Documenttranscriptie
Lees dit eerst
Voordat u het apparaat gebruikt, moet u
deze gebruiksaanwijzing aandachtig
doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing
voor het geval u deze later nog nodig hebt.
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Zeer hoge geluidsdruk van oortelefoons en
hoofdtelefoons kan gehoorbeschadiging
veroorzakan.
Stel de batterijen niet bloot aan overmatige
hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke.
LET OP
U moet de batterij alleen vervangen
door een batterij van het opgegeven
type. Als u dit niet doet, kan dit
brand of letsel tot gevolg hebben.
VOOR KLANTEN IN EUROPA
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van
dit apparaat beïnvloeden.
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen
die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het
gebruik van een verbindingskabel van minder dan
3 meter.
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de verbindingskabel (i.LINK,
enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
NL
2
Kennisgeving voor klanten in de
landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan.
De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC
en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor kwesties met betrekking tot service of
garantie kunt u het adres in de afzonderlijke
service- en garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van
oude elektrische en
elektronische apparaten
(Toepasbaar in de
Europese Unie en andere
Europese landen met
gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich
zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Geldt ook voor deze accessoires:
afstandsbediening
Verwijdering van oude
batterijen (in de Europese
Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking
wijst erop dat de meegeleverde batterij van
dit product niet als huishoudelijk afval
behandeld mag worden. Door deze
batterijen op juiste wijze af te voeren,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen
in geval van verkeerde afvalbehandeling.
Het recycleren van materialen draagt bij tot
het vrijwaren van natuurlijke bronnen. In
het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband
met data-integriteit een permanente
verbinding met batterij vereisen, dient deze
batterij enkel door gekwalificeerd
servicepersoneel vervangen te worden. Om
ervoor te zorgen dat de batterij op een juiste
wijze zal worden behandeld, dient het
product aan het eind van zijn levenscyclus
overhandigd te worden aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de
recyclage van elektrisch en elektronisch
materiaal. Voor alle andere batterijen
verwijzen we u naar het gedeelte over hoe
de batterij veilig uit het product te
verwijderen. Overhandig de batterij bij het
desbetreffende inzamelingspunt voor de
recyclage van batterijen. Voor meer details
in verband met het recyclen van dit product
of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Opmerkingen bij het gebruik
Informatie over de banden die u in uw
camcorder kunt gebruiken
U kunt een mini-DV-band met de
aanduiding
gebruiken. De camcorder
ondersteunt de Cassette Memory-functie
(p. 109) niet.
Soorten "Memory Stick" die u in uw
camcorder kunt gebruiken
U kunt de types "Memory Stick" met
volgende logo's gebruiken (p. 110).
–
("Memory Stick Duo")
–
("Memory Stick
PRO Duo")
–
("Memory Stick
PRO-HG Duo")
NL
"Memory Stick Duo"
(Dit formaat kan worden gebruikt met uw
camcorder.)
"Memory Stick"
(Dit formaat kan niet worden gebruikt met
uw camcorder.)
• U kunt alleen "Memory Stick Duo"
gebruiken als geheugenkaart.
• "Memory Stick PRO Duo" kan alleen
worden gebruikt met "Memory Stick
PRO"-compatibele apparatuur.
• Plak geen etiket of dergelijke op een
"Memory Stick Duo" of een "Memory
Stick Duo"-adapter.
NL
Wordt vervolgd ,
3
Lees dit eerst (vervolg)
Een "Memory Stick Duo" gebruiken
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
Informatie over de menu-items, het
LCD-scherm, de beeldzoeker en de
lens
Steek de "Memory Stick Duo" in de
"Memory Stick Duo"-adapter.
• Een menu-item dat grijs wordt
weergegeven, is niet beschikbaar in de
huidige opname- of
afspeelomstandigheden.
• Het LCD-scherm en de beeldzoeker van
de camcorder zijn vervaardigd met
precisietechnologie, zodat minstens
99,99% van de beeldpunten voor gebruik
beschikbaar is. Soms kunnen er zwarte en/
of heldere stipjes (wit, rood, blauw of
groen) verschijnen op het LCD-scherm of
in de beeldzoeker. Deze stipjes duiden
niet op fabricagefouten en hebben geen
enkele invloed op de opnamen.
"Memory Stick Duo"-adapter
Informatie over het gebruik van de
camcorder
• Houd de camcorder niet vast bij de
volgende onderdelen.
Lenskap
met lensdop
Beeldzoeker
Zwart stipje
Witte, rode, blauwe of
groene stipjes
LCD-scherm
Microfoon
b Opmerkingen
• De camcorder is niet stof-, druipwater- of
waterbestendig.
Zie "Informatie over de bediening van uw
camcorder" (p. 114).
• Zorg ervoor dat u de stekkers van de
kabels in de juiste richting in de
camcorder steekt. Wanneer u een stekker
verkeerd in een aansluiting van de
camcorder steekt, kan dit leiden tot schade
aan de stekker of de camcorder.
NL
4
De temperatuur van de camcorder en
de accu
• Uw camcorder is uitgerust met een
veiligheidsfunctie die het opnemen/
afspelen onderbreekt als de temperatuur
van de camcorder of de accu te hoog
wordt voor een veilig gebruik. In dat
geval wordt een bericht weergegeven op
het scherm of de beeldzoeker (p. 106).
Stel de beeldzoeker, de lens en het
LCD-scherm van de camcorder niet
langdurig bloot aan de zon of sterke
lichtbronnen.
• Sterke lichtbronnen, met name de zon,
komen samen in de beeldzoeker of op de
lens en kunnen de interne onderdelen van
de camcorder beschadigen. Als u de
camcorder opbergt, mag u deze niet in
direct zonlicht of onder andere sterke
lichtbronnen neerleggen. Bescherm het
apparaat door de lensdop altijd te sluiten
of door het apparaat in de draagtas te
plaatsen wanneer u dit niet gebruikt.
Informatie over opnemen
• Voordat u begint met opnemen, test u de
opnamefunctie om te controleren of het
beeld en het geluid zonder problemen
worden opgenomen.
• Opnamen worden niet vergoed, zelfs niet
als er niet wordt opgenomen of
weergegeven wegens een storing van de
camcorder, problemen met de
opslagmedia, enzovoort.
• Televisiekleursystemen verschillen
afhankelijk van de landen/regio's. Als u de
opnamen van deze camcorder wilt
bekijken op een televisie, moet u een
televisie met het PAL-kleursysteem
hebben.
• Televisieprogramma's, films,
videobanden en ander beeldmateriaal zijn
mogelijk beschermd door auteursrechten.
Het zonder toestemming opnemen van
dergelijk materiaal kan in strijd zijn met
de auteursrechten.
• Door de manier waarop het beeldapparaat
(CMOS-sensor) de beeldsignalen leest,
kunnen onderwerpen die snel door het
beeld lopen afhankelijk van de
opnameomstandigheden vervormd zijn.
Dit fenomeen kan worden waargenomen
bij schermen met een hoge
bewegingsresolutie.
Informatie over weergeven van HDVbanden op andere toestellen
U kunt een band die in het HDV-formaat
werd opgenomen op videocamera's met het
DV-formaat of op mini-DV-spelers, niet
afspelen.
Controleer de inhoud van de band door de
band eerst op de camcorder af te spelen
vóór u deze afspeelt op een ander toestel.
Opmerking over de pictogrammen
die in deze handleiding worden
gebruikt
Functies alleen beschikbaar voor
het HDV-formaat
Functies alleen beschikbaar voor
het DV-formaat
Deze functie kan worden gebruikt
wanneer de i.LINK-kabel is aangesloten.
Deze functie kan worden toegewezen
aan een ASSIGN-knop.
Informatie over deze handleiding
• De afbeeldingen van het LCD-scherm en
de beeldzoeker die in deze handleiding
worden gebruikt voor
illustratiedoeleinden, zijn gemaakt met
een digitale camera en kunnen dus
afwijken van wat u ziet.
• De schermdisplays in de plaatselijke taal
worden gebruikt om de
bedieningsprocedures te illustreren.
Wijzig desgewenst de schermtaal voordat
u de camcorder gebruikt (p. 22).
• Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens van opnamemedia en andere
accessoires voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
NL
5
Inhoudsopgave
Lees dit eerst ........................................................................................... 2
Genieten van beelden met HD-kwaliteit
Probeer het nieuwe HDV-formaat uit! ...................................................... 9
Functies van deze camcorder ................................................................ 10
Handige functies voor opnemen ............................................................ 11
Videobeelden bekijken die opgenomen zijn in het HDV-formaat! .......... 12
Voorbereidingen
Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren ......................................... 13
Stap 2: De lenskap met lensdop bevestigen .......................................... 14
Stap 3: De accu opladen ........................................................................ 15
Stap 4: De stroom inschakelen en de camcorder correct vasthouden
...................................................................................................... 18
Stap 5: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen ....................... 19
Stap 6: Datum en tijd instellen ............................................................... 21
De taalinstelling wijzigen ..................................................................... 22
Stap 7: Een band of een "Memory Stick Duo" ....................................... 23
Opnemen/afspelen
Opnemen ............................................................................................... 25
De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen ................................. 28
De zoomfunctie aanpassen................................................................. 28
De scherpstelling handmatig aanpassen ........................................... 29
De helderheid van het beeld aanpassen ............................................ 30
Aanpassen aan natuurlijke kleur (witbalans)....................................... 34
De beeldkwaliteit aanpassen (beeldprofiel)........................................ 35
Het volume aanpassen........................................................................ 41
De functies toewijzen aan de ASSIGN-knoppen ................................... 42
Een indexsignaal opnemen................................................................. 43
De laatst opgenomen scènes controleren (opnamecontrole)............. 43
De laatste scène van de meest recente opname zoeken
(Einde zoeken) .................................................................................... 43
De opnameovergang gebruiken ......................................................... 44
Afspelen ................................................................................................. 47
NL
6
De instellingen in de camcorder wijzigen/controleren ............................50
De schermweergave wijzigen ............................................................. 50
Opnamegegevens weergeven (gegevenscode) ................................ 50
De instellingen in de camcorder weergeven (STATUSCONTR.) ........ 51
De resterende acculading controleren (informatie over de accu)...... 51
Een scène zoeken op een band .............................................................52
Snel de gewenste scène zoeken (nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie)
............................................................................................................ 52
Een scène zoeken op opnamedatum (Datumzoekfunctie)................. 53
Een startpunt van een opname zoeken (Indexzoekfunctie) ............... 53
Het beeld op een televisie afspelen .......................................................55
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken ....................................................61
Menu-items .............................................................................................63
-menu (CAMERA INST.) .................................................................65
Instellingen om uw camcorder aan te passen aan de opnameomstandigheden
(GAIN INST./TEGENLICHT/STEADYSHOT, enz.)
-menu (AUDIO INST.) .....................................................................72
Instellingen voor de audio-opname (DV-AUDIOFUNC/DV-AUDIOMIX, enz.)
-menu (DISPL.INST.) ......................................................................74
Weergave-instellingen voor het scherm en de beeldzoeker (MARKERING/
LICHT BZ/DISPLAY, enz.)
-menu (IN/UIT OPN.) ......................................................................77
Opname-instellingen, in- en uitvoerinstellingen (VCR HDV/DV/DVOPNAMEST./ DV-BREEDOPN./ TV-TYPE, enz.)
-menu (GEH.INST.) .........................................................................80
Instellingen voor de "Memory Stick Duo" (ALLES WIS./FORMAT, enz.)
-menu (OVERIGE) ..........................................................................81
Instellingen tijdens opnemen op een band of andere basisinstellingen
(SNELOPNAME/PIEPTOON, enz.)
Kopiëren/bewerken
Kopiëren naar videorecorder, DVD/HDD-recorder, enz. ........................84
Beelden opnemen van een videorecorder ............................................88
Een computer gebruiken
Films op een band kopiëren naar een computer ....................................91
Stilstaande beelden kopiëren naar een computer ..................................94
NL
Wordt vervolgd ,
7
Inhoudsopgave (vervolg)
Problemen oplossen
Problemen oplossen .............................................................................. 95
Waarschuwingen en berichten ............................................................. 105
Aanvullende informatie
De camcorder gebruiken in het buitenland .......................................... 108
Onderhoud en voorzorgsmaatregelen ................................................. 109
HDV-formaat en opnemen/afspelen.................................................. 109
Informatie over de "Memory Stick"..................................................... 110
Informatie over de "InfoLITHIUM"-accu ............................................. 112
Informatie over i.LINK........................................................................ 113
Informatie over x.v.Color ................................................................... 114
Informatie over de bediening van uw camcorder ............................. 114
Technische gegevens .......................................................................... 118
Naslag
Onderdelen en bedieningselementen .................................................. 122
Aanduidingen voor het LCD-scherm en de beeldzoeker ..................... 127
Index .................................................................................................... 130
NL
8
Genieten van beelden met HD-kwaliteit
Probeer het nieuwe HDV-formaat uit!
Hoge beeldkwaliteit
De camcorder is compatibel met het HDV-formaat, zodat u kristalheldere beelden in hoge
definitie kunt opnemen.
Genieten van beelden met HD-kwaliteit
Wat is het HDV-formaat?
Het HDV-formaat is een videoformaat om beelden in hoge definitie op te nemen en af te
spelen op de gangbare DV-banden.
• Uw camcorder werkt volgens de HDV1080ispecificatie, die gebruik maakt van 1.080
effectieve aftastlijnen, overeenkomstig de
HDV-standaards; beelden worden opgenomen met
een beeldbitsnelheid van ongeveer 25 Mbps.
1.080 effectieve
aftastlijnen
• In deze gebruiksaanwijzing wordt naar de HDV1080i-specificatie verwezen als het HDV-formaat,
tenzij dit nauwkeuriger moet worden gespecificeerd.
Waarom opnemen in het HDV-formaat?
Door, net zoals de rest van de wereld, over te stappen op digitale video, kunt u belangrijke
gebeurtenissen in uw leven vastleggen in een kwalitatief hoogstaand digitaal HDV-formaat,
zodat u er nog beter van kunt genieten.
De neerwaartse converteringsfunctie van de camcorder converteert beelden in HDV-formaat
naar SD-kwaliteit (standaarddefinitie), zodat ze kunnen worden weergegeven op oudere
breedbeeldtelevisies en televisies met breedte-/hoogteverhouding 4:3 als u niet over een
hoge-definitietelevisie beschikt. Op die manier kunt u op eenvoudige wijze genieten van
videobeelden in het HDV-formaat.
• De neerwaartse converteringsfunctie converteert videobeelden in het HDV-formaat naar DV, zodat ze
kunnen worden afgespeeld of bewerkt als de camcorder aangesloten is op een televisie of videorecorder
die niet compatibel is met HDV1080i. Het resulterende beeld wordt weergegeven in SD
(standaarddefinitie).
NL
9
Functies van deze camcorder
Uw digitale HD-videocamera voldoet aan de HDV1080i-specificatie en biedt de volgende
functies waarmee u bijvoorbeeld mooie landschappen tijdens uw reizen kunt opnemen in
hoge-definitiekwaliteit.
1 3-ClearVid CMOS-sensorsysteem geïnstalleerd
Deze camcorder is uitgerust met het 3-ClearVid CMOS-sensorsysteem. Geavanceerde
spectroscopische eigenschappen en hoge definitie worden bereikt door het gebruik van drie
ClearVid CMOS-sensoren die door Sony zijn ontwikkeld voor hoge definitie. Dit systeem
biedt reproductie van digitale hoge definitie met uitstekende gevoeligheid en
reproduceerbaarheid van kleuren.
2 G Lens met 20 × optische zoom geïnstalleerd
Met behulp van de G Lens met 20 × optische zoom kunt u inzoomen op objecten op afstand en
opnemen in hoge-definitiekwaliteit.
3 Realistische geluidsopnamen met ingebouwde, geavanceerde microfoon
De geavanceerde stereomicrofoon die in deze camcorder is ingebouwd, garandeert realistische
geluidsopnamen.
4 Gedetailleerde handmatige instellingen voor serieus filmen
Dankzij de uitgebreide functies voor handmatige instellingen kunt u hoge-definitievideo's
opnemen met aangepaste instellingen.
- De zoomring, scherpstellingsring en irisring bieden volledige handmatige controle.
- U kunt de sluitertijd, witbalans en gevoeligheid nauwkeurig met de hand instellen.
5 Aansluiten op andere apparaten
Aansluiting op alle mogelijke apparaten wordt gegarandeerd met een i.LINK-aansluiting
(HDV/DV), een A/V R-aansluiting (voor een A/V-componentkabel, A/V-kabel met S VIDEO
en A/V-kabel), een HDMI OUT-aansluiting, een LANC-aansluiting, een
hoofdtelefoonaansluiting op de achterkant en een "Memory Stick Duo"-sleuf aan de
rechterkant van de camcorder.
NL
10
Handige functies voor opnemen
Stilstaande beelden met Dual Rec (p. 27)
U kunt stilstaande 1,2M-beelden opnemen op de "Memory Stick Duo" tijdens een
filmopname.
Genieten van beelden met HD-kwaliteit
Vloeiend langzaam opnemen (p. 68)
Bewegende onderwerpen kunnen worden opgenomen in een vloeiende langzame beweging.
Cameraprofiel opslaan (p. 81)
Twee instellingsprofielen voor helderheid, kleur, enzovoort kunnen worden opgeslagen in uw
camcorder. U kunt deze opgeslagen instellingsgegevens gebruiken om snel de gewenste
opname-instellingen op te roepen.
Irisring (p. 30)
U kunt de helderheid aanpassen met behulp van de irisring. U kunt zowel [IRIS] als
[BELICHTING] selecteren voor het aanpassen van de helderheid met de irisring.
NL
11
Videobeelden bekijken die opgenomen zijn in
het HDV-formaat!
Weergave op een hoge-definitietelevisie (p. 56)
Beelden die opgenomen zijn in het HDV-formaat, kunnen worden weergegeven als zeer
scherpe HD-beelden (hoge definitie) op een hoge-definitietelevisie.
• Voor meer informatie over televisies die voldoen aan de HDV1080i-specificatie, zie pagina
57.
Weergave op een 16:9/4:3-televisie (p. 58)
De camcorder kan videobeelden die zijn opgenomen in het HDV-formaat neerwaarts
converteren naar SD-kwaliteit (standaarddefinitie) zodat u de videobeelden kunt afspelen op
een gewone televisie.
Kopiëren naar andere videoapparatuur (p. 84)
x Aansluiten op een toestel dat voldoet aan de HDV1080i-specificatie
Met een optionele i.LINK-kabel kunt u beelden in HD-kwaliteit (hoge definitie) kopiëren.
x Aansluiten op een toestel dat niet voldoet aan de HDV1080i-specificatie
Gebruik de camcorder om videobeelden in het HDV-formaat te converteren naar SD-kwaliteit
(standaarddefinitie), zodat u de videobeelden kunt kopiëren.
Aansluiten op een computer (p. 91)
x Films op een band kopiëren naar een computer
U kunt films kopiëren naar een computer en de gekopieerde films opslaan op DVD.
Al naargelang u video in HDV- of DV-formaat wenst te kopiëren, moet de computer
verschillend worden ingesteld. Zie pagina 91 voor meer details.
NL
12
Voorbereidingen
Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren
Controleer of de volgende onderdelen in de
verpakking van de camcorder aanwezig
zijn.
Het getal tussen haakjes geeft het
bijgeleverde aantal van het onderdeel aan.
• De band en "Memory Stick Duo" zijn niet
bijgeleverd. Zie p. 3, p. 109 en p. 110 voor
banden en "Memory Stick Duo"'s die geschikt
zijn voor de camcorder.
Grote oogdop (1) (p. 20)
Oplaadbare accu NP-F570 (1) (p. 15, 112)
Voorbereidingen
Netspanningsadapter (1) (p. 15)
Lenskap met lensdop (1) (p. 14)
Deze lenskap is vooraf reeds gemonteerd.
Netsnoer (1) (p. 15)
Draadloze afstandsbediening (1)
(p. 52, 126)
Bedieningshandleiding (Deze handleiding)
(1)
Er is al een lithiumknoopcelbatterij geïnstalleerd.
A/V-componentkabel (1) (p. 55)
A/V-kabel (1) (p. 55, 84)
NL
13
Stap 2: De lenskap met lensdop bevestigen
De sluiter van de Lenskap met
lensdop openen of sluiten
Zet de hendel van de lensdop omhoog of
omlaag om de lensdop te openen of te
sluiten.
PUSH-knop (lenskap losmaken)
Zorg dat de markeringen op de lens zich
precies tegenover die op de camcorder
bevinden en draai de lenskap in de richting
van pijl 2.
De Lenskap met lensdop verwijderen
Draai de lenskap in de omgekeerde richting
van pijl 2 in de illustratie terwijl u de
PUSH-knop (lenskap losmaken) indrukt.
z Tips
• Verwijder de lenskap met lensdop als u een PLfilter van 72 mm of een MC-beschermelement
bevestigt of verwijdert.
NL
14
Zet de hendel van de lensdop in de
stand OPEN om de lensdop te
openen, of zet de hendel in de stand
CLOSE om de lensdop te sluiten.
Stap 3: De accu opladen
U kunt de "InfoLITHIUM"-accu (Lreeks) opladen met de bijgeleverde
netspanningsadapter.
b Opmerkingen
• U mag alleen de "InfoLITHIUM"-accu (Lreeks) gebruiken (p. 112).
2 Zorg dat de B-markering op de
DC-stekker naar buiten is gericht
en sluit de DC-stekker aan op de
DC IN-aansluiting van de
camcorder.
Voorbereidingen
B-markering
DC-stekker
DC IN -aansluiting
Naar het
stopcontact
Netspanningsadapter
3 Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter.
Netsnoer
1 Druk de accu tegen de achterkant
van de camcorder en schuif hem
naar beneden.
4 Verbind het netsnoer met het
stopcontact.
5 Zet de POWER-schakelaar op
OFF (CHG).
Het CHG-lampje gaat branden en het
opladen begint.
NL
Wordt vervolgd ,
15
Stap 3: De accu opladen (vervolg)
Nadat de accu is opgeladen
Opnameduur
Het CHG-lampje gaat uit als de accu
volledig is opgeladen. Koppel de
netspanningsadapter los van de DC INaansluiting.
Beschikbare tijd in minuten (bij
benadering) wanneer u een volledig
opgeladen accu gebruikt.
z Tips
• U kunt de NP-F330-accu niet gebruiken met
deze camcorder.
• U kunt de resterende acculading controleren met
de functie "informatie over de accu" (p. 51).
b Opmerkingen
Opnemen in het HDV-formaat
De accu verwijderen
Zet de POWER-schakelaar op OFF (CHG).
Druk op de BATT RELEASEaccuontgrendeling en verwijder de accu.
Doorlopende
opnameduur
Normale
opnameduur*
NP-F570
(bijgeleverd)
140
70
145
70
NP-F770
295
145
305
150
NP-F970
445
220
460
230
Accu
Opnemen in het DV-formaat
BATT RELEASEaccuontgrendeling
De accu bewaren
Als u de accu enige tijd niet zult gebruiken,
zorg er dan voor dat deze helemaal ontladen
is voor u hem opbergt. Zie pagina 112 voor
meer informatie over het bewaren van de
accu.
Oplaadduur
Vereiste tijd in minuten (bij benadering) als
u een volledig ontladen accu volledig wilt
opladen.
Accu
NL
16
Oplaadduur
NP-F570
(bijgeleverd)
260
NP-F770
370
NP-F970
485
Doorlopende
opnameduur
Normale
opnameduur*
NP-F570
(bijgeleverd)
145
70
155
75
NP-F770
305
150
315
155
NP-F970
460
230
475
235
Accu
Bovenste waarde: als de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm wordt
ingeschakeld.
Onderste waarde: opnameduur als u opneemt met
de beeldzoeker terwijl het
LCD-scherm is gesloten.
* Bij normale opnameduur wordt de tijd
weergegeven die geldt wanneer u de opname
herhaaldelijk start en stopt, de stroom in- en
uitschakelt en in- en uitzoomt.
Speelduur
Beschikbare tijd in minuten (bij
benadering) wanneer u een volledig
opgeladen accu gebruikt.
HDV-beelden
Accu
LCD-scherm
geopend*
NP-F570
(bijgeleverd)
200
210
NP-F770
415
435
NP-F970
630
660
DV-beelden
Accu
LCD-scherm
geopend*
LCDscherm
gesloten
NP-F570
(bijgeleverd)
220
230
NP-F770
445
470
NP-F970
675
705
Voorbereidingen
LCDscherm
gesloten
Informatie over de oplaad-/opname-/
speelduur
• Tijden opgemeten bij een
camcordertemperatuur van 25 °C. 10 °C tot
30 °C wordt aangeraden.
• De opname- en speelduur zijn korter als u de
camcorder bij lage temperaturen gebruikt.
• De opname- en speelduur kunnen korter zijn,
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van
de camcorder.
Een externe voedingsbron
gebruiken
U kunt de netspanningsadapter als
voedingsbron gebruiken. Tijdens het
gebruik van de netspanningsadapter wordt
de accu niet ontladen, zelfs niet wanneer
deze zich in de camcorder bevindt.
Sluit de camcorder aan zoals wordt
aangegeven in Stap 3: De accu
opladen (p. 15).
* Als de achtergrondverlichting van het LCDscherm wordt ingeschakeld.
Informatie over de accu
• Voordat u de accu vervangt, zet u de POWERschakelaar op OFF (CHG).
• In de volgende gevallen knippert het CHGlampje tijdens het opladen of wordt de
informatie over de accu (p. 51) niet correct
weergegeven.
– De accu is niet correct in de camcorder
geplaatst.
– De accu is beschadigd.
– De accu is versleten (alleen voor informatie
over de accu).
– De temperatuur van de accu is te laag.
Vervang de accu of verwijder de accu en
bewaar deze op een warme plaats.
– De temperatuur van de accu is te hoog.
Vervang de accu of verwijder de accu en
bewaar deze op een koele plaats.
• De stroom wordt niet geleverd via de accu
zolang de netspanningsadapter is aangesloten op
de DC IN-aansluiting van uw camcorder, zelfs
niet als het netsnoer is losgekoppeld van het
stopcontact.
Informatie over de netspanningsadapter
• Gebruik de netspanningsadapter in de buurt van
een stopcontact. Haal de stekker van de
netspanningsadapter onmiddellijk uit het
stopcontact als er een storing optreedt wanneer
u de camcorder gebruikt.
• Plaats de netspanningsadapter niet in een smalle
ruimte, dus bijvoorbeeld niet tussen een wand
en een meubelstuk.
• Zorg ervoor dat de DC-stekker van de
netspanningsadapter of het contactpunt van de
accu niet in aanraking komen met metalen
voorwerpen. Dit kan een storing veroorzaken.
• Zelfs als de camcorder is uitgeschakeld,
ontvangt het apparaat nog steeds stroom als het
met de netspanningsadapter is aangesloten op
een stopcontact.
NL
17
Stap 4: De stroom inschakelen en de camcorder
correct vasthouden
Als u wilt opnemen of afspelen, zet u de
POWER-schakelaar in de gewenste stand.
Wanneer u de camcorder voor het eerst
gebruikt, wordt het scherm [KLOK
INSTEL.] weergegeven (p. 21).
2 Houd de camcorder op de juiste
manier vast.
POWER-schakelaar
1 Houd het groene knopje
ingedrukt en zet de POWERschakelaar in de gewenste stand.
3 Maak de handgreepband vast
zodra u de camcorder goed
vasthoudt.
Houd het groene
knopje ingedrukt
wanneer u de
POWERschakelaar
verschuift uit de
OFF (CHG)-stand.
CAMERA: beelden opnemen.
VCR: beelden afspelen of bewerken.
b Opmerkingen
• Wanneer u uw camcorder inschakelt en u de
datum en tijd reeds hebt ingesteld ([KLOK
INSTEL.], p. 21), worden de huidige datum en
tijd gedurende enkele seconden weergegeven op
het LCD-scherm.
De stroom uitschakelen
Schuif de schakelaar POWER naar OFF
(CHG).
b Opmerkingen
• Als er waarschuwingsberichten op het scherm
verschijnen, moet u de instructies volgen
(p. 106).
NL
18
Stap 5: Het LCD-scherm en de beeldzoeker
aanpassen
Het LCD-scherm
Open het LCD-scherm 180 graden (1) en
draai het vervolgens naar de gewenste hoek
om op te nemen of af te spelen (2).
1180 graden openen.
2180 graden
(max.)
• U kunt de helderheid van het LCD-scherm
aanpassen via [LCD HELDER] (p. 76).
De beeldzoeker
U kunt beelden met de beeldzoeker
bekijken om de acculading te sparen of als
het beeld op het LCD-scherm niet duidelijk
is.
Voorbereidingen
290 graden
(max.)
z Tips
Scherpstelknopje voor
de beeldzoeker
Beweeg het knopje tot
het beeld duidelijk
wordt.
DISPLAY/BATT INFO-knop
z Tips
• U ziet een spiegelbeeld van het onderwerp op
het LCD-scherm door het scherm naar u te
richten. Het opgenomen beeld ziet er echter
normaal uit.
De achtergrondverlichting van het
LCD-scherm uitschakelen zodat de
accu langer meegaat
Houd de DISPLAY/BATT INFO-knop
enkele seconden ingedrukt tot
wordt
weergegeven.
Deze instelling is handig wanneer u de
camcorder in een heldere omgeving
gebruikt of als u de acculading wilt sparen.
Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed
door deze instelling. Om de
achtergrondverlichting van het LCDscherm opnieuw in te schakelen, drukt u
nogmaals op de DISPLAY/BATT INFOknop.
verdwijnt.
b Opmerkingen
• Het is mogelijk dat primaire kleuren schemeren
in de zoeker wanneer u beweegt met de ogen.
Dit duidt niet op een storing. De schemerende
kleuren worden niet opgenomen op het
opnamemedium.
z Tips
• U kunt de helderheid van de
achtergrondverlichting van de beeldzoeker
aanpassen via [LICHT BZ] (p. 76).
• Om de beelden zowel op het LCD-scherm als in
de zoeker weer te geven, zet u [BZ-ACTIV.ST.]
op [AAN] (p. 76).
NL
Wordt vervolgd ,
19
Stap 5: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen (vervolg)
Als het beeld in de beeldzoeker niet
duidelijk is
Als het beeld in de beeldzoeker niet
duidelijk is in heldere omgevingen,
gebruikt u de bijgeleverde grote oogdop.
Als u de grote oogdop wilt bevestigen, rekt
u de oogdop licht uit en plaatst u deze
tegenover de oogdopuitsparing in de
beeldzoeker. U kunt de grote oogdop naar
links of naar rechts richten.
b Opmerkingen
• Verwijder de vooraf aangesloten oogdop niet.
Grote oogdop
(bijgeleverd)
Bevestig met het
uitstekende deel
bovenaan.
NL
20
Stap 6: Datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd in wanneer u de
camcorder voor het eerst gebruikt. Als u de
datum en tijd niet instelt, wordt het scherm
[KLOK INSTEL.] weergegeven telkens
wanneer u de camcorder inschakelt of u de
stand van de POWER-schakelaar wijzigt.
2 Selecteer
(OVERIGE) door de
knop SEL/PUSH EXEC te draaien
en druk vervolgens op de knop.
z Tips
Voorbereidingen
• Als u de camcorder ongeveer 3 maanden
niet gebruikt, loopt de ingebouwde oplaadbare
batterij leeg en worden de instellingen voor
datum en tijd mogelijk uit het geheugen gewist.
In dat geval moet u de oplaadbare batterij
opnieuw opladen en vervolgens de datum en tijd
opnieuw instellen (p. 117).
3 Selecteer [KLOK INSTEL.] door
de knop SEL/PUSH EXEC te
draaien en druk vervolgens op de
knop.
4 Stel [J] (jaar) in door de knop
Knop SEL/PUSH EXEC
MENU-knop
Ga verder met stap 4 als u de klok voor het
eerst instelt.
SEL/PUSH EXEC te draaien en
druk vervolgens op de knop.
U kunt elk gewenst jaar instellen tot het
jaar 2079.
1 Druk op de knop MENU.
5 Stel [M] (maand), [D] (dag), het
uur en de minuten in en druk
vervolgens op de knop.
De klok begint te lopen.
NL
Wordt vervolgd ,
21
Stap 6: Datum en tijd instellen (vervolg)
z Tips
• De datum en tijd worden automatisch
opgenomen op de band en kunnen worden
weergegeven tijdens het afspelen (DATA
CODE-knop, p. 50).
De taalinstelling wijzigen
U kunt de schermdisplays wijzigen zodat
berichten in een bepaalde taal worden
weergegeven.
Druk op de MENU-knop om
(OVERIGE) te selecteren met de SEL/
PUSH EXEC-knop.
Selecteer de schermtaal onder
[LANGUAGE] (p. 82).
NL
22
Stap 7: Een band of een "Memory Stick Duo"
Band
U kunt alleen mini-DVgebruiken (p. 109).
Venster
-banden
Druk zachtjes op het
midden van de
achterkant van de
band.
1 Schuif de schakelaar
OPEN/EJECTschakelaar
Voorbereidingen
OPEN/
EJECT in de richting van de pijl
en houd de schakelaar vast. Open
de klep.
Bandhouder
De bandhouder wordt automatisch weer
in de camcorder geschoven.
b Opmerkingen
• Druk niet op {DO NOT PUSH} terwijl de
bandhouder in de camcorder schuift. Dit kan
een storing veroorzaken.
3 Sluit de klep.
Klep
De bandhouder wordt automatisch
geopend.
z Tips
• De opnameduur is afhankelijk van [DVOPNAMEST.] (p. 78).
2 Plaats een band in de camcorder
De band uit de camcorder verwijderen
met het venstergedeelte naar
buiten gericht en druk op
Open de klep zoals beschreven in stap 1 en
verwijder de band.
.
NL
Wordt vervolgd ,
23
Stap 7: Een band of een "Memory Stick Duo" (vervolg)
"Memory Stick Duo"
U kunt alleen een "Memory Stick Duo"
gemarkeerd met
,
of
gebruiken (p. 110).
1 Open het klepje van de "Memory
Stick Duo" in de richting van de
pijl.
b Opmerkingen
• Als u de "Memory Stick Duo" in de
verkeerde richting in de sleuf plaatst,
kunnen de "Memory Stick Duo", de sleuf
voor de "Memory Stick Duo" of de
beeldgegevens beschadigd raken.
Een "Memory Stick Duo" uitwerpen
Druk één keer zachtjes op de "Memory
Stick Duo".
b Opmerkingen
• Als het toegangslampje brandt of knippert,
worden gegevens gelezen/geschreven met de
camcorder. Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of schokken, schakel de stroom niet
uit en verwijder de "Memory Stick Duo" of de
accu niet uit de camcorder. Als u dit wel doet,
kunnen de beeldgegevens worden beschadigd.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" plaatst of
uitwerpt, dient u goed op te letten dat de
"Memory Stick Duo" niet uitspringt en valt.
"Memory Stick Duo"beschermkap
2 Plaats de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting in de "Memory
Stick Duo"-sleuf totdat deze
vastklikt.
Toegangslamp
NL
24
Opnemen/afspelen
Opnemen
REC START/STOP-knop B
PHOTO/EXPANDED
FOCUS-knop
Opnamelamp
Lenskap met lensdop
Opnamelamp
POWER-schakelaar
REC START/
STOP-knop A
Opnemen/afspelen
Deze camcorder neemt films op band en stilstaande beelden op een "Memory Stick Duo" op.
Volg de volgende stappen om films op te nemen.
z Tips
• Deze camcorder kan films opnemen in HDV- of DV-formaat. De fabrieksinstelling is HDV-formaat
([REC FORMAT] p. 77).
1 Open de sluiter van de lenskap.
2 Houd het groene knopje ingedrukt en zet de POWER-schakelaar in de stand
CAMERA.
Houd het groene
knopje ingedrukt en
verschuif de POWERschakelaar.
NL
Wordt vervolgd ,
25
Opnemen (vervolg)
3 Druk op de knop REC START/STOP A (of B).
[STBY] t [OPN]
Het opnamelampje gaat branden tijdens de opname.
Als u de opname van de film wilt stoppen, drukt u nogmaals op de knop REC START/
STOP.
z Tips
• Wanneer u opneemt in HDV-formaat, wordt altijd de breedte-/hoogteverhouding 16:9 gebruikt.
Wanneer u opneemt in DV-formaat, kunt u desgewenst de breedte-/hoogteverhouding instellen op 4:3
([DV-BREEDOPN.] p. 78).
• U kunt de schermweergave aanpassen tijdens de opname (p. 50).
• De aanduidingen die tijdens de opname op het scherm worden weergegeven, staan op pagina 127.
• U kunt de opnamelamp zo instellen dat deze nooit wordt ingeschakeld ([OPNAMELAMP] p. 83).
• U kunt geen films opnemen op een "Memory Stick Duo".
• De REC START/STOP-knop op het handvat is handig voor opnames vanuit een lage hoek.
Ontgrendel de HOLD-hendel om de REC START/STOP-knop te activeren. Het kan nuttig zijn het
LCD-scherm naar boven te richten of het te sluiten na het naar beneden te hebben gericht, of de
zoeker op te heffen wanneer u opnames maakt vanuit een lage hoek.
NL
26
Stilstaande beelden vastleggen
Druk op de PHOTO/EXPANDED FOCUSknop of de PHOTO-knop op de
afstandsbediening.
Een stilstaand beeld wordt vervolgens
opgenomen op de "Memory Stick Duo".
verdwijnt wanneer de opname voltooid
is.
U kunt stilstaande beelden opnemen tijdens
een filmopname.
Capaciteit van de "Memory Stick Duo"
(MB) en aantal beelden dat kan
worden opgenomen
1,2M
1440 ×
810
VGA
640 ×
480
0,2M
640 ×
360
1000
2850
1550
2100
5900
7300
b Opmerkingen
2GB
3150
4300
12000
15000
• Technische gegevens gelden voor een Sony
"Memory Stick Duo". Het eigenlijke aantal
beelden dat kan worden opgenomen, kan
verschillen afhankelijk van de opnameomgeving
en het type "Memory Stick Duo".
• Onder de volgende omstandigheden is het niet
mogelijk een stilstaand beeld op te slaan:
– Als de sluitertijd trager is dan 1/50
– Wanneer u de fader gebruikt
– Wanneer u vloeiend langzaam opnemen
gebruikt
– Wanneer u opnameovergang gebruikt
4GB
6300
8500
23500
29500
8 GB
12500
17000
48000
60000
16 GB
25500
34500
97500 122000
• Wanneer u een stilstaand beeld neemt terwijl u
niet aan het filmen bent, hoort u het
sluitergeluid.
• Stilstaande beelden kunnen de volgende
formaten hebben:
– Opnames in HDV-formaat/DV-formaat
(16:9): 1,2 M
– Opnames in DV-formaat (4:3): 0,9 M
– Weergave in HDV-formaat: 1,2 M
– Weergave in DV-formaat (16:9): 0,2 M
– Weergave in DV-formaat (4:3): VGA
• De aanduidingen die tijdens de opname op het
scherm worden weergegeven, worden uitgelegd
op pagina 127.
• U kunt de knop PHOTO/EXPANDED FOCUS
zo instellen dat de functie met uitgebreide
scherpstelling wordt gestart wanneer u op de
knop drukt ([PHOTO/EXP.FOCUS] p. 82).
• Het unieke pixelarray van de Sony ClearVid
CMOS-sensor en het beeldverwerkingssysteem
(Enhanced Imaging Processor), zorgen ervoor
dat de resolutie van stilstaande beelden gelijk is
aan de beschreven afmetingen.
3600
Opnemen/afspelen
760
1GB
z Tips
512MB
0,9M
1080 ×
810
Stilstaande beelden genomen uit een
film op band opslaan op een "Memory
Stick Duo"
U kunt een beeld uit een film nemen en dat
beeld als stilstaand beeld opslaan op een
"Memory Stick Duo". Plaats hiervoor een
opgenomen band en een "Memory Stick
Duo" in de camcorder.
1 Zet de POWER-schakelaar op VCR.
2 Druk op de knop N (afspelen) om de
scène te zoeken die u wenst op te slaan
als stilstaand beeld. Wanneer u deze
hebt gevonden, drukt u op de PHOTO/
EXPANDED FOCUS-knop of de
PHOTO-knop op de afstandsbediening.
b Opmerkingen
• Zowel de opgenomen datum en tijd op de band
als de opgeslagen datum en tijd op de "Memory
Stick Duo" worden opgeslagen op de "Memory
Stick Duo". Wanneer u de stilstaande beelden
bekijkt, worden enkel de opgenomen datum en
tijd op de band weergegeven op het scherm
(gegevenscode, p. 50).
• Cameragegevens die zijn opgeslagen op de band
worden niet gekopieerd naar de "Memory Stick
Duo".
• Het is niet mogelijk een stilstaand beeld op te
slaan wanneer u de camcorder gebruikt met
[WEERG.ZOOM] ingesteld op [AAN] (p. 82).
NL
27
De instellingen voor camcorderopnamen
wijzigen
De zoomhendel gebruiken
De zoomfunctie aanpassen
A
C
1 Zet de zoomhendelschakelaar B op
VAR of FIX.
z Tips
B
D
• Wanneer u de zoomhendelschakelaar B
instelt op VAR, kunt u in- en uitzoomen aan
een variabele snelheid.
• Wanneer u de zoomhendelschakelaar B
instelt op FIX, kunt u in- en uitzoomen aan
de vaste snelheid ingesteld in [ZOOM
HANDGR.] (p. 68).
2 Druk op de zoomhendel A om in of uit
te zoomen.
Als u de motorzoomknop C voorzichtig
verschuift, kunt u langzaam in- en
uitzoomen op het onderwerp. Verschuif de
motorzoomknop verder voor een snellere
zoombeweging.
Grote weergavehoek: (groothoek)
b Opmerkingen
• U kunt de zoomhendel A niet gebruiken
wanneer de zoomhendelschakelaar B op OFF
is ingesteld.
• U kunt de zoomsnelheid van de zoomhendel C
niet aanpassen met de zoomhendelschakelaar
B.
De zoomring gebruiken
U kunt met de gewenste snelheid in- of
uitzoomen door de zoomring D te draaien.
Ook fijnafstelling is hiermee mogelijk.
b Opmerkingen
Kleine weergavehoek: (tele-opnamen)
z Tips
• Voor een goede scherpstelling is de minimale
afstand tussen de camcorder en het onderwerp
ongeveer 1 cm voor groothoekopnamen en
ongeveer 80 cm voor tele-opnamen.
• Als het onderwerp zich op minder dan 80 cm
van de camcorder bevindt, zijn niet alle
zoomwaarden mogelijk.
• Houd uw vinger op de motorzoomknop C. Als
u uw vinger van de motorzoomknop C haalt,
kan het werkgeluid van de motorzoomknop C
ook worden opgenomen.
NL
28
• Draai niet te snel aan de zoomring D. Doet u
dit toch, dan is het mogelijk dat de
zoomsnelheid trager ligt dan de snelheid
waarmee u aan de zoomring draait, of dat het
werkgeluid van de zoom ook wordt opgenomen.
De scherpstelling handmatig
aanpassen
1 Tijdens het opnemen of in de
wachtstand zet u de FOCUSschakelaar B op MAN.
9 wordt weergegeven.
2 Draai aan de scherpstellingsring
A en pas de scherpstelling aan.
Opnemen/afspelen
9 verandert in
wanneer u niet
verderweg kunt scherpstellen. 9
verandert in
wanneer u niet
dichterbij kunt scherpstellen.
z Tips
Voor handmatig scherpstellen
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen voor verschillende
opnameomstandigheden.
Gebruik deze functie in de volgende
gevallen:
– Om een onderwerp op te nemen achter een raam
dat is bedekt met regendruppels.
– Om horizontale strepen op te nemen.
– Om een onderwerp op te nemen met weinig
contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond.
– Wanneer u wilt scherpstellen op een onderwerp
op de achtergrond.
• Het is eenvoudiger om scherp te stellen op het
onderwerp met behulp van de zoomfunctie.
Draai de motorzoomknop naar T (tele-opnamen)
om de scherpstelling aan te passen en draai deze
knop vervolgens naar W (groothoek) om de
zoomfunctie aan te passen voor de opname.
• Als u een detailopname van een onderwerp wilt
maken, draait u de motorzoomknop naar W
(groothoek) om het beeld maximaal te vergroten
en past u vervolgens de scherpstelling aan.
Automatische aanpassing herstellen
Zet de FOCUS-schakelaar B op AUTO.
9 verdwijnt en de automatische
aanpassing van de scherpstelling wordt
hersteld.
Tijdelijk automatische
scherpstelling gebruiken
(Push-autofocus)
– Om een stilstaand onderwerp op te nemen met
behulp van een statief.
Neem het onderwerp op terwijl u de knop
PUSH AUTO C ingedrukt houdt.
Wanneer u de knop loslaat, keert de
instelling terug naar handmatige
scherpstelling.
Gebruik deze functie om de scherpstelling
te verplaatsen van het ene onderwerp naar
een ander. De overgang tussen de scènes
verloopt zonder schokken.
NL
Wordt vervolgd ,
29
De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen (vervolg)
z Tips
• In de volgende gevallen verschijnt gedurende 3
seconden informatie over de
scherpstellingsafstand, die u kunt gebruiken
wanneer het donker is en u moeilijk kunt
scherpstellen. (Als u een optionele voorzetlens
gebruikt, is deze informatie niet correct.)
– Als u de FOCUS-schakelaar op MAN
instelt en 9 wordt weergegeven op het
scherm.
– Wanneer u draait aan de scherpstellingsring
terwijl 9 wordt weergegeven op het
scherm.
De uitgebreide scherpstelling
gebruiken (Expanded focus)
Om terug te keren naar de handmatige
scherpstellingsstand, laat u de FOCUSschakelaar los.
Gebruik deze functie om een onderwerp op
afstand op te nemen wanneer automatisch
wordt scherpgesteld op een onderwerp in de
buurt.
b Opmerkingen
• Deze functie is alleen beschikbaar bij het
gebruik van handmatige scherpstelling.
De helderheid van het beeld
aanpassen
Wijs vooraf [EXPANDED F] toe aan de
PHOTO/EXPANDED FOCUS-knop D
([PHOTO/EXP.FOCUS], p. 82).
Druk in de wachtstand op de PHOTO/
EXPANDED FOCUS-knop D.
[EXPANDED FOCUS] wordt
weergegeven en het midden van het scherm
wordt ongeveer 2,0 keer vergroot. Dit
vergemakkelijkt het controleren van de
scherpstellingsinstelling tijdens handmatig
scherpstellen. Wanneer u nogmaals op de
knop drukt, keert het scherm terug naar de
oorspronkelijke grootte.
b Opmerkingen
• Wanneer u op de knop REC START/STOP of
PHOTO/EXPANDED FOCUS D drukt, keert
het beeld terug naar de oorspronkelijke grootte.
z Tips
• U kunt kiezen dat een soort uitgebreide
afbeelding wordt weergegeven tijdens de
uitgebreide scherpstelling ([EXP.FOCUS
TYPE] p. 75).
• U kunt [EXPANDED F] toewijzen aan om het
even welke ASSIGN-knop (p. 42).
Scherpstellen op een onderwerp op
afstand (Focus infinity)
Verschuif de focusschakelaar naar
INFINITY en houdt deze in die positie.
wordt weergegeven.
NL
30
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen
door de iris, de gevoeligheid of de
sluitertijd aan te passen of door het
lichtvolume te verminderen met de
grijsfilter B. Wanneer [BELICHTING] is
toegewezen aan de irisring, kunt u ook de
iris, de gevoeligheid en de sluitertijd
aanpassen met de irisring A. U kunt [IRIS]
of [BELICHTING] toewijzen aan de
irisring A bij [IRIS/EXPOSURE] in het
-menu (CAMERA INST.) (p. 65).
De standaardinstelling is [IRIS].
b Opmerkingen
• U kunt de tegenlichtfunctie en de
spotlightfunctie niet gebruiken als minstens
twee items uit iris, gevoeligheid en/of sluitertijd
handmatig worden aangepast.
• [AE KEUZE] werkt niet wanneer u zowel de
iris, de gevoeligheid als de sluitertijd handmatig
aanpast.
De iris aanpassen
1 Selecteer [IRIS] uit het menu
(CAMERA INST.) t [IRIS/
EXPOSURE] t [RNG.TOEWIJZ.]
(p. 65).
2 Tijdens het opnemen of in de
wachtstand zet u de AUTO/MANUALschakelaar F op MANUAL.
3 Wanneer de iris automatisch wordt
aangepast, drukt u op de IRIS/
EXPOSURE-knop H.
naast de iriswaarde verdwijnt (p. 75)
of de iriswaarde wordt weergegeven op
het scherm.
4 Pas de iris aan door te draaien aan de
irisring A.
z Tips
• De F-waarde nadert F3,4 als de zoompositie
wijzigt van W naar T, zelfs wanneer u het
diafragma opent door de F-waarde lager in te
stellen dan F3,4, bijvoorbeeld F1,6.
• Het scherpstellingsbereik, een belangrijk effect
van de diafragmawaarde, wordt de velddiepte
genoemd. De velddiepte wordt kleiner naarmate
het diafragma wordt geopend, en groter
naarmate het diafragma wordt gesloten. Maak
creatief gebruik van het diafragma om het
gewenste effect voor uw foto's te bereiken.
• Dit is handig om de achtergrond wazig of scherp
weer te geven op het scherm.
Druk op de knop IRIS/EXPOSURE H of
zet de AUTO/MANUAL-schakelaar F op
AUTO.
De iriswaarde verdwijnt of wordt
weergegeven naast de iriswaarde.
b Opmerkingen
• Als u de AUTO/MANUAL-schakelaar F op
AUTO zet, worden ook overige handmatig
aangepaste items (gevoeligheid, sluitertijd,
witbalans) automatisch.
De belichting aanpassen
Opnemen/afspelen
U kunt de iris handmatig aanpassen om het
lichtvolume dat de lens binnenvalt te
controleren. Door de iris aan te passen, kunt
u het diafragma van de lens wijzigen of
sluiten. De opening van het diafragma
wordt uitgedrukt als een F-waarde tussen
F1,6 en F11. Hoe meer u het diafragma
opent, hoe meer licht er binnenvalt in de
lens (afnemende F-waarde).
Hoe meer u het diafragma sluit, hoe minder
licht er binnenvalt in de lens (toenemende
F-waarde). De huidige F-waarde wordt
weergegeven op het scherm.
Automatische aanpassing herstellen
Wanneer [IRIS/EXPOSURE] ingesteld is
op [BELICHTING], kunt u de helderheid
van het beeld wijzigen door de iris, de
gevoeligheid en de sluitertijd aan te passen
met de irisring. U kunt ook vooraf reeds een
of twee van deze parameters handmatig
instellen en de resterende parameters
aanpassen met de irisring.
1 Selecteer [BELICHTING] uit het menu
(CAMERA INST.) t [IRIS/
EXPOSURE] t [RNG.TOEWIJZ.]
(p. 65).
2 Tijdens het opnemen of in de
wachtstand zet u de AUTO/MANUALschakelaar F op MANUAL.
3 Wanneer [BELICHTING] automatisch
wordt aangepast, drukt u op de IRIS/
EXPOSURE-knop H.
verschijnt op het scherm naast de
automatisch aangepaste items (iris,
gevoeligheid en sluitertijd), wat erop
wijst dat u deze kunt aanpassen met de
irisring A. Handmatig aangepaste
items wijzigen niet, zelfs niet als u aan
de irisring draait.
Wanneer
niet wordt weergegeven,
voert u de volgende handeling uit.
verschijnt naast de items, wat erop wijst
dat u deze kunt aanpassen met de
irisring A.
– Gevoeligheid
Druk op de knop GAIN C.
NL
Wordt vervolgd ,
31
De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen (vervolg)
– Sluitertijd
Druk twee keer op de knop SHUTTER
SPEED D. Wanneer de sluitertijd niet
vergrendeld is, drukt u een keer op deze
knop.
4 Pas de helderheid van het beeld aan
door te draaien aan de irisring A.
Automatische aanpassing herstellen
Druk op de knop IRIS/EXPOSURE H of
zet de AUTO/MANUAL-schakelaar F op
AUTO.
De waarden waarnaast
wordt
weergegeven, verdwijnen of verschijnt
naast deze waarden.
b Opmerkingen
• Als u de AUTO/MANUAL-schakelaar F op
AUTO zet, worden alle handmatig aangepaste
items (iris, gevoeligheid, sluitertijd en
witbalans) eveneens automatisch.
z Tips
• Wanneer u op de knop GAIN C drukt terwijl
wordt weergegeven op het scherm naast de
gevoeligheidswaarde, verdwijnt
en kunt u de
gevoeligheid handmatig aanpassen. Wanneer u
nogmaals op de knop GAIN C drukt,
verschijnt
en kunt u de gevoeligheid
aanpassen met de irisring. Zie stap 3 van "De
gevoeligheid aanpassen" op pagina 32 voor
meer informatie over het aanpassen van de
gevoeligheid.
• Wanneer u op de knop SHUTTER SPEED D
drukt terwijl
wordt weergegeven op het
scherm naast de sluitertijdwaarde, verdwijnt
en kunt u de sluitertijd handmatig aanpassen.
Wanneer u nogmaals op de knop SHUTTER
SPEED D drukt, verschijnt
en kunt u de
sluitertijd aanpassen met de irisring. Zie stap 3
tot 4 van "De sluitertijd aanpassen" op pagina
32 voor meer informatie over het aanpassen van
de sluitertijd.
De gevoeligheid aanpassen
U kunt de gevoeligheid handmatig
aanpassen wanneer u AGC (automatische
gevoeligheidsregeling) niet wenst te
gebruiken.
NL
32
1 Zet de AUTO/MANUAL-schakelaar
F op MANUAL tijdens het opnemen
of in de wachtstand .
2 Wanneer de gevoeligheid automatisch is
aangepast, drukt u op de knop GAIN
C.
De gevoeligheidswaarde verschijnt op
het scherm of verdwijnt naast de
gevoeligheidswaarde.
3 Zet de gevoeligheidsschakelaar G op
H, M of L. De gevoeligheidswaarde die
is ingesteld voor de geselecteerde
positie van de gevoeligheidsschakelaar
wordt weergegeven op het scherm. U
kunt de gevoeligheidswaarde voor elke
positie van de gevoeligheidsschakelaar
instellen bij [GAIN INST.] in het menu
(CAMERA INST.) (p. 65).
z Tips
• Wanneer u een film opneemt met de
gevoeligheid ingesteld op
[-6dB] en deze vervolgens afspeelt met de
gegevenscode, wordt de gevoeligheidswaarde
weergegeven als [---].
De gevoeligheid automatisch
aanpassen
Druk op de knop GAIN C of zet de
AUTO/MANUAL-schakelaar F op
AUTO.
De gevoeligheidswaarde verdwijnt of
wordt weergegeven naast de
gevoeligheidswaarde.
b Opmerkingen
• Als u de AUTO/MANUAL-schakelaar F op
AUTO zet, worden ook overige handmatig
aangepaste items (iris, sluitertijd, witbalans)
automatisch.
De sluitertijd aanpassen
U kunt de sluitertijd handmatig instellen en
vergrendelen. U kunt een bewegend object
stilstaand vastleggen of de beweging ervan
benadrukken door de sluitertijd aan te
passen.
1 Tijdens het opnemen of in de
wachtstand zet u de AUTO/MANUALschakelaar F op MANUAL.
2 Druk op de knop SHUTTER SPEED D
tot de sluitertijdwaarde gemarkeerd is.
3 Wijzig de sluitertijd die wordt
weergegeven op het scherm door aan de
knop SEL/PUSH EXEC E te draaien.
U kunt een sluitertijd tussen 1/3 en
1/10000 seconde instellen.
4 Druk op de knop SEL/PUSH EXEC E
om de sluitertijd te vergrendelen.
Om de sluitertijd opnieuw in te stellen,
herhaalt u stap 2 tot 4.
z Tips
• Bij een lange sluitersnelheid is het moeilijk om
automatische scherpstelling te gebruiken. In dat
geval is het raadzaam de camcorder op een
statief te plaatsen en de scherpstelling
handmatig aan te passen.
• Het beeld kan flikkeren of andere kleuren
hebben onder TL-buizen, natriumlampen of
kwiklampen.
U kunt het onderwerp duidelijk opnemen
door het grijsfilter B te gebruiken als de
opnameomgeving te helder is.
Er zijn 3 niveaus voor de instelling van het
grijsfilter. Grijsfilter 1 verlaagt het
lichtvolume tot ongeveer
1/4, grijsfilter 2 tot ongeveer 1/16 en
grijsfilter 3 tot ongeveer 1/64.
Als
knippert tijdens de automatische
aanpassing van de iris, zet u de grijsfilter op
1. Als
knippert tijdens de
automatische aanpassing van de iris, zet u
de grijsfilter op 2. Als
knippert
tijdens de automatische aanpassing van de
iris, zet u de grijsfilter op 3.
De grijsfilteraanduiding stopt met
knipperen en blijft op het scherm staan.
Als
knippert, zet u de grijsfilter op
OFF.
verdwijnt vervolgens van het
scherm.
Opnemen/afspelen
De geselecteerde sluitertijd verschijnt
op het scherm. Als u bijvoorbeeld
1/100 seconde selecteert, verschijnt
[100]. Hoe groter het getal dat op het
scherm verschijnt, hoe korter de
sluitertijd.
Het lichtvolume regelen
(grijsfilter)
b Opmerkingen
• Als u de grijsfilters B wijzigt tijdens het
opnemen, worden beeld en geluid mogelijk
vervormd.
• Wanneer u de iris handmatig aanpast, knippert
de grijsfilteraanduiding niet, zelfs niet als u het
lichtvolume aanpast met de grijsfilter.
De sluitertijd automatisch aanpassen
z Tips
Druk twee keer op de knop SHUTTER
SPEED D of zet de AUTO/MANUALschakelaar F op AUTO.
De sluitertijdwaarde verdwijnt of wordt
weergegeven naast de sluitertijdwaarde.
• Wanneer u een helder onderwerp opneemt, kan
diffractie optreden als u het diafragma verder
sluit, waardoor de scherpstelling niet optimaal is
(dit is een veelvoorkomend fenomeen bij
videocamera's). Het grijsfilter B onderdrukt dit
fenomeen en biedt betere opnameresultaten.
b Opmerkingen
• Als u de AUTO/MANUAL-schakelaar F op
AUTO zet, worden ook overige handmatig
aangepaste items (iris, gevoeligheid, witbalans)
automatisch.
NL
Wordt vervolgd ,
33
De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen (vervolg)
Aanpassen aan natuurlijke kleur
(witbalans)
U kunt de witbalans aanpassen en
vergrendelen naargelang de
lichtomstandigheden in de
opnameomgeving. U kunt
witbalanswaarden opslaan in geheugen A
(
A) en geheugen B (
B). De
waarden van de witbalans blijven dezelfde,
zelfs nadat het toestel wordt uitgeschakeld,
tenzij u de witbalans opnieuw aanpast.
Wanneer u PRESET selecteert, wordt
[BUITEN] of [BINNEN] ingesteld,
afhankelijk van welke optie u vooraf hebt
ingesteld bij [WB VOORAF] in het menu
(CAMERA INST.).
1 Tijdens het opnemen of in de
wachtstand zet u de AUTO/
MANUAL-schakelaar D op
MANUAL.
2 Druk op de knop WHT BAL A.
NL
34
3 Zet de schakelaar voor het
witbalansgeheugen B op
PRESET, A of B.
Aanduiding
Opnameomstandigheden
A
(Geheugen A)
B
(Geheugen B)
• De witbalanswaarden
die u hebt ingesteld
voor verschillende
lichtbronnen kunnen
worden opgeslagen in
geheugen A en
geheugen B. Volg de
stappen in "De
aangepaste
witbalanswaarde
opslaan in geheugen A
of B" (p. 34).
Buiten
([BUITEN])
n
Binnen
([BINNEN])
• Neonreclames of
vuurwerk opnemen
• Zonsondergang/
zonsopgang opnemen,
net na zonsondergang
of net voor
zonsopgang
• Onder fluorescerende
lampen
• In
lichtomstandigheden
die voortdurend
wijzigen, zoals in een
feestzaal
• Onder fel licht, zoals
een fotostudio
• Onder natriumlampen
of kwiklampen
De aangepaste witbalanswaarde
opslaan in geheugen A of B
1 Zet de schakelaar voor het
witbalansgeheugen op A (
A) of B
(
B) in stap 3 van "Aanpassen aan
natuurlijke kleur (witbalans)".
2 Film een wit voorwerp, zoals een wit
vel papier, (zorg ervoor dat dit het hele
scherm vult) in dezelfde
lichtomstandigheden als voor het
onderwerp.
3 Druk op de knop
(een druk) C.
A of
B begint snel te knipperen.
Het licht zal blijven branden wanneer de
witbalansaanpassing voltooid is en de
aangepaste waarde is opgeslagen onder
A of
B.
b Opmerkingen
• Wanneer u [x.v.Color] in het menu
(CAMERA INST.) instelt op
[AAN], wordt het beeldprofiel uitgeschakeld.
Opnameomstandigheden
Druk op de knop WHT BAL A of zet de
AUTO/MANUAL-schakelaar D op
AUTO.
PP1
:USER
U kunt uw eigen
instellingen toewijzen
b Opmerkingen
PP2
:USER
U kunt uw eigen
instellingen toewijzen.
PP3
:PORTRAIT
Instellingen geschikt voor
opname van personen
PP4
:CINEMA
Instellingen geschikt voor
opname van filmbeelden
PP5
:SUNSET
Instellingen geschikt voor
opname van een
zonsondergang
PP6
:MONOTONE
Instellingen geschikt voor
opname van monotone
beelden.
De witbalans automatisch aanpassen
• Als u de AUTO/MANUAL-schakelaar D op
AUTO zet, worden ook andere handmatig
aangepaste items (iris, gevoeligheid en
sluitersnelheid) automatisch.
De beeldkwaliteit aanpassen
(beeldprofiel)
Opnemen/afspelen
Nummer van
beeldprofiel
(naam van
instellingen)
1 Druk in de wachtstand op de knop
PICTURE PROFILE B.
2 Selecteer een nummer van een
beeldprofiel met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
U kunt de items van [PP1] tot [PP6]
selecteren.
U kunt de beeldkwaliteit aanpassen door
beeldprofielitems zoals [KLEURNIVEAU]
en [SCHERPTE] aan te passen.
Sluit de camcorder aan op een televisie of
een monitor, en pas de beeldkwaliteit aan
terwijl u het beeld op de televisie of de
monitor bekijkt.
Beeldkwaliteitsinstellingen voor
verschillende opnameomstandigheden
worden als standaardinstellingen
opgeslagen onder [PP1] tot [PP6].
U kunt opnemen met de instellingen van
het geselecteerde beeldprofiel.
3 Selecteer [OK] met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
NL
Wordt vervolgd ,
35
De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen (vervolg)
Opnemen met beeldprofiel annuleren
Selecteer [UIT] in stap 2 met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
Het beeldprofiel wijzigen
U kunt de instellingen opgeslagen in [PP1]
tot [PP6] wijzigen.
1 Druk op de knop PICTURE PROFILE
B.
2 Selecteer een nummer van een
beeldprofiel met de knop SEL/PUSH
EXEC A.
3 Selecteer [INSTELLING] met de knop
SEL/PUSH EXEC A.
4 Selecteer een aan te passen item met de
knop SEL/PUSH EXEC A.
5 Pas de beeldkwaliteit aan met de knop
SEL/PUSH EXEC A.
6 Herhaal stap 4 en 5 om andere items
aan te passen.
7 Selecteer [
TERUG] met de knop
SEL/PUSH EXEC A.
8 Selecteer [OK] met de knop SEL/PUSH
EXEC A.
Er verschijnt een
beeldprofielaanduiding.
NL
36
GAMMA
Een gammacurve selecteren.
Item
Beschrijving en instellingen
[STANDAARD]
Standaard gammacurve
[FILMEFFECT1]
Gammacurve 1 voor het produceren van de tint van filmcamerabeelden
[FILMEFFECT2]
Gammacurve 2 voor het produceren van de tint van filmcamerabeelden
ZWARTCOMP.
Om een gammacurve te selecteren die kenmerkend is voor een donkere omgeving.
Beschrijving en instellingen
[UIT]
Normale instelling
[UITREKKEN]
Verbetert de gammacurvekenmerken en verhoogt de gradatie in een
donkere omgeving.
[COMPRIMEREN]
Controleert gammacurvekenmerken om een diepe zwarttint te
produceren.
Opnemen/afspelen
Item
DREMPELWRDE
Het punt instellen waar de compressie van videosignalen start om overbelichting te vermijden,
door de signalen te beperken in delen van het beeld met een hoog contrast volgens het
dynamische bereik van de camcorder.
Item
Beschrijving en instellingen
[AUTO]
Stelt de drempelwaarde automatisch in.
[HOOG]
Drempelwaarde: 100%
[MIDDEN]
Drempelwaarde: 95%
[LAAG]
Drempelwaarde: 80%
KLEURMODUS
Om het soort kleuren in te stellen.
Item
Beschrijving en instellingen
[STANDAARD]
Standaardkleuren
[FILMEFFECT1]
Beelden zoals van een filmcamera met [GAMMA] ingesteld op
[FILMEFFECT1]
[FILMEFFECT2]
Beelden zoals van een filmcamera met [GAMMA] ingesteld op
[FILMEFFECT2]
KLEURNIVEAU
Om het kleurniveau in te stellen.
Item
Beschrijving en instellingen
-7 (licht) tot +7 (donker), -8: zwart-wit
NL
Wordt vervolgd ,
37
De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen (vervolg)
KLEURFASE
Om de kleurfase in te stellen.
Item
Beschrijving en instellingen
-7 (groenachtig) tot +7 (roodachtig)
KLEURDIEPTE
Om de kleurdiepte in te stellen.
Deze functie werkt het best bij chromatische kleuren en minder goed bij achromatische
kleuren. De kleurintensiteit wordt dieper naarmate u de waarde van deze instelling verhoogt
naar de positieve kant en wordt lichter naarmate u de waarde verlaagt naar de negatieve kant.
Deze functie werkt ook als [KLEURNIVEAU] is ingesteld op [-8] (monotoon).
Item
Beschrijving en instellingen
-7 (licht) tot +7 (diep)
WB-VERSCH.
Items instellen voor het witbalansverschil.
Item
Beschrijving en instellingen
-9 (blauwachtig) tot +9 (roodachtig)
SCHERPTE
De definitie van een onderwerp aanpassen.
Item
Beschrijving en instellingen
-7 (zacht) tot +7 (scherp)
HUIDSKLEUR
De details van delen met huidskleur aanpassen om rimpels te verminderen.
NL
38
Item
Beschrijving en instellingen
[AAN/UIT]
Onderdrukt details in delen met huidskleur om rimpels te verminderen.
Selecteer [AAN] als u deze functie wilt gebruiken. U kunt ook andere
delen selecteren.
[NIVEAU]
Het aanpassingsniveau instellen.
1 (de details weinig aanpassen) tot 8 (de details grondig aanpassen)
[KLEUR SEL.]
Kleuritems instellen voor het aanpassen van de details.
[BEREIK]
: Het kleurbereik instellen.
0 (er wordt geen kleur geselecteerd), 1 (smal: er
wordt één kleur geselecteerd) tot 31 (breed: er
worden meerdere kleuren geselecteerd in
gelijkaardige kleurfases en -verzadiging)
Het detail wordt niet aangepast als u [BEREIK]
instelt op 0.
[1 DRUK INST.] : Selecteert automatisch doelkleuren voor een
onderwerp in het midden of aan de markering.
[BEREIK] wordt niet gewijzigd.
PROFIELNAAM
De beeldprofielen die zijn opgeslagen onder [PP1] tot [PP6] benoemen (p. 40).
KOPIËREN
De instellingen van een beeldprofiel kopiëren naar een ander profielnummer.
HERSTEL
Het beeldprofiel terugzetten op de standaardinstelling.
Opnemen/afspelen
NL
Wordt vervolgd ,
39
De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen (vervolg)
De beeldprofielinstellingen
benoemen
U kunt beeldprofielen 1 tot 6 benoemen.
3 Selecteer [INSTELLING] t
[KOPIËREN] met de knop SEL/PUSH
EXEC A.
1 Druk op de knop PICTURE PROFILE
B.
4 Selecteer het nummer van het
beeldprofiel waarnaar u wilt kopiëren
met de knop SEL/PUSH EXEC A.
2 Selecteer het beeldprofiel dat u wilt
benoemen met de knop SEL/PUSH
EXEC A.
5 Selecteer [JA] met de knop SEL/PUSH
EXEC A.
3 Selecteer [INSTELLING] t
[PROFIELNAAM] met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
4 Selecteer een letter met de knop SEL/
PUSH EXEC A. Herhaal deze stap tot
u de volledige naam hebt ingevoerd.
6 Selecteer [
TERUG] t [OK] met de
knop SEL/PUSH EXEC A.
De beeldprofielinstellingen herstellen
U kunt de beeldprofielinstellingen voor elk
profielnummer afzonderlijk herstellen. Het
is niet mogelijk om de
beeldprofielinstellingen voor alle
profielnummers tegelijk te herstellen.
1 Druk op de knop PICTURE PROFILE
B.
2 Selecteer het nummer van het
beeldprofiel dat u wilt terugzetten met
de knop SEL/PUSH EXEC A.
z Tips
• De maximumlengte van elke naam is 12
tekens.
Profielnamen mogen de volgende tekens
bevatten:
• A tot Z
• 0 tot 9
• -_ /#
& : . @
5 Selecteer [OK] met de knop SEL/PUSH
EXEC A.
De profielnaam is gewijzigd.
6 Selecteer [
TERUG] t [OK] met
de knop SEL/PUSH EXEC A.
De beeldprofielinstelling kopiëren
naar andere beeldprofielen
1 Druk op de knop PICTURE PROFILE
B.
2 Selecteer het beeldprofiel dat u wilt
kopiëren met de knop SEL/PUSH
EXEC A.
NL
40
3 Selecteer [INSTELLING] t [HERST.]
t [JA] t [
TERUG] t [OK] met
de knop SEL/PUSH EXEC A.
Het volume aanpassen
• Raadpleeg het menu
(AUDIO INST.) voor
andere instellingen (p. 72).
U kunt het volume van de interne
stereomicrofoon of een externe microfoon
aangesloten op de MIC-aansluiting
aanpassen.
Opnemen/afspelen
A
B
C
1 Zet de AUDIO LEVEL-schakelaar
A van het aan te passen kanaal
op MAN.
verschijnt op het scherm.
2 Draai aan de AUDIO LEVEL-knop
B om het volume aan te passen
tijdens het opnemen of in de
wachtstand.
Automatische aanpassing herstellen
Zet de AUDIO LEVEL-schakelaar A op
AUTO.
z Tips
• Druk op de knop STATUS CHECK C om
andere audio-instellingen te controleren. U kunt
eveneens audioniveaus van de microfoon
controleren.
NL
41
De functies toewijzen aan de ASSIGN-knoppen
Sommige functies moeten worden
toegewezen aan de ASSIGN-knoppen om
deze te kunnen gebruiken. U kunt één
functie toewijzen aan elke ASSIGN-knop
(1 tot 6).
ASSIGN 4-6-knoppen
Functies die u kunt toewijzen aan de
ASSIGN-knoppen
De knoppen tussen haakjes tonen aan dat
deze functies standaard aan de knoppen
worden toegewezen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
EXPANDED F (p. 82)
DIG.UITBRD. (p. 68)
RING DRAAIEN (p. 65)
AE KEUZE (p. 66) (ASSIGN 2-knop)
INDEXMARK. (p. 43)
STEADYSHOT (p. 67)
TEGENLICHT (p. 67)
SPOTLIGHT (p. 67)
FADER (p. 68)
VL.LNGZ.OPN. (p. 68)
KLEURENBALK (p. 71)
OPNAMECONTR. (p. 43) (ASSIGN 3-knop)
EINDE ZOEKEN (p. 43)
ZEBRA (p. 74) (ASSIGN 1-knop)
MARKERING (p. 75)
RELIËF (p. 74)
Beeldprofiel (p. 35)
SHOT TRANSITION (p. 44)
ASSIGN 1-3knoppen
1 Druk op de knop MENU B.
2 Selecteer
(OVERIGE) t
[ASSIGN BTN] met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
3 Selecteer de ASSIGN-knop
waaraan u een functie wilt
toekennen uit [ASSIGN1] tot
[ASSIGN6] met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
• [------] wordt weergegeven als er aan de
ASSIGN-knop geen functie is toegewezen.
• Selecteer [JA] wanneer u [SHOT
TRANSITION] selecteert en voer
vervolgens stap 6 uit.
4 Selecteer de functie die u wilt
toewijzen met de knop SEL/PUSH
EXEC A.
NL
42
5 Selecteer [OK] met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
6 Druk op de knop MENU B om het
menuscherm te verbergen.
z Tips
Een indexsignaal opnemen
Als u een scène opneemt met een
indexsignaal, kunt u die scène gemakkelijk
terugvinden tijdens het afspelen (p. 53).
De indexfunctie vergemakkelijkt het
controleren van de opnameovergang of het
bewerken van beelden met behulp van
indexsignalen.
1 Wijs [INDEXMARK.] toe aan een
van de ASSIGN-knoppen (p. 42).
2 Druk op de ASSIGN-knop die is
toegewezen aan [INDEXMARK.].
Tijdens het opnemen
verschijnt ongeveer 7 seconden en
er wordt een indexsignaal opgenomen.
Druk nogmaals op de ASSIGN-knop
waaraan [INDEXMARK.] is toegewezen
voor u start met de opname.
b Opmerkingen
• U kunt een indexsignaal niet nadien opnemen
op een opgenomen band.
De laatst opgenomen scènes
controleren (opnamecontrole)
U kunt ongeveer 2 seconden van de scène
bekijken die is opgenomen juist voordat u
de band stopte.
Dit is handig voor het controleren van de
laatst opgenomen scène.
Opnemen/afspelen
• De opnameovergang is toegewezen aan de
ASSIGN-knoppen 4, 5 en 6 (p. 44). Annuleer de
toewijzing van de opnameovergang om terug te
keren naar de standaardtoewijzing.
• U annuleert de toewijzing van de
opnameovergang door [SHOT TRANSITION]
t [JA] te selecteren in stap 3.
De bewerking annuleren
1 Wijs [OPNAMECONTR.] toe aan
een van de ASSIGN-knoppen.
(p. 42).
2 Druk tijdens de wachtstand op de
ASSIGN-knop waaraan
[OPNAMECONTR.] is
toegewezen.
De laatste 2 seconden (bij benadering)
van de laatst opgenomen scène worden
afgespeeld, waarna de camcorder
terugkeert naar de wachtstand.
De laatste scène van de meest
recente opname zoeken
(Einde zoeken)
Tijdens de wachtstand.
knippert.
Wanneer u op de knop REC START/
STOP drukt om de opname te starten,
verschijnt
ongeveer 7 seconden en
wordt een indexsignaal opgenomen.
1 Wijs [EINDE ZOEKEN] toe aan
een van de ASSIGN-knoppen
(p. 42).
NL
Wordt vervolgd ,
43
De functies toewijzen aan de ASSIGN-knoppen (vervolg)
2 Druk op de ASSIGN-knop die is
SHOT-A
toegewezen aan [EINDE
ZOEKEN].
De laatste scène van de meest recente
opname wordt ongeveer gedurende 5
seconden afgespeeld en de camcorder
schakelt over naar de wachtstand op de
plaats waar de laatste opname werd
gestopt.
SHOT-B
U kunt de overgangscurve en -duur
instellen via [SHOT TRANSITION]
(p. 70).
ASSIGN 4-6-knoppen
b Opmerkingen
• De functie Einde zoeken werkt niet langer als u
de band hebt uitgeworpen.
• De functie Einde zoeken werkt niet correct als
er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op
de band.
De opnameovergang gebruiken
U kunt de instellingen voor scherpstelling,
zoom, iris, gevoeligheid, sluitertijd en
witbalans opslaan en vlot overschakelen
van de huidige instellingen naar de
opgeslagen instellingen (opnameovergang).
U kunt bijvoorbeeld de scherpstelling
verplaatsen van objecten in de buurt naar
objecten op afstand, of de velddiepte
wijzigen door de iriswaarde aan te passen.
U kunt ook scènes onder verschillende
opnameomstandigheden vloeiend laten
overgaan. Als u handmatig aangepaste
instellingen opslaat voor de witbalans, kunt
u bij verschillende opnameomstandigheden
vlot overschakelen van de ene scène naar de
andere, zoals overschakelen van binnennaar buitenopnames.
Sony raadt het gebruik van een statief aan
om wazige beelden te voorkomen.
1 Wijs [SHOT TRANSITION] toe aan
de ASSIGN-knoppen (p. 42).
z Tips
• De opnameovergang is toegewezen aan de
ASSIGN-knoppen 4, 5 en 6.
2 De instellingen opslaan (shot)
1 Druk herhaaldelijk op ASSIGN-knop 4
om het scherm SHOT TRANSITION
STORE te openen.
STORE
2 Pas de gewenste items handmatig aan.
Zie pagina 28 tot 35 voor meer
informatie over het uitvoeren van
aanpassingen.
NL
44
3 Druk op ASSIGN-knop 5 om de
instelling op te slaan in SHOT-A of
druk op de knop ASSIGN 6 om de
instelling op te slaan in SHOT-B.
b Opmerkingen
• De instellingswaarden die zijn toegewezen
aan SHOT-A en SHOT-B, worden
verwijderd wanneer u de schakelaar
POWER in de stand OFF (CHG) zet.
4 Opnemen met de
opnameovergangsfunctie
1 Druk herhaaldelijk op ASSIGN-knop 4
om het scherm SHOT TRANSITION
EXEC te openen.
EXEC
3 De opgeslagen instellingen
controleren
CHECK
2 Druk op ASSIGN-knop 5 om SHOT-A
te controleren. Druk op ASSIGN-knop
6 om SHOT-B te controleren.
De geselecteerde instelling wordt
toegepast op het beeld op het scherm.
Scherpstelling, in- en uitzoomen,
enzovoort worden automatisch
aangepast op basis van de opgeslagen
instelling.
b Opmerkingen
• Op het controlescherm voor de
opnameovergang schakelen de instellingen
niet over naar de opgeslagen instellingen
van de overgangsduur en -curve ingesteld in
[OVERGANGTIJD] en [OVERG.CURVE]
(p. 70)
Opnemen/afspelen
Overgangsbalk
S: start
E: einde
1 Druk herhaaldelijk op ASSIGN-knop 4
om het scherm SHOT TRANSITION
CHECK te openen.
2 Druk op de knop REC START/STOP.
3 Druk op ASSIGN-knop 5 om op te
nemen met SHOT-A of ASSIGN-knop
6 om op te nemen met SHOT-B.
De huidige instellingen schakelen over
naar de opgeslagen instellingen.
z Tips
• Druk meerdere keren op ASSIGN-knop 4
om SHOT TRANSITION te annuleren.
b Opmerkingen
• U kunt niet handmatig in-/uitzoomen,
scherpstellen of instellingen aanpassen tijdens
het controleren of activeren van de
opnameovergang.
• Wanneer u [SHOT TRANSITION] wijzigt
(p. 70), drukt u meerdere keren op de ASSIGNknop 4 om het opnameovergangsscherm te
sluiten.
• Als u de opnameovergang activeert tijdens een
opname kunt u de oorspronkelijke instellingen
(die zijn vervangen door de opgeslagen
instellingen SHOT-A of SHOT-B) niet meer
herstellen.
• Als u tijdens de opnameovergangsfunctie op de
volgende knoppen drukt, wordt de bewerking
geannuleerd:
– PICTURE PROFILE-knop
– MENU-knop
NL
Wordt vervolgd ,
45
De functies toewijzen aan de ASSIGN-knoppen (vervolg)
– De PHOTO/EXPANDED FOCUS-knop of de
ASSIGN-knop waaraan [EXPANDED F] is
toegewezen.
– STATUS CHECK-knop
– De ASSIGN-knop waaraan
[VL.LNGZ.OPN.] is toegewezen.
z Tips
• U kunt ook een overgang maken van SHOT-A
naar opgeslagen SHOT-B, of van SHOT-B naar
SHOT-A. Bijvoorbeeld: om een overgang te
maken van SHOT-A naar SHOT-B geeft u het
controlescherm voor de opnameovergang weer,
drukt u op ASSIGN-knop 5 om SHOT-A op te
roepen en drukt u op de REC START/STOPknop. Vervolgens geeft u het uitvoerscherm
voor de opnameovergang weer en drukt u op
ASSIGN-knop 6.
• U kunt de opnameovergang testen door te
drukken op ASSIGN-knop 5 of 6 (waar de
aangepaste instelling is opgeslagen) voordat u in
stap 4 op de knop REC START/STOP drukt.
De bewerking annuleren
Druk meerdere keren op ASSIGN-knop 4
om het scherm voor de opnameovergang te
sluiten.
NL
46
Afspelen
VOLUME/
MEMORY-knop
PLAY-knop
POWERschakelaar
Opnemen/afspelen
Knop SEL/PUSH EXEC
MEMORY/PLAY-knop
MEMORY/INDEX-knop
MEMORY/DELETE-knop
U kunt als volgt films afspelen.
1 Houd het groene knopje ingedrukt en zet de POWERschakelaar in de stand VCR.
2 Start het afspelen.
Druk op m (terugspoelen) om naar het punt te gaan dat u wilt weergeven en druk
vervolgens op N (afspelen) om het afspelen te starten.
• x: STOP
• X: PAUSE (druk nogmaals op N of X om het afspelen te hervatten)
• m: REW
(snel terugspoelen, terugspoelen terwijl u het beeld nog kunt bekijken)
• M:
FF (vooruitspoelen terwijl u het beeld nog kunt bekijken, snel vooruitspoelen)
• y: SLOW
b Opmerkingen
• Uw camcorder schakelt automatisch over naar de wachtstand wanneer gedurende langer dan 3
minuten geen handeling wordt uitgevoerd.
• Het beeld en het geluid kunnen tijdelijk verdwijnen wanneer de signalen overschakelen tussen HDV
en DV tijdens het afspelen van een band waarop het HDV-formaat en het DV-formaat beide
voorkomen.
• U kunt een film die in het HDV-formaat werd opgenomen op DV-videocamera's of op mini-DV-spelers
niet afspelen.
NL
Wordt vervolgd ,
47
Afspelen (vervolg)
z Tips
• Zie pagina 129 voor de aanduidingen die tijdens het afspelen op het scherm worden weergegeven.
• Zie pagina 50 voor het wijzigen van de schermweergave tijdens het afspelen.
• Zie [MEERK GELUID] voor het afspelen van een band die is opgenomen met een monomicrofoon
(p. 73).
• Druk op de knop ZERO SET MEM om de bandteller te resetten. U kunt ook de knop ZERO SET
MEMORY gebruiken op de afstandsbediening (p. 52).
Een scène zoeken tijdens het afspelen van een film
Houd m/M ingedrukt tijdens het afspelen (beeldzoekfunctie). Om te kijken tijdens snel
vooruitspoelen, houdt u M ingedrukt. Om te kijken tijdens snel terugspoelen, houdt u m
ingedrukt (snelzoekfunctie).
Het volume aanpassen
Pas het volume aan met de knop VOLUME/MEMORY.
Stilstaande beelden weergeven
1 Zet de POWER-schakelaar op VCR.
2 Druk op de knop MEMORY/PLAY.
3 Selecteer het stilstaande beeld dat u wilt weergeven met de knop VOLUME/MEMORY.
Als u het weergeven van stilstaande beelden wilt stoppen, drukt u nogmaals op de knop
MEMORY/PLAY.
De lijst van stilstaande beelden (indexscherm) weergeven
1 Zet de POWER-schakelaar op VCR.
2 Druk op de knop MEMORY/INDEX.
101–0050
1 / 19
101
3 Selecteer een stilstaand beeld met de knop VOLUME/MEMORY.
Als u één beeld wilt weergeven, verplaatst u B naar het desbetreffende beeld en drukt u op
de knop MEMORY/PLAY.
Als u het weergeven van de lijst met stilstaande foto's wilt stoppen, drukt u nogmaals op de
knop MEMORY/INDEX.
Stilstaande beelden verwijderen van de "Memory Stick Duo"
1 Voer de stappen van "Stilstaande beelden weergeven" uit om stilstaande beelden weer te
geven die u wenst te verwijderen.
2 Druk op de knop MEMORY/DELETE.
3 Selecteer [JA] met de knop SEL/PUSH EXEC.
Het stilstaande beeld wordt gewist.
NL
48
b Opmerkingen
• Stilstaande beelden kunnen niet worden hersteld nadat deze zijn verwijderd.
• U kunt stilstaande beelden niet verwijderen wanneer de "Memory Stick Duo" beveiligd is tegen schrijven
(p. 110) of wanneer het stilstaande beeld beveiligd is (p. 97).
z Tips
• Om een stilstaand beeld in de index te verwijderen, verplaatst u B naar het stilstaande beeld met de knop
VOLUME/MEMORY en voert u vervolgens stap 2 en 3 uit.
• Om alle stilstaande beelden te verwijderen, voert u [
ALLES WIS.] uit in het menu
(GEH.INST.) (p. 80).
Opnemen/afspelen
NL
49
De instellingen in de camcorder wijzigen/
controleren
Opnamegegevens weergeven
(gegevenscode)
U kunt informatie, waaronder de datum, de
tijd en de cameragegevens (deze werden
automatisch opgeslagen tijdens het
opnemen) weergeven op het scherm tijdens
het afspelen.
1 Zet de POWER-schakelaar B op
VCR.
2 Druk op de knop DATA CODE A
tijdens het afspelen of in de
pauzestand.
De schermweergave wijzigt (datum- en
tijdweergave t weergave
cameragegevens t geen weergave)
telkens als u op de knop drukt.
De schermweergave wijzigen
U kunt de weergave van de tijdcode, de
bandteller en andere informatie op het
scherm in- en uitschakelen.
Druk op de knop DISPLAY/BATT
INFO E.
De schermaanduidingen worden
ingeschakeld (weergegeven) of
uitgeschakeld (verborgen) wanneer u op de
knop drukt.
z Tips
• U kunt de schermaanduidingen weergeven
tijdens het afspelen op een televisie. Selecteer
[V-UIT/LCD] of [ALLE UITVOER] onder
[DISPLAY] (p. 77).
NL
50
A SteadyShot uit
B Belichting
wordt weergegeven tijdens het
afspelen van een film die werd
opgenomen met de iris, gevoeligheid en
sluitertijd automatisch aangepast.
wordt weergegeven tijdens het
afspelen van een film die werd
opgenomen met de iris, gevoeligheid en
sluitertijd handmatig aangepast.
C Iris
wordt weergegeven in het
weergavegebied voor de iriswaarde
tijdens het afspelen van een film die
werd opgenomen met de iris handmatig
aangepast naar de maximale waarde.
D Gevoeligheid
E Sluitertijd
F Witbalans
wordt weergegeven tijdens het
afspelen van een film opgenomen met
opnameovergang.
• De belichtingscorrectiewaarde (0EV), de
sluitertijd en de iris worden weergegeven tijdens
het bekijken van stilstaande beelden op de
"Memory Stick Duo".
• De datum en de tijd worden in hetzelfde
gedeelte weergegeven wanneer u de datum- en
tijdweergave selecteert. Als u opnames maakt
zonder de datum en tijd in te stellen,
worden [-- -- ----] en [--:--:--] weergegeven.
• Er wordt mogelijk geen nauwkeurige sluitertijd
weergegeven wanneer u een band die werd
opgenomen met uw camcorder afspeelt op een
ander apparaat. Controleer de gegevenscode die
wordt weergegeven op het scherm wanneer u de
band afspeelt op uw camcorder voor een
nauwkeurige indicatie van de sluitertijd.
• Wanneer u een film opneemt met de
gevoeligheid ingesteld op
[-6dB] en deze vervolgens afspeelt met de
gegevenscode, wordt de gevoeligheidswaarde
weergegeven als [---].
De instellingen in de camcorder
weergeven (STATUSCONTR.)
U kunt de instellingen van volgende items
controleren.
• Audio-instelling zoals [WIND] (p. 73)
• Uitgangssignaalinstelling ([VCR HDV/DV],
enzovoort) (p. 77)
• Functies die zijn toegewezen aan de ASSIGNknoppen (p. 42)
• Camera-instelling. (p. 65)
C.
2 Draai aan de knop SEL/PUSH
EXEC D tot het gewenste scherm
wordt weergegeven.
Wanneer de POWER-schakelaar B is
ingesteld op CAMERA, wijzigt het
scherm in de volgende volgorde:
AUDIO t UITVOER t ASSIGN t
CAMERA
Opnemen/afspelen
b Opmerkingen
1 Druk op de knop STATUS CHECK
Wanneer de POWER-schakelaar B is
ingesteld op VCR, wijzigt het scherm in
de volgende volgorde:
AUDIO t UITVOER t ASSIGN
Het scherm verbergen
• Druk op de knop STATUS CHECK C.
De resterende acculading
controleren (informatie over de
accu)
Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG)
en druk vervolgens op de knop DISPLAY/
BATT INFO E. De opnametijd bij
benadering voor het geselecteerde formaat
en de toestand van de accu verschijnen
gedurende ongeveer 7 seconden. U kunt de
informatie over de accu gedurende 20
seconden weergeven door nogmaals op de
knop te drukken terwijl de informatie wordt
weergegeven.
Resterende accuduur (bij benadering)
Opnamecapaciteit (bij benadering)
NL
51
Een scène zoeken op een band
Snel de gewenste scène zoeken
(nulpuntgeheugenterugkeerfunctie)
A
1 Druk tijdens het afspelen op de
B
C
E
F
D
G
H
knop ZERO SET MEM H op de
camcorder of de knop ZERO SET
MEMORY D op de
afstandsbediening bij de scène
waar u een herkenpunt wilt
aanmaken.
De bandteller wordt weer op "0:00:00"
gezet en
wordt weergegeven op het
scherm.
Druk op de knop DISPLAY G als de
bandteller niet wordt weergegeven.
2 Druk op de knop STOP F als u
het afspelen wilt stoppen.
b Opmerkingen
• Zie pagina 126 voor meer informatie over het
gebruik van de afstandsbediening.
3 Druk op de knop mREW C.
De band wordt automatisch gestopt als
de bandteller "0:00:00" bereikt.
De bandteller geeft de tijdcode opnieuw
weer en
verdwijnt.
4 Druk op de knop PLAY E.
Het afspelen wordt gestart vanaf het
punt dat met "0:00:00" wordt
aangegeven op de bandteller.
NL
52
De bewerking annuleren
b Opmerkingen
Druk nogmaals op de knop ZERO SET
MEM H of de knop ZERO SET
MEMORY D voor u terugspoelt.
• Elke opnamedag moet langer dan 2 minuten
duren. Het is mogelijk dat uw camcorder de
datum niet detecteert als de opname van die dag
te kort is.
• De datumzoekfunctie werkt mogelijk niet
correct als er een leeg stuk voorkomt op de
band.
b Opmerkingen
• Er kan een afwijking van enkele seconden zijn
tussen de tijdcode en de bandteller.
• De nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie werkt
niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen
de opnamen op de band.
U kunt scènes zoeken per opnamedatum.
U kunt scènes zoeken aan de hand van
indexen die werden opgenomen aan het
begin van de opname (p. 43).
Opnemen/afspelen
Een scène zoeken op
opnamedatum
(Datumzoekfunctie)
Een startpunt van een opname
zoeken (Indexzoekfunctie)
1 Zet de POWER-schakelaar op
VCR.
1 Zet de POWER-schakelaar op
VCR.
2 Druk herhaaldelijk op de knop
SEARCH M. A op de
afstandsbediening om [DATUM
ZOEKEN] te selecteren.
3 Druk op de knop . (vorige)/
> (volgende) B op de
afstandsbediening om een
opnamedatum te selecteren.
U kunt een datum kiezen die voorafgaat
aan of volgt op de datum van de huidige
positie op de band.
Het afspelen start automatisch bij de
scène die werd opgenomen op de
gekozen datum.
2 Druk herhaaldelijk op de knop
SEARCH M. A op de
afstandsbediening om [INDEX
ZOEKEN] te selecteren.
3 Druk op de knop . (vorige)/
> (volgende) B op de
afstandsbediening om een
indexpunt te selecteren.
U kunt een index kiezen die voorafgaat
aan of volgt op de index van de huidige
positie op de band.
Het afspelen start automatisch bij de
scène gemarkeerd door de index.
De bewerking annuleren
Druk op de STOP-knop F op de
afstandsbediening.
De bewerking annuleren
Druk op de STOP-knop F op de
afstandsbediening.
NL
Wordt vervolgd ,
53
Een scène zoeken op een band (vervolg)
b Opmerkingen
• De opnames tussen de indexen moeten langer
dan 2 minuten duren. Het is mogelijk dat uw
camcorder de index niet detecteert als de
opname tussen de indexen te kort is.
• De indexzoekfunctie werkt mogelijk niet correct
als er een leeg stuk voorkomt op de band.
NL
54
Het beeld op een televisie afspelen
De aansluitmethoden en de beeldkwaliteit zijn afhankelijk van het aangesloten type televisie
en de gebruikte aansluitingen.
Gebruik de bijgeleverde netspanningsadapter als netspanningsbron (p. 15).
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij het apparaat dat u wilt aansluiten.
Aansluitingen van de camcorder
Open de afdekking van de aansluitingen en sluit de kabel aan.
1
A/V R
Opnemen/afspelen
2
HDMI OUT
3
b Opmerkingen
• Voer alle menu-instellingen op de camcorder uit voordat u de aansluiting tot stand brengt. De televisie
kan het videosignaal eventueel niet goed herkennen als u de instellingen [VCR HDV/DV] en [i.LINKCONV.] wijzigt nadat u de aansluiting tot stand hebt gebracht met een i.LINK-kabel.
NL
Wordt vervolgd ,
55
Het beeld op een televisie afspelen (vervolg)
Aansluiten op een hoge-definitietelevisie
Een film opgenomen in HD-kwaliteit wordt afgespeeld in HDkwaliteit. Een film opgenomen in SD-kwaliteit wordt
afgespeeld in SD-kwaliteit.
COMPONENT IN
HDMI
HDMI
i.LINK
(voor HDV1080i)
B
C
AUDIO
A
: Signaalverloop
Type
A
Camcorder
2
Kabel
A/V-componentkabel
(bijgeleverd)
Televisie
(groen) Y
(blauw) PB/CB
Menu-instelling
Menu (IN/UIT
OPN.) t
[VCR HDV/DV] t
[AUTO] (p. 77)
[COMPONENT] t
[1080i/576i] (p. 79)
(rood) PR/CR
(wit)
(rood)
b Opmerkingen
• Wanneer u enkel de componentvideostekkers aansluit, worden audiosignalen niet uitgevoerd. Sluit de
witte en rode stekkers aan om audiosignalen uit te voeren.
NL
56
: Signaalverloop
Type
B
Camcorder
3
Kabel
HDMI-kabel (optioneel)
Televisie
HDMI
HDMI
IN
IN
Menu-instelling
Menu (IN/UIT
OPN.) t
[VCR HDV/DV] t
[AUTO] (p. 77)
b Opmerkingen
Opnemen/afspelen
• Gebruik een HDMI-kabel met het HDMI-logo.
• Beelden in DV-formaat worden niet uitgevoerd via de HDMI OUT-aansluiting als
kopieerbeveiligingssignalen zijn opgenomen in de beelden.
• Beelden in DV-formaat die via een i.LINK-kabel naar de camcorder worden gevoerd (p. 84), kunnen niet
worden uitgevoerd.
• Uw televisie werkt mogelijk niet juist (bv. geen geluid of beeld). Verbind de HDMI OUT-aansluiting van
de camcorder en de HDMI OUT-aansluiting van het externe toestel niet met behulp van de HDMI-kabel.
Dit kan een storing veroorzaken.
z Tips
• HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is een interface om zowel video- als audiosignalen te
verzenden. Wanneer u de HDMI OUT-aansluiting verbindt met een extern toestel, krijgt u beelden van
hoge kwaliteit en digitale audio.
C
1
i.LINK-kabel (optioneel)
Menu (IN/UIT
OPN.) t
[VCR HDV/DV] t
[AUTO] (p. 77)
[i.LINK-CONV.] t
[UIT] (p. 79)
b Opmerkingen
• Uw televisie moet over een i.LINK-aansluiting beschikken die compatibel is met
HDV1080i. Voor meer informatie controleert u de technische gegevens van de televisie.
• Als de televisie niet compatibel is met HDV1080i, sluit u de camcorder en de televisie aan met de
bijgeleverde A/V-componentkabel zoals aangegeven in
.
• De televisie moet zo worden ingesteld, dat deze de aangesloten camcorder herkent. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij de televisie.
• Deze camcorder heeft een 4-polige i.LINK-stekker. Gebruik een kabel die past in de aansluiting van de tv
waarmee u verbinding wilt maken.
NL
Wordt vervolgd ,
57
Het beeld op een televisie afspelen (vervolg)
Aansluiten op een 16:9- (breedbeeld) of 4:3-televisie
Een film opgenomen in HD-kwaliteit wordt geconverteerd
en afgespeeld in SD-kwaliteit. Een film opgenomen in SDkwaliteit wordt afgespeeld in SD-kwaliteit.
COMPONENT IN
i.LINK
i.LINK
VIDEO/AUDIO
VIDEO/AUDIO
AUDIO
D
S VIDEO
E
F
G
De breedte-/hoogteverhouding instellen volgens de aangesloten televisie (16:9/
4:3)
Wijzig de instelling [TV-TYPE] overeenkomstig de televisie (p. 79).
b Opmerkingen
• Wanneer een band die is opgenomen in DV-formaat, wordt weergegeven op een 4:3-televisie die niet
geschikt is voor het 16:9-signaal, zet u [DV-BREEDOPN.] op [UIT] op de camcorder als u een beeld
opneemt (p. 78).
z Tips
• Wanneer uw televisie alleen monogeluid kan weergeven (in dat geval heeft de televisie slechts één audioingang), sluit u de gele stekker van de A/V-kabel aan op de video-ingang, en de witte (linkerkanaal) of de
rode stekker (rechterkanaal) op de audio-ingang van uw televisie of videorecorder. Als u het geluid in
mono wenst af te spelen, gebruikt u daartoe een specifieke aansluitkabel.
NL
58
: Signaalverloop
Type
Camcorder
D
Kabel
Televisie
A/V-componentkabel
(bijgeleverd)
2
(groen) Y
(blauw) PB/CB
(rood) PR/CR
Menu-instelling
Menu (IN/UIT
OPN.) t
[VCR HDV/DV] t
[AUTO] (p. 77)
[COMPONENT] t
[576i] (p. 79)
[TV-TYPE] t
[16:9]/[4:3]* (p. 79)
Opnemen/afspelen
(wit)
(rood)
b Opmerkingen
• Wanneer u enkel de componentvideostekkers aansluit, worden audiosignalen niet uitgevoerd. Sluit de
witte en rode stekkers aan om audiosignalen uit te voeren.
E
1
i.LINK-kabel (optioneel)
Menu (IN/UIT
OPN.) t
[VCR HDV/DV] t
[AUTO] (p. 77)
[i.LINK-CONV.] t
[AAN] (p. 79)
b Opmerkingen
• De televisie moet zo worden ingesteld, dat deze de aangesloten camcorder herkent. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij de televisie.
• Deze camcorder heeft een 4-polige i.LINK-stekker. Gebruik een kabel die past in de aansluiting van de tv
waarmee u verbinding wilt maken.
* Pas de instellingen aan de aangesloten televisie aan.
NL
Wordt vervolgd ,
59
Het beeld op een televisie afspelen (vervolg)
: Signaalverloop
Type
Camcorder
Kabel
Televisie
A/V-kabel met S VIDEO
(optioneel)
Menu-instelling
Menu (IN/UIT
OPN.) t
[VCR HDV/DV] t
[AUTO] (p. 77)
[TV-TYPE] t
[16:9]/[4:3]* (p. 79)
2
(wit)
(rood)
(geel)
z Tips
• Wanneer u alleen een S VIDEO-stekker (S VIDEO-kanaal) aansluit, worden de audiosignalen niet
uitgevoerd. Om geluidssignalen uit te voeren, dient u de witte en rode stekkers van de A/V-kabel met
S VIDEO aan te sluiten op de audio-ingang van uw televisie.
• Met deze aansluiting zijn beelden in hogere resolutie mogelijk dan met de A/V-kabel (type
).
A/V-kabel (bijgeleverd)
2
(geel)
(wit)
(rood)
Menu (IN/UIT
OPN.)
[VCR HDV/DV] t
[AUTO] (p. 77)
[TV-TYPE] t
[16:9]/[4:3]* (p. 79)
* Pas de instellingen aan de aangesloten televisie aan.
b Opmerkingen
• Als u de camcorder aansluit op de televisie en u meerdere soorten kabels gebruikt voor het uitvoeren van
beelden, verloopt de prioriteit van de tv-ingangen als volgt:
HDMI t componentvideo t S VIDEO t video.
• Zie pagina 113 voor meer informatie over i.LINK.
Aansluiten op de televisie via een videorecorder
Selecteer de aansluitmethode op pagina 84 overeenkomstig de ingang van de videorecorder.
Sluit de camcorder aan op de LINE IN-ingang van de videorecorder met behulp van de A/Vkabel. Zet de ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder op LINE (VIDEO 1, VIDEO 2,
enz.).
NL
60
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken
U kunt verschillende instellingen wijzigen
of gedetailleerde aanpassingen aanbrengen
met behulp van de menu-items op het
scherm.
3 Draai aan de SEL/PUSH EXECknop tot het pictogram van het
gewenste menu gemarkeerd is.
Druk daarna op de knop om het
menu te selecteren.
CAMERA INST. (p. 65)
AUDIO INST. (p. 72)
DISPL.INST. (p. 74)
IN/UIT OPN. (p. 77)
POWER-schakelaar
GEH.INST. (p. 80)
OVERIGE (p. 81)
Het menu gebruiken
MENU
-knop
Knop SEL/
PUSH EXEC
1 Houd het groene knopje
ingedrukt en zet de schakelaar
POWER in de gewenste stand.
Houd het groene
knopje ingedrukt
wanneer u de
POWER-schakelaar
verschuift uit de OFF
(CHG)-stand.
4 Draai aan de SEL/PUSH EXECknop tot het gewenste menu-item
gemarkeerd is. Druk daarna op de
knop om het item te selecteren.
2 Druk op de knop MENU.
Het menu-indexscherm wordt
weergegeven.
De beschikbare menu-items verschillen
afhankelijk van de positie van de aan/
uit-schakelaar van de camcorder. Items
die niet beschikbaar zijn, worden grijs
weergegeven.
NL
Wordt vervolgd ,
61
De menu-items gebruiken (vervolg)
5 Draai aan de SEL/PUSH EXECknop om de gewenste instelling
te markeren of weer te geven.
Druk vervolgens op de knop om
de instelling te bevestigen.
6 Druk op de knop MENU om het
menuscherm te verbergen.
Selecteer [
TERUG] om terug te
keren naar het vorige scherm.
NL
62
.
Menu-items
De beschikbare menu-items (z) verschillen afhankelijk van de
stand van de schakelaar POWER.
Stand van POWERschakelaar:
CAMERA
VCR
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
z
z
z
–
–
–
–
–
z
z
z
z
z
z
z
z
z
–
–
–
–
–
–
–
-menu (CAMERA INST.) (p. 65)
Het menu gebruiken
PROG.SCAN
IRIS/EXPOSURE
GAIN INST.
AGC-LIMIET
NEGAT.AGC
WB VOORAF
GEVOEL.AWB
AE KEUZE
REAC. BEL.
AUT IRIS LMT
TRILL.(–)
CONTRSTVRBT.
TEGENLICHT
SPOTLIGHT
STEADYSHOT
AF HULP
ZOOM HANDGR.
DIG.UITBRD.
FADER
VL.LNGZ.OPN.
INT.OPNAME
DV-BEELDOPN.
SHOT TRANSITION
x.v.Color
KLEURENBALK
-menu (AUDIO INST.) (p. 72)
DV-AUDIOFUNC
AUDIOLIMIET
WIND
MEERK GELUID
DV-AUDIOMIX
-menu (DISPL.INST.) (p. 74)
ZEBRA
HISTOGRAM
RELIËF
MARKERING
EXP.FOCUS TYPE
CAM.GEG.WRG.
AUD.NIV.WRG.
NL
Wordt vervolgd ,
63
-menu (CAMERA
INST.)
Instellingen om uw camcorder aan te
passen aan de opnameomstandigheden
(GAIN INST./TEGENLICHT/STEADYSHOT,
enz.)
b Opmerkingen
• Wanneer de AUTO/MANUAL-schakelaar
ingesteld is op AUTO, is de IRIS/EXPOSUREknop niet beschikbaar.
z Tips
De standaardinstellingen worden aangeduid
met B.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
Zie pagina 61 voor meer informatie
over het selecteren van menu-items.
Druk op de knop MENU t selecteer
(CAMERA INST.) met de knop SEL/
PUSH EXEC.
B UIT
25 (
)
Legt 25 frames per seconde vast.
b Opmerking
• De vastgelegde beelden worden geconverteerd
naar 50i-formaat en opgenomen op de band.
IRIS/EXPOSURE
x RNG.TOEWIJZ.
U kunt [IRIS] (standaardinstelling) of
[BELICHTING] selecteren als functie
toegewezen aan de irisring (p. 30).
x RING DRAAIEN
U kunt de draairichting van de irisring
instellen.
B NORMAAL
Beelden worden donker door rechtsom aan
de irisring te draaien.
TEGENGESTELD
Beelden worden donker door linksom aan
de irisring te draaien.
Het menu gebruiken
PROG.SCAN
U kunt progressive scan-beelden vastleggen
met een verticale resolutie van 1.080 lijnen.
• De waarden voor de iris, gevoeligheid en
sluitertijd worden als volgt aangepast wanneer u
de [RNG.TOEWIJZ.]-instelling wijzigt met de
AUTO/MANUAL-schakelaar ingesteld op
MANUAL.
– Wanneer u [RNG.TOEWIJZ.] wijzigt van
[IRIS] naar [BELICHTING]
De aanpassing blijft in dezelfde stand (= de
stand vóór het wijzigen van
[RNG.TOEWIJZ.]). Als automatische
aanpassing geactiveerd is, blijft deze stand
actief na [IRIS] te hebben gewijzigd naar
[BELICHTING]. Als handmatige aanpassing
geactiveerd is, blijft deze stand actief na
[IRIS] te hebben gewijzigd naar
[BELICHTING].
U kunt de iris, gevoeligheid en sluitertijd
aanpassen met de irisring wanneer
wordt
weergegeven naast de waarden op het scherm.
Aanpassingen voor de gevoeligheid en de
sluitertijd kunnen worden ingesteld op
[BELICHTING] en handmatig.
– Wanneer u [RNG.TOEWIJZ.] wijzigt van
[BELICHTING] naar [IRIS]
De aanpassing blijft in dezelfde stand (= de
stand vóór het wijzigen van
[RNG.TOEWIJZ.]). Als automatische
aanpassing geactiveerd is, blijft deze stand
actief na [BELICHTING] te hebben
gewijzigd naar [IRIS]. Als handmatige
aanpassing geactiveerd is, blijft deze stand
actief na [BELICHTING] te hebben
gewijzigd naar [IRIS].
Aanpassingen voor de gevoeligheid en de
sluitertijd kunnen worden ingesteld op
automatisch en handmatig.
• U kunt [RING DRAAIEN] toewijzen aan een
ASSIGN-knop (p. 42).
GAIN INST.
U kunt gevoeligheidswaarden instellen
voor de H-, M- en L-posities van de
gevoeligheidsschakelaar. De
standaardinstellingen voor [H], [M] en [L]
zijn respectievelijk 18dB, 9dB en 0dB.
NL
Wordt vervolgd ,
65
Druk op de knop MENU t selecteer
EXEC.
1 Selecteer [H], [M] of [L] met de knop
SEL/PUSH EXEC.
U kunt de vooraf ingestelde witbalans
gebruiken. Zie pagina 34 voor meer
informatie.
3 Selecteer [OK] met de knop SEL/PUSH
EXEC.
U kunt de automatische
witbalansbewerking instellen onder een
roodachtige lichtbron zoals een TL-buis of
een kaars, of onder een blauwachtige
lichtbron zoals in een schaduw buitenshuis.
AGC-LIMIET
U kunt de bovengrens selecteren voor de
automatische gevoeligheidsregeling (AGC)
uit [UIT] (21dB, de standaardinstelling),
[18dB], [15dB], [12dB], [9dB], [6dB],
[3dB] en [0dB].
GEVOEL.AWB
B INTELLIGENT
Past automatisch de witbalans aan zodat
scènes er natuurlijk uitzien tegenover de
lichtbron.
HOOG
Past automatisch de witbalans aan en
verlaagt de rood- of blauwwaarden.
b Opmerkingen
MIDDEN
• Als u de gevoeligheid handmatig aanpast, kunt u
het effect van [AGC-LIMIET] niet bereiken.
LAAG
NEGAT.AGC
Wanneer u deze functie instelt op [AAN]
kan het bereik van de automatische
gevoeligheidsregeling worden uitgebreid
naar de negatieve kant. Vooral in een
heldere omgeving zorgt de negatieve
gevoeligheidsregeling voor een betere
instelling van de gevoeligheid en zorgt deze
functie voor opnames met weinig ruis. Het
dynamische bereik van uw camcorder
vermindert niet wanneer u [NEGAT.AGC]
instelt op [AAN].
Past automatisch de witbalans aan en
verhoogt de rood- of blauwwaarden.
b Opmerkingen
• Deze functie werkt alleen als de witbalans
automatisch wordt aangepast.
• [GEVOEL.AWB] werkt niet onder een heldere
hemel of in de zon.
AE KEUZE
Activeert indien dit vereist is negatieve
gevoeligheidsregeling tijdens
automatische gevoeligheidsregeling.
U kunt een tegenwaarde instellen om de
aanpassingswaarde voor de automatische
belichting aan te passen tussen [-7] (donker)
en [+7] (helder) met de knop SEL/PUSH
EXEC. De standaardinstelling is [0].
en
de geselecteerde waarde verschijnen op het
scherm wanneer u de waarde van de
standaardinstelling wijzigt.
UIT
b Opmerkingen
Negatieve gevoeligheidsregeling is niet
mogelijk tijdens automatische
gevoeligheidsregeling.
• Deze functie werkt niet wanneer u zowel de iris,
de gevoeligheid als de sluitertijd handmatig
aanpast.
B AAN
NL
WB VOORAF
2 Stel de gevoeligheidswaarde in met de
knop SEL/PUSH EXEC en druk daarna
op de knop.
U kunt een waarde selecteren tussen
-6dB en 21dB per 3dB. Hoe hoger de
waarde, hoe hoger de gevoeligheid.
4 Druk op de knop MENU om het
menuscherm te verbergen.
66
(CAMERA INST.) met de knop SEL/PUSH
• [AE KEUZE] wordt geannuleerd wanneer
[BELICHTING] handmatig wordt aangepast.
REAC. BEL.
U kunt de snelheid selecteren waarmee de
automatische belichtingsaanpassing
wijzigingen in de helderheid van het
onderwerp volgt. U kunt de snelheid
instellen als [SNEL], [NORMAAL] en
[LANGZAAM]. De standaardinstelling is
[SNEL].
AUT IRIS LMT
• Wanneer u [TEGENLICHT] instelt op [AAN],
wordt [CONTRSTVRBT.] tijdelijk
uitgeschakeld.
TEGENLICHT
Wanneer u deze functie instelt op [AAN]
(.) kunt u tegenlicht corrigeren. De
standaardinstelling is [UIT].
b Opmerkingen
• [TEGENLICHT] wordt ingesteld op [UIT]
wanneer u [SPOTLIGHT] instelt op [AAN].
• [TEGENLICHT] wordt ingesteld op [UIT]
wanneer [BELICHTING] handmatig wordt
aangepast.
• [TEGENLICHT] wordt ingesteld op [UIT] als
minstens twee items uit iris, gevoeligheid en
sluitertijd handmatig worden aangepast.
Het menu gebruiken
U kunt de hoogste iriswaarde voor de
automatische aanpassing kiezen uit [F11],
[F9,6], [F8], [F6,8], [F5,6], [F4,8] en [F4].
De standaardinstelling is [F11].
b Opmerkingen
b Opmerkingen
* Deze functie werk niet bij de handmatige
irisaanpassing.
SPOTLIGHT
Vermindert trillingen. Het flikkeren van
het scherm onder een lichtbron zoals TLbuizen wordt verminderd.
Wanneer u deze functie instelt op [AAN]
( ), kunt u overbelichting voorkomen bij
het opnemen van een onderwerp in een
sterke lichtbron, zoals op een podium. U
kunt bijvoorbeeld voorkomen dat de
gezichten van personen overbelicht zijn. De
standaardinstelling is [UIT].
UIT
b Opmerkingen
Trillingen verminderen niet.
• [SPOTLIGHT] wordt ingesteld op [UIT]
wanneer u [TEGENLICHT] instelt op [AAN].
• [SPOTLIGHT] wordt ingesteld op [UIT]
wanneer [BELICHTING] handmatig wordt
aangepast.
• [SPOTLIGHT] wordt ingesteld op [UIT] als
minstens twee items uit iris, gevoeligheid en
sluitertijd handmatig worden aangepast.
TRILL.(–)
B AAN
b Opmerkingen
• Afhankelijk van de lichtbron kan het flikkeren
mogelijk niet worden verminderd.
.
CONTRSTVRBT.
Wanneer u deze functie instelt op [AAN]
detecteert de camcorder beelden met een
hoog contrast, zoals scènes met tegenlicht,
en verbetert het toestel automatisch de
onderbelichte delen van het beeld. De
standaardinstelling is [AAN].
STEADYSHOT
x AAN/UIT
Wanneer u [AAN] selecteert, kunt u
cameratrillingen verminderen. Selecteer
[UIT] ( ) als u een statief (optioneel)
gebruikt om natuurlijke beelden te krijgen.
De standaardinstelling is [AAN].
NL
Wordt vervolgd ,
67
Druk op de knop MENU t selecteer
EXEC.
x TYPE
U kunt verschillende onderdrukkingstypes
voor cameratrillingen selecteren voor
verschillende opnameomstandigheden.
HARD
Vermindert cameratrillingen op een hoog
niveau. Deze instelling is niet geschikt
voor schuine panoramaopnames.
B STANDAARD
Vermindert cameratrillingen op een
standaard niveau.
ZACHT
Vermindert cameratrillingen op een laag
niveau. De opnames blijven licht onstabiel,
waardoor films er echt gaan uitzien.
GROOTHOEK
Deze stand wordt gebruikt voor
groothoekvoorzetlenzen (optioneel) en is
vooral efficiënt voor een Sonygroothoekvoorzetlens.
AF HULP
Wanneer u deze functie instelt op [AAN],
kunt u tijdelijk handmatig scherpstellen met
de scherpstellingsring tijdens de
automatische scherpstelling. De
standaardinstelling is [UIT].
(CAMERA INST.) met de knop SEL/PUSH
b Opmerkingen
• Deze functie wordt automatisch ingesteld op
[UIT] als u het toestel uit- en weer inschakelt.
FADER
U kunt visuele overgangseffecten
toevoegen tussen verschillende scènes.
1 Selecteer [FADER WIT] of [FADER
ZWART] tijdens de wachtstand om in te
faden met het geselecteerde effect of
tijdens het opnemen om uit te faden met het
geselecteerde effect.
2 Druk op de knop REC START/STOP.
De faderaanduiding stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
Selecteer [UIT] in stap 1 om de bewerking
te annuleren voor deze wordt gestart.
De instelling wordt gewist telkens wanneer
u op de REC START/STOP-knop drukt.
Uitfaden
Infaden
FADER WIT
FADER ZWART
ZOOM HANDGR.
U kunt de zoomsnelheid voor de FIX-stand
van de zoomhendelschakelaar instellen van
[1] (langzaam) tot [8] (snel). De
standaardinstelling is [3].
DIG.UITBRD.
Wanneer u deze functie instelt op [AAN]
(
), wordt het weergegeven beeld
ongeveer 1,5 keer vergroot. De
beeldkwaliteit vermindert omdat het beeld
digitaal wordt verwerkt. Deze functie helpt
u scherp te stellen op onderwerpen in de
verte, zoals een roofvogel in de lucht. De
standaardinstelling is [UIT].
NL
68
b Opmerkingen
• Deze functie wordt automatisch ingesteld op
[UIT] als u het toestel uit- en weer inschakelt.
VL.LNGZ.OPN. (Vloeiend
langzaam opnemen)
Snel bewegende onderwerpen en acties die
in normale omstandigheden niet kunnen
worden opgenomen, kunnen worden
opgenomen in vloeiende langzame
beweging.
Dit is interessant om snelle acties, zoals een
golf- of tennisslag, op te nemen.
Selecteer [UITVOEREN] en druk op de
knop REC START/STOP in het scherm
[VL.LNGZ.OPN.].
Een opname van ongeveer 6 seconden
wordt uitgerekt tot ongeveer 24 seconden
en opgenomen als een slow-motionfilm.
De opname is voltooid als [Opnemen...]
verdwijnt.
U kunt de instellingen voor
[VL.LNGZ.OPN.] kiezen die het meest
geschikt zijn voor uw opname.
x TIJD
U kunt deze functie gebruiken om te kiezen
wanneer het opnemen start in verhouding
tot het tijdstip waarop u op de REC
START/STOP-knop hebt gedrukt.
[6sec NA]*
x
TRIG.NIV.
U kunt het geluidsniveau waarbij de
opname wordt geactiveerd instellen op
[HOOG], [MIDDEN] en [LAAG] in
[
TRIG.NIV.]. De standaardinstelling is
[HOOG].
b Opmerkingen
Het menu gebruiken
Druk op de knop MENU om
[VL.LNGZ.OPN.] te annuleren.
Na [VL.LNGZ.OPN.] te hebben uitgevoerd
door op de bijhorende ASSIGN-knop te
drukken, kunt u [VL.LNGZ.OPN.] ook
weer annuleren door nogmaals op de
ASSIGN-knop te drukken. Zie pagina 42
voor meer informatie over het gebruik van
de ASSIGN-knoppen.
x
TRIGGER
Wanneer u deze functie instelt op [AAN],
start de opname automatisch nadat het
toestel een vooraf ingesteld geluidsniveau
registreert in plaats van na het indrukken
van de REC START/STOP-knop.
De instelling [
TRIGGER] wordt
geannuleerd wanneer u het toestel uit- en
weer inschakelt.
• Geluid kan niet worden opgenomen.
• De werkelijke tijd is mogelijk korter dan de
ingestelde tijd. Dit is afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• De beeldkwaliteit ligt lager dan bij normale
opnames.
z Tips
• Wanneer [
TRIGGER] is ingesteld op
[AAN], kunt u de opname ook starten door te
drukken op de REC START/STOP-knop.
• Wanneer u handmatig het microfoonniveau
instelt op een laag niveau, is het mogelijk dat
[
TRIGGER] niet goed werkt. We raden u
aan [
TRIG.NIV.] in te stellen op
[MIDDEN] of [LAAG].
INT.OPNAME
[6sec MIDDEN]
[6sec VOOR]
* De standaardinstelling is [6sec NA].
U kunt op regelmatige intervallen opnames
maken op een band. Deze functie is handig
om zaken zoals de beweging van wolken of
wijzigingen in het daglicht vast te leggen.
De scènes lopen vloeiend in elkaar over als
u de band afspeelt. Gebruik de
netspanningsadapter/lader als
netspanningsbron bij lange opnames.
Opnemen
Opnemen
interval
Opnemen
interval
NL
Wordt vervolgd ,
69
Druk op de knop MENU t selecteer
EXEC.
1 Selecteer [AAN/UIT] t [AAN] met
behulp van de knop SEL/PUSH EXEC.
2 Voer de volgende stap uit als u de
standaardinstelling van de opnametijd
([0,5sec]) wijzigt. Als u de standaard
opnametijd niet wijzigt, gaat u verder met
stap 3.
Selecteer [OPNAMEDUUR] t [0,5sec],
[1sec], [1,5sec] of [2sec] met de knop
SEL/PUSH EXEC.
3 Voer de volgende stap uit als u de
standaardinstelling van de intervaltijd
([30sec]) wijzigt. Als u de standaard
intervaltijd niet wijzigt, gaat u verder met
stap 4.
Selecteer [INTERVAL] t [30sec],
[1min], [5min] of [10min].
4 Selecteer [OK] met de knop SEL/PUSH
EXEC.
5 Druk op de knop MENU om het
menuscherm te verbergen.
6 Druk op de knop REC START/STOP.
De [INT.OPNAME]-opname start.
Druk op de knop REC START/STOP om
[INT.OPNAME] te annuleren.
De bediening van uw camcorder verschilt
afhankelijk van het moment waarop u op de
REC START/STOP-knop drukt.
Als u op de knop drukt tijdens
[INT.OPNAME]-opname, stopt de opname
tijdelijk. Als u nogmaals op de knop drukt,
herstart de [INT.OPNAME]-opname.
Als u op de knop drukt tijdens
[INT.OPNAME]-interval, stopt de
[INT.OPNAME]-opname en start de
normale opname. Als u nogmaals op de
knop drukt, stopt de normale opname
eveneens. Als u daarna nogmaals op de
knop drukt, herstart de [INT.OPNAME]opname.
Om de [INT.OPNAME]-opname te
annuleren, selecteert u [AAN/UIT] t
[UIT] met de knop SEL/PUSH EXEC.
b Opmerkingen
• De opname- en intervalduur kunnen iets
afwijken van de instellingen.
NL
70
(CAMERA INST.) met de knop SEL/PUSH
• Als u handmatig scherpstelt, kunt u scherpe
beelden verkrijgen, zelfs bij wijzigende
lichtomstandigheden.
• U kunt de pieptoon uitschakelen tijdens het
opnemen door [PIEPTOON] in te stellen op
[UIT].
DV-BEELDOPN.
U kunt stop-motion-animatiefilms (frameper-frame) opnemen. Dit type animatie
gebruikt een techniek waarbij de positie van
het onderwerp (bv. een pop of speelgoed)
telkens wordt gewijzigd en opnieuw wordt
opgenomen terwijl de camcorder niet
verplaatst. Gebruik de afstandsbediening
om cameratrillingen te beperken.
B UIT
Deze functie niet gebruiken.
AAN (
)
Een film opnemen met de stop-motiontechniek (frame-per-frame).
1 Selecteer [AAN] met de knop SEL/
PUSH EXEC.
2 Druk op de knop MENU om het
menuscherm te verbergen.
3 Druk op de knop REC START/STOP.
Uw camcorder neemt ongeveer 6
frames op en keert terug naar de
wachtstand.
4 Verplaats het onderwerp en herhaal
stap 3.
b Opmerkingen
• Als u continu frames opneemt, wordt de
resterende tijd niet correct weergegeven.
• De laatste scène is langer dan de overige scènes.
• U kunt geen indexsignalen opnemen tijdens het
opnemen van frames.
• Deze functie wordt automatisch ingesteld op
[UIT] als u het toestel uit- en weer inschakelt.
SHOT TRANSITION
U kunt [OVERGANGTIJD] en
[OVERG.CURVE] instellen. Zie pagina 44
voor meer informatie over het gebruik van
de opnameovergangsfunctie.
x OVERGANGTIJD
U kunt de overgangsduur instellen tussen
[3,5 sec] en [90,0 sec]. De
standaardinstelling is [4,0 sec].
x OVERG.CURVE
U kunt de overgangscurve selecteren.
De kenmerken van de overgangscurves
worden geïllustreerd in de volgende
grafieken.
*1: parameterniveau
*2: tijd
LINEAIR
Voer de overgang lineair uit.
*1
B ZACHTE STOP
Voer de overgang traag uit op het einde.
*1
Wanneer u deze functie instelt op [AAN]
kunt u opnemen met een breder
kleurenbereik. Uw camcorder kan
schitterende en levendige kleuren oproepen
voor bloemen en het prachtige blauwgroen
van tropische oceanen weergeven, wat niet
kan worden geëvenaard door conventionele
technologieën.
b Opmerkingen
• De kleuren worden mogelijk niet goed
weergegeven wanneer u een film afspeelt die
werd opgenomen met deze functie ingesteld op
[AAN] op een tv die x.v.Color niet ondersteunt.
• U kunt [x.v.Color] in de volgende gevallen niet
instellen:
– Bij opnames in SD-formaat
(standaarddefinitie)
– Bij het opnemen van films.
• Wanneer u [x.v.Color] instelt op [AAN], wordt
het beeldprofiel uitgeschakeld.
Het menu gebruiken
*2
x.v.Color
KLEURENBALK
*2
ZACHTE OVRG.
Voer de overgang traag uit aan het begin
en op het einde, en lineair daartussen.
*1
x AAN/UIT
Wanneer u [AAN] selecteert, kunt u
kleurenbalken op het scherm weergeven of
deze op een band opnemen. Deze functie
helpt u om de kleuren aan te passen
wanneer u films opgenomen met uw
camcorder bekijkt op een tv of een ander
soort scherm. De standaardinstelling is
[UIT].
b Opmerkingen
*2
• Deze functie wordt automatisch ingesteld op
[UIT] als u het toestel uit- en weer inschakelt.
b Opmerkingen
• U kunt de instellingen voor
[OVERGANGTIJD] en [OVERG.CURVE] niet
wijzigen tijdens het opslaan, de controle of de
uitvoering van [SHOT TRANSITION].
Annuleer de instelling [SHOT TRANSITION]
door meerdere keren op de knop ASSIGN 4 te
drukken voordat u de instelling
[OVERGANGTIJD] of [OVERG.CURVE]
wijzigt.
NL
Wordt vervolgd ,
71
Druk op de knop MENU t selecteer
(CAMERA INST.) met de knop
SEL/PUSH EXEC.
-menu (AUDIO
INST.)
x TYPE
• Selecteert het type kleurenbalk.
Instellingen voor de audio-opname (DVAUDIOFUNC/DV-AUDIOMIX, enz.)
TYPE1
De standaardinstellingen worden aangeduid
met B.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
Zie pagina 61 voor meer informatie
over het selecteren van menu-items.
Druk op de knop MENU t selecteer
(AUDIO INST.) met de knop SEL/
PUSH EXEC.
DV-AUDIOFUNC
(DV-audiostand)
TYPE2
12BIT(
)
Selecteer deze optie om op te nemen in de
12-bits stand (met 2 stereogeluidskanalen).
B 16BIT (
TYPE3
)
Selecteer deze optie om op te nemen in de
16-bits stand (voor 1 stereogeluidskanaal
met hoge kwaliteit).
b Opmerkingen
• Wanneer u opneemt in het HDV-formaat, wordt
het geluid automatisch opgenomen in de stand
[16BIT].
AUDIOLIMIET
TYPE4
(75% helderheid van TYPE3)
U kunt de onderdrukkingsfunctie voor
clipping-ruis instellen.
B UIT
Schakelt de functie uit.
AAN
Schakelt de functie in.
b Opmerkingen
• Deze functie is alleen beschikbaar als u de
AUDIO LEVEL-schakelaar op MAN instelt.
NL
72
WIND
B AAN
Schakelt de windruisonderdrukking in.
UIT
Schakelt de windruisonderdrukking uit.
ST2
Voert alleen het gekopieerde geluid uit.
b Opmerkingen
• Deze functie werkt niet als u een band afspeelt
die opgenomen werd met [DV-AUDIOFUNC]
ingesteld op [16BIT].
MEERK GELUID
U kunt selecteren of u geluid dat op andere
apparaten is opgenomen, wilt afspelen met
dubbel geluidsspoor of met stereogeluid.
B STEREO
Het menu gebruiken
Selecteer deze optie om af te spelen met
eerste en tweede geluidsspoor (of
stereogeluid).
1
Selecteer deze optie om af te spelen met
het eerste geluidsspoor (of het geluid van
het linkerkanaal).
2
Selecteer deze optie om af te spelen met
het tweede geluidsspoor (of het geluid van
het rechterkanaal).
b Opmerkingen
• U kunt een band met dubbel geluidsspoor op de
camcorder afspelen, maar u kunt geen band met
dubbel geluidsspoor opnemen.
DV-AUDIOMIX
U kunt het geluid beluisteren dat
gekopieerd werd van een ander apparaat of
opgenomen werd met een 4ch-microfoon
tijdens het afspelen. U kunt instellen hoe
het geluid moet uitgevoerd worden.
B ST1
Voert alleen het oorspronkelijk
opgenomen geluid uit.
MIX
Voert het oorspronkelijk opgenomen
geluid uit gemengd met het gekopieerde
geluid.
NL
73
-menu
(DISPL.INST.)
Weergave-instellingen voor het scherm en
de beeldzoeker (MARKERING/LICHT BZ/
DISPLAY, enz.)
De standaardinstellingen worden aangeduid
met B.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
Zie pagina 61 voor meer informatie
over het selecteren van menu-items.
B UIT
Er wordt geen histogram weergegeven.
NORMAAL
Geeft een histogram weer.
GEAVANCEERD
Geeft een histogram weer met daarop een
balk die het gemiddelde van de
helderheidsniveaus in de buurt van het
midden van een beeld (binnen de
markering) aangeeft.
Druk op de knop MENU t selecteer
(DISPL.INST.) met de knop SEL/
PUSH EXEC.
U kunt een zebrapatroon weergeven als
hulpmiddel voor het aanpassen van de
helderheid.
Pixels
ZEBRA
Gemiddelde
Donkerder
Helderder
Helderheid
x AAN/UIT
Als u [AAN] selecteert, verschijnen
en
het helderheidsniveau op het scherm. Het
zebrapatroon wordt niet opgenomen op
een band of op een "Memory Stick Duo".
x NIVEAU
U kunt een helderheidsniveau kiezen
tussen 70 en 100 of 100+.
z Tips
• Het zebrapatroon is een streeppatroon dat wordt
weergegeven over een deel van het beeld op het
scherm als dat deel een hoger helderheidsniveau
heeft dan een vooraf ingesteld
helderheidsniveau.
HISTOGRAM
U kunt de iris aanpassen in
overeenstemming met een histogram. Een
histogram is een grafiek die de
helderheidsverdeling van het beeld
weergeeft. U kunt het histogram gebruiken
als hulpmiddel voor het aanpassen van de
iris. Het histogram wordt niet opgenomen
op een band of op een "Memory Stick
Duo".
NL
74
z Tips
• Het linkergedeelte van de grafiek komt overeen
met de donkere delen van het beeld, terwijl het
rechtergedeelte de helderdere delen weergeeft.
• Er wordt een verticale lijn op het histogram
weergegeven die het helderheidsniveau van
[ZEBRA] aangeeft als u [ZEBRA] op [AAN]
instelt.
RELIËF
x AAN/UIT
Als u [AAN] selecteert, kunt u een beeld
met verbeterde details weergeven op het
scherm. Deze functie helpt bij het
aanpassen van de scherpstelling. De
standaardinstelling is [UIT].
x KLEUR
U kunt het reliëfkleur kiezen uit [WIT],
[ROOD] en [GEEL]. De standaardinstelling
is [WIT].
x NIVEAU
U kunt de reliëfgevoeligheid kiezen uit
[HOOG], [MIDDEN] en [LAAG]. De
standaardinstelling is [MIDDEN].
b Opmerkingen
• U kunt geen beeld met verbeterde details op een
band of een "Memory Stick Duo" opnemen.
z Tips
• U kunt eenvoudiger scherpstellen door deze
functie in combinatie met de functie
"uitgebreide scherpstelling" te gebruiken
(p. 30).
MARKERING
x MIDDEN
Als u [AAN] selecteert, kunt u een
markering in het midden van het scherm
weergeven. De standaardinstelling is
[AAN].
x HULPKADER
Als u [AAN] selecteert, kunt u
beeldmarkeringen weergeven die u helpen
bij het controleren van de horizontale en
verticale positie van een onderwerp. De
standaardinstelling is [UIT].
EXP.FOCUS TYPE
U kunt een type uitgebreide scherpstelling
instellen.
B TYPE1
Vergroot de beelden.
TYPE2
Vergroot de beelden en toont ze in zwartwit.
CAM.GEG.WRG.
(Cameragegevensweergave)
Het menu gebruiken
x AAN/UIT
Als u [AAN] selecteert, kunt u de
markeringen weergeven. De
standaardinstelling is [UIT].
De markeringen worden niet opgenomen op
een band of "Memory Stick Duo".
• U kunt de markeringen alleen weergeven op het
LCD-scherm en de beeldzoeker. U kunt deze
niet weergeven op een extern toestel.
Als deze functie op [AAN] is ingesteld,
kunt u continu de instellingen van de iris,
sluitertijd en gevoeligheid weergeven op
het scherm. De standaardinstelling is [UIT].
Sluitertijdwaarde
Iriswaarde
Gevoeligheidswaarde
z Tips
b Opmerkingen
• U kunt geen scherminformatie, zoals de
tijdcode, uitvoeren naar een extern toestel als
[MARKERING] op [AAN] is ingesteld.
z Tips
• U kunt de midden- en hulpkadermarkeringen
tegelijk weergeven.
• Voor een evenwichtige compositie plaatst u het
onderwerp in de kruispunten van de
hulpkadermarkering.
• De instellingen verschijnen op het scherm
gedurende het handmatig aanpassen
onafhankelijk van de instellingen voor deze
functie.
•
geeft aan dat de instellingen automatisch
aangepaste waarden zijn.
• De weergegeven instellingen verschillen van de
instellingen die weergegeven worden als u op de
DATA CODE-knop drukt (p. 50).
NL
Wordt vervolgd ,
75
Druk op de knop MENU t selecteer
AUD.NIV.WRG. (Weergave van
geluidsniveau)
Als u deze functie op [AAN] instelt, kunt u
de geluidsniveaumeter weergeven op het
scherm. De standaardinstelling is [AAN].
(DISPL.INST.) met de knop SEL/PUSH EXEC.
b Opmerkingen
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe
stroombronnen, wordt [NIV.AV.LCD]
automatisch ingesteld op [LICHT].
• Wanneer u [LICHT] selecteert, wordt de
opnameduur met de accu iets verminderd.
LICHT BZ
U kunt de helderheid van de beeldzoeker
aanpassen.
B NORMAAL
Standaardhelderheid.
Geluidsniveaumeter
LCD HELDER
U kunt de helderheid van het LCD-scherm
aanpassen met de SEL/PUSH EXEC-knop.
Wijzigingen aan de helderheid van het
LCD-scherm zullen geen invloed hebben
op de helderheid van opgenomen beelden.
LICHT
Het scherm van de beeldzoeker helderder
maken.
b Opmerkingen
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe
stroombronnen, wordt automatisch [LICHT]
geselecteerd voor de instelling.
• Wanneer u [LICHT] selecteert, wordt de
opnameduur met de accu iets verminderd.
z Tips
• U kunt ook de achtergrondverlichting van het
LCD-scherm uitschakelen (p. 19).
LCD KLEUR
U kunt de kleurintensiteit van het LCDscherm aanpassen met behulp van de knop
SEL/PUSH EXEC. Wijzigingen aan het
kleurniveau van het LCD-scherm zullen
geen invloed hebben op het kleurniveau van
opgenomen beelden.
NIV.AV.LCD
U kunt de helderheid van de
achtergrondverlichting van het LCDscherm aanpassen.
B NORMAAL
Standaardhelderheid.
LICHT
Het LCD-scherm helderder maken.
NL
76
BZ-ACTIV.ST.
B AUTO
Schakelt de beeldzoeker in als u het LCDscherm sluit of opneemt in spiegelstand.
AAN
Schakelt de beeldzoeker altijd in.
LETTERFORM.
B NORMAAL
Geeft het menu in normaal letterformaat
weer.
2x
Geeft de geselecteerde menu-items weer in
een letterformaat waarvan de hoogte
verdubbeld is.
-menu (IN/UIT
OPN.)
RESTANT
B AUTO
Geeft de resterende tijd van een band
gedurende ongeveer 8 seconden weer in de
volgende gevallen:
• Wanneer u de schakelaar POWER instelt op
VCR of CAMERA terwijl er zich een band
in de camcorder bevindt.
• Wanneer u op de knop N (afspelen) of
DISPLAY/BATT INFO drukt.
AAN
DISPLAY
U kunt de uitgangen selecteren waarnaar
scherminformatie, zoals de tijdcode, wordt
uitgevoerd.
B LCD
Voert de informatie uit naar het LCDscherm en de beeldzoeker.
V-UIT/LCD
Voert de informatie uit naar het LCDscherm, de beeldzoeker en de
composietuitgang.
ALLE UITVOER
Voert de informatie uit naar het LCDscherm, de beeldzoeker, de HDMIuitgang, de componentuitgang en de
composietuitgang.
b Opmerkingen
• U kunt de scherminformatie enkel uitvoeren
naar de beeldzoeker en het LCD-scherm als
[MARKERING] is ingesteld op [AAN].
De standaardinstellingen worden aangeduid
met B.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
Zie pagina 61 voor meer informatie
over het selecteren van menu-items.
Druk op de knop MENU t selecteer
(IN/UIT OPN.) met de knop SEL/
PUSH EXEC.
REC FORMAT
Het menu gebruiken
Geeft de resterende tijd van een band altijd
weer. De resterende tijd wordt niet
weergegeven als u een nieuwe band of een
band die teruggespoeld is tot aan het begin
plaatst. De tijd wordt weergegeven als u
het afspelen of opnemen start.
Opname-instellingen, in- en
uitvoerinstellingen (VCR HDV/DV/DVOPNAMEST./ DV-BREEDOPN./ TV-TYPE,
enz.)
U kunt een opnameformaat selecteren.
B HDV1080i (
)
Neemt op in het HDV1080i-formaat.
DV (
)
Neemt op in het DV-formaat.
Stel ook [DV-OPNAMEST.] in als u in dit
formaat opneemt.
b Opmerkingen
• Stel indien nodig ook [i.LINK-CONV.] in als u
een film uitvoert naar een extern apparaat via
een i.LINK-kabel (p. 79).
VCR HDV/DV
U kunt een type uitvoersignaal naar een
extern toestel selecteren voor het afspelen
van een film op het toestel. In de meeste
gevallen selecteert u [AUTO].
Als u uw camcorder op een extern toestel
aansluit met een i.LINK-kabel, selecteert u
een type in- en uitvoersignalen naar en van
het externe apparaat via de HDV/DVaansluiting. U kunt een film opnemen of
afspelen die gemaakt werd met het
geselecteerde type signalen.
NL
Wordt vervolgd ,
77
Druk op de knop MENU t selecteer
B AUTO
Schakelt automatisch tussen HDVsignalen en DV-signalen tijdens het
afspelen.
Tijdens de i.LINK-aansluiting herkent de
camcorder HDV-signalen en DV-signalen,
en voert het toestel de signalen
automatisch in of uit naar of van het
externe toestel via de HDV/DVaansluiting (i.LINK) voor opnemen of
afspelen.
HDV (
)
Speelt alleen de delen van de band af in
HDV-formaat.
Tijdens de i.LINK-aansluiting voert de
camcorder enkel HDV-signalen in of uit
naar of van een extern toestel via de
HDV/DV-aansluiting (i.LINK) voor
opnemen of afspelen.
Selecteer deze instelling als u uw
camcorder aansluit op uw computer.
DV (
)
Speelt alleen de delen van de band af in
DV-formaat.
Tijdens de i.LINK-aansluiting voert de
camcorder enkel DV-signalen in of uit
naar of van een extern toestel via de
HDV/DV-aansluiting (i.LINK) voor
opnemen of afspelen. Selecteer deze
instelling als u uw camcorder aansluit op
uw computer.
b Opmerkingen
• Koppel de i.LINK-kabel in elk geval los voordat
u de instelling wijzigt. Anders herkent het
videotoestel mogelijk de signalen niet.
• Als u [AUTO] selecteert, kunnen beelden en
geluiden afgesneden worden bij het
overschakelen tussen HDV-signalen en DVsignalen.
• Als u [i.LINK-CONV.] op [AAN] instelt,
worden de volgende signalen uitgevoerd:
– [AUTO]: HDV-signalen worden
geconverteerd naar DV-signalen en worden
uitgevoerd.
DV-signalen worden uitgevoerd zonder
conversie.
NL
78
(IN/UIT OPN.) met de knop SEL/PUSH EXEC.
– [HDV]: HDV-signalen worden geconverteerd
naar DV-signalen en worden uitgevoerd. DVsignalen worden niet uitgevoerd.
– [DV]: DV-signalen worden uitgevoerd zonder
conversie. HDV-signalen worden niet
uitgevoerd.
DV-OPNAMEST. (DV
Opnamestand)
Deze functie is alleen beschikbaar als u
[REC FORMAT] op [DV] instelt.
B SP (SP)
Selecteer deze optie om op te nemen op
een band in de stand SP (Standard Play).
LP (LP)
Selecteer deze optie om de opnametijd ten
opzichte van de stand SP 1,5 keer te
verlengen (Long Play).
b Opmerkingen
• Als u opneemt in de stand LP, kan er een
mozaïekachtige storing optreden of kan het
geluid worden onderbroken als u de band op
andere camcorders of videorecorders afspeelt.
• Als u met zowel de stand SP als de stand LP
opneemt op één band, kan er tijdens de
weergave vervorming van het beeld optreden of
kan de tijdcode tussen de scènes niet juist
worden aangebracht.
• U kunt de stand LP voor opname in het HDVformaat niet selecteren.
DV-BREEDOPN.
U kunt een film opnemen met een breedte-/
hoogteverhouding die overeenkomt met de
verhouding van de tv die u wilt aansluiten.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij
de tv.
B AAN
Neemt een film op met een breedte-/
hoogteverhouding die overeenkomt met
het volledige scherm van een 16:9-tv
(breedbeeld).
UIT (
)
Neemt een film op met een breedte-/
hoogteverhouding die overeenkomt met
het volledige scherm van een 4:3-tv.
b Opmerkingen
• Stel [TV-TYPE] correct in naargelang de tv die
u wilt aansluiten voor het afspelen (p. 79).
• De breedte-/hoogteverhouding wordt vast
ingesteld op 16:9 en u kunt deze niet instellen
op 4:3 als u opneemt in HDV-formaat.
COMPONENT
576i
Ondersteunt de verbinding tussen uw
camcorder en een tv met een
componentingang die het 576i-formaat
ondersteunt.
• Om een signaal in te voeren via een i.LINKaansluiting, zie [VCR HDV/DV] (p. 77).
• Koppel de i.LINK-kabel los voordat u [i.LINKCONV.] instelt. Anders kan het aangesloten
videotoestel het videosignaal van de camcorder
eventueel niet herkennen.
TV-TYPE
Om het beeld weer te geven, moet u,
afhankelijk van het type van uw televisie,
het signaal eventueel converteren. De
opgenomen beelden worden weergegeven
zoals in de volgende illustraties.
B 16:9
Selecteer deze stand om uw beelden weer
te geven op een 16:9 (breedbeeld)
televisie.
Beelden in HDV/
DV-formaat (16:9)
Het menu gebruiken
U kunt [576i] of [1080i/576i] selecteren
afhankelijk van uw tv als u uw camcorder
aansluit op een tv via een
A/V-componentkabel.
b Opmerkingen
Beelden in DVformaat (4:3)
B 1080i/576i
Ondersteunt de verbinding tussen uw
camcorder en een tv met een
componentingang die het 1080i-formaat
ondersteunt.
i.LINK-CONV.
U kunt signalen in het HDV-formaat
converteren naar het DV-formaat, en
beelden in het DV-formaat uitvoeren via de
HDV/DV-interface (i.LINK).
4:3
Selecteer deze stand om uw beelden weer
te geven op een 4:3-standaardtelevisie.
Beelden in HDV/
DV-formaat (16:9)
Beelden in DVformaat (4:3)
B UIT
Voert de beelden via de HDV/DVinterface (i.LINK) uit overeenkomstig de
instellingen in [REC FORMAT] en [VCR
HDV/DV].
b Opmerkingen
• Dit werkt niet als i.LINK-uitvoer wordt
gebruikt.
AAN
Beelden in het HDV-formaat worden
geconverteerd naar het DV-formaat,
terwijl beelden in het DV-formaat worden
uitgevoerd in het DV-formaat.
NL
79
-menu (GEH.INST.)
Instellingen voor de "Memory Stick Duo"
(ALLES WIS./FORMAT, enz.)
FORMAT
De standaardinstellingen worden aangeduid
met B.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
Zie pagina 61 voor meer informatie
over het selecteren van menu-items.
Druk op de knop MENU t selecteer
(GEH.INST.) met de knop SEL/
PUSH EXEC.
ALLES WIS.
U kunt alle stilstaande beelden zonder
beeldbeveiliging verwijderen op een
"Memory Stick Duo" of in de geselecteerde
map.
1 Selecteer [ALLE BESTNDN] of
[HUIDIGE MAP].
[ALLE BESTNDN]: verwijdert alle
beelden op de "Memory Stick Duo".
[HUIDIGE MAP]: verwijdert alle beelden
in de geselecteerde map.
2 Selecteer [JA] t [JA] met de SEL/PUSH
EXEC-knop.
[
Alle gegevens wissen...] verschijnt.
[Voltooid.] verschijnt als alle beelden
zonder beeldbeveiliging verwijderd zijn.
b Opmerkingen
• Ontgrendel vooraf het wispreventienokje van de
"Memory Stick Duo" bij een "Memory Stick
Duo" met wispreventienokje (p. 110).
• De map wordt niet verwijderd, zelfs niet als u
alle beelden uit de map verwijdert.
• Terwijl [
Alle gegevens wissen...]
wordt weergegeven, mag u de volgende
bewerkingen niet uitvoeren:
– De POWER-schakelaar/knoppen gebruiken.
– De "Memory Stick Duo" uitwerpen.
U hoeft de "Memory Stick Duo" niet te
formatteren omdat deze reeds in de fabriek
wordt geformatteerd. Als u de "Memory
Stick Duo" wilt formatteren, selecteert u
[JA]t[JA].
b Opmerkingen
• Terwijl [
Formatteren...]
wordt weergegeven, mag u de volgende
bewerkingen niet uitvoeren:
– De POWER-schakelaar/knoppen gebruiken.
– De "Memory Stick Duo" uitwerpen.
• Bij het formatteren wordt alles op de "Memory
Stick Duo" gewist, ook beveiligde
beeldgegevens en nieuw aangemaakte mappen.
NUMMER BEST.
B SERIE
Wijst bestandsnummers toe in een
bepaalde volgorde, zelfs als de "Memory
Stick Duo" wordt vervangen door een
andere. Het bestandsnummer wordt echter
opnieuw ingesteld als u een nieuwe map
maakt of de opnamemap vervangt door een
andere.
HERSTEL
Zet het bestandsnummer terug op 0001 als
de "Memory Stick Duo" wordt vervangen.
NIEUWE MAP
Als u [JA] selecteert, kunt u een nieuwe
map aanmaken (102MSDCF tot en met
999MSDCF) op een "Memory Stick Duo".
Als een map vol is (het maximale aantal
beelden van 9.999 is opgeslagen), wordt
automatisch een nieuwe map gemaakt.
b Opmerkingen
NL
80
• U kunt de nieuwe map niet verwijderen eens u
deze hebt aangemaakt op uw camcorder.
Formatteer de "Memory Stick Duo" (p. 80) of
wis de map met uw computer.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
op de "Memory Stick Duo" kan afnemen als er
meer mappen worden aangemaakt.
-menu (OVERIGE)
OPNAMEMAP (Opnamemap)
U kunt de map selecteren waarin u de
stilstaande beelden wilt opslaan.
Selecteer de map met de SEL/PUSH
EXEC-knop.
z Tips
• De stilstaande beelden worden standaard
opgeslagen in de map 101MSDCF.
• Wanneer u de stilstaande beelden opslaat in de
huidige map, wordt de map geselecteerd als
weergavemap.
WEERGAVEMAP (Weergavemap)
De standaardinstellingen worden aangeduid
met B.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
Zie pagina 61 voor meer informatie
over het selecteren van menu-items.
Druk op de knop MENU t selecteer
(OVERIGE) met de knop SEL/PUSH
EXEC.
CAMERA PROF. (Cameraprofiel)
U kunt tot twee profielen voor de camerainstellingen opslaan op uw camcorder. Met
behulp van deze opgeslagen profielen kunt
u later snel de gewenste camerainstellingen ophalen.
Het menu gebruiken
U kunt de map selecteren waarin de
stilstaande beelden opgeslagen zijn die u
wilt bekijken.
Selecteer de map met de SEL/PUSH
EXEC-knop.
Instellingen tijdens opnemen op een band
of andere basisinstellingen
(SNELOPNAME/PIEPTOON, enz.)
z Tips
• U kunt menu-instellingen, beeldprofielen en
knopinstellingen opslaan als een cameraprofiel.
x Een cameraprofiel laden
U kunt een cameraprofiel laden en dit
gebruiken op uw camcorder.
1 Selecteer [LADEN] met de knop SEL/
PUSH EXEC.
2 Gebruik de knop SEL/PUSH EXEC om
het cameraprofiel te selecteren dat u
wilt laden.
3 Selecteer [JA] in het controlescherm.
De camcorder wordt opnieuw opgestart
en het geselecteerde cameraprofiel
treedt in werking.
x Cameraprofielinstellingen opslaan
1 Selecteer [OPSLAAN] met behulp van
de knop SEL/PUSH EXEC.
2 Selecteer [NIEUW BESTND] of een
bestaande profielnaam door de knop
SEL/PUSH EXEC te draaien.
3 Selecteer [JA] in het controlescherm
door de knop SEL/PUSH EXEC te
draaien.
De cameraprofielinstellingen worden
opgeslagen.
NL
Wordt vervolgd ,
81
Druk op de knop MENU t selecteer
(OVERIGE) met de knop SEL/PUSH EXEC.
z Tips
EXPANDED F
• Als u [NIEUW BESTND] selecteert, wordt de
profielnaam ingesteld op [CAM1] of [CAM2].
• Als u een bestaand cameraprofiel als
bestemming selecteert, wordt het cameraprofiel
overschreven.
Heeft dezelfde functie als de EXPANDED
FOCUS-knop (p. 30).
x De naam van het cameraprofiel
wijzigen
U kunt de naam van het cameraprofiel
wijzigen.
1 Selecteer [PROFIELNAAM] met de
knop SEL/PUSH EXEC.
2 Gebruik de knop SEL/PUSH EXEC om
het cameraprofiel te selecteren waarvan
u de naam wilt wijzigen.
Het scherm [PROFIELNAAM] wordt
weergegeven.
3 Wijzig de profielnaam met de knop
SEL/PUSH EXEC.
z Tips
• U kunt de naam op dezelfde manier
invoeren zoals u dat voor het
beeldprofiel hebt gedaan (p. 40).
4 Selecteer [OK] met de knop SEL/
PUSH EXEC.
De profielnaam is gewijzigd.
x Cameraprofielinstellingen verwijderen
1 Selecteer [VERWIJDEREN] met de
knop SEL/PUSH EXEC.
2 Gebruik de knop SEL/PUSH EXEC om
het cameraprofiel te selecteren dat u
wilt verwijderen.
3 Selecteer [JA] op het controlescherm.
ASSIGN BTN
Zie pagina 42.
PHOTO/EXP.FOCUS
U kunt een functie selecteren die u wilt
toewijzen aan de knop PHOTO/
EXPANDED FOCUS.
B FOTO
NL
82
Heeft dezelfde functie als de PHOTOknop (p. 27).
b Opmerkingen
• Als [EXPANDED F] is geselecteerd, kunt u
geen stilstaande beelden opnemen met de knop
van de hoofdeenheid. Gebruik in plaats daarvan
de knop PHOTO van de afstandsbediening.
KLOK INSTEL.
Zie pagina 21.
WERELDTIJD
Wanneer u de camcorder in het buitenland
gebruikt, kunt u de klok aanpassen aan de
lokale tijd door het tijdsverschil in te stellen
met behulp van de knop SEL/PUSH EXEC.
Wanneer u het tijdsverschil instelt op 0,
keert de klok terug naar de oorspronkelijke
instelling.
LANGUAGE
U kunt de taal voor het LCD-scherm
selecteren.
z Tips
• De camcorder biedt de optie [ENG[SIMP]]
(vereenvoudigd Engels) als uw eigen taal niet
beschikbaar is.
WEERG.ZOOM (Weergavezoom)
Als u deze functie instelt op [AAN], kunt u
filmbeelden ongeveer 1,1 tot 5 keer
vergroten (stilstaande beelden ongeveer 1,5
tot 5 keer) met de zoomhendel. De
standaardinstelling is [UIT]. Houd de Wkant van de zoomhendel ingedrukt tot deze
stopt om het zoomen te stoppen.
z Tips
• Als u de zoom horizontaal wilt verplaatsen, drukt
u op de knop SEL/PUSH EXEC en draait u
vervolgens aan de knop. Als u de zoom verticaal
wilt verplaatsen, drukt u nogmaals op de knop
SEL/PUSH EXEC en draait u vervolgens aan de
knop.
SNELOPNAME
U kunt de tijd om de opname verder te
zetten vanaf een beginpunt een beetje
inkorten door de POWER-schakelaar van
OFF (CHG) naar CAMERA te verschuiven.
B UIT
Het duurt een paar ogenblikken voordat
opnieuw kan worden opgenomen nadat de
trommel is gestopt met draaien, maar de
overgang vanaf de laatst opgenomen scène
is vloeiend.
AAN (
EXTERNE CTRL
(Afstandsbediening)
Wanneer u deze functie instelt op [AAN]
kunt u de bijgeleverde afstandsbediening
gebruiken (p. 126). De standaardinstelling
is [AAN].
z Tips
• Selecteer [UIT] om te voorkomen dat de
camcorder reageert op een opdracht die met de
afstandsbediening van een andere videorecorder
wordt verzonden.
)
Het menu gebruiken
De tijd voordat opnieuw kan worden
opgenomen nadat de trommel is gestopt
met draaien, is korter maar de overgang
vanaf de laatst opgenomen scène is
mogelijk niet vloeiend.
Selecteer deze optie als u geen opname
wilt missen.
z Tips
• Als deze functie is ingesteld op [AAN], wordt
het interval tussen scènes een ogenblik bevroren
(bewerking op de computer is aan te bevelen).
• Als de camcorder meer dan ongeveer 3 minuten
in de wachtstand blijft staan, wordt de
wachtstand uitgeschakeld (de trommel stopt met
draaien) om slijtage van de band en ontladen
van de accu te voorkomen. Aangezien de
voeding niet wordt uitgeschakeld, kunt u het
opnemen hervatten door nogmaals op de knop
REC START/STOP te drukken.
PIEPTOON
B AAN
U hoort een melodie wanneer u de opname
start/stopt.
UIT
De melodie wordt uitgeschakeld.
OPNAMELAMP (Opnamelamp)
Wanneer u deze functie instelt op [UIT]
kunt u de opnamelampjes van de camera
uitschakelen tijdens het opnemen. De
standaardinstelling is [AAN].
NL
83
Kopiëren/bewerken
Kopiëren naar videorecorder, DVD/HDDrecorder, enz.
Voor deze bewerking moet de camcorder op het stopcontact zijn aangesloten met de
bijgeleverde netspanningsadapter (p. 15). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij de
toestellen die u wilt aansluiten.
Aansluiten op externe toestellen
De aansluitmethode en de beeldkwaliteit zijn afhankelijk van de videorecorder, DVD/HDDrecorder en de gebruikte aansluitingen.
Aansluitingen van de camcorder
Open de afdekking van de aansluitingen en sluit de kabel aan.
1
2
NL
84
: Signaalverloop
Camcorder
Kabel
Extern toestel
i.LINK-kabel (optioneel)
1
HDV1080i-compatibel
toestel
t HD-kwaliteit*
• Het externe toestel moet beschikken over een i.LINK-aansluiting die compatibel is met de HDV1080ispecificatie.
1
i.LINK-kabel (optioneel)
AV-toestel met i.LINK-aansluiting
t SD-kwaliteit*
2
Kopiëren/bewerken
AV-toestel met S VIDEOaansluiting
t SD-kwaliteit*
A/V-kabel met
S VIDEO (optioneel)
(wit)
(rood)
(geel)
A/V-kabel (bijgeleverd)
2
(geel)
(wit)
(rood)
AV-toestel met audio/videoaansluitingen**
t SD-kwaliteit*
* Beelden die zijn opgenomen in DV-formaat worden weergegeven met SD (standaarddefinitie) kwaliteit,
ongeacht de aansluiting.
** Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/Vkabel aan op de videoaansluiting van het toestel en de witte (linkerkanaal) of de rode stekker
(rechterkanaal) op de audioaansluiting van het toestel.
b Opmerkingen
• U kunt geen beelden kopiëren met de HDMI-kabel.
Een i.LINK-kabel (optioneel) gebruiken
Het gekopieerde formaat (HDV/DV) is afhankelijk van het opnameformaat of het formaat dat
wordt ondersteund door de videorecorder/DVD-recorder. Zie de volgende tabel voor het
selecteren van de overeenkomstige instellingen en het uitvoeren van de benodigde menuinstellingen.
NL
Wordt vervolgd ,
85
Kopiëren naar videorecorder, DVD/HDD-recorder, enz. (vervolg)
b Opmerkingen
• Koppel de i.LINK-kabel los voordat u deze menu-instellingen wijzigt, anders kan de videorecorder/DVDrecorder het videosignaal eventueel niet goed identificeren.
z Tips
• Deze camcorder heeft een 4-polige i.LINK-stekker. Gebruik een kabel met een aansluiting voor de
stekker op het toestel waarmee u verbinding wilt maken.
Formaat van kopie
Opnameformaat
camcorder
Formaat ondersteund
door videorecorder/DVDrecorder
HDVformaat*1
DV-formaat
Kopieer HDV-opname als
HDV
HDV
HDV
–*3
Converteer HDV-opname
naar DV
HDV
DV
DV
Kopieer DV-opname als
DV
DV
DV
DV
HDV/DV
DV
DV
Alleen gedeelten die zijn
opgenomen in HDVformaat kopiëren
HDV
HDV
–*3
DV
–*2
–*3
Alleen gedeelten die zijn
opgenomen in DV-formaat
kopiëren
HDV
–*2
–*2
DV
DV
DV
Menu-instelling
[VCR HDV/DV]
(p. 77)
[i.LINKCONV.] (p. 79)
[UIT]
[AUTO]
[AAN]
[UIT]
Als de band is opgenomen in HDV- en DV-formaat
Zowel HDV- als DVformaat converteren naar
DV
[AUTO]
[AAN]
[HDV]
[UIT]
[DV]
[UIT]
*1 Opnametoestel compatibel met de HDV1080i-specificatie.
*2 De band gaat vooruit, maar er wordt geen beeld of geluid opgenomen (leeg).
*3 Het beeld wordt niet herkend (er wordt geen opname gemaakt).
b Opmerkingen
• Als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO] en het signaal omschakelt tussen het HDV- en het DVformaat, worden het beeld en het geluid tijdelijk onderbroken.
• Wanneer u een HDR-FX1000E recorder hebt, stelt u [VCR HDV/DV] in op [AUTO] (p. 77).
• Als zowel de speler als de recorder HDV1080i-compatibel zijn zoals de HDR-FX1000E en als ze via de
i.LINK-kabel zijn aangesloten, zijn de beelden lichtjes onderbroken of ruw op de plaats waar de opname
is onderbroken of gestopt en daarna hernomen.
• Stel [DISPLAY] in op [LCD] (de standaard-instelling) als u de camcorder aansluit met een A/V-kabel
(p. 77).
Als de camcorder is aangesloten met de A/V-kabel met S VIDEO (optioneel)
Verbind met de S VIDEO-aansluiting in plaats van de videostekker (geel). Deze aansluiting
geeft de beelden getrouwer weer. Deze aansluiting levert beelden in DV-formaat met hogere
kwaliteit. De audio wordt niet uitgevoerd als u alleen de S VIDEO-kabel aansluit.
NL
86
Kopiëren naar een ander toestel
1 Maak de camcorder gereed voor
het afspelen.
Plaats de band met opnamen.
Schuif de schakelaar POWER naar
VCR.
Stel [TV-TYPE] in op basis van het
weergaveapparaat (televisie, enz.)
(p. 79).
2 Maak de videorecorder/DVDrecorder gereed voor opnemen.
Als het opnameapparaat beschikt over
een ingangskeuzeschakelaar, zet u deze
in de invoerstand (bijvoorbeeld videoingang 1 en video-ingang 2).
3 Sluit de videorecorder/DVDrecorder aan op de camcorder als
opnameapparaat.
Zie pagina 84 voor informatie over
aansluitingen.
4 Start de weergave op de
camcorder en de opname op de
videorecorder/DVD-recorder.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij
het opnameapparaat voor meer
informatie.
• De volgende gegevens kunnen niet worden
uitgevoerd via de HDV/DV-interface
(i.LINK):
– Aanduidingen
– Titels die zijn opgenomen op andere
camcorders
• Beelden die zijn opgenomen in het HDVformaat worden tijdens weergaveonderbreking
of in een andere weergavestand dan normale
weergave niet uitgevoerd via de aansluiting
HDV/DV-interface (i.LINK).
• Hou rekening met het volgende als u een
i.LINK-kabel gebruikt voor de verbinding:
– Het opgenomen beeld wordt ruw als een beeld
op de camcorder wordt onderbroken tijdens
opname naar een videorecorder/DVDrecorder.
– De gegevenscodes (datum/tijd/camerainstellingen) worden eventueel niet
weergegeven of opgenomen, afhankelijk van
het toestel of de toepassing.
– U kunt beelden en geluid niet gescheiden
opnemen.
• Als u vanaf de camcorder via een i.LINK-kabel
kopieert naar een DVD-recorder, kunt u de
camcorder mogelijk niet bedienen op de DVDrecorder, zelfs niet als dit in de
gebruiksaanwijzing is aangegeven. Als u de
invoerstand op de DVD-recorder kunt instellen
op HDV of DV en u beelden kunt invoeren/
uitvoeren, volgt u de procedure bij "Een
i.LINK-kabel (optioneel) gebruiken".
Kopiëren/bewerken
Als u kopieert naar de videorecorder,
plaatst u een band voor de opnamen.
Als u kopieert naar de DVD-recorder,
plaatst u een DVD voor de opnamen.
b Opmerkingen
z Tips
• Wilt u de datum/tijd en camera-instellingen
opnemen wanneer de aansluiting is uitgevoerd
met de A/V-kabel, dan moet u deze weergeven
op het scherm.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, worden de
video- en geluidssignalen digitaal doorgestuurd,
waardoor de beelden een hoge kwaliteit hebben.
• Als een i.LINK-kabel is aangesloten, wordt het
formaat van het uitvoersignaal (
of
) aangegeven op het
LCD-scherm van de camcorder.
5 Wanneer het kopiëren is voltooid,
stopt u de camcorder en de
videorecorder/DVD-recorder.
NL
87
Beelden opnemen van een videorecorder
U kunt beelden van een videorecorder
opnemen op een band. U kunt een scène
opnemen als stilstaand beeld op een
"Memory Stick Duo". U kunt beelden in het
HDV-formaat opnemen door een toestel
aan te sluiten dat compatibel is met de
HDV1080i-specificatie. Plaats van tevoren
een voor opnemen geschikte band of
"Memory Stick Duo" in de camcorder.
U kunt de camcorder met een videorecorder
verbinden met behulp van een i.LINKkabel.
Voor deze bewerking moet de camcorder
op het stopcontact zijn aangesloten met de
bijgeleverde netspanningsadapter (p. 15).
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij
de toestellen die u wilt aansluiten.
b Opmerkingen
• Voor deze toepassing hebt u een i.LINK-kabel
nodig.
• Als u de A/V-kabel gebruikt, kunt u deze
bewerking niet uitvoeren.
• Uw camcorder heeft een 4-polige i.LINKstekker. Gebruik een kabel met een aansluiting
voor de stekker op het toestel waarmee u
verbinding wilt maken.
HDV1080icompatibel toestel
AV-toestel met
i.LINK-aansluiting
t HD-kwaliteit
t SD-kwaliteit
Naar i.LINKaansluiting
: Signaalverloop
i.LINK-kabel
(optioneel)
Naar HDV/DVinterface (i.LINK)
* Een i.LINK-aansluiting is vereist die compatibel
is met de HDV1080i-specificatie.
NL
88
Films opnemen
1 Zet de POWER-schakelaar op
VCR.
2 Stel het invoersignaal van de
camcorder in.
Stel [VCR HDV/DV] in op [AUTO] als
u opneemt van een toestel dat
compatibel is met het HDV-formaat.
Stel [VCR HDV/DV] in op [DV] of
[AUTO] als u opneemt van een toestel
dat compatibel is met het DV-formaat
(p. 77).
aan op de camcorder.
Als een i.LINK-kabel wordt gebruikt,
wordt het formaat van het invoersignaal
(
of
)
aangegeven op het LCD-scherm van de
camcorder (deze indicator wordt
mogelijk weergegeven op het scherm
van het afspeeltoestel, maar wordt niet
opgenomen).
4 Plaats een band in de
videorecorder.
5 Zet de camcorder in de
wachtstand.
Houd X (PAUSE) ingedrukt en druk
beide z REC-knoppen (opnemen)
tegelijk in.
de videorecorder.
De beelden die worden afgespeeld op de
videorecorder, verschijnen op het LCDscherm van de camcorder.
Kopiëren/bewerken
3 Sluit de videorecorder als speler
6 Start de weergave van de band op
7 Druk nogmaals op X (PAUSE) als
u wilt beginnen met opnemen.
8 Druk op x (STOP) als u de
opname wilt stoppen.
b Opmerkingen
• U kunt geen televisieprogramma's opnemen via
de HDV/DV-interface (i.LINK).
• U kunt beelden van DV-toestellen alleen
opnemen in het DV-formaat.
• Hou rekening met het volgende als u een
i.LINK-kabel gebruikt voor de verbinding:
– Het opgenomen beeld wordt ruw als een beeld
op de camcorder wordt onderbroken tijdens
opname naar een videorecorder.
– U kunt beelden en geluid niet gescheiden
opnemen.
– Als u de opname onderbreekt of stopt en
daarna opnieuw start, wordt het beeld
eventueel niet vlot opgenomen.
NL
Wordt vervolgd ,
89
Beelden opnemen van een videorecorder (vervolg)
z Tips
• Als een 4:3-videosignaal wordt ingevoerd, staan
er zwarte strepen aan de linker- en rechterkant
van het scherm van de camcorder.
Stilstaande beelden opnemen
Plaats van tevoren een voor opnemen
geschikte "Memory Stick Duo" in de
camcorder en stel [PHOTO/EXP.FOCUS]
in op [FOTO] (de standaardinstelling)
(p. 82).
1 Voer stap 1 tot en met 4 van
"Films opnemen" uit.
2 Begin de weergave van de band.
De beelden van de videorecorder
verschijnen op het scherm van de
camcorder.
3 Druk op de knop PHOTO/
EXPANDED FOCUS op de
camcorder of op de knop PHOTO
op de afstandsbediening bij de
scène die u wilt opnemen.
NL
90
Een computer gebruiken
Films op een band kopiëren naar een computer
Verbind de camcorder met de computer met
behulp van een i.LINK-kabel.
De computer moet voorzien zijn van een
i.LINK-aansluiting en op de computer moet
bewerkingssoftware geïnstalleerd zijn die
videosignalen kan kopiëren. De vereiste
software is afhankelijk van het formaat van
de opgenomen beelden en het formaat
waarin naar de computer moet worden
gekopieerd (HDV of DV), zoals
aangegeven in volgende tabel.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
bewerkingssoftware voor de aanbevolen
aansluiting.
• Sommige bewerkingssoftware op de computer
werkt eventueel niet juist.
• U kunt het DV-formaat niet converteren naar
HDV.
Formaat voor
Opgenomen kopiëren
Vereiste software
formaat
naar de
computer
Formaat voor
Opgenomen kopiëren
Menu-instelling*
naar de
formaat
computer
HDV
HDV
Bewerkingssoftware die
HDV-signalen
kan kopiëren
DV
DV
DV
Bewerkingssoftware die DVsignalen kan
kopiëren
b Opmerkingen
• De HDV/DV-aansluiting van de camcorder is
niet uitgerust met een
stroomvoorzieningsfunctie.
• Wanneer u de camcorder aansluit op een
computer via een i.LINK-kabel, dient u ervoor
te zorgen dat de stekkers van de i.LINK-kabel
correct in het toestel worden gestoken. Wanneer
u de stekkers verkeerd in de aansluitingen van
de camcorder steekt en deze daarbij forceert,
kan dit de stekkers en de aansluitingen
beschadigen of een defect op uw camcorder
veroorzaken.
• Het is niet mogelijk beeldgegevens opgeslagen
op een "Memory Stick Duo" te kopiëren naar
uw computer via een i.LINK-kabel.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
software voor meer informatie over het kopiëren
van beelden.
HDV
HDV
[VCR HDV/DV]
t [HDV]
[i.LINK-CONV.]
t [UIT]
HDV
DV
[VCR HDV/DV]
t [HDV]
[i.LINK-CONV.]
t [AAN]
DV
DV
[VCR HDV/DV]
t [DV]
[i.LINK-CONV.]
t [UIT]
Een computer gebruiken
HDV
Bewerkingssoftware die DVsignalen kan
kopiëren
De vereiste menu-instellingen zijn
afhankelijk van de opgenomen beelden en
het formaat (HDV of DV) waarin u naar de
computer wilt kopiëren.
* Zie pagina 61 voor menu-instellingen.
z Tips
• Als u beelden in het HDV-formaat ongewijzigd
wilt kopiëren (zonder het formaat te wijzigen),
is een HDV-compatibele omgeving vereist.
Voor meer informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de software of neemt u
contact op met de leverancier van de software.
• Als u films wilt afspelen op een normale DVDspeler, moet u DVD-video genereren in het SDformaat. De DVD-video heeft niet het HDVformaat.
NL
Wordt vervolgd ,
91
Films op een band kopiëren naar een computer (vervolg)
Stap 1: Een i.LINK-kabel
aansluiten
Stap 2: De films kopiëren
Gebruik de bijgeleverde
netspanningsadapter als netspanningsbron
(p. 15).
1 Maak de bewerkingssoftware gereed
(niet bijgeleverd).
2 Schakel de computer in.
HDV/DV-interface
(i.LINK)
i.LINK-kabel (optioneel)
3 Plaats een band in de camcorder en zet
de schakelaar POWER op VCR.
4 Stel het menu van de camcorder in.
De menu-instellingen verschillen,
afhankelijk van het beeld dat u wilt
kopiëren.
5 Kopieer beelden naar de computer met
behulp van de software.
b Opmerkingen
Informatie over de aansluiting op de
computer
NL
92
• Verbind de i.LINK-kabel eerst met de computer,
daarna met de camcorder. Als u de aansluiting
in de omgekeerde volgorde uitvoert, kan er zich
statische elektriciteit vormen, waardoor er een
storing in de camcorder kan optreden.
• De computer kan vastlopen of kan het signaal
van de camcorder in volgende situaties
eventueel niet herkennen.
– Wanneer u de camcorder aansluit op een
computer die de formaten voor het
videosignaal die worden weergegeven op het
LCD-scherm van de camcorder (HDV of DV)
niet ondersteunt.
– Wanneer u de instellingen voor [VCR HDV/
DV] (p. 77) en [i.LINK-CONV.] (p. 79)
wijzigt terwijl een i.LINK-kabel is
aangesloten.
– Wanneer u de instellingen voor [REC
FORMAT] wijzigt terwijl een i.LINK-kabel
is aangesloten en de schakelaar POWER is
ingesteld op CAMERA (p. 77).
– Wanneer u de stand van de schakelaar
POWER wijzigt terwijl een i.LINK-kabel is
aangesloten.
• Het formaat (HDV of DV) van het invoer-/
uitvoersignaal verschijnt op het LCD-scherm
van de camcorder wanneer de verbinding met
een i.LINK-kabel is uitgevoerd.
• Als beelden worden gekopieerd in het HDVformaat maar niet worden herkend, biedt uw
bewerkingssoftware mogelijk geen
ondersteuning voor het HDV-formaat.
Converteer de beelden naar het DV-formaat
zoals is beschreven in stap 4 en probeer
nogmaals te kopiëren.
• Een band die is opgenomen in het DV-formaat
kan niet in het HDV-formaat worden gekopieerd
naar een computer.
z Tips
• Controleer de specificaties, voorzieningen en
meest recente informatie van uw software op de
website van de leverancier van de software.
• Als beelden in het HDV-formaat worden
gekopieerd naar een computer, is de
bestandsgrootte ongeveer 2 GB (bijna even
groot als een DV-bestand) voor een film van 10
minuten als de videocompressie MPEG2 is.
De film in het HDV-formaat kopiëren
van de computer naar de camcorder
Stel [VCR HDV/DV] in op [HDV] en
[i.LINK-CONV.] op [UIT] (p. 77, 79).
b Opmerkingen
• U kunt een film in het HDV-formaat die is
bewerkt op een computer, weer naar een band in
HDV-formaat kopiëren als uw
bewerkingssoftware het kopiëren van HDVfilms naar band ondersteunt. Neem voor meer
informatie contact op met de leverancier van de
software.
De film in het DV-formaat kopiëren
van de computer naar de camcorder
Stel [VCR HDV/DV] in op [DV] (p. 77).
Een computer gebruiken
NL
93
Stilstaande beelden kopiëren naar een
computer
Systeemvereisten
• Voor meer informatie over
voorzorgsmaatregelen en compatibele software
raadpleegt u de handleiding van het apparaat dat
u wilt aansluiten.
• Vereiste hardware: "Memory Stick Duo"-sleuf,
"Memory Stick"-lezer/schrijver compatibel met
"Memory Stick Duo".
De beelden kopiëren
Voor Windows-gebruikers
Het is mogelijk stilstaande beelden
opgeslagen op een "Memory Stick Duo" te
kopiëren naar uw computer via de
"Memory Stick Duo"-sleuf van uw
computer.
C Map met filmgegevens die zijn
opgenomen met andere camcorders
zonder de functie Map maken (alleen
voor weergave).
Map
Bestand
Betekenis
101MSDCF (tot
999MSDCF)
DSC0ss
ss.JPG
Bestand
stilstaand
beeld
ssss is een getal tussen 0001 en 9999.
2 Plaats de "Memory Stick Duo" in de
"Memory Stick Duo"-sleuf van uw
computer.
Voor Macintosh-gebruikers
1
2
3
NL
B Map met beeldbestanden die zijn
opgenomen met uw camcorder wanneer
geen nieuwe mappen zijn gemaakt;
alleen [101MSDCF] wordt
weergegeven.
1 Schakel de computer in.
3 Dubbelklik op het pictogram
[Removable Disk] dat wordt
weergegeven in [My Computer]. Sleep
daarna een stilstaand beeld uit de map
naar de harde schijf van de computer.
94
A Map met beeldbestanden die zijn
opgenomen met andere camcorders
zonder de functie Map maken (alleen
voor weergave).
Dubbelklik op het pictogram van het station
en sleep het gewenste beeldbestand naar de
harde schijf van de computer.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er problemen optreden bij het gebruik van de camcorder, kunt u de volgende tabel
gebruiken om het probleem op te lossen. Als het probleem blijft optreden, verwijdert u de
stroombron en neemt u contact op met de Sony-handelaar.
• Stroombronnen/LCD-scherm/Afstandsbediening···p. 95
• Banden/"Memory Stick Duo"···p. 96
• Opnemen···p. 97
• Afspelen···p. 100
• Aansluiten op een televisie···p. 102
• Kopiëren/bewerken/aansluiten op andere apparaten···p. 103
• Aansluiten op een computer···p. 104
Stroombronnen/LCD-scherm/Afstandsbediening
De stroom wordt niet ingeschakeld of wordt plotseling uitgeschakeld.
• Plaats een opgeladen accu in de camcorder (p. 15).
• Steek de netspanningsadapter in een stopcontact (p. 15).
De camcorder functioneert niet, zelfs niet als de stroom is ingeschakeld.
• Trek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact of verwijder de accu en sluit
deze na ongeveer 1 minuut weer aan.
• Druk met een puntig voorwerp op de knop RESET (p. 123).
Problemen oplossen
De camcorder wordt warm.
• De camcorder wordt warm tijdens het gebruik. Dit duidt niet op een storing.
Het lampje CHG gaat niet branden als u de accu oplaadt.
•
•
•
•
Schuif de schakelaar POWER naar OFF (CHG) (p. 15).
Plaats de accu op de juiste manier in de camcorder (p. 15).
Verbind het netsnoer correct met het stopcontact.
Het opladen van de accu is voltooid (p. 15).
Het lampje CHG knippert als u de accu oplaadt.
• Plaats de accu op de juiste manier in de camcorder (p. 15). Als het probleem blijft optreden,
trekt u de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact en neemt u contact op met
de Sony-handelaar. De accu is mogelijk beschadigd.
• Wanneer de accu te heet of te koud is, is het mogelijk dat het CHG-lampje traag knippert, wat
erop wijst dat de accu niet kan worden opgeladen.
De aanduiding voor de resterende accuduur geeft niet de juiste tijd aan.
• De omgevingstemperatuur is te hoog of te laag of de accu is niet voldoende opgeladen. Dit
duidt niet op een storing.
• Laad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden, is de accu mogelijk
versleten. Vervang de accu (p. 15, 112).
NL
Wordt vervolgd ,
95
Problemen oplossen (vervolg)
• De aangegeven tijd is mogelijk niet correct, afhankelijk van de omstandigheden waarin de
camcorder wordt gebruikt. Als u bijvoorbeeld het LCD-scherm opent of sluit, duurt het
ongeveer 1 minuut voordat de juiste resterende accuduur wordt weergegeven.
De accu raakt snel leeg.
• De omgevingstemperatuur is te hoog of te laag of de accu is niet voldoende opgeladen. Dit
duidt niet op een storing.
• Laad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden, is de accu mogelijk
versleten. Vervang de accu (p. 15, 112).
Het beeld blijft op het LCD-scherm staan.
• Dit gebeurt als u de DC-stekker loskoppelt of de accu verwijdert zonder eerst de stroom uit te
schakelen. Dit duidt niet op een storing.
Het beeld in de beeldzoeker is niet duidelijk.
• Verplaats het scherpstelknopje voor de beeldzoeker tot het beeld duidelijk is (p. 19).
Het beeld in de beeldzoeker is verdwenen.
• Als u [BZ-ACTIV.ST.] instelt op [AUTO], blijft het lampje van de beeldzoeker
uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm is geopend (p. 76).
De bijgeleverde afstandsbediening werkt niet.
• Stel [EXTERNE CTRL] in op [AAN] (p. 83).
• Verwijder eventuele obstructies tussen de afstandsbediening en de afstandsbedieningssensor.
• Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt blootgesteld aan felle lichtbronnen, zoals
direct zonlicht of TL-licht. Anders functioneert de afstandsbediening mogelijk niet goed.
• Plaats een nieuwe batterij in de houder, zodat de polen + en - samenvallen met de tekens + en
- in de houder (p. 126).
Er treedt storing bij een andere videorecorder op wanneer u de bijgeleverde
afstandsbediening gebruikt.
• Selecteer voor de videorecorder een andere stand voor de afstandsbediening dan VTR 2.
• Bedek de sensor op de videorecorder met zwart papier.
Banden/"Memory Stick Duo"
De band kan niet worden uitgeworpen uit de houder.
• Controleer of de stroombron (accu of netspanningsadapter) correct is aangesloten (p. 15).
• Er is vocht in de camcorder gecondenseerd (p. 115).
NL
96
De aanduiding voor Cassette Memory of de titelweergave verschijnt niet als u
een band met de functie Cassette Memory gebruikt.
• Deze camcorder biedt geen ondersteuning voor de functie Cassette Memory, dus de
aanduiding wordt niet weergegeven.
De resterende bandlengte wordt niet weergegeven.
• Zet [
RESTANT] op [AAN] om altijd de resterende bandlengte weer te geven (p. 77).
De band maakt veel lawaai tijdens het terugspoelen of snel vooruitspoelen.
• Wanneer u de netspanningsadapter gebruikt, neemt de snelheid voor terugspoelen/snel
vooruitspoelen toe (vergeleken met de snelheid wanneer u de accu gebruikt). De hogere
snelheid zorgt voor meer lawaai. Dit duidt niet op een storing.
U kunt geen beelden verwijderen van de "Memory Stick Duo".
• De beelden zijn beveiligd. Hef de beveiliging op uw computer, enz. op.
Opnemen
Wanneer u beelden afspeelt die zijn opgenomen op een "Memory Stick Duo", raadpleegt u
ook de paragraaf Banden/"Memory Stick Duo" (p. 96).
Problemen oplossen
De opname wordt niet gestart als u op de knop REC START/STOP drukt.
• Schuif de schakelaar POWER naar CAMERA (p. 25).
• De band staat aan het einde. Spoel de band terug of plaats een nieuwe band in de camcorder.
• Zet het wispreventienokje van de band op REC of plaats een nieuwe band in de camcorder
(p. 109).
• De band blijft aan de koptrommel kleven vanwege gecondenseerd vocht. Verwijder de band
uit de camcorder en laat de camcorder ten minste 1 uur staan. Plaats de band vervolgens weer
in de camcorder (p. 115).
De zoomhendel functioneert niet.
• Zet de schakelaar voor de zoomhendelsnelheid op FIX of VAR (p. 28).
U kunt niet opnemen op de "Memory Stick Duo".
• De "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder ongewenste beelden van de "Memory Stick Duo"
(p. 48).
• Formatteer de "Memory Stick Duo" op de camcorder of plaats een andere "Memory Stick
Duo" (p. 80).
• In de volgende gevallen kunt u geen stilstaande beelden opnemen op de "Memory Stick
Duo":
– Terwijl u de functie [FADER] gebruikt
– Terwijl u de functie [VL.LNGZ.OPN.] gebruikt
– Als de sluitertijd trager is dan 1/50
NL
Wordt vervolgd ,
97
Problemen oplossen (vervolg)
– Wanneer u opnameovergang gebruikt
• Stel [PHOTO/EXP.FOCUS] in op [FOTO] (p. 82).
U kunt geen vloeiende overgang op een band opnemen van de laatst
opgenomen scène naar de volgende scène.
• Voer de functie Einde zoeken uit (p. 43).
• Verwijder de band niet uit de camcorder (het beeld wordt zonder onderbreking opgenomen,
zelfs als u de stroom uitschakelt).
• Neem beelden niet in zowel het HDV- als het DV-formaat op dezelfde band op.
• Neem beelden niet in zowel de SP- als de LP-stand op dezelfde band op.
• Onderbreek het opnemen van een film in de LP-stand niet.
• Als [SNELOPNAME] is ingesteld op [AAN], kunt u geen vloeiende overgang opnemen
(p. 83).
U hoort het sluitergeluid niet wanneer u een stilstaand beeld opneemt.
• Stel [PIEPTOON] in op [AAN] (p. 83).
• U hoort het sluitergeluid niet wanneer u een film opneemt.
De functie Einde zoeken werkt niet.
• De band is uit de camcorder verwijderd na de opname (p. 43).
• De band bevat geen opnamen.
• Er staat een leeg gedeelte tussen opgenomen gedeelten van de band. Dit duidt niet op een
storing.
Automatische scherpstelling functioneert niet.
• Zet de FOCUS-schakelaar op AUTO om de automatische scherpstelling te activeren (p. 29).
• Pas de scherpstelling handmatig aan als de automatische scherpstelling niet goed werkt
(p. 29).
Menu-items worden grijs weergegeven of werken niet.
• U kunt items die grijs worden weergegeven, niet selecteren in de huidige stand voor
opnemen/afspelen.
• Sommige functies kunnen niet tegelijk worden geactiveerd. De volgende lijst bevat
voorbeelden van combinaties van functies en menu-items die u niet kunt gebruiken.
NL
98
Niet gebruiken
Situatie
[PROG.SCAN]
[INT.OPNAME] is ingesteld op [AAN].
[CONTRSTVRBT.]
[TEGENLICHT] is ingesteld op [AAN].
[TEGENLICHT]
Twee of meer items (iris, gevoeligheid en/of sluitersnelheid)
worden handmatig aangepast.
[BELICHTING] wordt handmatig aangepast.
[SPOTLIGHT] is ingesteld op [AAN].
Niet gebruiken
Situatie
[SPOTLIGHT]
Twee of meer items (iris, gevoeligheid en/of sluitersnelheid)
worden handmatig aangepast.
[BELICHTING] wordt handmatig aangepast.
[TEGENLICHT] is ingesteld op [AAN].
[FADER]
Geen band geplaatst.
Er is vocht in de camcorder gecondenseerd.
Het wispreventienokje van de band is ingesteld op SAVE.
[INT.OPNAME] is ingesteld op [AAN].
[ZEBRA], [RELIËF],
[CAM.GEG.WRG.],
[HISTOGRAM]
[KLEURENBALK] is ingesteld op [AAN].
[VL.LNGZ.OPN.]
[PROG.SCAN] is ingesteld op [25].
[KLEURENBALK] is ingesteld op [AAN].
[NIV.AV.LCD],
[LICHT BZ]
De netspanning wordt gebruikt.
[WERELDTIJD]
De datum en tijd zijn niet ingesteld.
[x.v.Color]
[REC FORMAT] is ingesteld op [DV].
[INT.OPNAME]
[PROG.SCAN] is ingesteld op [25].
[DV-BEELDOPN.]
[REC FORMAT] is ingesteld op [HDV1080i].
Problemen oplossen
Witbalans, gevoeligheid of sluitersnelheid kan niet handmatig worden
aangepast.
• Zet de AUTO/MANUAL-schakelaar op MANUAL.
Er verschijnen kleine witte, rode, blauwe of groene stippen op het scherm.
• Dit fenomeen treedt op wanneer u een trage sluitersnelheid gebruikt (p. 32). Dit duidt niet op
een storing.
De onderwerpen die heel snel door het beeld lopen, kunnen vervormd zijn.
• Dit wordt het brandpuntsvlakfenomeen genoemd. Dit duidt niet op een storing. Door de
manier waarop het beeldapparaat (CMOS-sensor) de beeldsignalen leest, kunnen
onderwerpen die snel door het beeld lopen afhankelijk van de opnameomstandigheden
vervormd zijn.
Het beeld is helder op het scherm en het onderwerp wordt niet weergegeven.
• Stel [TEGENLICHT] in op [UIT].
Het beeld is donker op het scherm en het onderwerp wordt niet weergegeven.
• Druk op de knop DISPLAY/BATT INFO om de achtergrondverlichting in te schakelen
(p. 19).
NL
Wordt vervolgd ,
99
Problemen oplossen (vervolg)
Er verschijnen horizontale strepen op het beeld.
• Dit probleem treedt op als u beelden opneemt onder een TL-buis, natriumlamp of kwiklamp.
Dit duidt niet op een storing. U kunt dit probleem verminderen door de sluitersnelheid te
wijzigen (p. 32).
Er verschijnen zwarte strepen als u een televisiescherm of computerscherm
opneemt.
• U kunt dit probleem verminderen door de sluitersnelheid te wijzigen (p. 32).
Fijne patronen knipperen en diagonale lijnen lijken gekarteld.
• Pas [SCHERPTE] aan naar de negatieve kant (p. 38).
Afspelen
Wanneer u beelden afspeelt die zijn opgenomen op een "Memory Stick Duo", raadpleegt u
ook de paragraaf Banden/"Memory Stick Duo" (p. 96).
U kunt de band niet afspelen.
• Schuif de schakelaar POWER naar VCR.
• Spoel de band terug (p. 47).
Beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" kunnen niet correct worden
afgespeeld.
• Beeldgegevens kunnen niet worden afgespeeld als u bestandsnamen of mappen hebt
gewijzigd of als u de gegevens hebt bewerkt op een computer (in dit geval knippert de
bestandsnaam). Dit duidt niet op een storing (p. 112).
• Beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, worden mogelijk niet correct afgespeeld.
Dit duidt niet op een storing.
De bestandsnaam wordt niet correct weergegeven of knippert.
• Het bestand is beschadigd.
• De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder (p. 110).
• Als de mapstructuur niet voldoet aan de algemene norm, wordt alleen de bestandsnaam
weergegeven.
Er worden horizontale strepen weergegeven in het beeld. De weergegeven
beelden zijn niet helder of verschijnen niet.
• Videokop is vuil. Reinig de kop met de reinigingscassette (optioneel) (p. 115).
NL
100
U kunt het geluid niet beluisteren dat met 4CH-microfoonopnames is
opgenomen op een andere camcorder.
• Stel [DV-AUDIOMIX] in (p. 73).
• U kunt het geluid opgenomen in CH3 en CH4 niet afspelen op uw camcorder voor 4chopnames in HDV-formaat.
U hoort geen of zacht geluid.
•
•
•
•
Zet het volume hoger (p. 48).
Stel [MEERK GELUID] in op [STEREO] (p. 73).
Stel [DV-AUDIOMIX] in (p. 73).
Beelden die zijn opgenomen met [VL.LNGZ.OPN.] hebben geen geluid.
Het beeld of het geluid wordt onderbroken.
• De band is opgenomen in het HDV- en DV-formaat. Dit duidt niet op een storing.
De films stoppen even of het geluid wordt onderbroken.
• Dit doet zich voor als de band of de videokop vuil is (p. 115).
• Gebruik een Sony mini-DV-band.
"---" wordt weergegeven op het scherm.
De band die u afspeelt, is opgenomen zonder ingestelde datum en tijd.
Er wordt een leeg gedeelte op de band afgespeeld.
De gegevenscode op een band met krassen of ruis kan niet worden gelezen.
De band die u afspeelt, is opgenomen met de gevoeligheid ingesteld op -6dB.
Er treedt ruis op en
of
Problemen oplossen
•
•
•
•
wordt weergegeven op het scherm.
• De band is opgenomen met een televisiekleursysteem dat afwijkt van het kleursysteem van de
camcorder (PAL). Dit duidt niet op een storing.
De datumzoekfunctie werkt niet correct.
• Neem in elk geval meer dan 2 minuten op nadat de datum is gewijzigd. Als de opname op een
bepaalde dag te kort is, kan de camcorder het punt waarop de opnamedatum is gewijzigd, niet
altijd vinden.
• Er staat een leeg gedeelte tussen opgenomen gedeelten van de band. Dit duidt niet op een
storing.
Er wordt geen beeld weergegeven tijdens Einde zoeken of Opnamecontrole.
• De band is opgenomen in het HDV- en DV-formaat. Dit duidt niet op een storing.
NL
Wordt vervolgd ,
101
Problemen oplossen (vervolg)
Nieuw geluid dat met een andere camcorder is toegevoegd aan de band met
opnamen, is niet hoorbaar.
• Wijzig de instelling voor [DV-AUDIOMIX] van [ST1] (origineel geluid) naar [MIX] of
[ST2].
,
,
of
verschijnt op het LCD-scherm.
•
verschijnt als u een band afspeelt die op een ander apparaat is opgenomen met een
4ch-microfoon (4CH MIC REC). De camcorder voldoet niet aan de opnamestandaard voor
een 4ch-microfoon.
•
,
of
wordt mogelijk weergegeven wanneer u een band afspeelt die werd
opgenomen op een ander apparaat in de opnamemodus progressive. Uw camcorder is niet
uitgerust met de opnamemodus progressive.
Aansluiten op een televisie
U kunt het beeld niet bekijken op een televisie die is verbonden met de i.LINKkabel.
• U kunt het beeld niet in HD-kwaliteit (hoge definitie) bekijken op een televisie als een
i.LINK-aansluiting van de televisie niet compatibel is met de HDV1080i-specificatie (p. 55).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de televisie.
• Converteer de beelden die zijn opgenomen in het HDV-formaat neerwaarts en geef ze weer in
het DV-formaat (SD-beeldkwaliteit) (p. 79).
• Sluit de tv aan met een andere kabel en geef de beelden weer (p. 55).
U kunt het geluid niet beluisteren op een televisie die is aangesloten met de
S VIDEO-stekker (S VIDEO-kanaal) of component video-stekkers.
• Als u een S VIDEO-stekker of component video-stekkers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
de rode en witte stekkers ook zijn aangesloten (p. 55).
U kunt het beeld niet bekijken of het geluid niet beluisteren op een televisie die
is aangesloten met de A/V-componentkabel.
• Stel [COMPONENT] in volgens de vereisten van het aangesloten toestel (p. 79).
• Als u de A/V-componentkabel gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de rode en witte stekkers
van de A/V-componentkabel aangesloten zijn (p. 55).
U kunt het beeld niet bekijken of het geluid niet beluisteren op een televisie die
is aangesloten met de HDMI-kabel.
• Beelden in HDV-formaat worden niet uitgevoerd via de HDMI OUT-aansluiting als
kopieerbeveiligingssignalen zijn opgenomen in de beelden.
• Beelden in DV-formaat die via een i.LINK-kabel naar de camcorder worden gevoerd (p. 84),
kunnen niet worden uitgevoerd.
• Dit is het geval als u op dezelfde band opneemt in HDV- en DV-formaat. Koppel de HDMIkabel los en sluit deze weer aan, of verschuif de schakelaar POWER om de camcorder weer
in te schakelen.
NL
102
Het beeld wordt vervormd weergegeven op een 4:3-televisie.
• Dit is het geval als u een beeld dat is opgenomen in 16:9 (breedbeeld), weergeeft op een 4:3televisie. Stel [TV-TYPE] in en speel het beeld af (p. 79).
Boven en onder aan een 4:3-televisiescherm verschijnt een zwarte zone.
• Dit is het geval als u een beeld dat is opgenomen in 16:9 (breedbeeld), weergeeft op een 4:3televisie. Dit duidt niet op een storing.
Kopiëren/bewerken/aansluiten op andere apparaten
U kunt niet in- of uitzoomen op beelden van aangesloten apparaten.
• U kunt op de camcorder niet in- of uitzoomen op beelden van aangesloten apparaten (p. 28).
De tijdcode en andere gegevens worden weergegeven op het display van het
aangesloten apparaat.
• Stel [DISPLAY] in op [LCD] als de camcorder is aangesloten met een A/V-kabel (p. 77).
Er kan niet goed worden gekopieerd met de A/V-kabel.
• De A/V-kabel is niet goed aangesloten.
Zorg ervoor dat de A/V-kabel is aangesloten op de ingang van een ander apparaat waarop u
het beeld van de camcorder wilt opnemen.
Problemen oplossen
Als de verbinding is uitgevoerd met een i.LINK-kabel, verschijnt er tijdens het
kopiëren geen beeld op het controlescherm.
• Stel [VCR HDV/DV] in volgens de vereisten van het aangesloten toestel (p. 77).
U kunt geen geluid toevoegen aan de opgenomen band.
• U kunt op dit toestel geen geluid toevoegen aan de opgenomen band.
Er kan niet goed worden gekopieerd met de HDMI-kabel.
• U kunt geen beelden kopiëren met de HDMI-kabel.
Stilstaande beelden kunnen niet van een band naar een "Memory Stick Duo"
worden gekopieerd.
• U kunt helemaal geen beelden of geen beelden van goede kwaliteit opnemen van een band
die herhaaldelijk is gebruikt voor opnamen.
Als u een film kopieert die in 16:9-formaat (breedbeeld) is opgenomen met
behulp van een i.LINK-kabel, wordt het scherm verticaal uitgerekt.
• U kunt de instelling voor de breedte-/hoogteverhouding niet uitvoeren met behulp van een
i.LINK-kabel. U moet de breedte-/hoogteverhouding instellen op de televisie.
• Gebruik een A/V-kabel.
Wordt vervolgd ,
NL
103
Problemen oplossen (vervolg)
Aansluiten op een computer
De camcorder wordt niet herkend op de computer.
• Koppel de kabel los van de computer en de camcorder en sluit de kabel weer stevig aan.
• Koppel de kabel los van de computer, herstart de computer en sluit daarna de computer
correct aan op de camcorder.
U kunt een film opgenomen op een band niet weergeven op of kopiëren naar
een computer.
• Koppel de kabel los van de computer en sluit de kabel weer aan.
• U hebt de bewerkingssoftware nodig (optioneel) om een film opgenomen op een band te
kunnen kopiëren naar uw computer (p. 91).
Uw computer loopt vast.
• Stel [VCR HDV/DV] in overeenkomstig het aangesloten toestel (p. 77).
• Koppel de kabel los van de computer en van de camcorder. Start de computer opnieuw op en
sluit de computer en de camcorder in de juiste volgorde aan (p. 92).
NL
104
Waarschuwingen en berichten
Zelfdiagnose/waarschuwingen
Wanneer een fout zich voordoet, verschijnt
een waarschuwing op het LCD-scherm of
in de beeldzoeker.
U kunt bepaalde problemen zelf oplossen.
Als het probleem blijft optreden nadat u
herhaaldelijk hebt geprobeerd dit op te
lossen, neemt u contact op met de Sonyhandelaar of een plaatselijke, door Sony
erkende onderhoudsdienst.
C: (of E:) ss:ss (Zelfdiagnose)
C:04:ss
• De accu is niet een "InfoLITHIUM"accu. Gebruik een "InfoLITHIUM"accu (p. 112).
• Sluit de stekker van de
netspanningsadapter stevig aan op de
DC IN-aansluiting van de camcorder
(p. 15).
C:06:ss
C:21:ss
• Er is vocht gecondenseerd. Verwijder
de band uit de camcorder en laat de
camcorder ten minste 1 uur staan.
Plaats de band vervolgens weer in de
camcorder (p. 115).
C:22:ss
• Reinig de kop met een
reinigingscassette (optioneel) (p. 115).
E:61:ss / E:62:ss
• Neem contact op met de Sonyhandelaar of een plaatselijke, door
Sony erkende onderhoudsdienst. Geef
hierbij de 5-cijferige code door die
begint met "E".
101-1001 (waarschuwing met
betrekking tot bestanden)
• Het bestand is beschadigd.
• Het bestand is onleesbaar (p. 112).
E (waarschuwing met betrekking
tot accuniveau)
• De accu is bijna leeg.
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, de omgeving of de accu kan E
knipperen, zelfs als de accu nog 5 tot 10
minuten kan worden gebruikt.
Problemen oplossen
• De temperatuur van de accu is te hoog.
Vervang de accu of verwijder de accu
en bewaar deze op een koele plaats.
• Vervang de band. Druk op de knop
RESET (p. 123) en gebruik de
camcorder weer.
% (waarschuwing met betrekking tot
condensvorming)
• Verwijder de band uit de camcorder,
verwijder de stroombron en laat de
camcorder ongeveer 1 uur staan met de
bandhouder geopend (p. 115).
(waarschuwing met betrekking
tot "Memory Stick Duo")
• Er is geen "Memory Stick Duo"
geplaatst (p. 24).
C:31:ss / C:32:ss
• Er treden problemen op die hierboven
niet zijn beschreven. Verwijder de
band, plaats deze opnieuw en gebruik
de camcorder weer. Voer deze
procedure niet uit als er
condensvorming optreedt (p. 115).
• Verwijder de stroombron. Sluit de
stroombron weer aan en gebruik de
camcorder weer.
(waarschuwing met betrekking
tot het formatteren van de "Memory
Stick Duo")
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• De "Memory Stick Duo" is niet correct
geformatteerd (p. 80, 110).
NL
Wordt vervolgd ,
105
Waarschuwingen en berichten (vervolg)
(waarschuwing met betrekking
tot een niet-ondersteunde "Memory
Stick Duo")
• Een "Memory Stick Duo" die niet in de
camcorder kan worden gebruikt, is in
het toestel geplaatst (p. 110).
(waarschuwing met
betrekking tot de temperatuur van de
accu)
• De temperatuur van de accu is te hoog.
Vervang de accu of verwijder de accu
en bewaar deze op een koele plaats.
(waarschuwing met betrekking
tot de temperatuur van de accu)
• De temperatuur van de accu is te laag.
Vervang de accu of verwijder de accu
en bewaar deze op een warme plaats.
Q (waarschuwing met betrekking
tot de band)
- (waarschuwing met
betrekking tot de schrijfbeveiliging
van de "Memory Stick Duo")
• Het wispreventienokje van de
"Memory Stick Duo" is ingesteld op
vergrendelen (p. 110).
z Tips
• U hoort een pieptoon wanneer bepaalde
boodschappen op het scherm verschijnen.
Beschrijving van
waarschuwingsberichten
Als er berichten op het scherm verschijnen,
moet u de instructies volgen.
x Accu/Stroom
Kan deze accu niet in de camcorder
gebruiken. (p. 112)
x Condensvorming
Langzaam knipperend:
• Er is nog minder dan 5 minuten over op
de band.
• Er is geen band in de camcorder
geplaatst.
• Het wispreventienokje van de band is
ingesteld op vergrendelen (p. 109).
%Z Condensvorming. Verwijder de
band. (p. 115)
Snel knipperend:
x Banden
% Condensvorming. Schakel camera
1 uur uit. (p. 115)
• Het einde van de band is bereikt.
Z Plaats de band opnieuw. (p. 23)
Z (waarschuwing met betrekking tot
uitwerpen van de band)
Langzaam knipperend:
• Het wispreventienokje van de band is
ingesteld op vergrendelen (p. 109).
Snel knipperend:
• Er is vocht gecondenseerd (p. 115).
• De zelfdiagnosecode wordt
weergegeven (p. 105).
NL
106
• Controleer of de band is beschadigd.
QZ Band vergrendeld. Controleer
het nokje. (p. 109)
x "Memory Stick Duo"
x Overige
Plaats de Memory Stick opnieuw.
(p. 24, 110)
Geen uitvoerbeeld in "VCR HDV/DV".
Wijzig indeling.
• Plaats de "Memory Stick Duo" enkele
keren opnieuw. Als de aanduiding
daarna nog steeds knippert, kan de
"Memory Stick Duo" beschadigd zijn.
Probeer met een andere "Memory Stick
Duo".
• Stop de weergave of de signaalinvoer,
of wijzig de instelling [VCR HDV/DV]
(p. 77).
Deze Memory Stick is niet juist
geformatteerd.
• Controleer de formattering en
formatteer de "Memory Stick Duo"
indien nodig (p. 80, 110).
Max. aantal mappen op Memory
Stick is bereikt.
Problemen oplossen
• U kunt geen mappen met een nummer
hoger dan 999MSDCF maken. U kunt
de gemaakte mappen niet verwijderen
met de camcorder.
• U moet de "Memory Stick Duo"
formatteren (p. 80) of de mappen
verwijderen op de computer.
Kan geen stilst. beelden op Memory
Stick opnemen.
• In de volgende gevallen kunt u geen
stilstaande beelden opnemen:
– Als de sluitertijd trager is dan 1/50
– Terwijl u de functie [FADER]
gebruikt
– Terwijl u de functie
[VL.LNGZ.OPN.] gebruikt
– Tijdens het controleren of uitvoeren
van een beeldovergang
NL
107
Aanvullende informatie
De camcorder gebruiken in het buitenland
Voeding
U kunt de camcorder met de bijgeleverde
netspanningsadapter gebruiken in alle
landen/regio's met een lichtnetspanning van
100 V tot 240 V wisselspanning, 50/60 Hz.
Informatie over
televisiekleursystemen
De camcorder werkt volgens het PALsysteem, dus kunt u de beelden enkel
bekijken op een televisie die compatibel is
met het PAL-systeem en beschikt over een
AUDIO/VIDEO-ingang.
NL
108
Systeem
Wordt gebruikt in
PAL
Australië, Oostenrijk, België,
China, Tsjechische Republiek,
Denemarken, Finland,
Duitsland, Nederland,
Hongkong, Hongarije, Italië,
Koeweit, Maleisië,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen,
Polen, Portugal, Singapore,
Slowaakse Republiek, Spanje,
Zweden, Zwitserland, Thailand,
Groot-Brittannië, enz.
PAL - M
Brazilië
PAL - N
Argentinië, Paraguay, Uruguay.
SECAM
Bulgarije, Frankrijk, Guyana,
Irak, Iran, Monaco, Rusland,
Oekraïne, enz.
NTSC
Bahama's, Bolivië, Canada,
Chili, Colombia, Ecuador,
Guyana, Jamaica, Japan, Korea,
Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan,
de Filippijnen, Venezuela,
Verenigde Staten, enz.
Beelden in HDV-formaat bekijken die
zijn opgenomen in het HDV-formaat
U hebt een HDV1080i-compatibele
televisie (of monitor) nodig, die is voorzien
van een component-aansluiting en een
AUDIO/VIDEO-ingang. U hebt ook een
A/V-componentkabel (bijgeleverd) of een
HDMI-kabel (optioneel) nodig.
Beelden in DV-formaat bekijken die
zijn opgenomen in het DV-formaat
U hebt een televisie met een AUDIO/
VIDEO-ingang nodig. U hebt ook een
verbindingskabel nodig.
Eenvoudig overschakelen op een
andere tijdzone
Wanneer u zich in het buitenland bevindt,
kunt u de klok makkelijk aanpassen aan de
lokale tijd door het tijdsverschil in te
stellen. Selecteer [WERELDTIJD] en stel
het tijdsverschil in (p. 82).
Onderhoud en voorzorgsmaatregelen
HDV-formaat en opnemen/
afspelen
De camcorder kan opnemen in het HDV- en
DV-formaat.
U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken.
Gebruik een band met de aanduiding
.
De camcorder is niet compatibel met de
Cassette Memory-functie.
Wat is het HDV-formaat?
Het HDV-formaat is een videoformaat
waarmee digitale videosignalen in hoge
definitie (HD), die zijn opgenomen op een
DV-band, kunnen worden opgenomen en
weergegeven.
De camcorder maakt gebruik van de
interlace-modus met 1.080 effectieve
aftastlijnen (1080i, aantal pixels 1.440 ×
1.080 punten).
De videobitsnelheid voor opname bedraagt
ongeveer 25 Mbps.
Voor de digitale interface wordt gebruik
gemaakt van i.LINK, zodat een digitale
verbinding met een HDV-compatibele
televisie of computer mogelijk is.
x Bij het afspelen
Als de band die u afspeelt op de camcorder,
kopieerbeveiligingssignalen bevat, kunt u
de band niet kopiëren naar een band in een
andere videocamera die is aangesloten op
de camcorder.
x Bij het opnemen
U kunt op deze camcorder geen software
opnemen die is beveiligd met een
kopieerbeveiligingssignaal. [Kan niet
opnemen vanwege copyright- beveiliging.]
wordt weergegeven op het LCD-scherm of
in de beeldzoeker als u dergelijke software
probeert op te nemen.
Kopieerbeveiligingssignalen worden door
de camcorder niet op de band opgenomen
tijdens het opnemen.
Opmerkingen bij het gebruik
x Wanneer u de camcorder langere tijd
niet gebruikt
Verwijder de band uit de camcorder en berg
deze op.
x Per ongeluk wissen voorkomen
Schuif het wispreventienokje op de band
naar SAVE.
Aanvullende informatie
• HDV-signalen worden gecomprimeerd in het
MPEG2-formaat, dat wordt gebruikt in BS
(broadcast satellite) digitale, aardse digitale
HDTV-uitzendingen, in Blu-ray Disc-recorders,
enz.
Kopieerbeveiligingssignaal
Afspelen
De camcorder kan beelden weergeven in
het DV-formaat en de HDV1080ispecificatie.
De camcorder kan beelden weergeven die
zijn opgenomen in het HDV 720/30pformaat, maar kan ze niet uitvoeren via de
HDV/DV-interface (i.LINK).
REC: er kan worden
opgenomen op de band.
SAVE: er kan niet worden
opgenomen op de band
(schrijfbeveiliging).
REC
SAVE
Voorkomen dat een leeg gedeelte op
de band ontstaat
Ga zodra u de band hebt afgespeeld met
[EINDE ZOEKEN] (p. 43) naar het einde
van het opgenomen gedeelte voordat u met
de volgende opname begint.
NL
Wordt vervolgd ,
109
Onderhoud en voorzorgsmaatregelen (vervolg)
x Etiketten op de band plakken
Plak etiketten alleen op de plaatsen die in
de volgende afbeelding zijn aangegeven om
storingen in de camcorder te voorkomen.
Plak geen
etiketten langs
deze rand.
Plaats van het
etiket.
x Na het gebruik van de band
Spoel de band helemaal terug om
vervorming van het beeld en het geluid te
voorkomen. Berg de band vervolgens op in
het bijbehorende hoesje en bewaar de band
rechtop.
x De goudkleurige aansluiting reinigen
Over het algemeen moet u de goudkleurige
aansluiting van de band om de 10 keer dat u
de band uit de camcorder verwijdert,
schoonmaken met een wattenstaafje.
Als de goudkleurige aansluiting van de
band stoffig of vuil is, wordt de aanduiding
voor de resterende bandlengte mogelijk niet
correct weergegeven.
Goudkleurige aansluiting
Informatie over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium met een
grote gegevenscapaciteit.
U kunt de volgende types "Memory Stick"
gebruiken in de camcorder. We garanderen
echter niet de werking van alle typen
"Memory Stick" met uw camcorder. (Zie de
onderstaande lijst voor meer informatie.)
NL
110
Types "Memory Stick"
Opnemen/
afspelen
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a
Memory Stick PRO Duo
a
Memory Stick PRO-HG Duo
a
• Deze camcorder biedt geen ondersteuning voor
gegevensoverdracht met hoge snelheid via een
parallelle interface.
• Dit product kan geen gegevens opnemen of
afspelen die gebruik maken van "MagicGate"technologie. "MagicGate" is een
copyrightbeveiligingstechnologie waarmee
gegevens worden opgenomen en overgebracht
in een gecodeerde indeling.
• Dit product is compatibel met "Memory Stick
Micro" ("M2"). "M2" is een afkorting van
"Memory Stick Micro".
• Indeling van stilstaande beelden: deze
camcorder comprimeert en neemt
beeldgegevens op in de JPEG-indeling (Joint
Photographic Experts Group). De
bestandsextensie is ".JPG".
• Een "Memory Stick Duo" die met een computer
(besturingssysteem Windows/Mac OS) is
geformatteerd, is niet altijd compatibel met de
camcorder.
• De lees-/schrijfsnelheid voor gegevens is
afhankelijk van de combinatie van de "Memory
Stick Duo" en het "Memory Stick Duo"compatibele product dat u gebruikt.
• U kunt voorkomen dat beelden per ongeluk
worden gewist door het wispreventienokje op de
"Memory Stick Duo" met een klein, spits
voorwerp naar de wispreventiestand te
schuiven.
• Beeldgegevens die zijn beschadigd of verloren,
worden niet vergoed; dit kan zich voordoen in
volgende gevallen:
– Als u de "Memory Stick Duo" uit de
camcorder verwijdert, de camcorder
uitschakelt of de accu uit de camcorder
verwijdert om deze te vervangen terwijl de
camcorder beeldbestanden leest of schrijft op
de "Memory Stick Duo" (het toegangslampje
brandt of knippert).
– Als u de "Memory Stick Duo" in de buurt van
magneten of magnetische velden gebruikt.
• Het is aan te raden een reservekopie van
belangrijke gegevens te maken op de vaste
schijf van de computer.
x Informatie over de "Memory Stick Duo"adapter
• Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt,
moet u de "Memory Stick Duo" in een "Memory
Stick Duo"-adapter plaatsen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
"Memory Stick Duo"-adapter plaatst, moet u de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting
houden en deze dan zo ver mogelijk in de
adapter schuiven. Houd er rekening mee dat de
camcorder kan worden beschadigd bij onjuist
gebruik. Als u de "Memory Stick Duo" in de
verkeerde richting in de "Memory Stick Duo"adapter duwt, kan deze worden beschadigd.
• Plaats geen "Memory Stick Duo"-adapter
zonder "Memory Stick Duo". Als u dit wel doet,
kan de camcorder worden beschadigd.
x Informatie over een "Memory Stick PRO
Duo"
• De maximale geheugencapaciteit van een
"Memory Stick PRO Duo" die in de camcorder
kan worden gebruikt, is 16 GB.
Opmerkingen over het gebruik van
een "Memory Stick Micro"
• Als u een "Memory Stick Micro" met de
camcorder wilt gebruiken, hebt u een M2adapter van Duo-formaat nodig. Plaats de
"Memory Stick Micro" in de M2-adapter van
Duo-formaat, en steek vervolgens de adapter in
de "Memory Stick Duo"-sleuf. Als u een
"Memory Stick Micro" rechtstreeks in de
camera plaatst zonder een M2-adapter te
gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet weer
uit de camcorder kunt halen.
• Houd de "Memory Stick Micro" buiten het
bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de
kaart per ongeluk doorslikken.
Compatibiliteit van beeldgegevens
• Beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo"
zijn opgenomen met de camcorder, voldoen aan
de algemene norm "Design rule for Camera File
system" die is ontwikkeld door de JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association).
• U kunt op uw camcorder geen stilstaande
beelden afspelen die zijn opgenomen op andere
apparaten (DCR-TRV900E of DSC-D700/
D770) die niet aan deze algemene norm
voldoen. (Deze modellen zijn niet overal
verkrijgbaar.)
• Als u geen "Memory Stick Duo" kunt gebruiken
die met een ander apparaat is gebruikt, moet u
deze met de camcorder formatteren (p. 80).
Houd er rekening mee dat bij het formatteren
alle gegevens van de "Memory Stick Duo"
worden verwijderd.
• In de volgende gevallen kunt u mogelijk geen
beelden op de camcorder afspelen:
– Als u beeldgegevens afspeelt die op de
computer zijn bewerkt.
– Als u beeldgegevens afspeelt die met andere
apparaten zijn opgenomen.
Aanvullende informatie
• Zorg ervoor dat u niet te veel druk uitoefent als
u schrijft op het memogedeelte van een
"Memory Stick Duo".
• Plak geen etiket of iets dergelijks op een
"Memory Stick Duo" of een "Memory Stick
Duo"-adapter.
• Plaats de "Memory Stick Duo" in het doosje als
u deze wilt meenemen of opbergen.
• Raak de aansluitpunten niet aan en zorg dat er
geen metalen voorwerpen in aanraking komen
met de aansluitpunten.
• Laat de "Memory Stick Duo" niet vallen, buig
deze niet en oefen er geen druk op uit.
• Probeer de "Memory Stick Duo" niet uit elkaar
te halen of aan te passen.
• Laat de "Memory Stick Duo" niet nat worden.
• Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Er bestaat een kans dat een
kind deze inslikt.
• Plaats niets anders dan een "Memory Stick Duo"
in de "Memory Stick Duo"-sleuf. Hierdoor kan
de werking worden verstoord.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
op de volgende plaatsen:
– Op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan
extreem hoge temperaturen, zoals in een auto
die in de zomer buiten staat geparkeerd.
– Op plaatsen in direct zonlicht.
– Op extreem vochtige plaatsen of plaatsen die
worden blootgesteld aan corrosieve gassen.
NL
Wordt vervolgd ,
111
Onderhoud en voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Informatie over de "InfoLITHIUM"accu
Deze camcorder is geschikt voor de
"InfoLITHIUM"-accu (L-reeks).
Deze camcorder werkt alleen met een
"InfoLITHIUM"-accu.
"InfoLITHIUM"-accu's van de L-serie zijn
voorzien van het teken
.
Wat is een "InfoLITHIUM"-accu?
Een "InfoLITHIUM"-accu is een lithiumion-accu die informatie over de
gebruikstoestand kan doorgeven tussen de
camcorder en een netspanningsadapter/
lader.
De "InfoLITHIUM"-accu meet het
stroomverbruik op basis van de
gebruikstoestand van de camcorder en geeft
de resterende accuduur weer in minuten.
Met een netstroomadapter/lader worden de
resterende accutijd en de laadtijd
weergegeven.
De accu opladen
• Zorg dat de accu is opgeladen voordat u de
camcorder gebruikt.
• U kunt de accu het best opladen bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C tot
het lampje CHG uitgaat. Als u de accu oplaadt
bij een temperatuur buiten dit bereik, wordt de
accu mogelijk niet efficiënt opgeladen.
• Na het opladen maakt u de netspanningsadapter
los van de DC IN-aansluiting van de camcorder
of verwijdert u de accu.
De accu efficiënt gebruiken
• De prestaties van de accu nemen af wanneer de
omgevingstemperatuur 10°C of lager is. Ook
kunt u de accu minder lang gebruiken. In dit
geval voert u een van de volgende procedures
uit zodat u de accu langer kunt gebruiken.
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu pas in de
camcorder vlak voordat u gaat opnemen.
– Gebruik zo mogelijk een accu met grote
capaciteit: NP-F770/F970 (optioneel).
NL
112
• Bij regelmatig gebruik van het LCD-scherm of
veelvuldig wisselen tussen afspelen,
vooruitspoelen en terugspoelen raakt de accu
sneller leeg.
U kunt het best een accu met grote capaciteit
gebruiken: NP-F770/F970.
• Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG) als u
niet opneemt of afspeelt met de camcorder. De
accu raakt ook leeg wanneer de camcorder in de
opname- of afspeelpauzestand staat.
• Houd voldoende reserveaccu's bij de hand voor
twee of drie keer de verwachte opnameduur en
maak testopnamen voordat u de uiteindelijke
opname maakt.
• Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet
waterbestendig.
Informatie over de aanduiding voor de
resterende accuduur
• Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld terwijl
de aanduiding voor de resterende accuduur
aangeeft dat er voldoende stroom is, laadt u de
accu nogmaals volledig op. De aanduiding voor
de resterende accuduur wordt dan correct
weergegeven. Soms kan de juiste aanduiding
echter niet worden weergegeven als de accu
geruime tijd achtereen aan hitte is blootgesteld
of lang in volledig opgeladen toestand is blijven
liggen of als de accu erg intensief is gebruikt.
Gebruik de aanduiding voor de resterende
accuduur als richtlijn om de geschatte opnameduur te bepalen.
• De knipperende aanduiding E geeft aan dat de
accu bijna leeg is, hoewel deze nog 5 tot 10
minuten kan worden gebruikt, afhankelijk van
de omstandigheden en de temperatuur.
Informatie over het bewaren van de
accu
• Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt,
moet u de accu één keer per jaar volledig
opladen en ontladen met de camcorder zodat de
accu goed blijft werken. Als u de accu wilt
opbergen, verwijdert u de accu uit de camcorder
en bewaart u deze op een droge, koele plaats.
• Als u de accu volledig wilt ontladen met de
camcorder, laat u de camcorder in de opnamepauzestand staan tot de stroom wordt
uitgeschakeld (p. 18).
Informatie over de levensduur van de
accu
• De capaciteit van de accu neemt na verloop van
tijd en door herhaald gebruik af. Als de
autonomie tussen de ladingen veel te klein is
geworden, moet u vermoedelijk een nieuwe
accu aanschaffen.
• De levensduur van elke accu is afhankelijk van
de omstandigheden waaronder deze wordt
bewaard en gebruikt.
Informatie over i.LINK
De HDV/DV-aansluiting (i.LINK) op de
camcorder is een 4-pinsaansluiting die
compatibel is met i.LINK. Hieronder volgt
een beschrijving van de i.LINK-norm en de
mogelijkheden ervan.
Wat is i.LINK?
b Opmerkingen
• Gewoonlijk wordt slechts één apparaat met de
i.LINK-kabel aangesloten op deze camcorder.
Wanneer u deze camcorder wilt aansluiten op
een HDV/DV-compatibel apparaat met twee of
meer HDV/DV-interfaces, moet u de
gebruiksaanwijzing bij het aan te sluiten
apparaat raadplegen.
Informatie over de i.LINKoverdrachtsnelheid
De maximale i.LINK-overdrachtsnelheid
kan verschillen per apparaat. Er zijn drie
soorten.
S100 (ongeveer 100Mbps*)
S200 (ongeveer 200Mbps)
S400 (ongeveer 400Mbps)
De overdrachtsnelheid wordt vermeld bij de
"technische gegevens" in de
gebruiksaanwijzing van elk apparaat.
Daarnaast wordt de overdrachtsnelheid op
bepaalde apparaten ook aangegeven naast
de i.LINK-interface.
De overdrachtsnelheid kan afwijken van de
weergegeven waarde als het apparaat wordt
aangesloten op een apparaat met een andere
maximale overdrachtsnelheid.
Aanvullende informatie
i.LINK is een digitale seriële interface voor
het overbrengen van digitale video- en
audiogegevens en andere gegevens naar
andere i.LINK-compatibele apparaten. Via
i.LINK kunt u ook andere apparaten
bedienen.
i.LINK-compatibele apparaten kunnen
worden aangesloten met een i.LINK-kabel.
Mogelijke toepassingen zijn bediening en
gegevensoverdracht tussen verschillende
digitale A/V-apparaten.
Als er twee of meer i.LINK-compatibele
apparaten serieel zijn aangesloten op deze
camcorder, is de bediening mogelijk met
elk apparaat in de seriële ketting. Houd er
rekening mee dat de bedieningsmethode
soms afwijkt vanwege de kenmerken en
specificaties van het aangesloten apparaat.
• i.LINK is een door Sony voorgestelde naam
voor de IEEE 1394-aansluiting voor
gegevensoverdracht en wordt door veel
ondernemingen erkend als handelsmerk.
• IEEE 1394 is een internationale norm,
vastgesteld door het Institute of Electrical and
Electronic Engineers.
* Wat is Mbps?
Mbps staat voor "megabit per seconde", wat
wil zeggen de hoeveelheid gegevens die in
één seconde kan worden verzonden of
ontvangen. Met een overdrachtsnelheid van
100 Mbps wordt bijvoorbeeld aangeduid
dat in één seconde 100 megabit aan
gegevens kan worden overgebracht.
i.LINK-functies op deze camcorder
gebruiken
Zie pagina 87 voor meer informatie over
kopiëren wanneer deze camcorder is
aangesloten op andere videoapparaten met
een i.LINK-interface.
Deze camcorder kan ook worden
aangesloten op andere i.LINK-compatibele
apparaten van Sony (bijvoorbeeld een
computer uit de VAIO-serie) en
videoapparaten.
Wordt vervolgd ,
NL
113
Onderhoud en voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Bepaalde i.LINK-compatibele
videoapparaten, zoals digitale televisies,
DVD-recorders, MICROMV- of HDVrecorders/-spelers, zijn niet compatibel met
dit apparaat. Voordat u de camcorder op
andere apparaten aansluit, moet u controleren
of het apparaat compatibel is met HDV/DVapparaten. Voor meer informatie over
voorzorgsmaatregelen en compatibele
software raadpleegt u de handleiding van het
apparaat dat u wilt aansluiten.
b Opmerkingen
• Als u een apparaat met een i.LINK-stekker via
een i.LINK-kabel wilt aansluiten op uw
camcorder, moet u het apparaat uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact verwijderen
voordat u de i.LINK-kabel aansluit of
loskoppelt.
Informatie over de vereiste i.LINK-kabel
• Gebruik de Sony i.LINK 4-pins-naar-4pins-kabel (voor HDV/DV-kopiëren).
Sony kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor het stukgaan van een aansluiting of
defecten/schade ten gevolge van het
gebruik van een andere kabel dan de
hierboven beschreven kabel. Houd er
bovendien rekening mee dat voor eventuele
productreparaties uitgevoerd door Sony in
dergelijke gevallen mogelijk een
vergoeding wordt aangerekend, zelfs
binnen de garantieperiode.
•
•
•
•
Informatie over x.v.Color
• x.v.Color is een bekendere naam voor de
xvYCC-norm voorgesteld door Sony en is
een handelsmerk van Sony.
• xvYCC is een internationale norm voor
kleurenbereik in video. Deze norm kan
een breder kleurenbereik aan dan de
huidige gebruikte uitzendnorm.
•
•
•
•
Informatie over de bediening
van uw camcorder
NL
114
•
Gebruik en onderhoud
•
• Gebruik of bewaar de camcorder en accessoires
niet onder de volgende omstandigheden.
•
– Op extreem koude of warme plaatsen. Laat de
camcorder en de accessoires nooit achter op
plaatsen waar de temperatuur tot boven 60°C kan
oplopen, zoals in direct zonlicht, bij de
verwarming of in een auto die in de zon staat
geparkeerd. Er kunnen storingen optreden of de
camcorder en de accessoires kunnen vervormen.
– In de buurt van sterk magnetische velden of
mechanische trillingen. Er kunnen storingen in
de camcorder optreden.
– In de buurt van sterke radiogolven of straling.
De camcorder kan mogelijk niet goed opnemen.
– In de buurt van AM-radio-ontvangers en
videoapparatuur. Er kan ruis optreden.
– Op zandstranden en in stoffige omgevingen.
Zand en stof kunnen storingen in de camcorder
veroorzaken. Soms kunnen deze storingen niet
meer worden gerepareerd.
– Bij ramen of buiten, waar het LCD-scherm, de
beeldzoeker of de lens aan direct zonlicht
worden blootgesteld. Hierdoor kunnen de
beeldzoeker en het LCD-scherm worden
beschadigd.
– Op vochtige plaatsen.
Gebruik de camcorder op DC 7,2 V (accu) of
DC 8,4 V (netspanningsadapter).
Gebruik voor werking op gelijkstroom of
wisselstroom alleen de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing worden vermeld.
Zorg dat de camcorder niet nat wordt,
bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de
camcorder nat wordt, kunnen er storingen
optreden. Soms kunnen deze storingen niet meer
worden gerepareerd.
Als er een voorwerp of vloeistof in de behuizing
van de camcorder terechtkomt, moet u de
camcorder loskoppelen van het stopcontact en
de camcorder eerst door een Sony-handelaar
laten nakijken voordat u de camcorder weer
gebruikt.
Voorkom ruwe behandeling, demontage,
aanpassing en schokken door op het toestel te
kloppen, het te laten vallen of erop te trappen.
Wees vooral voorzichtig met de lens.
Gebruik geen accu die vervormd of beschadigd is.
Zorg dat de schakelaar POWER op OFF (CHG)
staat zolang u de camcorder niet gebruikt.
Wikkel de camcorder tijdens het gebruik nooit
in textiel, zoals een handdoek. De binnenkant
van de camcorder kan hierdoor ernstig
oververhit raken.
Als u het netsnoer loskoppelt, moet u aan de
stekker en niet aan het snoer trekken.
Beschadig het netsnoer niet door er een zwaar
voorwerp op te plaatsen.
Houd de metalen contactpunten goed schoon.
• Houd de afstandsbediening en de
knoopcelbatterij buiten het bereik van kinderen.
Raadpleeg meteen een arts als de batterij per
ongeluk wordt ingeslikt.
• Als er elektrolytische vloeistof uit de accu is
gelekt,
– neemt u contact op met een plaatselijke, door
Sony erkende onderhoudsdienst.
– spoelt u vloeistof af die op uw huid is
terechtgekomen.
– en er vloeistof in uw ogen is gekomen, wast u
uw ogen met veel water. Raadpleeg zo snel
mogelijk een arts.
x Wanneer u de camcorder langere tijd
niet gebruikt
• Schakel de camcorder af en toe in en laat een
band ongeveer 3 minuten afspelen.
• Ontlaad de accu volledig voordat u deze
opbergt.
Condensvorming
x Als er condensvorming is opgetreden
De functies van de camcorder werken niet,
behalve het uitwerpen van de band.
Verwijder de band, schakel de camcorder
uit en laat het apparaat vervolgens ongeveer
een uur lang staan, met de bandhouder
open. De camcorder kan weer worden
gebruikt als aan de volgende twee
voorwaarden is voldaan:
• De waarschuwing verschijnt niet als de
camcorder wordt ingeschakeld.
Als vocht begint te condenseren, kan de
condensvorming soms niet worden
vastgesteld. Als dit gebeurt, duurt het soms
meer dan 10 seconden voordat de band
wordt uitgeworpen nadat de bandhouder is
geopend. Dit duidt niet op een storing. Sluit
de bandhouder niet tot de band is
uitgeworpen.
x Opmerking over condensvorming
Er kan vocht in de camcorder condenseren
wanneer u de camcorder van een koude
omgeving naar een warme omgeving brengt
(of omgekeerd) of wanneer u de camcorder
in een vochtige omgeving gebruikt, zoals
hieronder wordt aangegeven.
• Als u de camcorder van een skipiste meeneemt
naar een verwarmde ruimte.
• Als u de camcorder op een hete zomerdag
vanuit een koele ruimte of een auto met
airconditioning mee naar buiten neemt.
• Als u de camcorder onmiddellijk na een
regenbui gebruikt.
• Als u de camcorder op een warme en vochtige
plaats gebruikt.
x Condensvorming voorkomen
Voordat u de camcorder van een koude
omgeving naar een warme omgeving
brengt, plaatst u de camcorder eerst in een
plastic zak die u goed (luchtdicht) afsluit.
Haal de camcorder pas uit de plastic zak
wanneer de lucht in de zak dezelfde
temperatuur heeft als de omringende warme
lucht (na ongeveer een uur).
Aanvullende informatie
Als de camcorder rechtstreeks van een
koude in een warme omgeving wordt
gebracht, kan vocht condenseren in de
camcorder, op het oppervlak van de band of
op de lens. Als deze situatie zich voordoet,
kan de band aan de koptrommel blijven
plakken. Dit kan schade aan de camcorder
of storing in de werking van de camcorder
tot gevolg hebben. Als er vocht in de
camcorder is aangetroffen, wordt
[Condensvorming. Verwijder de band.] of
[Condensvorming. Schakel camera 1 uur
uit.] weergegeven. Dit bericht wordt niet
weergegeven wanneer er vocht is
gecondenseerd op de lens.
• % noch Z knippert als een band wordt
ingestoken en de videobedieningstoetsen
worden ingedrukt.
Videokop
Als u een band weergeeft die is opgenomen
in het HDV-formaat, kunnen het beeld en
het geluid even (ongeveer 0,5 seconden)
bevriezen.
Dit is het geval als de HDV-signalen niet
correct kunnen worden opgenomen of
weergegeven omdat de band of de videokop
vuil is. Afhankelijk van de band komt dit
heel af en toe voor, zelfs als de band
splinternieuw is of niet vaak wordt gebruikt.
Wordt vervolgd ,
NL
115
Onderhoud en voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Als dit bevriezingspunt tijdens de weergave
ontstaat, kunt u dit probleem oplossen en de
beelden bekijken door eerst iets vooruit te
spoelen en daarna terug te spoelen. Een
dergelijk bevriezingspunt kan niet worden
hersteld als het tijdens de opname is
ontstaan.
Om dergelijke problemen te vermijden,
gebruikt u de Sony mini-DV-band.
• Als een van de volgende problemen optreedt,
moet u de videokoppen 10 seconden reinigen
met de Sony-reinigingscassette (optioneel).
– De weergegeven beelden bewegen niet.
– Er worden geen beelden weergegeven.
– Het geluid wordt onderbroken.
– [x
Videokop is vuil. Gebruik een
reinigingscas.] verschijnt op het scherm
tijdens de opname.
– Het volgende fenomeen doet zich voor in het
HDV-formaat.
Het weergave- Het weergavescherm
scherm wordt wordt leeg.
onderbroken. (Volledig blauw scherm)
– Het volgende fenomeen doet zich voor in het
DV-formaat.
Er treedt
blokruis op.
Het weergavescherm wordt leeg.
(Volledig blauw scherm)
• De videokoppen raken versleten na langdurig
gebruik. Als het beeld nog altijd niet helder is
nadat u een reinigingscassette (optioneel) hebt
gebruikt, zijn de videokoppen mogelijk
versleten. Neem contact op met de Sonyhandelaar of een plaatselijke, door Sony erkende
onderhoudsdienst om de videokoppen te laten
vervangen.
NL
116
LCD-scherm
• Druk niet te hard op het LCD-scherm. Dit kan
schade veroorzaken.
• Wanneer u de camcorder gebruikt in een koude
omgeving, kunnen er nabeelden op het LCDscherm verschijnen. Dit duidt niet op een
storing.
• Tijdens het gebruik van de camcorder kan de
achterkant van het LCD-scherm warm worden.
Dit duidt niet op een storing.
x Het LCD-scherm reinigen
Als het LCD-scherm vuil is door stof of
vingerafdrukken, kunt u het schoonmaken
met een zachte doek.
Informatie over de behuizing
• Als de behuizing van de camcorder vuil is,
reinigt u deze met een zachte, vochtige doek en
veegt u de behuizing vervolgens droog met een
zachte, droge doek.
• Voorkom de volgende situaties waardoor de
afwerking van de behuizing kan worden
beschadigd.
– Gebruik van chemische middelen, zoals
thinner, benzine, alcohol, chemische
reinigingsdoekjes, insectenwerende middelen,
insecticiden en zonnecrème.
– Het apparaat gebruiken met de bovenstaande
substanties op uw handen.
– Langdurige blootstelling van de behuizing
aan rubber of vinyl.
Informatie over verzorging en opslag
van de lens
• Veeg het oppervlak van de lens in de volgende
gevallen schoon met een zachte doek:
– Als er vingerafdrukken op de lens zitten.
– Op erg warme of vochtige plaatsen.
– Wanneer de lens aan zoute lucht is
blootgesteld, zoals aan zee.
• Bewaar de lens op een goed geventileerde plaats
met weinig stof en vuil.
• Maak de lens regelmatig schoon om
schimmelvorming te voorkomen. U kunt het
best de camcorder ongeveer één keer per maand
gebruiken zodat deze langere tijd in goede staat
blijft.
Informatie over het opladen van de
vooraf geïnstalleerde oplaadbare
batterij
1 Verwijder het oogkapje van de
beeldzoeker.
Schuif het ontgrendelknopje voor de
beeldzoeker naar beneden en houdt deze
in die positie (1). Verwijder daarna het
oogkapje van de beeldzoeker in de
richting van de pijl zoals aangeduid in
de onderstaande illustratie (2).
2
1
2 Verwijder het stof in het oogkapje
en in de beeldzoeker met een
lensblazer.
Aanvullende informatie
De camcorder bevat een vooraf
geïnstalleerde oplaadbare batterij zodat de
datum, tijd en andere instellingen worden
bewaard als de schakelaar POWER op OFF
(CHG) is gezet. De vooraf geïnstalleerde
oplaadbare batterij wordt opgeladen
wanneer uw camcorder via de
netspanningsadapter is aangesloten op het
stopcontact of terwijl de accu geplaatst is.
De oplaadbare batterij raakt binnen
ongeveer 3 maanden volledig leeg als u
de camcorder helemaal niet gebruikt, de
netspanningsadapter niet is aangesloten of
de accu niet is geplaatst. Gebruik de
camcorder nadat de vooraf geïnstalleerde
oplaadbare batterij is opgeladen.
Als de vooraf geïnstalleerde oplaadbare
batterij niet is opgeladen, heeft dit echter
geen invloed op het gebruik van de camera
zolang u de datum niet opneemt.
Stof van de binnenzijde van de zoeker
verwijderen
x Procedures
Sluit de camcorder aan op een stopcontact
met de bijgeleverde netspanningsadapter en
laat de camcorder meer dan 24 uur zo staan
met de schakelaar POWER op OFF (CHG).
3 Sluit de beeldzoeker weer aan
volgens de omgekeerde
procedure van stap 1.
NL
117
Technische gegevens
Systeem
Video-opnamesysteem (HDV)
2 roterende koppen,
schuinspoorregistratie
Video-opnamesysteem (DV)
2 roterende koppen,
schuinspoorregistratie
Opnamesysteem voor stilstaande beelden
Exif Ver. 2.2*
Audio-opnamesysteem (HDV)
Roterende koppen, MPEG-1 Audio
Layer-2, kwantisering: 16 bits
Fs 48 kHz (stereo)
Overdrachtsnelheid: 384 kbps
Audio-opnamesysteem (DV)
Roterende koppen, PCM-systeem
Kwantisering: 12 bits
Fs 32 kHz (stereo1, stereo2)
Kwantisering: 16 bits
Fs 48 kHz (stereo)
Videosignaal
PAL-kleursysteem, CCIR-normen
1080/50i-specificatie
Aanbevolen band
Mini-DV-band met de aanduiding
Bandsnelheid (HDV)
Ong. 18,831 mm/s
Bandsnelheid (DV)
SP: ong. 18,831 mm/s
LP: ong. 12,568 mm/s
Opname-/weergaveduur (HDV)
60 min (met een DVM60-band)
Opname-/weergaveduur (DV)
SP: 60 min (met een DVM60-band)
LP: 90 min (met een DVM60-band)
Tijd voor snel vooruit-/terugspoelen
Ongeveer 2 minuten en 40 seconden
(met een DVM60-band en oplaadbare
accu)
Ongeveer 1 minuut en 45 seconden
(met een DVM60-band en
netspanningsadapter)
NL
118
Beeldzoeker
Elektronische zoeker (kleur)
Beeldapparaat
6,0-mm (1/3 type) 3CMOS-sensor
Opnamepixels (HDV/DV 16:9
stilstaande beelden):
Max. 1,20 megapixel (1 440 × 810)**
Totaal: ong. 1 120 000 pixels
Effectieve (film, 16:9):
ong. 1 037 000 pixels
Effectieve (film, 4:3):
ong. 778 000 pixels
Effectieve (foto, 16:9):
ong. 1 037 000 pixels
Effectieve (foto, 4:3):
ong. 778 000 pixels
Lens
G Lens
20 × (optisch), circa 30 × (digitaal, als
[DIG.UITBRD.] is ingesteld op
[AAN])
Brandpuntsafstand
f = 4,1 - 82,0 mm
Volgens de normen van een 35-mm
kleinbeeldcamera
29,5 - 590 mm (16:9),
36,1 - 722 mm (4:3)
F1,6 - 3,4
Filterdiameter: 72 mm
Kleurtemperatuur
Automatisch
(een druk) A/B
[BINNEN] (3 200 K)
[BUITEN] (5 800 K)
Minimale lichtsterkte
1,5 lx (lux) (vaste sluitertijd 1/25,
automatische gevoeligheid,
automatische iris) (F 1,6)
* "Exif" is een bestandsindeling voor
stilstaande beelden, die is ontwikkeld
door de JEITA (Japan Electronics and
Information Technology Industries
Association). Bestanden met deze
indeling kunnen extra informatie
bevatten, zoals de instellingen van de
camcorder tijdens het opnemen.
**Het unieke pixelarray van de Sony
ClearVid CMOS-sensor en het
beeldverwerkingssysteem (Enhanced
Imaging Processor), zorgen ervoor dat
de resolutie van stilstaande beelden
gelijk is aan de beschreven afmetingen.
Uitgangen
Ingangen/uitgangen
LANC -aansluiting
Stereo mini-mini-aansluiting (Ø 2,5
mm)
HDV/DV-aansluiting
i.LINK-interface (IEEE 1394, 4-polige
aansluiting S100)
LCD-scherm
Beeld
8,0 cm (3,2 type, breedte-/
hoogteverhouding 16:9)
Totaal aantal beeldpunten
921 600 (1 920 × 480)
Algemeen
Stroomvereisten
DC 7,2 V (accu)
DC 8,4 V (netspanningsadapter)
Gemiddeld stroomverbruik
Tijdens camera-opname met de
beeldzoeker met normale helderheid:
HDV-opname 6,2 W
DV-opname 6,0 W
Tijdens camera-opname met het LCDscherm met normale helderheid:
HDV-opname 6,4 W
DV-opname 6,2 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot +60°C
Afmetingen (ongeveer)
169 × 178 × 349 mm (b/h/d)
inclusief de uitstekende delen, behalve
de handgreepband
169 × 178 × 349 mm (b/h/d)
inclusief de uitstekende delen en de
accu (NP-F570)
Gewicht (ongeveer)
2,1 kg inclusief lenskap met lensdop
2,3 kg inclusief de lenskap met lensdop,
accu (NP-F570), band (DVM60) en
grote oogkap
Aanvullende informatie
A/V R-aansluiting
10-polige aansluiting
Wanneer A/V-kabel is aangesloten
Videosignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm)
Luminantiesignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm)
Chrominantiesignaal: 0,3 Vp-p
(burstsignaal), 75 Ω (ohm)
Wanneer A/V-componentkabel is
aangesloten
Y: 1 Vp-p, 75Ω (ohm), PB/PR, CB/CR:
+/- 350 mV, 75 Ω (ohm)
Audiosignaal: 327 mV (met een
belastingsimpedantie van 47 kΩ (kiloohm)), uitgangsimpedantie van minder
dan 2,2 kΩ (kilo-ohm)
HDMI OUT-aansluiting
HDMI-aansluiting
i (hoofdtelefoon) aansluiting
Stereo mini-aansluiting (Ø 3,5 mm)
MIC-aansluiting
Stereo mini-aansluiting (Ø 3,5 mm)
NL
Wordt vervolgd ,
119
Technische gegevens (vervolg)
Netspanningsadapter AC-L100
LET OP
Stroomvereisten
AC 100 V - 240 V, 50 Hz/60 Hz
Stroomverbruik
0,35 A - 0,18 A
Vermogensverbruik
18 W
Uitgangsspanning
DC 8,4 V*
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot +60°C
Afmetingen (ongeveer)
48 × 29 × 81 mm (b/h/d)
exclusief uitstekende delen
Gewicht (ongeveer)
170 g exclusief het netsnoer
Bij onjuist gebruik van de accu, kan de accu
barsten, brand veroorzaken en chemische
brandwonden tot gevolg hebben. Houd rekening
met de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Demonteer de accu niet.
• Plet de accu niet en stel deze niet bloot aan
schokken of stoten, laat deze niet vallen en ga er
niet op staan.
• Veroorzaak geen kortsluiting en zorg dat er geen
metalen voorwerpen in aanraking komen met de
aansluitpunten.
• Stel de accu niet bloot aan hoge temperaturen
boven 60 °C, zoals direct zonlicht of in een auto
die in de zon geparkeerd staat.
• Verbrand de accu niet en gooi deze niet in het
vuur.
• Gebruik geen beschadigde of lekkende lithiumion batterijen.
• Laad de accu op met een echte Sony-acculader
of een apparaat waarmee de accu kan worden
opgeladen.
• Houd de accu buiten het bereik van kleine
kinderen.
• Houd de accu droog.
• Vervang de accu alleen door hetzelfde accutype
of een vergelijkbaar accutype dat door Sony
wordt aanbevolen.
• Gooi de gebruikte accu zo snel mogelijk weg
volgens de instructies.
* Raadpleeg het label op de netspanningsadapter
voor andere technische gegevens.
Oplaadbare accu NP-F570
Maximale uitgangsspanning
DC 8,4 V
Uitgangsspanning
DC 7,2 V
Capaciteit
Gemiddeld: 15,8 Wh (2 200 mAh)
Minimaal: 15,0 Wh (2 100 mAh)
Afmetingen (ongeveer)
38,4 × 20,6 × 70,8 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
100 g
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Type
Lithium-ion
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
NL
120
Technische gegevens
Maximale spanning bij opladen: 8,4 V
gelijkstroom/Maximale stroomsterkte bij opladen:
3,0 A
Informatie over handelsmerken
Opmerkingen bij de licentie
• "Handycam" en
ELK GEBRUIK VAN DIT PRODUCT,
BEHALVE HET GEBRUIK DOOR
CONSUMENTEN VOOR PERSOONLIJKE
DOELEINDEN, IN OVEREENSTEMMING
MET DE MPEG-2-STANDAARD VOOR HET
CODEREN VAN VIDEO-INFORMATIE VOOR
VOORBESPEELDE MEDIA, IS
UITDRUKKELIJK VERBODEN, TENZIJ DE
GEBRUIKER BESCHIKT OVER EEN
LICENTIE ONDER DE PATENTEN VAN
TOEPASSING IN DE MPEG-2PATENTENPORTEFEUILLE. DEZE
LICENTIE IS VERKRIJGBAAR VIA MPEG
LA, L.L.C., 250 STEELE STREET, SUITE 300,
DENVER, COLORADO 80206, VERENIGDE
STATEN.
•
•
•
•
•
zijn
gedeponeerde handelsmerken van Sony
Corporation.
"Memory Stick", "
", "Memory Stick
Duo", "
", "Memory Stick
PRO Duo", "
",
"Memory Stick PRO-HG Duo",
"
", "Memory Stick
Micro", "MagicGate", "
",
"MagicGate Memory Stick" en "MagicGate
Memory Stick Duo" zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
is een handelsmerk van Sony Corporation.
"x.v.Colour" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
i.LINK en zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
Aanvullende informatie
•
is een handelsmerk.
• Microsoft, Windows, Windows Vista en
Windows Media zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van U.S.
Microsoft Corporation in de VS en andere
landen.
• Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde
handelsmerken van Apple Inc. in de VS en
andere landen.
• HDV en het HDV-logo zijn handelsmerken van
Sony Corporation en Victor Company of Japan,
Ltd.
• HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
• Pentium is een handelsmerk of gedeponeerd
handelsmerk van Intel Corporation.
• Adobe en Adobe Reader. zijn handelsmerken
van Adobe Systems Incorporated.
Alle andere productnamen die hierin worden
vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven. Bovendien worden ™ en
"®" niet elke keer vermeld in deze handleiding.
NL
121
Naslag
Onderdelen en bedieningselementen
De cijfers in ( ) zijn referentiepagina's.
6 78 9
q;
1
2
3
4
5
A
HDV/DV-aansluiting (55)
B A/V R-aansluiting (55)
C HDMI OUT-aansluiting (55)
D i (hoofdtelefoon) aansluiting
Wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt,
wordt de luidspreker van de camcorder
uitgeschakeld.
E DC IN-aansluiting (15)
F Afstandsbedieningssensor (achterzijde)
(126)
G Opnamelampje (achterkant) (25)
Het opnamelampje knippert als de band
bijna vol is of de accu bijna leeg is.
H ASSIGN-knoppen* (4/5/6) (42)
I Zoomhendel (28)
J REC START/STOP-knop (25)
K PUSH-knop (lenskap losmaken) (14)
L LANC
-aansluiting
De LANC
-aansluiting is bestemd
voor de bediening van het bandtransport
van videoapparaten en randapparaten
die hierop zijn aangesloten.
M Schakelaar POWER (18)
NL
122
qj
qh qg qf qd qs qa
N Bevestigingspunt voor statief
Zorg dat de lengte van de statiefschroef
minder dan 5,5 mm is. Als de schroef
langer is, kunt u het statief niet veilig
bevestigen en kan de camcorder
beschadigd raken.
O REC START/STOP-knop (25)
P BATT RELEASE-accuontgrendeling
(16)
Q Accu (15)
* De ASSIGN 5-knop heeft een hoger geplaatste
stip zodat u deze knop makkelijker kunt vinden.
1
5
2
qs 3
qd
4
qf
6
qa
w;
09 87
ql qk qj qhqg
A LCD-scherm (19)
Q PICTURE PROFILE-knop (35)
B Haak voor schouderriem (124)
R MENU-knop (61)
C ZERO SET MEM-knop (52)
S SEL/PUSH EXEC-knop (21)
D DATA CODE-knop (50)
T Hendel van de lensdop (14)
E Videobedieningstoetsen (STOP/REW/
PLAY*/FF/PAUSE/REC/SLOW) (47)
* De PLAY-, VOLUME/MEMORY- en
MEMORY/INDEX-knoppen hebben een hoger
geplaatste stip. (Bij de VOLUME/MEMORYknop bevindt de stip zich aan de + zijde.)
Gebruik deze stip om de knoppen makkelijk te
vinden.
F VOLUME/MEMORY-knop* (48)
G MEMORY/DELETE-knop (48)
H MEMORY/INDEX-knop* (48)
I MEMORY/PLAY-knop (48)
Naslag
J DISPLAY/BATT INFO-knop (50, 51)
K RESET-knop
Als u op de knop RESET drukt, worden
voor alle instellingen (inclusief de
klokinstellingen maar exclusief de
instellingen voor beeldprofiel en
cameraprofiel) de standaardinstellingen
hersteld.
L Zoeker (19)
M Scherpstelknopje voor de beeldzoeker
(19)
N Ontgrendelknopje voor de beeldzoeker
(117)
O
OPEN/EJECT-schakelaar (23)
P STATUS CHECK-knop (51)
NL
Wordt vervolgd ,
123
Onderdelen en bedieningselementen (vervolg)
9
1
2
3
4
5
6
q;
qa
qs
qd
qf
7
8
A Haak voor schouderriem (124)
De schouderriem bevestigen
B Zoomknop (28)
Bevestig de schouderriem (optioneel) op de
haken voor de schouderriem.
C PHOTO/EXPANDED FOCUS-knop
(27, 30)
D Toegangslamp (24)
E "Memory Stick Duo"-sleuf (24)
F Handgreepband (18)
G Irisring (30)
H Zoomring (28)
I MIC -aansluiting
Als een microfoon is aangesloten, krijgt
deze voor geluidsopnamen de voorkeur
op de interne microfoon.
J Accessoireschoen
K Opnamelampje (voorkant) (25)
Het opnamelampje knippert als de band
bijna vol is of de accu bijna leeg is.
L Microfoon (41)
M Lens
N Lenskap met lensdop (14)
O Scherpstellingsring (29)
NL
124
qg
56 7 8
9
0
1
2
3
4
qd
qs
qa
qk qj qh qg qf
A Afstandsbedieningssensor (voorzijde)
(126)
B Schakelaar FOCUS (29)
C PUSH AUTO-knop (29)
R IRIS/EXPOSURE-knop* (30)
* De ASSIGN 2-knop, de AE SHIFT-knop, de
WHT BAL-knop en de IRIS/EXPOSURE-knop
hebben een hoger geplaatste stip zodat u de
knoppen makkelijker kunt vinden.
D ND FILTER-schakelaar (OFF/1/2/3)
(33)
E Zoomhendelschakelaar (FIX/VAR/
OFF) (28)
Naslag
F ASSIGN 1-knop/ZEBRA-knop (42)
G ASSIGN 2-knop*/AE SHIFT-knop (42)
H ASSIGN 3-knop/REC REVIEW-knop
(42)
I Schakelaar AUDIO LEVEL (41)
J AUDIO LEVEL-knop (41)
K SHUTTER SPEED-knop (32)
L WHT BAL-knop (witbalans)* (34)
M GAIN-knop (32)
N Schakelaar AUTO/MANUAL (30)
O
-knop (een druk) (34)
P Schakelaar voor het witbalansgeheugen
(34)
Q Gevoeligheidsschakelaar (32)
NL
Wordt vervolgd ,
125
Onderdelen en bedieningselementen (vervolg)
b Opmerkingen
Afstandsbediening
Verwijder het isolatievel voordat u de
afstandsbediening gebruikt.
Isolatievel
7
1
8
2
3
9
4
5
6
0
A PHOTO (27)
Als u op deze knop drukt, wordt het beeld dat
op het scherm wordt weergegeven, als
stilstaand beeld opgenomen op de "Memory
Stick Duo".
B Geheugenbedieningstoetsen (index, –/+,
geheugen/afspelen) (48)
C SEARCH M. (53)
D. >
E Videobedieningstoetsen (terugspoelen,
afspelen, snel vooruitspoelen, pauzeren,
stoppen, langzaam) (47)
F ZERO SET MEMORY (52)
G Zender
H START/STOP (25, 52)
I Motorzoom (28)
J DISPLAY (50)
NL
126
• Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor om de camcorder te
bedienen.
• Richt de afstandsbedieningssensor niet op felle
lichtbronnen, zoals direct zonlicht of TL-licht.
Anders functioneert de afstandsbediening
mogelijk niet goed.
• Als u de afstandsbediening gebruikt die bij de
camcorder is geleverd, werkt mogelijk ook uw
VCR. Als dat het geval is, selecteert u voor de
videorecorder een andere stand voor de
afstandsbediening dan VTR 2 of bedekt u de
sensor op de videorecorder met zwart papier.
De batterij van de afstandsbediening
vervangen
1 Houd het nokje ingedrukt en plaats uw
nagel in de uitsparing om de batterijhouder
naar buiten te trekken.
2 Plaats een nieuwe batterij met de pluspool
(+) naar boven gericht.
3 Plaats de batterijhouder terug in de
afstandsbediening tot deze vastklikt.
Nokje
WAARSCHUWING
Bij onjuist gebruik kan de batterij
ontploffen. Laad de batterij niet op,
demonteer de batterij niet en gooi de
batterij niet in het vuur.
• Naarmate de lithiumbatterij zwakker wordt, kan
de bedieningsafstand van de afstandsbediening
afnemen of functioneert de afstandsbediening
mogelijk niet meer correct. In dit geval moet u
de batterij vervangen door een Sony CR2025lithiumbatterij. Als u een andere batterij
gebruikt, kan dit brand of een ontploffing tot
gevolg hebben.
Aanduidingen voor het LCD-scherm en de
beeldzoeker
De cijfers in ( ) zijn referentiepagina's.
De aanduidingen die tijdens het opnemen worden weergegeven, worden niet opgenomen op
de band.
Films opnemen
A Opnameformaat (
Stilstaande beelden opnemen
of
) (77)
De opnamestand (SP of LP) wordt ook
weergegeven in het DV-formaat.
B Resterende accuduur (bij benadering)
C Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of
[OPN] (opnemen))
D Tijdens opname:
Bandteller (uur: minuut: seconde)
Tijdens weergave:
Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame)
E Opnamecapaciteit van de band (bij
benadering)
H Beeldformaat (27)
I Opnameaanduiding (27)
Gegevenscode tijdens het
opnemen
De datum/tijd tijdens de opname en
gegevens over de camera-instellingen
worden automatisch opgenomen. Deze
gegevens worden niet op het scherm
weergegeven tijdens de opname, maar u
kunt ze controleren op het scherm door te
drukken op de DATA CODE-knop tijdens
het afspelen (p. 50).
Naslag
F Weergave van geluidsniveau (76)
G Opnamemap (81)
NL
Wordt vervolgd ,
127
Aanduidingen voor het LCD-scherm en de beeldzoeker (vervolg)
Films weergeven
J Aanduiding voor bandtransport
De opnamestand (SP of LP) wordt
weergegeven wanneer u een band afspeelt die
is opgenomen in het DV-formaat.
Stilstaande beelden weergeven
K Bestandsnaam
L Beeldnummer/Totaal aantal opgenomen
beelden in de huidige weergavemap
M Weergavemap (81)
N Pictogram voor vorige/volgende map
,
en
worden weergegeven als
het eerste of laatste beeld in de huidige map
wordt weergegeven en als er meerdere
mappen op dezelfde "Memory Stick Duo"
staan. Gebruik de VOLUME/MEMORYknop om naar de vorige of volgende map te
gaan.
NL
128
Onderkant
Aanduidingen wanneer u
wijzigingen aanbrengt
Linksboven
Aanduiding
Betekenis
HISTOGRAM (74)
Rechtsboven
DV-AUDIOFUNC
(72)*
Handmatige
volumeregeling (41)
Handmatig
scherpstellen (29)
9
Midden
Onderkant
~
Beeldprofiel (35)
SPOTLIGHT (67)
Linksboven
TEGENLICHT (67)
.
Aanduiding
Betekenis
SteadyShot uit (67)
Opnameformaat (77)
SP LP
RELIËF (74)
DV-OPNAMEST. (78)*
DIG.UITBRD. (68)
DV-BREEDOPN. (78)*
AE KEUZE (66)
SNELOPNAME (83)**
BELICHTINGregeling (30, 65)
DV-BEELDOPN. (70)*
Grijsfilter (33)
INT.OPNAME (69)
Automatische
controle (75)
n
B
Witbalans (34)
x.v.Color (71)**
Rechtsboven
Aanduiding
A
ZEBRA (74)
Betekenis
PROG.SCAN (65)
HDV-ingang/
DV-ingang (89)
HDV-uitgang/
DV-uitgang (87)
i.LINK-aansluiting
(55, 84)
Nulpuntgeheugenterugkeerfunctie (52)
Naslag
INDEXMARK. (43)
* De instellingen zijn alleen mogelijk voor
beelden in het DV-formaat.
** De instelling is alleen mogelijk voor beelden in
het HDV-formaat.
z Tips
• Aanduidingen kunnen er anders uitzien of op
andere plaatsen voorkomen.
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm uit
(19)
Midden
Aanduiding
Z
Betekenis
Waarschuwing (105)
NL
129
Index
Cijfers
1080i/576i.............................79
12BIT....................................72
16BIT....................................72
3-ClearVid CMOSsensorsysteem .......................10
576i.......................................79
6 sec. MIDDEN ....................68
6 sec. NA ..............................68
AUDIO LEVEL-schakelaar
............................................. 41
AUDIOLIMIET ................... 72
AUT IRIS LMT ................... 67
AUTO/HANDM.-schakelaar
............................................. 30
Band
Band............................ 109
A/V R-aansluiting...............122
A/V-aansluitkabel met
S VIDEO ..............................84
A/V-componentkabel .....56, 59
A/V-kabel .......................60, 85
Aanduidingen .....................129
Aansluiten
Televisie ........................55
Videorecorder................84
Accu
DC IN-aansluiting ................ 15
DC-stekker ...........................15
Bandhouder.......................... 23
De menu-items gebruiken ....61
DIG.UITBRD.
(Digitale uitbreiding)......68, 98
DISPL.INST.-menu.............. 74
DISPLAY .............................77
Bandteller..................... 52, 127
DISPLAY/BATT INFO-knop
.................................. 19, 50, 51
BATT RELEASE
(accuontgrendeling) knop .... 16
DV ........................................ 77
Beeldprofiel ......................... 35
DV-AUD FUNC.
(DV-audiostand)................... 72
Beeldzoeker ......................... 19
DV-AUDIOMIX ..................73
Beeldzoekfunctie ................. 48
DV-BEELDOPN............70, 99
BELICHTING ..................... 30
DV-BREEDOPN.................. 78
Bevestigingspunt voor statief
........................................... 122
DV-formaat ....................77, 78
Bijgeleverde onderdelen ...... 13
DV-OPNAMEST.
(Opnamestand) ..................... 78
BINNEN .............................. 34
Informatie over de accu
.......................................51
Binnen .................................. 34
E
Achtergrondverlichting van het
LCD-scherm .........................19
BUITEN............................... 34
EINDE ZOEKEN ................. 43
Buiten................................... 34
Einde zoeken .......... 43, 98, 101
AE KEUZE...........................66
BZ-ACTIV.ST. ................... 76
EXP.FOCUS TYPE .............75
AF HULP .............................68
C
EXPANDED F ...............42, 82
Expanded focus ....................30
AGC-LIMIET.......................66
CAM.GEG.WRG.
(Cameragegevensweergave)
....................................... 75, 99
ALLE BESTNDN ................80
CAMERA INST.-menu ....... 65
ALLE UITVOER .................77
CAMERA PROF.
(Cameraprofiel).................... 81
F
Cameraprofielinstellingen
verwijderen .......................... 82
FADER WIT ........................ 68
Afstandsbediening ..............126
ALLES WIS. .......................80
ASSIGN BTN.......................82
ASSIGN-knoppen ................42
EXTERNE CTRL
(Afstandsbediening) .............83
Externe voedingsbron...........17
FADER...........................68, 99
CHG-lampje (opladen) ........ 15
FADER ZWART..................68
COMPONENT..................... 79
Focus infinity........................ 30
AUDIO INST.-menu ............72
Computer ............................. 94
FOCUS-schakelaar............... 29
AUDIO LEVEL-knop ..........41
Condensvorming ................ 115
FORMAT .....................80, 110
CONTRSTVRBT........... 67, 98
FOTO ................................... 82
AUD.NIV.WRG. (Weergave
van geluidsniveau)................76
130
Datumzoekfunctie ................ 53
Accu ..............................15
Afspelen................................47
NL
Plaatsen/verwijderen..... 23
Band ...........................Zie Band
A
DATUM/TIJD ..............22, 127
De camcorder gebruiken in het
buitenland ...........................108
B
6 sec. VOOR.........................68
D
FOTO/EXPANDED F-knop
..............................................25
G
OPNAMEMAP
(Opnamemap)................81
IN/UIT OPN.-menu ............. 77
INDEXMARK. .................... 43
WEERGAVEMAP
(Weergavemap) .............81
Indexscherm ......................... 48
Indexsignaal ......................... 43
MARKERING ......................75
G Lens...................................10
Indexzoekfunctie .................. 53
GAIN INST. .........................65
"InfoLITHIUM"-accu ........ 112
GAIN-knop ...........................32
INT.OPNAME ............... 69, 99
GAMMA ..............................37
INTELLIGENT.................... 66
GEAVANCEERD ................74
INTERVAL.......................... 69
GEGEVENSCODE-knop .....50
IRIS/BELICHTING-knop.... 30
GEH.INST.-menu .................80
Plaatsen/verwijderen .....24
IRIS/EXPOSURE .......... 30, 65
Geheugen A ..........................34
"Memory Stick Duo"-sleuf...24
Irisring .................................. 30
Geheugen B ..........................34
Isolatievel ........................... 126
MEMORY/DELETE-knop
..............................................48
GEVOEL.AWB ....................66
MEERK GELUID ................73
"Memory Stick" ..................110
"Memory Stick Duo"
Aantal beelden dat kan
worden opgenomen .......27
MEMORY/INDEX-knop .....47
Gevoeligheid.........................32
K
MEMORY/PLAY-knop .......47
Grijsfilter ..............................33
KLEURDIEPTE................... 38
Menu
Groothoek .............................28
KLEURENBALK ................ 71
AUDIO INST.-menu.....72
Grote oogdop ........................20
KLEURFASE....................... 38
KLEURMODUS .................. 37
CAMERA INST.-menu
.......................................65
KLEURNIVEAU ................. 37
DISPL.INST.-menu.......74
KLOK INSTEL.............. 21, 82
GEH.INST.-menu..........80
Kopiëren ............................... 84
Het menu gebruiken ......61
H
Haak voor schouderriem
....................................123, 124
Handgreepband .....................18
HDMI OUT-aansluiting........55
HDMI-kabel..........................57
HDV......................................77
HDV/DV-aansluiting ............84
HDV-formaat ..................9, 108
Hendel van de lensdop..........14
HISTOGRAM ................74, 99
Hoge-definitietelevisie..........56
Hoofdtelefoonaansluiting ...122
HUIDIGE MAP ....................80
HUIDSKLEUR.....................38
HULPKADER ......................75
I
i.LINK.................................113
i.LINK-CONV. ...............55, 79
i.LINK-kabel.............57, 88, 91
L
Menu-items ...................63
LANC-aansluiting .............. 122
OVERIGE-menu ...........81
LANGUAGE ....................... 82
Menu-items...........................63
LCD................................ 19, 77
MENU-knop .........................21
LCD HELDER ..................... 76
MIC-aansluiting..................124
LCD KLEUR ....................... 76
Microfoon ...........................124
Lenskap met lensdop............ 14
MIX ......................................73
LETTERFORM. .................. 76
MPEG2 .................................92
LICHT BZ...................... 76, 99
LINEAIR.............................. 70
Lithiumknoopcelbatterij..... 126
LP (Long Play)..................... 78
Naslag
HDV1080i ............................77
IN/UIT OPN.-menu.......77
N
Neerwaartse
converteringsfunctie ...............9
NEGAT.AGC .......................66
Netsnoer................................15
M
Macintosh............................. 94
Map
NIEUWE MAP ............. 80
Netspanningsadapter.............15
NIEUWE MAP.....................80
NIV.AV.LCD .................76, 99
NORMAAL ..........................74
NL
Wordt vervolgd ,
131
Index (vervolg)
NTSC..................................108
RELIËF.......................... 74, 99
Tijdcode..............................127
Nulpuntgeheugenterugkeerfunctie....................52
RESET-knop...................... 123
Toegangslamp ......................24
RESTANT ........................... 77
TRIG.NIV. ...........................69
NUMMER BEST.
(Bestandsnummer)................80
Resterende accuduur ............ 51
TRIGGER.............................69
O
Onderhoud ..........................114
Ontgrendelknopje voor de
beeldzoeker.........................117
OPEN/EJECT-schakelaar.....23
Oplaadduur ...........................16
OPNAMECONTR..........42, 43
Opnamecontrole ...........43, 101
Opnameduur .........................16
OPNAMELAMP
(opnamelamp).................25, 83
OPNAMEMAP (Opnamemap)
..............................................81
Opnameovergang..................44
Opnemen ..............................25
OVERG.CURVE..................70
OVERGANGTIJD ...............70
OVERIGE-menu ..................81
P
PAL ............................101, 108
PHOTO/EXP.FOCUS ..........82
S VIDEO-kabel.................... 60
U
Scherpstelknopje voor de
beeldzoeker .......................... 19
UITVOEREN ....................... 68
Scherpstelling....................... 29
V
Scherpstellingsring............... 29
VCR HDV/DV ..................... 77
Schouderriem ..................... 124
Videobedieningstoetsen .....123
SEL/PUSH EXEC-knop ...... 21
Videokop ............................115
SHOT TRANSITION .... 44, 70
Volume ................................. 48
SHUTTER SPEED-knop..... 32
VOLUME/MEMORY-knop
.............................................. 47
Sluitertijd ............................. 32
SMTHVL.LNGZ.OPN.
(Vloeiend langzaam opnemen)
....................................... 68, 99
Vooraf geïnstalleerde
oplaadbare batterij ..............117
V-UIT/LCD .......................... 77
SNELOPNAME................... 83
Snelzoekfunctie.................... 48
W
SP (Standard Play) ............... 78
Waarschuwingen ........105, 106
Speelduur ............................. 17
WB VOORAF ......................66
SPOTLIGHT.................. 67, 99
WB-VERSCH. ..................... 38
ST1....................................... 73
WEERG.ZOOM
(Weergavezoom) ..................82
ST2....................................... 73
WEERGAVEMAP
(Weergavemap) ....................81
PIEPTOON...........................83
STEADYSHOT ............. 42, 67
WERELDTIJD ...............82, 99
PLAY-knop ..........................47
STEREO .............................. 73
WHT BAL-knop ..................34
POWER-schakelaar..............18
Stilstaande beelden .............. 27
WIND ................................... 73
Problemen oplossen..............95
Stilstaande beelden verwijderen
............................................. 48
Windows............................... 94
PROG. SCAN.................65, 98
PUSH AUTO-knop ..............29
PUSH-knop
(lenskap losmaken)...............14
NL
TV-TYPE .............................79
S VIDEO-aansluiting ..... 58, 85
STATUS CHECK-knop ...... 51
PICTURE PROFILE-knop
..............................................35
132
TRILL.(–) .............................67
S
Status check ......................... 51
Wispreventienokje..............109
Witbalans.............................. 34
T
Technische gegevens ......... 118
X
TEGENLICHT............... 67, 98
x.v.Color.........................71, 99
R
Tele-opnamen ...................... 28
REAC. BEL..........................67
Televisie............................... 55
Z
REC FORMAT.....................77
Televisiekleursystemen...... 108
ZACHTE OVRG.................. 70
REC START/STOP-knop ....25
TIJD ..................................... 68
ZACHTE STOP ................... 70
ZEBRA ...........................74, 99
Zelfdiagnose .......................105
Zender .................................126
ZERO SET MEM-knop........52
ZERO SET MEMORY-knop
..............................................52
Zoom.....................................28
ZOOM HANDGR. ...............68
Zoomhendel ..........................28
Zoomknop.............................28
Zoomring ..............................28
Naslag
NL
133