5
2.5. Monteren & uitrichten van de camera
2.5.1. Draai de vier schroeven van de
cameraslede op de onderkant van de
behuizing los.
2.5.2. Plaats de camera midden op de slede
en zorg er voor dat het schroefgat aan
de onderzijde van de camera op het
langwerpige gat van de slede ligt.
2.5.3. Bevestig de camera met een inbusbout
aan de slede.
2.5.4. Gebruik alle langwerpige gaten op de
slede om de afstand tussen de lens van
de camera en het venster van de
behuizing optimaal uit te lijnen.
2.5.5. Monteer de slede weer op de onderkant
van de behuizing.
2.6. Montage van de bovenkant
2.6.1. Plaats de bovenkant op de onderkant
en vergrendel beide delen met de resp.
pennen.
2.6.2. Schroef de aardkabel aan de
gemarkeerde aansluiting op de
bovenkant.
2.6.3. Schroef het open einde van de
aardkabel aan de gemarkeerde
aansluiting op de onderkant.
2.7. Montage van de zonnekap
2.7.1. Plaats de zonnekap op de bovenkant
van de weerbestendige behuizing.
2.7.2. Schroef de zonnekap met de
meegeleverde schroeven op de
langwerpige gaten.