Dell Precision M65 Gebruikershandleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
Gebruikershandleiding
DellPrecision™MobileWorkstationM65Gebruikshandleiding
Klik op de koppelingen aan de linkerzijde voor informatie over de functies en bediening van de computer. Raadpleeg voor informatie over de andere
documentatie die met uw computer werd geleverd Informatie zoeken.
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen
Afkortingen en acroniemen
Raadpleeg voor een volledig overzicht van afkortingen en acroniemen de Woordenlijst.
AlsueenDell™computeruitden-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft®Windows®-besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
Model PP04X
Februari2006P/NRD014Rev.A01
Informatie zoeken
Systeem-setup-programma
Over de computer
Reizen met uw computer
Batterijen gebruiken
Software opnieuw installeren
Het toetsenbord gebruiken
Onderdelen toevoegen en vervangen
Multimedia gebruiken
Dell™QuickSet
De monitor gebruiken
Specificaties
Netwerken gebruiken
Help opvragen
Kaarten gebruiken
Bijlage
De computer beveiligen
Woordenlijst
Problemen oplossen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt mogelijke beschadiging van de hardware of gegevensverlies aan en geeft aan hoe u dergelijke problemen
kunt voorkomen.
LET OP: Een WAARSCHUWING duidt het risico aan van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden.
Terug naar inhoudspagina
Over de computer
Gebruikshandleiding
Vooraanzicht
Linkeraanzicht
Aanzicht rechterkant
Achteraanzicht
Onderaanzicht
Vooraanzicht
Monitorvergrendeling Houdt de monitor dicht.
monitor Raadpleeg voor meer informatie over uw monitor De monitor gebruiken.
aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer af te zetten of een energiebeheermodus te verlaten (zie Energiebeheermodi).
Als de computer niet meer reageert, moet u de aan/uit-knop ingedrukt houden totdat deze volledig wordt uitgeschakeld. Dit proces kan enige seconden in
beslag nemen.
statuslampjes apparaten
1
8
knoppen voor touchpad/track stick
2
9
track stick
3
10
statuslampjes toetsenbord
4
11
volumeknoppen
5
12
dempknop
6
13
omgevingslichtsensor
7
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen, moet u de computer uitzetten via het besturingssysteem Microsoft®Windows®in plaats van de
aan/uit-knop te gebruiken.
Als de computer is aangesloten op een stopcontact, werkt het lampje als volgt:
¡ Aanhoudend groen: De batterij wordt opgeladen.
¡ Knipperend groen: De batterij is bijna volledig opgeladen.
¡ Uit: De batterij is voldoende opgeladen (of er is geen externe stroomvoorziening beschikbaar om de batterij op te laden).
Als de computer door een batterij wordt gevoed, zal het lampje als volgt werken:
¡ Uit: De batterij is voldoende opgeladen (of de computer staat uit).
¡ Knipperend oranje: De batterij begint leeg te raken.
¡ Aanhoudend oranje: De batterij is vrijwel geheel leeg.
speaker Omhetvolumevandegeïntegreerdespeakeraftestellen,druktuopdevolumebedieningsknoppenofdedempknop.
toetsenbord Het toetsenbord is voorzien van een numeriek toetsenbord en een toets met het Windows-logo. Raadpleeg voor informatie over
ondersteunde sneltoetscombinaties Numeriek toetsenblok.
touchpad Biedt de functionaliteit van een muis. Raadpleeg voor meer informatie Touchpad.
Touchpad/track stick-knoppen Bieden de functionaliteit van een muis. Raadpleeg voor meer informatie Touchpad.
omgevingslichtsensor Hiermee kunt u de schermhelderheid regelen. Raadpleeg voor meer informatie De omgevingslichtsensor gebruiken.
statuslampjes toetsenbord
Gaat branden als u de computer aanzet en knippert als de computer zich in een energiebeheermodus bevindt.
Gaat branden als de computer gegevens leest of wegschrijft.
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen mag u nooit de computer uitzetten wanneer het lampje knippert
Gaat aan en brandt aanhoudend/knippert om de status van de batterij-inhoud aan te geven.
Gaat branden wanneer er draadloze apparaten zijn geactiveerd. Om WiFi te activeren of deactiveren moet u de draadloze schakelaar aan de linkerkant
van de computer gebruiken.
Gaat branden als er draadloze Bluetooth
®
-technologie is geactiveerd. Gebruik de draadloze schakelaar aan de linkerkant van de computer om de
draadloze Bluetooth-technologie te activeren of deactiveren.
OPMERKING: De draadloze Bluetooth-technologie is een optionele functie van de computer. Het pictogram zal dus alleen worden geactiveerd als
u draadloze Bluetooth-technologie voor uw computer hebt besteld. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie met de draadloze Bluetooth-
technologie werd meegeleverd.
OPMERKING: Als u de optionele vingerafdruklezer bij uw computer hebt besteld, zal deze zich tussen de touchpad-knoppen bevinden.
De groene lampjes bovenin het toetsenbord geven het volgende aan:
volumeknoppen Druk op deze knoppen om het volume te regelen.
dempknop Druk op deze knop om het volume uit te zetten.
Linkeraanzicht
sleuf voor beveiligingskabel Hiermee kunt u een antidiefstalvoorziening op de computer aansluiten. Raadpleeg voor meer informatie Beveiligingskabelslot.
luchtopeningen De computer maakt gebruik van een interne ventilator om een luchtstroom door de ventilatieopeningen te genereren om oververhitting te
voorkomen.
IEEE 1394-ingang Hierop kunnen apparaten worden aangesloten die ondersteuning bieden voor IEEE 1394 overdrachtsratio's met hoge snelheid, zoals
bepaalde digitale videocamera's.
Gaat branden als het numeriek toetsenbord is geactiveerd.
Gaat branden als de hoofdletterfunctie is geactiveerd.
Gaat branden als de scroll lock-functie is geactiveerd.
1
sleuf voor beveiligingskabel
6
infraroodsensor
2
ventilatieopeningen
7
draadloze schakelaar
3
1394-ingang
8
Wi-Fi Catcher-lampje
4
audioingangen
9
sleuf voor pc-kaart
5
sleuf voor ExpressCard
10
sleuf voor smart card
KENNISGEVING: Voordat u een antidiefstalvoorziening aanschaft, moet u controleren of deze werkt in combinatie met de sleuf voor de
beveiligingskabel.
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een draagtas of een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt
u het risico van brand of beschadiging van de computer.
OPMERKING: Als de computer warm wordt, zal deze de ventilator inschakelen. Het is normaal dat de ventilator geluid produceert. Dit duidt niet op een
probleem met de ventilator of computer.
audio-ingangen
sleuf voor ExpressCard Biedt ondersteuning voor PCI ExpressCards van 34 mm en 54 mm of USB-ExpressCards (zie Kaarten gebruiken).
infraroodsensor Hiermee kunt u bestanden van de computer overdragen naar een ander infrarood apparaat zonder kabelverbindingen te hoeven
gebruiken.
Wanneer u de computer ontvangt, is de sensor gedeactiveerd. U kunt het systeem-setup-programma gebruiken om de sensor te activeren. Raadpleeg voor
het overdragen van gegevens het helpbestand van Windows, het Help and Support Center (Help en ondersteuning-centrum) of de documentatie die met uw
infraroodapparaat werd geleverd.
draadloze schakelaar Hiermee kunt u draadloze apparaten aan- en uitzetten, zoals Wi-Fi- en ingebouwde kaarten met Bluetooth-technologie; scant op Wi-
Fi-netwerken. Raadpleeg voor meer informatie over het scannen op draadloze netwerken Dell™Wi-FiCatcher™NetworkLocator.
Standen van draadloze schakelaar
Wi-Fi Catcher-lampje Het lampje werkt als volgt:
¡ Knipperend groen: Er wordt naar netwerken gezocht
¡ Aanhoudend groen: Er is een krachtig netwerk gevonden
¡ Aanhoudend geel: Er is een zwak netwerk gevonden
¡ Knipperend geel: Fout
¡ Uit: Geen signaal gedetecteerd
sleuf voor pc-kaart Biedtondersteuningvooréénpc-kaart zoals een modem of netwerkadapter. De computer wordt geleverd met een dummy-kaart in de
sleuf. Raadpleeg voor meer informatie Kaarten gebruiken.
Sluit een koptelefoon op de ingang aan.
Sluit een microfoon op de ingang aan.
OPMERKING: De draadloze schakelaar detecteert geen mobiele breedbandnetwerken of netwerken die gebruikmaken van interne Bluetooth-kaarten.
1
"uit"-stand
2
"aan"-stand
3
"tijdelijke" stand
4
Wi-Fi Catcher-lampje
"uit"
Draadloze apparaten worden gedeactiveerd
"aan"
Draadloze apparaten worden geactiveerd
"tijdelijk"
Scant op Wi-Fi-netwerken. Raadpleeg voor meer informatie Dell™Wi-FiCatcher™
Network Locator.
sleuf voor smart card Biedtondersteuningvooréénsmartcard(zieSmartcards).
Aanzicht rechterkant
mediacompartiment Biedt ondersteuning voor een diskettestation, optische stations, een tweede batterij of een tweede vaste schijf (zie Multimedia
gebruiken).
USB-ingangen
Achteraanzicht
netwerkingang (RJ-45)
USB-ingang
1
mediacompartiment
2
USB-ingangen (2)
Hierop kunnen USB-apparaten zoals een muis, toetsenbord of printer worden aangesloten.
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Bewaar de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer. Als u dat toch doet, loopt u het risico van brand of beschadiging van de
computer.
1
netwerkingang (RJ-45)
5
seriëleingang
2
USB-ingang
6
videoingang
3
USB-ingang met voeding
7
ingang voor netadapter
4
modemingang (RJ-11)
8
ventilatieopeningen
KENNISGEVING: De netwerkingang is iets groter dan de modemingang. Om schade aan de computer te voorkomen mag u geen telefoonkabel op de
netwerkingang aansluiten.
Sluit de computer op een netwerk aan. De twee lampjes naast de ingang geven de status en activiteit voor vaste netwerkverbindingen
aan.
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van de netwerkadapter de gebruikershandleiding voor het apparaat dat met de computer
werd meegeleverd (zie Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem).
Hierop kunnen USB-apparaten zoals een muis, toetsenbord of printer worden aangesloten. U kunt ook het optionele diskettestation
rechtstreeks op een USB-ingang aansluiten met behulp van de kabel van het optionele diskettestation.
van stroom voorziene USB 2.0-ingang
modemingang (RJ-11)
seriëleingang
videoingang
ingang voor netadapter Hiermee kunt u een netadapter op de computer aansluiten.
De netadapter zet wisselstroom om naar de gelijkstroom die voor de computer is benodigd. U kunt de netadapter aansluiten terwijl uw computer aan of uit
staat.
luchtopeningen De computer maakt gebruik van een interne ventilator om een luchtstroom door de ventilatieopeningen te genereren om oververhitting te
voorkomen.
Hierop kunnen apparaten worden aangesloten die aan de USB 2.0-specificatie voldoen, zoals een muis, toetsenbord of printer. Kan ook
worden gebruikt voor randapparatuur waarvoor meer dan 5 V aan stroom is benodigd.
Als u de optionele interne modem hebt besteld, moet u de telefoonkabel aansluiten op de modemingang.
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van de modem de online modemdocumentatie die met de computer werd geleverd (zie
Informatie zoeken).
Aansluitingvoorseriëleapparatenzoalseenmuisofhandheld.
Sluit videoapparaten zoals een monitor aan.
LET OP: De wisselstroomadapter werkt op elektrische stopcontacten overal ter wereld. Stroomconnectoren en stroomkabels verschillen echter
van land tot land. Het gebruik van een incompatibele kabel of het onjuist aansluiten van de kabel op de bedrading van de computer of op het
stopcontact kan brand of schade aan de apparatuur veroorzaken.
KENNISGEVING: Wanneer u de wisselstroomadapterkabel van de computer loskoppelt, dient u de connector vast te pakken (niet de kabel zelf). Trek
met vaste grip en zonder worstelingen om schade aan de kabel te voorkomen. Wanneer u de kabel van de AC-adapter oprolt, dient u ervoor te zorgen
dat u de hoek tussen de connector en de AC-adapter volgt om schade aan de kabel te vermijden.
OPMERKING: De computer zet de ventilator aan wanneer hij warm wordt. Het is normaal dat de ventilator geluid produceert. Dit duidt niet op een
probleem met de ventilator of computer.
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Bewaar de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer. Als u dat toch doet, loopt u het risico van brand of beschadiging van de
computer.
Onderaanzicht
ontgrendelingsschuifje van batterijhouder Ontgrendelt de batterij. Raadpleeg voor meer informatie De batterij vervangen.
batterij Alseenbatterijisgeïnstalleerd,kuntudecomputergebruikenzonderdezeopeenstopcontactisaangesloten(zieBatterijen gebruiken).
geheugenmodulekap Bedenkt het compartiment dat de tweede geheugenmodule bevat (zie Geheugen).
ingang docking-apparaat Stelt u in staat om de computer op de Media Base of op een ander docking-apparaat aan te sluiten. Raadpleeg voor meer
informatie de Dell-documentatie die met het docking-apparaat werd meegeleverd.
luchtspleten ventilator De computer maakt gebruik van een interne ventilator om een luchtstroom door de ventilatiegaten te genereren om oververhitting
te voorkomen.
vaste schijf Slaat software en gegevens op.
Terug naar inhoudspagina
1
ontgrendelingsschuifje van batterijhouder
4
ingang voor docking-apparaten
2
batterij
5
luchtspleten ventilator
3
geheugenmodulekap
6
vaste schijf
OPMERKING: De computer zet de ventilator aan wanneer hij warm wordt. Het is normaal dat de ventilator geluid produceert. Dit duidt niet op een
probleem met de ventilator of computer.
LET OP: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Bewaar de computer niet in een
omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer. Als u dat toch doet, loopt u het risico van brand of beschadiging van de
computer.
Terug naar inhoudspagina
Bijlage
Gebruikshandleiding
De computer reinigen
Productkennisgeving Macrovision
FCC-kennisgeving (alleen V.S.)
De computer reinigen
Computer, toetsenbord en monitor
l Gebruik een spuitbus met gecomprimeerde lucht om stof tussen de toetsen van het toetsenbord weg te blazen.
l Bevochtig een zachte, niet-schurende doek met water of een beeldschermreiniger en poets het beeldscherm totdat het schoon is.
l Bevochtig een zachte, niet-schurende doek met water en maak daarmee de computer en het toetsenbord schoon. Zorg ervoor dat er geen water van
de doek tussen de touchpad en de omliggende polssteun terecht komt.
Touchpad
1. Zet de computer uit.
2. Koppel aangesloten hardware los van de computer en stopcontacten.
3. Verwijderallegeïnstalleerdebatterijen.ZieDe batterij vervangen.
4. Bevochtig een zachte, niet-schurende doek met water en haal deze zachtjes over het oppervlak van de touchpad. Zorg ervoor dat er geen water van
de doek tussen de touchpad en de omliggende polssteun terecht komt.
Diskettestation
Maak het diskettestation schoon met een van de op de markt verkrijgbare schoonmaaksets. Deze schoonmaaksets bevatten vooraf behandelde diskettes die
vuilstoffen verwijderen die zich tijdens een normale werking van het station ophopen.
Cd's en dvd's
Als u problemen met de afspeelkwaliteit van uw cd's of dvd's bemerkt, zoals het overslaan van geluids- of filmfragmenten, moet u proberen om de schijven te
reinigen.
1. Houd schijven altijd bij de rand vast. U kunt ook de binnenste rand van het gat in het midden aanraken.
2. Wrijf de onderzijde (de zijde zonder label) van de schijf schoon met een zachte, niet-schurende doek. Wrijf de schijf schoon in een rechte lijn van het
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids raadplegen.
LET OP: Voordatudecomputerkuntreinigenmoetudezeloskoppelenvanhetstopcontactengeïnstalleerdebatterijen,indienvantoepassing,
verwijderen. Maak de computer schoon met een zachte, met water bevochtigde doek. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of middelen
in een spuitbus. Deze schoonmaakmiddelen kunnen ontvlambare stoffen bevatten.
KENNISGEVING: Om schade aan de computer en monitor te voorkomen mag u geen reinigingsmiddel direct op de monitor sproeien. Gebruik alleen
producten die specifiek zijn ontwikkeld voor het reinigen van monitors, en volg steeds de productaanwijzingen.
KENNISGEVING: Probeer niet de koppen van het station met een wattenstaafje te reinigen. Dit kan leiden tot een verkeerde stand van de koppen, als
gevolg waarvan het station niet meer naar behoren kan functioneren.
KENNISGEVING: Gebruik altijd gecomprimeerde lucht om de lens in het cd-/dvd-station te reinigen, en volg de instructies die met het product met
gecomprimeerde lucht werden geleverd. Raak onder geen beding de lens in het station aan.
KENNISGEVING: Om schade aan het oppervlak te voorkomen moet u niet in een ronddraaiende beweging rond de schijf poetsen.
midden naar de buitenste rand van de schijf.
Probeer in het geval van hardnekkig vuil gebruik te maken van water of een oplossing van water en milde zeep. U kunt ook in de handel verkrijgbare
producten aanschaffen voor het reinigen van schijven die een bepaalde mate van bescherming bieden tegen stof, vingerafdrukken en krassen.
Reinigingsproducten voor cd's zijn ook veilig voor gebruik met dvd's.
Productkennisgeving Macrovision
Dit product is voorzien van copyrightbeveiligingstechnologie die wordt beschermd door Amerikaanse octrooien en andere intellectuele eigendomsrechten. Voor
het gebruik van deze copyrightbeveiligingstechnologie is toestemming nodig van Macrovision. Dit product is bestemd voor thuisgebruik of gebruik in kleine
kring, mits hiertoe toestemming is verleend door Macrovision. Het is verboden om het product na te bouwen, ontleden of demonteren.
FCC-kennisgeving (alleen V.S.)
FCC klasse B
Deze apparatuur genereert radiofrequente energie, gebruiktdeze en kan deze uitstralen. Als de apparatuur niet in overeenstemming met de instructieswordt
geïnstalleerdengebruikt,kandeapparatuurschadelijkeinterferentietijdensradiocommunicatiesveroorzaken.Opbasisvantestsisvastgestelddatdeze
apparatuur voldoet aan de grenswaarden die voor een digitaal apparaat van klasse B zijn opgesteld conform deel 15 van de FCC-regelgeving.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. De werking moet voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
2. Het apparaat moet binnenkomende interferentie accepteren, inclusief interferentie die ongewenste effecten heeft.
Deze grenswaarden zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving. Er wordt echter niet
gegarandeerd dat een bepaalde installatie geen interferentie veroorzaakt. Als deze apparatuur interfereert met de radio- of televisieontvangst (hetgeen men
kan bepalen door de apparatuur uit en in te schakelen), kan de gebruiker het beste proberen om de interferentie te verhelpen door een of meer van de
volgende maatregelen te treffen:
l Richt de ontvangstantenne een andere kant op.
l Verplaats het systeem ten opzichte van de antenne.
l Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de antenne.
l Sluit de apparatuur aan op een stopcontact dat is aangesloten op een ander circuit dan de antenne.
Raadpleeg indien nodig de leverancier of een erkende radio-/televisietechnicus voor verdere ondersteuning.
De volgende informatie wordt conform de FCC-richtlijnen op de computer of in deze documentatie besproken apparatuur:
Terug naar inhoudspagina
KENNISGEVING: De FCC-richtlijnen bepalen dat wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Dell Inc. mogelijk uw recht om
deze apparatuur te gebruiken, ongedaan maken.
Productnaam:
DellPrecision™MobileWorkstationM65
Modelnummer:
PP04X
Bedrijfsnaam:
Dell Inc.
Worldwide Regulatory Compliance & Environmental Affairs
One Dell Way
Round Rock, TX 78682 Verenigde Staten
+1 512-338-4400
Terug naar inhoudspagina
Batterijen gebruiken
Gebruikshandleiding
Batterijprestatie
De lading van de batterij controleren
Batterijvermogen sparen
Energiebeheermodi
De energiebeheerinstellingen configureren
De batterij opladen
De batterij vervangen
Een batterij opslaan
Batterijprestatie
VooreenoptimaleprestatievandecomputerentevensomtehelpendeinstellingenvandeBIOStebehouden,dientudedraagbareDell™-computer te allen
tijdetegebruikenterwijldehoofdbatterijgeïnstalleerdis.Erwordtstandaardéénbatterijmeegeleverd;dezebevindtzichinhetbatterijcompartiment.
De werkduur van de batterij is afhankelijk van de werkomstandigheden. Om de werkduur aanzienlijk te verhogen, kunt u een optionele tweede batterij
aanbrengen in het mediacompartiment.
De werkduur wordt aanzienlijk verminderd door onder andere:
l Optische apparaten
l Draadloze communicatietoestellen, pc-kaarten, ExpressCards, mediageheugenkaarten of USB-apparaten
l Het gebruik van zeer heldere weergaveinstellingen, driedimensionale screensavers of andere programma's die veel energie verbruiken, zoals
driedimensionale spelletjes
l De computer laten draaien in de maximale prestatiemodus (zie De energiebeheerinstellingen configureren).
U kunt de batterijstatus in de gaten houden voordat u de batterij in de computer stopt (zie De lading van de batterij controleren). U kunt ook de opties van
het energiebeheer zo instellen dat ugewaarschuwd wordt als de batterij leeg raakt (zie De energiebeheerinstellingen configureren).
De lading van de batterij controleren
De Dell QuickSet-batterijmeter, het venster Energiemeter van Microsoft Windows, het pictogram , de ladingmeter en statusmeter van de batterij de
waarschuwing dat de batterij bijna leeg is, geven informatie over de status van de batterij.
Dell™QuickSet-batterijmeter
AlsDellQuickSetisgeïnstalleerd,druktuop<Fn><F3>omdeQuickSet-batterijmeter weer te geven. De batterijmeter toont de status, de levensduur, het
laadniveau en de laadtijd van de batterij van de computer.
OPMERKING: Zie de productinformatiegids of het afzonderlijke papieren garantiedocument dat met uw computer is meegeleverd voor informatie over de
Dell-garantie voor uw computer.
OPMERKING: Omdat de batterij wellicht niet helemaal opgeladen is, raadt Dell u aan om de netadapter van de computer aan te sluiten op een
stopcontact als u de computer voor het eerst gebruikt. Voor de beste resultaten blijft u de netadapter beter gebruiken tot de batterij helemaal is
opgeladen. Om de batterijstatus te controleren, klikt u op Configuratiescherm® Energie-opties en vervolgens op het tabblad Energiemeter.
OPMERKING: De werkduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan bieden) wordt met de tijd minder. Afhankelijk van de
frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe
batterij moet aanschaffen.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen dat u de computer op een stopcontact aansluit wanneer u naar een cd of DVD schrijft.
LET OP: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend met een
compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De lithium-ionbatterij is speciaal ontwikkeld voor uw Dell-computer. Gebruik geen batterij
van een andere computer in uw Dell-computer.
LET OP: Gooi batterijen niet met het huisafval weg. Als de batterij geen energie meer bevat, moet u contact opnemen met de plaatselijke
vuilophaal- of milieudienst voor advies over het verwijderen van een lithium- ionbatterij. Zie "Batterijen verwijderen" in de
productinformatiegids.
LET OP: Misbruik van de batterij kan de kans op brand of chemische brandwonden verhogen. Maak geen gaten in batterijen, gooi batterijen niet
inhetvuur,maakbatterijennietopenenstelbatterijennietblootaaneentemperatuurhogerdan65°C.Houddebatterijbuitenbereikvan
kinderen. Ga uiterst voorzichtig met beschadigde of lekkende batterijen om. Beschadigde batterijen kunnen lekken en lichamelijke schade of
schade aan uw apparatuur opleveren.
Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk. Klik vervolgens op Help.
Microsoft®Windows®Energiemeter
De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. U kunt de energiemeter controleren door te dubbelklikken op het pictogram op de
taakbalk.
Als de computer op een stopcontact is aangesloten, verschijnt het pictogram .
Ladingmeter
Als u op de statusknop van de ladingmeter op de batterij klikt, kunt het volgende controleren:
l De batterijlading (klik kort op de statusknop)
l De batterijstatus (houd de statusknop ingedrukt)
De werkingsduur van de batterij wordt grotendeels bepaald door het aantal keren dat deze is opgeladen. Als de batterij al een paar honderd keer is
opgeladen en ontladen, gaat iets van de laadcapaciteit of het laadvermogen van de batterij verloren. Een batterij kan dus wel een status "geladen" geven,
en toch een beperkte laadcapaciteit (vermogen) hebben.
Batterijlading controleren
Om de batterijlading te controleren, moet u de statusknop op de batterijladingmeter ingedrukt houden om de lampjes voor het ladingniveau op te doen
lichten. Elk lampje vertegenwoordigt ongeveer 20 procent van de totale batterijlading. Als bijvoorbeeld tachtig procent van de lading resteert, zullen er vier
lampjes branden. Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
Batterijvermogen controleren
Als u het batterijvermogen wilt meten met de laadmeter, moet u minstens 3 seconden de statusknop op de batterijladingmeter ingedrukt houden. Als er geen
lampjes gaan branden, verkeert de batterij in goede toestand, en heeft deze nog meer dan 80 procent van zijn oorspronkelijke oplaadcapaciteit. Hoe meer
lampjesbranden,hoelagerhetvermogen.Alservijflampjesbranden,blijfterminderdan60procentvandelaadcapaciteitvandebatterijoverenishet
raadzaam om deze te vervangen. Raadpleeg Specificaties voor meer informatie over de batterijwerkduur.
Waarschuwing batterij bijna leeg
Een pop-upvenster zal u waarschuwen wanneer de batterij voor ongeveer 90 procent leeg is. U kunt de instellingen voor de batterijwaarschuwingen
definiëreninhetvensterPower Options Properties (Energiebeheer-instellingen) van QuickSet. Raadpleeg De energiebeheerinstellingen configureren voor
informatie over toegang tot QuickSet of het venster Power Options Properties (Energiebeheer-instellingen).
Batterijvermogen sparen
Voer de volgende handelingen uit om het batterijvermogen te sparen:
l Sluit de computer aan op een stopcontact telkens als dat mogelijk is, omdat de levensduur van een batterij in grote mate afhangt van het aantal keer
dat de batterij wordt gebruikt en opgeladen.
l Zet de computer in de standby-modus of slaapstand als u de computer gedurende lange tijd onbenut laat (zie Energiebeheermodi).
l Activeer de Energiebeheer-wizard om opties in te stellen die het stroomverbruik van de computer optimaliseren. U kunt deze opties zo instellen dat ze
wijzigen wanneer u op de aan/uit-knop drukt, het scherm sluit of <Fn><Esc> indrukt.
Energiebeheermodi
OPMERKING: U kunt de batterijstatus op twee manieren raadplegen: met behulp van de ladingmeter op de batterij zoals hierboven beschreven, of met
behulp van de batterijmeter in Dell QuickSet. Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van de taakbalk,
en klik vervolgens op Help.
KENNISGEVING: Om te voorkomen dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan, moet u uw werk direct opslaan als u een waarschuwing ontvangt
dat de batterij bijna leeg is. Sluit de computer vervolgens op een stopcontact aan. Als de batterij volledig zonder stroom komt te staan, wordt
automatisch de slaapstand geactiveerd.
OPMERKING: Zie Energiebeheermodi voor meer informatie over Batterijvermogen sparen.
Standby-modus
De standby-modus bespaart energie door het beeldscherm en de vaste schijf uit te schakelen na een vooraf gedefinieerde periode van gebrek aan activiteit
(een zogenaamde time-out). Als de computer de standby-modus verlaat, zal deze naar dezelfde werkstand terugkeren waarin hij verkeerde voordat de
standby-modus werd geactiveerd.
Om de standby-modus te activeren, doet u het volgende:
l Klik op Start® Afsluiten® Stand by.
of
l Afhankelijk van de energiebeheerinstellingen in het venster Power Options Properties (Energiebeheer-instellingen) of de QuickSet Power Management
Wizard, gebruikt u een van de volgende twee methoden:
¡ Druk op de aan/uit-knop.
¡ Sluit het beeldscherm.
¡ Druk op <Fn><Esc>.
Om de standby-modus te verlaten drukt u op de aan/uit-knop of opent u het beeldscherm, afhankelijk van de energiebeheerinstellingen. U kunt de computer
niet uit de standby-modus halen door een toets aan te slaan of de touchpad of track stick aan te raken.
Slaapstand
Deslaapstandbespaartenergiedoorsysteemgegevenstekopiërennaareendaartoegereserveerdgedeelteopdevasteschijfenvervolgensdecomputer
volledig uit te zetten. Als de computer de slaapstand verlaat, zal deze terugkeren naar dezelfde werkstand waarin deze verkeerde voordat de slaapmodus
werd geactiveerd.
Zodra de batterijlading een kritiek laag niveau bereikt, gaat de computer automatisch in de slaapstand.
Om handmatig de slaapstand te activeren, doet u het volgende:
l Klik op Start® De computer afsluiten, houd <Shift>, ingedrukt en klik vervolgens op Slaapstand.
of
l Afhankelijk van de instellingen in het venster Power Options Properties (Energiebeheer-instellingen) of de QuickSet Power Management Wizard kunt u
een van de volgende methoden gebruiken om de slaapstand te activeren:
¡ Druk op de aan/uit-knop.
¡ Sluit het beeldscherm.
¡ Druk op <Fn><Esc>.
Druk op de aan/uit-knop om de slaapstand te verlaten. Het kan even duren voordat de computer uit de slaapstand komt. Het is niet mogelijk om de computer
uit de slaapstand te halen met behulp van een toetsaanslag of door de touchpad of track stick aan te raken. Raadpleeg voor meer informatie over de
slaapstand de documentatie die met het besturingssysteem werd geleverd.
De energiebeheerinstellingen configureren
U kunt gebruikmaken van de QuickSet Energiebeheer-wizard of energiebeheerinstellingen van Windows om de energiebeheerinstellingen voor uw computer
te beheren.
l Dubbelklik het pictogram op de taakbalk om de QuickSet Energiebeheer-wizard te starten. Meer informatie over QuickSet is beschikbaar via de
knop Help in de Energiebeheer-wizard.
l U kunt het venster Energiebeheer-instellingen oproepen door te klikken op Start® Configuratiescherm® Prestatie en onderhoud® Energie-opties.
Voor meer informatie over de verschillende velden in het venster Power Options Properties (Energiebeheer-instellingen) kunt u klikken op het
vraagtekenpictogram op de titelbalk. Vervolgens kunt u klikken in het gebied waarover u informatie wilt.
De batterij opladen
KENNISGEVING: Als de computer netstroom en batterijstroom verliest terwijl deze in de standby-modus verkeert, kan er gegevensverlies optreden.
KENNISGEVING: Het is niet mogelijk om apparaten te verwijderen of uw computer los te koppelen van een dockingstation terwijl de computer zich in
de slaapstand verkeert.
OPMERKING: Het is mogelijk dat sommige pc-kaarten en ExpressCards niet meer naar behoren werken nadat de computer de slaapstand heeft
verlaten. Verwijder de kaart en installeer deze opnieuw (zie Een pc-kaart of ExpressCard installeren) of start de computer simpelweg opnieuw op.
OPMERKING: DankzijDell™ExpressCharge™,zaldenetadapteralsdecomputerisuitgeschakeld,eenvollediglegebatterijtot80procentopladenin
ongeveer 1 uur, en tot 100 procent in ongeveer 2 uur. De oplaadtijd is langer als de computer aan staat. U kunt de batterij in de computer laten zolang
u wil. De interne circuits van de batterij voorkomen dat de batterij wordt overladen.
Als u de computer aansluit op een stopcontact of een batterij aanbrengt terwijl de computer op een stopcontact is aangesloten, zal de computer de lading en
temperatuur van de batterij controleren. Indien nodig zal de wisselstroomadapter de batterij opladen en de batterijlading op peil houden.
Als de batterij verhit is geraakt door gebruik in de computer of omdat de omgevingstemperatuur te hoog is, is het mogelijk dat de batterij niet oplaadt als u de
computer op een stopcontact aansluit.
De batterij is te warm om te beginnen met opladen als het lampje afwisselend groen en oranje knippert. Koppel de computer los van het stopcontact en
laat de computer en batterij afkoelen tot kamertemperatuur. Sluit de computer vervolgens aan op een stopcontact om de batterij op te laden.
Raadpleeg voor meer informatie over het oplossen van batterijproblemen Problemen met de stroomvoorziening.
De batterij vervangen
Raadpleeg voor informatie over het vervangen van de tweede batterij, die zich in het mediacompartiment bevindt Multimedia gebruiken.
De batterij verwijderen:
1. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
2. Zorg ervoor dat de computer uitstaat.
3. Verschuif het ontgrendelingsschuifje van de batterijhouder aan de onderzijde van de computer totdat het ontgrendelingsmechanisme een klik laat
horen.
4. Maak gebruik van het batterijlipje om de batterij uit de computer te tillen.
Om de batterij te vervangen, plaatst u de batterij in het batterijcompartiment en drukt u deze naar beneden totdat deze vastklikt.
Een batterij opslaan
Verwijder de batterij als u de computer voor langere tijd opslaat. Een batterij verliest zijn lading als deze gedurende een lange periode niet wordt gebruikt.
Na een lange opslagperiode moet u de batterij volledig opladen voordat u deze gebruikt (zie De batterij opladen).
Terug naar inhoudspagina
LET OP: Voordat u deze procedures uitvoert, moet u de computer uitzetten, de stekker van de netadapter uit het stopcontact verwijderen, de
stekker van de modem uit het modemcontact en de computer verwijderen en alle andere externe kabels uit de computer verwijderen.
KENNISGEVING: U moet alle externe kabels uit de computer verwijderen om eventuele schade te voorkomen.
LET OP: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend met een
compatibelebatterijdieubijDellhebtaangeschaft.DebatterijisspeciaalgemaaktvooreenDell™-computer. Gebruik nooit batterijen van
andere computers.
1
batterijlipje
2
batterij
3
ontgrendelingsschuifje van batterijhouder
Terug naar inhoudspagina
Kaarten gebruiken
Gebruikshandleiding
Kaarttypen
Dummy-kaarten
Kaarten die uitsteken
Een pc-kaart of ExpressCard installeren
Een kaart of dummy-kaart verwijderen
Kaarttypen
Raadpleeg Specificaties voor informatie over ondersteunde kaarttypen.
De sleuf voor pc-kaartisvoorzienvanééningangdieondersteuningbiedtvooreenenkelekaartvanhettype1of2.Desleufvoorpc-kaart biedt
ondersteuning voor CardBus-technologie en pc-kaarten die uitsteken. Het "type" kaart verwijst naar de dikte ervan, niet naar de functionaliteit.
DesleufvoordeExpressCardisvoorzienvanééningangdieondersteuningbiedtvoorkaartenmeteendiktevan54mm.Dekaartsleufbiedttevens
ondersteuningvooradaptersvoorkaartenmeteendiktevan34mm.
Dummy-kaarten
Uw computer werd geleverd met een plastic dummy-kaart in de kaartsleuf. Dummy-kaarten beschermen ongebruikte sleuven tegen stof en andere deeltjes
vuil. Bewaar de dummy-kaart voor gebruik wanneer er zich geen pc-kaart in de sleuf bevindt. Dummy-kaarten voor andere computers passen mogelijk niet in
uw computer.
Raadpleeg voor instructies met betrekking tot het verwijderen van een dummy-kaart Een kaart of dummy-kaart verwijderen.
Kaarten die uitsteken
Een kaart die uitsteekt (bijvoorbeeld een draadloze netwerkadapter) is langer dan een standaard kaart en steekt uit de computer. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u gebruikmaakt van een uitstekende pc-kaart of een ExpressCard:
l Beveilighetblootgesteldeuiteindevangeïnstalleerdekaarten.Alsertegenhetuiteindevandekaartwordtgeduwdkanerschadeaanhet
moederbord optreden.
l Verwijder altijd een uitstekende kaart voordat u de computer in de draagtas stopt.
Een pc-kaart of ExpressCard installeren
Het is mogelijk om een pc-kaart of ExpressCard in de computer aan te brengen terwijl de computer aan staat. De computer zal de kaart automatisch
detecteren.
Kaarten worden doorgaans gemarkeerd met een symbool, zoals een driehoek of pijl, om aan te geven welk uiteinde in de kaartsleuf moet worden
aangebracht. De kaarten zijn op zodanige wijze ontwerpen dat het niet mogelijk is om ze om een verkeerde manier in te voeren. Als het niet duidelijk is in
welke richting de kaart moet worden ingevoerd, moet u de documentatie raadplegen die met de kaart werd meegeleverd.
Pc-kaart
1. Houddekaartopzodanigewijzevastdathetoriëntatiesymboolnaardesleufwijstendebovenkantvandekaartnaarbovenisgericht.De
vergrendeling moet mogelijk in de "in"-stand worden gezet voordat u de kaart invoert.
2. Schuif de kaart in de sleuf totdat de kaart volledig in de ingang is ingevoerd.
Als u teveel weerstand ondervindt, moet u de kaart niet forceren. Controleer of de kaart in de juiste richting wijst en probeer het opnieuw.
OPMERKING: Een pc-kaart is geen opstartbaar apparaat.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
De computer herkent de meeste kaarten en zal automatisch het juiste stuurprogramma laden. Als het configuratieprogramma u aanspoort om de
stuurprogramma's van de fabrikant te laden, moet u gebruikmaken van de diskette of cd die met de pc-kaart werd geleverd.
ExpressCard
1. Houdekaartopzodanigewijzevastdathetoriëntatiesymboolnaardesleufwijstendebovenkantvandekaartnaarbovenisgericht.De
vergrendeling moet mogelijk in de "in"-stand worden gezet voordat u de kaart invoert.
2. Schuif de kaart in de sleuf totdat de kaart volledig in de ingang is ingevoerd.
Als u teveel weerstand ondervindt, mag u de kaart niet forceren. Controleer of de kaart in de juiste richting wijst en probeer het opnieuw.
De computer herkent de meeste kaarten en zal automatisch het juiste stuurprogramma laden. Als het configuratieprogramma u vraagt om de
stuurprogramma's van de fabrikant te laden, moet u de diskette of cd gebruiken die met de kaart werd meegeleverd.
Als u over een adapter beschikt zoals de hieronder getoonde adapter, kunt u ExpressCards van 34 mm in de sleuf voor pc-kaarten aanbrengen. Raadpleeg
voor informatie over het gebruik van de sleuf voor de pc-kaart Pc-kaart.
Een kaart of dummy-kaart verwijderen
Druk op de vergrendeling en verwijder de kaart of dummy-kaart.Bijsommigevergrendelingenmoetutweekeeropdevergrendelingdrukken:éénkeeromde
vergrendeling open te klappen, en vervolgens om de kaart naar buiten te laten duwen.
LET OP: Voordat u de procedures volgt die in dit gedeelte zijn beschreven, moet u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids.
KENNISGEVING: Klik op het pictogram op de taakbalk om een kaart te selecteren en de werking ervan stop te zetten voordat u deze uit de
computer verwijderd. Als u de werking van de kaart niet stopzet met behulp van het configuratiehulpprogramma kan er gegevensverlies optreden. Als
de kaart van een kabel is voorzien, moet u deze kabel niet gebruiken om de kaart uit de computer te trekken.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
De monitor gebruiken
Gebruikshandleiding
De helderheid bijstellen
Van beeld wisselen
De schermresolutie en verniewingsfrequentie instellen
Dual Independent Display-modus
Tussen het primaire en secundaire beeldscherm schakelen
De omgevingslichtsensor gebruiken
De helderheid bijstellen
AlseenDell™-computer op batterijstroom draait, kunt u stroom besparen door de helderheid in te stellen op het laagst mogelijk niveau waarbij het nog
steeds prettig is om naar het beeldscherm te kijken door <Fn> ingedrukt te houden en op het toetsenbord op de pijl-omhoogtoets en pijl-omlaagtoets te
drukken.
U kunt op een van de volgende toetsen drukken om de helderheid van het scherm bij te stellen:
l Druk op <Fn> en de pijl-omhoogtoetsomdehelderheidalleenophetgeïntegreerdebeeldschermteverhogen(nietopeenexternemonitor).
l Druk op <Fn> en de pijl-omlaagtoetsomdehelderheidalleenophetgeïntegreerdebeeldschermteverlagen(nietopeenexternemonitor).
Van beeld wisselen
Als u de computer opstart terwijl er een extern apparaat (zoals een externe monitor of projector) mee is verbonden dat is ingeschakeld, kan het beeld ofwel
op het beeldscherm van de computer verschijnen, of op het externe apparaat.
Druk op <Fn><F8> om het beeld alleen op het beeldscherm weer te geven, alleen op het externe toestel weer te geven of op het beeldscherm en het externe
apparaat tegelijk weer te geven.
De schermresolutie en verniewingsfrequentie instellen
Om een programma in een bepaalde resolutie weer te geven, moeten zowel de grafische kaart als de monitor ondersteuning voor het programma bieden en
moetendebenodigdevideostuurprogramma'swordengeïnstalleerd.
Voordat u de standaard scherminstellingen wijzigt, moet u voor toekomstige referentie de standaardinstellingen noteren.
Als u een resolutie of kleurpalet selecteert die hoger is dan door de monitor wordt ondersteund, zullen de instellingen automatisch worden bijgesteld naar de
waarden die het meest in de buurt komen.
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Beeldscherm® Instellingen.
2. Probeer verschillende instellingen voor de Kleurkwaliteit en Beeldschermresolutie.
Als de grafische resolutie hoger is dan de monitor aankan, zal de computer de pan-modus ingaan. In pan-modus is het niet mogelijk om het volledige scherm
inéénkeerweertegeven.Detaakbalkdienormaliteronderinhetschermwordtweergegeven,kanindepan-modus bijvoorbeeld niet langer zichtbaar zijn.
Om de rest van het scherm te zien kunt u de touchpad gebruiken om het scherm naar boven, onderen, links of rechts te bewegen.
Dual Independent Display-modus
U kunt een externe monitor of projector op de computer aansluiten en deze gebruiken als uitbreiding op het beeldscherm. Dit staat bekend als de "dual
independent display"-modus of "uitgebreide bureaublad"-modus. Deze modus stelt u in staat om beide schermen onafhankelijk van elkaar te gebruiken en
objecten van het ene scherm naar het andere te slepen, zodat u de hoeveelheid zichtbare werkruimte effectief verdubbelt.
OPMERKING: De toetsencombinaties voor de helderheid zijn alleen van toepassing op het beeldscherm van uw draagbare computer, niet op monitors
of projectors die u op de draagbare computer of op het docking-apparaat aansluit. Als uw computer is aangesloten op een externe monitor en u het
helderheidsniveau probeert te regelen, verschijnt mogelijk de Brightness Meter (Helderheidsmeter). Het helderheidsniveau voor het externe apparaat
zal echter niet worden gewijzigd.
OPMERKING: MaakalleengebruikvandedoorDellgeïnstalleerdevideostuurprogramma's,diezijnontworpenvoordebesteprestatievanuwdoorDell
geïnstalleerdebesturingssysteem.
OPMERKING: Naarmate de resolutie wordt verhoogd, worden de pictogrammen en tekst op het scherm kleiner weergegeven.
KENNISGEVING: U kunt een externe monitor beschadigen door gebruik te maken van een niet-ondersteunde verniewingsfrequentie. Raadpleeg
alvorens het bijstellen van de verniewingsfrequentie voor een externe monitor de aanwijzingen in de gebruikshandleiding voor de monitor.
1. Sluit de externe monitor, televisie of projector op de computer aan.
2. Klik op Start® Configuratiescherm® Beeldscherm® Instellingen.
3. Klik op het monitor 2-pictogram® Breid mijn Windows-bureaublad uit naar deze monitor® Toepassen.
4. Stel de schermresolutie in op de juiste waarde voor beide beeldschermen en klik op Toepassen.
5. Als u wordt gevraagd om de computer te herstarten, klikt u op De nieuwe kleurinstelling toepassen zonder de computer opnieuw te starten® OK.
6. Klik desgevraagd op OK om het bureaublad te vergroten/verkleinen.
7. Klik desgevraagd op Ja om de instellingen te bewaren.
8. Klik op OK om het venster Beeldschermeigenschappen te sluiten.
Om de dual independent display-modus te deactiveren, gaat u als volgt te werk:
1. Klik op Instellingen in het venster Beeldschermeigenschappen.
2. Klik op het monitor 2-pictogram, verwijder het vinkje voor de optie Breid mijn Windows-bureaublad uit naar deze monitor en klik op Toepassen.
Druk indien nodig op <Fn><F8> om ervoor te zorgen dat het beeld weer op het computerbeeldscherm wordt weergegeven.
Tussen het primaire en secundaire beeldscherm schakelen
Om te schakelen tussen het primaire en secundaire beeldscherm (om bijvoorbeeld uw externe monitor na het koppelen als uw primaire beeldscherm te
gebruiken), gaat u als volgt te werk:
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Beeldscherm® Instellingen® Geavanceerd® Beeldschermen.
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij uw grafische kaart werd geleverd.
De omgevingslichtsensor gebruiken
De omgevingslichtsensor bevindt zich aan de onderzijde van het monitorpaneel. De omgevingslichtsensor detecteert beschikbaar omgevingslicht en verhoogt
of verlaagt automatisch de achtergrondverlichting van het beeldscherm ter compensatie voor omgevingen met respectievelijk weinig of veel licht.
U kunt de omgevingslichtsensor activeren of deactiveren door tegelijk <Fn> en de pijl-naar-linkstoets in te drukken.
De omgevingslichtsensor is standaard gedeactiveerd. Als u de sensor activeert en vervolgens gebruikmaakt van de toetsencombinaties voor de helderheid
van het beeldscherm, zal de sensor worden gedeactiveerd en zal de helderheid van het beeldscherm overeenkomstig worden verhoogd of verlaagd.
Dell™QuickSetsteltuinstaatomdesensorteactiverenofdeactiveren.Ukuntookdemaximaleenminimalehelderheidsinstellingenaangevendieworden
geactiveerd wanneer u de sensor inschakelt. Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk. Klik
vervolgens op Help.
OPMERKING: Als u een resolutie of kleurpalet selecteert die hoger is dan door de monitor wordt ondersteund, zullen de instellingen automatisch
worden bijgesteld naar de waarden die het meest in de buurt komen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met uw besturingssysteem
werd meegeleverd.
OPMERKING: U mag de omgevingslichtsensor niet bedekken met stickers of andere vormen van kleefetiketten. Als de sensor wordt bedekt, zal deze de
helderheid van het beeldscherm automatisch op het laagst mogelijke niveau instellen.
1
omgevingslichtsensor
OPMERKING: Als u de computer opnieuw opstart zal de omgevingslichtsensor worden geactiveerd of gedeactiveerd, afhankelijk van de instellingen die
van kracht waren op het moment dat u de computer uitzette.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: De omgevingslichtsensor stelt alleen de achtergrondverlichting voor het beeldscherm van uw draagbare computer bij. Het kan niet de
helderheid regelen van externe monitors of projectors.
Terug naar inhoudspagina
Informatie zoeken
Gebruikshandleiding
OPMERKING: Sommige kenmerken of media zijn optioneel en zijn misschien niet meegeleverd met deze computer. Sommige kenmerken of media zijn
niet beschikbaar in bepaalde landen.
OPMERKING: Mogelijk werd er bij uw computer bijkomende informatie geleverd.
Waar bent u naar op zoek?
Hier kunt u het vinden
l Een diagnoseprogramma voor de computer
l Stuurprogramma's voor de computer
l Documentatie voor de computer
l Notebook System Software (NSS)
De cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma); ook wel de
ResourceCD (bron-cd) genoemd
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma) kan
optioneel zijn en niet meegeleverd zijn met deze computer.
De documentatie en stuurprogramma's zijn reeds op de computer
geïnstalleerd.Ukuntdecdgebruikenomstuurprogramma'sopnieuwte
installeren (raadpleeg Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren) of
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek)).
Mogelijk bevat de cd leesmij-bestanden met de laatst beschikbare informatie
over technische wijzigingen aan de computer of geavanceerd technisch
naslagmateriaal voor technici en gevorderde gebruikers.
OPMERKING: Updates van de stuurprogramma's en documentatie vindt u
op support.dell.com.
l De computer instellen
l Basisinformatie voor het oplossen van problemen
l Het uitvoeren van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
l Een printer instellen
l Aanvullende informatie over het instellen van de computer
l Problemen vaststellen en oplossen
l Onderdelen verwijderen en installeren
l Specificaties
l Contact opnemen met Dell
Naslaggids
OPMERKING: Dit document kan optioneel zijn en is mogelijk niet met de
computer meegeleverd.
OPMERKING: Dit document is beschikbaar als PDF-bestand op
support.dell.com.
l Garantieinformatie
l Algemene voorwaarden (alleen Verenigde Staten)
l Veiligheidsinstructies
l Informatie over regelgeving
l Ergonomische informatie
l Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
DELL™Productinformatiegids
l Servicelabel en code voor express-service
l Microsoft Windows-licentielabel
Servicelabel en Microsoft®Windows®-licentie
Deze labels bevinden zich aan de onderzijde van de computer.
l Maak gebruik van het servicelabel om uw computer te identificeren als
u gebruik maakt van support.dell.com of contact opneemt met de
technische ondersteuning. Wij raden u aan om een kopie van het
servicelabel op een veilige plaats te bewaren voor het geval dat u uw
computer verliest of de computer wordt gestolen.
l Voer de code voor express-service in zodat uw telefonisch verzoek
naar de juiste medewerker van de technische ondersteuning wordt
doorgeleid.
l Oplossingen Probleemwijzer, tips en advies van monteurs en on-
line-cursussen, FAQ's
l Community Online discussies met andere gebruikers van Dell-
producten
l Upgrades Upgrade-informatie voor onderdelen als het geheugen, de
vaste schijf en het besturingssysteem.
l Klantenondersteuning Contactgegevens, de status van
herstellingsverzoeken en bestellingen, informatie over garanties en
herstellingen
l Service en ondersteuning De status van herstellingsverzoeken,
support-historiek, het servicecontract, online discussies met
medewerkers van de technische ondersteuning
l Referentiemateriaal Computerdocumentatie, details over mijn
computerinstellingen, productspecificaties en white papers
l Downloads Geautoriseerde stuurprogramma's, patches en software-
updates
l Notebook System Software (NSS) Als u het besturingssysteem
opnieuw installeert, moet u ook NSS opnieuw installeren. NSS biedt
essentiëleupdatesvooruwbesturingssysteemenondersteuningvoor
Dell™3,5-inch USB-diskettestations, Intel®Pentium®M -processors,
optische schijven en USB-apparaten. NSS is nodig om uw Dell-computer
correct te laten werken. De software detecteert automatisch de
computer en het besturingssysteem en installeert de updates die voor
uw configuratie van belang zijn.
Dell Support Website support.dell.com
OPMERKING: Selecteer uw regio om de juiste support-website weer te
geven.
OPMERKING: Klanten uit het bedrijfsleven, de overheid en het onderwijs
kunnen ook gebruikmaken van de aangepaste Dell Premier Support-website
op premier.support.dell.com.
U kunt Notebook System Software als volgt downloaden:
1. Ga naar support.dell.com, selecteer uw regio of zakelijke activiteit,
en geef het servicelabel op.
2. Selecteer Drivers & Downloads (Stuurprogramma's en downloads)
en klik op Go (Ga).
3. Klik op het besturingssysteem van uw computer en zoek op het
trefwoord Notebook System Software.
OPMERKING: De gebruikersinterface van support.dell.com kan er anders
uitzien, afhankelijk van de keuzes die u hebt gemaakt.
l Met Windows XP werken
l Met programma's en bestanden werken
l Het bureaublad personaliseren
Windows Help en Support Center
1. Klik op Start® Help en ondersteuning.
2. Geef met een of meer woorden een beschrijving van het probleem en
klik vervolgens op het pijlpictogram.
3. Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft.
4. Volg de instructies op het scherm.
l Informatie over netwerkactiviteit, de wizard Energiebeheer,
sneltoetsen en andere elementen die door de Dell Quickset worden
gestuurd
Dell QuickSet Help
Om het helpbestand van Dell QuickSet te activeren, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram op de Microsoft®Windows®-
taakbalk.
Raadpleeg voor meer informatie over Dell QuickSet Dell™QuickSet.
l Het besturingssysteem opnieuw installeren
Operating System CD (Besturingssysteem-cd)
OPMERKING: De Operating System CD (Besturingssysteem-cd) kan optioneel
zijn en niet meegeleverd zijn met deze computer.
Hetbesturingssysteemisreedsopdecomputergeïnstalleerd.Maakvoorhet
opnieuw installeren van uw besturingssysteem gebruik van de optionele
Operating System (Besturingssysteem)-cd (zie Het besturingssysteem
herstellen).
Nadatuhetbesturingssysteemopnieuwhebtgeïnstalleerd,gebruiktudecd
Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma), ook wel (bron-cd) genoemd
om de stuurprogramma's voor de met de computer meegeleverde apparaten
opnieuw te installeren.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: De kleur van de cd is afhankelijk van het besturingssysteem
dat u hebt besteld.
Terug naar inhoudspagina
Woordenlijst
Gebruikshandleiding
De termen die in deze woordenlijst worden vermeld, zijn alleen voor informatieve doeleinden bestemd en hebben al dan niet betrekking tot functies die met
uw specifieke computer verband houden.
A
AC— alternatingcurrent(wisselstroom) Het type elektriciteit dat uw computer van stroom voorziet wanneer u de netadapter aansluit op een stopcontact.
ACPI— AdvancedConfigurationandPowerInterface Een energiebeheerspecificatie die Microsoft®Windows®-besturingssystemen in staat stelt om een
computer in standby-modus of een slaapstand te zetten om de hoeveelheid stroom te besparen die is toegewezen aan elk apparaat dat op de computer is
aangesloten.
ADSL AsymmetricalDigitalSubscriberLine Een technologie die een constante verbinding met hoge snelheid biedt via een analoge telefoonlijn.
AGP— AcceleratedGraphicsPort Een speciaal daartoe aangewezen grafische poort die ervoor zorgt dat systeemgeheugen kan worden gebruikt voor
grafisch gerelateerde taken. AGP kan een vloeiend grafisch beeld in ware kleuren bieden vanwege de snellere interface tussen de videobedrading en het
computergeheugen.
alleen-lezen— Gegevens en/of bestanden die u kunt weergeven, maar niet bewerken of verwijderen. Een bestand kan het kenmerk alleen-lezen hebben als:
l Het bestand is opgeslagen op een fysiek schrijfbeveiligde diskette, cd of dvd.
l Het bestand zich bevindt in een map in een netwerk en de systeembeheerder alleen aan speciale personen rechten op het bestand heeft toegewezen.
ALS— Ambient Light Sensor oftewel omgevingslichtsensor.
antivirus-software— Een programma dat ten doel heeft om computervirussen te detecteren, in quarantaine te zetten en/of van de computer te verwijderen.
apparaat— Hardwarezoalseendiskettestation,printeroftoetsenborddiewordtgeïnstalleerdofaangeslotenopdecomputer.
apparaatstuurprogramma— Zie stuurprogramma.
APR AdvancedPortReplicator Een docking-apparaat dat u in staat stelt om op een eenvoudige wijze gebruik te maken van een externe monitor, een
toetsenbord, een muis en andere apparaten in combinatie met uw draagbare computer.
ASF— AlertStandardsFormat Eenstandaardvoorhetdefiniërenvaneenmechanismevoorderapportagevanhardware- en softwarewaarschuwingen
aan een beheerconsole. ASF is ontwikkeld om besturingssysteem- en platformonafhankelijk te zijn.
B
back-up— Een kopie van een programma of gegevensbestand op een diskette, cd, dvd of een vaste schijf. Als voorzorgsmaatregelen moet u regelmatig een
back-up maken van de gegevensbestanden op de vaste schijf.
batterij— Een heroplaadbare interne stroombron die wordt gebruikt om draagbare computers te bedienen die niet zijn aangesloten op een netadapter en
een stopcontact.
batterijlevensduur— De periode, uitgedrukt in jaren, gedurende welke een batterij van een draagbare computer leeg kan raken en weer worden opgeladen.
batterijwerkduur— De periode in minuten of uren gedurende welke een batterij van een draagbare computer een lading bevat terwijl deze de computer van
stroom voorziet.
BIOS— BasicInput/OutputSystem Een programma of hulpprogramma dat dient als een interface tussen de computerhardware en het besturingssysteem.
U mag de BIOS-instellingen alleen wijzigen als u op de hoogte bent van het effect van deze instellingen op uw computer. Ook wel aangeduid met de term
systeem-setup-programma.
bit— Dekleinstegegevenseenheiddiedoordecomputerkanwordengeïnterpreteerd.
Bluetooth®-technologie— Een draadloze technologiestandaard voor korte-afstands (9 m) netwerkapparaten die het mogelijk maakt dat Bluetooth-
apparaten elkaar kunnen herkennen.
bps— BitsPerSecond De standaardeenheid voor het meten van de snelheid van gegevensoverdracht.
BTU— BritishThermalUnit Een meeteenheid voor warmteuitstoot.
bus— Een communicatiepad tussen de onderdelen binnen een computer.
bussnelheid De snelheid, uitgedrukt in MHZ, die aangeeft met welke snelheid een bus gegevens kan overdragen.
byte— De basiseenheid die door uw computer wordt gehanteerd. Een byte komt meestal overeen met 8 bits.
C
C— Celsius Eentemperatuurmetingsschaalwaarbij0°overeenkomtmethetvriespunten100°overeenkomtmethetkookpuntvanwater.
cache— Een speciaal opslagmechanisme met hoge snelheid dat een speciaal gereserveerd onderdeel van het hoofdgeheugen kan zijn of een onafhankelijk
opslagapparaatmethogesnelheid.Hetcachegeheugenverbetertdeefficiëntievanveelprocessorbewerkingen.
L1-cache— Primair cachegeheugen dat binnen de processor is opgeslagen.
L2-cache— Secundair cachegeheugen dat zich buiten de processor kan bevinden of in de processorarchitectuur liggen besloten.
carnet— Een internationaal douanedocument dat de tijdelijke import naar andere landen vereenvoudigt. Ook welk bekend als een warenpaspoort.
Cd— compactdisc Een optisch type opslagmedia die doorgaans wordt gebruikt voor audio en software.
Cd-r— CdRecordable Eenbeschrijfbareversievaneencd.Gegevenskunnenslechtséénmaalopeencd-r-schijf worden opgeslagen. Eenmaal opgenomen
kunnen de gegevens niet meer worden gewist of overschreven.
Cd-rw— CdRewritable Een herschrijfbare versie van een cd. Gegevens kunnen naar een cd-rw-schijf worden weggeschreven en vervolgens worden
gewist of overschreven.
Cd-rw-/dvd-station Een station, soms aangeduid als combostation, dat in staat is om cd's en dvd's te lezen en gegevens naar cd-rw-schijven
(herschrijfbare cd's) en cd-r-schijven (beschrijfbare cd's) te schrijven. U kunt verschillende malen gegevens naar cd-rw-schijven schrijven, maar u kunt slechts
éénkeergegevensnaareencd-r-schijf schrijven.
Cd-rw-station— Een station dat in staat is om cd's te lezen en gegevens naar cd-rw-schijven (herschrijfbare cd's) en cd-r-schijven (beschrijfbare cd's) te
schrijven. U kunt verschillende malen gegevens naar cd-rw-schijvenschrijven,maarukuntslechtséénkeergegevensnaareencd-r-schijf schrijven.
Cd-speler— De software die wordt gebruikt om cd's met muziek af te spelen. De cd-speler toont een venster met knoppen die u kunt gebruiken om een cd af
te spelen.
Cd-station— Een station dat gebruikmaakt van optische technologie om gegevens van cd's te lezen.
COA CertificateofAuthenticity De alfanumerieke Windows-code die op een sticker op uw computer wordt vermeld. Ook wel productsleutel of product-ID
genoemd.
Code voor express-service— EennumeriekecodediezichopeenstickeropuwDell™computerbevindt.Gebruikdecodevoorexpress-service als u contact
met Dell opneemt voor ondersteuning. De expresse-service is in sommige landen mogelijk niet verkrijgbaar.
Configuratiescherm— Een Windows-hulpprogramma dat u in staat stelt om de instellingen van het besturingssysteem en de hardware te wijzigen, zoals
bijvoorbeeld de beeldscherminstellingen.
controller— Een chip die de gegevensoverdracht tussen de processor en het geheugen of tussen de processor en apparaten regelt.
CRIMM— Continuity Rambus In-lineMemoryModule Een speciale module die niet is uitgerust met geheugenchips en wordt gebruikt voor het opvullen van
ongebruikte RIMM-sleuven.
cursor— Een markeringspunt op het beeldscherm dat aangeeft waar de volgende handeling van het toetsenbord, het touch pad of de muis zal plaatsvinden.
Vaak heeft de cursor de vorm van een knipperende regel, een liggend streepje of een kleine pijl.
D
DDRSDRAM Double-Data-RateSDRAM Een type SDRAM dat de gegevenssaldocyclus verdubbelt, waardoor de systeemprestatie wordt verbeterd.
DDR2SDRAM Double-Data-Rate2SDRAM Een type DDR SDRAM dat gebruikmaakt van een 4-bits prefetch en andere architectuurwijzigingen om de
geheugensnelheid te verhogen tot een niveau boven de 400 MHz.
DIN-ingang— Een ronde, ingang met zes pinnen die voldoet aan de DIN (Deutsche Industrie-Norm)-standaarden. Dergelijke ingangen worden normaliter
gebruikt om de stekkers van PS/2-toetsenborden of -muizen op aan te sluiten.
disk striping— Een techniek die wordt gebruikt om gegevens over meerdere schijven te verdelen. Disk striping kan processen versnellen waarbij gegevens
vanuit een opslaggebied op de schijf worden opgehaald. Computers die gebruikmaken van disk striping stellen de gebruiker gewoonlijk in staat om de grootte
van de gegevenseenheden of de stripe-breedte aan te geven.
DMA— DirectMemoryAccess Een kanaal dat bepaalde typen gegevensoverdracht tussen het RAM-geheugen en een apparaat in staat stelt om de
processor te omzeilen.
DMTF— DistributedManagementTaskForce Een consortium van hardware- en softwarebedrijven die beheerstandaarden ontwikkelen voor
gedistribueerde desktop-, netwerk-, internet- en zakelijke omgevingen.
docking-apparaat— Zie APR.
domein— Eengroepvancomputers,programma'senapparatenopeennetwerkdiealsééngeheelwordenbeheerd,metgemeenschappelijkeregelsen
procedures voor gebruik door een specifieke groep gebruikers. Een gebruiker meldt zich op het domein aan om toegang tot de bronnen op dat domein te
verkrijgen.
DRAM— DynamicRandomAccessMemory Geheugen dat informatie opslaat in chips die condensators bevatten.
dual display mode— Een beeldscherminstelling die u in staat stelt om een tweede monitor te gebruiken als uitbreiding op uw beeldscherm. Ook wel
aangeduid als extended display mode.
DVD— DigitalVersatileDisc Een schijf met een hoge opslagcapaciteit die vaak wordt gebruikt om films op te slaan. Dvd-stations zijn in staat om de meeste
cd-schijven te lezen.
Dvd-r— DVDRecordable Eenbeschrijfbareversievaneendvd.Gegevenskunnenslechtséénmaalnaareendvd-r worden geschreven. Eenmaal
opgenomen kunnen de gegevens niet meer worden gewist of overschreven.
Dvd+rw— DVDRewritable Een herschrijfbare versie van een dvd. Gegevens kunnen naar een dvd+rw-schijf worden geschreven en vervolgens worden
gewist of overschreven. (Dvd+rw-technologie verschilt van dvd-rw-technologie.)
Dvd+rw-station— station dat in staat is om dvd's en de meeste cd-schijven te lezen en naar dvd+rw(rewritable dvd)-schijven te schrijven.
Dvd-speler— De software die wordt gebruikt om dvd-films te bekijken. De dvd-speler toont een venster met knoppen die u kunt gebruiken om een film af te
spelen.
Dvd-station— Een station dat gebruikmaakt van optische technologie om gegevens van dvd's en cd's te lezen.
DVI— DigitalVideoInterface Een standaard voor digitale overdracht tussen een computer en een digitaal beeldscherm.
E
ECC— ErrorCheckingandCorrection Een type geheugen dat is uitgerust met speciale schakelingen voor het testen van de nauwkeurigheid van gegevens
terwijl deze zich in en uit het geheugen bewegen.
ECP— ExtendedCapabilitiesPort Een parallelle ingang die verbeterde bidirectionele gegevensoverdracht biedt. Op een manier die vergelijkbaar is met EPP,
maakt ECP gebruik van directe geheugentoegang om gegevens te overdragen, en verbetert daardoor vaak de prestatie.
EIDE EnhancedIntegratedDeviceElectronics Een verbeterde versie van de IDE-interface voor vaste schijven en cd-stations.
EMI— ElectroMagneticInterference Elektrische storing veroorzaakt als gevolg van elektromagnetische straling.
ENERGY STAR®— Environmental Protection Agency-richtlijnen op basis waarvan het algehele stroomverbruik wordt gereduceerd.
EPP— EnhancedParallelPort Een parallelle ingang die bidirectionele gegevensoverdracht biedt.
ESD— ElectrostaticDischarge Een snelle ontlading van statische elektriciteit. ESD kan chips beschadigen die in computer- en communicatieapparatuur
wordt gebruikt.
ExpressCard— Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-standaard. Modems en netwerkkaarten zijn vaak gebruikte typen ExpressCards.
ExpressCards ondersteunen zowel de PCI Express- als USB 2.0-standaard.
extended display-modus— Een beeldscherminstelling die u in staat stelt om een tweede monitor te gebruiken als uitbreiding op het bestaande beeldscherm.
Ook wel dual display-modus genoemd.
extended PC Card— Een pc-kaart die eenmaal aangebracht in de pc-kaartsleuf, uit sleuf uitsteekt.
F
Fahrenheit— Eentemperatuurmetingsschaalwaarbij32°overeenkomtmethetvriespunten212°methetkookpuntvanwater.
FCC FederalCommunicationsCommission Een Amerikaanse overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor het afdwingen van communicatierichtlijnen die
aangeven hoeveel straling computers en andere elektronische apparatuur mogen uitzenden.
floppy Een elektromagnetisch type opslagmedium. Ook wel floppy disk genoemd.
floppy-station— Een diskettestation dat floppy disks kan lezen en ernaar kan schrijven.
formatteren— Het proces dat een schijf of diskette gereed maakt voor de opslag van bestanden. Als een schijf of diskette wordt geformatteerd, zullen alle
gegevens die daarop zijn opgeslagen, verloren gaan.
FSB— FrontSideBus Het gegevenspad en de fysieke interface tussen de processor en het RAM-geheugen.
FTP— FileTransferProtocol Een standaard internetprotocol dat wordt gebruikt om bestanden uit te wisselen tussen computers die met internet zijn
verbonden.
G
G— gravity(zwaartekracht) Een eenheid van gewicht en kracht.
GB— gigabyte Een meeteenheid voor gegevensopslag die overeenkomt met 1.024 MB (1.073.741.824 bytes). Indien gebruikt als verwijzing naar
opslagcapaciteit op de vaste schijf wordt de term vaak afgerond op 1.000.000.000 bytes.
geheugen— Een gebied binnen de computer dat wordt gebruikt voor tijdelijke gegevensopslag. Omdat de gegevens in het geheugen niet permanent van
aard zijn, wordt u aanbevolen om tijdens het werken met bestanden de bestanden vaak op te slaan en altijd uw bestanden op te slaan voordat u de
computer uitzet. De computer kan verschillende typen geheugen bevatten, zoals RAM-geheugen, ROM-geheugen en videogeheugen. Het wordt geheugen
wordt vaak gebruikt als synoniem voor RAM-geheugen.
geheugenadres— Een specifieke locatie waarbinnen tijdelijk informatie in het RAM-geheugen wordt opgeslagen.
geheugenmodule— Een kleine printplaat die geheugenchips bevat en wordt aangesloten op het moederbord.
geheugentoewijzing Het proces waarbij de computer tijdens het opstarten geheugencapaciteit toewijst aan fysieke locaties. Apparaten en software
kunnen vervolgens informatie identificeren waarnaar de processor toegang heeft.
geïntegreerd— Deze term verwijst vaak naar onderdelen die zich fysiek op het moederbord van een computer bevinden. Ook wel aangeduid als ingebouwd.
GHz— gigahertz Een meeteenheid voor frequenties die overeenkomt met duizend miljoen Hz, oftewel duizend MHz. De snelheden voor
computerprocessors, -bussen en -interfaces worden vaak uitgedrukt in GHz.
grafisch geheugen— Geheugen dat bestaat uit geheugenchips die aan grafische functies zijn toegewezen. Het grafisch geheugen is doorgaans sneller dan
hetsysteemgeheugen.Dehoeveelheidgeïnstalleerdegrafischegeheugenismetnamevaninvloedophetaantalkleurendateenprogrammakanweergeven.
grafische controller— Deelektronicaopeengrafischekaartofophetmoederbord(incomputersmeteengeïntegreerdegrafischecontroller)diein
combinatie met de monitor grafische mogelijkheden biedt voor uw computer.
grafische modus— Een grafische modus die kan worden gedefinieerd als x horizontale pixels bij y verticale pixels bij z kleuren. Grafische modi zijn in staat om
een onbeperkt scala aan vormen en lettertypen weer te geven.
grafische resolutie— Zie resolutie.
GUI— GraphicalUserInterface Software die interactie met de gebruiker mogelijk door middel van menu's, vensters en pictogrammen. De meeste
programma's die op Windows draaien zijn GUI's.
H
helpbestand— Een bestand dat beschrijvingen van, of instructies voor een product bevat. Sommige helpbestanden zijn geassocieerd met een bepaald
programma, zoals Help in Microsoft Word. Andere helpbestanden fungeren als op zichzelf staande naslagbronnen. Helpbestanden hebben vaak de
bestandsextensie .hlp of .chm.
HTML— HyperTextMarkupLanguage Een reeks van codes die worden ingevoerd in een internetpagina voor weergave in een browser.
HTTP— HyperTextTransferProtocol Een protocol voor het uitwisselen van bestanden tussen computers die met internet zijn verbonden.
Hz— hertz Een eenheid om frequenties te meten en overeenkomt met 1 cyclus per seconde. Computers en elektronische apparatuur worden vaak
gemeten in kilohertz (kHz), megahertz (MHz), gigahertz (GHz) of terahertz (THz).
I
IC— integratedcircuit Een halfgeleidende wafer of chip waarop duizenden of miljoenen uiterst kleine elektronische onderdelen worden geproduceerd voor
gebruik in computer-, audio- en videoapparatuur.
IDE— IntegratedDeviceElectronics Eeninterfacevoormassaopslagapparatenwaarbijdecontrollerisgeïntegreerdindevasteschijfofhetcd-station.
IEEE 1394— InstituteofElectricalandElectronicsEngineers EenhoogwaardigeseriëlebusdiewordtgebruiktommetIEEE1394-compatibele apparaten
zoals digitale camera's en dvd-spelers op de computer aan te sluiten.
infraroodsensor— Een poort die u in staat stelt om gegevens over te dragen tussen de computer en met infrarood compatibele apparaten zonder het
gebruik van een kabelverbinding.
I/O— input/output Een bewerking of apparaat dat gegevens invoert en ophaalt op/van uw computer. Toetsenborden en printers zijn I/O-apparaten.
I/O-adres— Een adres in het RAM-geheugendatbetrekkingheeftopeenspecifiekapparaat(zoalseenseriëleingang,parallelleingangofuitbreidingssleuf)
en de processor in staat stelt om met dat apparaat te communiceren.
IrDA— InfraredDataAssociation De organisatie die internationale standaarden ontwerpt voor communicatie op basis van infraroodtechnologie.
IRQ— Interuptrequest Een elektronisch pad die aan een specifiek apparaat wordt toegewezen zodat het apparaat met de processor kan communiceren.
Aan elke apparaatverbinding moet een IRQ worden toegewezen. Hoewel twee apparaten van dezelfde IRQ-toewijzing gebruik kunnen maken, is het niet
mogelijk om beide apparaten tegelijk te gebruiken.
ISP— InternetServiceProvider Een bedrijf dat u toegang biedt tot haar hostserver om direct een internetverbinding te maken, e-mail te verzenden en
ontvangen en websites te bezoeken. ISP's bieden normaliter tegen een bepaald tarief software, een gebruikersnaam en inbelnummers aan.
K
KB— kilobyte Een gegevenseenheid die overeenkomt met 1.024 bytes maar vaak wordt aangeduid als 1000 bytes.
Kb— kilobit Een gegevenseenheid die overeenkomt met 1024 bits. Een meeteenheid voor de capaciteit van geheugencircuits.
kennisgevingsgebied— Het gedeelte van de Windows-taakbalk dat pictogrammen bevat die snelle toegang bieden tot programma's en computerfuncties,
zoals de klok, volumeregeling en printstatus. Ook wel aangeduid als systeembalk.
kHz— kilohertz Een frequentiemeeteenheid die overeenkomt met 1.000 Hz.
kloksnelheid— De snelheid, uitgedrukt in MHz, die aangeeft met welke snelheid computeronderdelen die op de systeembus zijn aangesloten kunnen werken.
koelplaat— Een metalen plaat op sommige processors die helpt om hitte weg te voeren.
L
LAN— LocalAreaNetwork Een computernetwerk dat een klein gebied beslaat. Een LAN is normaliter beperkt tot een gebouw of een aantal gebouwen die
zich dicht bij elkaar bevinden. Een LAN kan ongeacht de afstand met een ander LAN worden verbonden met behulp van telefoonlijnen en radiogolven. Op deze
manier ontstaat een Wide Area Network (WAN).
LCD LiquidCrystalDisplay De technologie die wordt gebruikt in beeldschermen voor draagbare computers en flatscreens.
LED— LightEmittingDiode Een elektronisch onderdeel dat licht uitstoot om de status van de computer aan te geven.
leesmij-bestand— Een tekstbestand dat bij een softwarepakket of een hardwareproduct wordt geleverd. Leesmij-bestanden bieden doorgaans
installatieinformatie en beschrijvingen van nieuwe productverbeteringen of correcties die nog niet zijn gedocumenteerd.
lokale bus— Een gegevensbus die een snelle doorvoer biedt van apparaten naar de processor.
LPT— LinePrintTerminal De aanduiding voor een parallelle ingang van een printer of een ander parallel apparaat.
M
map— Een term die wordt gebruikt om ruimte op een schijf of station aan te duiden waar bestanden worden gegroepeerd en gerangschikt. Bestanden in een
map kunnen op verschillende manieren worden weergegeven en geordend, zoals alfabetisch, op datum en op grootte.
MB— megabyte Eenmeeteenheidvoorgegevensopslagdieovereenkomtmet1.048.576bytes.1MBkomtovereenmoet1.024KB.Wanneerdetermwordt
gebruikt om naar opslagcapaciteit op de vaste schijf te verwijzen, wordt 1 MB vaak afgerond op 1.000.000 bytes.
MB/sec— megabytespersecond Een miljoen bytes per seconde.Deze meeteenheid wordt vaak gebruikt om de gegevensoverdracht uit te drukken.
Mb— megabit Een meeteenheid voor de geheugenchipcapaciteit die overeenkomt met 1.024 Kb.
Mbps— megabitspersecond Een miljoen bits per seconde. Deze meeteenheid wordt vaak gebruikt voor overdrachtssnelheden tussen netwerken en
modems.
MHz— megahertz Een frequentiemeeteenheid die overeenkomt met 1 miljoen cycli per seconde. De snelheden voor computerprocessoren, -bussen en -
interfaces wordt vaak in MHz uitgedrukt.
Mobiel breedbandnetwerk— Een draadloos gegevensnetwerk met hoge snelheid dat gebruikmaakt van mobiele technologie en een veel groter geografisch
gebied beslaat dan een WLAN. Ook aangeduid als WWAN.
modem— Een apparaat dat uw computer in staat stelt om met andere computers te communiceren via analoge telefoonlijnen. Er zijn drie verschillende typen
modems: een externe modem, pc-kaartmodem en een interne modem. Normaliter gebruikt u uw modem voor het maken van een internetverbinding en het
uitwisselen van e-mailberichten.
modulecompartiment— Eencompartimentdatondersteuningbiedtvoorapparatenzoalsoptischestations,eentweedebatterijofeenDellTravelLite™-
module.
monitor— Een televisieachtig apparaat met hoge resolutie dat computeroutput weergeeft.
ms— milliseconde Een tijdseenheid die overeenkomt met een duizendste van een seconde. De toegangstijden voor opslagapparaten worden vaak
uitgedrukt in ms.
muis— Een aanwijsapparaat waarmee de bewegingen van de cursors op het scherm wordt bediend. Normaliter rolt u de muis over een hard, vlak oppervlak
om de muisaanwijzer of cursor op het scherm te bewegen.
N
netwerkadapter— Een chip die netwerkfuncties biedt. Het moederbord van een computer kan van een netwerkadapter zijn voorzien. Bij sommige computers
bevindt de netwerkadapter zich op de pc-kaart. Een netwerkadapter wordt ook vaak aangeduid als een NIC (network interface controller).
NIC— Zie netwerkadapter.
ns— nanoseconde Een tijdseenheid die overeenkomt met een miljardste van een seconde.
NVRAM— Non-VolatileRandomAccessMemory Een type geheugen dat gegevens opslaat wanneer de computer uitstaat of niet langer is aangesloten op
de externe stroomvoorziening. NVRAM wordt gebruikt om de configuratieinformatie van de computer te behouden, zoals de datum, tijd en andere
systeemconfiguratieopties die u kunt instellen.
O
opstartbare cd— Een cd die u kunt gebruiken om uw computer mee op te starten. In het geval dat de vaste schijf is beschadigd of uw computer door een
computervirus is getroffen, moet u ervoor zorgen dat u een opstartbare cd of diskette bij de hand hebt. De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's)
en ResourceCD (bron-cd) zijn opstartbare cd's.
opstartbare diskette— Een diskette die u kunt gebruiken om uw computer op te starten. Een cd die u kunt gebruiken om uw computer mee op te starten. In
het geval dat de vaste schijf is beschadigd of uw computer door een computervirus is getroffen, moet u ervoor zorgen dat u een opstartbare cd of diskette bij
de hand hebt.
opstartvolgorde— Geeft de volgorde aan van de apparaten, stations of schijven vanaf welke de computer probeert op te starten.
optisch station— Een station dat gebruikmaakt van optische technologie om gegevens te lezen van, of te schrijven naar cd's, dvd's of dvd+rw's. Voorbeelden
van optische stations zijn cd-stations, dvd-stations, cd-rw-stations en gecombineerde cd-rw/dvd-stations.
P
parallelle ingang— Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om een parallelle printer op een computer aan te sluiten. Ook wel aangeduid als een LPT-poort.
partitie— Een fysiek opslaggebied op een vaste schijf dat wordt toegewezen aan een of meer logische opslaggebieden die worden aangeduid met de term
logische stations. Elke partitie kan meerdere logische stations bevatten.
Pc-kaart— Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-standaard. Modems en netwerkadapters zijn populaire typen pc-kaarten.
PCI— PeripheralComponentInterconnect PCI is een lokale bus die ondersteuning biedt voor 32 en 64 bits gegevenspaden, hetgeen een gegevenspad
met hoge snelheid biedt tussen de processor en apparaten zoals grafische kaarten, schijven en netwerken.
PCIExpress Een wijziging van de PCI-interface die de snelheid van gegevensoverdracht tussen de processor en de apparaten die daaraan zijn gekoppeld,
vergroot.PCIExpresskangegevensoverdragenbijsnelhedenvan250MB/sectot4GB/sec.AlsdePCIExpress-chipset en het apparaat in staat zijn om
verschillende snelheden te werken, zullen ze op de laagste van deze snelheden werken.
PCMCIA— PersonalComputerMemoryCardInternationalAssociation De organisatie die standaarden vaststelt voor pc-kaarten.
piekbeschermers— Bieden bescherming tegen pieken in de netspanning die kunnen optreden tijdens onweer en via het stopcontact de computer kunnen
binnengaan. Piekbeschermers bieden geen bescherming tegen blikseminslag of korte spanningsvallen, die optreden wanneer de netstroom met meer dan 20
procent onder het normale niveau daalt.
Het is niet mogelijk om netwerkverbindingen te beschermen met piekbeschermers. Tijdens onweer moet u altijd de netwerkkabel uit het netwerkcontact
halen.
PIN— Persoonlijkidentificatienummer Een reeks van getallen en/of letters die wordt gebruikt om computernetwerken en andere beveiligde systemen te
beschermen tegen toegang door onbevoegde personen.
PIO— ProgrammedInput/Output Een methode voor gegevensoverdracht tussen twee apparaten via de processor als onderdeel van het gegevenspad.
pixel— Een enkel punt op een beeldscherm. Pixels worden in rijen en kolommen gerangschikt zodat een beeld ontstaat. Grafische resoluties, zoals
bijvoorbeeld 800 x 600, worden uitgedrukt als het aantal pixels van links naar rechts bi het aantal pixels van boven naar beneden.
Plug-and-Play— Het vermogen van een computer om automatisch apparaten te configureren. Plug and Play maakt automatische installatie, configuratie en
compatibiliteit met bestaande hardware mogelijk, mits de BIOS, het besturingssysteem en alle apparaten voldoen aan de vereisten voor Plug and Play.
POST PowerOnSelfTest Diagnostische programma dat automatisch door de BIOS wordt geladen en basiscontroles uitvoert voor de belangrijkste
onderdelen van de computer, zoals het geheugen, vaste schijven en de grafische kaart. Als er tijdens de POST geen problemen worden gedetecteerd, zal de
computer verder gaan met opstarten.
processor— Een computerchip die programmaopdrachten interpreteert en uitvoert. Soms wordt de processor aangeduid met de term CPU (Central Processing
Unit).
programma— Software die gegevens voor u verwerkt, zoals spreadsheets, tekstverwerkers, databaseprogramma's en computerspellen. Programma's
hebben een besturingssysteem nodig om te kunnen worden uitgevoerd.
PS/2— PersonalSystem/2 Een type ingang om een toetsenbord, muis of toetsenblok op aan te sluiten die met PS/2-technologie compatibel is.
PXE— Pre-bootEXecutionEnvironment Een WfM (Wired for Management)-standaard die het mogelijk maakt om computers die onderdeel uitmaken van een
netwerk maar niet voorzien zijn van een besturingssysteem op afstand te configureren en op te starten.
R
RAID— RedundantArrayofIndependentDisks Een methode die gegevensredundantie biedt. Veel voorkomende implementaties van RAID zijn onder meer
RAID0,RAID1,RAID5,RAID10enRAID50.
RAM— RandomAccessMemory Het primaire opslaggebied voor programmaopdrachten en -gegevens. Informatie die in het RAM-geheugen wordt
opgeslagen zal verloren gaan wanneer u de computer uitzet.
reismodule— Een plastic apparaat dat binnen het modulecompartiment van een draagbare computer kan worden geplaatst om het gewicht van de computer
te reduceren.
resolutie— De scherpte en helderheid van een beeld dat door een printer wordt geproduceerd of op een monitor wordt weergegeven. Hoe hoger de
resolutie, hoe scherper het beeld.
RFI— RadioFrequencyInterference Storing die wordt gegenereerd op typische radiofrequenties in het bereik tussen 10 kHz en 100.000 MHz.
Radiofrequenties bevinden zich op het laagste niveau van het elektromagnetisch frequentiespectrum en veroorzaken veel waarschijnlijker storing dan hogere
frequenties zoals infrarood en licht.
ROM ReadOnlyMemory Geheugen dat gegevens en programma's opslaat die niet kunnen worden verwijderd of waarnaar de computer niet kan
schrijven. In tegenstelling tot het RAM-geheugen behoudt het ROM-geheugen de inhoud ervan nadat u de computer hebt uitgezet. Sommige programma's die
onmisbaar zijn voor een goede werking van uw computer zijn in het ROM-geheugen opgeslagen.
RPM— RevolutionsPerMinute Het aantal omwentelingen dat per minuut optreedt. De snelheid van de vaste schijf wordt vaak gemeten in rpm.
RTC— RealTimeClock Een batterijgevoede klok op het moederbord dat de datum en tijd behoudt nadat u de computer hebt uitgezet.
RTCRST— RealTimeClockReset Een jumper op het moederbord van sommige computers die vaak kan worden gebruikt om problemen op te lossen.
S
ScanDisk— Een hulpprogramma van Microsoft dat bestanden, mappen en het oppervlak van de vaste schijf op fouten controleert. ScanDisk wordt vaak
uitgevoerd wanneer u de computer opnieuw start nadat deze gestopt is met reageren.
schrijfbeveiligd— Bestanden of media die niet kunnen worden gewijzigd. U moet gegevens van een schrijfbeveiliging voorzien wanneer u niet wilt dat deze
worden gewijzigd of vernietigd. Om een diskette van een schrijfbeveiliging te voorzien moet u het schuifje voor de schrijfbeveiliging in de open stand schuiven.
SDRAM— SynchronousDynamicRandomAccessMemory Een type DRAM dat wordt gesynchroniseerd met de optimale kloksnelheid van de processor.
seriëleingang— Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om apparaten zoals digitale handheld-toestellen of digitale camera's op de computer aan te sluiten.
Serviceplaatje— Een streepjescodelabel op de computer dat uw computer identificeert wanneer u Dell Support bezoekt via support.dell.com of wanneer u
telefonisch contact opneemt met de klantenservice of technische ondersteuning van Dell.
setup-programma— Een programma dat wordt gebruikt om hardware en software te installeren en configureren. Het programma setup.exe of install.exe
wordt met de meeste Windows-software geleverd. Setup-programma's moeten niet worden verward met het system-setup-programma.
shutdown— Het proces van het sluiten van vensters en het afsluiten van programma's, het uitschakelen van het besturingssysteem en het uitzetten van de
computer. Er kan gegevensverlies optreden als u de computer uitzet voordat het shutdown-proces is voltooid.
SIM Subscriber Identity Module. Een SIM-kaart bevat een microchip die spraak- en gegevensoverdracht versleutelt. SIM-kaarten kunnen worden gebruikt in
telefoons of draagbare computers.
slaapmodus— Een energiebesparingsmodus die alle items in het geheugen opslaat op een speciaal daartoe gereserveerde ruimte op de vaste schijf en
vervolgens de computer uitzet. Als u de computer opnieuw start, zal de informatie uit het geheugen die op de vaste schijf werd opgeslagen automatisch
worden hersteld.
smart card— Een kaart die is uitgerust met een processor en geheugenchip. Smart cards kunnen worden gebruikt om een gebruiker te authenticeren.
snelkoppeling— Een pictogram dat snelle toegang biedt tot vaak gebruikte programma's, bestanden, mappen en stations. Als u een snelkoppeling op het
bureaublad van Windows plaatst en het pictogram dubbelklikt, opent u daarmee de/het overeenkomstige map, bestand of station zonder er eerst naar
hoeven te zoeken. Snelkoppelingspictogrammen wijzigen de locatie van bestanden, mappen of stations niet. Als u een snelkoppeling verwijdert, zal dit geen
invloed hebben op het oorspronkelijke bestand, map of station. Het is ook mogelijk om de naam van een snelkoppeling te wijzigen.
software— Alles wat elektronisch kan worden opgeslagen, zoals programma's of computerbestanden.
S/PDIF— Sony/PhilipsDigitalInterface Een formaat voor de overdracht van audiobestanden die het mogelijk maakt om audio van het ene naar het andere
bestandovertedragenzonderhetteconverterenvanennaareenanaloogformaat,hetgeendekwaliteitvanhetbestandnadeligzoukunnenbeïnvloeden.
standby-modus— Een energiebeheermodus die alle niet benodigde computerbewerkingen stopzet om stroom te besparen.
Strike Zone™ Verstevigd gebied van het vaste-schijfcompartiment dat de vaste schijf beschermt door te fungeren als een resonantiedemper wanneer een
computer trillingen als gevolg van een schok ondervindt of valt (ongeacht of de computer aanstaat of uitstaat).
stuurprogramma— Software die het besturingssysteem in staat stelt om apparaten zoals een printer te bedienen. Veel apparaten zullen niet naar behoren
kunnenwerkenalshetjuistestuurprogrammanietopdecomputerisgeïnstalleerd.
SVGA— Super Video Graphics Array Een standaard voor grafische kaarten en controllers. Typische SVGA-resoluties zijn 800 x 600 en 1024 x 768.
Het aantal kleuren en de resolutie die een programma weergeeft hangt af van de mogelijkheden van de monitor, de grafische controller en de
stuurprogramma'sdaarvanendehoeveelheidgrafischgeheugendieindecomputerisgeïnstalleerd.
S-video TV-out— Een ingang die wordt gebruikt om een televisie of een digitaal audioapparaat op de computer aan te sluiten.
SXGA— SuperExtendedGraphicsArray Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1280 x 1024.
SXGA+— SuperExtendedGraphicsArrayPlus Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1400 x 1050.
systeembalk— Zie kennisgevingsgebied.
systeembord— De hoofdbedradingsplaat in een computer. Ook wel het moederbord genoemd.
systeem-setup-programma Een hulpprogramma dat dient als een interface tussen de hardware van de computer en het besturingssysteem. Het systeem-
setup-programma stelt u in staat om gebruikersspecifieke instellingen in de BIOS te configureren, zoals de datum, tijd en het systeemwachtwoord. U mag de
instellingen voor dit programma uitsluitend wijzigen als u inzicht hebt in het effect van deze wijzigingen.
T
TAPI— TelephonyApplicationProgrammingInterface Stelt Windows-programma's in staat om een breed scala aan telefonieapparaten te bedienen,
waaronder spraak-, gegevens-, fax- en grafische voorzieningen.
tekstverwerker— Een programma dat wordt gebruikt om bestanden te maken en bewerken die alleen tekst bevatten. Het Kladblok van Windows maakt
bijvoorbeeld gebruik van een tekstverwerker. Tekstverwerkers bieden doorgaans geen woordomslag- of opmaakfunctionaliteit (de optie voor onderlijnen, het
wijzigen van lettertypes etc).
toetsencombinatie— Een opdracht waarvoor meerdere toetsen tegelijkertijd moeten worden ingedrukt.
U
uitbreidingskaart— Een bedradingsplaat die wordt aangesloten op een uitbreidingssleuf waarmee het moederbord van sommige computers is uitgerust, met
het doel om de functionaliteit en capaciteit van de computer uit te breiden. Voorbeelden zijn grafische kaarten, modem- en geluidskaarten.
uitbreidingssleuf— Een ingang op het moederbord (van sommige computers) waarop een uitbreidingskaart kan worden aangesloten, zodat deze met de
systeembus wordt verbonden.
UMA— UnifiedMemoryAllocation Systeemgeheugen dat op dynamische wijze aan de grafische kaart wordt toegewezen.
UPS UninterruptiblePowerSupply Een reservestroomvoorziening die wordt gebruikt in geval van een stroomstoring of wanneer de stroom onder een
acceptabel niveau valt. Een UPS kan een computer voor een beperkte tijd van stroom voorzien wanneer er geen netstroom voorradig is. UPS-systemen bieden
normaliter piekonderdrukking en spanningsregeling. Kleine UPS-systemen bieden gedurende een aantal minuten batterijstroom zodat u de computer kunt
uitzetten.
USB— UniversalSerialBus Een hardware-interface voor apparaten met een lage snelheid, zoals een voor USB geschikt toetsenbord, muis, joystick,
scanner, speakerset, printer, breedbandapparaaten (ADSL- en kabelmodems), apparatuur voor het vastleggen van beelden en opslagapparaten. De
apparaten worden rechtstreeks aangesloten op een 4-pins ingang op de computer of in een hub met meerdere poorten die op de computer is aangesloten.
USB-apparaten kunnen worden aangesloten en ontkoppeld terwijl de computer aanstaat, en kunnen ook in serie worden geschakeld.
UTP— UnshieldedTwistedPair Een type kabel dat in de meeste telefoonnetwerken en sommige computernetwerken wordt gebruikt. Paren van niet-
afgeschermde draden worden in elkaar gedraaid om ze beschermen tegen elektromagnetische storing in plaats van een metalen omhulsel te gebruiken rond
elk paar draden om deze tegen storing te beschermen.
UXGA— UltraExtendedGraphicsArray Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1600 x 1200.
V
V— volt Eenmeeteenheidvoorelektrischeladingofelektromotorischekracht.EénVgaatdooreenweerstandvan1ohmwanneereenladingvan1
ampèredoordieweerstandgaat.
vaste schijf— Een station dat gegevens op een vaste schijf leest en naar de vaste schijf schrijft. De term vaste schijf en harde schijf worden vaak door elkaar
gebruikt.
verniewingsfrequentie— De frequentie, uitgedrukt in Hz, waarop de horizontale lijnen op het beeldscherm opnieuw worden geladen (soms de verticale
frequentie genoemd). Hoe hoger de vernieuwingsfrequentie, hoe minder het beeld voor het menselijk oog zal lijken te knipperen.
videomodus— Een modus die aangeeft hoeveel tekst en grafische beelden op een beeldscherm kunnen worden weergegeven. Op beelden gebaseerde
software, zoals het besturingssysteem Windows, wordt weergegeven in grafische modi die kunnen worden gedefinieerd als x horizontale pixels bij y verticale
pixels bij z kleuren. Op tekens gebaseerde software, zoals tekstverwerkers, wordt weergegeven in grafische modi die kunnen worden gedefinieerd als x
kolommen bij y rijen tekens.
virus— Een programma dat is ontworpen om u overlast te bezorgen of om gegevens te vernietigen die op uw computer zijn opgeslagen. Een virusprogramma
verplaatstzichvandeenecomputeropdeandereviaeengeïnfecteerdedisketteofschijf,softwaredievaninternetwordtgedownloadofe-mailbijlagen. Als
eengeïnfecteerdprogrammawordtuitgevoerd,zalhetingebeddeviruseveneenswordenuitgevoerd.
Een veel voorkomend type virus is een bootvirus (opstartvirus), dat wordt opgeslagen in de opstartsector van een diskette. Als de diskette in het
diskettestationachterblijftterwijldecomputerwordtuitgezetenweeraangezet,zaldecomputerwordengeïnfecteerdwanneerhetdeopstartsectorenvan
dedisketteleestindeveronderstellingdathetomeendiskettemeteenbesturingssysteemgaat.Alsdecomputerwordtgeïnfecteerd,kanhetbootvirus
zichzelf naar alle diskettes schrijven die op die computer worden gebruikt, totdat het virus wordt vernietigd.
W
W— watt Demeeteenheidvoorelektrischestroom.EénWkomtovereenmeteenstroomladingvan1ampèredieopeenniveauvan1voltverloopt.
wallpaper— Een achtergrondpatroon of een afbeelding op het bureaublad van Windows. U kunt de wallpaper wijzigen via het Configuratiescherm van
Windows. Ook kunt u uw favoriete afbeelding inscannen en deze als wallpaper gebruiken.
WHr— watt-uur Een meeteenheid die vaak wordt gebruikt om een benadering van het batterijvermogen te geven. Een 66-WHr batterij kan bijvoorbeeld 66
W aan stroom bieden gedurende 1 uur of 33 W gedurende 2 uur.
WLAN— Wireless Local Area Network. Een reeks van samengekoppelde computers die met behulp van access points (toegangspunten) of draadloze routers
via luchtgolven met elkaar communiceren om internettoegang te bieden.
WWAN— Wireless Wide Area Network. Zie mobiel breedbandnetwerk.
WXGA— WideAspectExtendedGraphicsArray Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1280 x 800.
X
XGA— eXtendedGraphicsArray Een standaard voor grafische kaarten en controllers die ondersteuning biedt voor resoluties tot 1024 x 768.
Z
ZIF— ZeroInsertionForce Een type contact of ingang dat het mogelijk maakt om een computerchip te installeren of verwijderen zonder dat er kracht wordt
uitgeoefend op de chip of het contact/de uitgang.
Zip— Een populair formaat voor gegevenscompressie. Bestanden die zijn gecomprimeerd in het Zip-formaat worden zip-bestanden genoemd en hebben
meestal de bestandsuitgang .zip. Een speciaal type zip-bestand is het zelfuitpakkend bestand, dat de bestandsuitgang .exe heeft. U kunt zelfuitpakkende
bestanden decomprimeren door erop te dubbelklikken.
Zip drive— Een schijf met hoge capaciteit die is ontwikkeld door Iomega Corporation en gebruikmaakt van 3,5 inch schijven genaamd Zip disks. Zip disks zijn
iets groter dan reguliere diskettes en ongeveer twee keer zo dik. Ze bieden een gevevensopslagcapaciteit van maximaal 100 MB.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Help opvragen
Gebruikshandleiding
Hulp verkrijgen
Problemen met uw bestelling
Productinformatie
Items retourneren voor reparatie of restitutie op basis van de garantievoorwaarden
Voordat u belt
Contact opnemen met Dell
Hulp verkrijgen
1. Voltooi de procedures die zijn beschrijven in Problemen oplossen.
2. Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
3. Maak een kopie van de Diagnostische checklist en vul deze in.
4. Maak gebruik van Dells uitgebreide scala aan online diensten die beschikbaar zijn op Dell Support (support.dell.com) voor ondersteuning tijdens de
installatieprocedure en de probleemoplossing.
5. Als de voorgaande stappen het probleem niet hebben opgelost, moet u contact met Dell opnemen (zie Contact opnemen met Dell).
OPMERKING: Neem contact op met de technische ondersteuning via een telefoon die zich in de nabijheid van de computer bevindt zodat een medewerker
van de technische ondersteuning u tijdens de benodigde procedures kan helpen.
OPMERKING: Het systeem op basis van de code voor express-service is mogelijk niet in alle landen beschikbaar.
Als u daartoe wordt gevraagd door het geautomatiseerde telefoonsysteem van Dell, moet u de code voor express-service invoeren. U wordt dan rechtstreeks
naar de juiste medewerker van de technische ondersteuning doorgeleid. Als u niet over een code voor express-service beschikt, opent u de map Dell
Accessories, dubbelklikt u op het pictogram Express Service Code (Code voor express-service) volgt u de aanwijzingen op het scherm.
Raadpleeg voor instructies over het gebruik van de supportdienst "Ondersteuningsdienst".
OPMERKING: Sommige van de onderstaande diensten zijn niet altijd beschikbaar via locaties buiten de Verenigde Staten. Neem contact op met de lokale
vertegenwoordiger van Dell voor informatie over de beschikbaarheid.
Online services
U kunt Dell Support bereiken via support.dell.com. Selecteer uw regio op de pagina WELCOME TO DELL SUPPORT en vul de benodigde informatie in voor
toegang tot hulpprogramma's en informatie.
U kunt Dell elektronisch bereiken via de volgende adressen:
l World Wide Web
www.dell.com/
www.dell.com/ap/ (alleenlandeninAzië/StilleZuidzee-gebied)
www.dell.com/jp (alleen Japan)
www.euro.dell.com (alleen Europa)
www.dell.com/la/ (Latijns-Amerikaanse landen)
www.dell.ca (alleen Canada)
l Anoniem file transfer protocol (FTP)
ftp.dell.com/
Meld u aan als de gebruiker: anonymous en gebruik uw e-mailadres als wachtwoord.
l Elektronische technische ondersteuning
LET OP: Als u de computerkappen moet verwijderen, moet u er eerst voor zorgen dat de computer nergens van stroom wordt voorzien en de
modemkabels uit alle stopcontacten halen.
[email protected] (alleenlandeninAzië/StilleZuidzee-gebied)
support.jp.dell.com (alleen Japan)
support.euro.dell.com (alleen Europa)
l Elektronische offertedienst
[email protected] (alleenlandeninAzië/StilleZuidzee-gebied)
[email protected] (alleen Canada)
AutoTech-dienst
De geautomatiseerde technische ondersteuningsdienst van Dell AutoTech biedt antwoorden op de meest gestelde vragen van Dell-klanten over hun
draagbare en desktopcomputers.
Als u met AutoTech belt, moet u uw kiestoontelefoon gebruiken om de onderwerpen te selecteren die op uw vraag van toepassing zijn.
De AutoTech-dienstis24uurperdag,7dagenperweekbeschikbaar.Ukuntooktoegangkrijgentotdezedienstviadeondersteuningsdienst.Het
telefoonnummer vindt u in de lijst met contactnummers voor uw regio.
Geautomatiseerde bestelstatusservice
U kunt terecht op support.dell.com omdestatusvanbestellingenvanDell™-producten te raadplegen of voor dit doel bellen met de geautomatiseerde
orderstatusdienst. Een opname zal u vragen naar de informatie die benodigd is om uw bestelling te vinden en over de status daarvan te rapporteren.
Raadpleeg voor het juiste telefoonnummer de lijst met contactnummers voor uw regio.
Ondersteuningsdienst
DeondersteuningsdienstvanDellis24uurperdag,7dagenperweekbeschikbaaromuwvragenoverDell-hardware te beantwoorden. De medewerkers van
onze technische ondersteuning bieden, snelle accurate antwoorden.
Om contact op te nemen met de technische ondersteuning van Dell, raadpleegt u Hulp verkrijgen en belt u volgens het nummer voor uw land zoals vermeld in
Contact opnemen met Dell.
Problemen met uw bestelling
Als er een probleem is met uw bestelling, zoals ontbrekende onderdelen, verkeerde onderdelen of onjuiste facturatie, kunt u contact opnemen met de
Klantenondersteuning van Dell. Zorg dat u de factuur of pakbon bij de hand hebt wanneer u belt. Het telefoonnummer vindt u in het gedeelte contactnummers
voor uw regio.
Productinformatie
Als u informatie nodig hebt over additionele Dell-producten of een bestelling wilt plaatsen, kunt u de website van Dell bezoeken op www.dell.com. Voor het
telefoonnummer van onze verkoopspecialisten kunt u de contactnummers voor uw regio raadplegen.
Items retourneren voor reparatie of restitutie op basis van de garantievoorwaarden
Bereid alle items die u retourneert voor reparatie of restitutie als volgt voor:
1. Neem telefonisch contact op met Dell om een machtigingsnummer geretourneerde producten te verkrijgen. Breng dit nummer op een duidelijk zichtbare
op de doos aan.
Het benodigde telefoonnummer vindt u in het gedeelte contactnummers voor uw regio.
2. Sluit een kopie van de factuur en een brief met een beschrijving van de reden voor teruggave bij.
3. Sluit een kopie van de Diagnostische checklist bij voor een overzicht van de tests die u hebt uitgevoerd en foutmeldingen die door Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek) zijn gerapporteerd.
4. Voeg alle accessoires bij die bij de items horen die u retourneert (stroomkabels, software, diskettes, handleidingen etc.) als u items voor
restitutiedoeleinden retourneert.
5. Verpak de geretourneerde apparatuur in de oorspronkelijke of een vergelijkbare verpakking.
De verzendkosten zijn voor uw rekening. U bent verantwoordelijk voor het verzekeren van de geretourneerde producten en aansprakelijk voor het risico van
verlies tijdens de verzending naar Dell. Pakketten die onder rembours zijn verzonden, worden niet geaccepteerd.
Als aan bovenstaande voorwaarden niet wordt voldaan, zullen de geretourneerde producten bij het magazijn van Dell worden geweigerd en aan u worden
geretourneerd.
Voordat u belt
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de code voor express-service bij de hand hebt wanneer u belt. Deze code helpt het geautomatiseerde telefoonsysteem om u
met de meest geschikte medewerker door te verbinden.
Vergeet niet om de Diagnostische checklist in te vullen. Zet indien mogelijk de computer aan wanneer u Dell voor ondersteuning belt, en bel via een telefoon
die zich in de nabijheid van de computer bevindt. U wordt mogelijk gevraagd om een aantal opdrachten in te voeren, gedetailleerde informatie in te voeren of
andere stappen op het gebied van probleemoplossing uit te voeren die alleen mogelijk zijn op de computer waar het probleem zich heeft voorgedaan. Zorg
ervoor dat u de documentatie voor de computer bij de hand hebt.
Contact opnemen met Dell
Ga naar de volgende websites om elektronisch contact met Dell op te nemen:
l www.dell.com
l support.dell.com (ondersteuning)
l premiersupport.dell.com (technische ondersteuning voor organisaties uit de onderwijssector, overheid, gezondheidszorg, grote/middelgrote zakelijke
klanten, waaronder klanten met een Premier-, Platinum- of Gold-contract)
Zoek uw land in de lijst hieronder voor het specifieke internetadres voor uw land.
OPMERKING: InsommigelandenisspecifiekeondersteuningvoordraagbareDellXPS™-computers beschikbaar via een speciaal telefoonnummer dat voor de
deelnemende landen is weergegeven. Als er geen specifiek telefoonnummer voor draagbare XPS-computers wordt vermeld, kunt u contact opnemen met Dell
via het vermelde ondersteuningsnummer. Uw gesprek zal naar de juiste afdeling worden doorgeleid.
Als u contact met Dell op wilt nemen, dient u de in de volgende tabel aangegeven elektronische adressen, telefoonnummers en codes te gebruiken. Als u hulp
nodig hebt bij het bepalen van welke codes u dient te gebruiken, dient u contact op te nemen met een landelijke of internationale operator.
LET OP: Voordat u binnen de computer werkt, moet u de veiligheidsinstructies opvolgen die zijn vermeld in de Productinformatiegids.
Diagnostische checklist
Naam:
Datum:
Adres:
Telefoonnummer:
Servicelabel (streepjescode aan de achterzijde van de computer):
Code expresse-service:
Machtigingsnummer geretourneerde producten (indien verkregen van een ondersteuningstechnicus van Dell):
Besturingssysteem en versie:
Apparaten:
Uitbreidingskaarten:
Bent u verbonden met een netwerk? Ja Nee
Netwerk, versie en netwerkadapter:
Programma's en versies:
Zie de documentatie voor uw besturingssysteem voor het vaststellen van de inhoud van de opstartbestanden van de computer. Als de computer is
verbonden met een printer, moet u elk bestand afdrukken. Als dat niet mogelijk is, moet u de inhoud van elk bestand vastleggen alvorens telefonisch
contact op te nemen met Dell.
Foutmelding, pieptooncode of diagnostische code:
Beschrijving van het probleem en de door u uitgevoerde probleemoplossingsprocedures:
OPMERKING: De gratis telefoonnummers gelden alleen in het land waarvoor deze staan aangegeven.
Land (stad),
internationaal
toegangsnummer,
landnummer,
kengetal
Naam afdeling of servicegebied,
website en e-mailadres
Netnummers,
lokale nummers en
gratis nummer
Amerikaanse
Maagdeneilanden
Algemene ondersteuning
1-877-673-3355
Anguilla
Algemene ondersteuning
gratis:800-335-0031
Antigua en Barbuda
Algemene ondersteuning
1-800-805-5924
Argentinië(BuenosAires)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 54
Kengetal: 11
Website: www.dell.com.ar
E-mail voor desktop- en draagbare computers:
E-mail voor servers en opslagproducten van EMC®:
Klantenzorg
gratis:0-800-444-0730
Technische ondersteuning
gratis:0-800-444-0733
Technische ondersteuningsdiensten
gratis:0-800-444-0724
Verkoop
0-810-444-3355
Aruba
Algemene ondersteuning
gratis:800-1578
Australië(Sydney)
Internationaal
toegangsnummer: 0011
Landnummer: 61
Kengetal: 2
E-mail(Australië):[email protected]
E-mailCustomerCare(AustraliëenNieuw-Zeeland): [email protected]
particulieren/kleine ondernemingen
1-300-655-533
Overheid en bedrijfsleven
gratis:1-800-633-559
Divisie preferente accounts (PAD)
gratis:1-800-060-889
Customer Care (after-sales)
gratis:1-333-55
(optie 3)
Technische ondersteuning (draagbare en desktopcomputers)
gratis:1-300-655-533
Technische ondersteuning (servers en werkstations)
gratis:1-800-733-314
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:1-800-808-385
Directe verkoop
gratis:1-800-808-312
Fax
gratis:1-800-818-341
Bahama's
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6818
Barbados
Algemene ondersteuning
1-800-534-3066
België(Brussel)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 32
Kengetal: 2
Website: support.euro.dell.com
E-mailadres voor Franstalige klanten: support.euro.dell.com/be/fr/emaildell/
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
024819296
Ondersteuning voor alle andere Dell-computers
024819288
Faxnummer support
024819295
Klantenzorg
027131565
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
024819100
Fax
024819299
Algemeen
024819100
Bermuda
Algemene ondersteuning
1-800-342-0671
Bolivië
Algemene ondersteuning
gratis:800-10-0238
Brazilië
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 55
Kengetal: 51
Website: www.dell.com/br
Klantenservice en technische ondersteuning
0800903355
Faxnummer technische ondersteuning
514815470
Faxnummer Klantenondersteuning
514815480
Verkoop
0800903390
Britse Maagdeneilanden
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6820
Brunei
Landnummer: 673
Klantenondersteuning(Penang,Maleisië)
6046334966
Klantenondersteuning(Penang,Maleisië)
6046334888
Directeverkoop(Penang,Maleisië)
6046334955
Canada (North York, Ontario)
Internationaal
toegangsnummer: 011
Online bestellingsstatus: www.dell.ca/ostatus
AutoTech (geautomatiseerde ondersteuning)
gratis:1-800-247-9362
Klantenondersteuning (verkoop thuisgebruikers/kleine ondernemingen)
gratis:1-800-847-4096
Klantenondersteuning (middelgrootzakelijke/grootzakelijke, overheid)
gratis:1-800-326-9463
Technische ondersteuning (Thuisgebruikers/kleine ondernemingen)
gratis:1-800-847-4096
Technische ondersteuning (grote/middelgrote zakelijke klanten, overheid)
gratis:1-800-387-5757
Technische ondersteuning (printers, projectoren, televisies, handhelds, digitale
jukeboxes en draadloos)
1-877-335-5767
Verkoop (thuiswerkers/kleine ondernemingen)
gratis:1-800-387-5752
Verkoop (middelgrootzakelijke/grootzakelijke ondernemingen, overheid)
gratis:1-800-387-5755
Verkoop losse onderdelen & uitgebreide diensten
18664403355
Chili (Santiago)
Landnummer: 56
Kengetal: 2
Verkoop, Klantenondersteuning en technische ondersteuning
gratis:1230-020-4823
China (Xiamen)
Landnummer: 86
Kengetal: 592
Support-website: support.dell.com.cn
E-mailadres support: [email protected]
E-mailadres Klantenondersteuning: [email protected]
Faxnummer technische ondersteuning:
5928181350
Technischeondersteuning(Dell™Dimension™enInspiron)
gratis:8008582969
Technischeondersteuning(OptiPlex™,Latitude™enDellPrecision™)
gratis:8008580950
Technische ondersteuning (servers en opslag)
gratis:8008580960
Technische ondersteuning (projectoren, PDA's, schakelaars, routers etc.)
gratis:8008582920
Technische ondersteuning (printers)
gratis:8008582311
Klantenzorg
gratis:8008582060
Faxnummer Klantenondersteuning
5928181308
particulieren/kleine ondernemingen
gratis:8008582222
Divisie preferente accounts
gratis:8008582557
Grote zakelijke accounts
gratis:8008582055
Grootzakelijke ondernemingen Belangrijke klanten
gratis:8008582628
Grootzakelijke ondernemingen Noord
gratis:8008582999
Grootzakelijke ondernemingen Noord Overheid en Onderwijs
gratis:8008582955
Grootzakelijke ondernemingen Oost
gratis:8008582020
Grootzakelijke ondernemingen Oost Overheid en Onderwijs
gratis:8008582669
Speciaal team grootzakelijke ondernemingen
gratis:8008582572
Grootzakelijke ondernemingen Zuid
gratis:8008582355
Grootzakelijke ondernemingen West
gratis:8008582811
Losse onderdelen voor grootzakelijke ondernemingen
gratis:8008582621
Colombia
Algemene ondersteuning
980-9-15-3978
Costa Rica
Algemene ondersteuning
0800-012-0435
Denemarken (Kopenhagen)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 45
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/dk/da/emaildell/
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
7010 0074
Ondersteuning voor alle andere Dell-computers
70230182
Klantenzorg (relaties)
70230184
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
32875505
Algemeen (relaties)
32871200
Faxnummer switchboard (Relaties)
32871201
Algemeen (particulieren/kleine ondernemingen)
32875000
Faxnummer switchboard (particulieren/kleine ondernemingen)
32875001
Dominica
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6821
Dominicaanse Republiek
Algemene ondersteuning
1-800-148-0530
Duitsland (Langen)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 49
Kengetal: 6103
Website: support.euro.dell.com
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
06103766-7222
Ondersteuning voor alle andere Dell-computers
06103766-7200
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0180-5-224400
Klantenzorg algemeen segment
06103766-9570
Klantenzorg preferente accounts
06103766-9420
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
06103766-9560
Klantenzorg publieke sector
06103766-9555
Algemeen
06103766-7000
Ecuador
Algemene ondersteuning
gratis:999-119
El Salvador
Algemene ondersteuning
01-899-753-0777
Finland (Helsinki)
Internationaal
toegangsnummer: 990
Landnummer: 358
Kengetal: 9
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/fi/fi/emaildell/
Ondersteuning
0925331360
Klantenzorg
0925331338
Fax
0925331399
Algemeen
0925331300
Frankrijk (Parijs)
(Montpellier)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 33
Kengetallen: (1) (4)
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/fr/fr/emaildell/
Particulieren/kleine ondernemingen
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
0825387129
Ondersteuning voor alle andere Dell-computers
0825387270
Klantenzorg
0825823833
Algemeen
0825004700
Algemeen (oproepen van buiten Frankrijk)
0499754000
Verkoop
0825004700
Fax
0825004701
Fax (oproepen van buiten Frankrijk)
0499754001
Grootzakelijke klanten
Ondersteuning
0825004719
Klantenzorg
0825338339
Algemeen
0155947100
Verkoop
0155947100
Fax
0155947101
Grenada
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-540-3355
Griekenland
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 30
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/gr/en/emaildell/
Ondersteuning
00800-44 14 95 18
Gold Service Support
00800-44 14 00 83
Algemeen
2108129810
Switchboard Gold Service
2108129811
Verkoop
2108129800
Fax
2108129812
Guatemala
Algemene ondersteuning
1-800-999-0136
Guyana
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-270-4609
Hong Kong
Internationaal
toegangsnummer: 001
Landnummer: 852
Website: support.ap.dell.com
E-mailadres support: [email protected]
Ondersteuning (Dimension en Inspiron)
29693188
Ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
29693191
Ondersteuning(PowerApp™,PowerEdge™,PowerConnect™enPowerVault™)
29693196
Klantenzorg
34160910
Grootzakelijke ondernemingen
34160907
Wereldwijde klantenprogramma's
34160908
Divisie middelgrootzakelijke ondernemingen
34160912
Divisie thuisgebruikers en kleine ondernemingen
29693105
Ierland (Cherrywood)
Internationaal
toegangsnummer: 16
Landnummer: 353
Kengetal: 1
Website: support.euro.dell.com
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
1850 200 722
Ondersteuning voor alle andere Dell-computers
1850543543
Technische ondersteuning Verenigd Koninkrijk (alleen bellen vanuit Verenigd
Koninkrijk)
08709080800
Klantenzorg particulieren
012044014
Klantenzorg kleine ondernemingen
012044014
Klantenzorg Verenigd Koninkrijk (alleen binnen V.K.)
08709060010
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
1850200982
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen (alleen binnen V.K.)
08709074499
Verkoop Ierland
012044444
Verkoop Verenigd Koninkrijk (alleen binnen V.K.)
08709074000
Fax/faxnummer verkoop
012040103
Algemeen
012044444
India
Ondersteuning
1600338045
en 1600448046
Verkoop (grootzakelijke ondernemingen)
1600338044
Verkoop thuisgebruikers en kleine ondernemingen)
1600338046
Italië(Milaan)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 39
Kengetal: 02
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/it/it/emaildell/
Particulieren/kleine ondernemingen
Ondersteuning
0257782690
Klantenzorg
0269682114
Fax
0269682113
Algemeen
0269682112
Grootzakelijke klanten
Ondersteuning
0257782690
Klantenzorg
0257782555
Fax
0257503530
Algemeen
02577821
Jamaica
Algemene ondersteuning (alleen vanuit Jamaica bellen)
1-800-682-3639
Japan (Kawasaki)
Internationaal
toegangsnummer: 001
Landnummer: 81
Kengetal: 44
Website: support.jp.dell.com
Technische ondersteuning (servers)
gratis: 0120-198-498
Technische ondersteuning buiten Japan (servers)
81-44-556-4162
Technische ondersteuning (Dimension en Inspiron)
gratis: 0120-198-226
Technische ondersteuning buiten Japan (Dimension en Inspiron)
81-44-520-1435
Technische ondersteuning (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
gratis: 0120-198-433
Technische ondersteuning buiten Japan (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
81-44-556-3894
Technische ondersteuning (PDA's, projectoren, printers en routers)
gratis: 0120-981-690
Technische ondersteuning buiten Japan (PDA's, projectoren, printers en routers)
81-44-556-3468
Faxbox-service
044-556-3490
Geautomatiseerde 24-uurs bestelservice
044-556-3801
Klantenzorg
044-556-4240
Zakelijke verkoopdivisie (tot 400 medewerkers)
044-556-1465
Divisie preferente accounts (meer dan 400 medewerkers)
044-556-3433
Verkoopafdeling voor grootzakelijke ondernemingen (meer dan 3.500
medewerkers)
044-556-3430
Verkoopafdeling voor de publieke sector (overheidsorganen, onderwijsinstellingen,
medische instituten)
044-556-1469
Wereldwijd segment Japan
044-556-3469
Individuele gebruiker
044-556-1760
Algemeen
044-556-4300
Kaaimaneilanden
Algemene ondersteuning
1-800-805-7541
Korea (Seoul)
Internationaal
toegangsnummer: 001
Landnummer: 82
Kengetal: 2
Ondersteuning
gratis:080-200-3800
Ondersteuning (Dimension, PDA, electronica en accessoires)
gratis: 080-200-3801
Verkoop
gratis:080-200-3600
Fax
2194-6202
Algemeen
2194-6000
Latijns-Amerika
Klantenondersteuning (Austin, Texas, V.S.)
512728-4093
Klantenondersteuning (Austin, Texas, V.S.)
512728-3619
Faxnummer (Technische ondersteuning en Klantenondersteuning Austin, Texas,
V.S.)
512728-3883
Verkoopafdeling (Austin, Texas, V.S.)
512728-4397
Faxnummer verkoopafdeling (Austin, Texas, V.S.)
512728-4600
of512728-3772
Luxemburg
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 352
Website: support.euro.dell.com
Ondersteuning
0834208075
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
+32(0)27131596
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
26257781
Klantenzorg
+32(0)24819119
Fax
26257782
Macao
Landnummer: 853
Ondersteuning
gratis:0800105
Klantenondersteuning (Xiamen, China)
34 160 910
Directe verkoop (Xiamen, China)
29 693 115
Maleisië(Penang)
Internationaal
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (Dell Precision, OptiPlex en Latitude)
gratis:1800880193
Technische ondersteuning (Dimension, Inspiron, elektronica en accessoires)
gratis:1800881306
toegangsnummer: 00
Landnummer: 60
Kengetal: 4
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault)
gratis:1800881386
Klantenzorg
gratis:1800881306(optie6)
Directe verkoop
gratis:1800888202
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:1800888213
Mexico
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 52
Klantenondersteuning
001-877-384-8979
of 001-877-269-3383
Verkoop
50-81-8800
of 01-800-888-3355
Klantenservice
001-877-384-8979
of 001-877-269-3383
Centrale
50-81-8800
of 01-800-888-3355
Montserrat
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-278-6822
Nederland (Amsterdam)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 31
Kengetal: 20
Website: support.euro.dell.com
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
0206744594
Ondersteuning voor alle andere Dell-computers
0206744500
Faxnummer technische ondersteuning:
0206744766
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0206744200
Klantenzorg relaties
0206744325
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
0206745500
Verkoop relaties
0206745000
Fax particulieren/kleine ondernemingen
0206744775
Fax verkooprelaties
0206744750
Algemeen
0206745000
Fax algemeen
0206744750
Nederlandse Antillen
Algemene ondersteuning
001-800-882-1519
Nicaragua
Algemene ondersteuning
001-800-220-1006
Nieuw-Zeeland
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 64
E-mail (Nieuw-Zeeland): [email protected]
E-mailklantenondersteuning(AustraliëenNieuwZeeland):[email protected]
Klantenzorg
gratis:0800-289-335(optie3)
Technische ondersteuning (voor desktop- en portable computers)
gratis:0800446255
Technische ondersteuning (voor servers en werkstations)
gratis:0800443563
particulieren/kleine ondernemingen
0800446255
Overheid en bedrijfsleven
0800444617
Verkoop
0800441567
Fax
0800441566
Noorwegen (Lysaker)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 47
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/no/no/emaildell/
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
815 35 043
Ondersteuning voor alle andere Dell-producten
67116882
Klantenzorg relaties
67117575
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
23162298
Algemeen
67116800
Fax algemeen
67116865
Oostenrijk (Wenen)
Internationaal
toegangsnummer: 900
Landnummer: 43
Kengetal: 1
Website: support.euro.dell.com
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
082024053000
Fax particulieren/kleine ondernemingen
082024053049
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
082024053014
Klantenzorg preferente accounts/grootzakelijke ondernemingen
082024053016
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
082024053081
Ondersteuning voor thuisgebruikers en kleine ondernemingen voor alle overige
Dell-computers
082024053014
Preferred Accounts/Corporate Support
06608779
Algemeen
082024053000
Panama
Algemene ondersteuning
001-800-507-0962
Peru
Algemene ondersteuning
0800-50-669
Website: support.euro.dell.com
Polen (Warschau)
Internationaal
toegangsnummer: 011
Landnummer: 48
Kengetal: 22
Tel. klantenservice
5795700
Klantenzorg
5795999
Verkoop
5795999
Fax klantenservice
5795806
Fax receptie
5795998
Algemeen
5795999
Portugal
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 351
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/pt/en/emaildell/
Ondersteuning
707200149
Klantenzorg
800300413
Verkoop
800300410of800300411
of800300412of214220710
Fax
214240112
Puerto Rico
Algemene ondersteuning
1-800-805-7545
Saint Kitts en Nevis
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-441-4731
Saint Lucia
Algemene ondersteuning
1-800-882-1521
Saint Vincent en de
Grenadines
Algemene ondersteuning
gratis:1-877-270-4609
Singapore (Singapore)
Internationaal
toegangsnummer: 005
Landnummer: 65
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (Dimension, Inspiron, elektronica en accessoires)
gratis:18003947430
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
gratis:18003947488
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault)
gratis:18003947478
Klantenzorg
gratis:18003947430(optie6)
Directe verkoop
gratis:18003947412
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:18003947419
Slowakije (Praag)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 421
Website: support.euro.dell.com
Ondersteuning
0254415727
Klantenzorg
420225372707
Fax
0254418328
Faxnummer technische ondersteuning
0254418328
Centrale (verkoop)
0254417585
Spanje (Madrid)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 34
Kengetal: 91
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/es/es/emaildell/
Particulieren/kleine ondernemingen
Ondersteuning
902100130
Klantenzorg
902118540
Verkoop
902118541
Algemeen
902118541
Fax
902118539
Grootzakelijke klanten
Ondersteuning
902100130
Klantenzorg
902115236
Algemeen
917229200
Fax
917229583
Taiwan
Internationaal
toegangsnummer: 002
Landnummer: 886
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude, Inspiron, Dimension, elektronica en
accessoires)
gratis:00801861011
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault)
gratis:00801601256
Klantenzorg
gratis:00801601250
(optie5)
Directe verkoop
gratis:00801651228
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:00801651227
Thailand
Internationaal
toegangsnummer: 001
Website: support.ap.dell.com
Technische ondersteuning (OptiPlex, Latitude en Dell Precision)
gratis:1800006007
Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault)
gratis:1800060009
Klantenzorg
gratis:1800006007
(optie7)
Landnummer: 66
Verkoop grootzakelijke ondernemingen
gratis:1800006009
Directe verkoop
gratis:1800006006
Trinidad & Tobago
Algemene ondersteuning
1-800-805-8035
Tsjechische Republiek
(Praag)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 420
Website: support.euro.dell.com
Ondersteuning
225372727
Klantenzorg
225372707
Fax
225372714
Faxnummer technische ondersteuning
225372728
Algemeen
225372711
Turks- en Caicoseilanden
Algemene ondersteuning
gratis:1-866-540-3355
Uruguay
Algemene ondersteuning
gratis:000-413-598-2521
Venezuela
Algemene ondersteuning
8001-3605
Verenigd Koninkrijk
(Bracknell)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 44
Kengetal: 1344
Website: support.euro.dell.com
Website klantenzorg:
support.euro.dell.com/uk/en/ECare/Form/Home.asp
Technische ondersteuning (grootzakelijke/voorkeursklanten [1000+
medewerkers])
08709080500
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
0870 366 4180
Technische ondersteuning (direct en algemeen) voor alle andere producten
08709080800
Klantenzorg algemene accounts
01344373186
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
08709060010
Klantenzorg grootzakelijke ondernemingen
01344373185
Klantenzorg preferente accounts (5005.000 medewerkers)
08709060010
Klantenzorg centrale overheid
01344373193
Klantenzorg lokale overheid en onderwijs
01344373199
Klantenzorg gezondheidszorg
01344373194
Verkoop particulieren/kleine ondernemingen
08709074000
Verkoop grootzakelijke ondernemingen/publieke sector
01344860456
Faxnummer thuisgebruikers en kleine ondernemingen
08709074006
V.S. (Austin, Texas)
Internationaal
toegangsnummer: 011
Landnummer: 1
Geautomatiseerde bestelstatusservice
gratis:1-800-433-9014
AutoTech (draagbare en desktopcomputers)
gratis:1-800-247-9362
Technische ondersteuning (Dell televisies, printers en projectoren) voor
klantrelaties
gratisnummer1-877-459-7298
Consumenten (Particulierenenthuiswerkers)Ondersteuningvooralleoverige
Dell-producten
gratis:1-800-624-9896
Klantenservice
gratis:1-800-624-9897
DellNet™serviceenondersteuning
gratis:1-877-Dellnet
(1-877-335-5638)
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Financial Services-website:
www.dellfinancialservices.com
Financiëlediensten(leasen/lenen)
gratis:1-877-577-3355
Financiëlediensten(preferenteDell-accounts)
gratis:1-800-283-2210
Zakelijk
Klantenondersteuning en technische ondersteuning
gratis:1-800-456-3355
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Technische ondersteuning printers en projectors
gratis:1-877-459-7298
Publieke sector(overheid,onderwijsengezondheidszorg)
Klantenondersteuning en technische ondersteuning
gratis:1-800-456-3355
PCprivé-klanten
gratis:1-800-695-8133
Dell Verkoop
gratis:1-800-289-3355
ofgratisnummer:1-800-879-3355
Dell Outlet Store
gratis:1-888-798-7561
Verkoop van software en randapparatuur
gratis:1-800-671-3355
Verkoop losse onderdelen
gratis:1-800-357-3355
Verkoop additionele services en garanties
gratis:1-800-247-4618
Fax
gratis:1-800-727-8320
Dell-services voor doven, slechthorenden en mensen met een spraakgebrek
gratis:1-877-DELLTTY
Terug naar inhoudspagina
(1-877-335-5889)
Zuid-Afrika (Johannesburg)
Internationaal
toegangsnummer:
09/091
Landnummer: 27
Kengetal: 11
Website: support.euro.dell.com
Gouden Queue
0117097713
Ondersteuning
0117097710
Klantenzorg
0117097707
Verkoop
0117097700
Fax
0117060495
Algemeen
0117097700
ZuidoostAziëenhetStille
Zuidzee-gebied
Klantenondersteuning,klantendienstenverkoop(Penang,Maleisië)
6046334810
Zweden (Upplands Vasby)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 46
Kengetal: 8
Website: support.euro.dell.com
E-mail: support.euro.dell.com/se/sv/emaildell/
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
0771 340 340
Ondersteuning voor alle andere Dell-producten
0859005199
Klantenzorg relaties
0859005642
Klantenzorg particulieren/kleine ondernemingen
0858770527
OndersteuningPCprivé-programma
201401444
Faxnummer technische ondersteuning:
0859005594
Verkoop
0859005185
Zwitserland(Genève)
Internationaal
toegangsnummer: 00
Landnummer: 41
Kengetal: 22
Website: support.euro.dell.com
E-mail voor Franstalige particulieren/kleine ondernemingen en grootzakelijke
ondernemingen: support.euro.dell.com/ch/fr/emaildell/
Alleen ondersteuning voor draagbare XPS-computers
0848 33 88 57
Technische ondersteuning (Particulieren/kleine ondernemingen) voor alle andere
Dell-producten
0844811411
Technische ondersteuning (Grootzakelijke klanten)
0844822844
Klantenzorg (particulieren/kleine ondernemingen)
0848802202
Klantenzorg (grootzakelijke ondernemingen)
0848821721
Fax
0227990190
Algemeen
0227990101
Terug naar inhoudspagina
Het toetsenbord gebruiken
Gebruikshandleiding
Numeriek toetsenblok
Toetsencombinaties
Touchpad
Het dopje van de track stick vervangen
Numeriek toetsenblok
Het numerieke toetsenblok werkt op dezelfde manier als het numerieke toetsenblok op een extern toetsenbord. Elke toets op het toetsenblok heeft meerdere
functies. De getallen en symbolen op het toetsenblok zijn blauw gemarkeerd aan de rechterzijde van de toetsen van het toetsenblok. Om een getal of
symbool in te voeren, houd u <Fn> ingedrukt en drukt u op de gewenste toets.
l Om het toetsenblok te activeren, drukt u op <Num Lk>. Het lampje geeft aan dat het toetsenblok is geactiveerd.
l Om het toetsenblok te deactiveren, drukt u opnieuw op <Num Lk>.
Toetsencombinaties
Systeemfuncties
Batterij
Weergavefuncties
Energiebeheer
<Ctrl><Shift><Esc>
Opent het venster Taakbeheer
<Fn><F3>
GeeftdeDell™QuickSet-batterijmeter weer
<Fn><F7>
Schaalt tussen breedbeeld en standaard aspectratio-videoresoluties.
<Fn><F8>
Schakelthetvideobeeldomnaardevolgendebeeldschermoptie.Optieszijnonderanderehetgeïntegreerdebeeldscherm,een
externe monitor en beide beeldschermen tegelijk.
<Fn> en de pijl-naar-
linkstoets
Activeert de omgevingslichtsensor, die de helderheid van het beeldscherm bepaalt op basis van het licht dat in de werkomgeving
aanwezig is.
<Fn> en de pijl-
omhoogtoets
Vergrootdehelderheidalleenophetgeïntegreerdebeeldscherm(nietopeenexternemonitor).
<Fn> en pijl-omlaagtoets
Vermindertdehelderheidalleenophetgeïntegreerdebeeldscherm(nietopeenexternemonitor).
Functies in combinatie met de toets met het Microsoft Windows®logo
Om de werking van het toetsenbord te wijzigen, zoals bijvoorbeeld de herhalingssnelheid voor tekens, opent u het Configuratiescherm, klikt u op Printers en
andere hardware en vervolgens op Toetsenbord. Raadpleeg voor informatie over het Configuratiescherm het Windows Help and Support Center (zie
Windows Help en Support Center).
Touchpad
Het touchpad detecteert de druk en de beweging van uw vinger, zodat u de cursor op het beeldscherm kunt verplaatsen. U kunt het touchpad en de
touchpad-knoppen op dezelfde manier gebruiken als u een muis zou gebruiken.
l Om de cursor te bewegen sleept u uw vinger zachtjes over het touchpad.
l Om een object te selecteren tipt u het oppervlak van het touchpad zachtjes aan of drukt u met uw duim zachtjes op de linkerknop van het touchpad.
l Om een object te verplaatsen of slepen, plaatst u de cursor op het object en tipt u twee keer het touchpad aan. Terwijl u het touchpad voor de tweede
keer aantipt, moet u uw vinger op het touchpad laten rusten en het geselecteerde object verplaatsen door uw vinger over het oppervlak te bewegen.
l Om een object te dubbelklikken, plaatst u de cursor op het object en tipt u twee keer het touchpad aan of drukt u twee maal met uw duim op de
linkerknop van het touchpad.
U kunt ook de track stick gebruiken om de cursor te bewegen. Duw de track stick naar links, rechts, omhoog of naar beneden om de richting van de cursor op
het beeldscherm te wijzigen. U kunt de track stick en de track stick-knoppen gebruiken op dezelfde manier als u een muis zou gebruiken.
Het touchpad en de track stick aanpassen
In het venster Muiseigenschappen kunt u het touchpad en de track stick deactiveren of de instellingen ervan wijzigen.
<Fn><Esc>
Activeert een energiebeheermodus. U kunt deze toetsenbordsnelkoppeling opnieuw programmeren zodat een andere energiebeheermodus
wordt geactiveerd op het tabblad Geavanceerd in het venster Energiebeheer-instellingen (zie De energiebeheerinstellingen configureren).
<Fn><F1>
Zet de computer in de slaapstand. Hiervoor is Dell QuickSet vereist (zie Dell™QuickSet).
Toets met het Windows-
logo en <m>
Minimaliseert alle geopende vensters
Toets met het Windows-
logo en <Shift><m>
Brengt alle geminimaliseerde vensters terug naar hun normale staat. Deze toetsencombinatie kan worden gebruikt om
geminimaliseerde vensters naar hun oorspronkelijke staat te herstellen na het gebruik van de toets met het Windows-logo in
combinatie met de toets <m>.
Toets met het Windows-
logo en <e>
Voer Windows Verkenner uit
Toets met het Windows-
logo en <r>
Opent het dialoogvenster Uitvoeren
Toets met het Windows-
logo en <f>
Opent het dialoogvenster Zoekresultaten
Toets met het Windows-
logo en <Ctrl><f>
Opent het dialoogvenster Zoekresultaten-computer (als de computer met een netwerk is verbonden)
Toets met het Windows-
logo en <Pause>
Opent het dialoogvenster Systeemeigenschappen
1
touchpad
2
touchpad-knoppen
OPMERKING: Als u de optionele vingerafdruklezer bij uw computer hebt besteld, zal deze zich tussen de knoppen van het touchpad bevinden.
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Muis. Raadpleeg voor meer informatie over het configuratiescherm Windows Help
en Support Center.
2. In het venster Muiseigenschappen doet u het volgende:
l Klik op het tabblad Apparaatkeuze om de touchpad en track stick te deactiveren.
l Klik op het tabblad Aanwijzers om de instellingen van de touchpad en track stick te wijzigen.
3. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Het dopje van de track stick vervangen
U kunt het dopje van de track stick vervangen als deze na langdurig gebruik versleten raakt of als u een andere kleur prefereert. U kunt additionele dopjes
bestellen via de homepage van Dell op www.dell.com.
1. Verwijder het dopje van de track stick.
2. Plaats het nieuwe dopje op de rechthoekige plug van de track stick en druk het dopje zachtjes op de plug vast.
3. Test de track stick om er zeker van te zijn dat de dop goed vastzit.
Terug naar inhoudspagina
KENNISGEVING: Als het dopje niet op de juiste wijze op de plug is bevestigd, kan de track stick het beeldscherm beschadigen.
Terug naar inhoudspagina
Multimedia gebruiken
Gebruikshandleiding
Cd's of dvd's afspelen
Het volume bijstellen
Het beeld bijstellen
Cd's of dvd's afspelen
1. Druk op de ejectknop aan de voorzijde van het station.
2. Trek de schuif naar buiten.
3. Plaats de schijf met het etiket naar boven in het midden van de schuif en druk de schijf op de spil.
4. Duw de schuif terug in het station.
Voor het formatteren van cd's om gegevens op te slaan, het maken van muziek-cd'senhetkopiërenvancd'smoetudecd-software raadplegen die met de
computer werd meegeleverd.
Het volume bijstellen
Volumeregelingsvenster
1. Klik op Start, richt de muisaanwijzer op Alle programma's of Programma's® Accessoires® Entertainment of Multimedia en klik vervolgens op
Volumeregeling.
2. In het venster Volumeregeling klikt u op de balk in de kolom Volumeregeling en schuift u deze omhoog of omlaag om het volume te verhogen of
verlagen.
Klik voor meer informatie over de volumeregeling op Help in het venster Volumeregeling.
KENNISGEVING: Druk de cd- of dvd-schuif niet naar beneden wanneer u deze opent of sluit. Houd de schuif dicht wanneer u het cd- of dvd-station niet
gebruikt.
KENNISGEVING: Beweeg de computer niet terwijl u cd's of dvd's afspeelt.
OPMERKING: Als u gebruikmaakt van een module die bij een andere computer werd geleverd, moet u de stuurprogramma's en software installeren die
benodigd zijn voor het afspelen van dvd's of het wegschrijven van gegevens. Raadpleeg voor meer informatie de cd Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's). De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) is optioneel en wordt in sommige landen mogelijk niet met de computer
meegeleverd.
OPMERKING: Zorg er tijdens het maken van cd's voor dat u volgens de geldende copyrightwetten te werk gaat.
OPMERKING: Als de speakers zijn gedempt, zult u niet in staat zijn om de cd of dvd te horen die wordt afgespeeld.
Volumebedieningsknoppen
U kunt het volume bijstellen met behulp van de volumebedieningsknoppen op de computer. Zie volumeknoppen.
Het beeld bijstellen
Als er een foutmelding verschijnt dat de huidige resolutie en de kleurdiepte te veel geheugen verbruiken en het afspelen van dvd's onmogelijk maken, moet u
de eigenschappen van het beeldscherm bijstellen.
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Beeldscherm.
2. Klik op Instellingen, klik op de balk en sleep deze naar Beeldschermresolutie om de instelling te wijzigen in 1024 bij 768 pixels.
3. Klik op de pijl van het uitklapvenster voor Kleurkwaliteit® Medium (16 bits)® OK.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Netwerken gebruiken
Gebruikshandleiding
Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem
Wireless Local Area Network (WLAN)
Mobiel breedbandnetwerk of Wireless Wide Area Network (WWAN)
Dell™Wi-FiCatcher™NetworkLocator
Firewall voor internetverbinding
Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem
Voordat u uw computer aansluit op een netwerk dat geen draadloos netwerk is, moet er een netwerkkabel op de computer zijn aangesloten.
Om een netwerkkabel aan te sluiten, gaat u als volgt te werk:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de ingang van de netwerkadapter aan de achterzijde van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluitingsapparaat of een netwerkcontact.
3. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluitingsapparaat of een netwerkcontact.
Wizard voor netwerkinstallaties
Het besturingssysteem Microsoft
®
Windows
®
XP biedt een wizard voor netwerkinstallaties die u ondersteunt tijdens het delen van bestanden en printers of
het opzetten van een internetverbinding tussen computers thuis of op kantoor.
1. Klik op Start, richt de muisaanwijzer op Programma's® Accessoires® Communicatie en klik vervolgens op Wizard Netwerkinstallatie.
2. Klik in het welkomstvenster op Volgende.
3. Klik op Controlelijst voor het maken van een netwerk.
4. Vul de checklist in.
5. Keer terug naar de Wizard Netwerkinstallatie en volg de aanwijzingen op het scherm.
Wireless Local Area Network (WLAN)
Een WLAN is een verzameling van aan elkaar gekoppelde computers die met elkaar communiceren via luchtgolven in plaats van netwerkkabels. In een WLAN
worden computers verbonden door een radiocommunicatieapparaat genaamd een toegangspunt of een draadloze router dat/die eveneens internet- of
netwerktoegang biedt. Het access point of de draadloze router en de draadloze netwerkkaart in de computer communiceren met elkaar door met behulp van
hun antennes gegevens uit te zenden via de luchtgolven.
OPMERKING: Duw de kabelstekker in de ingang totdat deze vastklikt, en trek zachtjes aan de kabel om de kijken of deze stevig vastzit.
OPMERKING: Sluit geen netwerkkabel aan op een telefooncontact.
OPMERKING: Sluit geen netwerkkabel aan op een telefooncontact.
OPMERKING: Als u de verbindingsmethode genaamd Deze computer is direct met internet verbonden selecteert,wordtdegeïntegreerdefirewall
geactiveerd die met Windows XP Service Pack 2 (SP2) wordt meegeleverd.
Benodigdheden voor een WLAN-verbinding
Voordat u een WLAN kunt instellen, hebt u het volgende nodig:
l Hogesnelheid (breedband) internettoegang (zoals een kabel- of ADSL-verbinding)
l Een breedbandmodem die is aangesloten en ingeschakeld
l Een draadloze router of access point
l Een draadloze netwerkkaart voor elke computer die u op uw WLAN wilt aansluiten
l Een netwerkkabel met een network (RJ-45)-stekker
De draadloze netwerkkaart controleren
Afhankelijk van uw selectie tijdens de aanschaf van de computer is de computer uitgerust met een verscheidenheid aan configuraties. Om vast te stellen of uw
computer is uitgerust met een draadloze netwerkkaart en het type kaart te bepalen, moet u een van de volgende methodes hanteren:
l De Start-knop en vervolgens de optie Verbinden met
l De oorspronkelijke factuur voor uw computer
De start-knop en de optie Verbinden met
1. Klik op de knop Start.
2. Richt de muisaanwijzer op Verbinden met en klik vervolgens op Alle verbindingen weergeven.
Als Draadloze netwerkverbinding niet wordt weergegeven onder LAN- of snelle internetverbinding is de computer mogelijk niet uitgerust met een
draadloze netwerkkaart.
Als Draadloze netwerkverbinding verschijnt, is de computer voorzien van een draadloze netwerkkaart. Om gedetailleerde informatie met betrekking tot de
draadloze netwerkkaart te raadplegen doet u het volgende:
1. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding.
2. Klik op Eigenschappen. Het venster Eigenschappen draadloze netwerkverbinding wordt weergegeven. De naam en het modelnummer van de
draadloze netwerkkaart worden weergegeven op het tabblad Algemeen.
Orderbevestiging
Op de orderbevestiging die u ontving toen u de computer bestelde, worden de hardware en software vermeld die met uw computer werden geleverd.
Een nieuw WLAN instellen
Neem contact op met uw internetprovider voor specifieke informatie over de vereisten voor verbindingen op basis van uw breedbandmodem.
Een wireless router en breedbandmodem aansluiten
1. Zorg ervoor dat u over vaste internetverbinding beschikt via uw breedbandmodem voordat u probeert om een draadloze internetverbinding op te
zetten (zie Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem).
2. Installeer alle software die voor uw draadloze router benodigd is. Mogelijk werd bij uw draadloze router een installatie-cd geleverd. Dergelijke cd's
bevatten normaliter informatie over de installatie en probleemoplossing. Installeer de benodigde software volgens de instructies van de fabrikant.
3. Zet de computer en andere computers met draadloze functionaliteit in de nabijheid uit via het Start- menu.
4. Haal de stekker van het snoer van de breedbandmodem uit het stopcontact.
5. Koppel de netwerkkabel los van de computer en de modem.
OPMERKING: Als uw computer is ingesteld op het klassieke startmenu, kunt u de netwerkverbindingen weergeven door te klikken op de Start-knop,
met de muisaanwijzer Instellingen en vervolgens Netwerkverbindingen aan te wijzen. Als Draadloze netwerkverbinding niet verschijnt, is uw
computer mogelijk niet uitgerust van een draadloze netwerkkaart.
OPMERKING: Wacht minimaal 5 minuten nadat u de breedbandmodem hebt losgekoppeld voordat u met het installeren van het netwerk verder gaat.
6. Koppel de netadapterkabel los van de draadloze router om er zeker van te zijn dat de router niet van stroom wordt voorzien.
7. Sluit een netwerkkabel aan op de netwerk (RJ-45)-ingang op de breedbandmodem wanneer deze geen stroom ontvangt.
8. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de internetnetwerk (RJ-45)-ingang op de draadloze router wanneer deze geen stroom ontvangt.
9. Controleer of er geen netwerk- of USB-kabels op de breedbandmodem zijn aangesloten, met uitzondering van de netwerkkabel die de modem en de
draadloze router met elkaar verbindt.
10. Zet alleen de breedbandmodem aan en wacht minimaal 2 minuten totdat de breedbandmodem is gestabiliseerd. Ga na 2 minuten verder met stap 11.
11. Zet de draadloze router aan en wacht minimaal 2 minuten totdat de draadloze router is gestabiliseerd. Ga na 2 minuten verder met stap 12.
12. Zet de computer aan en wacht totdat het opstartproces is voltooid.
13. Raadpleeg voor de volgorde waarin de draadloze router moet worden ingesteld de documentatie die met de draadloze router werd meegeleverd:
l Maak een verbinding tussen de computer en de draadloze router.
l Stel de draadloze router in op communicatie met de breedbandrouter.
l Zoek naar de uitzendnaam van de draadloze router. De technische term voor de uitzendnaam van de router is Service Set Identifier (SSID) of
netwerknaam.
14. Configureer indien nodig de draadloze netwerkkaart zodanig dat deze een verbinding maakt met het draadloze netwerk. Zie De status van draadloze
netwerkverbindingenbewakenmetbehulpvanDell™QuickSet.
Connecting to a Wireless Local Area Network
Dit gedeelte biedt algemene procedures voor het maken van netwerkverbindingen op basis van draadloze technologie. Specifieke netwerknamen en
configuraties kunnen per situatie verschillen. Raadpleeg Wireless Local Area Network (WLAN) voor meer informatie over het instellen van een verbinding met
een WLAN.
Voor uw draadloze netwerkkaart zijn specifieke software en stuurprogramma's benodigd om een netwerkverbinding te maken. De software is reeds
geïnstalleerd.
Vaststellen op welke manier het draadloze netwerk wordt beheerd
Afhankelijkvandesoftwaredieindecomputerisgeïnstalleerdkunnenuwnetwerkapparatenvoorverschillendeconfiguratiehulpprogramma'sworden
beheerd:
l De client-utility van uw draadloze netwerkkaart
l Het besturingssysteem Windows XP
Om vast te stellen door welk hulpprogramma voor draadloze configuratie de draadloze netwerkkaart wordt beheerd, doet u het volgende:
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Beschikbare draadloze netwerken weergeven.
Als in het venster Selecteer een draadloos netwerk de melding Windows cannot configure this connection (Windows kan deze verbinding niet configureren)
wordt weergegeven, wordt de draadloze kaart beheerd door het client-hulpprogramma van de draadloze kaart.
Als in het venster Selecteer een draadloos netwerk de melding Klik op een item in de onderstaande lijst voor meer informatie of om een verbinding te
maken met een draadloos netwerk binnen het bereik van deze computer wordt weergegeven, wordt de draadloze kaart beheerd door het
besturingssysteem Windows XP.
Raadpleegvoorspecifiekeinformatieoverhethulpprogrammavoordraadlozeconfiguratiedatopuwcomputerisgeïnstalleerddedocumentatievooruw
draadloze netwerk in het Windows Help and Support Center.
OPMERKING: Start uw draadloze apparatuur opnieuw op in de onderstaande volgorde om mogelijke verbindingsfouten te voorkomen.
OPMERKING: Voordat u een verbinding maakt met een WLAN, moet u de instructies in Wireless Local Area Network (WLAN) hebben opgevolgd.
OPMERKING: De volgende netwerkinstructies zijn niet van toepassing op ingebouwde kaarten met draadloze Bluetooth
®
-technologie of mobiele
producten.
OPMERKING: Als de software is verwijderd of beschadigd geraakt, moet u de instructies volgen die in de documentatie voor uw draadloze
netwerkkaartwordenbeschreven.GanawelktypedraadlozenetwerkkaartindecomputerisgeïnstalleerdenzoeknaardienaamopdeDellSupport-
website op support.dell.com.RaadpleegvoorinformatieoverhettypedraadlozenetwerkkaartdatindecomputerisgeïnstalleerdDe draadloze
netwerkkaart controleren.
U krijgt als volgt toegang tot het Help and Support Center:
1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning.
2. Selecteer bij Pick a Help topic (Kies een hulponderwerp) de optie Dell User and System Guides (Gebruikers- en systeemhandleidingen van Dell).
3. Selecteer bij Device Guides (Apparaathandleidingen) de documentatie voor uw draadloze netwerkkaart.
De verbinding met het WLAN voltooien
Als u de computer aanzet en een netwerk in de nabijheid van de computer wordt gedetecteerd (waarvoor de computer nog niet is geconfigureerd), zal er een
pop-upvenster verschijnen bij het netwerkpictogram in het kennisgevingsgebied (rechts onderin op het bureaublad van Windows).
Volg de aanwijzingen die door het hulpprogramma op het scherm worden getoond.
Als u de computer eenmaal hebt ingesteld voor het door u geselecteerde draadloze netwerk, zal een ander pop-upvenster aangeven dat uw computer met
dat netwerk is verbonden.
Vervolgens zal elke keer dat uw computer wordt aangemeld binnen het bereik van het draadloze netwerk dat u hebt geselecteerd, hetzelfde pop-upvenster
aangeven dat de draadloze netwerkverbinding tot stand is gekomen.
DestatusvandraadlozenetwerkverbindingenbewakenmetbehulpvanDell™QuickSet
De indicator voor draadloze activiteit biedt een eenvoudige manier om de status van de draadloze apparaten van uw computer te bewaken. Klik met de
rechterknop op het Dell QuickSet-pictogram op de taakbalk om Wireless Activity Indicator Off (Indicator voor draadloze activiteit) te selecteren of de selectie
ervan ongedaan te maken teneinde de indicator voor draadloze activiteit te activeren of te deactiveren.
De indicator voor draadloze activiteit geeft aan of de draadloze apparaten van uw computer zijn geactiveerd of gedeactiveerd Als u de draadloze
netwerkfunctie activeert of deactiveert, zal de indicator voor draadloze activiteit de nieuwe status aangeven.
Raadpleeg voor meer informatie over de indicator voor draadloze activiteit het helpbestand van Dell QuickSet. Raadpleeg voor informatie over QuickSet en het
openen van het helpbestand voor Dell QuickSet Dell™QuickSet.
Mobiel breedbandnetwerk of Wireless Wide Area Network (WWAN)
Net als een WLAN omvat een mobiel breedbandnetwerk (ook wel een WWAN genoemd) een reeks van computers die met elkaar verbonden zijn en met elkaar
communiceren met behulp van draadloze technologie. Een mobiel breedbandnetwerk maakt echter gebruik van mobiele technologie, en biedt daarom
internettoegang mogelijk op dezelfde gevarieerde locaties waarop mobiele telefoondiensten verkrijgbaar zijn. Uw computer kan ongeacht de fysieke locatie
de mobiele breedbandverbinding in stand houden zolang deze in het verzorgingsgebied van uw mobiele provider blijft.
Wat u nodig hebt om een verbinding met een mobiel breedbandnetwerk op te zetten
Om een verbinding met een mobiel breedbandnetwerk op te zetten, hebt u het volgende nodig:
l Een ExpressCard of een minikaart voor een mobiel breedbandnetwerk (afhankelijk van uw computerconfiguratie). Raadpleeg voor instructies met
betrekking tot het gebruik van ExpressCards Kaarten gebruiken.
l DeDellMobileBroadbandCardUtiity(HulpprogrammavoordemobielebreedbandkaartvanDell;reedsopuwcomputergeïnstalleerdalsudekaart
hebt besteld toen u de computer aanschafte, of aanwezig op de cd die met de kaart werd geleverd als u deze afzonderlijk van de computer hebt
besteld)
Als dit hulpprogramma beschadigd raakt of van de computer wordt verwijderd, raadpleeg dan de gebruikershandleiding voor de Dell Mobile Broadband
Card Utility (Hulpprogramma voor de mobiele breedbandkaart van Dell) voor instructies. De gebruikshandleiding is beschikbaar via het Windows Help en
ondersteuning (of op de cd die met de kaart werd meegeleverd indien u deze afzonderlijk van de computer hebt besteld). Raadpleeg voor toegang het
Help and Support Center Windows Help en Support Center.
De netwerkkaart voor het mobiele breedbandnetwerk controleren
Raadpleeg voor informatie De draadloze netwerkkaart controleren.
Een verbinding maken met een mobiel breedbandnetwerk
OPMERKING: Als u een beveiligd netwerk selecteert, moet u desgevraagd een WEP- of WPA-sleutel opgeven. De netwerkbeveiligingsinstellingen zijn
uniek voor uw netwerk. Dell is niet in staat om deze informatie te leveren.
OPMERKING: Het kan 1 minuut duren voordat uw computer met het netwerk is verbonden.
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer kunt u gebruikmaken van een ExpressCard voor een mobiel netwerk of een minikaart (maar niet allebei) om
een verbinding met een mobiel breedbandnetwerk op te zetten.
OPMERKING: Mogelijk zijn er niet in alle regio's mobiele breedbandkaarten verkrijgbaar.
Gebruik de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiele breedbandhulpprogramma van Dell) om een mobiele breedbandnetwerkverbinding met internet te
maken en beheren:
1. Klik op de taalbalk van Windows op het pictogram Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiele breedbandhulpprogramma van Dell) om het
hulpprogramma te starten.
2. Klik op Connect (Verbinden).
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om de netwerkverbinding met behulp van het hulpprogramma te beheren.
De mobiele breedbandnetwerkkaart van Dell activeren/deactiveren
U kunt de mobiele breedbandkaart inschakelen en uitschakelen met behulp van de draadloze schakelaar op de computer.
U kunt de draadloze apparaten van uw computer activeren en deactiveren met behulp van de draadloze schakelaar aan de linkerzijde van de computer (zie
Linkeraanzicht).
Als de schakelaar zich in de "aan"-stand bevindt, moet u de schakelaar in de "uit"-stand zetten om de schakelaar en de mobiele breedbandkaart te
deactiveren. Als de schakelaar zich in de "uit"-stand bevindt, moet u de schakelaar in de "aan"-stand zetten om de schakelaar en de mobiele breedbandkaart
van Dell te activeren. Raadpleeg voor informatie over de standen van de draadloze schakelaar draadloze schakelaar.
Raadpleeg voor het bewaken van de status van een draadloos apparaat DestatusvandraadlozenetwerkverbindingenbewakenmetbehulpvanDell™
QuickSet.
Netwerkinstellingen beheren met behulp van de Dell QuickSet Location Profiler
De QuickSet Location Profiler (QuickSet locatiecontrole) helpt u om de netwerkinstellingen te beheren die overeenkomen met de fysieke locatie van uw
computer.Ditprocesbeslaattweecategorieënvanprofielinstellingen:
l Locatieprofielinstellingen
l Algemene mobiliteitsinstellingen
U kunt gebruikmaken van Location Profile Settings (locatieprofielinstellingen) om profielen te maken voor internettoegang op uw kantoor, thuis of op andere
publieke locaties waar internetdiensten beschikbaar zijn. General Mobility Settings (algemene mobiliteitsinstellingen) stellen u in staat om de manier waarop
netwerkverbindingen worden opgezet te wijzigen. De profielen zijn opgebouwd uit verschillende netwerkinstellingen en apparatuur die u nodig hebt wanneer
u de computer op verschillende locaties gebruikt.
Raadpleeg voor informatie over Dell QuickSet Dell™QuickSet.
Dell™Wi-FiCatcher™NetworkLocator
De draadloze schakelaar op uw Dell-computer maakt gebruik van de Dell Wi-FiCatcher™NetworkLocatoromspecifiektescannennaardraadlozeWiFi-LAN in
uw nabijheid.
Om te scannen op draadloze WiFi-LANs, schuift u de schakelaar naar de "tijdelijke" stand" en houdt u deze daar gedurende een aantal seconden. De Wi-Fi
Catcher Network Locator (W-Fi-netwerkvinder) functioneert ongeacht of de computer aanstaat of uitstaat, zich in de slaapstand of standby-modus bevindt,
zolang de schakelaar maar via QuickSet of de BIOS (systeem-setup-programma) is geconfigureerd om de WiFi-netwerkverbindingen te controleren.
Omdat de Wi-Fi Catcher Network Locator bij levering is gedeactiveerd en niet is geconfigureerd voor gebruik, moet u eerst Dell QuickSet gebruiken om de
schakelaar in te stellen en te configureren voordat u er WiFi-netwerkverbindingen mee kunt bedienen.
Raadpleeg het helpbestand voor Dell QuickSet voor meer informatie over de Wi-Fi Catcher Network Locator en het activeren van deze functie met behulp van
Dell QuickSet. U kunt het helpbestand openen door met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk te klikken.
OPMERKING: Deze instructies zijn louter van toepassing op ExpressCards/minikaarten voor mobiele breedbandnetwerken. Ze zijn niet van toepassing
op ingebouwde kaarten met draadloze Bluetooth®-technologie of minikaarten voor WLAN's.
OPMERKING: Voordat u een internetverbinding maakt, moet u de mobiele breedbanddienst activeren via uw mobiele provider. Raadpleeg voor
instructies en additionele informatie over het gebruik van de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiele breedbandhulpprogramma van Dell) de
gebruikshandleiding. Deze is beschikbaar via het Windows Help and Support Center. Raadpleeg voor toegang tot het Help and Support Center Windows
Help en Support Center. De handleiding is eveneens beschikbaar via de Dell Support-website op support.dell.com en op de cd die met de mobiele
breedbandkaart werd geleverd als u deze afzonderlijk van de computer hebt besteld.
OPMERKING: De knop Connect (Verbinden) zal daarop veranderen in de knop Disconnect (Verbinding verbreken).
OPMERKING: Als u niet in staat bent om een verbinding met een mobiel breedbandnetwerk te maken, moet u controleren of u over alle benodigde
items beschikt voor het opzetten van een mobiele breedbandverbinding (zie Wat u nodig hebt om een verbinding met een mobiel breedbandnetwerk op
te zetten). Controleer vervolgens op de mobiele breedbandkaart is geactiveerd door de instelling van de draadloze schakelaar te raadplegen.
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over de draadloze schakelaar draadloze schakelaar.
Firewall voor internetverbinding
De firewall voor internetverbindingen biedt basisbeveiliging tegen toegang tot de computer door onbevoegden terwijl de computer met internet is verbonden.
De firewall wordt automatisch geactiveerd wanneer u de Wizard Netwerkinstallatie uitvoert. Als de firewall is geactiveerd voor een netwerkverbinding zal het
firewall-pictogram worden weergegeven op een rode achtergrond in het gedeelte Netwerkverbindingen van het configuratiescherm.
Let op dat het activeren van de firewall voor internetverbindingen geen einde maakt aan de noodzaak van een virusscanner.
Raadpleeg voor meer informatie het Help and Support Center voor het besturingssysteem Microsoft®Windows®XP. Raadpleeg voor toegang tot het Help
and Support Center Windows Help en Support Center.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Onderdelen toevoegen en vervangen
Gebruikshandleiding
Voordat u begint
Vaste schijf
Mediacompartiment
Scharnierkap
Toetsenbord
Geheugen
Subscriber Identity Module (SIM)-kaart
Draadloze kaarts
Ingebouwde kaart met draadloze Bluetooth®-technologie
Knoopcel
Voordat u begint
Dit hoofdstuk beschrijft de procedures voor het verwijderen en installeren van onderdelen voor uw computer. Tenzij anders vermeld gaat elke procedure
ervan uit dat er sprake is van de volgende omstandigheden:
l U hebt de stappen in De computer uitzetten en Voordat u binnen de computer gaat werken uitgevoerd.
l UhebtdeveiligheidsinformatieindeDell™productinformatiegids geraadpleegd.
Aanbevolen gereedschappen
Voor de procedures in dit document zijn mogelijk de volgende instrumenten benodigd:
l Een kleine schroevendraaier met een platte kop
l Phillips-schroevendraaier
l Klein plastic pennetje
l Flash BIOS-update (zie de Dell Support-website op support.dell.com)
De computer uitzetten
1. Sluit het besturingssysteem af:
a. Bewaar en sluit alle geopende bestanden, sluit alle geopende programma's af en klik op Start® Afsluiten.
b. Selecteer Afsluiten® OK.
De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. Als de computer en gekoppelde apparaten niet automatisch worden
uitgezet als u het besturingssysteem afsluit, houdt u de aan/uit-knop gedurende 4 seconden ingedrukt.
Voordat u binnen de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen, moet u open bestanden opslaan en sluiten en alle geopende programma's sluiten voordat u de
computer uitzet.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
LET OP: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten bij de uiteinden
vast of bij de metalen bevestigingsbeugel. Hou onderdelen zoals een processor vast aan de zijkant, niet bij de contacten.
KENNISGEVING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
KENNISGEVING: Als u een kabel losmaakt, moet u aan de stekker of het trekkoord trekken, niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van
een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de
connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de connectorpinnen wordt verbogen.
Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Zet de computer uit (zie De computer uitzetten).
3. Koppel telefoon- en netwerkkabels los van de computer.
4. Haal alle stekkers van de computer en daaraan gekoppelde apparaten uit het stopcontact.
5. Verwijder de batterij (zie De batterij vervangen).
6. Druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.
7. VerwijderallegeïnstalleerdeExpressCardsenpc-kaarten (zie Een kaart of dummy-kaart verwijderen).
Vaste schijf
Om de vaste schijf in het vaste-schijfcompartiment te vervangen, gaat u als volgt te werk:
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Zet de computer ondersteboven en verwijder de twee schroeven waarmee de behuizing van de vaste schuif aan het chassis is bevestigd.
3. Schuif de behuizing van de vaste schijf uit de computer.
4. Haal de nieuwe schijf uit de verpakking.
Bewaar de oorspronkelijke verpakking voor het opslaan of het transporteren van de vaste schijf.
KENNISGEVING: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
KENNISGEVING: Om een netwerkkabel te ontkoppelen, moet u eerst de kabel uit de computer halen en vervolgens de kabel uit het netwerkcontact
halen.
KENNISGEVING: Om schade aan het moederbord te voorkomen moet u de hoofdbatterij verwijderen voordat u onderhoudt pleegt aan de computer.
LET OP: Als u de vaste schijf verwijdert terwijl de schijf warm is, moet u de metalen behuizing van de vaste schijf niet aanraken.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen moet u de computer uitzetten voordat u de vaste schijf verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet
terwijl de computer is ingeschakeld of zich in standby-modus of slaapmodus bevindt.
KENNISGEVING: Vaste schijven zijn extreem kwetsbaar. Zelfs het kleinste stootje kan al voor schade aan de schijf zorgen.
OPMERKING: Dellkannietgaranderendatdevasteschijvenvanandereleverancierscompatibelzijnenbiedtdaarevenminondersteuningvoor.
OPMERKING: Als u een vaste schijf installeert van een andere leverancier dan Dell, moet u een besturingssysteem, stuur- en hulpprogramma's op de
nieuwe vaste schijf installeren.
1
schroeven (2)
KENNISGEVING: Als de vaste schijf zich buiten de computer bevindt, moet u deze bewaren in een beschermende antistatische verpakking. Zie
"Bescherming tegen elektrostatische ontlading" in de productinformatiegids.
5. Schuif de nieuwe vaste schijf in zijn compartiment en in de ingang voor de vaste schijf totdat deze goed op zijn plaats zit.
6. Breng de schroeven opnieuw aan.
7. Installeer het besturingssysteem voor uw computer (zie Het besturingssysteem herstellen).
8. Installeer de stuur- en hulpprogramma's voor uw computer (zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren).
Een vaste schijf aan Dell retourneren
U moet uw oude vaste schijf aan Dell retourneren in de oorspronkelijke of een vergelijkbare verpakking. Doet u dit niet, dan kan de vaste schijf beschadigd
raken tijdens de verzending of het transport.
Mediacompartiment
De apparaatbeveiligingschroef verwijderen
Indien aanwezig moet u de apparaatbeveiligingsschroef verwijderen voordat u het apparaat verwijdert:
1. Bewaar en sluit alle open bestanden, sluit alle actieve programma's af en zet de computer uit.
2. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
3. Sluit het beeldscherm en zet de computer op zijn kop.
4. Gebruik een Philips-schroevendraaier van het type nummer 1 om de apparaatbeveiligingsschroef uit de onderzijde van de computer te verwijderen.
KENNISGEVING: Schuif de schijf op krachtige en gelijkmatige wijze in zijn plek. Als u teveel kracht zet, kunt u de ingang van de vaste schijf
beschadigen.
1
piepschuimverpakking
2
vaste schijf
OPMERKING: Als de beveiligingsschroef van het apparaat niet is aangebracht, kunt u apparaten verwijderen en installeren terwijl de computer
aanstaat en is verbonden met een docking-apparaat (gekoppeld).
1
apparaatbeveiligingsschroef
2
apparaatontgrendeling
Apparaten in het mediacompartiment installeren en verwijderen
1. Verwijder, indien aanwezig, de apparaatbeveiligingsschroef uit de onderzijde van de computer (zie De apparaatbeveiligingschroef verwijderen).
2. Als de computer is opgestart, dubbelklikt u op het pictogram Veilig hardware verwijderen op de taakbalk, selecteert u het apparaat dat u wilt
uitwerpen, en klikt u op Stop.
3. Druk op het ontgrendelingsschuifje.
4. Trek het apparaat uit het mediacompartiment.
5. Druk het nieuwe apparaat in het compartiment totdat het vastklikt.
Scharnierkap
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Zet de computer ondersteboven en open het beeldscherm volledig (180 graden) zodat deze op het werkoppervlak rust.
3. Steek een pennetje in de spleet en beweeg de rechterscharnierkap voorzichtig omhoog.
OPMERKING: Als de apparaatbeveiligingsschroef niet is aangebracht, kunt u apparaten verwijderen en installeren terwijl de computer aanstaat en niet
is aangesloten op een docking-apparaat (gekoppeld).
KENNISGEVING: Om schade aan apparaten te voorkomen, moet u ze bewaren op een veilige, droge locatie als ze niet op de computer zijn
geïnstalleerd.Duwnietopdestationsenlegergeenzwareobjectenop.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Om elektrostatische ontlading te voorkomen, moet u zichzelf aarden met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een
ongeverfd metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: De scharnierkap is kwetsbaar en kan worden beschadigd als er excessieve kracht op wordt uitgeoefend. Wees voorzichtig tijdens het
verwijderen van de scharnierkap.
KENNISGEVING: Om schade aan de scharnierkap te voorkomen moet u de kap niet aan beide zijden tegelijk omhoog tillen.
4. Breng de scharnierkap iets omhoog door deze van rechts naar links te bewegen en verwijder deze.
5. Om de scharnierkap te vervangen brengt u de linkerzijde van de kap aan op de sleuf van de scharnierkap en drukt u van links naar rechts totdat de kap
op zijn plek klikt.
Toetsenbord
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder de drie schroeven bovenin het toetsenbord.
4. Draai het toetsenbord naar voren en leg het op de polssteun zodat u toegang hebt tot de toetsenbord- ingang op het moederbord.
5. Trek het treklipje omhoog om de stekker van het toetsenbord uit de ingang van het toetsenbord op het moederbord te halen.
1
scharnierkap
2
spleet
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Om elektrostatische ontlading te voorkomen, moet u zich aarden met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een
ongeverfd metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: De toetsendopjes op het toetsenbord zijn zeer kwetsbaar en kunnen makkelijk losraken. Het kan een tijdrovende bezigheid zijn om
de toetsendopjes in een dergelijk geval opnieuw aan te brengen. Wees voorzichtig tijdens het verwijderen en het omgaan met het toetsenbord.
6. Om het toetsenbord te vervangen sluit u de stekker van het toetsenbord op het moederbord aan.
7. Plaats de lipjes langs de voorzijde van het toetsenbord in de polssteun en leg het toetsenbord op zijn kop op de polssteun.
8. Breng de drie schroeven opnieuw bovenin het toetsenbord aan.
9. Bevestig de scharnierkap.
Geheugen
U kunt de geheugencapaciteit van uw computer vergroten door geheugenmodules op het moederbord aan te brengen. Raadpleeg Specificaties voor
informatie over het type geheugenmodule dat door uw computer wordt ondersteund. Installeer alleen geheugenmodules die voor uw computer zijn bestemd.
De computer is voorzien van twee geheugensleuven, DIMM A en DIMM B. DIMM A bevindt zich aan de bovenzijde van de computer onder het toetsenbord, en
DIMM B bevindt zich aan de onderzijde van de computer onder de geheugenmodulekap. DIMM A bevat de basisgeheugenmodule, die van de
fabrieksinstellingen is voorzien. Als u geen extra geheugen hebt besteld, zal DIMM B leeg zijn. Als u geheugen toevoegt, moet u DIMM B gebruiken. Als u meer
geheugen toevoegt, kan het nodig zijn om geheugen te installeren en DIMM A en DIMM B, afhankelijk van de schaal van de opwaardering.
Om een geheugenmodule in DIMM A te installeren gaat u als volgt te werk:
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder het toetsenbord (zie Toetsenbord).
4. Zorg dat u bent geaard door een van de metalen connectoren aan de achterzijde van de computer aan te raken.
5. Als u een geheugenmodule vervangt, moet u de bestaande module verwijderen:
a. Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmen aan elk uiteinde van de geheugenmodule zachtjes uit elkaar te duwen totdat de module
omhoogspringt.
b. Verwijder de module uit de ingang.
1
toetsenbord
2
schroeven toetsenbord
3
kabelingang
4
toetsenbordingang
KENNISGEVING: Om te voorkomen dat er tijdens het vervangen van het toetsenbord krassen op de polssteun ontstaan, moet u de lipjes langs de
voorkant van het toetsenbord trekken en vasthaken aan de polssteun. Vervolgens moet u het toetsenbord goed vastzetten.
OPMERKING: Geheugenmodules die u bij Dell hebt aangeschaft vallen onder de garantie van uw computer.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Om schade aan het moederbord te voorkomen moet u de hoofdbatterij verwijderen alvorens binnen de computer te gaan werken.
KENNISGEVING: Als u het gebied rond de computer verlaat, moet u zich opnieuw aarden voordat u naar de computer terugkeert.
KENNISGEVING: Om schade aan de ingang van de geheugenmodule te voorkomen, mag u geen gebruikmaken van instrumenten om de
bevestigingsklemmen van de geheugenmodule uit elkaar te duwen.
1
geheugenmodule
2
bevestigingsklemmen (2)
6. Aard uzelf en installeer de nieuwe geheugenmodule:
a. Lijn de inkeping in de kaartrandconnector van de module uit met het lipje in de ingangssleuf.
b. Schuif de module in een hoek van 45 graden stevig in de sleuf, en draai de module neerwaarts totdat deze vastklikt. Als u niet voelt dat de
module vastklikt, moet u deze verwijderen en opnieuw installeren.
7. Breng het toetsenbord opnieuw aan (zie Toetsenbord).
8. Breng de scharnierkap opnieuw aan (zie Scharnierkap).
9. Breng de batterij in het batterijcompartiment aan of sluit de netadapter aan op de computer en op een stopcontact.
10. Zet de computer aan.
Tijdens het opstarten zal de computer het additionele geheugen detecteren en automatisch de configuratieinformatie van de computer bijwerken.
Omtecontrolerenhoeveelgeheugenerindecomputerisgeïnstalleerd,kliktuopStart, Help en ondersteuning en vervolgens op Computerinformatie.
Om een geheugenmodule in DIMM B te installeren, gaat u als volgt te werk:
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Zet de computer ondersteboven neer, verwijder de geborgde schroef uit de geheugenmodulekap en verwijder vervolgens de kap.
3. Als u een geheugenmodule vervangt, moet u de bestaande module verwijderen:
a. Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmen aan elk uiteinde van de ingang van de geheugenmodule te scheiden totdat de module
omhoog komt.
b. Verwijder de module uit de ingang.
KENNISGEVING: Breng geheugenmodules met een hoek van 45 graden aan om schade aan de ingang te voorkomen.
OPMERKING: Alsdegeheugenmodulenietopjuistewijzewordtgeïnstalleerd,ishetmogelijkdatdecomputernietmeeropdejuistewijzeopstart.Er
is geen foutmelding die een dergelijke fout aanwijst.
1
geborgde schroef
KENNISGEVING: Om schade aan de ingang van de geheugenmodule te voorkomen moet u geen gereedschap gebruiken om de bevestigingsklemmen
van de geheugenmodule te spreiden.
4. Aard uzelf en installeer de nieuwe geheugenmodule:
a. Lijn de inkeping in de kaartrandconnector van de module uit met het lipje in de ingangssleuf.
b. Schuif de module goed vast in de sleuf in een hoek van 45 graden en draai de module naar beneden totdat deze vastklikt. Als u niet voelt dat de
module vastklikt, moet u deze verwijderen en opnieuw installeren.
5. Breng de geheugenmodulekap opnieuw aan en zet de schroef vast.
6. Breng de batterij in het batterijcompartiment aan of sluit de netadapter aan op de computer en op een stopcontact.
7. Zet de computer aan.
Tijdens het opstarten zal de computer het additionele geheugen detecteren en automatisch de configuratieinformatie van de computer bijwerken.
Omtecontrolerenhoeveelgeheugeneropdecomputerisgeïnstalleerd,kliktuopStart, Help en ondersteuning en vervolgens op Computerinformatie.
Subscriber Identity Module (SIM)-kaart
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Verwijder de batterij (zie De batterij vervangen).
1
geheugenmodule
2
bevestigingsklemmen (2)
KENNISGEVING: Als u geheugenmodules op twee ingangen moet installeren, moet u een geheugenmodule installeren in de ingang die is aangeduid
als "DIMMA" voordat u een module installeert in de ingang die is aangeduid als "DIMMB." Breng de geheugenmodules aan in een hoek van 45 graden -
om schade aan de ingang te voorkomen.
OPMERKING: Alsdegeheugemodulenietopjuistewijzewordtgeïnstalleerd,ishetmogelijkdatdecomputernietmeeropdejuistewijzeopstart.Er
zal geen foutmelding verschijnen om op deze fout te wijzen.
KENNISGEVING: Als u moeite heeft om de kap te sluiten, moet u de module verwijderen en opnieuw installeren. Als u de kap forceert, kan de computer
beschadigd raken.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
3. Schuif de SIM-kaart in het compartiment. De afgesneden hoek van de kaart moet van het compartiment weg gericht zijn.
Draadloze kaarts
Als u een draadloze LAN- of WAN-kaartbijuwcomputerhebtbesteld,zaldekaartreedsgeïnstalleerdzijn.
Wireless Local Area Network (WLAN)-kaarten
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder het toetsenbord (zie Toetsenbord).
4. Zorg dat u bent geaard door een van de metalen connectoren aan de achterzijde van de computer aan te raken.
5. Alsernoggeenkaartisgeïnstalleerd,gaatuverdermetstap 6. Als u een kaart vervangt, moet u de bestaande kaart verwijderen:
a. Verwijder de antennekabel uit de kaart.
b. Maak de kaart los door de metalen bevestigingslipjes te spreiden totdat de kaart iets naar boven springt.
1
SIM-kaart
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Om schade aan het moederbord te voorkomen moet u de hoofdbatterij verwijderen alvorens binnen de computer te gaan werken.
OPMERKING: Als u het gebied rond de computer verlaat, moet u zich opnieuw aarden voordat u naar de computer terugkeert.
1
antennekabels
1
WLAN-kaart
2
metalen bevestigingslipjes (2)
c. Til de kaart uit de ingang omhoog.
6. Install the card:
a. Haal eventuele antennekabels uit de weg om ruimte te maken voor de WLAN-kaart.
b. Plaats de kaart in een hoek van 45 graden ten opzichte van de ingang en druk de kaart in de ingang totdat deze vastklikt.
7. Sluit de antennekabels op de WLAN-kaart aan en let erop dat u de kabels op juiste wijze plaatst.
mobiele breedbandkaarten
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder het toetsenbord (zie Toetsenbord).
4. Zorg dat u bent geaard door een van de metalen connectoren aan de achterzijde van de computer aan te raken.
5. Alsernoggeenkaartisgeïnstalleerd,gaat u verder met stap 6. Als u een kaart vervangt, moet u de bestaande kaart verwijderen:
a. Koppel de antennekabels los van de kaart.
b. Haal de kaart uit de sleuf door de metalen bevestigingslipjes te spreiden totdat de kaart iets naar boven springt.
KENNISGEVING: De kaartingangen zijn zodanig ontworpen dat kaarten alleen op de juiste wijze kunnen worden aangebracht. Als u weerstand voelt,
moet u de ingangen controleren en de kaart in de juiste stand aanbrengen.
OPMERKING: Plaats geen mobiele breedbandnetwerkkaart in de WLAN-kaartsleuf.
OPMERKING: De WLAN-kaart kan afhankelijk van het type dat u hebt besteld, drie ingangen hebben.
KENNISGEVING: Om schade aan de WLAN-kaart te voorkomen mag u nooit kabels bovenop of onder de kaart plaatsen.
OPMERKING: Uw WLAN-kaart kan afhankelijk van het type kaart dat u hebt besteld twee of drie ingangen hebben. De meeste ingangen zijn voorzien
van een kleurcode die overeenkomt met het type kabel dat vereist is.
OPMERKING: Raadpleeg voor nadere informatie over welke kabel op welke ingang moet worden aangesloten de documentatie die met de WLAN-kaart
werd geleverd.
OPMERKING: Als u het gebied rond de computer verlaat, moet u zich opnieuw aarden voordat u naar de computer terugkeert.
1
antennekabels
c. Til de kaart uit de ingang.
6. Installeer de kaart:
a. Plaats de kaart in een hoekvan 45 graden ten opzichte van de ingang en druk de kaart in de ingang totdat deze vastklikt.
b. Sluit de antennekabel(s) aan op de mobiele breedbandkaart en zorg ervoor dat de kabels op de juiste wijze zijn aangebracht.
Ingebouwde kaart met draadloze Bluetooth®-technologie
Als u een ingebouwde kaart met draadloze Bluetooth-technologiebijuwcomputerhebtbesteld,zaldezereedszijngeïnstalleerd.
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder de kaart uit zijn compartiment in de computer.
a. Schuif de kaart naar rechts.
1
mobiele breedbandkaart
2
metalen bevestigingslipjes (2)
KENNISGEVING: De kaartingangen zijn zodanig ontworpen dat kaarten alleen op de juiste wijze kunnen worden aangebracht. Als u weerstand voelt,
moet u de ingangen controleren en de kaart in de juiste stand aanbrengen.
KENNISGEVING: Om schade aan de mobiele breedbandkaart te voorkomen, mag u nooit kabels bovenop of onder de kaart plaatsen.
OPMERKING: De meeste ingangen zijn voorzien van een kleurcode die overeenkomt met het type kabel dat vereist is. Raadpleeg voor specifieke
informatie over welke kabel op welke ingang moet worden aangesloten de documentatie die met uw mobiele breedbandkaart werd geleverd.
LET OP: Voordat u de volgende procedures uitvoert, dient u de veilingheidsinstructies in de productinformatiegids te raadplegen.
KENNISGEVING: Om elektrostatische ontlading te voorkomen, moet u zichzelf aarden met behulp van een aardingspolsband of door een ongeverfd
metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: Om schade aan het moederbord te voorkomen moet u de hoofdbatterij verwijderen alvorens binnen de computer te gaan werken.
1
metalen lipje
2
kaart
3
kabelstekker kaart
KENNISGEVING: Wees voorzichtig tijdens het verwijderen van de kaart om schade aan de kaart, kaartkabel of omliggende onderdelen te voorkomen.
b. Draai de kaart naar de voorzijde van de computer.
c. Til de kaart uit de computer.
4. Haal de kaart uit de kabelingang.
Knoopcel
1. Volg de instructies in het gedeelte Voordat u begint.
2. Verwijder de scharnierkap (zie Scharnierkap).
3. Verwijder het toetsenbord (zie Toetsenbord).
4. Verwijder de stekker van de batterijkabel uit de ingang op het moederbord.
5. Zorg ervoor dat het plastic niet breekt. Til de hoek van de mylar iets boven de computer uit.
6. Pak terwijl u de mylar vasthoudt de batterij en til deze uit het batterijcompartiment.
1
kaart
2
kaartingang
3
kabelstekker voor kaart
LET OP: Voordat u de volgende procedures uitvoert, dient u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegidste raadplegen.
KENNISGEVING: Om elektrostatische ontlading te voorkomen, moet u zichzelf aarden met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een
ongeverfd metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: Om schade aan het moederbord te voorkomen moet u de hoofdbatterij verwijderen alvorens binnen de computer te gaan werken.
1
mylar
2
knoopcel
3
ingang voor batterijstekker
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Dell™QuickSet
Gebruikshandleiding
Dell™QuickSetzorgtervoordatudevolgendetypeninstellingenmakkelijkkuntconfigurerenofweergeven:
l Netwerkconnectiviteit
l Energiebeheer
l Beeldscherm
l Systeeminformatie
AfhankelijkvanhetgeenuinDell™QuickSetwiltdoen,kuntuhetprogrammastartendoorteklikkenop,-het QuickSet-pictogram op de taakbalk van
Microsoft®Windows®. De taakbalk bevindt zich rechts onderin het scherm.
Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het QuickSet-pictogram en selecteert u Help.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: Deze functie is mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
Terug naar inhoudspagina
De computer beveiligen
Gebruikshandleiding
Beveiligingskabelslot
Smartcards
Wachtwoorden
Trusted Platform Module (TPM)
Software voor beveiligingsbeheer
Computertraceringssoftware
Als uw computer zoekraakt of wordt gestolen
Beveiligingskabelslot
Een beveiliginskabelslot is een op de markt verkrijgbaar antidiefstalvoorziening. Om het slot te gebruiken moet u deze bevestigen aan de sleuf voor de
beveiligingskabelopdeDell™computer.Raadpleegvoormeerinformatiedeinstructiesdiemethetapparaatwerdenmeegeleverd.
Smartcards
Over smartcards
Smartcardszijndraagbareapparatenindevormvaneencreditcarddievoorzienzijnvaninternegeïntegreerdecircuits.Hetbovensteoppervlakvan
smartcards is meestal uitgerust met een ingebedde processor onder het goudkleurige contactgebied. De combinatie van het kleine formaat en de
geïntegreerdecircuitsmakensmartcardswaardevolleinstrumentenvoortoepassingenophetgebiedvanbeveiligingengegevensopslagenvoorgebruikin
combinatie met speciale programma's. Het gebruik van smartcards kan de veiligheid van uw systeem verbeteren door iets waarover de gebruiker beschikt (de
smartcard) te combineren met iets dat alleen de gebruiker kent (een PIN-code). Dit leidt tot veiligere gebruikersauthenticatie dan het geval is wanneer er
alleen gebruik wordt gemaakt van wachtwoorden.
Een smartcard installeren
U kunt een smartcard in de computer aanbrengen terwijl deze aan staat. De computer zal de kaart automatisch detecteren.
Om een smartcard te installeren, gaat u als volgt te werk:
1. Houd de kaart zo vast dat het goudkleurige contactgebied naar boven is gericht en naar de smartcard- sleuf is gericht.
OPMERKING: Raadpleeg voor informatie over het beveiligen van de computer tijdens reizen Reizen met uw computer.
OPMERKING: Bij uw computer wordt geen beveiligingskabelslot geleverd.
KENNISGEVING: Voordat u een antidiefstalvoorziening aanschaft, moet u controleren of het geschikt is voor gebruik in combinatie met de sleuf voor de
beveiligingskabel op uw computer.
OPMERKING: Mogelijk is op uw computer geen smartcard-functie aanwezig.
2. Schuif de smartcard in de smartcard-sleuf totdat de kaart volledig in de ingang is aangebracht. De smartcard steekt ongeveer 1,25 cm uit de sleuf. De
smartcard-sleuf bevindt zich onder de sleuf voor pc- kaarten.
Als u teveel weerstand ondervindt, mag u de kaart niet forceren. Controleer of de juiste kant van de kaart is gebruikt en probeer het opnieuw.
Wachtwoorden
Een hoofdwachtwoord (of systeem)wachtwoord, een beheerderwachtwoord en een wachtwoord voor de vaste schijf voorkomen op verschillende manieren
dat onbevoegde personen toegang tot uw computer krijgen. De volgende tabel biedt een overzicht van de verschillende typen wachtwoorden en
wachtwoordfuncties die voor uw computer beschikbaar zijn.
Als u een wachtwoord bent vergeten, moet u contact opnemen met uw systeembeheerder of met Dell (zie Contact opnemen met Dell). Om uw gegevens te
beschermen, zullen de ondersteuningsmedewerkers van Dell u om identificatie vragen om zich ervan te verzekeren dat u de persoon bent die gemachtigd is
om de computer te gebruiken.
Een hoofd- of systeemwachtwoord gebruiken
Met het hoofd(systeem)wachtwoord kunt u uw computer beveiligen tegen toegang door onbevoegden.
Ga naar Start-Configuratiescherm en selecteer Gebruikeraccountsomgebruikeraccountstecreërenofwachtwoordentoetevoegenofwijzigen.Nadatu
een hoofdwachtwoord hebt toegewezen, zult u elke keer dat u de computer start om dit wachtwoord worden gevraagd.
Als u binnen 2 minuten geen wachtwoord opgeeft, zal de computer terugkeren naar zijn vorige werkstand.
Als u een beheerderwachtwoord hebt toegekend, kunt u dit wachtwoord in plaats van het hoofdwachtwoord gebruiken. De computer vraagt u niet specifiek
om het beheerderwachtwoord.
Een beheerderwachtwoord gebruiken
1
goudkleurig contactgebied
2
smartcard (bovenkant)
OPMERKING: Er zullen geen wachtwoorden zijn geactiveerd wanneer u de computer ontvangt.
Type wachtwoord
Functies
Hoofd-
/systeemwachtwoord
l Beschermt de computer tegen toegang door onbevoegden
Beheerder
l Geeft systeembeheerders of onderhoudstechnici toegang tot computers voor reparatie- of configuratiedoeleinden
l Stelt u in staat om de toegang tot de computer te beperken op dezelfde manier dat een hoofdwachtwoord de toegang
tot de computer beperkt
l Kan worden gebruikt in plaats van een hoofdwachtwoord
Vaste schijf
l Beveiligt de gegevens op de vaste schijf of externe schijf (indien gebruikt) tegen toegang door onbevoegden
OPMERKING: Sommige vaste schijven bieden geen ondersteuning voor wachtwoorden voor de vaste schijf.
KENNISGEVING: Wachtwoorden bieden een hoge mate van beveiliging voor de gegevens op de computer of vaste schijf. Wachtwoorden zijn op
zichzelf niet voldoende. Als u krachtiger beveiliging nodig hebt, kunt u aanvullende beveiligingstoepassingen gebruiken, zoals smartcards,
encryptiesoftware of pc-kaarten met versleutelingsfuncties.
OPMERKING: Dell OpenManageClientInstrumentationversie7.3ofhogermoetopdecomputerwordengeïnstalleerdzodatsysteembeheerdersop
afstand wachtwoorden kunnen toewijzen.
KENNISGEVING: Als u het beheerderwachtwoord deactiveert, zal het hoofdwachtwoord eveneens worden gedeactiveerd.
Het beheerderwachtwoord heeft ten doel om systeembeheerders of onderhoudstechnici toegang te geven tot computers voor reparatie- of
configuratiedoeleinden. Beheerders of technici kunnen identieke beheerderwachtwoorden toewijzen aan groepen computers. Dit betekent dat u een uniek
hoofdwachtwoord kunt toewijzen.
Om beheerderwachtwoord in te stellen of wijzigen klikt u in Configuratiescherm op User Accounts (Gebruikersaccounts).
Als u een beheerderwachtwoord instelt, zal de optie Systeeminstallatie configureren beschikbaar zijn in het systeeminstallatieprogramma. De optie
Systeeminstallatie configureren stelt u om staat om de toegang tot de systeeminstallatie te beperken op dezelfde manier waarop een hoofdwachtwoord de
toegang tot de computer beperkt.
Het beheerderwachtwoord kan in plaats van het hoofdwachtwoord worden gebruikt. Elke keer dat u wordt gevraagd om het hoofdwachtwoord in te voeren,
kunt u het beheerderwachtwoord invoeren.
Als u het hoofdwachtwoord vergeet en geen beheerderwachtwoord hebt toegekend, of als u een hoofdwachtwoord en beheerderwachtwoord hebt
toegekend en beide wachtwoorden bent vergeten, moet u contact opnemen met de systeembeheerder of met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Een wachtwoord voor de vaste schijf gebruiken
Het wachtwoord voor de vaste schijf helpt u om de gegevens op de vaste schijf te beschermen tegen toegang door onbevoegde personen. U kunt ook een
wachtwoord instellen voor een externe vaste schijf (indien gebruikt).
Nadat u een wachtwoord voor de vaste schijf hebt ingesteld, zult u het elke keer dat u de computer vanuit de standby-modus naar de normale werkstand laat
terugkeren, het wachtwoord moeten invoeren.
Als het wachtwoord voor de vaste schijf is geactiveerd, zult u elke keer dat u de computer opstart worden gevraagd om het wachtwoord in te voeren: Er zal
een bericht worden weergegeven dat om het wachtwoord voor de vaste schijf vraagt.
Om verder te kunnen gaan moet u het wachtwoord invoeren (dat uit maximaal acht tekens mag bestaan) en op <Enter> drukken.
Als u binnen 2 minuten geen wachtwoord opgeeft, zal de computer terugkeren naar zijn vorige werkstand.
Als u een verkeerd wachtwoord opgeeft, zal er een melding op het scherm verschijnen die u informeert dat het wachtwoord ongeldig is. Druk op <Enter> om
het opnieuw te proberen.
Als u drie keer een verkeerd wachtwoord opgeeft, zal de computer proberen te starten vanaf een ander opstartbaar apparaat als de optie Eerst opstarten
met in het systeem-setupprogramma zodanig is ingesteld dat het opstarten vanaf een ander apparaat mogelijk wordt gemaakt. Als de optie Eerst opstarten
met niet is ingesteld om de computer vanaf een ander apparaat op te laten starten, zal de computer terugkeren naar de werkstand waarin deze verkeerde
op het moment dat u de computer aanzette.
Als het wachtwoord voor de vaste schijf, het wachtwoord voor de externe schijf en het hoofdwachtwoord identiek zijn, zal de computer u alleen naar het
hoofdwachtwoord vragen. Als het wachtwoord voor de vaste schijf verschilt van het hoofdwachtwoord zal de computer u om beide wachtwoorden vragen. Het
gebruik van twee verschillende wachtwoorden biedt een hogere mate van beveiliging.
Trusted Platform Module (TPM)
TPMiseenophardwaregebaseerdebeveiligingsfunctieenkanwordengebruiktomdooreencomputergegenereerdeencryptiesleutelstecreërenen
beheren. Indien gecombineerd met beveiligingssoftware verbetert de TPM de bestaande netwerk- en computerbeveiliging door functies zoals
bestandsbeveiliging en beveiligde e-mail te activeren. De TPM-functie wordt geactiveerd met behulp van een systeeminstellingsoptie.
De TPM-functie activeren
1. U activeert de TPM-software als volgt:
a. Start de computer opnieuw en druk tijdens de Power On Self Test op <F2> om het programma System Setup (Systeem-setup)opteroepen.
b. Selecteer Security (Beveiliging)® TPM Security (TMP-beveiliging) en druk op <Enter>.
c. Selecteer in TPM Security (TPM-beveiliging) On (Aan).
d. Druk op <Esc> om het setup-programma af te sluiten.
e. Klik desgevraagd op Save/Exit (Opslaan/afsluiten).
2. Activeer het setup-programma van TPM:
KENNISGEVING: Als u het beheerderwachtwoord deactiveert, zal het hoofdwachtwoord eveneens worden gedeactiveerd.
OPMERKING: Het beheerderwachtwoord biedt toegang tot de computer, maar zal geen toegang tot de vaste schijf bieden als er een wachtwoord voor
de vaste schijf is toegekend.
OPMERKING: Het beheerderwachtwoord biedt toegang tot de computer, maar zal geen toegang tot de vaste schijf bieden als er een wachtwoord voor
de vaste schijf is toegekend.
OPMERKING: De TPM-functie biedt alleen ondersteuning voor encryptie als TPM door het besturingssysteem wordt ondersteund. Raadpleeg voor meer
informatie de documentatie voor de TPM-software en de helpbestanden die met de software werden meegeleverd.
KENNISGEVING: Om uw TPM-gegevens en encryptiesleutels te beveiligen moet u de back-upprocedures volgen die worden beschreven in het gedeelte
Archive and Restore (Archiveren en herstellen) van het helpbestand van het EMBASSY Security Center. Als deze back-ups onvolledig zijn, beschadigd
raken of worden verloren, zal Dell niet in staat zijn om te assisteren bij het herstellen van versleutelde gegevens.
a. StartdecomputeropnieuwendruktijdensdePowerOnSelfTestop<F2>omhetsysteem- setup-programma te starten.
b. Selecteer Security (Beveiliging)® TPM Activation (TPM-activatie) en druk op <Enter>.
c. Selecteer in TPM Activation (TPM-activatie) de optie Activate (Activeren) en druk op <Enter>.
d. Als het proces eenmaal is voltooid, zal de computer ofwel automatisch opnieuw starten of u vragen om de computer te herstarten.
Software voor beveiligingsbeheer
De software voor beveiligingsbeheer maakt gebruik van vier verschillende functies die u helpen om uw computer te beveiligen:
l Aanmeldbeheer
l Authenticatie voor het opstarten (met behulp van een vingerafdruklezer, smartcard of wachtwoord)
l Encryptie
l Beheervanprivé-gegegevens
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van de software en de verschillende beveiligingsfuncties de Getting Started Guide (Aan de slag-gids) die met de
software is meegeleverd:
Klik op Start® All Programs (Alle programma's)® Wave Systems Corp® Getting Started Guide (Aan de slag-gids).
Computertraceringssoftware
Met behulp van computertraceringssoftware kunt u mogelijk uw computer terugvinden als deze is verloren of gestolen. De software is optioneel en kan
wordenaangeschaftwanneeruuwDell™-computer bestelt. U kunt ook contact opnemen met de verkoopvertegenwoordiger van Dell voor informatie over
deze beveiligingsvoorziening.
Als uw computer zoekraakt of wordt gestolen
l Neem contact op met een politiebureau om aangifte te doen van het verlies of de diefstal van de computer. Vermeld het servicelabel in uw beschrijving
van de computer. Vraag om het dossiernummer en noteer het, samen met de naam, het adres en telefoonnummer van het politiebureau. Vraag indien
mogelijk naar de naam van de dienstdoende agent.
l Als de computer het eigendom is van een bedrijf, moet u de informatiebeveiligingsmedewerker van het bedrijf op de hoogte stellen.
l Neem contact op met de Klantenondersteuning van Dell om de vermissing van de computer te rapporteren. Zorg ervoor dat u het servicelabel, het
dossiernummer en de naam, het adres en telefoonnummer van het politiebureau waar u aangifte hebt gedaan van de vermissing of diefstal van de
computer, bij de hand hebt. Geef indien mogelijk de naam van de dienstdoende agent op.
De medewerker van de Klantenondersteuning van Dell zal uw melding koppelen aan het servicelabel en de computer als vermist of gestolen markeren. Als
iemand contact opneemt met Dell voor technische ondersteuning en uw servicelabel opgeeft, zal de computer automatisch worden aangemerkt als vermist of
gestolen. De medewerker van Dell zal in dat geval proberen om het telefoonnummer en het adres van de beller te bemachtigen. Dell zal vervolgens contact
opnemen met het politiebureau waar u aangifte hebt gedaan van het verlies of de diefstal van de computer.
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: UhoeftTPMslechtséénkeerteactiveren.
OPMERKING: De computertraceringssoftware is in sommige landen mogelijk niet verkrijgbaar.
OPMERKING: Als u over computertraceringssoftware beschikt en uw computer is verloren of gestolen, moet u contact opnemen met het bedrijf dat de
traceringsdienst levert om de vermissing van de computer te rapporteren.
OPMERKING: Als u weet waar de computer is verloren of gestolen, moet u een politiebureau in die buurt bellen. Als u geen telefoonnummer voor een
bureau in die buurt weet, moet u contact opnemen met het politiebureau bij u in de buurt.
Terug naar inhoudspagina
Systeem-setup-programma
Gebruikshandleiding
Overzicht
De vensters van het systeem-setup-prorgramma weergeven
Vensters van het systeem-setup-programma
Vaak gebruikte instellingen
Overzicht
U kunt het systeem-setup-programma gebruiken om:
l De door de gebruiker te selecteren functies in te stellen of te wijzigen bijvoorbeeld het wachtwoord voor uw computer
l Informatie raadplegen over de huidige computerconfiguratie, zoals de hoeveelheid systeemgeheugen
Nadat u de computer hebt ingesteld, moet u het systeem-setup-programma uitvoeren om vertrouwd te raken met de systeemconfiguratiegegevens en
optionele instellingen. Het kan nuttig zijn om de informatie die u daar aantreft te noteren voor latere naslag.
De vensters van het systeem-setup-programma geven informatie over de huidige setup-informatie en computerinstellingen weer, zoals:
l Systeemconfiguratie
l Opstartvolgorde
l Opstartconfiguratie en de instellingen voor de configuratie van het docking-apparaten
l Basisconfiguratieinstellingen voor apparaten
l Instellingen op het gebied van beveiliging en wachtwoorden voor de vaste schijf
De vensters van het systeem-setup-prorgramma weergeven
1. Start of herstart de computer.
2. DrukzodrahetDELL™-logo wordt weergegeven meteen op <F2>. Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het
bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
Vensters van het systeem-setup-programma
In het systeem-setup-programmawordendehoofdcategorieënvoorinstellingenlinksweergegeven.Omdeverschillendetypeninstellingenbinneneen
categorie te raadplegen, markeert u de categorie en drukt u op <Enter>. Als u een instellingstype markeert, zal de waarde voor die instelling aan de
rechterkant van het venster worden weergegeven. Instellingen die in een wit letterype op het scherm worden weergegeven, kunnen worden gewijzigd.
Waarden die u niet kunt wijzigen (omdat ze door de computer zijn bepaald) worden minder helder weergegeven.
De toetsfuncties voor het systeem-setup-programma worden onderin het venster weergegeven.
Vaak gebruikte instellingen
Voor bepaalde instellingen moet u de computer opnieuw opstarten voordat ze van kracht zijn.
De opstartvolgorde wijzigen
De opstartvolgorde vertelt de computer op welke locatie deze moet zoeken om de software te vinden die nodig is om het besturingssysteem te laden. U kunt
OPMERKING: Het besturingssysteem is in staat om automatisch de meeste opties te configureren die in het systeem-setup-programma beschikbaar
zijn. De opties die u hebt ingesteld met behulp van het systeem-setup-programma zullen daardoor worden overschreven. (Een uitzondering is de optie
External Hot Key (Externe sneltoets), die u alleen met behulp van het systeem-setup-programma kunt activeren of deactiveren.) Raadpleeg voor meer
informatie over het configureren van functies voor uw besturingssysteem het Help and Support Center (zie Windows Help en Support Center).
KENNISGEVING: U mag de systeem-setupinstellingen alleen wijzigen als u een zeer ervaren computergebruiker bent of u daarom wordt gevraagd
door een medewerker van de technische ondersteuning van Dell. Bepaalde wijzigingen kunnen ertoe leiden dat uw computer niet meer op juiste wijze
werkt.
OPMERKING: Voor meer informatie over een specifiek item in een systeem-setup-venster, markeert u het item en raadpleegt u het Help-gedeelte op
het scherm.
de opstartvolgorde bepalen en apparaten activeren/deactiveren met behulp van de pagina Boot Sequence (Opstartvolgorde). Deze pagina vindt u in de
categorie System (Systeem).
De pagina Boot Sequence(Opstartvolgorde)geefteenalgemeenoverzichtvandeopstartbareapparatendiemogelijkopdecomputerzijngeïnstalleerd, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot:
l Diskettestation
l Modulecompartiment vaste schijf
l Interne vaste schijf
l Cd/dvd-cd-rw-station
Tijdens de opstartroutine zal de computer beginnen met de items die bovenaan in de lijst worden vermeld en vervolgens elk geactiveerd apparaat scannen op
de opstartbestanden die benodigd zijn voor het besturingssysteem. Wanneer de computer de bestanden aantreft, zal deze stoppen met zoeken en het
besturingssysteem laden.
Om de opstartapparaten te regelen, selecteert (markeert) u een apparaat door op de pijl-omhoogtoets of pijl-omlaagtoets te drukken en vervolgens het
apparaat te activeren of deactiveren of het naar beneden of naar boven te verplaatsen in de lijst.
l Om een apparaat te activeren of deactiveren, markeert u het item en drukt u op de spatiebalk. Geactiveerde items worden wit weergegeven en zijn
voorzien van een klein driehoekje aan de linkerkant. Gedeactiveerde items worden blauw of transparant weergegeven zonder driehoekje.
l Om de positie van een apparaat in de lijst te wijzigen, markeert u het apparaat en drukt u op <u> of <d> (niet hoofdlettergevoelig) om het
gemarkeerde apparaat in de lijst omhoog of omlaag te bewegen.
De wijzigingen van de opstartvolgorde gaan van kracht wanneer u de wijzigingen opslaat en het systeem-setup-programma afsluit.
Een eenmalige opstartprocedure uitvoeren
Het is mogelijk om een eenmalige opstartprocedure in te stellen zonder het systeem-setup-programma te gebruiken. (U kunt ook gebruikmaken van deze
procedure om met Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) op te starten vanaf de diagnostische partitie op de vaste schijf.)
1. Sluit de computer af via het menu Start.
2. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
3. Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
4. Zet de computer aan. Zodra het DELL-logo verschijnt, drukt u meteen op <F12>. Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u
wachten totdat u het bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
5. Als de lijst met opstartapparaten verschijnt, markeert u het apparaat dat u wilt opstarten, en drukt u op <Enter>.
De computer start vervolgens op vanaf het geselecteerde apparaat.
De volgende keer dat u de computer opnieuw opstart, zal de vorige opstartvolgorde zijn hersteld.
COM-poorten wijzigen
De optie Serial Port(Seriëlepoort)indecategorieOnboard Devices (Apparaten binnen de computer) stelt u in staat om het COM-adresvandeseriëlepoort
toetewijzenofdeseriëlepoortenhetovereenkomstigeadrestedeactiveren.Metdelaatstgenoemdeactiemaaktubronnenvrijvoorgebruikdooreen
ander apparaat.
De infraroodsensor activeren
1. Zoek naar Fast IR (Snelle infrarood) bij Onboard Devices (Apparaten binnen de computers).
2. Druk op <Enter>.
3. Gebruik de pijltoetsen om de instelling voor de infrarode COM-poort te selecteren.
4. Druk op <Enter>.
5. Volg de instructies op het scherm.
Nadat u de infraroodsensor hebt geactiveerd, kunt u deze sensor gebruiken om een verbinding met een infrarood toestel te maken. Raadpleeg voor het
OPMERKING: Raadpleeg om de opstartvolgorde eenmalig te wijzigen Een eenmalige opstartprocedure uitvoeren.
OPMERKING: Controleer of de door u geselecteerde COM-poort verschilt van de COM-poortdieistoegewezenaandeseriëleingang.
instellen en gebruiken van een infrarood apparaat de documentatie voor het infrarode apparaat en Windows Help en Support Center.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Software opnieuw installeren
Gebruikshandleiding
Stuurprogramma's
Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen
Het besturingssysteem herstellen
Stuurprogramma's
Wat is een stuurprogramma?
Een stuurprogramma is een programma waarmee een apparaat zoals een printer, muis of toetsenbord wordt bestuurd. Voor alle apparaten is een
stuurprogramma vereist.
Een stuurprogramma fungeert als een vertaler tussen het apparaat en programma's die gebruikmaken van dat apparaat. Elk apparaat heeft zijn eigen
specifieke opdrachten die alleen het stuurprogramma daarvan kan herkennen.
OpdecomputersdiedoorDellwordengeleverdzijndevereistestuurprogramma'sreedsgeïnstalleerd er is geen verdere installatie of configuratie vereist.
Veel stuurprogramma's, zoals het stuurprogramma voor het toetsenbord, worden geleverd met het Microsoft
®
Windows
®
-besturingssysteem. Mogelijk moet u
stuurprogramma's installeren als u:
l Een upgrade van het besturingssysteem uitvoert.
l Het besturingssysteem opnieuw installeert.
l Een nieuw apparaat op de computer aansluit of installeert.
Stuurprogramma's identificeren
Als u een probleem met een apparaat ondervindt, moet u controleren of het stuurprogramma het probleem veroorzaakt, en indien nodig het stuurprogramma
bijwerken.
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Systeem.
2. Klik op Hardware® Apparaatbeheer.
3. Ga naar beneden in de lijst om te zien of het pictogram van een apparaat is voorzien van een uitroepteken (een gele cirkel met een [!]).
Als de naam van het apparaat is voorzien van een uitroepteken, moet u mogelijk het stuurprogramma opnieuw installeren of een nieuw
stuurprogramma installeren (zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren).
Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren
Vorig stuurprogramma van Windows XP gebruiken
Als er een probleem op uw computer optreedt na het installeren of bijwerken van een stuurprogramma, kunt u Vorig stuurprogramma van Windows XP
gebruiken om het stuurprogramma te vervangen door een eerdere versie ervan.
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Systeem.
2. KIik op Hardware® Apparaatbeheer.
3. KlikmetderechtermuisknopophetapparaatwaarvooreennieuwstuurprogrammawerdgeïnstalleerdenklikopEigenschappen.
4. Klik op Stuurprogramma's® Stuurprogramma terugzetten.
KENNISGEVING: De optionele cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) bevat mogelijk stuurprogramma's voor besturingssystemen die niet
opuwcomputerzijngeïnstalleerd.Controleeraltijdofdesoftwaredieuinstalleertgeschiktisvoorhetbesturingssysteemopuwcomputer.
KENNISGEVING: Op de Dell Support-website support.dell.com en de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) vindt u goedgekeurde
stuurprogramma'svoorDell™-computers. Als u stuurprogramma's installeert die u via andere bronnen heeft verkregen, is het mogelijk dat uw computer
vervolgens niet meer naar behoren werkt.
Als Vorig stuurprogramma het probleem niet kan oplossen, gebruikt u Systeemherstel om de computer terug te zetten naar de werkstand voordat u het
nieuwe stuurprogramma installeerde (zie Microsoft Windows XP Systeemherstel gebruiken).
De cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma) gebruiken
Als Device Driver Rollback (Vorig stuurprogramma van Windows XP) en System Restore (Systeemherstel) het probleem niet oplossen, moet u het
stuurprogramma opnieuw installeren vanaf de cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma) (ook wel de ResourceCD of bron-cd genoemd).
1. Sla alle open bestanden op en sluit deze, en sluit alle open programma's.
2. Plaats de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) in het cd-station.
In de meeste gevallen zal de cd vanzelf starten. Als de cd niet start, gaat u naar Windows Verkenner en klikt u op het cd-station om de inhoud van de
cd te raadplegen. Vervolgens dubbelklikt u op het bestand autorcd.exe. De eerste keer dat u de cd start, kunt u worden gevraagd om setup-bestanden
te installeren. Klik op OK en volg de instructies op het scherm om verder te gaan.
3. Selecteer in het uitklapvenster Language (Taal) op de werkbalk uw voorkeurstaal voor het stuur- of hulpprogramma (indien beschikbaar). Er verschijnt
een welkomstvenster.
4. Klik op Volgende.
De cd zal automatisch de hardware scannen om na te gaan welke stuur- en hulpprogramma's er door uw computer worden gebruikt.
5. Nadat de cd de hardwarescan heeft voltooid, kunt u ook andere stuur- en hulpprogramma's detecteren. Selecteer in Search Criteria (Zoekcriteria) de
juistecategorieënvoordeuitklapmenu'svoorSystem Model (Computermodel), Operating System (Besturingssysteem) en Topic (Onderwerp).
Er zullen een of meer links verschijnen voor de specifieke stuur- en hulpprogramma's die door uw computer worden gebruikt.
6. Klik op de link voor een specifiek stuur- of hulpprogramma voor informatie over het stuur- of hulpprogramma dat u wilt installeren.
7. Klik op Install (Installeren) (indien aanwezig) om te beginnen met de installatie van het stuur- of hulpprogramma. Volg de instructies in het
welkomstscherm om de installatie te voltooien.
Als de optie Install (Installeren) niet beschikbaar is, is er geen automatische installatie mogelijk. Raadpleeg voor instructies de daaropvolgende
subgedeeltes. Ook kunt u op Extract (Uitpakken) klikken, de uitpakinstructies volgen en het leesmij-bestand raadplegen.
Als u wordt gevraagd om naar de bestanden voor de stuurprogramma's te navigeren, klikt u op de cd-schijf in het venster met
stuurprogrammainformatie om de bestanden weer te geven die bij het stuurprogramma horen.
Stuurprogramma's handmatig opnieuw installeren
1. Nadat u de bestanden voor het stuurprogramma naar de vaste schijf hebt uitgepakt zoals in de vorige paragraaf beschreven, klikt u met de
rechtermuisknop op het bureaublad van Windows op Deze computer® Eigenschappen® Hardware® Apparaatbeheer.
2. Dubbelklik het type apparaat waarvoor u het stuurprogramma installeert (bijvoorbeeld Modems of Infrarode apparaten.
3. Dubbelklik de naam van het bestand waarvoor u het stuurprogramma installeert.
4. Klik op Stuurprogramma® Stuurprogramma bijwerken.
5. Klik op Installeer vanaf een lijst. of specifieke locatie (Geavanceerd)® Volgende.
6. Klik op Bladeren en blader naar de locatie waarnaar u de bestanden van het stuurprogramma eerder had gekopieerd.
7. Als de naam van het stuurprogramma in kwestie wordt weergegeven, klikt u op Volgende® Voltooien en start u de computer opnieuw op.
Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen
Als een apparaat niet wordt gedetecteerd tijdens het instellen van het besturingssysteem of als het wel wordt gedetecteerd maar niet juist wordt
geconfigureerd, kunt u de Probleemoplosser voor hardware gebruiken om de incompatibiliteit op te lossen.
1. Klik op Start® Help en ondersteuning.
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma) kan optioneel zijn en is mogelijk niet meegeleverd met deze computer.
OPMERKING: Als u een stuurprogramma voor een infrarood apparaat opnieuw installeert, moet u eerst het systeem-setup-programma inschakelen (zie
De infraroodsensor activeren) voordat u verder gaat met de installatie van het stuurprogramma.
2. Type afhankelijk van te taalversie hardware troubleshooter of probleemoplosser voor hardware in het vak Zoeken en klik op de pijl om de zoekactie te
starten.
3. Klik op Probleemoplosser voor hardware® Ik moet een hardwareconflict op deze computer oplossen® Volgende.
Het besturingssysteem herstellen
U kunt het besturingsyssteem op een van de volgende manieren terugzetten:
l Microsoft
®
Windows
®
XPSysteemherstelzetdecomputerterugnaareenvorigewerkstandzonderdegegevensbestandentebeïnvloeden.Gebruik
System Restore (Systeemherstel) als de eerste oplossing voor het herstellen van het besturingssysteem en het behouden van gegevensbestanden.
l Als er een Operating System (Besturingssysteem)-cd met de computer werd meegeleverd, kunt u deze cd gebruiken om het besturingssysteem terug te
zetten. Door het gebruik van de Operating System (Besturingssysteem)-cd worden echter alle gegevens van de vaste schijf verwijderd. Gebruik de cd
alleen als System Restore (Systeemherstel) niet in staat was om het probleem met het besturingssysteem op te lossen.
Microsoft Windows XP Systeemherstel gebruiken
Het besturingssysteem Microsoft Windows XP biedt Systeemherstel om u in staat te stellen om de computer terug te brengen naar een vroegere
bedrijfstoestand (zonder invloed op de gegevensbestand) als wijzigingen aan de hardware-, software of andere systeeminstellingen de computer in een
ongewenste bedrijfstoestand hebben achtergelaten. Zie Windows Help and Support Center (Help en ondersteuning) voor informatie over het gebruik van
System Restore (Systeemherstel). Voor toegang tot het Windows Help and Support Center (Help en ondersteuning), zie Windows Help en Support Center.
Een herstelpunt maken
1. Klik op Start® Help en ondersteuning.
2. Klik op de taak voor Systeemherstel.
3. Volg de instructies op het scherm.
De computer herstellen naar een eerdere werkstand
Als er problemen optreden na het installeren van een stuurprogramma, kunt u Vorig stuurprogramma van Windows XP (zie Vorig stuurprogramma van
Windows XP gebruiken) gebruiken om het probleem op te lossen. Als dat niet lukt, moet u Systeemherstel gebruiken.
1. Klik op Start® Alle programma's® Accessoires® Systeemwerkset® Systeemherstel.
2. Zorg ervoor dat Een eerdere status van deze computer herstellen is geselecteerd en klik op Volgende.
3. Klik op een datum die u wil gebruiken om de computer te herstellen.
Het venster Een herstelpunt maken biedt een kalender die het u toestaat herstelpunten te zien en te selecteren. Alle datums waarvoor herstelpunten
beschikbaar zijn worden in vette letters weergegeven.
4. Selecteer een herstelpunt en klik op Volgende.
Alsermaaréénherstelpuntisvooreengegevendatum,danwordtdatherstelpuntautomatischgeselecteerd.Alsertweeofmeerherstelpunten
beschikbaar zijn, klikt u op het herstelpunt waar u de voorkeur aan geeft.
5. Klik op Volgende.
Nadat Systeemherstel de gegevens heeft verzameld wordt het venster Herstellen voltooid weergegeven, waarna de computer opnieuw wordt gestart.
6. Klik op OK zodra de computer opnieuw is gestart.
U kunt het herstelpunt wijzigen door deze stappen te herhalen voor een ander herstelpunt, maar u kunt het herstel ook ongedaan maken.
KENNISGEVING: Maakregelmatigreservekopieënvanuwgegevensbestanden.SystemRestore(Systeemherstel)doetnietsaanhetbewakenof
herstellen van uw gegevensbestanden.
OPMERKING: De procedures voor dit document waren geschreven voor de standaard Windows-weergave. Mogelijk zijn ze niet van toepassing als u uw
Dell™-computer instelt op de klassieke Windows-weergave.
KENNISGEVING: Voordat u de computer naar een eerdere werkingstoestand terugbrengt, dient u alle geopende bestanden op te slaan en te sluiten
en dient u alle geopende programma's af te sluiten. Zorg ervoor dat u geen bestanden of programma's wijzigt, opent of verwijdert tot het
systeemherstel is voltooid.
Het laatste systeemherstel ongedaan maken
1. Klik op Start® Alle programma's® Accessoires® Systeemwerkset® Systeemherstel.
2. Klik op De laatste herstelbewerking ongedaan maken® Volgende.
Systeemherstel inschakelen
Als u Windows XP opnieuw installeert terwijl er minder dan 200 MB vaste-schijfruimte vrij is, wordt Systeemherstel automatisch uitgeschakeld. U kunt als volgt
zien of systeemherstel is ingeschakeld:
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Prestatie en onderhoud® Systeem® Systeemherstel.
2. Zorg ervoor dat het selectievakje Systeemherstel op alle stations uitschakelen niet is ingeschakeld.
Gebruik de cd Operating System (besturingssysteem)
Voordat u begint
AlsuvanplanbenthetbesturingsyssteemWindowsXPopnieuwteinstallerenomeenprobleemmeteenzojuistgeïnstalleerdstuurprogramma,moetueerst
proberen Vorig stuurprogramma van Windows XP te gebruiken (zie Vorig stuurprogramma van Windows XP gebruiken). Als Vorig stuurprogramma van
Windows XP het probleem niet kan herstellen, moet u Systeemherstel gebruiken om het besturingssysteem te herstellen naar de werkende stand waarin het
verkeerde toen u het nieuwe stuurprogramma voor het apparaat installeerde (zie Microsoft Windows XP Systeemherstel gebruiken.
Als u Windows XP opnieuw wilt installeren, hebt u de volgende items nodig:
l Dell™Operating System-cd (besturingssysteem-cd)
l Dell cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's)
Windows XP opnieuw installeren
Hetkan1tot2urendurenvoordathetherinstallatieprocesisvoltooid.Nadatuhetbesturingssysteemopnieuwhebtgeïnstalleerd,moetuookde
apparaatstuurprogramma's, het antivirusprogramma en andere software opnieuw installeren.
1. Sla eventuele geopende bestanden op en sluit deze en sluit eventuele geopende programma's af.
2. Plaats de cd met het besturingssysteem in het station. Klik op Exit (Afsluiten) als het bericht Install Windows XP (Windows XP installeren) verschijnt, en
start de computer opnieuw op.
3. Drukop<F12>onmiddellijkhiernawordthetDELL™-logo weergegeven.
Als het besturingssysteemlogo wordt weergegeven, dient u te wachten tot het bureaublad van Windows verschijnt. Sluit de computer dan af en probeer
het opnieuw.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Terug naar inhoudspagina
KENNISGEVING: Voordat u het laatste systeemherstel ongedaan maakt, dient u alle geopende bestanden te sluiten en dient u alle geopende
programma's af te sluiten. Zorg ervoor dat u geen bestanden of programma's wijzigt, opent of verwijdert tot het systeemherstel is voltooid.
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) bevat stuurprogramma's die tijdens het samenstellen van de computer zijn
geïnstalleerd.GebruikdecdDrivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) om de vereiste programma's te laden, inclusief de stuurprogramma's die
vereist zijn als uw computer een RAID-controller heeft. Afhankelijk van de regio waar u de computer of cd's hebt besteld, worden de cd Drivers and
Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) en cd Operating System (Besturingssysteem) mogelijk niet met de computer meegeleverd.
KENNISGEVING: De optionele Operating System (Besturingssysteem)-cd biedt opties voor het opnieuw installeren van Windows XP. U kunt met deze
optiesbestandenoverschrijvenenookkuntumogelijkprogramma'sbeïnvloedendieopuwvasteschijfzijngeïnstalleerd.InstalleerWindowsXP
daarom niet opnieuw, tenzij een medewerker van de technische ondersteuning van Dell u vertelt dit te doen.
Terug naar inhoudspagina
Specificaties
Gebruikshandleiding
Processor
Processortype
Intel®Core™Duo-processor
OPMERKING: Afhankelijk van de configuratie van uw
bestelling is uw computer mogelijk uitgerust met een
Intel®Core™Solo-processor.
L1-cache
64 KB (intern)
L2-cache
2 MB (on-die)
Externe busfrequentie
667 MHz
Systeeminformatie
Chipset van de computer
Intel 945PM
Gegevensbusbreedte
64-bit
DRAM-busbreedte
64-bit
Adresbusbreedte processor
36-bit
Pc-kaart
CardBus-controller
O2Micro Oz711 CardBus-controller
Pc-kaartingang
één(biedtondersteuningvooréénTypeI-kaart of
éénTypeII-kaart)
Ondersteunde kaarten
3,3 V en 5 V
Grootte pc-kaartingang
80 pins
Gegevensbreedte (maximum)
PCMCIA 16-bit
CardBus 32-bit
Smartcard
Lees/schrijf-functionaliteit
leest van en schrijft naar alle ISO 7816 1/2/3/4
microprocessorkaarten (T=0, T=1)
Ondersteunde kaarten
3 V en 5 V
Ondersteunde programmatechnologie
Java-kaarten
Interfacesnelheid
9600115.200 BPS
EMV-niveau
niveau 1-gecertificeerd
WHQL-certificatie
PC/SC
Compatibiliteit
compatible binnen een PKI-omgeving
invoeg/uitwerpcycli
gecertificeerd voor maximaal 100.000 cycli
Geheugen
Geheugenmoduleingang
twee voor gebruikers toegankelijke SODIMM-
contacten
Capaciteit geheugenmodules
256 MB, 512 MB, 1 GB en 2 GB
Geheugentype
533/667 DDRII SDRAM
Minimaal geheugen
512 MB
Maximaal geheugen
4 GB
OPMERKING: De totale beschikbare hoeveelheid
bruikbaar zal minder dan 4 GB zijn, afhankelijk van de
computerconfiguratie.
Porteneningangen
Serieel
9-pins stekker; 16550C-compatible, 16-byte
bufferingang
Video
15-gats connector
Audio
mini-ingang voor microfoon, mini-ingang voor
stereokoptelefoon/speakers
USB
vier 4-pins USB 2.0-ingangen
Infrarode sensor
sensor compatibel met IrDA-standaard 1.1 (snel
infrarood) en IrDA-standaard 1.0 (langzaam
infrarood)
Modem
RJ-11-ondersteuning
Netwerkadapter
RJ-45-poort
D-Dock
Standaard D-dock-ingang voor apparaten zoals
geavanceerde D-Docks-poortreplicators en
uitbreidingsstations.
Communicatie
Modem:
Type
v.92 56K MDC
Controller
softmodem
Interface
Intel HDA-bus
Netwerkadapter
1 Gb Ethernet LAN op moederbord
Draadloos
ingebouwde WLAN, WWAN en ondersteuning voor
draadloze Bluetooth®-technologie (mits de optionele
kaarten zijn aangeschaft)
Graphics
Gegevensbus
PCI Express
Controller/geheugen
512 MB NVIDIA Quadro FX 350M TurboCache
OPMERKING: Het totaal van lokaal en gedeeld
systeemgeheugen dat door deze grafische kaart
wordt gebruikt, is maximaal 512 MB. Het lokale
geïntegreerdegeheugenbedraag256MB.Erkan
maximaal 256 MB aan systeemgeheugen worden
toegewezen ter ondersteuning van het
videogeheugen, afhankelijk van de grootte van het
systeemgeheugen en andere factoren.
LCD-interface
LVDS
TV-ondersteuning
NTSC of PAL in S-video- en samengestelde modi
(alleen via docking-apparaat)
Audio
Audio-type
High Definition Audio (Soft Audio)
Audiocontroller
SigmaTel STAC9200
Stereoconversie
24 bits (stereo digitaal-naar-analoog),
24 bits (stereo analoog-naar-digitaal)
Interfaces:
Interne
PCI bus/HDA
Externe
mini-ingang voor microfoon, mini-ingang voor
stereokoptelefoon/speakers
Speaker
twee speakers van 4 ohm
Interne speakerversterker
2-W kanaal naar 4 ohm
Volumeregeling
sneltoetscombinaties of programmamenu's
Beeldscherm
Type (active-matrix TFT)
WXGA, WSXGA+ of WUXGA
Afmetingen:
Hoogte
max. 222,5 mm (8,7 inch)
Breedte
344,5 mm (13,56 inch)
Diagonaal
391,16 mm (15,4 inch)
Bedieningshoek
0°(gesloten)tot180°
Gezichtshoeken:
WXGA horizontaal
40/40°
WXGA verticaal
10/30°
WSXGA+ horizontaal
65/65°
WSXGA+ verticaal
50/50°
WUXGA horizontaal
65/65°
WUXGA verticaal
50/50°
Pixelpitch:
WXGA
0,2588 (15,4 inch)
WSXGA+
0,1971 (15,4 inch)
WUXGA
0,1725 (15,4 inch)
Energieverbruik (paneel met lampje aan achterzijde) (typisch):
WXGA
5,0 W (max.)
WSXGA+
5,5 W (max.)
WUXGA
6,0 W (max.)
Bediening
helderheid kan worden afgesteld door middel van
sneltoetscombinaties
Toetsenbord
Aantal toetsen
87 (V.S. en Canada); 88 (Europa); 91 (Japan)
Toetsformaat
2,7 mm ± 0,3 mm (0,11 inch ± 0,016 inch)
Toetsafstand
19,05 mm ± 0,3 mm (0,75 inch ± 0,012 inch)
Lay-out
QWERTY/AZERTY/Kanji
Touchpad
X/Y-positieresolutie(grafischetabelmodus)
240 cpi
Formaat:
Breedte
64,88 mm (2,55 inch) sensoractief gebied
Hoogte
rechthoek van 48,88 mm (1,92 inch)
Trackstick
X/Y-positieresolutie(graphischetabelmodus)
250 tel per seconde bij 100 gf
Afmetingen
steekt 0,5 mm uit boven de omringende
toetsendoppen
Batterij
Type:
lithium-ionbatterij met 9 cellen
85 WHr
lithium-ionbatterij met 6 cellen
53 WHr
Afmetingen:
Diepte
77,2 mm (3,08 inch)
Hoogte
20,0 mm (0,80 inch)
Breedte
18703 mm (7,48 inch)
Gewicht:
lithium-ionbatterij met 9 cellen
normaliter0,485kg(1,07lb)
lithium-ionbatterij met 6 cellen
normaliter0,355kg(0,783lb)
Spanning
14,8 VDC
Oplaadtijd (naar schatting):
Computer aan
2,5 uur
Computer uit
1 uur
Werkduur
afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden; kan
aanzienlijk worden gereduceerd onder bepaalde
stroomintensieve omstandigheden.
Terug naar inhoudspagina
Raadpleeg voor meer informatie Batterijprestatie.
Levensduur (geschat)
500 laad/ontladingscycli
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
0°tot35°C(32°tot95°F)
Opslagtemperatuur
40°tot65°C(40°tot149°F)
Netadapter
Invoerstroom
100240 VAC
Ingangsstroom (maximum)
1,5 A
Ingangsfrequentie
5060 Hz
Uitvoerstroom
4,62 A
Uitgangsstroom
90 W
Toegekende uitgangsspanning
19,5 VDC
Afmetingen:
Hoogte
27,94 mm (1.1 inch)
Breedte
58,42 mm (2.3 inch)
Diepte
133,85 mm (5,25 inch)
Gewicht (met kabels)
0,4 kg (0,9 lb)
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
0°tot35°C(32°tot95°F)
Opslagtemperatuur
40°tot65°C(40°tot149°F)
Fysiek
Hoogte
35,3 mm (1,4 inch)
Breedte
361 mm (14,2 inch)
Diepte
262,6 mm (10,3 inch)
Gewicht
ongeveer 6,1 lb, afhankelijk van de configuratie
Omgevingsinformatie
Temperatuurbereik:
Werktemperatuur
0°tot35°C(32°tot95°F)
Opslagtemperatuur
40°tot65°C(40°tot149°F)
Relatieve vochtigheid (maximum):
Werktemperatuur
10% tot 90% (niet-condenserend)
Opslagtemperatuur
5% tot 95% (niet-condenserend)
Maximale trilling (met behulp van een willekeurig vibrerend spectrum dat de gebruikersomgeving simuleert):
Werktemperatuur
0,66 GRMS
Opslagtemperatuur
1,30 GRMS
Maximale schoktolerantie (gemeten bij een vaste schijf waarvan de koppen zijn geparkeerd en bij 2-ms
halve-sinuspuls):
Werktemperatuur
122 G
Opslagtemperatuur
163 G
Hoogte (maximum):
Werktemperatuur
15,2 tot 3.048 m (50 tot 10,000 voet)
Opslagtemperatuur
15,2 tot 10.668 m (50 tot 35.000 voet)
Terug naar inhoudspagina
Gebruikshandleiding
Klik op de koppelingen aan de linkerzijde voor informatie over de functies en bediening van de computer. Raadpleeg voor informatie over de andere
documentatie die met uw computer werd geleverd Informatie zoeken.
Raadpleeg voor een volledig overzicht van afkortingen en acroniemen de Woordenlijst.
AlsueenDell™computeruitden-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft®Windows®-besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
Model PP04X
Februari2006P/NRD014Rev.A01
Terug naar inhoudspagina
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt mogelijke beschadiging van de hardware of gegevensverlies aan en geeft aan hoe u dergelijke problemen
kunt voorkomen.
LET OP: Een WAARSCHUWING duidt het risico aan van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden.
Terug naar inhoudspagina
Reizen met uw computer
Gebruikshandleiding
Uw computer identificeren
De computer inpakken
Reistips
Uw computer identificeren
l Bevestig een naamplaatje of een visitekaartje aan de computer.
l Noteer het nummer van uw servicelabel en bewaar deze op een veilige locatie uit de buurt van uw computer of draagtas. Gebruik het servicelabel als u
verlies of diefstal moet rapporteren aan vertegenwoordigers van de rechtshandhaving en/of aan Dell.
l Maak een bestand aan op het bureaublad van Microsoft® Windows® genaamd indien_gevonden. Sla informatie zoals uw naam, adres en
telefoonnummer in dit bestand op.
l Neem contact op met de leverancier van uw creditcard en vraag of deze gecodeerde identificatielabel aanbiedt.
De computer inpakken
l Verwijder externe apparaten die op de computer zijn aangesloten en bewaar deze op een veilige locatie. Verwijder alle kabels die zijn aangesloten op
degeïnstalleerdepc-kaarten en verwijder pc-kaarten die uit de computer steken (zie Een kaart of dummy-kaart verwijderen).
l Omdecomputerzolichtmogelijktemaken,moetuapparatendieinhetmodulecompartimentzijnaangebrachtvervangendoordeDellTravelLite™-
module.
l Laad de hoofdbatterij en alle reservebatterijen die u mee wilt nemen, volledig op.
l Zet de computer uit.
l Koppel de netadapter los van de computer.
l Verwijder alle objecten zoals paperclips, pennen en papier van het toetsenbord en de polssteun en sluit het beeldscherm.
l GebruikdeoptioneleDell™-draagtas om de computer en accessoires op veilige wijze samen op te bergen.
l Vervoerdecomputernietsamenmetitemszoalsscheercrème,parfumofvoedsel.
l Bescherm de computer, batterijen en de vaste schijf tegen gevaren zoals extreme temperaturen, overmatige blootstelling aan zonlicht, vuil, stof en
vloeistoffen.
l Verpak de computer op zodanige wijze dat deze niet in de kofferbak van uw auto of in een bagagecompartiment heen en weer wordt geschoven.
Reistips
l U zou de energiebeheerinstellingen van uw computer kunnen wijzigen om de batterijwerkduur te maximaliseren (zie De energiebeheerinstellingen
configureren).
l Als u internationaal reist, moet u een bewijs van eigendom bij de hand hebben of van uw recht om van de computer gebruik te maken indien deze
het eigendom van een bedrijf is om uw doortocht door de douane te versnellen. Raadpleeg de douaneregelingen van de landen die u van plan bent
om te bezoeken. U kunt verder overwegen om een internationaal carnet (ook wel bekend als een merchandisepaspoort) aan te vragen bij de lokale
overheid.
l Ga na wat voor typen stopcontacten worden gebruikt in de landen die u zult bezoeken en zorg waar nodig voor de juiste stroomadapters.
l Vraag uw creditcardleverancier om informatie over het type noodhulp tijdens reizen biedt aan gebruikers van draagbare computers.
Reizen met het vliegtuig
KENNISGEVING: Als het beeldscherm is gesloten, is het mogelijk dat objecten die op het toetsenbord of de polssteun zijn geplaatst het beeldscherm
beschadigen.
KENNISGEVING: Als de computer is blootgesteld aan extreme temperaturen, moet u deze 1 uur voordat u deze aanzet laten acclimatiseren aan de
kamertemperatuur.
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen moet u de computer niet bewegen terwijl u gebruikmaakt van het optische station.
KENNISGEVING: Check de computer niet in als bagage.
KENNISGEVING: Loopnietmetdecomputerdooreenmetaaldetector.Laatdecomputerdooreenröntgenmachinelopenofmetdehandinspecteren.
l Zorg ervoor dat u over een opgeladen batterij beschikt in het geval dat u wordt gevraagd om de computer aan te zetten.
l Voordat u aan boord gaat van het vliegtuig, moet u nagaan of het gebruik van een computer is toegestaan. Sommige luchtvaartmaatschappijen
verbieden het gebruik van elektronische apparatuur tijdens de vlucht. Alle luchtvaartmaatschappijen verbieden het gebruik van elektronische
apparatuur tijdens het opstijgen en landen.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina
Problemen oplossen
Gebruikshandleiding
Dell Technical Update Service
De Dell Technical Update-dienst biedt proactieve kennisgeving via e-mail over beschikbare software- en hardwareupdates voor uw computer. Deze dienst is
gratis en kan worden aangepast op inhoud, formaat en regelmaat van kennisgevingen.
U kunt zich inschrijven voor de Dell Technical Update-dienst via support.dell.com/technicalupdate.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Wanneer het Dell-diagnoseprogramma te gebruiken
Als er zich een probleem voordoet met uw computer, voer dan de controles uit die worden beschreven in Vergrendelingen en softwareproblemen en maak
eerst gebruik van Dell Diagnostics (Dell-diagnose) voordat u contact opneemt met Dell voor technische ondersteuning.
Het verdient aanbeveling om deze procedures af te drukken voordat u begint.
Start Dell Diagnostiscs (Dell-diagnostiek) vanaf de vaste schijf of vanaf de cd Drivers and Utilities (Stuur- of hulpprogramma's, ook bekend als de ResourceCD
oftewel bron-cd).
Het Dell-diagnoseprogramma starten vanaf de vaste schijf
Het Dell-diagnoseprogramma bevindt zich op een verborgen partitie op de vaste schijf.
1. Sluit de computer af.
2. Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor
instructies over het loskoppelen.
3. Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
4. Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) kan op een van de twee volgende manieren worden gestart:
l Zetdecomputeraan.DrukzodrahetDELL™-logo wordt weergegeven onmiddellijk op <F12>. Selecteer Diagnostics (Diagnose) in het
opstartmenu en druk op <Enter>.
l Zet de computer aan terwijl u de toets <Fn> ingedrukt houdt.
Dell Technical Update Service
Geheugenproblemen
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Netwerkproblemen
Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)
Problemen met pc-kaarten of ExpressCards
Problemen met stations
Problemen met de stroomvoorziening
Problemen met e-mail, modems en internet
Problemen met de printer
Foutmeldingen
Problemen met de scanner
Problemen met IEEE 1394-apparaten
Problemen met het geluid en de speakers
Problemen met het toetsenbord
Problemen met de touch pad of muis
Vergrendelingen en softwareproblemen
Problemen met de grafische kaart en het beeldscherm
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)werktalleenopDell™- computers.
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (Hulp- en stuurprogramma's) is optioneel en wordt mogelijk niet met uw computer meegeleverd.
OPMERKING: Als de computer geen beeld op het scherm kan weergeven, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft®
Windows®ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
De computer voert een Pre-boot System Assessment (systeemanalyse) uit, een reeks aanvankelijke tests van het moederbord, toetsenbord, de vaste
schijf en het computerscherm.
l Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
l Als er een fout wordt gedetecteerd, stopt de computer en klinkt een geluidssignaal afgeven. Om met de analyse te stoppen en de computer
opnieuw te starten, drukt u op <Esc>. Om met de volgende test verder te gaan, drukt u op <y>. Om het onderdeel waar een fout optrad opnieuw
te testen, drukt u op <r>.
l Noteer eventuele foutcode(s) die tijdens de Pre-boot System Assessment (systeemanalyse) worden gedetecteerd en neem contact met Dell op
(zie Contact opnemen met Dell).
Als de Pre-boot System Assessment (Systeemanalyse) succesvol wordt voltooid, ziet u de melding Booting Dell Diagnostic Utility Partition
(Opstarten vanaf partitie met Dell-diagnoseprogramma). Druk op een willekeurige toets om door te gaan.
5. DrukopeentoetsomDellDiagnosticsvanafdepartitiemethetdiagnostischehulpprogrammaopdehardeschijftestarten.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de cd Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's)
1. Voer de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
2. Zet de computer uit en start deze opnieuw.
Zodra het DELL-logo verschijnt, drukt u meteen op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en
probeer het opnieuw.
3. Als de opstartbronlijst wordt weergegeven, selecteert u CD/DVD/CD-RW-station en druk op <Enter>.
4. Selecteer de optie Boot from CD-ROM (Opstarten vanaf cd-rom) in het menu en druk vervolgens op <Enter>.
5. Type 1 om het op te roepen en druk op <Enter> om verder te gaan.
6. Selecteer De Dell-diagnostiek uitvoeren uit de genummerde lijst. Als er meerdere versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die voor
uw computer van toepassing is.
7. Als het hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) verschijnt, selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
Hoofdmenu Dell Diagnostics
1. Nadat het Dell-diagnoseprogramma is geladen en het scherm met het Hoofdmenu wordt weergegeven, klikt u op de knop voor de gewenste optie.
2. Als er tijdens een test een probleem wordt opgespoord, wordt er een bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem.
Noteer de foutcode en de beschrijving van het probleem en volg de instructies op het scherm.
Als u de foutconditie niet kan oplossen, kunt u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
3. Wanneer u een test uitvoert van de optie Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree (Symptomenstructuur), kunt u voor meer informatie over de
OPMERKING: Als er een bericht verschijnt dat er geen partitie met een diagnostisch hulpprogramma is aangetroffen, moet u Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek) uitvoeren vanaf de optionele cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
OPMERKING: Metdevolgendestappenwordtdeopstartvolgordeslechtséénkeergewijzigd.Devolgendekeerdatudecomputerstart,gebeurt
dat volgens de instellingen die zijn gedefinieerd in het systeem-setup-programma.
Optie
Functie
Snelle test
Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd van apparaten. Deze test neemt doorgaans tien tot twintig minuten in beslag. Er is geen
interactie vereist. Als u de Express Text (Snelle test) eerst uitvoert, vergroot u de kans om het probleem snel op te sporen.
Uitgebreide test
Hiermee wordt een grondige controle van apparaten uitgevoerd. Deze test neemt doorgaans 1 uur of meer in beslag. Op bepaalde
momenten tijdens de test zult u aan aantal vragen worden gesteld.
Aangepaste test
Hiermee kunt u een bepaald apparaat testen. U kunt de tests die u wilt uitvoeren, zelf aanpassen.
Symptomenstructuur
Geeft een overzicht van de problemen die het vaakst optreden en stelt u in staat om een test te selecteren op basis van de
symptomen van het probleem dat u ondervindt.
OPMERKING: Het servicelabel voor de computer bevindt zich bovenaan elk testvenster. Als u contact opneemt met Dell, zullen de medewerkers
van de technische ondersteuning naar het servicelabel vragen.
test op een van de tabbladen klikken die in de volgende tabel worden beschreven.
4. Als de tests zijn voltooid, moet u als u het Dell-diagnoseprogramma uitvoert vanaf de cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's), verwijder de
cd.
5. Als alle tests zijn voltooid, sluit u het testvenster om terug te keren naar het hoofd venster. Om het Dell-diagnoseprogramma te verlaten en de
computer opnieuw te starten, sluit u het venster Main Menu (Hoofdmenu).
Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)
De Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)isopuwcomputergeïnstalleerdenbeschikbaarviaDellSupport, het pictogram op de taakbalk en via
de Start-knop. Gebruik dit hulpprogramma voor technische ondersteuning om zelf naar oplossingen voor problemen te zoeken, softwareupdates te installeren
en de gezondheid van de computeromgeving te controleren.
De Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) starten
U kunt de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) starten via het pictogram op de taakbalk of via het menu Start.
Als het pictogram van Dell Support niet op de taakbalk wordt weergegeven, gaat u als volgt te werk:
1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Support® Dell Support Settings (Dell Suppport- instellingen).
2. Zorg ervoor dat de optie Show icon on the taskbar (Pictogram op taakbalk weergeven) is aangevinkt.
De Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) is aangepast aan uw computeromgeving.
Het pictogram op de taakbalk zal anders functioneren als u erop klikt, dubbelklikt of er met de rechtermuisknop op klikt.
Op het Dell Support-pictogram klikken
Klik met de linker- of rechtermuisknop op het pictogram om de volgende taken uit te voeren:
l Uw computeromgeving te controleren
l De instellingen van de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) weer te geven
l Het helpbestand voor de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) op te vragen
l Vaak gestelde vragen te raadplegen
l Meer over de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) te weten te komen
l De Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) uit te zetten
Het Dell Support-pictogram dubbelklikken
Dubbelklik het pictogram om uw computeromgeving handmatig te controleren, vaak gestelde vragen te raadplegen, het hulpbestand voor de Dell Support
Utility (Dell Support-hulpprogramma) op te roepen en de Dell Support-instellingen weer te geven.
Tabblad
Functie
Results
(Resultaten)
Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele foutcondities die zijn aangetroffen.
Errors (Fouten)
Geeft de aangetroffen foutcondities en de foutcodes weer, en een beschrijving van het probleem.
Help
Hier wordt de test beschreven en worden eventuele vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld.
Configuration
(Configuratie)
Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven voor het geselecteerde apparaat.
Het Dell-diagnoseprogramma verkrijgt de configuratiegegevens voor alle apparaten van het Setupprogramma van het systeem, het
geheugen en verschillende interne tests. Deze gegevens worden weergegeven in het linkerdeelvenster van het scherm. Mogelijk
wordeninhetapparaatoverzichtnietdenamenvanalleonderdelenweergegevendiezijngeïnstalleerdinofaangeslotenopde
computer.
Parameters
Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen.
OPMERKING: Als de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) niet beschikbaar is via het menu Start, kunt u naar support.dell.com gaan en de
software daar downloaden.
Voor meer informatie over de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) kunt u klikken op het vraagteken (?) bovenin het Dell™Support-venster.
Problemen met stations
Vul tijdens deze tests de diagnostische checklist in (zie Diagnostische checklist).
Controleer of Microsoft®Windows®het station herkent Klik op de Start-knop en vervolgens op Deze computer. Als het diskette-, cd- of dvd-station niet
in de lijst wordt weergegeven, moet u een scan uitvoeren met uw antivirusprogramma en de computer controleren op, en verlossen van eventuele virussen.
In sommige gevallen kunnen computervirussen ervoor zorgen dat Windows een station niet meer herkent.
Test het station
l Plaats een andere diskette, cd of dvd in het station om de mogelijkheid uit te sluiten dat de oorspronkelijke diskette, cd of dvd een defect bevat.
l Plaats een opstartbare diskette in het station en start de computer opnieuw.
Reinig het station of de schijf Zie De computer reinigen.
Controleer of de cd goed op de spil is aangebracht
Controleer de kabelaansluitingen
Controleer op hardwareconflicten Raadpleeg Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen.
Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Problemen met cd- en dvd-stations
Problemen met het schrijven naar een cd-/dvd-rw-station
Sluit de andere programma's Het cd-/dvd-rw-station moet tijdens het schrijven een aanhoudende stroom van gegevens ontvangen. Als deze
gegevensstroom wordt onderbroken, zal een fout optreden. Probeer alle programma's te sluiten voordat u naar de cd/dvd-rw probeert te schrijven.
Zet de Windows standby-modus uit voordat u naar een cd-/dvd-rw-schijf schrijft Raadpleeg Standby-modus of zoek op het trefwoord standby in het
Help and Support Center voor informatie over energiebeheermodi.
Reduceer de schrijfsnelheid Raadpleeg de helpbestanden voor de software voor het branden van cd's en dvd's.
Als de schuif van het cd-, cd-rw-, dvd- of dvd+rw-station niet uit de computer wordt geworpen
1. Zorg ervoor dat de computer uitstaat.
2. Trek een paperclip recht en breng een van de uiteinden aan in het uitwerpgat aan de voorzijde van het station. Druk stevig totdat de schuif gedeeltelijk
wordt uitgeworpen.
3. Trek de schuif voorzichtig uit de computer totdat deze niet meer verder kan.
Als u een vreemd schrapend of knarsend geluid hoort
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Snelle cd- of dvd-stations kunnen gaan trillen. Dit is normaal. Het geluid dat hierbij ontstaat duidt niet op een defect station of een
defecte cd of dvd.
OPMERKING: Als gevolg van verschillende wereldwijde regio's en schijfformaten werken mogelijk niet alle dvd's in dvd-stations.
l Controleer of het geluid niet veroorzaakt wordt door het programma dat wordt uitgevoerd.
l Controleer of de diskette of schijf op juiste wijze in het station is geplaatst.
Problemen met de vaste schijf
Laat de computer afkoelen voordat u deze aanzet Een verhitte vaste schijf kan ervoor zorgen dat het besturingssysteem niet opstart. Probeer de
computer naar kamertemperatuur terug te laten keren voordat u deze aanzet.
Voer Check Disk uit
1. Klik op Start® Deze computer.
2. Klik met de rechtermuisknop op Lokale schijf C:.
3. Klik op Eigenschappen® Opties® Nu controleren.
4. Klik op Poging tot herstellen van beschadigde sectoren® Start.
Problemen met e-mail, modems en internet
Controleer de beveiligingsinstellingen van Microsoft Outlook®Express Als u uw e-mailbijlagen niet kan openen, gaat u als volgt te werk:
1. Klik in Outlook Express op Extra® Opties® Beveiliging.
2. Klik op Geen bijlagen toestaan om het vinkje te verwijderen.
Controleer de telefoonaansluiting
Controleer de telefooningang
Sluit het modem direct aan op het telefooncontact
Gebruik een andere telefoonlijn
l Controleer of de telefoonlijn is aangesloten op de ingang op de modem. (De ingang is voorzien van een groen label of een pictogram in de vorm van
een ingang.)
l Zorg ervoor dat de telefoonstekker in de modem vastklikt.
l Koppel de telefoonkabel los van de modem en sluit deze aan op een telefoon. Luister of u een kiestoon hoort.
l Als er meerdere telefoonapparaten van de lijn gebruikmaken, zoals een antwoordapparaat, fax, stroomstootbeveiliging of splitter, moet u deze
apparatenomzeilendoordemodemrechtstreeksophettelefooncontactaantesluiten.Alsueentelefoonsnoergebruiktdat3moflangeris,moetu
een korter snoer gebruiken.
Voer het diagnostische hulpmiddel Modem Helper uit Klik op de Start-knop en wijs naar Alle programma's. Klik op Modem Helper. Volg de aanwijzingen
op het scherm om modemproblemen te identificeren en op te lossen. (Modem Helper is niet beschikbaar op alle computers.)
Controleer of de modem met Windows communiceert
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Telefoon- en modemopties® Modems.
2. Klik op de COM-poort voor uw modem® Eigenschappen® Diagnostisch® Modem testen om de controleren of de modem met Windows communiceert.
Als alle opdrachten een reactie opleveren, werkt de modem naar behoren.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Sluit de modem louter op een analoge telefooningang aan. De modem zal niet werken als deze is aangesloten op een digitaal
telefoonnetwerk.
Controleer of u verbonden bent met internet Controleer of u een abonnement bij een internetprovider hebt. Zorg dat het e-mailprogramma Outlook
Express is geopend en klik op Bestand. Als de optie Offline werken is voorzien van een vinkje, moet u het vinkje aanklikken om het te verwijderen en een
internetverbinding te maken. Raadpleeg uw internetprovider voor hulp.
Scan de computer op spyware Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of problemen met het opzetten van een
internetverbinding,isuwcomputermogelijkgeïnfecteerdmetspyware.Gebruikeenvirusscannermetbeschermingtegenspyware(mogelijkisvooruw
programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek op
het trefwoord spyware.
Foutmeldingen
Vul de Diagnostics Checklist (diagnostische checklist) (zie Diagnostische checklist) in terwijl u deze controles uitvoert.
Als het bericht niet wordt vermeld, moet u de documentatie voor het besturingssysteem raadplegen of de documentatie voor het programma dat actief was
toen de melding verscheen.
Auxiliary device failure Mogelijk is de touchpad, track stick of externe muis defect. Controleer de kabelaansluiting als u met een externe muis werkt.
Activeer de optie Pointing Device (Aanwijsapparaat) in het systeem-setup-programma. Als het probleem aanhoudt, moet u contact opnemen met Dell (zie
Contact opnemen met Dell).
Bad command or file name Controleer of de opdracht geen spelfout bevat. Breng op de juiste plaatsen spaties aan en gebruik de juiste padnaam.
Cache disabled due to failure Er is een storing opgetreden van de primaire cache van de microprocessor. Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen
met Dell).
CD drive controller failure Het cd-station reageert niet op opdrachten van de computer (zie Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)).
Data error De vaste schijf is niet in staat om de gegevens te lezen (zie Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma)).
Decreasing available memory Een of meer geheugenmodules is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer de geheugenmodules
opnieuw en vervang deze indien nodig (zie Geheugen).
Disk C: failed initialization Devasteschijfkonnietwordengeïnitialiseerd.Voerdevaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Drive not ready Er moet een vaste schijf in het compartiment worden aangebracht. Installeer een vaste schijf in het vaste-schijfcompartiment (zie Vaste
schijf).
Error reading PCMCIA card De computer kan de pc-kaart niet identificeren. Voer de kaart opnieuw in of probeer een andere pc-kaart (zie Kaarten
gebruiken).
Extended memory size has changed De hoeveelheid geheugen die in NVRAM is vastgelegd komt niet overeen met het geheugen dat in de computer is
geïnstalleerd.Startdecomputeropnieuwop.Alsdefoutopnieuwoptreedt,moetucontactopnemenmetDell(zieContact opnemen met Dell). Het bestand
dat wordt gekopieerd is te groot voor het doelstation.
Hetbestanddatuprobeerttekopiërenistegrootomopdeschijftepassen,ofdeschijfistevol.Probeerhetbestandnaareenandereschijftekopiërenof
gebruik een schijf met een grotere capaciteit.
A filename cannot contain any of the following characters: \ / : * ? " < > | Gebruik deze tekens niet in bestandsnamen.
Gate A20 failure Misschien zit er een geheugenmodule los. Installeer de geheugenmodules opnieuw en vervang deze indien nodig (zie Geheugen).
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
General failure Het besturingssysteem is niet in staat om de opdracht uit te voeren. Deze melding wordt normaliter gevolgd door specifieke informatie
bijvoorbeeld Printer out of paper (Printerpapier op). Onderneem overeenkomstig actie.
Hard-disk drive configuration error De computer is niet in staat om het stationstype te identificeren. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie
Vaste schijf) en start de computer op vanaf een cd. Zet de computer vervolgens uit, installeer de vaste schijf opnieuw en start de computer opnieuw op. Voer
vaste-schijf-tests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Hard-disk drive controller failure 0 De vaste schijf reageert niet op opdrachten van de computer. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie Vaste
schijf) en start de computer op vanaf een cd. Zet de computer vervolgens uit, installeer de vaste schijf opnieuw en start de computer opnieuw op. Probeer een
ander station indien het probleem zich blijft voordoen. Voer de vaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek)).
Hard-disk drive failure De vaste schijf reageert niet op opdrachten van de computer. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie Vaste schijf) en
start de computer op vanaf een cd. Zet de computer vervolgens uit, installeer de vaste schijf opnieuw en start de computer opnieuw op. Probeer een ander
station indien het probleem zich blijft voordoen. Voer de vaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Hard-disk drive read failure De vaste schijf is mogelijk defect. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie Vaste schijf) en start de computer op
vanaf een cd. Zet de computer vervolgens uit, installeer de vaste schijf opnieuw en start de computer opnieuw op. Probeer een ander station indien het
probleem zich blijft voordoen. Voer de vaste-schijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Insert bootable media Het besturingssysteem probeert om op te starten vanaf een niet-opstartbare cd. Plaats een opstartbare cd in het station.
Invalid configuration information-please run System Setup Program De systeemconfiguratieinformatie komt niet overeen met de hardwareconfiguratie.
Dezemeldingtreedtindemeestegevallenopnadateengeheugenmoduleisgeïnstalleerd.Corrigeerdenodigeinstellingeninhetsysteem-setup-programma
(zie Systeem-setup-programma).
Keyboard clock line failure Controleer de kabelaansluiting als u met een extern toetsenbord werkt. Voer de test voor de controller van het toetsenbord uit
in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Keyboard controller failure Controleer de kabelaansluiting als u met een extern toetsenbord werkt. Start de computer opnieuw en zorg ervoor dat u
tijdens de opstartroutine het toetsenbord niet aanraakt. Voer de test voor de controller van het toetsenbord uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Keyboard data line failure Controleer de kabelaansluiting als u met een extern toetsenbord werkt. Voer de test voor de controller van het toetsenbord uit
in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Keyboard stuck key failure Controleer de kabelaansluiting als u met een extern toetsenbord of toetsenblok werkt. Start de computer opnieuw en zorg
ervoor dat u tijdens de opstartprocedure het toetsenbord of de toetsen niet aanraakt. Voer de Stuck Key-test (Testen op vastzittende toetsen) uit in Dell
Diagnostics(Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Memory address line failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer
de geheugenmodules opnieuw en vervang deze indien nodig (zie Geheugen).
Memory allocation error Er is sprake van een conflict tussen de software die u probeert uit te voeren en het besturingssysteem, een ander programma of
een hulpprogramma. Zet de computer uit, wacht 30 seconden en start de computer opnieuw. Probeer het programma nogmaals uit te voeren. Als de
foutmelding nog steeds verschijnt, moet u de softwaredocumentatie raadplegen.
Memory data line failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer de
geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang ze indien nodig.
Memory double word logic failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht.
Installeer de geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang ze indien nodig.
Memory odd/even logic failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht.
Installeer de geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang ze indien nodig.
Memory write/read failure at address, read value expecting value Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer
de geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang ze waar nodig.
No boot device available De computer kan de vaste schijf niet vinden. Als de vaste schijf uw opstartbron is, moet u controleren of het station aanwezig is,
opjuistewijzeisgeïnstalleerdenalseenopstartbronisgepartitioneerd.
No boot sector on hard drive Het besturingssysteem is mogelijk beschadigd geraakt. Neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell). No timer
tick interrupt.
Een chip op het moederbord functioneert mogelijk niet naar behoren. Voer de System Set-tests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek)).
Not enough memory or resources. Sluit een aantal programma's af en probeer het opnieuw Er staan teveel programma's open. Sluit alle vensters en
open het programma dat u wilt gebruiken.
Operating system not found Installeer de vaste schijf opnieuw (zie Vaste schijf). Als het probleem zich voor blijft doen, moet u contact opnemen met Dell
(zie Contact opnemen met Dell).
Optional ROM bad checksum Het optionele ROM-geheugen werkt blijkbaar niet. Neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell). Een
vereist .DLL-bestand is niet gevonden.
Er ontbreekt een essentieel bestand voor het programma dat u probeert te openen. Verwijder het programma en installeer het opnieuw.
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Software.
2. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen.
3. Klik op Verwijderen of Toevoegen/verwijderen en volg de aanwijzingen op het scherm.
4. Raadpleeg de softwaredocumentatie voor installatieinstructies.
Sector not found Het besturingssysteem kan een sector op de vaste schijf niet vinden. Mogelijk bevat de vaste schijf een defecte sector of een
beschadigde FAT. Voer SCandisk uit om de bestandsstructuur op de vaste schijf te controleren. Zie het Help and Support Center voor aanwijzingen. Als een
groot aantal sectors defect is geraakt, moet u indien mogelijk een back-up van uw gegevens maken en de vaste schijf vervolgens opnieuw formatteren.
Seek error Het besturingssysteem is niet in staat om een bepaald spoor op de vaste schijf te vinden.
Shutdown failure Een chip op het moederbord werkt mogelijk niet naar behoren. Voer de System Set-tests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Time-of-day clock lost power De systeemconfiguratieinstellingen zijn beschadigd. Sluit de computer aan op een stopcontact en laad de batterij op. Als het
probleem aanhoudt, moet u proberen om de gegevens te herstellen door het systeem-setup-programma te starten. Sluit vervolgens het programma direct af.
Als de melding opnieuw verschijnt, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Time-of-day clock stopped De reservebatterij die de systeemconfiguratieinstellingen ondersteunt moet mogelijk opnieuw worden opgeladen. Sluit de
computer aan op een stopcontact om de batterij op te laden. Als het probleem aanhoudt, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Time-of-day not set-please run the System Setup program De tijd of datum die in het systeem-setup-programma is opgeslagen komt niet overeen met de
systeemklok. Corrigeer de instellingen voor de opties Date (Datum) en Time (Tijd) (zie Systeem-setup-programma).
Timer chip counter 2 failed Een chip op het moederbord is mogelijk defect. Voer de System Set-tests uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Unexpected interrupt in protected mode Er is mogelijk een storing opgetreden van de toetsenbordcontroller, of er zit een geheugenmodule los. Voer de
System Memory-tests (Systeemgeheugentests) en de Keyboard Controller-test (Test van de toetsenbordcontroller) uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
(zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
x:\ is not accessible. The device is not ready Plaats een diskette in het station en probeer het opnieuw.
Warning: Battery is critically low De batterij begint leeg te raken. Vervang de batterij of sluit de computer op een stopcontact aan. Als alternatief kunt u
de slaapstand activeren of de computer uitzetten.
Problemen met IEEE 1394-apparaten
Controleer of het IEEE 1394-apparaat door Windows wordt herkend
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware.
Als uw IEEE 1394-apparaat wordt vermeld, herkent Windows het.
Als u problemen hebt met een IEEE 1394-apparaat
Als het apparaat werd geleverd door Dell, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met Dell). Als het apparaat door een andere fabrikant werd
geleverd, moet u contact opnemen met die fabrikant.
Controleer of het IEEE 1394-apparaat op juiste wijze in de ingang is ingevoerd
Problemen met het toetsenbord
Vul de diagnostische checklist in (zie Diagnostische checklist) terwijl u de verschillende controles uitvoert.
Problemen met het externe toetsenbord
Controleer de kabel van het toetsenbord Sluit de computer af. Maak de kabel van het toetsenbord los en controleer de kabel op schade. Breng de kabel
weer stevig aan.
Als u gebruikmaakt van een verlengsnoer voor het toetsenbord, moet u dit snoer loskoppelen en het toetsenbord direct op de computer aansluiten.
Controleer het externe toetsenbord
1. Zetdecomputeruit,wachtéénminuutenzetdecomputeropnieuwaan.
2. Controleer of de lampjes num lock, caps lock en scoll lock oplichten tijdens de opstartroutine.
3. Klik vanaf het bureaublad van Windows op Start® Alle programma's® Accessoires® Kladblok.
4. Voer met het externe toetsenbord een aantal tekens in en controleer of deze tekens op het beeldscherm verschijnen.
Als u deze stappen niet kunt uitvoeren, is het externe toetsenbord mogelijk defect.
Omtecontrolerenofhetprobleemaanhetexternetoetsenbordligt,moetudewerkingvanhetgeïntegreerdetoetsenbordcontroleren
1. Zet de computer uit.
2. Koppel het externe toetsenbord los van de computer.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: GebruikhetgeïntegreerdetoetsenbordtijdenshetuitvoerenvanDell Diagnostics (Dell-diagnostiek) of het systeem-setup-programma. Als
ueenexterntoetsenbordaansluit,blijfthetgeïntegreerdetoetsenbordvolledigfunctioneel.
OPMERKING: Alsueenexterntoetsenbordaansluit,blijfthetgeïntegreerdetoetsenbordvolledigfunctioneel.
3. Zet de computer aan.
4. Klik vanaf het bureaublad van Windows op Start® Alle programma's® Accessoires® Kladblok.
5. Voer een aantal tekens in met behulp van het interne toetsenbord en kijk of deze tekens op het scherm verschijnen.
Als de tekens nu wel verschijnen, is het externe toetsenbord mogelijk defect. Neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Voer de diagnostische tests voor het toetsenbord uit Voer de tests voor met PC-AT compatibele toetsenborden uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
(zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)). Als de tests wijzen op een defect extern toetsenbord, moet u contact opnemen met Dell (zie Contact opnemen met
Dell).
Onverwachte tekens
Deactiveer het numerieke toetsenbord Druk op <Num Lk> om het numerieke toetsenbord te deactiveren als er getallen in plaats van letters op het scherm
verschijnen. Controleer of het lampje voor het getallenslot niet brandt.
Vergrendelingen en softwareproblemen
De computer start niet op
Controleer of de netadapter goed is aangesloten op de computer en het stopcontact.
De computer reageert niet meer
Zet de computer uit Als de computer niet reageert zelfs als u een toets op het toetsenbord indrukt of de muis beweegt, dient u de aan/uit-knop in te
drukken en deze minstens 8-10 seconden ingedrukt te houden tot de computer zichzelf uitschakelt. Herstart vervolgens de computer.
Een programma reageert niet meer of crasht regelmatig
Beëindighetprogramma
1. Druk gelijktijdig op <Ctrl><Shift><Esc>.
2. Klik op Takenbeheer.
3. Klik op Toepassingen.
4. Klik op het programma dat niet meer reageert.
5. Klik op Taakbeëindigen.
Controleer de softwaredocumentatie Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het opnieuw.
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van het besturingssysteem
Microsoft® Windows®
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING: U loopt het risico gegevens te verliezen als u het besturingssysteem niet afsluit.
OPMERKING: Bij software worden normaliter installatie-instructies geleverd in de vorm van een installatiehandleiding of op een floppy disk of cd.
Voer de wizard Programmacompatibiliteit uit Met de wizard Programmacompatibiliteit configureert u een programma zodat het ook werkt in een andere
omgeving dan Windows XP (of daarop gelijkend).
1. Klik op Start® Alle programma's® Accessoires® Wizard Programmacompatibiliteit® Volgende.
2. Volg de instructies op het scherm.
Er verschijnt een blauw venster-
Zet de computer uit Als de computer niet reageert zelfs als u een toets op het toetsenbord indrukt of de muis beweegt, dient u de aan/uit-knop in te
drukken en deze minstens 8-10 seconden ingedrukt te houden tot de computer zichzelf uitschakelt. Herstart vervolgens de computer.
Andere softwareproblemen
Controleer de softwaredocumentatie of neem contact op met de softwarefabrikant voor mogelijke oplossingen
l Ganaofhetprogrammacompatibelismethetbesturingssysteemdatopdecomputerisgeïnstalleerd.
l Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Raadpleeg de softwarehandleiding voor informatie.
l Controleerofhetprogrammaopjuistewijzeisgeïnstalleerdengeconfigureerd.
l Controleer of de stuurprogramma's voor het apparaat geen conflict hebben met het programma.
l Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het opnieuw.
Maak meteen een reservekopie van uw bestanden
Gebruik een antivirusprogramma om de vaste schijf, de diskettestations of de cd's te scannen
Bewaar en sluit alle open bestanden of programma's en sluit de computer af via het menu Start
Scan de computer op spyware Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of problemen met het opzetten van een
internetverbinding,isuwcomputermogelijkgeïnfecteerdmetspyware.Gebruikeenvirusscannermetbeschermingtegenspyware(mogelijkisvooruw
programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek op
het trefwoord spyware.
Voer de Dell-diagnostiek uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek). Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een
softwareprobleem.
Geheugenproblemen
Vul tijdens het uitvoeren van deze controles de diagnostische checklist in (zie Diagnostische checklist).
Als er een melding verschijnt dat er onvoldoende geheugen is
l Bewaar en sluit open bestanden en sluit alle geopende programma's af die u niet gebruikt om te zien of het probleem daarmee is opgelost.
l Raadpleeg de softwaredocumentatie voor de minimale geheugenvereisten. Installeer indien nodig additioneel geheugen (zie Geheugen).
l Breng de geheugenmodules opnieuw aan om er zeker van te zijn dat de computer op succesvolle wijze kan communiceren met het geheugen (zie
Geheugen).
l Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
Als u andere geheugenproblemen ondervindt
l Breng de geheugenmodules opnieuw aan (zie Geheugen) om er zeker van te zijn dat de computer op succesvolle wijze kan communiceren met het
geheugen.
l Zorg ervoor dat u de richtlijnen voor het installeren van geheugen volgt (zie Geheugen).
l Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)).
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids raadplegen.
Netwerkproblemen
Vul tijdens het uitvoeren van deze controles de Diagnostische checklist in.
Algemeen
Controleer de stekker van de netwerkkabel Zorg ervoor dat de netwerkkabel stevig is aangesloten op de netwerkingang aan de achterzijde van de
computer en op het netwerkcontact.
Controleer de netwerklampjes bij de netwerkingang Als er geen lampje brandt, houdt dit in dat er geen sprake is van netwerkcommunicatie. Vervang de
netwerkkabel.
Start de computer opnieuw en meld u opnieuw aan op het netwerk.
Controleer de netwerkinstellingen Neem contact op met de netwerkbeheerder of de persoon die uw netwerk heeft ingesteld om de controleren of de
netwerkinstellingen juist zijn en dat het netwerk functioneert.
Mobiel breedbandnetwerk
Cannot connect De mobiele breedbandkaart van Dell moet op het netwerk worden geactiveerd om een verbinding te kunnen maken. Plaats de muis boven
het pictogram in het kennisgevingsgebied om de status van de verbinding weer te geven. Als de status aangeeft dat de mobiele breedbandkaart niet is
geactiveerd, moet u Activeer de mobiele breedbandkaart raadplegen voor meer informatie. Als de problemen aanhouden moet u contact opnemen met uw
mobiele breedbandprovider voor details met betrekking tot het dekkingsgebied.
Controleer de mobiele breedbandnetwerkdienst Neem contact op met uw mobiele breedbandprovider om het dekkingsgebied en de ondersteunde
dienstenteverifiëren.
Controleert de status met behulp van de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiel breedbandhulpprogramma van Dell) Klik op het pictogram op de
taakbalk om het hulpprogramma te starten. Raadpleeg de status in het hoofdvenster:
l Geen kaart gedetecteerd Start de computer en vervolgens het hulpprogramma opnieuw.
l Draadloos gedeactiveerd Controleer of de Dell Wi-FiCatcher™-schakelaar in de "aan"-stand staat. Klik daarnaast met de rechtermuisknop op het
pictogram en controleer of de schakelaar is geactiveerd.
l Zoeken De Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiel breedbandhulpprogramma van Dell) heeft nog geen mobiel breedbandnetwerk gedetecteerd. Als
het zoekproces aanhoudt, moet u controleren of de signaalsterkte toereikend is.
l No service (Geen dienst) De Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiel breedbandhulpprogramma van Dell) heeft geen Mobiel breedbandnetwerk
gedetecteerd. Controleer of de signaalsterkte toereikend is. Start het draadloze hulpprogramma van Dell opnieuw of neem contact op met uw mobiele
breedbandnetwerkprovider.
l Check your WWAN service (Controleer de WWAN-dienst) Neem contact op met de mobiele breedbandnetwerkprovider om het dekkingsgebied en de
ondersteundedienstenteverifiëren.
Activeer de mobiele breedbandkaart Voordat u een internetverbinding maakt, moet u de mobiele breedbanddienst activeren via uw mobiele provider.
Raadpleeg voor instructies en additionele informatie over het gebruik van de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiel breedbandhulpprogramma van Dell) de
handleiding. Deze is beschikbaar via het Windows Help and Support Center. Voor toegang tot het Help and Support Center, zie Windows Help en Support
Center. De gebruikershandleiding is ook beschikbaar op de Dell Support-website support.dell.com en op de cd die met de mobiele breedbandkaart werd
geleverd in het geval dat u de kaart los van de computer hebt besteld.
Problemen met pc-kaarten of ExpressCards
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: De gebruikshandleiding voor het hulpprogramma Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiel breedbandhulpprogramma van Dell) is
beschikbaar onder Help en ondersteuning. U kunt de gebruikshandleiding ook downloaden via support.dell.com.
OPMERKING: Het pictogram verschijntinhetkennisgevingsgebiedalsereenmobielebreedbandkaartvanDellopdecomputerisgeïnstalleerd.
Dubbelklik op het pictogram om het hulpprogramma te starten.
Controleer de kaart Controleer of de kaart op juiste wijze in de kaartsleuf is ingevoerd.
Controleer of de kaart door Windows wordt herkend Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk van Windows. Controleer
of de kaart in de lijst wordt vermeld.
Als u problemen hebt met een kaart die door Dell is geleverd Neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Als u problemen hebt met een kaart die niet door Dell is geleverd Neem contact op met de fabrikant van de pc-kaart.
Problemen met de stroomvoorziening
Vul tijdens het uitvoeren van deze controles de diagnostische checklist in (zie Diagnostische checklist).
Controleer het stroomlampje Als het stroomlampje brandt of knippert, is de computer van stroom voorzien. Als het stroomlampje knippert, bevindt de
computer zich in de standby-modusdruk op de aan/uit-knop om de standby-modus te verlaten. Als het lampje niet brandt, moet u de aan/-uit-knop
indrukken om de computer aan te zetten.
Laad de batterij op Mogelijk is de batterij leeg.
1. Installeer de batterij opnieuw.
2. Gebruik de netadapter om de computer op een stopcontact aan te sluiten.
3. Zet de computer aan.
Controleer het statuslampje van de batterij Als het batterijstatuslampje oranje knippert of aanhoudend oranje is, is de batterij leeg of bijna leeg. Steek
de stekker van de computer in het stopcontact.
Als het batterijstatuslampje afwisselend groen en oranje knippert, is de batterij te heet om opgeladen te worden. Zet de computer uit, koppel de computer los
van het stopcontact en laat de batterij en de computer afkoelen tot kamertemperatuur.
Als het batterijstatuslampje snel oranje knippert, is de batterij mogelijk defect. Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen met Dell).
Controleer de batterijtemperatuur Alsdebatterijtemperatuuronderde0°C(32°F)komtteliggen,zaldecomputernietkunnenopstarten.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Controleer de netadapter Controleer of de netadapter goed is aangesloten. Als de netadapter voorzien is van een lampje, moet u controleren of het
lampje brandt.
Sluit de computer direct op een stopcontact aan Verwijder alle stroombeveiligingsvoorzieningen, aansluitpanelen en verlengsnoeren en ga na of de
computer zonder deze hulpmiddelen kan worden aangezet.
Verwijder mogelijke storingsbronnen Zet ventilators, fluorescerende lichten, halogeenlampen en andere apparaten in de nabijheid van de computer uit.
Wijzig de energie-eigenschappen Raadpleeg De energiebeheerinstellingen configureren.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: De werkduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan bieden) wordt met de tijd minder. Afhankelijk van de
frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe
batterij moet aanschaffen.
Breng de geheugenmodules opnieuw aan Als het stroomlampje van de computer oplicht maar het beeldscherm leeg blijft, moet u de geheugenmodules
opnieuw installeren (zie Geheugen).
Voldoende stroomvoorziening voor uw computer garanderen
Uw computer is ontworpen voor gebruik met een 65W of 90W netadapter. Voor een optimale systeemprestatie moet u echter altijd gebruikmaken van een 90
W-adapter.
Als u minder krachtige netadapters gebruikt, met inbegrip van de 65 W netadapter, zal er een WAARSCHUWING op het beeldscherm verschijnen.
Opmerkingen over het stroomverbruik in de gekoppelde modus
Als gevolg van het extra stroomverbruik wanneer een computer aan het Dell D/Dock is gekoppeld, is het niet mogelijk om louter op batterijstroom met de
computer te werken. Controleer of de netadapter is aangesloten op de computer wanneer de computer is gekoppeld met het Dell D/Dock.
De computer koppelen terwijl deze aan staat
Als een computer is gekoppeld aan de Dell D/Dock of Dell D/Port terwijl de computer aan staat, zal de aanwezigheid van het docking-apparaat worden
genegeerd totdat de netadapter op de computer is aangesloten.
Verlies van wisselstroom terwijl de computer is gekoppeld
A;s de computer wisselstroom verliest terwijl deze is gekoppeld aan de Dell D/Dock of Dell D/Port, zal de computer automatisch in een laagpresterende modus
gaan.
Problemen met de printer
Vul terwijl u de tests uitvoert de diagnostische checklist (zie Diagnostische checklist) in.
Controleer of de printer aan staat
Controleer de printeraansluitingen
l Raadpleeg de documentatie voor de printer voor informatie over kabelaansluitingen.
l Controleer of de printerkabels stevig op de printer en computer zijn aangesloten.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Controleer of de printer door Windows wordt herkend
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Geïnstalleerdeprintersoffaxprintersweergeven.
2. Als de printer in de lijst wordt vermeld, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram voor de printer.
3. Klik op Eigenschappen® Poorten. Controleer in het geval van een parallelle printer of de optie Print naar de volgende poort(en): is ingesteld op LPT1
(Printer-poort). Controleer in het geval van een USB-printer of de optie Print to the following port(s): (Print naar de volgende poort(en):) is ingesteld
op USB.
Installeer het stuurprogramma voor de printer opnieuw Raadpleeg de printerdocumentatie voor instructies.
Problemen met de scanner
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Neem voor technische ondersteuning voor de printer contact op met de fabrikant van de printer.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
Raadpleeg de documentatie voor de scanner Raadpleeg de documentatie voor de scanner voor informatie op het gebied van instellingen en
probleemoplossing.
Ontgrendel de scanner Controleer of de scanner is ontgrendeld als deze is voorzien van een vergrendelingslipje of -knop.
Start de computer opnieuw en kijk of de scanner naar behoren werkt.
Controleer de kabelaansluitingen
l Raadpleeg de documentatie voor de scanner voor informatie over kabelaansluitingen.
l Controleer of de kabels van de scanner goed zijn aangesloten op de scanner en computer.
Controleer of de scanner door Microsoft Windows wordt herkend
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Scanners en camera's.
Als de scanner in de lijst wordt vermeld, herkent Windows uw scanner.
Installeer het stuurprogramma van de scanner opnieuw Raadpleeg voor instructies de documentatie voor de scanner.
Problemen met het geluid en de speakers
Vul terwijl u deze controles uitvoert de diagnostische checklist in (zie Diagnostische checklist).
Er komt geen geluid uit de ingebouwde speakers
Stel het Windows-volume bij Dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechts onderin het scherm. Zorg ervoor dat het volume is ingeschakeld en het geluid
niet wordt gedempt. Stel het volume-, bas- of treble-niveau bij om mogelijke storingen op te heffen.
Installeer het stuurprogramma voor het geluid (de audio) opnieuw Zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren.
No sound from external speakers
Controleer of de subwoofer en de speakers aan staan Raadpleeg het instellingsdiagram dat met de speakers werd meegeleverd. Als de speakers zijn
uitgerust met een volumeregeling, moet u het volume-, bas- of treble-niveau regelen om mogelijke storingen op te heffen.
Het Windows-volume bijstellen Klik op dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechts onderin het scherm. Zorg ervoor dat het volume is ingeschakeld en
het geluid niet wordt gedempt.
Haal de koptelefoon uit de koptelefooningang Het geluid van de speakers wordt automatisch gedeactiveerd wanneer een koptelefoon wordt aangesloten
op koptelefooningang aan de voorzijde van de computer.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Verwijder mogelijke storingsbronnen Zet ventilators, fluorescerende lichten of halogeenlampen in de nabijheid van de computer uit om te kijken of
daarmee mogelijke storingen worden opgeheven.
OPMERKING: Neem voor technische ondersteuning voor de scanner contact op met de fabrikant.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
Installeer het stuurprogramma voor het geluid (de audio) opnieuw Zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren.
Voer de Dell-diagnostiek uit Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Er komt geen geluid uit de koptelefoon
Controleer de kabelaansluiting van de koptelefoon Controleer of de kabel van de koptelefoon goed is aangebracht op de ingang voor de koptelefoon.
Stel het Windows-volume bij Klik of dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechts onderin het scherm. Zorg ervoor dat het volume is ingeschakeld en het
geluid niet wordt gedempt.
Problemen met de touch pad of muis
Controleer de instellingen van de touch pad
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Muis.
2. Probeer de instellingen aan te passen.
Controleer de muiskabel Sluit de computer af. Haal de muiskabel uit de ingang en controleer de kabel op schade. Als u geen tekenen van schade aantreft,
brengt u de stekker van de muis weer stevig aan op de muisingang.
Als u gebruikmaakt van een verlengsnoer voor de muis, moet u deze kabel verwijderen en de muis direct op de computer aansluiten.
Om te controleren of het probleem bij de muis ligt, controleert u of het touchpad werkt
1. Sluit de computer af.
2. Ontkoppel de muis van de computer.
3. Zet de computer aan.
4. Beweeg op het bureaublad van Windows de cursor met behulp van de touchpad, selecteer een pictogram en open het.
Als de touchpad naar behoren werkt, is de muis mogelijk defect.
Controleer de instellingen van het systeem-setup-programma Controleer of het systeem-setup-programma het juiste apparaat vermeldt bij de optie voor
het aanwijsapparaat. (De computer kan USB-muizen direct herkennen zonder de instellingen te wijzigen.) Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik
van het systeem-setup-programma Systeem-setup-programma.
Test de muiscontroller Om de muiscontroller (die van invloed is op de bewegingen van de aanwijzer) en de werking van de touchpad- of muisknoppen te
testen, voert u de Mouse (Muis)-test uit in de testgroep Pointing Devices (Aanwijsapparaten) in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek)).
Installeer het stuurprogramma van de touchpad opnieuw Zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren.
Problemen met de grafische kaart en het beeldscherm
Vul tijdens het uitvoeren van deze controles de Diagnostics Checklist (diagnostische checklist) (zie Diagnostische checklist) in.
OPMERKING: De volumeregeling in sommige MP3-spelers kan de volume-instellingen van Windows ongedaan maken. Als u naar MP3-tracks hebt
geluisterd, moet u controleren of u het volume van de MP3-speler niet lager hebt gezet of hebt uitgezet.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
Als het beeldscherm leeg is
Controleer de batterij Als u gebruikmaakt van een batterij om uw computer van stroom te voorzien, is de batterij mogelijk leeg. Sluit de computer aan op
een stopcontact met behulp van een netadapter en zet de computer aan.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Controleer de netadapter Controleer of de netadapter goed is aangesloten. Als de netadapter is voorzien van een lampje, moet u controleren of het
lampje brandt.
Sluit de computer direct op een stopcontact aan Verwijder alle stroombeveiligingsvoorzieningen, aansluitpanelen en verlengsnoeren en ga na of de
computer zonder deze hulpmiddelen kan worden aangezet.
Wijzig de energie-eigenschappen Zoek op het trefwoord standby in het Windows Help and Support Center (zie Windows Help en Support Center).
Het videobeeld wisselen Als uw computer is verbonden met een externe monitor, drukt u op <Fn><F8> om het videobeeld naar het beeldscherm over te
schakelen.
Als het beeldscherm moeilijk leesbaar is
Stel de helderheid bij Druk op <Fn> en de pijl-omhoogtoets of pijl-omlaagtoets.
Plaats de externe subwoofer op een grotere afstand van de computer of monitor Als het externe speakersysteem is uitgerust met een subwoofer, moet
uervoorzorgendatdesubwooferzichtenminsteop60cmafstandvandecomputerofdeexternemonitorbevindt.
Eliminate possible interference Zet ventilators, fluorescerende lichten, halogeenlampen en andere apparaten in de nabijheid van de computer uit.
Draad de computer in een andere richting Zorg dat er geen intens zonlicht op het beeldscherm valt, omdat dit voor een slechte beeldkwaliteit kan zorgen.
Stel de Windows-instellingen voor het beeldscherm bij
1. Klik op Start® Configuratiepaneel® Weergave en thema's.
2. Klik in het gedeelte dat u wilt wijzigen of klik op het pictogram Beeldscherm.
3. Probeer verschillende instellingen voor de Kleurkwaliteit en de Beeldschermresolutie.
Voer de Video diagnostics-tests uit om de grafische kaart te testen Als er geen foutmelding wordt weergegeven en het probleem met de weergave
aanhoudt, maar het beeldscherm niet volledig leeg is, moet u de apparaatgroep Video uitvoeren in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek)). Neem vervolgens contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Zie "Foutmeldingen" Als er een foutmelding verschijnt, raadpleegt u Foutmeldingen.
Als slechts een gedeelte van het beeldscherm leesbaar is
Sluit een externe monitor aan
OPMERKING: Als u gebruikmaakt van een programma waarvoor een hogere resolutie is vereist dan de resolutie die door uw computer wordt
ondersteund, raden wij u aan om een externe monitor op uw computer aan te sluiten.
1. Zet de computer uit en sluit een externe monitor op de computer aan.
2. Zet de computer en monitor aan en stel de helderheid en het contrast van de monitor bij.
Als de externe monitor werkt, is het beeldscherm van de computer of de videocontroller mogelijk defect. Neem contact met Dell op (zie Contact opnemen met
Dell)
Terug naar inhoudspagina
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Dell Precision M65 Gebruikershandleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
Gebruikershandleiding