21
WAARSCHUWINGEN - GASFORNUIS - ELECTROGAS
Het is heel belangrijk dat dit instructieboekje, voor eender welke toekomstige raadpleging, samen met
de apparatuur bewaard wordt. Indien de apparatuur verkocht moest worden, of overgedragen aan een
andere persoon, verzeker U ervan, dat het boekje samen geleverd wordt, zodat de nieuwe gebruiker
op de hoogte kan gesteld worden van het functioneren van het apparaat en van de relatieve
waarschuwingen.
DEZE WAARSCHUWINGEN ZIJN OPGESTELD VOOR UW VEILIGHEID EN DE VEILIGHEID VAN
DERDEN. WIJ VERZOEKEN U DEZE AANDACHTIG TE LEZEN VOORALEER HET APPARAAT TE
INSTALLEREN EN TE GEBRUIKEN.
● Deze apparatuur is ontworpen om gebruikt te
worden door volwassenen. Opgelet dat de kinderen
zich niet naderen met de bedoeling om er te spelen.
● De installatie moet gedaan worden door bevoegde
en gekwalificeerde installateurs, volgens de normen
van kracht.
● Elke eventuele modificatie aan de electrische
huisopstelling die nodig mocht zijn om de
apparatuur te kunnen installeren, mag enkel
gedaan worden door bevoegd personeel.
● Voor eventuele tussenkomst richt U zich tot een
geautoriseerde Technisch Hulpdienst om originele
wisselstukken te bekomen.
● Het is gevaarlijk om de kenmerken van deze
apparatuur te veranderen of te willen veranderen.
● Onstabiele of vervormde kookpannen mogen niet
op de gaspitten of op de platen gezet worden om
ongelukken van omslaan of overlopen te
voorkomen.
● Bewaak aandachtig het koken met olien en vetten.
● De apparatuur blijft lang warm na het afzetten.
● Let op de kinderen geheel gedurende het gebruik
dat ze de oppervlakken niet aanraken en dat ze niet
dicht bij de apparatuur staan tijdens het gebruik of
tijdens het afkoelen.
● Indien de apparatuur uitgerust is met een deksel, is
diens functie om het fornuis te beschermen tegen
het stof wanneer het gesloten is, en om de
vetspatten op te vangen wanneer het open is.
● Gebruik het niet voor andere doeleinden.
● Maak het deksel steeds schoon vooraleer het te
sluiten of weg te nemen en laat de gaspitten en/of
de platen afkoelen vooraleer het deksel te sluiten.
● Controleer steeds dat de bedieningstoetsen in
de positie « » of « » staan, wanneer de
apparatuur niet in functie is.
● Plaats steeds de druippan wanneer U de gril
gebruikt of wanneer U het vlees op het grilrooster
legt.
● Giet een beetje water in de druippan om het
aanbranden van de vetten te voorkomen, en zo
slechte geuren te vermijden.
● Gebruik steeds keukenhandschoenen om de
gerechten uit de oven te nemen.
● De accessoires (de gril, en de druippan) worden,
vooraleer ze voor de eerste keer te gebruiken,
schoongemaakt.
● Opgepast wanneer U schoonmaakproducten
gebruikt in spray : richt nooit de spray op de
weerstand en de thermostatische bol.
● Indien, gedurende het inzetten of uitnemen van
gerechten uit de oven, er aanzienlijke
hoeveelheden olie, saus, ecc. achteraan in de oven
moesten vallen, maak dan eerst schoon vooraleer
het koken te beginnen om onaangename rook en
ook mogelijk branden van deze stoffen te
voorkomen.
● Verzeker U ervan dat er een luchtcirculatie rond de
apparatuur is.
● Een schaarse ventilatie brengt een gebrek aan
zuurstof voort.
● In geval van twijfel, vraag raad aan de installateur.
● Om hygienische- en veiligheidsredenen moet deze
apparatuur altijd proper gehouden worden.
● Vormingen van vetten of andere spijzen kunnen
branden veroorzaken.
● Dit product is gemaakt voor het koken van eetwaren
en mag niet gebruikt worden voor andere
doeleinden.
● Vermijd de installatie van het gasfornuis in de
nabijheid van ontvlambare materialen (bvb.
gordijnen, grof linnen ecc. ...).
● Voed de apparatuur met het type gas dat vermeld
staat op het kleefetiket, geplaatst nabij de tube van
de aansluiting van het gas.
● De ovenwanden niet bekleden met alluminiumfolie,
vooral niet de achterste wand.
● De apparatuur is zwaar, verzet haar met
voorzichtigheid.
● Voor het onderhoud of de schoonmaak eerst de
apparatuur uitschakelen en laten afkoelen.
● Om de ontsteking te vergemakkelijken, steek eerst
de gaspit aan vooraleer de kookpan op het rooster
te zetten. Na de gaspitten aangestoken te hebben,
controleer of de vlam regelmatig is.
● Verlaag steeds de vlam of ontdoof ze, vooraleer de
kookpannen weg te nemen.
● Verzeker U ervan of de roosters van het fornuis juist
geplaatst worden (zie instructies).
● Enkel vuurvaste borden mogen in de schuif onder
de oven geplaatst worden. Er geen ontvlambare
stoffen inzetten.