Miller MH170329G de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ProHeat Rolling Inductor
met optionele IR
en voorloopdetectie
Processen
Beschrijving
OM-261823F/dut 201611
)
HANDLEIDING
Inductie Verwarming
Inductie Verwarming Toebehoren
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1.....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 2.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 3..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 3...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 3.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 5...............................................................
2-1. Diverse symbolen en definities 5.........................................................
2-2. WEEE-label (voor producten die binnen de EU worden verkocht) 5............................
HOOFDSTUK 3 SPECIFICATIES 6...........................................................
31. Technische gegevens van het apparaat 6..................................................
32. Afmetingen zonder toebehoren 6.........................................................
33. Afmetingen met optioneel toebehoren 6...................................................
34. Omstandigheden gebruik en opslag 7.....................................................
HOOFDSTUK 4 STROOMBRON/SYSTEEM INSTELLEN 8.......................................
41. Aansluitingen koelmiddelslang op enkele uitgangskabel 8....................................
42. Aansluitingen koelmiddelslang naar dubbele uitgangskabels 8................................
43. Aansluitingen koelvloeistofslang naar dubbele uitgangskabels met warmtewisselaar 300993 9.....
44. Thermokoppelkabel aansluiten op de Rolling Inductor 9......................................
45. Montagearm op een standaard 10.........................................................
46. Extra kabels in de kabelhoes aanbrengen 11................................................
47. Voorloopsensor op de Rolling Inductor monteren 12..........................................
48. De IReenheid op de Rolling Inductor monteren 12...........................................
49. De snelkoppelingen voor aftappen op de luchtfilterregelaar bevestigen 13.......................
410. De luchtfilterregelaar op de stroombron bevestigen 13.......................................
411. Aansluitingen in en uitgangen luchtfilterregelaar 14.........................................
412. De voorloopsensor op de stroombron aansluiten 14..........................................
413. Het IRaansluitkastje op de stroombron aansluiten 15........................................
414. De voorloopsensor met een aangesloten IRaansluitkastje op de stroombron aansluiten 15.........
HOOFDSTUK 5 WERKING 16.................................................................
51. Stroombron/Systeeminstelling 16..........................................................
52. Terugkoppeling van de temperatuur met een IRapparaat (door de klant aangeleverd) 19...........
53. Positionering van IRsensor bij gebruik van twee Rolling Inductors 19...........................
54. Afscherming van de IRbeker 20..........................................................
55. Max. toegestane KW met voorloopdetectie 20...............................................
56. Opstelling en inschakelduur bij systeem met één verwarmingsapparaat (zonder toebehoren) 22.....
57. Opstelling met twee verwarmingsapparaten (weergegeven zonder toebehoren) en inschakelduur 23.
58. Label aansluitkastje 24..................................................................
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD EN FOUTOPSPORING 25........................................
61. Routineonderhoud 25...................................................................
62. Codes begrenzingstoestand 25...........................................................
63. Foutcodes 25..........................................................................
64. Problemen oplossen met de infraroodsensor 26.............................................
65. Het filterelement controleren of vervangen 26...............................................
66. De slijtplaat van de Rolling Inductor vervangen 27............................................
67. Een geleidingtest met een DMM uitvoeren 27................................................
68. Onderhoud van het kwartsvenster 28......................................................
69. Onderhoud van de IRlens 28............................................................
HOOFDSTUK 7 ELECTRISCH SCHEMA’S 29...................................................
7-1. Circuitschema van de voorloopsensor 29...................................................
7-2. Circuitschema van de IRsensor 29.......................................................
7-3. Circuitschema van het aansluitkastje 30....................................................
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST 32.......................................................
GARANTIE
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street Appleton, WI 54914 VS verklaart dat het product
of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde richtlijn(en)
en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
ROLLING INDUCTOR, INFRARED TEMPERA
TURE SENSOR
301149
ROLLING INDUCTOR IR SENSOR CONNEC
TION BOX
301182
ROLLING INDUCTOR,TRAVEL DETECT SYS
TEM
301183
Richtlijnen:
2014/35/EU Low Voltage
2014/30/EU Electromagnetic Compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Normen:
IEC 60974-1:2012 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
IEC 60974-10:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
Ondertekenaar:
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba
Datum van verklaring
MANAGER, PRODUCTONTWERPNALEVING
July 13, 2015
272704A
OM-261 823 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT
VÓÓR GEBRUIK
ihom_201509_dut
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Hoofd-
stuk 1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELECTRISCHE SCHOK kan
dodelijk zijn.
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale
schokken en ernstige brandwonden veroorzaken.
het voedingscircuit, uitgangsbussen en aansluitin-
gen staan onder stroom als de machine staat
ingeschakeld. De netaansluiting staat ook onder spanning . Verkeerde
aansluitingen en aarding kunnen gevaar op leveren.
Raak geen onderdelen aan die onder stroom staan.
Maak geen verbindingen los van kabels en koelslangen om kontakt
te vermijden.
Draag geïsoleerde- handschoenen en lichaambescherming.
Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatie
matjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk kontakt
te vermijden.
Extra veiligheidsmaatregelen zijn nodig als de volgende elektrisch
gevaarlijke omstandigheden voor doen; vochtige omgeving, het
dragen van natte kleding, metalen constructie’s zoals vloeren,roos-
ters of steigers. Een verkrampte lichaamshouding zoals,
knielen,zitten of liggen. Of als er een verhoogd risico is om met het
werkstuk of aarde in kontakt te komen. En werk nooit alleen
Onderbreek de netvoeding voordat men de apparatuur gaat instal-
leren of service gaat verlenen. Haal stekker uit wandkontaktdoos, of
verwijder zekeringen uit meterkast.
Gebruik alleen nietgeleidende koelslangen met een lengte van
457 mm om voor een goede isolatie te zorgen.
Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met de
Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voorschriften.
Controleer altijd de aardaansluiting van het net, en kabel
aansluitingen in de eventuele werkschakelaar, vooral de aarde.
Wanneer de voeding aangesloten wordt, verbind als eerste de
aardleiding en controleer de aansluiting grondig.
Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
Controleer regelmatig de netkabel op beschadiging of openliggende
bedrading. Vervang deze als nodig. Aanraking kan dodelijk zijn.
Zet alle apparatuur uit als men deze niet gebruikt.
Gebruik geen versleten, beschadigde of te dunne kabels.
Draag de kabels niet op uw lichaam.
Raak het netstroomcircuit niet aan als je in kontakt staat met werk-
stuk, aarde of stroomcircuit van een ander apparaat.
Gebruik alleen goed onderhouden apparatuur.Repareer of vervang
beschadigde onderdelen gelijk. Onderhoud plegen volgens handlei-
ding.
Draag en valgordel, wanneer men op hoogle werkt.
Zorg dat alle panelen en beplating vast zit.
Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
Zet de inverter uit, verwijder netstekker en ontlaadt de condensato-
ren volgens de instructies die staan bij het hoofdstuk onderhoud,
voordat men enig inwendig onderdeel aanraakt.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Bij inductieverwarming van bepaalde materialen,
hechtmiddelen en flux kunnen dampen en gassen
ontstaan. Het inademen van deze dampen en
gassen kan gevaarlijk voor de gezondheid zijn.
Ga niet in de rook staan. Adem de rook niet in.
Als u binnen bent ,ventileer de ruimte en/of zuig de rook ter plekke af
door een afzuigsysteem.
Gebruik bij slechte ventilatie goedgekeurde beademingsappara-
tuur.
Lees de veiligheidsvoorschriften van de gebruikte materialen en in-
structies van de fabrikant betreft lijmen, vulmiddelen, metalen
slijtdelen, lakken, schoonmaakmiddelen en ontvetters.
Werk alleen in een afgesloten ruimte als deze goed geventileerd is
of als men beademingsapparatuur gebruikt. Zorg dat er altijd toezicht is.
Rook en gassen kunnen lucht verplaatsen zodat er een tekort aan
zuurstof ontstaat dat letsel of dood tot gevolg kan hebben. Zorg dat
de inademlucht veilig is.
OM-261 823 Pagina 2
Gebruik het inductieverwarmen niet in de omgeving waar wordt ont-
vet, schoongemaakt of waar wordt gesproeid. De hitte kan een
chemische
Gegalvaniseerd of met lood of cadmium bedekt staal niet te warm
maken. tenzij de bekleding ver genoeg wordt verwijderd van de op-
warmingsplaats, de omgeving goed geventileerd is of als er
beademingsapparatuur wordt gedragen. Deze materialen kunnen
bij verhitting giftige rook
BRAND- OF EXPLOSIEGEVAAR.
Maak onderdelen en lijmen niet te warm.
Kijk uit met vuur; houdt brandblusser in de
buurt.
Houdt brandbare stoffen uit de buurt.
Plaats het apparaat niet in de buurt van brandbare oppervlakken.
Gebruik apparaat niet in een ruimte met explosiegevaar.
Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies van
de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaakmiddelen,
slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en metalen en zorg
dat u alles goed begrijpt.
Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen
en een pet.
INDUCTIEVERHITTING
kan brandwonden veroorzaken.
Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken.
Laat de apparatuur altijd afkoelen, voordat u
onderdelen aanraakt of hiermee gaat werken.
Als de inductie kop/spoel in gebruik is deze niet aanraken of ver-
plaatsen tenzij het zodanig daarvoor ontworpen is en op een
manier zoals beschreven in de handleiding.
Houd metalen sierraden en andere persoonlijke metalen zaken
tijdens het werk uit de buurt van de kop/spoel.
Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
Gebruik de handgreep en laat iemand die sterk
genoeg is het apparaat optillen.
Verplaats het apparaat met behulp van een
handkar of een soortgelijk hulpmiddel.
Gebruik bij machines zonder handgreep, hijsapparatuur met vol-
doende capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of appara-
tuur de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld Applications Manu-
al for the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No.
94–110).
