Husqvarna WB48 SE Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding
GG
GG
BB
BB
((
((
22
22
--
--
11
11
66
66
))
))
FF
FF
RR
RR
((
((
11
11
77
77
--
--
33
33
11
11
))
))
II
II
TT
TT
((
((
33
33
22
22
--
--
44
44
66
66
))
))
NN
NN
LL
LL
((
((
44
44
77
77
--
--
66
66
11
11
))
))
EE
EE
SS
SS
((
((
66
66
22
22
--
--
77
77
66
66
))
))
DD
DD
EE
EE
((
((
77
77
77
77
--
--
99
99
11
11
))
))
WB48S WB48S e
WB53S e
Oper
ator
s manual
Manuel d’utilisa
tion
Istruzioni per l’uso
Gebr
uiksaanwijzing
Manual de instrucciones
Bedienungsanw
eisung
Please r
ead the operator’s manual carefully and make sure you understand the instructions before using the machine.
Lire attentivement et bien assimiler le manuel d’utilisation avant d’utiliser la machine.
Prima di usare la macchina, leggere per intero le istruzioni per l’uso e accertarsi di averne compreso il contenuto.
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen
Lea detenidamente el manual de instrucciones y asegúrese de entender su contenido antes de utilizar la máquina.
Lesen Sie die Bedienungsanweisung sorgfältig durch und machen Sie sich mit dem Inhalt vertraut, bevor Sie das Gerät benutzen.
Dutch – 47
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Verklaring van de symbolen
WAARSCHUWING! Wanneer de machine
onjuist of slordig wordt gebruikt, kan het
een gevaarlijk gereedschap zijn, dat
ernstig letsel of overlijden van de gebruiker
of anderen kan veroorzaken.
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door
en gebruik de machine niet voor u alles
duidelijk heeft begrepen.
Gebruik de machine nooit indien personen,
en dan vooral kinderen, of dieren in de buurt
aanwezig zijn.
De ontstekingskabel moet altijd worden
losgemaakt van de bougie voor reparatie,
schoonmaken of
onderhoudswerkzaamheden.
Waarschuwing voor weggeslingerde en
afgeketste voorwerpen.
Waarschuwing voor draaiende messen. Let
op uw handen en voeten.
Steek geen hand of voet in de
uitwerpopening zonder dat u eerst de
ontstekingskabel hebt verwijderd.
Dit product voldoet aan de geldende
CE-richtlijnen.
Geluidsemissie naar de omgeving volgens
de richtlijnen van de Europese
Gemeenschap. De emissie van de machine
wordt aangegeven in het hoofdstuk
Technische gegevens en op plaatjes.
Overige op de machine aangegeven symbolen/plaatjes
verwijzen naar specifieke eisen aan certificering op
bepaalde markten.
Gebruik altijd beschermhandschoenen.
Moet regelmatig schoongemaakt worden.
Controleer met het blote oog.
Haal de bougiekabel van de bougie.
Controle en/of onderhoud moet worden
uitgevoerd als de motor uit staat, laat de
motorrembeugel los.
Maatregelen voor het gebruik van
een nieuwe grasmaaier
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig.
Controleer de montage en de afstelling van de
snijuitrusting. Zie de instructies in het hoofdstuk
Monteren.
Tank en vul olie bij in de motor. Een tank met een
voldoende hoeveelheid olie wordt met de machine
meegeleverd. Zie de instructies onder de kop
brandstofhantering.
Husqvarna AB werkt voortdurend aan het verder ontwikkelen
van haar producten en houdt zich dan ook het recht voor om
zonder aankondiging vooraf wijzigingen in o.a. vorm en
uiterlijk door te voeren.
!
WAARSCHUWING! De oorspronkelijke
vormgeving van de machine mag in geen
enkel geval gewijzigd worden zonder
toestemming van de fabrikant. Men moet
altijd originele onderdelen gebruiken. Niet
goedgekeurde wijzigingen en/of niet-
originele onderdelen kunnen tot ernstige
verwondingen of de dood van zowel
gebruiker als omstanders leiden.
!
WAARSCHUWING! Een grasmaaier kan bij
verkeerd of slordig gebruik een gevaarlijk
gereedschap zijn, dat ernstige, zelfs
levensbedreigende, verwondingen kan
veroorzaken Het is zeer belangrijk dat u de
inhoud van deze gebruiksaanwijzing
doorleest en begrijpt.
!
WAARSCHUWING! Langdurige inademing
van de uitlaatgassen van de motor kan een
gezondheidsrisico vormen.
48 – Dutch
INHOUD
Inhoud
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Verklaring van de symbolen ......................................... 47
Maatregelen voor het gebruik van een nieuwe
grasmaaier ...................................................................
47
INHOUD
Inhoud .......................................................................... 48
WAT IS WAT?
Wat is wat op de grasmaaier? ...................................... 49
Wat is wat op de grasmaaier? ...................................... 50
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Persoonlijke bescherming ............................................ 51
Algemene veiligheidsinstructies ................................... 51
Algemene werkinstructies ............................................ 52
Veiligheidsuitrusting van de machine ........................... 53
MONTEREN
Stuur monteren ............................................................ 55
Demonteren en monteren van mesblad ....................... 55
Montage van de mulchpluggen .................................... 55
BRANDSTOFHANTERING
Brandstof ...................................................................... 56
STARTEN EN STOPPEN
Starten en stoppen ...................................................... 57
ONDERHOUD
Onderhoud ................................................................... 58
Luchtfilter ..................................................................... 58
Bougie .......................................................................... 58
Geluiddemper .............................................................. 58
Mes .............................................................................. 58
Olie verversen .............................................................. 59
Aandrijving en versnellingsbak .................................... 59
Schoonmaken .............................................................. 60
Opsporen van storingen ............................................... 60
Dagelijks onderhoud .................................................... 60
Wekelijks onderhoud .................................................... 60
Maandelijks onderhoud ................................................ 60
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ................................................... 62
EG-verklaring van overeenstemming ........................... 61
Dutch – 49
WAT IS WAT?
Wat is wat op de grasmaaier? WB48S
1
2
5
10
14
9
6
11
12
15
20
18
17
19
16
3
4
8
13
7
21
22
1 Handgreep/stuur
2 Motorrembeugel
3 Koppelingshendel
4 Gashendel/chokehendel
5 Starthendel
6 Olietank
7 Riembescherming
8 Geluiddemper
9 Bougie
10 Brandstoftank
11 Handvat hoekafstelling
12 Maaikap
13 Luchtfilter
14 Benzinekraan
15 Maaihoogtehendel
16 Onderste stuur
17 Veerring
18 Mesbout
19 Mes/snijuitrusting
20 Meshouder
21 Gebruiksaanwijzing
22 Mulchplug
50 – Dutch
WAT IS WAT?
Wat is wat op de grasmaaier? WB48S e och WB53S e
1
2
5
10
14
6
7
11
12
15
20
19
18
21
17
3
16
4
8
13
9
22
23
1 Handgreep/stuur
2 Motorrembeugel
3 Koppelingshendel
4 Gashendel/chokehendel
5 Starthendel
6 Olietank
7 Geluiddemper
8 Bougie
9 Riembescherming
10 Brandstoftank
11 Handvat hoekafstelling
12 Maaikap
13 Luchtfilter
14 Benzinekraan
15 Maaihoogtehendel
16 Onderste stuur
17 Trillingsdemper
18 Veerring
19 Mesbout
20 Mes/snijuitrusting
21 Meshouder
22 Gebruiksaanwijzing
23 Mulchplug
Dutch – 51
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Persoonlijke bescherming
Draag handschoenen indien nodig, b.v. wanneer u de
snijuitrusting monteert, inspecteert of schoonmaakt.
Gebruik altijd een stevige lange broek. Draag geen korte
broek of sandalen en loop niet op blote voeten.
Gebruik slipvaste en stevige laarzen of schoenen.
Verder moet de kleding goed aansluiten zonder u in uw
bewegingen te belemmeren.
Algemene veiligheidsinstructies
Een grasmaaier is alleen geconstrueerd voor het maaien
van gazons. De enige accessoires waarvoor u de
motoreenheid als aandrijving mag gebruiken, zijn de
messen die wij aanbevelen in het hoofdstuk Technische
gegevens.
Gebruik de machine nooit als u moe bent, alcohol heeft
gedronken of medicijnen heeft ingenomen die uw
gezichtsvermogen, beoordelingsvermogen of
coördinatievermogen negatief beïnvloeden.
Bij al het gebruik van de machine moet persoonlijke
bescherming worden gebruikt. Zie de instructies onder de
kop Persoonlijke bescherming.
Gebruik nooit een machine die zo gewijzigd is dat ze niet
langer overeenkomt met de originele uitvoering. Gebruik
alleen originele onderdelen.
Gebruik uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing
aanbevolen accessoires. Zie instructies in de
hoofdstukken Snijuitrusting en Technische gegevens.
Gebruik nooit een machine die defect is. Volg de
onderhouds-, controle- en service-instructies van deze
gebruiksaanwijzing. Bepaalde onderhouds- en
servicemaatregelen moeten uitgevoerd worden door
opgeleide en gekwalificeerde specialisten. Zie instructies
in het hoofdstuk Onderhoud.
Voor ieder gebruik:
1 Controleer of de motorrem goed werkt en onbeschadigd
is. Zie de instructies onder de kop Controle van de
remwerking.
2 Controleer of alle handgrepen en hendels onbeschadigd
en vrij van olie zijn.
3 Controleer of het trillingsdempingssysteem goed werkt en
niet beschadigd is.
4 Controleer of de geluiddemper goed vast zit en niet
beschadigd is.
5 Controleer of alle onderdelen van de grasmaaier zijn
aangedraaid en of ze niet beschadigd zijn of ontbreken.
6 Controleer of het mes niet beschadigd is en geen barsten
heeft. Vervang het mes als dat nodig is.
7 Maak het luchtfilter schoon. Vervang het indien nodig.
Starten
Start de grasmaaier nooit zonder dat mes en alle kappen
correct zijn gemonteerd.
Start de machine nooit binnenshuis. Vergeet niet dat het
gevaarlijk is om de uitlaatgassen van de motor in te
ademen.
Controleer de omgeving en vergewis u ervan dat er geen
risico bestaat dat mensen of dieren in contact komen met
de snijuitrusting.
Plaats de grasmaaier op een stabiele ondergrond en start
hem. Zorg ervoor dat het mes niet in contact kan komen
met de grond of een ander voorwerp.
Wikkel het startkoord nooit rond uw hand.
Zie instructies onder de kop Starten en stoppen.
!
WAARSCHUWING! Bij al het gebruik van de
machine moet persoonlijke bescherming
worden gebruikt.
!
WAARSCHUWING! Een motor laten lopen in
een afgesloten of slecht geventileerde
ruimte kan dodelijke ongelukken
veroorzaken door verstikking of
koolmonoxidevergiftiging.
!
WAARSCHUWING! Het ontstekingssysteem
van deze machine produceert tijdens bedrijf
een elektromagnetisch veld. Dit veld kan
onder bepaalde omstandigheden
pacemakers storen. Om het risico van
ernstig of fataal letsel te verminderen, raden
wij aan dat personen met een pacemaker
contact opnemen met hun arts en de
fabrikant van de pacemaker voor ze deze
machine gaan bedienen.
!
WAARSCHUWING! Langdurige inademing
van de uitlaatgassen van de motor kan een
gezondheidsrisico vormen.
52 – Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Brandstofveiligheid
(Tanken/Opbergen)
Tank nooit wanneer de motor van de machine loopt.
Zorg voor goede ventilatie bij het tanken en bijvullen van
olie.
Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats
voor u de motor start.
Start de machine nooit:
1 Indien u brandstof of motorolie op de machine hebt
gemorst. Droog alles af en laat de benzineresten
verdampen.
2 Indien u brandstof of motorolie op uzelf of uw kleding
hebt gemorst. Vervang uw kleding.
3 Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
Transport en opbergen
Bij stalling voor langere tijd of transport van de grasmaaier
moeten de brandstof- en motorolietanks worden geleegd.
Vraag het dichtstbijzijnde benzinestation waar u uw teveel
aan brandstof en motorolie kunt laten.
Bewaar de grasmaaier en de brandstof zo dat eventuele
lekkage en dampen niet in contact kunnen komen met
vonken of open vuur. Bijvoorbeeld elektrische machines,
elektrische motoren, stopcontacten/schakelaars,
verwarmingsketels of iets dergelijks.
De brandstof moet in daarvoor bedoelde en
goedgekeurde tanks worden bewaard.
Algemene werkinstructies
Basisveiligheidsregels
Controleer de omgeving:
- Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw machine
niet kunt verliezen vanwege omstanders, dieren of een
andere reden.
- Om te voorkomen dat de eerder genoemden niet het risico
lopen in contact te komen met de snijuitrusting.
Voordat u begint met maaien moeten takken, stenen enz.
van het gazon worden verwijderd. Voorkom dat het mes
tegen vreemde voorwerpen slaat zoals stenen, wortels of
iets dergelijks. Dit kan ertoe leiden dat het mes bot wordt
en dat de motoras krom wordt.
Til de grasmaaier nooit op en draag deze niet wanneer de
motor is gestart. Indien u de grasmaaier moet optillen,
moet u eerst de motor stoppen en de ontstekingskabel
van de bougie halen.
Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige
weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige regen,
harde wind, hevige koude enz. Werken in slechte
weersomstandigheden is vermoeiend en kan tot
gevaarlijke situaties leiden, zo kan de grond glad zijn.
Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan. Controleer of
er eventuele hindernissen zijn als u onverwacht snel moet
kunnen wegkomen (wortels, stenen, takken, kuilen,
greppels enz.). Wees extra voorzichtig wanneer u op
hellend terrein werkt.
De grasmaaier mag niet worden gebruikt op een helling
van meer dan 15 graden. Een te grote hellingshoek kan
leiden tot brandstoflekkage.
De motor moet worden uitgezet bij verplaatsing over
terrein dat niet moet worden gemaaid. Bijvoorbeeld
paden, steen, grind, asfalt enz.
De rembeugel mag nooit permanent in de handgreep
verankerd zijn, wanneer de machine loopt.
Volg de bovengenoemde punten maar gebruik nooit een
grasmaaier zonder de mogelijkheid om in geval van een
ongeluk hulp in te kunnen roepen.
De principes van de maaitechniek
Algemeen
Het maaien van hellingen kan gevaarlijk zijn. Gebruik de
grasmaaier niet op zeer steile hellingen.
De grasmaaier mag niet worden gebruikt op een helling
van meer dan 15 graden. Een te grote hellingshoek kan
leiden tot brandstoflekkage.
!
WAARSCHUWING! Brandstof en
brandstofdampen zijn zeer brandgevaarlijk.
Wees voorzichtig met de hantering van
brandstof en motorolie. Denk aan de
gevaren van brand, explosie en inademing.
!
WAARSCHUWING! Dit hoofdstuk behandelt
de basis-veiligheidsregels voor het werken
met een grasmaaier. De gegeven informatie
kan nooit de kennis vervangen die een
vakman bezit in de vorm van opleiding en
praktische ervaring. Wanneer u te maken
krijgt met een situatie die u onzeker maakt
over verdergaan met het gebruik, moet u een
expert om advies vragen. Vraag uw dealer,
servicewerkplaats of een ervaren gebruiker
van grasmaaiers. Voorkom al het gebruik
waarvan u vindt dat u niet voldoende
gekwalificeerd bent!
!
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat uw
handen en voeten niet bij de snijuitrusting
komen als de motor draait.
Dutch – 53
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Op hellend terrein moet u de paden loodrecht ten opzichte
van de helling laten lopen. Het is veel makkelijker om
dwars over een helling te lopen dan op en neer.
Voordat u begint met maaien moeten takken, stenen enz.
van het gazon worden verwijderd.
Til de grasmaaier nooit op en draag deze niet wanneer de
motor is gestart. Indien u de grasmaaier moet optillen,
moet u eerst de motor stoppen en de ontstekingskabel
van de bougie halen.
Voorkom dat het mes tegen vreemde voorwerpen slaat
zoals stenen, wortels of iets dergelijks. Dit kan ertoe
leiden dat het mes bot wordt en dat de motoras krom
wordt. Een kromme as zorgt voor onbalans en sterke
trillingen, hetgeen leidt tot een groot risico van het
losraken van het mes.
Als er een voorwerp geraakt wordt of er trillingen
ontstaan, moet u de machine stoppen. Haal de
bougiekabel van de bougie. Controleer of de machine niet
beschadigd is. Repareer eventuele beschadigingen.
Maai nooit meer dan 1/3 van de lengte van het gras. Dit
geldt vooral in periodes van droogte. Maai eerst op een
grote maaihoogte. Controleer daarna het resultaat en ga
naar een geschikte hoogte. Indien het gras extra lang is,
moet u langzaam rijden en eventueel twee keer maaien.
Ren niet met de machine wanneer deze werkt. U moet
altijd met de grasmaaier lopen.
Maaihoogte
Zet de motor uit voordat u de maaihoogte wijzigt.
Het instellen van de maaihoogte werkt veerondersteund. De
maaihoogte kan op 6 verschillende standen worden
ingesteld.
Stel de maaihoogte niet te laag af, omdat dan het risico
bestaat dat de messen bij onregelmatigheden in de aarde
lopen.
Breng de hendel naar links en dan naar voren om een
hogere maaihoogte te krijgen.
Breng de hendel naar links en dan naar achteren om een
lagere maaihoogte te krijgen.
Veiligheidsuitrusting van de
machine
In dit hoofdstuk wordt verklaard wat de veiligheidsonderdelen
van de machine zijn, welke functie ze hebben en hoe de
controle en het onderhoud moeten uitgevoerd worden om
hun goede werking veilig te stellen. Bekijk het hoofdstuk Wat
is wat? om te zien waar deze onderdelen zich bevinden op uw
machine.
Maaikap en beschermkap
De maaikap is geconstrueerd om trillingen te reduceren en
het risico van snijwonden te verminderen. Controleer of de
maaikap heel en zonder zichbare defecten, bijv. scheuren in
het materiaal, is.
De beschermkap is geconstrueerd om het risico van letsel
door beknelling te verminderen en om een gebroken
aandrijfriem op te vangen. Controleer of de beschermkap
heel is en of hij goed vastgeschroefd is.
Motorrembeugel
De motorrem is ontworpen om de motor te stoppen. Wanneer
u de handgreep van de motorrembeugel loslaat, moet de
motor stoppen.
Controleer het motorblok op de volgende manier.
!
WAARSCHUWING! Gebruik de machine
nooit wanneer de veiligheidsuitrusting
defect is. De veiligheidsuitrusting van de
machine moet gecontrolleerd en
onderhouden worden zoals beschreven in
dit hofdstuk. Als uw machine niet door alle
controles komt, moet u ermee naar uw
servicewerkplaats voor reparatie.
!
WAARSCHUWING! Gebruik nooit een
machine als de veiligheidsonderdelen kapot
zijn. Volg de controle-, onderhouds- en
service-instructies die in dit hoofdstuk
beschreven worden.
54 – Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Geef volgas en laat de rembeugel vervolgens los. De motor
moet dan afslaan en de aandrijving moet uitgeschakeld
worden.
De motorrem moet altijd zo afgesteld zijn dat de motor binnen
3 seconden start.
Trillingdempingssysteem
Uw machine is uitgerust met een trillingdempingssysteem dat
geconstrueerd is om zo trillingvrij en comfortabel mogelijk
met de zaag te kunnen werken.
De stalen buizen van het handvatsysteem en de maaikap zijn
ontworpen om de trillingen van de motor te stoppen.
Het trillingdempingssysteem van de machine reduceert het
overbrengen van de trillingen van de motoreenheid/
snijuitrusting op de handvateenheid van de machine.
WB48S e och WB53S e Dit model wordt ook geleverd met 4
trillingsdempers gemonteerd op de handgreepeenheid, zodat
de trillingen nog verder worden gereduceerd.
Controleer of de handgrepen en trillingsisolatoren niet
beschadigd zijn.
Geluiddemper
De geluiddemper werd ontworpen om het geluidsniveau zo
laag mogelijk te houden, en om de uitlaatgassen weg te
richten van de gebruiker.
Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper defect
is.
Controleer regelmatig of de geluiddemper vastzit in de
machine.
Snijuitrusting
Voorkom dat het mes tegen vreemde voorwerpen slaat zoals
stenen, wortels of iets dergelijks. Dit kan ertoe leiden dat het
mes bot wordt en dat de motoras krom wordt.
Controleer de snijuitrusting op beschadigingen en barsten.
Een beschadigde snijuitrusting moet altijd vervangen worden.
Let goed op dat u altijd een goed geslepen en correct
gebalanceerd mes hebt.
Controleer ook of de mesbout heel en de motoras niet krom
is.
!
WAARSCHUWING! Als men teveel wordt
blootgesteld aan trillingen, kan dit tot
bloedvat- en zenuwbeschadigingen leiden
bij personen die een slechte bloedcirculatie
hebben. Consulteer uw dokter wanneer u
symptomen heeft die daarop wijzen. Zulke
symptomen zijn: slapende vingers e.d., geen
gevoel, ”kriebelend” gevoel,
”speldeprikken”, pijn, geen of weinig kracht,
huidverkleuringen of veranderingen van het
huidoppervlak. Deze symptomen hebben
meestal betrekking op vingers, handen of
polsen.
!
WAARSCHUWING! De uitlaatgassen van de
motor zijn heet en kunnen vonken bevatten
die brand kunnen veroorzaken. Start de
machine daarom nooit binnenshuis of in de
buurt van licht ontvlambaar materiaal!
Tijdens het gebruik en een tijdje daarna is de
geluiddemper erg warm. Raak de
geluiddemper niet aan wanneer hij warm is!
Dutch – 55
MONTEREN
Stuur monteren
Wanneer u het stuur inklapt, moet u voorzichtig zijn om geen
leidingen en kabels te beschadigen.
Het bovendeel van het stuur wordt met een sterke
handgreepmoer vastgezet aan de scharnierende plaat.
Vergeet niet de ring tussen de plaat en de handgreepmoer te
plaatsen.
Indien gewenst kan de handgreep iets naar opzij worden
gedraaid met behulp van het handgreepscharnier. De
handgreep kan op verschillende standen worden ingesteld
om de beste rijhouding te verkrijgen, bijvoorbeeld als u vlakbij
een heg of een muur maait.
De handgreep kan ook in hoogte worden versteld door te
draaien aan de knoppen bij de bevestigingen op het chassis.
Demonteren en monteren van
mesblad
De ontstekingskabel moet altijd worden losgemaakt van de
bougie voor reparatie, schoonmaken of
onderhoudswerkzaamheden.
Plaats de maaier met de bougie omhoog wanneer u
onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoert.
Leeg altijd de brandstoftank voordat u de grasmaaier op zijn
zij legt.
Demonteren
Schroef de bout los waarmee het mes vastzit.
Verwijder de bout, veerring en het mes.
Monteren
Plaats het mes met de glijring tegen de meshouder aan.
Zorg ervoor dat het mes goed gecentreerd boven de as
wordt geplaatst.
Om trillingen te vermijden moet het mes zo worden
geplaatst dat de markering van de meshouder boven de
zijkant van het mes te zien is.
Monteer de ring en schroef de bout goed vast. De bout
moet worden vastgezet met een moment van 45-60 Nm.
Montage van de mulchpluggen
Haal de bougiekabel van de bougie.
Plaats de maaier met de bougie omhoog wanneer u
onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoert.
Breng de zoekpennen aan in de gaten in het maaideksel.
Bevestig de mulchpluggen vanaf de bovenkant van het
maaideksel.
!
WAARSCHUWING! Gebruik altijd sterke
handschoenen bij service en onderhoud van
de snijuitrusting. De messen zijn zeer
scherp en snijwonden kunnen makkelijk
ontstaan.
56 – Dutch
BRANDSTOFHANTERING
Brandstof
Benzine
Gebruik loodvrije of gelode benzine van een hoge
kwaliteit.
Gebruik brandstof met een laag oktaangehalte.
Als u de machine gedurende een langere tijd niet
gebruikt, moet u de brandstoftank leeg maken en hem
schoonmaken.
Motorolie
Controleer het oliepeil voordat de grasmaaier wordt gestart.
Een te laag oliepeil kan ernstige beschadigingen aan de
motor veroorzaken.
Gebruik HUSQVARNA viertaktolie voor het beste
resultaat en werking.
Indien geen HUSQVARNA viertaktolie verkrijgbaar is,
kunt u een andere viertaktolie van hoge kwaliteit
gebruiken. Neem contact op met uw dealer voor de keuze
van olie. Over het algemeen wordt SAE 30 aanbevolen.
Gebruik nooit olie bedoeld voor tweetaktmotoren.
Controleer het oliepeil voordat de grasmaaier wordt gestart.
Een te laag oliepeil kan ernstige beschadigingen aan de
motor veroorzaken.
Oliepeil
Wanneer u het oliepeil controleert, moet de grasmaaier op
een vlakke ondergrond staan. Zorg ervoor dat de bougiekabel
van de bougie is gehaald voordat u het olievuldeksel opent.
Schroef het olievuldeksel los en controleer het oliepeil op de
peilstok die op het deksel zit. Het olievuldeksel moet
helemaal ingeschroefd zijn om een correct beeld te geven
van het oliepeil. Is het oliepeil laag, vult u bij met motorolie tot
het bovenste niveau op de peilstok.
Gebruik alleen aanbevolen motorolie. Zie hoofdstuk
Technische gegevens.
Tanken
Maak schoon rond het tankdeksel. Maak de brandstof- en
olietank regelmatig schoon. Het brandstoffilter moet ten
minste een keer per jaar worden vervangen.
Verontreinigingen in de tanks veroorzaken storingen in de
werking.
Verplaats de heggenschaar altijd ca. 3 m van de plaats waar
u de tank bijgevuld heeft, voordat u de motor start.
!
WAARSCHUWING! Zorg steeds voor een
goede ventilatie bij het vullen en hanteren
van brandstof.
!
WAARSCHUWING! Om het risico op brand te
verminderen, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen:
Rook niet of plaats geen warme voorwerpen
in de buurt van de brandstof. Tank nooit
terwijl de motor draait. Open de dop van de
tank voorzichtig wanneer u wilt tanken zodat
eventuele overdruk langzaam verdwijnt.
Draai de dop van de tank goed vast na het
tanken. Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start.
Dutch – 57
STARTEN EN STOPPEN
Starten en stoppen
Koude motor
Zorg ervoor dat de ontstekingskabel goed op de bougie zit.
Starten: Open de benzinekraan.
Choke: Zet de gashendel in chokestand.
Warme motor
Gebruik dezelfde startprocedure als voor een koude motor
maar zonder de gashendel in chokestand te zetten.
Starten
Trek de motorrembeugel met uw linkerhand helemaal naar de
bovenste handgreep.
Pak de starthendel beet, trek met uw rechterhand het
starterkoord langzaam uit tot u weerstand voelt (de
starthaken grijpen in) en maak vervolgens snelle en krachtige
trekbewegingen.
Wikkel het startkoord nooit rond uw hand.
N.B.! Trek het starterkoord niet volledig uit en laat de
starthendel niet zomaar los wanneer het volledig uitgetrokken
is. Dit kan tot beschadigingen van de machine leiden.
Aandrijving
Om de aandrijving te gebruiken schuift u de
koppelingshendel naar voren.
Stoppen
De motor wordt gestopt door de motorrembeugel los te
laten. De aandrijving wordt ook uitgeschakeld, als men de
rembeugel loslaat. Alleen de aandrijving kan worden
uitgeschakeld door de remhendel iets omhoog te lichten.
Draai de benzinekraan dicht.
!
WAARSCHUWING! Voor het starten moet u
rekening houden met de volgende punten:
Start de grasmaaier niet zonder dat mes en
alle kappen zijn gemonteerd. Het mes kan
anders losraken en persoonlijk letsel
veroorzaken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start.
Plaats de machine op een vaste ondergrond.
Let erop dat de snijuitrusting geen voorwerp
kan raken.
Hou onbevoegden uit het werkgebied.
58 – Dutch
ONDERHOUD
Onderhoud
Luchtfilter
Het luchtfilter dient regelmatig te worden schoongemaakt
(stof en vuil verwijderen) om de volgende problemen te
vermijden:
Storingen van de carburateur
Moeilijkheden bij het starten
Vermogensverlies
Onnodige slijtage van de motoronderdelen.
Abnormaal hoog brandstofverbruik
Maak het filter dagelijks of vaker schoon wanneer u in een
stoffige atmosfeer werkt.
Het luchtfilter wordt gedemonteerd nadat de luchtfilterkap
eraf is getild. Druk de vergrendelingen op de bovenkant van
de luchtfilterkap in en klap de kap naar beneden.
Verwijder het luchtfilter en controleer of het heel is. Vervang
door een nieuw luchtfilter wanneer u merkt dat het gebreken
vertoont.
Maak het filter schoon door het filter voorzichtig tegen een
hard oppervlak te kloppen en met perslucht aan de
binnenkant schoon te blazen. Borstel het vuil nooit weg.
Vervang het luchtfilter als het zeer vuil is.
Na een lange gebruiksperiode kan het luchtfilter niet meer
worden gereinigd. Daarom moet het filter regelmatig
vervangen worden. Een beschadigd luchtfilter moet altijd
vervangen worden.
Bij montage moet u ervoor zorgen dat het luchtfilter helemaal
aansluit op de filterhouder.
Bougie
Wanneer de machine te weinig vermogen heeft, moeilijk start
of onregelmatig onbelast draait, dient u altijd eerst de bougie
te controleren voor u andere maatregelen neemt. Maak de
bougie schoon als ze verstopt is en controleer of de afstand
tussen de elektroden 0,7-0,8 mm bedraagt. De bougie moet
na een maand gebruik, of eerder indien nodig, vervangen
worden.
N.B.! Gebruik steeds het correcte bougietype! Andere types
kunnen de zuiger/cilinder beschadigen.
Geluiddemper
De geluiddemper is ontworpen om het geluid van de machine
te reduceren, en om de uitlaatgassen van de gebruiker weg
te richten. De uitlaatgassen zijn zeer heet en bevatten vonken
die droge en ontvlambare materialen in brand kunnen steken.
Controleer regelmatig of de geluiddemper vastzit in de
machine.
Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper defect
is.
Mes
Het is belangrijk om een scherp en correct gebalanceerd mes
te hebben. Maak de bout los waarmee het mes vastzit en
lever het mes ten minste een keer per jaar in bij een
servicewerkplaats voor slijpen en balanceren. Een geschikt
tijdstip hiervoor is het einde van het maaiseizoen.
Als mes of meshouder moeten worden vervangen, moet u
tegelijkertijd de mesbout, ring en glijveer vervangen.
Wanneer u het mes weer monteerd, moet de bout worden
vastgezet met een moment van 45-60 Nm. Zie de instructies
in het hoofdstuk Monteren.
Wanneer het mes vreemde voorwerpen zoals stenen, wortels
en dergelijke raakt, slaat het mes tegen de meshouder.
Daarom kan het oppervlak van de meshouder er wat
versleten uit zien, wat verder oké is. Dit is een
veiligheidsvoorziening die het risico vermindert dat de
motoras krom wordt.
!
WAARSCHUWING! Vóór reinigen, repareren
of inspecteren moet u erop letten dat de
snijuitrusting gestopt is. Haal de startkabel
van de bougie.
!
WAARSCHUWING! Tijdens het gebruik en
een tijdje daarna is de geluiddemper erg
warm. Raak de geluiddemper niet aan
wanneer hij warm is!
!
WAARSCHUWING! Draag altijd stevige
handschoenen bij het repareren van de
snijuitrusting. De messen zijn uiterst scherp
en kunnen al snel snijwonden veroorzaken.
Dutch – 59
ONDERHOUD
Olie verversen
De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 5 uur
bedrijfstijd.
De motorolie moet ieder jaar en om de 25 bedrijfsuren
worden ververst.
Ga als volgt te werk om olie te verversen:
Haal de bougiekabel van de bougie.
Leeg de brandstoftank.
Draai de benzinekraan dicht.
Schroef het olievuldeksel eraf.
Plaats een geschikt vat om de olie in op te vangen.
Tap de olie af door de motor te kantelen zodat de olie uit
de vulbuis loopt.
Vraag het dichtstbijzijnde benzinestation waar u het teveel
aan motorolie kunt laten.
Vul bij met nieuwe motorolie van goede kwaliteit. Zie
hoofdstuk Technische gegevens.
Controleer het oliepeil met de peilstok op het
olievuldeksel. Het olievuldeksel moet helemaal
ingeschroefd zijn om een correct beeld te geven van het
oliepeil. Is het oliepeil laag, vult u bij met motorolie tot het
bovenste niveau op de peilstok.
Schroef het olievuldeksel vast.
Aandrijving en versnellingsbak
Zorg ervoor dat wielen en wielassen schoon en vrij van blad,
gras enz. zijn. Het is belangrijk om het rond de
versnellingsbak naar de aandrijving schoon te houden.
Verwijder de beschermkap door de bouten weg te
schroeven.
Maak de versnellingsbak schoon met een borstel.
Controleer ook of de aandrijfriem en de poelie vrij zijn van
defecten zoals bijvoorbeeld barsten.
Vervanging en afstelling van V-snaar.
Verwijder de beschermkap door de bouten weg te
schroeven.
Verwijder de naafdop van het voorwiel bij de
versnellingsbak door deze voorzichtig met een
schroevendraaier los te wrikken. Verwijder de borgschroef
en vervolgens het wiel.
Verwijder de riem van de poelie. Controleer of de poelies
gemakkelijk op de as draaien en zo niet, spuit
roestoplossende olie tussen en achter de schroeven en
smeer een beetje vet op de as.
Leg de nieuwe riem erop en zorg ervoor dat deze goed ligt
ten opzichte van het kogellager voordat u de riem afstelt.
Stel de riem af door het kogellager op of neer te bewegen.
60 – Dutch
ONDERHOUD
Een nieuwe riem zal nog uitrekken en langer worden. Stel
de riem daarom opnieuw af na enkele rijuren.
Monteer de riembescherming en test de machine.
Vervanging en afstelling van tussenriem.
De tussenriem loopt tussen de motoras en de
versnellingsbak.
Verwijder het mes. (alleen bij vervanging van riem)
Schroef de afstelschroeven enkele slagen omhoog.
Vervang de riem door een nieuwe en draai de
stelschroeven iets aan. (alleen bij vervanging van riem)
Stel de riem af door de versnelling naar voren of naar
achteren te bewegen.
De riem moet zo worden aangespannen dat deze 10 mm
naar het midden toe kan worden bewogen. Dit
vertegenwoordigt een draagvermogen van ongeveer 3 kg.
U kunt een visloodje gebruiken om dit te controleren.
Draai de stelschroeven goed vast.
Bij het vervangen van de riem het maaimechanisme
terugplaatsen met een moment van 45-60 Nm. Zie de
instructies in het hoofdstuk Monteren.
Controleer de aandrijvingsfunctie, aangezien de afstelling
van de versnelling de riemspanning in de versnellingsbak
beïnvloedt.
Schoonmaken
Gebruik geen hogedrukspuit om de machine te reinigen.
Gooi nooit water direct op de motor.
Draai de machine met de bougie naar boven, als u onder de
maaikap schoonmaakt. Maak de benzinetank leeg.
Opsporen van storingen
Als de motor niet start, neemt u de volgende maatregelen:
Vervang de benzine door schone benzine.
Controleer of de benzinekraan open staat.
Controleer of de motorrem goed werkt en onbeschadigd
is.
Maak de bougie schoon. Controleer of de
elektrodenafstand 0,7-0,8 mm bedraagt.
Controleer het luchtfilter en reinig het zo nodig.
Start de motor na deze maatregelen nog steeds niet,
neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende
servicewerkplaats.
Als het maairesultaat onvoldoende is en de grassprieten
een rafelig snijvlak vertonen, moet het maaimes worden
vervangen.
Hieronder worden algemene onderhoudsvoorschriften
opgesomd.
Dagelijks onderhoud
1 Controleer of de motormesbeugel werkt uit
veiligheidsoogpunt.
2 Borstel de grasmaaier schoon en verwijder bald, gras en
dergelijke.
3 Maak de luchtinlaat van de starter schoon. Controleer de
starter en het starterkoord.
4 Controleer het oliepeil.
5 Maak het luchtfilter schoon. Vervang het indien nodig.
6 Controleer of de bouten en moeren en vastgedraaid zijn.
7 Controleer de snijuitrusting. Gebruik nooit botte,
gebarsten of beschadigde messen.
Wekelijks onderhoud
1 Maak de bougie schoon. Controleer of de
elektrodenafstand 0,7-0,8 mm bedraagt.
2 Maak de koelflenzen op de cilinder schoon.
Maandelijks onderhoud
1 Controleer of de aandrijfriem heel en zonder zichtbare
defecten is.
2 Maak de versnellingsbak schoon.
3 Controleer het brandstoffilter en de brandstofleidingen.
Vervang indien nodig.
4 Maak de buitenkant van de brandstoftank schoon.
5 Smeer de aandrijfhendel.
6 Ververs de motorolie.
Dutch – 61
TECHNISCHE GEGEVENS
Opm.1: Emissie van geluid naar de omgeving gemeten als geluidsvermogen (L
WA
) volgens EG-richtlijn 2000/14/EG.
Opm. 2: trillingen en geluidsdruk gemeten volgens EN 836: 1997/A2:2001
EG-verklaring van overeenstemming
(Alleen geldig voor Europa)
Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, tel: +46-36-146500, verklaart hiermee dat de motormaaiers Husqvarna WB48S,
WB48S e en WB53S e vanaf serienummer 08XXXXX en verder overeenkomen met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD:
van 3 mei 1989 ”betreffende elektromagnetische compatibiliteit” 89/336/EEC, en thans geldende aanvullingen.
van 8 mei 2000 ”betreffende geluidsemissie door materieel voor gebruik buitenshuis” 2000/14/EG.
van 22 juni 1998 ”betreffende machines” 98/37/EG.
Voor informatie betreffende lawaaiemissies, zie hoofdstuk Technische gegevens.
De volgende normen zijn van toepassing: EN836:1997
0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, SE-754 50 Uppsala, heeft rapporten opgesteld inzake een beoordeling van
de overeenstemming met bijlage VI van Richtlijn 2000/14/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende "de geluidsemissie door materieel
voor gebruik buitenshuis".
De certificaten hebben nummer: WB48S 01/901/073, WB48S e: 01/901/074, WB53S e: 01/901/075
Huskvarna, 13 oktober 2008
Bengt Ahlund, Hoofd Ontwikkeling
WB48S WB48S e WB53S e
Motor
Cilinderinhoud, cm
3
135 160 160
Cilinderdiameter, mm 64 64 64
Slaglengte, mm 42 50 50
Ontstekingssysteem
Soort ontstekingssysteem Transistor Transistor Transistor
Bougie NGK - BPR6ES NGK - BPR6ES NGK - BPR6ES
Elektrodenafstand, mm 0,7 - 0,8 0,7 - 0,8 0,7 - 0,8
Brandstof-/smeersysteem
Inhoud benzinetank, liter 0,9 1,1 1,1
Inhoud olietank, liter 0,55 0,55 0,55
Motorolie
Serviceclassificatie SG
- SH; SAE 10W -30
Serviceclassificatie SG
- SH; SAE 10W -30
Serviceclassificatie SG
- SH; SAE 10W -30
Gewicht
Grasmaaier met lege tanks, kg 31 32,5 34
Geluidsvermogen
(zie opm. 2)
Niveau geluidsdruk bij het oor van de gebruiker,dB(A) 76 76 78
Lawaai-emissie
(zie opm. 1)
Geluidsvermogen, gemeten dB(A) 90 90 92
Geluidsvermogen, gegarandeerd L
WA
dB(A) 92 92 93
Trillingsniveau
(zie opm. 2)
Trillingsniveaus in handvat, m/s
2
5,8 5,6 2,3
Snijuitrusting
Maaisysteem BioClip BioClip BioClip
De maaihoogte kan in vijf verschillende standen worden
ingesteld, mm
30-60 30-60 30-60
Maaibreedte, mm 48 48 53
Mes Vast Vast Vast
Aandrijving
Snelheid, km/h 5 5 5

Documenttranscriptie

Operator′s manual Manuel d’utilisation Istruzioni per l’uso Gebruiksaanwijzing Manual de instrucciones Bedienungsanweisung WB48S WB48S e WB53S e Please read the operator’s manual carefully and make sure you understand the instructions before using the machine. Lire attentivement et bien assimiler le manuel d’utilisation avant d’utiliser la machine. Prima di usare la macchina, leggere per intero le istruzioni per l’uso e accertarsi di averne compreso il contenuto. Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen Lea detenidamente el manual de instrucciones y asegúrese de entender su contenido antes de utilizar la máquina. Lesen Sie die Bedienungsanweisung sorgfältig durch und machen Sie sich mit dem Inhalt vertraut, bevor Sie das Gerät benutzen. GB (2-16) FR (17-31) IT (32-46) NL (47-61) ES (62-76) DE (77-91) VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Verklaring van de symbolen WAARSCHUWING! Wanneer de machine onjuist of slordig wordt gebruikt, kan het een gevaarlijk gereedschap zijn, dat ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen kan veroorzaken. Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen. Gebruik de machine nooit indien personen, en dan vooral kinderen, of dieren in de buurt aanwezig zijn. De ontstekingskabel moet altijd worden losgemaakt van de bougie voor reparatie, schoonmaken of onderhoudswerkzaamheden. Waarschuwing voor weggeslingerde en afgeketste voorwerpen. Waarschuwing voor draaiende messen. Let op uw handen en voeten. Controleer met het blote oog. Haal de bougiekabel van de bougie. Controle en/of onderhoud moet worden uitgevoerd als de motor uit staat, laat de motorrembeugel los. Maatregelen voor het gebruik van een nieuwe grasmaaier • Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig. • Controleer de montage en de afstelling van de snijuitrusting. Zie de instructies in het hoofdstuk Monteren. • Tank en vul olie bij in de motor. Een tank met een voldoende hoeveelheid olie wordt met de machine meegeleverd. Zie de instructies onder de kop brandstofhantering. ! Steek geen hand of voet in de uitwerpopening zonder dat u eerst de ontstekingskabel hebt verwijderd. Dit product voldoet aan de geldende CE-richtlijnen. Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlijnen van de Europese Gemeenschap. De emissie van de machine wordt aangegeven in het hoofdstuk Technische gegevens en op plaatjes. Overige op de machine aangegeven symbolen/plaatjes verwijzen naar specifieke eisen aan certificering op bepaalde markten. ! ! WAARSCHUWING! De oorspronkelijke vormgeving van de machine mag in geen enkel geval gewijzigd worden zonder toestemming van de fabrikant. Men moet altijd originele onderdelen gebruiken. Niet goedgekeurde wijzigingen en/of nietoriginele onderdelen kunnen tot ernstige verwondingen of de dood van zowel gebruiker als omstanders leiden. WAARSCHUWING! Een grasmaaier kan bij verkeerd of slordig gebruik een gevaarlijk gereedschap zijn, dat ernstige, zelfs levensbedreigende, verwondingen kan veroorzaken Het is zeer belangrijk dat u de inhoud van deze gebruiksaanwijzing doorleest en begrijpt. WAARSCHUWING! Langdurige inademing van de uitlaatgassen van de motor kan een gezondheidsrisico vormen. Husqvarna AB werkt voortdurend aan het verder ontwikkelen van haar producten en houdt zich dan ook het recht voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen in o.a. vorm en uiterlijk door te voeren. Gebruik altijd beschermhandschoenen. Moet regelmatig schoongemaakt worden. Dutch – 47 INHOUD Inhoud VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Verklaring van de symbolen ......................................... Maatregelen voor het gebruik van een nieuwe grasmaaier ................................................................... INHOUD Inhoud .......................................................................... WAT IS WAT? Wat is wat op de grasmaaier? ...................................... Wat is wat op de grasmaaier? ...................................... VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Persoonlijke bescherming ............................................ Algemene veiligheidsinstructies ................................... Algemene werkinstructies ............................................ Veiligheidsuitrusting van de machine ........................... MONTEREN Stuur monteren ............................................................ Demonteren en monteren van mesblad ....................... Montage van de mulchpluggen .................................... BRANDSTOFHANTERING Brandstof ...................................................................... STARTEN EN STOPPEN Starten en stoppen ...................................................... ONDERHOUD Onderhoud ................................................................... Luchtfilter ..................................................................... Bougie .......................................................................... Geluiddemper .............................................................. Mes .............................................................................. Olie verversen .............................................................. Aandrijving en versnellingsbak .................................... Schoonmaken .............................................................. Opsporen van storingen ............................................... Dagelijks onderhoud .................................................... Wekelijks onderhoud .................................................... Maandelijks onderhoud ................................................ TECHNISCHE GEGEVENS Technische gegevens ................................................... EG-verklaring van overeenstemming ........................... 48 – Dutch 47 47 48 49 50 51 51 52 53 55 55 55 56 57 58 58 58 58 58 59 59 60 60 60 60 60 62 61 WAT IS WAT? 1 20 2 3 11 5 4 17 18 19 10 16 15 6 9 14 7 12 8 21 13 22 Wat is wat op de grasmaaier? WB48S 1 Handgreep/stuur 12 Maaikap 2 Motorrembeugel 13 Luchtfilter 3 Koppelingshendel 14 Benzinekraan 4 Gashendel/chokehendel 15 Maaihoogtehendel 5 Starthendel 16 Onderste stuur 6 Olietank 17 Veerring 7 Riembescherming 18 Mesbout 8 Geluiddemper 19 Mes/snijuitrusting 9 Bougie 20 Meshouder 10 Brandstoftank 21 Gebruiksaanwijzing 11 Handvat hoekafstelling 22 Mulchplug Dutch – 49 WAT IS WAT? 2 1 21 3 4 5 18 11 19 20 17 10 16 6 8 9 15 14 13 7 12 23 22 Wat is wat op de grasmaaier? WB48S e och WB53S e 1 Handgreep/stuur 13 Luchtfilter 2 Motorrembeugel 14 Benzinekraan 3 Koppelingshendel 15 Maaihoogtehendel 4 Gashendel/chokehendel 16 Onderste stuur 5 Starthendel 17 Trillingsdemper 6 Olietank 18 Veerring 7 Geluiddemper 19 Mesbout 8 Bougie 20 Mes/snijuitrusting 9 Riembescherming 21 Meshouder 10 Brandstoftank 22 Gebruiksaanwijzing 11 Handvat hoekafstelling 23 Mulchplug 12 Maaikap 50 – Dutch VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Persoonlijke bescherming ! • • WAARSCHUWING! Bij al het gebruik van de machine moet persoonlijke bescherming worden gebruikt. Draag handschoenen indien nodig, b.v. wanneer u de snijuitrusting monteert, inspecteert of schoonmaakt. • Bij al het gebruik van de machine moet persoonlijke bescherming worden gebruikt. Zie de instructies onder de kop Persoonlijke bescherming. • Gebruik nooit een machine die zo gewijzigd is dat ze niet langer overeenkomt met de originele uitvoering. Gebruik alleen originele onderdelen. • Gebruik uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires. Zie instructies in de hoofdstukken Snijuitrusting en Technische gegevens. • Gebruik nooit een machine die defect is. Volg de onderhouds-, controle- en service-instructies van deze gebruiksaanwijzing. Bepaalde onderhouds- en servicemaatregelen moeten uitgevoerd worden door opgeleide en gekwalificeerde specialisten. Zie instructies in het hoofdstuk Onderhoud. Gebruik altijd een stevige lange broek. Draag geen korte broek of sandalen en loop niet op blote voeten. Voor ieder gebruik: • Gebruik slipvaste en stevige laarzen of schoenen. 1 Controleer of de motorrem goed werkt en onbeschadigd is. Zie de instructies onder de kop Controle van de remwerking. 2 Controleer of alle handgrepen en hendels onbeschadigd en vrij van olie zijn. 3 Controleer of het trillingsdempingssysteem goed werkt en niet beschadigd is. 4 Controleer of de geluiddemper goed vast zit en niet beschadigd is. 5 Controleer of alle onderdelen van de grasmaaier zijn aangedraaid en of ze niet beschadigd zijn of ontbreken. 6 Controleer of het mes niet beschadigd is en geen barsten heeft. Vervang het mes als dat nodig is. 7 Maak het luchtfilter schoon. Vervang het indien nodig. Verder moet de kleding goed aansluiten zonder u in uw bewegingen te belemmeren. Algemene veiligheidsinstructies • • Starten Een grasmaaier is alleen geconstrueerd voor het maaien van gazons. De enige accessoires waarvoor u de motoreenheid als aandrijving mag gebruiken, zijn de messen die wij aanbevelen in het hoofdstuk Technische gegevens. ! WAARSCHUWING! Langdurige inademing van de uitlaatgassen van de motor kan een gezondheidsrisico vormen. Gebruik de machine nooit als u moe bent, alcohol heeft gedronken of medicijnen heeft ingenomen die uw gezichtsvermogen, beoordelingsvermogen of coördinatievermogen negatief beïnvloeden. • Start de grasmaaier nooit zonder dat mes en alle kappen correct zijn gemonteerd. • Start de machine nooit binnenshuis. Vergeet niet dat het gevaarlijk is om de uitlaatgassen van de motor in te ademen. WAARSCHUWING! Een motor laten lopen in een afgesloten of slecht geventileerde ruimte kan dodelijke ongelukken veroorzaken door verstikking of koolmonoxidevergiftiging. • Controleer de omgeving en vergewis u ervan dat er geen risico bestaat dat mensen of dieren in contact komen met de snijuitrusting. • Plaats de grasmaaier op een stabiele ondergrond en start hem. Zorg ervoor dat het mes niet in contact kan komen met de grond of een ander voorwerp. WAARSCHUWING! Het ontstekingssysteem van deze machine produceert tijdens bedrijf een elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden pacemakers storen. Om het risico van ernstig of fataal letsel te verminderen, raden wij aan dat personen met een pacemaker contact opnemen met hun arts en de fabrikant van de pacemaker voor ze deze machine gaan bedienen. • Wikkel het startkoord nooit rond uw hand. ! ! Zie instructies onder de kop Starten en stoppen. Dutch – 51 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Brandstofveiligheid (Tanken/Opbergen) WAARSCHUWING! Brandstof en brandstofdampen zijn zeer brandgevaarlijk. Wees voorzichtig met de hantering van brandstof en motorolie. Denk aan de gevaren van brand, explosie en inademing. ! • Tank nooit wanneer de motor van de machine loopt. • Zorg voor goede ventilatie bij het tanken en bijvullen van olie. • Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats voor u de motor start. • Start de machine nooit: 1 Indien u brandstof of motorolie op de machine hebt gemorst. Droog alles af en laat de benzineresten verdampen. 2 Indien u brandstof of motorolie op uzelf of uw kleding hebt gemorst. Vervang uw kleding. 3 Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage. - Om te voorkomen dat de eerder genoemden niet het risico lopen in contact te komen met de snijuitrusting. • Voordat u begint met maaien moeten takken, stenen enz. van het gazon worden verwijderd. Voorkom dat het mes tegen vreemde voorwerpen slaat zoals stenen, wortels of iets dergelijks. Dit kan ertoe leiden dat het mes bot wordt en dat de motoras krom wordt. • Til de grasmaaier nooit op en draag deze niet wanneer de motor is gestart. Indien u de grasmaaier moet optillen, moet u eerst de motor stoppen en de ontstekingskabel van de bougie halen. • Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige regen, harde wind, hevige koude enz. Werken in slechte weersomstandigheden is vermoeiend en kan tot gevaarlijke situaties leiden, zo kan de grond glad zijn. • Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan. Controleer of er eventuele hindernissen zijn als u onverwacht snel moet kunnen wegkomen (wortels, stenen, takken, kuilen, greppels enz.). Wees extra voorzichtig wanneer u op hellend terrein werkt. • De grasmaaier mag niet worden gebruikt op een helling van meer dan 15 graden. Een te grote hellingshoek kan leiden tot brandstoflekkage. • De motor moet worden uitgezet bij verplaatsing over terrein dat niet moet worden gemaaid. Bijvoorbeeld paden, steen, grind, asfalt enz. • De rembeugel mag nooit permanent in de handgreep verankerd zijn, wanneer de machine loopt. Transport en opbergen • • • Bij stalling voor langere tijd of transport van de grasmaaier moeten de brandstof- en motorolietanks worden geleegd. Vraag het dichtstbijzijnde benzinestation waar u uw teveel aan brandstof en motorolie kunt laten. Bewaar de grasmaaier en de brandstof zo dat eventuele lekkage en dampen niet in contact kunnen komen met vonken of open vuur. Bijvoorbeeld elektrische machines, elektrische motoren, stopcontacten/schakelaars, verwarmingsketels of iets dergelijks. De brandstof moet in daarvoor bedoelde en goedgekeurde tanks worden bewaard. Algemene werkinstructies ! WAARSCHUWING! Dit hoofdstuk behandelt de basis-veiligheidsregels voor het werken met een grasmaaier. De gegeven informatie kan nooit de kennis vervangen die een vakman bezit in de vorm van opleiding en praktische ervaring. Wanneer u te maken krijgt met een situatie die u onzeker maakt over verdergaan met het gebruik, moet u een expert om advies vragen. Vraag uw dealer, servicewerkplaats of een ervaren gebruiker van grasmaaiers. Voorkom al het gebruik waarvan u vindt dat u niet voldoende gekwalificeerd bent! Volg de bovengenoemde punten maar gebruik nooit een grasmaaier zonder de mogelijkheid om in geval van een ongeluk hulp in te kunnen roepen. De principes van de maaitechniek ! Algemeen • Het maaien van hellingen kan gevaarlijk zijn. Gebruik de grasmaaier niet op zeer steile hellingen. • De grasmaaier mag niet worden gebruikt op een helling van meer dan 15 graden. Een te grote hellingshoek kan leiden tot brandstoflekkage. Basisveiligheidsregels • Controleer de omgeving: - Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw machine niet kunt verliezen vanwege omstanders, dieren of een andere reden. 52 – Dutch WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat uw handen en voeten niet bij de snijuitrusting komen als de motor draait. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Op hellend terrein moet u de paden loodrecht ten opzichte van de helling laten lopen. Het is veel makkelijker om dwars over een helling te lopen dan op en neer. • Voordat u begint met maaien moeten takken, stenen enz. van het gazon worden verwijderd. • Til de grasmaaier nooit op en draag deze niet wanneer de motor is gestart. Indien u de grasmaaier moet optillen, moet u eerst de motor stoppen en de ontstekingskabel van de bougie halen. • Voorkom dat het mes tegen vreemde voorwerpen slaat zoals stenen, wortels of iets dergelijks. Dit kan ertoe leiden dat het mes bot wordt en dat de motoras krom wordt. Een kromme as zorgt voor onbalans en sterke trillingen, hetgeen leidt tot een groot risico van het losraken van het mes. Als er een voorwerp geraakt wordt of er trillingen ontstaan, moet u de machine stoppen. Haal de bougiekabel van de bougie. Controleer of de machine niet beschadigd is. Repareer eventuele beschadigingen. • • Maai nooit meer dan 1/3 van de lengte van het gras. Dit geldt vooral in periodes van droogte. Maai eerst op een grote maaihoogte. Controleer daarna het resultaat en ga naar een geschikte hoogte. Indien het gras extra lang is, moet u langzaam rijden en eventueel twee keer maaien. Ren niet met de machine wanneer deze werkt. U moet altijd met de grasmaaier lopen. Maaihoogte • Breng de hendel naar links en dan naar achteren om een lagere maaihoogte te krijgen. Veiligheidsuitrusting van de machine In dit hoofdstuk wordt verklaard wat de veiligheidsonderdelen van de machine zijn, welke functie ze hebben en hoe de controle en het onderhoud moeten uitgevoerd worden om hun goede werking veilig te stellen. Bekijk het hoofdstuk Wat is wat? om te zien waar deze onderdelen zich bevinden op uw machine. ! ! WAARSCHUWING! Gebruik de machine nooit wanneer de veiligheidsuitrusting defect is. De veiligheidsuitrusting van de machine moet gecontrolleerd en onderhouden worden zoals beschreven in dit hofdstuk. Als uw machine niet door alle controles komt, moet u ermee naar uw servicewerkplaats voor reparatie. WAARSCHUWING! Gebruik nooit een machine als de veiligheidsonderdelen kapot zijn. Volg de controle-, onderhouds- en service-instructies die in dit hoofdstuk beschreven worden. Maaikap en beschermkap Zet de motor uit voordat u de maaihoogte wijzigt. Het instellen van de maaihoogte werkt veerondersteund. De maaihoogte kan op 6 verschillende standen worden ingesteld. De maaikap is geconstrueerd om trillingen te reduceren en het risico van snijwonden te verminderen. Controleer of de maaikap heel en zonder zichbare defecten, bijv. scheuren in het materiaal, is. De beschermkap is geconstrueerd om het risico van letsel door beknelling te verminderen en om een gebroken aandrijfriem op te vangen. Controleer of de beschermkap heel is en of hij goed vastgeschroefd is. Stel de maaihoogte niet te laag af, omdat dan het risico bestaat dat de messen bij onregelmatigheden in de aarde lopen. • Breng de hendel naar links en dan naar voren om een hogere maaihoogte te krijgen. Motorrembeugel De motorrem is ontworpen om de motor te stoppen. Wanneer u de handgreep van de motorrembeugel loslaat, moet de motor stoppen. Controleer het motorblok op de volgende manier. Dutch – 53 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Geef volgas en laat de rembeugel vervolgens los. De motor moet dan afslaan en de aandrijving moet uitgeschakeld worden. De motorrem moet altijd zo afgesteld zijn dat de motor binnen 3 seconden start. Trillingdempingssysteem Uw machine is uitgerust met een trillingdempingssysteem dat geconstrueerd is om zo trillingvrij en comfortabel mogelijk met de zaag te kunnen werken. De stalen buizen van het handvatsysteem en de maaikap zijn ontworpen om de trillingen van de motor te stoppen. Het trillingdempingssysteem van de machine reduceert het overbrengen van de trillingen van de motoreenheid/ snijuitrusting op de handvateenheid van de machine. WB48S e och WB53S e Dit model wordt ook geleverd met 4 trillingsdempers gemonteerd op de handgreepeenheid, zodat de trillingen nog verder worden gereduceerd. Geluiddemper De geluiddemper werd ontworpen om het geluidsniveau zo laag mogelijk te houden, en om de uitlaatgassen weg te richten van de gebruiker. ! WAARSCHUWING! De uitlaatgassen van de motor zijn heet en kunnen vonken bevatten die brand kunnen veroorzaken. Start de machine daarom nooit binnenshuis of in de buurt van licht ontvlambaar materiaal! Tijdens het gebruik en een tijdje daarna is de geluiddemper erg warm. Raak de geluiddemper niet aan wanneer hij warm is! Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper defect is. Controleer regelmatig of de geluiddemper vastzit in de machine. Snijuitrusting Voorkom dat het mes tegen vreemde voorwerpen slaat zoals stenen, wortels of iets dergelijks. Dit kan ertoe leiden dat het mes bot wordt en dat de motoras krom wordt. Controleer de snijuitrusting op beschadigingen en barsten. Een beschadigde snijuitrusting moet altijd vervangen worden. Let goed op dat u altijd een goed geslepen en correct gebalanceerd mes hebt. Controleer ook of de mesbout heel en de motoras niet krom is. Controleer of de handgrepen en trillingsisolatoren niet beschadigd zijn. ! 54 – Dutch WAARSCHUWING! Als men teveel wordt blootgesteld aan trillingen, kan dit tot bloedvat- en zenuwbeschadigingen leiden bij personen die een slechte bloedcirculatie hebben. Consulteer uw dokter wanneer u symptomen heeft die daarop wijzen. Zulke symptomen zijn: slapende vingers e.d., geen gevoel, ”kriebelend” gevoel, ”speldeprikken”, pijn, geen of weinig kracht, huidverkleuringen of veranderingen van het huidoppervlak. Deze symptomen hebben meestal betrekking op vingers, handen of polsen. MONTEREN Stuur monteren • Verwijder de bout, veerring en het mes. Wanneer u het stuur inklapt, moet u voorzichtig zijn om geen leidingen en kabels te beschadigen. Het bovendeel van het stuur wordt met een sterke handgreepmoer vastgezet aan de scharnierende plaat. Vergeet niet de ring tussen de plaat en de handgreepmoer te plaatsen. Indien gewenst kan de handgreep iets naar opzij worden gedraaid met behulp van het handgreepscharnier. De handgreep kan op verschillende standen worden ingesteld om de beste rijhouding te verkrijgen, bijvoorbeeld als u vlakbij een heg of een muur maait. Monteren • Plaats het mes met de glijring tegen de meshouder aan. • Zorg ervoor dat het mes goed gecentreerd boven de as wordt geplaatst. • Om trillingen te vermijden moet het mes zo worden geplaatst dat de markering van de meshouder boven de zijkant van het mes te zien is. • Monteer de ring en schroef de bout goed vast. De bout moet worden vastgezet met een moment van 45-60 Nm. De handgreep kan ook in hoogte worden versteld door te draaien aan de knoppen bij de bevestigingen op het chassis. Demonteren en monteren van mesblad ! WAARSCHUWING! Gebruik altijd sterke handschoenen bij service en onderhoud van de snijuitrusting. De messen zijn zeer scherp en snijwonden kunnen makkelijk ontstaan. De ontstekingskabel moet altijd worden losgemaakt van de bougie voor reparatie, schoonmaken of onderhoudswerkzaamheden. Plaats de maaier met de bougie omhoog wanneer u onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoert. Montage van de mulchpluggen • Haal de bougiekabel van de bougie. • Plaats de maaier met de bougie omhoog wanneer u onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoert. • Breng de zoekpennen aan in de gaten in het maaideksel. • Bevestig de mulchpluggen vanaf de bovenkant van het maaideksel. Leeg altijd de brandstoftank voordat u de grasmaaier op zijn zij legt. Demonteren • Schroef de bout los waarmee het mes vastzit. Dutch – 55 BRANDSTOFHANTERING Brandstof ! WAARSCHUWING! Zorg steeds voor een goede ventilatie bij het vullen en hanteren van brandstof. Benzine • Gebruik loodvrije of gelode benzine van een hoge kwaliteit. • Gebruik brandstof met een laag oktaangehalte. • Als u de machine gedurende een langere tijd niet gebruikt, moet u de brandstoftank leeg maken en hem schoonmaken. Motorolie Controleer het oliepeil voordat de grasmaaier wordt gestart. Een te laag oliepeil kan ernstige beschadigingen aan de motor veroorzaken. • Gebruik HUSQVARNA viertaktolie voor het beste resultaat en werking. • Indien geen HUSQVARNA viertaktolie verkrijgbaar is, kunt u een andere viertaktolie van hoge kwaliteit gebruiken. Neem contact op met uw dealer voor de keuze van olie. Over het algemeen wordt SAE 30 aanbevolen. • Gebruik nooit olie bedoeld voor tweetaktmotoren. Controleer het oliepeil voordat de grasmaaier wordt gestart. Een te laag oliepeil kan ernstige beschadigingen aan de motor veroorzaken. Oliepeil Wanneer u het oliepeil controleert, moet de grasmaaier op een vlakke ondergrond staan. Zorg ervoor dat de bougiekabel van de bougie is gehaald voordat u het olievuldeksel opent. Schroef het olievuldeksel los en controleer het oliepeil op de peilstok die op het deksel zit. Het olievuldeksel moet helemaal ingeschroefd zijn om een correct beeld te geven van het oliepeil. Is het oliepeil laag, vult u bij met motorolie tot het bovenste niveau op de peilstok. Gebruik alleen aanbevolen motorolie. Zie hoofdstuk Technische gegevens. 56 – Dutch Tanken ! WAARSCHUWING! Om het risico op brand te verminderen, moet u de volgende voorzorgsmaatregelen nemen: Rook niet of plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de brandstof. Tank nooit terwijl de motor draait. Open de dop van de tank voorzichtig wanneer u wilt tanken zodat eventuele overdruk langzaam verdwijnt. Draai de dop van de tank goed vast na het tanken. Verwijder de machine steeds van de tankplaats, voor u de motorzaag start. Maak schoon rond het tankdeksel. Maak de brandstof- en olietank regelmatig schoon. Het brandstoffilter moet ten minste een keer per jaar worden vervangen. Verontreinigingen in de tanks veroorzaken storingen in de werking. Verplaats de heggenschaar altijd ca. 3 m van de plaats waar u de tank bijgevuld heeft, voordat u de motor start. STARTEN EN STOPPEN Starten en stoppen Aandrijving Om de aandrijving te gebruiken schuift u de koppelingshendel naar voren. ! WAARSCHUWING! Voor het starten moet u rekening houden met de volgende punten: Start de grasmaaier niet zonder dat mes en alle kappen zijn gemonteerd. Het mes kan anders losraken en persoonlijk letsel veroorzaken. Stoppen • De motor wordt gestopt door de motorrembeugel los te laten. De aandrijving wordt ook uitgeschakeld, als men de rembeugel loslaat. Alleen de aandrijving kan worden uitgeschakeld door de remhendel iets omhoog te lichten. • Draai de benzinekraan dicht. Verwijder de machine steeds van de tankplaats, voor u de motorzaag start. Plaats de machine op een vaste ondergrond. Let erop dat de snijuitrusting geen voorwerp kan raken. Hou onbevoegden uit het werkgebied. Koude motor Zorg ervoor dat de ontstekingskabel goed op de bougie zit. Starten: Open de benzinekraan. Choke: Zet de gashendel in chokestand. Warme motor Gebruik dezelfde startprocedure als voor een koude motor maar zonder de gashendel in chokestand te zetten. Starten Trek de motorrembeugel met uw linkerhand helemaal naar de bovenste handgreep. Pak de starthendel beet, trek met uw rechterhand het starterkoord langzaam uit tot u weerstand voelt (de starthaken grijpen in) en maak vervolgens snelle en krachtige trekbewegingen. Wikkel het startkoord nooit rond uw hand. N.B.! Trek het starterkoord niet volledig uit en laat de starthendel niet zomaar los wanneer het volledig uitgetrokken is. Dit kan tot beschadigingen van de machine leiden. Dutch – 57 ONDERHOUD Onderhoud Bougie ! ! WAARSCHUWING! Vóór reinigen, repareren of inspecteren moet u erop letten dat de snijuitrusting gestopt is. Haal de startkabel van de bougie. Luchtfilter WAARSCHUWING! Tijdens het gebruik en een tijdje daarna is de geluiddemper erg warm. Raak de geluiddemper niet aan wanneer hij warm is! Wanneer de machine te weinig vermogen heeft, moeilijk start of onregelmatig onbelast draait, dient u altijd eerst de bougie te controleren voor u andere maatregelen neemt. Maak de bougie schoon als ze verstopt is en controleer of de afstand tussen de elektroden 0,7-0,8 mm bedraagt. De bougie moet na een maand gebruik, of eerder indien nodig, vervangen worden. Het luchtfilter dient regelmatig te worden schoongemaakt (stof en vuil verwijderen) om de volgende problemen te vermijden: • Storingen van de carburateur • Moeilijkheden bij het starten • Vermogensverlies • Onnodige slijtage van de motoronderdelen. • Abnormaal hoog brandstofverbruik Maak het filter dagelijks of vaker schoon wanneer u in een stoffige atmosfeer werkt. Het luchtfilter wordt gedemonteerd nadat de luchtfilterkap eraf is getild. Druk de vergrendelingen op de bovenkant van de luchtfilterkap in en klap de kap naar beneden. N.B.! Gebruik steeds het correcte bougietype! Andere types kunnen de zuiger/cilinder beschadigen. Geluiddemper De geluiddemper is ontworpen om het geluid van de machine te reduceren, en om de uitlaatgassen van de gebruiker weg te richten. De uitlaatgassen zijn zeer heet en bevatten vonken die droge en ontvlambare materialen in brand kunnen steken. Controleer regelmatig of de geluiddemper vastzit in de machine. Verwijder het luchtfilter en controleer of het heel is. Vervang door een nieuw luchtfilter wanneer u merkt dat het gebreken vertoont. Maak het filter schoon door het filter voorzichtig tegen een hard oppervlak te kloppen en met perslucht aan de binnenkant schoon te blazen. Borstel het vuil nooit weg. Vervang het luchtfilter als het zeer vuil is. Na een lange gebruiksperiode kan het luchtfilter niet meer worden gereinigd. Daarom moet het filter regelmatig vervangen worden. Een beschadigd luchtfilter moet altijd vervangen worden. Bij montage moet u ervoor zorgen dat het luchtfilter helemaal aansluit op de filterhouder. Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper defect is. Mes ! WAARSCHUWING! Draag altijd stevige handschoenen bij het repareren van de snijuitrusting. De messen zijn uiterst scherp en kunnen al snel snijwonden veroorzaken. Het is belangrijk om een scherp en correct gebalanceerd mes te hebben. Maak de bout los waarmee het mes vastzit en lever het mes ten minste een keer per jaar in bij een servicewerkplaats voor slijpen en balanceren. Een geschikt tijdstip hiervoor is het einde van het maaiseizoen. Als mes of meshouder moeten worden vervangen, moet u tegelijkertijd de mesbout, ring en glijveer vervangen. Wanneer u het mes weer monteerd, moet de bout worden vastgezet met een moment van 45-60 Nm. Zie de instructies in het hoofdstuk Monteren. Wanneer het mes vreemde voorwerpen zoals stenen, wortels en dergelijke raakt, slaat het mes tegen de meshouder. Daarom kan het oppervlak van de meshouder er wat versleten uit zien, wat verder oké is. Dit is een veiligheidsvoorziening die het risico vermindert dat de motoras krom wordt. 58 – Dutch ONDERHOUD Olie verversen Aandrijving en versnellingsbak Zorg ervoor dat wielen en wielassen schoon en vrij van blad, gras enz. zijn. Het is belangrijk om het rond de versnellingsbak naar de aandrijving schoon te houden. De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 5 uur bedrijfstijd. • Verwijder de beschermkap door de bouten weg te schroeven. De motorolie moet ieder jaar en om de 25 bedrijfsuren worden ververst. • Maak de versnellingsbak schoon met een borstel. Controleer ook of de aandrijfriem en de poelie vrij zijn van defecten zoals bijvoorbeeld barsten. Ga als volgt te werk om olie te verversen: • Haal de bougiekabel van de bougie. • Leeg de brandstoftank. Vervanging en afstelling van V-snaar. • Draai de benzinekraan dicht. • Verwijder de beschermkap door de bouten weg te schroeven. • Schroef het olievuldeksel eraf. • Verwijder de naafdop van het voorwiel bij de versnellingsbak door deze voorzichtig met een schroevendraaier los te wrikken. Verwijder de borgschroef en vervolgens het wiel. • Verwijder de riem van de poelie. Controleer of de poelies gemakkelijk op de as draaien en zo niet, spuit roestoplossende olie tussen en achter de schroeven en smeer een beetje vet op de as. • Leg de nieuwe riem erop en zorg ervoor dat deze goed ligt ten opzichte van het kogellager voordat u de riem afstelt. • Stel de riem af door het kogellager op of neer te bewegen. Plaats een geschikt vat om de olie in op te vangen. • Tap de olie af door de motor te kantelen zodat de olie uit de vulbuis loopt. • Vraag het dichtstbijzijnde benzinestation waar u het teveel aan motorolie kunt laten. • Vul bij met nieuwe motorolie van goede kwaliteit. Zie hoofdstuk Technische gegevens. • Controleer het oliepeil met de peilstok op het olievuldeksel. Het olievuldeksel moet helemaal ingeschroefd zijn om een correct beeld te geven van het oliepeil. Is het oliepeil laag, vult u bij met motorolie tot het bovenste niveau op de peilstok. • Schroef het olievuldeksel vast. Dutch – 59 ONDERHOUD • Een nieuwe riem zal nog uitrekken en langer worden. Stel de riem daarom opnieuw af na enkele rijuren. • Monteer de riembescherming en test de machine. Vervanging en afstelling van tussenriem. Opsporen van storingen Als de motor niet start, neemt u de volgende maatregelen: • Vervang de benzine door schone benzine. • Controleer of de benzinekraan open staat. De tussenriem loopt tussen de motoras en de versnellingsbak. • Controleer of de motorrem goed werkt en onbeschadigd is. • Verwijder het mes. (alleen bij vervanging van riem) • • Schroef de afstelschroeven enkele slagen omhoog. Maak de bougie schoon. Controleer of de elektrodenafstand 0,7-0,8 mm bedraagt. • Controleer het luchtfilter en reinig het zo nodig. • Start de motor na deze maatregelen nog steeds niet, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende servicewerkplaats. • Als het maairesultaat onvoldoende is en de grassprieten een rafelig snijvlak vertonen, moet het maaimes worden vervangen. • • • Vervang de riem door een nieuwe en draai de stelschroeven iets aan. (alleen bij vervanging van riem) Stel de riem af door de versnelling naar voren of naar achteren te bewegen. De riem moet zo worden aangespannen dat deze 10 mm naar het midden toe kan worden bewogen. Dit vertegenwoordigt een draagvermogen van ongeveer 3 kg. U kunt een visloodje gebruiken om dit te controleren. Hieronder worden algemene onderhoudsvoorschriften opgesomd. Dagelijks onderhoud 1 Controleer of de motormesbeugel werkt uit veiligheidsoogpunt. 2 Borstel de grasmaaier schoon en verwijder bald, gras en dergelijke. 3 Maak de luchtinlaat van de starter schoon. Controleer de starter en het starterkoord. 4 Controleer het oliepeil. 5 Maak het luchtfilter schoon. Vervang het indien nodig. 6 Controleer of de bouten en moeren en vastgedraaid zijn. 7 Controleer de snijuitrusting. Gebruik nooit botte, gebarsten of beschadigde messen. Wekelijks onderhoud • Maak de bougie schoon. Controleer of de elektrodenafstand 0,7-0,8 mm bedraagt. 2 Maak de koelflenzen op de cilinder schoon. Draai de stelschroeven goed vast. Bij het vervangen van de riem het maaimechanisme terugplaatsen met een moment van 45-60 Nm. Zie de instructies in het hoofdstuk Monteren. • 1 Controleer de aandrijvingsfunctie, aangezien de afstelling van de versnelling de riemspanning in de versnellingsbak beïnvloedt. Maandelijks onderhoud 1 Controleer of de aandrijfriem heel en zonder zichtbare defecten is. 2 Maak de versnellingsbak schoon. Schoonmaken 3 Controleer het brandstoffilter en de brandstofleidingen. Vervang indien nodig. Gebruik geen hogedrukspuit om de machine te reinigen. 4 Maak de buitenkant van de brandstoftank schoon. Gooi nooit water direct op de motor. 5 Smeer de aandrijfhendel. Draai de machine met de bougie naar boven, als u onder de maaikap schoonmaakt. Maak de benzinetank leeg. 6 Ververs de motorolie. 60 – Dutch TECHNISCHE GEGEVENS WB48S WB48S e WB53S e Cilinderinhoud, cm3 135 160 160 Cilinderdiameter, mm 64 64 64 Slaglengte, mm 42 50 50 Motor Ontstekingssysteem Soort ontstekingssysteem Transistor Transistor Transistor Bougie NGK - BPR6ES NGK - BPR6ES NGK - BPR6ES Elektrodenafstand, mm 0,7 - 0,8 0,7 - 0,8 0,7 - 0,8 Inhoud benzinetank, liter 0,9 1,1 1,1 Inhoud olietank, liter 0,55 0,55 0,55 Motorolie Serviceclassificatie SG Serviceclassificatie SG Serviceclassificatie SG - SH; SAE 10W -30 - SH; SAE 10W -30 - SH; SAE 10W -30 Brandstof-/smeersysteem Gewicht Grasmaaier met lege tanks, kg 31 32,5 34 76 76 78 Geluidsvermogen, gemeten dB(A) 90 90 92 Geluidsvermogen, gegarandeerd LWA dB(A) 92 92 93 5,8 5,6 2,3 Maaisysteem BioClip BioClip BioClip De maaihoogte kan in vijf verschillende standen worden ingesteld, mm 30-60 30-60 30-60 Geluidsvermogen (zie opm. 2) Niveau geluidsdruk bij het oor van de gebruiker,dB(A) Lawaai-emissie (zie opm. 1) Trillingsniveau (zie opm. 2) Trillingsniveaus in handvat, m/s2 Snijuitrusting Maaibreedte, mm 48 48 53 Mes Vast Vast Vast 5 5 5 Aandrijving Snelheid, km/h Opm.1: Emissie van geluid naar de omgeving gemeten als geluidsvermogen (LWA) volgens EG-richtlijn 2000/14/EG. Opm. 2: trillingen en geluidsdruk gemeten volgens EN 836: 1997/A2:2001 EG-verklaring van overeenstemming (Alleen geldig voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, tel: +46-36-146500, verklaart hiermee dat de motormaaiers Husqvarna WB48S, WB48S e en WB53S e vanaf serienummer 08XXXXX en verder overeenkomen met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD: van 3 mei 1989 ”betreffende elektromagnetische compatibiliteit” 89/336/EEC, en thans geldende aanvullingen. van 8 mei 2000 ”betreffende geluidsemissie door materieel voor gebruik buitenshuis” 2000/14/EG. van 22 juni 1998 ”betreffende machines” 98/37/EG. Voor informatie betreffende lawaaiemissies, zie hoofdstuk Technische gegevens. De volgende normen zijn van toepassing: EN836:1997 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, SE-754 50 Uppsala, heeft rapporten opgesteld inzake een beoordeling van de overeenstemming met bijlage VI van Richtlijn 2000/14/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende "de geluidsemissie door materieel voor gebruik buitenshuis". De certificaten hebben nummer: WB48S 01/901/073, WB48S e: 01/901/074, WB53S e: 01/901/075 Huskvarna, 13 oktober 2008 Bengt Ahlund, Hoofd Ontwikkeling Dutch – 61
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Husqvarna WB48 SE Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding