BR-M375
ST-M410 / ST-M360 / BL-M421
SM-RT30 / SM-RT53 / SM-RT51
B01S
Remblokhouder
Remhendel
Rotor
Remkabel
Remblokeenheid (Kunststof remblokken)
Technische montage-instructies SI-8JW0A-001
Schijfremsysteem
(Voor cross-country)
Voor het verkrijgen van de beste prestaties wordt het aanbevolen gebruik te maken
van de onderstaande combinatie van onderdelen.
■ Monteren van de rotor
< 6 bout type >
Monteer de rotor en de rotoraantrekplaat
aan de naaf en monteer vervolgens de
bouten zoals aangegeven in Afb. 1 en trek
deze aan.
■ Monteren van de remhendel
Gebruik een platte
schroevendraaier of soortgelijk
gereedschap om de uiteinden
van de aantrekplaat over de
boutkoppen te buigen zoals
aangegeven in Afb. 3.
Afb. 1
Aantrekplaat
Rotor
Naaf
Rotorbevestigingsbouten
(#T25 torx)
Afb. 2 Afb. 3
Aantrekplaat
Gebruik een stuurhandgreep met een
maximum buitendiameter van 32 mm.
Aantrekkoppel :
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Inbussleutel 5 mm
2. Maak gebruik van beschermende handschoenen, oefen in de linker draairichting druk uit op
de adapter en trek de klembouten van de remblokhouder aan.
1. Schuif de binnenkabel door de
kabelafstelbout en draai vervolgens met de
arm in de uitgangspositie de
kabelbevestigingsbout vast.
4. Druk de remhendel ongeveer 10 maal in
totdat deze de greep raakt en controleer
of met geen van de onderdelen
problemen zijn en ook of de rotors en de
remblokken niet met elkaar in aanraking
komen wanneer het wiel gedraaid wordt.
5. Draai de kabelafstelbout om de kabel aan te
spannen.
Klembouten van remblokhouder
Adapter
Aantrekkoppel :
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Aantrekkoppel :
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Kabelafstelbout
Kabelbevestigingsbout
Inbussleutel 5 mm
Binnenkabel
Ongeveer
10 maal
indrukken
Bevestig de drie bouten met de kapjes zoals aangegeven in de illustratie om lostrillen
van de bouten te voorkomen.
Kapjes
< Voor voorzijde > < Voor achterzijde >
■ Voor stang-gemonteerd type
Kapje
■ Afstelling wanneer de remblokken versleten zijn
Gebruik voor het afstellen van de speling bij remblokken die versleten zijn de
kabelafstelbouten bij de remhendel en het remblokhouderhuis en ook de
remblokafstelschroeven. De remblokken kunnen alsnog worden gebruikt, zolang als de dikte
van de remvoering 0,5 mm of meer bedraagt.
• Gebruik voor het maken van de afstelling wanneer het remblok versleten is zowel de
kabelafstelbout als de remblokafstelschroef. Als alleen de kabelafstelbout wordt gebruikt,
zal het remblok niet tot aan de standaard slijtagegrens van 0,5 mm gebruikt kunnen
worden. Verder is het mogelijk dat ook wanneer de remmen niet worden gebruikt, het
remblok en de rotor elkaar raken.
Als de remblokken versleten zijn tot op een dikte van 0,5 mm, de remblokken vernieuwen.
Stel zodanig af dat de spelingen A en B beide 0,2 -- 0,5 mm zijn.
Remblokafstelschroef Kabelafstelbout
Remblokafstelschroef
< B zijde >
Stel af door het draaien van de
remblokafstelschroef.
< A zijde >
Stel af door het draaien van de
kabelafstelbout bij de remhendel of bij het
huis van de remblokhouder.
Vernieuwen van de remblokken
2. Draai de remblokafstelschroef los en draai de
kabelafstelbouten bij de remhendel en het
remblokhouderhuis rechtsom om deze los te
draaien.
3. Monteer de nieuwe remblokken. Buig daarna de
splitpen open. Trek de remblokafstelschroef
zodanig aan dat de speling tussen het remblok
en de rotor 0,2 -- 0,5 mm is.
4. Controleer eerst of het remblok en de rotor
elkaar niet raken en controleer vervolgens of er
geen problemen zijn wanneer de remhendel
wordt ingedrukt.
Remblok
Kabelafstelbout
Remblokafstelschroef
Splitpen
Splitpen
< Middenvergrendeling type >
Borgring van rotorbevestiging
TL-LR15
Aantrekkoppel:
40 - 50 N·m {400 - 500 kgf·cm}
■ Vastzetten van de kabel
Kabelafstelbout
2. Druk de remhendel in, zet de remblokhouder in de vereiste
positie en draai vervolgens de twee bevestigingsbouten
van de remblokhouder beurtelings telkens met kleine
hoeveelheden vast.
Aantrekkoppel :
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
3. Draai de remblokafstelschroef met twee of
drie klikken los.
Remblokken
Rotor
Remblokafstelschroef
Inbussleutel 5 mm
Doe beschermende handschoenen aan en
oefen kracht uit op de rotor en draai deze
rechtsom zoals aangegeven in Afb. 2. Trek
daarbij de rotorbevestigingsbouten aan in de
volgorde aangegeven in de illustratie.
Aantrekkoppel :
2 - 4 N·m {20 - 40 kgf·cm}
Montage
Voor de montage van dit product zijn de volgende gereedschappen vereist.
Gereedschap
# T25 TORX
®
*
Platte schroevendraaier
TL-LR15
Inbussleutel 5 mm
Inbussleutel 5 mm
Inbussleutel 5 mm
10 mm steeksleutel / 5 mm inbussleutel
Inbussleutel 5 mm
Plaats van gebruik
Rotorbevestigingsbout (SM-RT51)
Aantrekplaat (SM-RT51)
Borgring van rotorbevestiging (SM-RT30/53)
Bevestigingsbout van remhendel
Klembout van remblokhouder
Bevestigingsbout van remblokhouder
Kabelbevestigingsbout
Remblokafstelschroef
Radio tangSplitpen
*
TORX is een gedeponeerd handelsmerk van Camcar LLC.
1. Verwijder het fietswiel uit het frame en verwijder vervolgens de remblokken zoals
aangegeven in de illustratie.
Algemene veiligheidsinformatie
• Neem extra voorzichtigheid in acht en houd uw vingers uit de buurt van de
draaiende schijfremrotor tijdens montage of onderhoud aan het wiel. De
rotor is bijzonder scherp en kan ernstig letsel aan uw vingers toebrengen
als deze in de openingen van de draaiende rotor beklemd raken.
• Stel de binnenkabel zodanig af dat de lengte van het uitstekende gedeelte
minder is dan 20 mm. Als de lengte van het uitstekende gedeelte meer
bedraagt, kan het uiteinde van de binnenkabel om de rotor verstrikt raken,
waardoor het wiel zou kunnen blokkeren en de fiets over de kop kan
slaan, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
• De remblokhouder en de rotor zullen tijdens het gebruik van de remmen
heet worden, dus raak deze onderdelen tijdens het fietsen of onmiddellijk
na het afstappen van de fiets niet aan, omdat anders de kans bestaat dat
u brandwonden oploopt. Controleer alvorens te proberen de remmen af te
stellen of de remonderdelen voldoende afgekoeld zijn.
• Controleer steeds alvorens u met de fiets gaat rijden of de voor- en
achterremmen correct functioneren.
• Controleer alvorens met de fiets te gaan rijden of de dikte van de remblokken
0,5 mm of meer is.
• Als de remmen tijdens het gebruik geluid te horen geven, kan dit er op
duiden dat de remblokken tot op hun gebruikslimiet versleten zijn.
Controleer de dikte van de remblokken na eerst gecontroleerd te
hebben of het remsysteem voldoende is afgekoeld.
Vernieuw de remblokken als de remblokslijtage indicators zichtbaar zijn.
• Wees voorzichtig en laat geen olie of vet in aanraking komen met de rotor en
de remblokken, anders bestaat de kans dat de remmen niet correct
functioneren.
• Als er per ongeluk olie of vet op de remblokken terechtkomt, dient u de remblokken te
vernieuwen. Als er olie of vet op de rotor terechtkomt, dient u de rotor te reinigen. Als dit niet
gebeurt, bestaat de kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Controleer de remkabel op roest en veroudering en vernieuw de kabel onmiddellijk als u
dergelijke problemen aantreft. Als dit niet gebeurt, bestaat de kans dat de remmen niet
correct functioneren.
• De benodigde remafstand zal langer zijn bij nat weer.
Verminder uw snelheid en trek de remmen tijdig en voorzichtig aan.
• Als het wegdek nat is, zullen de banden gemakkelijker slippen. Als de banden slippen,
bestaat de kans dat u van de fiets valt. Om dit te voorkomen, uw snelheid verminderen en de
remmen tijdig en voorzichtig aantrekken.
• Als de quick release hendel zich aan dezelfde zijde als de rotor bevindt, bestaat het gevaar
dat deze de rotor hindert, dus controleer of er geen hinder is.
• Het is van vitaal belang dat u de werking van het remsysteem van uw fiets volledig begrijpt.
Indien het remsysteem niet op de juiste wijze gebruikt wordt, kan dit tot gevolg hebben dat u
de macht over het stuur verliest of tot een ongeluk leiden waarbij u ernstige verwondingen
kunt oplopen. Omdat de bediening van elke fiets verschillend is, dient u de juiste
remtechnieken te leren (zoals de kracht waarmee de remhendel ingedrukt dient te worden
alsmede de overige bedieningseigenschappen van uw fiets). Raadpleeg hiervoor het
instructieboekje van uw fiets en een professionele fietsenhandelaar en oefen uw rij- en
remtechniek.
• Als de voorrem te krachtig wordt aangetrokken, bestaat de kans dat het wiel blokkeert en dat
de fiets over de kop slaat wat ernstig letsel kan veroorzaken.
• De M375 schijfremmen zijn bestemd voor het leveren van optimale prestaties
wanneer deze gebruikt worden in combinatie met de BR-M375 (remblokhouder),
ST-M410/M360/BL-M421 (remhendel), SM-RT30/53/51 (rotor) en de Shimano
remblokeenheid (B01S). De remhendel die wordt gebruikt dient een twee-vinger
hendel te zijn voor V-remmen, zoals de ST-M410/M360/BL-M421. Bij gebruik in
combinatie met 4-vinger hendels zoals de ST-T300/T400, zal de remkracht
toenemen. Wanneer hiermee geen rekening wordt gehouden, bestaat de kans dat bij
bepaalde rijomstandigheden of bij een bepaald totaal gewicht de fiets komt te vallen en letsel
veroorzaakt wordt.
• Zorg er voor dat u de montage-instructies heeft en lees deze nauwkeurig alvorens de
onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of beschadigde onderdelen kunnen tot
gevolg hebben dat u met de fiets komt te vallen en ernstig letsel oploopt. Het wordt ten
zeerste aanbevolen uitsluitend gebruik te maken van originele Shimano
vervangingsonderdelen.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats
voor toekomstige referentie.
• Schijfremmen hebben een inloopperiode en de remkracht zal geleidelijk aan met het verloop
van de inloopperiode toenemen. Zorg er voor dat u op de toename van de remkracht
voorbereid bent wanneer u de remmen tijdens de inloopperiode gebruikt. Hetzelfde doet zich
voor wanneer de remblokken of de rotor vernieuwd worden.
Opmerking
• De SM-RT30/53/51 rotor dient gebruikt te worden tezamen met kunststof remblokken.
Als deze tezamen met metalen remblokken gebruikt wordt, zullen de remblokken
bijzonder snel verslijten.
• Als het montageuitsteeksel van de remklauw en de vork niet parallel zijn, bestaat de kans dat
de rotor en de remklauw elkaar raken.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering als gevolg van
normaal gebruik.
SI-8JW0A-001-03
* Montage-instructies in andere talen zijn beschikbaar op : http://techdocs.shimano.com
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
■ Monteren van de remblokhouder
1.
Monteer het fietswiel. Draai de
bevestigingsbouten van de
remblokhouder los en monteer
vervolgens de remblokhouder aan het
frame zodat de remblokhouder zowel
aan de linker als de rechter zijde
functioneert.
Klembout van remblokhouder
Bevestigingsbouten van
remblokhouder
WAARSCHUWING
LET OP
Remblokslijtage
indicators
Minder
dan 20mm
■ Inrijgen van de wielspaken
Controleer of de spaken zijn ingeregen zoals aangegeven in de illustratie.
Radiaalmontage mag niet worden toegepast.
Rijg de spaken in zoals aangegeven in Afbeelding 1 hieronder voor de linkerzijde van het
voorwiel (de zijde waar de rotor gemonteerd is) en de linker en rechter zijden van het
achterwiel en zoals aangegeven in Afbeelding 2 hieronder voor de rechterzijde van het
voorwiel.
RechtsvoorDraairichting
van wiel
Linksvoor Linksachter Rechtsachter
Afb. 1 Afb. 2