52 – Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Brandstofveiligheid
(Tanken/Opbergen)
• Tank nooit wanneer de motor van de machine loopt.
• Zorg voor goede ventilatie bij het tanken en bijvullen van
olie.
• Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats
voor u de motor start.
• Start de machine nooit:
1 Indien u brandstof of motorolie op de machine hebt
gemorst. Droog alles af en laat de benzineresten
verdampen.
2 Indien u brandstof of motorolie op uzelf of uw kleding
hebt gemorst. Vervang uw kleding.
3 Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
Transport en opbergen
• Bij stalling voor langere tijd of transport van de grasmaaier
moeten de brandstof- en motorolietanks worden geleegd.
Vraag het dichtstbijzijnde benzinestation waar u uw teveel
aan brandstof en motorolie kunt laten.
• Bewaar de grasmaaier en de brandstof zo dat eventuele
lekkage en dampen niet in contact kunnen komen met
vonken of open vuur. Bijvoorbeeld elektrische machines,
elektrische motoren, stopcontacten/schakelaars,
verwarmingsketels of iets dergelijks.
• De brandstof moet in daarvoor bedoelde en
goedgekeurde tanks worden bewaard.
Algemene werkinstructies
Basisveiligheidsregels
• Controleer de omgeving:
- Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw machine
niet kunt verliezen vanwege omstanders, dieren of een
andere reden.
- Om te voorkomen dat de eerder genoemden niet het risico
lopen in contact te komen met de snijuitrusting.
• Voordat u begint met maaien moeten takken, stenen enz.
van het gazon worden verwijderd. Voorkom dat het mes
tegen vreemde voorwerpen slaat zoals stenen, wortels of
iets dergelijks. Dit kan ertoe leiden dat het mes bot wordt
en dat de motoras krom wordt.
• Til de grasmaaier nooit op en draag deze niet wanneer de
motor is gestart. Indien u de grasmaaier moet optillen,
moet u eerst de motor stoppen en de ontstekingskabel
van de bougie halen.
• Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige
weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige regen,
harde wind, hevige koude enz. Werken in slechte
weersomstandigheden is vermoeiend en kan tot
gevaarlijke situaties leiden, zo kan de grond glad zijn.
• Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan. Controleer of
er eventuele hindernissen zijn als u onverwacht snel moet
kunnen wegkomen (wortels, stenen, takken, kuilen,
greppels enz.). Wees extra voorzichtig wanneer u op
hellend terrein werkt.
• De grasmaaier mag niet worden gebruikt op een helling
van meer dan 15 graden. Een te grote hellingshoek kan
leiden tot brandstoflekkage.
• De motor moet worden uitgezet bij verplaatsing over
terrein dat niet moet worden gemaaid. Bijvoorbeeld
paden, steen, grind, asfalt enz.
• De rembeugel mag nooit permanent in de handgreep
verankerd zijn, wanneer de machine loopt.
Volg de bovengenoemde punten maar gebruik nooit een
grasmaaier zonder de mogelijkheid om in geval van een
ongeluk hulp in te kunnen roepen.
De principes van de maaitechniek
Algemeen
• Het maaien van hellingen kan gevaarlijk zijn. Gebruik de
grasmaaier niet op zeer steile hellingen.
• De grasmaaier mag niet worden gebruikt op een helling
van meer dan 15 graden. Een te grote hellingshoek kan
leiden tot brandstoflekkage.
!
WAARSCHUWING! Brandstof en
brandstofdampen zijn zeer brandgevaarlijk.
Wees voorzichtig met de hantering van
brandstof en motorolie. Denk aan de
gevaren van brand, explosie en inademing.
!
WAARSCHUWING! Dit hoofdstuk behandelt
de basis-veiligheidsregels voor het werken
met een grasmaaier. De gegeven informatie
kan nooit de kennis vervangen die een
vakman bezit in de vorm van opleiding en
praktische ervaring. Wanneer u te maken
krijgt met een situatie die u onzeker maakt
over verdergaan met het gebruik, moet u een
expert om advies vragen. Vraag uw dealer,
servicewerkplaats of een ervaren gebruiker
van grasmaaiers. Voorkom al het gebruik
waarvan u vindt dat u niet voldoende
gekwalificeerd bent!
!
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat uw
handen en voeten niet bij de snijuitrusting
komen als de motor draait.