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met
zijbescherming of gelaatsscherm.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
Blijf uit de buurt van ventilatoren.
Sluit alle toegangsdeuren en panelen.
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
(EMV) kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moe-
ten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat
ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen,
puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverhitting.
STOOM EN HEET KOELMIDDEL kan
brandwonden veroorzaken.
De slang kan scheuren als het koelmiddel te heet
wordt.
Ontkoppel nooit beide einden van een slang als dat is
aangesloten op een heet werkstuk.
Als het koelmiddel stopt met stromen laat u één kant van de slang
aangesloten, zodat het koelmiddel terug kan naar de koeler en de
druk wordt afgebouwd.
Verwijder de slang van het hete werkstuk om schade te
voorkomen.
Inspecteer voor elk gebruik de toestand van slangen, snoeren en
kabels. Gebruik geen beschadigde slangen, snoeren of kabels.
Oververhitting bij langdurig gebruik
Laat apparaat goed afkoelen.
Verminder uitgangsvermogen en inschakeld-
uur voordat met weer opstart.
Houdt inschakelduur in de gaten.
OM-261 823 Pagina 3
STATISCHE ELEKTRICITEIT (ESD)
Dit kan printplaten beschadigen. Gebruik daar-
om altijd een geaarde polsband.
Gebruik antistatische zakken of dozen om prin-
ten op te slaan of te versturen.
H.F. STRALING kan storing veroorza-
ken.
Hoogfrequente straling kan storen op radio
navigatie, veiligheids, computer en communi-
catieapparatuur.
Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddelijk herstel door
een bevoegd persoon bij storings problemen.
Als u van overheidwege klachten krijgt over storing, stop on-
middelijk met gebruik van de apparatuur.
Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
Sluit de deuren en panelen van de HF bron goed af.
LEES DE INSTRUCTIES.
Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke en ter plekke geldende regelgeving.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan letsel
veroorzaken.
Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkin-
gen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was na
gebruik uw handen.
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS
(phone: 800-463-6727, website: www.csagroup.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry,
Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q, and
Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superinten-
dent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—phone
for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website: www.osha.gov).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Canadian Electrical Code Part 1, CSA Standard C22.1, from Canadian
Standards Association, Standards Sales, 5060 Spectrum Way, Suite
100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS (phone: 800-463-6727,
website: www.csagroup.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600 Clifton
Rd, Atlanta, GA 30329-4027 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetische velden (EMV) kunnen invloed hebben op medische
implantaten, zoals pacemakers. Voor personen die medische
implantaten hebben moeten beschermende maatregelen worden
genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een risicoanalyse
voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de toegang voor
omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit voor lassers.
Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om zo
blootstelling aan elektromagnetischevelden van de lasstroomkring tot
een minimum te beperken:
1 Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2 Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3 Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4 Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5 Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6 Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7 Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plas-
maboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts wordt
geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-261823 Pagina 5
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Diverse symbolen en definities
Cursor
Verhogen
Verlagen
2-2. WEEE-label (voor producten die binnen de EU worden verkocht)
Het product niet meegeven met het
gewone afval (waar van toepas-
sing).
Hergebruik of recycle afgedankte
elektrische en elektronische appa-
ratuur (AEEA). Voer het af naar een
daarvoor aangewezen inleverstati-
on.
Neem contact op met de gemeente
of uw lokale dealer voor nadere in-
formatie.
OM261823 Pagina 6
HOOFDSTUK 3 SPECIFICATIES
31. Technische gegevens van het apparaat
Nominale uitgangsbelasting bij 70° F (21° C) 300 A bij 100% inschakelduur
Maximale voorverwarmingstemperatuur van het werkstuk: 600 ° F (315 ° C)*
Minimale vereisten voor de koelmiddel stroming 0,30 g/min (1,1 l/min)
Koeler ProHeat Zware Inductiekoeler (koelmiddel 043 810)**
*LET OP - Temperaturen van onderdelen boven 600 F (315 C) kunnen de Rolling Inductor beschadigen en/of de levensduur verkorten.
** Bij gebruik van twee apparaten kan extra koelcapaciteit nodig zijn. Raadpleeg de fabrikant voor specifieke gegevens voor de toepassing.
32. Afmetingen zonder toebehoren
Gewicht: 18,1 kg (9,1 m)
Gewicht: 31,3 kg (18,3 m)
262 413-D
138 mm
9,1 m of
18,3 m
184 mm
206 mm
135 mm
33. Afmetingen met optioneel toebehoren
Gewicht: 19,7 kg (9,1 m)
Gewicht: 32,8 kg (18,3 m)
262 413-D
205 mm
260 mm
9,1 m of
18,3 m
135 mm
206 mm
140 mm
OM261823 Pagina 7
34. Omstandigheden gebruik en opslag
Temperatuurspecificaties voor Miller ProHeat 35 rolling inductor bij gebruik in koude klimaten
ProHeat Koeler Rolling Inductor Verwarmingskabels
°C °F Opslag Bediening Opslag Bediening Opslag Bediening Opslag Bediening
60 140
Verminderde
efficiënties
boven 40°C
Verminderde
efficiënties
boven 40°C
55 131
50 122
45 113
40 104
35 95
30 86
25 77
20 68
15 59
10 50
5 41
0 32
5 23
10 14
15 5
Zet het
systeem
regelmatig
onder
spanning om
koeltemperatu
ur boven
10°C (14°F)
te houden.
Zet het
systeem
regelmatig
onder
spanning om
koeltemperatu
ur boven
10°C (14°F)
te houden.
Zet het
systeem
regelmatig
onder
spanning om
koeltemperatu
ur boven
10°C (14°F)
te houden.
20 4
25 13
Droog
bewaren
Droog
bewaren
Droog
bewaren
30 22
35 31
40 40
Niet aanbevolen
Met kwalificaties
Normaal gebruik met koelvloeistof
LET OP De Miller ProHeat 35 Rolling Inductor is gespecificeerd voor gebruik bij temperaturen tussen 10°C en 60°C (14°F tot 140°F). Neem voor
gebruik bij temperaturen van 40°C tot -10°C (-40°F tot 14°F) de volgende voorzorgsmaatregelen om beschadiging van de apparatuur te
voorkomen:
Sluit de koelvloeistofslangen aan op de Rolling Inductor wanneer deze droog zijn, of wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan 20°C (4°F).
Gebruik de ProHeat 35 Heavy Duty inductiekoeler uitsluitend bij temperaturen tussen 10°C en 40°C (14°F en 104°F) wanneer de Rolling Inductor/
Vloeistofgekoelde kabels worden gebruikt.
Gebruik altijd koelvloeistof van Miller (Milleronderdeelnummer 043810).
Er moet voortdurend koelvloeistof door de Rolling Inductor/Vloeistofgekoelde kabels stromen en de Rolling Inductor/Vloeistofgekoelde kabels moe-
ten regelmatig onder spanning worden gezet om de koelvloeistof op een temperatuur van minstens 10°C (14°F) te houden.
Bewaar de Rolling Inductor/Vloeistofgekoelde kabels op een droge plaats. Droog de eenheid met behulp van perslucht bij 40 psi (2,75 bar) max.
om koelvloeistof uit de Rolling Inductor en stroomkabel te blazen.
Bewaar de ProHeat 35 Heavy Duty inductiekoeler bij een temperatuur tussen 20°C en 55°C (4°F en 131°F).
Koelvloeistof gaat pas stromen bij een temperatuur van 10C (14°F).
LET OP Voor een koelere opslag moet de koeler op een droge plaats worden bewaard. Droog de eenheid met behulp van perslucht bij 40 psi
(2,75 bar) max. om koelvloeistof uit de koelvloeistofslangen, filterbekers, pomp, toevoerindicator en warmtewisselaar te blazen.
OM261823 Pagina 8
HOOFDSTUK 4 STROOMBRON/SYSTEEM INSTELLEN
41. Aansluitingen koelmiddelslang op enkele uitgangskabel
804 435A
1 Stroombron/koeler
2 Uitgangskabel Rolling Inductor
3 Beschermkap
4 Slang koelmiddel
5 Zware inductiekoelerz
Sluit de uitgangskabel aan op Uitgang No 1
op de stroombron. Sluit de beschermplug
aan op Uitgang No 2 op de stroombron.
Sluit de snelkoppelingen van beide koel-
middelslangen die vanaf de koeler komen aan
op de fittingen die op de uitgangskabel zitten.
Stop de koelmiddeltoevoer voordat men
koelmiddelslangen aansluit of ontkoppelt.
Verwijder de koelmiddelslangen door de
zwarte ring op de fitting van de
koelmiddelslang vast te pakken en deze weg
te trekken vanaf de fitting op de uitgangskabel.
De fitting van de koelmiddelslang komt los van
de fitting van de uitgangskabel.
Fittingen hebben geveerde kleppen van
binnen die sluiten als ze worden ontkop-
peld uit een uitgangskabelfitting om koel-
middellekkage te minimaliseren.
1
2
2
3
3
4
4
5
Enkele met
koelmiddel gekoelde
uitgangsaansluiting
Naar de
koeler
12
42. Aansluitingen koelmiddelslang naar dubbele uitgangskabels
804 436A
Werkstukken moeten van hetzelfde
formaat en materiaal zijn wanneer twee
Rolling Inductoren op één stroombron
worden aangesloten.
1 Stroombron/koeler
2 Uitgangskabel Rolling Inductor
3 Slang koelmiddel
4 Koelmiddelslang dubbele uitgangskabel
5 Zware inductiekoeler
Sluit de uitgangskabels aan op uitgang #1
en uitgang No 2 op de stroombron.
Koelmiddelslangen tussen uitgangskabels en
koeler moeten in serie worden aangesloten
om te kunnen werken met dubbel systeem.
Sluit de extra koelmiddelslang aan op de fittin-
gen van uitgangskabel No1 en uitgangskabel
No 2. Sluit de snelkoppeling van beide koel-
middelslangen vanaf de koeler aan op de fit-
tingen van de overgebleven uitgangskabels.
Stop de koelmiddeltoevoer voordat men
koelmiddelslangen aansluit of ontkoppelt.
Verwijder de koelmiddelslangen door de
zwarte ring op de fitting van de koelmiddel-
slang vast te pakken en deze weg te trekken
vanaf de fitting op de uitgangskabel. De fitting
van de koelmiddelslang komt los van de fitting
van de uitgangskabel.
Fittingen hebben geveerde kleppen van
binnen die sluiten als ze worden ontkop-
peld uit een uitgangskabelfitting om koel-
middellekkage te minimaliseren.
2
1
2
2
3
3
4
2
3
3
4
5
Dubbele met
koelmiddel gekoelde
uitgangsaansluiting
Naar de
koeler
1
2
OM261823 Pagina 9
43. Aansluitingen koelvloeistofslang naar dubbele uitgangskabels met
warmtewisselaar 300993
269 841-A
EXT UIT
EXT IN
1B
1A
KOELER UIT
RETOUR KOELER
269841-A
LET OP Bij gebruik van verkeerde
koelvloeistof aansluitingen kunnen
accessoires beschadigd raken. Zorg
ervoor dat beide accessoires in het
koelvloeistof circuit bevinden.
Naar
1B
EXT In
2B
Retour koeler
Montage koelvloeistofslang
Van
Koeler uit
1A
EXT Uit
2A
1
2
2A
2B
44. Thermokoppelkabel aansluiten op de Rolling Inductor
Om te zorgen voor een juiste aarding moet u een geaarde driepolige thermokoppelverlengkabel gebruiken tussen de Proheat
stroombron en de Rolling Inductor.
Sluit de stekker van de thermokoppelverlengkabel aan op TC5 van de stroombron en het andere uiteinde achter in de Rolling Inductor.
Als u twee Rolling Inductoren laat draaien op dezelfde stroombron, sluit dan een tweede thermokoppelverlengkabel aan vanaf de tweede Rolling
Inductor op TC6 van de stroombron.
LET OP TC5 en TC6 zijn de beveiligingsmeters van de Rolling Inductor zelf, niet de temperatuur van het werkstuk. De Proheat begrenst de
uitgangsspanning als de interne temperatuur een waarde van 160 C (320 F) bereikt en schakelt de voeding uit als de interne temperatuur een waarde
van 171 C (340 F) bereikt.
Werkstukken moeten van hetzelfde formaat en materiaal zijn wanneer er twee Rolling Inductoren op één stroombron worden aangesloten.
Aantekeningen
OM261823 Pagina 10
45. Montagearm op een standaard
264 043D
De door de klant aangeleverde buisstandaard
moet rechtop blijven staan zonder dat hij
kantelt als de montagearm, de Rolling Inductor
en het toebehoren zijn geïnstalleerd.
Ga niet op de montagearm of de buisstandaard
staan.
1 Buisstandaard (aangeleverd door de klant)
2 Buis (aangeleverd door de klant)
Buitendiameter 38,1 tot 50,8 mm.
3 Rolling Inductor
4 Handgreep
5 Draaias
6 Montagearm
7 Borgpen
Bevestig de Rolling Inductor aan de montagearm
door de handgreep over de Draaias te schuiven en
hem vast te zetten met de borgpen.
8 Knop
Draai de knop aan om de arm vast te zetten.
9 Oogbout
Maak de uitgangskabel vast aan de oogbout met een
kabelbandje.
10 Wielen vergrendelen
Als de standaard wielen heeft, vergrendel deze als
de Rolling Inductor in de juiste positie staat t.o.v. het
werkstuk.
11 Verstelbare duimschroeven
Draai de schroeven vaster of losser om de beweging
van de draai-as te regelen. Als hij op een kniestuk zit,
draai dan de schroef aan de kniestukzijde van de arm
vast om te voorkomen dat de inductor naar beneden
draait als het kniestuk roteert.
LET OP Als men de Rolling Inductor van het
werkstuk afhaalt, zet de hendel dan pas vrij als de
Rolling Inductor in een ruststand bevindt (recht
vooruit of achterover hangend). Als u de Rolling
Inductor laat vallen, kan hij beschadigd raken.
Controleer of de standaard stabiel staat
voordat u de apparatuur laat draaien.
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
Rolling Inductor weergegeven
zonder toebehoren.
OM261823 Pagina 11
46. Extra kabels in de kabelhoes aanbrengen
Ref. 265 156-C
2
1
3
5
1 Kabelhoes
2TCverlengkabel
3 Kabel voorloopsensor
4 Pneumatische slangenkit
5IRverlengkabel
6 Uitlijningslipjes
Leg de TCverlengkabel en hoes plat neer.
Maak de kabelhoes open. Plaats de items in de
kabelhoes zoals aangegeven met de maten op
de tekening aan de zijde van de Rolling
Inductor. Zorg dat de items zijn gericht zoals in
de tekening.
Noteer de locatie van de uitlijningslipjes op de
connectors van de IR-verlengkabels om de
IR-verlengkabels goed in de kabelhoes te
plaatsen.
Zijde Pro Heat
Zijde Rolling Inductor
Beschermhoes
18 in.
(457 mm)
15 in.
(381 mm)
6 in
(152 mm)
4
6
6
Aantekeningen
OM261823 Pagina 12
47. Voorloopsensor op de Rolling Inductor monteren
262417A
1 Voorloopsensor
2 Bevestigingsknop
34polige connector
4 Stelknop voor drukspanning
5 Montagesteun
Schuif de voorloopsensor op de montagesteun aan bei-
de kanten van de Rolling Inductor. Draai de knop vast
om het apparaat vast te zetten.
Sluit de 4polige stekker van de meegeleverde kabel
aan op de 4polige stekkerdoos van de voorloop-
sensor. Sluit de 14polige stekker van de kabel aan op
de 14polige stekkerdoos aan de achterkant van de
stroombron.
Gebruik na montage op de buis de stelknop voor de
drukspanning zodat het wiel stevig op de buis drukt. Het
contact tussen wiel en buis kan tijdens het verwarmen
verloren gaan waardoor het wiel kan slippen. Stel de
spanning dan weer af zodat het wiel draait. Met de
gaten in de zijkant van het wiel kan de gebruiker het
draaien van het wiel zien.
LET OP Als er geen draad voor de voorloopsensor in
de stroombron is gemonteerd op de 14polige connector
(Pen G), moet set No 268031 worden gemonteerd door
een gekwalificeerd persoon zodat de voorloopsensor kan
worden gebruikt.
Softwarerevisie 1.21 of lager van de stroombron
moet worden bijgewerkt om dit toebehoren te kun-
nen gebruiken.
LET OP Oudere modellen van de Rolling Inductor
hebben de montagesteun mogelijk niet. Laat set
262527 door een gekwalificeerde persoon monteren.
Bij gebruik van twee rolling inductors kan slechts
één bewegingdetectiesysteem worden gebruikt.
1
2
3
5
4
48. De IReenheid op de Rolling Inductor monteren
1IReenheid
2 Montagerails
3 Bevestigingsknop
45polige IRconnector
5 Koppeling luchtslang
Schuif de IReenheid op de montagerail op de
voorzijde van de Rolling Inductor. Draai de knop vast
bij de gewenste positie.
Sluit de 5-polige connector aan de zijde van
de Rolling Inductor van de IRverlengkabel (zie
hoofdstuk 46) aan op de 5-polige IRconnector op de
IReenheid. Sluit de 5-polige kabelconnector aan de
zijde van de ProHeat aan op stekkerdoos RC1 of RC2
van het aansluitkastje (zie hoofdstuk 411).
Sluit een luchtslang vanaf de luchtfilter-regelaar (zie
hoofdstuk 58) aan op de koppeling van de luchtslang
op de IReenheid.
Deze accessoire werkt alleen goed als de
software is bijgewerkt in de huidige versie van de
stroombronprocessor als deze lager is dan 1.25
of als het huidige revisieniveau van de
gebruikersinterfaceprocessor lager dan 1.28 is.
De huidige revisieniveaus voor de software
worden weergegeven op het display op het
voorpaneel van de ProHeat 35 wanneer deze
voor het eerst wordt ingeschakeld. Neem voor het
bijwerken van de software contact op met Miller
Service via
www.PWPService@MillerWelds.com.
1
2
5
4
3
Ref. 262 417-A
OM261823 Pagina 13
49. De snelkoppelingen voor aftappen op de luchtfilterregelaar bevestigen
Ref. 277 853-A
1 Luchtfilterregelaar
2 Snelkoppelingen
Bevestig de meegeleverde
snelkoppelingen op de onderzijde
van de luchtfilterregelaar. De
koppelingen mogen alleen met de
hand worden vastgedraaid. Draai
ze niet te hard vast.
3 Drukregelknop
LET OP De druk is in de fabriek
ingesteld op 4 psi (0,28 bar) voor
een waarde van 0,53 1,8 cfm (5
15 l/m). Probeer deze instelling niet
te wijzigen omdat het IRapparaat
dan beschadigd kan raken.
1
3
2
410. De luchtfilterregelaar op de stroombron bevestigen
Ref. 262 416-B
1
2
3
1 Luchtfilterregelaar
2 Zeskantbout 10-32
3 Zeskantbout 1/4-20
Verwijder de bout 10-32 uit de
voorzijde van de stroombron en
bewaar deze. Draai de twee bouten
1/4-20 op de voorzijde van de
stroombron los. Schuif de eenheid
luchtfilterregelaar op de losgehaalde
bouten.
Plaats de bout 10-32 terug en draai
deze vast.
Draai de twee bouten 1/4-20 vast.
4 Zeskantbouten 10-32 (aanwezig)
5 Slangklemmen
6 Zeskantbouten 10-32 x 1/2
(meegeleverd)
7 Aftapslang
Bevestig de aftapslangen aan de
onderzijde van het filter en regelaar, en
leid ze door de twee slangklemmen.
Zet de slangklemmen vast door
de aanwezige bouten 10-32 uit
de rechterzijde van de koeler te
verwijderen en ze te vervangen door
de twee meegeleverde bouten 10-32
x 1/2.
Vervang de aanwezige bouten
10-32 door de langere mee-
geleverde bouten 10-32 x 1/2 één
voor één.
Zorg dat de slangen niet
leeglopen naar gebieden waar
mensen lopen.
7
4
5
Benodigde gereedschappen:
5/16, 3/8 in.
6
OM261823 Pagina 14
411. Aansluitingen in en uitgangen luchtfilterregelaar
Ref. 277 853-A
1 Luchtfilterregelaar
Filterregelaar met geïnstalleerde
aftapkoppelingen en slang.
2 Koppeling luchtinlaat
Installeer de door de klant geleverde
koppeling (1/4 in. NPT) hier.
3 Luchtsplitter
Gebruik de luchtsplitter wanneer
u twee Rolling Inductors gebruikt.
4 Luchtslangen naar IReenheid.
1
3
4
2
412. De voorloopsensor op de stroombron aansluiten
1 Kabel voorloopsensor
Sluit de 14polige stekker van de meegeleverde
voorloopsensor aan op de achterkant van de
stroombron.
Sluit de 4polige stekker van de kabel aan op de
stekkerdoos van de voorloopsensor.
214polige splitsnoer
Voor gebruik met optionele afstandsbediening
voor in/uitschakelen.
3 Kabelklem
Verwijder de schroef links aan de onderkant uit de
stroombron. Bevestig de kabelklem op de
voorkant van de stroombron met de langere
meegeleverde schroef.
4 Haak en klemstuk
Wanneer de kabelklem is gemonteerd en de
kabels op de stroombron zijn aangesloten,
bevestig de kabelhoes in de kabelklem met behulp
van de haak en klemstuk.
Achterzijde
Voorzijde
1
2
3
4
Achterzijde
Voorzijde
262 416-A
OM261823 Pagina 15
413. Het IRaansluitkastje op de stroombron aansluiten
Ref. 262 416-B
1 Aansluitkastje
Monteer het aansluitkastje op de ingangen van
de thermokoppelingen aan het voorpaneel van de
stroombron.
214polige kabel
Sluit de 14polige kabel van het aansluitkastje aan
op de onderste 14polige connector op de
achterzijde van de stroombron.
Achterzijde
Voorzijde
1
2
Achterzijde
Voorzijde
1
414. De voorloopsensor met een aangesloten IRaansluitkastje op de stroombron
aansluiten
277 846-A
1 Aansluitkastje
2 Kabel voorloopsensor
Sluit het 14polige uiteinde van de kabel van de
voorloopsensor aan op stekkerdoos RC7 op het
aansluitkastje.
314polige staartstukje
Voor gebruik met optionele afstandsbediening
voor in/uitschakelen.
2
3
1
OM261823 Pagina 16
HOOFDSTUK 5 WERKING
51. Stroombron/Systeeminstelling
Zie de gebruikershandleiding van de stroombron voor alle instructies over de bediening van de stroombron.
Sluit de Rolling Inductor aan op de stroombron voordat men deze inschakelt.
511 Rolling InductorModus Hand of Temperatuur Bediend
LET OP Wanneer u een Rolling Inductor gebruikt, raden wij u aan om temperatuurmetingen met infrarood en voorloopdetectie te gebruiken.
De Rolling Inductor induceert tot 20 kW in een klein gebied, waardoor een werkstuk snel kan worden opgewarmd tot meer dan 600 F (315 C)
als de voorloopsnelheid te laag is. Hierdoor kan de inductor of het werkstuk beschadigen. Met de voorloopdetector verlaagt het systeem het
vermogen als de voorloopsnelheid daalt en wordt het vermogen uitgeschakeld als het voorlopen stopt.
De voorloopdetector is een gevoelig instrument dat de voorloopsnelheid tot één IPM kan meten. Wanneer het werkstuk is gestopt met draaien,
is er een vertraging van drie seconden voordat de uitgang weer kan worden bekrachtigd.
Bij trillingen die langer dan drie seconden aanwezig zijn veroorzaakt door verkeer van vorkheftrucks, treinen, slijpen en het verplaatsen van het
werkstuk kan de sensor worden geactiveerd, waardoor de uitgang wordt bekrachtigd.
Druk altijd op Stop op het voorpaneel van de ProHeat wanneer het werkstuk niet meer draait, om te voorkomen dat het onderdeel onbedoeld wordt
verwarmd.
Voorloopdetectie
De voorloopdetector kan aan de linker of rechterzijde van de Rolling Inductor worden gemonteerd. Deze kan ook worden gemonteerd buiten
de inductor in een locatie die een vergelijkbare voorloopsnelheid heeft als de inductor. De voorloopdetector kan op een beugel met een lengte van
3,75 inch lang en 2,5 inch breed (96 x 64 mm) worden gemonteerd.
Sluit de Rolling Inductor(s) aan op de stroombron voordat u deze inschakelt.
Wanneer u het scherm System Setup wilt openen, druk tegelijkertijd op de knoppen Parameters
Hz
V
A
kW
en Programma ; het volgende
scherm wordt geopend:
Druk op de knop Cursor om de cursor op de parameter die moet worden gewijzigd te zetten. Druk op de knop Verhogen
of Verlagen om de parameters in te stellen.
SYSTEM SETUP SCREEN 1
Deg Units...:>°F SYSTEM SETUP1
Tolerance...: ±25
Max Output..: 35 KW RI Clr Purge: 60S
Control Mode: Temp RI Init KW: 0.0KW
Stel Deg Units naar wens in op F of C.
Stel de waarde Tolerance waar nodig in.
Stel Control Mod waar nodig in op Manual of Temp.
Stel Rolling Inductor Initial kW in op een waarde tussen 0,0 en 35,0 kW.
De waarde voor Rolling Inductor Initial kW kan worden verhoogd of verlaagd wanneer u aan onderdelen met grotere massa werkt.
We raden u aan om het eerste onderdeel te verwarmen met de waarde voor kW ingesteld op een lage waarde. Houd u aan het maximale niveau
voor kW waarbij de warmtecyclus tot stand komt en stel dan de beginnende waarde voor kW in op die waarde of lager.
Max Output kW kan worden verlaagd bij onderdelen met kleinere massa om de warmteinbreng te minimaliseren.
Tijd voor het handmatig activeren van de luchtaanvoer voor de koeler van de Rolling Inductor: 30240 seconden
Standaard is de Rolling Inductor Cooler Purge Time is ingesteld op 60 seconden voor toepassingen met inductorkabels van 60 voet.
Dit kan worden ingesteld tot 30 seconden voor de standaarduitvoering van de Rolling Inductor met kabels van 30 voet. De ProHeat verdubbelt
automatisch de tijd wanneer er twee Rolling Inductors zijn aangesloten.
Druk de knoppen Parameters
Hz
V
A
kW
en Programma nog een keer gelijktijdig in; het volgende scherm wordt op het display
weergegeven:
OM261823 Pagina 17
SYSTEM SETUP SCREEN 2
TC1,2 Type...:>IR420 SYSTEM SETUP2
IR Input Max.: 750 Trvl Detect..: On
IR Input Min.: 212 Trvl Speed...: IPM
Decouple Fault: On
Bij gebruik van twee rolling inductors kunnen twee IRsensoren tegelijkertijd worden gebruikt.
Werkstukken moeten van hetzelfde formaat en materiaal zijn, wanneer twee Rolling Inductoren op één stroombron worden aangesloten.
LET OP TC5 en TC6 vormen de beveiligingsmeetfunctie van de Rolling Inductor zelf, niet de buistemperatuur. De Proheat zal het uitgaande
vermogen begrenzen als de interne temperatuur 320 F (160 C) bereikt en zal het uitgaande vermogen uitschakelen als de interne temperatuur 340
F (171 C ) bereikt. De buistemperatuur moet nog altijd worden bewaakt met behulp van de gewenste temperatuurmeetmethode.
Stel Trvl Detect in op On wanneer u voorloopdetectie gebruikt.
Moet worden ingesteld op Off als Trvl Detect niet wordt gebruikt; anders activeert het apparaat de warmteinbreng niet.
Voorloopdetectie wordt voor alle toepassingen met de Rolling Inductor aanbevolen. Hierbij wordt een gelijkmatige warmteinbreng naar het
onderdeel gehandhaafd en wordt het uitgangsvermogen op basis van de voorloopsnelheid in de stand Temp geregeld.
Stel Trvl Speed units waar nodig in.
Druk één keer op de knop Programma om het scherm Rolling Inductor Program te openen.
Als de Manual Mode is geselecteerd, moet het scherm eruit zien zoals hieronder.
Mode....: Manual Power..: 0.0 KW
Command.: >0.0 KW Current: 0 A
Run Time: 00:03:00 Voltage: 0 V
Frequency: 4.5 kHz
Scherm Rolling Inductor Program
Sluit het ene uiteinde van de thermokoppelverlengkabel aan op TC5 van de stroombron en steek het andere uiteinde in de achterzijde van de
Rolling Inductor.
Als u twee Rolling Inductoren laat draaien op dezelfde stroombron, sluit dan een tweede thermokoppelverlengkabel aan vanaf de tweede Rolling
Inductor op TC6 van de stroombron.
OM261823 Pagina 18
512 Stand voor temperatuurregeling met IRapparaat
IRsensoren zijn vaak bedoeld voor gebruik bij een bepaald bereik van temperatuur en emissie. De ProHeat 35 met softwareversie 1.28 voor
de gebruikersinterface is geschikt voor temperatuurregeling met de Rolling Inductor.
Controleer de softwareversie door gedurende 10 seconden tegelijkertijd op de toetsen Run Status en Parameters te drukken om de softwareversie
weer te geven.
