Pioneer AVH-2300DVD de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Pioneer AVH-2300DVD de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
WAARSCHUWING
! Om ongevallen en mogelijke wetsovertreding
te voorkomen, mag de video-functie voorin
nooit worden gebruikt terwijl het voertuig
wordt bestuurd. De displays achterin mogen
niet worden gemonteerd op een plaats waar
de bestuurder ze kan zien of erdoor kan wor-
den afgeleid.
! In sommige landen of staten is het verbod op
kijken naar beelden op een display in een voer-
tuig niet beperkt tot de bestuurder. Waar der-
gelijke regels van toepassing zijn, dient u zich
daaraan te houden en mag u de dvd-functies
van dit toestel niet gebruiken.
LET OP
! PIONEER raadt montage en onderhoud van
het display door de gebruiker zelf af. Bij instal-
latie of onderhoud van het toestel bestaat er ri-
sico op elektrische schokken en andere
gevaren. Laat installatie en onderhoud van het
display dan ook over aan erkend serviceperso-
neel van Pioneer.
! Gebruik kabelklemmen of isolatietape om de
bekabeling op een veilige manier aan te bren-
gen. Laat geen niet-aangesloten kabels los-
hangen.
! Boor geen gat in het motorcompartiment om
de gele kabel van het display op de accu aan
te sluiten. De trilling van de motor kan er na
verloop van tijd toe leiden dat de isolatie van
de kabel wordt beschadigd op het punt tussen
het passagiersgedeelte en het motorcomparti-
ment. Bevestig de kabel op dit punt dan ook
met extra zorg.
! Het is zeer gevaarlijk om de microfoon zo te in-
stalleren dat het snoer zich om de stuurkolom
of de versnellingspook kan wikkelen. Installeer
het toestel zodanig dat deze het rijden op
geen enkele wijze kan belemmeren.
! Zorg ervoor dat de kabels geen beweegbare
onderdelen van het voertuig blokkeren, zoals
de versnellingspook, de handrem of het me-
chanisme om de stoelen te verschuiven.
! Maak de kabels niet korter. Als u dat doet, kan
het gebeuren dat het beveiligingscircuit niet
werkt als dat nodig is.
WAARSCHUWING
! DE LICHTGROENE KABEL BIJ DE VOE-
DINGSSTEKKER DIENT OM DE PAR-
KEERSTATUS TE DETECTEREN EN
MOET WORDEN AANGESLOTEN OP DE
VOEDINGSZIJDE VAN HET HANDREM-
CONTACT. ONJUISTE AANSLUITING
OF ONJUIST GEBRUIK VAN DEZE
KABEL KAN EEN WETSOVERTREDING
ZIJN EN KAN ERNSTIGE SCHADE OF
LETSELTOT GEVOLG HEBBEN.
Belangrijk
! Dit toestel kan niet geïnstalleerd worden in
een voertuig met een contactschakelaar zon-
der ACC-stand (accessory-stand).
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
ACC-stand Geen ACC-stand
! Gebruik van dit toestel onder andere omstan-
digheden dan de volgende kan leiden tot
brand of storingen.
Voertuigen met een accu van 12 volt en ne-
gatieve aarding.
Luidsprekers van 50 W (uitgangswaarde)
en 4 tot 8 ohm (impedantiewaarde).
! Om kortsluiting, oververhitting en storingen te
voorkomen, moet u onderstaande aanwijzin-
gen opvolgen.
Koppel de negatieve aansluiting van de
accu los voordat u het toestel installeert.
Gebruik kabelklemmen of plakband om de
bekabeling veilig aan te brengen. Be-
scherm de kabels met plakband op plaat-
sen waar deze tegen metalen onderdelen
liggen.
Plaats de kabels niet in de buurt van be-
weegbare onderdelen, zoals de versnel-
lingspook of de rails van de stoelen.
Nl
52
Hoofdstuk
01
De toestellen aansluiten
Leg kabels niet op plaatsen die heet kun-
nen worden, zoals dicht bij de kachel.
Sluit de gele kabel niet op de accu aan via
een gat in het motorcompartiment.
Dek alle ongebruikte kabelaansluitingen af
met isolatietape.
Maak de kabels niet korter.
Verwijder nooit de isolatie van de voedings-
kabel van dit toestel om andere apparaten
van stroom te voorzien. De stroomcapaci-
teit van de voedingskabel is beperkt.
Gebruik een zekering met het voorgeschre-
ven vermogen.
Verbind de negatieve luidsprekerkabel
nooit rechtstreeks met de aarding.
Voeg de negatieve kabels van verschillende
luidsprekers nooit samen.
! Als dit apparaat aan staat, wordt het bedie-
ningssignaal doorgegeven via de blauw/witte
kabel. Verbind deze kabel met de afstandsbe-
diening van een externe versterker of met de
bedieningsaansluiting van de automatische
antenne van het voertuig (maximaal 300 mA,
12 V gelijkstroom). Als het voertuig is uitgerust
met een glasantenne, verbindt u deze met de
voedingsaansluiting van de antenne-booster.
! Verbind de blauw/witte kabel nooit met de voe-
dingsaansluiting van een externe versterker of
automatische antenne. Anders kan de accu
leeglopen of kan er storing optreden.
! De zwarte kabel is de aarding. Dit toestel moet
gescheiden worden geaard van andere appa-
raten (met name apparaten die veel stroom
verbruiken zoals een versterker). Anders kan
er brand of storing ontstaan wanneer de aar-
ding per ongeluk losraakt.
Nl
53
Hoofdstuk
Nederlands
01
De toestellen aansluiten
De elektriciteitskabel aansluiten
Nl
54
Hoofdstuk
01
De toestellen aansluiten
Nl
55
Hoofdstuk
Nederlands
01
De toestellen aansluiten
Aansluiten op een los verkrijgbare versterker
Nl
56
Hoofdstuk
01
De toestellen aansluiten
Het externe videoapparaat op het scherm aansluiten
! Wanneer u het externe videoapparaat aan-
sluit moet u AV Input wijzigen in
System Menu.
Een scherm aansluiten op de video-uitgang aan de achterzijde
De achteruitgang van dit toestel is geschikt
voor aansluiting van een display zodat passa-
giers op de achterbank naar een dvd kunnen
kijken.
WAARSCHUWING
! Installeer het display nooit op een plaats waar
het voor de bestuurder zichtbaar is tijdens het
rijden.
Nl
57
Hoofdstuk
Nederlands
01
De toestellen aansluiten
Aansluiten op een
achteruitrijcamera
Als u dit product in combinatie met een ach-
teruitrijcamera gebruikt, kunt u het beeld auto-
matisch laten schakelen naar weergave van
de achteruitrijcamera wanneer u de versnel-
lingspook in de stand ACHTERUIT (R) zet.
WAARSCHUWING
GEBRUIK DEZE INGANG ALLEEN VOOR
EEN ACHTERUITRIJCAMERA DIE HET
BEELD OMGEKEERD OF IN SPIEGELBEELD
WEERGEEFT. ANDER GEBRUIK KAN RE-
SULTEREN IN VERWONDINGEN OF SCHA-
DE.
LET OP
! Het beeld wordt mogelijk in spiegelbeeld
weergegeven.
! De mogelijkheid om het beeld van de achter-
uitrijcamera weer te geven is bedoeld als een
hulpmiddel om beter zicht te hebben op een
aanhangwagen of bij het parkeren. Gebruik
deze functie niet voor andere doeleinden of
spelletjes.
! Voorwerpen in het achteruitzicht lijken moge-
lijk dichterbij of verder weg dan dat ze in wer-
kelijkheid zijn.
LET OP
U moet een camera gebruiken die gespie-
gelde beelden uitzendt.
Wanneer u de achteruitrijcamera aansluit moet u
Camera Polarity correct instellen in
System Menu.
Nl
58
Hoofdstuk
01
De toestellen aansluiten
Opmerkingen
! Controleer alle aansluitingen en systemen
voordat u de installatie voltooit.
! Gebruik geen onderdelen van andere fabrikan-
ten; deze kunnen storingen veroorzaken.
! Neem contact op met uw dealer als er voor de
installatie gaten moeten worden geboord of
als er andere aanpassingen aan het voertuig
nodig zijn.
! Installeer dit toestel niet op een plaats waar:
het de besturing van het voertuig kan be-
lemmeren.
het de inzittenden kan verwonden bij een
noodstop.
! Monteer het display niet op plaatsen waar het
(i) het zicht van de bestuurder kan hinderen,
(ii) de bediening of veiligheidsvoorzieningen
van het voertuig, zoals de airbags of alarmlich-
ten, kan belemmeren, of (iii) de bestuurder
kan hinderen bij het veilig besturen van het
voertuig.
! De halfgeleiderlaser raakt bij oververhitting
beschadigd. Plaats dit apparaat niet op plaat-
sen waar het warm wordt, zoals nabij de uit-
laat van een kachel.
! U bent verzekerd van een optimale prestatie
als het toestel wordt geplaatst onder een hoek
van minder dan 30°.
Voordat u het toestel
monteert
% Verwijder de houder.
Schroef de schroeven (3 mm x 6 mm) los om
de houder te verwijderen.
1
2
1 Houder
(Wordt met dit toestel meegeleverd)
2 Schroef (3 mm × 6 mm)
(Wordt met dit toestel meegeleverd)
Monteren met de houder
en de zijklem
1 Monteer de houder in het dashboard.
Nadat u de houder in het dashboard geplaatst
heeft, kiest en buigt u lipjes die geschikt zijn
voor de dikte van het dashboardmateriaal.
(Monteer dit toestel zo stevig mogelijk met be-
hulp van de boven- en onderlipjes. Om het toe-
stel vast te zetten, buigt u de lipjes 90 graden.)
1
2
1 Dashboard
2 Houder
(Wordt met dit toestel meegeleverd)
Nl
59
Hoofdstuk
Nederlands
02
Installatie
2 Monteer het toestel en schroef de
schroeven vast.
1
2
1 Dashboard
2 Schroef (3 mm × 6 mm)
(Wordt met dit toestel meegeleverd)
3 Bevestig de sierlijst.
1
1 Sierlijst
(Wordt met dit toestel meegeleverd)
Monteren met de
schroefgaten aan de zijkant
van het toestel
1 Verwijder de zijklemmen.
1
2
1 Zijklem
(Wordt met dit toestel meegeleverd)
2 Schroef voor het bevestigen van de zijklem
(5 x 9 mm)
(Wordt met dit toestel meegeleverd)
2 Bevestig het toestel aan de radiomon-
teerklem.
Nl
60
Hoofdstuk
02
Installatie
1
2
4
3
1 Als het uitsteekseltje in de weg zit, buigt u
het omlaag.
2 Radiomonteerklem
3 Zelftappende schroef (5 mm × 8 mm)
4 Dashboard of console
Opmerking
In sommige voertuigen kan er een discrepantie
ontstaan tussen het toestel en het dashboard. Als
dit het geval is, gebruikt u het meegeleverde mon-
tuur om het gat te vullen.
Nl
61
Hoofdstuk
Nederlands
02
Installatie
Nl
63
Nederlands
1/64