Dell Latitude D620 ATG de handleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
de handleiding
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Raadpleeg voor informatie over de andere documentatie die met uw computer werd geleverd Informatie vinden.
Raadpleeg voor een volledig overzicht van afkortingen en acroniemen de Verklarende woordenlijst.
AlsueenDell™computeruitden-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft® Windows®besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
De informatie in dit document kan zonder nadere berichtgeving worden gewijzigd.
©2006DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Reproductie in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken in dit document: Dell, het DELL-logo, Inspiron, Dell Precision, Dimension, OptiPlex, Latitude, PowerEdge, PowerVault, PowerApp, ExpressCharge, TravelLite, Strike Zone, Wi-
Fi Catcher, Dell MediaDirect, XPS, en Dell OpenManage zijn handelsmerken van Dell Inc.; Core en Intel zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation; Microsoft, Outlook en
Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation; Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt door Dell onder licentie
gebruikt; TouchStrip is een handelsmerk van UPEK, Inc.; EMC is een gedeponeerd handelsmerk van EMC Corporation; ENERGY STAR is een gedeponeerd handelsmerk van de U.S.
Environmental Protection Agency. In haar hoedanigheid als ENERGY STAR-partner heeft Dell Inc. vastgesteld dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor een
efficiëntstroomverbruik.
Andere handelsmerken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen
of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en
handelsnamen.
Model PP18L
januari2007P/NFP139Rev.A01
Informatie zoeken
Systeem-setup-programma
Over uw computer
Software opnieuw installeren
Batterijen gebruiken
Onderdelen toevoegen en vervangen
Het toetsenbord gebruiken
Dell™QuickSet-functies
De monitor gebruiken
Reizen met uw computer
Multimedia gebruiken
Help opvragen
Kaarten gebruiken
Specificaties
Netwerken gebruiken
Bijlage
De computer beveiligen
Verklarende woordenlijst
Probleemwijzer
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt mogelijke beschadiging van de hardware of gegevensverlies aan en geeft aan hoe u dergelijke problemen
kunt voorkomen.
LET OP: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Terug naar de inhoudspagina
Over de computer
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Vooraanzicht
Aanzicht linkerzijde
Aanzicht rechterzijde
Achteraanzicht
Aanzicht onderzijde
Vooraanzicht
monitorvergrendeling Houdt de monitor gesloten.
monitor Raadpleeg voor meer informatie over uw monitor De monitor gebruiken.
aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer aan te zetten of een energiebeheermodus te verlaten (zie Energiebeheermodi).
Als de computer niet meer reageert, moet u de aan/uit-knop ingedrukt houden totdat deze volledig wordt uitgeschakeld. Dit proces kan enige seconden in
beslag nemen.
statuslampjes apparaat
1
monitorvergrendeling
2
3
aan/uit-knop
4
statuslampjes apparaat
5
6
touchpad
7
vingerafdruklezer
(optioneel)
8
9
touchpad-knoppen/track stick-
knoppen
10
trackstick
11
12
volumeknoppen
13
omgevingslichtsensor
14
15
verlichtingslampjes
toetsenbord
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen, moet u de computer uitzetten via het besturingssysteem Microsoft®Windows®in plaats van de
aan/uit-knop te gebruiken.
Als de computers is aangesloten op een stopcontact, zal het lampje als volgt werken:
¡ Aanhoudend groen: De batterij wordt opgeladen.
¡ Knipperend groen: De batterij is bijna volledig opgeladen.
¡ Uit: De batterij is voldoende opgeladen (of er is geen externe stroomvoorziening beschikbaar om de batterij op te laden).
Als de computer op batterijstroom werkt, zal het lampje als volgt werken:
¡ Uit: De batterij is voldoende opgeladen (of de computer staat uit).
¡ Knipperend oranje: De batterij begint leeg te raken.
¡ Aanhoudend oranje: De batterij is vrijwel geheel leeg.
toetsenbord Het toetsenbord is voorzien van een numeriek toetsenbord en een toets met het Windows-logo. Raadpleeg voor informatie over
ondersteunde sneltoetscombinaties Het toetsenbord gebruiken.
touchpad Biedt de functionaliteit van een muis (raadpleeg Touchpad en track stick).
vingerafdruklezer (optioneel) HoudtuwDell™-computer veilig. Als u uw vinger over de lezer beweegt, zal het uw unieke vingerafdruk gebruiken om uw
gebruikersidentiteit vast te stellen. Raadpleeg voor informatie over het activeren en gebruiken van de software voor beveiligingsbeheer waarmee de
vingerafdruklezer wordt bediend Software voor beveiligingsbeheer.
luidspreker Om het volume van de ingebouwde luidspreker te regelen, drukt u op de volumebedieningsknoppen, dempknop of sneltoetscombinaties voor
de volumeregeling (zie Toetsencombinaties).
touchpad-knoppen/track stick-knoppen Deze knoppen bieden functionaliteit die vergelijkbaar is met die van een muis. U kunt het touchpad en de track
stick gebruiken om de cursor op het beeldscherm te bewegen (zie Touchpad en track stick).
track stick Biedt de functionaliteit van een muis (zie Touchpad en track stick).
Gaat branden als u de computer aanzet en knippert als de computer zich in een
energiebeheermodus bevindt.
Gaat branden als de computer gegevens leest of wegschrijft.
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen, moet u de computer nooit
uitzetten terwijl het lampje knippert.
Gaat aan en brandt aanhoudend/knippert om de status van de batterij-inhoud aan te
geven.
Gaat branden wanneer er draadloze apparaten zijn geactiveerd.
Wordt ingeschakeld wanneer er draadloze Bluetooth
®
-technologie is geactiveerd. Om
draadloze Bluetooth-technologie te activeren of deactiveren, zet u de draadloze
schakelaar in de "aan"-stand (raadpleeg voor meer informatie Draadloze schakelaar).
OPMERKING: Draadloze Bluetooth-technologie is een optionele functie van uw
computer. Het pictogram zal dus alleen worden geactiveerd als u draadloze
Bluetooth-technologie bij uw computer hebt besteld. Raadpleeg voor meer informatie
de documentatie met de draadloze Bluetooth-technologie werd meegeleverd.
statuslampjes toetsenbord
De groene lampjes bovenin het toetsenbord geven het volgende aan:
volumebedieningsknoppen Druk op deze knoppen om het volume bij te stellen.
omgevingslichtsensor Detecteert beschikbaar omgevingslicht en versterkt of vermindert automatisch de achtergrondverlichting van het beeldscherm om te
compenseren voor omgevingen waar sprake is van veel of weinig licht. Druk op de <Fn> en de pijl-naar-linkstoets om de sensor te activeren of deactiveren
(zie De omgevingslichtsensor gebruiken).
dempknop Druk op deze knop om het volume uit te zetten.
toetsenbordverlichtingslampjes Druk op <Fn> en de pijl-naar-rechtstoets om deze lampjes voor het verlichten van het toetsenbord in omgevingen met
weinig ligt te activeren of te deactiveren.
Aanzicht linkerzijde
Gaat branden als het numeriek toetsenbord is geactiveerd.
Gaat branden als de hoofdletterfunctie is geactiveerd.
Gaat branden als de scroll lock-functie is geactiveerd.
ventilatieopeningen De computer maakt gebruik van een interne ventilator om een luchtstroom door de ventilatieopeningen te genereren om
oververhitting te voorkomen.
sleuf voor beveiligingskabel Hiermee kunt u een antidiefstalvoorziening op de computer aansluiten (zie Beveiligingskabelslot).
audioingangen
infraroodsensor Hiermee kunt u bestanden van de computer overdragen naar een ander infrarood apparaat zonder kabelverbindingen te hoeven
gebruiken. Wanneer u de computer ontvangt, is de sensor gedeactiveerd. Om de sensor te activeren kunt u het systeem-setup-programma gebruiken (zie
Systeem-setup-programma). Raadpleeg voor informatie over gegevensoverdracht het helpbestand van Windows, de optie Help en ondersteuning of de
documentatie die met het infraroodapparaat werd meegeleverd.
sleuf voor smart card (met dummy-kaart) Biedtondersteuningvooréénsmartcard.Smartcardsbiedeneenbreedscalaaanfuncties,waaronder
functionaliteit op het gebied van beveiliging en gegevensopslag. De dummy-kaart voorkomt dat er vuil en externe deeltjes de computer binnenkomen
wanneer er geen smart card in de de smart card-sleuf is aangebracht. Raadpleeg voor meer informatie over het verwijderen van de dummy-kaart Smart cards
gebruiken.
draadloze schakelaar Indien geactiveerd met behulp van Dell QuickSet, kan deze schakelaar scannen op draadloze LAN's in uw nabijheid. U kunt de
schakelaar ook gebruiken om draadloze apparaten snel te activeren of deactiveren, zoals bijvoorbeeld WLAN-kaarten en ingebouwde kaarten met draadloze
Bluetooth-technologie (zie Dell™Wi-FiCatcher™NetworkLocator).
1
ventilatieopeningen
2
sleuf voor een beveiligingskabel
3
audioingangen (2)
4
infraroodsensor
5
sleuf voor smart card (met dummy-kaart)
6
draadloze schakelaar
7
Wi-Fi Catcher-lampje
8
sleuf voor pc-kaart of Express Card
9
vaste schijf
LET OP: Blokkeer de ventilatieopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Bewaar uw Dell-computer
niet in omgevingen waar sprake is van een geringe luchtstroom, zoals een gesloten koffer, als deze is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u
het risico van brand of beschadiging van de computer.
OPMERKING: Als de computer warm wordt, zal deze de ventilator inschakelen. Het is normaal dat de ventilator geluid produceert. Dit duidt niet op een
probleem met de ventilator of computer.
Sluit koptelefoons aan op de ingang .
Sluit een microfoon aan op de ingang .
1
"uit"-stand
Draadloze apparaten worden gedeactiveerd
2
"aan"-stand
Draadloze apparaten worden geactiveerd
Wi-FiCatcher™-lampje Het lampje werkt als volgt:
¡ Knipperend groen: Er wordt naar netwerken gezocht
¡ Aanhoudend groen: Er is een krachtig netwerk gevonden
¡ Aanhoudend geel: Er is een zwak netwerk gevonden
¡ Knipperend geel: Er is een fout opgetreden
¡ Uit: Geen signaal gedetecteerd
sleuf voor pc-kaart of Express Card Biedtondersteuningvooréénpc-kaart, zoals een modemkaart, netwerkadapterkaart of een Express Card (met
PCMIA-adapter). De computer wordt geleverd met een dummy-kaart in de kaartsleuf om te voorkomen dat vuil en externe deeltjes de computer binnendringen
wanneer er geen kaart in de sleuf is aangebracht (zie Kaarttypen).
vaste schijf Hierop worden software en gegevens opgeslagen.
Aanzicht rechterzijde
mediacompartiment Biedtondersteuningvooreenoptischstation,eentweedebatterij,eentweedevasteschijfofeenDellTravelLite™-module (zie
Multimedia gebruiken).
ontgrendelingsschuifje Drukophetontgrendelingsschuifjeomapparatendieinhetmediacompartimentzijngeïnstalleerd,uittewerpen.
USB-ingangen
kap USB-poort De kap voor de USB-poort voorkomt dat vuil en externe deeltjes de computer binnendringen als er geen USB-apparaat op een van de
ingangen is aangesloten.
Aanzicht achterzijde
3
"tijdelijke" stand
Scant op WLAN-netwerken (zie Dell™Wi-FiCatcher™Network
Locator)
4
Wi-Fi Catcher-
lampje
1
optisch station in
mediacompartiment
2
ontgrendelingsschuifje
mediacompartiment
3
USB-ingangen (2)
4
kap USB-poort
Op deze ingangen kunnen USB-apparaten zoals een muis, toetsenbord of
printer worden aangesloten.
netwerkingang (RJ-45)
modemingang (RJ-11)
USB-ingangen
seriëleingang
videoingang
1
netwerkingang (RJ-45)
2
modemingang (RJ-11)
3
USB-ingangen (2)
4
seriëleingang
5
videoingang
6
ingang voor netstroomadapter
7
ventilatieopeningen
8
poortkap
LET OP: Blokkeer de ventilatieopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico van
brand of beschadiging van de computer.
KENNISGEVING: De netwerkingang is iets groter dan de modemingang. Om schade aan te computer te voorkomen mag u geen
telefoonkabel op de netwerkingang aansluiten.
Sluit de computer op een netwerk aan. De twee lampjes naast de ingang
geven de status en activiteit voor vaste netwerkverbindingen aan.
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van de netwerkadapter de
handleiding die met de computer werd meegeleverd.
Als u de optionele interne modem hebt besteld, moet u de telefoonkabel
aansluiten op de modemingang.
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van de modem de
modemdocumentatie die met uw computer werd meegeleverd (zie
Informatie vinden).
Op deze ingangen kunnen USB-apparaten zoals een muis, toetsenbord of
printer worden aangesloten.
Aansluitingvoorseriëleapparatenzoalseenmuisofhandheld.
Hierop kunt u grafische hardware zoals een monitor aansluiten.
ingang voor netadapter
De netadapter zet wisselstroom om naar de gelijkstroom die voor de computer is benodigd. U kunt de netadapter aansluiten terwijl uw computer aan of uit
staat.
poortkap Beschermt de binnenkant van de computer tegen vuil dat door de poortopeningen en ingangen naar binnen zou kunnen komen. Daarnaast
beschermt de poortkap de verbindingspinnen tegen schade die zou kunnen optreden indien de computer wordt gebruikt in omgevingen die niet dezelfde mate
van veiligheid als een bureau bieden. Draai de kap naar beneden om toegang tot de poorten aan de achterzijde van de computer te verkrijgen. Om de kap
volledig te verwijderen, sluit u de monitor, zet u de computer ondersteboven en tilt u de kap van de computer af. Om de kap te vervangen voert u de
verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit.
ventilatieopeningen De computer maakt gebruik van een interne ventilator om een luchtstroom door de ventilatieopeningen te genereren om
oververhitting te voorkomen.
Aanzicht onderzijde
Hiermee kunt u een netadapter op de computer aansluiten.
1
netadapter
2
poortkap
LET OP: De netadapter werkt wereldwijd met alle stopcontacten. Stroomconnectoren en stroomkabels verschillen echter van land tot land. Het
gebruik van een incompatibele kabel of het onjuist aansluiten van de kabel op de bedrading van de computer of op het stopcontact kan brand of
schade aan de apparatuur veroorzaken.
KENNISGEVING: Wanneer u de kabel van de netadapter van de computer loskoppelt, dient u de stekker vast te pakken, en niet de kabel zelf. Trek
met vaste grip en zonder worstelingen om schade aan de kabel te voorkomen. Wanneer u de kabel van de netadapter oprolt, dient u ervoor te zorgen
dat u de hoek tussen de connector en de netadapter volgt om schade aan de kabel te vermijden.
OPMERKING: Als de computer warm wordt, zal deze de ventilator inschakelen. Het is normaal dat de ventilator geluid produceert. Dit duidt niet op een
probleem met de ventilator of computer.
LET OP: Blokkeer de ventilatieopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico van
brand of beschadiging van de computer.
1
geheugenmodulekap
2
ladingmeter/statusmeter
batterij
3
batterij
4
ontgrendelingsmechanismen
batterijcompartiment (2)
5
ingang voor docking-
apparaat
6
ventilatieopeningen
geheugenmodulekap Bedekt het compartiment dat de tweede geheugenmoduleingang (DIMM B) bevat (zie Geheugen).
ladingmeter/statusmeter batterij Biedt informatie over de batterijlading (zie De batterijlading controleren).
batterij Alsereenbatterijisgeïnstalleerd,kuntudecomputergebruikenzonderdezeopeenstopcontactaantesluiten(zieBatterijen gebruiken).
ontgrendelingsmechanismen batterijcompartiment Ontgrendelen de batterij (raadpleeg De batterij vervangen voor instructies).
ingang voor docking-apparaten Hiermee kunt u de computer op een docking-apparaat aansluiten. Raadpleeg voor meer informatie de Dell-documentatie
die met het docking-apparaat werd meegeleverd.
ventilatieopeningen De computer maakt gebruik van een interne ventilator om een luchtstroom door de ventilatieopeningen te genereren om
oververhitting te voorkomen.
vaste schijf Hierop worden software en gegevens opgeslagen.
Terug naar de inhoudspagina
7
vaste schijf
OPMERKING: Als de computer warm wordt, zal deze de ventilator inschakelen. Het is normaal dat de ventilator geluid produceert. Dit duidt niet op een
probleem met de ventilator of computer.
LET OP: Blokkeer de ventilatieopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u het risico van
brand of beschadiging van de computer.
Terug naar de inhoudspagina
Bijlage
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
De computer reinigen
Productkennisgeving Macrovision
FCC-kennisgeving (alleen VS)
De computer reinigen
Computer, toetsenbord en beeldscherm
l Gebruik een spuitbus met gecomprimeerde lucht om stof tussen de toetsen van het toetsenbord weg te blazen.
l Bevochtig een zachte, niet-schurende doek met water of een beeldschermreiniger en poets het beeldscherm schoon.
l Bevochtig een zachte, niet-schurende doek met water en poets daarmee de computer en het toetsenbord schoon. Zorg ervoor dat er geen water van
de doek tussen de touchpad en de omliggende polssteun terecht komt.
Touchpad
1. Sluit de computer af en zet de stroom uit.
2. Koppel aangesloten hardware los van de computer en stopcontacten.
3. Verwijderallegeïnstalleerdebatterijen(zieDe batterij vervangen).
4. Bevochtig een zachte, niet-schurende doek met water en haal deze zachtjes over het oppervlak van de touchpad. Zorg ervoor dat er geen water van
de doek tussen de touchpad en de omliggende polssteun terecht komt.
Diskettestation
Maak het diskettestation schoon met een van de op de markt verkrijgbare schoonmaaksets. Deze schoonmaaksets bevatten voorbehandelde diskettes die
contaminanten verwijderen die zich tijdens een normale werking in het diskettestation ophopen.
Cd's en dvd's
Als u problemen met de afspeelkwaliteit van uw cd's of dvd's bemerkt, zoals het overslaan van geluids- of filmfragmenten, moet u proberen om de schijven te
reinigen.
1. Houd schijven altijd bij de rand vast. U kunt ook de binnenste rand van het gat in het midden aanraken.
2. Wrijf de onderzijde (de zijde zonder label) van de schijf schoon met een zachte, niet-schurende doek. Wrijf de schijf schoon in een rechte lijn van het
LET OP: Voordat u met een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids te raadplegen.
LET OP: Voordatudecomputerreinigt,moetueerstdestekkervandecomputeruithetstopcontactverwijderenenallegeïnstalleerdebatterijen
verwijderen. Maak de computer schoon met een zachte doek die met water vochtig is gemaakt. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of
middelen in een spuitbus. Deze schoonmaakmiddelen kunnen ontvlambare stoffen bevatten.
KENNISGEVING: Om schade aan de computer en monitor te voorkomen mag u geen reinigingsmiddel direct op het beeldscherm sproeien. Gebruik
alleen producten die specifiek zijn ontwikkeld voor het reinigen van monitors, en volg steeds de productaanwijzingen.
KENNISGEVING: Probeer de koppen van het station niet met een wattenstaafje te reinigen. Dit kan leiden tot een verkeerde stand van de koppen, als
gevolg waarvan het station niet meer naar behoren kan functioneren.
KENNISGEVING: Gebruik altijd gecomprimeerde lucht om de lens in het cd-/dvd-station te reinigen, en volg de instructies die met het product met
gecomprimeerde lucht werden geleverd. Raak onder geen beding de lens in het station aan.
KENNISGEVING: Om schade aan het oppervlak te voorkomen moet u niet in een ronddraaiende beweging rond de schijf poetsen.
midden naar de buitenste rand van de schijf.
Probeer in het geval van hardnekkig vuil gebruik te maken van water of een oplossing van water en milde zeep. U kunt ook in de handel verkrijgbare
producten aanschaffen voor het reinigen van schijven die een bepaalde mate van bescherming bieden tegen stof, vingerafdrukken en krassen.
Reinigingsproducten voor cd's zijn ook veilig voor gebruik met dvd's.
Productkennisgeving Macrovision
Dit product is voorzien van copyrightbeveiligingstechnologie die wordt beschermd door Amerikaanse octrooien en andere intellectuele eigendomsrechten. Voor
het gebruik van deze copyrightbeveiligingstechnologie is toestemming nodig van Macrovision. Dit product is bestemd voor thuisgebruik of gebruik in kleine
kring, mits hiertoe toestemming is verleend door Macrovision. Het is verboden om het product na te bouwen, ontleden of demonteren.
FCC-kennisgeving (alleen VS)
FCC klasse B
Dezeapparatuurgenereertengebruiktradiofrequenteenergieenkanradiofrequenteenergieuitstralen.Indiennietgeïnstalleerdconformde
gebruikshandleiding van de fabrikant kan deze apparatuur storingen van de radio- en televisieontvangst veroorzaken. Op basis van tests is vastgesteld dat
deze apparatuur voldoet aan de grenswaarden die voor een digitaal apparaat van klasse B zijn opgesteld conform deel 15 van de FCC-regelgeving.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. De werking moet voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
2. Het apparaat moet binnenkomende interferentie accepteren, inclusief interferentie die ongewenste effecten heeft.
Deze grenswaarden zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving. Er wordt echter niet
gegarandeerd dat een bepaalde installatie geen interferentie veroorzaakt. Als deze apparatuur interfereert met de radio- of televisieontvangst (hetgeen men
kan bepalen door de apparatuur uit en in te schakelen), kan de gebruiker het beste proberen om de interferentie te verhelpen door een of meer van de
volgende maatregelen te treffen:
l Richt de ontvangstantenne een andere kant op.
l Verplaats het systeem ten opzichte van de antenne.
l Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de antenne.
l Sluit de apparatuur aan op een stopcontact dat is aangesloten op een ander circuit dan de antenne.
Raadpleeg indien nodig de leverancier of een erkende radio-/televisietechnicus voor verdere ondersteuning.
De volgende informatie wordt conform de FCC-richtlijnen op de computer of in deze documentatie besproken apparatuur:
l Productnaam:Dell™Latitude™ATGD620
l Modelnummer: PP18L
Bedrijfsnaam:
Dell Inc.
Worldwide Regulatory Compliance & Environmental Affairs
One Dell Way
Round Rock, TX 78682 Verenigde Staten
+1 512-338-4400
Terug naar de inhoudspagina
KENNISGEVING: De FCC-richtlijnen bepalen dat wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Dell Inc. mogelijk uw recht om
deze apparatuur te gebruiken, ongedaan maken.
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over richtlijnen de productinformatiegids.
Terug naar de inhoudspagina
Batterijen gebruiken
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Batterijprestatie
Voor een optimale computerprestatie en het behoud van de BIOS-instellingenmoetudedraagbareDell™-computer alleen gebruiken als de hoofdbatterij is
geïnstalleerd.Erwordtstandaardéénbatterijmeegeleverd;dezebevindtzichinhetbatterijcompartiment.
De werkingsduur van de batterij is afhankelijk van de werkomstandigheden. Om de werkduur aanzienlijk te verhogen, kunt u een optionele tweede batterij
aanbrengen in het mediacompartiment.
De werkduur wordt aanzienlijk verminderd door onder andere:
l Optische apparaten
l Draadloze communicatietoestellen, pc-kaarten, Express Cards, mediageheugenkaarten of USB-apparaten
l Het gebruik van zeer heldere weergave-instellingen, driedimensionale screensavers of andere energieverbruikende programma's, zoals complexe
driedimensionale grafische toepassingen
l De computer laten draaien in de maximale prestatiemodus (zie De energiebeheerinstellingen configureren)
Het is mogelijk om de batterijlading te controleren (zie De batterijlading controleren) voordat u de batterij in de computer aanbrengt. U kunt ook de opties van
het energiebeheer zo instellen dat u gewaarschuwd wordt als de batterij leeg raakt (zie De energiebeheerinstellingen configureren).
De batterijlading controleren
De Dell QuickSet-batterijmeter, het Energiemeter-venster in Microsoft Windows, het pictogram , de ladingmeter en statusmeter van de batterij en de
waarschuwing voor een bijna lege batterij bieden informatie over de batterijlading.
Dell™QuickSet-batterijmeter
AlsDellQuickSetisgeïnstalleerd,druktuop<Fn><F3>deQuickSet-batterijmeter weer te geven. De batterijmeter toont de status, de levensduur, het
laadniveau en de laadtijd van de batterij van de computer.
Voor meer informatie over QuickSet, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk en klikt u met de linkermuisknop op Help.
Batterijprestatie
De energiebeheerinstellingen configureren
De batterijlading controleren
De batterij opladen
Batterijstroom besparen
De batterij vervangen
Energiebeheermodi
Batterijen bewaren
OPMERKING: RaadpleegvoorinformatieoverdeDell™-garantie voor uw computer de productinformatiegids of het papieren exemplaar van het
garantiedocument dat met uw computer werd geleverd.
OPMERKING: Omdat de batterij misschien niet helemaal opgeladen is, kunt u de computer beter met de netadapter aansluiten op een stopcontact als u
de computer voor het eerst gebruikt. Voor de beste resultaten blijft u de netadapter beter gebruiken tot de batterij helemaal is opgeladen. Om de
batterijstatus te raadplegen, klikt u op Start® Instellingen® Configuratiescherm® Energie-opties® tabblad Energiemeter.
OPMERKING: De werkduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan bieden) wordt met de tijd minder. Afhankelijk van de
frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe
batterij moet aanschaffen.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen dat u de computer op een stopcontact aansluit wanneer u naar een cd of dvd schrijft.
LET OP: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend met een
compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. Deze batterij is speciaal ontworpen voor gebruik in een Dell-computer. Gebruik geen batterij
van een andere computer voor uw Dell-computer.
LET OP: Gooi batterijen niet met het huisafval weg. Als de batterij geen energie meer bevat, moet u contact opnemen met de plaatselijke
vuilophaal- of milieudienst voor advies over het verwijderen van een lithium-ionbatterij. Zie "Batterijen verwijderen" in de
productinformatiegids.
LET OP: Misbruik van de batterij kan de kans op brand of chemische brandwonden verhogen. Maak geen gaten in batterijen, gooi batterijen niet
inhetvuur,maakbatterijennietopenenstelbatterijennietblootaaneentemperatuurhogerdan65°C.Houddebatterijbuitenbereikvan
kinderen. Ga uiterst voorzichtig met beschadigde of lekkende batterijen om. Beschadigde batterijen kunnen lekken en lichamelijke schade of
schade aan uw apparatuur opleveren.
Microsoft®Windows Energiemeter
De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. Om de energiemeter te raadplegen, dubbelklikt u op het pictogram op de taakbalk.
Als de computer is aangesloten op een stopcontact zal het pictogram worden weergegeven.
Ladingsmeter
Door de statusknop van de ladingmeter van de batterij ingedrukt te houden, kunt u het volgende controleren:
l De batterijlading (klik kort op de statusknop)
l De batterijstatus (houd de statusknop ingedrukt)
De werkingsduur van de batterij wordt grotendeels bepaald door het aantal keren dat deze is opgeladen. Na honderden oplaad- en ontladingscycli kunnen
batterijen een deel van hun oplaadcapaciteit oftewel hun batterijlading verliezen. Een batterij kan dus wel een status "geladen" geven, en toch een beperkte
laadcapaciteit (vermogen) hebben.
Batterijlading controleren
Om de batterijstatus te raadplegen, drukt u op de statusknop op de ladingmeter van de batterij en laat u deze los om de indicatielampjes voor het
batterijladingniveau op te doen lichten. Elk lampje vertegenwoordigt ongeveer 20 procent van de totale batterijlading. Als bijvoorbeeld tachtig procent van de
lading resteert, zullen er vier lampjes branden. Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
Om de batterijstatus te controleren met behulp van de ladingmeter, moet u de statusknop op de batterijladingmeter gedurende ten minste drie seconden
ingedrukt houden. Als er geen lampjes gaan branden, verkeert de batterij in goede toestand, en heeft deze nog meer dan 80 procent van zijn oorspronkelijke
oplaadcapaciteit. Hoe meer lampjes branden, hoe lager het vermogen. Als er vijf lampjes worden weergegeven, is er minder dan 60% van het oorspronkelijk
oplaadbare vermogen over, en kunt u de batterij het beste vervangen. Raadpleeg Batterij voor meer informatie over de batterijwerkduur.
Waarschuwing bijna lege batterij
Het batterijstatuslampje op de scharnierkap (in de rechterbenedenhoek van de monitor) knippert oranje wanneer de batterij leeg begint te raken, en brandt
aanhoudend oranje wanneer de batterij vrijwel geheel leeg is. Daarnaast waarschuwt een pop-upvenster u zodra de batterij voor ongeveer 90 procent leeg
is.Alsertweebatterijenzijngeïnstalleerd,houdtdewaarschuwingvoorlagebatterijspanningindatdegecombineerdeladingvoorbeidebatterijenvoor
ongeveer 90% is opgebruikt. Zodra een kritiek laag niveau wordt bereikt, gaat de computer automatisch in slaapstand.
UkuntdeinstellingenvoordebatterijwaarschuwingendefiniëreninhetvensterPower Options Properties (Energiebeheer-instellingen) van QuickSet.
Raadpleeg De energiebeheerinstellingen configureren voor informatie over het oproepen van het venster Power Options Properties (Energiebeheer-
instellingen).
Batterijvermogen sparen
Voer de volgende handelingen uit om het batterijvermogen te sparen:
1
batterij
2
statusknop (voor de batterijlading)
3
ladingmeter (voor de batterijstatus)
OPMERKING: U kunt de batterijstatus op twee manieren raadplegen: door de ladingmeter op de batterij te raadplegen zoals hieronder beschreven, of
met behulp van de batterijmeter in Dell QuickSet. Voor informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk en
klikt u met de linkermuisknop op Help.
KENNISGEVING: Om te voorkomen dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan, moet u uw werk direct opslaan als u een waarschuwing ontvangt
dat de batterij bijna leeg is. Sluit de computer vervolgens op een stopcontact aan of installeer een tweede batterij in het mediacompartiment. Als de
batterij volledig leegraakt, zal automatisch de slaapstand worden geactiveerd.
l Sluit de computer zoveel mogelijk op het stopcontact aan. De levensduur van een batterij hangt namelijk in grote mate af van het aantal keer dat deze
wordt gebruikt en opgeladen.
l Zet de computer in standby-modus of slaapstand (zie Energiebeheermodi) wanneer u de computer gedurende een lange periode ongebruikt aan laat
staan.
l Gebruik de Power Management Wizard (zie De energiebeheerinstellingen configureren) om opties te selecteren voor de optimalisatie van het
stroomverbruik van de computer. U kunt deze opties ook zodanig instellen dat ze automatisch worden gewijzigd wanneer u op de aan/uit-knop drukt,
het beeldscherm sluit of op <Fn><Esc> drukt.
Energiebeheermodi
Standby-modus
De standby-modus bespaart energie door het beeldscherm en de vaste schijf uit te schakelen na een vooraf gedefinieerde periode van gebrek aan activiteit
(een zogenaamde time-out). Als de computer de standby-modus verlaat, zal deze naar dezelfde werkstand terugkeren waarin hij verkeerde voordat de
standby-modus werd geactiveerd.
Om de standby-modus te activeren, doet u het volgende:
l Klik op de Start-knop, selecteer Computer uitzetten, en klik op Stand-by.
of
l Afhankelijk van de energiebeheeropties die u hebt ingesteld op het tabblad Advanced (Geavanceerd) in het venster Power Options Properties
(Energiebeheer-instellingen), gebruikt u een van de volgende methoden:
¡ Druk op de aan/uit-knop.
¡ Sluit het beeldscherm.
¡ Druk op <Fn><Esc>.
Om de standby-modus te verlaten, drukt u op de aan/uit-knop of opent u het beeldscherm, afhankelijk van de instellingen die u op het tabblad Advanced
(Geavanceerd) hebt ingesteld. U kunt de computer niet uit de standby-modus halen door een toets aan te slaan of de touchpad of track stick aan te raken.
Slaapstand
Deslaapstandbespaartenergiedoorsysteemgegevenstekopiërennaareendaartoegereserveerdgedeelteopdevasteschijfenvervolgensdecomputer
volledig uit te zetten. Als de computer de slaapstand verlaat, zal deze terugkeren naar dezelfde werkstand waarin deze verkeerde voordat de slaapmodus
werd geactiveerd.
Zodra de batterijlading een kritiek laag niveau bereikt, gaat de computer automatisch in de slaapstand.
Om handmatig de slaapstand te activeren, doet u het volgende:
l Klik op de Start-knop, selecteer Computer uitzetten, houd <Shift> ingedrukt en klik vervolgens op Slaapstand.
of
l Afhankelijk van de manier waarop u de energiebeheeropties op het tabblad Advanced (Geavanceerd) van het venster Power Options Properties
(Energiebeheer-instellingen) hebt ingesteld, gebruikt u een van de volgende manieren om de slaapstand te activeren:
¡ Druk op de aan/uit-knop.
¡ Sluit het beeldscherm.
¡ Druk op <Fn><Esc>.
of
l Druk op <Fn><F1> als u QuickSet hebt gebruikt om deze sneltoetscombinatie in te stellen (zie Dell™QuickSet-functies).
Druk op de aan/uit-knop om de slaapstand te verlaten. Het kan even duren voordat de computer uit de slaapstand komt. Het is niet mogelijk om de computer
uit de slaapstand te halen met behulp van een toetsaanslag of door de touchpad of track stick aan te raken. Raadpleeg voor meer informatie over de
slaapstand de documentatie die met het besturingssysteem werd geleverd.
OPMERKING: Raadpleeg Batterijprestatie voor meer informatie over het besparen van batterijstroom.
KENNISGEVING: Als de computer netstroom en batterijstroom verliest terwijl deze in de standby-modus verkeert, kan er gegevensverlies optreden.
KENNISGEVING: Het is niet mogelijk om apparaten te verwijderen of uw computer los te koppelen van een dockingstation terwijl de computer zich in
de slaapstand verkeert.
OPMERKING: Het is mogelijk dat sommige pc-kaarten en ExpressCards niet meer naar behoren werken nadat de computer de slaapstand heeft
verlaten. Verwijder de kaart en breng deze opnieuw aan (zie Kaarttypen) of start de computer simpelweg opnieuw op.
De energiebeheerinstellingen configureren
U kunt gebruikmaken van de QuickSet Energiebeheer-wizard of energiebeheerinstellingen van Windows om de energiebeheerinstellingen voor uw computer
te beheren.
l Voor meer informatie over QuickSet, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk en selecteert u Help.
l Om het venster Energiebeheer-instellingen op te roepen, klikt u op de Start-knop, wijst u Instellingen® Configuratiescherm® Prestaties en
onderhoud aan en klikt u op Energie-opties. Voor informatie over de velden in het venster Eigenschappen voor energiebeheer klikt u op het
vraagtekenpictogram in de titelbalk en klikt u vervolgens op het gebied waarover u informatie wilt.
De batterij opladen
Als u de computer aansluit op een stopcontact of een batterij aanbrengt terwijl de computer op een stopcontact is aangesloten, zal de computer de lading en
temperatuur van de batterij controleren. Indien nodig zal de wisselstroomadapter de batterij opladen en de batterijlading op peil houden.
Als de batterij verhit is geraakt door gebruik in de computer of omdat de omgevingstemperatuur te hoog is, is het mogelijk dat de batterij niet oplaadt als u de
computer op een stopcontact aansluit.
De batterij is te heet om te beginnen met opladen als het lampje afwisselend groen en oranje knippert. Koppel de computer los van het stopcontact en
laat de computer en batterij afkoelen tot kamertemperatuur. Sluit de computer vervolgens aan op een stopcontact om de batterij op te laden.
De batterij vervangen
Raadpleeg Mediacompartiment voor informatie over het vervangen van de optionele tweede batterij in het mediacompartiment (indien van toepassing).
De batterij verwijderen:
1. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
2. Zorg ervoor dat de computer uitstaat of zich in de slaapstand bevindt (zie Slaapstand).
3. Zet de computer ondersteboven met de achterzijde naar u toe.
4. Verschuif het ontgrendelingsschuifje van de batterijhouder aan de rechterkant van de batterij totdat deze vastklikt.
5. Verschuif het ontgrendelingsschuifje van de batterijhouder aan de linkerzijde van de batterij en houd het vast, pak de batterij vast bij het batterijlipje
en schuif de batterij in een horizontale beweging naar de voorzijde van de computer.
6. Til de batterij op om deze uit het batterijcompartiment te verwijderen.
OPMERKING: MetDell™ExpressCharge™laadtdenetadaptereenvollediglegebatterijinongeveer1uuropterwijldecomputeruitstaat.Deoplaadtijd
is langer als de computer aan staat. U kunt de batterij net zolang in de computer laten zitten als u wilt. De interne bedrading van de batterij zorgt
ervoor dat de batterij niet kan worden overladen.
OPMERKING: Als u een 9-cels batterij wilt gebruiken om Dell ExpressCharge te verkrijgen, moet u deze gebruiken in combinatie met een netadapter
van 90 W.
LET OP: Voordat u deze procedures uitvoert, moet u de computer uitzetten, de stekker van de netadapter uit het stopcontact verwijderen, de
stekker van de modem uit het modemcontact en de computer verwijderen en alle andere externe kabels uit de computer verwijderen.
LET OP: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend met een
compatibelebatterijdieubijDellhebtaangeschaft.DebatterijisspeciaalgemaaktvooreenDell™-computer. Gebruik geen batterij van een
andere computer voor uw Dell-computer.
KENNISGEVING: U moet alle externe kabels uit de computer verwijderen om eventuele schade te voorkomen.
Voer de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit om de batterij te vervangen.
Batterijen bewaren
Verwijder de batterij als u de computer voor langere tijd opslaat. Een batterij verliest zijn lading als deze gedurende een lange periode niet wordt gebruikt.
Na een lange opslagperiode moet u de batterij volledig opladen alvorens deze te gebruiken (zie De batterij opladen).
Terug naar de inhoudspagina
1
batterij
2
ontgrendelingsschuifje van batterijhouder (2)
3
batterijlipje
Terug naar de inhoudspagina
Kaarten gebruiken
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Kaarttypen
Een pc-kaart of ExpressCard installeren
Een kaart of dummy-kaart verwijderen
Kaarttypen
Pc-kaarten
Raadpleeg Specificaties voor informatie over ondersteunde pc-kaarten.
De sleuf voor pc-kaartisvoorzienvanééningangdieondersteuningbiedtvooreenenkelekaartvanhettype1of2.Dekaartsleufbiedtondersteuningvoor
CardBus-technologie en pc-kaarten die uitsteken. Het kaarttype heeft betrekking op de dikte van de kaart, niet op de functionaliteit ervan.
ExpressCards
Raadpleeg Specificaties voor informatie over ondersteunde ExpressCards.
ExpressCards maken gebruik van pc-kaarttechnologie om een snelle en eenvoudige manier te bieden om geheugen toe te voegen, vaste en draadloze
netwerkcommunicatie (met inbegrip van communicatie via mobiele breedbandnetwerken oftewel WWAN-communicatie) en multimedia te bieden en de
computer te voorzien van beveiligingsfuncties. Om een ExpressCard in de pc-kaartlsleuf te gebruiken, dient u gebruik te maken van een adapter. De adapter
wordt bij de ExpressCard geleverd.
Smart cards
Smart cards vormen waardevolle hulpmiddelen op het gebied van beveiliging, gegevensopslag en het gebruik van speciale toepassingen (zie Smart cards
gebruiken).
Dummy-kaarten
Uw computer werd geleverd met een plastic dummy-kaart in de kaartsleuf. Dummy-kaarten beschermen ongebruikte sleuven tegen stof en andere deeltjes
vuil. Bewaar de dummy-kaart zodat u deze op de kaartsleuf kan aanbrengen wanneer daar geen kaart in is aangebracht. Dummy-kaarten van andere
computers passen mogelijk niet in de sleuf.
Raadpleeg voor het verwijderen van een dummy-kaart Een kaart of dummy-kaart verwijderen.
Kaarten die uitsteken
Kaarten die uitsteken (bijvoorbeeld een draadloze netwerkadapter) zijn langer dan een standaard pc-kaart en steken uit de computer uit. Voer de volgende
voorzorgsmaatregelen uit als u pc-kaarten gebruikt die uitsteken:
l Beveilighetblootgesteldeuiteindevandegeïnstalleerdekaart.Alsertegenhetuiteindevandekaartwordtgeduwdkanerschadeaanhet
moederbord optreden.
l Verwijder altijd alle pc-kaarten die uitsteken voordat u de computer opbergt in de draagtas.
Een pc-kaart of ExpressCard installeren
Het is mogelijk om een pc-kaart of ExpressCard in de computer aan te brengen terwijl de computer aan staat. De computer zal de kaart automatisch
detecteren.
Pc-kaarten en ExpressCards worden over het algemeen voorzien van een symbool, zoals een driehoek of pijl, om aan te geven welk uiteinde op de sleuf moet
OPMERKING: Elektrische en elektronische apparaten zijn gevoelig voor elektrostatische ontlading. Als er sprake is van een aanzienlijk niveau van
elektrostatische ontlading, kan het apparaat worden gereset en kan de software van het apparaat een poging doen om opnieuw een verbinding te
maken. Als de software niet meer werkt na een elektrostatisch ontlading, moet u het modemprogramma opnieuw starten.
OPMERKING: Een pc-kaart is geen opstartbaar apparaat.
OPMERKING: Het is niet mogelijk op te starten vanaf een ExpressCard.
worden aangebracht. De kaarten zijn op zodanige wijze ontwerpen dat het niet mogelijk is om ze om een verkeerde manier in te voeren. Als het niet duidelijk
is in welke richting de kaart moet worden ingevoerd, moet u de documentatie raadplegen die met de kaart werd meegeleverd.
Pc-kaart
1. Houddekaartopzodanigewijzevastdathetoriëntatiesymboolnaardesleufwijstendebovenkantvandekaartnaarbovenisgericht.De
vergrendeling moet mogelijk in de "in"-stand worden gezet voordat u de kaart invoert.
2. Schuif de kaart in de sleuf totdat de kaart volledig in de ingang is ingevoerd.
Als u teveel weerstand ondervindt, moet u de kaart niet forceren. Controleer of de kaart in de juiste richting wijst en probeer het opnieuw.
De computer herkent de meeste pc-kaarten en laadt automatisch het juiste stuurprogramma voor de kaart. Als het configuratieprogramma u aanspoort om de
stuurprogramma's van de fabrikant te laden, moet u gebruikmaken van de diskette of cd die met de pc-kaart werd geleverd.
ExpressCard
1. Plaats de ExpressCard in de adapter (de adapter wordt meegeleverd met de ExpressCard).
2. Installeer de ExpressCard met de adapter op dezelfde manier als een pc-kaart (zie Pc-kaarten).
Een kaart of dummy-kaart verwijderen
Druk op de vergrendeling en verwijder de kaart of dummy-kaart.Bijsommigevergrendelingenmoetutweekeeropdevergrendelingdrukken:éénkeeromde
vergrendeling open te klappen, en vervolgens om de kaart naar buiten te laten duwen.
Terug naar de inhoudspagina
LET OP: Voordat u met een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de
productinformatiegids.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die in de productinformatiegids
zijn beschreven.
KENNISGEVING: Klik op het pictogram op de taakbalk om een kaart te selecteren en de werking van de kaart stop te zetten voordat u deze uit de
computer verwijderd. Als u de werking van de kaart niet stopzet met behulp van het configuratiehulpprogramma kan er gegevensverlies optreden. Als
de kaart van een kabel is voorzien, moet u deze kabel niet gebruiken om de kaart uit de computer te trekken.
Terug naar de inhoudspagina
De monitor gebruiken
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
De helderheid bijstellen
Het videobeeld wisselen
De schermresolutie en vernieuwingsfrequentie instellen
Dual Independent Display-modus
Wisselen tussen het hoofdscherm en secundaire beeldscherm
De omgevingslichtsensor gebruiken
De helderheid bijstellen
AlseenDell™-computer op batterijstroom draait, kunt u stroom besparen door de helderheid in te stellen op het laagste niveau dat nog steeds een
comfortabel niveau oplevert door te drukken op <Fn> en de pijl-omhoogtoets of pijl-omlaagtoets op het toetsenbord.
U kunt op een van de volgende toetsen drukken om de helderheid van het scherm bij te stellen:
l Druk op <Fn> en de pijl-omhoogtoetsomalleendehelderheidophetgeïntegreerdebeeldschermtevergroten(nietopeenexternemonitor).
l Druk op <Fn> en de pijl-omlaagtoetsomalleendehelderheidophetgeïntegreerdebeeldschermteverlagen(nietopeenexternemonitor).
Het videobeeld wisselen
Als u de computer opstart terwijl er een extern apparaat (zoals een externe monitor of projector) mee is verbonden dat is ingeschakeld, kan het beeld ofwel
op het beeldscherm van de computer verschijnen, of op het externe apparaat.
Druk op <Fn><F8> om het videobeeld weer te geven op alleen het beeldscherm, alleen het externe apparaat of op het beeldscherm en het externe apparaat
tegelijk.
De schermresolutie en vernieuwingsfrequentie instellen
Om een programma in een bepaalde resolutie weer te geven, moeten zowel de grafische kaart als de monitor ondersteuning voor het programma bieden en
moetendebenodigdevideostuurprogramma'swordengeïnstalleerd.
Als u een resolutie of kleurpalet selecteert die hoger is dan door de monitor wordt ondersteund, zullen de instellingen automatisch worden bijgesteld naar de
waarden die het meest in de buurt komen.
1. Klik op de Start-knop en selecteer Instellingen® Configuratiescherm.
2. Selecteer bij Kies een categorie de optie Vormgeving en thema's.
3. Klik op het gebied dat u wilt wijzigen onder Kies een taak... of klik bij of kies een pictogram op Beeldscherm.
4. Klik in het venster Eigenschappen voor beeldscherm op het tabblad Instellingen.
5. Probeer verschillende instellingen voor de Kleurkwaliteit en de Beeldschermresolutie.
Als de grafische resolutie hoger is dan de monitor aankan, zal de computer de pan-modus ingaan. In pan-modus is het niet mogelijk om het volledige scherm
inéénkeerweertegeven.Detaakbalkdienormaliteronderinhetschermwordtweergegeven,kanindepan-modus bijvoorbeeld niet langer zichtbaar zijn.
Om de rest van het scherm te zien kunt u de touchpad gebruiken om het scherm naar boven, onderen, links of rechts te bewegen.
OPMERKING: De toetsencombinaties voor de helderheid zijn alleen van toepassing op het beeldscherm van uw draagbare computer, niet op monitors
of projectors die u op de draagbare computer of op het docking-apparaat aansluit. Als uw computer is aangesloten op een externe monitor en u het
helderheidsniveau probeert te regelen, verschijnt mogelijk de Brightness Meter (Helderheidsmeter). Het helderheidsniveau voor het externe apparaat
zal echter niet worden gewijzigd.
OPMERKING: Voordat u de standaard scherminstellingen wijzigt, moet u voor toekomstige referentie de standaardinstellingen noteren.
OPMERKING: MaakalleengebruikvandedoorDellgeïnstalleerdevideostuurprogramma's,diezijnontworpenvoordebesteprestatievanuwdoorDell
geïnstalleerdebesturingssysteem.
OPMERKING: Naarmate de resolutie wordt verhoogd, worden de pictogrammen en tekst op het scherm kleiner weergegeven.
KENNISGEVING: U kunt een externe monitor beschadigen door gebruik te maken van een niet-ondersteunde verniewingsfrequentie. Raadpleeg
alvorens de verniewingsfrequentie op een externe monitor bij te stellen de handleiding van de externe monitor.
Dual Independent Display-modus
U kunt een externe monitor of projector op de computer aansluiten en deze gebruiken als uitbreiding op het beeldscherm. Dit staat bekend als de "dual
independent display"-modus of "uitgebreide bureaublad"-modus. Deze modus stelt u in staat om beide schermen onafhankelijk van elkaar te gebruiken en
objecten van het ene scherm naar het andere te slepen, zodat u de hoeveelheid zichtbare werkruimte effectief verdubbelt.
1. Sluit de externe monitor of projector op de computer aan.
2. Klik op de Start-knop en selecteer Instellingen® Configuratiescherm.
3. Klik onder Kies een categorie op Vormgeving en thema's.
4. Klik op het gebied dat u wilt wijzigen bij Kies een taak... of klik bij of kies een pictogram... op Beeldscherm.
5. Klik in het venster Eigenschappen van het beeldscherm op het tabblad Instellingen.
6. Klik op het pictogram voor monitor 2, vink het selectievakje Het Windows-bureaublad uitbreiden naar deze monitor aan en klik vervolgens op
Toepassen.
7. Stel de Schermresolutie in op de juiste waarde voor de beeldschermen en klik op Toepassen.
8. Als u wordt gevraagd om de computer opnieuw te starten, klikt u op De nieuwe kleurinstelling toepassen zonder de computer opnieuw te starten en
klikt u op OK.
9. Klik desgevraagd op OK om het bureaublad te vergroten/verkleinen.
10. Klik desgevraagd op Ja om de instellingen te bewaren.
11. Klik op OK om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te sluiten.
Om de dual independent display-modus te deactiveren, gaat u als volgt te werk:
1. Klik op het tabblad Instellingen in het venster Eigenschappen voor beeldscherm.
2. Klik op het monitor 2-pictogram, verwijder het vinkje uit het selectievakje Het Windows-bureaublad uitbreiden naar deze monitor en klik op
Toepassen.
Druk indien nodig op <Fn><F8> om het schermbeeld terug naar de computer te halen
Wisselen tussen het hoofdscherm en secundaire scherm
Om te schakelen tussen het primaire en secundaire beeldscherm (om bijvoorbeeld uw externe monitor na het koppelen als uw primaire beeldscherm te
gebruiken), gaat u als volgt te werk:
1. Klik op de Start-knop en selecteer Instellingen® Configuratiescherm.
2. Selecteer bij Kies een categorie de optie Vormgeving en thema's.
3. Klik op het gebied dat u wilt wijzigen bij Kies een taak... of klik bij of kies een pictogram op Beeldscherm.
4. Selecteer op het tabblad Instellingen® Geavanceerd® en selecteer vervolgens het tabblad Beeldschermen.
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij uw grafische kaart werd geleverd.
De omgevingslichtsensor gebruiken
De omgevingslichtsensor bevindt zich onderin het beeldschermpaneel. De sensor detecteert omgevingslicht en verhoogt of verlaagt automatisch de
achtergrondverlichting van het beeldscherm voor compensatie van omgevingen met weinig of veel licht.
U kunt de omgevingslichtsensor activeren of deactiveren door <Fn> in combinatie met de pijl-naar-linkstoets in te drukken.
OPMERKING: Als u een resolutie of kleurpalet selecteert die hoger is dan door de monitor wordt ondersteund, zullen de instellingen automatisch
worden bijgesteld naar de waarden die het meest in de buurt komen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met uw besturingssysteem
werd meegeleverd.
OPMERKING: Dek de omgevingslichtsensor niet af met kleefetiketten. Als de sensor wordt afgedekt, zal de sensor automatisch de helderheid van het
beeldscherm op het laagst mogelijke niveau instellen.
Bij levering van de computer is de omgevingslichtsensor gedeactiveerd. Als u de sensor activeert en vervolgens gebruikmaakt van de sneltoetscombinaties
voor de helderheid van het beeldscherm, zal de sensor worden gedeactiveerd en zal de helderheid van het beeldscherm op basis van de toetsencombinaties
worden verhoogd of verlaagd.
MetDell™QuickSetkuntudeomgevingslichtsensoractiverenofdeactiveren.Ukuntookdeminimaleenmaximalehelderheidinstellingenbijstellendieworden
geactiveerd wanneer u de omgevingslichtsensor activeert. Voor meer informatie over QuickSet, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de
taakbalk en klikt u met de linkermuisknop op Help.
Terug naar de inhoudspagina
1
omgevingslichtsensor
OPMERKING: Als u de computer opnieuw opstart zal de omgevingslichtsensor worden geactiveerd of gedeactiveerd, afhankelijk van de instellingen die
van kracht waren op het moment dat u de computer uitzette.
OPMERKING: De omgevingslichtsensor stelt alleen de achtergrondverlichting voor het beeldscherm van uw draagbare computer bij. Het kan niet de
helderheid regelen van externe monitors of projectors.
Terug naar de inhoudspagina
Software opnieuw installeren
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Stuurprogramma's
Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen
Microsoft®Windows®XP Systeemherstel gebruiken
Microsoft®Windows®XP opnieuw installeren
Stuurprogramma's
Wat is een stuurprogramma?
Een stuurprogramma is een programma waarmee een apparaat zoals een printer, muis of toetsenbord wordt bestuurd. Voor alle apparaten is een
stuurprogramma vereist.
Een stuurprogramma fungeert als een vertaler tussen het apparaat en programma's die gebruikmaken van dat apparaat. Elk apparaat heeft zijn eigen
specifieke opdrachten die alleen het stuurprogramma daarvan kan herkennen.
Uw Dell-computer wordt standaard met de vereiste stuurprogramma's geleverd. Voor de stuurprogramma's is geen verdere installatie of configuratie
benodigd.
Veel stuurprogramma's, zoals het stuurprogramma voor het toetsenbord, worden geleverd met het besturingssysteem Microsoft®Windows®. Mogelijk moet
u stuurprogramma's installeren als u:
l Een upgrade van het besturingssysteem uitvoert.
l Het besturingssysteem opnieuw installeert.
l Een nieuw apparaat op de computer aansluit of installeert.
Stuurprogramma's identificeren
Als u een probleem met een apparaat ondervindt, moet u controleren of het stuurprogramma het probleem veroorzaakt, en indien nodig het stuurprogramma
bijwerken.
1. Klik op de knop Start, Instellingen® Configuratiescherm.
2. Klik bij Kies een categorie op Prestaties en onderhoud.
3. Klik op Systeem.
4. In het venster Systeemeigenschappen klikt u op het tabblad Hardware.
5. Klik op Apparaatbeheer.
6. Ga naar beneden in de lijst om de zien of het pictogram van een apparaat is voorzien van een uitroepteken op een gele achtergrond.
Als naast de naam van het apparaat een uitroepteken staat, moet u mogelijk het stuurprogramma opnieuw installeren of moet u een nieuw
stuurprogramma installeren.
Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren
Vorig stuurprogramma van Windows XP gebruiken
Als er een probleem op uw computer optreedt na het installeren of bijwerken van een stuurprogramma, kunt u Vorig stuurprogramma van Windows XP
gebruiken om het stuurprogramma te vervangen door een eerdere versie ervan.
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) en de cd Operating System (Besturingssysteem) zijn optioneel en werden mogelijk
niet met uw computer meegeleverd.
KENNISGEVING: De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) bevat mogelijk stuurprogramma's voor besturingssystemen die niet op uw
computerzijngeïnstalleerd.Controleeraltijdofdesoftwaredieuinstalleertgeschiktisvoorhetbesturingssysteemopuwcomputer.
KENNISGEVING: De Support-website op support.dell.com en de optionele cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) bieden goedgekeurde
stuurprogramma'svoorDell™-computers. Als u stuurprogramma's installeert die u via andere bronnen hebt verkregen, is het mogelijk dat uw computer
vervolgens niet meer naar behoren werkt.
1. Klik op Start, Instellingen® en Configuratiescherm.
2. Klik bij Kies een categorie op Prestaties en onderhoud.
3. Klik op Systeem.
4. In het venster Systeemeigenschappen klikt u op Hardware.
5. Klik op Apparaatbeheer.
6. KlikmetderechtermuisknopophetapparaatwaarvooreennieuwstuurprogrammawerdgeïnstalleerdenklikvervolgensopEigenschappen.
7. Klik op het tabblad Stuurprogramma's.
8. Klik op Stuurprogramma terugzetten.
Als het probleem niet kan worden verholpen met Vorig stuurprogramma van Windows XP, kunt u Systeemherstel gebruiken om de computer naar de
werkstand terug te zetten die van kracht was voordat u het nieuwe stuurprogramma installeerde.
De optionele cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) gebruiken
Als het probleem niet kan worden verholpen met behulp van Vorig stuurprogramma van Windows XP of Systeemherstel, moet u het stuurprogramma opnieuw
installeren vanaf de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's), ook wel de bron-cd genoemd).
1. Bewaar alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit vervolgens alle geopende toepassingen.
2. Plaats de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) in het cd-station.
In de meeste gevallen zal de cd vanzelf starten. Als de cd niet start, gaat u naar Windows Verkenner en klikt u op het cd-station om de inhoud van de
cd te raadplegen. Vervolgens dubbelklikt u op het bestand autorcd.exe. De eerste keer dat u de cd start, kunt u worden gevraagd om setup-bestanden
te installeren. Klik op OK en volg de instructies op het scherm om verder te gaan.
3. Selecteer in het uitklapvenster Language (Taal) op de werkbalk uw voorkeurstaal voor het stuur- of hulpprogramma (indien beschikbaar). Er verschijnt
een welkomstvenster.
4. Klik op Next (Volgende).
De cd zal automatisch de hardware scannen om na te gaan welke stuur- en hulpprogramma's er door uw computer worden gebruikt.
5. Nadat de cd de hardwarescan heeft voltooid, kunt u ook andere stuur- en hulpprogramma's detecteren. Selecteer in Search Criteria (Zoekcriteria) de
juistecategorieënvoordeuitklapmenu'svoorSystem Model (Computermodel), Operating System (Besturingssysteem) en Topic (Onderwerp).
Er zullen een of meer links verschijnen voor de specifieke stuur- en hulpprogramma's die door uw computer worden gebruikt.
6. Klik op de link voor een specifiek stuur- of hulpprogramma voor informatie over het stuur- of hulpprogramma dat u wilt installeren.
7. Klik op de knop Install (Installeren) (indien aanwezig) om de installatie van het stuur- of hulpprogramma te starten.Volg de instructies in het
welkomstscherm om de installatie te voltooien.
Als er geen knop Install (Installeren) aanwezig is, is automatische installatie niet mogelijk. Raadpleeg voor instructies de daaropvolgende subgedeeltes.
Ook kunt u op Extract (Uitpakken) klikken, de uitpakinstructies volgen en het leesmij-bestand raadplegen.
Als u wordt gevraagd om naar de bestanden voor de stuurprogramma's te navigeren, klikt u op de cd-schijf in het venster met
stuurprogrammainformatie om de bestanden weer te geven die bij het stuurprogramma horen.
Stuurprogramma's handmatig opnieuw installeren
1. Nadat de stuurprogrammabestanden naar de vaste schijf zijn uitgepakt zoals in het voorgaande gedeelte beschreven, klikt u op de Start -knop en met
de rechtermuisknop op Deze computer op het bureaublad.
2. Klik op Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Hardware en vervolgens op Apparaatbeheer.
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) kan optioneel zijn en werd mogelijk niet met uw computer meegeleverd.
OPMERKING: Als u een stuurprogramma voor een infraroodsensor opnieuw installeert, moet u eerst de infraroodsensor activeren in het systeem-
setup-programma (zie De infraroodsensor activeren voordat u met de installatie van het stuurprogramma verder gaat.
4. Dubbelklik het type apparaat waarvoor u het stuurprogramma installeert (bijvoorbeeld Modems of Infrarode apparaten).
5. Dubbelklik de naam van het bestand waarvoor u het stuurprogramma installeert.
6. Klik op het tabblad Stuurprogramma en vervolgens op Stuurprogramma bijwerken.
7. Klik op Ik wil zelf kiezen (geavanceerd) en vervolgens op Volgende.
8. Klik op Bladeren en blader naar de locatie waar u eerder de bestanden van het stuurprogramma had uitgepakt.
9. Klik op Volgende zodra de naam van het juiste stuurprogramma verschijnt.
10. Klik op Voltooien en start de computer opnieuw op.
Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen
Als er een apparaat niet is gedetecteerd of op onjuiste wijze is geconfigureerd tijdens de installatie van het besturingssysteem, kunt u de Probleemoplosser
voor hardware gebruiken om het compatibiliteitsprobleem op te lossen:
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
2. Type probleemoplosser voor hardware in het veld Zoeken en klik op de pijl om de zoekactie te starten.
3. Klik op Probleemoplosser voor hardware in de lijst Zoekresultaten.
4. Klik in de lijst Probleemoplosser voor hardware op Er is een hardwareconflict op de computer en klik op Volgende.
Microsoft®Windows®XP Systeemherstel gebruiken
Het besturingssysteem Microsoft®Windows®XP is uitgerust met het programma Systeemherstel dat u in staat stelt om uw computer terug te brengen naar
een eerdere staat (zonder invloed op de gegevensbestanden) indien als gevolg van wijzigingen aan hardware, software of andere systeeminstellingen de
computer niet meer naar behoren werkt. Zie Windows Help and Support Center (Help en ondersteuning) voor informatie over het gebruik van System Restore
(Systeemherstel).
Een herstelpunt maken
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
2. Klik op Systeemherstel.
3. Volg de instructies op het scherm.
De computer herstellen naar een eerdere werkingstoestand
1. Klik op de Start-knop, wijs Alle programma's® Accessoires® Systeemwerkset aan en klik vervolgens op Systeemherstel.
2. Zorg ervoor dat Een eerdere status van deze computer herstellen is geselecteerd en klik op Volgende.
3. Klik op een datum die u wil gebruiken om de computer te herstellen.
Het venster Een herstelpunt maken is uitgerust met een kalender waarmee u herstelpunten kunt weergeven en selecteren. Alle data waarvoor
herstelpunten beschikbaar zijn worden in vette letters weergegeven.
4. Selecteer een herstelpunt en klik op Volgende.
KENNISGEVING: Maakregelmatigreservekopieënvanuwgegevensbestanden.SystemRestore(Systeemherstel)doetnietsaanhetbewakenof
herstellen van uw gegevensbestanden.
OPMERKING: De procedures in dit document zijn geschreven op basis van de standaard Windows-weergave en werken daarom mogelijk niet als u voor
uwDell™computerdeklassiekeWindows-weergave hebt ingesteld.
KENNISGEVING: Voordat u de computer naar een eerdere werkingstoestand terugbrengt, dient u alle geopende bestanden op te slaan en te sluiten
en dient u alle geopende programma's af te sluiten. Zorg ervoor dat u geen bestanden of programma's wijzigt, opent of verwijdert tot het
systeemherstel is voltooid.
Alsermaaréénherstelpuntisvooreengegevendatum,danwordtdatherstelpuntautomatischgeselecteerd.Alsertweeofmeerherstelpunten
beschikbaar zijn, klikt u op het herstelpunt waar u de voorkeur aan geeft.
5. Klik op Volgende.
Nadat Systeemherstel de gegevens heeft verzameld, wordt het venster Herstellen voltooid weergegeven, waarna de computer opnieuw wordt gestart.
6. Klik op OK zodra de computer opnieuw is gestart.
U kunt het herstelpunt wijzigen door deze stappen te herhalen voor een ander herstelpunt, maar u kunt het herstel ook ongedaan maken.
Het laatste systeemherstel ongedaan maken
1. Klik op de Start-knop, wijs Alle programma's® Accessoires® Systeemwerkset aan en klik vervolgens op Systeemherstel.
2. Klik op De laatste herstelbewerking ongedaan maken en klik daarna op Volgende.
3. Klik op Volgende.
Het venster Systeemherstel wordt weergegeven en de computer wordt opnieuw opgestart.
4. Klik op OK zodra de computer opnieuw is gestart.
Systeemherstel inschakelen
Als u Windows XP opnieuw installeert terwijl er minder dan 200 MB vaste-schijfruimte vrij is, wordt Systeemherstel automatisch uitgeschakeld. U kunt als volgt
zien of systeemherstel is ingeschakeld:
1. Klik op de Start-knop en selecteer Instellingen® Configuratiescherm.
2. Klik op Prestaties en onderhoud.
3. Klik op Systeem.
4. Klik op het tabblad Systeemherstel.
5. Zorg ervoor dat het selectievakje Systeemherstel uitschakelen niet is aangevinkt.
Microsoft®Windows®XP opnieuw installeren
Voordat u begint
AlsuWindowsXPopnieuwwiltinstallerenomeenprobleemmetrecentelijkgeïnstalleerdestuurprogramma'soptelossen,moetueerstproberenofhet
probleem met het hulpprogramma "Vorig stuurprogramma van Windows XP" kan worden opgelost (zie Vorig stuurprogramma van Windows XP gebruiken). Als
Vorig stuurprogramma van Windows XP het probleem niet oplost moet u Systeemherstel proberen (zie Microsoft®Windows®XP Systeemherstel gebruiken)
om het besturingssysteem te herstellen naar de werkende stand waarin het verkeerde toen u het nieuwe stuurprogramma voor het apparaat installeerde.
Als u Windows XP opnieuw wilt installeren, hebt u de volgende items nodig:
l DecdDell™Operating System (Besturingssysteem)
l De cd Dell Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's)
KENNISGEVING: Voordat u het laatste systeemherstel ongedaan maakt, dient u alle geopende bestanden te sluiten en dient u alle geopende
programma's af te sluiten. Zorg ervoor dat u geen bestanden of programma's wijzigt, opent of verwijdert tot het systeemherstel is voltooid.
KENNISGEVING: Als u Windows XP opnieuw installeert, moet u Windows XP Service Pack 1 (SP1) of hoger gebruiken.
KENNISGEVING: Voordat u de installatie uitvoert, dient u een reservekopie te maken van alle gegevensbestanden op uw primaire vaste schijf. Bij
conventionele vaste schijf-configuraties is de primaire vaste schijf het eerste station dat door de computer wordt gedetecteerd.
OPMERKING: De optionele cd Drivers and Utilities (Stuur- enhulpprogramma's)bevatstuurprogramma'sdieopdecomputerwerdengeïnstalleerd
tijdens het assembleren van de computer. Gebruik de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) om de benodigde stuurprogramma's te laden.
Windows XP opnieuw installeren
Als u Windows XP opnieuw wilt installeren, dient u alle stappen in de volgende paragrafen uit te voeren in de volgorde waarin deze worden vermeld.
Hetkan1tot2urendurenvoordathetherinstallatieprocesisvoltooid.Nadatuhetbesturingssysteemopnieuwhebtgeïnstalleerd,moetuookde
apparaatstuurprogramma's, het antivirusprogramma en andere software opnieuw installeren.
Opstarten vanaf de optionele cd met het besturingssysteem
1. Sla eventuele geopende bestanden op en sluit deze en sluit eventuele geopende programma's af.
2. Plaats de cd Operating System (Besturingssysteem) in het cd-station. Klik op Afsluiten als het bericht Windows XP installeren verschijnt.
3. Start de computer opnieuw op.
4. DrukzodrahetDELL™-logo verschijnt direct op <F12>.
Als het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, dient u te wachten tot het bureaublad van Windows verschijnt. Sluit de computer dan af
en probeer het opnieuw.
5. Druk op de pijltoetsen om CD/DVD/CD-RW Drive te selecteren en druk op <Enter>.
6. Druk op een willekeurige toets zodra het bericht Press any key to boot from CD (Druk op een willekeurige toets om op te starten vanaf CD) wordt
weergegeven.
Windows XP Setup
1. Als het venster Windows XP Setup verschijnt, drukt u op <Enter> om Windows nu installeren te selecteren.
2. Lees de informatie in het venster Microsoft Windows licentieovereenkomst en druk op <F8> om akkoord te gaan met de licentieovereenkomst.
3. AlsWindowsXPalopuwcomputerisgeïnstalleerdenudehuidigegegevensvanWindowsXPwiltherstellen,typtur om de reparatieoptie te
selecteren en de cd te verwijderen.
4. Als u een nieuwe kopie van Windows XP wilt installeren, drukt u op <Esc> om die optie te selecteren.
5. Druk op <Enter> om de gemarkeerde partitie (aanbevolen) te selecteren, en volg de aanwijzingen op het scherm.
Het scherm Windows XP Setupverschijntenhetbesturingssysteembegintbestandentekopiërenenapparatenteinstalleren.Decomputerwordt
automatisch meerdere malen opnieuw opgestart.
6. Wanneer het venster Landinstellingen verschijnt, kiest u de passende instellingen voor uw locatie en klikt u op Volgende.
7. Typ uw naam en organisatie (optioneel) in het venster Geef de software een persoonlijk karakter en klik op Volgende.
8. Geef in het venster Computernaam en beheerderswachtwoord een naam voor uw computer (of accepteer de naam op het scherm) en een
wachtwoord op, en klik op Volgende.
9. Geef zodra het venster Belgegevens voor modem verschijnt de verzochte informatie op en klik op Volgende.
10. Typ de datum, tijd en tijdzone in het venster Datum en tijd instellen en klik daarna op Volgende.
11. Zodra het venster Netwerkinstellingen verschijnt, klikt u op Standaard en daarna op Volgende.
12. Als u Windows XP Professional opnieuw installeert en wordt gevraagd meer informatie over uw netwerkconfiguratie te verstrekken, geeft u de
gevraagde informatie. Als u niet zeker weet wat u hier moet instellen, aanvaardt u de standaardselecties.
Windows XP installeert de onderdelen van het besturingssysteem en configureert de computer. De computer wordt automatisch opnieuw gestart.
KENNISGEVING: De cd Operating System (Besturingsysteem) biedt opties voor het opnieuw installeren van Windows XP. U kunt met deze opties
bestandenoverschrijvenenookkuntumogelijkprogramma'sbeïnvloedendieopuwvasteschijfzijngeïnstalleerd.InstalleerWindowsXPdaaromniet
opnieuw, tenzij een medewerker van de technische ondersteuning van Dell u vertelt dit te doen.
KENNISGEVING: Ten einde conflicten met Windows XP te voorkomen, dient u enige antivirussoftware die zich op de computer bevindt uit te schakelen
voordat u Windows XP opnieuw installeert. Zie de documentatie die bij de software is meegeleverd voor instructies.
OPMERKING: Hoeveel tijd voor de setup nodig is, hangt af van de grootte van de vaste schijf en de snelheid van uw computer.
KENNISGEVING: Druk niet op een toets wanneer het volgende bericht wordt weergegeven: Druk op een toets om op te starten vanaf de CD.
13. Klik op Volgende wanneer het venster Welkom bij Microsoft wordt weergegeven.
14. Wanneer het bericht Op welke manier wilt u verbinding met het Internet maken? wordt weergegeven, klikt u op Overslaan.
15. Wanneer het scherm Bent u klaar om bij Microsoft te registreren? wordt weergegeven, selecteert u Nee, niet op dit moment en klikt u op Volgende.
16. Wanneer het scherm Wie gaat deze computer gebruiken? wordt weergegeven, kunt u maximaal 5 gebruikers opgeven.
17. Klik op Volgende.
18. Klik op Voltooien om de installatie te voltooien en verwijder de cd.
19. Installeer de relevante stuurprogramma's opnieuw met behulp van de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
20. Installeer uw antivirussoftware opnieuw.
21. Installeer uw programma's opnieuw.
Terug naar de inhoudspagina
KENNISGEVING: Druk niet op een toets wanneer het volgende bericht wordt weergegeven: Druk op een toets om op te starten vanaf de CD.
OPMERKING: Als u Microsoft Office of Microsoft Works Suite opnieuw wilt installeren en activeren, hebt u het productsleutelnummer nodig dat achter op
het cd-doosje van de genoemde programma's wordt vermeld.
Terug naar de inhoudspagina
Informatie zoeken
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
OPMERKING: Sommige kenmerken of media zijn optioneel en zijn misschien niet meegeleverd met deze computer. Sommige kenmerken of media zijn
niet beschikbaar in bepaalde landen.
OPMERKING: Mogelijk is werd er bij uw computer additionele informatie meegeleverd.
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
l Een diagnoseprogramma voor de computer
l Stuurprogramma's voor de computer
l Documentatie over deze computer
l Notebook System Software (NSS)
De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's); ook wel de
ResourceCD (bron-cd) genoemd
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) kan
optioneel zijn en niet meegeleverd zijn met deze computer.
Dedocumentatieenstuurprogramma'szijnreedsopdecomputergeïnstalleerd.U
kunt de cd gebruiken om stuurprogramma's opnieuw te installeren (zie Stuur- en
hulpprogramma's opnieuw installeren) of Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
uitvoeren (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Op uw cd kunnen leesmij-bestanden zijn opgenomen met daarin de laatste
updates over technische wijzigingen aan de computer of geavanceerd technisch
naslagmateriaal voor computertechnici en ervaren gebruikers.
OPMERKING: Updates van de stuurprogramma's en documentatie vindt u op
support.dell.com.
l De computer instellen
l Basisinformatie voor het oplossen van problemen
l Het uitvoeren van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
l Onderdelen verwijderen en installeren
Snelle referentiegids
OPMERKING: Dit document kan optioneel zijn en is mogelijk niet met de
computer meegeleverd.
OPMERKING: Dit document is beschikbaar als PDF-bestand op support.dell.com.
l Garantieinformatie
l Algemene voorwaarden (alleen Verenigde Staten)
l Veiligheidsinstructies
l Informatie over regelgeving
l Ergonomische informatie
l Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
ProductinformatiegidsDell™
l Onderdelen verwijderen en vervangen
l Specificaties
HandleidingvoorDellLatitude™
l Systeeminstellingen configureren
l Problemen vaststellen en oplossen
Microsoft Windows XP Help en Support Center
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
2. Klik op Dell User and System Guides (Gebruikers- en
systeemhandleidingen) en vervolgens op System Guides
(Systeemhandleidingen).
3. Selecteer de handleiding voor uw computer.
l Servicelabel en code voor express-service
l Microsoft Windows-licentielabel
Service Tag en Microsoft®Windows®-licentie
U vindt deze labels aan de onderkant van de computer.
l Gebruik het servicelabel om de computer te identificeren wanneer u
gebruikmaakt van support.dell.com of contact opneemt met Dell voor
technische ondersteuning. Wij raden u aan om een kopie van het
servicelabel op een veilige plaats te bewaren voor het geval dat u uw
computer verliest of de computer wordt gestolen.
l Voer de code voor express-service in zodat uw gesprek naar de juiste
persoon wordt geleid als u contact opneemt met Dell.
l Oplossingen probleemwijzer, tips en advies van monteurs en
online cursussen, veel gestelde vragen
l Community online discussies met andere Dell-gebruikers
l Upgrades upgrade-informatie voor onderdelen als het
geheugen, de vaste schijf en het besturingssysteem
l Klantenservice contactgegevens, de status van
reparatieverzoeken en bestellingen, informatie over garanties en
reparaties
l Service en ondersteuning de status van herstellingsverzoeken,
de support-historie, het servicecontract, online discussies met
medewerkers van de technische ondersteuning
l Referentiemateriaal computerdocumentatie, details over mijn
computerinstellingen, productspecificaties en white papers
l Dell Technical Update Service proactieve kennisgeving via e-mail
van software- en hardwareupdates voor mijn computer
l Downloads geautoriseerde stuurprogramma's, patches en
software-updates
l Notebook System Software (NSS) Als u het besturingssysteem
van uw computer opnieuw installeert, moet u ook het
hulpprogramma NSS opnieuw installeren. NSS biedt belangrijke
updatesvoorhetbesturingssysteem,enondersteuningvoorDell™
3,5 inch USB-diskettestations, Intel®-processors, optische schijven
en USB-apparaten. NSS is benodigd voor een juiste werking van
uw Dell-computer. De software detecteert automatisch de
computer en het besturingssysteem en installeert de updates die
voor uw configuratie van belang zijn.
De Dell Support-website support.dell.com
OPMERKING: Selecteer uw regio om de juiste support-website op te vragen.
NSS downloaden:
1. Ga naar support.dell.com, selecteer uw regio of zakelijke activiteit en geef
het servicelabel op.
2. Selecteer Drivers & Downloads (Stuurprogramma's en downloads) en klik
op Go.
3. Klik op het besturingssysteem van uw computer en zoek op het trefwoord
Notebook System Software.
OPMERKING: De gebruikersinterface van support.dell.com kan er anders uitzien,
afhankelijk van de keuzes die u hebt gemaakt.
l Software-upgrades en probleemwijzer veel gestelde vragen,
nieuws, en de algemene status van uw computeromgeving
Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)
De Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) is een automatisch upgrade-
en meldingssysteem op uw computer. Dit hulpprogramma biedt real-time scans
voor een gezonde computeromgeving, software-upgrades en relevante
informatie om zelf problemen op te lossen. U kunt de Dell Support Utility (Dell
Support-hulpprogramma) oproepen door te klikken op het pictogram op de
taakbalk (zie De Dell Support Utility oproepen).
l Met Windows XP werken
l Met programma's en bestanden werken
l Het bureaublad personaliseren
Help en ondersteuning van Windows
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
Terug naar de inhoudspagina
2. Geef met een of meer woorden een beschrijving van het probleem en klik
vervolgens op het pijlpictogram.
3. Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft.
4. Volg de instructies op het scherm.
l Informatie over netwerkactiviteit, de wizard Energiebeheer,
sneltoetsen en andere elementen die door de Dell QuickSet
worden gestuurd
Dell QuickSet Help
Om het helpbestand voor Dell QuickSet te raadplegen, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram op te taalkbalk van Microsoft®Windows®.
Raadpleeg voor meer informatie over Dell QuickSet Dell™QuickSet-functies.
l Het besturingssysteem opnieuw installeren
De cd Operating System (Besturingssysteem)
OPMERKING: De cd Operating System (Besturingssysteem) kan optioneel zijn en
niet meegeleverd zijn met deze computer.
Hetbesturingssysteemisreedsopdecomputergeïnstalleerd.Omhet
besturingssysteem opnieuw te installeren, kunt u de cd Operating System
(Besturingssysteem) gebruiken (zie Microsoft® Windows® XP opnieuw
installeren).
Nadatuhetbesturingssysteemopnieuwhebtgeïnstalleerd,kuntudecdDrivers
and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) gebruiken om stuurprogramma's die met
de computer werden geleverd opnieuw te installeren.
OPMERKING: De kleur van de cd is afhankelijk van het besturingssysteem dat u
hebt besteld.
Terug naar de inhoudspagina
Verklarende woordenlijst
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
De termen in deze woordenlijst worden alleen verstrekt ter informatie en kunnen al dan niet functies beschrijven die op uw specifieke computer van
toepassing zijn.
AC alternating current Het type elektriciteit dat uw computer van stroom voorziet wanneer u het snoer van de netadapter aansluit op een stopcontact.
ACPI Advanced Configuration and Power Interface Een energiebeheerspecificatie die Microsoft®Windows®-besturingssystemen in staat stelt om een
computer in stand-bymodus of in de slaapstand te zetten om de hoeveelheid stroom te besparen die is toegewezen aan elk apparaat dat op de computer is
aangesloten.
ADSL Asymmetrical Digital Subscriber Line Een technologie die een constante internetverbinding met hoge snelheid biedt via een analoge telefoonlijn.
AGP Accelerated Graphics Port Een toegewijde grafische poort die het mogelijk maakt om het systeemgeheugen in te zetten voor grafische taken. AGP
kan een vloeiend grafisch beeld in ware kleuren bieden vanwege de snellere interface tussen de videobedrading en het computergeheugen.
AHCI Advanced Host Controller Interface Een interface voor een SATA-host controller voor de vaste schijf die het opslagstuurprogramma in staat stelt om
technologieënzoalsNativeCommandQueuing(NCQ)enhotplugteactiveren.
alleen-lezen Gegevens en/of bestanden die u wel kunt weergeven, maar niet bewerken of verwijderen. Een bestand kan de status alleen-lezen hebben
als
¡ Het zich bevindt op een fysiek schrijfbeveiligde diskette, cd of dvd.
¡ Het zich bevindt in een map op het netwerk en de systeembeheerder daarvoor alleen rechten heeft toegekend voor specifieke personen.
antivirussoftware Een programma dat is ontwikkeld om virussen op uw computer te identificeren, in quarantaine te zetten en/of te verwijderen.
apparaat Hardwarezoalseenvasteschijf,printeroftoetsenborddatisgeïnstalleerdin,ofaangeslotenopuwcomputer.
apparaatstuurprogramma Zie stuurprogramma.
ASF Alert Standards Format Een standaard die wordt gebruikt om hardware- en softwaremeldingen naar een beheerconsole te sturen. ASF is ontwikkeld
om besturingssysteem- en platformonafhankelijk te zijn.
batterijlevensduur De periode, uitgedrukt in jaren, gedurende welke de batterij van een draagbare computer kan leegraken en worden opgeladen.
batterijwerkduur De periode, uitgedrukt in minuten of uren, gedurende welke een batterij van een draagbare computer de computer van stroom kan
voorzien.
BIOS basic input/output system Een (hulp)programma dat fungeert als een interface tussen de hardware van de computer en het besturingssysteem. U
mag de BIOS-instellingen alleen wijzigen als u op de hoogte bent van het effect van deze instellingen op uw computer. Wordt ook wel systeemsetup-
programma genoemd.
bit Dekleinstegegevenseenheiddiedooruwcomputerkanwordengeïnterpreteerd.
bps bits per seconde De standaardeenheid voor het meten van de snelheid van de gegevensoverdracht.
BTU British Thermal Unit Een meeteenheid voor hitte-uitstoot.
bus Een communicatiekanaal tussen de onderdelen binnen uw computer.
bussnelheid De snelheid, gemeten in MHz, waarmee een bus in staat is om gegevens over te dragen.
byte De basis gegevenseenheid die door uw computer wordt gebruikt. byte De basiseenheid die door uw computer wordt gehanteerd.
C Celsius Eenschaalvoortemperatuurmetingwaarbij0°overeenkomtmethetvriespunten100°overeenkomtmethetkookpuntvanwater.
cache Een speciaal opslagmechanisme met hoge snelheid dat ofwel een gereserveerd gedeelte van het hoofdgeheugen kan zijn of een onafhankelijk
opslagapparaat met hoge snelheid.
carnet Een internationaal douanedocument dat de tijdelijke import naar andere landen vereenvoudigt. Ook wel goederenpaspoort genoemd.
Cd-r CD recordable Een beschrijfbare versie van een cd. Gegevenskunnenslechtséénmaalopeencd-r-schijf worden opgeslagen.
Cd-rw CD rewritable Een herschrijfbare versie van een cd.
Cd-rw/dvd-station Ook wel combostation genoemd. Een station dat is staat is om cd's en dvd's te lezen en naar cd-rw-schijven (beschrijfbare cd's) en cd-
r-schijven (beschrijfbare cd's) te schrijven.
Cd-rw-station Een station dat in staat is om cd's te lezen en naar cd-rw-schijven (herschrijfbare cd's) en cd-r-schijven (beschrijfbare cd's) te schrijven.
COA Certificate of Authenticity De alfanumerieke Windows-code die op een sticker op uw computer wordt vermeld. Wordt ook wel de productsleutel of het
product-ID genoemd.
Code voor express-service EennumeriekecodediezichopeenstickeropuwDell™computerbevindt.Gebruikdecodevoorexpress-service als u contact
met Dell opneemt voor ondersteuning.
Configuratiescherm Een hulpprogramma van Windows dat u in staat stelt om de instellingen van het besturingssysteem en de hardware te wijzigen, zoals
bijvoorbeeld de beeldscherminstellingen.
controller Een chip die de gegevensoverdracht tussen de processor en het geheugen of tussen de processor en apparaten regelt.
CRIMM Continuity Rambus In-line Memory Module Een speciale module die niet is voorzien van geheugenchips en wordt gebruikt om ongebruikte RIMM-
sleuven te vullen.
cursor Een markeringspunt op het beeldscherm dat aangeeft waar de volgende handeling van het toetsenbord, het touchpad of de muis zal plaatsvinden.
DDR SDRAM Double Data Rate SDRAM Een type SDRAM dat de gegevensuitbarstingscyclus verdubbelt, waardoor de prestatie van de computer wordt
verbeterd.
DDR2 SDRAM Double DataRate 2 SDRAM Een type DDR SDRAM dat gebruikmaakt van een 4-bits prefetch en andere architectuurwijzigingen om de
geheugensnelheid met meer dan 400 MHz te vergroten.
DIMM Dual In-line Memory Module Een bedradingsplaat met geheugenchips die kan worden aangesloten op een geheugenmodule op het moederbord.
DIN-ingang Een ronde ingang met 6 pinnen die voldoet aan de DIN (Deutsche Industrie-Norm)-standaarden. Deze stekker wordt normaliter gebruikt om
stekkers van PS/2-toetsenbord of -muizen op aan te sluiten.
disk striping Een techniek die wordt gebruikt om gegevens over verschillende diskettestations te verdelen.
DMA Direct Memory Access Een kanaal dat bepaalde vormen van gegevensoverdracht tussen het RAM-geheugen en een apparaat mogelijk maakt
waarbij de processor wordt omzeild.
DMTF Distributed Management Task Force Een consortium van hardware- en softwarebedrijven die beheerstandaarden ontwikkelen voor
gedistribueerde desktop-, netwerk-, zakelijke en internetomgevingen.
docking-apparaat Zie APR.
domein Eengroepvancomputers,programma'senapparatenopeennetwerkdiewordenbeheerdalsééngeheelopbasisvangemeenschappelijkeregels
en procedures, voor gebruik door een specifieke groep gebruikers.
draadloze Bluetooth
®
-technologie Een draadloze technologiestandaard voor korte-afstandscommunicatie (9 m) tussen netwerkapparaten. Apparaten die
uitgerust zijn met deze Bluetooth-functionaliteit zijn in staat om elkaar automatisch te herkennen.
DRAM Dynamic Random Access Memory Geheugendatgegevensopslaagingeïntegreerdcircuitsdieuitgerustzijnmetcondensators.
dual core Een Intel®-technologiewaarbijeenenkeleprocessorisuitgerustmettweefysiekerekeneenheden,waardoorderekenefficiëntieenhet
vermogen om meerdere taken tegelijk uit te voeren (multi-tasking) wordt vergroot.
dual display-modus Een beeldscherminstelling die u in staat stelt om een tweede monitor te gebruiken als een uitbreiding op uw beeldscherm. Ook wel
uitgebreide weergavemodus genoemd.
Dvd-r DVD recordable Een beschrijfbare versie van een dvd. Gegevenskunnenslechtséénmaalopeencd-r-schijf worden opgeslagen.
Dvd+rw DVD rewritable Een herschrijfbare versie van een dvd. Gegevens kunnen naar een dvd+rw-schijf worden geschreven en vervolgens worden
gewist of overschreven.
Dvd+rw-station Een station dat in staat is om dvd's en de meeste cd-media te lezen en naar dvd+rw-schijven (herschrijfbare dvd's) te schrijven.
DVI Digital Video Interface Een standaard voor digitale gegevensoverdracht tussen een computer en een digitaal beeldscherm.
ECC Error Checking and Correction Een type geheugen dat is uitgerust met speciale bedrading voor het testen van de nauwkeurigheid van gegevens die
het geheugen passeren.
ECP Extended Capabilities Port Een type parallelle ingang die verbeterde bidirectionele gegevensoverdracht biedt.
EIDE Enhanced Integrated Device Electronics Een verbeterde versie van de IDE-interface voor vaste schijven en cd-stations.
EMI Electromagnetic Interference Elektrische storing die wordt veroorzaakt door elektromagnetische straling.
ENERGY STAR® Richtlijnen van de Environmental Protection Agency die ten doel hebben om het algehele stroomverbruik terug te dringen.
EPP Enhanced Parallel Port Een type parallelle ingang die bidirectionele gegevensoverdracht biedt.
ESD ElectroStatic Discharge Een snelle ontlading van statische elektriciteit. ESD Electrostatic Discharge Een snelle ontlading van statische elektriciteit.
ExpressCard Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCI-standaard. ExpressCard Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-
standaard. Modems en netwerkkaarten zijn vaak gebruikte typen ExpressCards.
extended display-modus Een beeldscherminstelling die u in staat stelt om gebruik te maken van een tweede monitor als uitbreiding op uw beeldscherm.
Ook wel dual display-modus genoemd.
Fahrenheit Eenmeetschaalvoortemperaturen,waarbij32°overeenkomtmethetvriespunten212°overeenkomtmethetkookpuntvanwater.
FBD Fully Buffered DIMM Een DIMM met DDR2 DRAM-chips en een Advanced Memory Buffer (AMB) die de communicatie tussen de DDR2 SDRAM-chips en
het systeem versnelt.
FCC Federal Communications Commission Een Amerikaanse overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor het toezien op de naleving van richtlijnen op
het gebied van communicatie die aangeven hoeveel straling computers en andere elektronische apparatuur mogen uitstoten.
formatteren Het proces op basis waarvan een schijf of diskette wordt voorbereid op gegevensopslag. formatteren Het proces dat een schijf of diskette
gereed maakt voor de opslag van bestanden.
FSB Front Side Bus Het gegevenspad en de fysieke interface tussen de processor en het RAM-geheugen.
FTP File Transfer Protocol Een standaard internetprotocol dat wordt gebruikt om bestanden uit te wisselen tussen computers die met internet zijn
verbonden.
G gravity Een meeteenheid voor gewicht en kracht.
GB gigabyte Een meeteenheid voor gegevensopslag die overeenkomt met 1.024 MB (1.073.741.824 bytes). GB gigabyte Een meeteenheid voor
gegevensopslag die overeenkomt met 1.024 MB (1.073.741.824 bytes).
geheugen Een tijdelijk gegevensopslaggebied binnen uw computer. Omdat de gegevens in het geheugen niet permanent van aard zijn, wordt u
aanbevolen om tijdens het werken met bestanden de bestanden vaak op te slaan en altijd uw bestanden op te slaan voordat u de computer uitzet. De
computer kan verschillende typen geheugen bevatten, zoals RAM-geheugen, ROM-geheugen en videogeheugen.
geheugenadres Een specifieke locatie waar gegevens tijdelijk in het RAM-geheugen worden opgeslagen.
geheugenmodule Een kleine bedradingsplaat die geheugenchips bevat en wordt aangesloten op het moederbord.
geheugentoewijzing Het proces waarbij de computer tijdens het opstarten geheugenadressen toewijst aan fysieke locaties. geheugentoewijzing Het
proces waarbij de computer tijdens het opstarten geheugencapaciteit toewijst aan fysieke locaties.
geïntegreerd Deze term wordt doorgaans gebruikt om onderdelen aan te duiden die fysiek aanwezig zijn op het moederbord van een computer. Hiervoor
wordt ook wel de term ingebouwd gebruikt.
GHz gigahertz Een meeteenheid voor frequenties die overeenkomst met duizend miljoen Hz oftewel duizend MHz. GHz gigahertz Een meeteenheid voor
frequenties die overeenkomt met duizend miljoen Hz, oftewel duizend MHz.
grafische modus Een videomodus die kan worden gedefinieerd als x horizontale pixels bij y verticale pixels bij z kleuren. grafische modus Een grafische
modus die kan worden gedefinieerd als x horizontale pixels bij y verticale pixels bij z kleuren.
GUI Graphical User Interface Software die gebruikersinteractie mogelijk maakt door middel van menu's, vensters en pictogrammen. GUI Graphical User
Interface Software die interactie met de gebruiker mogelijk door middel van menu's, vensters en pictogrammen.
HTTP Hypertext Transfer Protocol Een protocol voor de uitwisseling van bestanden tussen computers die met internet verbonden zijn.
Hyper-threading Hyper-threading is een Intel-technologie die de algehele computerprestatie kan verbeteren door een fysieke processor in staat te stellen
als twee logische processors te fungeren die in staat zijn om bepaalde taken tegelijkertijd uit te voeren.
Hz hertz Een meeteenheid voor frequenties die overeenkomt met 1 cyclus per seconde. Hz hertz Een eenheid om frequenties te meten en overeenkomt
met 1 cyclus per seconde.
I/O input/output Een bewerking of een apparaat die gegevens op uw computer invoert of daarvan ophaalt.
I/O-adres Een adres in het RAM-geheugendatovereenkomstmeteenspecifiekapparaat(zoalseenseriëleingang,parallelleingangofeen
uitbreidingssleuf) en de processor in staat stelt om met het apparaat in kwestie te communieren.
IC integratedcircuit(geïntegreerdcircuit) Een halfgeleidende wafer of chip waarop duizenden of miljoenen kleine elektronische onderdeeltjes worden
gefabriceerd voor gebruik in computer-, audio- en videoapparatuur.
IDE Integrated Device Electronics Een interface voor opslagvoorzieningen waarin de controller is ingebouwd in de vaste schijf of het cd-station.
IEEE 1394 Institute of Electrical and Electronics Engineers, Inc. EenseriëlebusmethogesnelheiddiewordtgebruiktommetIEEE1394compatibele
apparaten, zoals digitale camera's en dvd's, op de computer aan te sluiten.
infraroodsensor Een poort die u in staat stelt om gegevens over te dragen tussen de computer en infraroodapparaten zonder de noodzaak van een
kabelverbinding.
IrDA Infrared Data Association Een organisatie die internationale standaarden ontwikkelt voor infrarode communicatie.
IRQ Interrupt ReQuest Een elektronisch pad die aan een specifiek apparaat wordt toegewezen zodat het apparaat met de processor kan communiceren.
Aan elke apparaatverbinding moet een IRQ worden toegewezen.
ISP Internet Service Provider Een bedrijf dat u toegang biedt tot haar host-server, zodat u een rechtstreekse verbinding met internet kunt maken, e-mail
kunt verzenden en ontvangen en websites kunt bezoeken.
KB kilobyte Een gegevenseenheid die overeenkomt met 1.024 bytes, maar vaak wordt gebruikt om 1.000 bytes aan te geven.
Kb kilobit Een gegevenseenheid die overeenkomt met 1.024 bits. Eenmeeteenheidvoordecapaciteitvangeïntegreerdecircuits.
kennisgevingsgebied Het gedeelte van de Windows-taakbalk dat pictogrammen bevat die snelle toegang bieden tot programma's en functies van de
computer, zoals de Windows-klok, de volumeregeling en de afdrukstatus. Ook wel aangeduid met de term systeembalk.
kHz kilohertz Een meeteenheid voor frequenties die overeenkomt met 1.000 Hz.
kloksnelheid De snelheid, uitgedrukt in MHz, die aangeeft hoe snel computeronderdelen die op de systeembus zijn aangesloten kunnen werken.
L1-cache Het primaire cachegeheugen dat binnen de processor wordt opgeslagen.
L2-cache Het secundaire cachegeheugen dat zich buiten de processor kan bevinden of in de architectuur van de processor is ingebed.
LAN Local Area Network Een computernetwerk dat een klein gebied beslaat. Een LAN is normaliter beperkt tot een gebouw of een aantal gebouwen die
zich dicht bij elkaar bevinden.
LCD Liquid Crystal Display De technologie die wordt gebruikt door beeldschermen van draagbare computers en flatscreens.
LED Light Emitting Diode Een elektronisch onderdeel dat licht uitzendt om de status van de computer aan te geven.
leesmij-bestand Een tekstbestand dat met software of een hardwareproduct wordt geleverd. Leesmij-bestanden bieden informatie over de installatie en
beschrijvingen van nieuwe productverbeteringen of -correcties die nog niet zijn gedocumenteerd.
lokale bus Een gegevensbus die apparaten snelle doorvoer naar de processor.
LPT Line Print Terminal Een aanduiding voor een parallelle verbinding met een printer of een ander parallel apparaat.
map Een term die wordt gebruikt om de ruimte op een schijf of diskette aan te duiden waarop bestanden worden gerangschikt en gegroepeerd. map Een
term die wordt gebruikt om ruimte op een schijf of station aan te duiden waar bestanden worden gegroepeerd en gerangschikt.
MB megabyte Eenmeeteenheidvoorgegevensopslagdieovereenkomtmet1.048.576bytes.1MBkomtovereenmet1.024KB.Indien gebruikt om de
opslagcapaciteit op de vaste schijf aan te duiden, wordt de term vaak afgerond op 1.000.000 bytes.
MB/sec megabytes per seconde Een miljoen bytes per seconde.
Mb megabit Een meeteenheid voor de capaciteit van geheugenchips die overeenkomt met 1.024 Kb.
Mbps megabits per seconde Een miljoen bits per seconde.
mediacompartiment Eencompartimentdatondersteuningbiedtvoorapparatenzoalsoptischestations,eentweedebatterijofeenDellTravelLite™-
module.
MHz megahertz Een meeteenheid voor frequenties die overeenkomt met 1 miljoen cycli per seconde. MHz
modem Een apparaat dat uw computer in staat stelt om met andere computers te communiceren via analoge telefoonlijnen. Er zijn drie verschillende typen
modems: een externe modem, pc-kaartmodem en een interne modem.
modulecompartiment Zie mediacompartiment.
moederbord De hoofdbedradingsplaat in uw computer. Ook wel het systeembord genoemd.
ms miliseconde Een tijdseenheid die overeenkomt met een duizendste van een seconde. ms milliseconde Een tijdseenheid die overeenkomt met een
duizendste van een seconde.
netwerkadapter Een chip die netwerkfunctionaliteit biedt. netwerkadapter Een chip die netwerkfuncties biedt. Een netwerkadapter kan ook worden
aangeduid met de term NIC (netwerk interface controller) genoemd.
NIC Zie netwerkadapter.
ns nanoseconde Een meeteenheid die overeenkomt met een miljardste van een seconde.
NVRAM NonVolatile Random Access Memory Een type geheugen dat gegevens opslaat wanneer de computer uitstaat of niet langer is aangesloten op de
externe stroomvoorziening.
omgevingslichtsensor Een sensor die beschikbaar omgevingslicht detecteert en automatisch het achtergrondverlichtingsniveau voor het beeldscherm
verhoogt of verlaagt om te compenseren voor omgevingen met veel of weinig licht.
opstartbare cd Een cd die u kunt gebruiken om uw computer mee op te starten. In het geval dat de vaste schijf is beschadigd of uw computer door een
computervirus is getroffen, moet u ervoor zorgen dat u een opstartbare cd of diskette bij de hand hebt. De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's)
en Resource CD (Bron-cd) zijn opstartbare cd's.
opstartbare diskette Een diskette die u kunt gebruiken om de computer op te starten. In het geval dat de vaste schijf is beschadigd of uw computer door
een computervirus is getroffen, moet u ervoor zorgen dat u een opstartbare cd of diskette bij de hand hebt.
opstartvolgorde Geeft de volgorde van bronnen aan van waaraf de computer probeert op te starten.
optisch station Een station dat gebruikmaakt van optische technologie om gegevens te lezen van, of gegevens te schrijven naar cd's, dvd's of dvd+rw's.
parallelle ingang Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om een parallelle printer op een computer aan te sluiten. Wordt ook wel met de term LPT-poort
aangeduid.
partitie Een fysiek opslaggebied op een vaste schijf dat wordt toegewezen aan een of meer logische opslaggebieden die logische stations worden
genoemd. partitie Een fysiek opslaggebied op een vaste schijf dat wordt toegewezen aan een of meer logische opslaggebieden die worden aangeduid met de
term logische stations.
pc-kaart Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-standaard. Pc-kaart Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-standaard.
PCI Peripheral Component Interconnect PCI is een logische is die ondersteuning biedt voor 32-bits en 64-bits gegevenspaden, waardoor een snel
gegevenspad wordt geboden tussen de processor en apparaten zoals grafische apparaten, stations en netwerken.
PCI Express Een wijziging van de PCI-interface die de snelheid van de gegevensoverdracht tussen de processor en de daarop aangesloten apparaten
vergroot.PCIExpresskangegevensoverdragenmeteensnelheidvan250MB/sectot4GB/sec.
PCMCIA Personal Computer Memory Card International Association Een organisatie die standaarden voor pc-kaarten ontwikkelt.
PIO Programmed Input/Output Een methode voor het overdragen van gegevens tussen twee apparaten via de processor als onderdeel van het
gegevenspad.
pixel Een enkele punt op een beeldscherm. pixel Een enkel punt op een beeldscherm. Pixels worden in rijen en kolommen gerangschikt zodat een beeld
ontstaat.
Plug-and-play Het vermogen van een computer om apparaten automatisch te configureren. Plug-and-Play Het vermogen van een computer om automatisch
apparaten te configureren.
POST Power On Self Test Diagnostische programma's die automatisch door de BIOS worden geladen en basistests uitvoeren voor de belangrijkste
computeronderdelen, zoals het geheugen, vaste schijven en de grafische kaart.
processor Een computerchip die programmaopdrachten interpreteert en uitvoert. processor Een computerchip die programmaopdrachten interpreteert en
uitvoert.
PS/2 personal system/2 Een type ingang waarop een met PS/2 compatibel toetsenbord, muis of toetsenblok kan worden aangesloten.
PXE Pre-boot eXecution Environment Een WfM (Wired for Management)-standaard die het mogelijk maakt om computers waarop geen
besturingssysteemisgeïnstalleerdmetelkaarteverbindenenopafstandtestarten.
RAID Redundant Array of Independent Disks Een methode die het mogelijk maakt om gegevens dubbel uit te voeren. Vaak gebruikte implementatie van
RAIDzijnonderandereRAID0,RAID1,RAID5,RAID10enRAID50.
RAM Random Access Memory Het primaire tijdelijke opslaggebied voor programmaopdrachten en gegevens. RAM Random Access Memory Het primaire
opslaggebied voor programmaopdrachten en -gegevens.
reismodule Een plastic apparaat dat in het modulecompartiment van een draagbare computer kan worden aangebracht om het gewicht van de computer te
verminderen.
resolutie De scherpte en helderheid van een beeld dat door een printer wordt geproduceerd of op het beeldscherm wordt weergegeven. resolutie De
scherpte en helderheid van een beeld dat door een printer wordt geproduceerd of op een monitor wordt weergegeven.
RFI Radio Frequency Interference Storing die op typische radiofrequenties wordt gegenereerd, in het bereik van 10 kHz tot 100.000 MHz.
ROM Read-Only Memory Geheugen waarin gegevens en programma's worden opgeslagen die niet kunnen worden verwijderd of waarnaar de computer
niet kan schrijven.
RPM Revolutions Per Minute Het aantal omwentelingen dat per minuut optreedt. RPM Revolutions Per Minute Het aantal omwentelingen dat per minuut
optreedt.
RTC Real Time Clock Een door een batterijen gevoede klok op het moederbord dat de datum en tijd bijhoudt nadat u de computer hebt uitgezet.
RTCRST Real-Time Clock ReSeT Een jumper op het moederbord van sommige computers die vaak kan worden gebruikt om problemen op te lossen.
S-video TV-out Een ingang die wordt gebruikt om een televisie of een digitaal audio-apparaat op de computer aan te sluiten.
SAS Serial Attached SCSI Eensnellere,seriëleversievandeSCSI-interface (in tegenstelling tot de oorspronkelijke parallelle SCSI-architectuur).
SATA Serial ATA Eensnellere,seriëleversievandeATA(IDE)-interface.
ScanDisk Een hulpprogramma van Microsoft dat bestanden, mappen en de oppervlakte van de vaste schijf controleert op fouten. ScanDisk Een
hulpprogramma van Microsoft dat bestanden, mappen en het oppervlak van de vaste schijf op fouten controleert.
schrijfbeveiligd Bestanden of media die niet kunnen worden gewijzigd. schrijfbeveiligd Bestanden of media die niet kunnen worden gewijzigd. U moet
gegevens van een schrijfbeveiliging voorzien wanneer u niet wilt dat deze worden gewijzigd of vernietigd.
SCSI Small Computer System Interface Een interface met hoge snelheid die wordt gebruikt om apparaten aan te sluiten op een computer, zoals vaste
schijven, cd-stations, printers en scanners. De SCSI kan verschillende apparaten met behulp van een enkele controller aansluiten. Elk apparaat wordt
benaderd via een individueel identificatienummer op de SCSI-controller bus.
SDRAM Synchronous Dynamic Random Access Memory Een type DRAM dat wordt gesynchroniseerd met de optimale kloksnelheid van de processor.
Seriëleingang Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om apparaten zoals een draagbaar digitaal apparaat of een digitale camera op de computer aan te
sluiten.
Servicelabel Een label met een streepjescode op uw computer waarmee u uw computer kunt identificeren wanneer u Dell Support bezoekt op
support.dell.com of als u contact opneemt met Dell voor klantenservice of technische ondersteuning.
setup-programma Een programma dat wordt gebruikt om hardware en software te installeren en configureren. Het programma setup.exe of install.exe
wordt met de meeste Windows-software geleverd.Het programma setup moet niet worden verward met het programma systeem-setup.
SIM Subscriber Identity Module. Een SIM-kaart bevat een microchip die spraak- en gegevensoverdracht versleutelt. SIM-kaarten kunnen worden gebruikt in
telefoons en draagbare computers.
slaapstand Een energiebeheermodus die alles in het geheugen opslaat op een daartoe gereserveerde ruimte op de vaste schijf en vervolgens de computer
uitzet.
smart card Een kaart waarop een processor en een geheugenchip zijn ingebed.
snelkoppeling Een pictogram dat snelle toegang biedt tot veel gebruikte programma's, bestanden, mappen en stations. snelkoppeling Een pictogram dat
snelle toegang biedt tot vaak gebruikte programma's, bestanden, mappen en stations. Als u een snelkoppeling op het bureaublad van Windows plaatst en
het pictogram dubbelklikt, opent u daarmee de/het overeenkomstige map, bestand of station zonder er eerst naar hoeven te zoeken.
Snelkoppelingspictogrammen wijzigen de locatie van bestanden, mappen of stations niet. Als u een snelkoppeling verwijdert, zal dit geen invloed hebben op
het oorspronkelijke bestand, map of station.
S/PDIF Sony/Philips Digital Interface Een bestandsformaat voor audio-overdracht dat de overdracht van audio van het ene bestand naar het andere
mogelijk maakt zonder de audio te converteren van en naar een analoog formaat, hetgeen de kwaliteit van het audiobestand zou kunnen verslechteren.
standby-modus Een energiebeheermodus die alle onbenodigde computerbewerkingen stopzet om energie te besparen.
Strike Zone™ Versterkt gedeelte van de platformbasis die de vaste schijf beschermt door te fungeren als schokbreker wanneer de computer een schok
ondervindt of komt te vallen, of de computer nu aanstaat of niet.
stroomstootbeveiligingen Voorkomen dat stroompieken, bijvoorbeeld als gevolg van onweer, de computer binnenkomen via het stopcontact.
piekbeschermers Bieden bescherming tegen pieken in de netspanning die kunnen optreden tijdens onweer en via het stopcontact de computer kunnen
binnengaan.
Het is niet mogelijk om netwerkverbindingen te beschermen met piekbeschermers.
stuurprogramma Software die het besturingsssyteem in staat om apparaten zoals printers te besturen. stuurprogramma Software die het
besturingssysteem in staat stelt om apparaten zoals een printer te bedienen.
SVGA Super Video Graphics Array Een standaard voor grafische kaarten en controllers. SVGA Super Video Graphics Array Een standaard voor grafische
kaarten en controllers.
|FMT - Text#
SXGA Super-eXtended Graphics Array Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1280 x 1024.
SXGA+ Super-eXtended Graphics Array plus Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1400 x
1050.
systeem-setup Een hulpprogramma dat dient als een interface tussen de hardware van de computer en het besturingssysteem. Het systeem-setup-
programma stelt u ertoe in staat door de gebruiker selecteerbare opties te configureren in de BIOS, zoals de datum, de tijd of het systeemwachtwoord.
TAPI Telephony Application Programming Interface Stelt Windows-programma's in staat om te werken met een breed scala aan telefonieapparaten,
waaronder spraak-, gegevens-, fax- en video-apparaten.
teksteditor Een programma dat wordt gebruikt om bestanden te maken en bewerken die alleen tekst bevatten. Het Kladblok van Windows is een goed
voorbeeld.
toetsencombinatie Een opdracht die wordt uitgevoerd door meerdere toetsen tegelijk ingedrukt te houden.
TPM Trusted Platform Module Een op hardware gebaseerde beveiligingsfunctie die in combinatie met beveiligingssoftware de beveiliging van het netwerk
en de computers verbetert met behulp van functies zoals bestands- en e-mailbescherming.
uitbreidingskaart Een bedradingsplaat die wordt aangesloten op een uitbreidingssleuf op het moederbord van bepaalde computers, waardoor de
mogelijkheden van de computer worden uitgebreid.
uitbreidingssleuf Een ingang op het moederbord (van sommige computers) waarop men een uitbreidingskaart kan aanbrengen, waarmee de kaart op de
systeembus wordt aangesloten.
uitstekende pc-kaart Een pc-kaart die na installatie in de pc-kaartsleuf uit de sleuf steekt.
UMA Unified Memory Allocation Systeemgeheugen dat op dynamische wijze aan de grafische kaart wordt toegewezen.
UPS Uninterruptible Power Supply Een reserverstroomvoorziening die wordt ingeschakeld als de netstroom wegvalt of een onacceptabel laag niveau
bereikt.
USB Universal Serial Bus Een hardware-interface voor een apparaat met een lage snelheid, zoals een met USB compatibel toetsenbord, muis, joystick,
scanner, luidsprekerset, printer, breedbandapparaten (ADSL- en kabelmodems), imaging-apparaten of opslagvoorzieningen.
UTP Unshielded Twisted Pair Aanduiding voor een type kabel dat in de meeste telefoonnetwerken en sommige computernetwerken wordt gebruikt.
Paren van niet-afgeschermde draden worden gedraaid om ze te beschermen tegen elektromagnetische storing, in plaats van afhankelijk te zijn van een
metalen omhulsel rond elk paar draden ter bescherming tegen storing.
UXGA Ultra eXtended Graphics Array Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1600 x 1200.
V volt Een meeteenheid voor elektrische lading of elektromotorische kracht. ErgaateénVdooreenweerstandvan1ohmwanneereenstroomniveau
van1ampèredoordieweerstandgaat.
vast station Een station dat gegevens van een harde schijf leest en deze ernaar schrijft. vaste schijf Een station dat gegevens op een vaste schijf leest en
naar de vaste schijf schrijft.
verniewingsfrequentie De frequentie, gemeten in Hz, waarop de horizontale lijnen op het beeldscherm worden ververst. Ook wel verticale frequentie
genoemd. Hoe hoger de vernieuwingsfrequentie, des te minder flikkeringen het menselijk oog op het scherm ontwaart.
videocontroller De bedrading op een grafische kaart of op het moederbord (in computers met een ingebouwde videocontroller) die in combinatie met de
monitor uw computer van grafische mogelijkheden voorziet.
videogeheugen Geheugen dat is opgebouwd uit geheugenchips die speciaal voor grafische functies zijn bestemd. grafisch geheugen Geheugen dat bestaat
uit geheugenchips die aan grafische functies zijn toegewezen. Het grafisch geheugen is doorgaans sneller dan het systeemgeheugen.
videomodus Een modus die beschrijft hoe tekst en beelden op een monitor worden weergegeven. Software op grafische basis, zoals de Windows-
besturingssystemen, wordt weergegeven in videomodi die het best kunnen worden gedefinieerd als x horizontale pixels bij y verticale pixels bij z kleuren. Op
tekens gebaseerde software, zoals teksteditors, wordt weergegeven in videomodi die kunnen worden gedefinieerd als x kolommen bij y tekenrijen
videoresolutie Zie resolutie.
vingerafdruklezer Een stripsensor die gebruikmaakt van uw unieke vingerafdruk om uw identiteit te controleren en zodoende de veiligheid van uw
computer te garanderen.
virus Een programma dat is ontworpen om u overlast te bezorgen of om gegevens te vernietigen die op uw computer zijn opgeslagen. virus Een
programma dat is ontworpen om u overlast te bezorgen of om gegevens te vernietigen die op uw computer zijn opgeslagen. Een virusprogramma verplaatst
zichvandeenecomputeropdeandereviaeengeïnfecteerdedisketteofschijf,softwaredievaninternetwordtgedownloadofe-mailbijlagen.
Een veel voorkomend type virus is een bootvirus (opstartvirus), dat wordt opgeslagen in de opstartsector van een diskette. Als de diskette in het
diskettestationachterblijftterwijldecomputerwordtuitgezetenweeraangezet,zaldecomputerwordengeïnfecteerdwanneerhetdeopstartsectorenvan
dedisketteleestindeveronderstellingdathetomeendiskettemeteenbesturingssysteemgaat.Alsdecomputerwordtgeïnfecteerd,kanhetopstartvirus
zichzelf repliceren naar alle diskettes die worden gelezen op de computer in kwestie totdat het virus wordt vernietigd.
W watt Een meeteenheid voor elektriciteit. W watt De meeteenheid voor elektrische stroom.
wallpaper Het achtergrondpatroon of de achtergrondafbeelding op het bureaublad van Windows. U kunt de wallpaper wijzigen via het Configuratiescherm
van Windows. U kunt ook uw favoriete afbeelding scannen en deze als wallpaper gebruiken.
warmteafleider Een metalen plaat op bepaalde processors die helpt om hitte af te voeren.
WHr wattuur Een meeteenheid die vaak wordt gebruikt om een benadering van het batterijvermogen te bieden. Een batterij van 66 WHr kan
bijvoorbeeld 66 W aan stroom leveren gedurende 1 uur of 33 W gedurende 2 uur.
Wi-FiCatcher™NetworkLocator Een toepassing die in combinatie met de draadloze schakelaar aan de zijkant van uw computer wordt gebruikt om op
WLAN's in uw nabijheid te scannen.
WLAN Wireless Local Area Network Een reeks van onderling verbonden computers die met elkaar communiceren via luchtgolven via toegangspunten of
draadloze routers met het doel om internettoegang te bieden.
WWAN Wireless Wide Area Network Een draadloos datanetwerk met hoge snelheid dat gebruikmaakt van mobiele technologie en een veel groter
geografisch gebied omvat dan een WLAN.
WXGA Wide Aspect eXtended Graphics Array Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1280 x 800.
XGA eXtended Graphics Array Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1024 x 768.
ZIF Zero Insertion Force Eentypestopcontactofingangwaaropeencomputerchipkanwordengeïnstalleerdofverwijderdzonderdrukopdechipofhet
contact/de ingang uit te oefenen.
Zip Een populair gegevenscompressieformaat. Bestanden die zijn gecomprimeerd in het Zip-formaat worden zip-bestanden genoemd en hebben meestal de
bestandsuitgang .zip.Een speciaal type zip-bestand is het zelfuitpakkend bestand, dat de bestandsuitgang .exe heeft. U kunt een zelfuitpakkend bestand
decomprimeren door er op te dubbelklikken.
Zip drive Een schijf met hoge capaciteit die is ontwikkeld door Iomega Corporation en gebruikmaakt van 3,5 inch schijven genaamd Zip disks. Zip disks zijn
iets groter dan gangbare diskettes, ongeveer twee keer zo dik en bieden een opslagcapaciteit van 100 MB.
Terug naar de inhoudspagina
Terug naar de inhoudspagina
Help opvragen
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Hulp verkrijgen
Problemen met uw bestelling
Productinformatie
Het retourneren van items voor garantie- of restitutiedoeleinden
Voordat u belt
Contact opnemen met Dell
Hulp verkrijgen
1. Voer de procedures uit die zijn beschreven in Problemen oplossen.
2. Voer het hulpprogramma Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit.
3. Maak een kopie van de diagnostische checklist en vul deze in.
4. Maak gebruik van Dells uitgebreide scala aan online diensten die beschikbaar zijn op Dell Support (support.dell.com) voor ondersteuning tijdens de
installatieprocedure en de probleemoplossing.
5. Als de voorgaande stappen het probleem niet hebben opgelost, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
OPMERKING: Neem contact op met de technische ondersteuning via een telefoon die zich in de nabijheid van de computer bevindt zodat een medewerker
van de technische ondersteuning u tijdens de benodigde procedures kan helpen.
OPMERKING: Het systeem op basis van de Dell-code voor express-service is mogelijk niet in alle landen beschikbaar.
Als u daartoe wordt gevraagd door het geautomatiseerde telefoonsysteem van Dell, moet u de code voor express-service invoeren. U wordt dan rechtstreeks
naar de juiste medewerker van de technische ondersteuning doorgeleid. Als u niet over een code voor express-service beschikt, opent u de map Dell
Accessories, dubbelklikt u op het pictogram Express Service Code (Code voor express-service) en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
Raadpleeg Ondersteuningsservice voor instructies over het raadplegen van de ondersteuningsservice.
OPMERKING: Sommige van de onderstaande diensten zijn niet altijd beschikbaar via locaties buiten de Verenigde Staten. Neem contact op met de lokale
vertegenwoordiger van Dell voor informatie over de beschikbaarheid.
Online services
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie over de producten en diensten van Dell:
www.dell.com/
www.dell.com/ap/ (alleenlandeninAzië/StilleZuidzee-gebied)
www.dell.com/jp (alleen Japan)
www.euro.dell.com (alleen Europa)
www.dell.com/la/ (Latijns-Amerikaanse landen)
www.dell.ca (alleen Canada)
Dell Support is beschikbaar via de volgende websites en e-mailadressen:
l Dell Support-websites
support.dell.com
support.jp.dell.com (alleen Japan)
support.euro.dell.com (alleen Europa)
l E-mailadressen voor Dell Support
LET OP: Als u de computerkappen moet verwijderen, moet u er eerst voor zorgen dat de computer nergens van stroom wordt voorzien en de
modemkabels uit alle stopcontacten halen.
la-[email protected] (alleen Latijns-Amerikaanse en landen in het Caribisch gebied)
[email protected](alleenlandeninAzië/StilleZuidzee-gebied)
l E-mailadressen voor Dell Marketing en Sales
[email protected](alleenlandeninAzië/StilleZuidzee-gebied)
[email protected] (alleen Canada)
l Anoniem file transfer protocol (FTP)
ftp.dell.com/
Meld u aan als de gebruiker: anonymous en gebruik uw e-mailadres als wachtwoord.
AutoTech-dienst
AutoTech, de geautomatiseerde ondersteuningsdienst van Dell, biedt vooraf opgenomen antwoorden op de meest gestelde vragen van Dell-gebruikers over
hun draagbare computers en pc's.
Als u met AutoTech belt, moet u uw kiestoontelefoon gebruiken om de onderwerpen te selecteren die op uw vraag van toepassing zijn.
De AutoTech-service is 24 uur per dag, 7 dag per week beschikbaar. U kunt ook toegang krijgen tot deze dienst via de ondersteuningsdienst. Het
telefoonnummer vindt u in de lijst met contactnummers voor uw regio.
Geautomatiseerde bestelstatusservice
U kunt terecht op support.dell.comomdestatusvanbestellingenvanDell™-producten te raadplegen of voor dit doel bellen met de geautomatiseerde
orderstatusdienst. Een opname zal u vragen naar de informatie die benodigd is om uw bestelling te vinden en over de status daarvan te rapporteren. Het
telefoonnummer vindt u in de lijst met contactnummers voor uw regio.
Dell Technical Update Service
Dell zorgt voor proactieve kennisgeving over software- en hardware-updates voor uw computer.
Ondersteuningsdienst
De ondersteuningsdienst van Dell is 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar om uw vragen over Dell-hardware te beantwoorden. De medewerkers van
onze technische ondersteuning bieden, snelle accurate antwoorden.
Raadpleeg voor het opnemen van contact met de ondersteuningsdienst van Dell Hulp verkrijgen en bel vervolgens het nummer voor uw land dat is vermeld in
het gedeelte Contact opnemen met Dell.
Problemen met uw bestelling
Als er een probleem is met uw bestelling, zoals ontbrekende onderdelen, verkeerde onderdelen of onjuiste facturatie, kunt u contact opnemen met de
Klantenondersteuning van Dell. Zorg dat u de factuur of pakbon bij de hand hebt wanneer u belt. Het telefoonnummer vindt u in de lijst met contactnummers
voor uw regio.
Productinformatie
Als u informatie nodig hebt over additionele Dell-producten of een bestelling wilt plaatsen, kunt u de website van Dell bezoeken op www.dell.com. Voor het
telefoonnummer van onze verkoopspecialisten kunt u de contactnummers voor uw regio raadplegen.
Items retourneren voor reparatie of restitutie op basis van de garantievoorwaarden
Bereid alle items die u retourneert voor reparatie of restitutie als volgt voor:
1. Neem telefonisch contact op met Dell om een machtigingsnummer geretourneerde producten te verkrijgen. Breng dit nummer op een duidelijk zichtbare
op de doos aan.
Het telefoonnummer vindt u in de lijst met contactnummers voor uw regio.
2. Sluit een kopie van de factuur en een brief met een beschrijving van de reden voor teruggave bij.
3. Voeg een kopie van de diagnostische checklist toe, met opgave van de tests die u hebt uitgevoerd en eventuele foutmeldingen die door Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek) werden gerapporteerd.
4. Voeg alle accessoires bij die bij de items horen die u retourneert (stroomkabels, software, diskettes, handleidingen etc.) als u items voor
restitutiedoeleinden retourneert.
5. Verpak de geretourneerde apparatuur in de oorspronkelijke of een vergelijkbare verpakking.
De verzendkosten zijn voor uw rekening. U bent verantwoordelijk voor het verzekeren van de geretourneerde producten en aansprakelijk voor het risico van
verlies tijdens de verzending naar Dell. Pakketten die onder rembours zijn verzonden, worden niet geaccepteerd.
Geretourneerde producten die niet voldoen aan de hierboven beschreven vereisten zullen na ontvangst worden geweigerd en naar u worden geretourneerd.
Voordat u belt
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de code voor express-service bij de hand hebt wanneer u belt. Deze code helpt het geautomatiseerde telefonische
ondersteuningssysteem om uw gesprek naar de juiste medewerker door te leiden.
Vergeet niet om de diagnostische checklist in te vullen. Zet indien mogelijk de computer aan wanneer u Dell voor ondersteuning belt, en bel via een telefoon
die zich in de nabijheid van de computer bevindt. U wordt mogelijk gevraagd om een aantal opdrachten in te voeren, gedetailleerde informatie in te voeren of
andere stappen op het gebied van probleemoplossing uit te voeren die alleen mogelijk zijn op de computer waar het probleem zich heeft voorgedaan. Zorg
ervoor dat u de documentatie voor de computer bij de hand hebt.
Contact opnemen met Dell
Ga naar de volgende websites om elektronisch contact met Dell op te nemen:
l www.dell.com
l support.dell.com (ondersteuning)
Zoek uw land in de lijst hieronder voor het specifieke internetadres voor uw land.
Als u contact met Dell op wilt nemen, dient u de in de volgende tabel aangegeven elektronische adressen, telefoonnummers en codes te gebruiken. Als u hulp
nodig hebt bij het bepalen van welke codes u dient te gebruiken, dient u contact op te nemen met een landelijke of internationale operator.
LET OP: Voordat u binnen de computer gaat werken, moet u de veiligheidsinstructies opvolgen die zijn beschreven in de productinformatiegids.
Diagnostische checklist
Naam:
Datum:
Adres:
Telefoonnummer:
Servicelabel (streepjescode aan de achterzijde van de computer):
Code expresse-service:
Machtigingsnummer geretourneerde producten (indien verkregen van een ondersteuningstechnicus van Dell):
Besturingssysteem en versie:
Apparaten:
Uitbreidingskaarten:
Bent u verbonden met een netwerk? Ja Nee
Netwerk, versie en netwerkadapter:
Programma's en versies:
Raadpleeg de documentatie voor uw besturingssysteem om de inhoud van de opstartbestanden van de computer vast te stellen. Als de computer is
verbonden met een printer, moet u elk bestand afdrukken. Als dat niet mogelijk is, moet u de inhoud van elk bestand vastleggen alvorens telefonisch
contact op te nemen met Dell.
Foutmelding, pieptooncode of diagnostische code:
Beschrijving van het probleem en de door u uitgevoerde probleemoplossingsprocedures:
OPMERKING: De gratis telefoonnummers gelden alleen in het land waarvoor deze staan aangegeven.
OPMERKING: InbepaaldelandenisspecifiekvoorDell™XPS™-computers bestemde ondersteuning beschikbaar via het speciale telefoonnummer dat
bij de deelnemende landen is vermeld. Als er geen specifiek telefoonnummers voor XPS-computers wordt vermeld, kunt u contact opnemen met Dell via
het reguliere nummer van de technische ondersteuning. Uw gesprek zal vervolgens naar de juiste medewerker worden doorgeleid.
OPMERKING: De contactgegevens waren correct op het moment dat dit document naar de drukker ging en kunnen eventueel worden gewijzigd.
Land (stad)
internationaal
toegangsnummer,
landnummer
kengetal
Naam afdeling of servicegebied,
website en e-mailadres
Netnummers,
lokale nummers en
gratis nummers
Amerikaanse
Maagdeneilanden
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-702-4360
Anguilla
Website: www.dell.com.ai
E-mail: la-[email protected]

