Documenttranscriptie

I_0022nl1A.fm 24.2.10 Uitbreidende veiligheidsinstructies OPGELET! Bij het gebruik van elektrische gereedschappen moeten ter bescherming tegen elektrische schokken, letsel- en brandgevaar de volgende principiële veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. – Lees al deze instructies aandachtig door voor u dit elektrische gereedschap gebruikt en bewaar deze veiligheidsinstructies goed. – Deze uitbreidende veiligheidsinstructies volgens EN 610291:2009, EN 61029-2-9:2009 en IEC 60745-1 Ed. 5 gelden alleen in combinatie met de originele handleiding. Lees ook eerst de originele handleiding. A Onderhoud en reparatie • Voor elke instelling, onderhouds- beurt of reparatie de netstekker uittrekken. A Veilig werken • Houd uw werkplek op orde. – Wanorde op de werkplek kan ongevallen tot gevolg hebben. • Houd rekening met omgevingsin- vloeden. – Stel het elektrische gereedschap niet bloot aan regen. – Gebruik elektrische gereedschappen niet in vochtige of natte omgeving. – Zorg voor een goede verlichting van de werkplek. – Gebruik de elektrische gereedschappen niet als er brand- of explosiegevaar bestaat. • Bescherm uzelf tegen elektrische Uitbreidende veiligheidsinstructies • Bewaar ongebruikte elektrische ge- ding. – Ongebruikte elektrische gereedschappen moeten op een droge, hoog gelegen of afgesloten plaats buiten het bereik van kinderen worden bewaard. – Zorg ervoor dat u op een stevige ondergrond staat en let er vooral op dat u altijd goed in evenwicht bent. • Overbelast het gereedschap niet. – U werkt beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. • Gebruik het juiste elektrische ge- reedschap. – Gebruik geen zwakke apparaten voor zware werken. – Gebruik het elektrische gereedschap niet voor doeleinden waarvoor dit niet bedoeld is. Gebruik bijvoorbeeld geen handcirkelzaag om bouwmasten of stammen te zagen. • Draag geschikte kledij. – Draag geen losse kledij of sierraden, deze kunnen door bewegende delen worden gegrepen. – Bij werkzaamheden buiten is schoeisel met antislipzool aanbevolen. – Draag bij lange haren een haarnet. • Gebruik veiligheidsuitrusting. – Draag een veiligheidsbril. – Gebruik een ademmasker bij werkzaamheden die stof veroorzaken. • Sluit de stofafzuiginrichting aan. – Als er aansluitingen voor de stofafzuiging ter beschikking staan, controleert u of deze aangesloten zijn en correct gebruikt worden. • Gebruik de niet voor doeleinden waarvoor deze niet bedoeld is. – Vermijd lichaamscontact met geaarde onderdelen (bijv. buizen, radiatoren, elektrische fornuizen, koelapparaten). – Trek de stekker niet aan de kabel uit het stopcontact. Bescherm de kabel tegen hitte, olie en beschadiging door scherpe voorwerpen. – Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het elektrisch gereedschap of de kabel niet aanraken. Houd andere personen uit de buurt van de werkplek. • Zorg voor een goede lichaamshou- reedschappen op een veilige plaats. schokken. • Houd andere personen uit de buurt. NEDERLANDS • Borg het werkstuk. – Gebruik spaninrichtingen of een bankschroef om het werkstuk vast te houden. Op die manier is het werkstuk veiliger bevestigd dan met de hand. • Verzorg uw gereedschap zorgvuldig – Houd de snijdwerktuigen scherp en schoon om er veiliger mee te kunnen werken. – Volg de instructies voor het smeren en de gereedschapswissel. – Controleer regelmatig de aansluitleiding van het elektrische gereedschap en laat deze bij beschadiging door een erkende vakman vervangen. – Controleer geregeld de verlengsnoeren en vervang deze als ze beschadigd zijn. – Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet. • Trek de stekker uit het stopcontact. – Als het elektrogereedschap niet wordt gebruikt, voor het onderhoud en bij het vervangen van bijv. zaagbladen, boren, frezen. • Laat geen werktuigsleutel steken. – Controleer voor het inschakelen of sleutel en instelwerktuigen verwijderd zijn. • Vermijd een onvrijwillige inschake- ling. – Controleer of de schakelaar bij het insteken van de stekker in het stopcontact uitgeschakeld is. • Gebruik een verlengsnoer dat ge- schikt is voor de openlucht. – Gebruik in de openlucht alleen hiervoor toegelaten en gemarkeerde verlengkabels. • Wees aandachtig. – Let op wat u doet. Ga verstandig te werk. Gebruik het elektrische gereedschap niet als u niet geconcentreerd bent. • Controleer het elektrische gereed- schap op eventuele beschadigingen. – Alvorens het elektrische gereedschap verder te gebruiken, moeten veiligheidsinrichtingen of licht beschadigde onderdelen zorgvuldig worden onderzocht op hun correcte werking en op het gebruik ervan overeenkomstig de bestemming. 11  NEDERLANDS – Controleer of de bewegende delen correct functioneren en niet klemmen en of er delen beschadigd zijn. Alle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen om een feilloze bediening van het elektrische gereedschap te garanderen. – Beschadigde veiligheidsinrichtingen moeten door een erkend vakbedrijf deskundig gerepareerd of vervangen worden, voor zover in de gebruiksaanwijzing geen andere instructies staan. – Beschadigde schakelaars moeten door een vakbdrijf worden vervangen. – Gebruik geen elektrisch gereedschap als de niet in- en uitgeschakeld kan worden. • OPGELET! – Het gebruik van andere werktuigen en andere accessoires kan gevaar voor letsels betekenen. • Laat uw elektrisch gereedschap re- pareren door een elektromonteur. – Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de geldende veiligheidsbepalingen. Reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een elektromonteur en met originele reserveonderdelen; anders kunnen ongevallen optreden bij het gebruik Uitbreidingen uit EN 61029-2-9:2009 A A Veiligheidsmaatregelen vormde zaagbladen. • Vervang indien nodig een bescha- digd tafelinzetstuk. • Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen zaagbladen. • Gebruik geen zaagbladen uit snel- draaistaal. • Gebruik een persoonlijke veilig- heidsuitrusting bij alle werkzaamheden. – Draag gehoorbescherming om het risico op hardhorendheid te vermijden. • Neem de instructies in de originele gebruiksaanwijzing voor het vastspannen van de werkstukken op de zaagtafel in acht. • Ondersteun lange werkstukken met Veilig werken • Kies een geschikt zaagblad voor het te zagen materiaal. • Gebruik de zaag alleen voor materi- alen die in de originele gebruiksaanwijzing vermeld zijn als toegelaten materialen. • Transporteer de zaag alleen zoals beschreven in de originele gebruiksaanwijzing. – Transporteer de zaag niet aan de bescherminrichtingen. • Gebruik de zaag alleen als de be- scherminrichtingen correct werken en deze zich in goede toestand en op de juiste positie bevinden. • Houd de vloer vrij van losse parti- kels, zoals bijv. spaanders en zaagresten. • Let erop dat het op het zaagblad aangegeven toerental minstens zo hoog is als het op de zaag aangegeven toerental. • Gebruik alleen afstandsschijven en spilringen die geschikt zijn voor het door de fabrikant aangegeven doel. • Vervang de laser nooit door een la- ser van een ander type. Laat de laser door de fabrikant van de laster of door een geautoriseerd vertegenwoordiger repareren of vervangen. • Neem de instructies voor het cor- • Gebruik geen beschadigde of ver- 12 – Draag handschoenen bij de omgang met zaagbladen en ruwe werktuigen. Draag de zaagbladen in een opbergkoffer. recte vervangen en uitlijnen van het zaagblad in de originele gebruiksaanwijzing in acht. • Verwijder de snijresten niet uit het snijbereik terwijl de machine loopt en het zaagapparaat zich niet op de rustpositie bevindt. • Neem de instructies voor correct en veilig zagen in acht. – Span het werkstuk altijd vast aan de zaagtafel. Neem de desbetreffende instructies in de originele gebruiksaanwijzing in acht. – Zorg voor elke zaagprocedure voor een vaste en veilige stand van de zaag. – Draag een veiligheidsbril. – Bevestig de machine indien nodig aan een werkbank o.i.d. – Gebruik een ademmasker bij werkzaamheden die stof veroorzaken. – Ondersteun lange werkstukken met een geschikte onderlaag. een geschikte werkstuksteun. • Neem voor het bevestigen van de machine aan een werkbank o.i.d. de instructies in de originele gebruiksaanwijzing in acht. • Neem de minimumgrootte van het werkstuk in acht. Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn, zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd kunnen worden. • Neem de maximale diameter van het werkstuk in acht. • Neem de volgende instructies in de originele gebruiksaanwijzing in acht. – Toegelaten bereiken voor buitendiameter, boringdiameter en dikte van de zaagbladen. – Toegelaten snijdiepte. – Neem bij de wissel tussen versteksnede en schuine sneden de instructies in de originele gebruiksaanwijzing in acht.