V-ZUG 41119 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedieningshandleiding
AdoraDish V6000
Vaatwasmachine
Hartelijk dank dat u voor een van onze producten hebt gekozen. Uw toestel voldoet aan
de hoogste eisen en de bediening is eenvoudig. Neemt u niettemin de tijd om deze be-
dieningshandleiding te lezen. Op die manier raakt u vertrouwd met uw toestel en kunt u
het optimaal en zonder storingen gebruiken.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen overeen met de technische conditie van het
toestel ten tijde van het ter perse gaan van deze bedieningshandleiding. Wijzigingen in
de zin van verdere ontwikkeling blijven voorbehouden.
Geldigheidsbereik
Het modelnummer komt overeen met de eerste cijfers op het typeplaatje. Deze handlei-
ding geldt voor:
Modelbenaming Type Maatsysteem
AdoraDish V6000 AS6T-41118 EURO 60
AdoraDish V6000 AS6T-41119 EURO 60
AdoraDish V6000 AS6T-41120 EURO 60
AdoraDish V6000 AS6T-41121 EURO 60
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen worden in de tekst vermeld.
© V-ZUG Ltd, CH-6302 Zug, 2020
2
3
Inhoudsopgave
1 Veiligheidsvoorschriften 4
1.1 Gebruikte symbolen .............................................. 4
1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
1.3 Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften........ 5
1.4 Gebruiksaanwijzingen........................................... 6
2 Eerste ingebruikneming 8
2.1 Voor de eerste afwasbeurt................................... 8
2.2 Deurgewicht instellen............................................ 8
3 Beschrijving van het apparaat 9
3.1 Opbouw ................................................................... 9
3.2 Bedienings- en displayelementen.....................10
3.3 FunctionLight * .....................................................11
4 Functies 13
4.1 Programma's ........................................................13
4.2 Instelopties............................................................17
4.3 Veelgebruikte persoonlijke instellingen...........18
4.4 EcoManagement..................................................18
5 Belading 18
5.1 Apparaat voorbereiden.......................................18
5.2 Tips voor het laden van de onderste korf.......19
5.3 Tips voor het laden van de bovenste korf ......21
5.4 Laadtips besteklade * .........................................24
6 Bediening 25
6.1 Tips rondom de afwas........................................25
6.2 Afwasmiddel kiezen ............................................26
6.3 Afwasmiddel vullen..............................................27
6.4 Display bedienen .................................................28
6.5 Programma kiezen en starten ...........................29
6.6 Programma «Party».............................................30
6.7 Tussendoor vaatwerk inruimen.........................31
6.8 Programma voortijdig afbreken ........................32
6.9 Vaatwerk uitnemen..............................................32
7 Programma-opties 33
7.1 Uitgestelde start ...................................................33
7.2 Programma in continumodus............................34
7.3 Favorieten..............................................................35
7.4 Instelopties permanent selecteren ...................36
7.5 Kinderbeveiliging ..................................................37
7.6 All in 1.....................................................................38
7.7 Veegbescherming.................................................38
7.8 EcoManagement...................................................38
7.9 Informatie................................................................39
8 V-ZUG-Home 39
8.1 Voorwaarden .........................................................39
8.2 Eerste inbedrijfstelling..........................................39
9 Persoonlijke instellingen 40
9.1 Persoonlijke instellingen aanpassen.................40
9.2 Overzicht persoonlijke instellingen....................40
10 Verzorging en onderhoud 44
10.1 Binnen- en buitenreiniging ..................................44
10.2 Sproeiarmen reinigen...........................................45
10.3 Zeefsysteem reinigen...........................................45
10.4 Regenereerzout bijvullen.....................................46
10.5 Glansspoelmiddel bijvullen.................................46
10.6 Opslagtank legen .................................................47
11 Storingen zelf verhelpen 47
11.1 Storingsmeldingen................................................47
11.2 Verdere mogelijke verstoringen.........................49
11.3 Onbevredigend spoelresultaat...........................50
11.4 Bij een stroomonderbreking ...............................51
12 Toebehoren en vervangingsonderdelen
52
12.1 Toebehoren............................................................52
12.2 Reserveonderdelen ..............................................52
13 Technische gegevens 53
13.1 Veiligheidsconcept ...............................................53
13.2 Overstromingsbeveiliging....................................53
13.3 Productinformatieblad volgens EU-verordening
nr. 1061/2017 ......................................................53
13.4 Aanwijzingen voor keuringsdiensten ................54
13.5 Geluidsmeting .......................................................54
14 Afvoer 54
Trefwoordenregister 55
16 Service & Support 59
4
1 Veiligheidsvoorschriften
1.1 Gebruikte symbolen
Markeert alle voor de veiligheid be-
langrijke aanwijzingen.
Het negeren van deze aanwijzingen
kan letsel, schade aan het toestel of
aan de inrichting tot gevolg hebben!
Informatie en aanwijzingen die in
acht genomen moeten worden.
Informatie over afvoer en verwer-
king aan het einde van de levens-
duur
Informatie over de bedieningshand-
leiding
Netstekker loskoppelen/stroomtoe-
voer onderbreken
Netstekker insteken/stroomtoevoer
verzorgen
Netstekker niet afsnijden/verande-
ren
Draag beschermende handschoe-
nen
Markeert stappen die u achtereenvol-
gens moet uitvoeren.
Beschrijft de reactie van het toestel
op uw stap.
Markeert een opsomming.
1.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften
Neem het toestel pas in ge-
bruik na het lezen van de be-
dieningshandleiding.
Deze toestellen kunnen door
kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met beperkte fysie-
ke, sensorische of geestelijke
capaciteiten of die de erva-
ring of kennis daarvoor ontbe-
ren, worden gebruikt als zij
onder toezicht staan of aan-
wijzingen hebben gekregen
hoe zij het toestel moeten ge-
bruiken en de daaruit voortko-
mende gevaren hebben be-
grepen. Kinderen mogen niet
met het toestel spelen. Reini-
ging of onderhoud door de
gebruiker mag niet door kin-
deren zonder toezicht worden
uitgevoerd.
Als het toestel niet is voorzien
van een aansluitkabel en een
stekker of van andere midde-
len voor het ontkoppelen van
het stroomnet, die aan elke
pool een contactopening met
een breedte overeenkomstig
de voorwaarden van over-
1 Veiligheidsvoorschriften
5
spanning categorie III voor
volledige scheiding heeft,
moet een scheidingssysteem
volgens de installatievoor-
schriften in de vaste bedra-
ding worden ingebouwd.
Als de aansluitkabel van het
toestel is beschadigd, moet
deze door de fabrikant, diens
service of een gelijk gekwalifi-
ceerd persoon worden ver-
vangen om gevaarlijke situa-
ties te voorkomen.
1.3 Toestelspecifieke
veiligheidsvoorschriften
Gebruik nooit een stoomreini-
ger.
Apparaten met ventilatie-ope-
ningen in de bodem mogen
niet op vloerbedekking wor-
den geplaatst. Vloerbedek-
king verstopt de openingen.
Laat de apparaatdeur alleen
open wanneer het apparaat
niet meer gebruikt wordt en
volledig afgekoeld is. Struikel-
en kneuzingsgevaar bij open-
staande apparaatdeur! Ga
niet op de apparaatdeur zit-
ten, leun niet op de apparaat-
deur en gebruik deze niet als
oppervlak om spullen op weg
te zetten.
OPGELET: Messen en andere
gebruiksvoorwerpen met
scherpe punten moeten met
de punt omlaag of horizontaal
in de korf worden gelegd.
OPGELET: Geen messen, vor-
ken of andere spitse voorwer-
pen in de opening van de
deurvergrendeling laten vallen
of erin steken.
Er mogen geen reinigingsmid-
delen in de opening van de
deurvergrendeling terechtko-
men. Dit kan een defecte
deurvergrendeling tot gevolg
hebben.
Het apparaat is uitsluitend ge-
schikt voor het afwassen van
huishoudelijk vaatwerk en be-
stek met water en gewoon af-
wasmiddel voor vaatwasma-
chines. Gebruik het apparaat
alleen in het huishouden en
voor het aangegeven doel. Bij
gebruik voor andere doelein-
den of verkeerde bediening
kunnen wij niet aansprakelijk
gesteld worden voor eventue-
le schade.
Capaciteit: 13 resp. 14 inter-
nationale maatcouverts (EU-
RO 60, besteklade *).
*afhankelijk van het model
Dit apparaat is bedoeld om te
worden gebruikt in huishou-
delijke en soortgelijke toepas-
singen, zoals: in keukens
1 Veiligheidsvoorschriften
6
voor medewerkers in winkels,
kantoren en andere bedrijfs-
sectoren; in agrarisch onroe-
rend goed; door klanten in
hotels, motels en andere
woonvoorzieningen; in B&B's.
1.4 Gebruiksaanwijzingen
Voor de eerste ingebruikneming
Het toestel mag uitsluitend volgens de
aparte installatiehandleiding worden in-
gebouwd en op het stroomnet worden
aangesloten. Laat de benodigde werk-
zaamheden uitvoeren door een erkende
installateur/elektricien.
Voor de levering is het toestel met
water getest. Daardoor kunnen zich
watervlekken in het toestel bevin-
den.
Reglementair gebruik
Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder
aan stroomgeleidende onderdelen, mo-
gen uitsluitend door de fabrikant, diens
service of een vergelijkbaar gekwalifi-
ceerde persoon worden uitgevoerd. On-
deskundige reparaties kunnen zware
ongevallen, schade aan het toestel en
de inrichting alsmede storingen tot ge-
volg hebben. Neem bij een storing aan
het toestel of in geval van een reparatie-
opdracht de aanwijzingen in het hoofd-
stuk 'Service & Support' in acht. Neem
indien nodig contact op met onze servi-
ce.
Gebruik uitsluitend originele reserveon-
derdelen.
Bewaar de bedieningshandleiding zorg-
vuldig, zodat u deze te allen tijde kunt
raadplegen.
Bij kinderen in het huishouden
Het water in het toestel is geen drinkwa-
ter. Als er resten afwasmiddel in het
toestel achterblijven, bestaat er corro-
siegevaar! Houd kinderen uit de buurt
van het geopende toestel.
Gebruik
Gebruik de mogelijkheid van de kinder-
beveiliging (zie pagina 37).
Als het apparaat zichtbare beschadigin-
gen vertoont, dient u het niet in gebruik
te nemen en contact op te nemen met
onze klantenservice.
Zodra er een functiestoring wordt ont-
dekt, moet het toestel van het stroom-
net worden gescheiden.
Controleer of zich geen vreemde voor-
werpen of huisdieren in het toestel be-
vinden voordat u de toesteldeur sluit en
een programma start. Vreemde voor-
werpen, zoals spijkers en paperclips,
kunnen onderdelen van het toestel en
het vaatwerk beschadigen.
Gebruik uitsluitend afwasmiddel, glans-
spoelmiddel en regenereerzout waarvan
de fabrikant het gebruik in de vaatwas-
machine uitdrukkelijk toestaat in zijn ge-
bruiksaanwijzing. Neem de betreffende
gebruiksaanwijzing zorgvuldig in acht.
Was nooit af met te weinig of geen af-
wasmiddel. Hierdoor ontstaat gevaar
voor beschadiging!
Gebruik geen handafwasmiddelen, om-
dat deze veel schuim vormen en func-
tiestoringen veroorzaken.
Laat het programma zonder vaat
lopen nadat u het zoutreservoir heeft
gevuld.
Doe nooit afwasmiddel in de reservoirs
voor glansspoelmiddel of regenereer-
zout. Als dit toch is gebeurd, mag het
toestel in geen geval in gebruik worden
genomen, omdat anders dure schade
ontstaat. Bel de klantenservice.
Neem het toestel niet in gebruik zonder
zeefsysteem.
Reinig de ruimte onder het zeefsysteem
uitsluitend met zachte materialen. Ge-
bruik hiervoor nooit metalen voorwer-
pen.
1 Veiligheidsvoorschriften
7
Voorzichtig, gevaar voor
brandwonden!
Was geen voorwerpen af die vervuild
zijn met licht ontvlambare of corrosieve
oplosmiddelen, verf, was, chemicaliën
(zuren, basen) of metaalsplinters, of die
vezels kunnen afgeven.
