Philips scd469 Handleiding

Categorie
Baby-videomonitors
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

117
Inleiding
Philips spant zich in om zorgzame, betrouwbare producten te maken die ouders de gerustheid
geven die ze nodig hebben. Deze babyfoon bestaat uit een ouderunit en een babyunit en biedt 24-
uurs ondersteuning door ervoor te zorgen dat u uw baby altijd duidelijk kunt horen.
Wanneer de units goed met elkaar in verbinding staan, kunt u uw baby horen waar u maar bent,
zowel in huis als in de tuin. Als u zich buiten het bereik van de gewone babyfoon bevindt, kunt u
deze aansluiten op uw (mobiele) telefoon.
Philips Baby Care: samen zorgen

A Babyunit
1 M-knop (geheugen)
2 CHANNEL-schuifknop (voor kanaalselectie)
3 SENSITIVITY-schuifknop (voor microfoongevoeligheid)
4 Knop voor nachtlampje
Q
5 Toetsenpaneel
PIN Druk op deze knop om een pincode in te voeren.
PRG (programmeerknop) Druk op deze knop om de programmeermodus te openen.
Ö Druk op deze knop om de gevoeligheidstijd in te stellen. Met deze knop kunt u tevens een
kiestoonpauze invoegen wanneer u een telefoonnummer invoert.
C (wisknop) Druk op deze knop om de laatste invoer te wissen.
6 Microfoon
7 POWER-knop (babyunit aan/uit)
8 Aan-lampje
9 Display
Ä unit in normale babyfoonmodus
Å unit in belmodus
É geeft de telefoonnummers aan die in het geheugen zijn opgeslagen (M1-M5)
Ñ geeft telefoonnummers aan
Ü unit niet/verkeerd aangesloten op het stopcontact of werkt op batterijen
Ç unit niet verbonden met telefoonnetwerk
Ö geeft aan dat er een niet-standaard gevoeligheidstijd is geprogrammeerd (de standaard
gevoeligheidstijd is 10 seconden)
á geeft aan dat er een pincode is geprogrammeerd
T geeft de batterijstatus aan. Wanneer het energieniveau van de batterij afneemt, wordt het
aantal getoonde segmenten kleiner. Als de batterijen leeg zijn en moeten worden vervangen,
begint het batterijsymbool te knipperen.
10 MODE-knop (voor belmodus/babyfoonmodus)
11 Klep toetsenpaneel
12 RESET-knop
13 Volumeregelaar
14 Toon/pulsknop
15 Luidspreker
16 Uitschuifbare en draaibare antenne
17 Aansluitopening telefoonlijn-uit
18 Aansluitopening telefoonlijn-in
19 Aansluitopening voor klein stekkertje
20 Klep van batterijvak
21 Adapter met klein stekkertje
Niet afgebeeld: telefoonkabel en stekker
B Ouderunit
1 Oplaadlampje
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
NEDERLANDS
2 Oplader
3 SYSTEM CHECK-lampje (voor systeemcontrole)
4 Luidspreker
5 Geluidsniveaulampjes
6 Antenne
7 Aan-lampje
8 Volumeregelaar met uitknop
9 CHANNEL-schuifknop (voor kanaalselectie)
10 Aansluitopening voor klein stekkertje
11 Aan/uitschakelaar systeemcontrolealarm
12 Batterijvak
13 Klep van batterijvak
14 Adapter met klein stekkertje
Belangrijk
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de
gebruiksaanwijzing om deze indien nodig te kunnen raadplegen.
Deze babyfoon is bedoeld als hulpmiddel. Het is geen vervanging voor verantwoordelijk en
degelijk toezicht door volwassenen en moet niet als zodanig worden gebruikt.
Controleer of het voltage aangegeven op de adapter overeenkomt met de plaatselijke
netspanning voordat u het apparaat aansluit.
Het apparaat is geschikt voor een netspanning tussen 220 en 240V.
Maak de behuizing van de babyunit en de ouderunit niet open, behalve de batterijvakken, om
elektrische schokken te voorkomen.
Als de adapter van de babyunit of ouderunit beschadigd is, zorg er dan voor dat deze altijd
wordt vervangen door een adapter van hetzelfde type om gevaar te voorkomen.
Als de oplader van de ouderunit beschadigd is, zorg er dan voor dat deze altijd wordt
vervangen door een oplader van hetzelfde type om gevaar te voorkomen.
Gebruik en bewaar het apparaat bij een temperatuur tussen 10°C en 40°C.
Stel de babyfoon niet bloot aan extreem hoge of lage temperaturen of direct zonlicht. (g. 2)
Zorg dat de babyunit en het snoer niet binnen het bereik van de baby komen (ten minste 1
meter verwijderd).
Plaats de babyunit niet in het bed of de box van de baby.
Gebruik de babyfoon niet in een vochtige omgeving of nabij water.
Dek de babyfoon niet af met een handdoek of deken.
Dompel geen enkel deel van de babyfoon in water of een andere vloeistof.
Plaats altijd batterijen van het goede type in de babyunit om het risico op explosies te
voorkomen.
Vervang het oplaadbare batterijpak van de ontvanger altijd door een batterijpak van het
goede type.
Gebruik alleen de bijgeleverde adapter om de babyunit aan te sluiten op netspanning.
Gebruik alleen de bijgeleverde lader om de ouderunit op te laden.
De adapters bevatten een transformator. Knip de adapters niet af om deze te vervangen
door een andere stekker, omdat dit een gevaarlijke situatie oplevert.
Omdat continue uitzending niet is toegestaan, hoort u uw baby alleen wanneer hij of zij
geluid maakt.
De antenne van de ouderunit is niet buigbaar. Trek niet aan de antenne en buig deze niet.
De antenne van de babyunit kan worden uitgetrokken en naar boven worden gericht.
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
NEDERLANDS118
Klaarmaken voor gebruik
Babyunit
De babyunit werkt op netspanning of op batterijen. Zelfs indien u van plan bent de babyunit op
netspanning te laten werken, raden we u aan batterijen te plaatsen. Hierdoor blijft het apparaat
werken wanneer de stroom uitvalt.
Gebruik op netspanning
1 Steek de kleine stekker in de aansluitopening van de babyunit en steek de adapter in een
stopcontact. (g. 3)
Gebruik op batterijen
De babyunit werkt op vier R6 1,5V AA-batterijen (niet bijgeleverd). We raden u sterk aan om
Philips LR6 PowerLife-batterijen te gebruiken.
Zorg ervoor dat uw handen en de babyunit droog zijn wanneer u de batterijen plaatst.
1 Draai de schroef van de klep van het batterijvak met een schroevendraaier los en verwijder
de klep. (g. 4)
2 Plaats vier 1,5V AA-batterijen.
Zorg ervoor dat de + en - polen van de batterijen in de juiste richting wijzen.
3 Plaats de klep van het batterijvak terug op het apparaat en draai de schroef met een
schroevendraaier vast. (g. 5)
Opmerking:Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Opmerking:Verwijder de batterijen als u de babyunit een maand of langer niet gaat gebruiken.
Opmerking:Als er batterijen in de babyunit zitten wanneer u deze op netspanning gebruikt, dient u de
batterijen elk half jaar op lekkage te controleren.
Opmerking:Als de batterijen bijna leeg zijn, gaan het batterijsymbool à op het display en het aan-
lampje knipperen. Zijn de batterijen leeg, dan gaan het aan-lampje en het display niet aan.
Ouderunit
De ouderunit heeft een oplaadbaar batterijpak en kan in de oplader worden opgeladen. Als het
batterijpak volledig is opgeladen, kunt u de ouderunit maximaal 12 uur draadloos gebruiken.
1 Steek de kleine stekker in de aansluitopening van de oplader en steek de adapter in een
stopcontact. (g. 6)
2 Plaats de ouderunit in de oplader. (g. 7)
De oplaadlampjes branden rood.
3 Laat de ouderunit in de oplader staan totdat het batterijpak volledig is opgeladen.
Het duurt minimaal 14 uur om het batterijpak volledig op te laden.
De oplaadlampjes branden rood zolang de ouderunit in de oplader staat, zelfs als het batterijpak
volledig is opgeladen.
Opmerking:Als het batterijpak bijna leeg is, knipperen het aan-lampje en het SYSTEM CHECK-lampje.
Als het aan-lampje en het SYSTEM CHECK-lampje helemaal niet gaan branden, is het batterijpak leeg.
Opmerking:U kunt de ouderunit ook in de oplader laten staan om deze op netspanning te gebruiken.
,
,
-
-
NEDERLANDS 119
Klaarmaken voor belmodus
Babyunit
1 Volg de bovenstaande instructies om de babyunit klaar te maken voor gebruik op
netspanning.
2 Steek een van de connectors van de bijgeleverde telefoonkabel in de juiste telefoonstekker.
Steek de stekker in de telefooncontactdoos.
3 Steek de andere connector van de telefoonkabel in de aansluitopening telefoonlijn-in van de
babyunit. (g. 8)
Als u wilt dat uw telefoon gewoon werkt wanneer de babyunit in de belmodus staat, steek dan
de kabel van de telefoon in aansluitopening telefoonlijn-uit van de babyunit.
4 Druk op de toon/pulsknop om toon- of pulsbellen te selecteren. (g. 9)
Opmerking:Selecteer altijd toonbellen tenzij uw telefoon met pulsbellen werkt of als uw
telefoonmaatschappij alleen pulsbellen ondersteunt.
TipDe meeste oudere telefoons met draaischijf maken gebruik van pulsbellen, terwijl de meeste
druktoetstelefoons gebruik maken van toonbellen.
Programmeren voor belmodus met Snelinstallatie
Wanneer u de babyunit inschakelt, knippert M1 op het display. Dit geeft aan dat de babyunit zich in
de Snelinstallatiemodus bevindt. Hiermee kunt u de babyunit snel in de belmodus zetten zonder
voorprogrammeren.
1 Voer een telefoonnummer in en druk op OK om het te bevestigen. (g. 10)
Opmerking:Druk op de Ö knop om een kiestoonpauze in het telefoonnummer in te voegen. Op het
display wordt de pauze met een P aangegeven.
Het ingevoerde telefoonnummer wordt opgeslagen in M1.
PIN en ---- beginnen op het display te knipperen.
2 Voer een 4-cijferige pincode in en druk op OK om deze te bevestigen.
Ö en 10 (standaard gevoeligheidstijd) beginnen op het display te knipperen.
3 Stel de gevoeligheidstijd in en druk op OK om deze te bevestigen.
De gevoeligheidstijd is de tijd waarna de babyunit het geselecteerde telefoonnummer belt
wanneer er geluid wordt waargenomen.
U kunt een gevoeligheidstijd instellen van 10 tot 360 seconden. De standaard gevoeligheidstijd is
10 seconden.
Opmerking:Als u niet binnen 5 seconden op een andere knop drukt, keert de babyunit weer terug naar
de normale babyfoonmodus.
Opmerking:Om alle instellingen te annuleren en terug te gaan naar de Snelinstallatiemodus, houdt u de
RESET-knop langer dan 5 seconden ingedrukt.
Programmeren voor belmodus met de PRG-knop
1 Druk op PRG (programmeren) op het toetsenpaneel om de programmeermodus te openen.
(g. 11)
Gebruik de toetsen op het toetsenpaneel om instellingen in te voeren of te wijzigen.
Druk op OK op het toetsenpaneel om de instellingen te bevestigen.
Om het laatst ingevoerde cijfer te wissen, drukt u op de C-knop op het toetsenpaneel.
Opmerking:Als u niet binnen 5 seconden op een knop drukt, wordt de programmeermodus op de
babyunit uitgeschakeld.
-
,
,
,
-
-
-
-
-
NEDERLANDS120
2 Druk eenmaal of meerdere keren op de M-knop (geheugen) om een lege locatie in het
geheugen te zoeken. (g. 12)
Het geheugenicoon (M1-M5) knippert als een geheugenlocatie vrij is.
Voer het gewenste telefoonnummer met het numerieke toetsenpaneel in. Het nummer mag uit
maximaal 40 cijfers bestaan.
Het geheugenicoon houdt op met knipperen.
Op het display wordt het telefoonnummer kort weergegeven (slechts 11 cijfers).
Het nummer verdwijnt vervolgens van het display, maar het geheugenicoon blijft zichtbaar.
Het nummer wordt opgeslagen in het geheugen van de babyunit.
Herhaal bovenstaande stappen om andere telefoonnummers op te slaan.
Opmerking:Druk op de Ö knop om een kiestoonpauze in het telefoonnummer in te voegen. Op het
display wordt de pauze met een P aangegeven.
3 Kies de taal van het display.
Druk op OK en het nummer van de taal die u voor de babyunit wilt gebruiken.
Opmerking:De beschikbare talen zijn Engels (1), Frans (2), Duits (3), Spaans (4) of Nederlands (5).
Engels is de standaardtaal.
Druk op OK om uw keuze te bevestigen.
Wanneer u de babyunit belt om naar uw baby te luisteren, wordt u in de door u geselecteerde taal
gevraagd de pincode in te voeren.
4 Druk op PIN op het toetsenpaneel.
PIN en ---- beginnen op het display te knipperen.
Voer een 4-cijferige pincode in met het numerieke toetsenpaneel.
Druk op OK op het toetsenpaneel om de instelling te bevestigen.
5 Druk op de Ö knop om de gevoeligheidstijd in te stellen.
Öen 10 beginnen op het display te knipperen.
De gevoeligheidstijd is de tijd waarna de babyunit het geselecteerde telefoonnummer belt
wanneer er geluid wordt waargenomen.
U kunt een gevoeligheidstijd instellen van 10 tot 360 seconden. De standaard gevoeligheidstijd is
10 seconden.
Druk op OK om de instelling te bevestigen.
De babyunit is nu klaar voor gebruik in belmodus.
Het apparaat gebruiken
Normale babyfoonmodus
1 Plaats de ouderunit en de babyunit in dezelfde ruimte om de verbinding te testen. (g. 13)
Zorg dat de beide units ten minste 1 meter uit elkaar staan.
2 Druk op POWER om de babyunit in te schakelen. (g. 14)
Het display licht op en het aan-lampje brandt groen.
Na enkele seconden begint M1 op het display te knipperen. De babyunit bevindt zich nu in
Snelinstallatiemodus.
Als u de babyunit wilt klaarmaken voor gebruik in belmodus zonder te programmeren, volg dan
stappen 1 tot en met 4 in ‘Programmeren voor belmodus met Snelinstallatie’.
Als u de babyunit wilt klaarmaken voor gebruik als gewone babyfoon, kunt u de
Snelinstallatiemodus overslaan (zie stap 3 hieronder).
3 Wacht 5 seconden of druk enkele keren op OK om de modus Snelle installatie over te slaan.
(g. 10)
4 Kies met behulp van de MODE-knop de gewone babyfoonmodus Ä. (g. 15)
,
-
,
,
,
-
-
-
,
-
-
,
-
-
-
,
,
-
-
NEDERLANDS 121
5 Schuif de antenne uit en draai deze naar boven voor een goede ontvangst.
6 Draai de volumeknop van de ouderunit naar een volumestand om de ouderunit in te
schakelen. (g. 16)
Het SYSTEM CHECK-lampje begint groen te branden zodra er verbinding is tussen de twee
units.
Opmerking:Het duurt ongeveer 30 seconden voordat de verbinding tot stand is gebracht.
7 Zorg dat de babyunit ten minste 1 meter van uw baby verwijderd is. (g. 17)
8 Plaats de ouderunit binnen het bereik van de babyunit. Zorg dat de babyunit ten minste 1
meter van de ouderunit verwijderd is. (g. 18)
Zie ‘Bereik’ hieronder voor meer informatie over het bereik.
Bereik
Het bereik van de babyfoon is 200 meter in de open lucht. Dit bereik kan, afhankelijk van de
omgeving en andere storingsfactoren, kleiner zijn. Binnenshuis is het bereik maximaal 50 meter.
Droge materialen Dikte van het materiaal Vermindering bereik
Hout, pleisterwerk, karton, glas
(zonder metaal, draden of leidingen)
< 30 cm 0-10%
Steen, triplex < 30 cm 5-35%
Gewapend beton < 30 cm 30-100%
Metalen roosters of stangen < 1 cm 90-100%
Metaal- of aluminiumplaten < 1 cm 100%
Voor natte en vochtige materialen kan het verlies van het bereik oplopen tot 100%.
Functies in normale babyfoonmodus
Kanaalselectie
Zorg dat de CHANNEL-schuifknoppen van beide units op dezelfde stand staan. U kunt vier
verschillende kanalen selecteren. Ondervindt u storing van andere babyfoons, radioapparatuur enz.,
kies dan een ander kanaal.
1 Schuif de CHANNEL-schuifknop op de babyunit naar het gewenste kanaal (1, 2, 3 of 4). (g.
19)
2 Schuif de CHANNEL-schuifknop op de ouderunit naar hetzelfde kanaal. (g. 20)
Gevoeligheid microfoon
Met behulp van de SENSITIVITY-schuifknop voor de microfoon op de babyunit kunt u het gewenste
niveau instellen voor het geluid dat door de microfoon moet worden opgemerkt: laag, middel of
hoog. Als de microfoongevoeligheid op ‘hoog’ staat, worden alle geluiden door de babyunit
opgemerkt. U kunt de microfoongevoeligheid alleen veranderen als er verbinding is tussen de
babyunit en de ouderunit. Dit is het geval als het SYSTEM CHECK-lampje op de ouderunit continu
groen brandt.
1 Verschuif de SENSITIVITY-schuifknop om de microfoongevoeligheid van de babyunit op het
gewenste niveau in te stellen. (g. 21)
U kunt uw eigen stem gebruiken om de microfoongevoeligheid te testen.
Stille babyfoon
1 Draai de volumeregelaar van de ouderunit naar het laagste niveau £. (g. 22)
,
NEDERLANDS122
Pas op dat u de ouderunit niet volledig uitschakelt door de volumeregelaar naar de uit-positie te
draaien.
De geluidsniveaulampjes op de ouderunit geven een visuele waarschuwing bij elk geluid dat
de baby maakt. Hoe harder het geluid, hoe meer lampjes gaan branden.
Als er geen geluid wordt waargenomen, zijn alle geluidsniveaulampjes uit.
Systeemcontrolealarm
De standaardinstelling van het systeemcontrolealarm is ‘uit’ ?. Wanneer het systeemcontrolealarm is
ingesteld op ‘aan’, piept de ouderunit en knippert het SYSTEM CHECK-lampje rood wanner de
verbinding met de babyunit is verbroken.
1 Draai de vergrendelknop aan de onderzijde van de ouderunit een kwartslag (1) met een
schroevendraaier. Schuif vervolgens de klep van het batterijvak omlaag om deze te
verwijderen (2). (g. 23)
2 Zet de schakelaar van het systeemcontrolealarm in het batterijvak op ‘aan’ >. (g. 24)
3 Schuif de klep van het batterijvak terug op de ouderunit (1). Draai vervolgens de
vergrendelknop met een schroevendraaier een kwartslag om de klep vast te maken (2). (g.
25)
Opmerking:Bij de standaardinstelling knippert het SYSTEM CHECK-lampje alleen rood als de verbinding
is verbroken.
Nachtlampje
1 Druk op de knop voor het nachtlampje Q om het nachtlampje in of uit te schakelen. (g. 26)
Schakel het nachtlampje uit als de babyunit op batterijen werkt om energie te besparen.
Belmodus
In deze modus belt de babyunit een voorgeprogrammeerd telefoonnummer als een geluid wordt
waargenomen. U kunt tevens het telefoonnummer bellen waarop de babyunit is aangesloten om
even naar uw baby te luisteren.
De babyfoon in belmodus zetten
1 Schakel de babyunit en de ouderunit in.
2 Controleer of:
de bijgeleverde telefoonkabel op de aansluitopening telefoonlijn-in van de babyunit is
aangesloten.
ten minste één telefoonnummer is opgeslagen in het geheugen van de babyunit.
3 Druk op de MODE-knop van de babyunit om de unit in belmodus te zetten. (g. 15)
Opmerking:Als Ç op het display gaat branden, is er geen verbinding met het telefoonnetwerk. Maak
verbinding met het telefoonnetwerk aan de hand van de stappen in ‘Klaarmaken voor belmodus’.
4 Druk op de M-knop (geheugen) om het telefoonnummer te kiezen. (g. 12)
Hebt u Snelinstallatie gebruikt om een telefoonnummer in het geheugen op te slaan, druk dan
op M1.
Hebt u de babyunit met de PRG-knop geprogrammeerd, kies dan een van de telefoonnummers
die in het geheugen zijn opgeslagen (M1-M5).
5 Schuif de SENSITIVITY-schuifknop naar het gewenste gevoeligheidsniveau van de microfoon.
(g. 21)
Zie ‘Gevoeligheid microfoon’ voor instructies voor het instellen van de microfoongevoeligheid
van de babyunit.
,
-
-
-
-
-
NEDERLANDS 123
TipWe raden u aan om de belfunctie te testen voordat u vertrekt door een geluid nabij de babyunit te
maken. Dit is natuurlijk het eenvoudigst wanneer u uw mobiele telefoonnummer hebt geprogrammeerd.
Een oproep van de babyfoon beantwoorden
Als de babyunit geluid waarneemt, belt deze na de vooraf ingestelde gevoeligheidstijd het
voorgeprogrammeerde telefoonnummer. Indien de oproep niet wordt beantwoord, belt de babyunit
na 1 minuut weer naar het telefoonnummer.
1 Beantwoord de telefoon om naar uw baby te luisteren.
2 Druk op de #-knop van de telefoon om tegen uw baby te praten.
Na 3 minuten verbreekt de babyunit de verbinding.
3 Druk op de *-knop van de telefoon of hang op om zelf de verbinding te verbreken.
Als de babyunit weer geluid waarneemt, dan belt deze het voorgeprogrammeerde telefoonnummer
opnieuw.
De babyfoon bellen om naar uw baby te luisteren
Opmerking:Gebruik een telefoon met druktoetsen die geschikt is voor toonbellen om de babyunit te
bellen. Deze functie werkt niet bij pulstelefoons en telefoons met een draaischijf.
1 Bel het nummer van de telefoonlijn waarop de babyunit is aangesloten.
Nadat de telefoon 3 keer is overgegaan, wordt de babyunit geactiveerd en moet u uw
pincode invoeren.
2 Voer uw pincode in met de nummertoetsen van de telefoon.
U kunt nu naar uw baby luisteren.
Opmerking:Wanneer u drie keer een foutieve pincode invoert, wordt de verbinding met de babyunit
verbroken.
3 Druk op de #-knop van de telefoon om tegen uw baby te praten.
Na 3 minuten verbreekt de babyunit de verbinding.
4 Druk op de *-knop van de telefoon of hang op om zelf de verbinding te verbreken.
Telefoonnummers uit het geheugen wissen
Wanneer het geheugen vol is of als een opgeslagen telefoonnummer niet meer correct of nodig is,
kunt u telefoonnummers volgens de onderstaande procedure uit het geheugen van de babyunit
wissen.
1 Druk op de M-knop (geheugen). (g. 12)
Op het display begint M1 te knipperen en het bijbehorende telefoonnummer verschijnt.
2 Druk op de M-knop (geheugen) totdat het telefoonnummer dat u wilt wissen op het display
verschijnt.
3 Druk op 0.
4 Druk kort op C (wissen) op het toetsenpaneel. (g. 11)
Het geheugenicoon (M1-M5) begint te knipperen en 0 verschijnt op het display. Het
telefoonnummer is gewist en de geheugenlocatie is weer vrij.
5 Herhaal bovenstaande stappen om andere telefoonnummers te wissen.
Opmerking:Om alle telefoonnummers in één keer te wissen, drukt u op de RESET-knop. Alle andere
instellingen worden eveneens gewist. Zie ‘De babyunit resetten’.
De gevoeligheidstijd wijzigen
1 Druk op PRG voor de programmeermodus.
-
,
,
-
,
,
NEDERLANDS124
2 Druk op de Ö knop.
Ö en 10 beginnen op het display te knipperen.
3 Voer een nieuwe gevoeligheidstijd van 10 tot 360 in met het numerieke toetsenpaneel.
4 Druk op OK om de instelling te bevestigen.
De babyunit resetten
Opmerking:Als u op RESET drukt, worden alle instellingen uit het geheugen van de babyunit gewist.
1 Houd RESET gedurende 5 seconden ingedrukt.
U hoort ter bevestiging een kort piepje.
Wanneer u twee piepjes hoort, is de babyunit gereset naar de standaardinstellingen.
Na enkele seconden begint M1 op het display te knipperen. De babyunit bevindt zich nu in
Snelinstallatiemodus.
2 Voer indien gewenst nieuwe instellingen in.
Schoonmaken en onderhoud
1
Maak de babyfoon schoon met een vochtige doek.
Dompel de ouderunit en de babyunit niet in water en maak ze niet schoon onder de kraan.
Vervangen
Ouderunit
Als het batterijpak van de ouderunit vaker dan gebruikelijk moet worden opgeladen, moet u het
door een nieuwe vervangen. Een nieuw oplaadbaar batterijpak is verkrijgbaar bij de winkel waar u
de babyfoon hebt aangeschaft.
Opmerking:Vervang het batterijpak altijd door een batterijpak van hetzelfde type: SBC EB4880, 4,8V,
800 mAh.
1 Draai de vergrendelknop aan de onderzijde een kwartslag (1) en schuif vervolgens de klep
van het batterijvak omlaag en om deze te verwijderen (2). (g. 22)
2 Verwijder het oude batterijpak uit het batterijvak en trek de connector van het oude
batterijpak uit het aansluitpunt.
3 Steek de connector van het nieuwe batterijpak in het aansluitpunt en plaats het nieuwe
batterijpak in het batterijvak.
4 Schuif de klep van het batterijvak terug op de ouderunit (1). Draai vervolgens de
vergrendelknop een kwartslag om de klep vast te maken (2).
TipVerwijder het batterijpak uit het batterijvak als u de babyfoon gedurende langere tijd niet gebruikt om
de levensduur van het batterijpak te verlengen.
Babyunit
Wanneer het aan-lampje knippert en het ‘batterij leeg’-symbool op het display verschijnt, moet u de
batterijen vervangen.
1 Draai de schroef van de klep van het batterijvak met een schroevendraaier los en verwijder
de klep.
2 Verwijder de oude batterijen uit het batterijvak.
3 Plaats vier nieuwe 1,5V AA-batterijen.
Opmerking:Zorg ervoor dat de + en - polen van de batterijen in de juiste richting wijzen.
,
,
,
,
NEDERLANDS 125
4 Plaats de klep van het batterijvak terug op de babyunit en draai de schroef met een
schroevendraaier vast.
Milieu
Gooi het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet weg met het normale huisvuil, maar
lever het in op een door de overheid aangewezen inzamelpunt om het te laten recyclen. Op
die manier levert u een bijdrage aan een schonere leefomgeving. (g. 27)
Batterijen bevatten stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu. Gooi lege batterijen
niet weg met het gewone huisvuil, maar lever deze in bij een ofcieel aangewezen
inzamelpunt. Verwijder de batterijen altijd voordat u het apparaat afdankt en inlevert op een
ofcieel aangewezen inzamelpunt.
Garantie en service
Als u informatie nodig hebt of als u een probleem hebt, bezoek dan de Philips-website
www.philips.com, of neem contact op met het Philips Customer Care Centre in uw land (u vindt
het telefoonnummer in het ‘worldwide guarantee’-vouwblad). Als er geen Customer Care Centre in
uw land is, gaat u naar uw Philips-dealer of neemt u contact op met de afdeling Service van Philips
Domestic Appliances and Personal Care BV.
Veelgestelde vragen
Vraag Antwoord
Waarom heeft de babyfoon
een kleiner bereik dan het
bereik van 200 meter dat in
het hoofdstuk ‘Bereik’ staat?
Het opgegeven bereik is alleen geldig buitenshuis en in de open
lucht. Binnenshuis wordt het bereik beperkt door het aantal en het
soort muren en/of plafonds tussen de babyunit en de ouderunit.
Het maximale bereik binnenshuis is 50 meter.
Waarom valt de verbinding
nu en dan weg?
De ouderunit zit waarschijnlijk op de rand van het bereik. Plaats
de ouderunit dichter bij de babyunit in een omgeving met een
betere ontvangst. Het duurt ongeveer 30 seconden voordat de
verbinding is hersteld als u een of beide unit(s) verplaatst.
Wat gebeurt er als de
stroom uitvalt?
Hebt u batterijen in de babyunit geplaatst, dan schakelt de
babyunit over op batterijen. Als het batterijpak van de ouderunit
voldoende is opgeladen, gaat de ouderunit werken op het
batterijpak.
Waarom werkt de ouderunit
niet terwijl deze wel in de
oplader is geplaatst?
Wanneer het oplaadbare batterijpak van de ouderunit bijna leeg is,
moet u de ouderunit gedurende maximaal 20 minuten opladen
voordat u deze kunt laten werken op netspanning.
Waarom kan ik de ouderunit
niet 12 uur lang draadloos
gebruiken met een volledig
opgeladen nieuw batterijpak?
U moet het nieuwe batterijpak drie keer opladen en ontladen
voordat deze de volledige capaciteit bereikt.
Waarom werkt de ouderunit
minder dan 12 uur terwijl
het batterijpak wel volledig is
opgeladen?
Misschien is het volume te hoog gezet. Bij een hoge
volumeinstelling verbruikt de ouderunit meer stroom. Zet het
volume lager.
,
,
NEDERLANDS126
Vraag Antwoord
Wanneer het oplaadbare batterijpak al geruime tijd meegaat,
neemt de capaciteit langzaam af. Als dit gebeurt, vermindert de
gebruiksduur van het volgeladen batterijpak.
Als u de ouderunit na lange tijd weer gaat gebruiken, kan de
batterijlading zijn verminderd. Plaats de ouderunit in de oplader
om het batterijpak opnieuw op te laden.
Waarom gaan het aan-
lampje en het display van de
babyunit niet aan als ik op
POWER druk?
De batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen.
U hebt de babyunit niet op netspanning aangesloten. Steek de
kleine stekker in de aansluitopening van de babyunit en steek de
adapter in een stopcontact.
Waarom is het ‘batterij leeg’-
symbool verlicht op het
display van de babyunit en
waarom knippert het aan-
lampje?
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de batterijen.
Waarom raken de batterijen
van de babyunit zo snel leeg?
Misschien hebt u de microfoongevoeligheid te hoog gezet. Zet de
microfoongevoeligheid lager.
Het volume staat te hoog. Zet het volume lager.
Waarom gaan het aan-
lampje en het SYSTEM
CHECK-lampje van de
ouderunit niet aan als ik aan
de volumeregelaar draai om
de ouderunit in te schakelen?
Het batterijpak is leeg. Laad het batterijpak op.
Het oplaadbare batterijpak heeft het einde van zijn levensduur
bereikt. Vervang het batterijpak.
Ik wil de ouderunit op
netspanning gebruiken, maar
het aan-lampje en het
SYSTEM CHECK-lampje
gaan niet aan als ik de
ouderunit in de oplader
plaats. Hoe komt dit?
Misschien bent u vergeten om de oplader op netspanning aan te
sluiten. Sluit de oplader aan op netspanning. Als het batterijpak
helemaal leeg is, moet u de ouderunit 20 minuten opladen
voordat u deze op netspanning kunt gebruiken.
Waarom piept de ouderunit? Dit geeft aan dat de units niet in elkaars bereik staan. Plaats de
ouderunit dichter bij de babyunit.
Mogelijk zijn de batterijen van de babyunit bijna leeg. Vervang de
batterijen.
Het oplaadbare batterijpak van de ouderunit is bijna leeg. Laad het
batterijpak op.
De ouderunit kan geen verbinding maken met de babyunit, terwijl
deze wel dicht bij elkaar staan. Reset de babyunit.
NEDERLANDS 127
Vraag Antwoord
De babyunit is niet ingeschakeld. Druk op POWER op de babyunit
om deze in te schakelen.
Waarom knippert het
SYSTEM CHECK-lampje op
de babyunit rood?
Dit geeft aan dat de units niet in elkaars bereik staan. Plaats de
ouderunit dichter bij de babyunit.
De batterijen van de babyunit zijn bijna leeg. Vervang de batterijen.
Het oplaadbare batterijpak van de ouderunit is bijna leeg. Laad het
batterijpak op. Als dit niet werkt, moet u het batterijpak vervangen.
De ouderunit kan geen verbinding maken met de babyunit, terwijl
deze wel dicht bij elkaar staan. Reset de babyunit.
De babyunit is niet ingeschakeld. Druk op POWER op de babyunit
om deze in te schakelen.
Waarom wordt het
batterijpak van de ouderunit
niet opgeladen?
De oplader is mogelijk niet goed op netspanning aangesloten.
Steek de kleine stekker in de oplader en steek de adapter in het
stopcontact.
Als het batterijpak niet wordt opgeladen hoewel de oplader wel
goed op netspanning is aangesloten, heeft het batterijpak het eind
van de levensduur bereikt. Vervang het batterijpak.
Waarom duurt het opladen
van het batterijpak van de
ouderunit veel langer dan 14
uur?
Tijdens het opladen was de ouderunit ingeschakeld op
netspanning. Schakel de ouderunit tijdens het opladen uit om een
langere laadtijd dan normaal te voorkomen.
Waarom gaat de
gebruiksduur van het
oplaadbare batterijpak
steeds verder achteruit na
iedere oplaadcyclus?
Het oplaadbare batterijpak nadert het eind van de levensduur en
moet binnenkort worden vervangen. De levensduur van het
batterijpak neemt ook af wanneer u de ouderunit voortdurend in
de op netspanning aangesloten oplader laat staan.
Waarom reageert de
ouderunit te langzaam op
geluiden van de baby?
De microfoongevoeligheid van de babyunit staat te laag. Zet de
gevoeligheid op een hogere stand.
Plaats de babyunit dichter bij de baby. Zorg dat de babyunit ten
minste 1 meter van uw baby verwijderd is.
Waarom reageert de
ouderunit te snel op
omgevingsgeluid?
De microfoongevoeligheid van de babyunit staat te laag. Zet de
gevoeligheid op een hogere stand.
Plaats de babyunit dichter bij de baby. Zorg dat de babyunit ten
minste 1 meter van uw baby verwijderd is.
Waarom hoor ik geen geluid
van de ouderunit?
De ouderunit staat op een ander kanaal dan de babyunit. Zet
beide units op hetzelfde kanaal.
De babyunit is niet ingeschakeld. Druk op POWER op de babyunit
om deze in te schakelen.
NEDERLANDS128
Vraag Antwoord
De microfoongevoeligheid van de babyunit staat te laag. Zet de
gevoeligheid op een hogere stand.
Het volume van de ouderunit staat te laag. Zet het volume hoger.
Waarom maakt de
ouderunit een snerpend/
hoog geluid?
De ouderunit staat te dicht bij de babyunit. Zorg dat de ouderunit
ten minste 1 meter van de babyunit verwijderd is.
Is het probleem hiermee niet verholpen, dan staat het volume te
hoog. Draai de volumeregelaar naar een lager volume.
Waarom hoor ik storing op
de ouderunit?
De ouderunit is mogelijk buiten het bereik van de babyunit. Plaats
de ouderunit dichter bij de babyunit.
De babyunit of de ouderunit bevindt zich mogelijk te dicht bij een
mobiele of draadloze telefoon, radio of televisie. Plaats de unit uit
de buurt van de storingsbron.
Waarom vangt de ouderunit
signalen op van een andere
babyfoon?
De babyfoon staat op hetzelfde kanaal als een andere babyfoon in
de buurt. Zet beide units op een ander kanaal. Zorg dat beide
units op hetzelfde kanaal staan.
Waarom schakelt de
babyunit niet over op de
belmodus?
Als op het display Ç verschijnt, hebt u de telefoonkabel niet goed
aangesloten of niet op de juiste aansluitopening aangesloten. Sluit
de kabel goed aan. Als de babyunit goed op de telefoonkabel is
aangesloten, verschijnt Å op het display.
Waarom belt de babyunit
niet naar een
telefoonnummer?
U hebt de belmodus niet geselecteerd. Druk op MODE om de
belmodus te selecteren.
Misschien heb u de telefoonkabel niet goed in de aansluitopening
telefoonlijn-in van de babyunit gedaan. Bevestig de telefoonkabel.
Als de de babyunit goed op de telefoonkabel is aangesloten,
verschijnt Å op het display.
De gevoeligheidstijd is te hoog. Stel een kortere gevoeligheidstijd
in. Zie ‘Klaarmaken voor belmodus’ in hoofdstuk ‘Klaarmaken voor
gebruik’. We raden u aan om de belmodus te testen voor u
vertrekt.
U hebt geen telefoonnummers opgeslagen in het geheugen van
de babyunit. Voer een telefoonnummer in en sla het op in een van
de geheugenlocaties. Zie ‘Klaarmaken voor belmodus’ in hoofdstuk
‘Klaarmaken voor gebruik’. We raden u aan om de belmodus te
testen voor u vertrekt.
U bent mogelijk vergeten een telefoonnummer te selecteren.
Druk op M (geheugen) om de gewenste geheugenlocatie (M1-
M5) te selecteren.
Waarom wordt mijn oproep
niet door de babyunit
beantwoord?
U probeert de babyunit waarschijnlijk te bellen met een
pulstelefoon. Gebruik een toontelefoon of een mobiele telefoon.
NEDERLANDS 129
Vraag Antwoord
Waarom belt de babyunit
niet naar het goede
nummer?
U hebt niet het goede nummer ingevoerd of u hebt de verkeerde
geheugenlocatie (M1-M5) gekozen.
Uw telefoonnetwerk herkent de belpulsen niet. Zet de toon/
pulsknop op toonbellen of gebruik een mobiele telefoon.
Uw telefoonnetwerk gebruikt pulsbellen, maar de toon/pulsknop
staat op toonbellen. Zet de toon/pulsknop op pulsbellen of
behoud de stand toonbellen en gebruik een mobiele telefoon.
Waarom herkent de
babyunit de pincode niet?
U hebt een verkeerde pincode ingevoerd. Bel opnieuw en voer de
goede code in.
U hebt geen pincode opgeslagen in het geheugen van de babyunit.
Voer een pincode in. Zie ‘Klaarmaken voor belmodus’ in hoofdstuk
‘Klaarmaken voor gebruik’.
U gebruikt een pulstelefoon. Gebruik een mobiele telefoon om
naar de babyunit te bellen.
De telefoon staat op pulsbellen. Zet de telefoon op toonbellen.
Volg de instructies in de gebruiksaanwijzing van de telefoon.
NEDERLANDS130

Documenttranscriptie

Nederlands 117 Inleiding Philips spant zich in om zorgzame, betrouwbare producten te maken die ouders de gerustheid geven die ze nodig hebben. Deze babyfoon bestaat uit een ouderunit en een babyunit en biedt 24uurs ondersteuning door ervoor te zorgen dat u uw baby altijd duidelijk kunt horen. Wanneer de units goed met elkaar in verbinding staan, kunt u uw baby horen waar u maar bent, zowel in huis als in de tuin. Als u zich buiten het bereik van de gewone babyfoon bevindt, kunt u deze aansluiten op uw (mobiele) telefoon. Philips Baby Care: samen zorgen Algemene beschrijving (fig. 1) A 1 2 3 4 5 - Babyunit M-knop (geheugen) CHANNEL-schuifknop (voor kanaalselectie) SENSITIVITY-schuifknop (voor microfoongevoeligheid) Knop voor nachtlampje Q Toetsenpaneel PIN Druk op deze knop om een pincode in te voeren.  PRG (programmeerknop) Druk op deze knop om de programmeermodus te openen. Ö Druk op deze knop om de gevoeligheidstijd in te stellen. Met deze knop kunt u tevens een kiestoonpauze invoegen wanneer u een telefoonnummer invoert. - C (wisknop) Druk op deze knop om de laatste invoer te wissen. 6 Microfoon 7 POWER-knop (babyunit aan/uit) 8 Aan-lampje 9 Display - Ä unit in normale babyfoonmodus - Å unit in belmodus - É geeft de telefoonnummers aan die in het geheugen zijn opgeslagen (M1-M5) - Ñ geeft telefoonnummers aan - Ü unit niet/verkeerd aangesloten op het stopcontact of werkt op batterijen - Ç unit niet verbonden met telefoonnetwerk - Ö geeft aan dat er een niet-standaard gevoeligheidstijd is geprogrammeerd (de standaard gevoeligheidstijd is 10 seconden) - á geeft aan dat er een pincode is geprogrammeerd - T geeft de batterijstatus aan. Wanneer het energieniveau van de batterij afneemt, wordt het aantal getoonde segmenten kleiner. Als de batterijen leeg zijn en moeten worden vervangen, begint het batterijsymbool te knipperen. 10 MODE-knop (voor belmodus/babyfoonmodus) 11 Klep toetsenpaneel 12 RESET-knop 13 Volumeregelaar 14 Toon/pulsknop 15 Luidspreker 16 Uitschuifbare en draaibare antenne 17 Aansluitopening telefoonlijn-uit 18 Aansluitopening telefoonlijn-in 19 Aansluitopening voor klein stekkertje 20 Klep van batterijvak 21 Adapter met klein stekkertje Niet afgebeeld: telefoonkabel en stekker B Ouderunit 1 Oplaadlampje 118 Nederlands 2 Oplader 3 SYSTEM CHECK-lampje (voor systeemcontrole) 4 Luidspreker 5 Geluidsniveaulampjes 6 Antenne 7 Aan-lampje 8 Volumeregelaar met uitknop 9 CHANNEL-schuifknop (voor kanaalselectie) 10 Aansluitopening voor klein stekkertje 11 Aan/uitschakelaar systeemcontrolealarm 12 Batterijvak 13 Klep van batterijvak 14 Adapter met klein stekkertje Belangrijk Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de gebruiksaanwijzing om deze indien nodig te kunnen raadplegen. , Deze babyfoon is bedoeld als hulpmiddel. Het is geen vervanging voor verantwoordelijk en degelijk toezicht door volwassenen en moet niet als zodanig worden gebruikt. , Controleer of het voltage aangegeven op de adapter overeenkomt met de plaatselijke netspanning voordat u het apparaat aansluit. , Het apparaat is geschikt voor een netspanning tussen 220 en 240V. , Maak de behuizing van de babyunit en de ouderunit niet open, behalve de batterijvakken, om elektrische schokken te voorkomen. , Als de adapter van de babyunit of ouderunit beschadigd is, zorg er dan voor dat deze altijd wordt vervangen door een adapter van hetzelfde type om gevaar te voorkomen. , Als de oplader van de ouderunit beschadigd is, zorg er dan voor dat deze altijd wordt vervangen door een oplader van hetzelfde type om gevaar te voorkomen. , Gebruik en bewaar het apparaat bij een temperatuur tussen 10°C en 40°C. , Stel de babyfoon niet bloot aan extreem hoge of lage temperaturen of direct zonlicht. (fig. 2) , Zorg dat de babyunit en het snoer niet binnen het bereik van de baby komen (ten minste 1 meter verwijderd). , Plaats de babyunit niet in het bed of de box van de baby. , Gebruik de babyfoon niet in een vochtige omgeving of nabij water. , Dek de babyfoon niet af met een handdoek of deken. , Dompel geen enkel deel van de babyfoon in water of een andere vloeistof. , Plaats altijd batterijen van het goede type in de babyunit om het risico op explosies te voorkomen. , Vervang het oplaadbare batterijpak van de ontvanger altijd door een batterijpak van het goede type. , Gebruik alleen de bijgeleverde adapter om de babyunit aan te sluiten op netspanning. , Gebruik alleen de bijgeleverde lader om de ouderunit op te laden. , De adapters bevatten een transformator. Knip de adapters niet af om deze te vervangen door een andere stekker, omdat dit een gevaarlijke situatie oplevert. , Omdat continue uitzending niet is toegestaan, hoort u uw baby alleen wanneer hij of zij geluid maakt. , De antenne van de ouderunit is niet buigbaar. Trek niet aan de antenne en buig deze niet. , De antenne van de babyunit kan worden uitgetrokken en naar boven worden gericht. Nederlands 119 Klaarmaken voor gebruik Babyunit De babyunit werkt op netspanning of op batterijen. Zelfs indien u van plan bent de babyunit op netspanning te laten werken, raden we u aan batterijen te plaatsen. Hierdoor blijft het apparaat werken wanneer de stroom uitvalt. Gebruik op netspanning 1 Steek de kleine stekker in de aansluitopening van de babyunit en steek de adapter in een stopcontact. (fig. 3) Gebruik op batterijen De babyunit werkt op vier R6 1,5V AA-batterijen (niet bijgeleverd). We raden u sterk aan om Philips LR6 PowerLife-batterijen te gebruiken. Zorg ervoor dat uw handen en de babyunit droog zijn wanneer u de batterijen plaatst. 1 Draai de schroef van de klep van het batterijvak met een schroevendraaier los en verwijder de klep. (fig. 4) 2 Plaats vier 1,5V AA-batterijen. , Zorg ervoor dat de + en - polen van de batterijen in de juiste richting wijzen. 3 Plaats de klep van het batterijvak terug op het apparaat en draai de schroef met een schroevendraaier vast. (fig. 5) Opmerking:Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Opmerking:Verwijder de batterijen als u de babyunit een maand of langer niet gaat gebruiken. Opmerking:Als er batterijen in de babyunit zitten wanneer u deze op netspanning gebruikt, dient u de batterijen elk half jaar op lekkage te controleren. Opmerking:Als de batterijen bijna leeg zijn, gaan het batterijsymbool à op het display en het aanlampje knipperen. Zijn de batterijen leeg, dan gaan het aan-lampje en het display niet aan. Ouderunit De ouderunit heeft een oplaadbaar batterijpak en kan in de oplader worden opgeladen. Als het batterijpak volledig is opgeladen, kunt u de ouderunit maximaal 12 uur draadloos gebruiken. 1 Steek de kleine stekker in de aansluitopening van de oplader en steek de adapter in een stopcontact. (fig. 6) 2 Plaats de ouderunit in de oplader. (fig. 7) , De oplaadlampjes branden rood. 3 Laat de ouderunit in de oplader staan totdat het batterijpak volledig is opgeladen. - Het duurt minimaal 14 uur om het batterijpak volledig op te laden. - De oplaadlampjes branden rood zolang de ouderunit in de oplader staat, zelfs als het batterijpak volledig is opgeladen. Opmerking:Als het batterijpak bijna leeg is, knipperen het aan-lampje en het SYSTEM CHECK-lampje. Als het aan-lampje en het SYSTEM CHECK-lampje helemaal niet gaan branden, is het batterijpak leeg. Opmerking:U kunt de ouderunit ook in de oplader laten staan om deze op netspanning te gebruiken. 120 Nederlands Klaarmaken voor belmodus Babyunit 1 Volg de bovenstaande instructies om de babyunit klaar te maken voor gebruik op netspanning. 2 Steek een van de connectors van de bijgeleverde telefoonkabel in de juiste telefoonstekker. Steek de stekker in de telefooncontactdoos. 3 Steek de andere connector van de telefoonkabel in de aansluitopening telefoonlijn-in van de babyunit. (fig. 8) - Als u wilt dat uw telefoon gewoon werkt wanneer de babyunit in de belmodus staat, steek dan de kabel van de telefoon in aansluitopening telefoonlijn-uit van de babyunit. 4 Druk op de toon/pulsknop om toon- of pulsbellen te selecteren. (fig. 9) Opmerking:Selecteer altijd toonbellen tenzij uw telefoon met pulsbellen werkt of als uw telefoonmaatschappij alleen pulsbellen ondersteunt. TipDe meeste oudere telefoons met draaischijf maken gebruik van pulsbellen, terwijl de meeste druktoetstelefoons gebruik maken van toonbellen. Programmeren voor belmodus met Snelinstallatie Wanneer u de babyunit inschakelt, knippert M1 op het display. Dit geeft aan dat de babyunit zich in de Snelinstallatiemodus bevindt. Hiermee kunt u de babyunit snel in de belmodus zetten zonder voorprogrammeren. 1 Voer een telefoonnummer in en druk op OK om het te bevestigen. (fig. 10) Opmerking:Druk op de Ö knop om een kiestoonpauze in het telefoonnummer in te voegen. Op het display wordt de pauze met een P aangegeven. , Het ingevoerde telefoonnummer wordt opgeslagen in M1. , PIN en ---- beginnen op het display te knipperen. 2 Voer een 4-cijferige pincode in en druk op OK om deze te bevestigen. , Ö en 10 (standaard gevoeligheidstijd) beginnen op het display te knipperen. 3 Stel de gevoeligheidstijd in en druk op OK om deze te bevestigen. - De gevoeligheidstijd is de tijd waarna de babyunit het geselecteerde telefoonnummer belt wanneer er geluid wordt waargenomen. - U kunt een gevoeligheidstijd instellen van 10 tot 360 seconden. De standaard gevoeligheidstijd is 10 seconden. Opmerking:Als u niet binnen 5 seconden op een andere knop drukt, keert de babyunit weer terug naar de normale babyfoonmodus. Opmerking:Om alle instellingen te annuleren en terug te gaan naar de Snelinstallatiemodus, houdt u de RESET-knop langer dan 5 seconden ingedrukt. Programmeren voor belmodus met de PRG-knop 1 Druk op PRG (programmeren) op het toetsenpaneel om de programmeermodus te openen. (fig. 11) - Gebruik de toetsen op het toetsenpaneel om instellingen in te voeren of te wijzigen. - Druk op OK op het toetsenpaneel om de instellingen te bevestigen. - Om het laatst ingevoerde cijfer te wissen, drukt u op de C-knop op het toetsenpaneel. Opmerking:Als u niet binnen 5 seconden op een knop drukt, wordt de programmeermodus op de babyunit uitgeschakeld. Nederlands 121 2 Druk eenmaal of meerdere keren op de M-knop (geheugen) om een lege locatie in het geheugen te zoeken. (fig. 12) , Het geheugenicoon (M1-M5) knippert als een geheugenlocatie vrij is. - Voer het gewenste telefoonnummer met het numerieke toetsenpaneel in. Het nummer mag uit maximaal 40 cijfers bestaan. , Het geheugenicoon houdt op met knipperen. , Op het display wordt het telefoonnummer kort weergegeven (slechts 11 cijfers). , Het nummer verdwijnt vervolgens van het display, maar het geheugenicoon blijft zichtbaar. Het nummer wordt opgeslagen in het geheugen van de babyunit. - Herhaal bovenstaande stappen om andere telefoonnummers op te slaan. Opmerking:Druk op de Ö knop om een kiestoonpauze in het telefoonnummer in te voegen. Op het display wordt de pauze met een P aangegeven. 3 Kies de taal van het display. - Druk op OK en het nummer van de taal die u voor de babyunit wilt gebruiken. Opmerking:De beschikbare talen zijn Engels (1), Frans (2), Duits (3), Spaans (4) of Nederlands (5). Engels is de standaardtaal. - Druk op OK om uw keuze te bevestigen. Wanneer u de babyunit belt om naar uw baby te luisteren, wordt u in de door u geselecteerde taal gevraagd de pincode in te voeren. 4 Druk op PIN op het toetsenpaneel. , PIN en ---- beginnen op het display te knipperen. - Voer een 4-cijferige pincode in met het numerieke toetsenpaneel. - Druk op OK op het toetsenpaneel om de instelling te bevestigen. 5 Druk op de Ö knop om de gevoeligheidstijd in te stellen. , Öen 10 beginnen op het display te knipperen. - De gevoeligheidstijd is de tijd waarna de babyunit het geselecteerde telefoonnummer belt wanneer er geluid wordt waargenomen. - U kunt een gevoeligheidstijd instellen van 10 tot 360 seconden. De standaard gevoeligheidstijd is 10 seconden. - Druk op OK om de instelling te bevestigen. De babyunit is nu klaar voor gebruik in belmodus.  Het apparaat gebruiken Normale babyfoonmodus 1 Plaats de ouderunit en de babyunit in dezelfde ruimte om de verbinding te testen. (fig. 13) Zorg dat de beide units ten minste 1 meter uit elkaar staan. 2 Druk op POWER om de babyunit in te schakelen. (fig. 14) , Het display licht op en het aan-lampje brandt groen. , Na enkele seconden begint M1 op het display te knipperen. De babyunit bevindt zich nu in Snelinstallatiemodus. - Als u de babyunit wilt klaarmaken voor gebruik in belmodus zonder te programmeren, volg dan stappen 1 tot en met 4 in ‘Programmeren voor belmodus met Snelinstallatie’. - Als u de babyunit wilt klaarmaken voor gebruik als gewone babyfoon, kunt u de Snelinstallatiemodus overslaan (zie stap 3 hieronder). 3 Wacht 5 seconden of druk enkele keren op OK om de modus Snelle installatie over te slaan. (fig. 10) 4 Kies met behulp van de MODE-knop de gewone babyfoonmodus Ä. (fig. 15) 122 Nederlands 5 Schuif de antenne uit en draai deze naar boven voor een goede ontvangst. 6 Draai de volumeknop van de ouderunit naar een volumestand om de ouderunit in te schakelen. (fig. 16) , Het SYSTEM CHECK-lampje begint groen te branden zodra er verbinding is tussen de twee units. Opmerking:Het duurt ongeveer 30 seconden voordat de verbinding tot stand is gebracht. 7 Zorg dat de babyunit ten minste 1 meter van uw baby verwijderd is. (fig. 17) 8 Plaats de ouderunit binnen het bereik van de babyunit. Zorg dat de babyunit ten minste 1 meter van de ouderunit verwijderd is. (fig. 18) Zie ‘Bereik’ hieronder voor meer informatie over het bereik. Bereik Het bereik van de babyfoon is 200 meter in de open lucht. Dit bereik kan, afhankelijk van de omgeving en andere storingsfactoren, kleiner zijn. Binnenshuis is het bereik maximaal 50 meter. Droge materialen Dikte van het materiaal Vermindering bereik Hout, pleisterwerk, karton, glas (zonder metaal, draden of leidingen) < 30 cm 0-10% Steen, triplex < 30 cm 5-35% Gewapend beton < 30 cm 30-100% Metalen roosters of stangen < 1 cm 90-100% Metaal- of aluminiumplaten < 1 cm 100% Voor natte en vochtige materialen kan het verlies van het bereik oplopen tot 100%. Functies in normale babyfoonmodus Kanaalselectie Zorg dat de CHANNEL-schuifknoppen van beide units op dezelfde stand staan. U kunt vier verschillende kanalen selecteren. Ondervindt u storing van andere babyfoons, radioapparatuur enz., kies dan een ander kanaal. 1 Schuif de CHANNEL-schuifknop op de babyunit naar het gewenste kanaal (1, 2, 3 of 4). (fig. 19) 2 Schuif de CHANNEL-schuifknop op de ouderunit naar hetzelfde kanaal. (fig. 20) Gevoeligheid microfoon Met behulp van de SENSITIVITY-schuifknop voor de microfoon op de babyunit kunt u het gewenste niveau instellen voor het geluid dat door de microfoon moet worden opgemerkt: laag, middel of hoog. Als de microfoongevoeligheid op ‘hoog’ staat, worden alle geluiden door de babyunit opgemerkt. U kunt de microfoongevoeligheid alleen veranderen als er verbinding is tussen de babyunit en de ouderunit. Dit is het geval als het SYSTEM CHECK-lampje op de ouderunit continu groen brandt. 1 Verschuif de SENSITIVITY-schuifknop om de microfoongevoeligheid van de babyunit op het gewenste niveau in te stellen. (fig. 21) U kunt uw eigen stem gebruiken om de microfoongevoeligheid te testen. Stille babyfoon 1 Draai de volumeregelaar van de ouderunit naar het laagste niveau £. (fig. 22) Nederlands 123 Pas op dat u de ouderunit niet volledig uitschakelt door de volumeregelaar naar de uit-positie te draaien. De geluidsniveaulampjes op de ouderunit geven een visuele waarschuwing bij elk geluid dat de baby maakt. Hoe harder het geluid, hoe meer lampjes gaan branden. Als er geen geluid wordt waargenomen, zijn alle geluidsniveaulampjes uit. , Systeemcontrolealarm De standaardinstelling van het systeemcontrolealarm is ‘uit’ ?. Wanneer het systeemcontrolealarm is ingesteld op ‘aan’, piept de ouderunit en knippert het SYSTEM CHECK-lampje rood wanner de verbinding met de babyunit is verbroken. 1 Draai de vergrendelknop aan de onderzijde van de ouderunit een kwartslag (1) met een schroevendraaier. Schuif vervolgens de klep van het batterijvak omlaag om deze te verwijderen (2). (fig. 23) 2 Zet de schakelaar van het systeemcontrolealarm in het batterijvak op ‘aan’ >. (fig. 24) 3 Schuif de klep van het batterijvak terug op de ouderunit (1). Draai vervolgens de vergrendelknop met een schroevendraaier een kwartslag om de klep vast te maken (2). (fig. 25) Opmerking:Bij de standaardinstelling knippert het SYSTEM CHECK-lampje alleen rood als de verbinding is verbroken. Nachtlampje 1 Druk op de knop voor het nachtlampje Q om het nachtlampje in of uit te schakelen. (fig. 26) Schakel het nachtlampje uit als de babyunit op batterijen werkt om energie te besparen. Belmodus In deze modus belt de babyunit een voorgeprogrammeerd telefoonnummer als een geluid wordt waargenomen. U kunt tevens het telefoonnummer bellen waarop de babyunit is aangesloten om even naar uw baby te luisteren. De babyfoon in belmodus zetten 1 Schakel de babyunit en de ouderunit in. 2 Controleer of: - de bijgeleverde telefoonkabel op de aansluitopening telefoonlijn-in van de babyunit is aangesloten. - ten minste één telefoonnummer is opgeslagen in het geheugen van de babyunit. 3 Druk op de MODE-knop van de babyunit om de unit in belmodus te zetten. (fig. 15) Opmerking:Als Ç op het display gaat branden, is er geen verbinding met het telefoonnetwerk. Maak verbinding met het telefoonnetwerk aan de hand van de stappen in ‘Klaarmaken voor belmodus’. 4 Druk op de M-knop (geheugen) om het telefoonnummer te kiezen. (fig. 12) - Hebt u Snelinstallatie gebruikt om een telefoonnummer in het geheugen op te slaan, druk dan op M1. - Hebt u de babyunit met de PRG-knop geprogrammeerd, kies dan een van de telefoonnummers die in het geheugen zijn opgeslagen (M1-M5). 5 Schuif de SENSITIVITY-schuifknop naar het gewenste gevoeligheidsniveau van de microfoon. (fig. 21) - Zie ‘Gevoeligheid microfoon’ voor instructies voor het instellen van de microfoongevoeligheid van de babyunit. 124 Nederlands TipWe raden u aan om de belfunctie te testen voordat u vertrekt door een geluid nabij de babyunit te maken. Dit is natuurlijk het eenvoudigst wanneer u uw mobiele telefoonnummer hebt geprogrammeerd. Een oproep van de babyfoon beantwoorden Als de babyunit geluid waarneemt, belt deze na de vooraf ingestelde gevoeligheidstijd het voorgeprogrammeerde telefoonnummer. Indien de oproep niet wordt beantwoord, belt de babyunit na 1 minuut weer naar het telefoonnummer. 1 Beantwoord de telefoon om naar uw baby te luisteren. 2 Druk op de #-knop van de telefoon om tegen uw baby te praten. - Na 3 minuten verbreekt de babyunit de verbinding. 3 Druk op de *-knop van de telefoon of hang op om zelf de verbinding te verbreken. Als de babyunit weer geluid waarneemt, dan belt deze het voorgeprogrammeerde telefoonnummer opnieuw. De babyfoon bellen om naar uw baby te luisteren Opmerking:Gebruik een telefoon met druktoetsen die geschikt is voor toonbellen om de babyunit te bellen. Deze functie werkt niet bij pulstelefoons en telefoons met een draaischijf. 1 Bel het nummer van de telefoonlijn waarop de babyunit is aangesloten. , Nadat de telefoon 3 keer is overgegaan, wordt de babyunit geactiveerd en moet u uw pincode invoeren. 2 Voer uw pincode in met de nummertoetsen van de telefoon. , U kunt nu naar uw baby luisteren. Opmerking:Wanneer u drie keer een foutieve pincode invoert, wordt de verbinding met de babyunit verbroken. 3 Druk op de #-knop van de telefoon om tegen uw baby te praten. - Na 3 minuten verbreekt de babyunit de verbinding. 4 Druk op de *-knop van de telefoon of hang op om zelf de verbinding te verbreken. Telefoonnummers uit het geheugen wissen Wanneer het geheugen vol is of als een opgeslagen telefoonnummer niet meer correct of nodig is, kunt u telefoonnummers volgens de onderstaande procedure uit het geheugen van de babyunit wissen. 1 Druk op de M-knop (geheugen). (fig. 12) , Op het display begint M1 te knipperen en het bijbehorende telefoonnummer verschijnt. 2 Druk op de M-knop (geheugen) totdat het telefoonnummer dat u wilt wissen op het display verschijnt. 3 Druk op 0. 4 Druk kort op C (wissen) op het toetsenpaneel. (fig. 11) , Het geheugenicoon (M1-M5) begint te knipperen en 0 verschijnt op het display. Het telefoonnummer is gewist en de geheugenlocatie is weer vrij. 5 Herhaal bovenstaande stappen om andere telefoonnummers te wissen. Opmerking:Om alle telefoonnummers in één keer te wissen, drukt u op de RESET-knop. Alle andere instellingen worden eveneens gewist. Zie ‘De babyunit resetten’. De gevoeligheidstijd wijzigen 1 Druk op PRG voor de programmeermodus. Nederlands 125 2 Druk op de Ö knop. , Ö en 10 beginnen op het display te knipperen. 3 Voer een nieuwe gevoeligheidstijd van 10 tot 360 in met het numerieke toetsenpaneel. 4 Druk op OK om de instelling te bevestigen. De babyunit resetten Opmerking:Als u op RESET drukt, worden alle instellingen uit het geheugen van de babyunit gewist. 1 Houd RESET gedurende 5 seconden ingedrukt. , U hoort ter bevestiging een kort piepje. , Wanneer u twee piepjes hoort, is de babyunit gereset naar de standaardinstellingen. , Na enkele seconden begint M1 op het display te knipperen. De babyunit bevindt zich nu in Snelinstallatiemodus. 2 Voer indien gewenst nieuwe instellingen in. Schoonmaken en onderhoud 1 Maak de babyfoon schoon met een vochtige doek. Dompel de ouderunit en de babyunit niet in water en maak ze niet schoon onder de kraan. Vervangen Ouderunit Als het batterijpak van de ouderunit vaker dan gebruikelijk moet worden opgeladen, moet u het door een nieuwe vervangen. Een nieuw oplaadbaar batterijpak is verkrijgbaar bij de winkel waar u de babyfoon hebt aangeschaft. Opmerking:Vervang het batterijpak altijd door een batterijpak van hetzelfde type: SBC EB4880, 4,8V, 800 mAh. 1 Draai de vergrendelknop aan de onderzijde een kwartslag (1) en schuif vervolgens de klep van het batterijvak omlaag en om deze te verwijderen (2). (fig. 22) 2 Verwijder het oude batterijpak uit het batterijvak en trek de connector van het oude batterijpak uit het aansluitpunt. 3 Steek de connector van het nieuwe batterijpak in het aansluitpunt en plaats het nieuwe batterijpak in het batterijvak. 4 Schuif de klep van het batterijvak terug op de ouderunit (1). Draai vervolgens de vergrendelknop een kwartslag om de klep vast te maken (2). TipVerwijder het batterijpak uit het batterijvak als u de babyfoon gedurende langere tijd niet gebruikt om de levensduur van het batterijpak te verlengen. Babyunit Wanneer het aan-lampje knippert en het ‘batterij leeg’-symbool op het display verschijnt, moet u de batterijen vervangen. 1 Draai de schroef van de klep van het batterijvak met een schroevendraaier los en verwijder de klep. 2 Verwijder de oude batterijen uit het batterijvak. 3 Plaats vier nieuwe 1,5V AA-batterijen. Opmerking:Zorg ervoor dat de + en - polen van de batterijen in de juiste richting wijzen. 126 Nederlands 4 Plaats de klep van het batterijvak terug op de babyunit en draai de schroef met een schroevendraaier vast. Milieu , , Gooi het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet weg met het normale huisvuil, maar lever het in op een door de overheid aangewezen inzamelpunt om het te laten recyclen. Op die manier levert u een bijdrage aan een schonere leefomgeving. (fig. 27) Batterijen bevatten stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu. Gooi lege batterijen niet weg met het gewone huisvuil, maar lever deze in bij een officieel aangewezen inzamelpunt.Verwijder de batterijen altijd voordat u het apparaat afdankt en inlevert op een officieel aangewezen inzamelpunt. Garantie en service Als u informatie nodig hebt of als u een probleem hebt, bezoek dan de Philips-website www.philips.com, of neem contact op met het Philips Customer Care Centre in uw land (u vindt het telefoonnummer in het ‘worldwide guarantee’-vouwblad). Als er geen Customer Care Centre in uw land is, gaat u naar uw Philips-dealer of neemt u contact op met de afdeling Service van Philips Domestic Appliances and Personal Care BV. Veelgestelde vragen Vraag Antwoord Waarom heeft de babyfoon een kleiner bereik dan het bereik van 200 meter dat in het hoofdstuk ‘Bereik’ staat? Het opgegeven bereik is alleen geldig buitenshuis en in de open lucht. Binnenshuis wordt het bereik beperkt door het aantal en het soort muren en/of plafonds tussen de babyunit en de ouderunit. Het maximale bereik binnenshuis is 50 meter. Waarom valt de verbinding nu en dan weg? De ouderunit zit waarschijnlijk op de rand van het bereik. Plaats de ouderunit dichter bij de babyunit in een omgeving met een betere ontvangst. Het duurt ongeveer 30 seconden voordat de verbinding is hersteld als u een of beide unit(s) verplaatst. Wat gebeurt er als de stroom uitvalt? Hebt u batterijen in de babyunit geplaatst, dan schakelt de babyunit over op batterijen. Als het batterijpak van de ouderunit voldoende is opgeladen, gaat de ouderunit werken op het batterijpak. Waarom werkt de ouderunit Wanneer het oplaadbare batterijpak van de ouderunit bijna leeg is, niet terwijl deze wel in de moet u de ouderunit gedurende maximaal 20 minuten opladen oplader is geplaatst? voordat u deze kunt laten werken op netspanning. Waarom kan ik de ouderunit U moet het nieuwe batterijpak drie keer opladen en ontladen niet 12 uur lang draadloos voordat deze de volledige capaciteit bereikt. gebruiken met een volledig opgeladen nieuw batterijpak? Waarom werkt de ouderunit Misschien is het volume te hoog gezet. Bij een hoge minder dan 12 uur terwijl volumeinstelling verbruikt de ouderunit meer stroom. Zet het het batterijpak wel volledig is volume lager. opgeladen? Nederlands 127 Vraag Antwoord Wanneer het oplaadbare batterijpak al geruime tijd meegaat, neemt de capaciteit langzaam af. Als dit gebeurt, vermindert de gebruiksduur van het volgeladen batterijpak. Als u de ouderunit na lange tijd weer gaat gebruiken, kan de batterijlading zijn verminderd. Plaats de ouderunit in de oplader om het batterijpak opnieuw op te laden. Waarom gaan het aanlampje en het display van de babyunit niet aan als ik op POWER druk? De batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen. U hebt de babyunit niet op netspanning aangesloten. Steek de kleine stekker in de aansluitopening van de babyunit en steek de adapter in een stopcontact. Waarom is het ‘batterij leeg’symbool verlicht op het display van de babyunit en waarom knippert het aanlampje? De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de batterijen. Waarom raken de batterijen van de babyunit zo snel leeg? Misschien hebt u de microfoongevoeligheid te hoog gezet. Zet de microfoongevoeligheid lager. Het volume staat te hoog. Zet het volume lager. Waarom gaan het aanHet batterijpak is leeg. Laad het batterijpak op. lampje en het SYSTEM CHECK-lampje van de ouderunit niet aan als ik aan de volumeregelaar draai om de ouderunit in te schakelen? Het oplaadbare batterijpak heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Vervang het batterijpak. Ik wil de ouderunit op netspanning gebruiken, maar het aan-lampje en het SYSTEM CHECK-lampje gaan niet aan als ik de ouderunit in de oplader plaats. Hoe komt dit? Misschien bent u vergeten om de oplader op netspanning aan te sluiten. Sluit de oplader aan op netspanning. Als het batterijpak helemaal leeg is, moet u de ouderunit 20 minuten opladen voordat u deze op netspanning kunt gebruiken. Waarom piept de ouderunit? Dit geeft aan dat de units niet in elkaars bereik staan. Plaats de ouderunit dichter bij de babyunit. Mogelijk zijn de batterijen van de babyunit bijna leeg. Vervang de batterijen. Het oplaadbare batterijpak van de ouderunit is bijna leeg. Laad het batterijpak op. De ouderunit kan geen verbinding maken met de babyunit, terwijl deze wel dicht bij elkaar staan. Reset de babyunit. 128 Nederlands Vraag Antwoord De babyunit is niet ingeschakeld. Druk op POWER op de babyunit om deze in te schakelen. Waarom knippert het SYSTEM CHECK-lampje op de babyunit rood? Dit geeft aan dat de units niet in elkaars bereik staan. Plaats de ouderunit dichter bij de babyunit. De batterijen van de babyunit zijn bijna leeg. Vervang de batterijen. Het oplaadbare batterijpak van de ouderunit is bijna leeg. Laad het batterijpak op. Als dit niet werkt, moet u het batterijpak vervangen. De ouderunit kan geen verbinding maken met de babyunit, terwijl deze wel dicht bij elkaar staan. Reset de babyunit.  De babyunit is niet ingeschakeld. Druk op POWER op de babyunit om deze in te schakelen. Waarom wordt het batterijpak van de ouderunit niet opgeladen?  De oplader is mogelijk niet goed op netspanning aangesloten. Steek de kleine stekker in de oplader en steek de adapter in het stopcontact. Als het batterijpak niet wordt opgeladen hoewel de oplader wel goed op netspanning is aangesloten, heeft het batterijpak het eind van de levensduur bereikt. Vervang het batterijpak. Waarom duurt het opladen van het batterijpak van de ouderunit veel langer dan 14 uur? Tijdens het opladen was de ouderunit ingeschakeld op netspanning. Schakel de ouderunit tijdens het opladen uit om een langere laadtijd dan normaal te voorkomen. Waarom gaat de gebruiksduur van het oplaadbare batterijpak steeds verder achteruit na iedere oplaadcyclus? Het oplaadbare batterijpak nadert het eind van de levensduur en moet binnenkort worden vervangen. De levensduur van het batterijpak neemt ook af wanneer u de ouderunit voortdurend in de op netspanning aangesloten oplader laat staan. Waarom reageert de ouderunit te langzaam op geluiden van de baby?  De microfoongevoeligheid van de babyunit staat te laag. Zet de gevoeligheid op een hogere stand. Plaats de babyunit dichter bij de baby. Zorg dat de babyunit ten minste 1 meter van uw baby verwijderd is. Waarom reageert de ouderunit te snel op omgevingsgeluid? De microfoongevoeligheid van de babyunit staat te laag. Zet de gevoeligheid op een hogere stand. Plaats de babyunit dichter bij de baby. Zorg dat de babyunit ten minste 1 meter van uw baby verwijderd is. Waarom hoor ik geen geluid van de ouderunit? De ouderunit staat op een ander kanaal dan de babyunit. Zet beide units op hetzelfde kanaal. De babyunit is niet ingeschakeld. Druk op POWER op de babyunit om deze in te schakelen. Nederlands 129 Vraag Antwoord De microfoongevoeligheid van de babyunit staat te laag. Zet de gevoeligheid op een hogere stand. Het volume van de ouderunit staat te laag. Zet het volume hoger. Waarom maakt de ouderunit een snerpend/ hoog geluid? De ouderunit staat te dicht bij de babyunit. Zorg dat de ouderunit ten minste 1 meter van de babyunit verwijderd is. Is het probleem hiermee niet verholpen, dan staat het volume te hoog. Draai de volumeregelaar naar een lager volume.  Waarom hoor ik storing op de ouderunit? De ouderunit is mogelijk buiten het bereik van de babyunit. Plaats de ouderunit dichter bij de babyunit. De babyunit of de ouderunit bevindt zich mogelijk te dicht bij een mobiele of draadloze telefoon, radio of televisie. Plaats de unit uit de buurt van de storingsbron. Waarom vangt de ouderunit signalen op van een andere babyfoon? Waarom schakelt de babyunit niet over op de belmodus? Waarom belt de babyunit niet naar een telefoonnummer? De babyfoon staat op hetzelfde kanaal als een andere babyfoon in de buurt. Zet beide units op een ander kanaal. Zorg dat beide units op hetzelfde kanaal staan. Als op het display Ç verschijnt, hebt u de telefoonkabel niet goed aangesloten of niet op de juiste aansluitopening aangesloten. Sluit de kabel goed aan. Als de babyunit goed op de telefoonkabel is aangesloten, verschijnt Å op het display. U hebt de belmodus niet geselecteerd. Druk op MODE om de belmodus te selecteren. Misschien heb u de telefoonkabel niet goed in de aansluitopening telefoonlijn-in van de babyunit gedaan. Bevestig de telefoonkabel. Als de de babyunit goed op de telefoonkabel is aangesloten, verschijnt Å op het display. De gevoeligheidstijd is te hoog. Stel een kortere gevoeligheidstijd in. Zie ‘Klaarmaken voor belmodus’ in hoofdstuk ‘Klaarmaken voor gebruik’. We raden u aan om de belmodus te testen voor u vertrekt. U hebt geen telefoonnummers opgeslagen in het geheugen van de babyunit. Voer een telefoonnummer in en sla het op in een van de geheugenlocaties. Zie ‘Klaarmaken voor belmodus’ in hoofdstuk ‘Klaarmaken voor gebruik’. We raden u aan om de belmodus te testen voor u vertrekt.  U bent mogelijk vergeten een telefoonnummer te selecteren. Druk op M (geheugen) om de gewenste geheugenlocatie (M1M5) te selecteren. Waarom wordt mijn oproep niet door de babyunit beantwoord? U probeert de babyunit waarschijnlijk te bellen met een pulstelefoon. Gebruik een toontelefoon of een mobiele telefoon. 130 Nederlands Vraag Antwoord Waarom belt de babyunit niet naar het goede nummer? U hebt niet het goede nummer ingevoerd of u hebt de verkeerde geheugenlocatie (M1-M5) gekozen. Uw telefoonnetwerk herkent de belpulsen niet. Zet de toon/ pulsknop op toonbellen of gebruik een mobiele telefoon. Uw telefoonnetwerk gebruikt pulsbellen, maar de toon/pulsknop staat op toonbellen. Zet de toon/pulsknop op pulsbellen of behoud de stand toonbellen en gebruik een mobiele telefoon. Waarom herkent de babyunit de pincode niet? U hebt een verkeerde pincode ingevoerd. Bel opnieuw en voer de goede code in. U hebt geen pincode opgeslagen in het geheugen van de babyunit. Voer een pincode in. Zie ‘Klaarmaken voor belmodus’ in hoofdstuk ‘Klaarmaken voor gebruik’. U gebruikt een pulstelefoon. Gebruik een mobiele telefoon om naar de babyunit te bellen. De telefoon staat op pulsbellen. Zet de telefoon op toonbellen. Volg de instructies in de gebruiksaanwijzing van de telefoon.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188

Philips scd469 Handleiding

Categorie
Baby-videomonitors
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor