25
ENKELE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE OVEN
Voor het bereiden van nagerechten:
De oven, indien geen tegenaanwijzingen, tenminste 10
minuten voor het gebruik voorverwarmen. De deur niet
openen wanneer U gerechten klaarmaakt die moeten
opzwellen (bvb. rijzende pasta, soufflés); de koude
lucht zou het opzwellen verhinderen.
Om de stand van de bereiding van de nagerechten te
controleren, steekt U een tandestoker in de deeg; als
deze droog blijft, is het nagerecht klaar. Om dit te
controleren, wacht U tenminste tot 3/4 van de
voorziene bereidingstijd afgelopen is.
Hetgeen U beslist moet onthouden is:
dat een gerecht dat goed gebakken is aan de
buitenkant, maar niet voldoende binnenin, een lagere
temperatuur en een langere bereidingstijd vereist.
Integendeel, een “droog” gerecht vereist een kortere
bereidingstijd aan een hogere temperatuur.
Voor het bereiden van vlees:
Om te voorkomen dat het vlees te droog wordt in de
oven, zou het tenminste 1 kg moeten wegen.
Als U een mooi gekleurd gebraad wil, gebruik dan
weinig vet.
Als het een mager stuk vlees is, gebruik dan olie en
boter of een beetje van beiden.
Indien het vlees een laag vet heeft, zijn boter of olie
overbodig. Indien het stuk vlees enkel aan n zijde
vettig is, leg het dan in de oven met het vettige gedeelte
aan de bovenkant; het vet, al smeltend, smeert ook
voldoende het onderliggende gedeelte in.
De stukken rood vlees worden een uur op voorhand uit
de koelkast gehaald, omdat anders de plotselinge
temperatuurverandering het vlees zou doen
verharden.
Een gebraad, of ander rood vlees, mag niet gezout
worden voor het braden, omdat het zout het sap en het
bloed van het vlees doet verwijderen, en zo de vorming
van een bruin gebraden korstje verhinderd.
Men raadt aan om het gebraad uitwendig te zouten,
kort na de helft van de bereidingstijd.
Schik het gebraad in de oven in een schotel met een
lage boord; een hoge schotel schermt de warmte af.
De vleesgerechten kan U schikken op een aangepast
bord voor het bereiden in de oven, ofwel direct op het
grilrooster, waaronder U dan de druippan zet voor het
opvangen van het sap.
De ingredienten voor de saus worden rechtstreeks in
de ovenschaal gedaan enkel en alleen bij een korte
bereidingstijd, zo niet worden ze het laatste halfuur
bijgevoegd.
Voor het zeer licht braden van rood vlees, begint U het
braden aan hoge temperatuur, waarna U eindigt met
een lage temperatuur om zo het binnenste gedeelte te
braden.
De temperatuur voor het braden van wit vlees mag
vanaf het begin tot op het einde gematigd worden.
De stand van bereiding kan gecontroleerd worden door
het vlees in elkaar te drukken met een vork; wanneer
het niet toegeeft, is het klaar.
Het is aan te raden tenminste 15 minuten te wachten
na het braden, vooraleer het vlees te snijden, zodat het
sap van het vlees niet wegvloeit.
De borden kan U in de oven op lage temperatuur
plaatsen vooraleer ze te serveren.
Voor het bereiden van vis:
Wat het bereiden van vis betreft, bakt U de kleine vanaf
het begin tot op het einde aan hoge temperatuur. De
middelgrote vissen begint U te bakken aan hoge
temperatuur, waarna U geleidelijk aan de temperatuur
vernindert. De grote vissen bakt U vanaf het begin tot
op het einde aan gematigde temperatuur.
Om de juiste stand van bereiding te controleren, heft
U voorzichtig een rand van de buik op; Het vlees moet
gelijkvormig wit en mat zijn, indien het geen zalm, forel
of andere vis is.
Volg alleszins de aanduidingen van het recept dat
U wil bereiden.
Het bereiden met de gril:
Met de gril bakt men vlees of ingewanden in sneden
gesneden of in niet te dikke stukken van verschillende
grootte, gevogelte in de helft geopend en geplet, vis,
enkele groenten (bvb. courgettes, aubergines,
tomaten, ecc.), sats van vlees of vis en zeevruchten.
Het vlees en de vis worden voor te grillen lichtjes met
olie besprenkelt en altijd op het grilrooster gelegd; het
vlees wordt op het einde van het braden gezout; terwijl
de vis daarentegen op voorhand van binnen wordt
gezouten.
Het grilrooster wordt in de steunen geplaatst die zich
het dichtste of het verste van de gril bevinden, in
verhouding met de dikte van het vlees om het
verbranden aan de buitenkant en het te weinig braden
aan de binnenkant te vermijden.
Indien U 1 of 2 glazen water in de druippan giet,
vermijdt U de vorming van rook door de druppels sap
en vet.
Het is mogelijk de gril ook te gebruiken voor het
gratineren, het roosteren van brood en het roosteren
van fruit, zoals bijvoorbeeld bananen, in de helft
gesneden pompelmoezen, sneden ananas, appelen,
ecc. Het fruit wordt niet te dicht bij de warmtebron
geplaatst.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen varieren volgens de aard
van de spijzen, hun homogeniteit en hun volume.
Men raadt aan om in het begin te waken en de
resultaten na te gaan om, wanneer U dezelfde
gerechten klaarmaakt in dezelfde condities,
gelijkaardige resultaten te bekomen. Ter informatie
geven we U een tabel met de tijden en relatieve
temperaturen voor het bereiden in de oven en met de gril.
De ervaring zal U vervolgens eventuele aanpassingen
suggereren aan de vermelde waarden in de tabel.