Documenttranscriptie
0210447nl
005
11.2010
Trilplaat
BPU
2540W, 3050W
Bedieningshandleiding
Fabrikant
Wacker Neuson SE
Preußenstraße 41
80809 München
www.wackerneuson.com
Tel.: +49-(0)89-354 02-0
Fax: +49-(0)89-354 02-390
Vertaling van de Duitstalige originele gebruiksaanwijzing
1 Voorwoord
1
Voorwoord
In deze bedieningshandleiding staat informatie en worden procedures beschreven voor het veilig gebruik en onderhoud van het Wacker Neuson apparaat. Voor
uw eigen veiligheid en om letsel te voorkomen moet u de veiligheidsvoorschriften
goed doorlezen, zodat u ermee vertrouwd raakt en ze op ieder moment in acht
kunt nemen.
Deze bedieningshandleiding geeft geen informatie over omvangrijke onderhouds- of reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moeten door
de Wacker Neuson service of door erkende deskundigen worden uitgevoerd.
Bij de productie van het apparaat is veel waarde gehecht aan de veiligheid van
de bediener. Ondeskundige bediening of onderhoud niet conform de voorschriften kunnen echter gevaar veroorzaken. Bediening en onderhoud van het
Wacker Neuson apparaat moeten volgens de aanwijzingen in deze bedieningshandleiding worden uitgevoerd. Hierdoor is een storingsvrije werking en een
hoge beschikbaarheid van het apparaat gegarandeerd.
Defecte onderdelen van het apparaat moeten meteen worden vervangen!
Bij vragen over de bediening of het onderhoud kunt u contact opnemen met uw
contactpersoon bij Wacker Neuson.
Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder het recht van reproductie en verspreiding.
Copyright 2010 Wacker Neuson SE
Deze bedieningshandleiding mag uitsluitend met voorafgaande uitdrukkelijke en
schriftelijke toestemming van Wacker Neuson worden gereproduceerd, bewerkt,
gekopieerd of verspreid worden. Dit geldt ook voor delen ervan.
Iedere reproductie, verspreiding of opslag op informatiedragers in welke vorm
dan ook, zonder de toestemming van Wacker Neuson, is een overtreding van het
geldende copyright en zal gerechtelijk worden vervolgd.
Wij behouden ons uitdrukkelijk voor, technische wijzigingen uit te voeren voor de
verbetering van onze apparaten of verhoging van de veiligheidsstandaard, ook
zonder voorafgaande aankondiging.
3
Inhoud
1.
Beschrijving
1.1
24
Functiebeschrijving ..............................................................................24
2.
Transport naar werkplek
26
3.
Aanbevelingen voor verdichten
27
4.
Bediening
28
4.1
4.2
4.3
4.4
5.
Onderhoud
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
5.9
5.10
6.
Startvoorbereiding ...............................................................................28
Start de motor ......................................................................................28
Vooruit- en achteruitrijden ...................................................................29
Motor uitschakelen ..............................................................................29
30
Onderhoudsplan ..................................................................................30
Motoroliepeil controleren .....................................................................31
Motorolie verversen .............................................................................32
Luchtfilter schoonmaken / luchtfilter-inzetstukken vervangen .............33
Bougie controleren / schoonmaken / vervangen .................................34
V-snaar dynamo controleren ...............................................................35
V-snaar trilmechanisme verwisselen ...................................................35
Peil van hydrauliekolie controleren / bijvullen ......................................35
Oliepeil van bekrachtiger controleren ..................................................36
Olie van bekrachtiger verversen ..........................................................36
Storing
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
37
Vooruitrijsnelheid te laag .....................................................................37
Achteruitrijsnelheid te laag ..................................................................37
Vooruitrijden niet mogelijk ...................................................................37
Verlies van hydrauliekolie ....................................................................37
Motor kan niet worden gestart .............................................................38
4
BPU
2
2.1
2 Veiligheid
Veiligheid
Beginsel
Stand van de techniek
Het apparaat is vervaardigd op basis van de nieuwste stand van de techniek en
de erkende veiligheidstechnische regelgeving. Desondanks kan ondeskundig
gebruik gevaar opleveren voor lijf en leven van de gebruiker of derden of een negatieve invloed hebben op het apparaat en andere materiële zaken.
Gebruik in overeenstemming met de bestemming
Het apparaat mag uitsluitend voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Verdichten van de grond.
Verdichten van asfalt.
Intrillen van straatstenen.
Het apparaat mag niet voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Verdichten van zeer zware grond.
Verdichten van bevroren grond.
Verdichten van harde, niet-verdichtbare grond.
Verdichten van grond met onvoldoende draagvermogen.
Tot het gebruik in overeenstemming met de bestemming hoort ook het in acht
nemen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding, alsmede het in
acht nemen van de voorgeschreven service- en onderhoudsaanwijzingen.
Elke ander of verdergaand gebruik geldt als niet in overeenstemming zijnde met
de bestemming. Voor hieruit resulterende schade vervallen de aansprakelijkheid
en de garantie van de fabrikant. Het risico komt volledig voor rekening van de
bediener.
Bedieningshandleiding
5
2 Veiligheid
BPU
Constructieve wijzigingen
Voer in geen geval constructieve wijzigingen uit zonder schriftelijke toestemming
van de fabrikant. U brengt daardoor uw veiligheid en die van andere personen in
gevaar! Bovendien vervallen de aansprakelijkheid en de garantie van de fabrikant.
Er is vooral sprake van constructieve wijzigingen in de volgende gevallen:
Openen van het apparaat en het permanent verwijderen van onderdelen, die
van Wacker Neuson afkomstig zijn.
Inbouwen van nieuwe onderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig
zijn of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen.
Aanbouwen van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Reserveonderdelen die van Wacker Neuson afkomstig zijn kunt u zondermeer
monteren.
Toebehoren die voor uw apparaat verkrijgbaar zijn in het Wacker Neuson leverprogramma, kunt u zondermeer monteren. Volg daarbij de montagevoorschriften
uit deze bedieningshandleiding.
Voorwaarden voor bedrijf
De storingsvrije en veilige werking van het apparaat hangt af van de volgende
voorwaarden:
Vakkundig transport, opslag, opstelling.
Zorgvuldige bediening.
Zorgvuldig onderhoud.
Bediening
Bedien het apparaat uitsluitend in overeenstemming met de bestemming en in
technisch perfecte toestand.
Bedien het apparaat uitsluitend bewust van de veiligheid en de gevaren terwijl
alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Verander of omzeil de veiligheidsvoorzieningen niet.
Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden of de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
Toezicht
Laat een draaiend apparaat nooit zonder toezicht!
6
Bedieningshandleiding
BPU
2 Veiligheid
Onderhoud
Voor een storingsvrije en langdurige werking van het apparaat zijn regelmatige
onderhoudswerkzaamheden vereist. Gebrekkig onderhoud vermindert de veiligheid van het apparaat.
Neem altijd de voorgeschreven onderhoudsintervallen in acht.
Gebruik het apparaat niet wanneer onderhoud of reparatie noodzakelijk is.
Storingen
Bij functiestoringen moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen en beveiligen.
Verhelp storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden onverwijld!
Laat beschadigde of defecte componenten onmiddellijk vervangen!
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Storingen verhelpen.
Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik alleen reserveonderdelen van Wacker Neuson of onderdelen die gelijkwaardig zijn met de originele delen wat betreft constructie en kwaliteit.
Gebruik alleen toebehoren van Wacker Neuson.
Bij het niet opvolgen hiervan vervalt iedere aansprakelijkheid.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
In de volgende gevallen wijst Wacker Neuson elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel en materiële schade af:
Constructieve wijzigingen.
Gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming.
Niet-naleven van deze bedieningshandleiding.
Ondeskundige behandeling.
Gebruik van reserveonderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn
of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen.
Gebruik van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Bedieningshandleiding
Bewaar de bedieningshandleiding altijd binnen handbereik bij het apparaat of op
de plaats waar het apparaat wordt gebruikt.
Mocht u de bedieningshandleiding kwijtraken of nog een exemplaar nodig hebben, neem dan contact op met uw Wacker Neuson contactpersoon of download
de bedieningshandleiding van het Internet (www.wackerneuson.com).
Geef deze bedieningshandleiding aan elke andere bediener of volgende eigenaar van het apparaat.
Bedieningshandleiding
7
2 Veiligheid
BPU
Landspecifieke voorschriften
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspreventie en milieubescherming in acht, bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of
het dragen van een persoonlijke beschermingsuitrusting.
Vul deze bedieningshandleiding aan met verdere aanwijzingen voor het in acht
nemen van bedrijfs-, overheids-, landelijke of algemene veiligheidsrichtlijnen.
Bedieningselementen
Houd de bedieningselementen van het apparaat altijd droog, schoon en vrij van
vet en olie.
Bedieningselementen, zoals bijv. aan/uitschakelaar, gashendels etc. mogen niet
ongeloorloofd geâretteerd, gemanipuleerd of veranderd worden.
Reiniging
Houd het apparaat altijd schoon en reinig het na elk gebruik.
Gebruik geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
Gebruik geen hogedrukreinigers. Indringend water kan het apparaat beschadigen. Bij elektrische apparaten bestaat ernstig verwondingsgevaar door elektrische schokken.
Op schade controleren
Controleer minstens één keer per dienst het uitgeschakelde apparaat op uiterlijk
zichtbare schade en gebreken.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar
zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
2.2
Kwalificatie van het bedieningspersoneel
Kwalificatie van de bediener
Het apparaat mag alleen door opgeleid personeel in werking gesteld en bediend
worden. Bovendien gelden de volgende voorwaarden:
8
U bent minstens 18 jaar oud.
U bent lichamelijk en geestelijk geschikt.
U bent opgeleid voor het zelfstandig bedienen van het apparaat.
U bent opgeleid in het gebruik in overeenstemming met de bestemming van
het apparaat.
U bent vertrouwd met de noodzakelijke veiligheidsinrichtingen.
U bent bevoegd om apparaten en systemen volgens de normen van de veiligheidstechniek zelfstandig in bedrijf te stellen.
U moet door de ondernemer of exploitant zijn aangewezen voor het zelfstandig werken met het apparaat.
Bedieningshandleiding
BPU
2 Veiligheid
Foutieve bediening
Bij foutieve bediening, misbruik of bediening door ongeschoold personeel dreigt
er gevaar voor de gezondheid van de bediener of derden en voor het apparaat
of andere materiële zaken.
Plichten van de exploitant
De exploitant moet de bedieningshandleiding beschikbaar stellen aan de bediener en zich ervan vergewissen dat de bediener deze heeft gelezen en begrepen.
Aanbevelingen voor het werk
Volg a.u.b. de volgende aanbevelingen op:
2.3
Werk uitsluitend in een goede lichamelijke toestand.
Werk geconcentreerd, vooral tegen het einde van de werktijd.
Werk niet met het apparaat als u moe bent.
Voer alle werkzaamheden rustig, behoedzaam en voorzichtig uit.
Werk nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Uw zichtvermogen, uw reactievermogen en uw oordeelsvermogen kunnen hierdoor worden
belemmerd.
Werk zodanig dat geen schade voor derden ontstaat.
Zorg ervoor dat zich geen personen of dieren in de gevarenzone bevinden.
Beschermuitrusting
Werkkleding
De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauwsluitend maar niet hinderlijk zijn.
Draag in principe op bouwplaatsen geen lang los haar, losse kleding of sieraden
inclusief ringen. Er bestaat gevaar voor letsel, bijv. door blijven hangen of naar
binnen trekken door bewegende onderdelen van apparaten.
Draag alleen moeilijk ontvlambare werkkleding.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting om letsel en schade voor de gezondheid te voorkomen:
Veiligheidsschoenen.
Werkhandschoenen van stevig materiaal.
Werkpak van stevig materiaal.
Veiligheidshelm.
Hoorbescherming.
Bedieningshandleiding
9
2 Veiligheid
BPU
Hoorbescherming
Bij dit apparaat is overschrijding van de landelijk geldende toegestane geluidslimiet (persoonsgerelateerd beoordelingsniveau) mogelijk. Daarom moet u in bepaalde gevallen gehoorbescherming dragen. De exacte waarde vindt u in het
hoofdstuk Technische gegevens.
Werk met gehoorbescherming bijzonder aandachtig en voorzichtig omdat u geluiden, bijv. geroep of signaaltonen slechts beperkt kunt waarnemen.
Wacker Neuson raadt aan altijd gehoorbescherming te dragen.
2.4
Transport
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat voor het transport uit en laat de motor afkoelen.
Dissel in transportstand
Breng voor het transport de dissel in de transportstand. Vergrendel daarbij de
dissel in de disselhouder.
Voorschriften voor het transport van gevaarlijke stoffen in acht nemen
Neem de voorschriften voor het transport van gevaarlijke goederen voor het
transportmiddel en de nationale veiligheidsrichtlijnen in acht.
Optillen
Voor het optillen van het apparaat dient u de volgende aanwijzingen in acht te
nemen:
10
Duid een deskundige seingever aan om de machine op te tillen.
U moet de seingever kunnen zien of horen.
Gebruik alleen geschikte en gekeurde hijswerktuigen, bevestigingsmiddelen
en lastopneeminrichtingen met voldoende draagvermogen.
Gebruik alleen bevestigingspunten, zoals beschreven in de bedieningshandleiding.
Beveilig het apparaat op een betrouwbare manier aan het hijswerktuig.
Zorg ervoor, dat zich geen personen in de directe nabijheid van of onder het
apparaat bevinden.
Ga niet op het apparaat staan.
Bedieningshandleiding
BPU
2 Veiligheid
Verladen
Opritten moeten voldoende draagkracht hebben en stabiel zijn.
Zorg ervoor dat er geen personen door het omkantelen, vallen of wegglijden van
de apparaten door het omhoog of naar beneden slingeren van apparaatdelen
gevaar lopen.
Breng bedieningsdelen en bewegende componenten in transportstand.
Beveilig het apparaat tegen het omkantelen, vallen of wegglijden met sjorbanden. Gebruik hiervoor alleen bevestigingspunten, zoals beschreven in de bedieningshandleiding.
Transportvoertuig
Gebruik uitsluitend geschikte transportvoertuigen met een voldoende draagvermogen en geschikte bevestigingspunten.
Apparaat transporteren
Beveilig het apparaat op het transportmiddel tegen omkantelen, vallen of wegglijden.
Gebruik uitsluitend de in de bedieningshandleiding aangegeven bevestigingspunten.
Let ook op landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen.
Herinbedrijfname
Monteer en bevestig voorafgaand aan de herinbedrijfname apparaten, apparaatonderdelen, toebehoren of gereedschappen die voor transportdoeleinden waren
verwijderd.
Ga uitsluitend volgens de bedieningshandleiding te werk.
2.5
Bedrijfsveiligheid
Explosieve omgeving
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
Werkomgeving
Maak u vertrouwd met de werkomgeving voordat u met de werkzaamheden begint. Daartoe behoren bijv. de volgende punten:
Obstakels in de werk- en verkeerszone.
Draagvermogen van de bodem.
Noodzakelijke afscherming van de bouwlocatie, vooral voor het openbare
verkeer.
Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds.
Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
Bedieningshandleiding
11
2 Veiligheid
BPU
Veiligheids in de werkomgeving
Let vooral op de volgende punten wanneer u met het apparaat werkt:
Elektrische leidingen of buizen in de werkomgeving.
Gasleidingen of waterleidingen in de werkomgeving.
Apparaat in bedrijf stellen
Let op de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat en in de
bedieningshandleiding.
Start nooit een apparaat dat moet worden onderhouden of gerepareerd.
Start het apparaat volgens de bedieningshandleiding.
Veilige stand
Let er altijd op dat het apparaat stabiel staat en tijdens de bediening niet kan kantelen, wegrollen, wegglijden of vallen.
Reglementaire bedienersplaats
Verlaat de reglementaire bedienersplaats niet terwijl u het apparaat gebruikt.
De reglementaire bedienersplaats bevindt zich achter de dissel van het apparaat.
Gevarenzone verlaten
Verwondingsgevaar door een bewegend apparaat of materialen die worden
weggeslingerd.
Zorg ervoor dat andere personen een minimale veiligheidsafstand van 2 m tot
het apparaat aanhouden.
Pas op voor bewegende onderdelen
Houd handen, voeten en losse kleding op een afstand van beweeglijke of roterende onderdelen van het apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door intrekken
of beknellen.
Apparaat uitschakelen
Schakel in de volgende situaties de motor uit:
Voor pauzes.
Als u het apparaat niet gebruikt.
Zet het apparaat zodanig neer dat het niet kan kantelen, vallen of wegglijden.
Opslaglocatie
Berg het afgekoelde apparaat na gebruik op een afgesloten, schone, vorstveilige
en droge locatie op, die niet toegankelijk is voor kinderen.
12
Bedieningshandleiding
BPU
2 Veiligheid
Geen starthulpsprays gebruiken
Brandgevaar door hoogontvlambare starthulpsprays.
Gebruik geen starthulpsprays.
Starthulpsprays zijn hoogontvlambaar en kunnen verkeerde ontstekingen en
motorschade veroorzaken.
Vibratiebelasting
Bij internsief gebruik van apparaten die met de hand worden bediend, kan langetermijn-schade veroorzaakt door trillingen niet helemaal worden uitgesloten.
Volg de geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen om de vibratiebelasting zo
laag mogelijk te houden.
Informatie over de vibratiebelasting van apparaten vindt u in het hoofdstuk Technische gegevens.
2.6
Veiligheid bij de werking van trilplaten
Geïntegreerde rijinrichting
Apparaten met een geïntegreerde wielstel mag u niet op het wielstel neerzetten
of opbergen. Het wielstel is uitsluitend bedoeld voor het transport.
V-snaarbescherming
Gebruik het apparaat nooit zonder V-snaarbescherming!
Vrijlopende V-snaren en snaarschijven zijn gevaarlijk en kunnen ernstige verwondingen veroorzaken, bijv. doordat ze ingetrokken worden of door weggeslingerde onderdelen.
Omvalgevaar
Gebruik het apparaat zodanig dat er geen val- of omvalgevaar bestaat, bijv. aan
randen en uitspringende gedeelten.
Draagvermogen van de bodem
Houd er rekening mee dat het draagvermogen van de te verdichten bodem of onderbouw door de trillingsinwerking sterk gereduceerd kan worden, bijv. in de
buurt van hellingen.
Tegen beknelling bescherming
Stuur het apparaat zodanig dat u zich tegen beknelling tussen apparaat en hindernis beschermt. Kijk altijd in rijrichting!
Bedieningshandleiding
13
2 Veiligheid
BPU
Aanwijzingen voor het verdichten op een helling
Let bij het verdichten op geschikte oppervlakken (hellingen, taluds) op de volgende punten:
Sta op de helling altijd boven het apparaat.
Rij hellingen alleen van onderen aan (een helling die men zonder probleem
bergop aankan, is ook bergaf zonder gevaar).
Sta niet in valrichting van het apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door
wegglijdend of kantelend apparaat.
Maximaal toegestane schuine stand niet overschrijden
Overschrijd de maximaal toegestane schuine stand niet (zie hoofdstuk Technische gegevens).
Gebruik het apparaat alleen kortstondig in de maximaal toegestane schuine
stand.
Als u de maximaal toegestane schuine stand overschrijdt, heeft dit een uitval van
de motorsmering en hierdoor onvermijdelijk een defect van belangrijke motordelen tot gevolg.
Gevolgen van de trilling controleren
Verdichtingswerkzaamheden in de buurt van bouwwerken kunnen leiden tot
schades aan gebouwen. Om die reden moet u de mogelijke gevolgen van trillingen op de omstaande gebouwen altijd controleren alvorens de werkzaamheden
uit te voeren.
Bij de beoordeling van de gevolgen van de trillingen moet u met name rekening
houden met de volgende punten:
Trillingsgedrag, gevoeligheid en eigen frequenties van de omstaande gebouwen.
Afstand van de gebouwen tot de trillingslocatie (= plaats waar het apparaat
wordt gebruikt).
De bodemgesteldheid.
Indien nodig moet u metingen uitvoeren om de trilsnelheid te bepalen.
Neem ook de desbetreffende voorschriften en regels in acht, met name de norm
DIN 4150-3.
Bovendien moet de ondergrond beschikken over voldoende draagvermogen om
de verdichtingsenergie op te nemen. Raadpleeg in geval van twijfel een deskundige (met als hoofdgebied grondmechanica) bij de beoordeling.
Voor eventuele schades aan gebouwen is Wacker Neuson niet aansprakelijk.
14
Bedieningshandleiding
BPU
2.7
2 Veiligheid
Veiligheid bij de werking van verbrandingsmotoren
Op schade controleren
Controleer minstens een keer per ploeg de uitgeschakelde motor op ondichtheid
en scheuren aan brandstofleiding, tank en tankdeksel.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar
zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
Gevaren bij het gebruik
Bij verbrandingsmotoren ontstaan gevaren vooral bij het gebruik en bij het tanken.
Lees alle veiligheidsvoorschriften en neem deze in acht. Anders kan lichamelijk
letsel of materiële schade ontstaan!
In de buurt van gemorste brandstof of als u een brandstofgeur waarneemt, mag
u de motor niet starten – explosiegevaar!
Verwijder het apparaat van zulke plaatsen.
Verwijder onmiddellijk de gemorste brandstof!
Toerental niet wijzigen
U mag het vooringestelde motortoerental niet veranderen, omdat dit tot motorschade kan leiden.
Brand verhinderen
In de directe omgeving van het apparaat is het werken met open vuur en roken
verboden.
Zorg ervoor dat er zich geen afval, zoals papier, droge bladeren of droog gras
rond de uitlaatdemper kan verzamelen. Het afval zou kunnen ontbranden.
Bedieningshandleiding
15
2 Veiligheid
BPU
Voorzorgsmaatregelen bij het tanken
Neem bij het tanken den volgende veiligheidsrelevante aanwijzingen in acht:
Niet in de buurt van open vuur tanken.
Niet roken.
Voor het tanken de motor uitschakelen en laten afkoelen.
In een goed geventileerde omgeving tanken.
Brandstofbestendige veiligheidshandschoenen en bij spatgevaar veiligheidsbril en veiligheidskleding dragen.
Brandstofdampen niet inademen.
Huid en ogen niet in aanraking laten komen met brandstof.
Voor het tanken zuivere vulhulpmiddelen gebruiken, bijv. een trechter.
Brandstof niet morsen, vooral niet op hete delen.
Gemorste brandstof meteen verwijderen.
Juiste brandstofsoort gebruiken.
Brandstof niet met andere vloeistoffen mengen.
Tank slechts tot aan de maximummarkering vullen. Als er geen maximummarkering voorhanden is, de tank niet volledig vullen.
Tankdeksel na het tanken goed afsluiten.
Gebruik in gesloten ruimtes
In gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes, zoals bijv. tunnels, gangen of diepe
kuilen moet u voor voldoende ventilatie zorgen, bijv. met behulp van een sterke
afzuigventilator.
Vergiftigingsgevaar! Adem uitlaatgassen niet in, want deze bevatten giftig
koolstofmonoxide, dat tot bewusteloosheid of de dood kan leiden.
Pas op voor hete onderdelen
Raak geen hete onderdelen aan zoals motorblok of uitlaatdemper tijdens de werking of kort erna. Deze onderdelen worden erg heet en kunnen verbrandingen
veroorzaken.
Brandstofkraan sluiten
Sluit bij stilstand van het apparaat de brandstofkraan.
Motor reinigen
Reinig de afgekoelde motor.
Gebruik daarbij geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
16
Bedieningshandleiding
BPU
2 Veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. de EPA-motor
Voorzichtig
Dit apparaat is voorzien van een EPA-gecertificeerde motor.
Het veranderen van het toerental beïnvloedt de EPA-certificering en de emissie.
Instellingen aan deze motor mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd.
Neem voor nadere informatie contact op met de dichtstbijzijnde motor- of
Wacker Neuson-contactpersoon.
Gezondheidsgevaar door uitlaatgassen
Waarschuwing
De uitlaatgassen van deze motor bevatten chemicaliën waarvan de staat Californië weet dat ze kanker, afwijkingen bij de geboorte of andere schade bij voortplanting kunnen veroorzaken.
2.8
Veiligheid bij het gebruik van hydraulische apparaten
Hydrauliekolie
Hydraulische olie is schadelijk voor de gezondheid.
Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen bij de omgang met hydraulische olie.
Vermijd direct huidcontact met hydraulische olie. Verwijder hydraulische olie onmiddellijk met water en zeep van de huid.
Let erop dat er geen hydraulische olie in de ogen of in het lichaam komt. Consulteer onmiddellijk een arts als er hydraulische olie in de ogen of het lichaam is gekomen.
Eet en drink niet tijdens de omgang met hydraulische olie.
Let op uiterste reinheid. Verontreinigingen van de hydraulische olie door vuil of
water kunnen voortijdige slijtage of uitval van het apparaat veroorzaken.
Verwijder afgetapte en gemorste hydraulische olie volgens de geldende voorschriften voor de milieubescherming.
2.9
Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden
Verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden mogen slechts worden uitgevoerd
voor zover ze in deze bedieningshandleiding zijn beschreven. Alle andere werkzaamheden moeten worden uitgevoerd via de contactpersoon van Wacker
Neuson.
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Onderhoud.
Bedieningshandleiding
17
2 Veiligheid
BPU
Motor uitschakelen
Voor onderhoudswerkzaamheden moet u de motor uitschakelen en laten afkoelen.
Bij benzinemotoren moet u de bougiestekker aftrekken.
Veiligheidsinrichtingen monteren
Als een demontage van veiligheidsinrichtingen nodig was, dan moet u deze onmiddellijk na de onderhoudswerkzaamheden opnieuw monteren en controleren.
Losgekomen schroefvebindingen altijd vastschroeven en hierbij de voorgeschreven aanhaalmomenten in acht nemen.
Veilige omgang met bedrijfsstoffen
Neem bij de omgang met bedrijfsstoffen, zoals bijv. brandstoffen, oliën, vetten,
koelmiddelen etc. de volgende punten in acht:
18
Draag altijd een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Vermijd huid- of oogcontact met bedrijfsstoffen.
Bedrijfsstoffen niet inademen of inslikken.
Vermijd vooral contact met hete bedrijfsstoffen. Verbrandingsgevaar.
Verwijder vervangen en gemorste bedrijfsstoffen volgens de geldende voorschriften voor de milieubescherming.
Als bedrijfsstoffen uit het apparaat lekken, het apparaat niet meer gebruiken
en onmiddellijk door de Wacker Neuson contactpersoon laten repareren.
Bedieningshandleiding
BPU
Veiligheids- en aanwijsstickers
Er bevinden zich stickers op het apparaat die belangrijke aanwijzingen en veiligheidsinstructies bevatten.
Houd alle stickers in leesbare toestand.
Vervang ontbrekende of niet leesbare stickers.
De artikelnummers van de stickers vindt u in de catalogus met reserveonderdelen.
Pos.
Sticker
Beschrijving
1
0219260
2
0219175
2.10
2 Veiligheid
Het vallende apparaat kan zwaar letsel
veroorzaken, bijv. door pletten.
f Apparaat alleen aan de centrale ophanging met gekeurd hijsgereedschap en bevestigingsmiddel (veiligheidslasthaak) optillen.
f Til het apparaat niet op met een
graafschop aan de centrale ophanging.
Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting om letsel en schade voor de gezondheid te voorkomen:
Hoorbescherming.
Lees de bedieningshandleiding vóór ingebruikneming.
Bedieningshandleiding
19
2 Veiligheid
BPU
3
Sticker
Beschrijving
Start-stop
0219259
Pos.
4
Ondeskundige bediening kan ernstige
motorschade veroorzaken.
f Bij gebruik van het geïntegreerde
wielstel altijd de motor uitschakelen.
Bij een lopende motor is de motorsmering in transportstand niet gegarandeerd.
Verder bestaat het gevaar dat er olie uit
de carterontluchting lekt.
5
Het vallende apparaat kan zwaar letsel
veroorzaken, bijv. door pletten.
f Apparaat niet aan de stuurbeugel of
dissel optillen.
0220000
6
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau.
7
Brandgevaar.
Roken en open vuur zijn verboden.
0219181
8
9
Waarschuwing voor heet oppervlak.
Amerikaanse apparaten
Waarschuwing.
WARNING
WARNUNG
ADVERTENCIA
0219261
ADVERTISSEMENT
0219176
10
Amerikaanse apparaten
Voorzichtig.
CAUTION
VORSICHT
ATENCIÓN
ATTENTION
0219262
11
Amerikaanse apparaten
Gevaar.
DANGER
GEFAHR
0218955PELIGRO
DANGER0219178
20
Bedieningshandleiding
3 Tekniske data
3
Tekniske data
Apparat
Betegnelse
Enhet
Artikkelnr.
*
BPU 2540W
BPU 3050W
0008954
0008955
733,5 x 400 x
1163
733,5 x 500 x
1175
144
160
Lengde x bredde x høyde
(styrehendel i transportstilling)
mm
Driftsklar vekt
kg
Kjøring fremover og bakover
m/min
Flateeffekt
m²/h
Maksimal tillatt skråstilling
°
Lydtrykksnivå LpA på
bruksstedet *
dB(A)
89
93
Målt lydeffektnivå LWA
dB(A)
104
105
Garantert
lydeffektnivå LWA
dB(A)
105
108
Totalverdi for svingningsakselerasjon ahv**
m/s2
1,9
2,8
Usikkerhet K
m/s2
21
504
630
20
1,0
iht. DIN EN ISO 11201
** Beregnet ifølge DIN EN ISO 5349.
21
3 Tekniske data
Drivmotor
Betegnelse
Enhet
BPU 2540W
Produsent
Wacker
Type
WM 170
Forbrenningsprosess
4-takts
Ottomotor
Kjøling
Luftkjøling
cm³
169
265
Sylinder
1
Nominell effekt*
kW
Motorturtall
min-1
Drivstofftype
2,7
4,8
2800
Blyfri normalbensin (91 oktan)
Drivstofforbruk
l/h
0,8
1,1
Tankinnhold
l
3,6
6,1
Oljespesifikasjon
22
WM 270
Motortype
Slagvolum
*
BPU 3050W
Fuchs Titan Unic 10W40 MC
(SAE 10W40)
Oljemengde maks.
l
0,6
1,0
Oljemengde min.
l
0,5
0,9
Tennplugg
Type
NGK BPR2HS
Elektrodeavstand
mm
0,7-0,8
Tilsvarer installert driftseffekt iht. retningslinje 2000/14/EU.
3 Tekniske data
Vibrator
Betegnelse
Enhet
Svingninger
min-1 (Hz)
Sentrifugalkraft
kN
Oljespesifikasjon
Oljemengde
BPU 2540W
BPU 3050W
5400 (90)
25
30
Fuchs Titan Unic 10W40 MC
(SAE 10W40)
l
0,6
Hydraulikk
Betegnelse
Enhet
Oljespesifikasjon
Oljemengde
BPU 2540W
BPU 3050W
Fuchs Renolin MR 520
l
0,4
23
Beschrijving
1.
Beschrijving
1.1
Functiebeschrijving
De voor de verdichting noodzakelijke vibratie wordt door de met de ondermassa (4) vast verbonden opwekker (5) veroorzaakt. Deze opwekker is als centrale zwingelaar met gerichte trillingen ontwikkeld. Met
zo'n principe kan door verdraaien van de onbalansen (13) de trillingsrichting veranderd worden. Op die wijze is een traploze overgang tussen trillen met naar voren, met horizontaal en met achteruit geplaatste
excentrieken mogelijk. Geregeld wordt deze verstelling via de schakelhandel (7) op de disselkop (8).
Bij verlies van hydrauliekolie gaat de machine over op achteruitrijden
(gevaar voor pletten).
Voorwaarts
T01090nl.fm
Stilstand
24
Achterwaarts
Beschrijving
De op de bovenmassa (3) bevestigde aandrijfmotor (1) drijft het trilmechanisme (5) aan. Het koppel wordt via de centrifugaalkoppeling (9) en
de V-snaar van het trilmechanisme (10) zonder krachtverlies op het
trilmechanisme overgedragen.
De centrifugaalkrachtkoppeling (9) onderbreekt bij een laag motortoerental de kracht naar de bekrachtiger (5) en zorgt er zo voor dat de
aandrijfmotor (1) zonder problemen stationair kan draaien. Het toerental van de aandrijfmotor kan met de gashendel (6) traploos worden geregeld.
Boven- (3) en ondermassa (4) zijn via trillingsdempende rubberen bufferschijven (11) met elkaar verbonden. Deze demping verhindert de
overdracht van extreem hoge freqenties op de bovenmassa (3). Daardoor blijft de werking van de aandrijfmotor (1) ondanks de hoge verdichtingscapaciteit gegarandeerd.
T01090nl.fm
25
Transport naar werkplek
2.
Transport naar werkplek
Voorwaarden:
∗
Gebruik voor het transport van de trilplaat alleen geschikte hijsmiddelen met een minimum hijsvermogen van 200 kg.
∗
Voorafgaand aan transport altijd motor uitschakelen!
∗
Dissel loodrecht plaatsen en vastzetten.
∗
Geëigende hijsmiddelen bevestigen op het daartoe bestemde centrale
hijsoog (15).
∗
Bij transport op het laadvlak van een voertuig de trilplaat vastsjorren
op het beschermframe (14).
Bij het gebruik van het geïntegreerde onderstel moet de motor in principe worden afgezet. Bij een draaiende motor is een motorsmering in
de transportstand niet gegarandeerd. Daardoor kan ernstige schade
aan de motor ontstaan. Bovendien bestaat het risico dat er bij de ontluchting van het carter olie naar buiten komt.
Aanwijzing: Neem eveneens de voorschriften in het hoofdstuk
"Veiligheidsaanwijzingen" in acht.
T01091nl.fm
26
Aanbevelingen voor verdichten
3.
Aanbevelingen voor verdichten
3.0.1
Bodemgesteldheid
De maximale materiaalhoogte hangt af van een aantal factoren van de
bodemgesteldheid, zoals vochtigheid, korrel (grootte) verdeling, enz.
Het is derhalve niet mogelijk, hierover een exacte opgave te doen.
Advies: Van geval tot geval de max. materiaalhoogte via verdichtingsproeven en grondmonsters bepalen.
3.0.2
Verdichten op hellingen
De volgende punten verdienen bij het verdichten op aflopend terein
(hellingen, taluds) aandacht:
∗
Hellingen alleen van beneden naar boven nemen (een steiging, die
zonder problemen heuvelopwaarts genomen wordt, levert ook heuvelafwaarts geen gevaar op).
∗
De machinist mag nooit in de valrichting staan.
∗
Max. schuine stand van 20° niet overschrijden.
Overschrijding van deze schuine stand zou uitschakeling van de motor
op grond van het olieuitschakelmechanisme tot gevolg hebben. Herstarten kan alleen na een eenmalige bediening van de klephendel aan
het oliefilterhuis plaatsvinden.
Fout !
T01091nl.fm
Goed !
27
Bediening
4.
Bediening
4.1
Startvoorbereiding
Controleer voor het starten van de motor de volgende punten:
f Brandstofpeil – tank moet minstens half vol zijn.
f Motoroliepeil.
f Luchtfilter.
f Brandstofleidingen op dichtheid.
f Uitwendige schroefverbindingen op vastheid.
4.2
Start de motor
b2
a2
b1
a1
c1 c2
c3
d1
d2
e
f Brandstofkraan openen (a1).
f Koude start: Choke sluiten (d2).
Warme start: Choke openen (d1).
Aanwijzing: Bij een warme start is de motor handwarm of warmer.
f Motorschakelaar op "ON" zetten (b2).
f Schuif de gashendel iets naar links (c2).
f Startkabel (e) tot aan compressieweerstand uittrekken en weer naar binnen
laten rollen.
f Startkabel krachtig maar niet met rukken uittrekken.
De motor start.
f Startkabel weer langzaam naar binnen laten rollen.
f Choke openen terwijl de motor warmdraait.
f Gashendel voor bedrijf helemaal openen (c1).
T01092nl.fm
28
Bediening
4.3
Vooruit- en achteruitrijden
f Schakelpook in rijrichting drukken.
Aanwijzing: De snelheid bij vooruit- resp. achteruitrijden is traploos regelbaar.
4.4
Motor uitschakelen
f Gashendel in stationaire positie naar rechts schuiven (c3).
f Motorschakelaar op "OFF" zetten (b1).
f Benzinekraan dichtdraaien (a2).
T01092nl.fm
29
Onderhoud
5.
Onderhoud
5.1
Onderhoudsplan
Dagelijks
vóór
bedrijf
Activiteit
Luchtfilter controleren:
- Beschadiging.
- Goed vastzittend.
- Filterinzet - zo nodig reinigen of vervangen.
Tanksluiting controleren op dichtheid - zo
nodig vervangen.
Brandstoftank controleren:
- Brandstofpeil.
- Dichtheid.
- Leidingen op dichtheid.
- Tanksluiting controleren op dichtheid - zo
nodig vervangen.
Motoroliepeil controleren.
Motorolie verversen.
Gasmechaniek controleren op lichte loop - zo
nodig gasmechaniek oliën resp. motorkoppeling smeren.
Na de eerste 20 uur
Maandelijks of om
de 100 uur
Bougie controleren en schoonmaken.
Bougie vervangen.
V-snaar controleren - zo nodig vervangen.
Dynamo-olie controleren - zo nodig bijvullen.
Olie van bekrachtiger verversen.
Hydrauliekolie controleren - zo nodig bijvullen.
Dissel nasmeren:
- Transportblokkering.
- Spil voor instelling van disselhoogte.
Controleren of bevestigingsschroeven goed
vastzitten:
- Beschermframe
- Centrale ophanging.
Uitlaatdemper - verbrandingsdeeltjes uit vonkenvangerzeef verwijderen.
T01093nl.fm
Jaarlijks
of om de
300 uur
30
Onderhoud
5.2
Motoroliepeil controleren
1
2
f Apparaat waterpas op een vlakke ondergrond plaatsen.
f Verwijder vuil in het bereik van de oliepeilstok.
f Oliepeilstok (1) uitdraaien en afvegen met een schone, pluisvrije poetsdoek.
f Oliepeilstok weer helemaal indraaien en opnieuw uitdraaien.
f Controleren: Het motoroliepeil moet zich tussen de onderste en bovenste
markering bevinden.
f Zo nodig nieuwe motorolie bijvullen via opening (2), tot de bovenste markering van de oliepeilstok is bereikt (oliesoort: zie hoofdstuk Technische gegevens).
f Oliepeilstok indraaien en stevig vastzetten.
T01093nl.fm
31
Onderhoud
5.3
Motorolie verversen
Aanwijzing: Het werkvlak moet zijn voorzien van een waterdichte folie ter bescherming van de bodem (milieubescherming).
1
2
3
f Apparaat waterpas op een vlakke ondergrond plaatsen.
f Motor op handwarme temperatuur brengen, door deze te laten afkoelen of te
laten warmdraaien.
f Motor uitschakelen.
f Vuil bij de oliepeilstok (1) en de bevestigde olie-aflaatslang (bij 3) verwijderen.
f Voldoende grote opvangbak voor het opvangen van de oude olie onder de
olie-aflaatschroef plaatsen.
f Oliepeilstok uitdraaien en afvegen met een schone, pluisvrije poetsdoek.
f Olie-aflaatslang voor het aflaten van de olie losmaken en oude olie volledig
laten weglopen.
Aanwijzing: Morsen van olie vermijden. Gemorste olie meteen verwijderen.
f Olie-aflaatslang weer bevestigen.
f Nieuwe motorolie bijvullen via opening (2), tot de bovenste markering van de
oliepeilstok is bereikt.
Daartoe oliepeilstok weer helemaal indraaien en opnieuw uitdraaien.
Hoeveelheid en soort olie: zie hoofdstuk Technische gegevens.
Aanwijzing: Morsen van olie vermijden. Gemorste olie meteen verwijderen.
f Oliepeilstok indraaien en stevig vastzetten.
Aanwijzing: De oude olie in overeenstemming met de geldende voorschriften
afvoeren.
T01093nl.fm
32
Onderhoud
5.4
Luchtfilter schoonmaken / luchtfilter-inzetstukken vervangen
Het luchtfilter is voorzien van twee luchtfilter-inzetstukken.
WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar
bij gebruik van ongeschikte schoonmaakmiddelen.
Delen niet met benzine of andere oplosmiddelen schoonmaken.
Aanwijzing: Bij ongunstige, droge en stoffige omstandigheden moet u het luchtfilter dagelijks schoonmaken.
Vervang de luchtfilter-inzetstukken wanneer u het vuil niet meer kunt verwijderen.
1
2
3
4
5
f Vleugelmoer (1) afschroeven en deksel (2) afnemen.
f Filterconsole rondom de luchtfilter-inzetstukken (met perslucht) schoonblazen.
f Binnenste vleugelmoer (3) afschroeven en luchtfilter-inzetstukken uitnemen.
f Schuimplastic-inzetstuk (4) voorzichtig van het papierinzetstuk (5) afnemen.
f Beide onderdelen controleren op beschadigingen. Beschadigde onderdelen
vervangen.
f Schuimplastic-inzetstuk wassen met warm water en milde zeepoplossing.
Uitspoelen met schoon water. Laten drogen.
f Papierinzetstuk door zachtjes uitkloppen schoonmaken en met perslucht van
binnen naar buiten doorblazen.
f In omgekeerde volgorde resp. met nieuwe inzetstukken weer in elkaar zetten, vleugelmoeren met de hand stevig vastdraaien.
VOORZICHTIG
Als de motor zonder luchtfilter draait, zal de motor sneller slijten.
Motor niet zonder luchtfilter laten draaien.
T01093nl.fm
33
Onderhoud
5.5
Bougie controleren / schoonmaken / vervangen
WAARSCHUWING
Hete uitlaat!
Aanraking kan verbrandingen tot gevolg hebben.
Bougie uitsluitend bij afgekoelde motor uitdraaien.
1
2
f Bougiestekker losmaken.
f Bougie met bougiesleutel uitdraaien.
f Elektroden schoonmaken met staalborstel.
f Isolatie (2) controleren – bij beschadigingen bougie vervangen.
f Afstand tussen elektroden (1) controleren en instellen – Afstand zie hoofdstuk Technische gegevens.
f Bougie inschroeven en vastdraaien met momentsleutel.
Draaimoment [Nm]
Bougie
15
Nieuwe bougies
25
Gebruikte bougies
VOORZICHTIG
Een losse bougie kan schade aan de motor veroorzaken.
Bougie altijd stevig vastdraaien.
T01093nl.fm
34
Onderhoud
5.6
V-snaar dynamo controleren
f Bescherming van V-snaar verwijderen.
f V-snaar van de dynamo controleren op beschadigingen. Beschadigde
V-snaar van de dynamo vervangen.
f Spanning controleren.
f Bescherming van V-snaar weer bevestigen en met momentsleutel vastdraaien met 10 Nm.
5.7
V-snaar trilmechanisme verwisselen
f Bescherming van V-snaar verwijderen.
f 3 schroeven van de schijf van de V-snaar van de motor verwijderen.
f Buitenste helft van de schijf van de V-snaar verwijderen.
f V-snaar trilmechanisme verwisselen.
f V-snaar omlaag in de dynamokast drukken en in de schijf van de V-snaar
brengen.
Aanwijzing: V-snaar binnen de beide pennen monteren.
f Koppelingsdeksel vastzetten en met 3 schroeven rondom met 10 Nm vastdraaien.
Aanwijzing: Daarbij de koppelingsdeksel draaien, om te voorkomen dat de
V-snaar wordt ingeklemd.
f Bescherming van V-snaar monteren. Schroeven met momentsleutel vastdraaien met 10 Nm.
5.8
Peil van hydrauliekolie controleren / bijvullen
f Dissel loodrecht plaatsen en vastzetten.
f De schakelbeugel in de voorloopstand drukken.
f Vuil in en rond de vulopening verwijderen.
f Vulgat (1) openen.
f Controleren: Oliepeil moet zich aan de bovenkant van het tandwiel bevinden.
f Zo nodig nieuwe hydrauliekolie bijvullen via de vulopening tot aan de bovenkant van het tandwiel (oliesoort: zie hoofdstuk Technische gegevens).
f Vulopening afsluiten en vastdraaien.
Aanwijzing: De hydraulische besturing is zelfontluchtend.
T01093nl.fm
35
Onderhoud
5.9
Oliepeil van bekrachtiger controleren
f Apparaat waterpas op een vlakke ondergrond plaatsen.
f Vuil in en rond de vulopening verwijderen.
f Vulgat openen.
f Controleren: Oliepeil moet tot aan het begin van het schroefdraad van de vulopening komen.
f Zo nodig dynamo-olie via de vulopening bijvullen.
Aanwijzing: Trechter gebruiken om makkelijker te kunnen vullen.
f Vulopening afsluiten en met momentsleutel met 100 Nm vastdraaien.
5.10 Olie van bekrachtiger verversen
Aanwijzing: Het werkvlak moet zijn voorzien van een waterdichte folie ter bescherming van de bodem (milieubescherming).
f Motor op handwarme temperatuur brengen, door deze te laten afkoelen of te
laten warmdraaien.
f Motor uitschakelen.
f Vuil in en rond de vulopening verwijderen.
WAARSCHUWING
Gevaar door omvallen.
Het omvallende apparaat kan zwaar letsel veroorzaken, bijv. door pletten. Uitsluitend geschikte en geteste hefmiddelen en hefhulpstukken met voldoende
draagkracht gebruiken.
Apparaat in veilige stand neerzetten.
f Apparaat iets laten kantelen en stutten.
f Voldoende grote opvangbak voor het opvangen van de oude olie onder de
olie-aflaatschroef plaatsen.
Aanwijzing: Morsen van olie vermijden. Gemorste olie meteen verwijderen.
f Olie-aflaatschroef openen.
f Apparaat laten kantelen en oude olie volledig laten weglopen.
f Apparaat waterpas op een vlakke ondergrond plaatsen.
f Nieuwe dynamo-olie bijvullen via de vulopening tot aan het begin van het
schroefdraad.
Hoeveelheid olie: zie Technische gegevens.
f Olie-aflaatschroef weer indraaien en met momentsleutel vastdraaien met
100 Nm.
Aanwijzing: De oude olie in overeenstemming met de geldende voorschriften
afvoeren.
T01093nl.fm
36
Storing
6.
Storing
6.1
6.2
6.3
6.4
T01094nl.fm
Vooruitrijsnelheid te laag
Oorzaak
Oplossing
Teveel hydraulische olie in disselkop.
Oliestand tot markering bijvullen.
Achteruitrijsnelheid te laag
Oorzaak
Oplossing
Te weinig hydraulische olie in disselkop.
Hydraulische olie bijvullen.
Vooruitrijden niet mogelijk
Oorzaak
Oplossing
Mechanische storing.
Wacker-Service inschakelen.
Verlies van hydrauliekolie
Oorzaak
Oplossing
Lekken, hydraulische slang defect.
Wacker-Service inschakelen.
37
Storing
6.5
T01094nl.fm
Motor kan niet worden gestart
Oorzaak
Oplossing
Brandstoftank leeg.
Met brandstof vullen.
Benzinekraan gesloten.
Openen.
Vervuild luchtfilter.
Reinigen.
Motorschakelaar staat op OFF
Motorschakelaar op ON zetten.
Defecte terugloopstarter.
Repareren.
Waarschuwingssysteem van het oliepeil is uitgeschakeld.
Motorolie bijvullen.
38
EU - conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson SE
Preußenstraße 41, 80809 München
Product
Type
BPU 2540
Producttype
BPU 3050
Trilplaat
Artikel-nr.
0008954
0008955
Geïnstalleerd nuttig
vermogen
kW
2,7
4,8
Gemeten geluidsvermogenniveau
dB(A)
104
105
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
dB(A)
105
108
Conformiteitsbeoordelingsprocedure volgens 2000/14/EG, bijlage VIII, 2005/88/EG bij volgende controlelocatie:
VDE Prüf- und Zertifizierungsinstitut, Merianstraße 28, 63069 Offenbach/Main
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
98/37/EG, vanaf 29.12.2009: 2006/42/EG,
2000/14/EG, 2005/88/EG, 2004/108/EG, EN 55012:2007
Gevolmachtigde voor technische documenten: Axel Häret
München, 06.08.2009
Franz Beierlein
Chef productmanagement
Dr. Michael Fischer
Leiding Onderzoek en ontwikkeling
www.wackerneuson.com