Gebruikersinterface 1.28........
Brugregeling PC1 1.25..........
Stel op systeemsetupscherm 1 de controlemodus in op temperatuur. Druk op de knop cursor om Max. Output te selecteren. Druk op de
knop Verhogen of Verlagen om een maximumwaarde in te stellen. Druk op de knop cursor om naar de controlemodus te
gaan. Druk op Verhogen of Verlagen om de parameter op temp. in te stellen.
Druk één keer op de knop Programma om het scherm Temperature Control Program te openen.
Als Temp Mode is geselecteerd, moet het scherm eruit zien zoals hieronder (de werkelijke waarden kunnen wisselen).
Bij gebruik van voorloopdetectie:
Druk op System Setup Screen 2 op de knop cursor totdat de voorloopdetectie is geselecteerd. Druk op de knop Verhogen
of Verlagen om de functie in of uit te schakelen.
Mode : Rolling Inductor.................
Control TC : 1..........
Temperature. : 400........
Max. Time : 01:00:00...........
Druk op de cursortoets en Verhogen- of Verlagen toet om de regelTC (1 of 1,2), temperatuur (400600) en Max. tijd in
te stellen.
LET OP Er kan schade aan het werkstuk
ontstaan als de temperatuur regeling
verkeerd wordt gebruikt. Gebruik geen gelaste
of sondes van het type thermokoppel in de
stand voor temperatuurregeling met dit
apparaat. Meet de temperatuur altijd meteen
nadat het apparaat over de verwarmingszone
is gegaan (maximaal 5 cm van de Rolling
Inductor) Blijf het werkstuk of apparaat
bewegen als de uitgangsspanning is
ingeschakeld.
LET OP Behoud een koppelafstand van
8 mm (0,3125 inch) om interne verhitting
van de Rolling Inductor te minimaliseren.
In deze stand worden de thermokoppel-
kanalen als volgt gedefinieerd:
TC1 RegelTC...
TC2 RegelTC...
TC3 ReferentieTC...
TC4 ReferentieTC...
TC5 Interne apparaatTC...
TC6 Interne apparaatTC...
Als TC1 en TC2 allebei voor regeling
worden gebruikt, wordt de stroombron
geregeld op basis van het
temperatuurvoeler met de hoogste
temperatuur.
Richting van beweging van
werkstuk ten opzichte van
Rolling Inductor
Locatie voor
temperatuurmeting
(<2 inch)
Behoud voor
bevestiging, of als de
wielen zijn verwijderd,
een koppelafstand van
8 mm (0,3125 inch).
{
(< 2 inch)
< 51 mm
OM261823 Pagina 19
52. Terugkoppeling van de temperatuur met een IRapparaat (door de klant aangeleverd)
Definities:
Infraroodstraling (IR) - Straling met een golflengte tussen het rode uiteinde van het zichtbare lichtspectrum en microgolven (ongeveer 800 nm tot 1 mm).
Deze wordt vooral uitgestraald bij verwarmde voorwerpen en kan worden gebruikt om de temperatuur te bepalen.
Emissievermogen - Een dimensie loze hoeveelheid die de efficiëntie beschrijft waarmee een materiaal infrarode energie uitstraalt. Bij metalen is dit
sterk afhankelijk van het type metaal en de toestand van het oppervlak. Emissievermogen heeft een bereik van 0 tot 1.
Reflectievermogen - De mogelijkheid van een voorwerp om energie te reflecteren die door andere voorwerpen wordt uitgestraald.
Ware temperatuur - De actuele temperatuur van een voorwerp.
Schijnbare temperatuur - De temperatuur die door een sensor wordt afgelezen. Dit is een functie van de ware temperatuur, emissievermogen en
reflectievermogen.
Nauwkeurigheidsbereik - Het temperatuurbereik waarbinnen het apparaat nauwkeurig is.
Nauwkeurigheid en emissievermogen:
De nauwkeurigheid van de IRstraling hangt voor een groot deel af van de toestand van het oppervlak van het werkstuk en het type sensor.
Goedkopere sensoren zijn binnen een klein temperatuurbereik nauwkeurig bij een bepaald emissievermogen. Een werkstuk moet dan een gelijkmati-
ge oppervlakteafwerking hebben. Een vlakke, zwarte afwerking heeft een emissievermogen van bijna 1, terwijl een glanzend oppervlak een
emissievermogen van bijna 0 heeft. De meeste apparaten zijn ingesteld op hogere waarden voor het emissieniveau (0,8 tot 1,00), waardoor een werk-
stuk met walsoxide/roest vaak een nauwkeurigere terugkoppeling geeft dan een glanzende, voorbereide naad.
Sommige duurdere apparaten kunnen veranderingen in het emissieniveau opvangen. Dat doen ze door het IR-signaal van het onderdeel in ver-
schillende spectrum bereiken te filteren, wat een hogere nauwkeurigheid geeft dan de goedkopere apparaten.
Welk IR-apparaat u kiest, hangt af van het materiaal, de voorbereiding van het oppervlak en de vereiste nauwkeurigheid bij het bewaken van de tempe-
ratuur van een werkstuk.
Tabel 5 1. Kenmerken uitgang Rolling Inductor
Type uitgang Maximale stroomsterkte
Enkele Rolling Inductor
300 A
Dubbele Rolling Inductor
300 A per uitgang*
*Het maximumvermogen van het systeem is 35 kW, zodat elke uitgang ongeveer 17,5 kW krijgt,
waarbij minder dan 300 A wordt gebruikt
53. Positionering van IRsensor bij gebruik van twee Rolling Inductors
276906-A
Wanneer de rolling inductor wordt gecen-
treerd op een verbinding, dan moet de IR
wordt gecentreerd op een afstand van
25,4 mm (1 inch) van de randen van de
verbinding.
A
A
OM261823 Pagina 20
54. Afscherming van de IRbeker
276903-A
LET OP Wanneer nabij een
IRsensor wordt gelast, dan
kunnen een geleidingskoppeling
van 38,1 mm (1,5 inch) en een klein
stuk geleiding worden toegevoegd
ter bescherming tegen lasspetters
en rook. Zorg voor een opening aan
de bovenzijde van de koppeling
zodat IR koellucht kan ventileren.
Zorg voor een opening aan de
bovenzijde van de koppeling
zodat IR koellucht kan ventileren
3,175 mm
55. Max. toegestane KW met voorloopdetectie
Het regelalgoritme heeft een trage stijgsnelheid om temperatuuroverschrijding op kleine onderdelen te minimaliseren en om grote temperatuurstappen
te voorkomen als het verwarmde deel van de buis weer onder de inductor komt. Wanneer er een voorloopdetector aan het systeem wordt toegevoegd,
is de stijgsnelheid hoger wanneer de voorloopsnelheid hoger dan 15 IPM is.
Voorloopdetectie Regelmodus Voorloopsnelheid (IPM) Minuten (bij benadering)
tot instelling max. elektrische voeding
Uit Handmatig 0
Aan Handmatig 0
Uit Temp 6
Aan Temp < 15 6
Aan Temp > 15 2
OM261823 Pagina 21
Max. toegestane KW
Voorloopsnelheid IPM
De ProHeat 35 kan het maximale vermogen in
KW naar de Rolling Inductor beperken wan-
neer er voorloopdetectie wordt gebruikt.
We raden u aan de temperatuur van een werkstuk
te testen bij verschillende voorloopsnelheden zo-
dat u de juiste waarden voor warmteinbreng krijgt.
Voor lagere waarden kan het vermogensniveau op
de volgende schermen worden verlaagd:
1. Instelling Max. vermogen van de ProHeat 35
op het scherm Systeeminstelling
2. Commando op het scherm Programma voor
de handbediende stand
Voorloopsnelheid:
We raden u aan om een lager vermogen in KW te
gebruiken en dit dan waar nodig te verhogen.
Bij dun materiaal kan een lage voorloopsnelheid
zorgen voor een grondige verwarming in een of
twee doorgangen.
Bij dikkere materialen zijn mogelijk meerdere
doorgangen nodig om een onderdeel tot de
gewenste temperatuur te verwarmen. Een hogere
voorloopsnelheid biedt meer warmteinbreng en
minder warmteverlies tussen de doorgangen. We
raden u aan om de verwarmingstijden bij
verschillende voor- loopsnelheden te testen zodat
u weet wat de optimale verwarmingssnelheid is.
LET OP Overmatige verwarming kan het werk-
stuk beschadigen.
In dit schema staat de maximale KW/IPM bij ingeschakelde voor-
loopdetectie
0
10
5
15
20
25
30
35
Twee Rolling Inductors
Eén Rolling Inductor
0 1020 304050
OM261823 Pagina 22
Behoud voor bevestiging, of
als de wielen zijn verwijderd,
een koppelafstand van 8 mm
(0,3125 inch)
Plaats de Rolling Inductor zijde binnen 8 mm (0,3125 inch) van
het werkstuk. Wanneer de Rolling Inductor meer dan 8 mm
(0,3125 inch) van het werkstuk is verwijderd, dan moet de Rolling
Inductor visueeel worden gecontroleerd op oververhitting.
56. Opstelling en inschakelduur bij systeem met één verwarmingsapparaat
(zonder toebehoren)
Alle thermokoppelverlengkabels
die op de Rolling Inductor zijn aan-
gesloten, moeten 3polige geaarde
kabels zijn.
Raak onderdelen die onder stroom
staan niet aan.
Raak inductiespoelen, snoeren of
kabels tijdens het gebruik niet aan.
Houd metalen juwelen, horloges,
ringen, schoenen met stalen neuzen
en ander metalen onderdelen uit de
buurt van inductiespoelen of het
verwarmingsapparaat als deze in
bedrijf zijn.
De met koelmiddel gekoelde Rolling
Inductor is bedoeld voor een inschakelduur
van 100% bij 300 A, wat ongeveer 20 KW
geeft, afhankelijk van de koppeling naar het
werkstuk.
LET OP Een opstelling van een systeem
met één Rolling Inductor vereist een
thermokoppelverlengkabel en een Rolling
Inductor aangesloten op een stroombron.
LET OP Start het voorlopen van het
werkstuk voordat u de voeding van de
Rolling Inductor inschakelt. Als u dit niet
doet, kan de apparatuur en/of het werkstuk
beschadigd raken. De buis moet
wegdraaien van de Rolling Inductor, zoals
aangegeven.
LET OP Gebruik de Rolling Inductor al-
leen met een Miller ProHeatstroombron.
Zorg ervoor dat alle vier wielen het
werkstuk raken wanneer u het
apparaat opstelt voor optimale
resultaten. Tijdens het draaien is het
mogelijk dat alle vier wielen het
werkobject niet tegelijkertijd raken als
gevolg van onvolkomenheden en/of de
vorm van het werkstuk.
Netvoeding
Secundaire Isolatiebeveiliging
Rolling Inductor
(Buis of vlakke plaat)
Optionele afstandsbediening
voor in/uitschakelen
Inductiestroombron
Geaarde driepolige thermokop-
pelverlengkabel van type K
Zie de gebruikershandleiding van de
ProHeat 35 voor een volledige beschrijving
van het op en instellen van de ProHeat.
262 458-E
OM261823 Pagina 23
Behoud voor bevestiging, of
als de wielen zijn verwijderd,
een koppelafstand van 8 mm
(0,3125 inch)
Plaats de Rolling Inductor zijde binnen 8 mm (0,3125 inch) van
het werkstuk. Wanneer de Rolling Inductor meer dan 8 mm
(0,3125 inch) van het werkstuk is verwijderd, dan moet de Rolling
Inductor visueeel worden gecontroleerd op oververhitting.
57. Opstelling met twee verwarmingsapparaten (weergegeven zonder toebehoren)
en inschakelduur
Alle thermokoppelverlengkabels
die op de Rolling Inductor zijn aan-
gesloten, moeten 3polige geaarde
kabels zijn.
Raak onderdelen die onder stroom
staan niet aan.
Raak inductiespoelen, snoeren of
kabels tijdens het gebruik niet aan.
Houd metalen juwelen, horloges,
ringen, schoenen met stalen
neuzen en ander metalen
onderdelen uit de buurt van
inductiespoelen of het verwar-
mingsapparaat als deze in bedrijf
zijn.
De Proheat 35 kan het volledige vermogen
van 35 KW bij een inschakelduur van 100%
leveren. Bij gebruik van twee Rolling
Inductoren met één stroombron kan elke
inductor ongeveer 17,5 KW bij 280 A halen.
LET OP Een opstelling van twee Rolling
Inductoren vereist twee
thermokoppelverlengkabels en twee
Rolling Inductoren aangesloten op een
stroombron.
LET OP Start het voorlopen van het
werkstuk voordat u de voeding van de
Rolling Inductor inschakelt. Als u dit niet
doet, kan de apparatuur en/of het werkstuk
beschadigd raken. De buis moet
wegdraaien van de Rolling Inductor, zoals
aangegeven.
LET OP Gebruik de Rolling Inductor al-
leen met een Miller ProHeatstroombron.
Zorg ervoor dat alle vier wielen het
werkstuk raken wanneer u het
apparaat opstelt voor optimale
resultaten. Tijdens het draaien is het
mogelijk dat alle vier wielen het
werkobject niet tegelijkertijd raken als
gevolg van onvolkomenheden en/of de
vorm van het werkstuk.
Bij een opstelling met twee apparaten
kan er extra koelcapaciteit nodig zijn.
Raadpleeg de fabrikant voor
specifieke informatie voor uw
toepassing.
Zie de gebruikershandleiding van de
ProHeat 35 voor een volledige beschrijving
van het op en instellen van de ProHeat.
Netvoeding
Secundaire Isolatiebeveiliging
Rolling Inductor
(Buis of vlakke plaat)
Optionele afstandsbediening
voor in/uitschakelen
Inductiestroombron
Geaarde driepolige thermokoppelverlengkabel
van type K
262 458-E
OM261823 Pagina 24
58. Label aansluitkastje
268 033-C / Ref. 262 416-B
1 Aansluitkastje
2 Label aansluitkastje
3 RC1
Maak een IRaansluiting hier
wanneer u één Rolling Inductor
gebruikt.
4 TC5
Maak een TCaansluiting hier
wanneer u één Rolling Inductor
gebruikt.
5 RC2
Maak een IRaansluiting hier
wanneer u twee Rolling Inductors
gebruikt.
6 TC6
Maak een TCaansluiting hier
wanneer u twee Rolling Inductors
gebruikt.
7 TC3 en TC4
Aanvullende aansluitpunten voor
thermokoppels.
8 PLG8
Wordt gebruikt om het
aansluitkastje op de stroombron
aan te sluiten.
9 RC7
Voor voorloopsensor of aansluiting
op afstand.
1
2
RC1
K
TC5
PLG8 RC7
AFSTANDSBEDIENING
268033-C
RC2
K
TC6
K
TC3
K
TC4
3
4
5
6
7
7
8
9
OM261823 Pagina 25
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD EN FOUTOPSPORING
61. Routineonderhoud
Ontkoppel de netvoeding voordat u onderhoud uitvoert.
Voer vaker onderhoud uit als het apparaat zwaar wordt belast.
= Controleer = Wijzig = Reinig Δ = Repareer = Vervang
* Moet worden uitgevoerd door een door de fabriek erkend servicebedrijf
Voor elk
gebruik
Controleer de Rolling Inductor en alle
kabels op blootliggende geleiders.
Controleer de slijtplaat op scheurtjes,
slijtage, gaten, vuil, etc.
Zie de onderdelenlijst (Onderdeel 20)
Controleer het apparaat en de
kabels visueel op schade.
Controleer
de vloei-
stofniveaus
van de fil-
terbeker en
tap deze af
indien no-
dig.
Δ of Δ
Voor elk
gebruik
Controleer de aarddraad
van TCkabel
(zie hoofdstuk 67)
Controleer de
warmtewisselaar van
de koeler visueel op
stof en vuil.
 Labels  Δ 
62. Codes begrenzingstoestand
Begrenzingstoestand Aanvullende informatie
L05: TC5 open Controleer de TCaansluiting bij de stroombron en de Rolling Inductor.
L06: TC6 open Controleer de TCaansluiting bij de stroombron en de Rolling Inductor.
L13: Storing bij aansluiting van de kabel TC5 en TC6 aangesloten met slechts één Rolling Inductor en een beschermende plug aange-
sloten op de ProHeat (ontkoppel de nietgebruikte thermokoppeling om de storing te wissen).
L14: Temperatuurgrens toebehoren Controleer de TCaansluiting. Wacht tot toebehoren is afgekoeld.
L15: Lage voorloopsnelheid Verhoog de voorloopsnelheid. Controleer de voorloopdetector.
63. Foutcodes
Aard van de fout Aanvullende informatie
F68: Aansluitingsfout kabel Twee verschillende soorten toebehoren zijn op dezelfde stroombron aangesloten. Controleer
of op beide uitgangen hetzelfde soort toebehoren is aangesloten of één toebehoren en één
stekker.
F79: Toebehoren 1 Fout: te hoge temperatuur Controleer de TCaansluiting. Wacht tot toebehoren is afgekoeld.
F80: Toebehoren 2 Fout: te hoge temperatuur Controleer de TCaansluiting. Wacht tot toebehoren is afgekoeld.
OM261823 Pagina 26
64. Problemen oplossen met de infraroodsensor
Probleem Oorzaak Mogelijke oplossing
Err Infraroodsensor is aangesloten
maar temperatuur is niet binnen
bereik.
Controleer of de ProHeat is ingesteld op IR 420 mA en het
temperatuurbereik is ingesteld op 100°C400°C (212°F752°F) als
infraroodsensor is bevestigd.
Controleer of de ProHeat ingesteld voor K TC als
thermokoppelapparaat is bevestigd.
Low Infraroodsensor is aangesloten
maar temperatuuruitvoer is lager
dan sensorbereik.
De instelling ’Low’ is +/ 5°C (41°F) van de lage limiet van het
temperatuurbereik van de infraroodsensor van 100°C (212°F).
Gebruik zo nodig de alternatieve manier van verifiëren van de
temperatuur van het materiaal dat wordt verwarmd.
High Infraroodsensor is aangesloten
maar temperatuuruitvoer is hoger
dan sensorbereik.
De instelling ’High’ is +/ 5°C (41°F) van de hoge limiet van het
temperatuurbereik van de infraroodsensor van 400°C (752°F).
Gebruik zo nodig de alternatieve manier van verifiëren van de
temperatuur van het materiaal dat wordt verwarmd.
Open Geen thermokoppelmeter gede
tecteerd.
Als een infraroodsensor is aangesloten, controleer dan of de ProHeat is
ingesteld voor een infraroodsensor. Controleer zo nodig de
kabelverbindingen.
Controleer of de infraroodsensor correct werkt, vervang indien nodig.
Als een thermokoppelmeter is aangesloten, controleer dan de
verlengkabel en het meetapparaat, vervang indien nodig.
ProHeat toont een temperatuur
in plaats van _LO_ bij
omgevingstemperatuur.
Glanzende onderdelen kunnen
voldoende lichtenergie reflecteren
en zo een warme plek vormen.
Controleer de emissiviteit van het onderdeel.
65. Het filterelement controleren of vervangen
Ref. 262 416-B
1 Filterbodems
2 Filterelementen
3 Filterbekers
Schroef de filterbeker los.
Schroef het filterelement los.
Controleer het filterelement op vuil
en vocht, en vervang het indien
nodig.
Plaats het filterelement terug en zet
de filterbeker vast. Zet deze niet te
hard vast.
1
2
3
OM261823 Pagina 27
66. De slijtplaat van de Rolling Inductor vervangen
268 218A
Ontkoppel de netvoeding voordat u
onderhoud uitvoert.
1 T25torxschroef
2 Steun voorloopsensor
3 Zijpaneel
4 Slijtplaat
5 Rolling Inductor
6 Isolatie
Verwijder met de Rolling Inductor op zijn
zijkant de schroeven uit het zijpaneel en
bewaar ze. Leg de steun van de
voorloopsensor en het zijpaneel opzij.
Schuif de versleten/beschadigde slijtplaat
omhoog uit de Rolling Inductor. Zorg dat de
isolatie in het apparaat blijft.
Plaats een nieuwe slijtplaat in de Rolling
Inductor. Mogelijk moet de isolatie naar
binnen worden geduwd als de slijtplaat
omlaag worden geduwd zodat de isolatie
niet vervormd.
Plaats het zijpaneel en steun voor de
voorloopsensor terug en draai de schroeven
met 3,4 Nm aan. Draai niet verder.
Voer een geleidingtest van de aarding uit
(zie hoofdstuk 67).
Benodigde gereedschappen:
44
5
6
1
2
3
Torx T25
67. Een geleidingtest met een DMM uitvoeren
Ref. 262 413C
1
Benodigde gereedschappen:
2
3
3
DMM
1 Aard pen
2 Wielen
3 Schroeven behuizing
Voer altijd een geleidingtest uit als de
schroeven van de behuizing opnieuw
worden aangedraaid.
Gebruik een digitale multimeter (DMM)
ingesteld op de diodestand. Voer de
geleidingtest als volgt uit:
Plaats de zwarte sonde op de aardingspen
van de TC-connector.
Raak met de rode sonde elke schroef van
de behuizing en elk wiel aan.
De DMM moet piepen telkens als de rode
sonde een schroef of wiel raakt.
OM261823 Pagina 28
68. Onderhoud van het kwartsvenster
265 181-TP1
1 Kwartsvenster
2 Bevestigingsring
LET OP Het venster moet schoon
blijven. Verwijder stof en ander
materiaal met perslucht. Reinig het
venster met 91 procent
isopropylalcohol. Gebruik geen
reinigingsmiddelen die een laagje
achterlaten. Vervang het venster
als het bekrast, afgesplinterd of
gebarsten is of als er lasspatten op
zitten.
Draai de bevestigingsring met
de hand vast.
1
2
69. Onderhoud van de IRlens
Ref. 265 181-E
1 Bevestigingsring / onderste kraag
van de IRtemperatuursensor
Verwijder deze.
2IRlens
LET OP Borstel of blaas vuil
voorzichtig weg met perslucht. Reinig
de lens met isopropylalcohol van
91 procent of hoger.
Draai de bevestigingsring met de
hand vast nadat u de lens hebt
gereinigd.
1
2
OM-261823 Pagina 29
HOOFDSTUK 7 ELECTRISCH SCHEMA’S
7-1. Circuitschema van de voorloopsensor
271 170-C
7-2. Circuitschema van de IRsensor
271 253-B
OM-261823 Pagina 30
7-3. Circuitschema van het aansluitkastje
267 753-E
OM-261823 Pagina 31
Aantekeningen
OM-261823 Pagina 32
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen
gangbaar en alleen te bestellen als ze op de
lijst staan.
Ref. 263 983-C
2
12
11
5
1
6
9
13
22
14
23
15
27
16
21
3
7
8
17
18
26
4
2
19
10
20
25
24
1
2
3
5
6
22
24
25
4
Afbeelding 8-1. Volledige installatie
OM-261823 Pagina 33
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-1. Volledige installatie
Quantity
1 262163 Plate, Side W/Pems Rolling Inductor 2.. .............. .. ...............................
2 263693 Bearing 4.. .............. .. ........................................................
3 263696 Washer, Thrust 4.. .............. .. ..................................................
4 263530 Wheel, Rolling Inductor 4.. .............. .. ..........................................
5 265978 Bracket,Travel Sensor Mtg Rails (Optional) 2.. .............. .. .........................
6 263213 Bracket, Mtg Temperature Feedback 2.. .............. .. ...............................
7 262268 Plate,Top W/Coating 1.. .............. .. .............................................
8 262166 Handle, Plastic Rolling Inductor 2.. .............. .. ...................................
9 263854 Bracket, Rolling Inductor Strain Relief Cover 1.. .............. .. ........................
10 263690 Spacer, Glass Polyester 1.. .............. .. ..........................................
11 204954 Ftg, Plstc Nipple Qdisc X 1/4 Npt Female 2.. .............. .. ...........................
12 210912 Cap, Protective Rbr Quick Connect Nipple Black 2.. .............. .. ....................
13 264119 Shell Assy, Connector - Rolling Inductor 1.. .............. .. ............................
14 254886 Collar, Coupling 1.. .............. .. ................................................
15 136343 Screw, K5 0x 20 Pan Hd-phl Stl Pld Pt Thread Forming 2.. .............. .. ...............
16 221099 Clamp, Strain Relief 2.. .............. .. .............................................
17 263904 Label,Warning Flexible Induction Cords 9672 PSA 1.. .............. .. ...................
18 194962 Connector, TC Type K 3-pin Male 1.. .............. .. ..................................
19 262174 Insulation, Bottom 1.. .............. .. ...............................................
20 262194 Wearplate, Mica 1.. .............. .. .................................................
21 262172 Handle Assy, Arm 1.. .............. .. ...............................................
22 259455 Spacer, Hinge 2.. .............. .. ...................................................
23 263732 Hinge, Spring 1.. .............. .. ...................................................
24 263697 Extrusion, W/Rivnuts 2.. .............. .. ............................................
25 262173 Insert, Extrusion Channel 2.. .............. .. .........................................
26 262183 Insulation, Top 1.. .............. .. ..................................................
27 263986 Spacer, Hinge 1.. .............. .. ...................................................
265943 Assembly, TC Cable With Cover (Includes) (Not Shown) 1................... .. .............
266211 Cable, Extension 31 FT TC Type K w/Ground 1................... .. ......................
266110 Label, Warning General Precautionary (EN/SP) 1................... .. .....................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-261823 Pagina 34
265 916-F
1
6
2
9
3
4
5
3
9
7
8
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen
gangbaar en alleen te bestellen als ze op de
lijst staan.
Afbeelding 8-2. IR TCregelkastje
OM-261823 Pagina 35
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-2. IR TCregelkastje
Quantity
1 268033 Label, IR Connection Box 1.. .............. .. ........................................
2 265118 Cover, TC Connection Enclosure Assembly 1.. .............. .. .........................
3 268037 Receptacle Assy, Thermocouple W/Leads IR Box 4.. .............. .. ....................
4 268044 Plug Assy, PC1 1.. .............. .. .................................................
5 266808 Enclosure, TC Connection With Rivet Nuts (Includes) 1.. .............. .. ................
263831 Enclosure, TC Connection 1................... .... ......................................
267916 Gasket, Epfm 3.500 X .250 X .125 Thk W/Psa 1................... .... .....................
221493 Label, TC161................... .... .................................................
260811 Nut, 01032 Hex Stl Pld Insert 0........... ...... .... ..................................
6 197063 Plug, Thermocouple Type K Panel Mount 6.. .............. .. ..........................
7 246958 Core, Ferrite 25.90mm Od X 12.80mm Id X 28.60mm Lg 1.. .............. .. .............
8 134735 Conn, Circ Ms/Cpc 14skt Size 20 Rcpt Panel Pushin 1.. .............. .. ................
9 266220 Cable,Pigtail W/14Pin Male 1.. .............. .. ......................................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-261823 Pagina 36
264 092-B
1
2
3
4
5
2
1
6
7
8
9
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen
gangbaar en alleen te bestellen als ze op de
lijst staan.
Afbeelding 8-3. Montagearm
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-3. Montagearm
Quantity
1 263529 Plate, Swivel Induction Arm 2... .......... .. ..........................................
2 263665 Bushing, Swivel Induction Arm 2... .......... .. ........................................
3 263533 Assy, Swivel Shaft Induction Arm 1... .......... .. .....................................
4 264044 Screw, Thumb Sst 10-32 X 1.00 Knurled 2... .......... .. ...............................
5 263528 Housing, Swivel Induction Arm 1... .......... .. ........................................
6 261778 Hinge, Spring Induction Arm 1... .......... .. ..........................................
7 263534 Assy, Induction Arm Attachment Welded 1... .......... .. ...............................
8 124778 Knob, T 2.000 Bar W/.312-18 Stud 1.000 Lg 1... .......... .. ............................
9 259968 Bolt, Eye Shld Thd Stem .375-16 X 1.500 Fbrgls 1... .......... .. ........................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-261823 Pagina 37
266 226-B
6
7
8
9
11
1
2
3
4
10
5
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen
gangbaar en alleen te bestellen als ze op de
lijst staan.
Afbeelding 8-4. Voorloopsensor met montagesteun
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-4. Voorloopsensor met montagesteun
Quantity
1 266229 O-Ring, 3.350 ID X 3.770 OD Silicone 1.. .............. .. ..............................
2 266228 Wheel, Travel Sensor 1.. .............. .. ............................................
3 266074 Bracket, Travel Sensor Mtg 1.. .............. .. .......................................
4 267352 Knob Assy, Bracket Retention 1.. .............. .. .....................................
5 266224 Pin, Clevis .250 OD X 2.750 LG W/.094 Hole Stls 1.. .............. .. ....................
6 262553 Knob, Threaded Three Arm Phenolic 1.. .............. .. ...............................
7 266751 Spacer, AL .250 ID X .500 OD X 1.00 LG 1.. .............. .. ...........................
8 266223 Clamp, Travel Sensor Pivot Assembly 1.. .............. .. ..............................
9 264069 Sensor, Travel Assembly 1.. .............. .. .........................................
10 265988 Shaft, Force Adjustment 1.. .............. .. ..........................................
11 266225 Spring, Cprsn .360 OD X .041 Wire X .750 Free Stn 1.. .............. .. .................
266215 Cable, Extension Travel Sensor (Not Shown) 1................... .. ........................
141162 Housing Plug+ Pins, (Service Kit) 14 - 18 GA 1................... .. .......................
152568 Housing Plug+ Skts, (Service Kit) 20 - 24 GA 1................... .. .......................
267601 Conn, Circ MS/MET 4Pin Size 14S Plug Solder 1................... .. .....................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-261823 Pagina 38
1
2
65
1
8
1-D
2
10
11
8
3
7
4
15
5
14
6
12
13
9
5
12
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen
gangbaar en alleen te bestellen als ze op de
lijst staan.
Afbeelding 8-5. IReenheid met montagesteun
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-5. IReenheid met montagesteun
Quantity
1 265076 Sensor, Temperature IR Assembly 1.. .............. .. .................................
2 265079 Bracket, IR Mounting Assembly 1.. .............. .. ...................................
3 265081 Clamp, Ir Mounting Bracket 1.. .............. .. .......................................
4 262553 Knob, Threaded Three Arm Phenolic 1.. .............. .. ...............................
5 265082 Grommet, Rbr Hi Temp 1.000 Id X 1.375 Mtg Hole .062 2.. .............. .. ..............
6 265083 Washer, Flat .812idx1.375odx.062t Stnls Stl 1.. .............. .. ........................
7 265084 Collar, IR Temperature Sensor Upper 1.. .............. .. ..............................
8 265085 Collar, IR Temperature Sensor Lower 1.. .............. .. ..............................
9 263855 Ftg, Brs Elbow Qdisc 1/8 Npt X .250 Tbg Swivl 1.. .............. .. ......................
10 265116 Tubing, Pneumatic V0 .250 Od X .170 ID .292 Ft.. .............. .. ........................
11 265117 Tubing, Gl Acryl .258.278 Id Blk .250 Ft.. .............. .. ................................
12 264070 Ftg, Air Bulkhead Panel Mtg Qdisc 1/4 Npt X .250tbg 1.. .............. .. ................
13 267465 Ftg, Brs Elbow Qdisc 1/4 Npt X .250 Tbg Swivl 1.. .............. .. ......................
14 270580 Ring, Quartz Window Retaining 1.. .............. .. ...................................
15 270581 Window, Quartz 1.. .............. .. .................................................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-261823 Pagina 39
265149
-
C
5
4
3
8
2
7
1
1
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen
gangbaar en alleen te bestellen als ze op de
lijst staan.
Afbeelding 8-6. Drukregelaarluchtfilter / olieafscheider
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-6. Drukregelaarluchtfilter / olieafscheider
Quantity
1 265146 FilterReg, 1/4 Npt 5 Micron 030psi Auto Drain W/N 1.. .............. .. ................
2 265147 Separator, Oil/Air Filter Auto Drain 1.. .............. .. .................................
3 265148 Coupler, Air RegulatorFilter 1.. .............. .. ......................................
4 204005 Ftg, Plstc/Brs Elbow Qdisc 1/4 Npt X .250 Tbg Swivl 1.. .............. .. ................
5 176518 Ftg, Pipe Brs Elbow St 1/4 Npt 1.. .............. .. ...................................
6 265155 Bracket, Mtg Air RegulatorFilter 1.. .............. .. ..................................
7 265075 Bracket, Cover Air Regulator 1.. .............. .. ......................................
8 265075 Bracket, Cover air Regulator 1.. .............. .. ......................................
*227877 Filter, Air Element (Not Shown) 0.................. .. ....................................
*264232 Filter, Oil Separator (Not Shown) 0.................. .. ..................................
*Recommended Spare Parts.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-261823 Pagina 40
1
2
3
4
5
Items in Figure 8-7 are shown for
parts identification. They are not
available as a complete assembly.
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen
gangbaar en alleen te bestellen als ze op de
lijst staan.
Afbeelding 8-7. Kabels en slangen
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-7. Kabels en slangen
Quantity
1 266215 Cable, Extension Sensor Travel (Includes) 1.. .............. .. ..........................
267601 Conn, Circ Ms/Met 4pin Size 14s Plug Solder 1................... .... .....................
141162 Housing Plug+Pins, (Service Kit) 0................... .... ................................
152568 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 0................... .... ................................
2 265116 Tubing, Pneumatic V0 .250 OD X .170 ID 1.. .............. .. .........................
3 266212 Cable, Extension IR Connection (Includes) 1.. .............. .. .........................
267598 Conn, Circ Ms/Met 5pin Size 14s 90deg Plug Solder 2................... .... ...............
4 266210 Sheath, Cable IR TC Air Hose 1.. .............. .. ....................................
5 266211 Cable, Extension 31 Ft Tc Type K W/Ground (Includes) 1.. .............. .. ...............
194962 Connector, TC Type K 3Pin Male 1................... .... ...............................
194963 Connector, TC Type K 3Pin Female 1................... .... .............................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-261823 Pagina 41
270 112-B
3
4
7
11
9
14
1
13
8
6
10
5
15
16
2
12
3
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst staan.
Afbeelding 8-8. Steun Rolling Inductor
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-8. Steun Rolling Inductor
Quantity
1 269173 Pin, Quick Release .375 Dia X 1.300 Usable LG 1.. .............. .. .....................
2 269165 Tube Assy, Small Welded Rolling Inductor Stand 1.. .............. .. ....................
3 269174 Bolt, T-handle 375-16 X 3.688 L Stl 2.. .............. .. ...............................
4 269169 Plate, Locking Rolling Inductor Stand 1.. .............. .. ..............................
5 271153 Spacer, Cable Mount .375 THK GFPC 1.. .............. .. .............................
6 271152 Support, Cable JHook Nylon 2.000in Bundle Blk 1.. .............. .. ....................
7 +269153 Assy, Welded Base Rolling Inductor Stand 1.. ............. .. ..........................
269519 Label, Warning Rolling Inductor Stand 1.................... .. .............................
8 269159 Tube Assy, Middle Welded Rolling Inductor Stand 1.. .............. .. ....................
9 269678 Clip, C .500ID X .938OD X .150THK Nylon w/tab 2.. .............. .. ....................
10 269406 Assy, Head Rolling Inductor Stand (Includes) 1.. .............. .. ........................
11 192362 Bracket, Mtg Nyl 1/2 Conduit 2.. .............. .... ....................................
12 269448 StandOff, No 1032 X .250 Lg .375 Hex SST 2.. .............. .... .....................
13 269171 Foot, Push Rivet .59ODX.35H .04-.08THK .165 Mtg Blk 4.. .............. .... ............
14 269170 Spring, Rolling Inductor Stand 4.. .............. .... ...................................
15 269161 Bracket Assy, Welded Rolling Inductor Stand 1.. .............. .... ......................
16 269166 Bracket Assy, Top Rolling Inductor Stand 1.. .............. .... .........................
+ When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2016 (Installaties waarvan het serienummer begint met “MG” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepalin-
gen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Appleton,
Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties die ver-
kocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie geen
materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VER-
VANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET
OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of
componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en
materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet bin-
nen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van
een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over
de garantieclaim-procedure die hierop volgt. Wanneer een melding
wordt ingediend als een online garantieclaim, moet de claim een gede-
tailleerde omschrijving bevatten van de storing en de stappen die zijn
genomen om de defecte onderdelen en de oorzaak van het defect te
identificeren.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode zal
Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die hieron-
der zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag dat de in-
stallatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of 18 maanden nadat
de installatie naar een internationale distributeur gezonden is.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen (uitgezonderd de
Classic-serie) (geen arbeidsloon)
* Lasapparaten/generatoren met motor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
* Voedingsbronnen van invertermachines (tenzij anders
aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesregelapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
* Rookafzuigers Capture 5 Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen arbeidsloon)
* Luchtdroogsysteem met droogmiddel
* Externe bewakingsapparatuur en sensoren
* Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt voor de
resterende garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar —
afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
* Rookafzuigers Filtair 130, MWX- en SWX-serie
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPMERKING: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken
* Wielonderstellen/trailers
* Puntlasapparatuur
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek lassen
* Waterkoelingssystemen
* TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
* LiveArc- een computer las-help systeem
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*M
pistolen
* MIGtoortsen en Subarctoortsen (SAW)
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneckpistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, mag-
neetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen van
werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage. (Uitzon-
dering: borstels en relais zijn wel gedekt bij alle motoraan-
gedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door ande-
ren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen val-
len onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of ver-
keerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die
geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of instal-
laties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepas-
singen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN GE-
BRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUIKERS EN
PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING HEBBEN MET
HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie, zullen
de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2) vervangen;
of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in bepaalde gevallen, (3)
de redelijke kosten van repareren of vervangen bij een goedgekeurd
Miller onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de aankoopprijs
(redelijke waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij
het retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip
van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in Appleton,
Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN ANDERE
VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE HIER
VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CONTRACTUEEL,
UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS, AAN-
SPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF
GEVOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP DAT
DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE UITDRUKKELIJKE
GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS, EN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING M.B.T.
PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN CONTRACTUELE
WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE
DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN VAN DE
TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE GEÏMPLICEERDE
GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking
tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade,
indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaan-
de beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze ga-
rantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook
andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat ver-
schillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra ga-
ranties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn op-
genomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk
niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien.
Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per pro-
vincie verschillen.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van de
woorden in het Engels voorrang.
miller warr_dut 201601
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2016 Miller Electric Mfg. Co 2016-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor:
Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Wanneer u een dealer of servicebedrijf zoekt, ga naar
www.millerwelds.com of bel 18004AMiller
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Eigendomspapieren
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Miller MH170329G de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor