AEG 6400 KMN Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

C6400K
Das Glaskeramik-Kochfeld
Het vitrokeramische kookveld
Plan de cuisson vitrocéramique
The Glass Ceramic Hob
34
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Let vooral op hoofdstuk Veiligheid op de eerste paginas. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing goed zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het
boekje door aan een eventuele volgene eigenaar van het apparaat.
1
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die
belanggrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het
apparaat.
Let goed op deze aanwijzingen.
0 1. Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ...
3. ...
3
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
praktisch gebruik van het apparaat.
2
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in deze gebruiksaanwijzing
tips om storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk Wat is er aan de
hand als....
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze ser-
vice-afdeling (adres en telefoonnummer vindt u onder Adres klanten-
service). Zie ook hoofdstuk Service.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
35
INHOUD
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
De belangrijkste kenmerken van uw apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Opbouw van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Uitrusting van kookplaat en bedieningsveld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Digitale indicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Voor het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Bediening van de kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
TOUCH-CONTROL-sensorvelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Kookzoneselectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Kookvermogen + - - . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Kookzone uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Restwarmte-indicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Toepassingen, tabellen, tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Tabellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Kookveld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Omranding van de kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Wat is er aan de hand als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
36
Montage-aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
Gebruiksaanwijzing
37
GEBRUIKSAANWIJZING
1 Veiligheid
De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de Europese en Nederlandse
normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt u met onder-
staande aanwijzingen m.b.t. de veiligheid vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door
een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
3
Volg deze aanwijzingen op, omdat anders bij schade de aanspraak op
garantie vervalt.
Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt nadat ze zijn inge-
bouwd in passende inbouwkasten en werkbladen die aan de normen
voldoen. Daarmee wordt de vereiste aanrakingsbescherming van elek-
trische apparaten veiliggesteld.
Als zich storingen aan het apparaat, breuken, barsten of scheuren
voordoen:
alle kookzones uitschakelen,
de zekering voor de kookplaat in de huisinstallatie uitschakelen.
Veiligheid voor kinderen
Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet. Houd daarom kleine
kinderen altijd uit de buurt.
Veiligheid tijdens het gebruik
Dit apparaat mag alleen voor het normaal koken en braden van
levensmiddelen worden gebruikt.
Gebruik de kookplaat niet om het vertrek te verwarmen.
Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan stopcon-
tacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet met hete
kookzones in aanraking komen.
Oververhitte vetten en oliën vliegen snel in brand. Als u gerechten in
vet of olie (bijv. patates frites) bereidt, dient u altijd in de buurt te
blijven.
Schakel elke keer na het gebruik de kookzones uit.
Gebruiksaanwijzing
38
Veiligheid bij het reinigen
U moet het apparaat uitschakelen voordat u het gaat reinigen. Het rei-
nigen van het apparaat met een stoomstraal- of hogedrukreiniger is om
veiligheidsredenen verboden.
Zo vermijdt u beschadigingen aan het toestel
Gebruik de kookplaat niet als werkblad of bergplaats.
Gebruik de kookzones niet zonder of met leeg kookgerei.
Vitrokeramische oppervlakken zijn ongevoelig voor temperatuur-
schokken en zeer resistent, maar niet onbreekbaar. Met name puntige
en harde voorwerpen die op het kookoppervlak vallen, kunnen
beschadigingen veroorzaken.
Gebruik geen kookpotten uit gietijzer of met beschadigde bodems die
ruw zijn of bramen vertonen. Bij het verschuiven ervan kunnen
immers krassen ontstaan.
Zet geen pannen of kookpotten op de omranding van de kookplaat.
Er kunnen krassen en beschadigingen van de laklaag ontstaan.
Zorg ervoor dat er geen azijn, citroen of kalkoplossende middelen op
de omranding van het kookveld terechtkomen, anders ontstaan er
matte vlekken.
