Verklarende woordenlijst 187
tekstverwerker — Een programma dat wordt gebruikt om
bestanden te maken en bewerken die alleen tekst
bevatten. Het Kladblok van Windows maakt bijvoorbeeld
gebruik van een tekstverwerker. Tekstverwerkers bieden
doorgaans geen woordomslag- of opmaakfunctionaliteit
(de optie voor onderlijnen, het wijzigen van lettertypes
etc).
toetsencombinatie — Een opdracht waarvoor meerdere
toetsen tegelijkertijd moeten worden ingedrukt.
U
uitbreidingskaart — Een bedradingsplaat die wordt
aangesloten op een uitbreidingssleuf waarmee het
moederbord van sommige computers is uitgerust, met het
doel om de functionaliteit en capaciteit van de computer
uit te breiden. Voorbeelden zijn grafische kaarten,
modem- en geluidskaarten.
uitbreidingssleuf — Een ingang op het moederbord (van
sommige computers) waarop een uitbreidingskaart kan
worden aangesloten, zodat deze met de systeembus wordt
verbonden.
UMA — Unified Memory Allocation —
Systeemgeheugen dat op dynamische wijze aan de
grafische kaart wordt toegewezen.
UPS — Uninterruptible Power Supply — Een
reservestroomvoorziening die wordt gebruikt in geval van
een stroomstoring of wanneer de stroom onder een
acceptabel niveau valt. Een UPS kan een computer voor
een beperkte tijd van stroom voorzien wanneer er geen
netstroom voorradig is. UPS-systemen bieden normaliter
piekonderdrukking en spanningsregeling. Kleine UPS-
systemen bieden gedurende een aantal minuten
batterijstroom zodat u de computer kunt uitzetten.
USB — Universal Serial Bus — Een hardware-interface
voor apparaten met een lage snelheid, zoals een voor USB
geschikt toetsenbord, muis, joystick, scanner, speakerset,
printer, breedbandapparaaten (ADSL- en kabelmodems),
apparatuur voor het vastleggen van beelden en
opslagapparaten. De apparaten worden rechtstreeks
aangesloten op een 4-pins ingang op de computer of in
een hub met meerdere poorten die op de computer is
aangesloten. USB-apparaten kunnen worden aangesloten
en ontkoppeld terwijl de computer aanstaat, en kunnen
ook in serie worden geschakeld.
UTP — Unshielded Twisted Pair — Een type kabel dat in
de meeste telefoonnetwerken en sommige
computernetwerken wordt gebruikt. Paren van niet-
afgeschermde draden worden in elkaar gedraaid om ze
beschermen tegen elektromagnetische storing in plaats
van een metalen omhulsel te gebruiken rond elk paar
draden om deze tegen storing te beschermen.
UXGA — Ultra Extended Graphics Array — Een
standaard voor grafische kaarten en controllers die
ondersteuning biedt voor resoluties tot 1600 x 1200.
V
V — volt — Een meeteenheid voor elektrische lading of
elektromotorische kracht. V — volt — Een meeteenheid
voor elektrische lading of elektromotorische kracht.
vaste schijf — Een station dat gegevens op een vaste schijf
leest en naar de vaste schijf schrijft. De term vaste schijf
en harde schijf worden vaak door elkaar gebruikt.
verniewingsfrequentie — De frequentie, uitgedrukt in
Hz, waarop de horizontale lijnen op het beeldscherm
opnieuw worden geladen (soms de verticale frequentie
genoemd). Hoe hoger de vernieuwingsfrequentie, hoe
minder het beeld voor het menselijk oog zal lijken te
knipperen.
videomodus — Een modus die aangeeft hoeveel tekst en
grafische beelden op een beeldscherm kunnen worden
weergegeven. Op beelden gebaseerde software, zoals het
besturingssysteem Windows, wordt weergegeven in
grafische modi die kunnen worden gedefinieerd als x
horizontale pixels bij y verticale pixels bij z kleuren. Op
tekens gebaseerde software, zoals tekstverwerkers, wordt
weergegeven in grafische modi die kunnen worden
gedefinieerd als x kolommen bij y rijen tekens.
virus — Een programma dat is ontworpen om u overlast te
bezorgen of om gegevens te vernietigen die op uw
computer zijn opgeslagen. Een virusprogramma verplaatst
zich van de ene computer op de andere via een
geïnfecteerde diskette of schijf, software die van internet
wordt gedownload of e-mailbijlagen. Als een geïnfecteerd
programma wordt uitgevoerd, zal het ingebedde virus
eveneens worden uitgevoerd.