Algemene ondersteuning
gratis:800-335-0031
Antigua en Barbuda
Website: www.dell.com.ag
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
1-800-805-5924
Aomen
Technischeondersteuning(Dell™Dimension™,DellInspiron™,DellOptiPlex™,DellLatitude™enDell
Precision™)
0800-105
Technische ondersteuning (servers en opslag)
0800-105
Argentinië(Buenos
Aires)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 54
Kengetal: 11
Website: www.dell.com.ar

E-mail: la-[email protected]
E-mail voor desktop- en draagbare computers:

E-mail voor servers en opslagproducten van EMC®:

Klantenzorg
gratis:0-800-444-0730
Technische ondersteuning
gratis:0-800-444-0733
Technical Support Services
gratis:0-800-444-0724
Verkoop
0-810-444-3355
Aruba
Website: www.dell.com.aw
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:800-1578
Australië(Sydney)
Internationaal
toegangsnummer:
0011
Landnummer: 61
Kengetal: 2
Website: support.ap.dell.com

E-mail: support.ap.dell.com/contactus
Technische ondersteuning (XPS)
gratis:1300790877
Algemene ondersteuning
13DELL-133355
Bahama's
Website: www.dell.com.bs
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-874-3038
Barbados
Website: www.dell.com/bb
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
1-800-534-3142
België(Brussel)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 32
Kengetal: 2
Website: support.euro.dell.com

Technische ondersteuning voor XPS
024819296
Technische ondersteuning voor alle overige Dell-computers
024819288
Faxnummer technische ondersteuning
024819295
Klantenzorg
027131565
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
024819100
Fax
024819299
Algemeen
024819100
Bermuda
Website: www.dell.com/bm
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
1-877-890-0751
Bolivië
Website: www.dell.com/bo
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:800-10-0238
Brazilië
Internationaal
toegangsnummer: 00
Website: www.dell.com/br

E-mail: BR-[email protected]
Klantenzorg en technische ondersteuning
0800903355
Landnummer: 55
Kengetal: 51
Faxnummer technische ondersteuning
5121045470
Faxnummer Klantenondersteuning
5121045480
Verkoop
08007223498
Britse
Maagdeneilanden
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6820
Brunei
Landnummer: 673
Technischeondersteuning(Penang,Maleisië)
6046334966
Klantenondersteuning(Penang,Maleisië)
6046334888
Directeverkoop(Penang,Maleisië)
6046334955
Canada (North York,
Ontario)
Internationaal
toegangsnummer:
011
Online bestellingsstatus: www.dell.ca/ostatus
Website: support.ca.dell.com
AutoTech (geautomatiseerde hardware- en garantieondersteuning)
gratis:1-800-247-9362
Klantenservice (thuis/thuiskantoren)
gratis:1-800-847-4096
Klantenservice (kleine, middelgrote en grote ondernemingen, overheid)
gratis:1-800-387-5757
Klantendienst (printers, projectoren, televisies, handhelds, digitale jukebox en draadloos)
gratis:1-800-847-4096
Telefonische ondersteuning hardwaregarantie (XPS)
gratis:1-866-398-8977
Telefonische ondersteuning hardwaregarantie (thuis/thuiskantoren)
gratis:1-800-847-4096
Telefonische ondersteuning hardwaregarantie (kleine, middelgrote en grote ondernemingen, overheid)
gratis:1-800-387-5757
Telefonische ondersteuning hardwaregarantie (printers, projectoren, televisies, handhelds, digitale
jukeboxen en draadloze apparaten)
1-877-335-5767
Verkoop (thuiswerkers/kleine ondernemingen)
gratis:1-800-387-5752
Verkoop (middelgrootzakelijke/grootzakelijke ondernemingen, overheid)
gratis:1-800-387-5755
Verkoop reserveronderdelen & Verkoop uitgebreide services
18664403355
Chili (Santiago)
Landnummer: 56
Kengetal: 2
Website: www.dell.com/cl
E-mail: la-[email protected]
Verkoop en klantenondersteuning
gratis:1230-020-4823
China (Xiamen)
Landnummer: 86
Kengetal: 592
Website technische ondersteuning: support.dell.com.cn

E-mailadres technische ondersteuning: support.dell.com.cn/email

E-mailadres Klantenondersteuning: [email protected]
Faxnummer technische ondersteuning
5928181350
Technische ondersteuning (XPS)
gratis:8008580540
Technische ondersteuning (Dimension en Inspiron)
gratis:8008582969
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
gratis:8008580950
Technische ondersteuning (servers en opslag)
gratis:8008580960
Technische ondersteuning (projectoren, PDA's, schakelaars, routers etc.)
gratis:8008582920
Technische ondersteuning (printers)
gratis:8008582311
Klantenzorg
gratis:8008582060
Faxnummer Klantenondersteuning
5928181308
particulieren/kleine ondernemingen
gratis:8008582222
Divisie preferente accounts
gratis:8008582557
Grote zakelijke accounts
gratis:8008582055
Grootzakelijke ondernemingen Belangrijke klanten
gratis:8008582628
Grootzakelijke ondernemingen Noord
gratis:8008582999
Grootzakelijke ondernemingen Noord Overheid en Onderwijs
gratis:8008582955
Grootzakelijke ondernemingen Oost
gratis:8008582020
Grootzakelijke ondernemingen Oost Overheid en Onderwijs
gratis:8008582669
Speciaal team grootzakelijke ondernemingen
gratis:8008582572
Grootzakelijke ondernemingen Zuid
gratis:8008582355
Grootzakelijke ondernemingen West
gratis:8008582811
Losse onderdelen voor grootzakelijke ondernemingen
gratis:8008582621
Colombia
Website: www.dell.com/cl
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
01-800-915-4755
Costa Rica
Website: www.dell.com/cr
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
0800-012-0231
Denemarken
(Kopenhagen)
Website: support.euro.dell.com

Technische ondersteuning voor de XPS
7010 0074
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
70230182
Klantenzorg (relaties)
70230184
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 45
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
32875505
Algemeen (relaties)
32871200
Faxnummer centrale (relaties)
32871201
Algemeen (particulieren/kleine ondernemingen)
32875000
Faxnummer centrale (particulieren/kleine ondernemingen)
32875001
Dominica
Website: www.dell.com/dm
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6821
Dominicaanse
Republiek
Website: www.dell.com/do
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
1-800-156-1588
Duitsland
(Frankfurt)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 49
Kengetal: 69
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning voor XPS
06997927222
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
0699792-7200
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0180-5-224400
Klantenzorg algemeen segment
0699792-7320
Klantenzorg preferente accounts
0699792-7320
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
0699792-7320
Klantenzorg publieke sector
0699792-7320
Algemeen
0699792-7000
Ecuador
Website: www.dell.com/ec
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning (bellend vanuit Quito)
gratis:999-119-877-655-
3355
Algemene ondersteuning (bellend vanuit Guayaquil)
gratis:1800-999-119-877-
655-3355
El Salvador
Website: www.dell.com/ec
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
800-6132
Finland (Helsinki)
Internationaal
toegangsnummer:
990
Landnummer: 358
Kengetal: 9
Website: support.euro.dell.com

Technische ondersteuning
0207533555
Klantenzorg
0207533538
Algemeen
0207533533
Verkoop onder 500 medewerkers
0207533540
Fax
0207533530
Verkoop meer dan 500 medewerkers
0207533533
Fax
0207533530
Frankrijk (Parijs)
(Montpellier)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 33
Kengetallen: (1) (4)
Website: support.euro.dell.com

Particulieren/kleine ondernemingen

Technische ondersteuning voor de XPS
0825387129
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
0825387270
Klantenzorg
0825823833
Algemeen
0825004700
Algemeen (oproepen van buiten Frankrijk)
0499754000
Verkoop
0825004700
Fax
0825004701
Fax (oproepen van buiten Frankrijk)
0499754001
Grootzakelijke klanten

Technische ondersteuning
0825004719
Klantenzorg
0825338339
Algemeen
0155947100
Verkoop
0155947100
Fax
0155947101
Grenada
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-540-3355
Griekenland
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning
00800-44 14 95 18
Technische ondersteuning Gold Service
00800-44 14 00 83
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 30
Algemeen
2108129810
Centrale Gold Service
2108129811
Verkoop
2108129800
Fax
2108129812
Guatemala
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
1-800-999-0136
Guyana
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-270-4609
Hong Kong
Internationaal
toegangsnummer:
001
Landnummer: 852
Website: support.ap.dell.com

E-mailadres technische ondersteuning: support.dell.com.cn/email

Technische ondersteuning (XPS)
00852-34166923
Technische ondersteuning (Dimension en Inspiron)
00852-29693188
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
00852-29693191
Technische ondersteuning (servers en opslag)
00852-29693196
Technische ondersteuning (projectoren, PDA's, schakelaars, routers etc.)
00852-34160906
Klantenzorg
00852-34160910
Grootzakelijke ondernemingen
00852-34160907
Wereldwijde klantenprogramma's
00852-34160908
Divisie middelgrootzakelijke ondernemingen
00852-34160912
Divisie thuisgebruikers en kleine ondernemingen
00852-29693105
Ierland
(Cherrywood)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 353
Kengetal: 1
Website: support.euro.dell.com


Verkoop
Verkoop Ierland
012044444
Dell Outlet
1850200778
Helpdesk online bestellingen
1850200778
Klantenzorg
Klantenzorg particulieren
012044014
Klantenzorg kleine ondernemingen
012044014
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
1850200982
Technische ondersteuning
Technische ondersteuning, alleen voor XPS-computers
1850 200 722
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
1850543543
Algemeen
Fax/faxnummer verkoop
012040103
Algemeen
012044444
Klantenzorg Verenigd Koninkrijk (alleen binnen V.K.)
08709060010
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen (alleen binnen V.K.)
08709074499
Verkoop Verenigd Koninkrijk (alleen binnen V.K.)
08709074000
India
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (XPS-computers)
08025068033
ofgratis:18004252066
Technische ondersteuning (laptops, pc's, servers en opslag)
1600338045
en 1600448046
Verkoop (grootzakelijke ondernemingen)
1600338044
Verkoop thuisgebruikers en kleine ondernemingen)
1600338046
Italië(Milaan)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 39
Kengetal: 02
Website: support.euro.dell.com

Particulieren/kleine ondernemingen

Technische ondersteuning
0257782690
Klantenzorg
0269682114
Fax
0269682113
Algemeen
0269682112
Grootzakelijke klanten

Technische ondersteuning
0257782690
Klantenzorg
0257782555
Fax
0257503530
Algemeen
02577821
Jamaica
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning (alleen vanuit Jamaica bellen)
1-800-440-9205
Japan (Kawasaki)
Internationaal
toegangsnummer:
001
Landnummer: 81
Kengetal: 44
Website: support.jp.dell.com
Klantenzorg (indien bestelde items verloren of beschadigd zijn geraakt tijdens de verzending)
044-556-4240
Technische ondersteuning (Dimension en Inspiron)
gratis: 0120-198-226
Technische ondersteuning buiten Japan (Dimension en Inspiron)
81-44-520-1435
Technische ondersteuning (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
gratis: 0120-198-433
Technische ondersteuning buiten Japan (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
81-44-556-3894
Technischeondersteuning(DellPowerApp™,DellPowerEdge™,DellPowerConnect™,enDell
PowerVault™)
gratis: 0120-198-498
Technische ondersteuning buiten Japan (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault)
81-44-556-4162
Technische ondersteuning (projectoren, PDA's, printers en routers)
gratis: 0120-981-690
Technische ondersteuning buiten Japan (projectoren, PDA's en routers)
81-44-556-3468
Faxbox-service
044-556-3490
24-uurs geautomatiseerde orderstatus-service
044-556-3801
Zakelijke verkoopdivisie (tot 400 medewerkers)
044-556-1465
Divisie preferente accounts (meer dan 400 medewerkers)
044-556-3433
Verkoopafdeling voor de publieke sector (overheidsorganen, onderwijsinstellingen, medische
instituten)
044-556-5963
Wereldwijd segment Japan
044-556-3469
Individuele gebruiker
044-556-1760
Algemeen
044-556-4300
Kaaimaneilanden
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
1-877-262-5415
Korea (Seoul)
Internationaal
toegangsnummer:
001
Landnummer: 82
Kengetal: 2
Ondersteuning
gratis:080-200-3800
Technische ondersteuning (XPS)
gratis:080-999-0283
Technische ondersteuning (Dimension, PDA, elektronica en accessoires)
gratis: 080-200-3801
Verkoop
gratis:080-200-3600
Fax
2194-6202
Algemeen
2194-6000
Latijns-Amerika
Technische klantenondersteuning (Austin, Texas, V.S.)
512728-4093
Klantenondersteuning (Austin, Texas, V.S.)
512728-3619
Fax (Technische ondersteuning en klantendienst) (Austin, Texas, V.S.)
512728-3883
Verkoopafdeling (Austin, Texas, V.S.)
512728-4397
Faxnummer verkoopafdeling (Austin, Texas, V.S.)
512728-4600
of512728-3772
Luxemburg
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 352
Website: support.euro.dell.com

Ondersteuning
3420808075
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
+32(0)27131596
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
26257781
Klantenzorg
+32(0)24819119
Fax
26257782
Macao
Landnummer: 853
Technische ondersteuning
gratis:0800105
Klantenondersteuning (Xiamen, China)
34 160 910
Directe verkoop (Xiamen, China)
29 693 115
Maleisië(Penang)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 60
Kengetal: 4
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (XPS)
gratis:1800885784
Technische ondersteuning (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
gratis:1800880193
Technische ondersteuning (Dimension, Inspiron en elektronica en accessoires)
gratis:1800881306
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault)
gratis:1800881386
Klantenzorg
gratis:1800881306(optie
6)
Directe verkoop
gratis:1800888202
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:1800888213
E-mail: la-[email protected]
Technische klantenondersteuning
001-877-384-8979
of 001-877-269-3383
Mexico
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 52
Verkoop
50-81-8800
of 01-800-888-3355
Klantenservice
001-877-384-8979
of 001-877-269-3383
Centrale
50-81-8800
of 01-800-888-3355
Montserrat
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6822
Nederland
(Amsterdam)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 31
Kengetal: 20
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning voor de XPS
0206744594
Technische ondersteuning voor alle Dell-computers
0206744500
Faxnummer technische ondersteuning
0206744766
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0206744200
Klantenzorg relaties
0206744325
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
0206745500
Verkoop relaties
0206745000
Fax particulieren/kleine ondernemingen
0206744775
Fax verkooprelaties
0206744750
Algemeen
0206745000
Fax algemeen
0206744750
Nederlandse Antillen
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
001-800-882-1519
Nicaragua
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
001-800-220-1377
Nieuw-Zeeland
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 64
Website: support.ap.dell.com

E-mail: support.ap.dell.com/contactus
Technische ondersteuning (XPS)
gratis:0800335540
Algemene ondersteuning
0800441567
Noorwegen
(Lysaker)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 47
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning voor de XPS
815 35 043
Technische ondersteuning voor alle overige Dell-producten
67116882
Klantenzorg relaties
67117575
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
23162298
Algemeen
67116800
Fax algemeen
67116865
Oostenrijk (Wenen)
Internationaal
toegangsnummer:
900
Landnummer: 43
Kengetal: 1
Website: support.euro.dell.com


Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
082024053000
Fax particulieren/kleine ondernemingen
082024053049
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
082024053014
Klantenzorg preferente accounts/grootzakelijke ondernemingen
082024053016
Technische ondersteuning voor XPS
082024053081
Ondersteuning voor thuisgebruikers en kleine ondernemingen voor alle overige Dell-computers
082024053017
Preferente accounts/zakelijke ondersteuning
082024053017
Algemeen
082024053000
Panama
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
011-800-507-1264
Peru
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
0800-50-669
Polen (Warschau)
Internationaal
toegangsnummer:
011
Landnummer: 48
Kengetal: 22
Website: support.euro.dell.com
Tel. klantenservice
5795700
Klantenzorg
5795999
Verkoop
5795999
Fax klantenservice
5795806
Fax receptie
5795998
Algemeen
5795999
Portugal
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 351
Website: support.euro.dell.com

Technische ondersteuning
707200149
Klantenzorg
800300413
Verkoop
800300410of
800300411of
800300412of
214220710
Fax
214240112
Puerto Rico
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
1-877-537-3355
Saint Kitts en Nevis
Website: www.dell.com/kn
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-540-3355
Saint Lucia
Website: www.dell.com/lc
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-464-4352
Saint Vincent en de
Grenadines
Website: www.dell.com/vc
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-464-4353
Singapore
(Singapore)
Internationaal
toegangsnummer:
005
Landnummer: 65
OPMERKING: DetelefoonnummersinditgedeeltedienenalleenvanuitSingaporeofMaleisiëte
worden gebeld.
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (XPS)
gratis:18003947464
Technische ondersteuning (Dimension, Inspiron en elektronica en accessoires)
gratis:18003947430
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
gratis:18003947488
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault)
gratis:18003947478
Klantenzorg
gratis:18003947430
(optie 6)
Directe verkoop
gratis:18003947412
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:18003947419
Slowakije (Praag)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 421
Website: support.euro.dell.com


Technische ondersteuning
0254415727
Klantenzorg
420225372707
Fax
0254418328
Faxnummer technische ondersteuning
0254418328
Centrale (verkoop)
0254417585
Spanje (Madrid)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 34
Kengetal: 91
Website: support.euro.dell.com
Particulieren/kleine ondernemingen

Technische ondersteuning
902100130
Klantenzorg
902118540
Verkoop
902118541
Algemeen
902118541
Fax
902118539
Grootzakelijke klanten

Technische ondersteuning
902100130
Klantenzorg
902115236
Algemeen
917229200
Fax
917229583
Taiwan
Internationaal
toegangsnummer:
002
Landnummer: 886
Website: support.ap.dell.com
E-mail: support.dell.com.cn/email
Technische ondersteuning (XPS)
gratis:00801863085
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude, Inspiron, Dimension en elektronica en accessoires)
gratis:00801861011
Technische ondersteuning (servers en opslag)
gratis:00801601256
Klantenzorg
gratis:00801601250
(optie 5)
Directe verkoop
gratis:00801651228
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:00801651227
Thailand
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
gratis:1800006007
Internationaal
toegangsnummer:
001
Landnummer: 66
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault)
gratis:1800060009
Klantenzorg
gratis:1800006007
(optie7)
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:1800006009
Directe verkoop
gratis:1800006006
Trinidad & Tobago
Website: www.dell.com/tt
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-888-799-5908
Tsjechische
Republiek (Praag)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 420
Website: support.euro.dell.com


Technische ondersteuning
225372727
Klantenzorg
225372707
Fax
225372714
Faxnummer technische ondersteuning
225372728
Algemeen
225372711
Turks- en
Caicoseilanden
Website: www.dell.com/tc
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-441-4735
Uruguay
Website: www.dell.com/uy
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
gratis:000-413-598-2521
Venezuela
Website: www.dell.com/ve
E-mail: la-[email protected]
Algemene ondersteuning
0800-100-4752
Verenigd Koninkrijk
(Bracknell)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 44
Kengetal: 1344
Website: support.euro.dell.com
Website klantenzorg: support.euro.dell.com/uk/en/ECare/form/home.asp
Verkoop
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
08709074000
Verkoop grootzakelijke ondernemingen/publieke sector
01344860456
Klantenzorg
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
08709060010
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
01344373185
Voorkeuraccounts (500-5.000 medewerkers)
08709060010
Klantenzorg algemene accounts
01344373186
Klantenzorg centrale overheid
01344373193
Klantenzorg lokale overheid & onderwijs
01344373199
Klantenzorg gezondheidszorg
01344373194
Technische ondersteuning
Technische ondersteuning (alleen voor XPS-computers)
0870 366 4180
Technische ondersteuning (Grootzakelijke klanten/voorkeursaccounts/PCA [1000+ medewerkers])
08709080500
Technische ondersteuning voor alle overige producten
08703530800
Algemeen
Faxnummer thuisgebruikers en kleine ondernemingen
08709074006
Verenigde Staten
(Austin, Texas)
Internationaal
toegangsnummer:
Geautomatiseerde bestelstatusservice
gratis:1-800-433-9014
AutoTech (draagbare en desktopcomputers)
gratis:1-800-247-9362
Hardware- en garantieondersteuning (Dell-televisies, -printers en -projectoren) voor klanten van
zakelijke relaties
gratis:1-877-459-7298
Ondersteuning voor XPS-gebruikers in Noord- en Zuid-Amerika
gratis:1-800-232-8544
Consument (Particulierenenthuiswerkers)OndersteuningvooralleandereDell-producten
gratis:1-800-624-9896
Klantenservice
gratis:1-800-624-9897
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Financial Services-website:
www.dellfinancialservices.com
Financiëlediensten(leasen/lenen)
gratis:1-877-577-3355
Financiëlediensten(preferenteDell-accounts)
gratis:1-800-283-2210
Ondernemingen
Klantenondersteuning en technische ondersteuning
gratis:1-800-456-3355
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Terug naar de inhoudspagina
011
Landnummer: 1
Ondersteuning voor printers, projectoren, PDA's en MP3-spelers
gratis:1-877-459-7298
Publieke sector(overheid,onderwijs,gezondheidszorg)
Klantenondersteuning en technische ondersteuning
gratis:1-800-456-3355
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Dell Verkoop
gratis:1-800-289-3355
ofgratis:1-800-879-3355
Dell Outlet Store
gratis:1-888-798-7561
Verkoop van software en randapparatuur
gratis:1-800-671-3355
Verkoop losse onderdelen
gratis:1-800-357-3355
Verkoop additionele services en garanties
gratis:1-800-247-4618
Fax
gratis:1-800-727-8320
Dell-services voor doven, slechthorenden en mensen met een spraakgebrek
gratis:1-877-DELLTTY
(1-877-335-5889)
Zuid-Afrika
(Johannesburg)
Internationaal
toegangsnummer:
09/091
Landnummer: 27
Kengetal: 11
Website: support.euro.dell.com
Gouden Queue
0117097713
Technische ondersteuning
0117097710
Klantenzorg
0117097707
Verkoop
0117097700
Fax
0117060495
Algemeen
0117097700
ZuidoostAziëenhet
Stille Zuidzee-gebied
Technischeondersteuning,klantendienstenafdelingverkoop(Penang,Maleisië)
6046334810
Zweden (Upplands
Vasby)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 46
Kengetal: 8
Website: support.euro.dell.com
Technische ondersteuning voor de XPS
0771 340 340
Technische ondersteuning voor alle overige Dell-producten
0859005199
Klantenzorg relaties
0859005642
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0858770527
OndersteuningPCprivé-programma
0201401444
Faxnummer technische ondersteuning
0859005594
Verkoop
0859005185
Zwitserland
(Genève)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 41
Kengetal: 22
Website: support.euro.dell.com


Technische ondersteuning voor de XPS
0848 33 88 57
Technische ondersteuning (particulieren en kleine ondernemingen) voor alle overige Dell-producten
0844811411
Technische ondersteuning (grote ondernemingen)
0844822844
Klantenzorg (particulieren/kleine ondernemingen)
0848802202
Klantenzorg (grootzakelijke ondernemingen)
0848821721
Fax
0227990190
Algemeen
0227990101
Terug naar de inhoudspagina
Het toetsenbord gebruiken
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Numeriek toetsenblok
Toetsencombinaties
Touchpad en track stick
Het dopje van de track stick vervangen
Numeriek toetsenblok
Het numerieke toetsenblok werkt op dezelfde manier als het numerieke toetsenblok op een extern toetsenbord. Elke toets op het toetsenblok heeft meerdere
functies. De getallen en symbolen op het toetsenblok zijn blauw gemarkeerd aan de rechterzijde van de toetsen van het toetsenblok. Om een getal of
symbool in te voeren, houdt u <Fn> ingedrukt en drukt u op de gewenste toets.
l Om het toetsenblok te activeren, drukt u op <Num Lk>. Het lampje geeft aan dat het toetsenblok is geactiveerd.
l Om het toetsenblok te deactiveren, drukt u opnieuw op <Num Lk>.
Toetsencombinaties
Toetsenbordverlichting
Systeemfuncties
Batterij
Weergavefuncties
1
numeriek toetsenblok
<Fn> en pijl-naar-rechtstoets
Hiermee activeert of deactiveert u de toetsenbordverlichtingslampjes
<Ctrl><Shift><Esc>
Opent het venster Taakbeheer
<Fn><F3>
GeeftdeDell™QuickSet-batterijmeter weer (zie Dell™QuickSet-batterijmeter).
<Fn><F8>
Schakelthetvideobeeldomnaardevolgendebeeldschermoptie.Optieszijnonderanderehetgeïntegreerdebeeldscherm,een
externe monitor en beide beeldschermen tegelijk.
Energiebeheer
Luidsprekerfuncties
Functies in combinatie met de toets met het Microsoft®Windows®-logo
Om de werking van het toetsenbord te wijzigen, zoals bijvoorbeeld de herhalingssnelheid voor tekens, opent u het Configuratiescherm, klikt u op Printers en
andere hardware en vervolgens op Toetsenbord. Zie Windows Help en ondersteuning voor informatie over het Configuratiescherm. Raadpleeg voor toegang
tot Help en ondersteuning Windows help en ondersteuning.
Touchpad en track stick
Zowel de touchpad als de track stick bieden de functionaliteit van een muis. U kunt ze gebruiken om de cursor op het beeldscherm te bewegen. Gebruik de
knoppen van de touchpad en de track stick zoals u de knoppen van een muis zou gebruiken. Beide verzamelingen knoppen werken voor zowel de track stick
als touchpad.
<Fn><F7>
Hiermee schaalt u tussen videoresoluties voor breedbeeld- en standaardverhoudingen.
<Fn> en de pijl-naar-
linkstoets
Activeert de omgevingslichtsensor, die de helderheid van het beeldscherm bepaalt op basis van het licht dat in de werkomgeving
aanwezig is.
<Fn> en de pijl-
omhoogtoets
Vergrootdehelderheidalleenophetgeïntegreerdebeeldscherm(nietopeenexternemonitor).
<Fn> en de pijl-
omlaagtoets
Reduceertalleendehelderheidophetgeïntegreerdebeeldscherm(nietopeenexternemonitor).
<Fn><Esc>
Activeert een energiebeheermodus. U kunt deze sneltoets omprogrammeren zodat deze een andere energiebeheermodus activeert. Gebruik
hiervoor het tabblad Geavanceerd in het venster Eigenschappen voor energiebeheer.
<Fn><F1>
Zet de computer in de slaapstand als u QuickSet hebt gebruikt om deze sneltoetscombinatie te activeren. Hiervoor is Dell QuickSet vereist (zie
Dell™QuickSet-functies).
<Fn><Page Up>
Verhoogt het volume van de ingebouwde luidsprekers en, indien aangesloten, de externe luidsprekers
<Fn><Page Dn>
Verlaagt het volume van de ingebouwde luidsprekers en, indien aangesloten, de externe luidsprekers
<Fn><End>
Activeert en deactiveert de ingebouwde luidsprekers en, indien aangesloten, de externe luidsprekers
Toets met het Windows-
logo en <m>
Minimaliseert alle geopende vensters
Toets met het Windows-
logo en <Shift><m>
Brengt alle geminimaliseerde vensters terug naar hun normale staat. Met deze toetsencombinatie kunt u geminimaliseerde
vensters naar hun oorspronkelijke formaat herstellen nadat u de toetsencombinatie van de toets met het Windows-logo en <m>
hebt gebruikt.
Toets met het Windows-
logo en <e>
Voer Windows Verkenner uit.
Toets met het Windows-
logo en <r>
Opent het dialoogvenster Uitvoeren
Toets met het Windows-
logo en <f>
Opent het dialoogvenster Zoekresultaten
Toets met het Windows-
logo en <Ctrl><f>
Opent het dialoogvenster Zoekresultaten - Computers als de computer met een netwerk is verbonden
Toets met het Windows-
logo en <Pause>
Opent het dialoogvenster Systeemeigenschappen
1
knoppen van de touchpad/track stick
2
track stick
3
touchpad
De touchpad detecteert als volgt de druk en beweging van uw vinger om u in staat te stellen om de cursor op het beeldscherm te bewegen:
l Om de cursor te bewegen sleept u uw vinger zachtjes over het touchpad.
l Om een object te selecteren tipt u het oppervlak van het touchpad zachtjes aan of drukt u met uw duim zachtjes op de linkerknop van het touchpad.
l Om een object te verplaatsen of slepen, plaatst u de cursor op het object en tipt u twee keer het touchpad aan. Terwijl u het touchpad voor de tweede
keer aantipt, moet u uw vinger op het touchpad laten rusten en het geselecteerde object verplaatsen door uw vinger over het oppervlak te bewegen.
l Om een object te dubbelklikken, plaatst u de cursor op het object en tipt u twee keer het touchpad aan of drukt u twee maal met uw duim op de
linkerknop van het touchpad.
U kunt de track stick ook gebruiken om de cursor te bewegen. Duw de track stick naar links, rechts, omhoog of naar beneden om de richting van de cursor op
het beeldscherm te wijzigen.
De touchpad en track stick aanpassen
U kunt het venster Muiseigenschappen gebruiken om de touchpad en track stick opnieuw te activeren of hun instellingen te wijzigen.
1. Open het Configuratiescherm en klik op Printers en andere hardware® Muis. Zie Windows Help en ondersteuning voor informatie over het
Configuratiescherm. Raadpleeg voor toegang tot Help en ondersteuning Windows help en ondersteuning.
2. In het venster Muiseigenschappen doet u het volgende:
l Om de touchpad en track stick te activeren of deactiveren, klikt u op het tabblad Apparaat selecteren en klikt u op de relevante keuzerondje
"deactiveren" of "activeren".
l Om de instellingen van de touchpad en track stick te wijzigen, klikt u op het tabblad Aanwijzers en selecteert u de gewenste instellingen.
3. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Het dopje van de track stick vervangen
U kunt het dopje van de track stick vervangen als deze na langdurig gebruik versleten raakt of als u een andere kleur prefereert. U kunt additionele dopjes
bestellen via de homepage van Dell op www.dell.com.
1. Verwijder het dopje van de track stick.
2. Plaats de nieuwe dop op de rechthoekige plug van de track stick en druk het dopje zachtjes op de plug vast.
3. Test de track stick om er zeker van te zijn dat het dopje goed vastzit.
Terug naar de inhoudspagina
OPMERKING: Devingerafdruklezerisoptioneelenismogelijknietopuwcomputergeïnstalleerd.RaadpleegSoftware voor beveiligingsbeheer voor
informatie over de manier waarop u de software voor beveiligingsbeheer kunt activeren en gebruiken waarmee de vingerafdruklezer wordt bestuurd.
KENNISGEVING: Als het dopje niet op de juiste wijze op de plug is bevestigd, kan de track stick het beeldscherm beschadigen.
Terug naar de inhoudspagina
Multimedia gebruiken
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Cd's of dvd's afspelen
Het volume regelen
Het beeld bijstellen
Cd's of dvd's afspelen
1. Druk op de uitwerpknop aan de voorzijde van het station.
2. Trek de schuif naar buiten.
3. Plaats de schijf met het etiket naar boven in het midden van de schuif en druk de schijf op de spil.
4. Duw de schuif terug in het station.
Voor het formatteren van cd's om gegevens op te slaan, het maken van muziek-cd'senhetkopiërenvancd'smoetudecd-software raadplegen die met de
computer werd meegeleverd.
Het volume regelen
1. Klik op Start® Alle programma's® Accessoires® Entertainment® Volumeregeling.
2. Klik en sleep de balk in de kolom Volumeregeling naar boven of beneden om het volume te verhogen of verlagen.
Klik voor meer informatie over de volumeregeling op Help in het venster Volumeregeling.
De volumemeter geeft het huidige volumeniveau op uw computer weer, inclusief gedempt. Klik op het pictogram op de taakbalk en selecteer, of maak de
selectie ongedaan van, Disable On Screen Volume Meter (Volumemeter op beeldscherm deactiveren), of druk op de volumebedieningsknoppen (zie
Volumebedieningsknoppen) om de Volumemeter op het scherm te activeren of deactiveren.
KENNISGEVING: Druk de cd- of dvd-schuif niet naar beneden wanneer u deze opent of sluit. Houd de schuif dicht wanneer u het cd- of dvd-station niet
gebruikt.
KENNISGEVING: Beweeg de computer niet terwijl u cd's of dvd's afspeelt.
OPMERKING: Als u gebruikmaakt van een module die bij een andere computer werd geleverd, moet u de stuurprogramma's en software installeren die
benodigd zijn voor het afspelen van dvd's of het wegschrijven van gegevens. Raadpleeg voor meer informatie de cd Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's). De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) is optioneel en wordt in sommige landen mogelijk niet met de computer
meegeleverd.
OPMERKING: Zorg er tijdens het maken van cd's voor dat u volgens de geldende copyrightwetten te werk gaat.
OPMERKING: Als de speakers zijn gedempt, zult u niet in staat zijn om de cd of dvd te horen die wordt afgespeeld.
Als de meter is geactiveerd, kunt u het volume regelen met behulp van de volumebedieningsknoppen of door de volgende toetsen in te drukken:
l Druk op <Fn> <PageUp> om het volume te verhogen.
l Druk op <Fn> <PageDn> om het volume te verlagen.
l Druk op <Fn> <End> om het geluid uit te zetten.
Voor meer informatie over QuickSet, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op te taakbalk en selecteert u vervolgens Help.
Het beeld bijstellen
Als er een foutmelding verschijnt dat de huidige resolutie en de kleurdiepte te veel geheugen verbruiken en het afspelen van dvd's onmogelijk maken, moet u
de eigenschappen van het beeldscherm bijstellen.
1. Klik op de Start-knop, wijs Instellingen® en Configuratiescherm aan, en klik vervolgens op Weergave en thema's (of klik op Monitor als u de
klassieke weergave voor Windows XP gebruikt). Als u de klassieke weergave voor Windows XP gebruikt, gaat u verder met stap 3.
2. Selecteer bij Kies een taak... de optie De beeldschermresolutie wijzigen.
3. Klik in het venster Eigenschappen voor beeldscherm op het tabblad Instellingen.
4. Schuif bij Beeldschermresolutie de balk naar 1024 bij 768 pixels.
5. Selecteer in het uitklapvenster voor Kleurkwaliteit de optie Gemiddeld (16 bits).
6. Klik op OK.
Terug naar de inhoudspagina
1
volumepictogram
2
volumemeter
3
dempingspictogram
Terug naar de inhoudspagina
Onderdelen toevoegen en vervangen
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Voordat u begint
Dit hoofdstuk beschrijft de procedures voor het verwijderen en installeren van onderdelen voor uw computer. Tenzij anders vermeld gaat elke procedure
ervan uit dat er sprake is van de volgende omstandigheden:
l U hebt de stappen uitgevoerd die zijn beschreven in De computer uitzetten en Voordat u binnen de computer gaat werken.
l UhebtdeveiligheidsinformatieindeDell™productinformatiegids geraadpleegd.
l Alseenonderdeelkanwordenvervangenof,indienafzonderlijkaangeschaft,kanwordengeïnstalleerddoordeverwijderingsprocedurein
omgekeerde volgorde uit te voeren.
Aanbevolen gereedschappen
Voor de procedures in dit document zijn mogelijk de volgende instrumenten benodigd:
l Een kleine schroevendraaier met een platte kop
l Phillips-schroevendraaier van het type #1
l Klein plastic pennetje
l 5 mm hex moersleutel
l Cd met Flash BIOS update-programma
De computer uitzetten
1. Sluit het besturingssysteem af:
a. Bewaar en sluit alle geopende bestanden. Sluit alle programma's af en klik op Start® Afsluiten® Afsluiten® OK.
De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. Als uw computer en de daaraan aangesloten apparaten niet automatisch
werden uitgezet toen u het besturingssysteem uitzetten, moet u de aan/uit-knop gedurende 4 seconden ingedrukt houden.
Voordat u binnen de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
Voordat u begint
Draadloze kaarten
Scharnierkap
Mobiel breedbandnetwerk (WWAN)-kaart
Toetsenbord
Subscriber Identity Module (SIM)-kaart
Ingebouwde kaart met draadloze Bluetooth®-technologie
Vaste schijf
Knoopcel
Mediacompartiment
Geheugen
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen, moet u open bestanden opslaan en sluiten en alle geopende programma's sluiten voordat u de
computer uitzet.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de productinformatiegids
zijn beschreven.
LET OP: Ga op voorzichtige wijze met componenten en kaarten om. Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten bij de
uiteinden vast of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd onderdelen zoals een processor vast aan de zijkant, niet bij de contacten.
KENNISGEVING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
KENNISGEVING: Als u een kabel losmaakt, moet u aan de stekker of het trekkoord trekken, niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van
een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de
connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de connectorpinnen wordt verbogen.
Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
KENNISGEVING: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Zet de computer uit (zie De computer uitzetten).
3. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
4. Koppel telefoon- en netwerkkabels los van de computer.
5. Klap het beeldscherm dicht en draai de computer op zijn kop op een plat werkoppervlak.
6. Verwijderallegeïnstalleerdemodules,metinbegripvaneentweedebatterij,indiengeïnstalleerd(zieMediacompartiment).
7. Haal alle stekkers van de computer en daaraan gekoppelde apparaten uit het stopcontact.
8. Verwijder de batterij (zie De batterij vervangen).
9. Druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.
10. Verwijder alle pc-kaartenofExpressCards,indiengeïnstalleerd,uitdepc-kaartsleuf (zie Een kaart of dummy-kaart verwijderen).
Scharnierkap
1. Volg de procedures op die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Zet de computer met de bovenzijde omhoog en open het beeldscherm volledig (180 graden), zodat het beeldscherm op uw werkoppervlak rust.
3. Gebruik een plastic mesje om de scharnierkap omhoog te tillen, te beginnen met de rechterzijde van de computer. Til de kap van de computer weg van
rechts naar links en leg de kap weg.
4. Om de scharnierkap terug te plaatsen, brengt u de linkerkant van de kap op zijn plaats aan.
KENNISGEVING: Om een netwerkkabel te ontkoppelen, moet u eerst de kabel uit de computer halen en vervolgens de kabel uit het netwerkcontact
halen.
KENNISGEVING: Om schade aan het moederbord te voorkomen moet u de hoofdbatterij verwijderen voordat u onderhoudt pleegt aan de computer.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de productinformatiegids
zijn beschreven.
KENNISGEVING: Om elektrostatische ontlading te voorkomen, moet u zichzelf aarden met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een
ongeverfd metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: De scharnierkap is kwetsbaar en kan worden beschadigd als er excessieve kracht op wordt uitgeoefend. Wees voorzichtig tijdens het
verwijderen van de scharnierkap.
KENNISGEVING: Om schade aan de scharnierkap te voorkomen moet u de kap niet aan beide zijden tegelijk omhoog tillen. Als u de scharnierkap op
een andere manier verwijdert, kan het plastic scheuren.
1
scharnierkap
2
plastic mesje
3
spleet
5. Oefen van links naar rechts druk uit totdat de kap op zijn plaats klikt.
Toetsenbord
1. Volg de instructies op die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Zet de computer met de rechterkant naar boven en open deze.
3. Verwijder de Scharnierkap (zie Scharnierkap).
4. Verwijder de drie schroeven aan de bovenkant van het toetsenbord.
5. Haal de randen van het toetsenbord voorzichtig uit de palletjes aan de zijkant van het toetsenbord, draai het toetsenbord in een hoek van 90 graden
omhoog en leg het op de polssteun om toegang tot de toetsenbordingang te krijgen.
6. Als het snoer van het toetsenbord wordt vastgehouden door een vergrendelingsarm naast de toetsenbordingang, moet u de houdbeugel voor de
ingang voorzichtig openduwen, zodat u de vergrendelingsarm omhoog kunt draaien om het snoer vrij te maken.
7. Trek het treklipje omhoog om de ingang van het toetsenbord uit de ingang van het toetsenbord op het moederbord te halen.
Ingebouwde kaart met draadloze Bluetooth®-technologie
Als u een ingebouwde kaart met draadloze Bluetooth-technologiebijuwcomputerhebtbesteld,zaldezereedszijngeïnstalleerd.Dekaartverwijdertuals
volgt:
LET OP: Voordat u de volgende procedures uitvoert, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
KENNISGEVING: Om elektrostatische ontlading te voorkomen, moet u zichzelf aarden met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een
ongeverfd metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
1
schroeven (3)
2
toetsenbordklemmetjes (5)
3
polssteun
4
treklipje
5
vergrendelarm toetsenbordsnoer
6
stekker toetsenbordsnoer
KENNISGEVING: De toetsendopjes op het toetsenbord zijn zeer kwetsbaar en kunnen makkelijk losraken. Het kan een tijdrovende bezigheid zijn om
de toetsendopjes in een dergelijk geval opnieuw aan te brengen. Wees voorzichtig tijdens het verwijderen en het omgaan met het toetsenbord.
OPMERKING: Til het toetsenbord tijdens stap 5 voorzichtig omhoog om te controleren of u niet aan het snoer van het toetsenbord hebt getrokken.
OPMERKING: Als u het toetsenbord opnieuw aanbrengt, moet u ervoor zorgen dat de lipjes van het toetsenbord goed op hun plaats zitten om krassen
op de polssteun te voorkomen.
LET OP: Voordat u de volgende procedures uitvoert, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
KENNISGEVING: Om elektrostatische ontlading te voorkomen, moet u zichzelf aarden met behulp van een aardingspolsband of door een ongeverfd
metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: Om schade aan het moederbord te voorkomen moet u de hoofdbatterij verwijderen alvorens binnen de computer te gaan werken.
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder de kaartkabel voorzichtig uit de geleider.
4. Gebruikterwijludekaartkabelmetéénhandvastpakteenplasticmesjeomdekaartvoorzichtigmetuwanderehandonderhetmetalenklemmetjelos
te wrikken.
5. Til de kaart uit zijn compartiment. Zorg ervoor dat u niet te hard aan de kaartkabel trekt.
6. Maak de kaart los van de kabel en verwijder de kaart uit de computer.
Knoopcel
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder het toetsenbord (zie Toetsenbord).
1
kaartkabel
2
kaart
3
metalen lipje
KENNISGEVING: Wees voorzichtig tijdens het verwijderen van de kaart om schade aan de kaart, kaartkabel of omliggende onderdelen te voorkomen.
LET OP: Voordat u de volgende procedures uitvoert, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
KENNISGEVING: Om elektrostatische ontlading te voorkomen, moet u zichzelf aarden met behulp van een aardingspolsband of door een ongeverfd
metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: Om schade aan het moederbord te voorkomen moet u de hoofdbatterij verwijderen alvorens binnen de computer te gaan werken.
4. Verwijder de batterijstekker uit de ingang op het moederbord.
5. Til de hoek van de plastic arm boven de batterij voorzichtig naar boven zodat het plastic niet breekt.
6. Til de plastic arm iets naar boven, pak de batterij en trek deze uit het batterijcompartiment.
Geheugen
U kunt de geheugencapaciteit van uw computer vergroten door geheugenmodules op het moederbord aan te brengen. Raadpleeg Specificaties voor
informatie over het geheugen dat door uw computer wordt ondersteund. Installeer alleen geheugenmodules die voor uw computer zijn bestemd.
Uw computer is uitgerust met twee voor gebruikers toegankelijke SODIMM-contacten. Een van de contacten is bereikbaar via de onderkant van het
toetsenbord (DIMM A), en het andere contact is bereikbaar via de onderzijde van de computer (DIMM B).
Om een geheugenmodule op de DIMM A-ingang aan te sluiten of te vervangen, gaat u als volgt te werk:
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder het toetsenbord (zie Toetsenbord).
1
batterijstekker
2
knoopcel
3
plastic arm
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te raadplegen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
KENNISGEVING: Alsuwcomputerslechtsééngeheugenmodulebevat,moetudegeheugenmoduleaansluitenopdeinganggenaamd"DIMMA"die
zich onder het toetsenbord bevindt.
KENNISGEVING: Als u tijdens het opwaarderen van het geheugen de originele geheugenmodules uit de computer verwijdert, moet u ervoor zorgen
dat deze apart worden gehouden van eventuele nieuwe modules, zelfs als u deze nieuwe modules via Dell hebt aangeschaft. Gebruik indien mogelijk
geen oorspronkelijke geheugenmodule in combinatie met een nieuwe geheugenmodule. Dit kan ertoe leiden dat uw computer niet optimaal meer
functioneert.
OPMERKING: Geheugenmodules die u bij Dell hebt aangeschaft vallen onder de garantie van uw computer.
1
geheugenmodule (DIMM A)
2
bevestigingsklemmen (2)
KENNISGEVING: Om schade aan de ingang van de geheugenmodule te voorkomen, mag u geen gebruikmaken van instrumenten om de
bevestigingsklemmen van de geheugenmodule uit elkaar te duwen.
4. Als u een geheugenmodule vervangt, moet u zichzelf aarden en de bestaande module verwijderen:
a. Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmen aan weerszijden van de geheugenmoduleingang voorzichtig uit elkaar te drukken totdat
de module uit de ingang omhoog springt.
b. Verwijder de module uit de ingang.
5. Aard uzelf en installeer de nieuwe geheugenmodule:
a. Lijn de inkeping in de moduleingang uit met het lipje van de ingangssleuf.
b. Schuif de module in een hoek van 45 graden stevig in de sleuf, en draai de module neerwaarts totdat deze vastklikt. Als u niet voelt dat de
module vastklikt, moet u deze verwijderen en opnieuw installeren.
Om een geheugenmodule aan te brengen of te vervangen op de DIMM B-ingang:
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Zet de computer met de onderkant naar boven, maak de geborgde schroef van de geheugenmodulekap los en verwijder vervolgens de kap.
1
bevestigingsklemmen (2 per ingang)
2
geheugenmodule
OPMERKING: Er is geen foutmelding die een dergelijke fout aanwijst.
KENNISGEVING: Als u geheugenmodules moet aanbrengen op twee ingangen, moet u een geheugenmodule installeren op de ingang die is aangeduid
als "DIMM A" voordat u een module installeert op de ingang die is aangeduid als "DIMM B." Breng geheugenmodules in een hoek van 45 graden aan om
schade aan de computer te voorkomen.
1
geheugenmodulekap
2
geborgde schroef
KENNISGEVING: Om schade aan de ingang van de geheugenmodule te voorkomen, mag u geen gebruikmaken van instrumenten om de
bevestigingsklemmen van de geheugenmodule uit elkaar te duwen.
3. Als u een geheugenmodule vervangt, moet u zichzelf aarden en de bestaande module verwijderen:
a. Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmen aan weerszijden van de geheugenmoduleingang voorzichtig uit elkaar te drukken totdat
de module uit de ingang omhoog springt.
b. Verwijder de module uit de ingang.
4. Aard uzelf en installeer de nieuwe geheugenmodule:
a. Lijn de inkeping in de kaartrandingang van de module uit met het lipje in de ingangssleuf.
b. Schuif de module in een hoek van 45 graden stevig in de sleuf, en draai de module neerwaarts totdat deze vastklikt. Als u niet voelt dat de
module vastklikt, moet u deze verwijderen en opnieuw installeren.
5. Breng de kap opnieuw aan.
6. Breng de batterij in het batterijcompartiment aan of sluit de netadapter aan op de computer en op een stopcontact.
7. Zet de computer aan.
Tijdens het opstarten zal de computer het additionele geheugen detecteren en automatisch de configuratieinformatie van de computer bijwerken.
Omdehoeveelheidgeheugendieopuwcomputerisgeïnstalleerdtecontroleren,kliktuopStart® Help en ondersteuning en vervolgens op
Computergegevens.
8. Vervang de geheugenmodulekap.
Draadloze kaarten
Alsueendraadlozekaartbijuwcomputerhebtbesteld,isdezekaartreedsgeïnstalleerd.
Wireless Local Area Network (WLAN)-kaart
1
bevestigingsklemmen (2 per ingang)
2
geheugenmodule
KENNISGEVING: Breng geheugenmodules in een hoek van 45 graden aan om schade aan de ingang te voorkomen.
OPMERKING: Alsdegeheugenmodulenietopdejuistewijzewerdgeïnstalleerd,startdecomputermogelijknietmeergoedop.Erisgeenfoutmelding
die een dergelijke fout aanwijst.
KENNISGEVING: Als u moeite hebt om de kap te sluiten, moet u de module verwijderen en opnieuw installeren. Als u de kap forceert, kan de computer
beschadigd raken.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
Om een WLAN-kaart te installeren of vervangen, gaat u als volgt te werk:
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder het toetsenbord (zie Toetsenbord).
4. Als er nog geen WLAN-kaartopdecomputerisgeïnstalleerd,gaatuverdermetstap5.AlsueenWLAN-kaart vervangt, moet u de bestaande kaart
vervangen:
a. Koppel de antennekabels los van de kaart.
b. Maak de kaart los door de metalen bevestigingslipjes van de kaart weg te duwen totdat de kaart iets omhoog komt.
c. Schuif de kaart in een hoek van 45 graden uit de ingang.
1
WLAN-kaart
2
antennekabels (2)
KENNISGEVING: Om schade aan de computer te voorkomen mag u geen gereedschappen gebruiken om de bevestigingsklemmen uit elkaar te duwen.
OPMERKING: De WLAN-kaart kan afhankelijk van het type kaart zijn uitgerust met twee of drie antenne-ingangen.
KENNISGEVING: De kaartingangen zijn zodanig ontworpen dat kaarten alleen op de juiste wijze kunnen worden aangebracht. Als u weerstand voelt,
moet u de ingangen controleren en de kaart in de juiste stand aanbrengen.
OPMERKING: Breng geen mobiele breedbandnetwerk (WWAN)-kaart aan op de ingang van de WLAN-kaart.
1
WLAN-kaart
2
metalen bevestigingslipjes (2)
KENNISGEVING: Om schade aan de WLAN-kaart te voorkomen mag u nooit kabels bovenop of onder de kaart plaatsen.
5. Een WLAN-kaart installeert u als volgt:
a. Haal eventuele antennekabels uit de weg om ruimte te maken voor de WLAN-kaart.
b. Breng de WLAN-kaart aan op de ingang in een hoek van 45 graden, en druk de kaart in de metalen bevestigingslipjes totdat u voelt dat deze
vastklikt.
c. Sluit de antennekabels op de WLAN-kaart aan en let erop dat u de kabels op juiste wijze plaatst.
Kaart voor mobiel breedbandnetwerk (WWAN)
Alsueenmobielebreedbandnetwerkkaartbijuwcomputerhebtbesteld,isdezekaartreedsgeïnstalleerd.
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder het toetsenbord (zie Toetsenbord).
KENNISGEVING: De kaartingangen zijn zodanig ontworpen dat kaarten alleen op de juiste wijze kunnen worden aangebracht. Als u weerstand voelt,
moet u de ingangen controleren en de kaart in de juiste stand aanbrengen.
OPMERKING: Breng geen mobiele breedbandnetwerk (WWAN)-kaart aan op de ingang van de WLAN-kaart.
1
WLAN-kaart
2
antennekabelingangen
OPMERKING: Raadpleeg voor nadere informatie over welke kabel op welke ingang moet worden aangesloten de documentatie die met de WLAN-kaart
werd geleverd.
OPMERKING: Mobiele breedbandnetwerkkaarten zijn in sommige regio's mogelijk niet verkrijgbaar.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
4. Alsernoggeenmobielebreedbandkaartopuwcomputerisgeïnstalleerd,gaatuverdermetstap5.Alsueenmobielebreedbandkaartvervangt,moet
u de bestaande kaart verwijderen:
a. Koppel de antennekabels los van de kaart.
b. Maak de kaart los door de metalen bevestigingslipjes van de kaart weg te duwen totdat de kaart iets omhoog komt.
c. Schuif de kaart in een hoek van 45 graden uit de ingang.
5. Een mobiele breedbandkaart installeert u als volgt:
a. Haal eventuele antennekabels uit de weg om ruimte te maken voor de mobiele breedbandkaart.
b. Breng de kaart in een hoek van 45 graden op de sleuf aan en druk de kaart in de metalen bevestigingslipjes totdat u voelt dat deze vastklikt.
1
mobiele breedbandkaart
2
antennekabels (2)
KENNISGEVING: Om schade aan de computer te voorkomen mag u geen gereedschappen gebruiken om de bevestigingsklemmen uit elkaar te duwen.
OPMERKING: De mobiele breedbandkaart is afhankelijk van het type kaart voorzien van twee of drie antenneingangen.
1
mobiele breedbandkaart
2
metalen bevestigingslipjes (2)
KENNISGEVING: De kaartingangen zijn zodanig ontworpen dat kaarten alleen op de juiste wijze kunnen worden aangebracht. Als u weerstand voelt,
moet u de ingangen controleren en de kaart in de juiste stand aanbrengen.
OPMERKING: Breng geen WLAN-kaart aan op de ingang van de mobiele breedbandkaart.
KENNISGEVING: Om schade aan de mobiele breedbandkaart te voorkomen, mag u nooit kabels bovenop of onder de kaart plaatsen en moet u
controleren of de kabels op de juiste wijze zijn route.
c. Sluit de witte antennekabel aan op de ingang op de kaart die met een witte driehoek is gemarkeerd. Sluit de zwarte antennekabel aan op de
ingang op de kaart die met een zwarte driehoek is gemarkeerd.
Subscriber Identity Module (SIM)-kaart
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Verwijder de batterij (zie De batterij vervangen).
3. Breng de SIM-kaart aan met de afgesneden hoek naar u toe, op zodanige wijze dat deze onder de metalen lipjes aan de zijkanten van de kaartsleuf
schuift.
Vaste schijf
1
mobiele breedbandkaart
2
antennekabels (2)
OPMERKING: Raadpleeg voor specifieke informatie over welke kabel op welke ingang moet worden aangesloten de documentatie die met de mobiele
breedbandkaart werd geleverd.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
1
SIM-kaart
2
metalen bevestigingsbeugels (2)
KENNISGEVING: Raak de SIM-kaartingangen niet aan om de kaart te beschermen tegen elektrostatische ontlading. Om een elektrostatische ontlading
te voorkomen, moet u de kaart in uw hand houden alvorens de kaart aan te brengen of te verwijderen.
LET OP: Als u de vaste schijf verwijdert terwijl de schijf warm is, moet u de metalen behuizing van de vaste schijf niet aanraken.
LET OP: Voordat u binnen de computer gaat werken, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
Om de vaste schijf in het vaste-schijfcompartiment te vervangen, gaat u als volgt te werk:
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in Voordat u begint.
2. Zet de computer op zijn kant en verwijder de twee schroeven waarmee de vaste schijf wordt vastgehouden.
3. Schuif de vaste schijf uit de computer.
4. Haal de nieuwe schijf uit de verpakking.
Bewaar de oorspronkelijke verpakking voor het opslaan of het transporteren van de vaste schijf.
5. Schuif de vaste schijf in het vak tot deze hier helemaal in zit.
6. Breng de schroeven opnieuw aan en zet ze stevig vast.
7. Gebruik de cd Operating System (Besturingssysteem) om het besturingssysteem voor uw computer opnieuw te installeren (zie Microsoft® Windows® XP
opnieuw installeren).
8. Gebruik de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) (zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren).
Mediacompartiment
Apparaten uit het mediacompartiment verwijderen
1. Verwijder, indien aanwezig, de apparaatbeveiligingsschroef uit de onderzijde van de computer.
2. Als de computer is opgestart, dubbelklikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk, selecteert u het apparaat dat u wilt
uitwerpen, en klikt u op Stop.
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen moet u de computer uitzetten voordat u de vaste schijf verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet
terwijl de computer aan staat, in de standby-modus staat of in de slaapstand staat.
KENNISGEVING: Vaste schijven zijn extreem kwetsbaar. Zelfs het kleinste stootje kan al voor schade aan de schijf zorgen.
OPMERKING: Dell kan niet garanderen dat de vaste schijven van andere leveranciers compatibel zijn en biedt daar evenmin ondersteuning voor.
1
schroeven (2)
2
vaste schijf
KENNISGEVING: Als de vaste schijf zich buiten de computer bevindt, moet u deze bewaren in een beschermende antistatische verpakking. Zie
"Bescherming tegen elektrostatische ontlading" in de productinformatiegids.
KENNISGEVING: Schuif de schijf op krachtige en gelijkmatige wijze in zijn plek. Als u teveel kracht zet, kunt u de ingang van de vaste schijf
beschadigen.
OPMERKING: Als de beveiligingsschroef van het apparaat niet is aangebracht, kunt u apparaten verwijderen en installeren terwijl de computer
aanstaat en is verbonden met een docking-apparaat (gekoppeld).
KENNISGEVING: Om schade aan apparaten te voorkomen, moet u ze bewaren op een veilige, droge locatie als ze niet op de computer zijn
geïnstalleerd.Duwnietopdestationsenlegergeenzwareobjectenop.
3. Druk op het ontgrendelingsschuifje.
4. Trek het apparaat uit het mediacompartiment.
Om een apparaat te installeren drukt u het nieuwe apparaat in het compartiment totdat het vastklikt.
Terug naar de inhoudspagina
1
mediacompartiment
2
apparaatontgrendeling
Terug naar de inhoudspagina
Dell™QuickSet-functies
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Dell™QuickSetzorgtervoordatudevolgendetypeninstellingenmakkelijkkuntconfigurerenofweergeven:
l Netwerkconnectiviteit
l Energiebeheer
l Beeldscherm
l Systeeminformatie
AfhankelijkvandeactiedieuwiltondernemeninDell™QuickSet,kuntuhethulpprogrammastartendoortedubbelklikkenofmetderechtermuisknopte
klikken op het QuickSet-pictogram op de taakbalk van Microsoft®Windows®. De taakbalk bevindt zich rechts onderin het scherm.
Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het QuickSet-pictogram en selecteert u Help.
Terug naar de inhoudspagina
OPMERKING: Deze functie is mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
Terug naar de inhoudspagina
De computer beveiligen
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Beveiligingskabelslot
Smart cards gebruiken
Wachtwoorden
Trusted Platform Module (TPM)
Software voor beveiligingsbeheer
Computertraceringssoftware
Als uw computer zoekraakt of wordt gestolen
Beveiligingskabelslot
Een beveiliginskabelslot is een op de markt verkrijgbaar antidiefstalvoorziening. Om het slot te gebruiken moet u deze bevestigen aan de sleuf voor de
beveiligingskabelopdeDell™computer.Raadpleegvoormeerinformatiedeinstructiesdiemethetapparaatwerdenmeegeleverd.
Smart cards gebruiken
Over smart cards
Smartcardszijndraagbareapparatenindevormvaneencreditcarddievoorzienzijnvaninternegeïntegreerdecircuits.Hetbovensteoppervlakvansmart
cardsismeestaluitgerustmeteeningebeddeprocessoronderhetgoudkleurigecontactgebied.Decombinatievanhetkleineformaatendegeïntegreerde
circuits maken smart cards waardevolle instrumenten voor toepassingen op het gebied van beveiliging en gegevensopslag en voor gebruik in combinatie met
speciale programma's. Het gebruik van smart cards kan de veiligheid van uw systeem verbeteren door iets waarover de gebruiker beschikt (de smart card) te
combineren met iets dat alleen de gebruiker kent (een PIN-code). Dit leidt tot veiligere gebruikersauthenticatie dan het geval is wanneer er alleen gebruik
wordt gemaakt van wachtwoorden.
Een smart card installeren
U kunt een smart card in de computer aanbrengen terwijl deze aan staat. De computer zal de kaart automatisch detecteren.
Om een smart card te installeren, gaat u als volgt te werk:
1. Als er een dummy-kaart op de sleuf voor de smart card is aangebracht, moet u de dummy-kaart verwijderen door deze van de computer weg te duwen.
2. Houd de kaart zo vast dat het goudkleurige contactgebied naar boven is gericht en naar de smart card-sleuf is gericht.
OPMERKING: Bij uw computer wordt geen beveiligingskabelslot geleverd.
KENNISGEVING: Voordat u een antidiefstalvoorziening koopt, moet u nagaan of deze werkt in combinatie met de sleuf voor de beveiligingskabel op uw
computer.
OPMERKING: Raadpleeg Reizen met uw computer voor informatie over het beveiligen van uw computer tijdens het reizen.
OPMERKING: Mogelijk is op uw computer geen smart card-functie aanwezig.
OPMERKING: Bewaar de dummy-kaart voor hergebruik wanneer er geen smart card op de smart card-sleuf is aangebracht.
3. Schuif de smart card in de smart card-sleuf totdat de kaart volledig in de ingang is aangebracht. De smartcard zal ongeveer 1/2 inch (1,27 cm) uit de
sleuf steken. De smart card-sleuf bevindt zich onder de sleuf voor pc-kaarten.
Als u teveel weerstand ondervindt, mag u de kaart niet forceren. Controleer of de juiste kant van de kaart is gebruikt en probeer het opnieuw.
Wachtwoorden
Over wachtwoorden
Hoofdwachtwoord (of systeemwachtwoorden) en beheerderwachtwoorden beschermen de computer op verschillende manieren tegen toegang door
onbevoegden. De volgende tabel biedt een overzicht van de verschillende typen wachtwoorden en wachtwoordfuncties die voor uw computer beschikbaar
zijn.
Wanneer u wachtwoorden gebruikt, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden:
l Kies wachtwoorden die u zich kunt herinneren, maar die niet makkelijk te raden zijn. Gebruik bijvoorbeeld geen namen van familieleden of huisdieren
als wachtwoord.
l Het is het beste als u wachtwoorden niet opschrijft. Als u dit echter toch doet, dient u ervoor te zorgen dat het wachtwoord op een veilige plaats wordt
opgeslagen.
l Wissel geen wachtwoorden uit met andere mensen.
1
goudkleurig contactgebied
2
smart card (bovenkant)
OPMERKING: Er zullen geen wachtwoorden zijn geactiveerd wanneer u de computer ontvangt.
Type
wachtwoord
Functies
Systeem
l Beschermt de computer tegen toegang door onbevoegden
Beheerder
l Geeft systeembeheerders of onderhoudstechnici toegang tot
computers voor reparatie- of configuratiedoeleinden
l Stelt u in staat om de toegang tot de computer te beperken op
dezelfde manier dat een hoofdwachtwoord de toegang tot de
computer beperkt
l Kan worden gebruikt in plaats van een hoofdwachtwoord
Vaste schijf
l Biedt bescherming van de gegevens op de vaste schijf of externe
vaste schijf (indien gebruikt) tegen toegang door onbevoegden
OPMERKING: Sommige vaste schijven bieden geen ondersteuning voor wachtwoorden voor de vaste schijf.
KENNISGEVING: Wachtwoorden bieden een hoge mate van beveiliging voor de gegevens op de computer of vaste schijf. Wachtwoorden zijn op
zichzelf niet voldoende. Als u krachtiger beveiliging nodig hebt, kunt u aanvullende beveiligingstoepassingen gebruiken, zoals smart cards,
encryptiesoftware of pc-kaarten met versleutelingsfuncties.
l Zorg ervoor dat niemand meekijkt wanneer u uw wachtwoord(en) typt.
Als u een van uw wachtwoorden bent vergeten, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell). De technische
ondersteuningsmedewerkers van Dell zullen u voor uw eigen bescherming bewijs van uw identiteit vragen om ervoor te zorgen dat alleen een geautoriseerde
persoon de computer kan gebruiken.
Een hoofdwachtwoord (of systeemwachtwoord) gebruiken
Het systeemwachtwoord stelt u ertoe in staat de computer te beschermen tegen ongeautoriseerde toegang.
Wanneer u de computer voor het eerst start, moet u een systeemwachtwoord invoeren.
Als u binnen 2 minuten geen wachtwoord opgeeft, zal de computer terugkeren naar zijn vorige werkstand.
U kunt wachtwoorden toevoegen of verwijderen via de optie Gebruikersaccounts in het Configuratiescherm.
Als u een beheerderwachtwoord hebt toegekend, kunt u dit wachtwoord in plaats van het hoofdwachtwoord gebruiken. De computer vraagt u niet specifiek
om het beheerderwachtwoord.
Een beheerderwachtwoord gebruiken
Het beheerderwachtwoord heeft ten doel om systeembeheerders of onderhoudstechnici toegang te geven tot computers voor reparatie- of
configuratiedoeleinden. Beheerders of technici kunnen identieke beheerderwachtwoorden toewijzen aan groepen computers. Dit betekent dat u een uniek
hoofdwachtwoord kunt toewijzen.
Om beheerderwachtwoord in te stellen of wijzigen, klikt u in het Configuratiescherm op Gebruikersaccounts.
Wanneer u een beheerderswachtwoord instelt, wordt de optie Setup configureren, beschikbaar in het systeem-setup-programma. De optie
Systeeminstallatie configureren stelt u om staat om de toegang tot de systeeminstallatie te beperken op dezelfde manier waarop een hoofdwachtwoord de
toegang tot de computer beperkt.
Het beheerderwachtwoord kan in plaats van het hoofdwachtwoord worden gebruikt. Elke keer dat u wordt gevraagd om het hoofdwachtwoord in te voeren,
kunt u het beheerderwachtwoord invoeren.
Als u het hoofdwachtwoord bent vergeten en niet over een beheerderwachtwoord beschikt, of als u zowel over een beheerderwachtwoord als een
hoofdwachtwoord beschikt, maar beide bent vergeten, moet u contact opnemen met de systeembeheerder of met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Een wachtwoord voor de vaste schijf gebruiken
Het wachtwoord voor de vaste schijf helpt u om de gegevens op de vaste schijf te beschermen tegen toegang door onbevoegde personen. U kunt ook een
wachtwoord instellen voor een externe vaste schijf (indien gebruikt).
Om een wachtwoord voor de vaste schijf toe te kennen of te wijzigen, voert u het systeem-setup-programma uit (zie Systeem-setup-programma).
Nadat u een wachtwoord voor de vaste schijf hebt ingesteld, zult u het elke keer dat u de computer vanuit de standby-modus naar de normale werkstand laat
terugkeren, het wachtwoord moeten invoeren.
Als het wachtwoord voor de vaste schijf is geactiveerd, zult u elke keer dat u de computer opstart worden gevraagd om het wachtwoord in te voeren: Er zal
een bericht worden weergegeven dat om het wachtwoord voor de vaste schijf vraagt.
Voer uw wachtwoord (met niet meer dan acht tekens) in om door te gaan en druk op <Enter>.
Als u binnen 2 minuten geen wachtwoord opgeeft, zal de computer terugkeren naar zijn vorige werkstand.
Als u een verkeerd wachtwoord opgeeft, zal er een melding op het scherm verschijnen die u informeert dat het wachtwoord ongeldig is. Druk op <Enter> op
het nogmaals te proberen.
Als u na drie pogingen nog niet het juiste wachtwoord hebt opgegeven, probeert de computer opnieuw te starten vanaf een ander opstartapparaat als de
optie Eerste apparaat opstarten in het systeem-setup-programma is ingesteld om opstarten vanaf een ander apparaat toe te staan. Als de optie Eerst
opstarten met: niet is ingesteld om de computer vanaf een ander apparaat op te laten starten, zal de computer terugkeren naar de werkstand waarin deze
verkeerde op het moment dat u de computer aanzette.
Als het wachtwoord voor de vaste schijf, het wachtwoord voor de externe schijf en het hoofdwachtwoord identiek zijn, zal de computer u alleen naar het
hoofdwachtwoord vragen. Als het wachtwoord voor de vaste schijf verschilt van het hoofdwachtwoord zal de computer u om beide wachtwoorden vragen. Het
gebruik van twee verschillende wachtwoorden biedt een hogere mate van beveiliging.
KENNISGEVING: Wachtwoorden bieden een hoge mate van beveiliging voor de gegevens op de computer of vaste schijf. Wachtwoorden zijn op
zichzelf niet voldoende. Als u krachtiger beveiliging nodig hebt, kunt u aanvullende beveiligingstoepassingen gebruiken, zoals smart cards,
encryptiesoftware of pc-kaarten met versleutelingsfuncties.
KENNISGEVING: Als u het beheerderwachtwoord deactiveert, zal het hoofdwachtwoord eveneens worden gedeactiveerd.
KENNISGEVING: Als u het beheerderwachtwoord deactiveert, zal het hoofdwachtwoord eveneens worden gedeactiveerd.
OPMERKING: Het beheerderwachtwoord biedt toegang tot de computer, maar zal geen toegang tot de vaste schijf bieden als er een wachtwoord voor
de vaste schijf is toegekend.
Trusted Platform Module (TPM)
TPM is een op hardware gebaseerde beveiligingsfunctie die kan worden gebruikt om door de computer gegenereerde coderingssleutels te maken en beheren.
Indien gecombineerd met beveiligingssoftware verbetert de TPM de bestaande netwerk- en computerbeveiliging door functies zoals bestandsbeveiliging en
beveiligde e-mail te activeren. De TPM-functie wordt geactiveerd met behulp van een systeeminstellingsoptie.
De TPM-functie inschakelen
1. Activeer de TPM-software:
a. Start de computer opnieuw op en druk tijdens de Power On Self Test op <F2> om het systeem-setup-programma uit te voeren.
b. Selecteer Security® TPM Security en druk op <Enter>.
c. Selecteer bij TPM Security On.
d. Druk op <Esc> om het setup-programma te verlaten.
e. Klik desgevraagd op Save/Exit (Opslaan/afsluiten).
2. Activeer het TPM-setup-programma:
a. Start de computer opnieuw en druk tijdens de Power On Self Test op <F2> om het systeem-setup-programma uit te voeren.
b. Selecteer Security® TPM Activation en druk op <Enter>.
c. Selecteer bij TPM Activation Activate en druk op <Enter>.
d. Als het proces eenmaal is voltooid, zal de computer ofwel automatisch opnieuw starten of u vragen om de computer te herstarten.
Software voor beveiligingsbeheer
De software voor beveiligingsbeheer maakt gebruik van vier verschillende functies die u helpen om uw computer te beveiligen:
l Aanmeldbeheer
l Authenticatie voor het opstarten (met behulp van een vingerafdruklezer, smart card of wachtwoord)
l Encryptie
l Beheervanprivé-gegegevens
De software voor beveiligingsbeheer activeren
1. Activeer de TPM-functie (zie De TPM-functie activeren).
2. Laad de software voor beveiligingsbeheer:
a. Start of herstart de computer.
b. AlshetDELL™-logo verschijnt, drukt u meteen op <F2>. Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het
bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
c. Selecteer in het uitklapvenster de optie Wave EMBASSY Trust Suite en druk op <Enter> om de pictogrammen voor de softwarecomponenten op
het bureaublad aan te brengen.
d. Druk op <Esc> om het installatieprogramma te verlaten.
OPMERKING: Het beheerderwachtwoord biedt toegang tot de computer, maar zal geen toegang tot de vaste schijf bieden als er een wachtwoord voor
de vaste schijf is toegekend.
OPMERKING: De TPM-functie is mogelijk niet in alle regio's verkrijgbaar.
OPMERKING: De TPM-functie biedt alleen ondersteuning voor encryptie als TPM door het besturingssysteem wordt ondersteund. Raadpleeg voor meer
informatie de documentatie voor de TPM-software en de helpbestanden die met de software werden meegeleverd.
KENNISGEVING: Beveilig uw TPM-gegevensencoderingssleutelsdoordeproceduresvoorreservekopieëntevolgendiezijngedocumenteerdinde
Broadcom Secure Foundation Getting Started Guide. Als deze back-ups onvolledig zijn, beschadigd raken of worden verloren, zal Dell niet in staat zijn om
te assisteren bij het herstellen van versleutelde gegevens.
OPMERKING: U hoeft het programma maar een keer te activeren.
OPMERKING: De TPM-functie is mogelijk niet in alle regio's verkrijgbaar.
OPMERKING: U moet eerst de TPM activeren zodat de software voor beveiligingsbeheer over de volledige functionaliteit kan beschikken.
e. Klik desgevraagd op Save/Exit (Opslaan/afsluiten).
De software voor beveiligingsbeheer gebruiken
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van de software en de verschillende beveiligingsfuncties de Getting Started Guide (Aan de slag-handleiding) die
met de software is meegeleverd.
Klik op Start® Alle programma's® Wave EMBASSY Trust Suite® Getting Started Guide.
Software voor het volgende van de computer
Met behulp van computertraceringssoftware kunt u mogelijk uw computer terugvinden als deze is verloren of gestolen. De software is optioneel en kan
wordenaangeschaftwanneeruuwDell™-computer bestelt. U kunt ook contact opnemen met de verkoopvertegenwoordiger van Dell voor informatie over
deze beveiligingsvoorziening.
Als uw computer zoekraakt of wordt gestolen
l Neem contact op met een politiebureau om aangifte te doen van het verlies of de diefstal van de computer. Vermeld het servicelabel in uw beschrijving
van de computer. Vraag om het dossiernummer en noteer het, samen met de naam, het adres en telefoonnummer van het politiebureau. Vraag indien
mogelijk naar de naam van de dienstdoende agent.
l Als de computer het eigendom is van een bedrijf, moet u de informatiebeveiligingsmedewerker van het bedrijf op de hoogte stellen.
l Neem contact op met de Klantenondersteuning van Dell om de vermissing van de computer te rapporteren. Zorg ervoor dat u het servicelabel, het
dossiernummer en de naam, het adres en telefoonnummer van het politiebureau waar u aangifte hebt gedaan van de vermissing of diefstal van de
computer, bij de hand hebt. Geef indien mogelijk de naam van de dienstdoende agent op.
De medewerker van de Klantenondersteuning van Dell zal uw melding koppelen aan het servicelabel en de computer als vermist of gestolen markeren. Als
iemand contact opneemt met Dell voor technische ondersteuning en uw servicelabel opgeeft, zal de computer automatisch worden aangemerkt als vermist of
gestolen. De medewerker van Dell zal in dat geval proberen om het telefoonnummer en het adres van de beller te bemachtigen. Dell zal vervolgens contact
opnemen met het politiebureau waar u aangifte hebt gedaan van het verlies of de diefstal van de computer.
Terug naar de inhoudspagina
OPMERKING: De computertraceringssoftware is in sommige landen mogelijk niet verkrijgbaar.
OPMERKING: Als u over computertraceringssoftware beschikt en uw computer is verloren of gestolen, moet u contact opnemen met het bedrijf dat de
traceringsdienst levert om de vermissing van de computer te rapporteren.
OPMERKING: Als u weet waar de computer is verloren of gestolen, moet u een politiebureau in die buurt bellen. Als u geen telefoonnummer voor een
bureau in die buurt weet, moet u contact opnemen met het politiebureau bij u in de buurt.
Terug naar de inhoudspagina
systeem-setup-programma
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Overzicht
De Systeem-setup-schermen weergeven
Systeem-setup-schermen
Veel gebruikte instellingen
Overzicht
U kunt de systeemsetup als volgt gebruiken:
l Om door de gebruiker te selecteren functies in te stellen of te wijzigen, bijvoorbeeld voor het wachtwoord voor uw computer
l Voor het controleren van de huidige configuratie van de computer, zoals de hoeveelheid systeemgeheugen
Nadatudecomputerhebtgeïnstalleerd,voertudesysteemsetupuitomuzelfvertrouwdtemakenmetdesysteemconfiguratiegegevensenoptionele
instellingen. Het kan nuttig zijn om de informatie die u daar aantreft te noteren voor latere naslag.
De vensters van het systeem-setup-programma geven informatie over de huidige setup-informatie en computerinstellingen weer, zoals:
l Systeemconfiguratie
l Opstartvolgorde
l Opstartconfiguratie en de instellingen voor de configuratie van het docking-apparaten
l Basisconfiguratieinstellingen voor apparaten
l Systeembeveiliging en wachtwoordinstellingen voor de vaste schijf
De Systeem-setup-schermen weergeven
1. Start of herstart de computer.
2. AlshetDELL™-logo verschijnt, drukt u meteen op <F2>. Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het
bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
Systeem-setup-schermen
De systeem. De instelling of waarde voor elke optie wordt aan de rechterkant van de optie in kwestie weergegeven. Instellingen die in een wit letterype op
het scherm worden weergegeven, kunnen worden gewijzigd. Opties of waarden die u niet kunt wijzigen (omdat het gaat om standaardwaarden die door de
computer zijn gedetecteerd) worden minder helder weergegeven.
Rechts bovenin het scherm help-informatie weergegeven voor de gemarkeerde optie. Links onderin het scherm wordt informatie over de computer
weergegeven. De toetsfuncties voor het systeem-setup-programma worden onderin het venster weergegeven.
Veel gebruikte instellingen
Voor bepaalde instellingen moet u de computer opnieuw opstarten voordat ze van kracht zijn.
De opstartvolgorde wijzigen
De boot sequence (opstartvolgorde) vertelt de computer waar deze de software kan vinden die nodig is om het besturingssysteem te starten. U kunt de
OPMERKING: Uw besturingssysteem kan de meeste opties in de systeemsetup automatisch configureren, waardoor opties die u via de systeemsetup
hebt ingesteld, worden overschreven. (Een uitzondering hierop is de optie External Hot Key (Externe sneltoets) die u alleen via het Systeem-setup-
programma kunt in- en uitschakelen). Raadpleeg Windows help en ondersteuning voor meer informatie over het configureren van de functies van uw
besturingssysteem.
KENNISGEVING: U mag de systeem-setupinstellingen alleen wijzigen als u een zeer ervaren computergebruiker bent of u daarom wordt gevraagd
door een medewerker van de technische ondersteuning van Dell. Bepaalde wijzigingen kunnen ertoe leiden dat uw computer niet meer op juiste wijze
werkt.
OPMERKING: Voor meer informatie over een specifiek item in een systeem-setup-venster, markeert u het item en raadpleegt u het Help-gedeelte op
het scherm.
opstartvolgorde bepalen en apparaten inschakelen of uitschakelen met behulp van de pagina Boot Order (Opstartvolgorde) van het Systeem-setup-
programma.
De pagina Boot Sequence(Opstartvolgorde)geefteenalgemeenoverzichtvandeopstartbareapparatendiemogelijkopdecomputerzijngeïnstalleerd,met
inbegrip van, maar niet beperkt tot:
l Diskettestation
l Modulecompartiment vaste schijf
l Interne vaste schijf
l Cd/dvd-cd-rw-station
Tijdens de opstartroutine zal de computer beginnen met de items die bovenaan in de lijst worden vermeld en vervolgens elk geactiveerd apparaat scannen op
de opstartbestanden die benodigd zijn voor het besturingssysteem. Wanneer de computer de bestanden aantreft, zal deze stoppen met zoeken en het
besturingssysteem laden.
Om de opstartapparaten te regelen, selecteert (markeert) u een apparaat door op de pijl-omhoogtoets of pijl-omlaagtoets te drukken en vervolgens het
apparaat te activeren of deactiveren of het naar beneden of naar boven te verplaatsen in de lijst.
l Om een apparaat te activeren of deactiveren, markeert u het item en drukt u op de spatiebalk. Geactiveerde items worden wit weergegeven en zijn
voorzien van een klein driehoekje aan de linkerkant. Gedeactiveerde items worden blauw of transparant weergegeven zonder driehoekje.
l Om de positie van een apparaat in de lijst te wijzigen, markeert u het apparaat en drukt u op <u> of <d> (niet hoofdlettergevoelig) om het
gemarkeerde apparaat naar boven of beneden in de lijst te verplaatsen.
Wijzigingen in de opstartvolgorde wordt van kracht zodra u de wijzigingen opslaat.
Een eenmalige opstartprocedure uitvoeren
U kunt een eenmalige opstartvolgorde instellen zonder de systeemsetup te openen. (U kunt ook gebruikmaken van deze procedure om met Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek) op te starten vanaf de diagnostische partitie op de vaste schijf.)
1. Sluit de computer af via het menu Start.
2. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
3. Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
4. Zet de computer aan. Druk zodra het DELL-logo verschijnt meteen op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en
probeer het opnieuw.
5. Als de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u het apparaat dat u als opstartbron wilt gebruiken, en drukt u op <Enter>.
De computer start vervolgens op vanaf het geselecteerde apparaat.
De volgende keer dat u de computer opnieuw opstart, zal de vorige opstartvolgorde zijn hersteld.
COM-poorten wijzigen
Serial Port(Seriëlepoort)steltuinstaatomhetCOM-adresvandeseriëlepoorttoetewijzenofdeseriëlepoortendiensadrestedeactiveren,hetgeen
computerbronnen vrijmaakt voor een ander apparaat.
De infraroodsensor activeren
1. Druk op <Alt><p> totdat u Infrared Data Port (Infrarode gegevenspoort) aantreft onder Basic Device Configuration (Basisconfiguratie apparaten).
2. Druk op de pijl-omlaagtoets om de instelling Infrared Data Port (Infrarode gegevenspoort) te selecteren, en druk op de pijl-naar-rechtstoets om de
instelling te wijzigen naar een COM-poort.
3. Druk op <Esc> en klik vervolgens op Yes (Ja) om de wijzigingen op te slaan en het Systeem-setup-programma te verlaten. Als u wordt gevraagd om de
computer opnieuw op te starten, klikt u op Yes (Ja).
4. Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Raadpleeg voor het eenmalig wijzigen van de opstartvolgorde Een eenmalige opstartprocedure uitvoeren.
OPMERKING: Controleer of de door u geselecteerde COM-poort verschilt van de COM-poortdieistoegewezenaandeseriëleingang.
5. Nadat de infraroodsensor is geactiveerd, klikt u op Yes (Ja) om de computer opnieuw te starten.
Nadat u de infraroodsensor hebt geactiveerd, kunt u deze sensor gebruiken om een verbinding met een infrarood toestel te maken. Raadpleeg voor het
instellen en gebruiken van een infraroodapparaat de documentatie voor het infraroodapparaat en Windows XP Help en ondersteuning.
Terug naar de inhoudspagina
Terug naar de inhoudspagina
Specificaties
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
OPMERKING: Het aanbod kan per regio verschillen. Klik voor meer informatie over de configuratie van de computer op Start® Help en ondersteuning®
Gebruik hulpmiddelen om uw computerinformatie te raadplegen en problemen te diagnostiseren ® Informatie over mijn computer.
Processor
Processortypen
Intel®Core™2Duo-processors
L1-cache
64 KB (intern)
L2-cache
2 MB of 4 MB (on die)
Externe busfrequentie
667 MHz
Systeeminformatie
Chipset van de computer
Mobile Intel 945GM Express of 945PM Express
Gegevensbusbreedte
64-bit
DRAM-busbreedte
64-bit
Adresbusbreedte processor
36-bit
Pc-kaart/ExpressCard
CardBus-controller
O2Micro OZ601CardBus-controller
Pc-kaartingang
één(biedtondersteuningvooréénTypeI-kaart of
éénTypeII-kaart)
Ondersteunde kaarten
Pc-kaart: 3,3 V en 5 V
ExpressCard: 34 mm met adapter
Grootte pc-kaartingang
80 pins
Gegevensbreedte (maximum)
PCMCIA 16-bits
CardBus 32-bits
SmartCard
Lees/schrijf-functionaliteit
leest van en schrijft naar alle ISO 7816 1/2/3/4
microprocessorkaarten (T=0, T=1)
Ondersteunde kaarten
3 V en 5 V
Ondersteunde programmatechnologie
Java-kaarten
Interfacesnelheid
9.600-115.200 bps
EMV-niveau
niveau 1-gecertificeerd
WHQL-certificatie
PC/SC
Compatibiliteit
compatible binnen een PKI-omgeving
Invoeg/uitwerpcycli
gecertificeerd voor maximaal 100.000 cycli
Geheugen
Geheugenmoduleingang
twee voor gebruikers toegankelijke SODIMM-
contacten
Capaciteit geheugenmodules
512 MB, 1 GB en 2 GB
Geheugentype
533/667 DDRII SDRAM
Minimaal geheugen
512 MB
OPMERKING: De minimale hoeveelheid geheugen
kan per regio verschillen.
Maximaal geheugen
4 GB
Poorteneningangen
Serieel
9-pins stekker; 16550C-compatible,
16-byte bufferingang
Video
15-gats connector
Audio
mini-ingang voor microfoon, mini-ingang voor
stereokoptelefoon/speakers
USB
vier 4-pins USB 2.0-ingangen
Infrarode sensor
sensor compatibel met IrDA-standaard 1.1 (snel
infrarood) en IrDA-standaard 1.0 (langzaam
infrarood)
Modem
RJ-11-ondersteuning
Netwerkadapter
RJ-45-poort
D-Dock
standaard D-Dock-ingang voor apparaten zoals
geavanceerde D-Dock-poortreplicators en
uitbreidingsstations
D-Port
standaard D-Port-ingang
Communicatie
Modem:
Type
v.92 56K MDC
Controller
softmodem
Interface
interne Intel High Definition Audio-bus
Netwerkadapter
1 Gb Ethernet LAN op moederbord
Draadloos
WLAN-kaart,draadlozeschakelaarmetDell™Wi-Fi
Catcher™-technologie, ingebouwde kaart met
draadloze Bluetooth®-technologie en Dell Mobile
Broadband (WWAN)-kaart
OPMERKING: De beschikbaarheid van de mobiele
breedbandkaart van Dell varieert per regio.
Grafische kaart
Type grafische kaart:
geïntegreerdinmoederbord,metversnelde
hardware
Gegevensbus
geïntegreerdegrafischekaart
Videocontroller
Intel Extreme Graphics
Videogeheugen
Tot 224 MB gedeeld
LCD-interface
LVDS
TV-ondersteuning
NTSC of PAL in S-video- en composietmodus
Kleuruitvoer
16,7 miljoen
Televisieondersteuning (alleen via
dockingstation)
NTSC of PAL in S-video- en composietmodus
Kleuruitvoer
16,7 miljoen
Audio
Audio-type
High Definition Audio (Soft Audio)
Audiocontroller
SigmaTel STAC9200
Stereoconversie
24-bits (stereo digitaal-naar-analoog),
24-bits (stereo analoog-naar-digitaal)
Interfaces:
Interne
PCI-bus/High Definition Audio
Externe
mini-ingang voor microfoon, mini-ingang voor
stereokoptelefoon/speakers
Speaker
een 4-ohm speaker
Interne speakerversterker
2-W per kanaal naar 4 ohm
Volumeregeling
sneltoetscombinaties of programmamenu's
Monitor
Type (active-matrix TFT)
WXGA
Actief gebied (X/Y)
303,74 x 189,84
Afmetingen:
Hoogte
207,0 mm (8,1 inch)
Breedte
320,0 mm (12,6 inch)
Diepte
10,6 mm (0,42 inch)
Diagonaal
357,1 mm (14,1 inch)
Bedieningshoek
0°(gesloten)tot180°
Gezichtshoeken:
Horizontaal
40/40°
Verticaal
15/30°
Pixel-pitch
0.2373
Energieverbruik (paneel met achtergrondverlichting)
(standaard)
11,6 W (typisch)
Bediening
de helderheid kan worden geregeld met behulp van
sneltoetscombinaties en de omgevingslichtsensor
Toetsenbord
Aantal toetsen
87 (V.S. en Canada); 88 (Europa); 91 (Japan)
Toetsformaat
ca. 2,5 mm (0,098 inch)
Toetsafstand
19,05 mm ± 0,3 mm (0,75 inch ± 0,012 inch)
Lay-out
QWERTY/AZERTY/Kanji
Touchpad
X/Y-posite resolutie (grafische tabelmodus)
240 cpi
Actief gebied
73,7 x 43
Formaat:
Breedte
64,88 mm (2,55 inch) sensoractief gebied
Hoogte
rechthoek van 48,88 mm (1,92 inch)
Vingerafdruklezer (optioneel)
Type
UPEKTCS3TouchStrip™stripsensormetCMOS-
actieve capacitieve pixeldetectietechnologie
Stroomvoorziening
2,7 V tot ca. 3,6 V
Connector
48-bals BGA
Array-formaat
248 x 2 pixels
Trackstick
X/Y-positie resolutie (grafische tabelmodus)
250 tel per seconde bij 100 gf
Afmetingen
steekt 0,5 mm uit boven de omringende
toetsendoppen
Batterij
Type:
lithium-ionbatterij met 6 cellen
56 WHr
lithium-ionbatterij met 9 cellen
OPMERKING: Sommige auto-/luchtadapters bieden
mogelijk onvoldoende stroom om een 9-cels batterij
op te laden, maar zijn wel in staat om de computer
van stroom te voorzien.
85 WHr
Afmetingen:
6-cels lithium-ionbatterij:
Diepte
66,6 mm (2,62 inch)
Hoogte
19,2 mm (0,76 inch)
Breedte
185,22 mm (72,92 inch)
9-cels lithium-ionbatterij:
Diepte
93,3 mm (3,67 inch)
Hoogte
20,59 mm (0,81 inch)
Breedte
287,30 mm (11,31 inch)
Gewicht:
lithium-ionbatterij met 6 cellen
0,33kg(0,73lb)
lithium-ionbatterij met 9 cellen
0,51 kg (1,12 lb)
Spanning
14,8 VDC
Oplaadtijd (naar schatting):
ongeveer 1 uur om de batterij voor 80 procent
opgeladen te krijgen
OPMERKING: U moet gebruikmaken van een 90-
Watt netadapter om ExpressCharge in combinatie
met een 9-cels batterij te kunnen gebruiken.
Werkduur
afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en kan
aanzienlijk worden verminderd in bepaalde
stroomintensieve situaties (zie Batterijprestatie)
Levensduur (geschat)
500 laad/ontladingscycli
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
tot35°C(32°tot95°F)
Opslagtemperatuur
-40° tot65°C(-40°tot149°F)
Netstroomadapter
Types
65 W en 90 W
Invoerstroom
90-264 VAC (beide)
Ingangsstroom (maximum)
1,7 A (beide)
Ingangsfrequentie
47-63 Hz (beide)
Uitgangsstroom:
65 W
4,34 A (maximaal bij een puls van 4 seconden); 3,34
A (continu)
90 W
5,62 A (maximaal bij een puls van 4 seconden); 4,62
A (continu)
Uitgangsstroom
65 W of 90 W
Toegekende uitgangsspanning
19,5 VDC (beide)
Afmetingen:
Hoogte
27,8-28,6 mm (1,10-1,12 inch) (65 W)
33,8-34,6 mm (1,34-1,36 inch) (90 W)
Breedte
57,9 mm (2,28 inch) (65 W)
60,9 mm (2,39 inch) (90 W)
Lengte
137,2 mm (5,4 inch) (65 W)
153,42 mm (6,04 inch) (90 W)
Gewicht (zonder kabels)
0,36 kg (0,79 lb) (65 W)
0,46 kg (1,01 lb) (90 W)
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
0°tot35°C(32°tot95°F)(beide)
Opslagtemperatuur
-40°tot65°C(-40°tot149°F)(beide)
Fysiek
Hoogte
42 mm (1,65 inch)
Breedte
342 mm (13,46 inch)
Diepte
240 mm (9,44 inch)
Gewicht (inclusief cd-station en 6-cels batterij)
2,83 kg (6,25 lb)
Milieu
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
0°tot35°C(32°tot95°F)
Opslagtemperatuur
-40° tot60°C(-40°tot140°F)
Terug naar de inhoudspagina
Relatieve vochtigheidsgraad (maximum) (getest op basis van de MIL-STD-810F Method 507.4 Humidity-
richtlijn):
Werktemperatuur
10% tot 90% (niet-condenserend)
Opslagtemperatuur
5% tot 95% (niet-condenserend)
Maximale trilling (met behulp van een random-vibration spectrum die gebruikersomgevingen simuleert)
(getest op basis van MIL-STD-810FMethod514ProcedureI,categorieën20en24):
Werktemperatuur
1,04 GR
Opslagtemperatuur
7,69 GR
Maximale schok (gemeten bij een vaste schijf waarvan de koppen in de parkeerstand waren geplaatst en
een halfsinuspuls van 2 ms):
Werktemperatuur
142 G
Opslagtemperatuur
163 G
Hoogte (maximum) (getest op basis van MIL-STD-810F Method 500.4 Low Pressure [Altitude] Procedure I):
Werktemperatuur
-15,2 tot 3.048 m (-50 tot 10,000 ft)
Opslagtemperatuur
-15,2 tot 10.668 m (-50 tot 35.000 ft)
Terug naar de inhoudspagina
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Raadpleeg Informatie vinden voor informatie over de andere documentatie die met uw computer werd geleverd.
Raadpleeg voor een volledig overzicht van afkortingen en acroniemen Verklarende woordenlijst.
AlsueenDell™computeruitden-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft®Windows®besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
De informatie in dit document kan zonder nadere berichtgeving worden gewijzigd.
©2006DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Reproductie in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken in dit document: Dell het DELL-logo, Inspiron, Dell Precision, Dimension, OptiPlex, Latitude, PowerEdge, PowerVault, PowerApp, ExpressCharge, TravelLite, Strike Zone, Wi-Fi
Catcher, Dell MediaDirect, XPS, en Dell OpenManage zijn handelsmerken van Dell Inc.; Core en Intel zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation; Microsoft, Outlook en
Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation; Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk dat het eigendom is van Bluetooth SIG, Inc. en door Dell wordt
gebruikt onder licentie; TouchStrip is een handelsmerk van UPEK, Inc.; EMC is een gedeponeerd handelsmerk van EMC Corporation; ENERGY STAR is een gedeponeerd handelsmerk
van de U.S. Environmental Protection Agency. In haar hoedanigheid als ENERGY STAR-partner heeft Dell Inc. vastgesteld dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen
vooreenefficiëntstroomverbruik.
Andere handelsmerken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen
of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en
handelsnamen.
Model PP18L
Oktober2006P/NFP139Rev.A00
Terug naar de inhoudspagina
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt mogelijke beschadiging van de hardware of gegevensverlies aan en geeft aan hoe u dergelijke problemen
kunt voorkomen.
LET OP: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Terug naar de inhoudspagina
Reizen met uw computer
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Uw computer identificeren
De computer verpakken
Reistips
Uw computer identificeren
l Bevestig een naamplaatje of een visitekaartje aan de computer.
l Noteer het nummer van uw servicelabel en bewaar deze op een veilige locatie uit de buurt van uw computer of draagtas. Gebruik het servicelabel als u
verlies of diefstal moet rapporteren aan vertegenwoordigers van de rechtshandhaving en/of aan Dell.
l Maak een bestand aan op het bureaublad van Microsoft®Windows®genaamd indien_u_deze_computer_vindt. Sla informatie zoals uw naam, adres
en telefoonnummer in dit bestand op.
l Neem contact op met de leverancier van uw creditcard en vraag of deze gecodeerde identificatielabel aanbiedt.
De computer verpakken
l Verwijder externe apparaten die op de computer zijn aangesloten en bewaar deze op een veilige locatie. Verwijder alle kabels die zijn bevestigd aan
geïnstalleerdepc-kaarten, en verwijder alle pc-kaarten die uitsteken (zie Een kaart of dummy-kaart verwijderen).
l Omdecomputerzolichtmogelijktemaken,moetuapparatendieinhetmodulecompartimentzijnaangebrachtvervangendoordeDellTravelLite™-
module.
l Laad de hoofdbatterij en alle reservebatterijen die u mee wilt nemen, volledig op.
l Zet de computer uit.
l Koppel de netadapter los van de computer.
l Verwijder alle objecten zoals paperclips, pennen en papier van het toetsenbord en de polssteun en sluit het beeldscherm.
l GebruikdeoptioneleDell™-draagtas om de computer en accessoires op veilige wijze samen op te bergen.
l Vervoerdecomputernietsamenmetitemszoalsscheercrème,parfumofvoedsel.
l Bescherm de computer, batterijen en de vaste schijf tegen gevaren zoals extreme temperaturen, overmatige blootstelling aan zonlicht, vuil, stof en
vloeistoffen.
l Verpak de computer op zodanige wijze dat deze niet in de kofferbak van uw auto of in een bagagecompartiment heen en weer wordt geschoven.
Reistips
l U kunt overwegen om de draadloze activiteit van uw computer te deactiveren om voor een maximale werkduur van de batterij te zorgen. Gebruik de
draadloze schakelaar om draadloze activiteit te deactiveren (zie Draadloze schakelaar).
l U kunt overwegen om de energiebeheeropties te wijzigen (zie De energiebeheerinstellingen configureren) om de werkduur van de batterij te
maximaliseren.
l Als u internationaal reist, wordt u aangeraden om een bewijs van eigendom van de computer, of het recht om deze te gebruiken, bij u te dragen om
uw doorgang door de douane te versnellen. Raadpleeg de douanerichtlijnen voor de landen die u gaat bezoeken en overweeg een internationaal
carnet (ook wel een goederenpaspoort genoemd) bij de lokale overheid in uw regio aan te vragen.
l Ga na wat voor typen stopcontacten worden gebruikt in de landen die u zult bezoeken en zorg waar nodig voor de juiste stroomadapters.
l Vraag uw creditcardleverancier om informatie over het type noodhulp tijdens reizen biedt aan gebruikers van draagbare computers.
Reizen met het vliegtuig
KENNISGEVING: Als het beeldscherm is gesloten, is het mogelijk dat objecten die op het toetsenbord of de polssteun zijn geplaatst het beeldscherm
beschadigen.
KENNISGEVING: Als de computer is blootgesteld aan extreme temperaturen, moet u deze 1 uur voordat u deze aanzet laten acclimatiseren aan de
kamertemperatuur.
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen moet u de computer niet bewegen terwijl u gebruikmaakt van het optische station.
KENNISGEVING: Check de computer niet in als bagage.
l Zorg ervoor dat u over een opgeladen batterij beschikt in het geval dat u wordt gevraagd om de computer aan te zetten.
l Voordat u aan boord gaat van het vliegtuig, moet u nagaan of het gebruik van een computer is toegestaan. Sommige luchtvaartmaatschappijen
verbieden het gebruik van elektronische apparatuur tijdens de vlucht. Alle luchtvaartmaatschappijen verbieden het gebruik van elektronische
apparatuur tijdens het opstijgen en landen.
Terug naar de inhoudspagina
KENNISGEVING: Loopnietmetdecomputerdooreenmetaaldetector.Laatdecomputerdooreenröntgenmachinelopenofmetdehandinspecteren.
Back to Contents Page
Probleemwijzer
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Dell Technical Update Service
De Dell Technical Update-dienst biedt proactieve kennisgeving via e-mail over beschikbare software- en hardwareupdates voor uw computer. Deze dienst is
gratis en kan worden aangepast op inhoud, formaat en regelmaat van kennisgevingen.
U kunt zich inschrijven voor de Dell Technical Update-dienst via support.dell.com/technicalupdate.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Wanneer het Dell-diagnoseprogramma te gebruiken
Als u een probleem met uw computer ondervindt, moet u de controles uitvoeren die zijn beschreven in Vergrendelingen en softwareproblemen en het
hulpprogramma Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren voordat u met Dell contact opneemt voor technische ondersteuning.
Het verdient aanbeveling om deze procedures af te drukken voordat u begint.
Start Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf de vaste schijf of vanaf de cd Drivers and Utilities (Stuur-en hulpprogramma's), ook wel de ResourceCD (Bron-cd)
genoemd.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de vaste schijf
Het Dell-diagnoseprogramma bevindt zich op een verborgen partitie op de vaste schijf.
1. Sluit de computer af.
2. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
3. Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
4. De diagnostiek kan op twee manieren worden opgeroepen:
l Zetdecomputeraan.AlshetDELL™-logo verschijnt, drukt u meteen op <F12>. Selecteer in het opstartmenu Diagnostics (Diagnostiek) en druk
op <Enter>.
l Houd de toets <Fn> ingedrukt terwijl u de computer aanzet.
Dell Technical Update Service
Netwerkproblemen
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Problemen met pc-kaarten of ExpressCards
Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)
Problemen met de stroomvoorziening
Problemen met stations
Problemen met printers
Problemen met e-mail, modems en internet
Problemen met de scanner
Foutmeldingen
Problemen met het geluid en de luidsprekers
Problemen met het toetsenbord
Problemen met het touchpad of de muis
Vergrendelingen en softwareproblemen
Problemen met de grafische kaart en het beeldscherm
Problemen met het geheugen
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
KENNISGEVING: Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)werktalleenopDell™-computers.
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) is optioneel en wordt mogelijk niet met uw computer meegeleverd.
OPMERKING: Als uw computer niet in staat is om een beeld op het scherm weer te geven, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met
Dell).
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft®
Windows®ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
OPMERKING: Als er een bericht verschijnt dat er geen diagnoseprogramma wordt gevonden, voert u Dell Diagnostics (Dell-diagnose) uit vanaf de
cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
De computer voert een Pre-boot System Assessment (systeemanalyse) uit, een reeks aanvankelijke tests van het moederbord, toetsenbord, de vaste
schijf en het computerscherm.
l Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
l Als er een fout wordt gedetecteerd, stopt de computer en klinkt een geluidssignaal afgeven. Om te stoppen met de test en de computer opnieuw
te starten, drukt u op <Esc>. Om met de volgende test verder te gaan, drukt u op <y>. Om het onderdeel dat een storing vertoonde opnieuw te
testen, drukt u op <r>.
l Als er fouten werden gedetecteerd tijdens de systeemanalyse, moet u de foutcode(s) noteren en contact opnemen met met Dell (zie Contact
opnemen met Dell).
Als de systeemanalyse met succes is voltooid, ziet u de melding Booting Dell Diagnostic Utility Partition (Opstarten vanaf partitie met Dell-
diagnoseprogramma). Druk op een willekeurige toets om door te gaan.
5. Druk op een willekeurige toets om Dell Diagnostics vanaf de partitie met diagnostische hulpprogramma's op de vaste schijf te starten.
Dell Diagnostics starten vanaf de cd Drivers and Utilities
1. Plaats de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) in het cd-station.
2. Zet de computer uit en start deze opnieuw.
Druk zodra het DELL-logo verschijnt meteen op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en
probeer het opnieuw.
3. Als de lijst met opstartbronnen wordt weergegeven, markeert u CD/DVD/CD-RW Drive en drukt u op <Enter>.
4. Selecteer de optie Boot from CD-ROM (Booten vanaf cd-rom) in het vervolgmenu en druk op <Enter>.
5. Type 1 om het menu op te roepen en druk op <Enter> om verder te gaan.
6. Selecteer in de genummerde lijst de optie Run the 32 Bit Dell Diagnostics (32-bits versie van Dell-diagnostiek uitvoeren). Als er meerdere versies
worden aangegeven, moet u de versie selecteren die voor uw computer van toepassing is.
7. Als het hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wordt weergegeven, selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
Hoofdmenu Dell Diagnostics
1. Nadat Dell Diagnostics is geladen en het venster Main Menu (Hoofdmenu) wordt weergegeven, klikt u op de knop voor de gewenste optie.
2. Als er tijdens een test een probleem wordt opgespoord, wordt er een bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem.
Noteer de foutcode en de beschrijving van het probleem en volg de instructies op het scherm.
Als u de foutconditie niet kunt oplossen, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
3. Wanneer u een test uitvoert via de optie Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree (Symptomenstructuur), kunt u voor meer informatie over de
test op een van de tabbladen klikken die in de volgende tabel worden beschreven.
OPMERKING: Metdevolgendestappenwordtdeopstartvolgordeslechtséénkeergewijzigd.Devolgendekeerdatudecomputerstart,gebeurt
dat volgens de instellingen die zijn gedefinieerd in het systeem-setup-programma.
Optie
Functie
Snelle test
Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd van apparaten. Deze test neemt normaliter 10 tot 20 minuten in beslag en vereist geen
interactie van uw kant. Als u de Express Test (Snelle test) eerst uitvoert, vergroot u de kans om het probleem snel op te sporen.
Uitgebreide test
Hiermee wordt een grondige controle van apparaten uitgevoerd. Deze test neemt normaliter 1 uur of meer in beslag. Zo nu en dan
zult u vragen moeten beantwoorden.
Aangepaste test
Hiermee kunt u een bepaald apparaat testen. U kunt de tests die u wilt uitvoeren, zelf aanpassen.
Symptomenstructuur
Geeft een overzicht van de problemen die het vaakst optreden en stelt u in staat om een test te selecteren op basis van de
symptomen van het probleem dat u ondervindt.
OPMERKING: Het servicelabel voor de computer bevindt zich bovenaan elk testvenster. Als u contact opneemt met Dell, zullen de medewerkers
van de technische ondersteuning naar het servicelabel vragen.
4. Als de tests zijn voltooid en u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoert vanaf de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) moet u de cd uit
het cd-station verwijderen.
5. Als de tests zijn voltooid, sluit u het testvenster om terug te keren naar het venster Main Menu (Hoofdmenu). Als u het Dell-diagnoseprogramma wilt
afsluiten en de computer opnieuw wilt opstarten, sluit u het venster Main Menu (Hoofdmenu).
Dell Support Utility (Dell Support hulpprogramma)
Het Dell Support-hulpprogrammawordtopuwcomputergeïnstalleerd.UkuntditprogrammaopenenviahetpictogramopdetaakbalkofviadeknopStart.
Gebruik dit hulpprogramma voor technische ondersteuning om zelf naar oplossingen voor problemen te zoeken, softwareupdates te installeren en de
gezondheid van de computeromgeving te controleren.
Het hulpprogramma Dell Support openen
U kunt de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) openen via het Dell Support-pictogram ( ) op de taakbalk of via het menu Start.
Als het pictogram niet op de taalbalk wordt weergegeven:
1. Klik op Start en wijs Programma's aan.
2. Klik op Dell Support en wijs Dell Support Settings (Instellingen voor Dell Support) aan.
3. Zorg ervoor dat de optie Show icon on taskbar (Pictogram op taakbalk weergeven) is aangevinkt.
Op het Dell Support-pictogram klikken
Klik op het pictogram om de volgende taken uit te voeren:
l Uw computeromgeving te controleren
l De instellingen van de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) weergeven
l Het helpbestand voor de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) opvragen
l Vaak gestelde vragen raadplegen
l Meer te weten komen over de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)
l De Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) uitzetten
Het Dell Support-pictogram dubbelklikken
Dubbelklik op het pictogram om de computeromgeving handmatig te controleren, antwoorden op vaak gestelde vragen te raadplegen, het helpbestand
voor de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) te openen en de Dell Support-instellingen weer te geven.
Klik voor meer informatie over de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) op het vraagteken (?) bovenin het Dell Support-venster.
Problemen met schijven
Tabblad
Functie
Results
(Resultaten)
Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele foutcondities die zijn aangetroffen.
Errors (Fouten)
Geeft de aangetroffen foutcondities en de foutcodes weer, en een beschrijving van het probleem.
Help
Hier wordt de test beschreven en worden eventuele vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld.
Configuration
(Configuratie)
Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven voor het geselecteerde apparaat.
Het Dell-diagnoseprogramma verkrijgt de configuratiegegevens voor alle apparaten van het Setupprogramma van het systeem, het
geheugen en verschillende interne tests. Deze gegevens worden weergegeven in het linkerdeelvenster van het scherm. Mogelijk
wordeninhetapparaatoverzichtnietdenamenvanalleonderdelenweergegevendiezijngeïnstalleerdinofaangeslotenopde
computer.
Parameters
Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen.
OPMERKING: Als de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) niet beschikbaar is via het menu Start, kunt u naar support.dell.com gaan en de
software daar downloaden.
Vul tijdens het uitvoeren van deze controles de diagnostische checklist in (zie Diagnostische checklist).
Controleer of Microsoft®Windows®het station herkent Klik op de Start-knop en klik op Deze computer. Als het diskette-, cd- of dvd-station niet in de
lijst wordt weergegeven, moet u een scan uitvoeren met uw antivirusprogramma en de computer controleren op, en verlossen van eventuele virussen. In
sommige gevallen kunnen computervirussen ervoor zorgen dat Windows een station niet meer herkent.
Test het station
l Plaats een andere diskette, cd of dvd in het station om de mogelijkheid uit te sluiten dat de oorspronkelijke diskette, cd of dvd een defect bevat.
l Plaats een opstartbare diskette in het station en start de computer opnieuw.
Reinig het station of de schijf Zie De computer reinigen.
Controleer of de cd goed op de spil is aangebracht
Controleer de kabelverbindingen
Controleer op hardwareconflicten Zie Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen.
Run the Dell Diagnostics Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Problemen met cd- en dvd-stations
Problemen met het schrijven naar een cd-/dvd-rw-station
Sluit alle andere programma's Het cd-/dvd-/dvd-rw-station dient tijdens het schrijven een aanhoudende stroom van gegevens te ontvangen. Als deze
gegevensstroom wordt onderbroken, zal een fout optreden. Probeer alle programma's te sluiten voordat u naar de cd/dvd-rw probeert te schrijven.
Deactiveer de standby-modus van Windows voordat u naar een cd of dvd-rw-schijf gaat schrijven Raadpleeg Standby-modus of zoek op het trefwoord
standby in Windows help en ondersteuning voor informatie over energiebeheermodi.
Stel de schrijfsnelheid in op een langzamer tempo Raadpleeg voor meer informatie de helpbestanden voor uw software voor het branden van cd's of
dvd's.
Als de schuif van het cd-, cd-rw-, dvd- of dvd+rw-station niet uit de computer wordt
geworpen
1. Zorg ervoor dat de computer uit staat.
2. Trek een paperclip recht en breng een van de uiteinden aan in het uitwerpgat aan de voorzijde van het station. Druk stevig totdat de schuif gedeeltelijk
wordt uitgeworpen.
3. Trek de schuif voorzichtig uit de computer totdat deze niet meer verder kan.
Als u een vreemd schrapend of knarsend geluid hoort
l Controleer of het geluid niet veroorzaakt wordt door het programma dat wordt uitgevoerd.
l Controleer of de diskette of schijf op juiste wijze in het station is geplaatst.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
OPMERKING: Snelle cd- of dvd-stations kunnen gaan trillen. Dit is normaal. Het geluid dat hierbij ontstaat duidt niet op een defect station of een
defecte cd of dvd.
OPMERKING: Als gevolg van verschillende wereldwijde regio's en schijfformaten werken mogelijk niet alle dvd's in dvd-stations.
Problemen met vaste schijven
Laat de computer afkoelen voordat u deze aanzet Het besturingssysteem start mogelijk niet op als de vaste schijf heet is. Probeer de computer naar
kamertemperatuur terug te laten keren voordat u deze aanzet.
Voer Check Disk uit
1. Klik op het bureaublad van Microsoft®Windows®op Deze computer.
2. Klik met de rechtermuisknop op Lokale schijf C:.
3. Klik op Eigenschappen.
4. Klik op het tabblad Extra.
5. Klik bij Foutcontrole op Nu controleren.
6. Klik op Beschadigde sectoren zoeken en repararen.
7. Klik op Starten.
Problemen met e-mail, modems en internet
Controleer de beveiligingsinstellingen van Microsoft Outlook®Express Als u geen e-mailbijlagen kunt openen:
1. Klik in Outlook Express op Extra, Opties en vervolgens op Beveiliging.
2. Klik op Geen bijlagen toestaan om het vinkje uit het selectievakje te verwijderen.
Controleer de telefoonlijn
Controleer de telefoonaansluiting
Sluit de modem direct aan op het telefooncontact
Gebruik een andere telefoonlijn
l Controleer of de telefoonlijn is aangesloten op de telefoonaansluiting op de modem. (De aansluiting heeft een groen label of is aangeduid met een
pictogram in de vorm van een ingang.)
l Zorg ervoor dat de telefoonstekker in de modem vastklikt.
l Koppel de telefoonkabel los van de modem en sluit deze aan op een telefoon. Luister of u een kiestoon hoort.
l Als er andere telefoonapparaten zijn die de lijn delen, zoals een antwoordapparaat, fax, stroomstootbeveiliging of lijnsplitser, dient u deze terzijde te
leggen en de modem rechtstreeks op het wandcontact van de telefoon aan te sluiten. Als u een telefoonkabel gebruikt die langer is dan 3 meter, moet
u een kortere kabel proberen.
Voer diagnostische Modem Helper-testen uit Klik op de Start-knop, wijs Alle Programma's aan en klik vervolgens op Modem Helper. Volg de
aanwijzingen op het scherm om modemproblemen te identificeren en op te lossen. (Modem Helper is niet beschikbaar op alle computers.)
Controleer of de modem om met Windows te communiceren
1. Klik op de Start-knop en selecteer Instellingen® Configuratiescherm.
2. Klik op Printers en andere hardware.
3. Klik op Telefoon- en modemopties.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
OPMERKING: Sluit de modem alleen op een analoge telefoonaansluiting aan. De modem zal niet werken als deze is aangesloten op een digitaal
telefoonnetwerk.
4. Klik op het tabblad Modems.
5. Klik op de COM-poort voor uw modem.
6. Klik op Eigenschappen, klik op het tabblad Diagnostische gegevens en klik vervolgens op Instellingen opvragen om te controleren of de modem met
Windows communiceert.
Als alle opdrachten een reactie opleveren, werkt de modem naar behoren.
Controleer of u met internet bent verbonden Controleer of u over een abonnement bij een internetprovider beschikt. Zorg dat het e-mailprogramma
Outlook Express is geopend en klik op Bestand. Als de optie Offline werken is voorzien van een vinkje, moet u het vinkje aanklikken om het te verwijderen en
een internetverbinding te maken. Raadpleeg uw internetprovider voor hulp.
Scan de computer op spyware Als uw computer traag wordt, er vaak pop-upadvertenties op het beeldscherm verschijnen en/of u problemen hebt met uw
internetverbinding,isuwcomputermogelijkgeïnfecteerdmetspyware.Gebruikeenvirusscannermetbeschermingtegenspyware(mogelijkisvooruw
programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek op
het trefwoord spyware.
Foutmeldingen
Vul tijdens het uitvoeren van deze tests de diagnostische checklist (zie Diagnostische checklist) in.
Als het bericht niet wordt vermeld, moet u de documentatie voor het besturingssysteem raadplegen of de documentatie voor het programma dat actief was
toen de melding verscheen.
Auxiliary device failure Mogelijk is de touchpad, track stick of externe muis defect. Controleer de kabelaansluiting als u met een externe muis werkt.
Activeer de optie Pointing Device (Aanwijsapparaat) in het systeem-setup-programma. Als het probleem zich voor blijft doen, moet u contact met Dell opnemen
(zie Contact opnemen met Dell).
Bad command or file name Controleer of u de opdracht op juiste wijze hebt gespeld, breng waar nodig spaties aan en gebruik de juiste padnaam.
Cache disabled due to failure Er is een storing in het primaire cachegeheugen binnen de microprocessor opgetreden. Neem contact met Dell op (zie
Contact opnemen met Dell).
CD drive controller failure Het cd-station reageert niet op opdrachten van de computer (zie Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)).
Data error De vaste schijf is niet in staat om de gegevens te lezen (zie Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)).
Decreasing available memory Een of meer geheugenmodules is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer de geheugenmodules
opnieuw en vervang deze indien nodig (zie Geheugen).
Disk C: failed initialization Devasteschijfkonnietwordengeïnitialiseerd.Voerdevaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Drive not ready Voor deze bewerking moet het vaste-schijfcompartiment een vaste schijf bevatten. Installeer een vaste schijf in het compartiment voor de
vaste schijf (zie Vaste schijf).
Error reading PCMCIA card De computer kan de pc-kaart niet identificeren. Voer de kaart opnieuw in of probeer een andere pc-kaart (zie Kaarten
gebruiken).
Extended memory size has changed De hoeveelheid geheugen die is opgeslagen in het NVRAM komt niet overeen met de hoeveelheid geheugen die in uw
computerisgeïnstalleerd.Alsdefoutopnieuwoptreedt,moetucontactmetDellopnemen(zieContact opnemen met Dell).
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
The file being copied is too large for the destination drive Hetbestanddatuprobeerttekopiërenistegrootomopdeschijftepassen,ofdeschijfiste
vol.Probeerhetbestandnaareenandereschijftekopiërenofgebruikeenschijfmeteengroterecapaciteit.
A filename cannot contain any of the following characters: \ / : * ? " < > | Zorg dat bestandsnamen geen van deze tekens bevatten.
Gate A20 failure Mogelijk zit een geheugenmodule los. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze indien nodig (zie Geheugen).
General failure Het besturingssysteem is niet in staat om de opdracht uit te voeren. Dit bericht wordt normaliter gevolgd door specifieke informatie, zoals
Printer out of paper (Geen printer in papier). Onderneem overeenkomstig actie.
Hard-disk drive configuration error De computer is niet in staat om het stationstype te identificeren. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie
Vaste schijf) en start de computer op vanaf een cd. Zet de computer vervolgens uit, installeer de vaste schijf opnieuw en start de computer opnieuw op. Voer
de vaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Hard-disk drive controller failure 0 De vaste schijf reageert niet op opdrachten van de computer. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie Vaste
schijf) en start de computer vanaf een cd. Zet de computer vervolgens uit, installeer de vaste schijf opnieuw en start de computer opnieuw op. Probeer een
ander station indien het probleem zich blijft voordoen. Voer de vaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek))..
Hard-disk drive failure De vaste schijf reageert niet op opdrachten van de computer. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie Vaste schijf), en
start de computer vanaf een cd. Zet de computer vervolgens uit, installeer de vaste schijf opnieuw en start de computer opnieuw op. Probeer een ander
station indien het probleem zich blijft voordoen. Voer de vaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek))..
Hard-disk drive read failure De vaste schijf is mogelijk defect. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie Vaste schijf), en start de computer vanaf
een cd. Zet de computer vervolgens uit, installeer de vaste schijf opnieuw en start de computer opnieuw op. Probeer een ander station indien het probleem
zich blijft voordoen. Voer de vaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Insert bootable media Het besturingssysteem probeert om vanaf een niet-opstartbare cd op te starten. Plaats een opstartbare cd in het station.
Invalid configuration information-please run System Setup Program De informatie voor de systeemconfiguratie komt niet overeen met de
hardwareconfiguratie.Dezemeldingtreedtindemeestegevallenopnadateengeheugenmoduleisgeïnstalleerd.WijzigderelevanteoptiesinhetSysteem-
setup-programma (zie Systeem-setup-programma).
Keyboard clock line failure Controleer de kabelaansluiting als u met een extern toetsenbord werkt. Voer de test Keyboard Controller
(Toetsenbordcontroller) uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Keyboard controller failure Controleer de kabelaansluiting als u met een extern toetsenbord werkt. Start de computer opnieuw en zorg ervoor dat u
tijdens de opstartroutine het toetsenbord niet aanraakt. Voer de test Keyboard Controller(Toetsenbordcontroller) uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Keyboard data line failure Controleer de kabelaansluiting als u met een extern toetsenbord werkt. Voer de test Keyboard Controller
(Toetsenbordcontroller) uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Keyboard stuck key failure Controleer de kabelaansluiting als u een extern toetsenbord of een extern toetsenblok gebruikt. Start de computer opnieuw en
zorg ervoor dat u tijdens de opstartprocedure het toetsenbord of de toetsen niet aanraakt. Voer de test Stuck Key (Vastzittende toets) uit in Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Licensed content is not accessible in MediaDirect DellMediaDirect™isnietinstaatomdeDigitalRightsManagement(DRM)-beperkingen voor het bestand
teverifiëren.Omdezeredenkanhetbestandnietwordenafgespeeld(zieOverige softwareproblemen).
Memory address line failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer
de geheugenmodules opnieuw en vervang deze indien nodig (zie Geheugen).
Memory allocation error Er is sprake van een conflict tussen de software die u probeert uit te voeren en het besturingssysteem, een ander programma of
een hulpprogramma. Zet de computer uit, wacht 30 seconden en start de computer opnieuw. Probeer het programma nogmaals uit te voeren. Als de
foutmelding nog steeds verschijnt, moet u de softwaredocumentatie raadplegen.
Memory data line failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer de
geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang deze indien nodig.
Memory double word logic failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht.
Installeer de geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang ze indien nodig.
Memory odd/even logic failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht.
Installeer de geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang ze indien nodig.
Memory write/read failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer
de geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang ze indien nodig.
No boot device available De computer kan de vaste schijf niet vinden. Als de vaste schijf uw opstartbron is, moet u controleren of het station aanwezig is,
opjuistewijzeisgeïnstalleerdenalseenopstartbronisgepartitioneerd.
No boot sector on hard drive Het besturingssysteem is mogelijk beschadigd geraakt. Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen met Dell).
No timer tick interrupt Een chip op het moederbord is mogelijk defect. Voer de System Set-tests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Not enough memory or resources. Exit some programs and try again Er staan teveel programma's open. Sluit alle vensters en open het programma dat u
wilt gebruiken.
Operating system not found Installeer de vaste schijf opnieuw (zie Vaste schijf). Als het probleem zich voor blijft doen, moet u contact met Dell opnemen
(zie Contact opnemen met Dell).
Optional ROM bad checksum Er is blijkbaar een storing in het optionele ROM-geheugen opgetreden. Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen met
Dell).
A required .DLL file was not found Er ontbreekt een essentieel bestand voor het programma dat u probeert te openen. Verwijder het programma en
installeer het opnieuw.
1. Klik op de Start-knop en klik op Instellingen® Configuratiescherm.
2. Klik op Software.
3. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen.
4. Klik op Verwijderen of Toevoegen/verwijderen en volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Raadpleeg de softwaredocumentatie voor installatieinstructies.
Sector not found Het besturingssysteem kan een sector op de vaste schijf niet vinden. Mogelijk bevat de vaste schijf een defecte sector of een
beschadigde FAT. Voer Scandisk uit om de bestandsstructuur op de vaste schijf te controleren. Raadpleeg voor instructies Help en ondersteuning (zie
Windows help en ondersteuning). Als een groot aantal sectors defect is geraakt, moet u indien mogelijk een back-up van uw gegevens maken en de vaste
schijf vervolgens opnieuw formatteren.
Seek error Het besturingssysteem kan een specifieke track niet vinden op de vaste schijf.
Shutdown failure Een chip op het moederbord is mogelijk defect. Voer de System Set-tests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek)).
Time-of-day clock lost power De systeemconfiguratieinstellingen zijn beschadigd. Sluit de computer aan op een stopcontact en laad de batterij op. Als het
probleem aanhoudt, moet u proberen om de gegevens te herstellen door het systeem-setup-programma te starten. Sluit vervolgens het programma direct af.
Als het bericht opnieuw verschijnt, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Time-of-day clock stopped De reservebatterij die de systeemconfiguratieinstellingen ondersteunt is mogelijk leeg en aan vervanging toe. Als het probleem
zich voor blijft doen, moet u contact met Dell opnemen (zie Contact opnemen met Dell).
Time-of-day not set-please run the System Setup program De tijd of de datum die in het Systeem-setup-programma is opgeslagen, komt niet overeen
met die van de systeemklok. Corrigeer de instellingen voor de opties Datum en Tijd (zie Systeem-setup-programma).
Timer chip counter 2 failed Een chip op het moederbord is mogelijk defect. Voer de System Set-tests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Unexpected interrupt in protected mode De toetsenbordcontroller is mogelijk defect, of er zit een geheugenmodule los. Voer de System Memory-tests en
de Keyboard Controller-test uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
x:\ is not accessible. The device is not ready Plaats een diskette in het station en probeer het opnieuw.
Warning: Battery is critically low De batterij is bijna leeg. Vervang de batterij of sluit de computer op een stopcontact aan. Als alternatief kunt u de
slaapstand activeren of de computer uitzetten.
Problemen met het toetsenbord
Vul tijdens het uitvoeren van de tests de diagnostische checklist (zie Diagnostische checklist) in.
Problemen met het externe toetsenbord
Check the keyboard cable Zet de computer uit. Maak de kabel van het toetsenbord los en controleer de kabel op schade. Breng de kabel weer stevig aan.
Als u gebruikmaakt van een verlengsnoer voor het toetsenbord, moet u dit snoer loskoppelen en het toetsenbord direct op de computer aansluiten.
Check the external keyboard
1. Zetdecomputeruit,wachtéénminuutenzetdecomputeropnieuwaan.
2. Controleer of de lampjes num lock, caps lock en scoll lock oplichten tijdens de opstartroutine.
3. Klik vanaf het bureaublad van Windows op de Start-knop, wijs Programma's en Accessoires aan, en klik op Kladblok.
4. Voer met het externe toetsenbord een aantal tekens in en controleer of deze tekens op het beeldscherm verschijnen.
Als u deze stappen niet kunt uitvoeren, is het externe toetsenbord mogelijk defect.
Controleerhetgeïntegreerdetoetsenbordomnategaanofhetprobleembijhetexternetoetsenbordligt
1. Sluit de computer af.
2. Koppel het externe toetsenbord los van de computer.
3. Zet de computer aan.
4. Klik vanaf het bureaublad van Windows op de Start-knop, wijs Programma's en vervolgens Accessoires aan en klik op Kladblok.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
OPMERKING: GebruikhetgeïntegreerdetoetsenbordwanneeruDellDiagnostics(Dell-diagnostiek) of het Systeem-setup-programma uitvoert.
OPMERKING: Alsueenexterntoetsenbordopdecomputeraansluit,blijfthetgeïntegreerdetoetsenbordvolledigfunctioneel.
5. Voer een aantal tekens in met behulp van het interne toetsenbord en kijk of deze tekens op het scherm verschijnen.
Als de tekens nu wel verschijnen, is het externe toetsenbord mogelijk defect. Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen met Dell).
Voer de diagnostische tests voor het toetsenbord uit Voer de PC-AT Compatible Keyboards-tests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek)). Als de tests wijzen op een defect extern toetsenbord, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Onverwachte tekens
Deactiveer het numerieke toetsenbord Druk op <Num Lk> om het numerieke toetsenbord te deactiveren als er getallen in plaats van letters worden
weergegeven. Controleer of het lampje voor het getallenslot niet brandt.
Vergrendelingen en softwareproblemen
De computer start niet op
Controleer of de netadapter goed is aangesloten op de computer en het stopcontact.
De computer reageert niet meer
Zet de computer uit Als de computer niet reageert op het indrukken van een toets op uw toetsenbord of het bewegen van uw muis, moet u de aan/uit-
knop gedurende ten minste 8 tot 10 seconden ingedrukt houden totdat de computer wordt uitgeschakeld. Herstart vervolgens de computer.
Een programma reageert niet meer
Een programma crasht regelmatig
Beëindighetprogramma
1. Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Del>.
2. Klik op Taakbeheer.
3. Klik op het programma dat niet meer reageert.
4. Klik op Taakbeëindigen.
Raadpleeg de documentatie voor de software Probeerindiennodighetprogrammatedeïnstallerenenopnieuwteinstalleren.
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van Microsoft®Windows®
Voer de Wizard Programmacompatibiliteit uit De Wizard Programmacompatibiliteit configureert programma's op zodanige wijze dat deze worden
uitgevoerd in een omgeving die vergelijkbaar is met andere besturingssysteemomgevingen dan Windows XP.
1. Klik op de Start-knop, wijs Programma's® en Accessoires aan, en klik vervolgens op Wizard Programmacompatibiliteit.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
KENNISGEVING: Als u het besturingssysteem niet normaal kunt afsluiten, bestaat de kans dat u gegevens kwijtraakt.
OPMERKING: Bij software worden meestal installatie-instucties meegeleverd in de documentatie bij de software of op een diskette of CD.
2. Klik in het welkomstscherm op Volgende.
3. Volg de instructies op het scherm.
Er verschijnt een diepblauw scherm
Zet de computer uit Als de computer niet reageert op het indrukken van een toets op uw toetsenbord of het bewegen van uw muis, moet u de aan/uit-
knop gedurende ten minste 8 tot 10 seconden ingedrukt houden totdat de computer wordt uitgeschakeld. Herstart vervolgens de computer.
Overige softwareproblemen
Raadpleeg de documentatie voor de software of neem contact op met de softwarefabrikant voor informatie met betrekking tot probleemoplossing
l Ganaofhetprogrammacompatibelismethetbesturingssysteemdatopdecomputerisgeïnstalleerd.
l Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Raadpleeg de softwarehandleiding voor informatie.
l Controleerofhetprogrammaopjuistewijzeisgeïnstalleerdengeconfigureerd.
l Controleer of de stuurprogramma's voor het apparaat geen conflict hebben met het programma.
l Zo nodig dient u het programma te verwijderen en opnieuw te installeren.
Maak direct een reservekopie van uw bestanden.
Gebruik een antivirusprogramma om de vaste schijf, de diskettestations of de cd's te scannen.
Bewaar en sluit alle open bestanden of programma's en sluit de computer af via het menu Start.
Scan de computer op spyware Als uw computer traag wordt, er vaak pop-upadvertenties op het beeldscherm verschijnen en/of u problemen hebt met uw
internetverbinding,isuwcomputermogelijkgeïnfecteerdmetspyware.Gebruikeenvirusscannermetbeschermingtegenspyware(mogelijkisvooruw
programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek op
het trefwoord spyware.
Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek). Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg
van een softwareprobleem.
Problemen met het geheugen
Voer tijdens het uitvoeren van deze tests de diagnostische checklist (zie Diagnostische checklist) in.
Als u de melding ontvangt dat er onvoldoende geheugen is
l Bewaar en sluit open bestanden en sluit alle geopende programma's af die u niet gebruikt om te zien of het probleem daarmee is opgelost.
l Raadpleeg de softwaredocumentatie voor de minimale geheugenvereisten. Installeer indien nodig additioneel geheugen (zie Geheugen).
l Breng de geheugenmodules opnieuw aan (zie Geheugen) om te kijken of de computer op succesvolle wijze kan communiceren met het geheugen.
l Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Als u andere geheugenproblemen ondervindt
l Breng de geheugenmodules opnieuw aan (zie Geheugen) om te kijken of uw computer op succesvolle wijze met het geheugen kan communiceren.
l Ga na of u de installatierichtlijnen voor het installeren van het geheugen hebt gevolgd (zie Geheugen).
l Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Problemen met het netwerk
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de productinformatiegids
zijn beschreven.
Vul tijdens het uitvoeren van deze tests de diagnostische controlelijst in.
Algemeen
Controleer de ingang voor de netwerkkabel Kijk of de netwerkkabel stevig is aangebracht op zowel de netwerkingang aan de achterzijde van de
computer als het netwerkcontact.
Controleer de netwerklampjes bij de netwerkingang Als er geen lichtje brandt, houdt dit in dat er geen netwerkcommunicatie plaatsvindt. Vervang de
netwerkkabel.
Start de computer opnieuw en meld u opnieuw aan op het netwerk.
Controleer de netwerkinstellingen Neem contact op met de netwerkbeheerder of de persoon die uw netwerk heeft ingesteld om na te gaan of uw
netwerkinstellingen juist zijn en het netwerk naar behoren functioneert.
Wireless Local Area Network (WLAN)
Raadpleeg Wireless Local Area Network (WLAN) voor informatie over het oplossen van problemen met WLAN's.
Mobiel breedbandnetwerk (WWAN)
Cannot connect De mobiele breedbandkaart van Dell dient te worden geactiveerd op het netwerk om een verbinding te kunnen maken. Na het uitvoeren
van de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiele breedbandhulpprogramma van Dell) kunt u de verbindingsstatus aflezen door met de muis het pictogram
op te taakbalk van Windows aan te wijzen. Als de status aangeeft dat de mobiele breedbandkaart nog niet is geactiveerd, raadpleegt u Uw mobiele
breedbandkaart activeren voor meer informatie. Als de problemen aanhouden moet u contact opnemen met uw mobiele breedbandprovider voor details met
betrekking tot het dekkingsgebied.
Controleer uw mobiele breedbandnetwerkdienst Neem contact op met uw mobiele breedbandprovider om na te gaan wat het dekkingsgebied is en welke
diensten worden ondersteund.
Check the Connection status in the Dell Mobile Broadband Card Utility Klik op het pictogram op het bureaublad van Windows om het hulpprogramma
uit te voeren. Controleer de status in het hoofdvenster:
l No card detected - Start de computer en vervolgens het hulpprogramma opnieuw.
l Radio Off - Controleer of de mobiele breedbandkaart is geactiveerd door de status af te lezen met behulp van de Dell Mobile Broadband Card Utility
(Mobiele breedbandhulpprogramma van Dell). Als de kaart is gedeactiveerd, moet u de mobiele breedbandkaart activeren door te klikken op de knop
Turn Radio On (Radiofunctionaliteit inschakelen) in het hoofdvenster van de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiele breedbandhulpprogramma van
Dell).
l Searching - De Dell Mobile Broadband Card Utility heeft nog geen mobiel breedbandnetwerk gedetecteerd. Als het zoekproces aanhoudt, moet u
controleren of de signaalsterkte toereikend is.
l No service - De Dell Mobile Broadband Card Utility heeft geen mobiel breedbandnetwerk gedetecteerd. Controleer of de signaalsterkte toereikend is.
Start het draadloze hulpprogramma van Dell opnieuw of neem contact op met uw mobiele breedbandnetwerkprovider.
l Check your Mobile Broadband Network Service - Neem contact op met de mobiele breedbandnetwerkprovider om het dekkingsgebied en de
ondersteundedienstenteverifiëren.
Activate your Mobile Broadband card Alvorens u een internetverbinding maakt, moet u de mobiele breedbanddienst activeren via uw mobiele provider.
Raadpleeg voor instructies en additionele informatie over het gebruik van de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiel breedbandhulpprogramma van Dell) de
handleiding. Deze is beschikbaar via het Windows Help and Support Center. Raadpleeg voor het gebruik van Help en ondersteuning Windows help en
ondersteuning. De gebruikershandleiding is ook beschikbaar op de Dell Support-website support.dell.com en op de cd die met de mobiele breedbandkaart
werd geleverd in het geval dat u de kaart los van de computer hebt besteld.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
OPMERKING: De handleiding voor de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiele breedbandhulpprogramma van Dell) vindt u onder Microsoft®
Windows®Help en ondersteuning. U kunt Help en ondersteuning raadplegen door te klikken op de Start-knop en Help en ondersteuning te selecteren.
Klik bij Kies een Help-onderwerp op Gebruikers- en systeemhandleidingen. U kunt de handleiding ook downloaden via support.dell.com.
OPMERKING: Het pictogram wordt op het bureaublad van Windows weergegeven als er een mobiele breedbandkaart van Dell in de computer is
geïnstalleerd.Dubbelklikophetpictogramomhethulpprogrammatestarten.Alshethulpprogrammaeenmaalisuitgevoerd,zalhetpictograminhet
kennisgevingsgebied worden weergegeven.
Problemen met een pc-kaart of ExpressCard
Check the Card Controleer of de kaart op juiste wijze op de kaartsleuf is aangebracht.
Controleer of de kaart door Windows wordt herkend Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk van Windows. Controleer
of de kaart in de lijst wordt vermeld.
Als u problemen hebt met een door Dell geleverde kaart Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen met Dell).
Als u problemen hebt met een kaart die niet door Dell is geleverd Neem contact op met de fabrikant van de pc-kaart.
Problemen met de stroomvoorziening
Vul tijdens het uitvoeren van deze tests de diagnostische checklist in (zie Diagnostische checklist).
Controleer het stroomlampje Als het stroomlampje brandt of knippert, is de computer van stroom voorzien. Als het stroomlampje knippert, bevindt de
computer zich in de standby-modusdruk op de aan/uit-knop om de standby-modus te verlaten. Als het lampje niet brandt, moet u de aan/-uit-knop
indrukken om de computer aan te zetten.
Laad de batterij op. Mogelijk is de batterij leeg.
1. Installeer de batterij opnieuw.
2. Gebruik de netadapter om de computer op een stopcontact aan te sluiten.
3. Zet de computer aan.
Controleer het statuslampje van de batterij Als het statuslampje van de batterij oranje knippert of aanhoudend oranje brandt, begint de batterij bijna
leeg te raken of is deze al leeg. Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
Als het batterijstatuslampje afwisselend groen en oranje knippert, is de batterij te heet om opgeladen te worden. Zet de computer uit, koppel de computer los
van het stopcontact en laat de batterij en de computer afkoelen tot kamertemperatuur.
Als het batterijstatuslampje snel oranje knippert, is de batterij mogelijk defect. Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen met Dell).
Controleer de batterijtemperatuur Alsdebatterijtemperatuuronderde0°C(32°F)komtteliggen,zaldecomputernietkunnenopstarten.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Controleer de netadapter Controleer of de netadapter goed is aangesloten. Als de netadapter voorzien is van een lampje, moet u controleren of het
lampje brandt.
Sluit de computer direct op een stopcontact aan Verwijder alle stroombeveiligingsapparaten, stroomstrips en verlengsnoeren om te controleren of de
computer kan worden ingeschakeld.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
OPMERKING: De werkduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan bieden) wordt met de tijd minder. Afhankelijk van de
frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe
batterij moet aanschaffen.
Verwijderpotentiëlestoringsbronnen Zet ventilators, fluorescerende lampen, halogeenlampen en andere apparaten die zich in de nabijheid van de
computer bevinden uit.
Wijzig de energiebeheerinstellingen Zie De energiebeheerinstellingen configureren.
Breng de geheugenmodules opnieuw aan Als het stroomlampje van de computer aangaat, maar het beeldscherm leeg blijft, moet u de geheugenmodules
opnieuw installeren (zie Geheugen).
Voldoende stroomvoorziening voor uw computer garanderen
Uw computer is ontworpen voor gebruik met een 65W of 90W netadapter. Voor een optimale systeemprestatie moet u echter altijd gebruikmaken van een 90
W-adapter.
Als u minder krachtige netadapters gebruikt, met inbegrip van de 65 W netadapter, zal er een WAARSCHUWING op het beeldscherm verschijnen.
Overwegingen met betrekking tot het dockingstation
Als gevolg van het extra stroomverbruik wanneer een computer aan het Dell D/Dock is gekoppeld, is het niet mogelijk om louter op batterijstroom met de
computer te werken. Controleer of de netadapter is aangesloten op de computer wanneer de computer is gekoppeld met het Dell D/Dock.
De computer koppelen terwijl deze aan staat
Als een computer is gekoppeld aan de Dell D/Dock of Dell D/Port terwijl de computer aan staat, zal de aanwezigheid van het docking-apparaat worden
genegeerd totdat de netadapter op de computer is aangesloten.
Verlies van wisselstroom terwijl de computer is gekoppeld
A;s de computer wisselstroom verliest terwijl deze is gekoppeld aan de Dell D/Dock of Dell D/Port, zal de computer automatisch in een laagpresterende modus
gaan.
Problemen met de printer
Vul tijdens het uitvoeren van deze tests de diagnostische checklist (zie Diagnostics Checklist) in.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Controleer de kabelaansluitingen van de printer
l Raadpleeg de documentatie voor de printer voor informatie over kabelaansluitingen.
l Controleer of de printerkabels stevig op de printer en computer zijn aangesloten.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Controleer of de printer herkend wordt door Windows
1. Klik op de Start-knop en selecteer Instellingen® Configuratiescherm® Printers en andere hardware.
2. Klik op Reedsgeïnstalleerdeprintersoffaxprintersweergeven.
Als de printer in de lijst wordt vermeld, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram voor de printer.
3. Klik op Eigenschappen en klik op het tabblad Poorten. In het geval van een parallelle printer (verbonden via een dockingstation) moet u controleren of
de optie Afdrukken naar de volgende poort(en): is ingesteld op LPT1 (Printerpoort). Controleer in het geval van een USB-printer of de optie Print
naar de volgende poort(en) is ingesteld op USB.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
OPMERKING: Als u technische ondersteuning voor uw printer nodig hebt, moet u contact opnemen met de fabrikant van de printer.
Installeer het stuurprogramma voor de printer opnieuw Raadpleeg voor meer informatie de printerdocumentatie.
Problemen met de scanner
Raadpleeg de documentatie voor de scanner Raadpleeg de scannerdocumentatie voor informatie over de installatie, configuratie en het oplossen van
problemen.
Ontgrendel de scanner Controleer of uw scanner is ontgrendeld als deze is voorzien van een vergrendelingschuifje of -knop.
Start de computer opnieuw en probeer de scanner nog een keer.
Controleer de kabelaansluitingen
l Raadpleeg de documentatie voor de scanner voor informatie over kabelaansluitingen.
l Controleer of de kabels van de scanner goed zijn aangesloten op de scanner en computer.
Controleer of de scanner wordt herkend door Microsoft Windows
1. Klik op de Start-knop en selecteer Instellingen® Configuratiescherm® Printers en andere hardware.
2. Klik op Scanners en camera's.
Als de scanner in de lijst wordt vermeld, herkent Windows uw scanner.
Installeer het stuurprogramma voor de scanner opnieuw Raadpleeg voor aanwijzingen de documentatie voor de scanner.
Problemen met het geluid en de luidspreker
Vul tijdens het uitvoeren van deze tests de diagnostische checklist (zie diagnostische checklist) in.
Er komt geen geluid uit de ingebouwde luidsprekers
Stel de volumeregeling van Windows bij Dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechts onderin het scherm. Zorg ervoor dat het volume is ingeschakeld en
het geluid niet wordt gedempt. Stel het volume-, bas- of treble-niveau bij om mogelijke storingen op te heffen.
Wijzig het volume met behulp van sneltoetscombinaties Druk op <Fn><End> om de ingebouwde luidsprekers te deactiveren (mute) of opnieuw te
activeren.
Installeer het stuurprogramma voor het geluid (audio) opnieuw Zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren.
Er komt geen geluid uit de externe luidsprekers
Controleer of de subwoofer en de luidsprekers zijn ingeschakeld Zie het installatiediagram dat met de luidsprekers werd meegeleverd. Als de
luidsprekers zijn uitgerust met een volumeregeling, moet u het volume-, bas- of treble-niveau regelen om mogelijke storingen op te heffen.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
OPMERKING: Als u technische ondersteuning voor uw scanner nodig hebt, moet u contact opnemen met de fabrikant van de scanner.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
Stel de volumeregeling van Windows bij Klik of dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechts onderin het scherm. Zorg ervoor dat het volume is
ingeschakeld en het geluid niet wordt gedempt.
Haal de koptelefoon uit de koptelefooningang Het geluid van de luidsprekers wordt automatisch gedeactiveerd wanneer een koptelefoon wordt
aangesloten op de koptelefooningang op het voorpaneel van de computer.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Verwijder mogelijke storingsbronnen Zet ventilators, fluorescerende lampen, halogeenlampen en andere apparaten die zich in de nabijheid van de
computer bevinden, uit.
Installeer het audiostuurprogramma opnieuw Zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren.
Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Er komt geen geluid uit de koptelefoon
Controleer de aansluiting van de koptelefoon Controleer of het snoer van de koptelefoon stevig op de koptelefooningang is aangebracht.
Stel de volumeregeling van Windows bij Klik of dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechts onderin het scherm. Zorg ervoor dat het volume is
ingeschakeld en het geluid niet wordt gedempt.
Problemen met de touchpad of muis
Controleer de instellingen van het touchpad
1. Klik op de Start-knop en selecteer Instellingen® Configuratiescherm® Printers en andere hardware.
2. Klik op Muis.
3. Probeer de instellingen aan te passen.
Controleer de kabel van de muis Zet de computer uit. Haal de muiskabel uit de ingang en controleer de kabel op schade. Als u geen tekenen van schade
aantreft, brengt u de stekker van de muis weer stevig aan op de muisingang.
Als u gebruikmaakt van een verlengsnoer voor de muis, moet u deze kabel verwijderen en de muis direct op de computer aansluiten.
Om na te gaan of het probleem bij de muis ligt, moet u controleren of de touchpad wel werkt
1. Sluit de computer af.
2. Ontkoppel de muis van de computer.
3. Zet de computer aan.
4. Beweeg op het bureaublad van Windows de cursor met behulp van de touchpad, selecteer een pictogram en open het.
Als de touchpad naar behoren werkt, is de muis mogelijk defect.
Controleer de instellingen van het systeem-setup-programma Controleer of het systeem-setup-programma (zie Systeem-setup-programma) het juiste
OPMERKING: De volumeregeling in sommige MP3-spelers kan de volume-instellingen van Windows ongedaan maken. Als u naar MP3-tracks hebt
geluisterd, moet u controleren of u het volume van de MP3-speler niet lager hebt gezet of hebt uitgezet.
apparaat vermeldt voor de optie aanwijsapparaat. (De computer herkent USB-muizen automatisch; er hoeven geen instellingen worden gewijzigd.)
Test de muiscontroller Om de muiscontroller (die van invloed is op de beweging van de aanwijzer) en de werking van de knoppen van het touchpad of de
muis te testen, moet u de muistest uitvoeren die deel uitmaakt van de testgroep Pointing Devices (Aanwijsapparaten) in Dell Diagnostics (zie Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek)).
Installeer het stuurprogramma van de touchpad opnieuw Zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren.
Problemen met de grafische kaart en het beeldscherm
Voer tijdens het uitvoeren van deze tests de diagnostische checklist (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)) in.
Als het beeldscherm leeg blijft
Controleer de batterij Als u gebruikmaakt van een batterij om uw computer van stroom te voorzien, is de batterij mogelijk leeg. Sluit de computer aan op
een stopcontact met behulp van een netadapter en zet de computer aan.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Controleer de netadapter Controleer of de netadapter goed is aangesloten. Als de netadapter voorzien is van een lampje, moet u controleren of het
lampje brandt.
Sluit de computer direct op een stopcontact aan Verwijder stroombeveiligingsapparaten, stroomstrips en verlengsnoeren en kijk of de computer kan
worden aangezet.
Stel de energie-eigenschappen bij Zoek op het trefwoord standby in Windows Help en ondersteuning (zie Windows Help en ondersteuning).
Wissel het videobeeld Als er een externe monitor op uw computer is aangesloten, drukt u op <Fn><F8> om het videobeeld naar het beeldscherm te
verplaatsen.
Als het beeldscherm moeilijk leesbaar is
Stel de helderheid bij Druk op <Fn> en op de pijl-omhoogtoets of pijl-omlaagtoets
Haal de externe subwoofer uit de buurt van de computer of monitor Als uw extern luidsprekersysteem is voorzien van een subwoofer, moet u ervoor
zorgen dat de subwoofer ten minste 60 cm van de computer of externe monitor is opgesteld.
Verwijder mogelijke storingsbronnen Zet ventilators, fluorescerende lampen, halogeenlampen en andere apparaten die zich in de nabijheid van de
computer bevinden uit.
Draai de computer in een andere richting Vermijd fel zonlicht. Dit kan een slechte beeldkwaliteit opleveren.
Wijzig de beeldscherminstellingen van Windows
1. Klik op de Start-knop en klik op Instellingen® Configuratiescherm.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die zijn beschreven in de
productinformatiegids.
OPMERKING: Als u gebruikmaakt van een programma waarvoor een hogere resolutie is vereist dan de resolutie die door uw computer wordt
ondersteund, raden wij u aan om een externe monitor op uw computer aan te sluiten.
2. Klik op Vormgeving en thema's.
3. Klik in het gedeelte dat u wilt wijzigen of klik op het pictogram Beeldscherm.
4. Probeer verschillende instellingen voor de Kleurkwaliteit en de Beeldschermresolutie.
Voer de grafische diagnostische tests uit Als er geen foutmelding verschijnt en u nog steeds problemen met het beeldscherm ondervindt, maar het
beeldscherm niet helemaal leeg is, moet u de tests uit de testgroep Video in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren. Neem vervolgens contact met Dell
op (zie Contact opnemen met Dell).
Zie "Foutmeldingen" Raadpleeg Foutmeldingen als er een foutmelding optreedt.
Als slechts een gedeelte van het beeldscherm leesbaar is
Sluit een externe monitor aan
1. Zet de computer uit en sluit een externe monitor op de computer aan.
2. Zet de computer en monitor aan en stel de helderheid en het contrast van de monitor bij.
Als de externe monitor werkt, is het beeldscherm van de computer of de videocontroller mogelijk defect. Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen met
Dell).
Terug naar de inhoudspagina
Terug naar de inhoudspagina
Netwerken gebruiken
HandleidingvoordeDell™Latitude™ATGD620
Een fysieke verbinding met een netwerk of breedbandmodem maken
Voordatudecomputeropeennetwerkaansluit,moethiereersteennetwerkadapterinwordengeïnstalleerdenmoetereennetwerkkabelopworden
aangesloten.
Om een netwerkkabel aan te sluiten, gaat u als volgt te werk:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de ingang van de netwerkadapter aan de achterzijde van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluitingsapparaat of een netwerkcontact.
Het besturingssysteem Microsoft
®
Windows
®
XP biedt een wizard voor netwerkinstallaties die u ondersteunt tijdens het delen van bestanden en printers of
het opzetten van een internetverbinding tussen computers thuis of op kantoor.
1. Klik op Start® Alle programma's® Accessoires® Communicatie® Wizard Netwerk instellen® Volgende® Controlelijst voor het instellen van een
netwerk.
2. Vul de checklist in.
3. Keer terug naar de Wizard Netwerkinstallatie en volg de aanwijzingen op het scherm.
Wireless Local Area Network (WLAN)
Een WLAN is een verzameling van aan elkaar gekoppelde computers die met elkaar communiceren via luchtgolven in plaats van netwerkkabels. In een WLAN
worden computers verbonden door een radiocommunicatieapparaat genaamd een access point (toegangspunt) of een draadloze router dat/die eveneens
internet- of netwerktoegang biedt. Het access point of de draadloze router en de draadloze netwerkkaart in de computer communiceren met elkaar door met
behulp van hun antennes gegevens uit te zenden via de luchtgolven.
Benodigdheden voor een WLAN-verbinding
Voordat u een WLAN kunt instellen, hebt u het volgende nodig:
Een fysieke verbinding maken met een netwerk of
breedbandmodem
Mobiel breedbandnetwerk (of Wireless Wide Area-netwerk)
Wizard Netwerk instellen
De netwerkinstellingen beheren met de Dell QuickSet Location Profiler
Wireless Local Area Network (WLAN)
Dell™Wi-FiCatcher™NetworkLocator
Een verbinding met een WLAN maken
Firewall voor Internet-verbindingen
OPMERKING: Duw de kabelstekker in de ingang totdat deze vastklikt, en trek zachtjes aan de kabel om de kijken of deze stevig vastzit.
OPMERKING: Sluit geen netwerkkabel aan op een telefooncontact.
OPMERKING: Als u de verbindingsmethode genaamd Deze computer maakt rechtstreeks verbinding met het Internet selecteert, wordt de
geïntegreerdefirewallgeactiveerddiemetWindowsXPServicePack2(SP2)wordtmeegeleverd.
l Hogesnelheid (breedband) internettoegang (zoals een kabel- of ADSL-verbinding)
l Een breedbandmodem die is aangesloten en ingeschakeld
l Een draadloze router of access point
l Een draadloze netwerkkaart voor elke computer die u op uw WLAN wilt aansluiten
l Een netwerkkabel met een netwerk (RJ-45)-stekker.
De draadloze netwerkkaart controleren
Afhankelijk van uw selectie tijdens de aanschaf van de computer is de computer uitgerust met een verscheidenheid aan configuraties. Om vast te stellen of uw
computer is uitgerust met een draadloze netwerkkaart en het type kaart te bepalen, moet u een van de volgende methodes hanteren:
l De Start-knop en de optie Verbinding maken met
l De orderbevestiging voor uw computer
De Start-knop en de optie Verbinden met
1. Klik op Start® Verbinding maken met® Alle verbindingen weergeven.
l Als Draadloze netwerkverbinding niet wordt weergegeven onder LAN- of snelle internetverbinding is de computer mogelijk niet uitgerust met
een draadloze netwerkkaart.
l Als Draadloze netwerkverbinding verschijnt, is de computer voorzien van een draadloze netwerkkaart.
2. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding voor gedetailleerde informatie over de draadloze netwerkkaart.
3. Klik op Eigenschappen. Het venster Eigenschappen draadloze netwerkverbinding wordt weergegeven. De naam en het modelnummer van de
draadloze netwerkkaart worden op het tabblad Algemeen weergegeven.
De orderbevestiging voor uw computer
Op de orderbevestiging die u ontving toen u de computer bestelde, worden de hardware en software vermeld die met uw computer werden geleverd.
Een nieuw WLAN instellen
Een draadloze router en breedbandmodem aansluiten
1. Neem contact op met uw internetprovider (ISP) voor specifieke informatie over de verbindingsvereisten voor uw breedbandmodem.
2. Zorg ervoor dat u een vaste internetverbinding hebt via uw breedbandmodem voordat u probeert om een draadloze internetverbinding op te zetten
(zie Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem).
3. Installeer alle software die voor uw draadloze router benodigd is. Mogelijk werd bij uw draadloze router een installatie-cd geleverd. Installatie-cd's
bevatten doorgaans informatie over installatie- en probleemoplossingsprocedures. Installeer de vereiste software volgens de instructies van de
routerfabrikant.
4. Zet de computer en andere computers met draadloze functionaliteit in de nabijheid uit via het menu Start.
5. Haal de stekker van het snoer van de breedbandmodem uit het stopcontact.
6. Koppel de netwerkkabel los van de computer en de modem.
7. Koppel de netadapterkabel los van de draadloze router om er zeker van te zijn dat de router niet van stroom wordt voorzien.
8. Sluit een netwerkkabel aan op de netwerk (RJ-45)-ingang op de breedbandmodem wanneer deze geen stroom ontvangt.
9. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de internetnetwerk (RJ-45)-ingang op de draadloze router wanneer deze geen stroom ontvangt.
OPMERKING: Als voor uw computer de optie Klassiek menu Start is ingesteld, kunt u de netwerkverbindingen weergeven door te klikken op Start®
Instellingen® Netwerkverbindingen. Als Draadloze netwerkverbinding niet verschijnt, is uw computer mogelijk niet uitgerust van een draadloze
netwerkkaart.
OPMERKING: Wacht minimaal 5 minuten nadat u de breedbandmodem hebt losgekoppeld voordat u met het installeren van het netwerk verder gaat.
10. Controleer of er geen netwerk- of USB-kabels op de breedbandmodem zijn aangesloten, met uitzondering van de netwerkkabel die de modem en de
draadloze router met elkaar verbindt.
11. Zet alleen de breedbandmodem aan en wacht minimaal 2 minuten totdat de breedbandmodem is gestabiliseerd. Ga na 2 minuten verder met stap 12.
12. Zet de draadloze router aan en wacht minimaal 2 minute totdat de draadloze router is gestabiliseerd. Ga na 2 minuten verder met stap 13.
13. Zet de computer aan en wacht totdat het opstartproces is voltooid.
14. Raadpleeg voor de volgorde waarin de draadloze router moet worden ingesteld de documentatie die met de draadloze router werd meegeleverd:
l Maak een verbinding tussen de computer en de draadloze router.
l Stel de draadloze router in op communicatie met de breedbandrouter.
l Ga na wat de uitzendnaam van de draadloze router is. De technische naam voor de uitzendnaam van uw router is Service Set Identifier (SSID) of
netwerknaam.
15. Stel indien nodig uw draadloze netwerkkaart in om een verbinding met het draadloze netwerk te maken (zie Een verbinding met een WLAN maken).
Een verbinding met een WLAN maken
Dit gedeelte biedt algemene procedures voor het maken van netwerkverbindingen op basis van draadloze technologie. Specifieke netwerknamen en
configuraties kunnen per situatie verschillen. Raadpleeg Wireless Local Area Network (WLAN) voor meer informatie over het voorbereiden van een verbinding
tussen uw computer en een WLAN.
Voor uw draadloze netwerkkaart zijn specifieke software en stuurprogramma's benodigd om een netwerkverbinding te maken. De software is reeds
geïnstalleerd.
Vaststellen op welke manier het draadloze netwerk wordt beheerd
Afhankelijkvandesoftwaredieindecomputerisgeïnstalleerdkunnenuwnetwerkapparatenvoorverschillendeconfiguratiehulpprogramma'sworden
beheerd:
l De client-utility van uw draadloze netwerkkaart
l Het besturingssysteem Windows XP
Om vast te stellen door welk hulpprogramma voor draadloze configuratie de draadloze netwerkkaart wordt beheerd, doet u het volgende:
1. Klik op Start® Instellingen® Configuratiescherm® Netwerkverbindingen.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Beschikbare draadloze netwerken weergeven.
Als in het venster Kies een draadloos netwerk de melding Windows kan deze verbinding niet configureren wordt weergegeven, wordt de draadloze
netwerkkaart beheerd door de client-utility van de draadloze netwerkkaart.
Als in het venster Kies een draadloos netwerk de melding Klik op een item in de onderstaande lijst voor meer informatie of om een verbinding te maken
met een draadloos netwerk binnen het bereik van deze computer wordt weergegeven, wordt de draadloze kaart beheerd door het besturingssysteem
Windows XP.
Raadpleegvoorspecifiekeinformatieoverhethulpprogrammavoordraadlozeconfiguratiedatopuwcomputerisgeïnstalleerddedocumentatievooruw
draadloze netwerk in het Windows Help and Support Center.
U krijgt als volgt toegang tot het Help and Support Center:
1. Klik op Start® Help en ondersteuning.
2. Selecteer bij Kies een Help-onderwerp de optie Dell User and System Guides (Gebruikers- en systeemhandleidingen van Dell).
3. Selecteer bij Device Guides (Apparaathandleidingen) de documentatie voor uw draadloze netwerkkaart
OPMERKING: Start uw draadloze apparatuur opnieuw op in de onderstaande volgorde om mogelijke verbindingsfouten te voorkomen.
OPMERKING: Voordat u een verbinding met een WLAN maakt, moet u ervoor zorgen dat u de instructies hebt opgevolgd die zijn beschreven in Wireless
Local Area Network (WLAN).
OPMERKING: De volgende netwerkinstructies zijn niet van toepassing op ingebouwde kaarten met draadloze Bluetooth
®
-technologie of mobiele
producten.
OPMERKING: Als de software is verwijderd of beschadigd geraakt, moet u de instructies volgen die in de documentatie voor uw draadloze
netwerkkaartwordenbeschreven.GanawelktypedraadlozenetwerkkaartindecomputerisgeïnstalleerdenzoeknaardienaamopdeDellSupport-
website op support.dell.comRaadpleegvoorinformatieoverhettypedraadlozenetwerkkaartdieindecomputerisgeïnstalleerdhetgedeelteDe
draadloze netwerkkaart controleren.
De verbinding met het WLAN voltooien
Als u de computer aanzet en een netwerk in de nabijheid van de computer wordt gedetecteerd (waarvoor de computer nog niet is geconfigureerd), zal er een
pop-upvenster verschijnen bij het netwerkpictogram in het kennisgevingsgebied (rechts onderin op het bureaublad van Windows).
Volg de aanwijzingen die door het hulpprogramma op het scherm worden getoond.
Als u de computer eenmaal hebt ingesteld voor het door u geselecteerde draadloze netwerk, zal een ander pop-upvenster aangeven dat uw computer met
dat netwerk is verbonden.
Vervolgens zal elke keer dat uw computer wordt aangemeld binnen het bereik van het draadloze netwerk dat u hebt geselecteerd, hetzelfde pop-upvenster
aangeven dat de draadloze netwerkverbinding tot stand is gekomen.
DestatusvandedraadlozenetwerkkaartbewakenviaDell™QuickSet
De indicator voor draadloze activiteit biedt een eenvoudige manier om de status van de draadloze apparaten van uw computer te bewaken. Klik met de
rechterknop op het Dell QuickSet-pictogram op de taakbalk om Wireless Activity Indicator Off (Indicator voor draadloze activiteit uit) te selecteren of de
selectie ervan ongedaan te maken teneinde de indicator voor draadloze activiteit te activeren of te deactiveren.
De indicator voor draadloze activiteit geeft aan of de ingebouwde draadloze apparaten van uw computer zijn geactiveerd of gedeactiveerd. Als u de draadloze
netwerkfunctie activeert of deactiveert, zal de indicator voor draadloze activiteit de nieuwe status aangeven.
Raadpleeg voor meer informatie over de indicator voor draadloze activiteit het Dell QuickSet Help-bestand. Raadpleeg voor informatie over QuickSet en de
manier waarop u het bestand Dell QuickSet Help opent Dell™QuickSet-functies.
Mobiel breedbandnetwerk (of Wireless Wide Area Network)
Net als een WLAN omvat een mobiel breedbandnetwerk (ook wel een WWAN genoemd) een reeks van computers die met elkaar verbonden zijn en met elkaar
communiceren met behulp van draadloze technologie. Een mobiel breedbandnetwerk maakt echter gebruik van mobiele technologie, en biedt daarom
internettoegang mogelijk op dezelfde gevarieerde locaties waarop mobiele telefoondiensten verkrijgbaar zijn. Uw computer kan ongeacht de fysieke locatie
de mobiele breedbandverbinding in stand houden zolang deze in het verzorgingsgebied van uw mobiele provider blijft.
Benodigdheden voor een mobiele breedbandverbinding
Als u een netwerkverbinding via mobiel breedband tot stand wilt brengen, hebt u het volgende nodig:
l Een ExpressCard voor mobiele breedbandverbindingen of Mini-Card (afhankelijk van de configuratie van uw computer)
l Geactiveerde mobiele ExpressCard voor mobiele breedbandverbindingen of een geactiveerde Subscriber Identity Module (SIM)-kaart voor uw mobiele
provider
l DeDellMobileBroadbandCardUtiity(HulpprogrammavoordemobielebreedbandkaartvanDell;reedsopuwcomputergeïnstalleerdalsudekaart
hebt besteld toen u de computer aanschafte, of aanwezig op de cd die met de kaart werd geleverd als u deze afzonderlijk van de computer hebt
besteld).
Als het hulpprogramma beschadigd is geraakt of van de computer is verwijderd, moet u de handleiding voor de Dell Mobile Broadband Card Utility
(Mobiele breedbandhulpprogramma van Dell) raadplegen voor instructies. De handleiding is beschikbaar via Windows help en ondersteuning (of op de
cd die met de kaart werd meegeleverd indien u deze los van uw computer hebt aangeschaft). Raadpleeg voor toegang tot Help en ondersteuning
Windows help en ondersteuning..
Uw mobiele breedbandkaart van Dell controleren
Afhankelijk van uw selectie tijdens de aanschaf van de computer is de computer uitgerust met een verscheidenheid aan configuraties. Zie een van de
volgende als u wilt zien welke configuratie uw computer heeft:
l Uw orderbevestiging
l Microsoft®Windows®Help en ondersteuning
U kunt als volgt uw mobiele breedbandkaart controleren in Help en ondersteuning:
1. Klik op Start® Help en ondersteuning® Use Tools to view your computer information and diagnose problems (Gebruik hulpmiddelen om uw
computerinformatie te raadplegen en problemen te diagnostiseren).
OPMERKING: Als u een beveiligd netwerk selecteert, moet u desgevraagd een WEP- of WPA-sleutel opgeven. De netwerkbeveiligingsinstellingen zijn
uniek voor uw netwerk. Dell is niet in staat om deze informatie te leveren.
OPMERKING: Het kan 1 minuut duren voordat uw computer met het netwerk is verbonden.
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer kunt u gebruikmaken van een ExpressCard voor een mobiel netwerk of een minikaart (maar niet allebei) om
een verbinding met een mobiel breedbandnetwerk op te zetten.
OPMERKING: Mobiele breedbandkaarten zijn in sommige regio's mogelijk niet verkrijgbaar.
OPMERKING: Raadpleeg ExpressCards voor instructies over het gebruik van ExpressCards.
2. Klik bij Hulpprogramma's op Gegevens over deze computer en klik vervolgens op Informatie zoeken over de hardware die op deze computer is
geïnstalleerd.
In het venster Gegevens over deze computer - Hardwarekuntuhettypemobielebreedbandkaartziendatinuwcomputerisgeïnstalleerd,evenalsandere
hardwarecomponenten.
Een verbinding met een mobiel breedbandnetwerk maken
Gebruik de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiele breedbandhulpprogramma van Dell) om een mobiele breedbandnetwerkverbinding met internet te
maken en beheren:
1. Klik op het pictogram van de Dell Mobile Broadband Card Utility , op het bureaublad van Windows om het hulpprogramma uit te voeren.
2. Klik op Connect (Verbinden).
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om de netwerkverbinding met behulp van het hulpprogramma te beheren.
OF
1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Wireless.
2. Klik op Dell Wireless Broadband (Dell draadloos breedband) en volg de instructies op uw scherm.
De mobiele breedbandkaart van Dell activeren/deactiveren
U kunt de mobiele breedbandkaart inschakelen en uitschakelen met behulp van de draadloze schakelaar op de computer.
De draadloze apparaten van uw computer kunt u inschakelen en uitschakelen met behulp van de draadloze schakelaar aan de linkerzijde van de computer
(zie Aanzicht linkerzijde).
Als de schakelaar zich in de "aan"-stand bevindt, moet u de schakelaar in de "uit"-stand zetten om de schakelaar en de mobiele breedbandkaart te
deactiveren. Als de schakelaar zich in de "uit"-stand bevindt, moet u de schakelaar in de "aan"-stand zetten om de schakelaar en de mobiele breedbandkaart
van Dell te activeren. Raadpleeg voor informatie over de standen van de draadloze schakelaar Draadloze schakelaar.
Raadpleeg voor het bewaken van de status van uw draadloze apparaat DestatusvandedraadlozenetwerkkaartbewakenmetDell™QuickSet.
Netwerkinstellingen beheren met behulp van de Dell QuickSet Location Profiler
De QuickSet Location Profiler helpt u om de netwerkinstellingen te beheren die overeenkomen met de fysieke locatie van uw computer. Dit proces beslaat
tweecategorieënvanprofielinstellingen:
l Locatieprofielinstellingen
l Algemene mobiliteitsinstellingen
U kunt gebruikmaken van Location Profile Settings(Locatieprofielinstellingen)omprofielentecreërenvoorinternettoegangopuwkantoor,thuisofop
andere openbare locaties waar internetdiensten beschikbaar zijn.Met General Mobility Settings (Algemene mobiliteitsinstellingen) kunt u aangeven op welke
manier netwerkverbindingen tot stand worden gebracht. De profielen zijn opgebouwd uit verschillende netwerkinstellingen en apparatuur die u nodig hebt
wanneer u de computer op verschillende locaties gebruikt.
Raadpleeg voor meer informatie over Dell QuickSet Dell™QuickSet-functies.
Dell™Wi-FiCatcher™NetworkLocator
OPMERKING: De mobiele breedbandkaart wordt vermeld onder Modems.
OPMERKING: Deze instructies zijn louter van toepassing op ExpressCards/minikaarten voor mobiele breedbandnetwerken. Ze zijn niet van toepassing
op ingebouwde kaarten met draadloze technologie.
OPMERKING: Voordat u een internetverbinding maakt, moet u de mobiele breedbanddienst activeren via uw mobiele provider. Raadpleeg voor
instructies en additionele informatie over het gebruik van de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiel breedbandhulpprogramma van Dell) de
handleiding. Deze is beschikbaar via het Windows Help and Support Center. Raadpleeg voor toegang tot Help en ondersteuning "Windows help en
ondersteuning". De handleiding is eveneens beschikbaar via de Dell Support-website op support.dell.com en op de cd die met de mobiele
breedbandkaart werd geleverd als u deze afzonderlijk van de computer hebt besteld.
OPMERKING: De knop Connect (Verbinden) zal daarop veranderen in de knop Disconnect (Verbinding verbreken).
OPMERKING: Als u niet in staat bent om een verbinding met een mobiel breedbandnetwerk te maken, moet u controleren of u over alle componenten
beschikt die nodig zijn voor het maken van een mobiele breedbandverbinding (zie Benodigdheden voor een mobiele breedbandverbinding). Controleer
vervolgens of uw mobiele breedbandkaart is geactiveerd door de stand van de draadloze schakelaar te raadplegen.
De draadloze schakelaar voor uw Dell-computer maakt gebruikt van de Dell Wi-FiCatcher™NetworkLocatoromspecifiektescannenopWirelessLocalArea
Networks (WLANs) in uw nabijheid.
Om op een draadloos LAN te scannen, verschuift u de schakelaar naar de "tijdelijke" stand en houdt u deze gedurende een paar seconden. De Wi-Fi Catcher
Network Locator functioneert ongeacht of uw computer aan staat of uitstaat, zich in de slaapstand of in standby-modus bevindt, zolang de schakelaars via
QuickSet of de BIOS (systeem-setup-programma) is geconfigureerd om WLAN-verbindingen te regelen.
Omdat de Wi-Fi Catcher Network Locator is gedeactiveerd en niet voor gebruik is geconfigureerd op het moment dat de computer naar u wordt verzonden,
moet u eerst Dell QuickSet te gebruiken om de schakelaar te activeren en configureren om WLAN-netwerkverbindingen te regelen.
Raadpleeg het helpbestand voor Dell QuickSet voor meer informatie over de Wi-Fi Catcher Network Locator en het activeren van deze functie met behulp van
Dell QuickSet. Om het Help-bestand te openen, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk.
Firewall voor internetverbindingen
De firewall voor internetverbindingen biedt basisbeveiliging tegen toegang tot de computer door onbevoegden terwijl de computer met internet is verbonden.
De firewall wordt automatisch geactiveerd wanneer u de Wizard Netwerkinstallatie uitvoert. Als de firewall is geactiveerd voor een netwerkverbinding zal het
firewall-pictogram worden weergegeven op een rode achtergrond in het gedeelte Netwerkverbindingen van het Configuratiescherm.
Let op dat het activeren van de firewall voor internetverbindingen geen einde maakt aan de noodzaak van een virusscanner.
Raadpleeg voor meer informatie Help en ondersteuning voor het besturingssysteem Microsoft®Windows®XP. Raadpleeg voor het gebruik van Help en
ondersteuning Windows help en ondersteuning.
Terug naar de inhoudspagina
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over de draadloze schakelaar Draadloze schakelaar.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109

Dell Latitude D620 ATG de handleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
de handleiding