Wanneer er suiker of een bereiding met suiker op de hete kookzone
terechtkomt en smelt, dient u deze onmiddellijk, in hete toestand, te
verwijderen met een reinigingsschraper Indien de massa afkoelt, kan
het oppervlak bij verwijdering beschadigd worden.
Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten, bv. kunst-
stof, aluminiumfolie of fornuisfolie, uit de buurt van het vitrokerami-
sche oppervlak. Indien er toch iets mocht smelten op het
vitrokeramische oppervlak, dan moet dit, eveneens onmiddellijk, wor-
den verwijderd met de reinigingsschraper.
Gebruiksaanwijzing
39
2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Alle verpakkingsdelen zijn recyclebaar, folies en piepschuim onderde-
len zijn overeenkomstig gecodeerd. Verpakkingsmateriaal en even-
tuele oude apparaten moeten op de juiste manier weggegooid
worden.
Houd u aan de nationale en regionale voorschriften en let op de
materiaalaanduiding (materiaalscheiding, afvalverzameling, inzamel-
punten).
Aanwijzingen voor het weggooien
Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de
gemeentelijke reinigingsdienst of het gemeentehuis.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten moeten voor het weggooien
onbruikbaar gemaakt worden. Aansluitsnoer verwijderen.
Gebruiksaanwijzing
40
De belangrijkste kenmerken van uw appa-
raat
Glaskeramische kookplaat: Het apparaat heeft een glaskeramische
kookplaat en 4 snel opgloeiende kookzones Hierbij wordt door bij-
zonder sterke stralingselementen de opwarmduur van het verwar-
mingselement aanzienlijk verkort.
Sensorvelden: De bediening van het apparaat geschiedt d.m.v.
TOUCH-CONTROL-sensorvelden.
Reiniging: Het voordeel van de glaskeramische kookplaat en de sen-
sorvelden is de makkelijke reiniging. De gladde oppervlakte is makke-
lijk te reinigen. (Zie hoofdstuk: Reiniging en onderhoud)
Sensorveld aan/uit: Het apparaat heeft met het sensorveld aan/uit
een aparte hoofdschakelaar, waarmee de stroomverzorging naar het
apparaat compleet in- en uitgeschakeld kan worden.
Indicaties: Digitale indicaties geven u informatie over ingestelde
kookstanden, geactiveerde functies en over evt. nog aanwezige rest-
warmte van de betreffende kookzone.
Veiligheidsuitschakeling: Een veiligheidsuitschakeling zorgt ervoor
dat alle kookzones na een bepaalde tijd worden uitgeschakeld als de
instellingen niet worden veranderd.
Warmhoudstand: ! is de kookstand waarop u gerechten warm
kunt houden.
Restwarmte-indicatie: Een h voor restwarmte brandt in de indica-
tie, als de kookzone nog zo warm is dat verbrandingsgevaar bestaat.
Kinderbeveiliging: Met deze functie kunt u het kookveld tegen het
per ongeluk inschakelen beveiligen.
Gebruiksaanwijzing
41
Opbouw van het apparaat
Uitrusting van kookplaat en bedieningsveld
Digitale indicaties
De vier indicatievelden, die bij de vier kookzones horen, geven aan:
j, na het inschakelen en bij automatische uitschakeling door de vei-
ligheidsfunctie,
= bij het kiezen van een kookzone,
! tot ), afhankelijk van de gekozen kookstand,
h bij restwarmte,
f bij storing,
g bij kinderbeveiliging.
Gebruiksaanwijzing
42
1
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones
Als één van de kookzones na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld
of de kookstand niet wordt veranderd, wordt de betreffende kookzone
automatisch uitgeschakeld.
In de indicatie van alle ingeschakelde kookzones verschijnt h en na het
afkoelen j.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
3
Mochten één of meer kookzones vóór afloop van de aangegeven
tijd worden uitgeschakeld, kijk dan in hoofdstuk Wat is er aan de
hand als ....
