Renkforce TF0073 - 1380336 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

74
Inhoudsopgave
Page
1. Inleiding ................................................................................................................................76
2. Verklaring van symbolen ...................................................................................................77
3. Voorgeschreven gebruik ...................................................................................................77
4. Leveringsomvang ...............................................................................................................77
5. Veiligheidsvoorschriften ....................................................................................................78
6. Batterij-/accuvoorschriften ..............................................................................................79
7. Bedieningselementen ........................................................................................................80
8. Ingebruikname ....................................................................................................................82
a) Zendkanalen en temperatuureenheid van de buitensensoren instellen .............82
b) Batterijen in de buitensensoren plaatsen ................................................................. 83
c) Batterijen in het basisstation plaatsen ...................................................................... 84
d) Montage van de buitensensoren ...............................................................................85
e) Montage of opstelling van het basisstation .............................................................85
9. Handmatig zoeken naar de buitensensoren ..................................................................86
10. Weergave van de meetgegevens bij meer dan 3 buitensensoren .............................87
a) Meetgegevens manueel laten weergeven ...............................................................87
b) Meetgegevens automatisch omwisselen .................................................................87
11. Temperatuureenheid °C/°F omschakelen ......................................................................88
12. Temperatuurtendens ..........................................................................................................88
13. Comfortindicator .................................................................................................................88
14. Maximum-/minimumwaarden ..........................................................................................89
a) Waarden weergeven ....................................................................................................89
b) Waarden terugzetten ....................................................................................................89
15. Alarmfunctie voor temperatuur/luchtvochtigheid ........................................................90
a) Waarden voor de alarmfunctie instellen, alarmfunctie in-/uitschakelen ............90
b) Grenswaarden weergeven .......................................................................................... 91
c) Alarm is geactiveerd.....................................................................................................91
O
75
Page
16. Kalibratie ..............................................................................................................................92
a) Kalibratie van de temperatuur ....................................................................................92
b) Kalibratie van de luchtvochtigheid ............................................................................93
17. Bereik....................................................................................................................................94
18. Afvoer ...................................................................................................................................95
a) Algemeen........................................................................................................................95
b) Afvoeren van lege batterijen/accu´s .........................................................................95
19. Onderhoud en reiniging .....................................................................................................96
a) Algemeen........................................................................................................................96
b) Batterij vervangen ........................................................................................................96
20. Conformiteitsverklaring (DOC) .......................................................................................... 96
21. Technische gegevens ........................................................................................................97
a) Basisstation....................................................................................................................97
b) Buitensensor ..................................................................................................................97
76
1. Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product.
Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese voorschriften.
Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te
handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instruc-
ties voor de ingebruikname en bediening. Let hierop, ook wanneer u dit pro-
duct aan derden doorgeeft.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voor toekomstige referentie!
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke
eigenaren. Alle rechten voorbehouden
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
77
2. Verklaring van symbolen
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aan-
wijzingen in deze gebruiksaanwijzing die in ieder geval moeten worden opge-
volgd.
Het “pjil”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening.
3. Voorgeschreven gebruik
Het product dient om de temperatuur en luchtvochtigheid te meten en weer te geven.
De in de leveringsomvang inbegrepen 3 buitensensoren brengen uw meetgegevens
draadloos over naar het basisstation. Er kunnen tot 5 bijkomende buitensensoren als
accessoire worden besteld zodat uw meetgegevens door in totaal 8 buitensensoren
worden weergegeven.
Het gebruik van het basisstation gebeurt via 4 batterijen van het type AAA/micro, het
gebruik van de buitensensoren gebeurt via telkens 2 batterijen van het type AAA/micro.
De veiligheidsinstructies en alle andere informatie in deze gebruiksaanwijzing dienen
absoluut in acht te worden genomen. Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig en be-
waar deze. Geef het product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing aan derden
door.
Een ander gebruik dan hier beschreven is niet toegelaten en heeft de beschadiging
van het product tot gevolg. Bovendien gaat dit gepaard met gevaren zoals kortsluiting
en brand.
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Alle
vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eige-
naren. Alle rechten voorbehouden.
4. Leveringsomvang
• Basisstation
• 3x buitensensor
• 3x zuignappen voor de montage van de buitensensoren
• Gebruiksaanwijzing
78
5. Veiligheidsvoorschriften
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing,
vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij
niet aansprakelijk!
Voor materiële of persoonlijke schade, die door ondeskundig gebruik of niet
inachtname van de veiligheidsvoorschriften veroorzaakt worden zijn wij niet
aansprakelijk. In zulke gevallen vervalt de garantie.
Om veiligheids- en toelatingsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen
en/of wijzigen van het product niet toegestaan. Open/demonteer het niet
(behoudens het in deze handleiding plaatsen/vervangen van de batterijen).
Gebruik dit product niet in ziekenhuizen of medische inrichtingen. Alhoewel
de buitensensoren enkel relatief zwakke radiosignalen uitzenden, kan dit
functiestoringen bij levensbehoudende systemen veroorzaken. Hetzelfde
geldt mogelijk in andere bereiken.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor incorrecte aanduidingen/meet-
waarden en de gevolgen die hieruit kunnen voortvloeien.
Het product is bedoeld voor privé gebruik. Het is niet geschikt voor medi-
sche doeleinden of voor publieksinformatie.
Dit product is geen speelgoed: houd het daarom buiten bereik van kinderen.
Het product bevat kleine onderdelen, glas (scherm) en batterijen. Plaats het
product zodanig dat het zich buiten het bereik van kinderen bevindt.
Het basisstation is alleen geschikt voor droge, gesloten binnenruimtes. U
mag het weerstation niet blootstellen aan direct zonlicht, grote hitte, koude,
vochtigheid of nattigheid, anders raakt het beschadigd.
De buitensensoren zijn geschikt voor een beschutte plaats buiten. Ze mo-
gen echter niet in of onder water worden gebruikt aangezien ze hierdoor
worden vernietigd.
• U mag het verpakkingsmateriaal niet zomaar laten rondslingeren. Dit is ge-
vaarlijk speelgoed voor kinderen.
79
Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of een val - zelfs
van geringe hoogte - kan het beschadigd raken.
Gelieve u tot onze technische helpdesk of een andere vakman te wenden
indien u vragen heeft die niet opgehelderd worden in deze gebruiksaanwij-
zing.
6. Batterij-/accuvoorschriften
• Houd batterijen/accu´s buiten het bereik van kinderen.
• U mag batterijen/accu´s niet zomaar laten rondslingeren wegens het gevaar dat kin-
deren of huisdieren ze inslikken. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.
Vervang de lege batterijen/accu’s tijdig aangezien lege of verouderde accu’s kunnen
lekken.
• Lekkende of beschadigde batterijen/accu´s kunnen bij contact met de huid verwon-
dingen veroorzaken. Draag in zo´n geval steeds beschermende handschoenen.
Uit batterijen/accu’s lopende vloeistoffen zijn chemisch zeer agressief. Voorwerpen
of oppervlaktes die daarmee in aanraken komen, kunnen deels ernstig beschadigd
raken. Bewaar batterijen/accu’s daarom op een geschikte plaats.
U mag batterijen/accu´s niet kortsluiten, demonteren of in het vuur werpen. Er be-
staat explosiegevaar!
• Gewone niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen. Explosiegevaar!
• Vervang steeds de volledige set batterijen/accu’s. Combineer geen batterijen/accu’s
die in verschillende toestanden verkeren (vb. volle met halfvolle batterijen).
Plaats ofwel batterijen of accu’s, maar meng nooit batterijen met accu’s. Gebruik
steeds uitsluitend identieke batterijen/accu´s van hetzelfde type en dezelfde fabri-
kant.
Let bij het plaatsen van de batterijen/accu’s op de juiste polariteit (plus/+ en minus/-).
U kunt het product met accu´s gebruiken. Door de mindere spanning (batterij
= 1,5 V, accu = 1,2 V) nemen de bedrijfsduur en het schermcontrast af.
Wij raden u daarom aan om uitsluitend hoogwaardige alkalinebatterijen te
gebruiken en geen accu’s.
80
7. Bedieningselementen
6 7
89 10 11 12 13 14
5
4
3
2
1
15 16 17
18 19
20
1 Weergavebereik voor binnensensor («IN») en de buitensensoren met kanaal 4 - 8
2 Weergavebereik voor buitensensor met kanaal 3
3 Weergavebereik voor buitensensor met kanaal 2
4 Symbool «MIN» en «MAX»
5 Pijlsymbool voor markering van het zopas gekozen kanaal
6 Weergavebereik voor buitensensor met kanaal 1
7 Symbool voor draadloze ontvangst
8 Symbool voor «Batterij leeg»
9 Temperatuur
10 Pijlsymbolen voor temperatuurtendens (stijgend, gelijkblijvend, dalend)
11 Symbolen voor temperatuuralarm («HI AL» en «LO AL»)
12 Symbolen voor comfortindicator
13 Luchtvochtigheid
14 Symbolen voor luchtvochtigheidsalarm («HI AL» en «LO AL»)
15 Toets «MIN/MAX/-»
16 Toets «ALARM/ADJUST”
17 Toets «CHANNEL/+»
18 Opening voor wandmontage
19 Batterijvak
20 Uitklapbare opstelvoet
81
21
22
23
24
26
25
27
21 Buitentemperatuur
22 Buitenluchtvochtigheid
23 LED (knippert kort wanneer gegevenspakket verzonden wordt)
24 Kanaalnummer
25 Opening voor wandmontage
26 DIP-schakelaar voor instelling van het kanaalnummer en de temperatuureenheid
°C/°F
27 Batterijvak
82
8. Ingebruikname
Het is mogelijk het basisstation en de buitensensoren met een accu te ge-
bruiken. Door de mindere spanning (batterij = 1,5 V, accu = 1,2 V) nemen de
bedrijfsduur en het schermcontrast af. Aangezien accu’s bijzonder koude-
gevoelig zijn, neemt de bedrijfsduur van de buitensensoren in de winter nog
verder af.
Wij raden u daarom aan om zowel het basisstation als de buitensensoren met
hoogwaardige alkalinebatterijen te gebruiken om een lange en veilige wer-
king te garanderen.
a) Zendkanalen en temperatuureenheid van de buitensensoren
instellen
Open het batterijvak aan de achterkant van de buitensensoren. Draai hiervoor de
bevestigingsschroeven uit en neem dan het batterijvakdeksel af.
Met de vier DIP-schakelaars kan het zendkanaal (1...8) en de temperatuureenheid
(°C of °F) nu voor weergave op het scherm van de buitensensor worden ingesteld.
Stel elke buitensensor op een ander kanaal in. Gebruik nooit een instelling
voor meer dan een buitensensor aangezien het anders bij ontvangst door het
basisstation tot storingen komt.
De instelling van zendkanaal en temperatuureenheid moet gebeuren voor het
installeren van de batterijen!
DIP-schakelaar 1 DIP-schakelaar 2 DIP-schakelaar 3 DIP-schakelaar 4
Zendkanaal 1 onder onder onder
Zendkanaal 2 onder onder boven
Zendkanaal 3 onder boven onder
Zendkanaal 4 onder boven boven
Zendkanaal 5 boven onder onder
Zendkanaal 6 boven onder boven
Zendkanaal 7 boven boven onder
Zendkanaal 8 boven boven boven
°C boven
°F onder
83
b) Batterijen in de buitensensoren plaatsen
Open eerst het batterijvak en stel het zendkanaal en de temperatuureenheid
voor de weergave op het scherm via de DIP-schakelaar in, zie hierboven.
Plaats 2 batterijen van het type AAA/Micro met de polen in de juiste richting in de
buitensensor (let op plus/+ en min/-).
Onmiddellijk nadat u de batterijen heeft geplaatst, toont de buitensensor kort alle
schermsegmenten. Wanneer nu vreemde tekens op het scherm verschijnen, verwij-
dert u de batterijen enkele seconden en plaatst u ze dan terug.
Sluit het batterijvak opnieuw. Plaats daarom het batterijvakdeksel juist en schroef het
vast.
Op het scherm wordt het kanaalnummer (24) aangeduid. Dit dient later voor de toe-
wijzing van de weergave op het scherm.
Telkens de buitensensor zendt (daarbij worden meetgegevens overgedragen),
knippert de rode LED (23) kort op de voorzijde van de buitensensor.
84
c) Batterijen in het basisstation plaatsen
• Open het batterijvak (19) aan de achterkant van het basisstation.
Plaats 4 batterijen van het type AAA/Micro met de polen in de juiste richting in het
basisstation (let op plus/+ en min/-). Sluit het batterijvak weer.
Onmiddellijk na het plaatsen van de batterijen geeft het basisstation kort alle scherm-
segmenten weer en is er een geluidssignaal hoorbaar. Wanneer nu vreemde tekens
op het scherm verschijnen, verwijdert u de batterijen enkele seconden en plaatst u
ze dan terug.
Vervolgens start het basisstation het zoeken naar het draadloos signaal van de bui-
tensensoren, rechts naast het kanaalnummer 1, 2 en 3 verschijnt het ontvangstsym-
bool (7). Dit zoeken naar sensoren kan enkele minuten duren.
Druk op geen enkele toets, beweeg het basisstation en de buitensensoren
niet.
Als het basisstation ook na meerdere minuten geen meetgegevens van de buitensen-
sor weergeeft, verwijdert u de batterijen uit het basisstation en de buitensensor en
gaat u opnieuw te werk, zoals hierboven beschreven.
Controleer de instelling van de zendkanalen van de buitensensoren. Elke bui-
tensensor moet op een ander kanaal worden ingesteld.
Wij raden u aan om de meegeleverde 3 buitensensoren op zendkanaal 1, 2 of
3 in te stellen (en niet op zendkanaal 4 - 8).
U kunt ook manueel zoeken naar de beschikbare buitensensoren. Let hiervoor
op het hoofdstuk “Manueel zoeken naar buitensensoren starten”.
85
d) Montage van de buitensensoren
De buitensensoren kunnen via de opening (25) aan de achterkant aan een nagel,
schroef of haak aan de wand worden bevestigd. Via de meegeleverde zuignappen is
het ook mogelijk om de sensoren aan een venster te bevestigen.
De buitensensoren zijn geschikt voor een gebruik op een beschutte plek buitenshuis.
Ze moeten zo worden geplaatst dat ze niet aan direct zonlicht zijn blootgesteld aange-
zien het anders tot een verkeerde temperatuurmeting komt. Neerslag op de buitensen-
soren voert ook tot een verkeerde temperatuurmeting, aangezien de behuizing afkoelt.
Hetzelfde geldt voor het meten van de luchtvochtigheid.
Wij raden u daarom aan de opstelplaats zorgvuldig te kiezen opdat de buitensensoren
de juiste temperatuur meet.
Dompel de buitensensor nooit in water onder; hierdoor wordt deze vernietigd!
e) Montage of opstelling van het basisstation
Het basisstation kan ook via een opening aan de achterzijde (18) aan een nagel, een
schroef of een haak aan de wand worden bevestigd.
Met behulp van een uitklapbare voet (20) kan het basisstation op een effen, stabiel
oppervlak worden gezet. Bescherm kostbare meubeloppervlakken met behulp van een
geschikte onderlegger tegen krassporen.
86
9. Handmatig zoeken naar de buitensensoren
g) Buitensensor zoeken
Dit kan veranderd worden wanneer een reeds aanwezige buitensensor na het
vervangen van batterijen niet meer wordt gevonden.
Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder het kanaalnum-
mer 1, 2 of 3 te zien is.
Wanneer er meer dan 3 buitensensoren aan het basisstation waren aange-
meld, verschijnt het respectievelijke kanaalnummer (4, 5, 6, 7 of 8) wanneer u
kort op de toets “CHANNEL/+” drukt.
Houd de toets “CHANNEL/+” (17) nu gedurende 3 seconden ingedrukt tot het symbool
voor de draadloze ontvangst (7) rechts naast het kanaalnummer verschijnt. Het ba-
sisstation zoekt in de volgende minuten naar de buitensensor.
• Druk tijdens het zoeken op geen enkele toets.
Bij ontvangstproblemen vermindert u evt. de afstand tussen de buitensensor en het
basisstation of kiest u een andere opstelplaats.
Alle beschikbare buitensensoren zoeken.
Dit moet gebruikt worden wanneer u een nieuwe buitensensor wilt aanmel-
den.
• Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder de binnentem-
peratuur te zien is.
Houd de toets “CHANNEL/+” (17) nu gedurende 3 seconden ingedrukt tot het symbool
voor de draadloze ontvangst (7) naast alle 3 de kanaalnummers (1, 2 en 3) verschijnt.
Het basisstation zoekt in de volgende minuten naar alle beschikbare buitensensoren.
• Druk tijdens het zoeken op geen enkele toets.
Bij ontvangstproblemen vermindert u evt. de afstand tussen de buitensensoren en
het basisstation of kiest u een andere opstelplaats.
87
10. Weergave van de meetgegevens bij meer dan
3 buitensensoren
Als u meer dan 3 buitensensoren bij het basisstation hebt aangemeld, kunt u de meet-
gegevens ofwel manueel weergeven of activeert u een automatische weergave.
a) Meetgegevens manueel laten weergeven
• Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder de binnentem-
peratuur te zien is.
Wanneer u nu nogmaals (evt. meermaals) kort op de toets “CHANNEL/+” (17) drukt,
verdwijnt de melding “IN” en verschijnt daaronder het kanaalnummer (4....8) en de
bijhorende meetgegevens, naargelang van hoeveel buitensensoren zijn aangemeld.
Dit is uiteraard alleen mogelijk wanneer er ook werkelijk meerdere buiten-
sensoren bij zendkanalen 4 - 8 zijn aangemeld.. Anders blijft de melding “IN”
staan.
b) Meetgegevens automatisch omwisselen
Dit is alleen mogelijk wanneer er meerdere buitensensoren bij zendkanalen
4 - 8 zijn aangemeld..
• Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder de binnentem-
peratuur te zien is.
Als u nu nogmaals (evt. meermaals) op de toets “CHANNEL/+” (17) drukt, wordt het
symbool “
” linksonder weergegeven.
Vervolgens verschijnen de meetwaarden van binnentemperatuur/-luchtvoch-
tigheid en de meetwaarden van buitensensoren 4 - 8 (indien aangemeld) op de
onderste schermregel.
88
11. Temperatuureenheid °C/°F omschakelen
• Terwijl het basisstation de huidige meetwaarden weergeeft, houdt u de toets “MIN/
MAX/-” (15) gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt om tussen de tempera-
tuureenheid °C (graden Celsius) en °F (graden Fahrenheit) om te schakelen.
• Als de temperatuureenheid op het scherm van de buitensensor moet worden omge-
schakeld, opent u het batterijvak van de buitensensor. Verwijder de batterijen; wacht
tot het scherm uitdooft.
Stel DIP-schakelaar 4 in overeenstemming met de tabel in hoofdstuk “Ingebruikna-
me” in.
Plaats dan de batterijen terug en sluit het batterijvak. Als de buitensensor niet meer
gevonden wordt (er verschijnen alleen streepjes in het overeenkomstige schermbe-
reik van het basisstation), moet zoeken naar sensoren, zie boven.
12. Temperatuurtendens
Rechts naast de temperatuur worden pijlsymbolen voor de temperatuurtendens weer-
gegeven (stijgend, gelijkblijvend of dalend).
13. Comfortindicator
Tussen de weergave van temperatuur en luchtvochtigheid verschijnen symbolen voor
de comfortindicator. Deze wordt afhankelijk van de luchtvochtigheid berekend.
Luchtvochtigheid <45% (droog)
Luchtvochtigheid >65% (vochtig)
Luchtvochtigheid 45%....65% (optimaal)
89
14. Maximum-/minimumwaarden
a) Waarden weergeven
Druk meermaals kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de verschillende indi-
caties om te schakelen:
• Maximumwaarden (indicatie “MAX” links op het scherm)
• Minimumwaarden (indicatie “MIN” links op het scherm)
• Huidige meetwaarden
Als er enkele seconden op geen enkele toets wordt gedrukt, verschijnen de
huidige meetwaarden automatisch.
b) Waarden terugzetten
De maximum-/minimumwaarden kunnen voor elke buitensensor afzonderlijk worden
teruggezet.
• Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) bij de respectievelijke
buitensensor (of binnensensor “IN”) verschijnt.
Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de maximumwaarden weer te
geven (“MAX”).
• Als de maximumwaarden moeten worden teruggezet, houdt u de toets “MIN/MAX-”
(15) gedurende 3 sec. ingedrukt.
• Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de minimumwaarden weer te ge-
ven (“MIN”).
• Als de minimumwaarden moeten worden teruggezet, houdt u de toets “MIN/MAX-”
(15) gedurende 3 sec. ingedrukt.
• Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om de huidige meetwaarden opnieuw weer
te geven (anders wacht u enkele seconden).
90
15. Alarmfunctie voor temperatuur/luchtvochtig-
heid
Het basisstation biedt de mogelijkheid om bij het over- of onderschrijden van een
grenswaarde van de temperatuur of luchtvochtigheid een alarmsignaal uit te zenden
(afzonderlijk instelbaar voor binnentemperatuur/binnenluchtvochtigheid of buitentem-
peratuur/buitenluchtvochtigheid van elke buitensensor).
a) Waarden voor de alarmfunctie instellen, alarmfunctie in-/uit-
schakelen
Als er gedurende enkele seconden op geen enkele toets wordt gedrukt, be-
eindigt het basisstation de instelmodus automatisch.
Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder het gewenste
kanaal (buiten- of binnensensor) verschijnt.
• Houd de toets “ALARM/ADJUST” (16) gedurende 3 seconden ingedrukt.
Op het scherm verschijnt rechts naast de temperatuur “HI AL” en de huidig inge-
stelde waarde voor de bovenste temperatuurgrens knippert.
• Wijzig de knipperende waarde met de toets “MIN/MAX/-” (15) of “CHANNEL/+” (17).
Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling.
• Als het alarm in- of uitgeschakeld moet worden, houdt u de toets “ALARM/ADJUST”
(16) gedurende 3 seconden ingedrukt. Bij ingeschakeld alarm verschijnt het symbool
”.
Druk kort op de toets “ALARM/ADJUST” (16) en naast de temperatuur verschijnt “LO
AL” op het scherm en de huidig ingestelde waarde voor de onderste temperatuur-
grens knippert.
• Wijzig de knipperende waarde met de toets “MIN/MAX/-” (15) of “CHANNEL/+” (17).
Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling.
• Als het alarm in- of uitgeschakeld moet worden, houdt u de toets “ALARM/ADJUST”
(16) gedurende 3 seconden ingedrukt. Bij ingeschakeld alarm verschijnt het symbool
”.
Druk kort op de toets “ALARM/ADJUST/-” (16) en naast de temperatuur verschijnt
“LO AL” op het scherm en de huidig ingestelde waarde voor de bovenste luchtvoch-
tigheidsgrens knippert.
• Wijzig de knipperende waarde met de toets “MIN/MAX/-” (15) of “CHANNEL/+” (17).
Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling.
91
• Als het alarm in- of uitgeschakeld moet worden, houdt u de toets “ALARM/ADJUST”
(16) gedurende 3 seconden ingedrukt. Bij ingeschakeld alarm verschijnt het symbool
”.
Druk kort op de toets “ALARM/ADJUST” (16) en naast de temperatuur verschijnt
“LO AL” op het scherm en de huidig ingestelde waarde voor de onderste luchtvoch-
tigheidsgrens knippert.
• Wijzig de knipperende waarde met de toets “MIN/MAX/-” (15) of “CHANNEL/+” (17).
Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling.
• Als het alarm in- of uitgeschakeld moet worden, houdt u de toets “ALARM/ADJUST”
(16) gedurende 3 seconden ingedrukt. Bij ingeschakeld alarm verschijnt het symbool
”.
• Druk kort op de toets “ALARM/ADJUST” (16) en de instelmodus wordt beëindigd.
Herhaal de bovengenoemde stappen voor elke buitensensor (of voor de bin-
nensensor) wanneer u bijkomende alarms wilt instellen, in- of uitschakelen.
b) Grenswaarden weergeven
Druk uitgaand van de normale weergave kort op de toets “ALARM/ADJUST” (16) om
tussen de volgende weergaven om te schakelen:
Bovenste grenswaarde (weergave “HI AL” rechts naast de temperatuur/luchtvoch-
tigheid)
Onderste grenswaarde (weergave “LO AL” rechts naast de temperatuur/luchtvoch-
tigheid)
• Huidige meetwaarden
Als er enkele seconden op geen enkele toets wordt gedrukt, verschijnen de
huidige meetwaarden automatisch.
c) Alarm is geactiveerd
Als de ingestelde grenswaarden worden overschreden, knippert het overeenkomstige
symbool en wordt een alarmtoon uitgegeven. Beëindig het alarm door kort op een wil-
lekeurige toets te drukken.
92
16. Kalibratie
De weergave van de temperatuur en vochtigheid op de display van het basisstation
kan worden gekalibreerd. Dit betekent dat de afwijkingen van een referentiewaarde
(bijvoorbeeld door hoogwaardige meetapparatuur) kunnen worden verbeterd terwijl
voor de weergave een waarde toegevoegd of afgetrokken wordt.
Opmerking:
De weergave op de display van de buitensensoren kan niet worden gekalibre-
erd.
Wanneer u de weergave op de display van het basisstation hebt gekalibreerd,
geeft de display van de buitensensoren een andere waarde aan.
a) Kalibratie van de temperatuur
Druk net zo vaak kort op „CHANNEL / +“ (17), totdat het pijlsymbool (5) bij het gewens-
te kanaal verschijnt (zijn buitensensoren met kanaal 4-8 geregistreerd, selecteer dan
het bijbehorende kanaalnummer).
Houd de twee toetsen „ALARM / ADJUST“ (16) en „CHANNEL / +“ (17) tegelijk gedu-
rende 5 seconden ingedrukt.
Vervolgens begint de temperatuurwaarde te knipperen.
Wijzig de temperatuurwaarde met de toets „MIN / MAX / -“ (15) of „CHANNEL / +“
(17). Houd de betreffende toets voor een snelle afstelling langer ingedrukt.
Als de temperatuurwaarde wordt teruggezet naar de gekalibreerde uitgangswaarde,
druk dan kort op de toets „ALARM / ADJUST“ (16).
• Om de gekalibreerde waarde op te slaan en de instelmodus af te sluiten, houdt u de
toets „ALARM / ADJUST“ (16) gedurende 3 seconden ingedrukt.
De instelmodus wordt automatisch beëindigd als u gedurende enkele seconden geen
toets indrukt. Het basisstation herneemt de voorgaande instellingen.
93
b) Kalibratie van de luchtvochtigheid
Druk net zo vaak kort op „CHANNEL / +“ (17), totdat het pijlsymbool (5) bij het gewens-
te kanaal verschijnt (zijn buitensensoren met kanaal 4-8 geregistreerd, selecteer dan
het bijbehorende kanaalnummer).
Houd de twee toetsen „ALARM / ADJUST“ (16) en „MIN/MAX/-“ (15) tegelijk gedu-
rende 5 seconden ingedrukt.
Vervolgens begint de luchtvochtigheidwaarde te knipperen.
• Wijzig de luchtvochtigheidwaarde met de toets „MIN / MAX / -“ (15) of „CHANNEL /
+“ (17). Houd de betreffende toets voor een snelle afstelling langer ingedrukt.
Als de luchtvochtigheidwaarde wordt teruggezet op de ongekalibreerde uitgangs-
waarde, druk dan kort op de toets „ALARM / ADJUST“ (16).
• Om de gekalibreerde waarde op te slaan en de instelmodus af te sluiten, houdt u de
toets „ALARM / ADJUST“ (16) gedurende 3 seconden ingedrukt.
De instelmodus wordt automatisch beëindigd als u gedurende enkele seconden geen
toets indrukt. Het basisstation herneemt de voorgaande instellingen.
94
17. Bereik
De reikwijdte voor de draadloze overdracht van de signalen tussen de buitensensoren
en het basisstation bedraagt bij optimale omstandigheden tot en met 100 m.
Bij deze bereikaanduiding gaat het echter om de zgn. “open veld-bereik”.
Deze ideale rangschikking (b.v. basisstation en buitensensoren op een gladde
en vlakke weide zonder bomen en huizen e.d.) vindt men natuurlijk nauwelijks
in de praktijk.
Omwille van de verschillende invloeden op de draadloze overdracht kunnen wij geen
bepaald bereik garanderen. Normaal gezien is de werking in een eengezinswoning
zonder probleem mogelijk.
Het bereik kan worden beperkt door de nabijheid van kabels, leidingen, metalen on-
derdelen, elektronische apparaten, etc. Ook dikke muren, staalbetonconstructies, ge-
laagde isolatieramen, etc. verkleinen het bereik heel sterk.
Wanneer u vaststelt dat het basisstation geen meetgegevens van een of meerdere
buitensensoren ontvangt, controleert u eerst de toestand van de batterijen in de bui-
tensensoren. Kies vervolgens een andere standplaats voor het basisstation of de bui-
tensensoren. Zoek evt. manueel naar buitensensoren (zie hoofdstuk “Manueel zoeken
naar buitensensoren”).
95
18. Afvoer
a) Algemeen
Het product hoort niet thuis in het huishoudelijk afval.
Na afloop van de economisch nuttige levensduur moet het product in over-
eenstemming met de van kracht zijnde wettelijke bepalingen voor afvalver-
werking worden verwijderd.
Verwijder evt. geplaatste batterijen/accu’s en gooi deze afzonderlijk van het
product weg.
b) Afvoeren van lege batterijen/accu´s
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle
lege batterijen en accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil
meegegeven worden!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met ne-
venstaand symbool. Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De
aanduidingen voor zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood.
U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente,
onze filialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht, afgeven!
Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van
het milieu!
96
19. Onderhoud en reiniging
a) Algemeen
Dit product is onderhoudsvrij, demonteer het nooit (alleen voor de in deze gebruiksaan-
wijzing beschreven werkwijze bij het installeren of vervangen van de batterijen.) Laat
het product uitsluitend door een vakman onderhouden of repareren.
De buitenkant van het product dient slechts met een zachte, droge doek te worden
schoongeveegd.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische op-
lossingen, omdat deze de behuizing kunnen aantasten of de werking beïn-
vloeden. Druk niet te hard op het scherm aangezien dit tot krassporen of een
beschadiging van het scherm leidt.
Stof kan heel eenvoudig worden verwijderd met een schoon, langharig penseel en een
stofzuiger.
b) Batterij vervangen
Het is nodig de batterij te vervangen als het schermcontrast van het basisstation of de
buitensensor te sterk vermindert of als er een batterijsymbool op het scherm verschijnt.
Vervang dan de verbruikte/lege batterij door een nieuw exemplaar en gooi deze correct
weg, zie hoofdstuk “Afvoer”.
20. Conformiteitsverklaring (DOC)
Hierbij verklaren wij, Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau,
dat dit product in overeenstemming is met de belangrijkste voorwaarden en andere
relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG.
De bij dit product behorende verklaring van conformiteit (DOC) kunt u vinden
op www.conrad.com
97
21. Technische gegevens
a) Basisstation
Stroomverzorging................................................... 4 batterijen van het type AAA/micro
Temperatuurmeetbereik ....................................... 0 °C tot +60 °C
Resolutie ......................................................... 0,1 °C
Nauwkeurigheid ............................................ ±1 °C
Luchtvochtigheidsmeetbereik ............................. 10% tot 99% relatieve luchtvochtigheid
Resolutie ......................................................... 1% relatieve luchtvochtigheid
Nauwkeurigheid ............................................ ±5% relatieve luchtvochtigheid
Aantal buitensensoren .......................................... max. 8 (3 stuks zijn inbegrepen, tot 5 bij-
komende kunnen als accessoire wor-
den besteld)
Afmetingen .............................................................. 115 x 125 x 22,5 mm (B x H x D)
Gewicht.................................................................... 142,2 g
b) Buitensensor (3 stuks inbegrepen)
Stroomverzorging................................................... 2 batterijen van het type AAA/micro
Zendfrequentie ....................................................... 433 MHz
Zendbereik .............................................................. tot 100 m (zie hoofdstuk “Bereik”)
Meetinterval............................................................ ca. 1 minuut
Temperatuurmeetbereik ....................................... -40 °C tot +60 °C
Resolutie ......................................................... 0,1 °C
Nauwkeurigheid ............................................ ±1 °C
Luchtvochtigheidsmeetbereik ............................. 10% tot 99% relatieve luchtvochtigheid
Resolutie ......................................................... 1% relatieve luchtvochtigheid
Nauwkeurigheid ............................................ ±5% relatieve luchtvochtigheid
Afmetingen .............................................................. 45 x 110 x 20 mm (B x H x D)
Gewicht.................................................................... 51,2 g
o Legal Notice
This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture
in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is
prohibited. This publication represent the technical status at the time of printing.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
a Information légales
Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, sa-
isie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le
réimprimer, même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
j Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie,
microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toe-
stemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand
bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V3_1215_02/VTP
i Impressum
Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder
die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausge-
bers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave  Page 1. Inleiding.................................................................................................................................76 2. Verklaring van symbolen....................................................................................................77 3. Voorgeschreven gebruik....................................................................................................77 4. Leveringsomvang................................................................................................................77 5. Veiligheidsvoorschriften.....................................................................................................78 6. Batterij-/accuvoorschriften...............................................................................................79 7. Bedieningselementen.........................................................................................................80 8. Ingebruikname.....................................................................................................................82 a)  Zendkanalen en temperatuureenheid van de buitensensoren instellen..............82 b) Batterijen in de buitensensoren plaatsen..................................................................83 c) Batterijen in het basisstation plaatsen.......................................................................84 d) Montage van de buitensensoren................................................................................85 e) Montage of opstelling van het basisstation..............................................................85 9. Handmatig zoeken naar de buitensensoren...................................................................86 10. Weergave van de meetgegevens bij meer dan 3 buitensensoren..............................87 a) Meetgegevens manueel laten weergeven................................................................87 b) Meetgegevens automatisch omwisselen..................................................................87 11. Temperatuureenheid °C/°F omschakelen.......................................................................88 12. Temperatuurtendens...........................................................................................................88 13. Comfortindicator..................................................................................................................88 14. Maximum-/minimumwaarden...........................................................................................89 a) Waarden weergeven.....................................................................................................89 b) Waarden terugzetten.....................................................................................................89 15. Alarmfunctie voor temperatuur/luchtvochtigheid.........................................................90 a)  Waarden voor de alarmfunctie instellen, alarmfunctie in-/uitschakelen.............90 b) Grenswaarden weergeven...........................................................................................91 c) Alarm is geactiveerd.....................................................................................................91 74 Page 16. Kalibratie...............................................................................................................................92 a) Kalibratie van de temperatuur.....................................................................................92 b) Kalibratie van de luchtvochtigheid.............................................................................93 17. Bereik....................................................................................................................................94 18. Afvoer....................................................................................................................................95 a) Algemeen........................................................................................................................95 b) Afvoeren van lege batterijen/accu´s..........................................................................95 19. Onderhoud en reiniging......................................................................................................96 a) Algemeen........................................................................................................................96 b) Batterij vervangen ........................................................................................................96 20. Conformiteitsverklaring (DOC)...........................................................................................96 21. Technische gegevens.........................................................................................................97 a) Basisstation....................................................................................................................97 b) Buitensensor...................................................................................................................97 75 1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese voorschriften. Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen! Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de ingebruikname en bediening. Let hierop, ook wanneer u dit product aan derden doorgeeft. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voor toekomstige referentie! Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 76 2. Verklaring van symbolen Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd. Het “pjil”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening. 3. Voorgeschreven gebruik Het product dient om de temperatuur en luchtvochtigheid te meten en weer te geven. De in de leveringsomvang inbegrepen 3 buitensensoren brengen uw meetgegevens draadloos over naar het basisstation. Er kunnen tot 5 bijkomende buitensensoren als accessoire worden besteld zodat uw meetgegevens door in totaal 8 buitensensoren worden weergegeven. Het gebruik van het basisstation gebeurt via 4 batterijen van het type AAA/micro, het gebruik van de buitensensoren gebeurt via telkens 2 batterijen van het type AAA/micro. De veiligheidsinstructies en alle andere informatie in deze gebruiksaanwijzing dienen absoluut in acht te worden genomen. Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig en bewaar deze. Geef het product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing aan derden door. Een ander gebruik dan hier beschreven is niet toegelaten en heeft de beschadiging van het product tot gevolg. Bovendien gaat dit gepaard met gevaren zoals kortsluiting en brand. Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden. 4. Leveringsomvang • Basisstation • 3x buitensensor • 3x zuignappen voor de montage van de buitensensoren • Gebruiksaanwijzing 77 5. Veiligheidsvoorschriften Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële of persoonlijke schade, die door ondeskundig gebruik of niet inachtname van de veiligheidsvoorschriften veroorzaakt worden zijn wij niet aansprakelijk. In zulke gevallen vervalt de garantie. • Om veiligheids- en toelatingsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van het product niet toegestaan. Open/demonteer het niet (behoudens het in deze handleiding plaatsen/vervangen van de batterijen). • Gebruik dit product niet in ziekenhuizen of medische inrichtingen. Alhoewel de buitensensoren enkel relatief zwakke radiosignalen uitzenden, kan dit functiestoringen bij levensbehoudende systemen veroorzaken. Hetzelfde geldt mogelijk in andere bereiken. • De fabrikant is niet verantwoordelijk voor incorrecte aanduidingen/meetwaarden en de gevolgen die hieruit kunnen voortvloeien. • Het product is bedoeld voor privé gebruik. Het is niet geschikt voor medische doeleinden of voor publieksinformatie. • Dit product is geen speelgoed: houd het daarom buiten bereik van kinderen. Het product bevat kleine onderdelen, glas (scherm) en batterijen. Plaats het product zodanig dat het zich buiten het bereik van kinderen bevindt. • Het basisstation is alleen geschikt voor droge, gesloten binnenruimtes. U mag het weerstation niet blootstellen aan direct zonlicht, grote hitte, koude, vochtigheid of nattigheid, anders raakt het beschadigd. • De buitensensoren zijn geschikt voor een beschutte plaats buiten. Ze mogen echter niet in of onder water worden gebruikt aangezien ze hierdoor worden vernietigd. • U mag het verpakkingsmateriaal niet zomaar laten rondslingeren. Dit is gevaarlijk speelgoed voor kinderen. 78 • Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het beschadigd raken. • Gelieve u tot onze technische helpdesk of een andere vakman te wenden indien u vragen heeft die niet opgehelderd worden in deze gebruiksaanwijzing. 6. Batterij-/accuvoorschriften • Houd batterijen/accu´s buiten het bereik van kinderen. • U mag batterijen/accu´s niet zomaar laten rondslingeren wegens het gevaar dat kinderen of huisdieren ze inslikken. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts. • Vervang de lege batterijen/accu’s tijdig aangezien lege of verouderde accu’s kunnen lekken. • Lekkende of beschadigde batterijen/accu´s kunnen bij contact met de huid verwondingen veroorzaken. Draag in zo´n geval steeds beschermende handschoenen. • Uit batterijen/accu’s lopende vloeistoffen zijn chemisch zeer agressief. Voorwerpen of oppervlaktes die daarmee in aanraken komen, kunnen deels ernstig beschadigd raken. Bewaar batterijen/accu’s daarom op een geschikte plaats. • U mag batterijen/accu´s niet kortsluiten, demonteren of in het vuur werpen. Er bestaat explosiegevaar! • Gewone niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen. Explosiegevaar! • Vervang steeds de volledige set batterijen/accu’s. Combineer geen batterijen/accu’s die in verschillende toestanden verkeren (vb. volle met halfvolle batterijen). • Plaats ofwel batterijen of accu’s, maar meng nooit batterijen met accu’s. Gebruik steeds uitsluitend identieke batterijen/accu´s van hetzelfde type en dezelfde fabrikant. • Let bij het plaatsen van de batterijen/accu’s op de juiste polariteit (plus/+ en minus/-). U kunt het product met accu´s gebruiken. Door de mindere spanning (batterij = 1,5 V, accu = 1,2 V) nemen de bedrijfsduur en het schermcontrast af. Wij raden u daarom aan om uitsluitend hoogwaardige alkalinebatterijen te gebruiken en geen accu’s. 79 7. Bedieningselementen 6 7 8 9 10 11 12 13 14 18 19 5 4 3 2 1 15 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 80 16 17 20 Weergavebereik voor binnensensor («IN») en de buitensensoren met kanaal 4 - 8 Weergavebereik voor buitensensor met kanaal 3 Weergavebereik voor buitensensor met kanaal 2 Symbool «MIN» en «MAX» Pijlsymbool voor markering van het zopas gekozen kanaal Weergavebereik voor buitensensor met kanaal 1 Symbool voor draadloze ontvangst Symbool voor «Batterij leeg» Temperatuur Pijlsymbolen voor temperatuurtendens (stijgend, gelijkblijvend, dalend) Symbolen voor temperatuuralarm («HI AL» en «LO AL») Symbolen voor comfortindicator Luchtvochtigheid Symbolen voor luchtvochtigheidsalarm («HI AL» en «LO AL») Toets «MIN/MAX/-» Toets «ALARM/ADJUST” Toets «CHANNEL/+» Opening voor wandmontage Batterijvak Uitklapbare opstelvoet 25 21 22 23 24 26 27 21 22 23 24 25 26 Buitentemperatuur Buitenluchtvochtigheid LED (knippert kort wanneer gegevenspakket verzonden wordt) Kanaalnummer Opening voor wandmontage DIP-schakelaar voor instelling van het kanaalnummer en de temperatuureenheid °C/°F 27 Batterijvak 81 8. Ingebruikname Het is mogelijk het basisstation en de buitensensoren met een accu te gebruiken. Door de mindere spanning (batterij = 1,5 V, accu = 1,2 V) nemen de bedrijfsduur en het schermcontrast af. Aangezien accu’s bijzonder koudegevoelig zijn, neemt de bedrijfsduur van de buitensensoren in de winter nog verder af. Wij raden u daarom aan om zowel het basisstation als de buitensensoren met hoogwaardige alkalinebatterijen te gebruiken om een lange en veilige werking te garanderen. a) Zendkanalen en temperatuureenheid van de buitensensoren instellen • Open het batterijvak aan de achterkant van de buitensensoren. Draai hiervoor de bevestigingsschroeven uit en neem dan het batterijvakdeksel af. • Met de vier DIP-schakelaars kan het zendkanaal (1...8) en de temperatuureenheid (°C of °F) nu voor weergave op het scherm van de buitensensor worden ingesteld. Stel elke buitensensor op een ander kanaal in. Gebruik nooit een instelling voor meer dan een buitensensor aangezien het anders bij ontvangst door het basisstation tot storingen komt. De instelling van zendkanaal en temperatuureenheid moet gebeuren voor het installeren van de batterijen! DIP-schakelaar 1 DIP-schakelaar 2 DIP-schakelaar 3 Zendkanaal 1 onder onder onder Zendkanaal 2 onder onder boven Zendkanaal 3 onder boven onder Zendkanaal 4 onder boven boven Zendkanaal 5 boven onder onder Zendkanaal 6 boven onder boven Zendkanaal 7 boven boven onder Zendkanaal 8 boven boven boven DIP-schakelaar 4 °C boven °F onder 82 b) Batterijen in de buitensensoren plaatsen Open eerst het batterijvak en stel het zendkanaal en de temperatuureenheid voor de weergave op het scherm via de DIP-schakelaar in, zie hierboven. • Plaats 2 batterijen van het type AAA/Micro met de polen in de juiste richting in de buitensensor (let op plus/+ en min/-). • Onmiddellijk nadat u de batterijen heeft geplaatst, toont de buitensensor kort alle schermsegmenten. Wanneer nu vreemde tekens op het scherm verschijnen, verwijdert u de batterijen enkele seconden en plaatst u ze dan terug. • Sluit het batterijvak opnieuw. Plaats daarom het batterijvakdeksel juist en schroef het vast. • Op het scherm wordt het kanaalnummer (24) aangeduid. Dit dient later voor de toewijzing van de weergave op het scherm. Telkens de buitensensor zendt (daarbij worden meetgegevens overgedragen), knippert de rode LED (23) kort op de voorzijde van de buitensensor. 83 c) Batterijen in het basisstation plaatsen • Open het batterijvak (19) aan de achterkant van het basisstation. • Plaats 4 batterijen van het type AAA/Micro met de polen in de juiste richting in het basisstation (let op plus/+ en min/-). Sluit het batterijvak weer. • Onmiddellijk na het plaatsen van de batterijen geeft het basisstation kort alle schermsegmenten weer en is er een geluidssignaal hoorbaar. Wanneer nu vreemde tekens op het scherm verschijnen, verwijdert u de batterijen enkele seconden en plaatst u ze dan terug. • Vervolgens start het basisstation het zoeken naar het draadloos signaal van de buitensensoren, rechts naast het kanaalnummer 1, 2 en 3 verschijnt het ontvangstsymbool (7). Dit zoeken naar sensoren kan enkele minuten duren. Druk op geen enkele toets, beweeg het basisstation en de buitensensoren niet. Als het basisstation ook na meerdere minuten geen meetgegevens van de buitensensor weergeeft, verwijdert u de batterijen uit het basisstation en de buitensensor en gaat u opnieuw te werk, zoals hierboven beschreven. Controleer de instelling van de zendkanalen van de buitensensoren. Elke buitensensor moet op een ander kanaal worden ingesteld. Wij raden u aan om de meegeleverde 3 buitensensoren op zendkanaal 1, 2 of 3 in te stellen (en niet op zendkanaal 4 - 8). U kunt ook manueel zoeken naar de beschikbare buitensensoren. Let hiervoor op het hoofdstuk “Manueel zoeken naar buitensensoren starten”. 84 d) Montage van de buitensensoren De buitensensoren kunnen via de opening (25) aan de achterkant aan een nagel, schroef of haak aan de wand worden bevestigd. Via de meegeleverde zuignappen is het ook mogelijk om de sensoren aan een venster te bevestigen. De buitensensoren zijn geschikt voor een gebruik op een beschutte plek buitenshuis. Ze moeten zo worden geplaatst dat ze niet aan direct zonlicht zijn blootgesteld aangezien het anders tot een verkeerde temperatuurmeting komt. Neerslag op de buitensensoren voert ook tot een verkeerde temperatuurmeting, aangezien de behuizing afkoelt. Hetzelfde geldt voor het meten van de luchtvochtigheid. Wij raden u daarom aan de opstelplaats zorgvuldig te kiezen opdat de buitensensoren de juiste temperatuur meet. Dompel de buitensensor nooit in water onder; hierdoor wordt deze vernietigd! e) Montage of opstelling van het basisstation Het basisstation kan ook via een opening aan de achterzijde (18) aan een nagel, een schroef of een haak aan de wand worden bevestigd. Met behulp van een uitklapbare voet (20) kan het basisstation op een effen, stabiel oppervlak worden gezet. Bescherm kostbare meubeloppervlakken met behulp van een geschikte onderlegger tegen krassporen. 85 9. Handmatig zoeken naar de buitensensoren g) Buitensensor zoeken Dit kan veranderd worden wanneer een reeds aanwezige buitensensor na het vervangen van batterijen niet meer wordt gevonden. • Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder het kanaalnummer 1, 2 of 3 te zien is. Wanneer er meer dan 3 buitensensoren aan het basisstation waren aangemeld, verschijnt het respectievelijke kanaalnummer (4, 5, 6, 7 of 8) wanneer u kort op de toets “CHANNEL/+” drukt. • Houd de toets “CHANNEL/+” (17) nu gedurende 3 seconden ingedrukt tot het symbool voor de draadloze ontvangst (7) rechts naast het kanaalnummer verschijnt. Het basisstation zoekt in de volgende minuten naar de buitensensor. • Druk tijdens het zoeken op geen enkele toets. • Bij ontvangstproblemen vermindert u evt. de afstand tussen de buitensensor en het basisstation of kiest u een andere opstelplaats. Alle beschikbare buitensensoren zoeken. Dit moet gebruikt worden wanneer u een nieuwe buitensensor wilt aanmelden. • Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder de binnentemperatuur te zien is. • Houd de toets “CHANNEL/+” (17) nu gedurende 3 seconden ingedrukt tot het symbool voor de draadloze ontvangst (7) naast alle 3 de kanaalnummers (1, 2 en 3) verschijnt. Het basisstation zoekt in de volgende minuten naar alle beschikbare buitensensoren. • Druk tijdens het zoeken op geen enkele toets. • Bij ontvangstproblemen vermindert u evt. de afstand tussen de buitensensoren en het basisstation of kiest u een andere opstelplaats. 86 10. Weergave van de meetgegevens bij meer dan 3 buitensensoren Als u meer dan 3 buitensensoren bij het basisstation hebt aangemeld, kunt u de meetgegevens ofwel manueel weergeven of activeert u een automatische weergave. a) Meetgegevens manueel laten weergeven • Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder de binnentemperatuur te zien is. • Wanneer u nu nogmaals (evt. meermaals) kort op de toets “CHANNEL/+” (17) drukt, verdwijnt de melding “IN” en verschijnt daaronder het kanaalnummer (4....8) en de bijhorende meetgegevens, naargelang van hoeveel buitensensoren zijn aangemeld. Dit is uiteraard alleen mogelijk wanneer er ook werkelijk meerdere buitensensoren bij zendkanalen 4 - 8 zijn aangemeld.. Anders blijft de melding “IN” staan. b) Meetgegevens automatisch omwisselen Dit is alleen mogelijk wanneer er meerdere buitensensoren bij zendkanalen 4 - 8 zijn aangemeld.. • Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder de binnentemperatuur te zien is. • Als u nu nogmaals (evt. meermaals) op de toets “CHANNEL/+” (17) drukt, wordt het ” linksonder weergegeven. symbool “ Vervolgens verschijnen de meetwaarden van binnentemperatuur/-luchtvochtigheid en de meetwaarden van buitensensoren 4 - 8 (indien aangemeld) op de onderste schermregel. 87 11. Temperatuureenheid °C/°F omschakelen • Terwijl het basisstation de huidige meetwaarden weergeeft, houdt u de toets “MIN/ MAX/-” (15) gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt om tussen de temperatuureenheid °C (graden Celsius) en °F (graden Fahrenheit) om te schakelen. • Als de temperatuureenheid op het scherm van de buitensensor moet worden omgeschakeld, opent u het batterijvak van de buitensensor. Verwijder de batterijen; wacht tot het scherm uitdooft. Stel DIP-schakelaar 4 in overeenstemming met de tabel in hoofdstuk “Ingebruikname” in. Plaats dan de batterijen terug en sluit het batterijvak. Als de buitensensor niet meer gevonden wordt (er verschijnen alleen streepjes in het overeenkomstige schermbereik van het basisstation), moet zoeken naar sensoren, zie boven. 12. Temperatuurtendens Rechts naast de temperatuur worden pijlsymbolen voor de temperatuurtendens weergegeven (stijgend, gelijkblijvend of dalend). 13. Comfortindicator Tussen de weergave van temperatuur en luchtvochtigheid verschijnen symbolen voor de comfortindicator. Deze wordt afhankelijk van de luchtvochtigheid berekend. „ “ Luchtvochtigheid <45% (droog) „ “ Luchtvochtigheid >65% (vochtig) „ “ Luchtvochtigheid 45%....65% (optimaal) 88 14. Maximum-/minimumwaarden a) Waarden weergeven Druk meermaals kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de verschillende indicaties om te schakelen: • Maximumwaarden (indicatie “MAX” links op het scherm) • Minimumwaarden (indicatie “MIN” links op het scherm) • Huidige meetwaarden Als er enkele seconden op geen enkele toets wordt gedrukt, verschijnen de huidige meetwaarden automatisch. b) Waarden terugzetten De maximum-/minimumwaarden kunnen voor elke buitensensor afzonderlijk worden teruggezet. • Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) bij de respectievelijke buitensensor (of binnensensor “IN”) verschijnt. • Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de maximumwaarden weer te geven (“MAX”). • Als de maximumwaarden moeten worden teruggezet, houdt u de toets “MIN/MAX-” (15) gedurende 3 sec. ingedrukt. • Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de minimumwaarden weer te geven (“MIN”). • Als de minimumwaarden moeten worden teruggezet, houdt u de toets “MIN/MAX-” (15) gedurende 3 sec. ingedrukt. • Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om de huidige meetwaarden opnieuw weer te geven (anders wacht u enkele seconden). 89 15.  Alarmfunctie voor temperatuur/luchtvochtigheid Het basisstation biedt de mogelijkheid om bij het over- of onderschrijden van een grenswaarde van de temperatuur of luchtvochtigheid een alarmsignaal uit te zenden (afzonderlijk instelbaar voor binnentemperatuur/binnenluchtvochtigheid of buitentemperatuur/buitenluchtvochtigheid van elke buitensensor). a) Waarden voor de alarmfunctie instellen, alarmfunctie in-/uitschakelen Als er gedurende enkele seconden op geen enkele toets wordt gedrukt, beëindigt het basisstation de instelmodus automatisch. • Druk kort op de toets “CHANNEL/+” (17) tot het pijlsymbool (5) onder het gewenste kanaal (buiten- of binnensensor) verschijnt. • Houd de toets “ALARM/ADJUST” (16) gedurende 3 seconden ingedrukt. • Op het scherm verschijnt rechts naast de temperatuur “HI AL” en de huidig ingestelde waarde voor de bovenste temperatuurgrens knippert. • Wijzig de knipperende waarde met de toets “MIN/MAX/-” (15) of “CHANNEL/+” (17). Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling. • Als het alarm in- of uitgeschakeld moet worden, houdt u de toets “ALARM/ADJUST” (16) gedurende 3 seconden ingedrukt. Bij ingeschakeld alarm verschijnt het symbool “ ”. • Druk kort op de toets “ALARM/ADJUST” (16) en naast de temperatuur verschijnt “LO AL” op het scherm en de huidig ingestelde waarde voor de onderste temperatuurgrens knippert. • Wijzig de knipperende waarde met de toets “MIN/MAX/-” (15) of “CHANNEL/+” (17). Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling. • Als het alarm in- of uitgeschakeld moet worden, houdt u de toets “ALARM/ADJUST” (16) gedurende 3 seconden ingedrukt. Bij ingeschakeld alarm verschijnt het symbool “ ”. • Druk kort op de toets “ALARM/ADJUST/-” (16) en naast de temperatuur verschijnt “LO AL” op het scherm en de huidig ingestelde waarde voor de bovenste luchtvochtigheidsgrens knippert. • Wijzig de knipperende waarde met de toets “MIN/MAX/-” (15) of “CHANNEL/+” (17). Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling. 90 • Als het alarm in- of uitgeschakeld moet worden, houdt u de toets “ALARM/ADJUST” (16) gedurende 3 seconden ingedrukt. Bij ingeschakeld alarm verschijnt het symbool “ ”. • Druk kort op de toets “ALARM/ADJUST” (16) en naast de temperatuur verschijnt “LO AL” op het scherm en de huidig ingestelde waarde voor de onderste luchtvochtigheidsgrens knippert. • Wijzig de knipperende waarde met de toets “MIN/MAX/-” (15) of “CHANNEL/+” (17). Houd de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling. • Als het alarm in- of uitgeschakeld moet worden, houdt u de toets “ALARM/ADJUST” (16) gedurende 3 seconden ingedrukt. Bij ingeschakeld alarm verschijnt het symbool “ ”. • Druk kort op de toets “ALARM/ADJUST” (16) en de instelmodus wordt beëindigd. Herhaal de bovengenoemde stappen voor elke buitensensor (of voor de binnensensor) wanneer u bijkomende alarms wilt instellen, in- of uitschakelen. b) Grenswaarden weergeven Druk uitgaand van de normale weergave kort op de toets “ALARM/ADJUST” (16) om tussen de volgende weergaven om te schakelen: • Bovenste grenswaarde (weergave “HI AL” rechts naast de temperatuur/luchtvochtigheid) • Onderste grenswaarde (weergave “LO AL” rechts naast de temperatuur/luchtvochtigheid) • Huidige meetwaarden Als er enkele seconden op geen enkele toets wordt gedrukt, verschijnen de huidige meetwaarden automatisch. c) Alarm is geactiveerd Als de ingestelde grenswaarden worden overschreden, knippert het overeenkomstige symbool en wordt een alarmtoon uitgegeven. Beëindig het alarm door kort op een willekeurige toets te drukken. 91 16. Kalibratie De weergave van de temperatuur en vochtigheid op de display van het basisstation kan worden gekalibreerd. Dit betekent dat de afwijkingen van een referentiewaarde (bijvoorbeeld door hoogwaardige meetapparatuur) kunnen worden verbeterd terwijl voor de weergave een waarde toegevoegd of afgetrokken wordt. Opmerking: De weergave op de display van de buitensensoren kan niet worden gekalibreerd. Wanneer u de weergave op de display van het basisstation hebt gekalibreerd, geeft de display van de buitensensoren een andere waarde aan. a) Kalibratie van de temperatuur • Druk net zo vaak kort op „CHANNEL / +“ (17), totdat het pijlsymbool (5) bij het gewenste kanaal verschijnt (zijn buitensensoren met kanaal 4-8 geregistreerd, selecteer dan het bijbehorende kanaalnummer). • Houd de twee toetsen „ALARM / ADJUST“ (16) en „CHANNEL / +“ (17) tegelijk gedurende 5 seconden ingedrukt. Vervolgens begint de temperatuurwaarde te knipperen. • Wijzig de temperatuurwaarde met de toets „MIN / MAX / -“ (15) of „CHANNEL / +“ (17). Houd de betreffende toets voor een snelle afstelling langer ingedrukt. • Als de temperatuurwaarde wordt teruggezet naar de gekalibreerde uitgangswaarde, druk dan kort op de toets „ALARM / ADJUST“ (16). • Om de gekalibreerde waarde op te slaan en de instelmodus af te sluiten, houdt u de toets „ALARM / ADJUST“ (16) gedurende 3 seconden ingedrukt. De instelmodus wordt automatisch beëindigd als u gedurende enkele seconden geen toets indrukt. Het basisstation herneemt de voorgaande instellingen. 92 b) Kalibratie van de luchtvochtigheid • Druk net zo vaak kort op „CHANNEL / +“ (17), totdat het pijlsymbool (5) bij het gewenste kanaal verschijnt (zijn buitensensoren met kanaal 4-8 geregistreerd, selecteer dan het bijbehorende kanaalnummer). • Houd de twee toetsen „ALARM / ADJUST“ (16) en „MIN/MAX/-“ (15) tegelijk gedurende 5 seconden ingedrukt. Vervolgens begint de luchtvochtigheidwaarde te knipperen. • Wijzig de luchtvochtigheidwaarde met de toets „MIN / MAX / -“ (15) of „CHANNEL / +“ (17). Houd de betreffende toets voor een snelle afstelling langer ingedrukt. • Als de luchtvochtigheidwaarde wordt teruggezet op de ongekalibreerde uitgangswaarde, druk dan kort op de toets „ALARM / ADJUST“ (16). • Om de gekalibreerde waarde op te slaan en de instelmodus af te sluiten, houdt u de toets „ALARM / ADJUST“ (16) gedurende 3 seconden ingedrukt. De instelmodus wordt automatisch beëindigd als u gedurende enkele seconden geen toets indrukt. Het basisstation herneemt de voorgaande instellingen. 93 17. Bereik De reikwijdte voor de draadloze overdracht van de signalen tussen de buitensensoren en het basisstation bedraagt bij optimale omstandigheden tot en met 100 m. Bij deze bereikaanduiding gaat het echter om de zgn. “open veld-bereik”. Deze ideale rangschikking (b.v. basisstation en buitensensoren op een gladde en vlakke weide zonder bomen en huizen e.d.) vindt men natuurlijk nauwelijks in de praktijk. Omwille van de verschillende invloeden op de draadloze overdracht kunnen wij geen bepaald bereik garanderen. Normaal gezien is de werking in een eengezinswoning zonder probleem mogelijk. Het bereik kan worden beperkt door de nabijheid van kabels, leidingen, metalen onderdelen, elektronische apparaten, etc. Ook dikke muren, staalbetonconstructies, gelaagde isolatieramen, etc. verkleinen het bereik heel sterk. Wanneer u vaststelt dat het basisstation geen meetgegevens van een of meerdere buitensensoren ontvangt, controleert u eerst de toestand van de batterijen in de buitensensoren. Kies vervolgens een andere standplaats voor het basisstation of de buitensensoren. Zoek evt. manueel naar buitensensoren (zie hoofdstuk “Manueel zoeken naar buitensensoren”). 94 18. Afvoer a) Algemeen Het product hoort niet thuis in het huishoudelijk afval. Na afloop van de economisch nuttige levensduur moet het product in overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke bepalingen voor afvalverwerking worden verwijderd. Verwijder evt. geplaatste batterijen/accu’s en gooi deze afzonderlijk van het product weg. b) Afvoeren van lege batterijen/accu´s Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven worden! Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand symbool. Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen voor zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze filialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht, afgeven! Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van het milieu! 95 19. Onderhoud en reiniging a) Algemeen Dit product is onderhoudsvrij, demonteer het nooit (alleen voor de in deze gebruiksaanwijzing beschreven werkwijze bij het installeren of vervangen van de batterijen.) Laat het product uitsluitend door een vakman onderhouden of repareren. De buitenkant van het product dient slechts met een zachte, droge doek te worden schoongeveegd. Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, omdat deze de behuizing kunnen aantasten of de werking beïnvloeden. Druk niet te hard op het scherm aangezien dit tot krassporen of een beschadiging van het scherm leidt. Stof kan heel eenvoudig worden verwijderd met een schoon, langharig penseel en een stofzuiger. b) Batterij vervangen Het is nodig de batterij te vervangen als het schermcontrast van het basisstation of de buitensensor te sterk vermindert of als er een batterijsymbool op het scherm verschijnt. Vervang dan de verbruikte/lege batterij door een nieuw exemplaar en gooi deze correct weg, zie hoofdstuk “Afvoer”. 20. Conformiteitsverklaring (DOC) Hierbij verklaren wij, Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau, dat dit product in overeenstemming is met de belangrijkste voorwaarden en andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG. De bij dit product behorende verklaring van conformiteit (DOC) kunt u vinden op www.conrad.com 96 21. Technische gegevens a) Basisstation Stroomverzorging �������������������������������������������������� 4 batterijen van het type AAA/micro Temperatuurmeetbereik ��������������������������������������� 0 °C tot +60 °C Resolutie ��������������������������������������������������������� 0,1 °C Nauwkeurigheid �������������������������������������������� ±1 °C Luchtvochtigheidsmeetbereik ����������������������������� 10% tot 99% relatieve luchtvochtigheid Resolutie ��������������������������������������������������������� 1% relatieve luchtvochtigheid Nauwkeurigheid �������������������������������������������� ±5% relatieve luchtvochtigheid Aantal buitensensoren ������������������������������������������ max. 8 (3 stuks zijn inbegrepen, tot 5 bijkomende kunnen als accessoire worden besteld) Afmetingen �������������������������������������������������������������� 115 x 125 x 22,5 mm (B x H x D) Gewicht ������������������������������������������������������������������� 142,2 g b) Buitensensor (3 stuks inbegrepen) Stroomverzorging �������������������������������������������������� 2 batterijen van het type AAA/micro Zendfrequentie ������������������������������������������������������� 433 MHz Zendbereik �������������������������������������������������������������� tot 100 m (zie hoofdstuk “Bereik”) Meetinterval ����������������������������������������������������������� ca. 1 minuut Temperatuurmeetbereik ��������������������������������������� -40 °C tot +60 °C Resolutie ��������������������������������������������������������� 0,1 °C Nauwkeurigheid �������������������������������������������� ±1 °C Luchtvochtigheidsmeetbereik ����������������������������� 10% tot 99% relatieve luchtvochtigheid Resolutie ��������������������������������������������������������� 1% relatieve luchtvochtigheid Nauwkeurigheid �������������������������������������������� ±5% relatieve luchtvochtigheid Afmetingen �������������������������������������������������������������� 45 x 110 x 20 mm (B x H x D) Gewicht ������������������������������������������������������������������� 51,2 g  97 i Impressum Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. o Legal Notice This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication represent the technical status at the time of printing. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. a Information légales Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. j Colofon Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V3_1215_02/VTP
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Renkforce TF0073 - 1380336 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor