Documenttranscriptie
Geachte klant,
Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, dient u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie
m.b.t. veilig gebruik, opstelling en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het
boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in verschillende uitvoeringen. Let dus op de aanwijzingen die op uw
apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw
veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze
aanwijzingen.
1. Dit symbool en de cijfers voeren u stap voor stap door de bediening van het
apparaat.
2.…
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch
gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen om
kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als"....
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze
service-afdeling.
U bent nu in het bezit van een AEG product. Vanzelfsprekend kunt u ook
tijdens het gebruik van uw product op AEG rekenen. Daarom nodigen wij u
van harte uit u te registreren op onze internetsite www.mijnapparaten.nl. Wij
kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten,
gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties, oplossingen voor storingen etc.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
24
INHOUD
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Aanwijzingen voor de gebruiker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . .30
Schakel- en weergavepaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Bedienen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
In gebruikname van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Instelling van de temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Het apparaat en het milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Apparaat buiten gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Aanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Installeren van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Vervoer, uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Deurdraairichting omzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
25
Bewaartijdentabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Garantievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Reperatievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
26
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende
eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren
van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen
door Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele Serviceonderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken.
Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken.
Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact.
Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de
huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de
achterkant van het koel/vriesapparaat.
-Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het
aansluitsnoer.
-Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral
niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
-Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok
veroorzaken.
-Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze
service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
-Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van
diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die
kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar, het
schakelmechanisme en de indicator komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs
kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar
moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van
deze producten bewaren.
27
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische
verwarmingstoestellen of chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen.
Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten op het apparaat legt, kan het
gebeuren, dat er door het contact met de koude vochtigheid condenseert in de
holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In deze holle ruimte zitten elektrische
onderdelen en als daar waterdruppels op terecht komen, kan dat tot kortsluiting
leiden en daardoor schade aan het apparaat veroorzaken. Leg dus nooit
diepgevroren producten op het bovenste gedeelte van het apparaat!
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren.
Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriezer
bewaren.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan
verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet
met het apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het
aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U
verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of
elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon
instructies hebben gekregen over het gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan
warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan
luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen
m.b.t. de installatie.
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan
Waarschuwing
Het
koelmiddel
van
het
apparaat
is
isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij.
28
Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het
ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden
aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door
de fabrikant worden geadviseerd.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade.
29
Aanwijzingen voor de gebruiker
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt voor het bewaren
van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van
ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde klimaatklasse
(bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving en belangijke onderdelen van het apparaat
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
30
Gefrierschale
Gefrierfach (Korb)
Lagerfächer (Körbe)
Datentafel
Schalter- und Anzeigeanlage
Schmelzwasserablauf
Verstellbare Füße
8.
9.
10.
11.
12.
Türdichtungsprofil
Belüftungsgitter
Kondensator
Luftströmungsrichtung
Kompressor
Schakel- en weergavepaneel
A) Aan/Uit lampje
groen
B) Thermostaat- en Aan/Uitknop
C) Vriescontrolelampje
geel
D) Uitschakeling Geluidsalarm en
vriesknop
E) Waarschuwingslampje
rood
Bediening van het apparaat
Ingebruikname van het apparaat
Stop de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop (B) op een
koudere stand dan << -16 °C >> om het apparaat in te schakelen. Het groene
controlelampje gaat branden en het rode controlelampje gaat knipperen. Het
controlelampje voor in- en uitschakelen (A) gaat branden om aan te geven
dat het apparaat is ingeschakeld. Als het rode controlelampje knippert, geeft
dit aan dat de temperatuur in het vriesvak niet correct is. Bovendien hoort
men een onderbroken toonsignaal, dat uitgeschakeld kan worden door op de
(D) knop te drukken. Om het vriesvak uit te schakelen de knop (B) in stand
<< >> zetten.
Instelling van de temperatuur
De binnentemperatuur van de vrieskast wordt elektronisch geregeld, er zijn
vijf verschillende temperatuurstanden en een uitschakelstand << >> .
De stand << -16°C >> geeft de hoogste (minst koude) en de stand << -24°C
>> geeft de laagste (koudste) temperatuur aan. Zet de thermostaatknop op
de door u gewenste stand.
Normaal gesproken kunt u de schakelaar het best op << -18°C >> zetten, u
moet, bij het instellen van de temperatuur echter rekening houden met:
de kamertemperatuur, in de ruimte waar het apparaat geplaatst is,
hoe vaak de deur geopend zal worden,
de hoeveelheid levensmiddelen die in de kast bewaard worden,
de plaats van het apparaat.
Bij het kiezen van de juiste temperatuur moet met al deze factoren rekening
gehouden worden, het kan gebeuren dat het raadzaam is hiermee een beetje
te experimenteren. Om een lagere temperatuur te verkrijgen de
thermostaatknop hoger zetten, als u een hogere temperatuur wenst, de knop
in een lagere stand zetten. Wanneer u de ingestelde temperatuur verandert,
24 uur wachten voordat u deze weer verandert, zodat de binnentemperatuur
zich kan stabiliseren.
31
Waarschuwingslampje (rood)
Als het waarschuwingslampje voor onregelmatige temperatuur (E) gaat
branden, betekent dat dat de binnentemperatuur van de vrieskast te hoog is
(hoger dan -12 °C), een juiste conservering van de levensmiddelen is niet
meer gegarandeerd. Wanneer de vrieskast voor het eerst wordt ingeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje knipperen tot de temperatuur, die nodig is om
diepgevroren voedsel correct te bewaren, bereikt is.
Temperatuurstoring:
De temperatuur in het vriesvak garandeert, bij normale werking van het
apparaat, de correcte conservering van de levensmiddelen in het vak.
Wanneer deze temperatuur, om welke reden ook, boven een bepaalde waarde
(-12 °C) komt, gaat er een waarschuwingslampje branden en klinkt er een
alarmsignaal. Het waarschuwingslampje is een continu brandend rood lampje
(E), het geludisalarm klinkt met tussenpozes. U kunt het geluidsalarm
uitschakelen door eenmaal op de knop (D) te drukken.
Invriezen
Vries de verschillende levensmiddelen na de geschikte voorbereiding altijd in
het vriesvak in. Haal voor de maximale vriesprestatie de vriesdoos en de
vrieskorf uit de vriezer en leg de in te vriezen levensmiddelen rechtstreeks op
de verdamper. Bij het invriezen van kleinere hoeveelheden is het niet nodig
de vriesdoos of vrieskorf uit de vriezer te halen.
Druk voor het inschakelen van de invriesmodus 2 - 3 seconden op de Aan/Uitschakelaar voor invriezen (D); bij kleine hoeveelheden levensmiddelen
duurt het ongeveer 4 uur en bij grotere hoeveelheden ongeveer 24 uur,
voordat verse levensmiddelen diep gevroren zijn. Dan gaat het gele lampje (C)
branden. Dan werkt de compressor continu om de voor het invriezen vereiste
temperatuur te bereiken.
Nadat de levensmiddelen volledig diepgevroren zijn (wat tot 24 uur kan
duren), kan de invriesmodus ook handmatig uitgeschakeld worden, door 2-3
seconden op de knop (D) te drukken. Als u de invriesfunctie niet handmatig
uitschakelt, zorgt de elektronica van het apparaat ervoor dat dit na verloop
van 48 uur automatisch gebeurt. Het gele lampje (C) gaat dan ook uit.
De vriesdoos is geschikt voor het invriezen van klein fruit (frambozen,
aardbeier, aalbessen, enz.). Het fruit moet zonder verpakking in een dunne
laag in de doos gelegd worden. Nadat het is ingevroren kan het verpakt en
gesorteerd worden en dan in een van de bewaarvakken gelegd worden.
32
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vriesruimte. Als u de bodem
van het ijsblokjesbakje nat maakt, gaat het invriezen sneller.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblokjesbakje onder
stromend water te houden en het dan iets te verdraaien.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar de
bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren
producten.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer ontstaat in het apparaat een
vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur
weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan -18
°C wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed functioneert. Zo constateert
u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het apparaat vanzelf weer aan
en wordt automatisch de invriesmodus ingeschakeld. Als u de invriesfunctie
niet handmatig uitschakelt, zorgt de elektronica van het apparaat daar, na
verloop van 5 uur, automatisch voor. Bij het uitschakelen van de invriesmodus
gaat het gele lampje (C) uit.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig
mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor voldoende ventilatie hebben.
Bedek de ventilatie-openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie om
onnodige rijpvorming te voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet in aanraking komen
met reeds ingevroren levensmiddelen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan nodig is.
33
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat zet.
Houd de condensor schoon
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen
gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd
wordt.
De materialen met het symbool „
” zijn geschikt voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
De werking van het apparaat
veroorzaakt dat een deel van de
vochtigheid in de binnenruimte in
de
vorm
van
dauwof
respectievelijk ijslagen neerslaat. De
dikke dauw- c.q. ijslaag werkt
isolerend en heeft een slechte
invloed op de vriesprestatie, dit
leidt
tot
hogere
binnentemperaturen, een stijgend
energieverbruik en bij een bepaalde
dikte van een dergelijke laag tot problemen bij het openen van het vriesvak,
dat kan leiden tot beschadigingen aan de deur.
Bij geringe dauw- en ijsvorming is het wegkrabben resp. verwijderen van de
ontstane dauw- en ijslaag mogelijk met de bij het apparaat geleverde
krabber.
De op de afbeelding getoonde bak wordt niet bij het apparaat geleverd!
Als de dauw- en ijslaag zo dik is, dat hij niet meer verwijderd kan worden met
de krabber, dan is ontdooien noodzakelijk. De frequentie hiervan is
afhankelijk van het gebruik.
Verloop van het ontdooien:
Zet de thermostaatknop op stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.
34
Haal alle ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en leg ze, ingepakt in
papier of doeken, in een korf en zet die op een koele plaats of leg ze in het
vriesvak c.q. de koelruimte van een gewone koelkast.
Laat de deur open staan.
Veeg het dooiwater van tijd tot tijd
met een doek of spons in de richting
van de zijkant van het apparaat weg,
daar kan het zich in een daarvoor
bedoeld afvoerkaneel verzamelen en
vervolgens op de volgende manier
verwijderd worden:
Zet een geschikte opvangbak voor het
apparaat.
Trek de smeltwaterafvoer, in het
midden van het onderste gedeelte van het apparaat, voorzichtig in de
richting van de pijl naar buiten, via deze opening loopt het smeltwater in de
bak.
U kunt het verloop van het ontdooien bespoedigen door op de koelplaten een
een kopje of schoten heet water te zetten.
Maak na het ontdooien de vochtige oppervlaktes droog en zet de
smeltwaterafvoer terug op zijn plaats.
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop op de stand <<-18°C>> en laat het apparaat
minstens 2 uur in de invriesmodus werken. Leg dan de eerder verwijderde
levensmiddelen terug in de kast.
Reiniging en onderhoud
U kunt de vriezer het beste tegelijk ontdooien en schoonmaken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het apparaat met
handwarm water schoonmaken en droog wrijven.
Reinig het deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de condensor en de achterkant van de koelkast
hebben afgezet, dient u één of twee maal per jaar te verwijderen.
Apparaat buiten gebruik
Als u het apparaat voor langere tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
Zet de thermostaatknop op de stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Haal alle levensmiddelen uit het apparaat.
Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon, zoals beschreven.
Laat de deur een klein eindje open staan, dan kunnen er in de kast geen nare
luchtjes ontstaan.
35
Problemen oplossen
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel
vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor,
circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen
werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet
werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken,
voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
Probleem
Het apparaat
koelt niet
voldoende.
Het apparaat
koelt te sterk.
Het apparaat
koelt helemaal
niet.
Het apparaat
maakt veel geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te
laag ingesteld.
Voor het invriezen was de
temperatuur niet laag genoeg.
U hebt levensmiddelen met
grote afmetingen in het
apparaat gezet.
U wilt te veel levensmiddelen
tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen
in het apparaat gezet,
De deur is niet goed gesloten.
De temperatuurregelaar is te
hoog ingesteld.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
Het apparaat langer op een
lagere temperatuur zetten.
Levensmiddelen in porties
verdelen.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
De thermostaat staat op "0".
Het apparaat staat niet goed.
De aansluiting controleren.
Stopcontact controleren.
Controleer de instelling van de
thermostaatknop.
Minder levensmiddelen tegelijk
invriezen.
Levensmiddelen
eerst
tot
kamertemperatuur
laten
afkoelen.
Controleren of de deur dicht is.
Op een lagere stand instellen.
Controleren of het apparaat
stabiel staat (alle vier voeten
moeten op de vloer staan).
Als de adviezen het probleem niet oplossen, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde dealer.
Storing in de werking
Wanneer de elektronica van het apparaat de waarde van de WERKELIJKE
temperatuur niet waarneemt, begint het waarschwuwingslampje op het
weergavepaneel te knipperen. Het apparaat werkt nu met behulp van een
reserveprogramma todat een medewerker van de Technische dienst van de
plaatselijke dealer het probleem heeft opgelost.
36
Aanwijzingen voor de installateur
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren.
Zie ook de aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van
transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het apparaat vastgezet
zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm water en wat mild
reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Daarom
moet het apparaat op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie
onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
37
Klimaatklasse
Omgevingstemperatuur
SN
+10 ..,+32 °C
N
+16 ..,+32 °C
ST
+18 ..,+38 °C
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temperatuur in de koelruimte
te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is,
moet de compressor langer werken, de
temperatuur in de diepvriezer stijgt en er
wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan.
Daartoe kunt u de stelvoeten (1) aan de
voorzijde verstellen. De afstandsringen (2)
zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het
apparaat waterpas moet worden gezet,
kunnen deze afstandsringen worden
verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan moeten de
volgende minimale afstanden worden aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afstand kleiner is, plaats
dan een warmte-isolerende plaat van
0,5 tot 1 cm dik tussen de twee
apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur
staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie
afb.)
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
38
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de
deurdraairichting van rechts naar links
omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover
en zorg ervoor dat de compressor de vloer
niet raakt. U kunt dit het beste met twee
personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2
stuks), daarna de schroeven die de onderste
deurscharnieren vasthouden (2 stuks) en de
schroef aan de andere kant van het
apparaat.
Zet de deur van het koelapparaat neer door
ze een beetje naar beneden te trekken.
Schroeft u het hengsel van het bovenste
scharnier van de deur los, en schroeft u ze
aan de andere kant in.
Zet u de deur van het koelapparaat naar de
deurhouder bovenaan.
Zet
de
stift
in
de
onderste
deurscharnierplaat in de richting van de pijl
over.
Neem de deur los.
Draai de stift van het bovenste
deurscharnier uit en plaats hem aan de
andere kant.
Schuift u de armen naar de andere kant en
brengt u de plastic stoppen in het plastic
zakje van de handleiding naar de vrije
gaten.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het
waterpas en steek de stekker in het stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met Service. Een servicetechnicus kan tegen
betaling het deurscharnier overzetten.
39
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig
is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast
aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EEG
van
19.02.1973
(incl.
wijzigingsrichtlijnen)
laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
– 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere aanvullingen
Bewaartijdentabel
Diepvriesproducten bewaren
Soort
groente
kant-en-klare producten
aardappelgerechten,
pastagerechten
soep
fruit
vlees
consumptie-ijs
40
-18°C
12 maanden
6 maanden
12 maanden
6 maanden
12 maanden
5 maanden
3 weken
Service
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft,
kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Service-informatielijn
(0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen
(0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
Adres service-afdeling
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
www.aeg.nl
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd modelaanduiding, PNC-nummer
en S-nummer van uw apparaat bij de hand. Deze nummers vindt u op het
typeplaatje van het apparaat en kunt u het beste hieronder noteren.
Modelaanduiding ...........................…..
PNC-nummer …....................................
S-nummer .............................................
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en de
beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
- Hoe doet de storing zich voor?
- Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Aan de hand van deze informatie kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat het apparaat bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantietermijn kosten?
- als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk "Wat te doen als...")
zelf had kunnen opheffen,
- als onze service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en nu
bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
41
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt.
Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG
en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven
onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met
15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf
de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of
daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor
tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht
in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen
worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te
voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee
maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander
overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen,
zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door
onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde
kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend
zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a) chemische en elektrochemische inwerking van water,
b) abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c) voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d) contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die
buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of
montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen
van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
42
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door
herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn,
of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden
overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse
kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of
geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan
30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de
gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of
uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect
herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van
vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen
naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn
noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op
hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade
ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van
het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in
gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt
gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het
buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen
van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
43
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de
Consumentenbond en Vlehan*.
Art1. Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct,
doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het
bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen
zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art2. a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek
uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de
hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting
maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnosekosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden
vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op
verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin
het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen
alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden
gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf
vastgesteld tarief.
Art3. Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene
omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal
overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting
worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het
in artikel 2b bepaalde.
Art4. De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd.
Indien om het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek
noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende serviceorganisatie of door de technicus met de consument de datum voor een
tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding
plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in
rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek
aan de consument is toe te schrijven.
44
Art5. De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van
type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose,
toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte
omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening
dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van
een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art6. Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk
gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven.
Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie.
Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12
maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op
verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de
technicus te overleggen.
Art7. Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij
normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6
bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het
opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de
consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk
worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te
bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art8. Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de
consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een
gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art9. Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel
daarna weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond
van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij
het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt
ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en
door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften
gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
45
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
The Electrolux Group is the world's largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and
outdoor use. More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing
machines, vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD
14 billion in more than 150 countries around the world.
Das Symbol auf dem Produkt oder seiner Verpackung weist darauf hin, dass dieses Produkt nicht als normaler
Haushaltsabfall zu behandeln ist, sondern an einem Sammelpunkt für das Recycling von elektrischen und
elektronischen Geräten abgegeben werden muss. Durch Ihren Beitrag zum korrekten Entsorgen dieses Produkts
schützen Sie die Umwelt und die Gesundheit Ihrer Mitmenschen. Umwelt und Gesundheit werden durch
falsches Entsorgen gefährdet. Weitere Informationen über das Recycling dieses Produkts erhalten Sie von Ihrem
Rathaus, Ihrer Müllabfuhr oder dem Geschäft, in dem Sie das Produkt gekauft haben.
© Copyright by AEG
Technische Änderungen vorbehalten
200381382 –02- 3607
Printed by Océ Hungária Kft.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
Sie können Ersatzteile, Zubehör und Pflegemittel on-line bestellen bei
http://www.aeg-electrolux.de
2007. 09. 06.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op
met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.