Liebherr CNef 4315-20 BluPerformance de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
Koel-vriescombinatie
070815
7086090 - 01
CP(ef)/ CN(ef/bs) ... C
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
1.6 Indelingsvoorbeeld................................................... 4
1.7 SmartDevice............................................................. 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Homebeeldscherm................................................... 5
3.2 Bedieningsstructuur................................................. 5
3.3 Navigatie.................................................................. 6
3.4 Symbolen................................................................. 6
3.5 Apparaatopties......................................................... 6
4 In gebruik nemen................................................... 7
4.1 Apparaat transporteren............................................ 7
4.2 Apparaat opstellen................................................... 7
4.3 Deurscharniering veranderen................................... 8
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 14
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 14
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 14
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 15
4.8 FreshAir-filter aanbrengen ....................................... 15
4.9 Timer ventilatieroosters reinigen activeren............... 15
5 Bediening................................................................ 16
5.1 Temperatuureenheid wijzigen.................................. 16
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 16
5.3 Sabbatmodus........................................................... 16
5.4 Koelgedeelte ........................................................... 16
5.5 Vriesgedeelte........................................................... 18
6 Onderhoud.............................................................. 20
6.1 FreshAir-filter vervangen.......................................... 20
6.2 Ontdooien met NoFrost............................................ 20
6.3 handmatig ontdooien................................................ 20
6.4 Het ventilatierooster reinigen.................................... 21
6.5 Apparaat reinigen..................................................... 21
6.6 Technische Dienst.................................................... 22
7 Storingen................................................................ 22
8 Meldingen............................................................... 23
9 Uitzetten.................................................................. 24
9.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 24
9.2 Buiten werking stellen.............................................. 24
10 Apparaat afdanken................................................ 24
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(11) Typeplaatje
(2) LED-binnenverlichting (12) Variospace
(3) Conservenrek (13) BioCool-box, regelbaar
(4) Flessenhouder (14) Draagplateaus
(5) Flessenrek (15) Koudste zone
(6) Vochtreguleringsplaat (16) Flessenplank
(7) Vrieslade (17) Draagplateau, deelbaar
(8) Ventilatieroosters (18) Ventilator, met opname
voor FreshAir-filter
(9) Stelvoeten (19) Transportdraaggrepen
achter
(10) Transportdraaggrepen
voor, transportrollen
achter
Aanwijzing
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
1.2 Toepassingen van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen in een huishoude-
lijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt
bijvoorbeeld het gebruik gerekend.
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
-
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere onderkomens,
-
voor catering en soortgelijke diensten in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Te voorzien verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en
dergelijke stoffen en producten als genoemd
in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen
2007/47/EG,
-
het gebruik in explosiegevaarlijke gebieden,
-
het gebruik op beweeglijke ondergronden
zoals schepen, railverkeer of vliegtuigen,
-
het bewaren van levende dieren.
Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade
aan bewaarde producten of tot bederf ervan.
Klimaatklassen
Het apparaat is volgens de klimaatklasse
gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevings-
temperaturen. De klimaatklasse van uw appa-
raat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
u
Om een probleemloze werking te waar-
borgen, moet de aangegeven omgevingstem-
peratuur worden aangehouden.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbe-
palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG,
2009/125/EG en 2010/30/EU.
Aanwijzing voor keuringsinstituten:
De keuringen moeten worden uitgevoerd volgens de
geldende normen en richtlijnen.
De voorbereiding en keuring van de apparaten moeten met
inachtneming van de beladingsschema's van de fabri-
kant en de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
worden uitgevoerd.
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
Model Hoogte apparaat H (mm)
CN(ef) 37.. 1650
CN(ef/bs) 43.. / CP(ef) 43.. 1850
CN(ef) 48.. / CP(ef) 48.. 2010
x
Bij gebruik van wandafstandhouders wordt de afmeting
15 mm (zie 4.2) groter.
De afmetingen bij een geopende deur gelden voor een
openingshoek van 115 °. Afstandsafmetingen variëren al naar-
gelang openingshoek.
1.5 Energie sparen
-
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
-
Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
-
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
-
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
het energieverbruik.
-
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
Rijpvorming wordt vermeden.
-
Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appa-
raat laten staat, zodat ze niet te warm worden.
-
Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
tot kamertemperatuur.
-
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
ontdooien.*
1.6 Indelingsvoorbeeld
Fig. 3
1.7 SmartDevice
Het apparaat is voor de integratie in een Smart
Home en voor uitgebreidere servicevoorzieningen
voorbereid. Door een SmartDeviceBox kunnen
overige opties worden vrijgeschakeld. De activering
vindt plaats via het klantenportaal MyLiebherr.
Nadere informatie over de beschikbaarheid, voorwaarden en
de afzonderlijke opties vindt u op internet onder: www.smartde-
vice.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar
en ouder, evenals door personen met
beperkte fysische, sensorische of mentale
capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis
worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht
staan of m.b.t. het veilige gebruik van het
apparaat instructies hebben gekregen en de
daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Kinderen mogen het apparaat niet
zonder toezicht reinigen en onderhouden.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hier-
voor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
-
Speciale lampen zoals LED-lampen in het
apparaat dienen voor de verlichting van de
binnenruimte van het apparaat en zijn niet
geschikt voor de verlichting van de ruimte.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu-
vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend
koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit
niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische
apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,
verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat
zich geen open vuur of ontstekingsbronnen
in de buurt van de lekkage bevinden.
Ruimte goed ventileren. Contact opnemen
met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
-
Langdurig huidcontact met koude opper-
vlakken en gekoelde of ingevroren levens-
middelen vermijden of veiligheidsmaatre-
gelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan
bij het inslikken en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. In de normale modus
bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICH
TIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Homebeeldscherm
Fig. 4
(1) Veld koelgedeelte (3) Menuveld
(2) Veld vriesgedeelte (4) Beeldscherm
Het homebeeldscherm is de uitgangsweergave voor de
gebruiker. Van hieruit worden alle instellingen uitgevoerd.
Door op het beeldscherm te drukken kunnen de functies
worden opgeroepen en de waarden worden gewijzigd.
3.2 Bedieningsstructuur
Veld koelgedeelte
Fig. 5
(1) Symbool koelgedeelte (2) Temperatuurweergave
koelgedeelte
In het veld koelgedeelte wordt de ingestelde temperatuur van
het koelgedeelte weergegeven.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
-
Temperatuurinstellingen
-
Koelgedeelte uit- en inschakelen
Veld vriesgedeelte
Fig. 6
(1) Symbool vriesgedeelte (2) Temperatuurweergave
vriesgedeelte
In het veld vriesgedeelte wordt de ingestelde temperatuur van
het vriesgedeelte weergegeven.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
-
Temperatuurinstellingen
-
Vriesgedeelte uit- en inschakelen
Bij het uitschakelen van het vriesgedeelte wordt ook het koel-
gedeelte uitgeschakeld.
Menuveld
Bedienings- en controle-elementen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Fig. 7
(1) Hoofdmenu (2) Geactiveerde optie
Het menuveld biedt toegang tot de opties en instellingen van
het apparaat. Bovendien worden geactiveerde opties weerge-
geven.
3.3 Navigatie
Door op menu te drukken krijgt u toegang tot de afzonderlijke
opties. Na bevestiging van een optie of instelling klinkt een
geluidssignaal. De weergave wisselt naar het homebeelds-
cherm.
De bediening van het apparaat vindt plaats via de volgende
symbolen:
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone inscha-
kelen.
Menu:
Opties oproepen.
Min / Plus:
Instelling wijzigen (bijv. temperatuur
regelen, tijdinstelling voor Super-
Cool).
Navigatiepijl links / rechts:
Opties kiezen en in het menu navi-
geren.
Met de navigatiepijlen kan men door
de afzonderlijke opties bladeren. Na
de laatste optie wordt de eerste optie
weer weergegeven.
Terug:
Keuze annuleren.
De weergave wisselt naar het
volgende hogere niveau resp. naar
het homebeeldscherm.
OK:
Keuze bevestigen.
Na bevestiging wisselt de weergave
naar het homebeeldscherm.
ON / OFF, START / STOP
Optie activeren / deactiveren.
Na activering of deactivering van een
optie wisselt de weergave naar het
homebeeldscherm.
RESET:
Timer terugzetten.
Toegang klantenservice
Aanwijzing
Als na 1 minuut geen keuze plaatsvindt, wisselt de weer-
gave naar het homebeeldscherm.
3.4 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Pijlen omhoog:
Temperatuur wordt verhoogd.
Pijlen omlaag:
Temperatuur wordt verlaagd.
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Meldingen:
Actieve foutmeldingen en herinne-
ringen zijn aanwezig.
3.5 Apparaatopties
De volgende opties kunnen geactiveerd of ingesteld worden,
toelichtingen en instelmogelijkheid, (zie Bediening):
Symbool Optie
SuperCool
x
SuperFrost
x
Ventilator
x
SabbathMode
Kinderbeveiliging
x
Temperatuureenheid
x
Is de optie geactiveerd, wordt het bijbehorende symbool in
het menuveld weergegeven.
Bij meer dan 6 geactiveerde opties worden in het menuveld
alleen 4 opties weergegeven. De overige opties worden door
het drukken op de onderste navigatiepijl weergegeven. Door
herhaaldelijk op de navigatiepijl te drukken, komt u terug bij de
beginweergave.
Het symbool verdwijnt als de optie eindigt of wordt gedeacti-
veerd.
Bedienings- en controle-elementen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
u
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-
raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
u
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
q
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
q
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
q
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
q
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct
tegen de muur plaatsen.
q
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
q
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van
gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per
11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m
3
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat
op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
u
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal!
De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn
behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating.
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
aan.
u
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede
gelakte deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend
afvegen met een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling
een beetje water of een neutraal reinigingsmiddel
gebruiken. Optioneel kan ook een microvezeldoek worden
gebruikt.
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten en van de lade-
fronten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
De afstandhouders dienen gebruikt te worden om het opge-
geven energieverbruik te bereiken en het condenswater bij een
hoge omgevingsvochtigheid te voorkomen. Daardoor wordt de
diepte van het apparaat vergroot met circa 15 mm. Het appa-
raat is zonder gebruik van de afstandhouder volledig functio-
neel, alleen het verbruik is een beetje hoger.
u
Bij een apparaat met meegele-
verde wandafstandhouders deze
links- en rechtsonder aan de
achterzijde van het apparaat
monteren.
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
u
Daarna deur ondersteunen: Stelvoet met steeksleutel M10
op de lagerbus (B) eruit draaien, totdat deze op de bodem
rust, dan 90° verder draaien.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Aanwijzing
u
Apparaat reinigen (zie 6.5) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
ruimte.
4.3 Deurscharniering veranderen
Indien nodig kunt u de scharniering veranderen:
Zorg ervoor dat de volgende gereedschappen klaarliggen:
q
Torx® 25 (T25)
q
Torx® 15 (T15)
q
Sleufschroevendraaier
q
Steeksleutel M10
q
Waterpas
q
Bijgevoegde steeksleutel met T25-gereedschap
q
Indien nodig een accuboormachine
q
Indien nodig trapladder
q
Indien nodig een tweede persoon voor de montagewerk-
zaamheden erbij halen
4.3.1 Bovenste deur eruit halen
Aanwijzing
u
Verwijder levensmiddelen uit de deurvakken voordat de
deur wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit
vallen.
Fig. 8
u
Deur openen.
LET OP
Gevaar voor beschadiging!
Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt.
niet goed en is de koeling niet voldoende.
u
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Buitenste afdekking verwijderen.
Fig. 8 (1)
u
Afdekking van de lagerbus met behulp van een schroeven-
draaier losmaken. Afdekking van de lagerbus verwijderen.
Fig. 8 (2)
u
Paneel met de sleufschroevendraaier losmaken en naar de
zijkant draaien.
Fig. 8 (3)
Fig. 9
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Veiligheidsafdekking voorzichtig eraf trekken.
Fig. 9 (1)
u
Bout met schroevendraaier T15 een stukje eruit draaien.
Fig. 9 (2)
u
De deur vasthouden en de bout met de vingers eruit
trekken.
Fig. 9 (3)
u
Lagerbussen uit de geleiding trekken. Op de andere kant
aanbrengen en vastklikken.
Fig. 9 (4)
u
De deur optillen en aan de kant zetten.
u
Stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier uit de
lagerbus van de deur optillen en eruit trekken.
Fig. 9 (5)
In gebruik nemen
8 * afhankelijk van model en uitvoering
4.3.2 Onderste deur eruit halen
Fig. 10
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bouten vanaf de bovenkant eruit trekken.
Fig. 10 (1)
u
Deur naar buiten draaien, naar boven trekken en aan de
zijkant stellen.
Fig. 10 (2)
4.3.3 Bovenste lagerdelen omzetten
Fig. 11
u
Met schroevendraaier T25 beide schroeven eruit draaien.
u
Lagerbus optillen en verwijderen.
Fig. 12
u
Afdekking met behulp van een schroevendraaier losmaken
en zijdelings eraf halen.
Fig. 12 (1)
u
Afdekking 180° gedraaid op de andere kant van rechts
aanbrengen.
Fig. 12 (2)
u
Afdekking vastklikken.
Fig. 12 (3)
u
Schroef met schroevendraaier T25 aandraaien.
Fig. 12 (4)
u
Bovenste lagerbus plaatsen.
Fig. 12 (5)
w
Tapeinden bevinden zich in de desbetreffende schroef-
gaten.
u
Schroef vastdraaien.
Fig. 12 (4)
u
Schroef met schroevendraaier T25 aanbrengen en vast-
draaien.
Fig. 12 (6)
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
4.3.4 Middelste lagerdelen omzetten
Fig. 13
u
Schijf eraf trekken.
Fig. 13 (1)
u
Schroeven met schroevendraaier T25 eruit draaien.
Fig. 13 (2)
u
Afdekking voorzichtig eraf trekken.
Fig. 13 (3)
u
Lagerbus met folie 180° gedraaid op de andere kant beves-
tigen.
Fig. 13 (4)
u
Afdekking 180° gedraaid op de andere kant aanbrengen.
Fig. 13 (5)
u
Schijf vanaf de voorkant erop schuiven.
Fig. 13 (6)
4.3.5 Onderste lagerdelen omzetten
Fig. 14
u
Lagerbouten compleet vanaf de bovenkant eruit trekken.
Fig. 14 (1)
u
Schroeven met schroevendraaier T25 eruit draaien en
lagerbus eraf halen.
Fig. 14 (2)
Fig. 15
u
Schroef met de schroevendraaier T25 los draaien.
Fig. 15 (1)
u
Deursluithulp optillen en 90° naar rechts in de opening
draaien.
Fig. 15 (2)
u
Schroef met schroevendraaier T25 vastschroeven.
Fig. 15 (3)
Fig. 16
u
Afdekking eraf halen en op de andere kant aanbrengen.
Fig. 16 (1)
u
Lagerbus op de andere kant aanbrengen en met behulp van
een schroevendraaier T25 vastschroeven. Met schroef 2
onder in het midden beginnen.
Fig. 16 (2)
u
Schroef 3 en 4 vastschroeven.
Fig. 16 (3, 4)
u
Lagerbus volledig aanbrengen. Let op dat de vergrendelnok
naar achter wijst.
Fig. 16 (5)
4.3.6 Lagerdeel van de deur omzetten
Deur onder
In gebruik nemen
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 17
u
Onderkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
u
Lip met sleufschroevendraaier naar onder drukken.
Fig. 17 (1)
u
Sluithaak uit de geleiding trekken.
Fig. 17 (2)
u
Sluithaak aan de andere kant van de geleiding schuiven.
Fig. 17 (3)
u
Bovenkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
Deur boven
Fig. 18
u
Onderkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
u
Lip met sleufschroevendraaier naar onder drukken.
Fig. 18 (1)
u
Sluithaak uit de geleiding trekken.
Fig. 18 (2)
u
Geleidingsbus eruit trekken: Lip met de sleufschroeven-
draaier indrukken en gelijktijdig de sleufschroevendraaier
onder de geleidingsbus plaatsen.
Fig. 18 (3, 4)
u
De bij de levering geleverde geleidingsbus op de andere
zijde van de behuizing aanbrengen.
Fig. 18 (5)
u
Sluithaak in de geleiding schuiven.
Fig. 18 (6)
u
Bovenkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 11
4.3.7 Greep omzetten
Fig. 19
u
Afdekking eraf trekken.
Fig. 19 (1)
u
Schroeven met schroevendraaier T15 eruit draaien.
Fig. 19 (2)
u
Greep eraf halen.
Fig. 19 (3)
u
Zijdelingse stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier
optillen en eruit trekken.
Fig. 19 (4)
u
Stop op de andere kant weer aanbrengen.
Fig. 19 (5)
Fig. 20
u
Greep op de tegenzijde aanbrengen.
Fig. 20 (1)
w
De schroefgaten moeten precies boven elkaar liggen.
u
Schroeven met schroevendraaier T15 vastschroeven.
Fig. 20 (2)
u
Afdekkingen zijdelings aanbrengen en erop schuiven.
Fig. 20 (3)
w
Let op het correct vastklikken.
In gebruik nemen
12 * afhankelijk van model en uitvoering
4.3.8 Onderste deur monteren
Fig. 21
u
Stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier optillen en
eruit trekken.
Fig. 21 (1)
u
Stop op de andere deurzijde weer aanbrengen.
Fig. 21 (2)
u
Deur van boven op de onderste lagerbout plaatsen.
Fig. 21 (3)
u
Het midden van de lagerbout door het midden van de
lagerbus in de onderste deur aanbrengen. Let op dat de
vergrendelnok naar achter wijst.
Fig. 21 (4)
4.3.9 Bovenste deur monteren
Fig. 22
u
Deur op de middelste lagerbout plaatsen.
u
Deur boven uitlijnen op de opening in de lagerbus.
Fig. 22 (1)
u
Bouten aanbrengen en met schroevendraaier T15 vast-
schroeven.
Fig. 22 (2)
u
Veiligheidsafdekking voor de veiligheid van de deur
monteren: Veiligheidsafdekking aanbrengen en controleren
of deze op de deur rust. Anders bout volledig aanbrengen.
Fig. 22 (3)
u
Stop aanbrengen.
Fig. 22 (4)
4.3.10 Deuren uitlijnen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
u
De deur eventueel via de beide slobgaten in de lagerbus
onder en lagerbus midden t.o.v. het apparaathuis uitlijnen.
Hiervoor de middelste schroef in de lagerbus onder met het
bijgevoegde T25-gereedschap eruit schroeven. De overige
schroeven met het T25-gereedschap of met een schroeven-
draaier T25 een beetje losdraaien en via de slobgaten
uitlijnen. In de lagerbus middelste schroeven met het T25-
gereedschap losdraaien en lagerbus midden via de slob-
gaten uitlijnen.
u
Deur ondersteunen: Stelvoet met steeksleutel M10 op de
lagerbus aan de onderkant eruit draaien, totdat deze op de
bodem rust, dan 90° verder draaien.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 13
4.3.11 Afdekkingen aanbrengen
Fig. 23
De deur is 90° geopend.
u
Afdekking aanbrengen en vastklikken, en indien nodig,
voorzichtig uit elkaar drukken.
Fig. 23 (1)
u
Afdekkingen zijdelings aanbrengen en vastklikken.
Fig. 23 (2)
Fig. 24
u
Buitenste afdekking erop schuiven.
Fig. 24 (1)
u
Bovenste deur sluiten.
Fig. 24 (2)
4.4 Inbouw in het keukenblok
Fig. 25
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
x
Bij gebruik van wandafstandhouders wordt de afmeting
15 mm (zie 4.2) groter.
Het apparaat
Fig. 25 (2)
kan worden ingebouwd in de keuken.
Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kunt u er een passende opbouwkast
Fig. 25 (1)
op
plaatsen.
Bij de ombouw met keukenkasten kan het apparaat direct
naast de keukenkast
Fig. 25 (3)
worden opgesteld. Om de deur
volledig te kunnen openen, moet het apparaat minimaal
65 mm
x
t.o.v. het keukenkastfront staan. Afhankelijk van de
diepte van de keukenkast en het gebruik van de wandafstands-
houders kan het apparaat verder uitsteken.
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van
onvoldoende ventilatie!
Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden beschadigd.
u
Let op voldoende ventilatie.
u
Neem de ventilatie-eisen in acht.
Ventilatie-eisen:
-
De afstandribben aan de achterzijde van het apparaat zijn
bedoeld voor voldoende ventilatie. Deze mogen in de eind-
positie niet in uitsparingen of openingen liggen.
-
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-
De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal
300 cm
2
bedragen.
-
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 25 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
ethyleen*
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brand.
u
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
u
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
In gebruik nemen
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Aanwijzing
Uitsluitend het meegeleverde netsnoer gebruiken.
u
Een langer netsnoer kan bij de klantenservice worden
besteld.
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
- Het type stroom en de spanning op de opstelplaats komen
overeen met de gegevens op het typeplaatje (zie Het appa-
raat in vogelvlucht).
- De contactdoos is overeenkomstig de voorschriften geaard
en elektrisch gezekerd.
- De uitschakelstroom van de zekering ligt tussen de 10 en 16
A.
- De contactdoos is gemakkelijk toegankelijk.
- De contactdoos bevindt zich buiten het bereik van de
achterkant van het apparaat.
Fig. 26
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
De apparaatstekker, aan de achterkant van de apparaat, in
het stopcontact steken. Let op het correct vastklikken.
u
De netstekker op de voeding aansluiten.
w
Het logo van Liebherr verschijnt op het beeldscherm.
w
De weergave verandert in het stand-bysymbool.
4.7 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
Demomodus is actief:
DemoMode actief!
Wordt op het beeld-
scherm weergegeven.
u
Demonstratiemodus deactiveren (zie Storingen).
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
u
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading aansluiten en inscha-
kelen.
4.7.1 Apparaat inschakelen
Wordt het stand-bysymbool boven het volledige beeld-
scherm weergegeven:
u
Druk op het stand-bysymbool.
w
Het apparaat is ingeschakeld. De weergave wisselt naar het
homebeeldscherm.
w
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Wordt het stand-bysymbool in het veld koelgedeelte en
vriesgedeelte weergegeven:
u
Druk op het stand-bysymbool in het veld vriesgedeelte of
koelgedeelte.
w
Het apparaat is ingeschakeld.
w
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Is het beeldscherm zwart:
u
Druk op het beeldscherm.
w
Het stand-bysymbool verschijnt op het volledige beeld-
scherm.
u
Druk op het stand-bysymbool.
w
Het apparaat is ingeschakeld. De weergave wisselt naar het
homebeeldscherm.
w
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
4.7.2 Koelgedeelte inschakelen
Het stand-bysymbool wordt in het veld koelgedeelte weerge-
geven.
u
Druk op het stand-bysymbool in het veld koelgedeelte.
w
Het koelgedeelte is ingeschakeld.
w
Het koelgedeelte stelt zich op de weergegeven temperatuur
in. Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
4.8 FreshAir-filter aanbrengen
Het bijgevoegde FreshAir-filter kan voor een optimale lucht-
kwaliteit worden gebruikt.
u
Afdekking ventilator
verwijderen.
Fig. 27
u
FreshAir-filter in afdekking plaatsen en naar rechts draaien.
u
Zorg ervoor dat het filter vastklikt.
u
Afdekking ventilator weer aanbrengen.
Timer activeren
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het FreshAir-
filter wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool FreshAir-filter.
u
Druk op ON.
w
De timer is geactiveerd. Na het verstrijken van het interval
vraagt een melding om het FreshAir-filter te vervangen.
4.9 Timer ventilatieroosters reinigen
activeren
Voor een toereikende ventilatie moet het ventilatierooster mini-
maal 1 keer per jaar worden gereinigd. De timer kan ter herin-
nering worden geactiveerd.
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
ooster wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk op ON.
w
De timer is geactiveerd. Na het verstrijken van het interval
vraagt een melding om de ventilatieroosters te reinigen.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 15
5 Bediening
5.1 Temperatuureenheid wijzigen
De weergave van de temperatuur kan gewijzigd worden van °C
naar °F.
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat °C wordt weerge-
geven.
u
Druk op °F.
w
De temperatuur wordt in °F weergegeven.
De omzetting van °F naar °C wordt uitgevoerd.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat
kinderen bij het spelen het apparaat niet onbe-
doeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging inschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de kinderbeveili-
ging wordt weergegeven.
u
Druk op ON.
w
Kinderbeveiliging is ingeschakeld.
5.2.2 Kinderbeveiliging uitschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de kinderbeveili-
ging wordt weergegeven.
u
Druk op OFF.
w
Kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
5.3 Sabbatmodus
Deze functie vervult de religieuze eisen op de sabbat resp.
Joodse feestdagen. Als de sabbatmodus is geactiveerd, zijn
enkele functies van de besturingselektronica uitgeschakeld. Na
het instellen van de sabbatmodus hoeft u zich niet meer bezig
te houden met controlelampjes, cijfers, symbolen, weergaven,
alarmmeldingen en ventilatoren. De ontdooicyclus werkt alleen
tot de ingestelde tijd, zonder rekening te houden met het
gebruik van de koelkast. Na een stroomuitval schakelt het
apparaat automatisch terug naar de sabbatmodus.
WAARSCHUWING
Gevaar van een levensmiddelenvergiftiging!
Treedt er een stroomuitval op, als de sabbatmodus is geacti-
veerd, wordt deze melding niet opgeslagen. Is de stroomuitval
beëindigd, werkt het apparaat verder in de sabbatmodus. Als
deze modus is beëindigd, wordt er geen melding weergegeven
over de stroomuitval in de temperatuurweergave.
Als tijdens de sabbatmodus een stroomuitval is opgetreden:
u
Levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Ontdooide
levensmiddelen niet consumeren!
-
Alle functies zijn vergrendeld m.u.v. het uitschakelen van de
sabbatmodus.
-
Zijn de functies zoals SuperFrost, SuperCool, Ventilation
enz. geactiveerd, als de sabbatmodus is ingeschakeld,
blijven deze actief.
-
Er worden geen akoestische signalen weergegeven en in de
temperatuurweergave worden geen waarschuwingen/instel-
lingen weergegeven (bijv. temperatuuralarm, deuralarm)
-
De binnenverlichting is uitgeschakeld.
5.3.1 SabbathMode inschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat Sabbat-
hMode wordt weergegeven.
u
Druk op ON.
w
SabbathMode is ingeschakeld. Op het beeldscherm
wordt alleen het symbool SabbathMode weergegeven
SabbathMode schakelt zich na 120 uur automatisch uit, als
deze niet vooraf handmatig wordt uitgeschakeld. De weergave
wisselt naar het homebeeldscherm.
5.3.2 SabbathMode uitschakelen
u
Druk op het beeldscherm.
u
Druk op OFF.
w
SabbathMode is uitgeschakeld.
5.4 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groen-
telades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan
de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.4.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa-
raat in vogelvlucht)
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
u
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
u
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
5.4.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 1 °C.
Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: 5 °C
u
Druk op het veld koelgedeelte.
w
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
Bediening
16 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 28
Temperatuur hoger (warmer) instellen:
u
Druk op plus.
Temperatuur lager (kouder) instellen:
u
Druk op min.
Bij de keuze van de koudste temperatuur wordt het min-
symbool inactief.
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool inac-
tief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weerge-
geven.
u
De gewenste temperatuur met OK bevestigen.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De geselecteerde temperatuur wordt weergegeven.
w
De pijlen omhoog resp. omlaag geven de temperatuurwijzi-
ging weer. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur
verdwijnen de pijlen.
5.4.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoel-
vermogen in. Daarmee bereikt u lagere koel-
temperaturen. Gebruik SuperCool om grote
hoeveelheiden levensmiddelen snel af te
koelen.
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator*
draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider
zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
SuperCool inschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat SuperCool
wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool SuperCool.
w
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
Fig. 29
De looptijd kan in vier niveaus worden ingesteld.
Looptijd instellen:
u
Druk op plus of min.
Bij de keuze van het laagste niveau wordt het min-symbool
inactief.
Bij de keuze van het hoogste niveau wordt het plus-symbool
inactief.
u
Gewenste looptijd met START bevestigen.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
SuperCool is geactiveerd.
w
In het veld koelgedeelte wordt de resterende looptijd
en het symbool SuperCool weergegeven.
w
De verlaagde temperatuur wordt door de pijl omlaag
weergegeven.
w
Na het verstrijken van de resterende looptijd, loopt
het apparaat in de normale modus verder. De tempe-
ratuur stelt zich weer op de vooraf ingestelde waarde
in. De pijlen omhoog geven de temperatuurverhoging
weer.
SuperCool vroegtijdig uitschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot SuperCool en de
resterende looptijd worden weergegeven.
u
Druk op de resterende looptijd.
u
Druk op STOP.
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
De temperatuur stelt zich weer op de vooraf ingestelde
waarde in. De pijlen omhoog geven de temperatuurverho-
ging weer.
5.4.4 Ventilator
Met de ventilator kunt u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen snel afkoelen of een
relatief gelijkmatige temperatuurverdeling op
alle schappen bereiken.
De circulatiekoeling is aan te bevelen:
-
bij hoge kamertemperatuur (hoger dan 33 °C )
-
bij hoge luchtvochtigheid
De circulatiekoeling heeft een iets hoger energieverbruik. Om
energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur auto-
matisch uit.
Ventilator inschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de ventilator
wordt weergegeven.
u
Druk op ON.
w
De ventilator is uitgeschakeld.
Ventilator uitschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de ventilator
wordt weergegeven.
u
Druk op OFF.
w
De ventilator is ingeschakeld.
5.4.5 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
Fig. 30
u
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
uitsparingen langs de geleiders.
u
Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
u
Draagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
achterzijde en naar boven toe wijzend.
w
De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
Geen producten op de vochtregelingsplaat van het onderste
plateau leggen.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 17
Draagplateaus demonteren
u
De plateaus kunnen
worden gedemonteerd
om te worden gereinigd.
5.4.6 Deelbare draagplateau gebruiken
Fig. 31
In de hoogte verstellen:
u
Glasplaten één voor één naar voren toe naar buiten trekken.
u
Steun uit vergrendeling trekken en op de gewenste hoogte
vastklikken.
Beide oppervlakken gebruiken:
u
Bovenste glasplaat omhoog tillen, onderste glasplaat naar
voren trekken.
w
De glasplaat (1) met de uittrekaanslag moet zich vóór
bevinden, zodat de aanslagen (3) omlaag gericht zijn.
5.4.7 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 32
Opbergvakken demonteren
Fig. 33
u
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.4.8 Flessenhouder gebruiken
u
Om ervoor te zorgen dat de
flessen niet omvallen, moet
de flessenhouder worden
verschoven.
5.4.9 BioCool-boxen.
Vocht regelen
u
Geringe luchtvochtig-
heid: Regelaar naar links
schuiven.
u
Hoge luchtvoch-
tigheid: Regelaar naar
rechts schuiven.
BioCool-box eruit halen
.
Fig. 34
u
BioCool-boxen en rolplateaus kunnen voor het reinigen eruit
worden gehaald.
5.5 Vriesgedeelte
In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren
levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens-
middelen invriezen.
5.5.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het
sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker
te openen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
Bediening
18 * afhankelijk van model en uitvoering
5.5.2 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
5.5.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
5.5.4 De temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
De frequentie van het openen van de deur
-
De ruimtetemperatuur van de opstelplaats
-
Het type, temperatuur en hoeveelheid van het levensmiddel
De temperatuur is instelbaar van -26 °C tot -15 °C.
Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: -18 °C
u
Druk op het veld vriesgedeelte.
w
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
Fig. 35
Temperatuur hoger (warmer) instellen:
u
Druk op plus.
Temperatuur lager (kouder) instellen:
u
Druk op min.
Bij de keuze van de koudste temperatuur wordt het min-
symbool inactief.
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool inac-
tief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weerge-
geven.
u
De gewenste temperatuur met OK bevestigen.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De geselecteerde temperatuur wordt weergegeven.
w
De pijlen omhoog resp. omlaag geven de temperatuurwijzi-
ging weer. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur
verdwijnen de pijlen.
5.5.5 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmid-
delen snel tot op de kern invriezen. Het
apparaat werkt met maximaal koelver-
mogen, daardoor kunnen geluiden van het
koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een
„koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer
bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.*
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/
24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voor-
komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te scha-
kelen:
-
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
per dag
SuperFrost inschakelen.
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat Super-
Frost wordt weergegeven.
u
Druk op ON.
w
SuperFrost is ingeschakeld.
w
De vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt op
het maximale koelvermogen.
Bij een geringe hoeveelheid aan diepvriesproducten:
u
ca. 6 uur wachten.
u
Apparaat met NoFrost: Verpakte levensmiddelen in de
bovenste laden plaatsen.
u
Apparaat zonder NoFrost: Verpakte levensmiddelen in de
onderste laden plaatsen.
Bij de maximale hoeveelheid aan diepvriesproducten (zie
typeplaatje):
u
ca. 24 uur wachten.
u
Apparaat met NoFrost: Bovenste laden eruit halen en de
levensmiddelen direct op de bovenste draagplateaus
leggen.
u
Apparaat zonder NoFrost: De onderste lade eruit halen en
de levensmiddelen direct in het apparaat plaatsen, zodat de
levensmiddelen contact met de bodem of de zijwanden
maken.
w
SuperFrost schakelt zich na ca. 65 uur automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost verdwijnt.
u
Levensmiddelen in de laden leggen en deze weer erin
schuiven.
w
Het apparaat werkt weer verder in de normale modus.
SuperFrost uitschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat Super-
Frost wordt weergegeven.
u
Druk op OFF.
w
SuperFrost is uitgeschakeld.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 19
5.5.6 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Houd de ventilatiespleet binnen aan de achterkant altijd vrij!
u
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
5.5.7 Plateaus
u
Plateau uitnemen: vooraan
optillen en uittrekken.
u
Plateau terugplaatsen: tot
aanslag inschuiven.
5.5.8 VarioSpace
Naast de schuifladen kunt u
tevens de plateaus verwij-
deren. Zo creëert u plaats voor
levensmiddelen van groot
formaat. Gevogelte, vlees,
groot wild en hoog gebak
kunnen geheel en al worden
ingevroren en later verder
verwerkt.
u
De laden kunnen elk met
max. 25 kg diepvriespro-
ducten, de plateaus elk met
max. 35 kg worden belast.
6 Onderhoud
6.1 FreshAir-filter vervangen
Het FreshAir-filter waarborgt een optimale luchtkwaliteit. Het
vervangingsinterval bedraagt 12 maanden. Bij een ingescha-
kelde timer vraagt een melding, op de weergave, om het filter
te vervangen. Het FreshAir-filter kan bij de vakhandelaar
worden besteld.
Op het beeldscherm wordt FreshAir -filter vervangen
weergegeven.
u
Druk op het symbool FreshAir-filter vervangen.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
Totdat het vervangen van het filter uitgevoerd en bevestigd is,
kan de melding, door op het menuveld te drukken, opnieuw
worden weergegeven (zie 8) .
u
Afdekking ventilator
verwijderen.
Fig. 36
u
FreshAir-filter eruit halen.
u
Nieuw filter in omgekeerde volgorde aanbrengen.
u
Zorg ervoor dat het filter vastklikt.
u
Afdekking ventilator weer aanbrengen.
Het vervangen van het filter bevestigen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het FreshAir-
filter wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool FreshAir-filter.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot FreshAir-filter
vervangen wordt weergegeven.
u
Druk op RESET.
w
De timer is teruggezet. Het vervangingsinterval
begint weer vanaf het begin.
Timer deactiveren
Wordt er geen nieuw FreshAir-filter ingezet, kan de timer
gedeactiveerd worden.
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het FreshAir-
filter wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool FreshAir-filter.
u
Druk op OFF.
w
De timer is uitgeschakeld.
6.2 Ontdooien met NoFrost*
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet
op een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen (zie 6.5) .
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
u
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
6.3 handmatig ontdooien*
Koelgedeelte:
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet
op een storing.
Onderhoud
20 * afhankelijk van model en uitvoering
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater weg
kan lopen (zie 6.5) .
Vriesgedeelte:
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een
rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt
door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in
te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever-
bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
u
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
in.
w
De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”.
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele
plaats.
u
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op een plateau in het midden.
w
Het ontdooien wordt versneld.
w
Dooiwater wordt in de lades opgevangen.
u
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
staan.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
opnemen.
u
Het apparaat reinigen (zie 6.5) .
6.4 Het ventilatierooster reinigen
Het ventilatierooster waarborgt een probleemloze werking van
het apparaat door een optimale be- en ontluchting.
u
Ventilatierooster regelmatig met een stofzuiger afzuigen.
u
Hardnekkige vervuilingen met een vochtige doek verwij-
deren.
Bij een ingeschakelde timer vraagt een melding, op
de weergave, om het filter te reinigen. Op het beeld-
scherm wordt ventilatierooster reinigen weergegeven.
u
Druk op het symbool ventilatierooster reinigen.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
Totdat het reinigen van het filter uitgevoerd en bevestigd is,
kan de melding, door op het menuveld te drukken, opnieuw
worden weergegeven (zie 8) .
Reiniging ventilatierooster bevestigen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
ooster wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat de
melding ventilatierooster reinigen wordt weerge-
geven.
u
Druk op RESET.
w
De timer is teruggezet. Het reinigingsinterval begint
weer vanaf het begin.
Timer deactiveren
Als de herinneringsfunctie uitgeschakeld moet worden, kan de
timer gedeactiveerd worden.
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
ooster wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk op OFF.
w
De timer is uitgeschakeld.
6.5 Apparaat reinigen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal!
De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn
behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating.
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
aan.
u
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede
gelakte deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend
afvegen met een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling
een beetje water of een neutraal reinigingsmiddel
gebruiken. Optioneel kan ook een microvezeldoek worden
gebruikt.
Belettering op gelakte deurvlakken niet met schurende
middelen behandelen. Bij vervuiling met een zachte doek en
een beetje water of neutraal reinigingsmiddel afvegen.*
u
Afvoeropening reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
u
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
u
De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
matig reinigen.
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 21
u
De overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
worden gereinigd.
u
Rolplaten van de groentelade kunnen eveneens in de
vaatwasmachine worden gereinigd.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.5.5) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
u
de levensmiddelen er weer in leggen.
6.6 Technische Dienst
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie Storingen).
Als dit niet het geval is, dient u contact op te nemen met de
klantenservice. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Apparaataanduiding (model en index), servicenummer
(service) en serienummer (S-nr.) via het beeldscherm
oproepen:
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het symbool
apparaatinformatie wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool apparaatinformatie.
w
De apparaatinformatie wordt weergegeven.
u
Apparaatinformatie noteren.
u
Druk op het symbool terug
om naar het homebeelds-
cherm terug te keren.
u
Deur sluiten.
u
Contact met de klantenservice opnemen en de benodigde
apparaatinformatie verstrekken.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Overige aanwijzingen van de klantenservice opvolgen.
Bovendien kan de apparaatinformatie van het typeplaatje
worden afgelezen:
u
Apparaataanduiding
Fig. 37 (1)
, service-
nummer
Fig. 37 (2)
en
serienummer
Fig. 37 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
binnenkant van het
apparaat.
Fig. 37
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De apparaatstekker is niet correct in het apparaat
gestoken.
u
Apparaatstekker controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperFrost is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator.
u
Het geluid is normaal.
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
u
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
Op het beeldscherm wordt DEMO weergegeven. Boven-
dien loopt een tijd af.
De demonstratiemodus is geactiveerd.
u
Druk op STOP.
Op het beeldscherm wordt in de rechter bovenhoek
DEMO weergegeven.
De demonstratiemodus is geactiveerd.
u
Netstekker uit contactdoos verwijderen.
u
Netstekker weer aansluiten.
w
Op het beeldscherm wordt DEMO weergegeven. Bovendien
loopt een tijd af.
u
Druk op STOP.
Storingen
22 * afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
u
Dit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
u
Oplossing: (zie 5.5.5)
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
u
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min. open.
u
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de afdekkap is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische
Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of
repareren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met
laserklasse 1/1M.
Als de afdekkap defect is:
u
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
Het deurrubber is defect of moet om een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden vervangen. Er kan zonder
gereedschap een nieuw deurrubber worden geplaatst.
u
Neem contact op met de technische dienst (zie Onder-
houd):
Het apparaat is bevroren of er vormt zich condenswater.
De deurafdichting kan uit de sleuf zijn weggegleden.
u
De deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
sleuf.
8 Meldingen
Foutmeldingen en herinneringen worden door een
geluidssignaal en een melding op het beeldscherm
weergegeven. Het geluidssignaal bij foutmeldingen
versterkt zich en wordt luider. Pas als de melding wordt
bevestigd, dooft het geluidssignaal. Meldingen van de
hoogste prioriteit worden eerst weergegeven, als er
meerdere gelijktijdig optreden. Iedere melding moet
afzonderlijk worden bevestigd.
Zolang een melding actief is resp. de fout niet wordt opgelost,
blijft de melding in het menuveld staan.
Aanwijzing
Details over de melding kunnen via het menuveld opnieuw
worden weergegeven.
u
Druk op menu.
u
Druk op het menu meldingen.
u
Door op een melding te drukken wisselt de weergave naar
de volgende. Na de laatste actieve melding wisselt de weer-
gave naar het homebeeldscherm.
Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt het symbool deuralarm. Het geluidssignaal
dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.
Het geluidssignaal kan bij geopende deur stil
geschakeld worden. Het uitschakelen van het geluid
werkt zolang de deur geopend is.
u
Druk op het symbool deuralarm.
w
Het deuralarm wordt uitgeschakeld.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
Temperatuuralarm
Als de temperatuur niet koud genoeg is, klinkt er een
geluidssignaal. Op de weergave verschijnt het
symbool temperatuuralarm.
De temperatuur was tijdens de laatste uren of dagen
te hoog. Als de storing is verholpen, werkt het appa-
raat op de laatste temperatuurinstelling verder.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-
het plaatsen van warme frisse levensmiddelen in het appa-
raat
-
dat bij het hersorteren en het eruit halen van levensmiddelen
teveel warme lucht in het apparaat is gestroomd
-
dat de stroom te lang is uitgevallen
-
dat het apparaat defect is
u
Druk op het symbool temperatuuralarm.
w
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. In de weergave
wordt de warmste temperatuur weergegeven, die tijdens de
storing is bereikt.
u
Druk op het beeldscherm of wacht 30 seconden.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm. De pijlen
en het symbool temperatuuralarm verschijnen in het desbe-
treffende temperatuurveld . Aanvullend wordt het
symbool meldingen in het menuveld weergegeven .
u
De levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levens-
middelen niet meer invriezen.
w
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen
de symbolen.
Als de alarmtoestand blijft bestaan of de temperatuur zich niet
meer automatisch instelt: (zie Storingen).
Stroomuitval
Er klinkt een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt het symbool stroomuitval.
De temperatuur is door een stroomuitval of een
stroomonderbreking tijdens de laatste uren of dagen
te hoog. Als de stroomonderbreking is beëindigd,
werkt het apparaat op de laatste temperatuurinstelling
verder. De geactiveerde herinneringen voor het
vervangen van het FreshAir-filter en het reinigen van
het ventilatierooster blijven behouden.
u
Druk op het symbool stroomuitval.
w
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. In de weergave
wordt de warmste temperatuur in het vriesgedeelte weerge-
geven, die tijdens de stroomuitval is bereikt.
u
Druk op het beeldscherm of wacht 30 seconden.
Meldingen
* afhankelijk van model en uitvoering 23
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm. De pijlen
en het symbool temperatuuralarm verschijnen in het desbe-
treffende temperatuurveld
. Aanvullend wordt het
symbool meldingen in het menuveld weergegeven .
u
De levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levens-
middelen niet meer invriezen.
w
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen
de symbolen.
Apparaatfout
Er klinkt een geluidssignaal. In de weergave
verschijnt het symbool apparaatfout met de bijbeho-
rende foutcode.
In een onderdeel van het apparaat is een storing
opgetreden.
u
Foutcode noteren.
u
Druk op het symbool apparaatfout.
w
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. De weergave
wisselt naar het homebeeldscherm.
u
Contact met de klantenservice opnemen (zie Onderhoud).
Betreft de fout een bepaalde temperatuurzone, wordt in het
temperatuurveld van de zone in plaats van de temperatuur het
symbool apparaatfout weergegeven.
Overige meldingen
FreshAir-filter vervangen . (zie Onderhoud)
Het luchtrooster reinigen (zie Onderhoud)
9 Uitzetten
9.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
Als het apparaat resp. het vries- of koelgedeelte niet uitgescha-
keld kan worden, is de kinderbeveiliging actief.
u
Kinderbeveiliging deactiveren (zie 5.2.2) .
9.1.1 Apparaat via het menu uitschakelen
Het volledige apparaat wordt uitgeschakeld. Het beeldscherm
wordt zwart.
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het stand-
bysymbool wordt weergegeven.
u
Druk op OK.
w
Het stand-bysymbool verschijnt knipperend op het volledige
beeldscherm. Het volledige apparaat is uitgeschakeld.
w
Na 10 minuten verdwijnt het stand-bysymbool weer.
9.1.2 Apparaat via het vriesgedeelte uitscha-
kelen
Bij het uitschakelen van het vriesgedeelte wordt het koelge-
deelte ook automatisch uitgeschakeld! Het beeldscherm blijft
ingeschakeld.
u
Druk op het veld vriesgedeelte.
u
Druk op plus.
w
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool
inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weer-
gegeven.
u
Druk op OK.
w
In alle temperatuurvelden wordt het stand-bysymbool weer-
gegeven.
w
Vries- en koelgedeelte zijn uitgeschakeld.
9.1.3 Koelgedeelte uitschakelen
Het koelgedeelte kan, indien nodig, afzonderlijk worden uitge-
schakeld.
u
Druk op het veld koelgedeelte.
u
Druk op plus.
w
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool
inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weer-
gegeven.
u
Druk op OK.
w
In het veld koelgedeelte wordt het stand-bysymbool weerge-
geven.
w
Het koelgedeelte is uitgeschakeld.
9.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Indien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit
halen en gelijktijdig van links naar rechts
bewegen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.5) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
10 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Uitzetten
24 * afhankelijk van model en uitvoering
Apparaat afdanken
* afhankelijk van model en uitvoering 25
Liebherr Hausgeräte Ochsenhausen GmbH * Memminger Strasse 77-79 * D-88416 Ochsenhausen * * www.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Liebherr CNef 4315-20 BluPerformance de handleiding

Type
de handleiding