Documenttranscriptie
masterpage:Left
05NL01INT-EUR.fm
Welkom!
Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact
Disc Player. U kunt tijdens het rijden genieten
van de volgende functies.
• CD afspelen
U kunt CD-DA's (met CD TEXT*1), CD-R's/
CD-RW's (ook MP3-bestanden die in meerdere
sessies zijn opgenomen (pagina 37)) en
ATRAC CD's (ATRAC3- en ATRAC3plusindeling (pagina 38)) afspelen.
Soorten discs
*1 Een CD TEXT disc is een CD-DA die informatie
bevat, zoals discnaam, artiestennaam en
tracknamen.
*2 Als de NVX-HC1 is aangesloten, kunnen bepaalde
functies en displayitems afwijken. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de NVX-HC1 wordt
geleverd voor meer informatie.
Informatie over deze handleiding
• In de instructies in deze handleiding wordt
beschreven hoe u de functies kunt gebruiken met de
kaartafstandsbediening.
• Illustraties in deze gebruiksaanwijzing kunnen
afwijken van het apparaat.
Label op de disc
CD-DA
MP3
ATRAC CD
• Radio-ontvangst
– U kunt maximaal 6 zenders per band opslaan
(FM1, FM2, FM3, MW en LW).
– BTM (Best Tuning Memory): met het
apparaat worden zenders met sterke signalen
geselecteerd en opgeslagen.
• RDS-diensten
U kunt FM-zenders met RDS (Radio Data
System) gebruiken.
• Geluid regelen
– EQ7: u kunt een equalizercurve voor 7
soorten muziek kiezen.
– DSO (Dynamic Soundstage Organizer): het
geluid van de luidsprekers wordt met virtuele
luidsprekersynthese verbeterd, zelfs als de
luidsprekers onder in de deur zijn
geïnstalleerd.
– BBE MP: verbetert digitaal gecomprimeerd
geluid, zoals MP3. Lees de volgende uitleg
voor meer informatie.
• Beeldinstelling
U kunt verschillende beelden weergeven.
– Vooraf opgeslagen beelden: Wallpaper, Space
Producer, Movie, enzovoort.
– Door de gebruiker opgeslagen beelden: er
kunnen maximaal 100 beelden worden
opgeslagen vanaf het optionele apparaat.
• Bediening van optionele apparaten
Naast dit apparaat kunt u ook CD/MDwisselaars, draagbare apparaten van Sony en
het DVD-navigatiesysteem NVX-HC1*2
bedienen.
Waarschuwing als het contactslot van
de auto geen ACC-positie heeft
Als de motor is uitgeschakeld, moet u op
(OFF) drukken en deze toets ingedrukt
houden tot het display verdwijnt.
Als u dit niet doet, wordt het display niet
uitgeschakeld en raakt de accu uitgeput.
Dit label bevindt zich onderaan op het toestel.
Met het BBE MP-proces
wordt digitaal gecomprimeerd
geluid, zoals MP3, verbeterd.
Tijdens dit proces worden namelijk de hogere
boventonen die zijn verloren door de compressie,
hersteld en versterkt. Met het BBE MP-proces
worden gelijkmatige boventonen gegenereerd uit
hat bronmateriaal, waardoor warmte, detail en
nuance worden hersteld.
R
SonicStage en het bijbehorende logo zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
ATRAC, ATRAC3, ATRAC3plus en de
bijbehorende logo's zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
2
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
05NL01INT-EUR.fm
masterpage:Right
Veiligheid
• Houd u aan de verkeersregels die in uw land
gelden.
• Voor uw veiligheid worden de beelden die
afkomstig zijn van de VIDEO IN aansluiting,
automatisch uitgeschakeld als de parkeerrem
niet wordt gebruikt.
Ongelukken voorkomen
De beelden worden pas weergegeven als u de
auto hebt geparkeerd en de parkeerrem
gebruikt.
Wanneer de auto beweegt, verdwijnen de
beelden die afkomstig zijn van de VIDEO IN
aansluiting, automatisch nadat de volgende
waarschuwing is weergegeven.
De beelden in het display worden
uitgeschakeld, maar CD/MP3/ATRAC CDgeluid kan nog wel worden beluisterd.
U moet tijdens het rijden het apparaat niet
bedienen of naar het display kijken.
3
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL+00COV-EURTOC.fm
Inhoudsopgave
Aan de slag
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . . 6
Demonstratiestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Tijd en datum instellen
— Clock. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De disc in het apparaat plaatsen . . . . . . . . . . . 7
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Algemene handelingen. . . . . . . . . . . . . . . . .10
Displaystand en displaypatroon
selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
CD-speler
CD/MD-wisselaar (optioneel)
Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Displayitems. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Tracks afspelen in willekeurige volgorde
— Shuffle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een CD benoemen
— Disc Memo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een disc zoeken op naam
— Disc List* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
* Functies die beschikbaar zijn met een optionele CD/
MD-wisselaar
Radio
Zenders automatisch opslaan
— BTM (Best Tuning Memory) . . . . . . . 17
Displayitems. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . . . 18
Alleen de gewenste zenders opslaan . . . . . . 18
Afstemmen op een zender in een lijst
— Preset List . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
RDS
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
AF en TA/TP instellen . . . . . . . . . . . . . . . . .20
PTY selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
CT instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Beeldinstellingen
Het weergavepatroon selecteren
— Skin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De tekenkleur instellen
— Char Color . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Het displaybeeld automatisch wijzigen
— Auto Image . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Het effectpatroon selecteren
— Effect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Een achtergrondafbeelding selecteren
— Wallpaper. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Een panoramabeeld instellen
— Panorama . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De breedte/hoogte-verhouding selecteren
— Aspect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De displaytekens uitschakelen
— Auto Clear . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
De beelden opslaan
— Snapshot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Het startbeeld selecteren
— Opening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Geluidsinstelling
Dynamic Soundstage Organizer instellen
— DSO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
De equalizer instellen
— EQ7 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
De lage en hoge tonen aanpassen
— Bass/Treble . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het voor- en achtervolume aanpassen
— Balance/Fader . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Het subwoofervolume aanpassen
— Sub Woofer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
De kantelfrequentie van de luidsprekers en de
subwoofer(s) aanpassen
— HPF/LPF (hoogdoorlaatfilter/
laagdoorlaatfilter) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
De geluidssterkte instellen
— Loudness . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Extra audioapparatuur aansluiten . . . . . . . . 30
4
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
05NL+00COV-EURTOC.fm
masterpage:Right
Andere functies
De Custom functie instellen
— Custom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het apparaat initialiseren
— Initialize . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Beveiligingscode instellen
— Security . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Menu's en items . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
De bedieningssatelliet gebruiken . . . . . . . . . 36
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Opmerkingen over discs. . . . . . . . . . . . . . . . 37
Informatie over MP3-bestanden. . . . . . . . . . 37
Informatie over ATRAC CD's . . . . . . . . . . . 38
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . 39
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
5
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
Demonstratiestand
Aan de slag
Het apparaat opnieuw
instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gaat
gebruiken of na het vervangen van de accu of het
wijzigen van de aansluitingen, moet u het
apparaat opnieuw instellen.
Druk de hersteltoets in met een puntig voorwerp,
zoals een balpen.
Als u op de hersteltoets hebt gedrukt, wordt het
startbeeld weergegeven en wordt de demonstratie
automatisch gestart.
Wanneer u het apparaat uitschakelt, wordt eerst
de klok weergegeven. Vervolgens wordt de
demonstratieweergave (Demo) gestart.
De demonstratiestand bevat 2 patronen. Zie
"Demo" in "Setup menu" op pagina 34 voor meer
informatie.
"Demo ON" (standaardinstelling): er wordt
herhaaldelijk gewisseld tussen de standen
Wallpaper, Movie, Space Producer en Navigation
Control.
"Demo OFF": er wordt herhaaldelijk gewisseld
tussen de standen Wallpaper en Movie.
Tip
Tijdens de demonstratieweergave kunt u de
helderheid van het display aanpassen in 11 stappen
(van 0 tot 10). Als u dit wilt doen, moet u de R regelaar
draaien.
Hersteltoets
Opmerking
Als u op de hersteltoets drukt, worden bepaalde
opgeslagen gegevens, zoals de instellingen voor de
klok en kalender, in het geheugen van het apparaat
gewist.
Tip
U kunt het startbeeld wijzigen. Zie "Het startbeeld
selecteren" op pagina 27 voor meer informatie.
6
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Tijd en datum instellen
— Clock
De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem.
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Clock" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Stel de datum en tijd in.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Setup" te selecteren en druk op
(ENTER).
De disc in het apparaat
plaatsen
1
Druk op Z.
Het voorpaneel wordt automatisch geopend.
2
Plaats de disc (met het label naar
boven).
1 Druk herhaaldelijk op M of m om de
dag te selecteren en druk op
(ENTER).
5
6
Het voorpaneel wordt automatisch gesloten
en het afspelen wordt automatisch gestart.
2 Voer stap 1 uit om de maand, het
jaar, het uur en de minuten in te
stellen.
Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven als u de minuten hebt
ingesteld. Druk op (ENTER).
De disc uitwerpen
1
Druk op < of , om "YES" te
selecteren en druk op (ENTER).
"Complete" wordt weergegeven en het
display keert terug naar het hoofdmenu.
Druk op Z.
Het voorpaneel wordt automatisch geopend
en de disc wordt uitgeworpen.
2
Druk op Z om het voorpaneel te
sluiten.
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Opmerking
Het voorpaneel wordt automatisch gesloten na de
pieptoon.
Opmerking
Als het contactslot van de auto geen ACC-positie
heeft, zet u het apparaat eerst aan en stelt u
vervolgens de klok en de kalender in.
Tips
• Het jaar kan worden ingesteld van 2004 tot 2099.
• U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 21).
7
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
Bedieningselementen
SOURCE
OFF
ENTER
VOL
CUSTOM
MENU
CDX-NC9950
a SOURCE (Aan/Radio/CD/MD/AUX*1)
toets
De bron selecteren.
b OFF (Stop/Uit) toets
Het apparaat uitschakelen/afspelen of radioontvangst stoppen.
c Display
d ENTER toets
CD/MD/Radio:
De functies van de R regelaar wijzigen.
Menu:
Een item bepalen/een instelling van het
menu-item toepassen.
e Z (openen/sluiten) toets
Het voorpaneel openen/sluiten/een
geplaatste disc uitwerpen.
f L (links) regelaar
Het volume aanpassen.
g CUSTOM toets*2
CD/MD/Radio/AUX:
De toegewezen functie uitvoeren.
Menu:
Terugkeren naar een vorige weergave.
h Ontvanger
Voor het ontvangen van signalen van de
kaartafstandsbediening of de draadloze
bedieningssatelliet.
i Hersteltoets
De instellingen van het apparaat herstellen.
j MENU toets
Het hoofdmenu weergeven voor instellingen
en aanpassingen.
k R (rechts) regelaar
CD/MD/Radio:
Gewenste radiozender, track, groep*3 of
disc*4 selecteren.
Menu:
Een item selecteren.
Opmerking over het gebruik van de
L/R regelaars
Voordat u de L/R regelaars gebruikt, moet u deze
eerst indrukken en loslaten. Na gebruik drukt u
de regelaars nogmaals in.
*1 Wanneer een optioneel draagbaar apparaat van
Sony is aangesloten.
*2 Als de optionele NVX-HC1 is aangesloten, heeft
deze toets een andere functie. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de NVX-HC1 wordt
geleverd voor meer informatie.
*3 Bij het afspelen van een MP3/ATRAC CD.
*4 Als een optionele CD/MD-wisselaar is
aangesloten.
8
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Kaartafstandsbediening RM-X150
OFF
REP
1
NAVI
SHUF
SCREEN
2
3
BBE MP
PAUSE
4
5
6
7
8
9
IMAGE
CAPTURE
0
MENU
SOURCE
ENTER
BACK
MODE
PTY
AF
VOICE
TMC
TA
ATT
MARK
MAP
VOL
De toetsen op de kaartafstandsbediening
hebben dezelfde functies als die op het
apparaat.
a OFF toets
b Cijfertoetsen*1
Radio: zenders opslaan/ontvangen.
CD/MD: afspeelstand wijzigen.
(1): REP
(2): SHUF
(5): BBE MP*2*3 2
Als u de functie BBE MP wilt activeren, stelt
u "BBE MP ON" in. Wilt u de functie
annuleren, dan stelt u "BBE MP OFF" in.
(6): PAUSE*3
c MENU toets
d </M/,/m toetsen
</,:
Tracks overslaan/snel vooruitspoelen, tracks
terugspoelen/automatisch afstemmen op
zenders, zenders handmatig zoeken/
instelling selecteren.
M/m:
Voorkeurzenders ontvangen/disc wijzigen*4,
groep overslaan*5/een menu selecteren.
e BACK toets
Terugkeren naar een vorige weergave.
f PTY toets
De PTY-lijst weergeven.
g AF toets
De AF-functie in- of uitschakelen.
h VOICE, TMC, MARK, MAP toetsen*6
i NAVI toets*6
j SCREEN toets
De displaystand selecteren.
k IMAGE toets
Het displaypatroon selecteren.
l CAPTURE toets
Beelden opslaan.
m ENTER toets
Een item bepalen/een instelling toepassen.
n SOURCE toets
o MODE toets
Radioband/afspeelapparaat wijzigen.
p ATT toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de
toets om te annuleren.
q TA toets
De TA-functie in- of uitschakelen.
r VOL (+/–) toetsen
*1 U kunt de cijfertoetsen 7, 8, 9 en 0 gebruiken als
de optionele NVX-HC1 is aangesloten.
*2 U kunt de BBE MP-instelling ook wijzigen met het
hoofdmenu. Druk tijdens het afspelen op dit
apparaat op (MENU) en stel "BBE MP" bij
"PlayMode" in op "ON" of "OFF".
*3 Wanneer met dit apparaat wordt afgespeeld.
*4 Als een optionele CD/MD-wisselaar is
aangesloten.
*5 Bij het afspelen van een MP3/ATRAC CD.
*6 Als de optionele NVX-HC1 is aangesloten.
Opmerking
Als het display verdwijnt nadat u op (OFF) hebt
gedrukt, kan het apparaat niet worden bediend met de
kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE) op het
apparaat wordt gedrukt of er een disc wordt geplaatst
om het apparaat eerst te activeren.
Tip
Zie "De lithiumbatterij vervangen" op pagina 39 voor
meer informatie over het vervangen van de batterij.
9
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
Algemene handelingen
4
Draai de R regelaar om de gewenste
instelling te selecteren en druk op
(ENTER).
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Hoofdmenu
U kunt verschillende instellingen opgeven in het
hoofdmenu. Instelitems en functies zijn als volgt
gerangschikt in menu's:
List - de lijsten weergeven.
Display - instellingen voor displaybeelden.
Edit - discnamen bewerken/opgeslagen.
inhoud beheren.
Setup - instellingen voor het systeem van het
apparaat.
Sound - instellingen voor geluidskwaliteit.
Custom* - functies toewijzen aan de
CUSTOM toets.
PlayMode - instellingen voor afspelen en
radio-ontvangst.
Zie "Menu's en items" op pagina 33 voor meer
informatie over menu-items.
* Als de optionele NVX-HC1 is aangesloten, wordt
"Custom" niet weergegeven en heeft (CUSTOM) een
andere functie. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
die bij de NVX-HC1 wordt geleverd voor meer
informatie.
Tijdens bewerkingen in het menu:
Als u wilt terugkeren naar het vorige display,
drukt u op (CUSTOM).
Druk op (MENU) om de menuselectie te
annuleren.
Tip
Afhankelijk van het geselecteerde item drukt u
herhaaldelijk op (ENTER) om "ON" of "OFF" te
selecteren in stap 3 en drukt u op (MENU) om terug te
keren naar het vorige display.
Bediening via de
kaartafstandsbediening:
OFF
Bediening via de hoofdeenheid:
ENTER
R regelaar
NAVI
REP
SHUF
1
2
3
BBE MP
PAUSE
5
6
4
SCREEN
IMAGE
CAPTURE
7
8
9
0
MENU
SOURCE
MENU
ENTER
BACK
CUSTOM
1
2
3
MENU
Druk tijdens het afspelen of de radioontvangst op (MENU).
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
Draai de R regelaar om het gewenste
menu-item te selecteren en druk op
(ENTER).
Terwijl u de R regelaar draait, wordt het item
als volgt gewijzigd:
List y Display y Edit y Setup y
Sound y Custom y PlayMode
Draai de R regelaar om het gewenste
instelitem te selecteren en druk op
(ENTER).
MODE
ENTER
BACK
1
Druk tijdens het afspelen of de radioontvangst op (MENU).
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op < of , om het
gewenste menu-item te selecteren en
druk op (ENTER).
Als u op < of , drukt, wordt het item als
volgt gewijzigd:
List y Display y Edit y Setup y
Sound y Custom y PlayMode
3
Druk herhaaldelijk op < of , om het
gewenste instelitem te selecteren en
druk op (ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste instelling te selecteren en
druk op (ENTER).
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
10
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Tijdens bewerkingen in het menu:
Als u wilt terugkeren naar het vorige display,
drukt u op (BACK).
Druk op (MENU) om de menuselectie te
annuleren.
Custom functie
U kunt een van de functies in het Custom menu
toewijzen aan de CUSTOM toets. Zo kunt u deze
functie gemakkelijker uitvoeren.
Tip
Afhankelijk van het geselecteerde item drukt u
herhaaldelijk op (ENTER) om "ON" of "OFF" te
selecteren in stap 3 en drukt u op (MENU) om terug te
keren naar het vorige display.
CUSTOM
Wisselmenu
De functies van de R regelaar verschillen,
afhankelijk van het geselecteerde wisselmenu.
Bediening via de hoofdeenheid:
ENTER
R regelaar
1
Druk tijdens het afspelen of de radioontvangst op (CUSTOM).
Zie "De Custom functie instellen" op pagina 31
voor meer informatie over het toewijzen van
functies.
Tip
Als de optionele NVX-HC1 is aangesloten, heeft
(CUSTOM) een andere functie. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de NVX-HC1 wordt
geleverd voor meer informatie.
1
Druk tijdens het afspelen of de radioontvangst herhaaldelijk op (ENTER)
tot het gewenste wisselmenu wordt
weergegeven.
Displaystand en
displaypatroon selecteren
Wisselmenu*1
Wanneer u op (ENTER) drukt, wordt het
wisselmenu als volgt gewijzigd:
Tijdens het afspelen:
AMS+/–*2 t GROUP+/–*3 t DISC+/–*4
t AMS+/–*2
U kunt displaypatronen in de displaystanden
selecteren om verschillende combinaties van
visuele effecten te verkrijgen. Elke displaystand
heeft meerdere displaypatronen en de visuele
effecten van deze patronen kunnen worden
aangepast.
Bediening via de
kaartafstandsbediening:
Tijdens de radio-ontvangst:
PRESET+/–*2 t SEEK+/–*5 t
MANUAL+/– t PRESET+/–*2
OFF
Draai de R regelaar om de gewenste
bediening te selecteren.
SHUF
1
2
3
SCREEN
BBE MP
PAUSE
4
5
6
7
8
9
SCREEN
IMAGE
IMAGE
CAPTURE
*1 Wisselmenu's verdwijnen na 8 seconden als er
geen handeling wordt uitgevoerd.
*2 Als er geen wisselmenu wordt weergegeven.
*3 Bij het afspelen van een MP3/ATRAC CD.
*4 Als een optionele CD/MD-wisselaar is
aangesloten.
*5 Als u het zoeken wilt stoppen, draait u de R
regelaar de andere kant op.
2
NAVI
REP
0
MENU
SOURCE
ENTER
BACK
1
MODE
Druk tijdens het afspelen of de radioontvangst herhaaldelijk op (SCREEN)
om de gewenste displaystand te
selecteren.
vervolg op volgende pagina t
11
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
05NL02CD-EUR.fm
Wanneer u op (SCREEN) drukt, wordt de
displaystand als volgt gewijzigd:
Standard mode (Standaardstand) t
Spectrum Analyser mode (Spectrum
Analyser-stand) t Movie mode (Filmstand)
t Video mode (Videostand) t Standard
mode (Standaardstand)
2
Druk herhaaldelijk op (IMAGE) om het
gewenste displaypatroon te
selecteren.
Het displaypatroon wordt gewijzigd,
afhankelijk van de geselecteerde
displaystand.
Displaystanden en displaypatronen
De volgende displaypatronen kunnen worden
geselecteerd, afhankelijk van de displaystand. De
instelitems in het menu verschillen, afhankelijk
van het geselecteerde displaypatroon. Zie pagina
22 tot 27 voor meer informatie over het instellen
van de displaypatronen in de standaardstand en
de videostand.
masterpage:Left
Het displaypatroon wordt als volgt gewijzigd:
Space Producer (sfeermaker)*2 t
Type-A (type A) t Type-B (type B) t
Type-C (type C) t Type-D (type D) t
Space Producer (sfeermaker)*2
Filmstand*1
Geeft vooraf opgeslagen bewegende beelden met
verschillende gegevens weer.
Het displaypatroon wordt als volgt gewijzigd:
Movie-1 (film-1) t Movie-2 (film-2) t ... t
Movie-12 (film-12)
Videostand*1
Geeft videobeelden en/of vooraf opgeslagen
spectrum analysers met verschillende gegevens
weer.
Voorbeeld: Video & Spectrum Analyser (video &
spectrum analyser)
Standaardstand*1
Geeft beelden en/of vooraf opgeslagen visuele
effecten met verschillende gegevens weer.
Voorbeeld: Wallpaper & Effect
(achtergrondafbeelding & effect)
Voorbeeld: Panorama & Effect (panorama &
effect)
Het displaypatroon wordt als volgt gewijzigd:
Effect (effect) t Wallpaper
(achtergrondafbeelding) t Wallpaper & Effect
(achtergrondafbeelding & effect) t Panorama
(panorama) t Panorama & Effect (panorama &
effect) t Effect (effect)
Spectrum Analyser-stand*1
Geeft vooraf opgeslagen animatiepatronen met
verschillende gegevens weer.
Voorbeeld: Type-A (type A)
Het displaypatroon wordt als volgt gewijzigd:
Video full (video volledig) t Video &
Spectrum Analyser (video & spectrum analyser)
t Video & Capture (video & vastleggen) t
Video & Slideshow (video & diavoorstelling)
Opmerkingen
• De videostand is beschikbaar wanneer een
videoapparaat is aangesloten op de VIDEO IN
aansluiting en signalen worden uitgevoerd via het
aangesloten videoapparaat.
• Videobeelden worden alleen weergegeven als de
parkeerrem wordt gebruikt.
• Stel het kleursysteem van het apparaat in op "PAL"
of "NTSC" aan de hand van het aangesloten
videoapparaat. Als het kleursysteem van dit
apparaat niet overeenkomt met het videoapparaat,
is de videostand niet beschikbaar.
• Dit apparaat voldoet aan de PAL- en NTSCkleursystemen. Videobeelden van een apparaat dat
niet compatibel is met PAL en NTSC, worden
wellicht niet weergegeven.
Tip
Wanneer AUX is geselecteerd als bron in de
videostand, kunt u de helderheid van het display
aanpassen van –5 tot +5 in stappen van 1. Als u dit
wilt doen, moet u de R regelaar draaien.
*1 U kunt de beelden automatisch op volgorde
wijzigen. Zie "Het displaybeeld automatisch
wijzigen" op pagina 23 voor meer informatie.
*2 Met Space Producer worden geanimeerde
patronen in kleur op het scherm gemaakt die
gelijklopen met de muziek.
12
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Bediening via de hoofdeenheid:
CD-speler
CD/MD-wisselaar
(optioneel)
Met dit apparaat kunt u niet alleen een CD
afspelen, maar ook externe CD/MD-wisselaars
bedienen.
Een disc afspelen
Actie
Het afspelen
stoppen
De disc uitwerpen Druk op Z.
Tracks overslaan Draai de R regelaar
– Automatic Music [tot de gewenste track].
Sensor
Groepen
overslaan*3
– Groepsselectie
Druk op (ENTER) en draai
de R regelaar
[tot de gewenste groep].
Discs overslaan
– Discselectie
Druk op (ENTER) en draai
de R regelaar
[tot de gewenste disc].
(Met dit apparaat)
1
Druk op Z om het voorpaneel te
openen en plaats de disc (met het
label naar boven).
Het voorpaneel wordt gesloten en het
afspelen wordt automatisch gestart.
Als er al een disc is geplaatst, drukt u
herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" wordt
weergegeven om het afspelen te starten.
Opmerking
Het voorpaneel wordt automatisch gesloten na de
pieptoon.
Bediening via de
kaartafstandsbediening:
Actie
Het afspelen
onderbreken*1
Druk op (6) (PAUSE).
Het afspelen
stoppen
Druk op (OFF).
Tracks overslaan*2 Druk op </,
– Automatic
[één keer voor elke track].
Music Sensor
Vooruit-/
terugspoelen
– Manual Search
Druk op </,
[vasthouden tot gewenste
punt].
Groepen
overslaan*3
– Groepsselectie
Druk op M/m
[vasthouden tot de gewenste
groep].
Discs overslaan
– Discselectie
Druk op M/m
[één keer voor elke disc].
Druk op (OFF).
*1 U kunt het afspelen alleen onderbreken als u
afspeelt op dit apparaat (bij afspelen op een
optioneel apparaat kunt u het afspelen niet
onderbreken). Als u het afspelen wilt hervatten,
drukt u nogmaals op (6) (PAUSE).
*2 Als u tracks wilt blijven overslaan, drukt u op < of
,. Vervolgens drukt u binnen 2 seconden
nogmaals op deze toets en houdt u deze ingedrukt.
*3 Bij het afspelen van een MP3/ATRAC CD.
Opmerkingen
• Als u op Z hebt gedrukt, duurt het enige seconden
voordat de disc wordt uitgeworpen, omdat de
gegevens op de disc worden gelezen.
• Als u op Z drukt op het voorpaneel om een disc uit
te werpen en deze in de sleuf laat, werkt de
beveiligingsfunctie van de disc. De uitgeworpen disc
wordt automatisch na 15 seconden weer in de sleuf
geplaatst.
• Druk niet te hard op het voorpaneel (met name als
dit is geopend) omdat dit een defect kan
veroorzaken.
• Afhankelijk van de opnamemethode kan het een
minuut of langer duren voordat de eerste track wordt
afgespeeld.
• Afhankelijk van de staat van de disc kan deze
wellicht niet worden afgespeeld (pagina 37 en 38).
• Als er op < of , wordt gedrukt terwijl de eerste/
laatste track op de disc wordt afgespeeld, verspringt
de weergave naar de laatste/eerste track op de disc.
• Als de laatste track op de disc is afgelopen, wordt
het afspelen opnieuw gestart vanaf de eerste track
op de disc.
(Met optionele wisselaar)
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"CD" of "MD" wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) tot de
gewenste wisselaar wordt
weergegeven.
Het afspelen wordt gestart.
13
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
D
Displayitems
Informatie over de huidige disc/groep/track
wordt automatisch weergegeven.
Als de Auto Scroll functie is ingeschakeld
(pagina 33), schuift tekstinformatie van meer dan
16 tekens in het display.
De posities van displayitems verschillen,
afhankelijk van het geselecteerde
weergavepatroon.
Zie "Het weergavepatroon selecteren" op
pagina 22 voor meer informatie.
B
*1 Als een optionele CD/MD-wisselaar is
aangesloten.
*2 Bij het afspelen van een MP3/ATRAC CD. Zie
pagina 37 voor meer informatie over MP3 en
pagina 38 voor meer informatie over de ATRAC
CD.
*3 Alleen als de disc is benoemd met de Disc Memo
functie van dit apparaat.
*4 Als een optionele MD-wisselaar met MDLP-functie
is aangesloten en een MDLP-disc wordt
afgespeeld.
Opmerkingen
• Bepaalde tekens en symbolen kunnen niet worden
weergegeven (verschijnen als " s").
• Bij bepaalde CD TEXT discs of tekstinformatie met
zeer veel tekens worden de gegevens wellicht niet
weergegeven of kunnen deze niet rollen.
• Dit apparaat kan de artiestennaam voor elke track
van een CD TEXT disc niet weergeven.
Als "Skin1" is geselecteerd.
A
: Discnummer/ : Groepsnummer*2/
: Tracknummer/Verstreken speelduur,
Huidige status/Berichten
C
D
Tracks herhaaldelijk afspelen
Als "Skin2" is geselecteerd.
A
D
— Repeat
C
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) tot de gewenste
afspeelstand wordt weergegeven.
Repeat Play wordt gestart.
B
Als "Skin3" is geselecteerd.
A
B
Selecteer
Actie
Repeat Track
Een track herhaaldelijk
afspelen.
Repeat
Group*1
Een groep herhaaldelijk
afspelen.
D
Repeat Disc*2 Een disc herhaaldelijk
afspelen.
C
A Bron/Apparaatnummer*1/Aanduiding voor
MP3/ATRAC3plus*2
B Discnaam*3/Artiestennaam/Groepsnaam
(mapnaam)*2/Tracknaam (bestandsnaam)*2/
Tekstinformatie*2
C Status van functie en stand
BBE: BBE MP
: Afspelen in willekeurige volgorde
: Herhaaldelijk afspelen
: ATT
AF: AF-functie
TA: Verkeersinformatie
TP: Verkeersprogramma
LP2: LP2-weergave*4
LP4: LP4-weergave*4
: DSO
: EQ7
*1 Bij het afspelen van een MP3/ATRAC CD.
*2 Als er een of meer optionele CD/MD-wisselaars
zijn aangesloten.
Als u wilt terugkeren naar de normale
afspeelstand, drukt u herhaaldelijk op (1) (REP)
om "OFF" te selecteren.
Tip
U kunt de stand voor herhaaldelijk afspelen ook
selecteren met het hoofdmenu. Druk tijdens het
afspelen op (MENU) en stel "Repeat" bij "PlayMode"
in op de gewenste afspeelstand.
14
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Tracks afspelen in
willekeurige volgorde
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Name Edit" te selecteren en druk op
(ENTER).
5
Voer de tekens in.
— Shuffle
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (2) (SHUF) tot de gewenste
afspeelstand wordt weergegeven.
Shuffle Play wordt gestart.
Selecteer
Actie
Shuffle
Group*1
Een groep in willekeurige
volgorde afspelen.
Shuffle Disc
Een disc in willekeurige
volgorde afspelen.
Shuffle
Magazine*2
Tracks in de wisselaar in
willekeurige volgorde
afspelen.
Shuffle All*3
Tracks in alle apparaten in
willekeurige volgorde
afspelen.
*1 Bij het afspelen van een MP3/ATRAC CD.
*2 Als er een of meer optionele CD-wisselaars (MDwisselaars) zijn aangesloten.
*3 Als een of meer optionele CD-wisselaars of twee of
meer optionele MD-wisselaars zijn aangesloten.
Als u wilt terugkeren naar de normale
afspeelstand, drukt u herhaaldelijk op (2)
(SHUF) om "OFF" te selecteren.
Opmerking
Bij de optie "ALL" worden tracks niet willekeurig
afgespeeld tussen CD-wisselaars en MD-wisselaars.
Tip
U kunt de stand voor afspelen in willekeurige volgorde
ook selecteren met het hoofdmenu. Druk tijdens het
afspelen op (MENU) en stel "Shuffle" bij "PlayMode"
in op de gewenste afspeelstand.
1 Druk herhaaldelijk op < of , om
het gewenste teken te selecteren en
druk op (ENTER).
2 Herhaal stap 1 om de volledige
naam in te voeren.
Als u de cursor wilt verplaatsen, selecteert
u "C" of "c" en drukt u op (ENTER).
Wilt u het ingevoerde teken verwijderen,
dan selecteert u "BS" en drukt u op
(ENTER).
3 Als u klaar bent, drukt u
herhaaldelijk op < of , om "END"
te selecteren en drukt u op (ENTER).
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Opmerking
Als u de benoemingsprocedure in stap 5 wilt voltooien,
moet u "END" selecteren en op (ENTER) drukken.
Doet u dit niet, dan wordt de Disc Memo niet
opgeslagen.
Tips
• Overschrijf of voer een spatie in om een teken te
corrigeren of te wissen.
• Met Disc Memo kunt u maximaal 50 discnamen in
het geheugen van dit apparaat opslaan (als er al 50
discnamen zijn opgeslagen, wordt "Name Edit" niet
weergegeven in het menu).
• De Disc Memo wordt opgeslagen in het geheugen
van het apparaat en de CUSTOM FILE functies op
de aangesloten CD-wisselaar zijn niet beschikbaar
op dit apparaat.
Disc Memo wissen
Een CD benoemen
— Name Delete
— Disc Memo
1
2
Druk tijdens het afspelen op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Name Delete" te selecteren en druk
op (ENTER).
U kunt elke disc een aangepaste naam van
maximaal 16 tekens geven. Disc Memo heeft als
displayitem altijd voorrang op oorspronkelijke
CD TEXT informatie.
1
2
3
Speel een disc af die u wilt benoemen.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Edit" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Edit" te selecteren en druk op
(ENTER).
vervolg op volgende pagina t
15
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Select" te selecteren en druk op
(ENTER).
De opgeslagen namen worden weergegeven.
5
Druk herhaaldelijk op M of m om de
gewenste naam te selecteren en druk
op (ENTER).
Het bevestigingsvenster wordt weergegeven.
6
Druk op < of , om "YES" te
selecteren en druk op (ENTER).
"Complete" wordt weergegeven en de naam is
verwijderd.
7
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Een disc zoeken op naam
— Disc List
(Met een optionele CD-wisselaar of een MDwisselaar)
U kunt deze functie gebruiken voor discs
waaraan eigen namen zijn toegewezen*1 of voor
CD TEXT discs*2.
1
2
Druk tijdens het afspelen op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op M of m om de
gewenste disc te selecteren en druk
op (ENTER).
Het afspelen wordt gestart.
Als u alle discnamen wilt verwijderen, selecteert
u "ALL" in stap 4.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"List" te selecteren en druk op
(ENTER).
De disclijst wordt weergegeven.
Opmerking
Wanneer de Disc Memo voor een CD TEXT disc wordt
verwijderd, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT
informatie.
Tips
• Als er in stap 3 geen Disc Memo beschikbaar is,
keert het display automatisch terug naar het vorige
venster.
• Als alle gegevens van Disc Memo worden verwijderd
in stap 6, keert het display automatisch terug naar
het vorige venster.
*1 Een disc zoeken aan de hand van de eigen naam:
als u een naam toewijst aan een CD (pagina 15).
*2 Discs zoeken aan de hand van CD TEXT
informatie: als u een CD TEXT disc afspeelt op een
CD-wisselaar met CD TEXT functie.
Opmerking
Bij CD TEXT discs en MD's kunnen bepaalde tekens
niet worden weergegeven.
16
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Radio
Er kunnen maximaal 6 zenders per band (FM1,
FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen.
Let op
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u Best Tuning Memory gebruiken om ongevallen
te vermijden.
Displayitems
Informatie over de geselecteerde zender/
frequentie wordt automatisch weergegeven.
De posities van displayitems verschillen,
afhankelijk van het geselecteerde
weergavepatroon.
Zie "Het weergavepatroon selecteren" op
pagina 22 voor meer informatie.
Als "Skin1" is geselecteerd.
Zenders automatisch opslaan
A
B
— BTM (Best Tuning Memory)
Met deze functie selecteert het apparaat de
zenders met de sterkste signalen in de
geselecteerde band en slaat deze op in volgorde
van frequentie.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
gewenste band te selecteren.
3
4
Druk op (MENU).
5
Druk herhaaldelijk op < of , om
"BTM" te selecteren en druk op
(ENTER).
De zenders met de sterkste signalen worden
opgeslagen.
Als u het opslaan wilt annuleren, drukt u op
(ENTER) terwijl de zenders worden
opgeslagen.
6
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Edit" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Opmerkingen
• Als er slechts enkele zenders kunnen worden
ontvangen wegens te zwakke signalen, wordt de
vorige instelling behouden voor een aantal
voorinstelnummers.
• Het apparaat slaat de zenders op vanaf het
voorinstelnummer dat is geselecteerd.
C
Als "Skin2" is geselecteerd.
A
C
B
Als "Skin3" is geselecteerd.
A
C
B
A Bron/Bandnummer
B Status van functie en stand
ST: Stereo-ontvangststand
: ATT
AF: AF-functie
TA: Verkeersinformatie
TP: Verkeersprogramma
: DSO
: EQ7
C
: Voorinstelnummer/Frequentie, Huidige
status/Berichten
17
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
Opgeslagen zenders
ontvangen
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
gewenste band te selecteren.
Radio-ontvangst in de gewenste band wordt
gestart.
Bij slechte stereo-FM-ontvangst
— Mono
1
Stel "Mono" bij "PlayMode" in op
"ON".
Het geluid verbetert, maar wordt mono.
Als u stereo-ontvangst wilt herstellen, stelt u de
optie in op "OFF".
Tip
Als FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn, stelt u
"DSO" bij "Sound" in op "OFF" (pagina 27).
Bediening via de
kaartafstandsbediening:
Actie
Radio-ontvangst
stoppen
Druk op (OFF).
Opgeslagen
Druk op (1) tot en met (6).
zenders ontvangen Druk op M/m
– Zoeken naar
[tot de gewenste zender].
voorkeurzenders
Zenders zoeken
– Automatisch
afstemmen
Druk op </,
[tot de gewenste zender].
Frequenties
opgeven
– Handmatig
afstemmen
Druk op </,
[vasthouden tot de gewenste
frequentie].
Bediening via de hoofdeenheid:
Actie
Radio-ontvangst
stoppen
Druk op (OFF).
Opgeslagen
Draai de R regelaar
zenders ontvangen [tot de gewenste zender].
– Zoeken naar
voorkeurzenders
Zenders zoeken
– Automatisch
afstemmen
Druk één keer op (ENTER)
en draai de R regelaar*
[tot de gewenste zender].
Frequenties
opgeven
– Handmatig
afstemmen
Druk twee keer op
(ENTER) en draai de R
regelaar
[tot de gewenste frequentie].
Alleen de gewenste zenders
opslaan
U kunt de gewenste zenders handmatig opslaan
onder een gewenste voorinsteltoets.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
gewenste band te selecteren.
3
Druk op < of , om af te stemmen op
de zender die u wilt opslaan.
4
Houd de gewenste cijfertoets ((1) tot
en met (6)) 2 seconden ingedrukt tot
"Memory" wordt weergegeven.
Het cijfer van de ingedrukte toets verschijnt.
De geselecteerde zender wordt aan dit cijfer
toegewezen en wordt opgeslagen.
Opmerking
Als u probeert een andere zender onder hetzelfde
cijfer op te slaan, wordt de eerder opgeslagen zender
gewist.
* Als u het zoeken wilt stoppen, draait u de R regelaar
de andere kant op.
Tip
Als automatisch afstemmen te vaak wordt
onderbroken, stelt u "Local" bij "PlayMode" in op "ON".
Er wordt alleen afgestemd op zenders met relatief
sterke signalen (lokale zoekfunctie).
18
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Afstemmen op een zender in
een lijst
RDS
— Preset List
U kunt een voorkeurzender gemakkelijk in de
lijst selecteren.
Overzicht
1
Druk tijdens de radio-ontvangst op
(MENU).
2
Druk herhaaldelijk op < of , om
"List" te selecteren en druk op
(ENTER).
Als "MW" of "LW" is geselecteerd, verschijnt
de lijst met voorkeurzenders. Ga verder met
stap 4.
Wordt "FM" geselecteerd, dan verschijnt het
venster voor het selecteren van de lijst. Ga
verder met stap 3.
FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data
System) sturen onwaarneembare digitale
informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal.
3
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Preset" te selecteren en druk op
(ENTER).
De lijst met voorkeurzenders wordt
weergegeven.
Druk herhaaldelijk op M of m om de
gewenste zender te selecteren en druk
op (ENTER).
Het normale display verschijnt weer.
Displayitems
Informatie over de geselecteerde zender/
frequentie en het geselecteerde programma wordt
automatisch weergegeven.
De posities van displayitems verschillen,
afhankelijk van het geselecteerde
weergavepatroon.
Zie "Het weergavepatroon selecteren" op
pagina 22 voor meer informatie.
Als "Skin1" is geselecteerd.
A
B
C
Als "Skin2" is geselecteerd.
A
C
B
Als "Skin3" is geselecteerd.
A
C
B
vervolg op volgende pagina t
19
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
A Bron/Bandnummer
B Status van functie en stand
ST: Stereo-ontvangststand
: ATT
AF: AF-functie
TA: Verkeersinformatie
TP: Verkeersprogramma
: DSO
: EQ7
C
: RDS-ontvangst/
: Voorinstelnummer/Zendernaam
(Frequentie), Huidige status/Berichten
RDS-diensten
Dit apparaat biedt op de volgende manier
automatisch RDS-diensten:
AF (alternatieve frequenties)
Hiermee wordt de zender met het sterkste
signaal in een netwerk geselecteerd of wordt
opnieuw op deze zender afgestemd. Als u deze
functie gebruikt, kunt u onafgebroken naar
hetzelfde programma luisteren tijdens een lange
rit zonder dat u steeds handmatig op dezelfde
zender hoeft af te stemmen.
TA (verkeersinformatie)/
TP (verkeersprogramma)
Hiermee ontvangt u de huidige
verkeersinformatie/-programma's. De huidige
bron wordt onderbroken door eventuele
verkeersinformatie/-programma's.
PTY (programmatypen)
Hiermee geeft u het ontvangen programmatype
weer. Hiermee zoekt u ook naar het
geselecteerde programmatype.
CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok ingesteld.
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
AF en TA/TP instellen
1
Druk herhaaldelijk op (AF) en/of (TA)
tot de gewenste instelling wordt
weergegeven.
RDS-zenders met de AF- en TAinstelling opslaan
U kunt RDS-zenders vooraf instellen met de
AF-/TA-instelling. Als u de BTM-functie
gebruikt, worden alleen RDS-zenders met
dezelfde AF-/TA-instelling opgeslagen.
Als u handmatig vooraf instelt, kunt u zowel
RDS- als niet-RDS-zenders instellen met de AF-/
TA-instelling.
1
Stel AF/TA in en sla de zender
vervolgens met BTM (pagina 17) of
handmatig (pagina 18) op.
Het volume van verkeersinformatie
instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
vooraf instellen, zodat u geen enkel bericht mist.
1
Druk op (VOL) (+) of (VOL) (–) om het
volume aan te passen.
2
Houd (TA) ingedrukt tot "TA" wordt
weergegeven.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken
door de noodberichten.
Een regionaal programma
beluisteren — Regional
Wanneer de AF-functie is ingeschakeld: met de
fabrieksinstelling van het apparaat wordt
ontvangst tot een bepaalde regio beperkt, zodat er
niet automatisch wordt overgeschakeld naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie.
Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat, stelt u "Regional" bij
"PlayMode" in op "OFF" (pagina 35).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
20
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Local Link-functie (alleen voor het
Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1
Druk tijdens FM-ontvangst op een
cijfertoets ((1) tot en met (6))
waaronder een lokale zender is
opgeslagen.
2
Druk binnen 5 seconden nogmaals op
de cijfertoets van de lokale zender.
Herhaal dit tot de lokale zender wordt
ontvangen.
PTY selecteren
1
Druk op (PTY) tijdens FM-ontvangst.
Programmatypen
News (Nieuws), Current Affairs
(Actualiteiten), Information (Informatie),
Sport (Sport), Education (Educatieve
programma's), Drama (Toneel), Cultures
(Cultuur), Science (Wetenschap), Varied
Speech (Diversen), Pop Music (Populaire
muziek), Rock Music (Rock-muziek), Easy
Listening (Easy Listening), Light Classics
M (Licht klassiek), Serious Classics
(Klassiek), Other Music (Ander type muziek),
Weather & Metr (Weerberichten), Finance
(Financiën), Children’s Progs
(Kinderprogramma's), Social Affairs (Sociale
zaken), Religion (Religie), Phone In (Phone
In), Travel & Touring (Reizen), Leisure &
Hobby (Ontspanning), Jazz Music (Jazzmuziek), Country Music (Country-muziek),
National Music (National Music), Oldies
Music (Oldies), Folk Music (Folk-muziek),
Documentary (Documentaires)
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in bepaalde landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
CT instellen
2
Druk herhaaldelijk op M of m totdat het
gewenste programmatype verschijnt.
1
3
Druk op (ENTER).
Het apparaat gaat zoeken naar een zender die
het geselecteerde programmatype uitzendt.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
Tip
U kunt de PTY-lijst ook weergeven met het
hoofdmenu. Druk tijdens FM-ontvangst op (MENU) en
selecteer "PTY" bij "List" en druk op (ENTER).
Stel "CT" bij "Setup" in op "ON"
(pagina 34).
Tip
Als de optionele NVX-HC1 is aangesloten, kan de tijd
met de GPS-gegevens worden ingesteld. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing die bij de NVX-HC1 wordt
geleverd voor meer informatie.
21
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Char Color" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste kleur te selecteren en druk
op (ENTER).
Wanneer u op < of , drukt, wordt de kleur
als volgt gewijzigd:
White (wit) y Green (groen) y Pink
(roze) y Yellow (geel) y Purple (paars)
y Black (zwart) y Custom (aangepast)
y Blue (blauw) y White (wit)
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Beeldinstellingen
De beschikbare instelitems in het menu
verschillen, afhankelijk van het geselecteerde
displaypatroon.
Zie "Displaystand en displaypatroon selecteren"
op pagina 11 voor meer informatie over de
displaypatronen.
Het weergavepatroon
selecteren
— Skin
U kunt het weergavepatroon voor het weergeven
van informatie tijdens afspelen/radio-ontvangst
selecteren. De posities van displayitems
verschillen, afhankelijk van de
weergavepatronen.
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Skin" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om het
gewenste patroon te selecteren en
druk op (ENTER).
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
De kleur "Custom" aanpassen
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Char Color" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Custom" te selecteren en druk op
(ENTER).
Het bewerkingsvenster voor de RGB-waarden
wordt weergegeven.
5
Pas de kleurniveaus aan.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
Tip
Zie "Displayitems" op pagina 14, 17 en 19 voor meer
informatie over de displayitems.
De tekenkleur instellen
— Char Color
U kunt een tekenkleur selecteren die contrasteert
met de achtergrondafbeeldingen.
De tekenkleur selecteren
1
2
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
1 Druk herhaaldelijk op M of m om "R"
(rood), "G" (groen) of "B" (blauw) te
selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op < of , om
het kleurniveau aan te passen en
druk op (ENTER).
3 Herhaal stap 1 en 2 om alle
kleurniveaus aan te passen.
Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven als u "B" hebt aangepast.
Druk op (ENTER).
22
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
6
7
Druk herhaaldelijk op < of , om
"YES" te selecteren en druk op
(ENTER).
"Complete" wordt weergegeven en het
display keert terug naar het hoofdmenu.
Als u wilt terugkeren naar de vorige
kleurniveaus, selecteert u "NO" en drukt u op
(ENTER).
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
— Wallpaper
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Een achtergrondafbeelding
selecteren
U kunt het beeld instellen als
achtergrondafbeelding.
Het displaybeeld
automatisch wijzigen
De achtergrondafbeelding
selecteren
— Auto Image
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Wallpaper" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Select" te selecteren en druk op
(ENTER).
5
Druk herhaaldelijk op < of , om het
gewenste beeld te selecteren en druk
op (ENTER).
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
U kunt het displaybeeld automatisch met een
opgegeven snelheid wijzigen.
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Auto Image" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste snelheid te selecteren
("FAST", "MIDDLE" of "SLOW") en
druk op (ENTER).
5
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Als u het wijzigen van beelden wilt annuleren,
selecteert u "OFF" in stap 4.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
Beelden automatisch wijzigen
1
2
Druk op (MENU).
3
De bewegende patronen worden als visuele
effecten weergegeven.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Wallpaper" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
1
2
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Auto" te selecteren en druk op
(ENTER).
5
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Effect" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste snelheid te selecteren
("FAST", "MIDDLE" of "SLOW") en
druk op (ENTER).
Het effectpatroon selecteren
— Effect
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om het
gewenste patroon te selecteren en
druk op (ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
vervolg op volgende pagina t
23
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Als u het wijzigen van beelden wilt annuleren,
selecteert u "OFF" in stap 5.
De beelden selecteren die moeten
worden weergegeven
U kunt kiezen uit:
• USER – door de gebruiker opgeslagen beelden
op volgorde weergeven.
• ALL – vooraf opgeslagen/door de gebruiker
opgeslagen beelden op volgorde weergeven.
1
2
Druk op (MENU).
3
Opmerking
Panoramabeelden kunnen niet worden opgeslagen.
Er zijn alleen vooraf opgeslagen panoramabeelden
beschikbaar.
De breedte/hoogteverhouding selecteren
— Aspect
U kunt beelden vervormen of uitknippen om het
schermformaat aan te passen aan de
geselecteerde breedte/hoogte-verhouding.
1
2
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Wallpaper" te selecteren en druk op
(ENTER).
3
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Arrange" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Aspect" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste beeldstand te selecteren.
5
Druk herhaaldelijk op < of , om
"USER" of "ALL" te selecteren en druk
op (ENTER).
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
Wanneer u op < of , drukt, wordt het
beeldtype als volgt gewijzigd:
Opmerking
"Arrange" in het menu kan niet worden geselecteerd
als er geen beelden door de gebruiker zijn
opgeslagen.
Als "Video full" of "Video & Spectrum
Analyser" is geselecteerd.
Standard2 y Standard1 y Wide2 y
Wide1 y Cinema2 y Cinema1
Als "Video & Capture" of "Video &
Slideshow" is geselecteerd.
Standard3 y Wide3 y Cinema3
Een panoramabeeld instellen
— Panorama
De beeldpositie aanpassen
Beelden van het type Cinema en Wide kunnen
naar boven of beneden worden geschoven
door M of m ingedrukt te houden.
U kunt een panoramabeeld selecteren als
achtergrondafbeelding die automatisch wordt
geschoven.
24
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Panorama" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om het
gewenste beeld te selecteren en druk
op (ENTER).
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Opmerking
Afhankelijk van de geselecteerde beeldstand
(breedte/hoogte-verhouding) worden de displaytekens
wellicht niet goed weergegeven.
Displaypatronen en beeldtypen
De volgende beeldtypen zijn beschikbaar,
afhankelijk van de geselecteerde displaypatronen
in de videostand.
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
05NL02CD-EUR.fm
Als "Video & Spectrum Analyser" of "Video
full" is geselecteerd.
Standard1:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 4 tot 3.
Wide1:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 16 tot 9.
masterpage:Right
Cinema2:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 2,35 tot 1, waarbij alleen de linker- en
rechterkant van het beeld worden uitvergroot om
het display te vullen.
Als "Video & Capture" of "Video & Slideshow"
is geselecteerd.
Standard3:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 4 tot 3, waarbij alleen de linker- en
rechterkant van het beeld worden uitvergroot om
het gebied voor de Capture en Slide Show stand
te vullen.
Cinema1:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 2,35 tot 1.
Wide3:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 16 tot 9, waarbij alleen de linker- en
rechterkant van het beeld worden uitvergroot om
het gebied voor de Capture en Slide Show stand
te vullen.
Standard2:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 4 tot 3, waarbij alleen de linker- en
rechterkant van het beeld worden uitvergroot om
het display te vullen.
Wide2:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 16 tot 9, waarbij alleen de linker- en
rechterkant van het beeld worden uitvergroot om
het display te vullen.
Cinema3:
Een beeld met een breedte/hoogte-verhouding
van 2,35 tot 1, waarbij alleen de linker- en
rechterkant van het beeld worden uitvergroot om
het gebied voor de Capture en Slide Show stand
te vullen.
25
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
De displaytekens
uitschakelen
— Auto Clear
U kunt de tekstinformatie automatisch
uitschakelen zodat u de beelden kunt bekijken.
De tekstinformatie wordt alleen weergegeven als
de huidige bron, disc, groep of track wordt
gewijzigd.
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Auto Clear" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Display" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op (ENTER) om
"ON" te selecteren.
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Als u de displaytekens wilt herstellen, selecteert
u "OFF" in stap 4.
De beelden opslaan
— Snapshot
U kunt maximaal 100 beelden van de
aangesloten randapparatuur opslaan.
Opmerkingen
• Dit apparaat is compatibel met aangesloten
randapparatuur met het PAL- en NTSCkleursysteem.
• Als u het kleursysteem van het apparaat wilt
wijzigen, stelt u "Video" bij "Setup" in op "PAL" of
"NTSC".
• Schakel het apparaat niet uit als het beeld wordt
opgeslagen. Als u dit wel doet, wordt het beeld
wellicht niet opgeslagen.
• Het opgeslagen beeld is beperkt tot privé-gebruik.
Gebruik voor openbare en winstgevende doeleinden
vereist toestemming van de copyrighthouders.
• Opgeslagen beelden kunnen afwijken van de
originele breedte/hoogte-verhouding of bepaalde
tekens worden wellicht niet goed weergegeven
wegens compressie of verlenging.
Het opgeslagen beeld verwijderen
— Picture Delete
U kunt ongewenste opgeslagen beelden
verwijderen.
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Picture Delete" te selecteren en druk
op (ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Select" te selecteren en druk op
(ENTER).
5
Druk herhaaldelijk op < of , om het
gewenste beeld te selecteren en druk
op (ENTER).
Het bevestigingsvenster wordt weergegeven.
6
Druk herhaaldelijk op < of , om
"YES" te selecteren en druk op
(ENTER).
"Complete" wordt weergegeven en het
display keert terug naar het vorige venster.
Als u het verwijderen van het beeld wilt
annuleren, drukt u tijdens de procedure op
een toets.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Edit" te selecteren en druk op
(ENTER).
1
Druk herhaaldelijk op (SCREEN) om de
videostand te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (IMAGE) om de
Video & Capture stand te selecteren
(pagina 12).
Zie "De breedte/hoogte-verhouding
selecteren" op pagina 24 voor meer
informatie over het wijzigen van de breedte/
hoogte-verhouding.
3
Speel beelden af op de
randapparatuur.
Als u alle opgeslagen beelden wilt verwijderen,
selecteert u "ALL" in stap 4.
4
Druk op (CAPTURE) als het gewenste
beeld wordt weergegeven.
Opmerkingen
• U kunt de vooraf opgeslagen beelden op dit
apparaat niet verwijderen.
• Bevestig het beeld dat u wilt verwijderen. Als u een
beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet meer
herstellen.
• Schakel het apparaat niet uit tijdens de procedure.
Als u dit wel doet, wordt het beeld niet volledig
verwijderd.
• Het kan enige tijd duren voordat alle opgeslagen
beelden zijn verwijderd.
"Complete" wordt weergegeven en het beeld
wordt op het apparaat opgeslagen.
26
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Het startbeeld selecteren
— Opening
Geluidsinstelling
U kunt een beeld voor het startvenster selecteren.
1
2
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Edit" te selecteren en druk op
(ENTER).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Opening" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om het
gewenste beeld te selecteren en druk
op (ENTER).
"Complete" wordt weergegeven en het
display keert terug naar het vorige venster.
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Dynamic Soundstage
Organizer instellen
— DSO
Als de luidsprekers in het onderste gedeelte van
de deuren zijn geïnstalleerd, komt het geluid van
beneden en is het wellicht niet helder.
Met de DSO-functie (Dynamic Soundstage
Organizer) krijgt u een geluid alsof de
luidsprekers boven het dashboard zijn
gemonteerd (virtuele luidsprekers).
U kunt de DSO-instelling voor elke bron
opslaan.
DSO-stand en afbeelding van virtuele
luidsprekers
Als u het selecteren van het startbeeld wilt
annuleren, drukt u op < of , om "YES" te
selecteren en drukt u op (ENTER) in stap 3.
*3
*2
*1
Opmerkingen
• Alleen door de gebruiker opgeslagen beelden
kunnen worden ingesteld als startbeeld.
• Een geselecteerd startbeeld blijft verschijnen als het
apparaat wordt ingeschakeld, zelfs als het beeld is
verwijderd met "Picture Delete" bij "Edit".
*3
*2
*1
*4
*4
*1
*2
*3
*4
DSO 1
DSO 2
DSO 3
DSO OFF
1
Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
3
Druk op (MENU).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"DSO" te selecteren en druk op
(ENTER).
5
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste stand te selecteren en druk
op (ENTER).
Als u de DSO-functie wilt annuleren,
selecteert u "OFF".
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
vervolg op volgende pagina t
27
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
Opmerkingen
• DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van het auto-interieur of het
muziekgenre.
• Als FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn, stelt u
"DSO" bij "Sound" in op "OFF".
Tip
Het DSO-geluidseffect neemt toe naarmate het cijfer
groter is.
De equalizer instellen
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"EQ7" te selecteren en druk op
(ENTER).
5
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Tune" te selecteren en druk op
(ENTER).
6
Pas de equalizercurve aan.
1 Druk herhaaldelijk op < of , om
de gewenste frequentie te
selecteren.
Wanneer u op < of , drukt, wordt de
frequentie als volgt gewijzigd:
62Hz y 157Hz y 396Hz y
1000Hz y 2510kHz y 6340Hz y
16000Hz
— EQ7
U kunt een equalizercurve selecteren voor 7
muziekgenres (Xplod, Vocal, Club, Jazz,
NewAge, Rock en Custom).
U kunt voor elke bron een andere
equalizerinstelling opslaan.
2 Druk herhaaldelijk op M of m om het
niveau aan te passen en druk op
(ENTER).
Het niveau is in stappen van 1 dB regelbaar
van –10 dB tot +10 dB.
Equalizercurve selecteren
1
Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
3
Druk op (MENU).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"EQ7" te selecteren en druk op
(ENTER).
Wanneer u de equalizercurve wilt wijzigen,
selecteert u "Select" en drukt u op (ENTER).
5
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste equalizercurve te selecteren
en druk op (ENTER).
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
3 Herhaal stap 1 en 2 om alle
frequenties aan te passen.
Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven als u "16000Hz" hebt
aangepast. Druk op (ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
Als u de equalizercurve wilt annuleren, selecteert
u "OFF" in stap 5.
Opmerking
Wanneer DSO actief is, worden de
equalizerinstellingen automatisch geregeld voor een
optimaal effect.
De geselecteerde equalizercurve
aanpassen
U kunt de equalizerinstellingen voor frequentie
en niveau opslaan en aanpassen.
1
Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
Druk op (MENU).
7
Druk op < of , om "YES" te
selecteren en druk op (ENTER).
"Complete" wordt weergegeven en het
display keert terug naar het hoofdmenu.
8
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Als u de fabriekswaarden wilt herstellen,
selecteert u "Initialize" in stap 5.
De lage en hoge tonen
aanpassen
— Bass/Treble
1
Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
3
Druk op (MENU).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Bass" of "Treble" te selecteren en
druk op (ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
28
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
6
Druk herhaaldelijk op < of , om het
niveau aan te passen en druk op
(ENTER).
Het niveau is in stappen van 1 dB regelbaar
van –10 dB tot +10 dB.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sub Woofer" te selecteren en druk op
(ENTER).
5
Druk herhaaldelijk op < of , om het
volume aan te passen en druk op
(ENTER).
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB van –∞, –10 dB tot +10 dB.
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Het voor- en achtervolume
aanpassen
— Balance/Fader
U kunt de volumebalans aanpassen tussen de
rechter- en linkerluidsprekers (Balance) en
tussen de voor- en achterluidsprekers (Fader).
1
Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
3
Druk op (MENU).
4
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Balance" of "Fader" te selecteren en
druk op (ENTER).
Als u de balans tussen de rechter- en
linkerluidsprekers wilt aanpassen, selecteert u
"Balance".
Wilt u de balans tussen de voor- en
achterluidsprekers aanpassen, dan selecteert u
"Fader".
5
Druk herhaaldelijk op < of , om de
balans aan te passen en druk op
(ENTER).
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Tip
"– ∞" wordt weergegeven als het volume lager is dan
–10 dB.
De kantelfrequentie van de
luidsprekers en de
subwoofer(s) aanpassen
— HPF/LPF (hoogdoorlaatfilter/
laagdoorlaatfilter)
U kunt de kantelfrequentie selecteren om het
toonbereik van de luidsprekers en subwoofer(s)
af te stemmen.
Voorbeeld: "78Hz" wordt geselecteerd voor
"HPF" en "LPF".
Niveau
5
Kantelfrequentie
uit
78
125
Frequentie (Hz)
toonbereik van luidsprekers
Het subwoofervolume
aanpassen
toonbereik van subwoofer(s)
1
Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
3
Druk op (MENU).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"HPF" of "LPF" te selecteren en druk
op (ENTER).
— Sub Woofer
1
Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
3
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
vervolg op volgende pagina t
29
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
5
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste kantelfrequentie te
selecteren en druk op (ENTER).
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Als u de kantelfrequentie wilt annuleren,
selecteert u "OFF" in stap 5.
Tips
• Selecteer dezelfde kantelfrequentie voor "HPF" en
"LPF".
• "HPF" kan worden aangepast als de subwoofer niet
is aangesloten. Alleen signalen met een lage
frequentie worden afgekapt.
De geluidssterkte instellen
— Loudness
Extra audioapparatuur
aansluiten
U kunt optionele draagbare apparaten van Sony
aansluiten op de BUS AUDIO IN/AUX INaansluiting van het apparaat. Als de oplader of
het andere apparaat niet is aangesloten op de
aansluiting, kunt u met het apparaat via de
autoluidsprekers naar het draagbare apparaat
luisteren.
Opmerking
Wanneer u een draagbaar apparaat aansluit,
controleert u of BUS CONTROL IN niet is
aangesloten. Als een apparaat is aangesloten op BUS
CONTROL IN, kan "AUX" niet worden geselecteerd
met (SOURCE).
Extra apparatuur selecteren
De lage en hoge tonen worden versterkt zodat u
naar helder geluid bij een laag volume kunt
luisteren.
1
Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
3
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Loudness" te selecteren.
5
Druk herhaaldelijk op (ENTER) om
"ON" te selecteren.
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Als u de geluidssterkte wilt annuleren, selecteert
u "OFF" in stap 5.
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"AUX" te selecteren.
Het volume aanpassen
— AUX Level
U kunt het volume voor alle aangesloten
apparaten regelen.
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"AUX Level" te selecteren en druk op
(ENTER).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om het
volume aan te passen en druk op
(ENTER).
Het volume is in stappen van 1 dB regelbaar
van –6 dB tot +6 dB.
5
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Sound" te selecteren en druk op
(ENTER).
30
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Andere functies
De Custom functie instellen
— Custom
U kunt een gewenste functie toewijzen aan de
CUSTOM toets zodat u deze functie gemakkelijk
kunt uitvoeren.
U kunt de volgende functies aan de toets
toewijzen:
Screen - hiermee wijzigt u de displaystand
(pagina 11).
AF - hiermee schakelt u de AF-functie in of uit
(pagina 20).
TA - hiermee schakelt u de TA-functie in of uit
(pagina 20).
Mode - hiermee wijzigt u het bandnummer of het
afspeelapparaat.
ATT - hiermee dempt u het geluid snel
(pagina 9).
Capture - hiermee slaat u het beeld op dat wordt
weergegeven als u het sluitergeluid hoort
(pagina 26).
Image - hiermee wijzigt u het displaypatroon van
de geselecteerde displaystand (pagina 11).
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste functie te selecteren en druk
op (ENTER).
Wanneer u op < of , drukt, wordt de
functie als volgt gewijzigd:
Screen y AF y TA y Mode y ATT
y Capture y Image y Screen
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Custom" te selecteren en druk op
(ENTER).
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Tip
Als de optionele NVX-HC1 is aangesloten, wordt
"Custom" niet weergegeven.
Het apparaat initialiseren
— Initialize
Als u het apparaat initialiseert, worden alle extra
opgeslagen beelden gewist en worden de
fabrieksinstellingen van het apparaat hersteld.
De volgende items wordt geïnitialiseerd.
Setup (Contrast, Dimmer, Video,
Commander, Demo, Security),
Edit (Name Edit, Name Delete, Picture
Delete, Opening),
Display (Skin, Char Color, Auto Image,
Effect, Wallpaper, Panorama, Aspect, Auto
Clear, Auto Scroll),
Custom, Helderheid van de videostand
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Initialize" te selecteren en druk op
(ENTER).
Het bevestigingsvenster wordt weergegeven.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Setup" te selecteren en druk op
(ENTER).
Wanneer het venster Code Input wordt
weergegeven
Voer de beveiligingscode in en druk op
(ENTER) (pagina 32).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om
"YES" te selecteren en druk op
(ENTER).
"Complete" wordt weergegeven en het
display keert terug naar het vorige venster.
Als u het initialiseren wilt annuleren, drukt u op
(MENU).
Opmerkingen
• Schakel het apparaat niet uit tijdens het initialiseren.
• Het initialiseren kan enige tijd in beslag nemen,
afhankelijk van het aantal opgeslagen beelden.
• Houd er rekening mee dat u beelden niet meer kunt
herstellen zodra u het apparaat hebt geïnitialiseerd.
• U kunt de vooraf opgeslagen beelden op dit
apparaat niet verwijderen.
Beveiligingscode instellen
— Security
Dit apparaat is beveiligd tegen diefstal. Voer een
4-cijferig getal in als beveiligingscode.
Wanneer de code is ingesteld, moet deze worden
ingevoerd wanneer het apparaat in een andere
auto wordt gemonteerd of na het loskoppelen van
de accu.
Bediening via alleen de
kaartafstandsbediening:
1
2
Druk op (MENU).
Druk op < of , om "Setup" te
selecteren en druk op (ENTER).
vervolg op volgende pagina t
31
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
3
4
Druk op < of , om "Security" te
selecteren en druk op (ENTER).
Het venster Code Set wordt weergegeven.
Stel de code in.
1 Druk op M of m om het 1e cijfer in te
voeren en druk op (ENTER).
2 Herhaal stap 1 om het 2e, 3e en 4e
cijfer in te voeren en druk op
(ENTER).
Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven.
5
Druk op < of , om "YES" te
selecteren en druk op (ENTER).
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Opmerkingen
• De beveiligingscode kan niet worden ingevoerd met
de cijfertoetsen (1-6).
• Zorg ervoor dat u de beveiligingscode niet vergeet.
• Als u "NO" selecteert in stap 5 en op (ENTER) drukt,
keert het display terug naar het venster Code Set in
stap 3.
Als de beveiligingscode is
ingesteld
2
Opmerking
U kunt de cursor niet achteruit verplaatsen als u de
cijfers hebt ingevoerd. Als u verkeerde cijfers hebt
ingevoerd, drukt u herhaaldelijk op (ENTER) om
"Code Error" weer te geven. Vervolgens voert u de
juiste code in.
Beveiligingscode annuleren
Bediening via alleen de
kaartafstandsbediening:
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk op < of , om "Security" te
selecteren en druk op (ENTER).
Het venster Code Delete wordt weergegeven.
4
Voer de 4-cijferige code in en druk op
(ENTER).
Als de code is geverifieerd, wordt het
bevestigingsvenster weergegeven.
5
Druk herhaaldelijk op < of , om
"YES" te selecteren en druk op
(ENTER).
"Complete" wordt weergegeven en het
display keert terug naar het vorige venster.
Als de code ongeldig is, moet u de juiste code
invoeren.
6
Druk op (MENU).
Het normale display verschijnt weer.
Als het apparaat in een andere auto wordt
geplaatst of wanneer de accu is losgekoppeld,
verschijnt het venster Check Code als het
apparaat wordt ingeschakeld.
Het venster Code Input
Herhaal stap 1 om het 2e, 3e en 4e
cijfer in te voeren en druk op (ENTER).
Als de beveiligingscode is geverifieerd, wordt
"Complete" weergegeven en keert het display
terug naar de weergave met de klok/kalender.
Als de code ongeldig is, moet u de juiste code
invoeren.
Druk herhaaldelijk op < of , om
"Setup" te selecteren en druk op
(ENTER).
Opmerking
De beveiligingscode kan pas worden gewijzigd als u
de opgeslagen code hebt gewist.
Bediening via alleen de hoofdeenheid:
1
Tip
Als er geen code is ingesteld, verschijnt het venster
Code Delete niet.
Draai de R regelaar om het 1e cijfer te
selecteren en druk op (ENTER).
32
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Menu's en items
De items in de menu's verschillen, afhankelijk
van de bron en het displaypatroon in de
geselecteerde displaystand.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Display
Skin
1*
2
3
Char Color
Custom
Blue
White*
List menu
Green
• Disc List - hiermee geeft u de lijst met
discnamen weer (pagina 16).
• Preset List - hiermee geeft u de lijst met
zendernamen weer (pagina 19).
• PTY List - hiermee geeft u de lijst met
programmatypen weer (pagina 21).
Pink
Yellow
Purple
Black
Auto Image
List
OFF*
FAST
Disc List
MIDDLE
Preset List
PTY List
SLOW
Effect
1*
2
Display menu
• Skin - hiermee wijzigt u het weergavepatroon
(pagina 22).
• Char Color - hiermee wijzigt u de kleur van
displaytekens (pagina 22).
• Auto Image - hiermee wijzigt u de
weergaveduur voor beelden (pagina 23).
• Effect - hiermee wijzigt u de visuele effecten
van de bewegende patronen (pagina 23).
• Wallpaper - hiermee selecteert u het beeld als
achtergrondafbeelding (pagina 23).
• Panorama - hiermee selecteert u
panoramabeelden als achtergrondafbeelding
(pagina 24).
• Aspect - hiermee wijzigt u de breedte/hoogteverhouding van het beeld (pagina 24).
• Auto Clear - hiermee schakelt u displaytekens
in het display uit (pagina 26).
• Auto Scroll - hiermee schuift u lange
tekstinformatie (pagina 14).
3
Wallpaper
Select
Auto
FAST
MIDDLE
SLOW
OFF*
Arrange
ALL*
USER
Panorama
Aspect
Auto Clear
ON
Auto Scroll
ON
OFF*
OFF*
* De standaardinstelling
Edit menu
• Name Edit - hiermee wijst u namen toe aan
discs (pagina 15).
• Name Delete - hiermee verwijdert u de
toegewezen discnaam (pagina 15).
• Opening - hiermee selecteert u het beeld voor
het startvenster (pagina 27).
• Picture Delete - hiermee verwijdert u
opgeslagen beelden (pagina 26).
• BTM - hiermee slaat u zenders automatisch op
(pagina 17).
vervolg op volgende pagina t
33
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
Setup
Edit
Clock
Name Edit
Name Delete
Select
Contrast
ALL*
Security
Select
Dimmer
Initialize
Opening
Picture Delete
AUTO*
BTM
Beep
* De standaardinstelling
Setup menu
• Clock - hiermee stelt u de klok en de kalender
in (pagina 7).
• Contrast - hiermee past u het contrast van het
display aan.
• Security - hiermee stelt u de beveiligingscode
in of annuleert u deze code (pagina 31).
• Initialize - hiermee herstelt u de
fabrieksinstellingen van het apparaat
(pagina 31).
• Dimmer - hiermee past u de helderheid van het
display aan.
– Selecteer "AUTO" om het display alleen te
dimmen wanneer u de koplampen inschakelt.
– Selecteer "ON" om het display te dimmen.
– Selecteer "OFF" om de helderheid te
herstellen.
• Beep - hiermee schakelt u de pieptoon in of uit.
• Video - hiermee wijzigt u het kleursysteem in
PAL of NTSC.
• Commander - hiermee wijzigt u de
werkingsrichting van de bedieningssatelliet.
– Selecteer "Normal" om de bedieningssatelliet
in de standaardpositie te gebruiken.
– Selecteer "Reverse" als u de
bedieningssatelliet aan de rechterzijde van de
stuurkolom hebt gemonteerd.
• Demo - hiermee stelt u de demonstratie in
(pagina 6).
– Selecteer "ON" om herhaaldelijk te wisselen
tussen de standen Wallpaper*1, Movie, Space
Producer en Navigation Control.
– Selecteer "OFF" om herhaaldelijk te wisselen
tussen de standen Wallpaper*1 en Movie.
• CT*2 - hiermee stelt u de klok automatisch in
(pagina 21).
*1 Beelden die in "Wallpaper" (pagina 23) zijn
ingesteld, worden weergegeven.
*2 Als de optionele NVX-HC1 is aangesloten, wordt
"GPS" in plaats van "CT" weergegeven en kan de
tijd met de GPS-gegevens worden ingesteld.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
NVX-HC1 wordt geleverd voor meer informatie.
OFF
ON
ALL*
ON*
OFF*
OFF
Video
NTSC
Commander
Normal*
PAL*
Reverse
Demo
ON*
CT
OFF
ON
OFF*
* De standaardinstelling
Sound menu
• DSO - hiermee stelt u de DSO-functie in
(pagina 27).
• EQ7 - hiermee past u de instellingen voor de
equalizercurve aan (pagina 28).
• Bass - hiermee past u het niveau voor lage
tonen aan (pagina 28).
• Treble - hiermee past u het niveau voor hoge
tonen aan (pagina 28).
• Balance - hiermee past u het volume van de
rechter- en linkerluidsprekers aan (pagina 29).
• Fader - hiermee past u het volume van de vooren achterluidsprekers aan (pagina 29).
• Sub Woofer - hiermee past u het volume van de
subwoofer aan (pagina 29).
• HPF (hoogdoorlaatfilter) - hiermee selecteert u
de kantelfrequentie voor de voor-/
achterluidsprekers (pagina 29).
• LPF (laagdoorlaatfilter) - hiermee selecteert u
de kantelfrequentie voor de subwoofer
(pagina 29).
• AUX Level - hiermee past u het volume van de
aangesloten randapparatuur aan (pagina 29).
• Loudness - hiermee versterkt u de lage en hoge
tonen (pagina 30).
34
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Custom
Sound
DSO
EQ7
OFF*
Screen*
DSO 1
AF
DSO 2
TA
DSO 3
Mode
Select
OFF*
ATT
Xplod
Capture
Vocal
Image
Club
Jazz
* De standaardinstelling
NewAge
Tip
Als de optionele NVX-HC1 is aangesloten, wordt
"Custom" niet weergegeven.
Rock
Custom
PlayMode menu
Tune
Initialize
Bass
Treble
Balance
Fader
Sub Woofer
HPF
OFF*
78Hz
125Hz
LPF
OFF*
125Hz
78Hz
AUX Level
Loudness
ON
OFF*
• Repeat - hiermee wijzigt u de stand voor
herhaaldelijk afspelen (pagina 14).
• Shuffle - hiermee wijzigt u de stand voor
afspelen in willekeurige volgorde (pagina 15).
• BBE MP - hiermee verbetert u digitaal
gecomprimeerd geluid (pagina 2).
• Mono - hiermee ontvangt u FM-uitzendingen in
mono (pagina 18).
• Local - hiermee stemt u af op lokale zenders.
• Regional - hiermee schakelt u de regionale
ontvangststand in of uit.
– Selecteer "ON" als u wilt blijven luisteren
naar dezelfde lokale zender in een bepaalde
regio.
– Selecteer "OFF" als u de regionale
ontvangststand wilt annuleren.
PlayMode
Repeat
TRACK
GROUP
* De standaardinstelling
DISC
OFF*
Custom menu
• Screen - hiermee wijzigt u de displaystand
(pagina 11).
• AF - hiermee schakelt u de AF-functie in of uit
(pagina 20).
• TA - hiermee schakelt u de TA-functie in of uit
(pagina 20).
• Mode - hiermee wijzigt u het bandnummer of
het afspeelapparaat.
• ATT - hiermee dempt u het geluid snel
(pagina 9).
• Capture - hiermee slaat u het beeld op dat
wordt weergegeven als u het sluitergeluid hoort
(pagina 26).
• Image - hiermee wijzigt u het displaypatroon
van de geselecteerde displaystand (pagina 11).
Shuffle
GROUP
DISC
MAGAZINE
ALL
OFF*
BBE MP
ON*
OFF
Mono
ON
OFF*
Local
ON
OFF*
Regional
ON*
OFF
* De standaardinstelling
35
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
De bedieningssatelliet
gebruiken
Aanvullende informatie
Het label bevestigen
Voorzorgsmaatregelen
Houd bij het bevestigen van het label rekening
met de positie waarin de bedieningssatelliet
wordt gemonteerd.
SEL
MODE
DSPL
DSPL
MODE
SEL
• Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat
u het gaat gebruiken.
• Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
aangezet.
Condensvorming
Bedieningselementen
De overeenkomstige toetsen op de
bedieningssatelliet bedienen dezelfde functies als
die op de kaartafstandsbediening.
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen
en het display van het apparaat. In dit geval kan
de werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer
een uur tot alle vocht is verdampt.
ATT
SEL*
Optimale geluidskwaliteit
behouden
PRESET/
DISC
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
MODE
OFF
SOURCE
DSPL
VOL
SEEK/AMS
OFF
* Niet beschikbaar
De volgende bedieningselementen op de
bedieningssatelliet moeten op een andere manier
worden bediend dan op de
kaartafstandsbediening.
• PRESET/DISC regelaar
Radio/CD bedienen, heeft dezelfde functie als
M of m op de kaartafstandsbediening
(indrukken en draaien).
• VOL (volume) regelaar
Heeft dezelfde functie als (VOL) (+) of (VOL)
(–) op de kaartafstandsbediening (draaien).
• SEEK/AMS regelaar
Radio/CD bedienen, heeft dezelfde functie als
< of , op de kaartafstandsbediening
(draaien of draaien en vasthouden).
• DSPL toets
De displaystand selecteren, heeft dezelfde
functie als (SCREEN) op de
kaartafstandsbediening.
Opmerkingen bij het LCD-scherm
Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit kan letsel
of beschadiging van het scherm tot gevolg
hebben.
Op het LCD-scherm kunnen heldere (rode,
blauwe of groene) of zwarte puntjes zichtbaar
zijn. Dit duidt niet op een storing. Het LCDscherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie en meer dan 99,99 % van het
beeldelement is intact. Toch kunnen minuscule
delen van het beeld de bovenvermelde
symptomen vertonen.
36
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Opmerkingen over discs
• Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat
deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen
vast.
• Bewaar de discs in het doosje of de
discmagazijn wanneer u deze niet gebruikt.
• Stel discs niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen. Laat de discs niet achter in een
geparkeerde auto of op het dashboard/de
hoedenplank.
• Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de
werking wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn
geplakt.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat
leiden tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme
blokkeert);
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
weergegeven) doordat de sticker onder
invloed van de warmte krimpt en de disc
kromtrekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld
hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit
apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch
probeert, kan het apparaat worden beschadigd.
Gebruik dergelijke discs niet.
• U kunt geen 8-cm CD's afspelen.
• Maak een disc voor het
afspelen altijd schoon met
een in de handel verkrijgbare
doek. Veeg de disc van binnen
naar buiten schoon. Gebruik
geen oplosmiddelen zoals
benzine, thinner en in de
handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Opmerkingen over CD-R's/CDRW's
• Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opname-apparatuur of de staat van de disc)
kunnen niet met dit apparaat worden
afgespeeld.
• U kunt geen CD-R/CD-RW afspelen die niet is
gefinaliseerd.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën
Dit product is ontworpen om discs af te spelen
die conformeren aan de CD-norm (Compact
Disc).
Recentelijk hebben bepaalde
platenmaatschappijen discs op de markt gebracht
die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën. Sommige
van deze discs conformeren niet aan de CD-norm
en kunnen wellicht niet worden afgespeeld met
dit apparaat.
Informatie over MP3bestanden
MP3 (MPEG-1 Audio Layer-3) is een
compressie-indeling voor muziekbestanden.
Audio-CD-gegevens worden gecomprimeerd tot
ongeveer 1/10e van de oorspronkelijke grootte.
• Het apparaat is compatibel met de indeling ISO
9660 Level 1/Level 2, Joliet/Romeo in
expansie-indeling, ID3 tag versie 1.0, 1.1, 2.2,
2.3 en 2.4 en Multi Session (meerdere sessies).
• Maximumaantal:
– mappen (groepen): 150 (inclusief hoofdmap
en lege mappen).
– MP3-bestanden (tracks) en mappen op een
disc: 300 (als de naam van een bestand/map
veel tekens bevat, kan dit aantal minder dan
300 worden).
– tekens die kunnen worden weergegeven voor
een map-/bestandsnaam is 32 (Joliet) of 32/64
(Romeo). Voor ID3 tag geldt een maximum
van 15/30 tekens (voor 1.0, 1.1, 2.2 en 2.3) of
van 63/126 tekens (voor 2.4).
vervolg op volgende pagina t
37
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
Afspeelvolgorde van MP3bestanden
MP3
Map
(groep)
MP3bestand
(track)
ATRAC CD
Op een ATRAC CD zijn audio-CD-gegevens
opgenomen die zijn gecomprimeerd tot
ATRAC3- of ATRAC3plus-indeling met
geautoriseerde software, zoals SonicStage 2.0 of
hoger of SonicStage Simple Burner.
• Maximumaantal:
– mappen (groepen): 255
– bestanden (tracks): 999
• De tekens voor een map-/bestandsnaam en de
tekstinformatie van SonicStage worden
weergegeven.
Raadpleeg de handleiding van SonicStage of
SonicStage Simple Burner voor meer informatie
over de ATRAC CD.
Opmerkingen
• Finaliseer de disc voordat u het apparaat gebruikt.
• Wanneer u een MP3-bestand een naam geeft, moet
u altijd de extensie ".mp3" aan de bestandsnaam
toevoegen.
• Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge
bitsnelheid, zoals 320 kbps, wordt het geluid wellicht
onderbroken.
• Als u een MP3-bestand met VBR (variabele
bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/terugspoelt,
wordt de verstreken speelduur wellicht niet
nauwkeurig weergegeven.
• Als de disc in meerdere sessies is opgenomen,
wordt alleen de indeling van de eerste track van de
eerste sessie herkend en afgespeeld (alle andere
indelingen worden overgeslagen). De
prioriteitsvolgorde van de indeling is CD-DA, ATRAC
CD en MP3.
– Als de eerste track CD-DA is, wordt alleen CD-DA
van de eerste sessie afgespeeld.
– Als de eerste track geen CD-DA is, wordt alleen de
ATRAC CD of MP3 afgespeeld. Als de disc geen
gegevens met deze indelingen bevat, wordt "NO
Music" weergegeven.
Opmerking
Maak de ATRAC CD met geautoriseerde software,
zoals SonicStage 2.0 of hoger of SonicStage Simple
Burner 1.0 of 1.1. Deze worden bij Sony Networkproducten geleverd.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot
dit apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door een identiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u
de voedingsaansluiting controleren en de
zekering vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn
van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat
geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Informatie over ATRAC CD's
ATRAC3plus-indeling
ATRAC3 (Adaptive Transform Acoustic
Coding3) is een compressietechnologie voor
audio. Audio-CD-gegevens worden
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de
oorspronkelijke grootte. Met ATRAC3plus, een
uitgebreide indeling van ATRAC3, worden
audio-CD-gegevens tot ongeveer 1/20e van de
oorspronkelijke grootte gecomprimeerd. Zowel
de indeling ATRAC3 als ATRAC3plus is
geschikt voor het apparaat.
Zekering
(10 A)
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan
de standaardzekering van het apparaat omdat dit
hierdoor kan worden beschadigd.
38
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
De lithiumbatterij vervangen
In normale omstandigheden gaat de batterij
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur
korter zijn.) Wanneer de batterij verzwakt, wordt
het bereik van de kaartafstandsbediening kleiner.
Vervang de batterij door een nieuwe CR2025
lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er
brand- of explosiegevaar.
Het apparaat verwijderen
1
Verwijder de beschermende rand.
1 Bevestig de ontgrendelingssleutels
op de beschermende rand.
Plaats de ontgrendelingssleutel
op de juiste manier.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om de beschermende rand te
verwijderen.
x
+ zijde omhoog
2
Verwijder het apparaat.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
en duw hierop tot deze vastklikken.
Opmerkingen over de
lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer
een batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek
voor een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening
met de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang
om kortsluiting te voorkomen.
Het haakje moet naar
binnen wijzen.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om het apparaat los te maken.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Voor de Klanten in
Nederland
Gooi de batterij niet weg
maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
vervolg op volgende pagina t
39
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
05NL02CD-EUR.fm
3 Schuif het apparaat uit de houder.
Technische gegevens
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: Minder dan meetbare waarden
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting: Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 9 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 67 dB (stereo), 69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz: 0,5 % (stereo),
0,3 % (mono)
Scheiding: 35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting: Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz
Gevoeligheid: MW: 30 µV, LW: 40 µV
Versterker
Uitgangen: Luidsprekeruitgangen (sure seal)
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 52 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgangen (voor/achter)
Subwoofer-uitgang (mono)
Relaisaansluiting elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen:
Telephone ATT-bedieningsaansluiting
Verlichtingsstuuraansluiting
Ingangsaansluiting voor parkeerrem
BUS-bedieningsingang
BUS audio-ingang/AUX IN aansluiting
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
Video-ingang
Aansluiting:
Aansluiting voor navigatieregeling (NV-BUS)
masterpage:Left
Toonregelingen:
Lage tonen: ±8 dB bij 100 Hz
Hoge tonen: ±8 dB bij 10 kHz
Sterkte:
+8 dB bij 100 Hz
+2 dB bij 10 kHz
Voeding: 12 V gelijkstroom accu
(negatieve aarde)
Afmetingen: Ongeveer 178 × 50 × 182 mm (b/h/d)
Montage-afmetingen: Ongeveer 182 × 53 × 162 mm
(b/h/d)
Gewicht: Ongeveer 1,6 kg
Bijgeleverde accessoires:
Kaartafstandsbediening: RM-X150
Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set)
Voorpaneeldeksel (1)
Optionele accessoires/apparaten:
DVD-navigatiesysteem: NVX-HC1
Bedieningssatelliet: RM-X6S, RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met RCA-kabel):
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
CD-wisselaar (10 discs): CDX-757MX
CD-wisselaar (6 discs): CDX-T70MX, CDX-T69
MD-wisselaar (6 discs): MDX-66XLP
Mobiele DVD-speler: DVX-11B
Bronkeuzeschakelaar: XA-C30
AUX-IN schakelaar XA-300
Octrooien in de Verenigde Staten en in andere
landen vallen onder de licentie van Dolby
Laboratories.
Opmerking
Dit apparaat kan niet worden aangesloten op een
digitale voorversterker of een equalizer die compatibel
is met het Sony BUS-systeem.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
• Bepaalde onderdelen werden loodvrij gesoldeerd.
(meer dan 80 %)
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende printplaat/
printplaten.
• In het omhulsel werden geen halogeen bevattende
brandvertragende producten gebruikt.
• Het karton werd bedrukt met inkt op basis van
plantaardige olie vrij van vluchtige organische
stoffen.
• Voor deze verpakking werd geen polystyreen
schuim gebruikt.
40
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die zich met het
apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Het apparaat wordt constant van stroom
voorzien.
De auto heeft geen ACC-positie.
t Als de motor is uitgeschakeld, moet u op
(OFF) drukken en deze toets ingedrukt
houden tot het display verdwijnt.
De elektrisch bediende antenne schuift niet
uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen
relaisdoos.
Algemeen
De bedieningstoetsen werken niet.
Druk op de hersteltoets (pagina 6).
Geen geluid.
• Het volume is te laag.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de
Telephone ATT-functie (als de interfacekabel
of een autotelefoon is aangesloten op de
ATT-kabel) is ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar (Fader) is
niet ingesteld op een systeem met 2
luidsprekers.
• De CD-wisselaar is niet compatibel met de
discindeling (MP3/ATRAC CD).
t Speel het bestand af met een CDwisselaar van Sony die compatibel is met
MP3 of speel het af met dit apparaat.
De geheugeninhoud is gewist.
• De hersteltoets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is
losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgezet (pagina 34).
• Er is een optionele versterker aangesloten en
u gebruikt de ingebouwde versterker niet.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in
het weergavevenster.
Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt en
deze toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze
toets ingedrukt tot het display verschijnt.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON,
ACC of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de
zekering wanneer alles in orde is.
• De auto heeft geen ACC-positie.
t Druk op (SOURCE) om het apparaat in
te schakelen.
CD's/MD's afspelen
Het afspelen begint niet.
• Defecte MD of vuile CD.
• Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet
worden afgespeeld wegens de opnameapparatuur of de staat van de disc.
MP3-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3indeling en -versie (pagina 37).
Groepsnaam/tracknaam/ID3 tag wordt niet
correct weergegeven.
• De disc is niet conform ISO 9660 Level 1.
t Gebruik een geschikte disc.
• Het apparaat kan alleen lettercodes, zoals
ASCII, kleinformaat Europese letters (ASCII
alleen voor Joliet) en Shift-JIS weergeven.
Andere lettercodes worden niet correct
weergegeven.
MP3-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart:
– discs die zijn opgenomen met een
gecompliceerde structuur;
– discs die in meerdere sessies zijn
opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
De ATRAC CD kan niet worden afgespeeld.
• De disc is niet gemaakt met geautoriseerde
software, zoals SonicStage of SonicStage
Simple Burner.
• Tracks die niet in de groep staan, kunnen niet
worden afgespeeld.
Het geluid verspringt door trillingen.
• Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van
meer dan 45°.
• Het apparaat is niet op een stabiele plaats in
de auto gemonteerd.
Het geluid verspringt.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R/CD-RW is beschadigd.
vervolg op volgende pagina t
41
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Left
05NL02CD-EUR.fm
"Name Edit" wordt niet weergegeven in het
menu.
Er zijn 50 discnamen opgeslagen op dit
apparaat.
"MS" of "MD" verschijnt niet op het
brondisplay wanneer de optionele MGS-X1
en MD-wisselaar zijn aangesloten.
Dit apparaat herkent de MGS-X1 als MDapparaat.
t Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"MS" of "MD" wordt weergegeven en druk
vervolgens herhaaldelijk op (MODE).
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of
hulpvoedingskabel (rood) aan op de
voedingskabel van de antenneversterker van
de auto. (Alleen als de auto is uitgerust met
een FM/MW/LW-antenne in de achter-/
zijruit.)
• Controleer de aansluiting van de
autoantenne.
• De autoantenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de autoantenne.
• Controleer de frequentie.
• Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het
geluid soms gestoord.
t Stel de DSO-functie in op "OFF"
(pagina 27).
Er kan niet automatisch worden afgestemd
op zenders.
• De lokale zoekfunctie is ingesteld op "ON".
t Stel de lokale zoekfunctie in op "OFF"
(pagina 18).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
RDS
SEEK wordt gestart na enkele seconden
weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Druk herhaaldelijk op (AF) of (TA) tot
"AF" of "TA" wordt uitgeschakeld.
Geen verkeersinformatie.
• Activeer de TA-functie.
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
Beeldopslag
Beelden kunnen niet worden opgeslagen.
Er zijn 100 beelden opgeslagen op het
apparaat.
t Verwijder ongewenste beelden en sla
opnieuw op.
Toetsen en regelaars functioneren niet
tijdens het opslaan van beelden.
Er worden beelden op het apparaat
opgeslagen. Tijdens deze procedure kunt u
alleen de disc uitwerpen, het geluid dempen en
het volume aanpassen.
t Wacht even tot het opslaan van beelden is
voltooid.
De videostand kan niet worden
geselecteerd.
• Er is geen videoapparaat aangesloten op de
VIDEO IN aansluiting van dit apparaat of de
videosignalen worden niet uitgevoerd via het
aangesloten videoapparaat.
• Het kleursysteem van dit apparaat komt niet
overeen met het aangesloten videoapparaat.
t Stel het kleursysteem in op PAL of NTSC
afhankelijk van het aangesloten
videoapparaat (pagina 34).
• Videosignalen van het videoapparaat zijn
niet compatibel met PAL of NTSC.
• De parkeerrem wordt niet gebruikt.
De aanduiding "ST" knippert.
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Schakel over naar mono-ontvangst
(pagina 18).
Een stereo-uitzending wordt mono
weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer de mono-ontvangststand
(pagina 18).
42
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)
masterpage:Right
05NL02CD-EUR.fm
Foutberichten
Foutweergave
(Voor dit apparaat en optionele CD/MDwisselaars)
De volgende berichten worden weergegeven en u
hoort een pieptoon.
Disc Blank
Er zijn geen tracks opgenomen op een MD.
t Speel een MD af waarop tracks zijn
opgenomen.
Disc Error
• Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst.
t Reinig de CD of plaats deze op de juiste
manier.
• Een CD/MD kan niet worden afgespeeld
wegens een of ander probleem.
t Plaats een andere CD/MD.
Disc NO Music
Er is een CD zonder muziekbestand geplaatst.
t Plaats een muziek-CD.
Failure
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit
model om de aansluitingen te controleren.
Load
De disc wordt geladen door de wisselaar.
t Wacht tot het laden is voltooid.
High Temp
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan
50°C.
t Wacht tot de temperatuur lager is dan
50°C.
NO TP
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare
TP-zenders.
Not Ready
De klep van de MD-wisselaar is open of de
MD's zijn niet juist geplaatst.
t Sluit de klep of plaats de MD's op de juiste
manier.
Offset
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de
foutmelding in het display blijft staan,
moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar
raadplegen.
Push Reset
• Het apparaat werkt niet wegens een
probleem.
• De CD/MD-wisselaar werkt niet wegens een
probleem.
t Druk op de hersteltoets op het apparaat.
Read
Alle informatie over de track en groep op de
disc wordt gelezen.
t Wacht totdat het lezen is voltooid en het
afspelen wordt automatisch gestart.
Afhankelijk van de trackstructuur kan dit
meer dan een minuut in beslag nemen.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Bericht
Local Seek up/Local Seek down
De lokale zoekfunctie is geactiveerd tijdens
automatisch afstemmen (pagina 18).
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de
huidige zender.
t Druk op < of , terwijl de zendernaam
knippert. Het apparaat gaat zoeken naar
een andere frequentie met dezelfde PIgegevens (Programme Identification). "PI
Seek" wordt weergegeven.
NO Disc
Er is geen disc in de CD/MD-wisselaar
geplaatst.
t Plaats discs in de CD/MD-wisselaar.
NO Disc Name
Er is geen discnaam aan de track toegevoegd.
NO Magazine
Er is geen discmagazijn in de CD-wisselaar
geplaatst.
t Plaats het magazijn in de CD-wisselaar.
43
CDX-NC9950
2-581-922-11 (1)