Wacker Neuson DPU 3060H-TS Handleiding

Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
Trilplaat
DPU
25.., 30.., 37..
Type DPU
Document 5000217755
Editie 08-2019
Versie 11
Taal nl
2 100_0000_0001.fm
Copyright © 2019 Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG
Printed in Germany
Alle rechten, in het bijzonder het wereldwijd geldende auteursrecht, het recht op vermenigvuldiging en
het recht op distributie, voorbehouden.
Dit drukwerk mag door de ontvanger alleen voor het bedoelde doel worden gebruikt. Het mag op geen
enkele wijze gedeeltelijk of geheel worden vermenigvuldigd of vertaald worden zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming.
Herdruk of vertaling, ook gedeeltelijk, uitsluitend met schriftelijke toestemming van Wacker Neuson
Produktion GmbH & Co. KG.
Elke inbreuk op de wettelijke bepalingen, voornamelijk de voorschriften ter bescherming van het
auteursrecht, worden civiel- en strafrechtelijk vervolgd.
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG werkt voortdurend aan de verbetering van zijn producten
in het kader van technische vooruitgang. Derhalve moeten we ons het recht voorbehouden om
wijzigingen in afbeeldingen en beschrijvingen in deze documentatie voorbehouden, zonder dat daaruit
aanspraak op wijzigingen aan reeds geleverde machines kan voortvloeien.
Onder voorbehoud van fouten.
De machine op het voorblad kan voorzien zijn van specifieke uitrustingen (opties).
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG
Wackerstraße 6
D-85084 Reichertshofen
www.wackerneuson.com
Tel.: +4984533403200
E-Mail: service-LE@wackerneuson.com
Originele gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
5000217755IVZ.fm 3
1 Voorwoord ..............................................................................................................................4
2 Inleiding ..................................................................................................................................5
2.1 Weergavemiddelen in deze bedieningshandleiding .................................................................... 5
2.2 Wacker Neuson contactpersoon.................................................................................................. 5
2.3 Beschreven apparaattypen.......................................................................................................... 6
2.4 Markering van het apparaat......................................................................................................... 6
3 Veiligheid ................................................................................................................................7
3.1 Beginsel ....................................................................................................................................... 7
3.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel.................................................................................... 9
3.3 Beschermuitrusting ...................................................................................................................... 9
3.4 Transport ................................................................................................................................... 10
3.5 Bedrijfsveiligheid........................................................................................................................ 10
3.6 Veiligheid bij de werking van trilplaten....................................................................................... 12
3.7 Veiligheid bij de werking van verbrandingsmotoren .................................................................. 13
3.8 Veiligheid bij het gebruik van hydraulische apparaten............................................................... 14
3.9 Onderhoud................................................................................................................................. 14
4 Sticker met veiligheidsvoorschriften .................................................................................16
5 Inhoud van het pakket .........................................................................................................18
6 Opbouw en functie ..............................................................................................................19
6.1 Toepassingsgebied.................................................................................................................... 19
6.2 Functiebeschrijving.................................................................................................................... 19
7 Componenten en bedieningselementen ...........................................................................20
8 Transport ..............................................................................................................................21
8.1 Apparaat transporteren.............................................................................................................. 22
9 Bediening en bedrijf ............................................................................................................23
9.1 Vóór gebruik .............................................................................................................................. 23
9.2 In bedrijf nemen ......................................................................................................................... 23
9.3 Het apparaat bedienen .............................................................................................................. 25
9.4 Buiten bedrijf stellen .................................................................................................................. 25
10 Onderhoud ...........................................................................................................................27
10.1 Onderhoudsschema .................................................................................................................. 28
10.2 Onderhoudswerkzaamheden..................................................................................................... 30
11 Oplossen van storingen ......................................................................................................37
11.1 Extern starten ............................................................................................................................ 38
12 Afvalverwerking ...................................................................................................................39
12.1 Weggooien van accu's............................................................................................................... 39
13 Toebehoren ..........................................................................................................................40
14 Technische gegevens .........................................................................................................41
14.1 DPU2540, DPU2550, DPU2560 ................................................................................................ 41
14.2 DPU3050 ................................................................................................................................... 42
14.3 DPU3060, DPU3070.................................................................................................................. 43
14.4 DPU3750, DPU3760.................................................................................................................. 44
14.5 Verbrandingsmotor .................................................................................................................... 45
EG-conformiteitsverklaring ........................................................................................ 46
DIN EN ISO 9001-certificaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Inhalt
1 Voorwoord
4 100_0000_0002.fm
1Voorwoord
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie en procedures voor het veilige, juiste en
duurzame gebruik van deze Wacker Neuson-machine. Het zorgvuldig te lezen, begrijpen en in acht
nemen van deze gebruiksaanwijzing helpt u gevaren voorkomen en reparatiekosten en uitvaltijden te
verminderen. Op die manier verhoogt u de beschikbaarheid en verlengt u de levensduur van de
machine.
Deze gebruiksaanwijzing bevat geen instructies voor uitgebreide onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moeten door de Wacker Neuson-servicedienst of
door erkende technici worden uitgevoerd. De Wacker Neuson-machine dient overeenkomstig de
instructies in deze gebruiksaanwijzing bediend en onderhouden te worden. Onvakkundig gebruik of
onderhoudswerkzaamheden die niet volgens de instructies worden uitgevoerd kunnen gevaren
veroorzaken. Daarom dient deze gebruiksaanwijzing altijd beschikbaar te zijn op de locatie waar de
machine wordt gebruikt.
U dient defecte machinecomponenten altijd direct te vervangen!
Voor vragen over het gebruik of het onderhoud staan de Wacker Neuson-contactpersonen te allen tijde
voor u klaar.
2 Inleiding
100_0000_0003.fm 5
2 Inleiding
2.1 Weergavemiddelen in deze bedieningshandleiding
Waarschuwingssymbolen
Deze bedieningshandleiding bevat veiligheidsvoorschriften in de volgende catego-
rieën:
GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP.
Deze voorschriften moeten in acht genomen worden om het gevaar voor dood of verwonding
van de bediener, materiële schade of niet-deskundige service uit te sluiten.
Handelingsaanwijzing
Dit symbool betekent dat u iets moet doen.
1. Genummerde handelingsaanwijzingen geven aan dat u iets in de aangegeven
volgorde moet doen.
Dit symbool wordt gebruikt bij opsommingen.
2.2 Wacker Neuson contactpersoon
Uw contactpersoon bij Wacker Neuson is, al naargelang het land, uw Wacker
Neuson Service, uw Wacker Neuson dochteronderneming of uw Wacker Neuson
verkoper.
Adressen vindt u op het Internet onder www.wackerneuson.com.
Het adres van de fabrikant vindt u aan het begin in deze bedieningshandleiding.
GEVAAR
Deze waarschuwing duidt op onmiddellijk dreigen gevaren die de dood of ernstig letsel
veroorzaken.
Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
WAARSCHUWING
Deze waarschuwing duidt op mogelijke gevaren die kunnen resulteren in ernstig letsel of de dood.
Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
VOORZICHTIG
Deze waarschuwing duidt op mogelijk gevaren die kunnen resulteren in minder ernstig letsel.
Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
LET OP
Deze waarschuwing duidt op mogelijke gevaren die kunnen resulteren in materiële schade.
Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
Aanwijzing
Hier krijgt u aanvullende informatie.
2 Inleiding
6 100_0000_0003.fm
2.3 Beschreven apparaattypen
Deze bedieningshandleiding geldt voor verschillende apparaattypen uit één pro-
ductreeks. Daardoor kunnen afbeeldingen iets afwijken van het uiterlijk van uw ap-
paraat. Bovendien kunnen er componenten worden beschreven die geen deel uit-
maken van uw apparaat.
Gedetailleerde informatie over de beschreven apparaattypen vindt u in het hoofd-
stuk Technische gegevens.
2.4 Markering van het apparaat
Gegevens van het typeplaatje
Het typeplaatje bevat gegevens die uw apparaat ondubbelzinnig identificeren. Deze
gegevens zijn voor de bestelling van reserveonderdelen en bij technische vragen
vereist.
Noteer de gegevens van uw apparaat in de volgende tabel:
Benaming Uw gegevens
Groep en type
Bouwjaar
Machine-nr.
Versie-nr.
Artikel-nr.
3 Veiligheid
100_0202_si_0005.fm 7
3 Veiligheid
3.1 Beginsel
Stand van de techniek
Het apparaat is vervaardigd op basis van de nieuwste stand van de techniek en de erkende
veiligheidstechnische regelgeving. Desondanks kan ondeskundig gebruik gevaar opleveren voor lijf en
leven van de gebruiker of derden of een negatieve invloed hebben op het apparaat en andere materiële
zaken.
Gebruik in overeenstemming met de bestemming
Het apparaat mag uitsluitend voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Verdichten van de grond.
Verdichten van asfalt.
Intrillen van straatstenen.
Het apparaat mag niet voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Verdichten van zeer zware grond.
Verdichten van bevroren grond.
Verdichten van harde, niet-verdichtbare grond.
Verdichten van grond met onvoldoende draagvermogen.
Tot het gebruik in overeenstemming met de bestemming hoort ook het in acht nemen van alle
aanwijzingen in deze bedieningshandleiding, alsmede het in acht nemen van de voorgeschreven
service- en onderhoudsaanwijzingen.
Elke ander of verdergaand gebruik geldt als niet in overeenstemming zijnde met de bestemming. Voor
hieruit resulterende schade vervallen de aansprakelijkheid en de garantie van de fabrikant. Het risico
komt volledig voor rekening van de bediener.
Constructieve wijzigingen
Voer in geen geval constructieve wijzigingen uit zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant. U
brengt daardoor uw veiligheid en die van andere personen in gevaar! Bovendien vervallen de
aansprakelijkheid en de garantie van de fabrikant.
Er is vooral sprake van constructieve wijzigingen in de volgende gevallen:
Openen van het apparaat en het permanent verwijderen van onderdelen, die van Wacker Neuson
afkomstig zijn.
Inbouwen van nieuwe onderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn of niet constructief of
kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen.
Aanbouwen van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Reserveonderdelen die van Wacker Neuson afkomstig zijn kunt u zondermeer monteren.
Toebehoren die voor uw apparaat verkrijgbaar zijn in het Wacker Neuson leverprogramma, kunt u
zondermeer monteren. Volg daarbij de montagevoorschriften uit deze bedieningshandleiding.
Voorwaarden voor bedrijf
De storingsvrije en veilige werking van het apparaat hangt af van de volgende voorwaarden:
Vakkundig transport, opslag, opstelling.
Zorgvuldige bediening.
Zorgvuldig onderhoud.
Bediening
Bedien het apparaat uitsluitend in overeenstemming met de bestemming en in technisch perfecte
toestand.
Bedien het apparaat uitsluitend bewust van de veiligheid en de gevaren terwijl alle
veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Verander of omzeil de veiligheidsvoorzieningen niet.
Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden of de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
3 Veiligheid
8 100_0202_si_0005.fm
Toezicht
Laat een draaiend apparaat nooit zonder toezicht!
Onderhoud
Voor een storingsvrije en langdurige werking van het apparaat zijn regelmatige
onderhoudswerkzaamheden vereist. Gebrekkig onderhoud vermindert de veiligheid van het apparaat.
Neem altijd de voorgeschreven onderhoudsintervallen in acht.
Gebruik het apparaat niet wanneer onderhoud of reparatie noodzakelijk is.
Storingen
Bij functiestoringen moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen en beveiligen.
Verhelp storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden onverwijld!
Laat beschadigde of defecte componenten onmiddellijk vervangen!
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Storingen verhelpen.
Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik alleen reserveonderdelen van Wacker Neuson of onderdelen die gelijkwaardig zijn met de
originele delen wat betreft constructie en kwaliteit.
Gebruik alleen toebehoren van Wacker Neuson.
Bij het niet opvolgen hiervan vervalt iedere aansprakelijkheid.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
In de volgende gevallen wijst Wacker Neuson elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel en materiële
schade af:
Constructieve wijzigingen.
Gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming.
Niet-naleven van deze bedieningshandleiding.
Ondeskundige behandeling.
Gebruik van reserveonderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn of niet constructief of
kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen.
Gebruik van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Bedieningshandleiding
Bewaar de bedieningshandleiding altijd binnen handbereik bij het apparaat of op de plaats waar het
apparaat wordt gebruikt.
Mocht u de bedieningshandleiding kwijtraken of nog een exemplaar nodig hebben, neem dan contact
op met uw Wacker Neuson contactpersoon of download de bedieningshandleiding van het Internet
(www.wackerneuson.com).
Geef deze bedieningshandleiding aan elke andere bediener of volgende eigenaar van het apparaat.
Landspecifieke voorschriften
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspreventie en
milieubescherming in acht, bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of het dragen van een persoonlijke
beschermingsuitrusting.
Vul deze bedieningshandleiding aan met verdere aanwijzingen voor het in acht nemen van bedrijfs-,
overheids-, landelijke of algemene veiligheidsrichtlijnen.
Bedieningselementen
Houd de bedieningselementen van het apparaat altijd droog, schoon en vrij van vet en olie.
Bedieningselementen, zoals bijv. aan/uitschakelaar, gashendels etc. mogen niet ongeloorloofd
geâretteerd, gemanipuleerd of veranderd worden.
Reiniging
Houd het apparaat altijd schoon en reinig het na elk gebruik.
Gebruik geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
Gebruik geen hogedrukreinigers. Indringend water kan het apparaat beschadigen. Bij elektrische
apparaten bestaat ernstig verwondingsgevaar door elektrische schokken.
3 Veiligheid
100_0202_si_0005.fm 9
Op schade controleren
Controleer minstens één keer per dienst het uitgeschakelde apparaat op uiterlijk zichtbare schade en
gebreken.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
3.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel
Kwalificatie van de bediener
Het apparaat mag alleen door opgeleid personeel in werking gesteld en bediend worden. Bovendien
gelden de volgende voorwaarden:
U bent minstens 18 jaar oud.
U bent lichamelijk en geestelijk geschikt.
U bent opgeleid voor het zelfstandig bedienen van het apparaat.
U bent opgeleid in het gebruik in overeenstemming met de bestemming van het apparaat.
U bent vertrouwd met de noodzakelijke veiligheidsinrichtingen.
U bent bevoegd om apparaten en systemen volgens de normen van de veiligheidstechniek
zelfstandig in bedrijf te stellen.
U moet door de ondernemer of exploitant zijn aangewezen voor het zelfstandig werken met het
apparaat.
Foutieve bediening
Bij foutieve bediening, misbruik of bediening door ongeschoold personeel dreigt er gevaar voor de
gezondheid van de bediener of derden en voor het apparaat of andere materiële zaken.
Plichten van de exploitant
De exploitant moet de bedieningshandleiding beschikbaar stellen aan de bediener en zich ervan
vergewissen dat de bediener deze heeft gelezen en begrepen.
Aanbevelingen voor het werk
Volg a.u.b. de volgende aanbevelingen op:
Werk uitsluitend in een goede lichamelijke toestand.
Werk geconcentreerd, vooral tegen het einde van de werktijd.
Werk niet met het apparaat als u moe bent.
Voer alle werkzaamheden rustig, behoedzaam en voorzichtig uit.
Werk nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Uw zichtvermogen, uw reactievermogen
en uw oordeelsvermogen kunnen hierdoor worden belemmerd.
Werk zodanig dat geen schade voor derden ontstaat.
Zorg ervoor dat zich geen personen of dieren in de gevarenzone bevinden.
3.3 Beschermuitrusting
Werkkleding
De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauwsluitend maar niet hinderlijk zijn.
Draag in principe op bouwplaatsen geen lang los haar, losse kleding of sieraden inclusief ringen. Er
bestaat gevaar voor letsel, bijv. door blijven hangen of naar binnen trekken door bewegende onderdelen
van apparaten.
Draag alleen moeilijk ontvlambare werkkleding.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting om letsel en schade voor de gezondheid te voorkomen:
Veiligheidsschoenen.
Werkhandschoenen van stevig materiaal.
Werkpak van stevig materiaal.
Veiligheidshelm.
Hoorbescherming.
3 Veiligheid
10 100_0202_si_0005.fm
Hoorbescherming
Bij dit apparaat is overschrijding van de landelijk geldende toegestane geluidslimiet
(persoonsgerelateerd beoordelingsniveau) mogelijk. Daarom moet u in bepaalde gevallen
gehoorbescherming dragen. De exacte waarde vindt u in het hoofdstuk Technische gegevens.
Werk met gehoorbescherming bijzonder aandachtig en voorzichtig omdat u geluiden, bijv. geroep of
signaaltonen slechts beperkt kunt waarnemen.
Wacker Neuson raadt aan altijd gehoorbescherming te dragen.
3.4 Transport
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat voor het transport uit en laat de motor afkoelen.
Dissel in transportstand
Breng voor het transport de dissel in de transportstand. Vergrendel daarbij de dissel in de disselhouder.
Voorschriften voor het transport van gevaarlijke stoffen in acht nemen
Neem de voorschriften voor het transport van gevaarlijke goederen voor het transportmiddel en de
nationale veiligheidsrichtlijnen in acht.
Optillen
Voor het optillen van het apparaat dient u de volgende aanwijzingen in acht te nemen:
Duid een deskundige seingever aan om de machine op te tillen.
U moet de seingever kunnen zien of horen.
Gebruik alleen geschikte en gekeurde hijswerktuigen, bevestigingsmiddelen en
lastopneeminrichtingen met voldoende draagvermogen.
Gebruik alleen bevestigingspunten, zoals beschreven in de bedieningshandleiding.
Beveilig het apparaat op een betrouwbare manier aan het hijswerktuig.
Zorg ervoor, dat zich geen personen in de directe nabijheid van of onder het apparaat bevinden.
Ga niet op het apparaat staan.
Verladen
Opritten moeten voldoende draagkracht hebben en stabiel zijn.
Zorg ervoor dat er geen personen door het omkantelen, vallen of wegglijden van de apparaten door het
omhoog of naar beneden slingeren van apparaatdelen gevaar lopen.
Breng bedieningsdelen en bewegende componenten in transportstand.
Beveilig het apparaat tegen het omkantelen, vallen of wegglijden met sjorbanden. Gebruik hiervoor
alleen bevestigingspunten, zoals beschreven in de bedieningshandleiding.
Transportvoertuig
Gebruik uitsluitend geschikte transportvoertuigen met een voldoende draagvermogen en geschikte
bevestigingspunten.
Apparaat transporteren
Beveilig het apparaat op het transportmiddel tegen omkantelen, vallen of wegglijden.
Gebruik uitsluitend de in de bedieningshandleiding aangegeven bevestigingspunten.
Let ook op landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen.
Herinbedrijfname
Monteer en bevestig voorafgaand aan de herinbedrijfname apparaten, apparaatonderdelen, toebehoren
of gereedschappen die voor transportdoeleinden waren verwijderd.
Ga uitsluitend volgens de bedieningshandleiding te werk.
3.5 Bedrijfsveiligheid
Explosieve omgeving
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
3 Veiligheid
100_0202_si_0005.fm 11
Werkomgeving
Maak u vertrouwd met de werkomgeving voordat u met de werkzaamheden begint. Daartoe behoren
bijv. de volgende punten:
Obstakels in de werk- en verkeerszone.
Draagvermogen van de bodem.
Noodzakelijke afscherming van de bouwlocatie, vooral voor het openbare verkeer.
Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds.
Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
Veiligheids in de werkomgeving
Let vooral op de volgende punten wanneer u met het apparaat werkt:
Elektrische leidingen of buizen in de werkomgeving.
Gasleidingen of waterleidingen in de werkomgeving.
Apparaat in bedrijf stellen
Let op de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat en in de bedieningshandleiding.
Start nooit een apparaat dat moet worden onderhouden of gerepareerd.
Start het apparaat volgens de bedieningshandleiding.
Veilige stand
Let er altijd op dat het apparaat stabiel staat en tijdens de bediening niet kan kantelen, wegrollen,
wegglijden of vallen.
Reglementaire bedienersplaats
Verlaat de reglementaire bedienersplaats niet terwijl u het apparaat gebruikt.
De reglementaire bedienersplaats bevindt zich achter de dissel van het apparaat.
Gevarenzone verlaten
Verwondingsgevaar door een bewegend apparaat of materialen die worden weggeslingerd.
Zorg ervoor dat andere personen een minimale veiligheidsafstand van 2 m tot het apparaat aanhouden.
Pas op voor bewegende onderdelen
Houd handen, voeten en losse kleding op een afstand van beweeglijke of roterende onderdelen van het
apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door intrekken of beknellen.
Apparaat uitschakelen
Schakel in de volgende situaties de motor uit:
Voor pauzes.
Als u het apparaat niet gebruikt.
Zet het apparaat zodanig neer dat het niet kan kantelen, vallen of wegglijden.
Opslaglocatie
Berg het afgekoelde apparaat na gebruik op een afgesloten, schone, vorstveilige en droge locatie op,
die niet toegankelijk is voor kinderen.
Geen starthulpsprays gebruiken
Brandgevaar door hoogontvlambare starthulpsprays.
Gebruik geen starthulpsprays.
Starthulpsprays zijn hoogontvlambaar en kunnen verkeerde ontstekingen en motorschade veroorzaken.
Vibratiebelasting
Bij internsief gebruik van apparaten die met de hand worden bediend, kan langetermijn-schade
veroorzaakt door trillingen niet helemaal worden uitgesloten.
Volg de geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen om de vibratiebelasting zo laag mogelijk te houden.
Informatie over de vibratiebelasting van apparaten vindt u in het hoofdstuk Technische gegevens.
3 Veiligheid
12 100_0202_si_0005.fm
3.6 Veiligheid bij de werking van trilplaten
Geïntegreerde rijinrichting
Apparaten met een geïntegreerde wielstel mag u niet op het wielstel neerzetten of opbergen. Het wielstel
is uitsluitend bedoeld voor het transport.
V-snaarbescherming
Gebruik het apparaat nooit zonder V-snaarbescherming!
Vrijlopende V-snaren en snaarschijven zijn gevaarlijk en kunnen ernstige verwondingen veroorzaken,
bijv. doordat ze ingetrokken worden of door weggeslingerde onderdelen.
Omvalgevaar
Gebruik het apparaat zodanig dat er geen val- of omvalgevaar bestaat, bijv. aan randen en uitspringende
gedeelten.
Draagvermogen van de bodem
Houd er rekening mee dat het draagvermogen van de te verdichten bodem of onderbouw door de
trillingsinwerking sterk gereduceerd kan worden, bijv. in de buurt van hellingen.
Tegen beknelling bescherming
Stuur het apparaat zodanig dat u zich tegen beknelling tussen apparaat en hindernis beschermt. Kijk
altijd in rijrichting!
Aanwijzingen voor het verdichten op een helling
Let bij het verdichten op geschikte oppervlakken (hellingen, taluds) op de volgende punten:
Sta op de helling altijd boven het apparaat.
Rij hellingen alleen van onderen aan (een helling die men zonder probleem bergop aankan, is ook
bergaf zonder gevaar).
Sta niet in valrichting van het apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door wegglijdend of kantelend
apparaat.
Maximaal toegestane schuine stand niet overschrijden
Overschrijd de maximaal toegestane schuine stand niet (zie hoofdstuk Technische gegevens).
Gebruik het apparaat alleen kortstondig in de maximaal toegestane schuine stand.
Als u de maximaal toegestane schuine stand overschrijdt, heeft dit een uitval van de motorsmering en
hierdoor onvermijdelijk een defect van belangrijke motordelen tot gevolg.
Gevolgen van de trilling controleren
Verdichtingswerkzaamheden in de buurt van bouwwerken kunnen leiden tot schades aan gebouwen.
Om die reden moet u de mogelijke gevolgen van trillingen op de omstaande gebouwen altijd controleren
alvorens de werkzaamheden uit te voeren.
Bij de beoordeling van de gevolgen van de trillingen moet u met name rekening houden met de volgende
punten:
Trillingsgedrag, gevoeligheid en eigen frequenties van de omstaande gebouwen.
Afstand van de gebouwen tot de trillingslocatie (= plaats waar het apparaat wordt gebruikt).
De bodemgesteldheid.
Indien nodig moet u metingen uitvoeren om de trilsnelheid te bepalen.
Neem ook de desbetreffende voorschriften en regels in acht, met name de norm DIN 4150-3.
Bovendien moet de ondergrond beschikken over voldoende draagvermogen om de verdichtingsenergie
op te nemen. Raadpleeg in geval van twijfel een deskundige (met als hoofdgebied grondmechanica) bij
de beoordeling.
Voor eventuele schades aan gebouwen is Wacker Neuson niet aansprakelijk.
3 Veiligheid
100_0202_si_0005.fm 13
3.7 Veiligheid bij de werking van verbrandingsmotoren
Op schade controleren
Controleer minstens een keer per ploeg de uitgeschakelde motor op ondichtheid en scheuren aan
brandstofleiding, tank en tankdeksel.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
Gevaren bij het gebruik
Bij verbrandingsmotoren ontstaan gevaren vooral bij het gebruik en bij het tanken.
Lees alle veiligheidsvoorschriften en neem deze in acht. Anders kan lichamelijk letsel of materiële
schade ontstaan!
In de buurt van gemorste brandstof of als u een brandstofgeur waarneemt, mag u de motor niet starten
– explosiegevaar!
Verwijder het apparaat van zulke plaatsen.
Verwijder onmiddellijk de gemorste brandstof!
Toerental niet wijzigen
U mag het vooringestelde motortoerental niet veranderen, omdat dit tot motorschade kan leiden.
Brand verhinderen
In de directe omgeving van het apparaat is het werken met open vuur en roken verboden.
Zorg ervoor dat er zich geen afval, zoals papier, droge bladeren of droog gras rond de uitlaatdemper kan
verzamelen. Het afval zou kunnen ontbranden.
Voorzorgsmaatregelen bij het tanken
Neem bij het tanken den volgende veiligheidsrelevante aanwijzingen in acht:
Niet in de buurt van open vuur tanken.
Niet roken.
Voor het tanken de motor uitschakelen en laten afkoelen.
In een goed geventileerde omgeving tanken.
Brandstofbestendige veiligheidshandschoenen en bij spatgevaar veiligheidsbril en veiligheidskleding
dragen.
Brandstofdampen niet inademen.
Huid en ogen niet in aanraking laten komen met brandstof.
Voor het tanken zuivere vulhulpmiddelen gebruiken, bijv. een trechter.
Brandstof niet morsen, vooral niet op hete delen.
Gemorste brandstof meteen verwijderen.
Juiste brandstofsoort gebruiken.
Brandstof niet met andere vloeistoffen mengen.
Tank slechts tot aan de maximummarkering vullen. Als er geen maximummarkering voorhanden is,
de tank niet volledig vullen.
Tankdeksel na het tanken goed afsluiten.
Gebruik in gesloten ruimtes
In gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes, zoals bijv. tunnels, gangen of diepe kuilen moet u voor
voldoende ventilatie zorgen, bijv. met behulp van een sterke afzuigventilator.
Vergiftigingsgevaar! Adem uitlaatgassen niet in, want deze bevatten giftig koolstofmonoxide, dat tot
bewusteloosheid of de dood kan leiden.
Pas op voor hete onderdelen
Raak geen hete onderdelen aan zoals motorblok of uitlaatdemper tijdens de werking of kort erna. Deze
onderdelen worden erg heet en kunnen verbrandingen veroorzaken.
Brandstofkraan sluiten
Sluit bij stilstand van het apparaat de brandstofkraan.
3 Veiligheid
14 100_0202_si_0005.fm
Motor reinigen
Reinig de afgekoelde motor.
Gebruik daarbij geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
3.8 Veiligheid bij het gebruik van hydraulische apparaten
Hydrauliekolie
Hydraulische olie is schadelijk voor de gezondheid.
Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen bij de omgang met hydraulische olie.
Vermijd direct huidcontact met hydraulische olie. Verwijder hydraulische olie onmiddellijk met water en
zeep van de huid.
Let erop dat er geen hydraulische olie in de ogen of in het lichaam komt. Consulteer onmiddellijk een
arts als er hydraulische olie in de ogen of het lichaam is gekomen.
Eet en drink niet tijdens de omgang met hydraulische olie.
Let op uiterste reinheid. Verontreinigingen van de hydraulische olie door vuil of water kunnen voortijdige
slijtage of uitval van het apparaat veroorzaken.
Verwijder afgetapte en gemorste hydraulische olie volgens de geldende voorschriften voor de
milieubescherming.
3.9 Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden
Verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden mogen slechts worden uitgevoerd voor zover ze in deze
bedieningshandleiding zijn beschreven. Alle andere werkzaamheden moeten worden uitgevoerd via de
contactpersoon van Wacker Neuson.
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Onderhoud.
Motor uitschakelen
Voor onderhoudswerkzaamheden moet u de motor uitschakelen en laten afkoelen.
Bij benzinemotoren moet u de bougiestekker aftrekken.
Accu afklemmen
Bij apparaten met elektrostarter moet u voor werkzaamheden aan elektrische delen de accu afklemmen.
Alleen Wacker Neuson accu gebruiken
Vervang een defecte accu uitsluitend door een accu van Wacker Neuson, zie hoofdstuk Technische
gegevens.
Alleen de accu van Wacker Neuson is trilvast en daardoor geschikt voor de hoge trilbelasting.
Werkzaamheden aan de accu
Neem bij werkzaamheden aan de accu absoluut de volgende veiligheidsmaatregelen in acht:
Vuur, vonken en roken zijn bij de omgang met accu's verboden.
Accu's bevatten bijtende zuren. Bij de omgang met accu's zuurbestendige veiligheidshandschoenen
en veiligheidsbril dragen.
Kortsluiting door verkeerde aansluiting of door overbrugging met gereedschap vermijden.
Bij het afklemmen van de accu eerst de minpool afklemmen.
Bij het aansluiten van de accu eerst de pluspool aanklemmen.
Poolafdekkingen na het aansluiten van de accu opnieuw bevestigen.
Veiligheidsinrichtingen monteren
Als een demontage van veiligheidsinrichtingen nodig was, dan moet u deze onmiddellijk na de
onderhoudswerkzaamheden opnieuw monteren en controleren.
Losgekomen schroefvebindingen altijd vastschroeven en hierbij de voorgeschreven aanhaalmomenten
in acht nemen.
3 Veiligheid
100_0202_si_0005.fm 15
Veilige omgang met bedrijfsstoffen
Neem bij de omgang met bedrijfsstoffen, zoals bijv. brandstoffen, oliën, vetten, koelmiddelen etc. de
volgende punten in acht:
Draag altijd een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Vermijd huid- of oogcontact met bedrijfsstoffen.
Bedrijfsstoffen niet inademen of inslikken.
Vermijd vooral contact met hete bedrijfsstoffen. Verbrandingsgevaar.
Verwijder vervangen en gemorste bedrijfsstoffen volgens de geldende voorschriften voor de
milieubescherming.
Als bedrijfsstoffen uit het apparaat lekken, het apparaat niet meer gebruiken en onmiddellijk door de
Wacker Neuson contactpersoon laten repareren.
4 Sticker met veiligheidsvoorschriften
16 100_0202_ls_0017.fm
4 Sticker met veiligheidsvoorschriften
Op de machine zijn de volgende stickers aangebracht:
WAARSCHUWING
Onleesbare symbolen
Na verloop van tijd kunnen stickers en plaatjes op de machine vuil worden of om een
andere reden onleesbaar worden.
Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorschriften, waarschuwingen en
gebruiksaanwijzingen op de machine goed leesbaar zijn.
Vervang beschadigde stickers en plaatjes direct.
Nr. Stickers Beschrijving
1 Een vallende machine kan ernstig letsel tot gevolg hebben
Hef de machine alleen aan de centrale ophanging met een
getest hefwerktuig en hefmiddelen (veiligheidshaken).
Hef de machine niet met de bak van een graafmachine aan
de centrale ophanging.
2Start/stop.
3 Gegarandeerd geluidsniveau.
4
Ondeskundige bediening kan ernstige
motorschade veroorzaken.
Bij gebruik van het geïntegreerde
wielstel altijd de motor uitschakelen.
Bij een lopende motor is de motorsmering
in transportstand niet gegarandeerd.
Verder bestaat het gevaar dat er olie uit
de carterontluchting lekt.
0219260
0219259
4 Sticker met veiligheidsvoorschriften
100_0202_ls_0017.fm 17
5 Een vallende machine kan ernstig letsel tot gevolg hebben
Hef de machine niet aan de schakelbeugel of de
stuurbeugel.
6 Gebruik uw persoonlijke beschermingsmiddelen, om letsel en
gezondheidsrisico's te vermijden:
Gehoorbescherming.
Lees de gebruiksaanwijzing door.
7 Machines VS Waarschuwing.
8 Machines VS
Voorzichtig.
9 Machines VS Waarschuwing.
Voor chemicaliën die kanker, geboorteafwijkingen en andere
reproductieve schade veroorzaken.
Nr. Stickers Beschrijving
0
2
2
0
0
0
0
0219175
0219261
WARNING
WARNUNG
ADVERTENCIA
ADVERTISSEMENT
0219176
CAUTION
VORSICHT
ATENCIÓN
ATTENTION
0219262
5 Inhoud van het pakket
18 100_0202_sd_0004.fm
5 Inhoud van het pakket
Het apparaat wordt kant-en-klaar gemonteerd geleverd en is na het uitpakken
bedrijfsklaar.
De inhoud van het pakket bestaat uit:
Apparaat.
Bedieningshandleiding.
Catalogus met reserveonderdelen.
Pos. Benaming Pos. Benaming
1 Apparaat 3 Catalogus met reserveonderdelen
2 Bedieningshandleiding
6 Opbouw en functie
100_0202_cp_0005.fm 19
6 Opbouw en functie
6.1 Toepassingsgebied
Gebruik het apparaat alleen volgens de voorschriften, zie hoofdstuk Veiligheid, Gebruik in
overeenstemming met de bestemming.
6.2 Functiebeschrijving
De voor de verdichting vereiste trilling wordt door de aan de ondermassa (10) vast verbonden dynamo
(9) opgewekt. Deze dynamo (8) is als centrale triller met gerichte trillingen geconstrueerd.
Zo'n principe maakt door het verdraaien van de onbalans (9) een wijziging van de
trillingsrichting mogelijk.
Hierdoor is een traploze overgang tussen trillingen in de voorloop, in stand-by en in de
terugloop mogelijk.
Gestuurd wordt deze bewerking hydraulisch met de schakelbeugel (3) aan de disselkop (4).
De aan de bovenmassa (5) bevestigde aandrijfmotor (13) drijft de dynamo (9) aan. Het draaimoment
wordt door de centrifugaalkoppeling (7) en de V-snaar van de dynamo (8) krachtgesloten overgebracht.
De centrifugaalkoppeling (7) onderbreekt bij een laag motortoerental de krachtstroom naar de dynamo
(9) en maakt daardoor een perfecte nullast van de aandrijfmotor (13) mogelijk. Het toerental van de
aandrijfmotor (13) kan aan de gashendel (2) geregeld worden.
Boven- (5) en ondermassa (10) zijn door 4 trillingsabsorberende rubberen buffers (6) met elkaar
verbonden. Deze demping verhinder het overdragen van de heel hoge frequenties op de bovenmassa
(5). Hierdoor blijft de goede werking van de aandrijfmotor (13) ondanks het hoge verdichtingsvermogen
behouden.
Afhankelijk van het toesteltype bezit de aandrijfmotor naast een trekstarter ook een elektrostarter.
De verbrandingslucht wordt via een luchtfilter aangezogen.
Pos.
Benaming
Pos.
Benaming
1
Luchtfilter
8
V-snaar van de dynamo
2
Gashendel
9
Dynamo
3
Schakelpook
10
Ondermassa
4
Disselkop
11
Accu
5
Bovenmassa
12
Starter
6
Rubberen buffer
13
Aandrijfmotor
7
Centrifugaalkoppeling
7 Componenten en bedieningselementen
20 100_0202_cp_0005.fm
7 Componenten en bedieningselementen
Apparaat
Elektrostarter (alleen bepaalde toesteltypes)
Pos.
Benaming
Pos.
Benaming
1
Centrale ophanging
6
Geïntegreerde rijinrichting
2
Brandstoftank
7
Dissel
3
Accu
8
Schakelpook
4
Trekstarter
9
Gashendel
5
Elektrostarter
Pos.
Benaming
Pos.
Benaming
1
Controlelampje bedrijf
3
Oliedrukcontrolelampje
2
Laadcontrolelampje
4
Contactslot
8 Transport
100_0202_tr_0005.fm 21
8 Transport
WAARSCHUWING
Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade.
Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en op-
volgen, zie hoofdstuk Veiligheid.
WAARSCHUWING
Gevaar door vallen.
Het vallende apparaat kan zwaar letsel veroorzaken, bijv. door pletten.
Uitsluitend geschikte en geteste hefmiddelen en hefhulpstukken (veilig-
heidslasthaken) met voldoende draagkracht gebruiken.
Toestel aan de centrale ophanging optillen.
Apparaat afdoende aan het hefmiddel vastmaken.
Toestel niet met baggerschop of vorkheftruck aan de centrale ophanging op-
tillen.
Toestel niet aan de beugel optillen.
Gevarenzone bij het optillen verlaten.
GEVAAR
Brand- en explosiegevaar door brandstof.
Lekkende brandstof kan vlam vatten en zware verbrandingen veroorzaken.
Apparaat rechtop optillen en transporteren.
8 Transport
22 100_0202_tr_0005.fm
8.1 Apparaat transporteren
1. Apparaat waterpas op een vlakke ondergrond plaatsen.
2. Motor uitschakelen.
3. Dissel loodrecht plaatsen en vastzetten.
4. Geschikte bevestigingsmiddelen aan de daarvoor bestemde centrale ophan-
ging (2) bevestigen.
5. Toestel gelijkmatig met hijsgereedschap optillen.
6. Toestel voorzichtig in of op een geschikt transportmiddel leggen.
7. Bij transport op het laadvlak van een voertuig de trilplaat vastsjorren op het be-
schermframe (3).
Pos. Benaming Pos. Benaming
1 Dissel 3 Sjorpunten (veiligheidsframe)
2 Centrale ophanging (bevesti-
gingspunt)
LET OP
Bij een lopende motor is de motorsmering in transportstand niet gegarandeerd.
Daardoor kan er zware motorschade ontstaan.
Verder bestaat het gevaar dat er olie uit de carterontluchting lekt.
Bij het gebruik van het geïntegreerde loopwerk moet de motor principieel af-
gezet worden.
9 Bediening en bedrijf
100_0202_op_0006.fm 23
9 Bediening en bedrijf
9.1 Vóór gebruik
9.1.1 Controles voor de inbedrijfstelling
Controleer de volgende punten voordat u de motor start:
Brandstofpeil.
Motoroliepeil.
Luchtfilter.
Waterafscheider.
Brandstofleidingen op lekken.
Of de schroefverbindingen aan de buitenkant stevig vastzitten.
9.2 In bedrijf nemen
9.2.1 Motor met terugslagstarter starten
Hinweis: Start de motor niet voordat er voldoende stabiliteit is bereikt.
1. Zet de gashendel in op positie 1.
2. Trek langzaam het terugslagstartertouw naar buiten totdat u de compressie
voelt.
3. Laat vanaf dit compressiepunt het touw terugrollen.
4. Start nu, waarbij de motor via het touw gelijkmatig (niet schokkerig zoals bij ben-
zinemotoren) versnelt. Gebruik de volledige lengte van het touw.
WARNUNG
Onvakkundige omgang kan tot letsel of grote materiële schade leiden.
U dient alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing te lezen en in
acht te nemen, zie het hoofdstuk Veiligheid.
Nr. Omschrijving
1 Gashendel
2 Terugslagstarter
9 Bediening en bedrijf
24 100_0202_op_0006.fm
9.2.2 Motor met elektrostarter starten
1. Zet de gashendel in op positie 1.
2. Steek de sleutel in het contactslot.
3. Draai de sleutel in positie II en laat deze los als de motor is gestart.
Hinweis: Breek een startpoging na maximaal 15 seconden af.
Hinweis: Als de motor draait, zet de sleutel dan niet in positie 0 en haal deze niet
uit het contactslot, omdat de accu dan niet meer wordt opgeladen.
Nr. Omschrijving
1 Contactslot
9 Bediening en bedrijf
100_0202_op_0006.fm 25
9.3 Het apparaat bedienen
9.3.1 Vooruit- en achteruitrijden
Druk de schakelbeugel in de bewegingsrichting.
Hinweis: De snelheid vooruit resp. achteruit is traploos aanpasbaar.
9.3.2 Verdichten op hellingen
Aanwijzingen voor het verdichten op hellingen
Let bij het verdichten op hellende vlakken (hellingen, bermen) op de volgende punten:
Ga altijd boven het apparaat op een helling staan.
Ga altijd van beneden naar boven op hellingen (een helling waarop probleemloos van beneden naar
boven bewogen kan worden, levert geen problemen op van boven naar beneden).
Ga niet in de valrichting van het apparaat staan. Kans op ernstig letsel door wegglijdende of
omkiepende machine.
De maximaal toegestane hellingshoek niet overschrijden
U mag de maximaal toegestane hellingshoek niet overschrijden (zie het hoofdstuk Technische
gegevens).
Gebruik het apparaat alleen kortdurend in de maximaal toegestane hellingshoek.
Wanneer u de maximaal toegestane hellingshoek overschrijft, valt de motorsmering weg wat
onvermijdelijk beschadiging van belangrijke motorcomponenten tot gevolg heeft.
9.4 Buiten bedrijf stellen
Nr. Omschrijving
1 Uit-schakelaar
2Contactslot
9 Bediening en bedrijf
26 100_0202_op_0006.fm
Motor uitschakelen
1. Zet de gashendel in op positie 0.
2. Druk op de uit-schakelaar.
Alleen voor apparaatmodellen met elektrostarter:
3. Draai de sleutel in positie 0.
4. Haal de sleutel indien nodig uit het contactslot.
Hinweis: Om ontlading van de accu te voorkomen, moet u de sleutel altijd in positie
0 draaien of uit het contactslot halen.
10 Onderhoud
100_0202_mt_0005.fm 27
10 Onderhoud
WARNUNG
Onvakkundige omgang kan tot letsel of grote materiële schade leiden.
U dient alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing te lezen en in
acht te nemen, zie het hoofdstuk Veiligheid.
WARNUNG
Kans op verwondingen wanneer de machine ongecontroleerd aanloopt en door
bewegende componenten.
Voer onderhoudswerkzaamheden alleen uit wanneer de motor is uitgescha-
keld.
WARNUNG
Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen.
Uitlaatgassen bevatten het giftige koolmonoxide, dat tot bewusteloosheid of de
dood kan leiden.
Voer onderhoudswerkzaamheden alleen uit wanneer de motor is uitgescha-
keld.
10 Onderhoud
28 100_0202_mt_0005.fm
10.1 Onderhoudsschema
10.1.1 Eenmalige onderhoudswerkzaamheden na het eerste gebruik
Hinweis: U moet de volgende onderhoudswerkzaamheden na de eerste keer dat
de machine in gebruik is genomen met de genoemde periode uitvoeren.
10.1.2 Dagelijkse onderhoudswerkzaamheden
Onderhoudstaak Na de eerste
25 uur
Motorolie vervangen.
Klepspeling controleren, instellen 0,10 mm bij koude motor. *
* Laat deze werkzaamheden door de servicedienst van uw Wacker Neuson-vertegen-
woordiger uitvoeren.
Onderhoudstaak Dagelijks vóór
gebruik
Dagelijks ná
gebruik
Inlaatgedeelte voor de verbrandings- en koellucht
controleren.
Controleer het motoroliepeil.
Waterafscheider controleren.
Brandstoftank controleren:
Vulpeil.
Lekken.
Leidingen op lekken.
Tankdop controleren op lekken – zo nodig vervan-
gen.
Indien nodig het filterelement reinigen of vervangen.
Controleren of de bowdenkabel gemakkelijk be-
weegt.
Het apparaat reinigen.
10 Onderhoud
100_0202_mt_0005.fm 29
10.1.3 Onderhoudswerkzaamheden met regelmatige intervallen
Onderhoudstaak Maande-
lijks
Elke
150 uur
Elke
250 uur
Elke
500 uur
Elke
1000
uur
Trilelementolie controleren - indien nodig
bijvullen.
Hydraulische olie controleren - indien no-
dig bijvullen.
Spanning v-snaar controleren - indien no-
dig aanspannen.
Controleren of de bevestigingsschroeven
goed vastzitten:
Veiligheidsframe.
Centrale ophanging.
Trilelementolie controleren - indien nodig
bijvullen.
Motorolie vervangen.
Trilelementolie vervangen. *
* Laat deze werkzaamheden door de servicedienst van uw Wacker Neuson-vertegenwoordiger uitvoe-
ren.
Controleren of de bevestigingsschroeven
goed vastzitten:
Aandrijfmotor. *
Klepspeling controleren, instellen 0,10 mm
bij koude motor. *
Brandstoffilter vervangen. *
Luchtfilter vervangen.
Oliefilter reinigen. *
10 Onderhoud
30 100_0202_mt_0005.fm
10.2 Onderhoudswerkzaamheden
10.2.1 Het apparaat reinigen
Machine na elk gebruik met water reinigen.
Er mogen geen hogedrukreinigers of chemische middelen gebruikt worden.
10.2.2 Luchtfilter reinigen
Hinweis: Als de motor begint te roken en tegelijkertijd het motorvermogen afneemt,
dan is dit een teken dat het filter verstopt is.
1. Plaats de machine recht op een vlakke ondergrond.
2. Schakel de motor uit.
3. Trek het patroon eruit en maak dit schoon. Klop het patroon daartoe licht uit, zo-
dat de stof uit het papieren element valt.
4. Reinig het filterhuis niet met perslucht, maar handmatig met een schone doek!
Let erop dat u het vuil in de behuizing niet in de inlaatopening van de motor
veegt.
WARNUNG
Brand- en explosiegevaar bij het gebruik van verkeerde reinigingsmiddelen.
Componenten niet met benzine of andere oplosmiddelen reinigen.
10 Onderhoud
100_0202_mt_0005.fm 31
10.2.3 Waterafscheider controleren
1. Plaats de machine recht op een vlakke ondergrond.
2. Schakel de motor uit.
3. Controleer of er water in het kijkglas van de waterafscheider zit.
4. Schroef indien nodig de afvoerschroef los en vang het water op in een opvang-
bak.
Als er in plaats van water brandstof ontsnapt, draai dan de afvoerschroef weer
vast.
Hinweis: Voer het afgetapte water af overeenkomstig de geldende voorschriften
voor milieubescherming.
Nr. Omschrijving
1 Kijkglas
2 Afvoerschroef
10 Onderhoud
32 100_0202_mt_0005.fm
10.2.4 Motoroliepeil controleren
1. Plaats de machine recht op een vlakke ondergrond.
2. Schakel de motor uit.
3. Verwijder vuil rond de oliepeilstok.
4. Schroef de oliepeilstok eruit en veeg hem met een schone, pluisvrije doek af.
5. Oliepeilstok opnieuw indraaien en er weer uitdraaien.
6. Controleren: het oliepeil moet tussen de onderste en de bovenste markering lig-
gen.
7. Vul zo nodig de motorolie bij via de opening, tot de bovenste markering van de
oliepeilstok (voor oliesoorten zie het hoofdstuk Technische gegevens).
8. Draai de oliepeilstok weer terug en draai hem handvast.
Nr. Omschrijving
1 Oliepeilstok
2Markering
10 Onderhoud
100_0202_mt_0005.fm 33
10.2.5 Motorolie vervangen
Hinweis: Het werkvlak moet zijn bedekt met een waterbestendige folie om de bo-
dem te beschermen (milieubescherming).
Hinweis: Tap de olie af als de motor nog warm is om een snelle en volledige aftap-
ping te garanderen.
1. Plaats de machine recht op een vlakke ondergrond.
2. Breng de motor op handwarme temperatuur, door hem te laten afkoelen of door
hem te laten lopen.
3. Schakel de motor uit.
4. Schroef de oliepeilstok los en verwijder deze.
5. Draai de olieaftapslang op de olievervangingsklep.
Vang de afgetapte olie op in een geschikte opvangbak en voer deze af.
6. Vul de olie via de vulopening bij en controleer het oliepeil.
Voor oliehoeveelheden en oliespecificaties, zie het hoofdstukTechnische gege-
vens.
7. Draai de olieaftapslang los en draai de olievervangingsklep weer vast.
8. Draai de oliepeilstok weer terug en draai hem handvast.
Hinweis:
Voer de olie af overeenkomstig de geldende voorschriften voor milieubescherming.
Nr. Omschrijving Nr. Omschrijving
1 Oliepeilstok 3 Olieafstapslang
2 Olievervangingsklep
10 Onderhoud
34 100_0202_mt_0005.fm
10.2.6 Hydraulisch-oliepeil controleren/bijvullen
1. Plaats de machine recht op een vlakke ondergrond.
2. Schakel de motor uit.
3. Laat het apparaat afkoelen.
4. Zet de stuurbeugel verticaal en zet deze vast.
5. Zet de schakelbeugel in de voorloopstand.
6. Verwijder vuil rond het vulgat.
7. Controleren: Het oliepeil moet zich aan de bovenzijde van het tandwiel bevin-
den.
8. Open het vulgat.
9. Vul indien nodig nieuwe hydraulische olie bij via het vulgat, tot aan de boven-
rand van het tandwiel.
Voor de oliespecificaties, zie het hoofdstukTechnische gegevens.
10. Sluit het vulgat en draai dit vast.
Hinweis: De hydraulische besturing is zelfontluchtend.
Nr. Omschrijving Nr. Omschrijving
1 Vulgat 3 Schakelbeugel
2 Tandwiel 4 Stuurbeugel
10 Onderhoud
100_0202_mt_0005.fm 35
10.2.7 Oliepeil trilelement controleren
1. Plaats de machine recht op een vlakke ondergrond.
2. Schakel de motor uit.
3. Laat het apparaat afkoelen.
4. Verwijder vuil rond het vulgat.
5. Open het vulgat.
6. Controleren: het oliepeil moet tot aan het begin van de schroefdraad van het vul-
gat reiken.
7. Vul indien nodig de olie van het trilelement bij via het vulgat.
8. Sluit het vulgat en draai dit met een momentsleutel vast met een draaimoment
van 100 Nm.
Nr. Omschrijving
1Vulgat
2 Begin van de schroefdraad
WARNUNG
Er kan hete trilelementolie uitlopen en brandwonden veroorzaken.
Open de afsluitschroef van het trilelement niet wanneer de trilelementolie
nog heet is.
Laat het apparaat afkoelen.
10 Onderhoud
36 100_0202_mt_0005.fm
10.2.8 V-snaar van het trilelement spannen
1. Plaats de machine recht op een vlakke ondergrond.
2. Schakel de motor uit.
3. Laat het apparaat afkoelen.
4. Verwijder de V-riembeschermkap.
5. Schroef de v-snaarschijven van de motor los en verwijder de buitenste v-snaar-
schijfhelft.
6. Verwijder genoeg tussenschijven (normaal gesproken is één schijf voldoende).
7. Monteer de verwijderde tussenschijf op de buitenkant van de v-snaarschijfhelft.
8. Zet de v-snaarschijfhelft vast en draai deze rondom vast met 3 schroeven met
een draaimoment van 10 Nm.
Hinweis: Draai hierbij aan de v-snaarschijfhelften, om te voorkomen dat de v-
snaar bekneld raakt.
9. Monteer de V-riembeschermkap. Schroeven met een momentsleutel met 10 Nm
vastdraaien.
10. Laat de machine kort lopen.
11. Schroeven evt. nog eens aandraaien.
Nr. Omschrijving Nr. Omschrijving
1 V-snaar 5 Schroeven (3 stuks)
2 V-snaarschijf motor 6 V-snaarbescherming
3 Schijf 7 Schroeven (3 stuks)
4 V-snaarschijfhelft
11 Oplossen van storingen
100_0202_ts_0005.fm 37
11 Oplossen van storingen
In de onderstaande tabel staan mogelijke storingen, de oorzaken en mogelijke oplossingen vermeld.
Voor storingen die u niet zelf kunt oplossen, neemt u contact op met uw Wacker Neuson-
contactpersoon.
Storing Oorzaak Oplossing
Snelheid achteruit te laag. Te weinig hydraulische olie in
de stuurbeugel.
Hydraulische olie bijvullen.
Snelheid vooruit te laag. Te veel hydraulische olie in de
stuurbeugel.
Oliepeil conform de markering
corrigeren.
Geen voorloop. Mechanische storing. Laat het apparaat repareren. *
* Laat deze werkzaamheden door de servicedienst van uw Wacker Neuson-vertegenwoordiger uitvoe-
ren.
Verlies van hydraulische olie. Lekkages, hydraulische slang
deffect.
Laat het apparaat repareren. *
De motor kan niet worden ge-
start.
Gashendel in positie 0. Zet de gashendel in op positie
1.
Geen brandstof bij de injectie-
pomp.
Vul brandstof bij. Controleer de
gehele brandstoftoevoer.
Controleer de inlaatleiding naar
de motor en het brandstoffilter. *
Onjuiste klepspeling. Klepspeling controleren, evt. af-
stellen. *
Klep versleten. Laat het apparaat repareren. *
Cilinder en/of zuigerveer versle-
ten.
Injector werkt niet.
Geen trilling bij lopende motor. V-snaar versleten. Vervang de v-snaar.
Koppelingsvoeringen versleten. Vervang de koppelingsvoerin-
gen. *
Het laadindicatielampje gaat
niet uit.
Dynamo defect. Laat het apparaat repareren. *
Regelaar defect.
Het olie-indicatielampje gaat
niet uit.
Het motoroliepeil is te laag. Vul motorolie bij.
11 Oplossen van storingen
38 100_0202_ts_0005.fm
11.1 Extern starten
Hinweis: Gebruik uitsluitend geïsoleerde startkabels met een doorsnede van mini-
maal 16 mm².
Neem bij een externe start met een externe accu de volgende aansluitvolgorde in acht:
1. Sluit de rode startkabel met een tang aan op de positieve pool (1)
van de ontladen accu.
2. Sluit de andere klem van de rode startkabel aan op de positieve pool van de ex-
terne accu (2).
3. Sluit de zwarte startkabel met een tang aan op de negatieve pool (3) van de ex-
terne accu.
4. Sluit de andere klem van de zwarte startkabel aan op de massa (4) van het ap-
paraat, bijv. op de motorsteun.
5. Start de motor (max. 15 seconden) en laat deze draaien.
6. Het loskoppelen vindt plaats in omgekeerde volgorde. Verwijder eerst de zwarte
en vervolgens de rode startkabel.
WARNUNG
Explosiegevaar door knalgas.
Letselgevaar door opspattend zuur.
Draag een veiligheidsbril en zuurbestendige veiligheidshandschoenen.
De externe accu en accu van de machine moeten dezelfde spanning (12V)
hebben.
Voorkom kortsluiting door de verkeerde polen met elkaar te verbinden (plus
naar plus, min naar min).
Houd de juiste volgorde aan bij het aansluiten van de startkabel.
12 Afvalverwerking
100_0000_0007.fm 39
12 Afvalverwerking
12.1 Weggooien van accu's
De machine bevat één of meerdere batterijen of accu's (hierna gezamenlijk "de accu" genoemd).
Wanneer de accu op de juiste manier wordt weggegooid, worden negatieve gevolgen voor mens en
milieu voorkomen, kunnen schadelijke stoffen doelgericht worden verwerkt en kunnen waardevolle
grondstoffen worden hergebruikt.
Voor klanten in EU-landen
Deze accu's vallen onder de Europese richtlijn voor (oude) batterijen en (oude) accu's alsmede de
bijbehorende landelijk wetgevingen. De accurichtlijn geeft daarbij het kader voor een voor de hele EU
geldende omgang met accu's.
De accu is voorzien van het hiernaast getoonde symbool van een doorgestreepte
vuilnisbak. Onder dit symbool bevindt zich bovendien een aanduiding voor de schadelijke
stof die het bevat, namelijk "Pb" voor lood, "Cd" voor cadmium en "Hg" voor kwik.
Accu's mogen niet met het normale huisvuil worden weggegooid! Als eindgebruiker
mag u gebruikte accu's alleen weggooien via de fabrikant of de handelaar of ze eventueel
afgeven bij speciaal daarvoor bedoelde verzamelpunten (wettelijke teruggaveplicht). Het afgeven van
accu's is gratis. Handelaren en fabrikant zijn verplicht deze accu's terug te nemen en conform de
richtlijnen te recyclen of als bijzonder afval weg te gooien (wettelijke terugnameplicht).
U kunt de bij Wacker Neuson aangeschafte accu's ook na gebruik kosteloos aan Wacker Neuson
teruggeven. Als de accu's niet persoonlijk bij een van de vestigingen van Wacker Neuson afgegeven
kan worden, dan dienen eventuele aanwijzingen hierover in het koopcontract resp. in de algemene
voorwaarden van uw verkooppunt in acht genomen te worden.
Voor klanten in andere landen
Wacker Neuson adviseert u daarom de accu's niet met het normale huisvuil weg te gooien, maar ze af
te geven voor gescheiden en milieuvriendelijke afvalverwerking. Ook nationale richtlijnen verplichten
soms tot de gescheiden afvalverwerking van accu's. Op die manier verzekert u zich ervan dat de accu
volgens de nationaal geldende voorschriften weggegooid wordt.
13 Toebehoren
40 100_0000_0008.fm
13 Toebehoren
Voor het apparaat wordt een uitgebreid pakket toebehoren aangeboden.
Informatie over de afzonderlijke toebehoren is verkrijgbaar in het internet onder
www.wackerneuson.com.
14 Technische gegevens
100_0202_td_0025.fm 41
14 Technische gegevens
14.1 DPU2540, DPU2550, DPU2560
Omschrijving Eenhei
d
DPU 2540H DPU2550H DPU 2560H DPU 2560Hts
Artikelnr. 5000610035 5000610036 5000610037 5000610038
Centrifugaalkracht kN 25,00 25,00 25,00 25,00
Trillingen Hz 90 90 90 90
1/min 5400 5400 5400 5400
Capaciteit* m
2
/uur 456 540 612 756
Voorloop m/min 19,0 18,0 17,0 21,0
Stijgvermogen % 46,6 46,6 46,6 46,6
Lengte (stuurbeugel in
werkstand)
mm 1292 1292 1292 1292
Breedte mm 400 500 600 600
Hoogte mm 1097 1097 1097 1097
Bedrijfsgewicht kg 160 166 171 171
Doorrijhoogte mm 736 – 846 736 – 846 736 – 846 736 – 846
Nominaal vermogen** kW 3,1 3,1 3,1 3,1
Nominaal toerental 1/min 2800 2800 2800 2800
Hoeveelheid trilelementolie l 0,60 0,60 0,60 0,60
Type trilelementolie M 75W-90 API GL-4
Hoeveelheid hydrauliekolie l 0,4 0,4 0,4 0,4
Type hydrauliekolie MR 520 MR 520 MR 520 MR 520
Opslagtemperatuur °C -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45
Bedrijfstemperatuur °C -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45
Geluidsniveau
bij de bestuurder L
pA
dB(A)868686 86
Norm EN 500-4
Geluidsniveau L
WA
gemeten
gegarandeerd
dB(A)
106
108
106
108
106
108
106
108
Norm EN 500-4
Totale trillingswaarde a
hv
m/s
2
2,7 2,7 2,7 2,7
Norm EN 500-4
Meetonzekerheid van de
totale trillingswaarde a
hv
m/s
2
0,5 0,5 0,5 0,5
*
Afhankelijk van de bodemgesteldheid.
**
Komt overeen met het geïnstalleerde nominale vermogen conform richtlijn 2000/14/EG.
14 Technische gegevens
42 100_0202_td_0025.fm
14.2 DPU3050
Omschrijving Eenhei
d
DPU 3050H DPU 3050H US DPU 3050He
Artikelnr. 5000610039 5100000310 5000610298
Centrifugaalkracht kN 30,00 30,00 30,00
Trillingen Hz 90 90 90
1/min 5400 5400 5400
Capaciteit* m
2
/uur 570 570 570
Voorloop m/min 19,0 19,0 19,0
Stijgvermogen % 46,6 46,6 46,6
Lengte (stuurbeugel in
werkstand)
mm 1295 1295 1295
Breedte mm 500 500 500
Hoogte mm 1101 1101 1101
Bedrijfsgewicht kg 181 181 206
Doorrijhoogte mm 777 – 887 777 – 887 777 – 887
Nominaal vermogen** kW 4,2 4,2 4,2
Nominaal toerental 1/min 2800 2800 2800
Hoeveelheid trilelementolie l 0,60 0,60 0,60
Type trilelementolie M 75W-90 API GL-4
Hoeveelheid hydrauliekolie l 0,4 0,4 0,4
Type hydrauliekolie MR 520 MR 520 MR 520
Opslagtemperatuur °C -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45
Bedrijfstemperatuur °C -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45
Geluidsniveau
bij de bestuurder L
pA
dB(A) 86 86 86
Norm EN 500-4
Geluidsniveau L
WA
gemeten
gegarandeerd
dB(A)
107
108
107
108
107
108
Norm EN 500-4
Totale trillingswaarde a
hv
m/s
2
3,6 3,6 3,6
Norm EN 500-4
Meetonzekerheid van de
totale trillingswaarde a
hv
m/s
2
0,5 0,5 0,5
*
Afhankelijk van de bodemgesteldheid.
**
Komt overeen met het geïnstalleerde nominale vermogen conform richtlijn 2000/14/EG.
14 Technische gegevens
100_0202_td_0025.fm 43
14.3 DPU3060, DPU3070
Omschrijving Eenhei
d
DPU 3060H DPU 3070H DPU 3060Hts DPU 3060Hets
Artikelnr. 5000610040 5000610041 5000610042 5000610302
Centrifugaalkracht kN 30,00 30,00 30,00 30,00
Trillingen Hz 90 90 90 90
1/min 5400 5400 5400 5400
Capaciteit* m
2
/uur 648 714 792 792
Voorloop m/min 18,0 17,0 22,0 22,0
Stijgvermogen % 46,6 46,6 46,6 46,6
Lengte (stuurbeugel in
werkstand)
mm 1295 1295 1295 1295
Breedte mm 600 700 600 600
Hoogte mm 1101 1101 1101 1101
Bedrijfsgewicht kg 190 195 190 215
Doorrijhoogte mm 777 – 887 777 – 887 777 – 887 777 – 887
Nominaal vermogen** kW 4,2 4,2 4,2 4,2
Nominaal toerental 1/min 2800 2800 2800 2800
Hoeveelheid trilelementolie l 0,60 0,60 0,60 0,60
Type trilelementolie M 75W-90 API GL-4
Hoeveelheid hydrauliekolie l 0,4 0,4 0,4 0,4
Type hydrauliekolie MR 520 MR 520 MR 520 MR 520
Opslagtemperatuur °C -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45
Bedrijfstemperatuur °C -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45 -7 – +45
Geluidsniveau
bij de bestuurder L
pA
dB(A)868686 86
Norm EN 500-4
Geluidsniveau L
WA
gemeten
gegarandeerd
dB(A)
107
108
107
108
107
108
107
108
Norm EN 500-4
Totale trillingswaarde a
hv
m/s
2
3,2 3,2 3,3 3,3
Norm EN 500-4
Meetonzekerheid van de
totale trillingswaarde a
hv
m/s
2
0,5 0,5 0,5 0,5
*
Afhankelijk van de bodemgesteldheid.
**
Komt overeen met het geïnstalleerde nominale vermogen conform richtlijn 2000/14/EG.
14 Technische gegevens
44 100_0202_td_0025.fm
14.4 DPU3750, DPU3760
Omschrijving Eenhei
d
DPU
3750Hts
DPU
3750Hts US
DPU
3750Hets
DPU
3760Hts
DPU
3760Hets
Artikelnr.
5000610321 5100000311 5000610322 5000610358 5000610359
Centrifugaalkracht kN 37,00 37,00 37,00 37,00 37,00
Trillingen Hz 90 90 90 90 90
1/min 5400 5400 5400 5400 5400
Capaciteit* m
2
/uur 720 720 720 828 828
Voorloop m/min 24,0 24,0 24,0 23,0 23,0
Stijgvermogen % 46,6 46,6 46,6 46,6 46,6
Lengte (stuurbeugel in
werkstand)
mm 1295 1295 1295 1295 1295
Breedte mm 500 500 500 600 600
Hoogte mm 1101 1101 1101 1101 1101
Bedrijfsgewicht kg 247 247 265 256 274
Doorrijhoogte mm 777 – 887 777 – 887 777 – 887 777 – 887 777 – 887
Nominaal vermogen** kW 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2
Nominaal toerental 1/min 2800 2800 2800 2800 2800
Hoeveelheid
trilelementolie
l 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60
Type trilelementolie M 75W-90 API GL-4
Hoeveelheid hydrauliekolie l 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
Type hydrauliekolie MR 520 MR 520 MR 520 MR 520 MR 520
Opslagtemperatuur °C -15 – +45 -15 – +45 -15 – +45 -15 – +45 -15 – +45
Bedrijfstemperatuur °C -15 – +45 -15 – +45 -15 – +45 -15 – +45 -15 – +45
Geluidsniveau
bij de bestuurder L
pA
dB(A) 86 86 86 86 86
Norm EN 500-4
Geluidsniveau L
WA
gemeten
gegarandeerd
dB(A)
106
108
106
108
106
108
106
108
106
108
Norm EN 500-4
Totale trillingswaarde a
hv
m/s
2
2,5 2,5 2,5 2,5 2,5
Norm EN 500-4
Meetonzekerheid van de
totale trillingswaarde a
hv
m/s
2
0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
*
Afhankelijk van de bodemgesteldheid.
**
Komt overeen met het geïnstalleerde nominale vermogen conform richtlijn 2000/14/EG.
14 Technische gegevens
100_0202_td_0025.fm 45
14.5 Verbrandingsmotor
Omschrijving Eenheid
Fabrikant Hatz Hatz Hatz Hatz
Motortype 1B20-7-327B 1B30-2-310A 1B30-2-274F
(DOC)
1B30-2-311A
Verbrandingstype Viertakt
Koeling Luchtkoeling
Cilinders 1
Cilinderinhoud cm³ 243 347
Hellingshoek max. ° 25,0
Brandstoftype Diesel EN 590
Brandstofverbruik l/h 0,4 0,6
Tankinhoud l 3,0 5,0
Oliespecificaties SAE 10W40
Olievulling max. l 0,9 1,1
Motorvermogen max. kW 3,5 5,4
Toerental 1/min 3600
Norm ISO 3046-1
Emissienorm EU fase V US Tier 4 EU fase V
CO
2
emissie* g/kWh 986,79
Uitlaatgasnabehandelingssys
teem
––DOC
Luchtfilter Drogeluchtfilter
Startertype Terugslagstarter
Accuspanning V Speciale
Wacker Neuson
startaccu voor
trilplaten, -12 V,
18 Ah
Accucapaciteit (nominale
waarde)
Ah
* Bepaalde waarde van de CO
²
-uitstoot tijdens de motorcertificering, zonder rekening te houden met de
toepassing op de machine.
5000217755_11_DPU2540, DPU2550, DPU2560_CE_nl
Originele Verklaring van Overeenstemming
Trilplaat
Verdichten van de bodem
EG-Verklaring van Overeenstemming
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Het opstellen van deze conformiteitsverklaring valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
DPU2540, DPU2550, DPU2560
5000610035, 5000610036, 5000610037, 5000610038
3,1 kW
106 dB(A)
108 dB(A)
Procedure voor beoordeling van conformiteit
2000/14/EG, Bijlage VIII
Aangemelde instantie
TÜV Rheinland LGA Products GmbH, Tillystr. 2, D-90431 Nürnberg (NB 0197)
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren wij dat dit product voldoet aan de desbetreffende bepalingen en voorschriften
van de volgende richtlijnen en normen:
2006/42/EG, 2000/14/EG, EN 500-1:2006 + A1:2009, EN 500-4:2011
Verantwoordelijke persoon voor technische documenten
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Originele Verklaring van Overeenstemming
5000217755_11_DPU3050, DPU3060, DPU3070_CE_nl
Productsoort
Trilplaat
Productfunctie
Verdichten van de bodem
Materiaalnummer
5000610039, 5000610298, 5000610040, 5000610041,
5000610042, 5000610302
Geïnstalleerd nominaal vermogen
4,2 kW
Gemeten geluidsniveau
107 dB(A)
108 dB(A)
Procedure voor beoordeling van conformiteit
2000/14/EG, Bijlage VIII
Aangemelde instantie
EG-Verklaring van Overeenstemming
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Het opstellen van deze conformiteitsverklaring valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Product
DPU3050, DPU3060, DPU3070
TÜV Rheinland LGA Products GmbH, Tillystr. 2, D-90431 Nürnberg (NB 0197)
Gegarandeerd geluidsniveau
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren wij dat dit product voldoet aan de desbetreffende bepalingen en voorschriften
van de volgende richtlijnen en normen:
2006/42/EG, 2000/14/EG, EN 500-1:2006 + A1:2009, EN 500-4:2011
Verantwoordelijke persoon voor technische documenten
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Directeur
Reichertshofen, 30.08.2019
Helmut Bauer
Originele Verklaring van Overeenstemming
5000217755_11_DPU3750, DPU3760_CE_nl
Productsoort
Trilplaat
Productfunctie
Verdichten van de bodem
Materiaalnummer
5000610321, 5000610322, 5000610358, 5000610359
Geïnstalleerd nominaal vermogen
4,2 kW
Gemeten geluidsniveau
106 dB(A)
108 dB(A)
Procedure voor beoordeling van conformiteit
2000/14/EG, Bijlage VIII
Aangemelde instantie
EG-Verklaring van Overeenstemming
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Het opstellen van deze conformiteitsverklaring valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Product
DPU3750, DPU3760
TÜV Rheinland LGA Products GmbH, Tillystr. 2, D-90431 Nürnberg (NB 0197)
Gegarandeerd geluidsniveau
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren wij dat dit product voldoet aan de desbetreffende bepalingen en voorschriften
van de volgende richtlijnen en normen:
2006/42/EG, 2000/14/EG, EN 500-1:2006 + A1:2009, EN 500-4:2011
Verantwoordelijke persoon voor technische documenten
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Reichertshofen, 30.08.2019
Helmut Bauer
Directeur
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50

Wacker Neuson DPU 3060H-TS Handleiding

Type
Handleiding