Vermijd onnodig openen van de toestel-
deur tijdens het bedrijf. Het vaatwerk en
het water kunnen heet zijn, gevaar voor
brandwonden! Door de ontsnappende
stoom kan een combinatieafdekking
van hout beschadigd raken. Brillengla-
zen kunnen beslaan en uw zicht belem-
meren.
Opgelet, verwondingsgevaar!
Leun niet op onderdelen van het toe-
stel. Gevaar voor ongelukken!
Houd huisdieren uit de buurt van het
toestel.
Pas op, levensgevaar!
Delen van de verpakking, bijv. folie en
piepschuim, kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpak-
kingsmateriaal uit de buurt van kinderen
houden.
Maak het apparaat bij onderhoud span-
ningsvrij, ook bij het vervangen van lam-
pen: Verwijder de zekeringen uit de
houders, schakel de installatieautoma-
ten uit of koppel de netstekker los.
Schade aan het toestel vermijden
Draai bij langdurige afwezigheid de wa-
terkraan dicht.
Overschrijd het maximale laadgewicht
van de onderste korf, de bovenste korf
en de besteklade niet.
Let op: Om de bescherming van het
toestel (o.a. overstromingsbeveiliging)
te garanderen, moet het toestel altijd op
het stroomnet aangesloten blijven.
Het toestel mag uitsluitend staand wor-
den getransporteerd! Iedere andere
transportpositie leidt tot schade aan het
toestel! Bij voorzichtig dragen zonder
schokken mag het toestel max. 90° op
de linkerzijde (vooraanzicht) worden ge-
kanteld.
Voorkant
2 Eerste ingebruikneming
Een toestel met warmtepomp moet na een verandering van plaats ca. 2 uur in de
gebruikspositie blijven staan voordat het bedrijfsklaar is.
Het toestel mag alleen volgens een afzonderlijke installatiehandleiding en door
een erkende elektricien worden gemonteerd en op het stroomnet worden aange-
sloten.
2.1 Voor de eerste afwasbeurt
Voordat u het pas geïnstalleerde apparaat voor de eerste keer gebruikt, moeten de vol-
gende stappen worden uitgevoerd:
De stroomvoorziening inschakelen en de waterkraan openen.
In de persoonlijke instellingen de waterhardheid instellen (zie pagina 40).
Zoutreservoir met ca. 1,0l water en 1kg regenereerzout vullen (zie pagina 46).
Verwijder zoutresten van de rand van het zoutreservoir.
Glansspoelmiddelreservoir met glansspoelmiddel vullen (zie pagina 46).
Start het programma «Intensief» zonder vaatwerk om het apparaat te beschermen
tegen corrosie door eventuele zoutresten en tijdens de productie ontstane vetresten te
verwijderen.
De bijvulindicator kan tijdens de eerste afwasbeurten nog knipperen. dooft
zodra de zoutconcentratie in het reservoir gelijkmatig is verdeeld.
2.2 Deurgewicht instellen
Openingshoek 30° testen
Controleren of de toesteldeur bij een
openingshoek van ca. 30° geopend
blijft.
Als de toesteldeur ongeremd openklapt:
De toesteldeur ca. 30° openen en
vasthouden.
Draai de schroeven aan tot de toestel-
deur in deze positie zonder vasthou-
den geopend blijft.
Openingshoek 90° testen
Controleren of de toesteldeur bij een
openingshoek van 90° geopend blijft.
Als de toesteldeur omhoog komt:
De toesteldeur ca. 30° openen en
vasthouden.
Schroeven losdraaien tot de toestel-
deur in deze positie zonder vasthou-
den geopend blijft.
8
3 Beschrijving van het apparaat
3 Beschrijving van het apparaat
3.1 Opbouw
Binnenruimte
2
4
3
5
7
6
8
9
2
1
1
Bovenste korf
2
Sproeiarmen
3
Onderste korf
4
Bestekkorf «groot» *
5
Glansspoelmiddelreservoir
6
Afwasmiddelreservoir
7
Zoutreservoir
8
Zeefsysteem
9
Bestekkorf «klein»
* modelafhankelijk
Toesteldeur
Bij volledig geïntegreerde modellen bevinden de bedienings- en displayelementen zich
binnen aan de toesteldeur.
12
14
15
13
12
Besteklade *
13
Deurgreep
14
FunctionLight *
15
Bedienings- en displayelementen
* modelafhankelijk
9
3 Beschrijving van het apparaat
3.2 Bedienings- en displayelementen
Hoofdmenu
1
2
A
1
4
232
2 5
Toetsen Display
1
Programma's (zie pagina 13)
A
V-ZUG-Home
2
Navigatie-elementen
3
EcoManagement (zie pagina 18)
4
Veelgebruikte persoonlijke instellingen (zie pagina 18)
5
Andere persoonlijke instellingen (zie pagina 40)
Geselecteerd programma
70°
C
E F
A B
1
2D
Intensief
1h15
Toetsen Displays
1
Pijltoets terug
A
Programmasymbool
2
Instelopties (zie pagina 17)
B
Programmanaam
C
Programmaduur
D
Temperatuur
E
Gekozen instelopties
F
EcoManagement-prognose
10
3 Beschrijving van het apparaat
Toetsstatus
C
A
B
D
A
Nietselecteerbare functies
B
Geselecteerde functie
C
Selecteerbare functies
D
Nietselecteerbare navigatie-elementen
Actie-elementen
Waarde verhogen
Waarde reduceren
Persoonlijke instelling activeren
Persoonlijke instelling deactiveren
Invoer afbreken, melding bevestigen
Continumodus-programma starten, opslagtank legen
Navigatie-elementen
Naar het vorige menu gaan
In het menu andere functies weergeven
In het menu andere functies weergeven
In het menu andere keuzemogelijkheden weergeven
3.3 FunctionLight *
* modelafhankelijk
Kleuren led-indicaties
Donker Oranje Wit
Oranje gedimd Wit gedimd
11
3 Beschrijving van het apparaat
Programma's
De voortgangindicatie geeft informatie over de voortgang van het pro-
gramma. Hoe meer leds oranje branden, hoe minder resterende tijd
overblijft. Bij het einde van het programma branden alle 6 leds oranje.
Nadroogfase
Tijdens de nadroogfase branden alle 6 leds oranje en pulseren tussen
gedimd en ongedimd.
Uitgestelde start/OptiStart
Als de toesteldeur gesloten en de uitgestelde start gestart wordt, bran-
den alle 6 leds wit gedimd. Hoe minder leds wit gedimd branden, hoe
korter de resterende tijd tot de start van het programma is.
Programma-onafhankelijke reacties van het apparaat
Bij de volgende reacties van het apparaat branden alle 6 leds wit en
pulseren tussen gedimd en ongedimd:
Afbreken van programma’s, uitgestelde start, OptiStart
Tank legen
Afpompen
12
4 Functies
Foutmeldingen
Bij A-/F-/U-meldingen knipperen afwisselend de onderste 3 witte leds
en de bovenste 3 witte leds.
4 Functies
Met de keuzetoetsen kan de bediener veelgebruikte programma's met maar een druk op
de knop snel en gemakkelijk kiezen en starten. De voorkeur voor een programma voor
een keuzetoets kan de gebruiker zoals gewenst veranderen en zo perfect aan de indivi-
duele werkprocessen aanpassen.
4.1 Programma's
Over de verbruikswaarden
De programmaduur (h), het waterverbruik (l) en energieverbruik (kWh) zijn richtwaarden
en hebben betrekking op een eenfasige aansluiting 230 V 2 N. Door het kiezen van ex-
tra functies, de hoeveelheid belading, de vervuiling van het vaatwerk, de soort en hoe-
veelheid reiniging, de toevoerwatertemperatuur, elektrische aansluiting en specifieke pro-
grammacycli (bijv. regenereren) kunnen de waarden meer variëren.
Met de keuze van de instelopties «Energie besparen» en «Halve belading»
kunnen de programmaduur, het waterverbruik en het energieverbruik worden ver-
laagd.
Over de programmaduur
De aangegeven waarden houden geen rekening met de nadroogtijd.
De programmaduur is afhankelijk van de volgende voorwaarden:
Aansluitwaarde (bij een eenfasige aansluiting 230V, 2200W, 10A, is de programma-
duur tot 15minuten langer)
Looptijd van de warmtepomp
Opslagduur tank (bij automatisch spoelen van de tank is de programmaduur tot
30minuten langer)
Bij modellen met en zonder warmtepomp (WP)
Modellen met warmtepomp onderscheiden zich wat betreft water- en energieverbruik van
modellen zonder warmtepomp. Opdat de warmtepomp ook bij een uitgeschakeld toestel
goed wordt geventileerd, kan een ventilator inschakelen. Het daarbij gegenereerde ener-
gieverbruik wordt gerekend tot het programma dat voor het uitschakelen actief is ge-
weest.
13
4 Functies
Eco Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Meest efficiënte pro-
gramma met betrekking
tot water- en energiever-
bruik voor normaal ver-
vuild vaatwerk (declara-
tieprogramma). Na elke
7 voltooide program-
ma’s wordt de wateront-
harder aan het einde
van het programma ge-
regenereerd. Daardoor
wordt het waterverbruik
met 0,2l verhoogd. Bij
het volgende program-
ma wordt de wateront-
harder met 4l extra wa-
ter doorgespoeld. Hier-
door wordt de program-
maduur ca.5minuten
langer.
Reiniging: 50°C
Tussenspoelen
Glansspoelen:
45°C
Drogen
5h45–6h30
6,5–6,9 l
0,69–0,725 kWh
5h55
8,6 l
0,485 kWh
Automatisch Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Optimaal reinigingsresul-
taat met minimaal water-
en energieverbruik; bij
elke vervuilingsgraad
met uitzondering van
aangebrand of sterk in-
gedroogd vuil.
Voorspoelen (in-
dien nodig): koud
Reiniging:
50-60°C
Tussenspoelen (in-
dien nodig)
Glansspoelen: 60
°C
Drogen
0h55–1h45
5-18 l
0,7–1,3 kWh
0h55–1h45
5-18 l
0,6–1,2 kWh
Alledaags kort Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Kort programma voor
normaal vervuild alle-
daags vaatwerk. Reini-
ging met hogere spuit-
druk.
Voorspoelen (in-
dien nodig): 35°C
Reiniging: 60°C
Tussenspoelen
Glansspoelen:
60°C
Drogen: kort
0h47
11-16 l
0,9–1,2 kWh
0h47
11-16 l
0,8–1,1 kWh
14
4 Functies
Sprint Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Voor licht vervuild vaat-
werk, bijv. apéro- of kof-
fieservies. Niet geschikt
voor langzaam oplos-
sende tabs.
Reiniging: 55°C
Glansspoelen:
50°C
Drogen: kort
0h20
8 l
0,8 kWh
0h18
8 l
0,7 kWh
Intensief Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Voor hoge vervuilings-
graad, met name bij zet-
meelrijk vuil (aardappel-
puree, rijst…).
Voorspoelen (in-
dien nodig): 35°C
Reiniging: 65°C
Tussenspoelen
Glansspoelen: 60
°C
Drogen
1h45
16-22 l
1,2–1,4 kWh
1h45
16-22 l
1,1–1,3 kWh
Silent Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Geluidsgeoptimaliseerd
programma met vermin-
derde spoeldruk Ge-
schikt voor normaal ver-
vuild vaatwerk.
Voorspoelen (in-
dien nodig): koud
Reiniging: 60°C
Tussenspoelen
Glansspoelen:
60°C
Drogen
2h50
8-14 l
1,1–1,2 kWh
2h50
8-14 l
1,0–1,1 kWh
Party Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Snel afwasprogramma
voor licht vervuild vaat-
werk dat snel weer
schoon moet zijn, bij-
voorbeeld bij een feestje
of een borrel. Na een
opwarmfase kunnen tot
5 afwasbeurten uitge-
voerd worden. Niet ge-
schikt voor tabs. Alleen
afwasmiddel in poeder-
of gelvorm gebruiken.
Reiniging: 55°C
Glansspoelen:
50°C
Opwarmfase:
0h10–0h25
Programmaduur:
0h11–5h20
4-24 l
0,8–2,4 kWh
Opwarmfase:
0h10–0h25
Programmaduur:
0h11–5h20
4-24 l
0,7–2,0 kWh
15
4 Functies
Glas Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Behoedzaam program-
ma voor glazen.
Reiniging: 45°C
Tussenspoelen
Glansspoelen: 55
°C
Drogen
0h50
9-11 l
0,8 kWh
0h50
9-11 l
0,7 kWh
Fondue/Raclette Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Spoelprogramma voor
aangebrand vuil en ster-
ke vervuilingen, in het
bijzonder kaas aan fon-
due/raclette-servies-
goed. Ook voor gratin-
vormen en aangebrande
pannen geschikt. Ge-
bruik alleen caquelons
die geschikt zijn voor
vaatwasmachines. Het
reinigingsresultaat kan
worden verbeterd door
iets afwasmiddel op de
toesteldeur te doen.
Inweken: 35°C
Reiniging: 65°C
Tussenspoelen
Glansspoelen:
60°C
Drogen
2h15
11-18 l
1,3–1,55 kWh
2h15
11-18 l
1,2–1,4 kWh
Hygiëne Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Voor vaatwerk met ho-
gere eisen aan de hygië-
ne bijv. babyflesjes, snij-
planken…). Voor pro-
grammastart zeefsys-
teem reinigen (zie pagi-
na 45).
Voorspoelen:
55°C
Reiniging: 70°C
Tussenspoelen:
60°C
Glansspoelen: 65
°C
Drogen
1h40
12-15 l
1,7 kWh
1h40
12-15 l
1,6 kWh
Machineonder-
houd
Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Het apparaat en met na-
me de opslagtank wor-
den hygiënisch ge-
spoeld. Reinig (zie pagi-
na 45) het zeefsysteem
voordat het programma
wordt gestart en voeg
machinereiniger toe vol-
gens de instructies van
de fabrikant.
Reiniging: 70°C
Tussenspoelen:
60°C
Glansspoelen:
65°C
Drogen
1h55
15-19 l
1,35 kWh
1h55
15-19 l
1,25 kWh
16
4 Functies
Voorspoelen Programmafasen Verbruikswaarden
(zonder WP)
Verbruikswaarden
(met WP)
Verhindert het indrogen
van vuil als een pro-
gramma pas later wordt
gestart.
Voorspoelen: koud 0h15
1-4 l
0,05 kWh
0h15
1-4 l
0,05 kWh
4.2 Instelopties
Energie besparen
Bij apparaten zonder warmtepomp: De spoeltemperatuur wordt 5 °C verlaagd, het ener-
gieverbruik vermindert met ca. 10%. De programmaduur wordt enigszins ingekort.
«Energie besparen» ontziet bovendien glazen.
Bij apparaten met warmtepomp: In totaal vermindert het energieverbruik tot 30 %, maar
de programmaduur wordt langer.
SteamFinish
Tijdens het glansspoelen wordt stoom opgewekt, die op de glazen neerslaat en tot een
optimaal droogresultaat leidt. Ca. 15 minuten langere programmaduur.
Halve belading
Bij weinig vaat. Hoeveelheid water wordt tot 6l gereduceerd, programmaduur is tot
maximaal 36minuten korter.
Uitgestelde start
Met de uitgestelde start kan er in daluren afgewassen worden (bijv. met een laag
stroomtarief). Het instelbereik ligt tussen 30 minuten en 24 uur.
OptiStart
Als de persoonlijke instelling «OptiStart» actief is (zie pagina 40), wordt een uitge-
stelde start ingesteld. Gedurende deze tijd wordt de vaat ingeweekt, waardoor het reini-
gingsresultaat wordt verbeterd en het energieverbruik verlaagd.
SpoelenPlus
Het reinigingseffect wordt door extra spoelbaden en een langere reinigingsfase verbe-
terd. Bij ingeschakelde SpoelenPlus wordt bij elk programma de hoeveelheid water ver-
hoogd. De programmaduur wordt verlengd.
DrogenPlus
De glansspoeltemperatuur en de temperatuur in de SteamFinish worden verhoogd en
de droogduur wordt verlengd.
17
5 Belading
4.3 Veelgebruikte persoonlijke instellingen
Kinderbeveiliging
De persoonlijke instelling «Kinderbeveiliging» voorkomt dat een programma onbedoeld
wordt gestart. Als de kinderbeveiliging ingeschakeld is, kan deze door het invoeren van
een viercijferige code (1223) opgeheven worden. De code is af fabriek ingesteld en kan
niet veranderd worden.
All in 1
De persoonlijke instelling «All in 1» zorgt dat het programma optimaal wordt aangepast
voor het gebruik van afwasmiddelen met geïntegreerde zout- en glansspoelmiddelfunc-
tie. Deze gecombineerde reinigingsmiddelen zijn niet geschikt voor alle waterhardheden
(zie pagina 26).
Veegbescherming
De bediening wordt korte tijd geblokkeerd om bijv. een afdekking te reinigen zonder in-
voer op het display.
4.4 EcoManagement
EcoManagement
Alleen actief als de persoonlijke instelling «EcoManagement» ingeschakeld is (zie pagi-
na 40).
EcoManagement stelt informatie over het energieverbruik en waterverbruik van het
apparaat ter beschikking en bevordert een duurzaam gebruik van energie. Zolang geen
programma loopt, kan de volgende verbruiksinformatie worden opgevraagd:
Energie- en waterverbruik van het laatste programma
Gemiddeld energie- en waterverbruik van de laatste 25 programma's
Totale energie- en waterverbruik
Tijdens de programmakeuze wordt aangegeven, hoeveel energie en water het desbe-
treffende programma gaat verbruiken Na voltooiing van het programma wordt het ener-
gie- en waterverbruik van het laatste programma weergegeven.
De waarden kunnen afhankelijk van het programma, de belading, extra functies en per-
soonlijke instellingen variëren.
5 Belading
5.1 Apparaat voorbereiden
Een toestel met warmtepomp moet na een verandering van plaats ca. 2 uur in de
gebruikspositie blijven staan voordat het bedrijfsklaar is.
Verwijder grove en harde etensresten evenals vreemde voorwerpen (bijv. tandensto-
kers) van het vaatwerk.
Korven laden. Controleer na het inladen of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
18
5 Belading
5.2 Tips voor het laden van de onderste korf
Schade aan het apparaat door te zware belading!
Overschrijd het maximale laadgewicht van de onderste korf van 21kg niet.
Groter vaatwerk inruimen
Plaats vooraan groter vaatwerk, zoals
borden, schalen, schotels en pannen.
Plaats breed vaatwerk (soepborden, dek-
sels, etc.) rechtsachter.
Klaprekken verstellen
De klaprekken kunnen naar beneden geklapt worden om voor een groter oppervlak te
zorgen.
Trek de vergrendelingsgreep 1 naar bo-
ven.
Rek naar beneden trekken.
1
Grote borden, pannen, schotels of veel
koppen en glazen inruimen.
Plaats de gaarplaat tussen de korfpen-
nen.
Steek voor meer stabiliteit easy-pennen
over de resterende korfnaalden.
19
5 Belading
Glazen en flessen met easy-pennen stabiliseren
Plaats de Easy-pennen 1 op de korfpen-
nen.
Drinkglazen, babyflessen, vazen en ka-
raffen inruimen.
Voor bredere vaat twee easy-pennen ge-
bruiken.
1
Bestek in de bestekkorf * inruimen
* modelafhankelijk
Verwondingsgevaar door verkeerde belading!
Plaats messen en bestek met puntige en scherpe delen met de punt naar bene-
den in de bestekkorf. Let erop dat deze niet buiten de bestekkorf uitsteken
Schade aan het apparaat door scherpe voorwerpen!
Steek geen messen, vorken of andere scherpe voorwerpen in de opening van de
deursluiting.
Korfpennen omhoog klappen
Bestekkorf op elke positie op de om-
hoog geklapte pennen plaatsen.
Messen e.d. met de punt naar beneden
over de vakken verdelen.
Verdeel het resterende bestek losjes en
met de greep naar beneden over de vak-
ken.
Lepels mogen niet in elkaar liggen.
Plaats de meegeleverde opzetstukken 1
op de bestekkorf 2 om te voorkomen dat
kleine bestekdelen in elkaar liggen,
droogvlekken krijgen of doorglijden.
1
2
Gevaar voor lekkend water!
Let er bij het sluiten van de toesteldeur op dat er geen bestekdelen uit de mand
steken en ingeklemd raken. De dichtheid van het apparaat is anders niet gewaar-
borgd.
20
5 Belading
Controleer of bestekdelen recht in de be-
stekkorf staan.
5.3 Tips voor het laden van de bovenste korf
Schade aan het apparaat door te zware belading!
Overschrijd het maximale laadgewicht van de bovenste korf van 9kg niet.
Kleiner vaatwerk inruimen
Kleiner vaatwerk zoals schoteltjes, gla-
zen, kopjes en schaaltjes inruimen.
Als neerklapbare legborden 1 worden
gebruikt, moet de vaat om en om geor-
dend worden.
Plaats glazen tegen de uitklapbare gla-
zenhouder 2.
Glazen en flessen met easy-pennen stabiliseren
Plaats de Easy-pennen 1 op de korfpen-
nen.
Drinkglazen, babyflessen, vazen en ka-
raffen inruimen.
Voor bredere vaat twee easy-pennen ge-
bruiken.
1
21
5 Belading
Hoge glazen plaatsen
Voor meer stabiliteit van hoge glazen kunnen zowel glazenhouders als legborden ge-
bruikt worden. Door het verwijderen van de legborden ontstaat er meer plaats voor hoge
glazen.
Glazenhouder
Glazenhouders 1 licht naar boven trek-
ken tot ze vastklikken.
Hoge glazen tegen glazenhouders laten
rusten.
1
Legbord
Druk legbord 1 aan de haken 2 naar bo-
ven.
Neem het legbord via de binnenzijde
weg.
Indien nodig kan het legbord in de hoger
gelegen positie 3 gehangen worden.
Steelglazen tegen de rand van de korf
laten rusten.
32
1
1
22
5 Belading
Bovenste korf verstellen
Afhankelijk van het model kan de bovenste korf tussen ca. 2–4 cm in hoogte versteld
worden. Er zijn ook gecombineerde schuine standen mogelijk.
Til de bovenste korf aan de handvaten 1
op tot de gewenste vergrendelingsposi-
tie.
De bovenste korf werd verhoogd.
1
Houd de bovenste korf aan de handva-
ten 1 vast.
Til de bovenste korf licht op en druk te-
gelijkertijd op knop 2.
De bevestiging wordt ontgrendeld.
Laat de bovenste korf tot de gewenste
positie zakken, laat de knop los en laat
de korf vastklikken.
De bovenste korf werd verlaagd.
1
2
Bovenste korf uitnemen
De bovenste korf niet helemaal tot aan
de aanslag uittrekken.
Van onderen de onderste railuiteinden 1
vastpakken en met de wijsvingers en
duimen de korfstoppers 2 naar boven
drukken.
Korfstoppers 2 verwijderen.
Schuif de bovenste korf uit.
23
5 Belading
Bovenste korf inzetten
Schuif de rails 1 tot aan de aanslag uit.
Laat de bovenste korf zodanig op de
rails 1 glijden dat de bovenste korfrollen
2 op de rails komen te liggen.
Korfstoppers 3 op de uiteinden van de
rails 4 schuiven en vastdrukken.
1
2
2
3
3
4
4
5.4 Laadtips besteklade *
*afhankelijk van het model
Schade aan het apparaat door te zware belading!
Overschrijd het maximale laadgewicht van de besteklade van 5kg niet.
Bestek inruimen
Lepels indien mogelijk met de greep in de
pennenrij plaatsen.
Bij lepels met dikke greep of bij opgetild
zijdeel het mondstuk in de pennenrij plaat-
sen.
Bij hoge glazen: Rechter beweeglijk zijdeel
2cm optillen of naar het midden schuiven.
Gevaar voor schade aan hoge glazen!
Hoge glazen kunnen tegen het bestekladeframe stoten en beschadigd raken.
24
6 Bediening
De besteklade verwijderen
Voor het in- en uitladen buiten het apparaat kan de besteklade uit het apparaat verwij-
derd worden.
De bestekkorf niet helemaal tot aan de
aanslag uittrekken.
Aan de onderste railuiteinden 1 vastpak-
ken en met de wijsvingers en duimen de
korfstoppers 2 naar boven drukken.
Korfstoppers 2 verwijderen.
Schuif de bestekkorf uit.
De besteklade inzetten
Schuif de rails 1 tot aan de aanslag uit.
Leg de bovenste korfrollen 2 op de rails.
Korfstoppers 3 op de uiteinden van de
rails 4 schuiven en vastdrukken.
6 Bediening
6.1 Tips rondom de afwas
Algemene informatie
Overlaad de korven niet.
Sterk ingebrande voedselresten vooraf inweken.
Hol vaatwerk zoals kopjes, glazen, pannen, etc. moet met de opening naar beneden
worden geplaatst, zodat het water kan wegstromen.
Zet glazen er zo in dat ze elkaar niet aanraken om beschadigd glas en watervlekken
te vermijden.
Als metalen vetfilters van dampafzuiger gereinigd worden, kies dan het programma
«Intensief» en gebruik de maximale hoeveelheid wasmiddel.
Energie en water sparen
Laad het apparaat tot aan de maximale capaciteit.
Spoel het vaatwerk niet handmatig voor. Dit veroorzaakt een verhoogd water- en ener-
gieverbruik.
Als het vaatwerk in de vaatwasmachine volgens de gebruiksaanwijzing gereinigd
wordt, dan wordt normaal gesproken minder energie en water verbruikt dan bij het
handmatig afwassen.
Vaatwerk
Niet elk vaatwerk is geschikt voor machinale reiniging.
Was loog- en warmtegevoelige onderdelen van hout of plastic met de hand.
Keramiek en aardewerk zijn geneigd te scheuren en splinters af te geven.
Opdrukken op glas en porselein zijn slechts beperkt resistent en kunnen na verloop
van tijd vervagen of loslaten.
Glas kan afhankelijk van het soort en het gebruikte wasmiddel mat worden. Vraag bij
uw glasleverancier na of het glas vaatwasmachinebestendig is.
25
6 Bediening
In geslepen en dikke kristallen glazen en schalen kunnen spanningen ontstaan die tot
breuk kunnen leiden.
Geen vaatwerk met hechtetiketten afwassen. Losgekomen etiketten kunnen het filter-
systeem verstoppen.
Voorwerpen van zilver, koper en tin kunnen bruin of zwart worden.
Aluminium heeft de neiging om vlekken te vormen. Aluminium afzonderlijk of handma-
tig afwassen.
6.2 Afwasmiddel kiezen
Algemeen
Gebruik in geen geval handafwasmiddel! Sterke schuimvorming kan tot storingen
leiden. Houd de op de verpakking vermelde doseringsinstructies nauwkeurig aan
overleg bij alle vragen met de wasmiddelfabrikant. Te hoge of lage dosering kan
leiden tot schade aan het apparaat.
Gebruik alleen afwasmiddel dat geschikt is voor afwasmachines (tabs, poeder, gel,
gecombineerde reinigingsproducten).
Tabs
Tabs zijn geschikt voor programma’s met spoeltemperaturen boven 55°C. Bij spoeltem-
peraturen onder 55°C lossen tabs eventueel niet goed op, wat het afwasresultaat nega-
tief beïnvloeden kan.
Het programma «Party» is niet geschikt voor tabs! Alleen afwasmiddel in poeder-
of gelvorm gebruiken!
Gecombineerde reinigingsproducten (tabs/poeder)
Bij het gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen, die het gebruik van glansspoel-
middel en regenereerzout overbodig moeten maken, dient u de volgende aanwijzingen in
acht te nemen:
Controleer op de productverpakking van de fabrikant van het afwasmiddel of de aan-
gegeven waterhardheden met de lokale waterhardheid overeenkomen.
Veelgebruikte persoonlijke instelling «All in 1» activeren (zie pagina 38).
Programma's en indicaties worden aan het gecombineerde reinigingsproduct aan-
gepast.
Als de bijvulindicator knippert, regenereerzout bijvullen (zie pagina 46).
Als de bijvulindicator knippert, glansspoelmiddel bijvullen (zie pagina 46).
Als het afwas- of droogresultaat niet bevredigend is:
Gebruik conventionele reinigingsproducten.
Veelgebruikte persoonlijke instelling «All in 1» deactiveren (zie pagina 38).
Voor reclamaties kunt u zich tot de fabrikant van het afwasmiddel wenden.
26
6 Bediening
6.3 Afwasmiddel vullen
Er mogen geen reinigingsmiddelen in de opening van de deurvergrendeling te-
rechtkomen. Dit kan een defecte deurvergrendeling tot gevolg hebben.
Poeder
Op deksel 1 van het afwasmiddelreser-
voir 2 in pijlrichting drukken en openen.
1
2
Let op de markering 3 «20 en 30 ml».
Doe het afwasmiddel in het reservoir.
Doseer volgens de gegevens van de af-
wasmiddelfabrikant.
Doe bij sterke vervuiling ca. 1theelepel
afwasmiddel in de voorspoelruimte 4.
Sluit klapdeksel 5.
3
4
5
Tabs
Leg de tab 6 plat in het doseerbakje.
Sluit klapdeksel 5.
6
5
27
6 Bediening
6.4 Display bedienen
Het kiezen van programma’s, instelopties, persoonlijke instellingen, continumodus en fa-
vorieten vindt plaats door het drukken op of ingedrukt houden van de betreffende toet-
sen.
Toets indrukken
Door kort te drukken op een selecteerbare of geselecteerde toets kunt u
van het ene menu naar het eerstvolgende hogere gaan.
andere functies van hetzelfde menu laten weergeven.
selecteerbare functies activeren.
geselecteerde functies deactiveren.
Toets ingedrukt houden
Met het ingedrukt houden van een toets kunt u eenvoudig
een programma als favoriet opslaan (zie pagina 35).
een favoriet wissen (zie pagina 36).
Informatie over een functie verkrijgen (zie pagina 39).
een programma in de continumodus gebruiken (zie pagina 34).
Bij programma's
Houd de toets van het gewenste programma, bijv. , ingedrukt tot op het display
naast het gekozen programma de toetsen , en verschijnen.
Bij favorieten
Houd de toets van de gewenste favoriet, bijv. , ingedrukt tot op het display naast
de gekozen favoriet de toetsen , en verschijnen.
Bij instelopties en alle persoonlijke instellingen
Houd de toets van de gewenste functie ingedrukt tot op het display naast de gekozen
functie de toets verschijnt.
28
6 Bediening
6.5 Programma kiezen en starten
De volgende stappen gelden voor alle programma’s met uitzondering van het program-
ma «Party» .
Om het programma «Party» te starten, hoofdstuk «Programma ‘Party’».in acht
nemen (zie pagina 30).
Programma kiezen
Druk op het donkere display.
Het startbeeldscherm verschijnt.
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot het gewenste programma ver-
schijnt.
Druk op het gewenste programma, bijv. .
Op het display verschijnt het geselecteerde programma.
70°
Intensief
1h15
Druk op de toets om instelopties te kiezen.
Op het display verschijnt de keuze aan instelopties.
Druk op de gewenste insteloptie, bijv. .
Indien gewenst programma in continumodus gebruiken (zie pagina 34) of program-
ma als favoriet opslaan (zie pagina 35).
Programmakeuze wijzigen
Druk zo vaak op de toets tot het startbeeldscherm verschijnt.
De gemaakte keuzes worden verworpen.
Nieuwe keuzes maken.
Programmakeuze afbreken
Druk zo vaak op de toets tot het startbeeldscherm verschijnt.
Sluit de toesteldeur.
Het display wordt donker.
Programma starten
Sluit de toesteldeur zodra alle voor het programma nodige instellingen gemaakt zijn.
Het programma start onmiddellijk.
Afhankelijk van het model brandt het FunctionLight.
Als de toesteldeur niet binnen 30 seconden gesloten wordt, dan gaan alle keuzes,
symbolen en het display uit; bovendien klinkt een geluidssignaal. Het programma
moet opnieuw worden geselecteerd.
29
6 Bediening
6.6 Programma «Party»
Belading
Met het programma «Party» kan de korf volledig beladen worden. Het programma is
alleen geschikt voor licht vervuild vaatwerk:
Wijn-, champagne- en drinkglazen
Koffie- en theekopjes
Borden met licht vettige resten
Bestek
Niet geschikt voor reeds ingedroogd of gemiddeld tot sterk vervuild vaatwerk!
Toestel opwarmen
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot het programma «Party»
verschijnt.
Druk op de toets .
Op het display verschijnt de volgende melding:
Party
Opwarmen
0h10
Sluit de toesteldeur.
Het apparaat warmt gedurende max. 25minuten op.
Afhankelijk van het model verschijnt op het display de melding «Vaatwerk inrui-
men» of het FunctionLight knippert.
Programma starten
Open de toesteldeur.
Vaatwerk inruimen.
Afwasmiddel in poeder- of gelvorm in de machine vullen.
Niet geschikt voor tabs!
Druk op de toets .
Sluit de toesteldeur.
Het programma start onmiddellijk en duurt ca. 11 minuten.
Zodra het programma beëindigd is,
klinkt een 5-voudig geluidssignaal.
Open de toesteldeur.
Op het display verschijnt de volgende melding:
50°
Party 2/5
0h11
Vochtig vaatwerk uitnemen en met de hand nadrogen.
30
6 Bediening
Meerdere afwasbeurten uitvoeren
Omdat het water van de eerste afwasbeurt in het apparaat achterblijft en bij gesloten toe-
steldeur tot 5 uur warmgehouden wordt, kan het voor nog 4 afwasbeurten gebruikt wor-
den.
Gevaar voor brandwonden! Als het apparaat is aangesloten op een warmwaterlei-
ding, kan het water tussen de spoelcycli heter zijn dan 50 °C.
Ruim indien nodig een nieuwe lading vaatwerk in.
Na de 5e afwasbeurt wordt het programma automatisch afgebroken.
Afwasmiddel in poeder- of gelvorm in de machine vullen.
Voor elke verdere afwasbeurt met vaatwerk moet afwasmiddel in het afwasmiddel-
reservoir gevuld worden!
Druk om het programma af te breken op de toets .
Sluit om het programma opnieuw te starten de toesteldeur.
Als de toesteldeur tussen 2afwasbeurten langer dan 3uur open blijft, dan wordt
het programma afgebroken.
Bij veelvuldig gebruik van het programma «Party» wordt aanbevolen, «Spoelen-
Plus» in de instellingen te activeren. Daardoor worden de desbetreffende afwas-
beurt enigszins verlengd.
6.7 Tussendoor vaatwerk inruimen.
Het vaatwerk en het water kunnen heet zijn. Verbrandingsgevaar!
Open de toesteldeur voorzichtig.
Het programma wordt onderbroken.
Op het display verschijnt het onderbroken programma afwisselend met de melding
«Deur sluiten»
70°
Intensief
0h35
1h15
Vaatwerk inruimen (zie pagina 18).
Sluit de toesteldeur.
Het programma wordt voortgezet.
31
6 Bediening
6.8 Programma voortijdig afbreken
Het vaatwerk en het water kunnen heet zijn. Verbrandingsgevaar!
Open de toesteldeur voorzichtig.
Het programma wordt onderbroken.
Op het display verschijnt het onderbroken programma afwisselend met de melding
«Deur sluiten»
70°
Intensief
0h35
1h15
Druk op de toets .
Op het display verschijnt de volgende melding:
Wilt u het programma afbreken?
NEE JA
Druk op de toets «JA».
Op het display staat: «Programma wordt afgebroken…»
Het water wordt weggepompt.
Er klinkt een vijfvoudig geluidssignaal.
Het display gaat uit.
Het programma is afgebroken.
6.9 Vaatwerk uitnemen
Het kan na het einde van het programma of na het einde van de nadroogfase verwijderd
worden. Voor een optimale droging is het aan te bevelen om het vaatwerk pas na afloop
van de nadroogfase te verwijderen.
Einde van het programma en nadroogfase
Zodra het programma beëindigd is,
klinkt een 5-voudig geluidssignaal.
Vervolgens begint de nadroogfase:
Afhankelijk van het model brandt het display of knippert het FunctionLight.
De toesteldeur wordt automatisch geopend.
Op het display verschijnt de aflopende restduur van de nadroogfase.
Schade aan het apparaat door het sluiten van de toesteldeur!
De toesteldeur mag tijdens de automatische deuropening niet gesloten worden.
Anders wordt de deuropener beschadigd!
Zodra de nadroogfase beëindigd is,
klinken 3 lange geluidssignalen.
verschijnt op het display gedurende ca.10seconden het energie- en waterverbruik
van het programma.
gaat het display uit.
schakelt het apparaat naar de energiespaarmodus «EcoStandby».
Vaatwasmachine uitruimen
Verwijder het vaatwerk. Eerst de onderste korf uitladen.
Zeefsysteem regelmatig controleren en eventueel reinigen (zie pagina 45).
32
7 Programma-opties
7 Programma-opties
7.1 Uitgestelde start
Met de uitgestelde start kan er in daluren afgewassen worden (bijv. met een laag stroom-
tarief). Deze kan een korte tijd na het selecteren van het programma ingesteld worden.
Het instelbereik ligt tussen 30 minuten en 24 uur.
Tijdsduur instellen
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot het gewenste programma ver-
schijnt.
Gewenste programma en indien nodig alle instelopties selecteren (zie pagina 29).
Druk op de toets .
Druk op de toets .
Op het display verschijnt het menu van de uitgestelde start.
0h30Uitgestelde start
Druk de toets of zo vaak in tot de gewenste tijdsduur verschijnt.
Druk indien nodig op «OptiStart» om het vaatwerk tijdens de uitgestelde start in te
weken.
Druk op de toets .
Op het display verschijnt het menu van de instelopties.
De gekozen tijdsduur is opgeslagen.
Sluit de toesteldeur.
Afhankelijk van het model wordt het display gedoofd.
De ingestelde tijdsduur loopt af.
Na afloop van de ingestelde tijdsduur start het geselecteerde programma automa-
tisch.
Aan het einde van het programma klinkt geen signaal.
Tijdens de uitgestelde start kan altijd alsnog vaatwerk worden ingeruimd.
Uitgestelde start en programma afbreken
Open de toesteldeur.
Druk op de toets .
Druk op de toets .
Druk zo vaak op de toets tot «0h00» verschijnt.
Uitgestelde start en programma zijn afgebroken.
33
7 Programma-opties
7.2 Programma in continumodus
Er kan één programma in de continumodus gebruikt worden. Het programma verschijnt
bij het openen van de toesteldeur op het startbeeldscherm en kan onmiddellijk gestart
worden. Een programma dat in de continumodus gebruikt wordt, kan op elk moment ver-
wijderd worden.
Programma als continumodus opslaan
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot het gewenste programma ver-
schijnt.
Houd de toets van het gewenste programma, bijv. , ingedrukt tot op het display
naast het gekozen programma de toetsen , en verschijnen.
Druk op de toets en bevestig de vraag met «JA».
Op het display verschijnt het programma dat in de continumodus gebruikt wordt.
70°
Intensief
1h15
Continumodus-programma starten
Open de toesteldeur.
Op het display verschijnt het programma dat in de continumodus gebruikt wordt.
Druk op de toets .
Sluit de toesteldeur.
Het programma start.
Continumodus beëindigen
Open de toesteldeur.
Op het display verschijnt het programma dat in de continumodus gebruikt wordt.
Druk op de toets en bevestig de vraag met «JA».
Op het display verschijnt het startbeeldscherm.
De continumodus wordt beëindigd.
34
7 Programma-opties
7.3 Favorieten
Er kunnen tot 10 programma's met of zonder instelopties als favorieten opgeslagen wor-
den. Als favorieten opgeslagen programma’s verschijnen op het startbeeldscherm na het
Eco-programma en kunnen te allen tijde gewist worden.
Favorieten zonder instelopties aanmaken
Deze functies is geschikt om programma’s die af fabriek niet op het startbeeld-
scherm te zien zijn, hier weer te geven.
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot het gewenste programma ver-
schijnt.
Houd de toets van het gewenste programma, bijv. , ingedrukt tot op het display
naast het gekozen programma de toetsen , en verschijnen.
Druk op de toets en bevestig de vraag met «JA».
Op het display verschijnt het geselecteerde programma met een hart, bijv. .
Favorieten met instelopties aanmaken
Programma met instelopties kiezen (zie pagina 29).
Druk in het menu van de instelopties op de toets .
Op het display verschijnen de toetsen , en .
Druk op de toets en bevestig de vraag met «JA».
Op het display verschijnt het geselecteerde programma met een hart, bijv. .
Favorieten starten
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot de gewenste favoriet ver-
schijnt.
Druk op de toets van de gewenste favoriet, bijv. .
Indien nodig de instelopties aanpassen (zie pagina 29).
Sluit de toesteldeur zodra alle voor het programma nodige instellingen gemaakt zijn.
Het programma start onmiddellijk.
Afhankelijk van het model brandt het FunctionLight.
35
7 Programma-opties
Favorieten in de continumodus gebruiken
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot de gewenste favoriet ver-
schijnt.
Houd de toets van de gewenste favoriet, bijv. , ingedrukt tot op het display naast
de gekozen favoriet de toetsen , en verschijnen.
Druk op de toets en bevestig de vraag met «JA».
Op het display verschijnt het programma dat in de continumodus gebruikt wordt.
10°
Voorspoelen
1h15
Favorieten wissen
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot de gewenste favoriet ver-
schijnt.
Houd de toets van de gewenste favoriet, bijv. , ingedrukt tot op het display naast
de gekozen favoriet de toetsen , en verschijnen.
Druk op de toets en bevestig de vraag met «JA».
De favoriet is gewist.
7.4 Instelopties permanent selecteren
Instelopties aan elk programma toewijzen
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot «Persoonlijke instellingen»
verschijnt.
Selecteer de persoonlijke instelling «Instelopties permanente selectie» .
De persoonlijke instelling «Instelopties permanente selectie» verschijnt.
Instellingsopties
Permanente selectie
Druk op de gewenste insteloptie, bijv. .
Op het display verschijnt de geselecteerde insteloptie met een prikker, bijv. .
Instellingsopties
Permanente selectie
Bij de volgende selectie van een programma wordt de gekozen insteloptie automa-
tisch aan elk programma toegewezen.
Selecteer indien gewenst andere instelopties permanent.
Druk op de toets om naar het hoofdmenu van de persoonlijke instellingen te gaan.
36
7 Programma-opties
Permanente insteloptie tijdelijk uitschakelen
Druk op het gewenste programma, bijv. .
Op het display verschijnt het geselecteerde programma.
70°
Intensief
1h15
Druk op de toets .
Op het display verschijnt de keuze aan instelopties.
Druk op de permanent geselecteerde insteloptie, bijv. .
De insteloptie «Energie besparen» wordt voor het programma «Intensief» tij-
delijk uitgeschakeld.
Selecteer indien gewenst andere instelopties.
Programma starten (zie pagina 29).
Voortaan zullen bij de selectie van het programma «Intensief» weer alle perma-
nent geselecteerde instelopties verschijnen.
7.5 Kinderbeveiliging
Activeren
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot de persoonlijke instelling «Kin-
derbeveiliging» verschijnt.
Druk op de toets .
Druk op de toets .
Op het display staat: «Om de kinderbeveiliging te activeren, de code 3221 achter-
uit invoeren.»
Druk op de toets om de melding te bevestigen.
Op het display verschijnt het invoerveld voor de code.
1 2 3 4
Code volgens het hoofdstuk «Veelgebruikte persoonlijke instellingen» invoeren (zie
pagina 18).
De kinderbeveiliging is geactiveerd.
Bediening bij geactiveerde kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging moet vóór elke programmaselectie worden uitgeschakeld.
Ecomanagement-gegevens kunnen zonder de kinderbeveiliging uit te schakelen worden
opgevraagd.
Open de toesteldeur.
Op het display verschijnt het invoerveld voor de code.
Code volgens het hoofdstuk «Veelgebruikte persoonlijke instellingen» invoeren (zie
pagina 18).
Het apparaat is ontgrendeld.
Het apparaat kan normaal bediend worden.
37
7 Programma-opties
Deactiveren
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot de persoonlijke instelling «Kin-
derbeveiliging» verschijnt.
Druk op de toets .
Druk op de toets .
De kinderbeveiliging is gedeactiveerd.
7.6 All in 1
Activeren
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot de persoonlijke instelling «All
in 1» verschijnt.
Druk op de toets .
«All in 1» is geactiveerd.
Druk op de toets om naar het startbeeldscherm te gaan.
Gecombineerd reinigingsmiddel vullen (zie pagina 27).
Bij het programma «Party» mogen geen tabs gebruikt worden! Alleen gecombi-
neerde reinigingsproducten in poeder- of gelvorm in de machine vullen!
Programma selecteren (zie pagina 29).
Deactiveren
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot de persoonlijke instelling «All
in 1» verschijnt.
Druk op de toets .
«All in 1» is gedeactiveerd.
Druk op de toets om naar het startbeeldscherm te gaan.
7.7 Veegbescherming
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot de persoonlijke instelling
«Veegbescherming» verschijnt.
Druk op de toets .
Het display wordt 10seconden geblokkeerd.
Op het display loopt de blokkeertijd af.
Zodra de blokkeertijd afgelopen is verschijnt het startbeeldscherm.
7.8 EcoManagement
Druk op de toets .
Op het display verschijnt het energie- en waterverbruik van het laatste programma.
Verbruik laatste programma
8l
0,8 kWh
Druk op de toets .
Op het display verschijnt het gemiddelde energie- en waterverbruik van de laatste
25 programma’s.
Gemiddeld verbruik
9l
1,1 kWh
38
8 V-ZUG-Home
Druk nogmaals op de toets .
Op het display verschijnt het gemiddelde energie- en waterverbruik van de laatste
25 programma’s.
Totaal verbruik
126l
35,5 kWh
7.9 Informatie
Houd de toets van de gewenste functie ingedrukt tot op het display naast de gekozen
functie de toets verschijnt.
Druk op de toets .
Op het display verschijnt de beschrijving bij de functie.
Energie besparen: de afwastemperatuur wordt 5°C verlaagd.
Het energieverbruik wordt tot 10% gereduceerd.
Druk op de toets om de informatie te sluiten.
8 V-ZUG-Home
8.1 Voorwaarden
Om van de volledige omvang van V-ZUG-Home gebruik te kunnen maken, moet aan de
volgende voorwaarden zijn voldaan:
Internettoegang en toegang tot Google Play
TM
Store/App Store
®
Draadloos netwerk dat aan een van de volgende standaards voldoet: 2.4GHz 802.11
b/g/n
Smartphone of tablet dat met het draadloze netwerk verbonden is
Systeemvereisten voor smartphone of tablet: vanaf Android 6.0 of vanaf iOS 11.0
Google Play
TM
is een handelsmerk van Google Inc.
Apple en het Apple-logo zijn merken van Apple Inc. die in de VS
en in andere landen geregistreerd zijn. App Store
®
is een han-
delsmerk van Apple Inc.
8.2 Eerste inbedrijfstelling
Blijf terwijl u verbinding maakt in de buurt van uw apparaat en houd het wacht-
woord van uw draadloos netwerk bij de hand.
App installeren
Op de smartphone/tablet Bluetooth en locatiebepaling activeren.
In de Google Play
TM
Store/App Store
®
naar «V-ZUG» zoeken.
V-ZUG-app installeren en openen.
V-ZUG-Home-modus op het apparaat activeren
In de persoonlijke instellingen onder «V-ZUG-Home» de bedrijfsmodus «Weergeven»
of «Bedienen» instellen.
39
9 Persoonlijke instellingen
Apparaat met het thuisnetwerk verbinden
Voeg in de V-ZUG app een toestel toe.
In de V-ZUG app verschijnt een bluetooth-koppelaanvraag.
Op het display van het toestel verschijnt een 6-cijferige PIN-code.
Voer de 6-cijferige PIN-code in de V-ZUG app in en bevestig de bluetooth-koppelaan-
vraag.
In de V-ZUG app verschijnen alle beschikbare draadloze netwerken.
Selecteer uw draadloze netwerk.
Voer het wachtwoord van uw draadloze netwerk in.
Het toestel is verbonden met uw draadloze netwerk.
Meer informatie over V-ZUG-Home en de beschikbaarheid is te vinden onder ho-
me.vzug.com of in de V-ZUG-Home gebruiksaanwijzing.
9 Persoonlijke instellingen
9.1 Persoonlijke instellingen aanpassen
De persoonlijke instellingen kunnen te allen tijde gewijzigd worden.
Druk op het startbeeldscherm zo vaak op de toets tot «Persoonlijke instellingen»
verschijnt.
Druk op de toets .
Op het display verschijnt het menu van de persoonlijke instellingen.
Druk zo vaak op de toets tot de gewenste persoonlijke instelling verschijnt.
Druk op de gewenste persoonlijke instelling.
De gekozen persoonlijke instelling verschijnt wit.
Maak de gewenste instelling.
Druk op de toets om naar het hoofdmenu van de persoonlijke instellingen te gaan.
9.2 Overzicht persoonlijke instellingen
Taal Keuze
De taal van het display kan worden gewijzigd.
U heeft de keuze uit verschillende talen.
Nederlands
(…)
Helderheid Keuze
De helderheid van het display kan met de toet-
sen en veranderd worden. Er staan 5 ver-
schillende helderheidsinstellingen ter beschik-
king.
Niveau 1: zeer donker
Niveau 2: donker
Niveau 3: gemiddeld (af fabriek in-
gesteld)
Niveau 4: licht
Niveau 5: zeer licht
40
9 Persoonlijke instellingen
Geluidsweergaven Keuze
Er zijn 2 soorten geluiden: Toetsgeluiden
en signaalgeluiden . Toetsgeluiden klinken
bij het drukken op de toetsen. Signaalgeluiden
klinken na het einde van het programma, na
de nadroogfase en bij storingen. Het volume
van beide tonen kan gewijzigd of uitgescha-
keld worden. U heeft de keuze uit 2 verschil-
lende geluidssterktes.
: Uit
: Zacht (af fabriek ingesteld)
: Luid
Instelopties permanent selecteren Keuze
Door te drukken op een insteloptie wordt deze
automatisch bij elk programma toegewezen
(zie pagina 36). Alleen bij het programma
«Voorspoelen» worden de instelopties
«Energie besparen» en «SteamFinish»
niet geactiveerd.
: Energie besparen
: SteamFinish
: Halve belading
: Uitgestelde start
: SpoelenPlus
DrogenPlus
Glansspoelmiddeldosering Keuze
De hoeveelheid glansspoelmiddel wordt auto-
matisch aangepast aan de hoeveelheid
vaatwerk en de waterhardheid. Als het droog-
resultaat niet bevredigend is, kan de dosering
handmatig op 12 standen worden inge-
steld. De hoeveelheid glansspoelmiddel kan
worden uitgeschakeld .
Automatisch (af fabriek inge-
steld)
Niveau 1–12
Uit
Waterhardheid Keuze
De waterhardheid kan op «°fH» of «°dH» inge-
steld worden. De waterhardheid kan aan de
plaatselijke omstandigheden worden aange-
past. Neem contact op met de lokale water-
voorziening.
°fH: Franse waterhardheid (af fa-
briek ingesteld: 26–30)
°dH: Duitse hardheid
zacht medium hard zeer hard
°fH
0 -
5
6 -
10
11 -
15
16 -
20
21 -
25
26 -
30
31 -
35
36 -
40
41 -
50
51 -
60
61 -
70
71 -
80
81 -
120
°dH
0 -
3
4 -
6
7 -
9
10 -
12
13 -
14
15 -
16
17 -
19
20 -
22
23 -
27
28 -
32
33 -
38
39 -
45
45 -
65
Temperatuureenheid Keuze
De temperatuureenheid kan in «°C» of «°F»
weergegeven worden.
°C: graden Celsius
°F: graden Fahrenheit (af fabriek in-
gesteld)
41
9 Persoonlijke instellingen
Binnenverlichting Keuze
Als de persoonlijke instelling geactiveerd is,
wordt vanaf een bepaalde deuropeningshoek
de binnenruimte gedurende de ingestelde
tijdsduur verlicht. Er staan 5 verschillende tijds-
duren ter beschikking.
: Geactiveerd (af fabriek inge-
steld: 10 minuten)
: Gedeactiveerd
FunctionLight * Keuze
De helderheid van de deuropeningsverlichting
kan met de toetsen en veranderd of gede-
activeerd worden. Er staan 3 verschillende hel-
derheidsinstellingen ter beschikking.
: Geactiveerd (af fabriek inge-
steld: stand 2)
: Gedeactiveerd
* afhankelijk van het model
Automatische deuropening Keuze
Als deze persoonlijke instelling geactiveerd is,
opent de toesteldeur automatisch tijdens de
droog- en nadroogfase op een kier om energie
te besparen. Als deze persoonlijke instelling
gedeactiveerd is, wordt de programmaduur
10minuten langer.
: Geactiveerd (af fabriek inge-
steld)
: Gedeactiveerd
Bediening deuropeningshoek Keuze
Als deze persoonlijke instelling geactiveerd is,
wordt de bediening van het display bij een
deuropeningshoek van meer dan 46° geblok-
keerd om het onbedoeld bedienen van het dis-
play te voorkomen.
: Geactiveerd
: Gedeactiveerd (af fabriek inge-
steld)
Automatische standby Keuze
Als deze persoonlijke instelling geactiveerd is,
verdwijnt de informatie op het display na af-
loop van het programma. Als deze persoonlij-
ke instelling gedeactiveerd is, kan door het be-
dienen van de deur informatie weergegeven
worden. Wanneer daarna een willekeurige
toets wordt ingedrukt, is er geen weergave
meer.
: Geactiveerd (af fabriek inge-
steld)
: Gedeactiveerd
V-ZUG-Home Keuze
Met V-ZUG-Home is via de V-ZUG app toe-
gang tot uw apparaten mogelijk en bijv. per-
soonlijke instellingen opvragen en wijzigen en
diverse statussen van uw huishoudelijke appa-
ratuur opvragen.
: Geactiveerd
: Gedeactiveerd (af fabriek inge-
steld)
42
9 Persoonlijke instellingen
Meer informatie over V-ZUG-Home en de beschikbaarheid is te vinden onder ho-
me.vzug.com of in de V-ZUG-Home gebruiksaanwijzing.
EcoManagement Keuze
Als deze persoonlijke instelling geactiveerd is,
stelt EcoManagement informatie over het ener-
gie- en waterverbruik van het apparaat ter be-
schikking. Met «Wissen» worden alle ver-
bruikswaarden op «0» teruggezet.
: Geactiveerd (af fabriek inge-
steld)
: Wissen
: Gedeactiveerd
Opslagduur tank Keuze
Als deze persoonlijke instelling geactiveerd is,
wordt het laatste spoelwater bewaard en voor
het volgende programma gebruikt. Wordt er
geen programma gestart, dan wordt het water
na de ingestelde tijdsduur weggepompt. Er
kan tussen 3 verschillende tijdsduren worden
gekozen. Na ongeveer 20 tankvullingen wordt
de tank automatisch gespoeld; dit betekent
een programmaverlenging van ongeveer 30
minuten.
: Geactiveerd (af fabriek inge-
steld: 36 uur)
: Gedeactiveerd
Opslagtank legen Keuze
De opslagtank wordt na het aantikken van de
toets onmiddellijk geleegd.
: Opslagtank legen
Tank legen bij een netonderbreking Keuze
Als deze persoonlijke instelling geactiveerd is,
wordt de opslagtank na een netstoring ook ge-
leegd als vooraf het programma «Eco» ge-
draaid heeft.
: Geactiveerd
: Gedeactiveerd (af fabriek inge-
steld)
Warmtepomp * Keuze
Als de persoonlijke instelling geactiveerd is,
wordt afhankelijk van de spoeltemperatuur de
warmtepomp ingeschakeld. Hierbij wordt het
energieverbruik gereduceerd en de program-
maduur verlengd. Afhankelijk van de instelling
(persoonlijke instellingen, extra functies) vari-
eert de programmaduur bijkomend. Als meer-
dere programma's na elkaar worden gestart,
blijft de warmtepomp mogelijk uitgeschakeld.
: Geactiveerd (af fabriek inge-
steld: 36 uur)
: Gedeactiveerd
* afhankelijk van het model
43
10 Verzorging en onderhoud
Warmwateraansluiting Keuze
Als het apparaat is aangesloten op een warm-
waterleiding, wordt bij geactiveerde instelling
het aanwezige warme water optimaal benut.
Naar de instelling «Zonder verwarmen» : Al-
leen instellen als het toevoerwater min. 60°C
warm is. Aan het einde van het programma
kan het vaatwerk nog vochtig zijn. Laat het
vaatwerk in het apparaat tot het droog is (bijv.
's nachts).
: Geactiveerd
: Zonder verwarmen
: Gedeactiveerd (af fabriek inge-
steld)
Favorieten wissen Keuze
Met «Wissen» en het bevestigen van de
vraag worden alle favorieten gewist.
: Wissen
Fabrieksinstelling Keuze
Met «JA» worden alle persoonlijke instellingen
naar de fabrieksinstelling teruggezet.
JA
NEE
Service-instellingen
De service-instellingen zijn alleen beschikbaar
voor de servicemonteurs.
10 Verzorging en onderhoud
10.1 Binnen- en buitenreiniging
Binnenruimte reinigen
Bij de juiste afwasmiddeldosering reinigt de binnenruimte zichzelf. 2 x per jaar moet het
apparaat daarnaast met machinereinigingsmiddel worden gereinigd
Gebruiksaanwijzing van het machinereinigingsmiddel in acht nemen.
Selecteer het programma «Machineonderhoud» , omdat machinereinigingsmiddelen
hogere temperaturen voor een optimaal reinigingseffect nodig hebben.
Buitenkant reinigen
Gebruik geen schurende of sterk zure reinigingsmiddelen.
Gebruik geen krassende schuursponsjes, staalwol etc. voor het reinigen. Anders raakt
het oppervlak beschadigd.
Verwijder vuil of resten van reinigingsmiddelen onmiddellijk. Gebruik alleen een hand-
afwasmiddel of glasreiniger.
Reinig het oppervlak alleen met een zachte, vochtige doek – bij metalen oppervlakken
in slijprichting.
Reinig het bedieningspaneel met een vochtige doek en droog het daarna na. Gebruik
alleen een handafwasmiddel of glasreiniger.
Reinig de deurpakking en zijkanten periodiek met een zachte, vochtige doek.
44
10 Verzorging en onderhoud
10.2 Sproeiarmen reinigen
Bovenste sproeiarm
Trek de bovenste korf helemaal naar buiten.
1
2
Draai de bajonetsluiting 1 tegen de klok in los en ver-
wijder hem.
Trek de sproeiarm 2 van de rotatieas en spoel hem
goed uit onder stromend water.
Controleer de sproeikoppen.
Onderste sproeiarm
Pak de sproeiarm 3 in het midden vast en trek hem
met kracht omhoog.
3
4
5
Spoel de sproeiarm goed uit onder stromend water.
Sproeiers 4 controleren.
Zeefsysteem 5 en grove zeef reinigen (zie pagina
45).
10.3 Zeefsysteem reinigen
Reinig de ruimte onder het zeefsysteem uitsluitend met zachte materialen. Gebruik
nooit metalen voorwerpen.
Een niet correct geplaatst zeefsysteem kan leiden tot storingen aan het toestel.
Open de toesteldeur en trek de onderste korf naar
buiten.
1
2
3
Draai de fijne zeef 1 tegen de klok in los en neem het
zeefsysteem eruit.
Open de grove zeef 2 door op de sluitklep 3 te druk-
ken en reinig het zeefsysteem met een borstel onder
stromend water.
Verwijder grove resten.
Plaats het zeefsysteem terug en draai de fijne zeef 1
met de klok mee tot de aanslag.
45
10 Verzorging en onderhoud
10.4 Regenereerzout bijvullen
Doe nooit afwasmiddel in het zoutreservoir!
Als de zoutvoorraad op is, knippert de bijvulindicator en op het display staat:
Regenereerzout bijvullen.
Vervolgens programma voorspoelen kiezen.
Open de zoutverpakking.
Open de toesteldeur en neem de onderste korf er uit.
Open het deksel van zoutreservoir 3 door het handvat om-
hoog te trekken.
3
Alleen bij de eerste inbedrijfstelling: Vul eerst 1l water bij.
Vul vervolgens 1kg gewoon regenereerzout bij.
Verwijder zoutresten van de rand van het zoutreservoir.
Druk het deksel van het zoutreservoir 3 dicht tot de klikslui-
ting vastklikt.
Kies het programma «Voorspoelen» zonder vaatwerk om
het apparaat te beschermen tegen corrosie door eventuele
zoutresten.
Globaal regenereerzoutverbruik
Het verbruik van regenereerzout is afhankelijk van de waterhardheid van het leidingwater.
Hoe lager de waterhardheid, hoe hoger het aantal afwasbeurten dat met 1kg regene-
reerzout mogelijk is.
Afwasbeurten per kg
zout
680 360 250 150 125 100 85 60 45 35 28 20
Franse waterhardheid
(°fH)
0 -
5
6 -
10
11 -
15
16 -
20
21 -
25
26 -
30
31 -
35
36 -
40
41 -
50
51 -
60
61 -
70
71 -
80
81 -
120
Duitse waterhardheid
(°dH)
0 -
3
4 -
6
7 -
9
10 -
12
13 -
14
15 -
16
17 -
19
20 -
22
23 -
27
28 -
32
33 -
38
39 -
45
45 -
65
10.5 Glansspoelmiddel bijvullen
Doe nooit afwasmiddel in het glansspoelmiddelreservoir. Veeg gemorst glans-
spoelmiddel af. Gevaar voor schuimvorming. Neem de veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen van de fabrikant in acht.
Het glansspoelmiddel zorgt ervoor dat het laatste spoelwater (glansspoelen) wegstroomt
zonder druppels achter te laten.
Als de glansspoelmiddelvoorraad leeg is, knippert de bijvulindicator en op het dis-
play staat:
Glansmiddel bijvullen.
46
11 Storingen zelf verhelpen
Op deksel 1 van het glansspoelmiddelreservoir 2 in pijlrich-
ting drukken en openen.
2
1
3
4
Vul het glansspoelmiddel bij tot de markering 3 «max»
(1,3dl = ca. 35 afwasbeurten).
Sluit klapdeksel 4.
Veeg gemorst glansspoelmiddel af.
10.6 Opslagtank legen
De opslagtank moet worden geleegd voordat het apparaat wordt losgekoppeld van de
stroomvoorziening (bij. in vakantiewoningen, bij andere huurders).
In de persoonlijke instellingen «Opslagtank legen» kiezen (zie pagina 40).
Druk op de toets .
De opslagtank wordt meteen geleegd.
11 Storingen zelf verhelpen
De volgende storingen kunnen eventueel zelf verholpen worden. Als dit niet mogelijk is,
noteer dan de complete storingsmelding en het serienummer (SN) op het typeplaatje van
uw apparaat en bel de servicedienst.
11.1 Storingsmeldingen
Volg bij storingsmeldingen de aanwijzingen op het bedieningspaneel. Druk na het verhel-
pen van de storingen op . Het apparaat kan weer normaal bediend worden.
Bij storingen klinkt er gedurende 1 minuut een geluidssignaal.
Display Mogelijke oorzaken Oplossing
A0
Schuimvorming?
Sterk schuimend afwas-
middel gebruikt.
Gemorst glansspoelmid-
del.
Handafwasmiddel ge-
bruikt.
Veeg gemorst glansspoelmiddel af
met een doek.
Schuim met ca. 1dl spijsolie verwij-
deren.
Druk op de toets om de storings-
melding te bevestigen.
Programma «Voorspoelen» se-
lecteren.
A1
Zeefsysteem con-
troleren
Zeefsysteem niet ge-
plaatst.
Zeefsysteem niet volle-
dig vergrendeld.
Controleer het zeefsysteem en
plaats het terug.
Fijnzeefgreep met de klok mee tot
aan de aanslag draaien (zie pagina
45).
47
11 Storingen zelf verhelpen
Display Mogelijke oorzaken Oplossing
A2
Waterafvoer con-
troleren
Zeefsysteem verstopt.
Afvoerslang geknikt.
Afvoerpomp of sifon
verstopt.
Bovenmatige schuim-
vorming door gemorst
glansspoelmiddel.
Zeefsysteem reinigen (zie pagina
45).
Verhelp de storing.
Druk op de toets om de storings-
melding te bevestigen.
Start het programma opnieuw.
A7
Warmtepompsto-
ring
Storing van de warmte-
pomp
Druk op de toets om de storings-
melding te bevestigen.
Het apparaat is verder klaar voor
gebruik. De warmtepomp wordt
niet gebruikt.
A9
Watertoevoer con-
troleren
Waterkraan gesloten.
Filterzeef in de toevoer
verstopt.
Onderbreking in de wa-
tertoevoer.
Te lage waterdruk.
Verhelp de storing of wacht tot de
watertoevoer is hersteld.
Druk op de toets om de storings-
melding te bevestigen.
Start het programma opnieuw.
F8 / E18
zie handleiding /
SN XXXXX XXXXXX
Toevoerwater is warmer
dan 79 °C (warmwater-
aansluiting).
Laat de temperatuur van het toevoer-
water verlagen door een sanitair-
monteur.
F…/E…
zie handleiding/
SN XXXXX XXXXXX
Verschillende situaties
kunnen tot een «F»-mel-
ding leiden.
Druk op de toets om de storings-
melding te bevestigen.
Indien de storingsmelding niet ver-
dwijnt:
Onderbreek de stroomtoevoer voor
ca. 1 minuut.
Schakel de stroomtoevoer weer in.
Druk op de toets om de storings-
melding te bevestigen.
Start het programma opnieuw.
Indien de storing opnieuw verschijnt,
noteer dan de storingsmelding en
het SN-nummer.
Sluit de waterkraan en onderbreek
de stroomtoevoer.
Bel de klantenservice.
48
11 Storingen zelf verhelpen
Display Mogelijke oorzaken Oplossing
U… /E…
zie handleiding
Incorrecte elektrische
aansluiting.
Overspanning.
Druk op de toets om de storings-
melding te bevestigen.
Indien de storingsmelding niet ver-
dwijnt:
Onderbreek de stroomtoevoer voor
ca. 1 minuut.
Schakel de stroomtoevoer weer in.
Druk op de toets om de storings-
melding te bevestigen.
Start het programma opnieuw.
Indien de storing opnieuw verschijnt,
noteer dan de storingsmelding en
het SN-nummer.
Onderbreek de stroomtoevoer.
Laat de elektrische installatie nakij-
ken door een deskundige.
11.2 Verdere mogelijke verstoringen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat start
niet.
Verschillende redenen
mogelijk.
Sluit de toesteldeur.
Steek de stekker in het stopcontact.
Controleer de zekeringen.
Het hoofdstuk «Bediening bij geacti-
veerde kinderbeveiliging» in acht ne-
men (zie pagina 37).
Als het apparaat nog steeds niet
start: Bel de klantenservice.
Het apparaat heeft
een vreemde
geur.
Verschillende redenen
mogelijk.
Zeefsysteem reinigen (zie pagina
45).
Laat het programma «Machineonder-
houd» met machinereinigingsmid-
del draaien.
Kies een krachtiger programma.
Voldoende regenereerzout bijvullen
(zie pagina 46).
Verminder in de persoonlijke instel-
ling de opslagduur van de tank ,
bijv. 12h (zie pagina 40).
49
11 Storingen zelf verhelpen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De tijdsindicatie
blijft bij de pro-
grammastart of tij-
dens het afwassen
tot 4 minuten stil
staan
Waterontharder wordt
na het regenereerpro-
ces weggespoeld.
De programmaduur en
de tijdsindicatie passen
zich aan de vervuilings-
graad van het vaatwerk
aan.
Geen actie nodig.
De weergegeven
EcoManagement-
verbruikswaarden
zijn te hoog.
De waarden kunnen af-
hankelijk van het pro-
gramma, de belading,
extra functies en per-
soonlijke instellingen va-
riëren.
De nauwkeurigheid van
de door het apparaat
bepaalde waarde is on-
derhevig aan typische
technische variaties.
Geselceteerde persoonlijke instellin-
gen controleren en eventueel aan-
passen (zie pagina 40).
Geselecteerde instelopties controle-
ren en eventueel aanpassen (zie pa-
gina 17).
11.3 Onbevredigend spoelresultaat
Probleem Oplossing
De vaat wordt niet
schoon.
Kies een krachtiger programma.
Vaatwerkkorven anders beladen (zie pagina 18); sproeischaduw
vermijden.
Zeefsysteem reinigen en correct plaatsen (zie pagina 45).
Controleren of sproeiarmen geblokkeerd of vervuild zijn (zie pa-
gina 45).
Afwasmiddel nauwkeurig doseren of ander afwasmiddel gebrui-
ken (zie pagina 26).
In de persoonlijke instelling de waterhardheid juist instellen
(zie pagina 40).
Regenereerzout bijvullen (zie pagina 46).
Er zit een witte
laag op de vaat.
Het apparaat met machinereinigingsmiddel reinigen.
Regenereerzout bijvullen (zie pagina 46), programma «Voor-
spoelen» kiezen en zonder vaatwerk spoelen.
Afwasmiddel nauwkeurig doseren of ander afwasmiddel gebrui-
ken (zie pagina 26).
Glansspoelmiddel bijvullen (zie pagina 46).
In de persoonlijke instelling de dosering van het glansspoelmid-
del hoger instellen (zie pagina 40).
In de persoonlijke instelling de waterhardheid juist instellen
(zie pagina 40).
Als geen glansspoelmiddel gebruikt wordt, veelgebruikte per-
soonlijke instelling «All in 1» aantikken (zie pagina 38).
50
11 Storingen zelf verhelpen
Probleem Oplossing
Op de vaat zijn ve-
gen, strepen of
melkachtige vlek-
ken te zien.
In de persoonlijke instelling de dosering van het glansspoelmid-
del lager instellen (zie pagina 40).
Het vaatwerk is
nat en zonder
glans of heeft
droogvlekken.
Glansspoelmiddel bijvullen (zie pagina 46).
In de persoonlijke instelling de dosering van het glansspoelmid-
del hoger instellen (zie pagina 40).
Gebruik een ander glansspoelmiddel.
Open de toesteldeur aan het einde van een programma pas als
er een 3-voudig geluidssignaal klinkt en het display of het Functi-
onLight dooft (afhankelijk van het model).
Het vaatwerk heeft
roestvlekken.
Het gaat om roest afkomstig van bestek, pannen, uit de waterlei-
ding, etc. Het apparaat is gemaakt van roestvrij staal.
Regenereerzout bijvullen (zie pagina 46), programma «Voor-
spoelen» kiezen en zonder vaatwerk spoelen.
In het apparaat zit-
ten spoelmiddel-
resten.
Controleren of sproeiarmen geblokkeerd of vervuild zijn (zie pa-
gina 45).
Gebruik een ander afwasmiddel.
Controleer het klepje van het afwasmiddelreservoir.
Controleren of het zeefsysteem vervuild is en eventueel reinigen
(zie pagina 45).
Korf en kunststof
onderdelen in het
toestel verkleuren.
Er is vaatwerk met verkleurende etensresten (bijv. tomaten- of cur-
rysaus) of zilveren bestek afgewassen. De verkleuring kan na enke-
le afwasbeurten weer afnemen.
11.4 Bij een stroomonderbreking
Een lopend programma wordt onderbroken. Nadat de stroomonderbreking is verhol-
pen, wordt het programma voortgezet.
Storingsbewaking wordt onderbroken.
51
12 Toebehoren en vervangingsonderdelen
12 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Vermeld bij bestellingen a.u.b. de modelbenaming, het modelnummer en type van het
apparaat.
12.1 Toebehoren
Bestekkorf «klein»
Bestekkorf «groot»
Legborden
Set Easy-pennen (4 stuks)
Vario-bestekhouder
Inzetstuk voor glazen
Onderkorf voor glazen
Kopjesrek
12.2 Reserveonderdelen
Zeefsysteem
De periode waarin reserveonderdelen beschikbaar zijn: 10 jaar nadat het laatste exem-
plaar van dit type op de markt is gebracht.
52
13 Technische gegevens
13 Technische gegevens
Afmetingen SMS 55 SMS 55
Grote ruimte
EURO 60 EURO 60
Grote ruimte
Apparaathoogte
(incl. glijplaat 3mm)
756mm 827mm 756mm 827mm
Apparaathoogte
(incl. verstelvoet)
845–893mm 780-828mm 845–893mm
Apparaatbreedte 546mm 546mm 596mm 596mm
Apparaatdiepte 572mm 572mm 572mm 572mm
Apparaatgewicht 42-48kg 42-48kg 42-48kg 42-48kg
Sanitairaansluiting
Koud of warm water tot 60 °C: G¾"
Toegestane druk watertoevoer: 0,1–1,0MPa (1–10bar)
Max. pomphoogte van de afvoer: 1,2m
Elektrische aansluiting
De gegevens over de elektrische aansluiting bevinden zich op het typeplaatje:
Open de toesteldeur.
Het typeplaatje bevindt zich links aan de kuiprand.
Omgevingseisen
Minimale omgevingstemperatuur: +10°C
13.1 Veiligheidsconcept
Zolang de stroomtoevoer gegarandeerd is, wordt het apparaat door de elektronische be-
sturing bewaakt. Optredende storingen worden door de storings- of foutmeldingen aan-
gegeven.
13.2 Overstromingsbeveiliging
De overstromingsbeveiliging werkt niet tijdens een stroomuitval. Draai bij langduri-
ge gebruikspauzes de waterkraan dicht.
De elektronische besturing bewaakt het waterpeil in het apparaat. Bij storing wordt
de afvoerpomp ingeschakeld en de watertoevoer geblokkeerd.
13.3 Productinformatieblad volgens EU-verordening nr. 1061/2017
Het productinformatieblad is in de volgende productdatabase vermeld: https://ec.euro-
pa.eu/info/energy-climate-change-environment/standards-tools-and-labels/products-la-
belling-rules-and-requirements/energy-label-and-ecodesign/product-database_de
De modelaanduiding is op het typeplaatje zichtbaar (zie pagina 59).
Het productinformatieblad is ook op de internetsite van de fabrikant zichtbaar.
53
14 Afvoer
13.4 Aanwijzingen voor keuringsdiensten
De aanwijzingen voor keuringsdiensten zijn beschikbaar op het internet:
www.vzug.com/testinstitute.
13.5 Geluidsmeting
Zie hoofdstuk „Aanwijzingen voor keuringsdiensten”.
14 Afvoer
14.1 Verpakking
Kinderen mogen in geen geval met verpakkingsmateriaal spelen omdat er letsel-
of verstikkingsgevaar bestaat. Berg verpakkingsmateriaal veilig op en gooi het op
een milieuvriendelijke manier weg.
14.2 Veiligheid
Het apparaat onbruikbaar maken om ongevallen door ondeskundig gebruik (bijv. door
spelende kinderen) te vermijden:
Het toestel loskoppelen van het stroomnet. Bij een vast geïnstalleerd toestel moet dit
door een erkende elektromonteur worden gedaan. De voedingskabel aan het toestel
afsnijden.
Verwijder de deursluiting of maak hem onklaar.
14.3 Afvoer
Het symbool «doorgestreepte vuilnisbak» verplicht tot een gescheiden afvoer van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dergelijke apparaten kunnen gevaar-
lijk zijn en milieugevaarlijke stoffen bevatten.
Deze apparaten moeten worden ingeleverd bij een inzamelingspunt voor het recyclen
van elektrische en elektronische apparatuur en kunnen niet worden weggegooid in on-
gesorteerd huishoudelijk afval. Daarmee draagt u bij aan de bescherming van hulp-
bronnen en het milieu.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten.
14.4 Aanwijzing voor de warmtepomp
Dit toestel is CFK-vrij. Het bevat gefluoreerd broeikasgas, dat onder het Protocol van Ky-
oto valt.
Warmtepomp hermetisch gesloten
Broeikasgas R134a
Vulgewicht [kg] 0,175
GWP [(kg CO
2
)/(kg broeikasgas)] 1430
Totaal GWP [t CO
2
] 0,250
54
Trefwoordenregister
A
Afbreken
Programma ................................................... 32
Toets .............................................................. 11
Uitgestelde start........................................... 33
Afvoer................................................................. 54
Afwasmiddelen
Gecombineerde ........................................... 18
Selecteren ..................................................... 26
Vullen ............................................................. 27
Afwasmiddelreservoir.................................. 9, 27
All in 1......................................................... 18, 26
Activeren........................................................ 38
Deactiveren................................................... 38
Alledaags kort .................................................. 14
A-meldingen............................................... 47, 48
Automatisch ...................................................... 14
Automatische deuropening............................ 42
Automatische standby .................................... 42
B
Bedienings- en displayelementen.................... 9
Behoedzaam
Energie besparen ........................................ 17
Glas ................................................................ 16
Bestek
Bestekkorf groot ......................................9, 52
Bestekkorf klein .......................................9, 52
Besteklade .......................................................9
Inruimen.................................................. 20, 24
Vario-bestekhouder ..................................... 52
Binnenruimte........................................................ 9
Reinigen ........................................................ 44
Verlichting ..................................................... 42
Bovenste korf....................................................... 9
C
Celsius ............................................................... 41
Continumodus ........................................... 28, 34
D
Declaratieprogramma ..................................... 14
Deurgreep ............................................................ 9
Deuropeningshoek .......................................... 42
Display .................................................................. 9
Bedienen ....................................................... 28
Ontgrendelen................................................ 37
Veegbescherming ....................................... 18
Draadloze verbinding ...................................... 39
DrogenPlus ....................................................... 17
Duitse waterhardheid ...................................... 41
E
Easy-pennen ....................................... 20, 21, 52
Eco...................................................................... 14
EcoManagement....................................... 10, 18
Activeren........................................................ 43
Deactiveren................................................... 43
Displays ......................................................... 38
Eerste inbedrijfstelling........................................ 8
Energie besparen ............................................ 17
Energie- en waterverbruik ....................... 13, 18
Displays ......................................................... 38
F
F- en E-meldingen............................................ 48
Fabrieksinstellingen......................................... 44
Fahrenheit ......................................................... 41
Favorieten.......................................................... 35
Aanmaken..................................................... 35
Afzonderlijk wissen............................... 28, 36
Alle wissen .................................................... 44
In de continumodus gebruiken ................. 36
Opslaan ......................................................... 28
Starten............................................................ 35
Fondue............................................................... 16
Franse waterhardheid ..................................... 41
FunctionLight ................................................ 9, 11
Activeren........................................................ 42
Deactiveren................................................... 42
G
Garantieverlenging .......................................... 59
Gecombineerde reinigingsmiddelen ............ 26
All in 1............................................................ 18
Geldigheidsbereik............................................... 2
Geluidssignaal.................................................. 41
Geluidssterkte................................................... 41
Gemiddeld verbruik......................................... 18
Displays ......................................................... 38
Glansspoelmiddel
Doseren ......................................................... 41
Vullen ............................................................. 46
Glansspoelmiddelreservoir ........................ 9, 47
Glazen
Energie besparen ........................................ 17
Glas ................................................................ 16
Glazenhouder ............................................... 22
Inruimen........................................... 20, 21, 22
Inzetstuk voor glazen .................................. 52
Onderkorf voor glazen................................ 52
SteamFinish .................................................. 17
55
H
Halve belading ................................................. 17
Helderheid......................................................... 40
Hygiëne.............................................................. 16
I
Informatie.................................................... 28, 39
Warmtepomp .................................................... 43
Instelopties ................................................. 10, 17
Bij favorieten selecteren ............................. 35
Permanent selecteren.......................... 36, 41
Tijdelijk uitschakelen ................................... 37
Intensief.............................................................. 15
K
Kinderbeveiliging ............................................. 18
Activeren........................................................ 37
Deactiveren................................................... 38
Ontgrendelen................................................ 37
Klaprek............................................................... 19
Kopjesrek .......................................................... 52
Korte programma’s
Alledaags kort .............................................. 14
Halve belading ............................................. 17
Party ............................................................... 15
Sprint.............................................................. 15
L
Led...................................................................... 11
Legbord ...................................................... 22, 52
M
Machineonderhoud.......................................... 16
Modelnaam .......................................................... 2
Modelnummer ..................................................... 2
N
Notities ............................................................... 58
O
Onderste korf....................................................... 9
Laden ............................................................. 19
Opslagduur tank .............................................. 43
Opslagtank
Legen ...................................................... 43, 47
Legen bij netstoring..................................... 43
Opslagduur instellen ................................... 43
OptiStart............................................................. 17
P
Party ................................................................... 15
Starten............................................................ 30
Persoonlijke instellingen.......................... 10, 40
Aanpassen .................................................... 40
Poeder................................................................ 27
Programma ................................................ 10, 13
Afbreken ........................................................ 32
Einde .............................................................. 32
In de continumodus gebruiken ................. 34
Onderbreken................................................. 31
Selecteren ..................................................... 29
Starten..................................................... 29, 35
Tijdsduur........................................................ 13
R
Raclette.............................................................. 16
Regenereerzout
Bijvullen ......................................................... 46
Verbruik ......................................................... 46
S
Serienummer (SN) ........................................... 59
Service & Support............................................ 59
Service-instellingen.......................................... 44
Silent................................................................... 15
SpoelenPlus ...................................................... 17
Sprint .................................................................. 15
Sproeiarmen ........................................................ 9
Reinigen ........................................................ 45
SteamFinish ...................................................... 17
Symbolen.............................................................. 4
T
Taal ..................................................................... 40
Tabs............................................................. 26, 27
Tank
Legen ...................................................... 43, 47
Legen bij netstoring..................................... 43
Opslagduur instellen ................................... 43
Technische vragen .......................................... 59
Temperatuureenheid ....................................... 41
Toestel afvoeren............................................... 54
Toesteldeur .......................................................... 9
Deurgewicht instellen.....................................8
Reinigen ........................................................ 44
Toestelhygiëne ................................................. 16
Toetstoon........................................................... 41
Toon ................................................................... 41
Totaal verbruik.................................................. 18
Displays ......................................................... 39
Type....................................................................... 2
Typeplaatje........................................................ 59
U
U- en E-meldingen ........................................... 49
Uitgestelde start ............................................... 17
Afbreken ........................................................ 33
OptiStart selecteren..................................... 33
Tijdsduur instellen........................................ 33
56
Trefwoordenregister
V
Vario-bestekhouder ......................................... 52
Veegbescherming............................................ 18
Activeren........................................................ 38
Veiligheidsvoorschriften
Algemene .........................................................4
Verbruikswaarden ............................................ 13
Displays ......................................................... 38
Terugzetten ................................................... 43
Vervuiling licht
Automatisch.................................................. 14
Party ............................................................... 15
Sprint.............................................................. 15
Vervuiling normaal
Alledaags kort .............................................. 14
Automatisch.................................................. 14
Eco ................................................................. 14
Silent .............................................................. 15
Vervuiling sterk
Automatisch.................................................. 14
Fondue/Raclette .......................................... 16
Intensief ......................................................... 15
Voorspoelen...................................................... 17
V-ZUG-app......................................................... 39
V-ZUG-Home
Activeren........................................................ 42
W
Warmtepomp .................................................... 54
Warmwateraansluiting..................................... 44
Waterhardheid .................................................. 41
Regenereerzout............................................ 46
Z
Zeefsysteem.................................................. 9, 52
Reinigen ........................................................ 45
Zoutreservoir................................................. 9, 46
57
58
15 Notities
16 Service & Support
In het hoofdstuk «Storingen oplossen» vindt u nuttige informatie met betrekking tot
kleinere storingen. Zo hoeft u niet om een servicemonteur te vragen en vermijdt u
mogelijke kosten.
De V-ZUG-garantie-informatie vindt u op www.vzug.com →Service
→Garantie. Lees deze aandachtig door.
Registreer uw toestel per direct online via www.vzug.com →Service
→Garantieregistratie. Zo profiteert u in geval van een mogelijke storing reeds tijdens de
garantieperiode van het toestel van de beste ondersteuning. Voor de registratie hebt u
het serienummer (SN) en de aanduiding van het toestel nodig. Deze gegevens vindt u op
het typeplaatje van uw toestel.
Mijn toestel-informatie:
SN: __________________________ Toestel: __________________________________
Houd deze informatie altijd binnen handbereik als u met V-ZUG contact opneemt. Harte-
lijk dank.
Open de toesteldeur.
Het serviceplaatje bevindt zich links aan
de kuiprand.
Uw reparatieopdracht
Onder www.vzug.com→Service→Service-Nummer vindt u het telefoonnummer van het
dichtstbijzijnde V‑ZUG-Service-center.
Technische vragen, toebehoren, garantieverlenging
V-ZUG helpt u ook graag bij algemene administratieve en technische aanvragen, neemt
uw bestellingen op voor toebehoren en vervangende onderdelen en informeert u over
onze vooruitstrevende servicecontracten.
59
Korte handleiding
Toesteldeur openen Vaatwerk inruimen
Afwasmiddel vullen Programma kiezen
Toesteldeur sluiten: Einde nadrogen:
Programma start Vaatwerk uitnemen
V-ZUG Ltd, Industriestrasse 66, CH-6302 Zug
[email protected], www.vzug.com
1087009-R05
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

V-ZUG 41119 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor