereiding de ovendeur altijd gesloten. Blijf op een veilige afstand als u de deur van de oven opent, zodat u niet in aanraking komt met de hete stoom uit de oven. Houd de deur vast aan de handgreep totdat deze helemaal geopend is en laat de handgreep niet eerder los. 22 ATAG °C °C De oven heeft vier inzetniveaus. Deze inzetniveaus worden geteld vanaf de bodem van de oven (zie afbeelding). Het is belangrijk dat deze bakplaten correct zijn geplaatst, zoals weergegeven in de afbeelding. Inzetniveau 1, 2 en 4 zijn voorzien van telescopische geleiders, die het plaatsen of verwijderen van bakplaten gemakkelijker maakt. 1. Trek de rechter en linker telescopische geleiders helemaal naar buiten, zoals weergegeven op de afbeelding. 2. Plaats de bakplaat of de grillpan op de telescopische geleiders, duw ze daarna voorzichtig helemaal in de oven (zie afbeelding). Probeer niet om de ovendeur te sluiten als de telescopische geleiders niet volledig in de oven zitten. Hierdoor kunnen het emaille en het glas van de deur beschadigd raken. Let op: Telescopische geleiders en andere accessoires worden erg heet! gebruik ovenhandschoenen of dergelijke! Plaats kookgerei nooit direct op de bodem van de oven. ATAG 23 De conventionele oven Als u deze instelling gebruikt komt de warmte van de bovenste en onderste verwarmingselementen. Hiermee kunt u op een enkel niveau gerechten bereiden, dit is met name geschikt voor gerechten die extra bruinering vergen, zoals quiches en vlaaien. Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook wat extra bruinering aan de bovenkant vergen kunnen ook heel goed bereid worden in de conventionele oven. Deze vorm van bereiden geeft u de mogelijkheid om gerechten klaar te maken zonder dat de ventilator is ingeschakeld. De boven- en onderwarmte gebruiken SYMBOOL OVENFUNCTIE INFRA VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 200°C TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C 1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT. 2. Draai aan de knop FUNCTIES tot het symbool op het display verschijnt. 3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts of links te draaien. Onderwarmte SYMBOOL FUNCTIE ONDERWARMTE VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 250°C TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C Deze functie is uitermate geschikt voor het blind bakken van taartbodems. Tevens kan deze functie worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het basisdeeg van quiches of hartige taarten gaar is. De vooraf ingestelde temperatuur is 250°C. Bovenwarmte SYMBOOL FUNCTIE BOVENWARMTE VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 250°C TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C 24 ATAG Deze functie is met name geschikt om ervoor te zorgen dat de deeg van quiches of hartige taarten doorbakken is. De vooraf ingestelde temperatuur is 250°C. Adviezen De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik van het middelste niveau. Om de onderkant van het gerecht extra te bruinen hoeft u alleen het rooster maar lager te zetten. Om de bovenkant van het gerecht extra te bruinen, het rooster hoger zetten. Het materiaal en de afwerking van de bakplaten en schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Emaillegoed, donkere of zware bakvormen en materiaal met een antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering. Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend aluminium of staal reflecteren de warmte en verminderen de bruinering. Zet gerechten altijd in het midden van het rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen. Plaats schalen op een bakplaat van de juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd. Plaats schalen, bakblikken of bakplaten niet direct op de bodem van de oven, deze wordt erg heet en kan de schalen beschadigen. Voor een snellere verwarming van de oven, kunt u door het indrukken van de toets “BOOSTER” gebruik maken van de snelverhittingsfunctie. Gerechten klaar maken op één niveau levert de beste resultaten. Als u gerechten op meerdere niveaus wilt bereiden, kunt u het beste gebruik maken van de turbo-hetelucht-functie. ATAG 25 De turbo-heteluchtoven De lucht in de oven wordt verwarmd door het element rond de ventilator, die zich achter het achterpaneel bevindt. De ventilator zorgt ervoor dat de hetelucht in de oven circuleert, waardoor de temperatuur in de oven gelijkmatig blijft. De voordelen van bereiden met deze functie zijn: Sneller voorwarmen Doordat de heteluchtoven snel op temperatuur komt, is het over het algemeen niet nodig om de oven voor te verwarmen. Wellicht heeft u echter toch 5-7 minuten extra bereidingsduur nodig. Voor recepten die hogere temperaturen vereisen, zoals brood, pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de beste resultaten als de oven eerst wordt voorverwarmd. Lagere temperaturen Koken met turbo-hetelucht vereist over het algemeen lagere temperaturen dan koken met onder- en bovenwarmte. Houd de aanbevolen temperaturen in de bak- en braadtabel aan. Denk er aan om de temperaturen met ongeveer 20-25 °C te verlagen voor uw eigen recepten die bereid worden met boven- en onderwarmte. Gelijkmatige warmteverdeling bij bakken SYMBOOL OVENFUNCTIE TURBO-HETELUCHT VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 175°C TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C De turbo-heteluchtoven biedt een uniforme verwarming op alle inzetniveaus. Dit betekent dat verschillende baksels met hetzelfde voedsel tegelijk in de oven bereid kunnen worden. De baksels op het bovenste niveau kunnen echter iets bruiner worden dan die op het onderste niveau. Dit is helemaal normaal. Er vindt geen smaakoverdracht plaats tussen de gerechten. 1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT. 2. Draai aan de knop FUNCTIES en selecteer de functie “Turbo-hetelucht” . 3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts of links te draaien. De koelventilator is bedoeld om de oven en het bedieningspaneel koel te houden. De ventilator wordt nadat de oven enkele minuten in werking is automatisch ingeschakeld. en voert de warme lucht 26 ATAG naar buiten via de opening bij de handgreep van de ovendeur. Als de oven wordt uitgeschakeld, blijft de ventilator ingeschakeld om de oven na te koelen, daarna schakelt de ventiltor automatisch uit. Adviezen De inzetniveaus hoeven niet exact te worden aangehouden, maar zorg er wel voor dat de roosters gelijkmatig zijn verdeeld. Indien u meerdere gerechten in de heteluchtoven bereidt, zet dan elk gerecht midden op een afzonderlijk rooster in plaats van meerdere gerechten op één rooster. Wanneer de oven volledig gevuld is, moet de bereidingstijd mogelijk wat worden verlengd. Er mag een bakplaat op de bodem van de oven worden geplaatst. U kunt de borden, in deze stand, beter op een bakplaat zetten dan op de bodem van de oven, om de lucht rondom het voedsel beter te laten circuleren. Wanneer de oven volledig gevuld is met één type gerechten (bijvoorbeeld bakplaten met een gelijke hoeveelheid kleine cakejes of grotere taarten van gelijke omvang), vereisen deze gerechten dezelfde bereidingstijd en kunnen ze tegelijk uit de oven worden gehaald. Wordt de oven daarentegen gebruikt voor de bereiding van bakplaten met verschillende hoeveelheden of typen gerechten (bijvoorbeeld koekjes en cakes), dan zijn deze gerechten mogelijk niet tegelijk klaar. De heteluchtfunctie kan worden gebruikt om gerechten (zoals vruchtentaarten, pasteitjes, saucijzenbroodjes en andere kleinere deeggerechten) direct te bereiden, zonder dat deze eerst ontdooid hoeven te worden. Houd een temperatuur aan van 190-200°C, gedurende 2040 minuten (afhankelijk van de hoeveelheid voedsel). Te hoge temperaturen kunnen ertoe leiden dat de gerechten ongelijkmatig bruineren. Houd in principe de aanbevolen temperaturen in de bak- en braadtabellen aan, maar pas indien nodig de temperatuur aan met 10°C. Verminder bij uw eigen recepten de temperatuur met ongeveer 20-25°C (indien deze recepten zijn berekend voor gebruik met boven- en onderwarmte). Plaats de braadslede nooit op een warme kookplaat of brander, anders kan het email barsten. ATAG 27 Grillen Tijdens het grillen moet de ovendeur gesloten zijn. Ondersteun de grillpan als u hem uit de oven haalt. De grootvlak-grill gebruiken 1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT. 2. Selecteer de functie “Grootvlak-grill” door aan de knop FUNCTIES te draaien; het symbool SYMBOOL FUNCTIE GROOTVLAK-GRILL VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 250°C TEMPERATUURBEREIK: 200°C - 250°C verschijnt op het display. 3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts of links te draaien. 4. Pas het niveau van het rooster en de grillpan aan voor de verschillende diktes van het voedsel. Plaats het voedsel dicht bij het element als u het snel wilt bereiden en iets verder weg voor een behoedzamer bereiding. Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoogste stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of toast gaat maken. Pas indien nodig de warmte-instelling en de stand van het rooster tijdens het bereiden aan. Tijdens het bereiden kunnen de koelventilator en het controlelampje van de thermostaat worden bediend op de wijze zoals beschreven voor de heteluchtfunctie. De spaar-grill gebruiken SYMBOOL SPAAR-GRILLELEMENT VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 250°C TEMPERATUURBEREIK: 200°C - 250°C 28 ATAG De spaar- grill zorgt voor snelle, directe hitte in het middelste gedeelte van de grillpan. Gebruik de spaargrill voor de bereiding van kleinere hoeveelheden, daardoor kunt u energie besparen. 1. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT. 2. Selecteer de functie “Spaar-grill” door aan de knop FUNCTIES te draaien; het symbool verschijnt op het display. 3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door de knop TEMPERATUUR/TIJD naar rechts of links te draaien. 4. Pas het niveau van het rooster en de grillpan aan voor de verschillende diktes van het voedsel en volg de instructies voor het grillen. Adviezen Het meeste voedsel moet op het rooster in de grillpan geplaatst worden om maximale luchtcirculatie mogelijk te maken en om voedsel boven het vet en de jus te houden. Indien gewenst kunnen gerechten zoals vis, lever en niertjes direct op de grillpan worden geplaatst. Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven. Overige ingrediënten, zoals tomaten en champignons, kunnen tijdens het grillen van vlees onder de grill worden geplaatst. Voor het roosteren van brood raden wij u aan het bovenste inzetniveau te gebruiken. Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding worden omgedraaid. Het grillelement wordt geregeld door de thermostaat. De grill met ventilator gebruiken SYMBOOL FUNCTIE GRILL MET VENTILATOR VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 180°C OVERSCHRIJD NIET DE 200°C De grill met ventilator biedt een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Het grillelement en de ventilator van de oven werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circuleert. De noodzaak om het voedsel te controleren en om te draaien is daardoor minder. Grillen met ventilator minimaliseert kookluchtjes in de keuken. Met uitzondering van toast en biefstukken, die van binnen rood moeten blijven, kunt u alle levensmiddelen grillen die u normaal bereidt met de conventionele grill. De bereiding gaat langzaam, daarom heeft het voedsel meestal iets langer nodig om gaar te worden in vergelijking met grillen met een ventilator ten opzichte van conventioneel grillen. Een van de voordelen is dat grotere hoeveelheden tegelijkertijd bereid kunnen worden. ATAG 29 1. 2. Schakel de oven in met de toets AAN/UIT. Draai aan de knop FUNCTIES en selecteer de functie “Grill met ventilator” . 3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien. 4. Pas het niveau van het rooster en de grillpan aan voor de verschillende diktes van het voedsel en volg de instructies voor het grillen. Adviezen Bereid voedsel op dezelfde manier als bij normaal grillen. Strijk mager vlees en vis licht in met een beetje olie of boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven. Pizzafunctie Het onderste element geeft directe warmte af voor de onderkant van de pizza-, quiche- of taartbodem, als de ventilator de lucht rond het beleg of de taartvullingen laat circuleren. Voor de beste resultaten raden wij u het gebruik van de onderste inzetniveaus aan. 1. 2. SYMBOOL OVENFUNCTIE PIZZA VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR: 175°C TEMPERATUURBEREIK: 30°C - 250°C 30 ATAG Schakel de oven in met de toets AAN/UIT. Selecteer met de knop FUNCTIES de functie “Pizza”; het symbool display. verschijnt op het 3. Pas de temperatuur, indien nodig, aan door aan de knop TEMPERATUUR/TIJD te draaien. Ontdooien De ovenventilator werkt zonder warmte en laat de lucht in de oven op kamertemperatuur circuleren. Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid. Houd er echter rekening mee dat de temperatuur in de keuken van invloed is op de snelheid van het ontdooien. Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg. Het gebruik van de ontdooifunctie 1) 2) SYMBOOL FUNCTIE ONTDOOIEN DE TEMPERATUURINSTELLING KAN NIET WORDEN GEWIJZIGD Schakel de oven in met de toets AAN/UIT. Selecteer de functie “Ontdooien” door aan de knop FUNCTIES te draaien; het symbool verschijnt op het display. 3) Op het display verschijnt de indicatie “Ontdooien”. Adviezen • Bedek de gerechten met een deksel of aluminium- of plasticfolie, om te voorkomen dat het voedsel tijdens het ontdooien uitdroogt. • ZORG ERVOOR DAT DE GERECHTEN DIRECT NA HET ONTDOOIEN GOED WORDEN GEGAARD. • Plaats bevroren voedsel zo mogelijk op een enkele laag en draai het halverwege het ontdooiproces om. • Alleen stukken vlees en gevogelte van maximaal 2 kg. kunnen op deze wijze worden ontdooid. ATAG 31 Kooktabellen Onder- en bovenwarmte en Hetelucht Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven moet altijd 10 minuten worden voorverwarmd. Onder- en bovenwarmte GERECHT GEBAK Schuimtaart Zandkoekdeeg Kwarktaart Appeltaart (appelcake) Strudel Jamtaart Fruitcake Biscuitgebak Kerstcake Pruimentaart Kleine cake Koekjes Schuimpjes Koffiebroodjes Soesjes Taartjes BROOD EN PIZZA Wit brood Roggebrood Broodjes Pizza HARTIGE TAARTEN Hartige taart Groentetaart Quiche Lasagne Cannelloni VLEES Rund Varken Kalf Rosbief rood medium doorbakken Varkensschouder Varkensschenkel Lam Kip Kalkoen Eend Gans Konijn Haas Fazant Gehaktbrood VIS Forel/Zeebrasem Tonijn/Zalm Niveau 4 3 2 1 Hetelucht temp. °C Bereidingstijd in minuten OPMERKINGEN Niveau temp. °C (1en 3)* (1en 3)* 160 160 165 160 160 180 150 165 150 160 160 150 150 190 170 170 45-60 20-30 60-80 90-120 60-80 40-45 60-70 30-40 120-150 50-60 20-35 20-30 60-90 12~20 25-35 45-70 In cakevorm In cakevorm In cakevorm In cakevorm Op bakplaat In cakevorm In cakevorm In cakevorm In cakevorm In broodvorm Op bakplaat Op bakplaat Op bakplaat Op bakplaat Op bakplaat In cakevorm 4 3 2 1 2 2 1 1 2 2 2 1 1 1 3 3 2 2 2 of 3 2 170 170 175 170 180 190 170 170 150 175 170 150 135 200 210 180 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 2 2 195 190 200 200 2 1 2 (1en 3)* 2 185 180 175 200 60-70 30-45 25-40 20-30 In broodvorm Op bakplaat Op bakplaat 2 2 1 2 2 200 200 210 200 200 2 (1en 3)* 2 (1en 3)* 1 2 2 175 175 190 200 200 40-50 45-60 30-40 25-35 25-35 In In In In In 2 2 2 190 180 190 2 2 2 175 175 175 50-70 100-130 90-120 Op rooster Op rooster Op rooster 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 210 210 210 180 180 190 190 180 175 175 190 190 190 180 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 2 2 2 200 200 200 170 160 175 200 160 220 160 175 175 175 170 50-60 60-70 70-80 120-150 100-120 110-130 70-85 210-240 120-150 150-200 60-80 150-200 90-120 tot.150 Op rooster Op rooster Op rooster Met zwoerd 2 stuks Bout Heel Heel Heel Heel In stukken In stukken Heel in broodvorm 2 2 190 190 2 (1en 3)* 2 (1en 3)* 175 175 40-55 35-60 3-4 vissen 4-6 filets (1en 3)* (1en 3)* (1en 3)* (1en 3)* (1en 3)* (1en 3)* bakvorm bakvorm bakvorm bakvorm bakvorm De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Misschien moeten de temperaturen aangepast worden aan persoonlijke wensen. (*) Als u gelijktijdig meer dan een gerecht wilt bereiden, adviseren wij u deze op de tussen haakjes aangegeven inzetniveaus te plaatsen. 32 ATAG Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen. Grillen Hoeveelheid GERECHT Stuks gr. 4 4 8 4 2 4 4 6 800 600 / 600 1000 / 400 600 4 4~6 4~6 400 / / Tournedos Biefstuk Worstjes Varkenskarbonades Kip (in twee helften) Kebabs Kip (borst) Hamburger* * Voorverwarmen 5’00'’ Vis (filets) Sandwiches Toast Bereidingstijd (minuten) Grillen 4 3 2 1 temp.°C 1e kant 2e kant 3 3 3 3 3 3 3 2 250 250 250 250 250 250 250 250 12~15 10~12 12~15 12~16 30~35 10~15 12~15 20-30 12~14 6~8 10~12 12~14 25~30 10~12 12~14 3 3 3 250 250 250 12~14 5~7 2~4 10~12 / 2~3 Niveau Grillen met hetelucht Als u de functie grillen met hetelucht gebruikt, dient u een maximale temperatuur van 200°C te selecteren. GERECHT Hoeveelheid (gr.) Niveau 1000 1000 500 800 3 3 3 3 3 3 3 3 Opgerolde braadstukken (kalkoen) Kip (in twee helften) Kippenpoten Kwartel Groentegratin Sint Jacobsschelpen Makreel Vismoten Temp. °C 4 3 2 1 200 200 200 200 200 200 200 200 Bereidingstijd (minuten) Onder Boven kant kant 30 ~ 40 25 ~ 30 15 ~ 20 25 ~ 30 20 ~ 25 15 ~ 20 15 ~ 20 12 ~ 15 20 ~ 30 20 ~ 30 15 ~ 18 20 ~ 25 10 ~ 15 8 ~ 10 Pizzafunctie Pizzafunctie SOORT GERECHT Pizza , groot Pizza , klein Broodjes 4 3 2 1 1 1 1 temp.°C 200 200 200 Bereidingstijd in minuten 15~25 10~20 15~25 OPMERKINGEN op bakplaat op bakplaat of op rooster op bakplaat De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Misschien moeten de temperaturen aangepast worden aan persoonlijke wensen. ATAG 33 Reiniging en onderhoud Trek voordat u de oven gaat schoonmaken altijd eerst de stekker uit het stopcontact en laat de oven afkoelen. Het apparaat mag niet worden gereinigd met een stoomreiniger. Zorg ervoor dat de oven altijd schoon is. Vet- of voedselresten in de oven kunnen brand veroorzaken (met name in de grillpan). Let op: Voordat u de oven gaat reinigen, moet de stekker van het apparaat uit het stopcontact worden gehaald. Voor een lange levensduur van het apparaat is het noodzakelijk de volgende reinigingswerkzaamheden regelmatig uit de voeren: - Maak de oven pas schoon als deze is afgekoeld. - Maak de geëmailleerde delen schoon met een sopje. - Gebruik geen schuurmiddelen. - Droog de onderdelen van roestvrij staal en de glasplaat met een zachte doek. - Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare reinigingsmiddelen voor roestvrij staal of warme azijn. Het emaille van de oven is uiterst duurzaam en in hoge mate resistent. De inwerking van hete fruitzuren (citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen echter op de oppervlakken van emaille blijvende matte en ruwe vlekken achterlaten. Dergelijke vlekken op het hoogglanzende oppervlak van het emaille hebben echter geen invloed op de functies van de oven. Reinig de oven grondig na elk gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het makkelijkst verwijderen. Verder inbranden wordt daardoor voorkomen. 34 ATAG Reinigingsmiddelen Controleer voordat u een reinigingsmiddel gaat gebruiken altijd of dit geschikt is voor uw oven en of de toepassing door de fabrikant wordt aanbevolen. Reinigingsmiddelen met bleekmiddel mogen NIET worden gebruikt, aangezien deze de toplaag van de oppervlakken dof kunnen maken. Gebruik geen agressieve schuurmiddelen. Buitenkant reinigen Neem regelmatig het bedieningspaneel, de ovendeur en de afdichting af met een zachte, goed uitgewrongen doek met warm water en wat vloeibaar reinigingsmiddel. Om beschadigen of verzwakken van de glasplaten van de deur te voorkomen, moet u het gebruik van de volgende producten vermijden: • Was- en bleekmiddelen • Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn voor pannen met antiaanbaklaag • Schuursponsjes van staalwol • Chemische ovensponsjes of spuitbussen • Roestverwijderaars • Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen Reinig het venster aan de binnen- en buitenkant met een warm sopje. Mocht het binnenvenster van de deur erg verontreinigd zijn, dan is het gebruik van een speciaal reinigingsmiddel aan te bevelen. Gebruik geen verfkrabber om aangekoekt vuil te verwijderen. Binnenkant oven De emaillen bodem van de oven kunt u het beste reinigen terwijl de oven nog warm is. Veeg de oven na elk gebruik schoon met een zachte doek gedrenkt in warm water met een afwasmiddel. Af en toe moet de oven grondiger worden gereinigd. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare ovenreiniger. ATAG 35 Ovendeur reinigen Deze aanwijzingen hebben betrekking op de ovendeur, zoals die door de fabrikant is geleverd. Als de draairichting van de ovendeur op uw verzoek of bij de installatie veranderd is, moeten de indicaties rechts/links toegepast worden op de andere kant. Wij adviseren u de beide binnenpanalen van de deur te verwijderen, voordat u de ovendeur gaat reinigen. Volg de volgende aanwijzing a.u.b. op. A Houd met beide handen de geperforeerde plaat A vast op de juiste plaats en duw (omhoog) de plaat eruit. Afb. 25: Afb. 25 B Afb. 26: Houd het binnenruit B met beide handen goed vast en duw (omhoog) de ruit eruit. Houd de ruit B goed vast, zodat het niet kan kantelen en eruit kan vallen. Afb. 26 36 ATAG Afb. 27: Houd vervolgens met beide handen het C Afb. 27 A tweede binnenruit C goed vast en duw (omhoog) de ruit eruit. Nadat de binnenruiten zijn verwijderd, kunt u deur en de ruiten schoonmaken. De glasplaten alleen schoonmaken met warm water. Geen ruwe lappen, schuursponsjes, staalwol, zuren of schuurmiddelen gebruiken, om de oppervlakken van de glasplaten en de deur niet te beschadigen. Na het schoonmaken de binnenruiten weer op hun plaats zetten. Om de binnenruit C (met zijdecor langs het frame) correct te bevestigen, moet de kant met de streepmarkering naar de oven toe geplaatst worden zodat als u het oppervlak aanraakt, de lichte ribbeling van de afscherming voelbaar is. Om de binnenruit B (met zijdecor aan de zijkanten) correct te bevestigen, moet de kant met de streepmarkering naar de ovendeur toe geplaatst worden zodat als u het oppervlak aanraakt, de licht ribbeling van de afscherming niet voelbaar is. Na het reinigen van de binnenruiten: Afb. 28: breng de geperforeerde plaat A weer aan op de oorspronkelijke plaats en controleer of alles goed bevestigd is. Apparaten van roestvrij staal of aluminium Wij raden aan de ovendeur alleen met een natte spons te reinigen en daarna met een zachte doek Afb. 28 af te drogen. Gebruik geen schurende voorwerpen, zuren of schuurmiddelen, want die kunnen het oppervlak beschadigen. Reinig de kap even zorgvuldig. Reinig de ovendeur NIET als de glasplaten nog warm zijn. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt nageleefd, kan de glasplaat barsten. Als de glasplaat van de deur gebarsten is of diepe krassen heeft, wordt het glas minder sterk en moet het worden vervangen om te voorkomen dat het breekt. Neem contact op met onze reparatieafdeling, die u graag advies zal geven. ATAG 37 Indien nodig kan de ovendeur worden omgedraaid. Deze handleiding mag UITSLUITEND worden uitgevoerd door een geautoriseerd installateur. Neem contact op met uw dealer voor instructies. Klanten worden geadviseerd deze handeling niet zelf uit te voeren. Klachten die voortvloeien door de draairichting van de deur te veranderen, zijn uitgesloten van de garantie. ATAG levert diverse reinigingsmiddelen onder de naam ATAG Shine. U kunt deze bestellen via de website: www.hps.nl. Op deze website staan bovendien diverse reinigings- en bedieningstips voor het apparaat. Ovengeleiders en telescopische geleiders Afb. 29 Afb. 30 38 ATAG Laat de oven eerst volledig afkoelen en trek de stekker uit het stopcontact. U kunt de geleiders verwijderen, zodat ze gemakkelijk kunnen worden gereinigd. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. verwijder de voorste schroef terwijl u met de andere hand de geleider vasthoudt (zie afbeelding 29). 2. maak de achterste haak los en neem de geleider eruit. Doe hetzelfde aan de andere kant van de oven (zie afbeelding 30). Reiniging Reinig de set geleiders aan de buitenkant alleen met in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen. Goed afspoelen en met een zachte doek afdrogen. De telescopische geleiders mogen niet in de afwasmachine worden gewassen. Als u de geleiders reinigt, dient u niet het smeermiddel achter de telescopische geleiders te verwijderen. Dit smeermiddel is bedoeld om ervoor te zorgen dat de geleiders goed werken. 3. Zodra u klaar bent met reinigen, dient u de geleiders in omgekeerde volgorde van de procedure weer aan te brengen. Zorg ervoor dat de borgmoeren van de geleider goed vastgedraaid zijn. Het ovenlampje vervangen Haal de stekker uit het stopcontact Als het ovenlampje moet worden vervangen, moet het nieuwe lampje voldoen aan de volgende eisen: Vermogen: 25 W, Voltage: 230 V (50 Hz), Hittebestendig tot 300 °C, Soort aansluiting: E14. Deze lampjes zijn verkrijgbaar bij onze service-afdeling. Het defecte lampje vervangen: 1. Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald. 2. Druk het glazen dekseltje in en draai het tegen de klok in. 3. Verwijder het kapotte lampje en vervang dit door een nieuw. 4. Zet het glazen dekseltje terug en steek de stekker weer in het stopcontact. ATAG 39 Wat te doen als er iets fout gaat Als het apparaat niet goed werkt, lees dan eerst de onderstaande aanwijzingen door, voordat u contact opneemt met onze service-afdeling. PROBLEEM OPLOSSING De oven schakelt niet in. Controleer of de bereidingsfunctie en de temperatuur zijn ingesteld. of Controleer of het apparaat goed is aangesloten en de zekering in de huisinstallatie in orde is. of Bent u vergeten om terug te schakelen naar de handmatige modus, na het gebruik van de optie Klok einde bereidingstijd? Het controlelampje van de thermostaat gaat niet branden. Stel de temperatuur met de thermostaatknop van de oven in. of Stel een functie in met de functieknop. De ovenverlichting gaat niet branden. Stel een functie in met de functieknop. of Controleer het lampje en vervang het indien nodig (zie de paragraaf “Het ovenlampje vervangen”). De bereiding van de gerechten duurt te lang of de gerechten worden te snel gaar. De temperatuur moet aangepast worden. of Neem de aanwijzingen en tips in deze handleiding goed door, met name het hoofdstuk “Gebruik van de oven“. Stoom en condenswater slaan neer op de gerechten en de deur van de oven. Laat de gerechten na afloop van de bereiding niet langer dan 15-20 minuten in de oven staan. F” gevolgd door Foutcode (letter “F cijfers) verschijnt op het bedieningspaneel. Noteer de foutcode en neem contact op met een geautoriseerd servicecentrum. 40 ATAG Technische gegevens De oven moet volgens de meegeleverde instructies worden geïnstalleerd. Deze oven moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de geldende normen en voorschriften. Vermogen verwarmingselementen Onderwarmte 1000 W Bovenwarmte 800 W Onder- en bovenwarmte 1800 W Kleine grill 1650 W Grote oppervlakte grill 2450 W Grillen met hetelucht 1650 W Gebruik met hetelucht 2000 W Pizza functie 3000 W Ovenlampje 25 W Ovenventilator 25 W Koelventilator 25 W Totale aansluitwaarde Spanning (50 Hz) 3075 W 230 V Inbouw Hoogte onder bovenkant 585 mm in kolom 580 mm Breedte 560 mm Diepte 550 mm Oven Hoogte 335 mm Breedte 395 mm Diepte Inhoud oven 400 mm 53 l ATAG 41 Instructies voor de installateur Inbouw en installatie moeten uitgevoerd worden met strikte inachtneming van de geldende voorschriften. Elke ingreep mag slechts plaatsvinden als het apparaat uitgeschakeld is. Ingrepen mogen uitsluitend verricht worden door een erkend installateur. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als de veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. Aansluiten op netstroom Let voor het aansluiten op het volgende: - De zekering en de huisinstallatie moeten op de max. belasting van het apparaat berekend zijn (zie typeplaatje). - De huisinstallatie moet voorzien zijn van een aardaansluiting overeenkomstig de geldende voorschriften. - De wandcontactdoos (type Perilex als de oven is uitgevoerd in combinatie met een elektrische kookplaat) en de meerpolige installatieautomaat of groepsschakelaar moeten ook na installatie van het apparaat makkelijk bereikbaar zijn. Het apparaat wordt geleverd met een aansluitsnoer waarop een standaard stekker is bevestigd, die geschikt is voor de totale aangegeven elektrische spanning die op het typeplaatje staat. De stekker moet in een geschikte wandcontactdoos worden gestoken. Indien u een directe aansluiting op de elektriciteitsvoorziening (hoofdleiding) wenst, moet u tussen het apparaat en de hoofdleiding een omnipolaire schakelaar met een minimumafstand van 3 mm tussen de contactpunten monteren. Deze schakelaar moet geschikt zijn voor de vereiste belasting en voldoen aan de geldende voorschriften. De groengele aardingsdraad mag niet onderbroken worden door de schakelaar en moet 2-3 cm. langer te zijn dan de andere draden. 42 ATAG Het aansluitsnoer moet worden aangesloten op een geaarde wandcontactdoos (230 V~ 50 Hz type Perilex als de oven is uitgevoerd met een elektrische kookplaat). Deze wandcontactdoos moet overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd zijn. De volgende typen aansluitsnoeren zijn geschikt, met inachtneming van de nominale doorsneden: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F. Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig geplaatst zijn, dat het nergens 50°C (boven kamertemperatuur) bereikt. Na de aansluiting moeten de verwarmingselementen gecontroleerd worden, door ze ongeveer 3 minuten te laten werken. Klemmenbord De oven is voorzien van een makkelijk toegankelijk klemmenbord, dat berekend is voor de werking op een eenfase-stroomvoorziening van 230 V. Letter L Onder stroom staande klem Letter N of E - Neutrale klem - Aardeklem Service en onderdelen Als na de controles opgesomd in hoofdstuk “Wat te doen als er iets fout gaat”, het apparaat nog steeds niet correct werkt, dient u contact op te nemen met onze service-afdeling en de volgende gegevens door te geven die op het typeplaatje staan: de specifieke klacht, het model van het apparaat (Mod.), het productnummer (Prod. nr.) en het serienummer (Serie nr.). Dit plaatje bevindt zich op de rand aan de voorkant van de binnenkant van de oven. De originele onderdelen, die door de fabrikant gecertificeerd zijn, zijn alleen verkrijgbaar bij geautoriseerde onderdelenwinkels. ATAG 43 Instructies voor de inbouw Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte afmetingen hebben. In overeenstemming met de geldende voorschriften moeten alle delen, die de bescherming tegen aanraking van onder spanning staande en geïsoleerde delen garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet zonder gereedschap verwijderd kunnen worden. Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele afsluitende kanten aan het begin of einde van een rij inbouwapparaten. De bescherming tegen aanraking moet in ieder geval door het inbouwen gegarandeerd zijn. Het apparaat kan met de achterkant resp. zijkant tegen hogere keukenmeubelen, apparaten of wanden geplaatst worden. Aan de andere zijkant mogen er echter geen andere apparaten of meubelen van dezelfde hoogte als het apparaat geplaatst worden. Afb. 31 IN 550 M 560 -5 585 Afb. 32 Afmetingen oven (afb. 31) Instructies voor de inbouw 0 10 80÷ 70 Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte afmetingen hebben (afb. 32-33). Afb. 33 Bevestiging in het meubel 1. Open de ovendeur. 2. Bevestig de oven aan het meubel door de vier afstandhouders te plaatsen (afb. 34 - A), die precies in de daarvoor bedoelde gaten van het frame passen en deze vervolgens met de vier meegeleverde houtschroeven (afb. 34 - B) te bevestigen. Afb. 34 44 ATAG Adressen en telefoonnummers van serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart. de 359055501 / gba 88022341 03/08 R.A Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Atag OX6211P Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen