1. VOORDAT U BEGINT ................................... 2
1.1. BEDOELD GEBRUIK ..................................... 3
1.2. BEDOELDE GEBRUIKER ................................ 3
1.3. CONTRA-INDICATIES ................................... 3
1.4. ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN .......... 3
1.5. COMPATIBILITEIT ....................................... 4
2. INSTALLATIE ............................................... 5
2.1. MEEGELEVERDE APPARATUUR ...................... 5
2.2. STAPSGEWIJZE BOUWHANDLEIDING VAN HET
WAGENTJE ............................................................. 6
2.3. STAPSGEWIJZE INSTALLATIE VAN HET APPARAAT7
3. GEBRUIK VAN HET APPARAAT .................... 9
3.1. INTERFACES .............................................. 9
3.2. VOORBEREIDING VOORDAT U HET APPARAAT IN
GEBRUIK NEEMT ..................................................... 9
3.3. WATERTOEVOER ..................................... 10
3.4. OPSLAG ................................................. 12
4. REINIGING & DESINFECTIE ....................... 13
4.1. ALGEMENE REINIGING .............................. 13
4.2. REINIGEN & DESINFECTEREN VAN DE
WATERLEIDING ..................................................... 13
5. ONDERHOUD & PROBLEEMOPLOSSING .... 17
5.1. PROBLEEMOPLOSSING .............................. 17
5.2. VOOR CONTACT MET DE EMS SERVICE
ONDERSTEUNING .................................................. 17
6. DUURZAMHEID ........................................ 17
6.1. VERWIJDERING VAN DEFECTE ONDERDELEN ... 17
6.2. DUURZAAM DESIGN ................................. 17
7. GARANTIE ................................................ 18
8. TECHNISCHE BESCHRIJVING ..................... 18
8.1. SYMBOLEN ............................................. 18