Veiligheidsuitschakeling opheffen
Om de geactiveerde veiligheidsuitschakeling op te heffen moet het
apparaat met sensorveld AAN/UIT
n uit- en dan weer ingeschakeld
worden. Daarna zijn de kookzones weer klaar voor gebruik.
Uitschakelen door andere oorzaken
Als overkokende vloeistof op het bedieningsveld terechtkomt, worden
alle kookzones direct uitgeschakeld.
Dat gebeurt ook als u een natte doek op het bedieningsveld legt. In
beide gevallen moet het apparaat weer met de hoofdschakelaar
n
worden ingeschakeld, nadat de vloeistof of de doek is verwijderd.
Voor het in gebruik nemen
Reinigen
De glaskeramische kookplaat met een vochtige doek afnemen.
1
Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De
oppervlakte kan beschadigd worden.
kookstand 1 - 2 na 6 uur
kookstand 3 - 4 na 5 uur
kookstand 5 na 4 uur
kookstand 6 - 9 na 1,5 uur
Gebruiksaanwijzing
43
Bediening van de kookplaat
3
Bij het inschakelen van een kookzone kan deze kort zoemen. Dat is een
eigenschap van alle glaskeramische kookzones en heeft geen negatieve
invloed op het functioneren of de levensduur van het apparaat.
TOUCH-CONTROL-sensorvelden
Om de TOUCH-CONTROL-sensorvelden te bedienen legt u uw vinger
plat op het gewenste veld, tot de betreffende indicaties aan of uit gaan,
resp. de gewenste functie wordt uitgevoerd.
Gebruiksaanwijzing
44
Apparaat inschakelen
Het complete apparaat wordt met het sensorveld aan/uit n inge-
schakeld.
0 Het sensorveld aan/uit ca. twee seconden lang aanraken.
De digitale indicaties geven j aan en de punt knippert.
3
Nadat u d.m.v. sensorveld aan/uit het apparaat hebt ingeschakeld,
moet binnen ca. 10 seconden met de kookzonekeuzetoetsen één van de
kookzones worden geselecteerd. Anders wordt het apparaat om veilig-
heidsredenen weer uitgeschakeld.
Apparaat uitschakelen
Om het apparaat compleet uit te schakelen sensorveld aan/uit n
aanraken.
0 Sensorveld aan/uit ca. een seconde lang aanraken.
3
Na het uitschakelen van een kookzone of van de gehele kookplaat
wordt nog aanwezige restwarmte met h (van heet) in de digitale
indicaties van de betreffende kookzones aangegeven.
Gebruiksaanwijzing
45
Kookzoneselectie
Om de gewenste kookzone te selecteren,
0 moet u gedurende ca. één seconden op de overeenkomstige sensortoets
drukken.
Op het overeenkomstige indicatorveld van de kookzone licht = opl
met digitaal punt.
3
Het decimaalpunt geeft aan dat enkel aan deze kookzone instellingen
gedaan kunnen worden.
Gebruiksaanwijzing
46
Kookvermogen + - -
Voor het instellen of verzetten van de vermogenstand (van ! tot )).
0 Met de sensortoets + verhoogt u de kookvermogen.
Met de sensortoets - verlaagt u de kookvermogen.
3
Als er meerdere kookzones tegelijk in gebruik zijn, dan moet voor het
verhogen van de vermogenstand de gewenste kookzone door het aan-
raken van de betreffende sensortoets gekozen worden. Het decimaal-
punt op het display geeft telkens de gekozen kookzone weer.
Gebruiksaanwijzing
47
Kookzone uitschakelen
0 1. Met de kookzone-sensorvelden gewenste kookzone selecteren.
2. Om uit te schakelen de sensorvelden + en - tegelijk aanraken of met
sensorveld - op nul terugzetten.
3
Een kookzone kan alleen worden uitgeschakeld, als de punt in de indi-
catie brandt.
Restwarmte-indicatie
Na het uitschakelen van een kookzone of van de gehele kookplaat
wordt nog aanwezige restwarmte met h (van heet) in de digitale
indicaties van de betreffende kookzones aangegeven.
Ook na het uitschakelen van de kookzone gaat de restwarmte-indicatie
pas uit als de kookzone is afgekoeld.
2
U kunt de restwarmte gebruiken voor het smelten en warmhouden van
gerechten.
1
Attentie! Zolang de restwarmte-indicatie brandt, bestaat er verbran-
dingsgevaar.
1
Attentie! Bij stroomuitval gaat ook symbool h uit en daarme de
waarschuwing voor aanwezige restwarmte. Er bestaat echter nog
steeds verbrandingsgevaar. Dat kunt u voorkomen door goed op te let-
ten.
Gebruiksaanwijzing
48
Kinderbeveiliging
Kinderbeveiliging activeren
De kinderbeveiliging voorkomt onopzettelijk inschakelen van de kook-
zones.
3
De kinderbeveiliging kan enkel geactiveerd worden wanneer er geen
kookzone ingeschakeld is.
0 1. Op sensortoets AAN/UIT drukken.
2. Druk ca. een seconde tegelijk op de
sensortoetsen plus en min en laat ze
opnieuw los.
3. Druk opnieuw op de sensortoets
plus. Op de digitale indicators wordt
ca. tien seconden lang g weerge-
geven.
Nu is de kinderbeveiliging geacti-
veerd.
Gebruiksaanwijzing
49
Gebruik van de kookzone met geactiveerde kinderbeveiliging
0 1. Op sensortoets AAN/UIT drukken.
Op de digitale indicators wordt g
weergegeven.
2. Druk binnen tien seconden ca. een
seconde tegelijk op de sensortoet-
sen plus en min.
De digitale indicators geven j weer
en het digitale punt knippert.
3. Kookzone selecteren.
4. Gewenste vermogen instellen.
1
Tot aan de volgende uitschakeling van het toestel blijft de kinderbevei-
liging gedeactiveerd. Alle kookzones kunnen op de normale manier
ingesteld worden.
Gebruiksaanwijzing
50
Kinderbeveiliging deactiveren
3
De kinderbeveiliging kan enkel gedeactiveerd worden wanneer er geen
kookzone in werking is.
0 1. Op sensortoets AAN/UIT drukken.
Op de digitale indicators wordt g
weergegeven.
2. Druk ca. een seconde tegelijk op de
sensortoetsen plus en min en laat ze
opnieuw los.
3. Druk opnieuw op de sensortoets
min. Op de digitale indicators dooft
het symbool g en j wordt weer-
gegeven. Nu is de kinderbeveiliging
gedeactiveerd.
Gebruiksaanwijzing
51
Toepassingen, tabellen, tips
Pannen
Hoe beter de pan, des te beter het kookresultaat.
Goede pannen herkent u aan de bodem. De bodem moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Let bij het kopen van pannen op de diameter van de bodem. Fabri-
kanten geven vaak de diameter van de bovenste rand van de pan aan.
Pannen met een aluminium of koperen bodem kunnen metaalachtige
verkleuringen op de glaskeramische plaat achterlaten die moeilijk of
helemaal niet meer te verwijderen zijn.
Gebruik geen pannen van gietijzer of pannen met een beschadigde
bodem met ruwe plekken en bramen. Bij het verschuiven kunnen blij-
vende krassen ontstaan.
In koude toestand is de panbodem normaliter iets
naar binnen gewelfd (hol). De panbodem mag in
geen geval naar buiten gewelfd (bol) zijn.
Let op de aanwijzingen van de fabrikant, als u spe-
ciale pannen gebruikt (bijv. snelkookpan wok, enz.).
2
Tips voor het besparen van energie
U bespaart waardevolle energie, als u met onderstaande punten reke-
ning houdt:
De kookzone pas inschakelen als er een pan op staat.
Vuile kookzones en panbodems verhogen het
stroomverbruik.
Pannen indien mogelijk altijd met een deksel
afsluiten.
Kookzones vóór het einde van de kooktijd uitscha-
kelen om gebruik te maken van de restwarmte, bijv.
om gerechten warm te houden of om levensmiddelen
te smelten.
Panbodem en kookzone moeten
even groot zijn.
Bij gebruik van een snelkookpan
wordt de kooktijd max. 50% kor-
ter.
Gebruiksaanwijzing
52
Tabellen
Richtwaarden voor het koken
De gegevens in onderstaande tabel zijn richtwaarden. Welke schakel-
stand noodzakelijk is voor het kookproces, hangt af van de kwaliteit
van de kookpotten en van het type en de hoeveelheid van de levens-
middelen.
3
Wij raden aan bij het lichtjes koken of aanbraden het toestel in te stel-
len op temperatuurstand 9 en etenswaren met een langere kooktijd
verder te laten garen op een geschikte nakookstand.
Kookvermo-
gen
Kookproces/
Nakookstand
Geschikt voor
9 lichtjes koken
lichtjes koken van grote hoeveelheden vloeistof,
koken van macaroni
7-9 sterk aanbraden
frituren van frieten,
aanbraden van vlees, bv. goulash,
gaar braden, bv. aardappelkoekjes,
braden van lendestukken, steaks
6-7 zacht braden
braden van vlees, schnitzel, cordon bleu, kotelet-
ten, frikadellen, braadworsten, lever,
bloemsaus, zacht braden, eieren, omeletten, olie-
bollen frituren
4-5 koken
koken van grote hoeveelheden etenswaren,
eenpansgerechten, soepen, vleesbouillon, stomen
van aardappelen
3-4
stomen
stoven
stoven van groenten,
smoren van vlees,
rijstpap koken
2-3 gaar koken
gaar koken van rijst- en melkgerechten
(tussendoor roeren),
stomen van kleine hoeveelheden aardappelen of
groenten,
opwarmen van kant-en-klare gerechten
1-2 smelten
schuimomelet, bouillon met ei, saus hollandaise,
warm houden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine
0 resterende warmte, UIT-stand.
Gebruiksaanwijzing
53
Reiniging en onderhoud
Kookveld
1
Opgelet: Reinigingsmiddelen mogen niet op het hete vitrokeramische
oppervlak terechtkomen! Alle reinigingsmiddelen moeten na de reini-
ging met voldoende helder water verwijderd worden, aangezien ze bij
heropwarming een bijtend effect kunnen!
2. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals b.v. grill- of oven-
sprays, grove schuurmiddelen en sponzen met krassende werking.
3
Reinig het vitrokeramische kookoppervlak na elk gebruik wanneer het
handwarm of koud is. Zo voorkomt u dat onzuiverheden aanbranden.
Kalk- en waterranden, vetspatten en metaalachtige verkleuringen ver-
wijderen met een universele reiniger voor glaskeramiek of inox, bv.
Sidol-edelstaalglans, Stahl-Fix, WK-Top of Cillit.
Lichte onzuiverheden
0 1. Vitrokeramisch oppervlak afvegen met een vochtige doek en ev. een
beetje zeepsop.
2. Vervolgens met een zuivere doek afwassen en droogwrijven. Er mogen
geen resten van het reinigingsmiddel op het oppervlak blijven.
3. Heel het vitrokeramische oppervlak een keer per week grondig met een
normaal reinigingsproduct voor vitrokeramische platen of edelstaal rei-
nigen.
4. Daarna het vitrokeramische oppervlak met voldoende helder water
afvegen en met een schone pluisvrije doek droogwrijven.
Vastklevende onzuiverheden
0 1. Overgekookte etenswaren of grove
en vastklevende onzuiverheden ver-
wijdert u met een reinigingsschra-
per.
2. De reinigingsschraper schuin op het
vitrokeramische oppervlak zetten.
3. Onzuiverheden met glijdend lemmet
verwijderen van het vitrokeramische
oppervlak.
Gebruiksaanwijzing
54
3
De reinigingsschraper en het reinigingsproduct voor vitrokeramische
platen is in de vakhandel verkrijgbaar.
1 Speciale onzuiverheden
0 1. Aangebrande suiker, gesmolten
kunststof, aluminiumfolie of andere
smeltbare materialen onmiddellijk,
sofort, in hete toestand, verwijde-
ren met de reinigingsschraper.
1
Opgelet: Bij gebruik van de reini-
gingsschraper op het hete kookop-
pervlak bestaat er gevaar voor
verbranding!
2. Vervolgens het afgekoelde kookop-
pervlak nogmaals reinigen.
3
Indien de kookzone met de daarop gesmolten materialen reeds afge-
koeld is, verwarm deze dan nogmaals voor de reiniging.
Krassen of donkere vlekken op het vitrokeramische oppervlak die b.v.
door scherpe randen van pannenbodems veroorzaakt werden, kunnen
niet meer verwijderd worden. Dergelijke krassen hebben echter geen
effect op de werking van het kookveld.
Omranding van de kookplaat
1
Opgelet! Er mag geen azijn, citroen of kalkoplossende middelen op de
omranding terechtkomen, anders ontstaan er matte vlekken.
0 1. De omranding van de kookplaat reinigen met water en afwasmiddel.
2. Ingedroogde onzuiverheden losweken met een natte doek. Vervolgens
wegvegen en droogwrijven.
Gebruiksaanwijzing
55
Wat is er aan de hand als ...
Hulp bij storingen
Misschien gaat het om een kleine storing die u aan de hand van de vol-
gende aanwijzingen zelf kunt oplossen. Voer zelf verder geen werk-
zaamheden uit, als onderstaande informatie u niet verder helpt.
1
Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vak-
mensen worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kunnen aan-
zienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Wend u bij reparaties
altijd tot onze service-afdeling.
Wat is er aan de hand als ...
.... F 2 5 brandt?
Uw toestel is verkeerd aangesloten.
0 Scheid het toestel van het elektrici-
teitsnet.
De netaansluiting moet gecorri-
geerd worden.
Neem hiervoor contact op met een
geautoriseerde vakman.
... de kookzones niet functioneren?
0 Controleer of
de zekering van de huisinstallatie (zekeringenkast) intact is. Wanneer
de zekeringen meermaals uitschakelen, dient u een elektricien te
raadplegen.
het toestel correct ingeschakeld is,
de controlelampjes op het bedieningsveld branden,
de overeenkomstige kookzone ingeschakeld is,
de kookzones op de gewenste nakookstand ingesteld zijn (zie hoofd-
stuk "Koken"),
de veiligheidsuitschakeling van de kookzones geactiveerd is (zie
hoofdstuk "Veiligheidsfuncties")
... de kookzones niet ingeschakeld kunnen worden?
0 Controleer of
het bedieningsveld vergrendeld is (zie hoofdstuk "Kinderbeveili-
ging").
er tussen het bedienen van de aan-/uit-positie en het inschakelen
van de gewenste kookzone meer dan 10 seconden verstreken zijn (zie
hoofdstuk "Toestel inschakelen").
de sensortoetsen volledig of gedeeltelijk bedekt zijn door een vloei-
stof of een natte doek.
Gebruiksaanwijzing
56
... de indicator plotseling uitvalt, behalve h voor de restwarmte?
0 Controleer of
de aan-/uittoets per ongeluk ingedrukt werd.
de sensortoetsen volledig of gedeeltelijk bedekt zijn door een vloei-
stof of een natte doek.
de veiligheidsuitschakeling geactiveerd is.
... na het uitschakelen van de kookzones geen j of h voor rest-
warmte verschijnt op de indicator?
0 Controleer of
de kookzone slechts kort ingeschakeld was en daarom nog niet heet
genoeg is.
Indien de kookplaat heet is, neem dan contact op met de klanten-
dienst.
... een kookzone niet kan worden ingeschakeld?
0 Controleer of
de kinderbeveiliging (Symbol L) ingeschakeld is.
... de indicator f knippert?
3
De oververhittingsbeveiliging van de elektronische besturing heeft voor
een tijdelijke blokkering van de kookzone links vooraan gezorgd. De
kookzone kan pas opnieuw geactiveerd worden als het toestel afge-
koeld is (f gaat uit). De andere drie kookzones blijven verder in
gebruik.
... tijdens het kookproces alle indicators (incl. restwarmte-indicator
h) doven?
0 De oververhittingsbeveiliging van de elektronische sturing heeft alle
functies geblokkeerd. Na afkoeling kan de kookplaat opnieuw in
gebruik worden genomen. Daarvoor moet de zekering van de huisin-
stallatie minstens 10 seconden uitgeschakeld of weggenomen worden.
... de indicator f brandt?
Controleer of
de sensortoetsen volledig of gedeeltelijk bedekt zijn door een vloei-
stof of een natte doek.
0 Reinig de kookplaat.
Schakel de veiligheidsschakelaar kort uit of neem de zekeringen weg.
Indien de indicator f nog steeds brandt, neem dan contact op met de
klantendienst.
Gebruiksaanwijzing
57
Wanneer u een beroep doet op de klantendienst op grond van foutieve
bediening, dan kan het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de
garantieperiode niet gratis gebeuren.
Montage-aanwijzing
58
MONTAGE-AANWIJZING
1
Attentie! Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen
alleen door een erkend elektro-installateurworden uitgevoerd.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij schade de aanspraak op
garantie vervalt.
Technische gegevens
Afmetingen apparaat
uitsnijmaten
nominaal vermogen
breedte 570 mm
diepte 500 mm
hoogte 49 mm
breedte 560 mm
diepte 490 mm
hoekradius R3
kookzone links voor ø 210 mm 2300 W
kookzone links achter ø 145 mm 1200 W
kookzone rechts achter ø 180 mm 1800 W
kookzone rechts voor ø 145 mm 1200 W
spanning van het verwarmingselement 230 V ~
totale aansluitwaarde max. 6,5 kW
Montage-aanwijzing
59
Doel, normen, richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende normen:
EN 60 335-1 en EN 60 335-2-6 m.b.t. de veiligheid van elektrische
apparaten voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke doeleinden en
DIN 44546 / 44547 / 44548 m.b.t. de gebruikseigenschappen van
elektrische fornuizen voor het huishouden.
EN 55014-2 / VDE 0875 deel 14-2
EN 55014 / VDE 0875 deel 14/12.93
EN 61000-3-2 / VDE 0838 deel 2
EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3 m.b.t. de fundamentele bescher-
mingseisen voor elektromagnetische compatibiliteit (EMC).
;
Dit apparaat voldoet aan de EG-richtlijnen
73/23/EG van 19.02.1973 (laagspanningsrichtlijn)
89/336/EG van 03./05.1989 (EMC-richtlijn
incl. wijzigingsrichtlijn 92/31/EG)
Montage-aanwijzing
60
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
In de elektrische installatie moet een inrichting worden aangebracht,
die het mogelijk maakt het apparaat met een contactopeningswijdte
van min. 3 mm met alle polen van het net te scheiden.
Geschikte scheidingsinrichtingen zijn bijv. automatische zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de fitting geschroefd worden), aard-
lekschakelaar en veiligheidsschakelaars.
Dit apparaat voldoet wat betreft brandbeveiliging aan type Y (IEC
335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan één zijde tegen
daarnaast staande hoge kasten of wanden ingebouwd worden.
Er mogen geen laden onder de kookplaat gemonteerd worden.
Bescherming tegen aanraken moet door de inbouw gegarandeerd
zijn.
De stabiliteit van de inbouwkast moet aan DIN 68930 voldoen.
Als bescherming tegen vocht moeten alle uitgezaagde snijvlakken
met geschikt afdichtmateriaal worden beschermd.
Bij betegelde werkbladen moeten de voegen bij het kookgedeelte
geheel met voegenmateriaal opgevuld zijn.
Bij natuurstenen, kunststenen of keramische platen moeten de
springveren met geschikte kunsthars- of tweecomponentenlijm ver-
lijmd worden.
Afdichting bij het raam controleren op correcte positie en op even-
tuele gaten. Er mag geen extra siliconenafdichting aangebracht wor-
den, omdat dit het uitbouwen bij service bemoeilijkt.
Voor demontage moet de kookplaat er van onderen uitgedrukt wor-
den.
Montage-aanwijzing
61
Elektrische aansluiting
Voordat u het apparaat aansluit moet u controleren of de nominale
spanning (de op het typeplaatje aangegeven spanning) overeenkomt
met de aanwezige netspanning. Het typeplaatje bevindt zich onderop
de kookplaat.
De spanning van het verwarmingselement bedraagt AC230 V~. Ook bij
oudere stroomnetten met AC220 V~ werkt het apparaat onberispelijk.
De aansluiting van de kookplaat dient zodanig te worden uitgevoerd
dat het apparaat met alle polen van het net kan worden gescheiden
met een contactopeningswijdte van min. 3 mm, bijv. door automati-
sche zekering,aardlekschakelaaroderveiligheidsschakelaar.
Als aansluitsnoer moet een snoer van type H05VV-F of van betere kwa-
liteit worden gebruikt.
De aansluiting dient volgens schema te worden uitgevoerd. Alnaarge-
lang het aansluitschema moeten de aansluitbruggen op de juiste wijze
worden ingezet. De aardeleider wordt met klem x verbonden. De aar-
deleiderader moet langer zijn dan stroomvoerende aders.
De kabelaansluitingen moeten volgens de voorschriften worden
uitgevoerd en de klemschroeven moeten vast worden aangedraaid.
Daarna het aansluitsnoer met de trekontlastingsklem beveiligen en de
afdekking sluiten door hem stevig aan te drukken (inklikken).
Voordat het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld moeten
evt. aanwezige beschermingsfolie of stickers van de glaskeramische
plaat of het raam worden verwijderd.
1
Na het aansluiten aan de stroomverzorging controleren of de kookzo-
nes bedrijfsklaar zijn door ze één voor één even op de maximale stand
in te schakelen.
Montage-aanwijzing
62
Montage-aanwijzing
63
Service
65
SERVICE
In het hoofdstuk Wat is er aan de hand als …” vindt u enkele storingen
die u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk.
Gaat het om een technische storing?
Neem dan contact op met onze service-afdeling. (Adres en telefoon-
nummers vindt u in hoofdstuk Adres klantenservice.)
Bereid het gesprek in ieder geval goed voor. Dat vereenvoudigt de dia-
gnose en de vaststelling of bezoek van een servicetechnicus nodig is:
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
Hoe uit de storing zich?
Onder welke omstandigheden
treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek beslist de
volgende gegevens van uw apparaat
op het typeplaatje:
PNC-nr. (9 cijfers),
S-nr. (9 cijfers).
Wij raden u aan de nummers hier te noteren zodat u ze altijd bij de
hand hebt.
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode kos-
ten?
als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk Wat is er aan
de hand als ...) zelf had kunnen opheffen,
als de service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij vóór zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
daarom bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
PNC . . . . . . . . .
S-nr . . . . . . . . .
Montage Assembly
130
MONTAGE ASSEMBLY
Montage Assembly
131
Ausbau, Demontage, Removal
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34

AEG 6400 KMN Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor