Veiligheidstechnische aanwijzingen
Hydrostatische apparaatdrager agria 5900 Bison
11
Bij een gedemonteerd aanbouwapparaat
moet de krachtafnemer uitgeschakeld en
met de beschermkap bedekt zijn.
Afhankelijk van de aard van de onder-
grond (begroeiing, vochtigheid, ...), moet
geschikt schoeisel worden gedragen,
zodat de bediener niet valt of uitglijdt.
Voor het starten
De motor niet starten in gesloten ruim-
ten, de uitlaatgassen bevatten koolmo-
noxide, dat zeer giftig is bij het inade-
men!
Voor het starten van de motor moeten
alle bedieningselementen in de neutrale
stand staan of naar de stationaire stand
worden geschakeld.
Bij het starten van de motor niet voor de
machine en het aanbouwapparaat gaan
staan.
Gebruik geen starthulpvloeistoffen bij
het gebruik van elektrische starthulp
(hulpstartkabels). Er bestaat explosiege-
vaar!
Gebruik
Tijdens het werken de bedienersplek
aan het stuur nooit verlaten!
Stuurdragers nooit tijdens het werken
verstellen - gevaar voor ongevallen!
Bij alle werkzaamheden met de machi-
ne, met name bij het keren, moet de
bediener de door de stuurdragers aan-
gewezen afstand van het apparaat aan-
houden!
Het meerijden op de werkuitrusting tij-
dens de werkzaamheden en het
transport is niet toegestaan.
Bij evt. optredende verstoppingen aan
het werkgereedschap resp. aanbouwap-
paraat moet de motor uitgezet en het
gereedschap resp. aanbouwapparaat
met een geschikt hulpmiddel gereinigd
worden! Er kan vanwege de verstopping
een spanning op de aandrijfstreng aan-
wezig zijn. Ga daarom voorzichtig te
werk om de verstopping te verhelpen.
Bij beschadiging van de machine of van
het aanbouwapparaat de motor meteen
uitzetten en de schade laten verhelpen!
Bij functiestoringen aan de besturing de
machine onmiddellijk stoppen en parke-
ren. Storing onmiddellijk laten verhelpen.
Als er op hellend terrein gevaar is voor
wegglijden, moet de machine door een
tweede persoon met een stang of een
kabel worden vastgehouden. De tweede
persoon moet zich boven de machine
met voldoende afstand van het werkge-
rei bevinden!
Werk indien mogelijk in zichtlijnen dwars
t.o.v. de helling! Keer indien mogelijk in
opwaartse richting aan de helling.
Einde van de werkzaamheden
De machine nooit onbewaakt laten,
zolang de motor draait.
Voor het verlaten van de machine de
motor uitschakelen. Daarna (indien
aanwezig) de brandstofkraan/-kranen
sluiten.
Machine tegen onbevoegd gebruik be-
veiligen. Bij uitvoering met een contact-
sleutel de sleutel uitnemen, anders de
bougiestekker lostrekken.
Aanbouwapparaten
Koppel de aanbouwapparaten alleen bij
een uitgeschakelde motor en met een
uitgeschakelde apparaataandrijving.
Voor het aanbouwen en de inbedrijfstel-
ling moet de gebruiksaanwijzing van het
aanbouwapparaat doorgenomen en in
acht genomen worden.
Gebruik bij de vervanging van aan-
bouwapparaten en delen ervan geschikt
gereedschap en draag handschoenen.
Zet bij het monteren en demonteren de
steunvoorzieningen op de juiste stand
en let op standvastheid.
Machine en aanbouwapparatuur tegen
wegrollen beveiligen (parkeerrem - in-
dien aanwezig -, wielkeggen).