Liebherr K 3130 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Vrijstaande koelkast
080416
7082831 - 03
K(sl)2630/3130 ... 3
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting............................... 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
3.2 Temperatuurdisplay.................................................. 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Draairichting deur veranderen.................................. 5
4.2 Inbouw in het keukenblok......................................... 6
4.3 Apparaat transporteren............................................ 6
4.4 Apparaat opstellen................................................... 7
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 7
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 8
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 8
5 Bediening................................................................ 8
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay.................... 8
5.2 Levensmiddelen koelen............................................ 8
5.3 Temperatuur instellen............................................... 8
5.4 SuperCool................................................................ 8
5.5 Ventilator.................................................................. 9
5.6 Draagplateaus.......................................................... 9
5.7 Deelbare draagplateau gebruiken............................ 9
5.8 Opbergvakken.......................................................... 9
6 Onderhoud.............................................................. 10
6.1 Ontdooien................................................................ 10
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 10
6.3 Binnenverlichting met LED-lamp vervangen............. 10
6.4 Technische Dienst.................................................... 11
7 Storingen................................................................ 11
8 Uitzetten.................................................................. 12
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 12
8.2 Buiten werking stellen............................................... 12
9 Apparaat afdanken................................................ 12
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting
Aanwijzing
u
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(8) Dooiwaterafvoer
(2) Schap, deelbaar (9) Koudste zone
(3) Schap*, verstelbaar (10) Flessenvak*
(4) Eiervakje (11) Groentelade
(5) Flessenrek (12) Typeplaatje
(6) Binnenverlichting (13) Stelvoeten voor, transpor-
trollen achter
(7) Deuropbergvakken,
verstelbaar
1.2 Toepassingsgebied van het appa-
raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen in een huishoude-
lijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt
bijv. het gebruik gerekend
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed-
plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk-
bare, overeenkomstig de Europese richtlijn
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat-
klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betref-
fende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Aanwijzing
u
Om een probleemloze werking te waar-
borgen, moet de aangegeven omgevingstem-
peratuur worden aangehouden.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C t/m 32 °C
N 16 °C t/m 32 °C
ST 16 °C t/m 38 °C
T 16 °C t/m 43 °C
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbe-
palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG,
2009/125/EG en 2010/30/EU.
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
H
K(sl) 2630 1250
K(sl) 3130 1447
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm (zie 4.4) .
1.5 Energie sparen
-
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
ningen resp. -roosters niet af.
-
Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
-
Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-
Sorteer de levensmiddelen (zie Het apparaat in vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Rijpvorming wordt voorkomen.
-
Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
te warm worden.
-
Warme gerechten in het apparaat plaatsen: eerst op kamer-
temperatuur laten afkoelen.
Stof verhoogt het energieverbruik:
-
De koelmachine met warmtewisselaar -
metalen roosters aan de achterkant van
het apparaat - eenmaal jaarlijks
afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar
en ouder, evenals door personen met
beperkte fysische, sensorische of mentale
capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis
worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht
staan of m.b.t. het veilige gebruik van het
apparaat instructies hebben gekregen en de
daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Kinderen mogen het apparaat niet
zonder toezicht reinigen en onderhouden.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat
en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of
ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 3
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei-
lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn
bedoeld om de binnenruimte te verlichten en
niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu-
vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend
koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit
niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische
apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,
verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat
zich geen open vuur of ontstekingsbronnen
in de buurt van de lekkage bevinden.
Ruimte goed ventileren. Contact opnemen
met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper-
vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid-
delen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan
bij het inslikken en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. In de normale modus
bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICH
TIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 3
(1) Aan/uit-toets (6) Symbool SuperCool
(2) SuperCool-toets (7) Symbool helderheid
(3) Temperatuurdisplay (8) Symbool ventilatie
(4) Insteltoets (9) Symbool menu
(5) Ventilator-toets
Bedienings- en controle-elementen
4 * afhankelijk van model en uitvoering
3.2 Temperatuurdisplay
Bij normale werking wordt aangegeven:
-
de ingestelde koeltemperatuur
4 In gebruik nemen
4.1 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
q
Torx 25
q
Torx 15
q
Steeksleutel SW 6
q
Schroevendraaier
q
meegeleverde steeksleutel
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
Fig. 4
u
Linksonder de afstandhouder
Fig. 4 (22)
uit de deur verwij-
deren.
u
Rechts onder aan de lagerbus de
borgschroef
Fig. 5 (1)
uitdraaien.
u
Deur openen.
u
Deur aan de greepzijde en onder-
kant vastpakken en optillen.
w
De lagerbout
Fig. 5 (21)
komt uit
de lagerbus
Fig. 6 (2)
los.
u
Indien de lagerbout
Fig. 5 (21)
niet kan worden losgedraaid, de
bout van onderaf naar buiten
drukken.
Fig. 5
u
Deur aan de onderkant uitdraaien en loshalen.
Fig. 6
u
Lagerbus
Fig. 6 (2)
losschroeven.
u
Lagerdeel
Fig. 6 (3)
losschroeven en in het tegenoverlig-
gende opnamegat van de lagerbus omzetten en weer vast-
schroeven.
u
Stop
Fig. 6 (4)
uit de lagerbus verwijderen en in de tegen-
overliggende opening van de lagerbus omzetten.
u
Afdekking
Fig. 6 (5)
aan kant van de greep voorzichtig
wegnemen.
u
Schroef
Fig. 6 (6)
uitdraaien en aan de andere kant weer
indraaien.
u
Afdekking
Fig. 6 (5)
weer terugplaatsen.
u
Lagerbus
Fig. 6 (2)
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met
4 Nm) vastschroeven.
Fig. 7
u
Aan de bovenkant afdekking
Fig. 7 (7)
en afdekking
Fig. 7 (8)
met een schroevendraaier losklikken en schuin
naar beneden verwijderen.
u
Lagerbout
Fig. 7 (9)
uitdraaien en aan de andere kant goed
(min. 4 Nm) vastschroeven.
u
Afdekking
Fig. 7 (7)
aan de kant van de lagerbout weer
aanbrengen: achteraan inzetten, vooraan vastklikken.
u
Afdekking
Fig. 7 (8)
op de tegenoverliggende kant
monteren: achteraan inzetten, vooraan vastklikken.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Fig. 8
u
Til de stop
Fig. 8 (12)
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
u
Monteer deurgreep, stop
Fig. 8 (10)
en drukplaten
Fig. 8 (11)
af en monteer ze aan de tegenoverliggende kant.
u
Let er bij het monteren van de drukplaten op, dat deze goed
vastklikken.
u
Veerklem
Fig. 9 (20)
verplaatsen: Sluitnok
omlaag drukken, veerklem
eroverheen en eraf
trekken.
u
Veerklem aan de nieuwe
scharnierkant weer erin
schuiven totdat hij inklikt.
u
Lagerbout
Fig. 9 (21)
uit de
deurbus nemen en samen
met het plaatje aan de
tegenoverliggende kant
aanbrengen. De sluitnok
moet naar de binnenkant
van de deur wijzen, de kerf
naar de buitenkant.
Fig. 9
u
Deur boven in de lagerbout
Fig. 7 (9)
hangen.
u
Deur aan de onderkant vastzetten en de lagerbout
Fig. 9 (21)
in de lagerbus aanbrengen. Evt. de lagerbout
draaien om deze te laten vastklikken.
u
Borgschroef
Fig. 5 (1)
onder in de lagerbout draaien en vast-
schroeven (met 4 Nm).
u
De deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbus
ten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe middelste schroef
uitdraaien.
u
De afstandhouder
Fig. 4 (22)
weer rechtsonder in de deur
plaatsen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
De lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vast-
schroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
4.2 Inbouw in het keukenblok
Voor apparaten van 600 mm breed
Fig. 10
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.4) .
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat
Fig. 10 (2)
aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kan boven het apparaat een opzetkast
Fig. 10 (1)
worden aangebracht.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan
het apparaat direct naast de keukenkast
Fig. 10 (3)
worden
geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mm
x
en in het
midden 50 mm
x
uit ten opzichte van het keukenkastfront.
Ventilatie-eisen:
-
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-
De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal
300 cm
2
bedragen.
-
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 10 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
4.3 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
4.4 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
u
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-
raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
u
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
q
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
q
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
q
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
q
Optimale standplaats is een droge en goed geventileerde
ruimte.
q
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct
tegen de muur plaatsen.
q
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
q
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van
gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per
11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m
3
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat
op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge-
luiden ontstaan!
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt
bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij
sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat-
diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder
gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft
een iets hoger energieverbruik.*
u
Bij een apparaat met meegele-
verde wandafstandhouders
deze wandafstandhouders links
en rechts boven aan de achter-
kant van het apparaat
monteren.*
*
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
Aanwijzing
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
ruimte.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen*
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
u
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brand.
u
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de
stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan
worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
u
Toets On/Off
Fig. 3 (1)
indrukken.
w
Het apparaat is ingeschakeld. De temperatuurdisplay geeft
de ingestelde temperatuur weer.
w
Wanneer op het display alle LED's van het temperatuurdis-
play branden, is de demonstratiemodus geactiveerd. U kunt
contact opnemen met de Technische Dienst.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdis-
play
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen
aan het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De achtergrondverlichting kan worden uitgeschakeld of op een
van de 5 lichtsterktes worden ingesteld. Bij levering is de
achtergrondverlichting uitgeschakeld.
u
Instelmodus activeren: toets SuperCool
Fig. 3 (2)
ca. 5 s
indrukken.
w
Het symbool menu
Fig. 3 (9)
brandt en het symbool helder-
heid
Fig. 3 (7)
knippert.
u
Functie helderheid bevestigen: toets SuperCool
Fig. 3 (2)
kort indrukken.
w
Het symbool Helderheid
Fig. 3 (7)
is verlicht.
u
Met de insteltoets
Fig. 3 (4)
uitschakelen of de gewenste
helderheid kiezen. Hoe meer velden van het temperatuur-
display oplichten, hoe feller de verlichting. Geen enkel veld
verlicht betekent "uit".
u
Bevestigen: toets SuperCool
Fig. 3 (2)
indrukken.
w
Het symbool Helderheid
Fig. 3 (7)
knippert.
w
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
u
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
Fig. 3 (1)
indrukken.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Het symbool Helderheid
Fig. 3 (7)
en het symbool Menu
Fig. 3 (9)
gaan uit.
w
Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
aangegeven.
5.2 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa-
raat in vogelvlucht)
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
u
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
u
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
u
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
verschuiven.
5.3 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
-
soort, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Is de instelling
1 °C bereikt dan wordt opnieuw bij 9 °C begonnen.
u
Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
insteltoets
Fig. 3 (4)
.
w
In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
temperatuur.
u
Druk net zo vaak op de insteltoets
Fig. 3 (4)
tot de LED's de
gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
u
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen 5 °C en 7 °C) een iets
koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is dan
de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone
verlicht.
5.4 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelver-
mogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltempera-
turen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden
levensmiddelen snel af te koelen.
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator*
draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
Bediening
8 * afhankelijk van model en uitvoering
daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider
zijn.
Als SuperCool ingeschakeld is, werkt het apparaat met maxi-
male koelcapaciteit. Hierdoor kan het koelaggregaat tijdelijk
meer geluid maken.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
5.4.1 Met SuperCool koelen
u
Toets SuperCool
Fig. 3 (2)
kort indrukken.
w
Het symbool SuperCool
Fig. 3 (6)
is verlicht in de display.
Fig. 11
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
SuperCool is ingeschakeld.
w
SuperCool schakelt na 6 tot 12 uur automatisch uit. Het
apparaat werkt in de energiebesparende normale modus
verder.
5.4.2 SuperCool voortijdig uitschakelen
u
Toets SuperCool
Fig. 3 (2)
kort indrukken.
w
Het symbool SuperCool
Fig. 3 (6)
in de display gaat uit.
w
SuperCool is uitgeschakeld.
5.5 Ventilator
Met de ventilator kunt u grote hoeveelheden verse
levensmiddelen snel afkoelen of een relatief gelijk-
matige temperatuurverdeling op alle schappen
bereiken.
De circulatiekoeling is aan te bevelen:
-
bij hoge kamertemperatuur (hoger dan 33 °C )
-
bij hoge luchtvochtigheid
De circulatiekoeling heeft een iets hoger energieverbruik. Om
energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur auto-
matisch uit.
5.5.1 Ventilator inschakelen
u
Druk kort op de toets Ventilatie
Fig. 3 (5)
.
w
Het symbool Ventilatie
Fig. 3 (8)
brandt.
Fig. 12
w
De ventilator is actief. Bij sommige apparaten wordt deze
pas ingeschakeld, wanneer de compressor draait.
5.5.2 Ventilator uitschakelen
u
Druk kort op de toets Ventilatie
Fig. 3 (5)
.
w
Het symbool Ventilatie
Fig. 3 (8)
gaat uit.
w
De ventilator is uitgeschakeld
5.6 Draagplateaus
5.6.1 Plateaus verplaatsen of uitnemen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
Fig. 13
u
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
uitsparingen langs de geleiders.
u
Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
u
Draagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
achterzijde en naar boven toe wijzend.
w
De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
5.6.2 Draagplateaus demonteren
u
De plateaus kunnen worden
gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.7 Deelbare draagplateau gebruiken
Fig. 14
u
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
u
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.
In de hoogte verstellen:
u
Glasplaten één voor één naar voren toe naar buiten trekken.
u
Steun uit vergrendeling trekken en op de gewenste hoogte
vastklikken.
Beide oppervlakken gebruiken:
u
Bovenste glasplaat omhoog tillen, onderste glasplaat naar
voren trekken.
5.8 Opbergvakken
5.8.1 Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 15
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 9
5.8.2 Opbergvakken demonteren
Fig. 16
u
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
worden gereinigd.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en
wijzen niet op een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen (zie 6.2) .
6.2 Apparaat reinigen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw-
warm water met allesreiniger gebruiken.
u
Gelakte deuroppervlakken uitsluitend met een zachte,
schone doek afvegen. Bij hardnekkig vuil een beetje water
of allesreiniger gebruiken. Naar keuze kan ook een microve-
zeldoek worden gebruikt.
u
Afvoeropening reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
De levensmiddelen weer inleggen.
6.3 Binnenverlichting met LED-lamp
vervangen
In het apparaat is standaard een LED-lamp aangebracht voor
de verlichting van de binnenruimte.
Bij gebruik van een gloeilamp:
q
Een gloeilamp met max. 15 W en fitting E14 gebruiken.
q
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
opstelling moeten overeenkomen met de informatie op het
typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht).
Bij gebruik van een LED-lamp:
q
Uitsluitend de originele LED-lamp van de fabrikant mag
worden gebruikt. De lamp kan worden verkregen via de
klantenservice of de vakhandel (zie 6.4) .
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met de
laserklasse 1/1M.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
u
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door LED-lamp!
Bij het gebruik van andere LED-lampen bestaat oververhittings-
resp. brandgevaar.
u
Gebruik de originele LED van de fabrikant.
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in
de meterkast uit.
u
Het afdekkapje van de lamp
boven en onder vastpakken
Fig. 17 (1)
.
u
Het afdekkapje achter
losklikken en verwijderen
Fig. 17 (2)
.
u
Vervang de lamp
Fig. 17 (3)
.
u
Zet het afdekkapje achter terug
en klik de zijkanten vast.
Fig. 17
Onderhoud
10 * afhankelijk van model en uitvoering
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
u
Apparaataanduiding
Fig. 18 (1)
, service-nr.
Fig. 18 (2)
en serie-nr.
Fig. 18 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
Fig. 18
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 18 (1)
, service-nr.
Fig. 18 (2)
en serie-nr.
Fig. 18 (3)
mededelen.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperCool is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
u
Het knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator.
u
Het geluid is normaal.
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
u
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
u
Dit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
u
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min. open.
u
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
ca. 15 min. automatisch uit.
Als de binnenverlichting niet brandt, maar de temperatuur-
weergave brandt wel, is de verlichting (levering met LED-
verlichting) defect.
Storingen
* afhankelijk van model en uitvoering 11
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met de
laserklasse 1/1M.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
u
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
u
Vervang de verlichting (zie Onderhoud).
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Toets On/Off
Fig. 3 (1)
indrukken, totdat het display donker
wordt. Toets loslaten.
w
Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
kinderbeveiliging actief .
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Uitzetten
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Apparaat afdanken
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo
Bezirk Plovdiv
Bulgarien
home.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Liebherr K 3130 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor