LG UV36 Handleiding

Categorie
Split-systeem airconditioners
Type
Handleiding
www.lg.com
GEBRUIKERSHANDLEIDING
AIRCOSYSTEEM
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het aircosysteem
in gebruik neemt en bewaar deze handleiding ook voor later gebruik.
Type: voor verlaagde plafonds & staande Airconditione
voor verlaagde plafonds Airconditione
NEDERLANDS
2
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
NEDERLANDS
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Hier volgen enkele tips die u helpen om het energieverbruik te minimaliseren wanneer u de air-
conditioner gebruikt. U kunt uw airconditioner efficiënter gebruiken door de onderstaande instruc-
ties te op te volgen :
• Koel niet overmatig. Dit kan schadelijk zijn voor uw gezondheid en u verbruikt meer energie.
• Blokkeer het zonlicht met zonneschermen of gordijnen wanneer u de airconditioner gebruikt.
• Houd deuren en ramen goed gesloten wanneer u de airconditioner gebruikt.
Pas de luchtstroom verticaal of horizontaal aan voor een goede circulatie van de lucht in de ruimte.
Verhoog de ventilatorsnelheid om de ruimte in een kort tijdsbestek snel te verwarmen of te koelen.
• Open regelmatig een raam om te ventileren, aangezien de luchtkwaliteit in de ruimte kan ver-
slechteren als u de airconditioner uren achtereen gebruikt.
• Maak het luchtfilter om de twee weken schoon. Het stof en de onzuiverheden die in het
luchtfilter worden opgevangen, kunnen de luchtstroom blokkeren of een negatieve invloed
hebben op de koel-/ontvochtigingsfuncties.
Voor uw eigen administratie
Niet de aankoopbon aan deze pagina voor het geval u deze nodig hebt om de aanschafdatum aan te
tonen of voor garantiedoeleinden. Noteer hier het modelnummer en het serienummer :
Modelnummer :
Serienummer :
Deze gegevens staan op een label aan de zijkant van elke unit.
Naam van de dealer :
Aankoopdatum :
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LEES ALLE INSTRUCTIES VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT.
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te
vermijden en ervoor te zorgen dat het product optimaal presteert.
WAARSCHUWING
Als u een waarschuwing negeert, kan dit leiden tot ernstig letsel of de dood.
LET OP
Als u de instructies negeert, kan dit leiden tot gering letsel of schade aan het product.
WAARSCHUWING
• De installatie van of reparatie aan het product door niet-gekwalificeerde personen kan gevaar-
lijke situaties voor u en anderen opleveren.
Het product moet worden geïnstalleerd conform de bedradingsrichtlijnen van het desbetreffende land.
• De informatie in de handleiding is bedoeld voor een gekwalificeerde servicemonteur die bek-
end is met de veiligheidsprocedures en beschikt over het juiste gereedschap en de juiste
testinstrumenten.
• Wanneer u de instructies in deze handleiding niet nauwkeurig leest of opvolgt, werkt het ap-
paraat mogelijk niet naar behoren of kan dit leiden tot materiële schade, letsel of de dood.
Installeren
• Gebruik geen defecte of te laag gewaardeerde stroomonderbreker. Installeer dit apparaat in
een speciaal daarvoor bestemde groep. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op
brand of een elektrische schok.
• Roep voor elektrische installatie- of reparatiewerkzaamheden de hulp in van de dealer, de
leverancier, een gekwalificeerde elektricien of een erkend installatiebureau. Demonteer of re-
pareer het product niet zelf. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een
elektrische schok.
• Dit apparaat moet altijd worden geaard. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op
brand of een elektrische schok.
• Zet het paneel en de afdekplaat van de bedieningseenheid stevig vast. Als u deze
waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok.
• Laat altijd een afzonderlijke groep inclusief stroomonderbreker installeren. Een verkeerde
bedrading of installatie kan brand, kortsluiting en elektrisch schokgevaar veroorzaken.
• Gebruik een stroomonderbreker of zekering van de juiste waarde. Als u deze waarschuwing
negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok.
• Vervang of verleng de netvoedingskabel niet. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico
op brand of een elektrische schok.
• Als gebruiker mag u het ventilatiesysteem niet zelf installeren, verwijderen of opnieuw in-
stalleren. U loopt risico op brand-, schok- en explosiegevaar en persoonlijk letsel.
Wees voorzichtig bij het uitpakken en installeren van het product. U kunt zich aan de scherpe ran-
den verwonden. Pas op voor de randen van de behuizing en de condensor- en verdampervinnen.
• Neem voor de installatie contact op met de dealer of een erkend servicecenter. Er bestaat
gevaar van brand, schok, explosie en persoonlijk letsel.
!
!
!
3
NEDERLANDS
4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NEDERLANDS
• Installeer het aircosysteem niet in een bouwvallige structuur. Dit kan verwondingen, een
ongeval of beschadiging van het ventilatiesysteem veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de installatiestructuur niet geleidelijk in verval raakt. De airconditioner kan
tegelijk met de installatiestructuur vallen, onklaar raken en materiële schade en persoonlijk let-
sel veroorzaken.
Laat het aircosysteem niet langdurig werken als de luchtvochtigheid erg hoog is en er deuren of ramen
openstaan. Hierdoor kan er condensvorming op het meubilair ontstaan en is er kans op schade.
Bediening
• Zorg ervoor dat de netvoedingskabel tijdens het gebruik van het systeem niet kan worden los-
getrokken of beschadigd. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een
elektrische schok.
Zet niets op de netvoedingskabel. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok.
• Trek de stekker van de netvoedingskabel niet uit het stopcontact wanneer het systeem in
werking is. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok.
• Raak of bedien het aircosysteem niet met natte handen (aan). Als u deze waarschuwing
negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok.
• Plaats geen verwarmingsapparaten of andere toestellen in de buurt van de netvoedingskabel.
U riskeert hiermee u brand- en schokgevaar.
• Zorg ervoor dat de elektrische onderdelen van het aircosysteem niet nat worden. Daardoor
zou brand, kortsluiting en schok kunnen ontstaan en het uitvallen van het aircosysteem.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en brandstoffen in de buurt van het aircosysteem. Daar-
door zou brand en het uitvallen van het aircosysteem kunnen ontstaan.
Gebruik het aircosysteem niet langdurig in een hermetisch gesloten ruimte. Hierdoor kan zuurstoftekort ontstaan.
• Als er een lek is van ontvlambaar gas, sluit dan de gaskraan en open de ramen om de ruimte
te ventileren voordat u het aircosysteem inschakelt. Gebruik de telefoon niet en zet geen
schakelaars aan of uit. Er kan een explosie of brand ontstaan.
Er komen vreemde geluiden of rook uit het aircosysteem. Schakel de centrale stroomonderbreker
uit of trek de netvoedingskabel uit het stopcontact. Er bestaat risico op brand en schok.
• Schakel het aircosysteem bij stormachtig weer uit. Verwijder zo mogelijk het aircosysteem bij
een stormwaarschuwing tijdig uit de vensteropening. Er kan materiële schade, uitvallen van
het product en kortsluiting ontstaan.
• Open het inlaatrooster van het aircosysteem niet als dit in werking is. Raak het elektrostatisch
filter niet aan, als het apparaat hiermee is uitgerust. Er bestaat risico op lichamelijk letsel, kort-
sluiting, schok en een defect aan het product.
• Neem contact op met een erkend elektrotechnisch installatiebureau als het aircosysteem
geheel of gedeeltelijk onder water heeft gestaan. Als u deze waarschuwing negeert loopt u
risico op brand of een elektrische schok.
• Zorg ervoor dat er geen water in het product komt. Er bestaat risico op brand, kortsluiting,
schok en beschadiging van het aircosysteem.
• Ventileer het aircosysteem regelmatig als u het samen met een kachel e.d. Als u deze
waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok.
• Zet de hoofdschakelaar uit tijdens een reinigings- of controlebeurt van het aircosysteem. Er
bestaat risico op een elektrische schok.
• Trek de netvoedingskabel uit het stopcontact of schakel de centrale stroomonderbreker uit als
het systeem lange tijd niet wordt gebruikt. Zodoende voorkomt u dat het product beschadigd
of defect raakt of onbedoeld wordt ingeschakeld.
• Zorg ervoor dat niemand op de buitenunit kan trappen of erover vallen. Hioerdoor riskeert u
persoonlijk letsel en beschadiging van het aircosysteem.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP
Installeren
Controleer na de installatie of eventuele reparaties het aircosysteem altijd op gaslekken (koelmid-
del). Wanneer het systeem te weinig koelmiddel bevat, kan de airconditioner beschadigd raken.
Installeer altijd een afvoerbuis om condenswater correct af te voeren. Door een slechte aansluiting
kan lekkage ontstaan.
Houd het aircosysteem altijd horizontaal – ook bij installatiewerkzaamheden. Zodoende voorkomt u
trillingen en lekkage.
Installeer het aircosysteem niet op plaatsen waar het geluid of warme lucht van de buitenunit om-
wonenden kan hinderen. Hierdoor kunnen problemen met de buren ontstaan.
Het apparaat moet altijd door minimaal twee personen worden getild en verplaatst. Hierdoor riskeert
u persoonlijk letsel.
Installeer het aircosysteem niet waar het rechtstreeks blootstaat aan wind van zee (zoutinwerking).
Hierdoor riskeert u corrosie van het aircosysteem. Door toenemende corrosievorming op de con-
densor en de verdampervinnen gaat het aircosysteem slechter werken.
Gebruik
Stel uw huid niet langdurig rechtstreeks bloot aan koude lucht. (Ga niet in de luchtstroom zitten.)
Dat is slecht voor de gezondheid.
Gebruik het aircosysteem niet voor speciale toepassingen als voedselconservering, het bewaren
van kunstwerken e.d. Het is een aircosysteem voor de gemiddelde consument, niet een pre-
cisiekoelsysteem. Hierdoor riskeert u beschadiging of verlies van uw bezittingen.
Blokkeer de luchtinlaat of luchtuitlaat niet. Hierdoor kan het product defect raken.
Reinig het aircosysteem altijd met een zachte doek. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen e.d. Hierdoor riskeert u brand, kortsluiting, schokgevaar en beschadiging van de kun-
ststof onderdelen van het product.
Raak bij het verwijderen van het luchtfilter de metalen delen van het aircosysteem niet aan. Deze
zijn zeer scherp. Hierdoor riskeert u lichamelijk letsel.
Trap niet op onderdelen van het aircosysteem en plaats er niets op (buitenunits). Hierdoor riskeert u
persoonlijk letsel en storingen van het aircosysteem.
Breng het filter altijd zorgvuldig aan. Reinig het filter minstens elke veertien dagen of vaker als dat
nodig is. Een vuil filter vermindert de efficiëntie van het aircosysteem en kan storing of beschadiging
van het systeem veroorzaken.
Steek nooit uw vingers of een ander object in de luchtinlaat of luchtuitlaat terwijl het aircosysteem in
werking is. Het systeem bevat scherpe en bewegende onderdelen waaraan u zich kunt verwonden.
Drink geen water dat door het systeem wordt afgevoerd. Dit water is niet schoon en kan ernstige
gezondheidsproblemen veroorzaken.
Ga bij het reinigen of controleren van het aircosysteem altijd op een stevige stoel of ladder staan.
Wees voorzichtig en zorg ervoor dat u zich niet bezeert.
Vervang lege batterijen in de afstandsbediening door nieuwe van hetzelfde type. Gebruik geen oude
en nieuwe of verschillende typen batterijen door elkaar. Hierdoor kan brand of explosie ontstaan.
Laad de batterijen niet op en haal ze niet uit elkaar. Gooi batterijen nooit in een vuur. Ze kunnen ex-
ploderen of in brand raken.
Als er vloeistof uit de batterijen op uw huid, kleding, meubels of vloerbedekking is gelekt, was deze
dan grondig met schoon water. Gebruik de afstandsbediening niet als de batterijen lekken. De chemi-
caliën in de batterijen kunnen brandwonden en andere gezondheidsproblemen veroorzaken.
• Als u vloeistof uit de batterijen binnenkrijgt, poets uw tanden en raadpleeg een arts. Gebruik de afs-
tandsbediening niet als de batterijen lekken. De chemicaliën in de batterijen kunnen brandwonden
en andere gezondheidsproblemen veroorzaken.
!
5
NEDERLANDS
6
INHOUDSOPGAVE
NEDERLANDS
INHOUDSOPGAVE
2 TIPS VOOR ENERGIEBE-
SPARING
3
BELANGRIJKE VEILIGHEI-
DSVOORSCHRIFTEN
7 VÓÓR GEBRUIK
7 De bediening voorbereiden
7 Gebruik
7 Reiniging en onderhoud
7 Service
8 PROD-
UCTVOORSTELLING
8 Naam en functie van onderdelen
8 Doe dit voordat u het aircosysteem in-
schakelt
8 Statuslampjes voor bediening
9 Draadloze afstandsbediening
11
BEDIENINGSINSTRUCTIES
11 Het plaatsen van de batterijen
11 De draadloze afstandsbediening on-
derhouden
12 INSTALLATIE-INS-
TRUCTIES
12
Installatie-instellingen - De modus voor
de installatie-instellingen activeren
13 Installatie-instellingen - Codetabel
voor de installatie-instellingen
14 Installatie-instellingen - Adres van de
centrale besturing instellen
14 Installatie-instellingen - Adres van de
centrale besturing controleren
15 GEBRUIKERSHAND-
LEIDING
15 Koelmodus - Standaardwerking
15 Koelmodus - Extra koelen
16 Verwarmingsmodus
17 De modus Automatisch overschakelen
17 De modus Automatisch overschakelen
- De temperatuur voor de modusscha-
keling instellen
18 Automatische bedrijfsmodus
19 Ontvochtigingsmodus
20 Ventilatormodus
21 Temperatuurinstelling/
kamertemperatuur controleren
22 Luchtstroominstellingen
22
Schakelen tussen Celsius en Fahrenheit
23 Timer
24 ONDERHOUD EN
SERVICE
25 Gebruikstips!
25 Wanneer de airconditioner niet werkt....
26 Tips voor het oplossen van problemen!
Tijd en geld besparen!
26 Vraag in de volgende gevallen onmid-
dellijk om deskundige service
VÓÓR GEBRUIK
7
NEDERLANDS
De bediening voorbereiden
• Laat de installatie uitvoeren door een installateur.
• Gebruik een afzonderlijke lichtnetgroep.
Gebruik
• Langdurige blootstelling aan een rechtstreekse luchtstroom is slecht voor uw gezondheid. Stel
bewoners, huisdieren en planten niet langdurig bloot aan een rechtstreekse luchtstroom.
• Om te voorkomen dat er een zuurstoftekort ontstaat, moet de kamer afdoende worden geven-
tileerd als zich daarin ook kachels of andere verwarmingsapparaten bevinden.
• Gebruik de airconditioner niet voor niet-gespecificeerde speciale toepassingen. Bijvoorbeeld
voor de opslag van precisieapparaten, voedsel, huisdieren, planten en kunstobjecten. Hierdoor
kunnen de items beschadigd raken.
Reiniging en onderhoud
• Raak de metalen onderdelen van het systeem bij het verwijderen van het filter niet aan. Bij het
hanteren van scherpe metalen randen kunt u een verwonding oplopen.
• Gebruik geen water om de binnenkant van de airconditioner schoon te maken. De isolatie kan
door contact met water beschadigd worden met schokgevaar als gevolg.
• Zorg ervoor dat de stroomvoorziening en de stroomonderbreker zijn uitgeschakeld voordat u
het systeem reinigt. De ventilator draait met zeer hoge snelheid wanneer het systeem in-
geschakeld is. U riskeert verwondingen als het aircosysteem tijdens het reinigen van de in-
wendige delen per abuis wordt ingeschakeld.
Service
Neem voor reparaties en onderhoud contact op met een erkende servicedealer.
VÓÓR GEBRUIK
8
PRODUCTVOORSTELLING
NEDERLANDS
Naam en functie van onderdelen
1 Binnenunit
2 Buitenunit
3 Afstandsbediening
4 Aangezogen lucht
5 Uitgeblazen lucht
6
Koelmiddelleiding, elektrische aansluitkabel
7 Afvoerbuis
8 Aardleiding
Aard het systeem via de buitenunit om
elektrische schokken te voorkomen.
Doe dit voordat u het aircosys-
teem inschakelt
Als uw installatie een aangepast bedien-
ingssysteem heeft, vraag uw LG dealer dan
naar de bediening die met uw systeem
overeenkomt.
1 Unit met afstandsbediening
2 Unit zonder afstandsbediening
(parallelgeschakeld voor gelijktijdige bedi-
ening)
PRODUCTVOORSTELLING
1
3
4
6
5
4
7
2
8
Multisysteem
Paarsysteem of gelijktijdig werkend systeem
A
B
1
2
1
1
Statuslampjes voor bediening
Aan/uit : Licht op wanneer het systeem in werking is.
Filtersymbool : Licht 2400 uur na ingebruikname van de unit op.
Timer : Licht op wanneer de timer is ingeschakeld.
Ontdooiingsmodus : Licht op tijdens de ontdooiingsmodus of Hot Start. (type met
warmtepomp)
Geforceerde bediening : Bedoeld voor het bedienen van het aircosysteem wan-
neer de afstandsbediening om een of andere reden niet
kan worden gebruikt.
PRODUCTVOORSTELLING
9
NEDERLANDS
1 PLASMA (OPTIONEEL)
Starten en stoppen van de plasma-reinig-
ingsfunctie.
2 JET COOL
Snelkoelen met zeer hoge ventilatorsnelheid.
3 BEDRIJFSMODUS SELECTEREN
Bedrijfsmodus selecteren.
4 FUNCTIE INSTELLEN
Hiermee kunt u de functies Auto Clean,
Smart Clean, Electric heater in- en
uitschakelen of de hoek van de afzonder-
lijke bladen bepalen.
5 LCD-VERLICHTING (optioneel)
Helderheid van het lcd-scherm instellen.
6 SMART CLEAN
Met deze toets schakelt u de functie Smart
Clean in en uit.
7 ALLES WISSEN
Alle timerfuncties wissen.
8 TEMPERATUURINSTELLING
Kamertemperatuur regelen.
9 AAN/UIT
Bestemd voor het in- en uitschakelen van
het aircosysteem.
10 SNELHEID BINNENVENTILATOR
Met deze toets kunt u vier ventilatorsnel-
heden instellen: langzaam, gemiddeld,
snel en afwisselend.
11 LUCHTSTROOM OP/NEER
Jaloeziebeweging starten of stoppen en
de richting van de luchtstroom instellen.
12 LUCHTSTROOM LINKS/RECHTS
De richting van de horizontale lucht-
stroom (links/rechts) bepalen.
13 TIMER EN TIJDSINSTELLING
Start- en stoptijd en de slaapstand in-
stellen.
14 KAMERTEMPERATUUR CONTROLEREN
Kamertemperatuur controleren.
15 SCHAKELKNOP°C/°F
Schakelen tussen Celsius en Fahrenheit.
16 HERSTELLEN
Afstandsbediening resetten.
1
8
9
10
11
12
13
14
15
16
2
3
4
5
6
7
Koelmodus
Automatische modus of automatisch overschakelen
Ontvochtigingsmodus
Verwarmingsmodus
Ventilatormodus
• Koelmodel( ), Model met warmtepomp( )
Bedrijfsmodus
Draadloze afstandsbediening
Deze airconditioner is voorzien van een afstandsbediening voor de bediening van de basisfunc-
ties. Als u een bedrade afstandsbediening wilt gebruiken, moet u deze afzonderlijk aanschaffen.
10
PRODUCTVOORSTELLING
NEDERLANDS
OPMERKING
!
Zie voor meer informatie de handleiding
van de draadloze afstandsbediening.
De werkelijke uitvoering van het air-
cosysteem kan afhankelijk van het
model afwijken van de bovenstaande
afbeelding.
LET OP
• Richt de signaalontvanger op de draadafs-
tandsbediening om het aircosysteem te
bedienen.
• Het signaal van de afstandsbediening
heeft een maximaal bereik van ca. 7 m.
• Zorg ervoor dat tussen de afstandsbedi-
ening en de signaalontvanger niets in de
weg staat.
• Laat de afstandsbediening niet vallen en
gooi er niet mee.
• Leg de afstandsbediening niet in de zon
of in de buurt van een verwarming of een
andere warmtebron.
• Bescherm de signaalontvanger tegen
sterk dag- of lamplicht om storingen te
voorkomen. (ex:Voorbeeld: elektronische
snelstarter, ELBA, TL-lamp met
omvormer.)
!
BEDIENINGSINSTRUCTIES
11
NEDERLANDS
Het plaatsen van de batterijen
Verwijder het batterijklepje door deze in de
richting van de pijl te duwen.
Plaats de nieuwe batterijen en zorg ervoor dat
de positieve (+) en negatieve polen (-) van de
batterij correct geplaatst zijn.
Plaats het klepje weer door het terug in posi-
tie te schuiven.
Draadloze afstandsbedi-
eningOnderhoud
Kies een geschikte plek uit waar het apparaat
veilig en makkelijk te bereiken is.
Zet de houder stevig vast aan de muur met de
bijgeleverde schroeven.
Schuif de afstandsbediening in de houder.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
OPMERKING
!
• Zorg ervoor dat u de batterijen vervangt
door hetzelfde type en dat u altijd twee
batterijen van hetzelfde type gebruikt.
• Als het systeem lange tijd niet wordt
gebruikt, verwijdert u de batterijen om
de levensduur te sparen.
• Als het weergavescherm van de afs-
tandsbediening minder helder wordt,
vervangt u beide batterijen.
OPMERKING
!
• De afstandsbediening mag niet worden
blootgesteld aan direct zonlicht.
• De signaalzender en ontvanger moeten
altijd schoon zijn om goed te kunnen
communiceren. Gebruik een zachte
doek om deze schoon te maken.
• In geval sommige andere toepassingen
ook met de afstandsbediening worden
bediend, verandert u de positie van
deze apparaten of raadpleegt u uw ser-
vicetechnicus.
12
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
NEDERLANDS
1 Houd de toets VENTILATOR SNELHEID
ingedrukt en druk vervolgens op de toets
RESET.
2 Selecteer met de toets TEMPERATUURIN-
STELLING de functiecode en de in-
stellingswaarde. (Raadpleeg de codetabel
voor de installatie-instellingen.)
3 Druk een keer op de toets AAN/UIT in de
richting van de binnenunit
4 Zet de afstandsbediening terug naar de al-
gemene bedrijfsmodus.
LET OP
De modus voor de installatie-instellingen is bedoeld om de detailfuncties voor de afstands-
bediening in te stellen. Als de modus voor de installatie-instellingen niet goed is ingesteld,
kan dit leiden tot problemen met het product, letsel of materiële schade. Deze instellingen
moeten worden opgegeven door een gecertificeerde installateur. Indien de installatie of
enige wijziging wordt uitgevoerd door een niet-gecertificeerde persoon, is deze aansprake-
lijk voor de resultaten. In dat geval kan er geen gratis service worden verleend.
!
Zie de codetabel voor de installatie-in-
stellingen op de volgende pagina.
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Installatie-instellingen - De modus voor de installatie-instellin-
gen activeren
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
13
NEDERLANDS
Modus negeren
Deze functie is alleen beschikbaar op H/P-modellen die niet automatisch overschakelen van warm op koud.
Plafondhoogte selecteren
Het luchtvolume en de capaciteit van onze producten wordt aangepast op de plafondhoogte.
Er wordt meer of minder gekoeld/verwarmd afhankelijk van de hoogte van het plafond.
- De beste koel-/verwarmprestaties worden geleverd bij de hoogste ventilatorsnelheid.
(Er kan wat geluid worden gemaakt, afhankelijk van de hoogte-instelling.)
Groep beheren
Deze functie is uitsluitend voor het beheren van groepen. Schakel deze functie niet in wan-
neer er geen groep wordt beheerd.
Nadat u de functie Groep beheren hebt ingesteld, schakelt u het apparaat uit en schakelt u
het na één minuut weer in.
Aanvullende verwarming
Deze functie kan alleen worden uitgevoerd voor modellen waarvoor de functie Aanvullende
verwarming is geactiveerd.
Installatie-instellingen - Codetabel voor de installatie-instellingen
Codetabel voor de installatie-instellingen
Nr. Functie Functiecode Instellingswaarde LCD afstandsbediening
0 Modus negeren
0
0 : Instellen als master
1 : Instellen als slave
1
Plafondhoogte
selecteren
1
1 : Standaard
2 : Laag
3 : Hoog
4 : Zeer hoog
2
Groep beheren
2
0 : Instellen als master
1 : Instellen als slave
2 : Master/slave controleren
Aanvullende
verwarming
2
3 :
Aanvullende verwarming inschakelen
4 :
Aanvullende verwarming annuleren
5 :
Installatie aanvullende verwarming
controleren
14
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
NEDERLANDS
Installatie-instellingen - Adres van centrale besturing instellen
Installatie-instellingen - Adres van de centrale besturing controleren
1 Houd de toets PLASMA ingedrukt en druk vervolgens op de toets HERSTELLEN.
2 Richt de afstandsbediening op de binnenunit en druk één keer op de toets AAN/UIT. Het in-
gestelde adres van de binnenunit wordt weergegeven in het display.
• De weergavetijd en -methode kunnen verschillen, afhankelijk van het type binnenunit.
3 Zet de afstandsbediening terug om de algemene bedrijfsmodus te gebruiken.
1 Houd de toets MODUS ingedrukt en druk
vervolgens op de toets HERSTELLEN.
2 U kunt de toetsen voor de temperatuurin-
stelling gebruiken om het adres van de bin-
nenunit in te stellen.
• Instellingsbereik: 00 ~ FF
3 Nadat u het adres hebt ingesteld, drukt u
eenmaal op de toets AAN/UIT in de richt-
ing van de binnenunit.
4 De binnenunit geeft het ingestelde adres
weer om de adresinstelling te voltooien.
• De weergavetijd en -methode kunnen
verschillen, afhankelijk van het type bin-
nenunit.
5 Zet de afstandsbediening terug om de al-
gemene bedrijfsmodus te gebruiken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
15
NEDERLANDS
Koelmodus
- Standaardbediening
1 Druk op de toets AAN/UIT.
Het apparaat reageert met een piepsignaal.
2 Druk op de toets MODUS om de
koelmodus te selecteren.
3 Stel de gewenste temperatuur in door op
de toets TEMP te drukken.
Druk op de toets KAMERTEMPERATUUR
CONTROLEREN om de kamertemperatuur
te controleren.
Wanneer de ingestelde temperatuur hoger
is dan de kamertemperatuur, wordt er
geen koude lucht de ruimte in geblazen.
• Bereik temperatuurinstelling :
18~30°C(64~86°F)
Koelmodus - Extra koelen
1 Druk op de toets AAN/UIT.
Het apparaat reageert met een piepsignaal.
2 Druk op de toets MODUS om de
koelmodus te selecteren.
3 Druk op de toets JET COOL. De unit ge-
bruikt een superhoge ventilatorsnelheid in
de koelmodus.
Voor wandmodellen wordt deze modus voor
extra koeling gedurende 30 minuten uitgevoerd.
4 Als u de modus Extra koelen wilt
uitschakelen drukt u nogmaals op de toets
JET COOL, op de ventilatortoets of op de
toets voor de temperatuurinstelling zodat
de unit in de koelmodus naar de hoge ven-
tilatorsnelheid schakelt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
16
GEBRUIKERSHANDLEIDING
NEDERLANDS
Verwarmingsmodus
Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen met een warmtepomp.
1 Druk op de toets AAN/UIT.
Het apparaat reageert met een piepsignaal.
2 Druk op de toets MODUS om de verwarm-
ingsmodus te selecteren.
3 Druk op de toets TEMP om de gewenste
temperatuur te selecteren. Druk op de
toets KAMERTEMPERATUUR CONTROL-
EREN om de kamertemperatuur te control-
eren. Wanneer de ingestelde temperatuur
lager is dan de kamertemperatuur, wordt
er geen warme lucht de ruimte in
geblazen.
• Temperatuurbereik in de verwarm-
ingsmodus : 16~30°C (60°F~86°F)
4 Stel de ventilatorsnelheid nogmaals in. U
kunt vier ventilatorsnelheden selecteren:
langzaam, gemiddeld, snel of afwisselend.
Telkens wanneer u op de toets drukt,
wordt de ventilatorsnelheid gewijzigd.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
17
NEDERLANDS
De modus Automatisch overschakelen - De temperatuur voor de
modusschakeling instellen
Deze functie is voor het instellen van de modus voor Automatisch overschakelen.
1
Houd in de modus Automatisch overschakelen, de toets KAMERTEMPERATUUR CONTROLEREN drie sec-
onden ingedrukt. De eerder ingestelde temperatuur voor het wijzigen van de modus, wordt weergegeven.
2 Druk op de toetsen voor de temperatuurinstelling (TEMP) om de gewenste temperatuur voor
het wijzigen van de modus op te geven. (De standaardwaarde is 2°C )
De temperatuur voor het wijzigen van de modus, is het temperatuurverschil waarbij de air-
conditioner van de koelmodus naar de verwarmingsmodus schakelt, of andersom.
Voorbeeld: wanneer de temperatuur is ingesteld op 25°C en de kamertemperatuur 20°C is,
wordt de bedrijfsmodus verwarmen ingesteld. Als u voor het wijzigen van de
modus een temperatuur van 2°C opgeeft, wordt er naar de koelmodus
geschakeld zodra dit verschil is bereikt.
De modus Automatisch overschakelen
Deze functie is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
1 Druk op de toets AAN/UIT.
Het apparaat reageert met een piepsignaal.
2 Druk op de toets MODUS om de modus
Automatisch overschakelen te selecteren.
3 Stel de gewenste kamertemperatuur in.
• Temperatuurbereik voor de modus Au-
tomatisch overschakelen instellen :
18~30°C (64~86°F)
4 U kunt vier ventilatorsnelheden selecteren:
langzaam, gemiddeld, hoog en afwisse-
lend. Telkens wanneer u op de toets drukt,
wordt de ventilatorsnelheid gewijzigd.
Tijdens Automatisch overschakelen
• De airconditioner past automatisch de
bedrijfsmodus aan om de binnentem-
peratuur te handhaven. Wanneer de
kamertemperatuur meer dan ±2°C
afwijkt van de ingestelde kamertemper-
atuur, houdt de airconditioner de
kamertemperatuur binnen ±2°C van de
ingestelde kamertemperatuur via de
modus voor automatisch schakelen.
18
GEBRUIKERSHANDLEIDING
NEDERLANDS
Automatische bedrijfsmodus
1 Druk op de toets AAN/UIT.
Het apparaat reageert met een piepsignaal.
2 Druk op de toets MODUS om de Automa-
tische bedrijfsmodus te selecteren.
3 Stel de gewenste temperatuur in.
<Voor koelmodellen>
De temperatuur en de ventilatorsnelheid wor-
den uitgaande van de werkelijke kamertem-
peratuur automatisch elektronisch geregeld.
Als u het warm of koud hebt, drukt u op de
toetsen voor de temperatuurinstelling om
meer te koelen of te verwarmen.
U kunt de snelheid van de binnenventilator
niet aanpassen. Deze is al ingesteld door de
Automatische bedrijfsmodus.
<Voor modellen met een warmtepomp>
U kunt de gewenste temperatuur en de snel-
heid van de binnenventilator instellen.
Bereik temperatuurinstelling :
18~30°C(64~86°F)
Code Gevoel
2 Koud
1 Enigszins koel
0 Neutraal
-1
Enigszins warm
-2 Warm
Selecteer de code afhan
-kelijk van uw gevoel.
Tijdens de Automatische bedrijfsmodus
• Als het systeem niet naar wens func-
tioneert, kunt u het met de hand naar
een andere stand overschakelen.
Het systeem schakelt niet automatisch
over van de koelmodus naar de ver-
warmingsmodus of van verwarmen
naar koelen; u moet de modus en de
gewenste temperatuur dan opnieuw in-
stellen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
19
NEDERLANDS
Ontvochtigingsmodus
1 Druk op de toets AAN/UIT.
Het apparaat reageert met een piepsignaal.
2 Druk op de toets MODus om de
ontvochtigingsmodus te selecteren.
3 Stel de ventilatorsnelheid in. U kunt vier
ventilatorsnelheden selecteren: langzaam,
gemiddeld, snel of afwisselend. Telkens
wanneer u op de toets drukt, wordt de
ventilatorsnelheid gewijzigd.
Tijdens de ontvochtigingsmodus
• Als u met de toets voor de bedrijfs-
modus de ontvochtigingsmodus se-
lecteert, wordt de
ontvochtigingsfunctie van de binnenunit
gestart en wordt op basis van de
huidige temperatuur automatisch de
kamertemperatuur en het luchtvolume
ingesteld voor de beste omstandigheid
voor de ontvochtigingsfunctie. In dit
geval wordt de ingestelde temperatuur
niet weergegeven op de afstandsbedi-
ening en kunt u de temperatuur in de
kamer niet regelen.
• Tijdens de gezonde ontvochtigingsfunc-
tie wordt het luchtvolume automatisch
rekenkundig ingesteld op basis van de
huidige kamertemperatuur voor een
gezond en aangenaam klimaat in de
ruimte, zelfs bij een zeer hoge
vochtigheidsgraad.
20
GEBRUIKERSHANDLEIDING
NEDERLANDS
Ventilatormodus
1 Druk op de toets AAN/UIT.
Het apparaat reageert met een piepsignaal.
2 Druk op de toets MODUS om de ventila-
tormodus te selecteren.
3 Stel de ventilatorsnelheid nogmaals in. U
kunt vier ventilatorsnelheden selecteren:
langzaam, gemiddeld, snel of afwisselend.
Telkens wanneer u op de toets drukt,
wordt de ventilatorsnelheid gewijzigd.
Natuurlijke luchtstroom dankzij de ge-
bruikte logica voor de optie afwisselend
• Voor een frisser gevoel dan bij andere
ventilatorsnelheden drukt u op de toets
Fan Speed en selecteert u de modus
voor afwisseling. In deze modus blaast
de wind als een natuurlijk briesje door-
dat de ventilatorsnelheid automatisch
wordt afgewisseld.
Tijdens de ventilatormodus
• De buitencompressor werkt niet. Ge-
bruik een functie voor het circuleren
van de binnenlucht, aangezien de lucht
die niet aanzienlijk van de binnentem-
peratuur verschilt, naar buiten wordt
geblazen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
21
NEDERLANDS
Temperatuurinstelling/kamertemperatuur controleren
U kunt eenvoudig de gewenste temper-
atuur wijzigen.
• Druk op de onderstaande toetsen om
de gewenste temperatuur in te stellen.
: De temperatuur met 1˚C per
keer verhogen.
: De temperatuur met 1˚C per
keer verlagen.
Kamertemperatuur: Geeft de huidige
kamertemperatuur weer.
Ingestelde temperatuur: Geeft de temper-
atuur weer die de gebruiker wil instellen.
<Koelmodus>
De koelmodus werkt niet wanneer de
gewenste temperatuur hoger is dan de
kamertemperatuur. Verlaag de gewenste
temperatuur.
<Verwarmingsmodus>
De verwarmingsmodus werkt niet wan-
neer de gewenste temperatuur lager is
dan de kamertemperatuur. Verhoog de
gewenste temperatuur.
Telkens als u op de toets drukt, wordt
binnen vijf seconden de kamertemper-
atuur weergegeven.
Na vijf seconden wordt het display naar
de gewenste temperatuur
overgeschakeld.
Afhankelijk van de locatie van de afs-
tandsbediening kan de werkelijke tem-
peratuur in de ruimte afwijken van de
temperatuur die wordt weergegeven.
22
GEBRUIKERSHANDLEIDING
NEDERLANDS
Verticale luchtstroom beheren (optioneel)
De verticale luchtstroom (omhoog/-omlaag) kan worden aangepast via de afstandsbediening.
1 Druk op de toets AAN/UIT om de unit in te schakelen.
2 Als u op de toets LUCHTSTROOM voor de verticale luchtstroom drukt, beweegt het venti-
latierooster op en neer. Druk nogmaals op de toets voor de verticale luchtstroom om het ven-
tilatierooster in te stellen op de gewenste richting.
Schakelen tussen Celsius en Fahrenheit
Luchtstroominstellingen
OPMERKING
!
• Als u op de toets LUCHTSTROOM voor de verticale luchtstroom drukt, wordt de horizon-
tale luchtstroom automatisch rekenkundig aangepast op basis van de Auto Swing voor een
gelijkmatige verdeling van de lucht in de ruimte en een comfortabeler gevoel, alsof er een
natuurlijk briesje staat.
• Gebruik altijd de afstandsbediening om de richting van de verticale luchtstroom aan te
passen. Als u het ventilatierooster met de verticale luchtstroomrichting met de hand be-
weegt, kan dat de airconditioner beschadigen.
• Als het element wordt afgesloten, sluit de ventilatiekoepel voor de op/neer richting van de
luchtstroom het luchtuitlaatopening van het systeem.
Druk op de schakeltoets °C/°F om te schakelen tussen Celsius en Fahrenheit.
Wanneer u in de modus Fahrenheit op een toets voor de temperatuurinstelling (TEMP) drukt,
wordt de temperatuur met 2°F verhoogd/verlaagd.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
23
NEDERLANDS
De huidige tijd instellen
1 Houd de toets TIMER ongeveer 3 seconden ingedrukt.
2 Druk op de toetsen voor tijdsinstelling totdat de gewenste tijd is ingesteld.
3 Druk op de toets INSTELLEN/WISSEN.
Instelling timer
1 Press the TIMER button to turn timer on or off.
2 Druk op de toetsen voor tijdsinstelling totdat de gewenste tijd is ingesteld.
3 Druk op de toets INSTELLEN/WISSEN.
De timerinstellingen annuleren
• Als u alle timerinstellingen wilt annuleren, drukt u op de toets ALLES WISSEN.
• Als u alle timerinstellingen wilt annuleren, kunt u op de toets TIMER drukken om de timer naar
wens in of uit te schakelen of in de stand-by stand te zetten. Richt de afstandsbediening vervol-
gens op de signaalontvanger en druk op de toets INSTELLEN/WISSEN.
(De timerlamp op de airconditioner en het display worden uitgeschakeld.)
Timer
OPMERKING
!
Vink de het selectievakje AM ('s ochtends) of PM ('s middags) aan.
OPMERKING
!
Selecteer een van de volgende drie opties.
Timer stand-by Timer aan Timer uit
24
ONDERHOUD EN SERVICE
NEDERLANDS
Rooster, kast en afstandsbediening
-
Schakel het systeem uit voordat u het reinigt en ge-
bruik alleen een zachte droge doek. Gebruik nooit
bleekmiddel of schurende reinigingsmiddelen.
De luchtfilters achter het rooster aan de voorz-
ijde moeten eens in de veertien dagen – of
vaker als het nodig is – worden gecontroleerd
en gereinigd.
- Gebruik nooit een van de volgende middelen:
Water warmer dan 40 °C.
Dit kan vervorming en/of verkleuring
veroorzaken.
Vluchtige middelen.
Deze kunnen het oppervlak van de verschil-
lende onderdelen van het aircosysteem
beschadigen.
- Verwijder de luchtfilters.
Pak het lipje vast en trek dit enigszins naar
voren om het filter te verwijderen.
- Verwijder het stof van het luchtfilter met een
stofzuiger of was het filter in water.
Als het stof vastgekleefd is, was het filter
dan in een lauwwarm sopje met een neu-
traal wasmiddel.
Om te voorkomen dat het filter vervormt,
mag het water niet warmer zijn dan 40°C.
- Nadat het wassen in water laat u het in de
schaduw goed drogen.
Laat het filter nooit in de volle zon of bij een
kachel drogen.
- Plaats het luchtfilter terug.
OPMERKING
!
Voordat u de binnenunit reinigt, moet u de
stroomvoorziening uitschakelen.
LET OP
Raak de metalen delen van de binnenunit
niet aan wanneer het luchtfilter moet wor-
den vervangen.
Dit kan verwondingen veroorzaken.
!
Luchtfilters
B
e
n
z
e
e
n
S
c
h
u
u
r
m
i
d
T
h
i
n
n
e
r
Horizontale
ventilatierooster
Verticale ventilatierooster
Luchtuitlaat
Luchtinlaat
(Luchtinlaatrooster)
Luchtfilters
(Achter het
luchtinlaatrooster)
ONDERHOUD EN SERVICE
ONDERHOUD EN SERVICE
25
NEDERLANDS
Laat de kamer niet te koud
worden.
Dit is slecht voor de gezond-
heid en een verspilling van
elektrische energie.
Houd de luiken en gordijnen
gesloten.
Voorkom direct zonlicht in de
kamer wanneer het aircosys-
teem is ingeschakeld.
Houd de temperatuur in de
kamer constant.
Stel de richting van de verticale
en horizontale luchtstroom zo in
dat er in de kamer een gelijk-
matige temperatuur heerst.
Zorg ervoor dat de deuren en
vensters goed gesloten zijn.
Laat de deuren en vensters
zoveel mogelijk gesloten om
de koele lucht in de ruimte te
houden.
Reinig de luchtfilters regelmatig.
Vervuilde luchtfilters hebben een
minder goede de luchtdoorstro-
ming waardoor de koel- en
ontvochtigingsprestaties afnemen.
Reinig de luchtfilters minstens één
keer per veertien dagen.
Ventileer de ruimte zo nu en
dan.
Omdat de vensters gesloten
blijven, is het een goed idee
ze nu en dan te openen en de
ruimte te ventileren.
Wanneer de airconditioner niet
werkt....
Ga als volgt te werk als het aircosys-
teem een langere tijd niet wordt ge-
bruikt.
- Laat het aircosysteem met de volgende in-
stellingen 2 tot 3 uur draaien.
Type bediening: ventilator ingeschakeld.
(zie pagina "entilatormodus")
Hierdoor raken de ingebouwde
mechanieken uitgedroogd.
- Schakel de stroomonderbreker uit.
- Verwijder de batterijen uit de afstandsbedi-
ening.
Praktische informatie
De luchtfilters en uw energienota.
Als de luchtfilters door stof verstopt raken,
daalt de koelcapaciteit en wordt 6% van de
energie die nodig is om het aircosysteem te
laten werken verspild.
Wanneer de airconditioner weer
wordt gebruikt.
- Reinig het luchtfilter en plaats het terug in de
binnenunit.
(zie pagina "Onderhoud en Service")
- Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de
binnen- en buitenunit mogelijk verstopt zijn.
- Controleer of de aardleiding correct is
aangesloten. Deze kan op de zijkant van de
binnenunit zijn aangesloten.
LET OP
Schakel de stroomonderbreker uit als het air-
cosysteem langere tijd buiten gebruik blijft.
Hierdoor hoopt stof op en ontstaat
brandgevaar.
!
Gebruikstips!
26
ONDERHOUD EN SERVICE
NEDERLANDS
Vraag in de volgende gevallen onmiddellijk om deskundige service:
- U ruikt een brandlucht, u hoort een hard geluid, kortom, er klopt iets niet in uw aircosysteem.
Stop de unit en schakel de stroomonderbreker uit. Probeer in dergelijke gevallen de aircondi-
tioner nooit zelf te repareren of opnieuw te starten.
- De netvoedingskabel voelt heet aan of is beschadigd.
- Door zelfdiagnose van het systeem wordt een foutcode gegenereerd.
- Er lekt water uit de binnenunit, ook als de luchtvochtigheid laag is.
- Een schakelaar, stroomverbreker (beveiliging, aarde) of zekering werkt niet goed.
De gebruiker moet het aircosysteem zelf regelmatig controleren en reinigen om te voorkomen
dat de prestaties ervan minder worden.
In speciale gevallen mag dit werk uitsluitend door een vakkundige servicemonteur worden uit-
gevoerd.
Het aircosysteem
werkt niet.
- Hebt u de timer
misschien verkeerd
ingesteld?
- Is de zekering miss-
chien doorgeslagen
of de stroomver-
breker ingeschakeld?
Er hangt een vreemde
geur in de kamer.
-
Controleer of dit
wellicht een
vochtluchtje van de
muren, de vloerbe-
dekking, de meubels
of andere textielpro-
ducten in de ruimte is.
Het lijkt of er con-
denswater uit het air-
cosysteem lekt.
-
Condenswater
ontstaat als de warme
lucht in het lokaal
door de luchtstroom
van het aircosysteem
wordt afgekoeld.
Bij opnieuw opstarten
duurt het zo’n drie minuten
voordat het aircosysteem
ingeschakeld wordt.
-
Dit komt door een vei-
ligheidsschakeling van
het mechanisme.
-
Wacht drie minuten tot-
dat het de airconditioner
wordt ingeschakeld.
Het aircosysteem koelt
of verwarmt niet goed.
- Is het luchtfilter
misschien vuil? Zie
de aanwijzingen voor
het reinigen van het
luchtfilter.
-
Het is mogelijk dat de
ruimte erg warm was
toen het aircosysteem
voor het eerst werd
ingeschakeld. Laat de
kamer een tijdje
afkoelen.
-
HIs de temperatuur miss-
chien niet goed ingesteld?
- Is de luchtinlaat of
de luchtuitlaat van de
binnenunit mogelijk
geblokkeerd?
Het aircosysteem
maakt geluid.
- U hoort een geluid
als van stromend
water.
* Dit is geluid van
stromend Freon in
de airconditioner.
- U hoort een geluid
alsof er perslucht
met kracht wordt uit-
geblazen.
-
Dit is het geluid van
het ontvochtig-
ingswater dat binnen
in het aircosysteem
wordt verwerkt.
U hoort een krakend
geluid.
- Dit geluid ontstaat
door het uitzetten en
krimpen van het
frontpaneel e.d. als
gevolg van de tem-
peratuurwisselingen.
Het display van de af-
standsbediening is
wazig of geeft niets
aan.
- Zijn de batterijen
misschien uitgeput?
- Hebt u de batterijen
verkeerd om in de
(+) en (-) ingelegd?
Het filterstatuslampje
(LED) brandt.
- Reinig het filter, druk
tegelijkertijd 3 secon-
den lang op de toets
Timer en van de
bedrade afstandsbe-
diening.
Tips voor het oplossen van problemen! Bespaar tijd en geld!
Controleer de volgende punten voordat u reparatie of onderhoud aanvraagt.... Bel uw dealer als u
de storing niet zelf kunt oplossen.

Documenttranscriptie

GEBRUIKERSHANDLEIDING AIRCOSYSTEEM Type: voor verlaagde plafonds & staande Airconditione voor verlaagde plafonds Airconditione www.lg.com NEDERLANDS Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het aircosysteem in gebruik neemt en bewaar deze handleiding ook voor later gebruik. 2 TIPS VOOR ENERGIEBESPARING TIPS VOOR ENERGIEBESPARING Hier volgen enkele tips die u helpen om het energieverbruik te minimaliseren wanneer u de airconditioner gebruikt. U kunt uw airconditioner efficiënter gebruiken door de onderstaande instructies te op te volgen : • Koel niet overmatig. Dit kan schadelijk zijn voor uw gezondheid en u verbruikt meer energie. • Blokkeer het zonlicht met zonneschermen of gordijnen wanneer u de airconditioner gebruikt. • Houd deuren en ramen goed gesloten wanneer u de airconditioner gebruikt. • Pas de luchtstroom verticaal of horizontaal aan voor een goede circulatie van de lucht in de ruimte. • Verhoog de ventilatorsnelheid om de ruimte in een kort tijdsbestek snel te verwarmen of te koelen. • Open regelmatig een raam om te ventileren, aangezien de luchtkwaliteit in de ruimte kan verslechteren als u de airconditioner uren achtereen gebruikt. • Maak het luchtfilter om de twee weken schoon. Het stof en de onzuiverheden die in het luchtfilter worden opgevangen, kunnen de luchtstroom blokkeren of een negatieve invloed hebben op de koel-/ontvochtigingsfuncties. NEDERLANDS Voor uw eigen administratie Niet de aankoopbon aan deze pagina voor het geval u deze nodig hebt om de aanschafdatum aan te tonen of voor garantiedoeleinden. Noteer hier het modelnummer en het serienummer : Modelnummer : Serienummer : Deze gegevens staan op een label aan de zijkant van elke unit. Naam van de dealer : Aankoopdatum : BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 3 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ALLE INSTRUCTIES VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT. Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat het product optimaal presteert. ! WAARSCHUWING Als u een waarschuwing negeert, kan dit leiden tot ernstig letsel of de dood. ! LET OP Als u de instructies negeert, kan dit leiden tot gering letsel of schade aan het product. ! WAARSCHUWING • De installatie van of reparatie aan het product door niet-gekwalificeerde personen kan gevaarlijke situaties voor u en anderen opleveren. • Het product moet worden geïnstalleerd conform de bedradingsrichtlijnen van het desbetreffende land. • De informatie in de handleiding is bedoeld voor een gekwalificeerde servicemonteur die bekend is met de veiligheidsprocedures en beschikt over het juiste gereedschap en de juiste testinstrumenten. • Wanneer u de instructies in deze handleiding niet nauwkeurig leest of opvolgt, werkt het apparaat mogelijk niet naar behoren of kan dit leiden tot materiële schade, letsel of de dood. Installeren NEDERLANDS • Gebruik geen defecte of te laag gewaardeerde stroomonderbreker. Installeer dit apparaat in een speciaal daarvoor bestemde groep. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Roep voor elektrische installatie- of reparatiewerkzaamheden de hulp in van de dealer, de leverancier, een gekwalificeerde elektricien of een erkend installatiebureau. Demonteer of repareer het product niet zelf. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Dit apparaat moet altijd worden geaard. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Zet het paneel en de afdekplaat van de bedieningseenheid stevig vast. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Laat altijd een afzonderlijke groep inclusief stroomonderbreker installeren. Een verkeerde bedrading of installatie kan brand, kortsluiting en elektrisch schokgevaar veroorzaken. • Gebruik een stroomonderbreker of zekering van de juiste waarde. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Vervang of verleng de netvoedingskabel niet. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Als gebruiker mag u het ventilatiesysteem niet zelf installeren, verwijderen of opnieuw installeren. U loopt risico op brand-, schok- en explosiegevaar en persoonlijk letsel. • Wees voorzichtig bij het uitpakken en installeren van het product. U kunt zich aan de scherpe randen verwonden. Pas op voor de randen van de behuizing en de condensor- en verdampervinnen. • Neem voor de installatie contact op met de dealer of een erkend servicecenter. Er bestaat gevaar van brand, schok, explosie en persoonlijk letsel. 4 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Installeer het aircosysteem niet in een bouwvallige structuur. Dit kan verwondingen, een ongeval of beschadiging van het ventilatiesysteem veroorzaken. • Zorg ervoor dat de installatiestructuur niet geleidelijk in verval raakt. De airconditioner kan tegelijk met de installatiestructuur vallen, onklaar raken en materiële schade en persoonlijk letsel veroorzaken. • Laat het aircosysteem niet langdurig werken als de luchtvochtigheid erg hoog is en er deuren of ramen openstaan. Hierdoor kan er condensvorming op het meubilair ontstaan en is er kans op schade. Bediening NEDERLANDS • Zorg ervoor dat de netvoedingskabel tijdens het gebruik van het systeem niet kan worden losgetrokken of beschadigd. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Zet niets op de netvoedingskabel. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Trek de stekker van de netvoedingskabel niet uit het stopcontact wanneer het systeem in werking is. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Raak of bedien het aircosysteem niet met natte handen (aan). Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Plaats geen verwarmingsapparaten of andere toestellen in de buurt van de netvoedingskabel. U riskeert hiermee u brand- en schokgevaar. • Zorg ervoor dat de elektrische onderdelen van het aircosysteem niet nat worden. Daardoor zou brand, kortsluiting en schok kunnen ontstaan en het uitvallen van het aircosysteem. • Bewaar geen ontvlambare gassen en brandstoffen in de buurt van het aircosysteem. Daardoor zou brand en het uitvallen van het aircosysteem kunnen ontstaan. • Gebruik het aircosysteem niet langdurig in een hermetisch gesloten ruimte. Hierdoor kan zuurstoftekort ontstaan. • Als er een lek is van ontvlambaar gas, sluit dan de gaskraan en open de ramen om de ruimte te ventileren voordat u het aircosysteem inschakelt. Gebruik de telefoon niet en zet geen schakelaars aan of uit. Er kan een explosie of brand ontstaan. • Er komen vreemde geluiden of rook uit het aircosysteem. Schakel de centrale stroomonderbreker uit of trek de netvoedingskabel uit het stopcontact. Er bestaat risico op brand en schok. • Schakel het aircosysteem bij stormachtig weer uit. Verwijder zo mogelijk het aircosysteem bij een stormwaarschuwing tijdig uit de vensteropening. Er kan materiële schade, uitvallen van het product en kortsluiting ontstaan. • Open het inlaatrooster van het aircosysteem niet als dit in werking is. Raak het elektrostatisch filter niet aan, als het apparaat hiermee is uitgerust. Er bestaat risico op lichamelijk letsel, kortsluiting, schok en een defect aan het product. • Neem contact op met een erkend elektrotechnisch installatiebureau als het aircosysteem geheel of gedeeltelijk onder water heeft gestaan. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Zorg ervoor dat er geen water in het product komt. Er bestaat risico op brand, kortsluiting, schok en beschadiging van het aircosysteem. • Ventileer het aircosysteem regelmatig als u het samen met een kachel e.d. Als u deze waarschuwing negeert loopt u risico op brand of een elektrische schok. • Zet de hoofdschakelaar uit tijdens een reinigings- of controlebeurt van het aircosysteem. Er bestaat risico op een elektrische schok. • Trek de netvoedingskabel uit het stopcontact of schakel de centrale stroomonderbreker uit als het systeem lange tijd niet wordt gebruikt. Zodoende voorkomt u dat het product beschadigd of defect raakt of onbedoeld wordt ingeschakeld. • Zorg ervoor dat niemand op de buitenunit kan trappen of erover vallen. Hioerdoor riskeert u persoonlijk letsel en beschadiging van het aircosysteem. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 5 ! LET OP Installeren • Controleer na de installatie of eventuele reparaties het aircosysteem altijd op gaslekken (koelmiddel). Wanneer het systeem te weinig koelmiddel bevat, kan de airconditioner beschadigd raken. • Installeer altijd een afvoerbuis om condenswater correct af te voeren. Door een slechte aansluiting kan lekkage ontstaan. • Houd het aircosysteem altijd horizontaal – ook bij installatiewerkzaamheden. Zodoende voorkomt u trillingen en lekkage. • Installeer het aircosysteem niet op plaatsen waar het geluid of warme lucht van de buitenunit omwonenden kan hinderen. Hierdoor kunnen problemen met de buren ontstaan. • Het apparaat moet altijd door minimaal twee personen worden getild en verplaatst. Hierdoor riskeert u persoonlijk letsel. • Installeer het aircosysteem niet waar het rechtstreeks blootstaat aan wind van zee (zoutinwerking). Hierdoor riskeert u corrosie van het aircosysteem. Door toenemende corrosievorming op de condensor en de verdampervinnen gaat het aircosysteem slechter werken. Gebruik • Stel uw huid niet langdurig rechtstreeks bloot aan koude lucht. (Ga niet in de luchtstroom zitten.) Dat is slecht voor de gezondheid. • Gebruik het aircosysteem niet voor speciale toepassingen als voedselconservering, het bewaren van kunstwerken e.d. Het is een aircosysteem voor de gemiddelde consument, niet een precisiekoelsysteem. Hierdoor riskeert u beschadiging of verlies van uw bezittingen. • Blokkeer de luchtinlaat of luchtuitlaat niet. Hierdoor kan het product defect raken. • Reinig het aircosysteem altijd met een zachte doek. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, oplosmiddelen e.d. Hierdoor riskeert u brand, kortsluiting, schokgevaar en beschadiging van de kunststof onderdelen van het product. • Raak bij het verwijderen van het luchtfilter de metalen delen van het aircosysteem niet aan. Deze zijn zeer scherp. Hierdoor riskeert u lichamelijk letsel. • Trap niet op onderdelen van het aircosysteem en plaats er niets op (buitenunits). Hierdoor riskeert u persoonlijk letsel en storingen van het aircosysteem. • Breng het filter altijd zorgvuldig aan. Reinig het filter minstens elke veertien dagen of vaker als dat nodig is. Een vuil filter vermindert de efficiëntie van het aircosysteem en kan storing of beschadiging van het systeem veroorzaken. • Steek nooit uw vingers of een ander object in de luchtinlaat of luchtuitlaat terwijl het aircosysteem in gezondheidsproblemen veroorzaken. • Ga bij het reinigen of controleren van het aircosysteem altijd op een stevige stoel of ladder staan. Wees voorzichtig en zorg ervoor dat u zich niet bezeert. • Vervang lege batterijen in de afstandsbediening door nieuwe van hetzelfde type. Gebruik geen oude en nieuwe of verschillende typen batterijen door elkaar. Hierdoor kan brand of explosie ontstaan. • Laad de batterijen niet op en haal ze niet uit elkaar. Gooi batterijen nooit in een vuur. Ze kunnen exploderen of in brand raken. • Als er vloeistof uit de batterijen op uw huid, kleding, meubels of vloerbedekking is gelekt, was deze dan grondig met schoon water. Gebruik de afstandsbediening niet als de batterijen lekken. De chemicaliën in de batterijen kunnen brandwonden en andere gezondheidsproblemen veroorzaken. • Als u vloeistof uit de batterijen binnenkrijgt, poets uw tanden en raadpleeg een arts. Gebruik de afstandsbediening niet als de batterijen lekken. De chemicaliën in de batterijen kunnen brandwonden en andere gezondheidsproblemen veroorzaken. NEDERLANDS werking is. Het systeem bevat scherpe en bewegende onderdelen waaraan u zich kunt verwonden. • Drink geen water dat door het systeem wordt afgevoerd. Dit water is niet schoon en kan ernstige 6 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 2 3 TIPS VOOR ENERGIEBESPARING 15 GEBRUIKERSHAND- BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 15 Koelmodus - Standaardwerking 15 Koelmodus - Extra koelen LEIDING 16 Verwarmingsmodus 7 VÓÓR GEBRUIK 17 De modus Automatisch overschakelen 7 De bediening voorbereiden 17 7 Gebruik De modus Automatisch overschakelen - De temperatuur voor de modusschakeling instellen 7 Reiniging en onderhoud 18 Automatische bedrijfsmodus 7 Service 19 Ontvochtigingsmodus 8 PRODUCTVOORSTELLING 20 Ventilatormodus 21 Temperatuurinstelling/ kamertemperatuur controleren 22 Luchtstroominstellingen 8 Naam en functie van onderdelen 8 Doe dit voordat u het aircosysteem inschakelt 22 Schakelen tussen Celsius en Fahrenheit 8 Statuslampjes voor bediening 23 Timer 9 Draadloze afstandsbediening 24 ONDERHOUD EN SERVICE 11 BEDIENINGSINSTRUCTIES NEDERLANDS 11 Het plaatsen van de batterijen 11 De draadloze afstandsbediening onderhouden 12 INSTALLATIE-INSTRUCTIES 12 Installatie-instellingen - De modus voor de installatie-instellingen activeren 13 Installatie-instellingen - Codetabel voor de installatie-instellingen 14 Installatie-instellingen - Adres van de centrale besturing instellen 14 Installatie-instellingen - Adres van de centrale besturing controleren 25 Gebruikstips! 25 Wanneer de airconditioner niet werkt.... 26 Tips voor het oplossen van problemen! Tijd en geld besparen! 26 Vraag in de volgende gevallen onmiddellijk om deskundige service VÓÓR GEBRUIK 7 VÓÓR GEBRUIK De bediening voorbereiden • Laat de installatie uitvoeren door een installateur. • Gebruik een afzonderlijke lichtnetgroep. Gebruik • Langdurige blootstelling aan een rechtstreekse luchtstroom is slecht voor uw gezondheid. Stel bewoners, huisdieren en planten niet langdurig bloot aan een rechtstreekse luchtstroom. • Om te voorkomen dat er een zuurstoftekort ontstaat, moet de kamer afdoende worden geventileerd als zich daarin ook kachels of andere verwarmingsapparaten bevinden. • Gebruik de airconditioner niet voor niet-gespecificeerde speciale toepassingen. Bijvoorbeeld voor de opslag van precisieapparaten, voedsel, huisdieren, planten en kunstobjecten. Hierdoor kunnen de items beschadigd raken. Reiniging en onderhoud • Raak de metalen onderdelen van het systeem bij het verwijderen van het filter niet aan. Bij het hanteren van scherpe metalen randen kunt u een verwonding oplopen. • Gebruik geen water om de binnenkant van de airconditioner schoon te maken. De isolatie kan door contact met water beschadigd worden met schokgevaar als gevolg. • Zorg ervoor dat de stroomvoorziening en de stroomonderbreker zijn uitgeschakeld voordat u het systeem reinigt. De ventilator draait met zeer hoge snelheid wanneer het systeem ingeschakeld is. U riskeert verwondingen als het aircosysteem tijdens het reinigen van de inwendige delen per abuis wordt ingeschakeld. Service NEDERLANDS Neem voor reparaties en onderhoud contact op met een erkende servicedealer. 8 PRODUCTVOORSTELLING PRODUCTVOORSTELLING Naam en functie van onderdelen 4 67 Doe dit voordat u het aircosysteem inschakelt Paarsysteem of gelijktijdig werkend systeem 2 A 5 1 3 1 2 1 1 4 Multisysteem 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Binnenunit Buitenunit Afstandsbediening Aangezogen lucht Uitgeblazen lucht Koelmiddelleiding, elektrische aansluitkabel Afvoerbuis Aardleiding Aard het systeem via de buitenunit om elektrische schokken te voorkomen. B Als uw installatie een aangepast bedieningssysteem heeft, vraag uw LG dealer dan naar de bediening die met uw systeem overeenkomt. 1 Unit met afstandsbediening 2 Unit zonder afstandsbediening (parallelgeschakeld voor gelijktijdige bediening) Statuslampjes voor bediening NEDERLANDS Aan/uit : Licht op wanneer het systeem in werking is. Filtersymbool : Licht 2400 uur na ingebruikname van de unit op. Timer : Licht op wanneer de timer is ingeschakeld. Ontdooiingsmodus : Licht op tijdens de ontdooiingsmodus of Hot Start. (type met warmtepomp) Geforceerde bediening : Bedoeld voor het bedienen van het aircosysteem wanneer de afstandsbediening om een of andere reden niet kan worden gebruikt. PRODUCTVOORSTELLING 9 Draadloze afstandsbediening Deze airconditioner is voorzien van een afstandsbediening voor de bediening van de basisfuncties. Als u een bedrade afstandsbediening wilt gebruiken, moet u deze afzonderlijk aanschaffen. 1 PLASMA (OPTIONEEL) 8 1 9 2 10 3 12 4 13 14 11 5 6 15 7 16 Bedrijfsmodus Automatische modus of automatisch overschakelen Ontvochtigingsmodus Verwarmingsmodus Ventilatormodus • Koelmodel( ), Model met warmtepomp( ) NEDERLANDS Koelmodus Starten en stoppen van de plasma-reinigingsfunctie. 2 JET COOL Snelkoelen met zeer hoge ventilatorsnelheid. 3 BEDRIJFSMODUS SELECTEREN Bedrijfsmodus selecteren. 4 FUNCTIE INSTELLEN Hiermee kunt u de functies Auto Clean, Smart Clean, Electric heater in- en uitschakelen of de hoek van de afzonderlijke bladen bepalen. 5 LCD-VERLICHTING (optioneel) Helderheid van het lcd-scherm instellen. 6 SMART CLEAN Met deze toets schakelt u de functie Smart Clean in en uit. 7 ALLES WISSEN Alle timerfuncties wissen. 8 TEMPERATUURINSTELLING Kamertemperatuur regelen. 9 AAN/UIT Bestemd voor het in- en uitschakelen van het aircosysteem. 10 SNELHEID BINNENVENTILATOR Met deze toets kunt u vier ventilatorsnelheden instellen: langzaam, gemiddeld, snel en afwisselend. 11 LUCHTSTROOM OP/NEER Jaloeziebeweging starten of stoppen en de richting van de luchtstroom instellen. 12 LUCHTSTROOM LINKS/RECHTS De richting van de horizontale luchtstroom (links/rechts) bepalen. 13 TIMER EN TIJDSINSTELLING Start- en stoptijd en de slaapstand instellen. 14 KAMERTEMPERATUUR CONTROLEREN Kamertemperatuur controleren. 15 SCHAKELKNOP°C/°F Schakelen tussen Celsius en Fahrenheit. 16 HERSTELLEN Afstandsbediening resetten. 10 PRODUCTVOORSTELLING ! LET OP • Richt de signaalontvanger op de draadafstandsbediening om het aircosysteem te bedienen. • Het signaal van de afstandsbediening heeft een maximaal bereik van ca. 7 m. • Zorg ervoor dat tussen de afstandsbediening en de signaalontvanger niets in de weg staat. • Laat de afstandsbediening niet vallen en gooi er niet mee. • Leg de afstandsbediening niet in de zon of in de buurt van een verwarming of een andere warmtebron. • Bescherm de signaalontvanger tegen sterk dag- of lamplicht om storingen te voorkomen. (ex:Voorbeeld: elektronische snelstarter, ELBA, TL-lamp met omvormer.) ! OPMERKING • Zie voor meer informatie de handleiding van de draadloze afstandsbediening. • De werkelijke uitvoering van het aircosysteem kan afhankelijk van het model afwijken van de bovenstaande afbeelding. NEDERLANDS BEDIENINGSINSTRUCTIES 11 BEDIENINGSINSTRUCTIES Het plaatsen van de batterijen Verwijder het batterijklepje door deze in de richting van de pijl te duwen. Plaats de nieuwe batterijen en zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve polen (-) van de batterij correct geplaatst zijn. Plaats het klepje weer door het terug in positie te schuiven. Draadloze afstandsbedieningOnderhoud Kies een geschikte plek uit waar het apparaat veilig en makkelijk te bereiken is. Zet de houder stevig vast aan de muur met de bijgeleverde schroeven. Schuif de afstandsbediening in de houder. ! ! OPMERKING • De afstandsbediening mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht. • De signaalzender en ontvanger moeten altijd schoon zijn om goed te kunnen communiceren. Gebruik een zachte doek om deze schoon te maken. • In geval sommige andere toepassingen ook met de afstandsbediening worden bediend, verandert u de positie van deze apparaten of raadpleegt u uw servicetechnicus. NEDERLANDS • Zorg ervoor dat u de batterijen vervangt door hetzelfde type en dat u altijd twee batterijen van hetzelfde type gebruikt. • Als het systeem lange tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u de batterijen om de levensduur te sparen. • Als het weergavescherm van de afstandsbediening minder helder wordt, vervangt u beide batterijen. OPMERKING 12 INSTALLATIE-INSTRUCTIES INSTALLATIE-INSTRUCTIES Installatie-instellingen - De modus voor de installatie-instellingen activeren ! LET OP De modus voor de installatie-instellingen is bedoeld om de detailfuncties voor de afstandsbediening in te stellen. Als de modus voor de installatie-instellingen niet goed is ingesteld, kan dit leiden tot problemen met het product, letsel of materiële schade. Deze instellingen moeten worden opgegeven door een gecertificeerde installateur. Indien de installatie of enige wijziging wordt uitgevoerd door een niet-gecertificeerde persoon, is deze aansprakelijk voor de resultaten. In dat geval kan er geen gratis service worden verleend. 1 Houd de toets VENTILATOR SNELHEID ingedrukt en druk vervolgens op de toets RESET. 2 Selecteer met de toets TEMPERATUURINSTELLING de functiecode en de instellingswaarde. (Raadpleeg de codetabel voor de installatie-instellingen.) 3 Druk een keer op de toets AAN/UIT in de richting van de binnenunit 4 Zet de afstandsbediening terug naar de algemene bedrijfsmodus. Zie de codetabel voor de installatie-instellingen op de volgende pagina. NEDERLANDS INSTALLATIE-INSTRUCTIES 13 Installatie-instellingen - Codetabel voor de installatie-instellingen Codetabel voor de installatie-instellingen Nr. Functie Functiecode 0 Modus negeren 0 Instellingswaarde LCD afstandsbediening 0 : Instellen als master 1 : Instellen als slave 1 : Standaard 1 Plafondhoogte selecteren 2 : Laag 1 3 : Hoog 4 : Zeer hoog 0 : Instellen als master Groep beheren 2 1 : Instellen als slave 2 : Master/slave controleren 2 3 : Aanvullende verwarming inschakelen Aanvullende verwarming 2 4 : Aanvullende verwarming annuleren 5 : Installatie aanvullende verwarming controleren Modus negeren Deze functie is alleen beschikbaar op H/P-modellen die niet automatisch overschakelen van warm op koud. Groep beheren Deze functie is uitsluitend voor het beheren van groepen. Schakel deze functie niet in wanneer er geen groep wordt beheerd. Nadat u de functie Groep beheren hebt ingesteld, schakelt u het apparaat uit en schakelt u het na één minuut weer in. Aanvullende verwarming Deze functie kan alleen worden uitgevoerd voor modellen waarvoor de functie Aanvullende verwarming is geactiveerd. NEDERLANDS Plafondhoogte selecteren Het luchtvolume en de capaciteit van onze producten wordt aangepast op de plafondhoogte. Er wordt meer of minder gekoeld/verwarmd afhankelijk van de hoogte van het plafond. - De beste koel-/verwarmprestaties worden geleverd bij de hoogste ventilatorsnelheid. (Er kan wat geluid worden gemaakt, afhankelijk van de hoogte-instelling.) 14 INSTALLATIE-INSTRUCTIES Installatie-instellingen - Adres van centrale besturing instellen 1 Houd de toets MODUS ingedrukt en druk vervolgens op de toets HERSTELLEN. 2 U kunt de toetsen voor de temperatuurinstelling gebruiken om het adres van de binnenunit in te stellen. • Instellingsbereik: 00 ~ FF 3 Nadat u het adres hebt ingesteld, drukt u eenmaal op de toets AAN/UIT in de richting van de binnenunit. 4 De binnenunit geeft het ingestelde adres weer om de adresinstelling te voltooien. • De weergavetijd en -methode kunnen verschillen, afhankelijk van het type binnenunit. 5 Zet de afstandsbediening terug om de algemene bedrijfsmodus te gebruiken. Installatie-instellingen - Adres van de centrale besturing controleren NEDERLANDS 1 Houd de toets PLASMA ingedrukt en druk vervolgens op de toets HERSTELLEN. 2 Richt de afstandsbediening op de binnenunit en druk één keer op de toets AAN/UIT. Het ingestelde adres van de binnenunit wordt weergegeven in het display. • De weergavetijd en -methode kunnen verschillen, afhankelijk van het type binnenunit. 3 Zet de afstandsbediening terug om de algemene bedrijfsmodus te gebruiken. GEBRUIKERSHANDLEIDING 15 GEBRUIKERSHANDLEIDING Koelmodus - Extra koelen 1 Druk op de toets AAN/UIT. 1 Druk op de toets AAN/UIT. Het apparaat reageert met een piepsignaal. 2 Druk op de toets MODUS om de koelmodus te selecteren. 3 Stel de gewenste temperatuur in door op de toets TEMP te drukken. Druk op de toets KAMERTEMPERATUUR CONTROLEREN om de kamertemperatuur te controleren. Wanneer de ingestelde temperatuur hoger is dan de kamertemperatuur, wordt er geen koude lucht de ruimte in geblazen. • Bereik temperatuurinstelling : 18~30°C(64~86°F) Het apparaat reageert met een piepsignaal. 2 Druk op de toets MODUS om de koelmodus te selecteren. 3 Druk op de toets JET COOL. De unit gebruikt een superhoge ventilatorsnelheid in de koelmodus. • Voor wandmodellen wordt deze modus voor extra koeling gedurende 30 minuten uitgevoerd. 4 Als u de modus Extra koelen wilt uitschakelen drukt u nogmaals op de toets JET COOL, op de ventilatortoets of op de toets voor de temperatuurinstelling zodat de unit in de koelmodus naar de hoge ventilatorsnelheid schakelt. NEDERLANDS Koelmodus - Standaardbediening 16 GEBRUIKERSHANDLEIDING Verwarmingsmodus Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen met een warmtepomp. 1 Druk op de toets AAN/UIT. Het apparaat reageert met een piepsignaal. 2 Druk op de toets MODUS om de verwarmingsmodus te selecteren. 3 Druk op de toets TEMP om de gewenste temperatuur te selecteren. Druk op de toets KAMERTEMPERATUUR CONTROLEREN om de kamertemperatuur te controleren. Wanneer de ingestelde temperatuur lager is dan de kamertemperatuur, wordt er geen warme lucht de ruimte in geblazen. • Temperatuurbereik in de verwarmingsmodus : 16~30°C (60°F~86°F) 4 Stel de ventilatorsnelheid nogmaals in. U kunt vier ventilatorsnelheden selecteren: langzaam, gemiddeld, snel of afwisselend. Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de ventilatorsnelheid gewijzigd. NEDERLANDS GEBRUIKERSHANDLEIDING 17 De modus Automatisch overschakelen Deze functie is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. 1 Druk op de toets AAN/UIT. Het apparaat reageert met een piepsignaal. 2 Druk op de toets MODUS om de modus Automatisch overschakelen te selecteren. 3 Stel de gewenste kamertemperatuur in. • Temperatuurbereik voor de modus Automatisch overschakelen instellen : 18~30°C (64~86°F) 4 U kunt vier ventilatorsnelheden selecteren: langzaam, gemiddeld, hoog en afwisselend. Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de ventilatorsnelheid gewijzigd. Tijdens Automatisch overschakelen • De airconditioner past automatisch de bedrijfsmodus aan om de binnentemperatuur te handhaven. Wanneer de kamertemperatuur meer dan ±2°C afwijkt van de ingestelde kamertemperatuur, houdt de airconditioner de kamertemperatuur binnen ±2°C van de ingestelde kamertemperatuur via de modus voor automatisch schakelen. Deze functie is voor het instellen van de modus voor Automatisch overschakelen. 1 Houd in de modus Automatisch overschakelen, de toets KAMERTEMPERATUUR CONTROLEREN drie seconden ingedrukt. De eerder ingestelde temperatuur voor het wijzigen van de modus, wordt weergegeven. 2 Druk op de toetsen voor de temperatuurinstelling (TEMP) om de gewenste temperatuur voor het wijzigen van de modus op te geven. (De standaardwaarde is 2°C ) De temperatuur voor het wijzigen van de modus, is het temperatuurverschil waarbij de airconditioner van de koelmodus naar de verwarmingsmodus schakelt, of andersom. Voorbeeld: wanneer de temperatuur is ingesteld op 25°C en de kamertemperatuur 20°C is, wordt de bedrijfsmodus verwarmen ingesteld. Als u voor het wijzigen van de modus een temperatuur van 2°C opgeeft, wordt er naar de koelmodus geschakeld zodra dit verschil is bereikt. NEDERLANDS De modus Automatisch overschakelen - De temperatuur voor de modusschakeling instellen 18 GEBRUIKERSHANDLEIDING Automatische bedrijfsmodus ❈ Selecteer de code afhan -kelijk van uw gevoel. Code Gevoel 2 Koud 1 Enigszins koel 0 Neutraal -1 Enigszins warm -2 Warm <Voor modellen met een warmtepomp> U kunt de gewenste temperatuur en de snelheid van de binnenventilator instellen. Bereik temperatuurinstelling : 18~30°C(64~86°F) 1 Druk op de toets AAN/UIT. Het apparaat reageert met een piepsignaal. 2 Druk op de toets MODUS om de Automa- NEDERLANDS tische bedrijfsmodus te selecteren. 3 Stel de gewenste temperatuur in. <Voor koelmodellen> De temperatuur en de ventilatorsnelheid worden uitgaande van de werkelijke kamertemperatuur automatisch elektronisch geregeld. Als u het warm of koud hebt, drukt u op de toetsen voor de temperatuurinstelling om meer te koelen of te verwarmen. U kunt de snelheid van de binnenventilator niet aanpassen. Deze is al ingesteld door de Automatische bedrijfsmodus. Tijdens de Automatische bedrijfsmodus • Als het systeem niet naar wens functioneert, kunt u het met de hand naar een andere stand overschakelen. Het systeem schakelt niet automatisch over van de koelmodus naar de verwarmingsmodus of van verwarmen naar koelen; u moet de modus en de gewenste temperatuur dan opnieuw instellen. GEBRUIKERSHANDLEIDING 19 Ontvochtigingsmodus Tijdens de ontvochtigingsmodus • Als u met de toets voor de bedrijfsmodus de ontvochtigingsmodus selecteert, wordt de ontvochtigingsfunctie van de binnenunit gestart en wordt op basis van de huidige temperatuur automatisch de kamertemperatuur en het luchtvolume ingesteld voor de beste omstandigheid voor de ontvochtigingsfunctie. In dit geval wordt de ingestelde temperatuur niet weergegeven op de afstandsbediening en kunt u de temperatuur in de kamer niet regelen. • Tijdens de gezonde ontvochtigingsfunctie wordt het luchtvolume automatisch rekenkundig ingesteld op basis van de huidige kamertemperatuur voor een gezond en aangenaam klimaat in de ruimte, zelfs bij een zeer hoge vochtigheidsgraad. 1 Druk op de toets AAN/UIT. Het apparaat reageert met een piepsignaal. 2 Druk op de toets MODus om de 3 Stel de ventilatorsnelheid in. U kunt vier ventilatorsnelheden selecteren: langzaam, gemiddeld, snel of afwisselend. Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de ventilatorsnelheid gewijzigd. NEDERLANDS ontvochtigingsmodus te selecteren. 20 GEBRUIKERSHANDLEIDING Ventilatormodus Natuurlijke luchtstroom dankzij de gebruikte logica voor de optie afwisselend • Voor een frisser gevoel dan bij andere ventilatorsnelheden drukt u op de toets Fan Speed en selecteert u de modus voor afwisseling. In deze modus blaast de wind als een natuurlijk briesje doordat de ventilatorsnelheid automatisch wordt afgewisseld. Tijdens de ventilatormodus • De buitencompressor werkt niet. Gebruik een functie voor het circuleren van de binnenlucht, aangezien de lucht die niet aanzienlijk van de binnentemperatuur verschilt, naar buiten wordt geblazen. 1 Druk op de toets AAN/UIT. Het apparaat reageert met een piepsignaal. 2 Druk op de toets MODUS om de ventila- NEDERLANDS tormodus te selecteren. 3 Stel de ventilatorsnelheid nogmaals in. U kunt vier ventilatorsnelheden selecteren: langzaam, gemiddeld, snel of afwisselend. Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de ventilatorsnelheid gewijzigd. GEBRUIKERSHANDLEIDING 21 Temperatuurinstelling/kamertemperatuur controleren U kunt eenvoudig de gewenste temperatuur wijzigen. • Druk op de onderstaande toetsen om de gewenste temperatuur in te stellen. : De temperatuur met 1˚C per keer verhogen. : De temperatuur met 1˚C per keer verlagen. Kamertemperatuur: Geeft de huidige kamertemperatuur weer. Ingestelde temperatuur: Geeft de temperatuur weer die de gebruiker wil instellen. <Koelmodus> De koelmodus werkt niet wanneer de gewenste temperatuur hoger is dan de kamertemperatuur. Verlaag de gewenste temperatuur. <Verwarmingsmodus> De verwarmingsmodus werkt niet wanneer de gewenste temperatuur lager is dan de kamertemperatuur. Verhoog de gewenste temperatuur. NEDERLANDS Telkens als u op de toets drukt, wordt binnen vijf seconden de kamertemperatuur weergegeven. Na vijf seconden wordt het display naar de gewenste temperatuur overgeschakeld. Afhankelijk van de locatie van de afstandsbediening kan de werkelijke temperatuur in de ruimte afwijken van de temperatuur die wordt weergegeven. 22 GEBRUIKERSHANDLEIDING Luchtstroominstellingen Verticale luchtstroom beheren (optioneel) De verticale luchtstroom (omhoog/-omlaag) kan worden aangepast via de afstandsbediening. 1 Druk op de toets AAN/UIT om de unit in te schakelen. 2 Als u op de toets LUCHTSTROOM voor de verticale luchtstroom drukt, beweegt het ventilatierooster op en neer. Druk nogmaals op de toets voor de verticale luchtstroom om het ventilatierooster in te stellen op de gewenste richting. ! OPMERKING • Als u op de toets LUCHTSTROOM voor de verticale luchtstroom drukt, wordt de horizontale luchtstroom automatisch rekenkundig aangepast op basis van de Auto Swing voor een gelijkmatige verdeling van de lucht in de ruimte en een comfortabeler gevoel, alsof er een natuurlijk briesje staat. • Gebruik altijd de afstandsbediening om de richting van de verticale luchtstroom aan te passen. Als u het ventilatierooster met de verticale luchtstroomrichting met de hand beweegt, kan dat de airconditioner beschadigen. • Als het element wordt afgesloten, sluit de ventilatiekoepel voor de op/neer richting van de luchtstroom het luchtuitlaatopening van het systeem. Schakelen tussen Celsius en Fahrenheit Druk op de schakeltoets °C/°F om te schakelen tussen Celsius en Fahrenheit. Wanneer u in de modus Fahrenheit op een toets voor de temperatuurinstelling (TEMP) drukt, wordt de temperatuur met 2°F verhoogd/verlaagd. NEDERLANDS GEBRUIKERSHANDLEIDING 23 Timer De huidige tijd instellen 1 Houd de toets TIMER ongeveer 3 seconden ingedrukt. 2 Druk op de toetsen voor tijdsinstelling totdat de gewenste tijd is ingesteld. 3 Druk op de toets INSTELLEN/WISSEN. ! OPMERKING Vink de het selectievakje AM ('s ochtends) of PM ('s middags) aan. Instelling timer 1 Press the TIMER button to turn timer on or off. 2 Druk op de toetsen voor tijdsinstelling totdat de gewenste tijd is ingesteld. 3 Druk op de toets INSTELLEN/WISSEN. ! OPMERKING Selecteer een van de volgende drie opties. Timer stand-by Timer aan Timer uit De timerinstellingen annuleren • Als u alle timerinstellingen wilt annuleren, kunt u op de toets TIMER drukken om de timer naar wens in of uit te schakelen of in de stand-by stand te zetten. Richt de afstandsbediening vervolgens op de signaalontvanger en druk op de toets INSTELLEN/WISSEN. (De timerlamp op de airconditioner en het display worden uitgeschakeld.) NEDERLANDS • Als u alle timerinstellingen wilt annuleren, drukt u op de toets ALLES WISSEN. 24 ONDERHOUD EN SERVICE ONDERHOUD EN SERVICE Rooster, kast en afstandsbediening - Schakel het systeem uit voordat u het reinigt en gebruik alleen een zachte droge doek. Gebruik nooit bleekmiddel of schurende reinigingsmiddelen. ! OPMERKING Voordat u de binnenunit reinigt, moet u de stroomvoorziening uitschakelen. - Verwijder de luchtfilters. Pak het lipje vast en trek dit enigszins naar voren om het filter te verwijderen. ! LET OP Raak de metalen delen van de binnenunit niet aan wanneer het luchtfilter moet worden vervangen. Dit kan verwondingen veroorzaken. - Verwijder het stof van het luchtfilter met een Luchtfilters De luchtfilters achter het rooster aan de voorzijde moeten eens in de veertien dagen – of vaker als het nodig is – worden gecontroleerd en gereinigd. - Gebruik nooit een van de volgende middelen: Water warmer dan 40 °C. Dit kan vervorming en/of verkleuring veroorzaken. Vluchtige middelen. Deze kunnen het oppervlak van de verschillende onderdelen van het aircosysteem beschadigen. stofzuiger of was het filter in water. Als het stof vastgekleefd is, was het filter dan in een lauwwarm sopje met een neutraal wasmiddel. Om te voorkomen dat het filter vervormt, mag het water niet warmer zijn dan 40°C. - Nadat het wassen in water laat u het in de schaduw goed drogen. Laat het filter nooit in de volle zon of bij een kachel drogen. - Plaats het luchtfilter terug. Verticale ventilatierooster Luchtuitlaat Th B en z e en i n n er S chu u r m id Luchtfilters (Achter het luchtinlaatrooster) Luchtinlaat (Luchtinlaatrooster) Horizontale ventilatierooster NEDERLANDS ONDERHOUD EN SERVICE 25 Gebruikstips! Laat de kamer niet te koud worden. Dit is slecht voor de gezondheid en een verspilling van elektrische energie. Houd de luiken en gordijnen gesloten. Voorkom direct zonlicht in de kamer wanneer het aircosysteem is ingeschakeld. Houd de temperatuur in de kamer constant. Stel de richting van de verticale en horizontale luchtstroom zo in dat er in de kamer een gelijkmatige temperatuur heerst. Zorg ervoor dat de deuren en vensters goed gesloten zijn. Laat de deuren en vensters zoveel mogelijk gesloten om de koele lucht in de ruimte te houden. Reinig de luchtfilters regelmatig. Vervuilde luchtfilters hebben een minder goede de luchtdoorstroming waardoor de koel- en ontvochtigingsprestaties afnemen. Reinig de luchtfilters minstens één keer per veertien dagen. Ventileer de ruimte zo nu en dan. Omdat de vensters gesloten blijven, is het een goed idee ze nu en dan te openen en de ruimte te ventileren. Wanneer de airconditioner niet werkt.... Ga als volgt te werk als het aircosysteem een langere tijd niet wordt gebruikt. - Laat het aircosysteem met de volgende instellingen 2 tot 3 uur draaien. Type bediening: ventilator ingeschakeld. (zie pagina "entilatormodus") Hierdoor raken de ingebouwde mechanieken uitgedroogd. - Schakel de stroomonderbreker uit. ! LET OP - Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening. De luchtfilters en uw energienota. Als de luchtfilters door stof verstopt raken, daalt de koelcapaciteit en wordt 6% van de energie die nodig is om het aircosysteem te laten werken verspild. Wanneer de airconditioner weer wordt gebruikt. - Reinig het luchtfilter en plaats het terug in de binnenunit. (zie pagina "Onderhoud en Service") - Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de binnen- en buitenunit mogelijk verstopt zijn. - Controleer of de aardleiding correct is aangesloten. Deze kan op de zijkant van de binnenunit zijn aangesloten. NEDERLANDS Schakel de stroomonderbreker uit als het aircosysteem langere tijd buiten gebruik blijft. Hierdoor hoopt stof op en ontstaat brandgevaar. Praktische informatie 26 ONDERHOUD EN SERVICE Tips voor het oplossen van problemen! Bespaar tijd en geld! Controleer de volgende punten voordat u reparatie of onderhoud aanvraagt.... Bel uw dealer als u de storing niet zelf kunt oplossen. Het aircosysteem Er hangt een vreemde werkt niet. geur in de kamer. - Hebt u de timer - Controleer of dit misschien verkeerd wellicht een ingesteld? vochtluchtje van de muren, de vloerbe- Is de zekering missdekking, de meubels chien doorgeslagen of andere textielproof de stroomverbreker ingeschakeld? ducten in de ruimte is. Het lijkt of er condenswater uit het aircosysteem lekt. - Condenswater ontstaat als de warme lucht in het lokaal door de luchtstroom van het aircosysteem wordt afgekoeld. Bij opnieuw opstarten duurt het zo’n drie minuten voordat het aircosysteem ingeschakeld wordt. - Dit komt door een veiligheidsschakeling van het mechanisme. - Wacht drie minuten totdat het de airconditioner wordt ingeschakeld. Het aircosysteem koelt of verwarmt niet goed. - Is het luchtfilter misschien vuil? Zie de aanwijzingen voor het reinigen van het luchtfilter. - Het is mogelijk dat de ruimte erg warm was toen het aircosysteem voor het eerst werd ingeschakeld. Laat de kamer een tijdje afkoelen. - HIs de temperatuur misschien niet goed ingesteld? - Is de luchtinlaat of de luchtuitlaat van de binnenunit mogelijk geblokkeerd? U hoort een krakend geluid. - Dit geluid ontstaat door het uitzetten en krimpen van het frontpaneel e.d. als gevolg van de temperatuurwisselingen. Het display van de afstandsbediening is wazig of geeft niets aan. - Zijn de batterijen misschien uitgeput? - Hebt u de batterijen verkeerd om in de (+) en (-) ingelegd? Het aircosysteem maakt geluid. - U hoort een geluid als van stromend water. * Dit is geluid van stromend Freon in de airconditioner. - U hoort een geluid alsof er perslucht met kracht wordt uitgeblazen. - Dit is het geluid van het ontvochtigingswater dat binnen in het aircosysteem wordt verwerkt. Het filterstatuslampje (LED) brandt. - Reinig het filter, druk tegelijkertijd 3 seconden lang op de toets Timer en ◀ van de bedrade afstandsbediening. NEDERLANDS Vraag in de volgende gevallen onmiddellijk om deskundige service: - U ruikt een brandlucht, u hoort een hard geluid, kortom, er klopt iets niet in uw aircosysteem. Stop de unit en schakel de stroomonderbreker uit. Probeer in dergelijke gevallen de airconditioner nooit zelf te repareren of opnieuw te starten. - De netvoedingskabel voelt heet aan of is beschadigd. - Door zelfdiagnose van het systeem wordt een foutcode gegenereerd. - Er lekt water uit de binnenunit, ook als de luchtvochtigheid laag is. - Een schakelaar, stroomverbreker (beveiliging, aarde) of zekering werkt niet goed. De gebruiker moet het aircosysteem zelf regelmatig controleren en reinigen om te voorkomen dat de prestaties ervan minder worden. In speciale gevallen mag dit werk uitsluitend door een vakkundige servicemonteur worden uitgevoerd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209

LG UV36 Handleiding

Categorie
Split-systeem airconditioners
Type
Handleiding