Liebherr CN 3515 de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
Koel-vriescombinatie
260815
7082870 - 00
CN(ef)31/35/39/40 ...
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 51
1.1 Apparaat- en uitrustingsoverzicht............................. 51
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 51
1.3 Conformiteit.............................................................. 52
1.4 Opstelmaten............................................................. 52
1.5 Energie sparen......................................................... 52
1.6 SmartDevice............................................................. 53
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 53
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 54
3.1 Homebeeldscherm................................................... 54
3.2 Bedieningsstructuur................................................. 54
3.3 Navigatie.................................................................. 54
3.4 Symbolen................................................................. 55
3.5 Apparaatopties......................................................... 55
4 In gebruik nemen................................................... 55
4.1 Apparaat transporteren............................................ 55
4.2 Apparaat opstellen................................................... 55
4.3 Draairichting deur veranderen.................................. 56
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 58
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 58
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 58
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 58
5 Bediening................................................................ 59
5.1 Temperatuureenheid wijzigen.................................. 59
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 59
5.3 Sabbatmodus........................................................... 59
5.4 Koelgedeelte ........................................................... 59
5.5 Vriesgedeelte........................................................... 61
6 Onderhoud.............................................................. 63
6.1 Ontdooien met NoFrost............................................ 63
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 63
6.3 Technische Dienst.................................................... 63
7 Storingen................................................................ 64
8 Meldingen............................................................... 65
9 Uitzetten.................................................................. 66
9.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 66
9.2 Buiten werking stellen.............................................. 66
10 Apparaat afdanken................................................ 66
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van
alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een
,
gebruiksresultaten met een .
1
Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaat- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
u
Levensmiddelen
zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(11) Typeplaatje
(2) Deuropbergvakken,
verstelbaar
(12) NoFrost-module
(3) Flessenvak (13) Vriesschuiflade
(4) Flessenhouder,
verschuifbaar
(14) VarioSpace
(5) Schap, deelbaar (15) IJsblokjesschaal
(6) Schap, verstelbaar (16) Stelvoeten voor, transpor-
trollen achter
(7) Eiervakje (17) Ventilator
(8) Flessenrek (18) Afvoeropening
(9) Koudste zone (19) Transportgrepen
(10) Groenteladen
1.2 Toepassingen van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen in een huishoude-
lijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt
bijvoorbeeld het gebruik gerekend.
-
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere onderkomens,
-
voor catering en soortgelijke diensten in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Te voorzien verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 2
dergelijke stoffen en producten als genoemd
in de
richtlijn inzake medische hulpmiddelen
2007/47/EG,
-
het gebruik in explosiegevaarlijke gebieden,
-
het gebruik op beweeglijke ondergronden
zoals schepen, railverkeer of vliegtuigen,
-
het bewaren van levende dieren.
Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade
aan bewaarde producten of tot bederf ervan.
Klimaatklassen
Het apparaat is volgens de klimaatklasse
gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevings-
temperaturen. De klimaatklasse van uw appa-
raat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
u
Om
een
probleemloze werking te waar-
borgen, moet de aangegeven omgevingstem-
peratuur worden aangehouden.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbe-
palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG,
2009/125/EG en 2010/30/EU.
Aanwijzing voor keuringsinstituten:
De keuringen moeten worden uitgevoerd volgens de
geldende normen en richtlijnen.
De voorbereiding en keuring van de apparaten moeten met
inachtneming van de beladingsschema's van de fabri-
kant en de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
worden uitgevoerd.
1.4 Opstelmaten
Fig. 2
h a g e' d c c'
CN(ef)3115 1623 600 625 665 1172 600 644
CN(ef)3515 1817 600 625 665 1172 600 644
CN(ef)(bs)3915 2011 600
625
x
665
x
1172
x
600 644
CN(ef)(bs)4015 2011 600
625
x
665
x
1172
x
600 644
x
Bij
apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm (zie 4.2) .
1.5 Energie sparen
-
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
-
Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
-
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
-
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
het energieverbruik.
-
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
Rijpvorming wordt vermeden.
-
Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appa-
raat laten staat, zodat ze niet te warm worden.
-
Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
tot kamertemperatuur.
-
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
-
Bij langere afwezigheid het koeldeel leegmaken en uitscha-
kelen.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
-
de
koelmachine
met warmtewisselaar -
metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat - eens per jaar afstoffen.
Het apparaat in vogelvlucht
3 * afhankelijk van model en uitvoering
1.6 SmartDevice
Het apparaat is voor de integratie in een Smart
Home en
voor uitgebreidere servicevoorzieningen
voorbereid. Door een SmartDeviceBox kunnen
overige opties worden vrijgeschakeld. De activering
vindt plaats via het klantenportaal MyLiebherr.
Nadere informatie over de beschikbaarheid, voorwaarden en
de afzonderlijke
opties vindt u op internet onder: www.smartde-
vice.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar
en ouder, evenals door personen met
beperkte fysische, sensorische of mentale
capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis
worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht
staan of m.b.t. het veilige gebruik van het
apparaat instructies hebben gekregen en de
daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Kinderen mogen het apparaat niet
zonder toezicht reinigen en onderhouden.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat
en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of
ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei-
lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn
bedoeld om de binnenruimte te verlichten en
niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu-
vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend
koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit
niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin
het
apparaat geen elektrische
apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,
verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat
zich geen open vuur of ontstekingsbronnen
in de buurt van de lekkage bevinden.
Ruimte goed ventileren. Contact opnemen
met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper-
vlakken en gekoelde of ingevroren levens-
middelen vermijden of veiligheidsmaatre-
gelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 4
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan
bij het inslikken en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. In de normale modus
bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICH
TIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Homebeeldscherm
Fig. 3
(1) Veld koelgedeelte (3) Menuveld
(2) Veld vriesgedeelte (4) Beeldscherm
Het homebeeldscherm is de uitgangsweergave voor de
gebruiker. Van hieruit worden alle instellingen uitgevoerd.
Door op
het beeldscherm te drukken kunnen de functies
worden opgeroepen en de waarden worden gewijzigd.
3.2 Bedieningsstructuur
Veld koelgedeelte
Fig. 4
(1) Symbool koelgedeelte (2) Temperatuurweergave
koelgedeelte
In het veld koelgedeelte wordt de ingestelde temperatuur van
het koelgedeelte weergegeven.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
-
Temperatuurinstellingen
-
Koelgedeelte uit- en inschakelen
Veld vriesgedeelte
Fig. 5
(1) Symbool vriesgedeelte (2) Temperatuurweergave
vriesgedeelte
In het veld vriesgedeelte wordt de ingestelde temperatuur van
het vriesgedeelte weergegeven.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
-
Temperatuurinstellingen
-
Vriesgedeelte uit- en inschakelen
Bij
het
uitschakelen van het vriesgedeelte wordt ook het koel-
gedeelte uitgeschakeld.
Menuveld
Fig. 6
(1) Hoofdmenu (2) Geactiveerde optie
Het menuveld biedt toegang tot de opties en instellingen van
het apparaat.
Bovendien worden geactiveerde opties weerge-
geven.
3.3 Navigatie
Door op menu te drukken krijgt u toegang tot de afzonderlijke
opties. Na bevestiging van een optie of instelling klinkt een
geluidssignaal. De weergave wisselt naar het homebeelds-
cherm.
De bediening van het apparaat vindt plaats via de volgende
symbolen:
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone inscha-
kelen.
Menu:
Opties oproepen.
Min / Plus:
Instelling wijzigen (bijv. temperatuur
regelen, tijdinstelling voor Super-
Cool).
Bedienings- en controle-elementen
5 * afhankelijk van model en uitvoering
Navigatiepijl links / rechts:
Opties kiezen en in het menu navi-
geren.
Met de navigatiepijlen kan men door
de afzonderlijke opties bladeren. Na
de laatste optie wordt de eerste optie
weer weergegeven.
Terug:
Keuze annuleren.
De weergave wisselt naar het
volgende hogere niveau resp. naar
het homebeeldscherm.
OK:
Keuze bevestigen.
Na bevestiging wisselt de weergave
naar het homebeeldscherm.
ON / OFF, START / STOP
Optie activeren / deactiveren.
Na activering of deactivering van een
optie wisselt de weergave naar het
homebeeldscherm.
RESET:
Timer terugzetten.
Toegang klantenservice
Aanwijzing
Als na
1 minuut geen keuze plaatsvindt, wisselt de weer-
gave naar het homebeeldscherm.
3.4 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Pijlen omhoog:
Temperatuur wordt verhoogd.
Pijlen omlaag:
Temperatuur wordt verlaagd.
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Meldingen:
Actieve foutmeldingen en herinne-
ringen zijn aanwezig.
3.5 Apparaatopties
De volgende
opties kunnen geactiveerd of ingesteld worden,
toelichtingen en instelmogelijkheid, (zie Bediening):
Symbool Optie
SuperCool
x
SuperFrost
x
Ventilator
x
SabbathMode
Kinderbeveiliging
x
Temperatuureenheid
x
Is
de optie geactiveerd, wordt het bijbehorende symbool in
het menuveld weergegeven.
Het symbool verdwijnt als de optie eindigt of wordt gedeacti-
veerd.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende
delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker
van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
u
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-
raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte
koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 6
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen
warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
u
De ventilatieopeningen
regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat
niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
q
Neem bij
beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
q
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
q
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
q
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct
tegen de muur plaatsen.
q
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
q
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van
gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per
11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m
3
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat
op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge-
luiden ontstaan!
u
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt
bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij
sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat-
diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder
gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft
een iets hoger energieverbruik.
u
Bij
een
apparaat met meegele-
verde wandafstandhouders deze
wandafstandhouders links en
rechts boven aan de achterkant
van het apparaat monteren.
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het
apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
u
Vervolgens de deur onder-
steunen: stelvoet bij lagerbus
(B) uitdraaien tot deze op de
vloer komt, daarna 90° verder
draaien.
Aanwijzing
u
Apparaat reinigen (zie 6.2)
.
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd
goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
ruimte.
4.3 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
q
Torx® 25
q
Torx® 15
q
schroevendraaier
q
eventueel accuschroevendraaier
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
4.3.1 Bovenste deur afnemen
Aanwijzing
u
Verwijder levensmiddelen
uit de deurvakken voordat de
deur wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit
vallen.
Fig. 7
u
Bovenste deur sluiten.
u
Afdekking
Fig. 7 (1)
naar voren en boven wegtrekken.
u
Afdekking
Fig. 7 (2)
eraf nemen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bovenste
lagerbus
Fig. 7 (3)
losschroeven (2 maal Torx®
25)
Fig. 7 (4)
en naar boven eraf trekken.
u
Bovenste deur naar boven optillen en opzij zetten.
In gebruik nemen
7 * afhankelijk van model en uitvoering
4.3.2 Onderste deur afnemen
u
Onderste deur sluiten.
u
Middelste lagerbout
Fig. 8 (11)
uit de lagerbus en de
onderste deur uittrekken.
u
Kunststof kapje
Fig. 8 (10)
afnemen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Onderste deur openen.
u
Middelste lagerbus
Fig. 8 (13)
losschroeven (2 maal Torx®
25).
u
Deur naar boven afnemen en opzij leggen.
4.3.3 Middelste lagerdelen omzetten
Fig. 8
u
Afdekplaat
Fig. 8 (12)
voorzichtig afhalen.
u
Middelste lagerbus
Fig. 8 (13)
met onderlegschijfje
Fig. 8 (14)
180° gedraaid aan de nieuwe scharnierkant
goed (met 4 Nm) vastschroeven.
u
Afdekplaat
Fig. 8 (12)
180° gedraaid aan de nieuwe greep-
zijde weer vastklikken.
4.3.4 Onderste lagerdelen omplaatsen
Fig. 9
u
Lagerbout
Fig. 9 (22)
compleet met schijfje
Fig. 9 (23)
en
stelpootje
Fig. 9 (24)
naar boven eruit trekken.
u
Stop
Fig. 9 (21)
eraf halen.
u
Lagerbus
Fig. 9 (25)
losschroeven
Fig. 9 (26)
.
u
Lagerdeel
Fig. 9 (28)
losschroeven
Fig. 9 (29)
en in het
tegenoverliggende opnamegat van de lagerbus omzetten en
weer vastschroeven.
u
Afdekking aan de greepzijde
Fig. 9 (27)
voorzichtig optillen
en op de tegenoverliggende zijde plaatsen.
u
Lagerbus
Fig. 9 (25)
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met
4 Nm) vastschroeven.
u
Stop
Fig. 9 (21)
weer in het andere gat aanbrengen.
u
Lagerbout
Fig. 9 (22)
compleet met schijfje en stelpootje
weer aanbrengen. Er daarbij erop letten, dat de sluitnok
naar achter wijst.
4.3.5 Greep omzetten
Zowel op de bovenste als op de onderste deur:
u
Veerklem
Fig. 10 (31)
verplaatsen: Sluitnok
omlaag drukken, veer-
klem eroverheen en eraf
trekken.
u
Veerklem aan de nieuwe
scharnierkant weer erin
schuiven totdat hij inklikt.
Fig. 10
Fig. 11
u
Haal
Fig. 11 (30)
de stop uit de deurlagerbus en plaats hem
om.
u
Demonteer deurgreep
Fig. 11 (32)
, stop
Fig. 11 (33)
en
drukplaten*
Fig. 11 (34)
en monteer ze aan de tegenoverlig-
gende kant.
u
Bij het monteren van de drukplaatjes aan de andere kant
erop letten dat ze vastklikken.*
4.3.6 Onderste deur monteren
u
Plaats de onderste deur van boven op de onderste lager-
bout
Fig. 9 (22)
.
u
Sluit de deur.
u
Het kunststof kapje
Fig. 8 (10)
weer op de middelste
lagerbus
Fig. 8 (13)
zetten.
u
Middelste lagerbout
Fig. 8 (11)
op de nieuwe scharnierzijde
in de onderste deur plaatsen door de middelste lagerbus
Fig. 8 (13)
.
4.3.7 Bovenste deur monteren
u
Bovenste deur op de middelste lagerbout
Fig. 8 (11)
zetten.
u
Plaats de bovenste lagerbus
Fig. 7 (3)
aan de nieuwe schar-
nierkant in de deur.
u
Bovenste lagerbus goed (met 4 Nm) vastschroeven (2
maal Torx® 25)
Fig. 7 (4)
. Steek de schroefgaten indien
nodig voor of gebruik de accuschroevendraaier.
u
Afdekking
Fig. 7 (1)
en afdekking
Fig. 7 (2)
elk op de tegen-
overliggende zijde van buiten aanbrengen en vastklikken.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 8
4.3.8 Deuren uitlijnen
u
De deuren
eventueel via de beide langgaten in de onderste
lagerbus
Fig. 9 (25)
en middelste lagerbus
Fig. 8 (13)
ten
opzichte van de kast uitlijnen. Eerst de middelste schroef in
de onderste lagerbus
Fig. 9 (25)
uitdraaien.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de
lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
4.4 Inbouw in het keukenblok
Fig. 12
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
x
Bij
apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) .
Het apparaat
Fig. 12 (2)
kan worden ingebouwd in de keuken.
Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kunt u er een passende opbouwkast
Fig. 12 (1)
op
plaatsen.
Bij de ombouw met keukenkasten kan het apparaat direct
naast de keukenkast
Fig. 12 (3)
worden opgesteld. Om de deur
volledig te kunnen openen, moet het apparaat minimaal
65 mm
x
t.o.v. het keukenkastfront staan. Afhankelijk van de
diepte van de keukenkast en het gebruik van de wandafstands-
houders kan het apparaat verder uitsteken.
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van
onvoldoende ventilatie!
Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden beschadigd.
u
Let op voldoende ventilatie.
u
Neem de ventilatie-eisen in acht.
Ventilatie-eisen:
-
Houd
achter
de gehele breedte van de opbouwkast een
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-
De ontluchtingsdoorsnede
onder het plafond moet minimaal
300 cm
2
bedragen.
-
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 12 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd
houten
raam afgewerkt met poly-
ethyleen*
u
Breng het
verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
u
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brand.
u
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten
met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de
stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan
worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
Demomodus is actief:
DemoMode actief!
Wordt op het beeld-
scherm weergegeven.
u
Demonstratiemodus deactiveren (zie Storingen).
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
u
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
leggen.
In gebruik nemen
9 * afhankelijk van model en uitvoering
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading aansluiten en inscha-
kelen.
4.7.1 Apparaat inschakelen
Wordt
het stand-bysymbool boven het volledige beeld-
scherm weergegeven:
u
Druk op het stand-bysymbool.
w
Het apparaat is ingeschakeld. De weergave wisselt naar het
homebeeldscherm.
w
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Wordt het stand-bysymbool in het veld koelgedeelte en
vriesgedeelte weergegeven:
u
Druk op het stand-bysymbool in het veld vriesgedeelte of
koelgedeelte.
w
Het apparaat is ingeschakeld.
w
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Is het beeldscherm zwart:
u
Druk op het beeldscherm.
w
Het stand-bysymbool verschijnt op het volledige beeld-
scherm.
u
Druk op het stand-bysymbool.
w
Het apparaat is ingeschakeld. De weergave wisselt naar het
homebeeldscherm.
w
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
4.7.2 Koelgedeelte inschakelen
Het stand-bysymbool wordt in het veld koelgedeelte weerge-
geven.
u
Druk op het stand-bysymbool in het veld koelgedeelte.
w
Het koelgedeelte is ingeschakeld.
w
Het koelgedeelte stelt zich op de weergegeven temperatuur
in. Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
5 Bediening
5.1 Temperatuureenheid wijzigen
De weergave van de temperatuur kan gewijzigd worden van °C
naar °F.
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat °C wordt weerge-
geven.
u
Druk op °F.
w
De temperatuur wordt in °F weergegeven.
De omzetting van °F naar °C wordt uitgevoerd.
5.2 Kinderbeveiliging
Met
de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat
kinderen bij
het spelen het apparaat niet onbe-
doeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging inschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo
vaak op de navigatiepijlen tot de kinderbeveili-
ging wordt weergegeven.
u
Druk op ON.
w
Kinderbeveiliging is ingeschakeld.
5.2.2 Kinderbeveiliging uitschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo
vaak op de navigatiepijlen tot de kinderbeveili-
ging wordt weergegeven.
u
Druk op OFF.
w
Kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
5.3 Sabbatmodus
Deze functie
vervult de religieuze eisen op de sabbat resp.
Joodse feestdagen. Als de sabbatmodus is geactiveerd, zijn
enkele functies van de besturingselektronica uitgeschakeld. Na
het instellen van de sabbatmodus hoeft u zich niet meer bezig
te houden met controlelampjes, cijfers, symbolen, weergaven,
alarmmeldingen en ventilatoren. De ontdooicyclus werkt alleen
tot de ingestelde tijd, zonder rekening te houden met het
gebruik van de koelkast. Na een stroomuitval schakelt het
apparaat automatisch terug naar de sabbatmodus.
WAARSCHUWING
Gevaar van een levensmiddelenvergiftiging!
Treedt er een stroomuitval op, als de sabbatmodus is geacti-
veerd, wordt deze melding niet opgeslagen. Is de stroomuitval
beëindigd, werkt het apparaat verder in de sabbatmodus. Als
deze modus is beëindigd, wordt er geen melding weergegeven
over de stroomuitval in de temperatuurweergave.
Als tijdens de sabbatmodus een stroomuitval is opgetreden:
u
Levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Ontdooide
levensmiddelen niet consumeren!
-
Alle
functies
zijn vergrendeld m.u.v. het uitschakelen van de
sabbatmodus.
-
Zijn de functies zoals SuperFrost, SuperCool, Ventilation
enz. geactiveerd, als de sabbatmodus is ingeschakeld,
blijven deze actief.
-
Er worden geen akoestische signalen weergegeven en in de
temperatuurweergave worden geen waarschuwingen/instel-
lingen weergegeven (bijv. temperatuuralarm, deuralarm)
-
De binnenverlichting is uitgeschakeld.
5.3.1 SabbathMode inschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk
zo
vaak op de navigatiepijlen totdat Sabbat-
hMode wordt weergegeven.
u
Druk op ON.
w
SabbathMode is
ingeschakeld. Op het beeldscherm
wordt alleen het symbool SabbathMode weergegeven
SabbathMode schakelt zich na 120 uur automatisch uit, als
deze niet
vooraf handmatig wordt uitgeschakeld. De weergave
wisselt naar het homebeeldscherm.
5.3.2 SabbathMode uitschakelen
u
Druk op het beeldscherm.
u
Druk op OFF.
w
SabbathMode is uitgeschakeld.
5.4 Koelgedeelte
Door de
natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groen-
telades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan
de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.4.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
Bederfelijke etenswaren,
bereide gerechten, vlees en vlees-
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa-
raat in vogelvlucht)
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 10
u
Gebruik om
te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
u
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
u
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
5.4.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 1 °C.
Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: 5 °C
u
Druk op het veld koelgedeelte.
w
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
Fig. 13
Temperatuur hoger (warmer) instellen:
u
Druk op plus.
Temperatuur lager (kouder) instellen:
u
Druk op min.
Bij de keuze van de koudste temperatuur wordt het min-
symbool inactief.
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool inac-
tief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weerge-
geven.
u
De gewenste temperatuur met OK bevestigen.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De geselecteerde temperatuur wordt weergegeven.
w
De pijlen omhoog resp. omlaag geven de temperatuurwijzi-
ging weer. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur
verdwijnen de pijlen.
5.4.3 SuperCool
Met SuperCool
schakelt
u het hoogste afkoel-
vermogen in. Daarmee bereikt u lagere koel-
temperaturen. Gebruik SuperCool om grote
hoeveelheiden levensmiddelen snel af te
koelen.
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator*
draaien. Het
apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider
zijn.
Als SuperCool ingeschakeld is, werkt het apparaat met maxi-
male koelcapaciteit. Hierdoor kan het koelaggregaat tijdelijk
meer geluid maken.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
SuperCool inschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk
zo
vaak op de navigatiepijlen totdat SuperCool
wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool SuperCool.
w
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
Fig. 14
De looptijd kan in vier niveaus worden ingesteld.
Looptijd instellen:
u
Druk op plus of min.
Bij de keuze van het laagste niveau wordt het min-symbool
inactief.
Bij de keuze van het hoogste niveau wordt het plus-symbool
inactief.
u
Gewenste looptijd met START bevestigen.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
SuperCool is geactiveerd.
w
In
het veld koelgedeelte wordt de resterende looptijd
en het symbool SuperCool weergegeven.
w
De verlaagde temperatuur wordt door de pijl omlaag
weergegeven.
w
Na het verstrijken van de resterende looptijd, loopt
het apparaat in de normale modus verder. De tempe-
ratuur stelt zich weer op de vooraf ingestelde waarde
in. De pijlen omhoog geven de temperatuurverhoging
weer.
SuperCool vroegtijdig uitschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo
vaak op de navigatiepijlen tot SuperCool en de
resterende looptijd worden weergegeven.
u
Druk op de resterende looptijd.
u
Druk op STOP.
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
De temperatuur stelt zich weer op de vooraf ingestelde
waarde in. De pijlen omhoog geven de temperatuurverho-
ging weer.
5.4.4 Ventilator
Met de ventilator kunt u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen
snel afkoelen of een
relatief gelijkmatige temperatuurverdeling op
alle schappen bereiken.
De circulatiekoeling is aan te bevelen:
-
bij hoge kamertemperatuur (hoger dan
33 °C )
-
bij hoge luchtvochtigheid
De
circulatiekoeling heeft een iets hoger energieverbruik. Om
energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur auto-
matisch uit.
Ventilator inschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk
zo
vaak op de navigatiepijlen tot de ventilator
wordt weergegeven.
u
Druk op ON.
w
De ventilator is uitgeschakeld.
Ventilator uitschakelen
u
Druk op menu.
Bediening
11 * afhankelijk van model en uitvoering
u
Druk zo
vaak op de navigatiepijlen tot de ventilator
wordt weergegeven.
u
Druk op OFF.
w
De ventilator is ingeschakeld.
5.4.5 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De plateaus
zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
Fig. 15
u
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
uitsparingen langs de geleiders.
u
Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
u
Draagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
achterzijde en naar boven toe wijzend.
w
De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
Draagplateaus demonteren
u
De plateaus
kunnen worden
gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.4.6 Deelbare draagplateau gebruiken
VOORZICHTIG
Gevaar voor snijwonden!
Het plateau kan breken. U kunt zich snijden aan de scherven.
u
Alleen lege plateaus uitnemen.
Fig. 16
u
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
u
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.
In de hoogte verstellen:
u
Glasplaten één voor één naar voren toe naar buiten trekken.
u
Steun uit vergrendeling trekken en op de gewenste hoogte
vastklikken.
Beide oppervlakken gebruiken:
u
Bovenste glasplaat omhoog tillen, onderste glasplaat naar
voren trekken.
5.4.7 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 17
Opbergvakken demonteren
Fig. 18
u
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.4.8 Flessenhouder gebruiken
u
Om ervoor
te zorgen dat de
flessen niet omvallen, moet
de flessenhouder worden
verschoven.
5.5 Vriesgedeelte
In het
vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren
levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens-
middelen invriezen.
5.5.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het
sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker
te openen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u
de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 12
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel
de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
5.5.2 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
5.5.3
Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
5.5.4 De temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
De frequentie van het openen van de deur
-
De ruimtetemperatuur van de opstelplaats
-
Het type, temperatuur en hoeveelheid van het levensmiddel
De temperatuur is instelbaar van -26 °C tot -15 °C.
Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: -18 °C
u
Druk op het veld vriesgedeelte.
w
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
Fig. 19
Temperatuur hoger (warmer) instellen:
u
Druk op plus.
Temperatuur lager (kouder) instellen:
u
Druk op min.
Bij de keuze van de koudste temperatuur wordt het min-
symbool inactief.
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool inac-
tief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weerge-
geven.
u
De gewenste temperatuur met OK bevestigen.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De geselecteerde temperatuur wordt weergegeven.
w
De
pijlen omhoog resp. omlaag geven de temperatuurwijzi-
ging weer. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur
verdwijnen de pijlen.
5.5.5 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmid-
delen
snel tot op de kern invriezen. Het
apparaat werkt met maximaal koelver-
mogen, daardoor kunnen geluiden van het
koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen,
als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/
24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voor-
komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te scha-
kelen:
-
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 2 kg nieuwe levensmiddelen
per dag
SuperFrost inschakelen.
u
Druk op menu.
u
Druk
zo vaak op de navigatiepijlen totdat Super-
Frost wordt weergegeven.
u
Druk op ON.
w
SuperFrost is ingeschakeld.
w
De
vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt op
het maximale koelvermogen.
Bij een geringe hoeveelheid aan diepvriesproducten:
u
ca. 6 uur wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de bovenste laden leggen.
Bij
de maximale hoeveelheid aan diepvriesproducten (zie
typeplaatje):
u
ca. 24 uur wachten.
u
De bovenste diepe laden eruit halen en de levensmiddelen
direct op de bovenste schappen leggen.
w
SuperFrost schakelt zich na ca. 65 uur automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost verdwijnt.
u
Levensmiddelen in de laden leggen en deze weer erin
schuiven.
w
Het apparaat werkt weer verder in de normale modus.
SuperFrost uitschakelen
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat Super-
Frost wordt weergegeven.
u
Druk op OFF.
w
SuperFrost is uitgeschakeld.
5.5.6 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Bij apparaten met NoFrost:
u
Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
u
Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
Bediening
13 * afhankelijk van model en uitvoering
u
Om
diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
VOORZICHTIG
Gevaar voor snijwonden!
Het
draagplateau kan breken. Aan de scherven kunt u zich
verwonden.
u
Draagplateau goed vasthouden.
5.5.7 Plateaus
u
Plateau
uitnemen: vooraan optillen en
uittrekken.
u
Plateau terugplaatsen: tot aanslag
inschuiven.
5.5.8 VarioSpace
Naast de schuifladen kunt u tevens
de
plateaus verwijderen. Zo creëert
u plaats voor levensmiddelen van
groot formaat. Gevogelte, vlees,
groot wild en hoog gebak kunnen
geheel en al worden ingevroren en
later verder verwerkt.
u
De laden kunnen elk met max.
25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg
worden belast.
6 Onderhoud
6.1
Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet
op een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen (zie 6.2) .
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
u
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
6.2 Apparaat reinigen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete
stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen
scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit-
en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal!
De roestvrijstalen
deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn
behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating.
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
aan.
u
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede
gelakte deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend
afvegen met een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling
een beetje water of een neutraal reinigingsmiddel
gebruiken. Optioneel kan ook een microvezeldoek worden
gebruikt.
Belettering op gelakte deurvlakken niet met schurende
middelen
behandelen. Bij vervuiling met een zachte doek en
een beetje water of neutraal reinigingsmiddel afvegen.*
u
Afvoeropening
reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
u
De
meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.5.5) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
u
de levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Technische Dienst
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie Storingen).
Als dit niet het geval is, dient u contact op te nemen met de
klantenservice. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 14
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en
ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Apparaataanduiding (model en index), servicenummer
(service) en
serienummer (S-nr.) via het beeldscherm
oproepen:
u
Druk op menu.
u
Druk zo
vaak op de navigatiepijlen tot het symbool
apparaatinformatie wordt weergegeven.
u
Druk op het symbool apparaatinformatie.
w
De apparaatinformatie wordt weergegeven.
u
Apparaatinformatie noteren.
u
Druk op
het symbool terug
om naar het homebeelds-
cherm terug te keren.
u
Deur sluiten.
u
Contact met
de klantenservice opnemen en de benodigde
apparaatinformatie verstrekken.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Overige aanwijzingen van de klantenservice opvolgen.
Bovendien kan de apparaatinformatie van het typeplaatje
worden afgelezen:
u
Apparaataanduiding
Fig. 20 (1)
, service-
nummer
Fig. 20 (2)
en
serienummer
Fig. 20 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
binnenkant van het
apparaat.
Fig. 20
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperFrost is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
SuperCool is ingeschakeld.
u
Om
de
levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
u
Het knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator.
u
Het geluid is normaal.
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
u
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
Op het beeldscherm wordt in de rechter bovenhoek
DEMO weergegeven.
De demonstratiemodus is geactiveerd.
u
Netstekker uit contactdoos verwijderen.
u
Netstekker weer aansluiten.
w
Op het beeldscherm wordt DEMO weergegeven. Bovendien
loopt een tijd af.
u
Druk op STOP.
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
u
Dit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
u
Oplossing: (zie 5.5.5)
Storingen
15 * afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
u
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min. open.
u
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de afdekkap is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u
LED-binnenverlichting
uitsluitend door de Technische
Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of
repareren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp!
De
lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met
laserklasse 1/1M.
Als de afdekkap defect is:
u
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
Het deurrubber is defect of moet om een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden vervangen. Er kan zonder
gereedschap een nieuw deurrubber worden geplaatst.
u
Neem contact op met de technische dienst (zie Onder-
houd):
Het apparaat is bevroren of er vormt zich condenswater.
De deurafdichting kan uit de sleuf zijn weggegleden.
u
De deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
sleuf.
8 Meldingen
Foutmeldingen en herinneringen worden door een
geluidssignaal
en een melding op het beeldscherm
weergegeven. Het geluidssignaal bij foutmeldingen
versterkt zich en wordt luider. Pas als de melding wordt
bevestigd, dooft het geluidssignaal. Meldingen van de
hoogste prioriteit worden eerst weergegeven, als er
meerdere gelijktijdig optreden. Iedere melding moet
afzonderlijk worden bevestigd.
Aanwijzing
Details over de melding kunnen via het menuveld opnieuw
worden weergegeven.
u
Druk op menu.
u
Druk op het menu meldingen.
u
Door op een melding te drukken wisselt de weergave naar
de volgende. Na de laatste actieve melding wisselt de weer-
gave naar het homebeeldscherm.
Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt
er een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt het symbool deuralarm. Het geluidssignaal
dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.
Het geluidssignaal kan bij geopende deur stil
geschakeld worden. Het uitschakelen van het geluid
werkt zolang de deur geopend is.
u
Druk op het symbool deuralarm.
w
Het deuralarm wordt uitgeschakeld.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
Temperatuuralarm
Als de temperatuur niet koud genoeg is, klinkt er een
geluidssignaal.
Op de weergave verschijnt het
symbool temperatuuralarm.
De temperatuur was tijdens de laatste uren of dagen
te hoog. Als de storing is verholpen, werkt het appa-
raat op de laatste temperatuurinstelling verder.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-
het
plaatsen van warme frisse levensmiddelen in het appa-
raat
-
dat bij het hersorteren en het eruit halen van levensmiddelen
teveel warme lucht in het apparaat is gestroomd
-
dat de stroom te lang is uitgevallen
-
dat het apparaat defect is
u
Druk op het symbool temperatuuralarm.
w
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. In de weergave
wordt de warmste temperatuur weergegeven, die tijdens de
storing is bereikt.
u
Druk op het beeldscherm of wacht 30 seconden.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm. De pijlen
en het symbool temperatuuralarm verschijnen in het desbe-
treffende temperatuurveld . Aanvullend wordt het
symbool meldingen in het menuveld weergegeven
.
u
De
levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levens-
middelen niet meer invriezen.
w
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen
de symbolen.
Als de alarmtoestand blijft bestaan of de temperatuur zich niet
meer automatisch instelt: (zie Storingen).
Stroomuitval
Er klinkt een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt het symbool stroomuitval.
De
temperatuur is door een stroomuitval of een
stroomonderbreking tijdens de laatste uren of dagen
te hoog. Als de stroomonderbreking is beëindigd,
werkt het apparaat op de laatste temperatuurinstelling
verder. De geactiveerde herinneringen voor het
vervangen van het FreshAir-filter en het reinigen van
het ventilatierooster blijven behouden.
u
Druk op het symbool stroomuitval.
w
Het
geluidssignaal wordt uitgeschakeld. In de weergave
wordt de warmste temperatuur in het vriesgedeelte weerge-
geven, die tijdens de stroomuitval is bereikt.
u
Druk op het beeldscherm of wacht 30 seconden.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm. De pijlen
en het symbool temperatuuralarm verschijnen in het desbe-
treffende temperatuurveld
. Aanvullend wordt het
symbool meldingen in het menuveld weergegeven .
u
De
levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levens-
middelen niet meer invriezen.
w
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen
de symbolen.
Apparaatfout
Er klinkt een geluidssignaal. In de weergave
verschijnt
het symbool apparaatfout met de bijbeho-
rende foutcode.
In een onderdeel van het apparaat is een storing
opgetreden.
u
Foutcode noteren.
u
Druk op het symbool apparaatfout.
w
Het
geluidssignaal wordt uitgeschakeld. De weergave
wisselt naar het homebeeldscherm.
u
Contact met de klantenservice opnemen (zie Onderhoud).
Meldingen
* afhankelijk van model en uitvoering 16
Betreft de fout een bepaalde temperatuurzone, wordt in het
temperatuurveld
van de zone in plaats van de temperatuur het
symbool apparaatfout weergegeven.
9 Uitzetten
9.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
Als het apparaat resp. het vries- of koelgedeelte niet uitgescha-
keld kan worden, is de kinderbeveiliging actief.
u
Kinderbeveiliging deactiveren
(zie 5.2.2) .
9.1.1 Apparaat via het menu uitschakelen
Het volledige apparaat wordt uitgeschakeld. Het beeldscherm
wordt zwart.
u
Druk op menu.
u
Druk
zo vaak op de navigatiepijlen tot het stand-
bysymbool wordt weergegeven.
u
Druk op OK.
w
Het
stand-bysymbool verschijnt knipperend op het volledige
beeldscherm. Het volledige apparaat is uitgeschakeld.
w
Na 10 minuten verdwijnt het stand-bysymbool weer.
9.1.2 Apparaat via het vriesgedeelte uitscha-
kelen
Bij het uitschakelen van het vriesgedeelte wordt het koelge-
deelte ook automatisch uitgeschakeld! Het beeldscherm blijft
ingeschakeld.
u
Druk op het veld vriesgedeelte.
u
Druk op plus.
w
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool
inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weer-
gegeven.
u
Druk op OK.
w
In alle temperatuurvelden wordt het stand-bysymbool weer-
gegeven.
w
Vries- en koelgedeelte zijn uitgeschakeld.
9.1.3 Koelgedeelte uitschakelen
Het koelgedeelte kan, indien nodig, afzonderlijk worden uitge-
schakeld.
u
Druk op het veld koelgedeelte.
u
Druk op plus.
w
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool
inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weer-
gegeven.
u
Druk op OK.
w
In het veld koelgedeelte wordt het stand-bysymbool weerge-
geven.
w
Het koelgedeelte is uitgeschakeld.
9.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Indien
nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit
halen en gelijktijdig van links naar rechts
bewegen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat
de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
10 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag
niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit
niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Uitzetten
17 * afhankelijk van model en uitvoering
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD * 4202 Radinovo * Bezirk Plovdiv * Bulgarien * www.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Liebherr CN 3515 de handleiding

Type
de handleiding