HP LaserJet Pro 300 color Printer M351 series Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

LASERJET PRO 300 COLOR
LASERJET PRO 400 COLOR
Gebruikershandleiding
M351
M451
HP LaserJet Pro 300 color M351 en
HP LaserJet Pro 400 color M451
Gebruikershandleiding
Copyright en licentie
© 2014 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Verveelvoudiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Edition 1, 10/2014
Onderdeelnummer: CE955-91001
Handelsmerken
Adobe
®
, Acrobat
®
en PostScript
®
zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Intel® Core™ is een handelsmerk van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en
andere landen/regio's.
Java™ is een handelsmerk van Sun
Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten.
Microsoft®, Windows®, Windows® XP en
Windows Vista® zijn in de Verenigde
Staten gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
UNIX
®
is een gedeponeerd handelsmerk van
The Open Group.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-logo
zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde
merken.
Symbolen in deze handleiding
TIP: Bij Tip vindt u handige tips of sneltoetsen.
OPMERKING: Bij Opmerking vindt u belangrijke informatie, zoals een toelichting bij een concept of
uitleg van een taak.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat
gegevens verloren gaan of het apparaat wordt beschadigd.
WAARSCHUWING! Waarschuwingen geven aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te
voorkomen dat letsel ontstaat, gegevens onherroepelijk verloren gaan of het apparaat zwaar wordt
beschadigd.
NLWW iii
iv Symbolen in deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave
1 Informatie over het apparaat ........................................................................................... 1
Productvergelijking ................................................................................................................... 2
Milieuvriendelijke functies ......................................................................................................... 4
Toegankelijkheidsfuncties .......................................................................................................... 4
Productaanzichten .................................................................................................................... 5
Vooraanzicht ............................................................................................................ 5
Achteraanzicht ......................................................................................................... 6
Interfaceaansluitingen ................................................................................................ 6
Locatie van serienummer en modelnummer ................................................................... 7
Layout bedieningspaneel ............................................................................................ 8
2 Menu's van het bedieningspaneel ..................................................................................... 9
Menu HP webservices ............................................................................................................. 10
Menu Rapporten .................................................................................................................... 11
Menu Snelformulieren ............................................................................................................. 12
Menu Systeeminst. ................................................................................................................. 13
Menu Service ........................................................................................................................ 18
Menu Netwerkinstellingen ....................................................................................................... 19
3 Software voor Windows ................................................................................................. 21
Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers voor Windows .............................................. 22
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows .......................................................................... 22
HP Universal Print Driver (UPD) ................................................................................. 24
Installatiemodi UPD .................................................................................. 24
Instellingen van de afdruktaak wijzigen voor Windows ............................................................... 25
Prioriteit van afdrukinstellingen ................................................................................. 25
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt
gesloten ................................................................................................................. 25
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen .............................................. 26
De configuratie-instellingen van het product wijzigen ................................................... 26
De printerdriver verwijderen uit Windows ................................................................................. 27
NLWW v
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ........................................................................ 28
Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows ............................................. 28
Software voor andere besturingssystemen ................................................................................. 28
4 Het apparaat gebruiken met Mac ................................................................................... 29
Software voor Mac ................................................................................................................ 30
Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers voor Mac ....................................... 30
Software installeren op Mac-besturingssystemen .......................................................... 30
Software installeren op Mac-computers waarop het apparaat rechtstreeks is
aangesloten ............................................................................................. 30
Software installeren op Mac-computers in een bekabeld netwerk ................... 31
Het IP-adres configureren ........................................................... 31
De software installeren ............................................................... 31
Software installeren op Mac-computers in een draadloos netwerk .................. 31
Het apparaat met WPS met een draadloos netwerk verbinden via
de menu's van het bedieningspaneel ........................................... 32
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos
netwerk .................................................................................... 32
De printerdriver verwijderen uit Mac-besturingssystemen .............................................. 33
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac .................................................................. 33
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac ..................................................... 34
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma
wordt gesloten ......................................................................................... 34
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen ............................... 34
De configuratie-instellingen van het product wijzigen .................................... 34
Software voor Mac-computers ................................................................................... 34
HP Utility voor Mac .................................................................................. 34
HP Utility openen ...................................................................... 35
Functies van HP Utility ................................................................ 35
Ondersteunde hulpprogramma's voor Mac ................................................. 35
Geïntegreerde webserver van HP ................................................ 35
HP ePrint .................................................................................. 35
AirPrint .................................................................................... 36
Basistaken afdrukken in Mac ................................................................................................... 37
Een afdruktaak annuleren op de Mac ........................................................................ 37
De papiersoort en het papierformaat wijzigen op de Mac ........................................... 37
Het documentformaat wijzigen of een aangepast papierformaat afdrukken op de Mac ... 37
Voorinstellingen voor afdrukken maken op de Mac ..................................................... 38
Een voorbeeld afdrukken op de Mac ......................................................................... 38
Watermerken gebruiken op de Mac .......................................................................... 38
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac .............................................. 39
vi NLWW
Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) in Mac .......................................... 39
De kleuropties instellen op de Mac ............................................................................ 40
AirPrint gebruiken .................................................................................................................. 41
Problemen oplossen met Mac .................................................................................................. 42
5 Het product verbinden met Windows .............................................................................. 43
Disclaimer voor printer delen ................................................................................................... 44
Verbinden met USB ................................................................................................................ 44
Cd-installatie .......................................................................................................... 44
Aansluiten op een netwerk met Windows .................................................................................. 45
Ondersteunde netwerkprotocollen ............................................................................. 45
Het apparaat installeren op een bekabeld netwerk met Windows ................................. 45
Het IP-adres verkrijgen .............................................................................. 45
De software installeren .............................................................................. 46
Het apparaat op een draadloos netwerk aansluiten in Windows (alleen draadloze
modellen) ............................................................................................................... 46
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS ........................ 47
Het apparaat met WPS met een draadloos netwerk verbinden via de menu's
van het bedieningspaneel ......................................................................... 47
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk .......... 47
De software voor een draadloos apparaat installeren dat momenteel op het
netwerk is aangesloten ............................................................................. 48
IP-netwerkinstellingen configureren met Windows ........................................................ 49
Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen ................................................. 49
Het wachtwoord van het apparaat instellen of wijzigen ................................ 49
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel ..... 50
Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex ............................................ 51
6 Papier en afdrukmateriaal ............................................................................................. 53
Papiergebruik begrijpen ......................................................................................................... 54
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat in Windows ........................ 55
Ondersteunde papierformaten ................................................................................................. 56
Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit .......................................................................... 58
Papierladen vullen .................................................................................................................. 61
Lade 1 vullen .......................................................................................................... 61
Lade 2 of de optionele lade 3 vullen ......................................................................... 62
Laden configureren ................................................................................................................ 64
7 Printcartridges ................................................................................................................ 65
Informatie over printcartridges ................................................................................................. 66
Aanzichten van benodigdheden .............................................................................................. 67
NLWW vii
Aanzicht van printcartridge ...................................................................................... 67
Printcartridges beheren ........................................................................................................... 68
Instellingen voor printcartridges wijzigen ................................................................... 68
Afdrukken wanneer een printcartridge het einde van de geschatte levensduur
heeft bereikt ............................................................................................ 68
De instellingen voor Bij zeer laag niveau in- of uitschakelen via het
bedieningspaneel ..................................................................................... 68
Afdrukken met EconoMode ....................................................................... 69
Toebehoren bewaren en recyclen .............................................................................. 69
Benodigdheden recyclen ........................................................................... 69
Opslag van printcartridges ........................................................................ 70
Beleid van HP ten aanzien van printcartridges die niet van HP zijn ................ 70
Anti-namaakwebsite van HP ..................................................................................... 70
Instructies voor vervanging ...................................................................................................... 71
De printcartridges vervangen .................................................................................... 71
Problemen met benodigdheden oplossen .................................................................................. 75
De printcartridges controleren ................................................................................... 75
De statuspagina voor benodigdheden afdrukken .......................................... 76
De afdrukkwaliteitspagina interpreteren ...................................................... 77
De printcartridge controleren op beschadigingen ......................................... 77
Herhaalde fouten ..................................................................................... 78
Berichten op het bedieningspaneel over benodigdheden interpreteren ........................... 79
10.XXXX Toebehorenfout ........................................................................... 79
Benodigdh. laag ...................................................................................... 79
Cartridge <kleur>installeren ...................................................................... 79
Cyaan cartridge bijna leeg ....................................................................... 80
Cyaan op verkeerde plaats ....................................................................... 80
Cyaan vrijwel leeg ................................................................................... 80
Gebr. toebehoren in gebr. ........................................................................ 80
Gebruikt <kleur> geplaatst [OK] voor doorgaan. ......................................... 81
Gebruikt <kleur> in gebruik ....................................................................... 81
Geel op verkeerde plaats .......................................................................... 81
Geel vrijwel leeg ...................................................................................... 81
Gele cartridge bijna leeg .......................................................................... 82
Haal transportbeveiligingen van cartridges .................................................. 82
Haal transportbeveiliging van <kleur> cartridge ........................................... 82
Incompatibel <kleur> ................................................................................ 82
Magenta cartridge bijna leeg .................................................................... 82
Magenta op verkeerde plaats .................................................................... 83
Magenta vrijwel leeg ................................................................................ 83
Niet-ondersteund <kleur> [OK] voor doorgaan. ........................................... 83
viii NLWW
Origineel HP-onderdeel geplaatst ............................................................... 84
Verkeerde onderdelen .............................................................................. 84
Vervang <kleur> ...................................................................................... 84
Zwarte cartridge bijna leeg ....................................................................... 84
Zwart op verkeerde plaats ......................................................................... 84
Zwart vrijwel leeg .................................................................................... 85
8 Afdruktaken ................................................................................................................... 87
Een afdruktaak annuleren ....................................................................................................... 88
Basistaken afdrukken in Windows ............................................................................................ 89
De printerdriver openen met Windows ...................................................................... 89
Hulp krijgen bij een afdrukoptie met Windows ........................................................... 90
Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows ........................................ 90
Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt gebruiken met Windows ....... 90
Een afdruksnelkoppeling gebruiken met Windows ........................................ 90
Afdruksnelkoppelingen maken ................................................................... 92
De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows ............................................................... 94
Het papierformaat selecteren met Windows ................................................ 94
Een aangepast papierformaat selecteren met Windows ................................ 94
De papiersoort selecteren met Windows ..................................................... 95
De papierlade selecteren met Windows ...................................................... 95
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows ........................................................... 95
Handmatig dubbelzijdig afdrukken met Windows ........................................ 95
Automatisch dubbelzijdig afdrukken met Windows ...................................... 97
Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows .................................................... 98
De afdrukstand selecteren met Windows .................................................................. 100
Kleuropties instellen met Windows .......................................................................... 101
HP ePrint gebruiken .............................................................................................................. 103
Geavanceerde taken afdrukken in Windows ........................................................................... 104
Gekleurde tekst afdrukken in zwart-wit (grijswaarden) met Windows ........................... 104
Afdrukken op voorbedrukt briefpapier of voorbedrukte formulieren met Windows ......... 104
Met Windows afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten ....................... 106
De eerste of laatste pagina op ander papier drukken met Windows ............................ 109
Een document aanpassen aan paginagrootte met Windows ....................................... 111
Een watermerk aan een document toevoegen in Windows ......................................... 112
Een brochure maken met Windows ......................................................................... 113
9 Kleur ............................................................................................................................ 115
Kleur aanpassen .................................................................................................................. 116
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen ............................................................ 116
De kleuropties wijzigen .......................................................................................... 117
NLWW ix
handmatige kleuropties .......................................................................................... 117
HP EasyColor gebruiken ....................................................................................................... 119
Kleuren aanpassen aan uw computerscherm ........................................................................... 120
10 Beheer en onderhoud ................................................................................................. 121
Informatiepagina’s afdrukken ................................................................................................ 122
De geïntegreerde webserver van HP gebruiken ........................................................................ 123
De geïntegreerde webserver van HP openen ............................................................ 123
Functies van de geïntegreerde webserver van HP ...................................................... 123
HP Web Jetadmin software gebruiken .................................................................................... 124
Functies voor apparaatbeveiliging .......................................................................................... 124
Een systeemwachtwoord instellen ............................................................................ 124
Instellingen voor efficiënt gebruik ........................................................................................... 126
Afdrukken met EconoMode .................................................................................... 126
PowerSave-modi ................................................................................................... 126
Slaapstand instellen ................................................................................ 126
De Autom. uitschakelen instellen .............................................................. 127
Archiefafdrukken ................................................................................................... 127
Geheugen-DIMM's installeren ................................................................................................ 128
Geheugen-DIMM's installeren ................................................................................. 128
Geheugen inschakelen ........................................................................................... 132
De installatie van DIMM-modules controleren ............................................................ 133
Geheugen toewijzen ............................................................................................. 133
Het product reinigen ............................................................................................................. 134
Productupdates .................................................................................................................... 134
11 Problemen oplossen ................................................................................................... 135
Zelfhulp .............................................................................................................................. 136
Controlelijst voor het oplossen van algemene problemen ........................................................... 137
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ............................................. 138
Fabrieksinstellingen herstellen ................................................................................................ 139
Berichten op het bedieningspaneel ......................................................................................... 140
Soorten berichten op het bedieningspaneel .............................................................. 140
Berichten op het bedieningspaneel .......................................................................... 140
10.XXXX Toebehorenfout ......................................................................... 140
49 Fout Schakel uit/in ............................................................................ 141
50.X Fuserfout Schakel uit/in ................................................................... 141
51.XX Fout Schakel uit/in ........................................................................ 141
54.XX Fout Schakel uit/in ........................................................................ 141
55.X Fout Schakel uit/in ......................................................................... 142
57 Ventil.-fout Schakel uit/in ................................................................... 142
x NLWW
59.X Fout Schakel uit/in ......................................................................... 142
79 Fout Schakel uit/in ............................................................................ 143
79 Servicefout Schakel uit/in ................................................................... 143
Achterklep open ..................................................................................... 143
Afdruk mislukt, druk op OK. Als fout blijft, zet uit en aan. ............................ 143
Ander formaat in lade # Plaats <formaat> Druk op [OK] ............................ 144
Apparaatfout Druk op [OK] ..................................................................... 144
Benodigdh. laag .................................................................................... 144
Cartridge <kleur>installeren .................................................................... 144
Cyaan cartridge bijna leeg ..................................................................... 144
Cyaan op verkeerde plaats ..................................................................... 145
Cyaan vrijwel leeg ................................................................................. 145
Foute afdruk Druk op [OK] ...................................................................... 145
Gebr. toebehoren in gebr. ...................................................................... 146
Gebruikt <kleur> geplaatst [OK] voor doorgaan. ....................................... 146
Gebruikt <kleur> in gebruik ..................................................................... 146
Geel op verkeerde plaats ........................................................................ 146
Geel vrijwel leeg .................................................................................... 146
Gele cartridge bijna leeg ........................................................................ 147
Haal transportbeveiligingen van cartridges ................................................ 147
Haal transportbeveiliging van <kleur> cartridge ......................................... 147
Handm. Dubbelz. Plaats lade <X> Druk op [OK] ....................................... 147
Handm. invoer <TYPE> <FORMAAT> Druk op [OK] voor beschikbaar
afdrukmateriaal ..................................................................................... 148
Incompatibel <kleur> .............................................................................. 148
Magenta cartridge bijna leeg .................................................................. 148
Magenta op verkeerde plaats .................................................................. 148
Magenta vrijwel leeg .............................................................................. 148
Niet-ondersteund <kleur> [OK] voor doorgaan. ......................................... 149
Ongeld. stuurpr. Druk op [OK] ................................................................ 149
Origineel HP-onderdeel geplaatst ............................................................. 149
Plaats lade # <SOORT> <FORMAAT> ..................................................... 149
Plaats lade <X> Druk op [OK] voor beschikbaar afdrukmateriaal ................. 150
Plaats lade 1 <SOORT> <FORMAAT> ..................................................... 150
Reinigen. . . .......................................................................................... 150
Storing in <locatie> ................................................................................ 150
Storing in lade # Verhelp storing en Druk op [OK] ..................................... 150
Te weinig geheugen Druk op [OK] ........................................................... 151
Verkeerde onderdelen ............................................................................ 151
Vervang <kleur> .................................................................................... 151
Voorklep open ....................................................................................... 151
NLWW xi
Vul lade 1 met gewoon <FORMAAT> Reinigingsmodus [OK] voor start ........ 152
Zwarte cartridge bijna leeg ..................................................................... 152
Zwart op verkeerde plaats ....................................................................... 152
Zwart vrijwel leeg .................................................................................. 152
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ........................................................................ 153
Het apparaat pakt geen papier op .......................................................................... 153
Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. ......................................................... 153
Papierstoringen voorkomen .................................................................................... 153
Storingen verhelpen ............................................................................................................. 155
Storingslocaties ..................................................................................................... 155
Papierstoringen in lade 1 verhelpen ........................................................................ 156
Papierstoringen in lade 2 verhelpen ........................................................................ 157
Storingen in het fusergebied verhelpen .................................................................... 158
storingen verhelpen in de uitvoerbak ....................................................................... 160
Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid (alleen modellen met dubbelzijdig
afdrukken) ............................................................................................................ 160
De afdrukkwaliteit verbeteren ................................................................................................ 163
Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver. ............................. 163
De instelling voor de papiersoort wijzigen in Windows ............................... 163
De instelling voor de papiersoort wijzigen in Mac ...................................... 163
De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver ..................................................... 164
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen ............................................. 164
De kleuropties wijzigen ........................................................................... 165
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP .......................................... 165
Een reinigingspagina afdrukken .............................................................................. 166
Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen ................................................... 166
De printcartridges controleren ................................................................................. 167
De statuspagina voor benodigdheden afdrukken ........................................ 168
De afdrukkwaliteitspagina interpreteren .................................................... 169
De printcartridge controleren op beschadigingen ....................................... 169
Herhaalde fouten ................................................................................... 170
De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet .................... 170
Het apparaat drukt niet of langzaam af .................................................................................. 172
Het apparaat drukt niet af ...................................................................................... 172
Het apparaat drukt langzaam af ............................................................................. 173
Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen ................................................................... 174
Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen .................................................. 174
Netwerkproblemen oplossen .................................................................................. 174
Slechte fysieke verbinding ....................................................................... 174
De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat ......... 174
De computer kan niet met het apparaat communiceren ............................... 175
xii NLWW
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en
duplexinstellingen voor het netwerk .......................................................... 175
Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor
compatibiliteitsproblemen ........................................................................ 175
Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld .......................... 175
Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist ..... 175
Problemen met draadloze netwerken oplossen ......................................................................... 176
Controlelijst draadloze verbinding ........................................................................... 176
Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: De draadloze
functie van dit apparaat is uitgeschakeld. ................................................................ 177
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien van de draadloze
configuratie .......................................................................................................... 177
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van
derden geïnstalleerd .............................................................................................. 177
De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of het
apparaat is verplaatst ............................................................................................ 178
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het draadloos apparaat ......... 178
De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken wanneer er verbinding
wordt gemaakt met een virtueel privénetwerk. .......................................................... 178
Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken .................... 179
Het draadloos netwerk functioneert niet ................................................................... 179
Problemen met de productsoftware in Windows oplossen ......................................................... 180
Problemen met de productsoftware oplossen in Mac ................................................................. 182
De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven .......... 182
De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten ...... 182
De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt
weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten ................................................ 182
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze .............................. 183
Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet
weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd .... 183
Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt ............................. 183
Bijlage A Benodigdheden en accessoires .......................................................................... 185
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen .............................................................. 186
Onderdeelnummers .............................................................................................................. 186
Bijlage B Service en ondersteuning .................................................................................. 187
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ..................................................................... 188
De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJet-
printcartridge ...................................................................................................................... 190
Op de printcartridge opgeslagen gegevens ............................................................................ 191
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers ............................................................................... 192
NLWW xiii
OpenSSL ............................................................................................................................. 195
Klantondersteuning ............................................................................................................... 196
Het product opnieuw verpakken ............................................................................................ 197
Bijlage C Apparaatspecificaties ........................................................................................ 199
Fysieke specificaties ............................................................................................................. 200
Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ............................................. 200
Omgevingsspecificaties ........................................................................................................ 200
Bijlage D Overheidsinformatie ......................................................................................... 201
FCC-voorschriften ................................................................................................................. 202
Milieuvriendelijke producten .................................................................................................. 203
Milieubescherming ................................................................................................ 203
Ozonproductie ..................................................................................................... 203
Lager energieverbruik ............................................................................................ 203
Tonerverbruik ....................................................................................................... 203
Papierverbruik ...................................................................................................... 203
Plastic onderdelen ................................................................................................. 204
Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet ................................................................... 204
Instructies voor retourneren en recyclen .................................................................... 204
Verenigde Staten en Puerto Rico .............................................................. 204
Inleveren van meerdere items (meer dan één cartridge) ................ 204
Enkele retourzendingen ............................................................ 205
Verzenden .............................................................................. 205
Inzameling buiten de V.S. ....................................................................... 205
Papier .................................................................................................................. 205
Materiaalbeperkingen ........................................................................................... 205
Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privé-huishoudens in de Europese
Unie .................................................................................................................... 206
Chemische stoffen ................................................................................................. 206
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) ...................................................... 206
Meer informatie .................................................................................................... 207
Conformiteitsverklaring ......................................................................................................... 208
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) .................................................................... 210
Veiligheidsverklaringen ......................................................................................................... 212
Laserverklaring ..................................................................................................... 212
Canadese DOC-voorschriften ................................................................................. 212
VCCI-verklaring (Japan) ......................................................................................... 212
Instructies voor netsnoer ......................................................................................... 212
Netsnoerverklaring (Japan) ..................................................................................... 213
EMC-verklaring (Korea) .......................................................................................... 213
xiv NLWW
Laserverklaring voor Finland ................................................................................... 213
GS-verklaring (Duitsland) ........................................................................................ 215
Tabel met chemicaliën (China) ................................................................................ 215
Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement (Turkije) ...................... 215
Verklaring betreffende beperkingen op schadelijke stoffen (Oekraïne) ......................... 215
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten ............................................................... 216
FCC-voorschriften—Verenigde Staten ...................................................................... 216
Australische verklaring ........................................................................................... 216
Braziliaanse ANATEL-verklaring .............................................................................. 216
Canadese verklaringen .......................................................................................... 216
Wettelijk voorschrift van Europese Unie ................................................................... 216
Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk .................................................................... 217
Kennisgeving voor gebruik in Rusland ..................................................................... 217
Koreaanse verklaring ............................................................................................. 217
Taiwanese verklaring ............................................................................................. 218
Telecommarkering Vietnam voor door ICTQC goedgekeurde producten ...................... 218
Index ............................................................................................................................... 219
NLWW xv
xvi NLWW
1 Informatie over het apparaat
Productvergelijking
Milieuvriendelijke functies
Toegankelijkheidsfuncties
Productaanzichten
NLWW 1
Productvergelijking
HP LaserJet Pro 300 color M351a
CE955A
Prestaties: Drukt 18 pagina's per minuut (ppm) af op papier van A4-formaat en 19
ppm op papier van Letter-formaat
Papierverwerking:
In lade 1 passen 50 vellen, in lade 2 passen 250 vellen
In de optionele lade 3 passen 250 vellen
In de uitvoerlade passen 150 vellen
Ondersteunde besturingssystemen:
Windows XP, 32-bit
Windows Vista, 32-bits en 64-bits
Windows 7, 32-bits en 64-bits
Mac OS X v10.5 en hoger
Connectiviteit: Hi-Speed USB 2.0
Software-installatie: Gebruik de product-cd voor software-installatie voor Windows.
Geheugen: 128 MB RAM, uitbreidbaar tot 384 MB
Display van het bedieningspaneel: 2 tekstregels
HP LaserJet Pro 400 color M451nw
CE956A
Dezelfde functies als het HP LaserJet Pro 300 color M351a-model, maar met de volgende
verschillen:
Prestaties: Drukt 20 pagina's per minuut (ppm) af op papier van A4-formaat en 21
ppm op papier van Letter-formaat
Connectiviteit:
Hi-Speed USB 2.0
10/100 Ethernet LAN-aansluiting
Aansluiting voor draadloos netwerk
2 Hoofdstuk 1 Informatie over het apparaat NLWW
HP LaserJet Pro 400 color M451dn
CE957A
Dezelfde functies als het HP LaserJet Pro 300 color M351a-model, maar met de volgende
verschillen:
Prestaties: Drukt 20 pagina's per minuut (ppm) af op papier van A4-formaat en 21
ppm op papier van Letter-formaat
Connectiviteit:
Hi-Speed USB 2.0
10/100 Ethernet LAN-aansluiting
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex)
HP LaserJet Pro 400 color M451dw
CE958A
Dezelfde functies als het HP LaserJet Pro 300 color M351a-model, maar met de volgende
verschillen:
Prestaties: Drukt 20 pagina's per minuut (ppm) af op papier van A4-formaat en 21
ppm op papier van Letter-formaat
Connectiviteit:
Hi-Speed USB 2.0
10/100 Ethernet LAN-aansluiting
Aansluiting voor draadloos netwerk
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex)
NLWW
Productvergelijking
3
Milieuvriendelijke functies
Dubbelzijdig afdrukken Bespaar papier door de optie voor handmatig dubbelzijdig afdrukken te gebruiken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken is mogelijk bij de HP LaserJet Pro 400 color M451dn en
HP LaserJet Pro 400 color M451dw.
Meerdere pagina's per vel
afdrukken
Bespaar papier door twee of meer pagina's van een document naast elkaar op één vel papier
af te drukken. U kunt deze functie gebruiken via de printerdriver.
Recycling Verminder afval door gerecycled papier te gebruiken.
Recycle uw printcartridges met het retourneerproces van HP Planet Partners.
Energiebesparing Dankzij de Instant on Fusing-technologie en de sluimermodus schakelt het apparaat wanneer
er niet wordt afgedrukt snel over naar een stand die minder stroom gebruikt zodat energie
wordt bespaard.
Toegankelijkheidsfuncties
Het apparaat beschikt over verschillende functies die gebruikers hulp bieden bij toegangsproblemen.
On line gebruikershandleiding die compatibel is met reader-programma's.
Printcartridges kunnen met één hand worden geïnstalleerd en verwijderd.
Alle kleppen en deksels kunnen met één hand worden geopend.
4 Hoofdstuk 1 Informatie over het apparaat NLWW
Productaanzichten
Vooraanzicht
1 Uitvoerbak
2 Verlengstuk voor uitvoer in Legal-formaat
3 Voorklep (voor toegang tot de printcartridges)
4 Lade 1 (multifunctionele lade)
5 Lade 2 (toegang bij storingen)
6 Optionele lade 3
7 Aan/uit-knop
8 Knop voor draadloze functie (alleen draadloze modellen)
9 Bedieningspaneel
10 DIMM-klep (voor het toevoegen van extra geheugen)
NLWW
Productaanzichten
5
Achteraanzicht
1 Hi-Speed USB 2.0-poort en netwerkpoort
OPMERKING: Alleen de modellen M451nw, M451dn en M451dw hebben een netwerkpoort.
2 Voedingsaansluiting
3 Achterklep (voor toegang bij storing)
Interfaceaansluitingen
1Netwerkpoort (boven)
2USB-poort (onder)
6 Hoofdstuk 1 Informatie over het apparaat NLWW
Locatie van serienummer en modelnummer
Het etiket met het serienummer en het apparaatmodelnummer bevindt zich aan de achterzijde van de
voorklep.
NLWW
Productaanzichten
7
Layout bedieningspaneel
1 Display van het bedieningspaneel: Het display verschaft informatie over het apparaat. Gebruik de menu's op het display
om apparaatinstellingen vast te leggen.
2
Knop Pijl terug
: druk op deze knop voor de volgende handelingen:
De menu's van het bedieningspaneel verlaten.
Terugkeren naar een vorig menu in een lijst met submenu's.
Terugkeren naar een vorig menu-item in een lijst met submenu's (zonder wijzigingen in het menu-item op te slaan).
3
Knop Pijl naar links
: druk op deze knop om door de menu's te bladeren of om een waarde op het display te verlagen.
4 Knop OK: druk op OK voor de volgende handelingen:
De menu's van het bedieningspaneel openen.
Een op het display van het bedieningspaneel weergegeven submenu openen.
Een menu-item selecteren.
Bepaalde fouten wissen.
Een afdruktaak starten als er een prompt op het bedieningspaneel staat (bijvoorbeeld als het bericht [OK] voor
doorgaan. wordt weergegeven op het display van het bedieningspaneel).
5
Knop Pijl naar rechts
: druk op deze knop om door de menu's te bladeren of om een waarde op het display te
verhogen.
6
Knop Annuleren
: druk op deze knop om een afdruktaak te annuleren als het waarschuwingslampje knippert, of om
de menu's van het bedieningspaneel te sluiten.
7 Klaar-lampje (groen): Het Klaar-lampje brandt als het apparaat gereed is om af te drukken. Het lampje knippert wanneer
het apparaat afdrukgegevens ontvangt of zich in de sluimermodus bevindt.
8 Waarschuwing-lampje (oranje): Het Waarschuwing-lampje knippert als tussenkomst van de gebruiker vereist is.
8 Hoofdstuk 1 Informatie over het apparaat NLWW
2 Menu's van het bedieningspaneel
Menu HP webservices
Menu Rapporten
Menu Snelformulieren
Menu Systeeminst.
Menu Service
Menu Netwerkinstellingen
NLWW 9
Menu HP webservices
Menuoptie Omschrijving
Adres weergeven Selecteer of het e-mailadres van het apparaat moet worden weergegeven op het
bedieningspaneel wanneer ePrint is ingeschakeld.
Informatieblad afdrukken Druk een pagina af met het e-mailadres van het apparaat en informatie over
HP Web Services.
ePrint aan/uit Schakel HP ePrint in of uit.
Services verwijderen Verwijder HP Web Services van dit apparaat.
10 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Menu Rapporten
Menu-item Omschrijving
Menustructuur Drukt een schema af van de menustructuur van het bedieningspaneel. De actieve instellingen
voor elk menu worden weergegeven.
Config-rapport Hiermee drukt u een lijst af met alle instellingen van het product. Bevat
basisnetwerkgegevens als het apparaat op een netwerk is aangesloten.
Status benodigdheden Drukt de status af van iedere printcartridge met de volgende informatie:
Geschatte resterende levensduur van de cartridge in procenten
Geschat aantal resterende pagina's
Onderdeelnummers van HP-cartridges
Aantal afgedrukte pagina's
Informatie over het bestellen van nieuwe HP-printcartridges en het recyclen van
gebruikte HP-printcartridges
Netwerkoverzicht Hiermee drukt u een lijst af met alle netwerkinstellingen van het product.
Gebruikspagina Hiermee drukt u een pagina af waarop de pagina's zijn vermeld die zijn vastgelopen of
verkeerd in het apparaat zijn ingevoerd, het aantal pagina's in zwart-wit of kleur en het
totale aantal pagina's.
PCL-lettertypenlijst Drukt een lijst af van alle geïnstalleerde PCL-lettertypen.
PS-lettertypenlijst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PS-lettertypen (PostScript).
PCL6-lettertypenlijst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL6-lettertypen.
Log kleurgebruik Hiermee drukt u een overzicht af op taakbasis met de gebruikersnaam, de naam van de
toepassing en informatie over kleurgebruik.
Servicepagina Hiermee drukt u het servicerapport af.
Diagnosepagina Hiermee drukt u de kalibratiepagina's en pagina's voor kleurdiagnose af.
Kwaliteitspagina afdr. Een pagina voor hulp bij problemen met de afdrukkwaliteit afdrukken
NLWW
Menu Rapporten
11
Menu Snelformulieren
Menuoptie Submenu-item Beschrijving
Notebookpapier Smalle liniaal
Brede liniaal
Kinderliniaal
Drukt pagina's af met voorgedrukte lijnen
Grafiekpapier 1/8 inch
5 mm
Drukt pagina's af met voorgedrukte ruitjes
Checklist 1-kolom
2-kolom
Drukt pagina's af met voorgedrukte lijnen en selectievakjes
Muziekpapier Staand
Liggend
Drukt pagina's af met voorgedrukte lijnen voor muzieknoten
12 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Menu Systeeminst.
In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Submenu-item Omschrijving
Taal Selecteer de taal voor de berichten op het
display van het bedieningspaneel en de
apparaatrapporten.
Papierinstell. St.
Papierformaat
Letter
A4
Legal
Selecteer het formaat voor het afdrukken van
interne rapporten of voor afdruktaken waarvoor
geen formaat is gespecificeerd.
St. Papiersoort Er wordt een lijst
met beschikbare
papiersoorten
weergegeven.
Selecteer de papiersoort voor het afdrukken van
interne rapporten of voor afdruktaken waarvoor
geen papiersoort is opgegeven.
Lade 1 Papiersoort
Papierformaat
Selecteer het standaardformaat en de
standaardsoort voor lade 1 in de lijst van
beschikbare formaten en soorten.
Lade 2 Papiersoort
Papierformaat
Selecteer het standaardformaat en de
standaardsoort voor lade 2 in de lijst met
beschikbare formaten en soorten.
Actie na pap. op Blijf wachten*
Annuleren
Negeren
Selecteer hoe u wilt dat het product reageert als
voor een afdruktaak een formaat of soort
afdrukmateriaal is vereist dat niet beschikbaar is
of als de opgegeven lade leeg is.
Selecteer Blijf wachten als u wilt dat het
apparaat wacht tot u het juiste papier hebt
geplaatst en op de knop OK hebt gedrukt. Dit is
de standaardinstelling.
Selecteer de optie Negeren om op een ander
formaat of andere soort af te drukken na een
opgegeven vertraging.
Selecteer de optie Annuleren om de
afdruktaak automatisch te annuleren na een
opgegeven vertraging.
Als u de optie Negeren of Annuleren
selecteert, wordt u gevraagd om op het
bedieningspaneel het aantal seconden voor de
vertraging in te stellen. Gebruik de pijlknoppen
om het aantal seconden te verhogen of te
verlagen.
NLWW
Menu Systeeminst.
13
Menu-item Submenu-item Submenu-item Submenu-item Omschrijving
Afdrukkwaliteit Kleur kalibreren Na inschakelen
Nu kalibreren
Na inschakelen: Selecteer hoe lang na het
inschakelen het product moet worden
gekalibreerd. De standaardinstelling is 15
minuten.
Nu kalibreren: Hiermee voert het product
onmiddellijk een kalibratie uit. Als het product
met een taak bezig is, vindt de kalibratie plaats
nadat de taak is voltooid. Als er een foutbericht
wordt weergegeven, moet dit eerst worden
gesloten.
Uitlijning
aanpassen
Testpagina
afdrukken
Met dit menu verplaatst u de kantlijn om
afbeeldingen van boven naar beneden en van
links naar rechts op de pagina te centreren. Druk
een testpagina af voordat u deze waarden
aanpast. De testpagina bevat
uitlijningshulplijnen in de X- en Y-richting zodat u
kunt bepalen welke aanpassingen nodig zijn.
Lade <X>
aanpassen
X1 verschuiven
X2 verschuiven
Y-verschuiving
Gebruik de instelling X1 verschuiven om het
paginabeeld horizontaal te centreren op een
enkelzijdige pagina of op de tweede bladzijde
van een dubbelzijdige pagina.
Gebruik de instelling X2 verschuiven om het
paginabeeld horizontaal te centreren op de
eerste bladzijde van een dubbelzijdige pagina.
Gebruik de instelling Y-verschuiving om het
paginabeeld verticaal te centreren.
Energie-
instellingen
Sluimer-
vertraging
15 minuten*
30 minuten
1 uur
2 uur
Uit
1 minuut
Hiermee stelt u de printer zodanig in dat deze
naar de sluimermodus gaat na een bepaalde
periode van inactiviteit. Het apparaat verlaat de
sluimermodus automatisch als u een afdruktaak
naar het apparaat stuurt of op een knop op het
bedieningspaneel drukt.
OPMERKING: De standaardtijd voor
Sluimervertraging is 15 minuten.
Autom.
uitschakelen
Uitschakelvertra
ging
30 minuten*
1 uur
2 uur
4 uur
8 uur
24 uur
Nooit
Selecteer na hoeveel tijd het apparaat
automatisch moet worden uitgeschakeld.
OPMERKING: De standaardtijd voor
Uitschakelvertraging is 30 minuten.
14 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Menu-item Submenu-item Submenu-item Submenu-item Omschrijving
Activeringsgebe
urtenissen
USB-taak
LAN-taak
Draadloze taak
Druk op knop
Selecteer of het apparaat moet worden
geactiveerd bij de volgende taken of
handelingen.
De standaardinstelling voor elke optie is Ja.
Displaycontrast Gemiddeld*
Donker
Donkerst
Lichtst
Lichter
Hiermee stelt u het contrast van het display in.
Instellingen
benodigdheden
Zwarte
printcartridge
Instelling voor
vrijwel leeg
Prompt*
Doorgaan
Stoppen
Hiermee stelt u in wat het apparaat moet doen
wanneer de zwarte printcartridge vrijwel leeg is.
Prompt: Het apparaat stopt met afdrukken
en vraagt u de printcartridge te vervangen.
U kunt het bericht ter kennisgeving
aannemen en doorgaan met afdrukken.
Een door de klant te configureren optie op
dit apparaat is "Herinner mij na 100
pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of
nooit". Deze optie is beschikbaar voor het
gemak van de klant en vormt geen indicatie
dat deze pagina's een acceptabele
afdrukkwaliteit hebben.
Doorgaan: Het apparaat waarschuwt u
dat de printcartridge vrijwel leeg is, maar
gaat door met afdrukken.
Stoppen: Het apparaat stopt met
afdrukken totdat u de printcartridge
vervangt.
Drempel laag Voer percent. in Gebruik de pijlknoppen om het percentage van
de resterende levensduur waarbij het apparaat u
moet waarschuwen dat de printcartridge bijna
leeg is te verhogen of te verlagen.
De standaardinstelling voor de zwarte cartridge
die bij het apparaat wordt geleverd, is 24%. De
standaardinstelling voor de vervangende zwarte
printcartridge is 13%. Als een zwarte
printcartridge met hoge capaciteit is
geïnstalleerd, is de standaardinstelling 7%.
De standaardinstellingen beogen nog ongeveer
twee weken gebruik voordat de cartridge vrijwel
leeg is.
NLWW
Menu Systeeminst.
15
Menu-item Submenu-item Submenu-item Submenu-item Omschrijving
Kleurenprintcass
ettes
Instelling voor
vrijwel leeg
Stoppen
Prompt*
Doorgaan
Zwart
afdrukken
Hiermee stelt u in wat het apparaat moet doen
wanneer een van de kleurenprintcartridges
vrijwel leeg is.
Prompt: Het apparaat stopt met afdrukken
en vraagt u de printcartridge te vervangen.
U kunt het bericht ter kennisgeving
aannemen en doorgaan met afdrukken.
Een door de klant te configureren optie op
dit apparaat is "Herinner mij na 100
pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of
nooit". Deze optie is beschikbaar voor het
gemak van de klant en vormt geen indicatie
dat deze pagina's een acceptabele
afdrukkwaliteit hebben.
Doorgaan: Het apparaat waarschuwt u
dat de printcartridge vrijwel leeg is, maar
gaat door met afdrukken.
Zwart afdrukken: Het apparaat is door
de klant zo geconfigureerd dat er alleen
met zwarte inkt wordt afgedrukt wanneer
de kleurencartridge bijna leeg is. Het
kleuronderdeel kan echter mogelijk nog
steeds een acceptabele afdrukkwaliteit
leveren. Als u in kleur wilt afdrukken, dient
u het kleuronderdeel te vervangen of het
product opnieuw te configureren.
Wanneer u de vrijwel lege cartridge hebt
vervangen, wordt het afdrukken in kleur
automatisch hervat.
Stoppen: Het apparaat stopt met
afdrukken totdat u de printcartridge
vervangt.
Drempel laag Cyaan
Magenta
Geel
Voer percent. in
Gebruik de pijlknoppen om het percentage van
de resterende levensduur waarbij het apparaat u
moet waarschuwen dat de printcartridge bijna
leeg is te verhogen of te verlagen.
De standaardinstelling voor de
kleurenprintcartridges die bij het apparaat
worden geleverd, is 16%. Voor vervangende
kleurenprintcartridges is de standaardinstelling
7%.
De standaardinstellingen beogen nog ongeveer
twee weken gebruik voordat de cartridge vrijwel
leeg is.
16 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Menu-item Submenu-item Submenu-item Submenu-item Omschrijving
Gebruiksgegeve
ns opslaan
Op onderdeel*
Niet op
onderdeel
Het apparaat slaat automatisch informatie over
het printcartridgegebruik op in het interne
geheugen. Het apparaat kan deze informatie
ook opslaan op de geheugenchips van de
printcartridges. Selecteer de optie Niet op
onderdeel om de gebruiksgegevens alleen in
het interne geheugen op te slaan.
De opgeslagen informatie op de geheugenchip
van de printcartridge helpt HP bij de
ontwikkeling van nieuwe producten die aan de
afdrukvereisten van onze klanten voldoen. HP
voert een steekproef uit onder de geheugenchips
van printcartridges die worden teruggestuurd in
het kader van het gratis recyclingprogramma
van HP. De geheugenchips uit deze steekproef
worden onderzocht voor het verbeteren van
producten van HP.
Met de gegevens die via de geheugenchip van
de printcartridge zijn verzameld, kunnen geen
klanten of gebruikers van de printcartridge of het
apparaat worden geïdentificeerd.
Lettertype
Courier
Standaard*
Donker
Selecteer een van de beschikbare versies van het
lettertype Courier.
NLWW
Menu Systeeminst.
17
Menu Service
Gebruik dit menu om de standaardinstellingen te herstellen, het apparaat te reinigen en speciale modi
in te stellen die de afdrukken beïnvloeden. Items met een sterretje (*) zijn de standaardinstellingen.
Menuoptie Submenu-item Beschrijving
Reinigingspagina Gebruik deze optie om het apparaat te reinigen als u
tonervlekken of andere vlekken op de afdrukken ziet.
Bij het reinigingsproces worden stof en overtollige
toner uit de papierbaan verwijderd.
Als u dit item selecteert, wordt u gevraagd gewoon
papier in lade 1 te plaatsen en vervolgens op de
knop OK te drukken om het reinigingsproces te
starten. Wacht tot het proces is voltooid. Gooi de
afgedrukte pagina weg.
OPMERKING: Op modellen zonder automatische
duplexeenheid wordt eerst de eerste zijde afgedrukt
en wordt u vervolgens gevraagd de pagina uit de
uitvoerlade te verwijderen en in dezelfde richting
opnieuw in lade 1 te plaatsen.
USB-snelheid Hoog*
Volledig
Om het product daadwerkelijk te laten functioneren
op hoge snelheid, moet hoge snelheid zijn
ingeschakeld en moet het product zijn aangesloten
op een EHCI-hostcontroller die ook functioneert op
hoge snelheid. Dit menu-item geeft niet de huidige
snelheid van het product weer.
Minder omkrullen Aan
Uit*
Als afgedrukte pagina's steeds gekruld zijn, kunt u
deze optie gebruiken om een modus op het apparaat
in te stellen die het krullen vermindert.
Archief afdr. Aan
Uit*
Als u pagina's afdrukt die lange tijd worden
bewaard, kunt u deze optie gebruiken om een modus
op het apparaat in te stellen die uitloop van toner en
stofvorming tegengaat.
Datum firmware De datumcode van de huidige firmware.
Standaardwaarden De standaardinstellingen van alle aangepaste menu-
instellingen worden hersteld.
18 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Menu Netwerkinstellingen
Gebruik dit menu om de netwerkconfiguratie-instellingen van het product vast te leggen. Items met een
sterretje (*) zijn de standaardinstellingen.
Menu-item Submenu-item Omschrijving
Menu Draadloos (alleen draadloze
apparaten)
OPMERKING: U kunt dit menu ook
openen door op de knop Draadloos
op de voorzijde van het apparaat
te drukken.
Afdrukken naar WiFi Hier vindt u de Wi-Fi Direct-naam van het apparaat,
waarmee u via andere draadloze apparaten die het Wi-Fi
Direct-protocol ondersteunen toegang hebt tot het
apparaat.
WPS-instellingen Indien uw draadloze router deze functie ondersteunt, kunt
u deze methode gebruiken om het apparaat in een
draadloos netwerk te installeren. Dit is de eenvoudigste
methode.
Netwerktest Test het draadloze netwerk en drukt een rapport met de
resultaten af.
Draadloos aan/uit Hiermee schakelt u de draadloze netwerkfunctie in of uit.
TCP/IP-configuratie Automatisch*
Handmatig
Selecteer de optie Automatisch om alle TCP/IP-
instellingen automatisch te configureren.
Selecteer de optie Handmatig om het IP-adres, het
subnetmasker en de standaardgateway handmatig te
configureren.
Auto-crossover Aan*
Uit
Hiermee schakelt u het gebruik van een standaard
10/100-netwerkkabel in of uit wanneer het apparaat
rechtstreeks met een computer is verbonden.
Netwerkservices IPv4
IPv6
De IPv4- en IPv6-protocollen in- of uitschakelen. Standaard
is elk protocol ingeschakeld.
IP-adres weergeven Nee
Ja*
Nee: Het IP-adres van het apparaat wordt niet
weergegeven op het display van het bedieningspaneel.
Ja: Het IP-adres van het apparaat wordt weergegeven op
het display van het bedieningspaneel.
Verbindingssnelh. Automatisch*
10T Vol
10T Half
100TX Vol
100TX Half
De koppelingssnelheid handmatig instellen, indien nodig.
Als de koppelingssnelheid is ingesteld, wordt het apparaat
automatisch opnieuw opgestart.
NLWW
Menu Netwerkinstellingen
19
Menu-item Submenu-item Omschrijving
Https geforceerd Nee*
Ja
Hiermee stelt u het apparaat zodanig in dat het alleen kan
communiceren met websites die het protocol https
(hypertext transfer protocol secure) gebruiken.
Standaardwaarden Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor de
netwerkconfiguratie-instellingen.
20 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
3 Software voor Windows
Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers voor Windows
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows
Instellingen van de afdruktaak wijzigen voor Windows
De printerdriver verwijderen uit Windows
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
Software voor andere besturingssystemen
NLWW 21
Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers
voor Windows
De volgende Windows-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund:
Windows XP (32-bits, Service Pack 2)
Windows Server 2003 (32-bits, Service Pack 3)
Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits)
Windows Vista (32-bits en 64-bits)
Windows 7 (32-bits en 64-bits)
De volgende Windows-printerdrivers worden door het apparaat ondersteund:
HP PCL 6 (dit is de standaardprinterdriver die is meegeleverd op de product-cd)
HP Universal Print Driver voor Windows Postcript
HP Universal Print Driver voor PCL 5
De online-Help van de printerdrivers bevat instructies voor algemene afdruktaken en beschrijvingen van
knoppen, selectievakjes en vervolgkeuzelijsten in de printerdriver.
OPMERKING: Ga voor informatie over de UPD (Universal Print Driver) naar www.hp.com/go/upd.
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows
Printerdrivers bieden toegang tot de functies van een product en geven de computer toestemming om
met het product te communiceren (via een printertaal). De volgende printerdrivers zijn beschikbaar op
www.hp.com/go/LJColorM351_software of www.hp.com/go/LJColorM451_software.
HP PCL 6-driver
Wordt meegeleverd als de standaarddriver. Deze driver wordt automatisch
geïnstalleerd tenzij u een andere driver selecteert.
Aanbevolen voor alle Windows-omgevingen
Biedt in het algemeen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor
apparaatfuncties voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld om samen te werken met de Windows Graphic Device Interface
(GDI) voor optimale snelheid in Windows-omgevingen
Mogelijk niet helemaal compatibel met software van derden of aangepaste
programma’s die zijn gebaseerd op PCL 5
HP UPD PS-driver
Aanbevolen voor afdrukken met programma’s van Adobe
®
of met andere
grafisch intensieve software
Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript
flash-lettertypen
22 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
HP UPD PCL 5
Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor
(Windows-omgevingen)
Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten
De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of
softwareprogramma's van derden
De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het
product dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe)
Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden
die u voor meerdere printermodellen kunt gebruiken
Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een
mobiele Windows-computer
HP UPD PCL 6
Aanbevolen voor printen in alle Windows-omgevingen
Biedt algemeen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en printerfunctie-
ondersteuning voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld voor gebruik met Windows Graphic Device Interface (GDI) voor
de beste snelheid in Windows-omgevingen
Is mogelijk niet volledig compatibel met op PCL5 gebaseerde oplossingen van
derden of custom-oplossingen
NLWW
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows
23
HP Universal Print Driver (UPD)
De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die rechtstreeks toegang biedt tot
vrijwel elk HP LaserJet-product, vanaf elke locatie, zonder afzonderlijke drivers te downloaden. De
driver is gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de
driver grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het betreft
een krachtige oplossing die gelijkmatig presteert.
De HP UPD communiceert rechtstreeks met elk HP-product, verzamelt configuratiegegevens en past
vervolgens de gebruikersinterface aan om zo de unieke, beschikbare functies van het product weer te
geven. De UPD schakelt automatisch functies in die voor het product beschikbaar zijn. Hierbij kunt u
denken aan dubbelzijdig afdrukken en nieten, zodat u deze functies niet meer handmatig hoeft in te
schakelen.
Ga naar
www.hp.com/go/upd voor meer informatie.
Installatiemodi UPD
Traditionele modus
Kies deze modus wanneer u de driver installeert vanaf een cd voor één
computer.
Wanneer u de UPD hebt geïnstalleerd vanaf de cd die bij het apparaat werd
geleverd, werkt de UPD net als een traditionele printerdriver. De UPD werkt
met een specifiek apparaat.
Als u voor deze modus kiest, moet u de UPD voor elke computer en voor elk
apparaat afzonderlijk installeren.
Dynamische modus
Als u voor deze modus kiest, dient u de UPD van internet te downloaden. Zie
www.hp.com/go/upd.
In de dynamische modus kunt u volstaan met de installatie van een enkele
driver. U kunt apparaten van HP dan op elke locatie detecteren en daarmee
afdrukken.
Gebruik deze modus wanneer u de UPD voor een werkgroep wilt installeren.
24 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
Instellingen van de afdruktaak wijzigen voor
Windows
Prioriteit van afdrukinstellingen
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma
waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens
anders teniet gedaan.
Dialoogvenster Afdrukken: klik op Afdrukken, Afdrukinstellingen of op een
soortgelijke opdracht in het menu Bestand van het programma waar u in werkt om dit
dialoogvenster te openen. De instellingen die u wijzigt in het dialoogvenster Afdrukken hebben
een lagere prioriteit en hebben meestal geen invloed op de wijzigingen die u hebt aangebracht in
het dialoogvenster Pagina-instelling.
Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver): klik op Eigenschappen in het
dialoogvenster Afdrukken om de printerdriver te openen. Instellingen die u wijzigt in het
dialoogvenster Printereigenschappen hebben meestal geen invloed op instellingen elders in
de afdruksoftware. U kunt de meeste afdrukinstellingen hier wijzigen.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor
printer, zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure.
NLWW
Instellingen van de afdruktaak wijzigen voor Windows
25
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en
vervolgens op Printers.
Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en
vervolgens op Printers.
Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het driverpictogram en selecteer Eigenschappen of
Printereigenschappen.
3. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
26 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
De printerdriver verwijderen uit Windows
Windows XP
1. Klik op de knop Start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
2. Zoek het apparaat op in de lijst, klik er met de rechtermuisknop op en klik dan op Verwijderen.
3. Klik in het menu Bestand op Eigenschappen van server. Het dialoogvenster
Eigenschappen van afdrukserver wordt geopend.
4. Klik op het tabblad Stuurprogramma's en selecteer in de lijst de printer die u wilt verwijderen.
5. Klik op de knop Verwijderen en vervolgens op de knop Ja om het verwijderen te bevestigen.
Windows Vista
1. Klik op de knop Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik in de groep Hardware en geluiden op Printer.
3. Zoek het product op, klik erop en klik op Verwijderen. Klik vervolgens op de knop Ja om het
verwijderen te bevestigen.
4. Klik in het menu Bestand op Eigenschappen van server. Het dialoogvenster
Eigenschappen van afdrukserver wordt geopend.
5. Klik op het tabblad Stuurprogramma's en selecteer in de lijst de printer die u wilt verwijderen.
6. Klik op de knop Verwijderen en vervolgens op de knop Ja om het verwijderen te bevestigen.
Windows 7
1. Klik op de knop Start en vervolgens op Apparaten en printers.
2. Zoek en selecteer het product in de lijst.
3. Klik op de knop Apparaat verwijderen boven in het scherm en klik vervolgens op de knop Ja
om het verwijderen te bevestigen.
4. Klik op de knop Eigenschappen voor afdrukserver boven in het dialoogvenster en klik
vervolgens op het tabblad Stuurprogramma's.
5. Selecteer het apparaat in de lijst en klik op de knop Verwijderen.
6. Selecteer de optie om alleen de driver te verwijderen of de optie om het pakket met driversoftware
te verwijderen en klik op de knop OK.
NLWW
De printerdriver verwijderen uit Windows
27
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
HP Web Jetadmin
Geïntegreerde webserver van HP
HP ePrint
Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows
Online webregistratie
HP Device Toolbox
HP Uninstall
HP Help & Learn Center
Uw HP apparaat opnieuw configureren
HP LaserJet Customer Participation Program
Software voor andere besturingssystemen
Besturingssysteem Software
UNIX Voor HP-UX- en Solaris-netwerken, gaat u naar
www.hp.com/support/net_printing om de
HP Jetdirect printer installer voor UNIX te downloaden.
Ga voor printerdrivers voor Unix naar
www.hp.com/pond/modelscripts/index2.
Linux Ga voor informatie naar
www.hp.com/go/linuxprinting.
28 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
4 Het apparaat gebruiken met Mac
Software voor Mac
Basistaken afdrukken in Mac
AirPrint gebruiken
Problemen oplossen met Mac
NLWW 29
Software voor Mac
Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers voor Mac
De volgende Mac-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund:
Mac OS X 10.5 en 10.6
OPMERKING: Voor Mac OS X 10.5 en hoger worden Mac-computers met een PPC- of Intel®
Core™-processor ondersteund. Voor Mac OS X 10.6 worden Mac-computers met een Intel Core-
processor ondersteund.
Het installatieprogramma voor de HP LaserJet-software bevat onder meer PPD-bestanden (PostScript
®
Printer Description), PDE's (Printer Dialog Extensions) en de HP Utility voor Mac OS X-computers. De
PPD- en PDE-bestanden voor de HP-printer, in combinatie met de geïntegreerde Apple PostScript-
printerdrivers, zorgen voor volledige afdrukfunctionaliteit en toegang tot specifieke HP-printerfuncties.
Software installeren op Mac-besturingssystemen
Software installeren op Mac-computers waarop het apparaat rechtstreeks is
aangesloten
Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP
raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken.
1. Sluit de USB-kabel aan op het apparaat en de computer.
2. Installeer de software vanaf de cd.
3. Klik op het pictogram van het installatieprogramma van HP en volg de instructies op het scherm.
4. Klik in het scherm Gefeliciteerd op de knop OK.
5. Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de
afdruksoftware juist is geïnstalleerd.
30 Hoofdstuk 4 Het apparaat gebruiken met Mac NLWW
Software installeren op Mac-computers in een bekabeld netwerk
Het IP-adres configureren
1. Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk.
2. Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het
netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen.
De software installeren
1. Installeer de software vanaf de cd. Klik op het pictogram van het apparaat en volg de instructies
op het scherm.
2. Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de software correct is
geïnstalleerd.
Software installeren op Mac-computers in een draadloos netwerk
Voordat u de apparaatsoftware installeert, controleert u of het apparaat niet via een netwerkkabel met
het netwerk is verbonden. Controleer of uw Mac is aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk als
waarop u het apparaat wilt aansluiten.
Ga op een van de volgende manieren te werk om het apparaat op het draadloze netwerk aan te
sluiten.
Het apparaat met WPS met een draadloos netwerk verbinden via de menu's van het
bedieningspaneel
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk
Als uw router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt, gebruik dan die methode om het apparaat aan
uw netwerk toe te voegen. Dit is de eenvoudigste manier om het apparaat in een draadloos netwerk op
te nemen.
OPMERKING: Draadloze Apple AirPort-routers ondersteunen WPS-installatie niet.
NLWW
Software voor Mac
31
Als uw draadloze router Wi-Fi Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, vraagt u uw systeembeheerder
om de netwerkinstellingen voor uw draadloze router of voert u de volgende taken uit:
Achterhaal de naam van het draadloze netwerk of de SSID (service set identifier).
Bepaal het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel voor het draadloze netwerk.
Het apparaat met WPS met een draadloos netwerk verbinden via de menu's van het
bedieningspaneel
1. Druk op de knop Draadloos aan de voorkant van het apparaat. Kijk op het scherm van het
bedieningspaneel om te zien of het item Menu Draadloos is geopend. Voer de volgende
stappen uit als het item niet is geopend:
a. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
b. Open de volgende menu's:
Netwerkinstellingen
Menu Draadloos
2. Selecteer het item WPS-instellingen.
3. Voerde installatie op een van de volgende manieren uit:
Druktoets: Selecteer de optie Druktoets en volg de instructies op het bedieningspaneel.
Het tot stand brengen van de draadloze verbinding kan enige tijd duren.
PIN: Selecteer de optie PIN. Het apparaat genereert een unieke pincode die u dient in te
voeren in het instellingenscherm van de draadloze router. Het tot stand brengen van de
draadloze verbinding kan enige tijd duren.
4.
Open het menu Apple
op de computer en klik op het menu Systeemvoorkeuren en op het
pictogram Afdrukken en faxen.
5. Klik op het plus (+)-symbool linksonder in de kolom Printernamen.
Mac OS X maakt standaard gebruik van Bonjour om het product te vinden en het aan het pop-
upmenu met printers toe te voegen. Deze methode werkt meestal het best. Als Mac OS X de HP
printerdriver niet kan vinden, wordt er een foutbericht weergegeven. Installeer de software
opnieuw.
6. Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de software correct is
geïnstalleerd.
OPMERKING: Als deze methode niet werkt, probeert u verbinding met het draadloze netwerk te
maken via de methode met een USB-kabel.
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk
Als uw draadloze router WiFi-Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, kunt u deze methode gebruiken
om het apparaat te verbinden met een draadloos netwerk. Het instellen van een draadloze verbinding
32 Hoofdstuk 4 Het apparaat gebruiken met Mac NLWW
is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie
is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken.
1. Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer.
2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer wanneer u hierom wordt gevraagd de optie
Configureer uw apparaat voor een draadloos netwerk. Sluit de USB-kabel aan op het
apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd.
VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als u hierom wordt gevraagd.
3. Als de installatie is voltooid, drukt u een configuratiepagina af om te controleren of het apparaat
een SSID-naam heeft.
4. Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de software correct is
geïnstalleerd.
De printerdriver verwijderen uit Mac-besturingssystemen
U moet beschikken over beheerdersrechten om de software te verwijderen.
1. Open Systeemvoorkeuren.
2. Selecteer Afdrukken en faxen.
3. Markeer het product.
4. Klik op het minsymbool (-).
5. Verwijder zo nodig de afdrukwachtrij.
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare
opdracht op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te
openen. Instellingen die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd
vervangen.
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het
programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd
hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet
teniet.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
NLWW
Software voor Mac
33
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor
printer, zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma
wordt gesloten
1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken.
2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken.
2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's.
3. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de
voorinstelling.
Deze instellingen worden in het menu Voorinstellingen opgeslagen. Als u de nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de opgeslagen voorinstelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt
afdrukken.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1.
Klik in het menu Apple
op het menu Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op het
pictogram Afdrukken en faxen.
2. Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm.
3. Klik op de knop Opties en benodigdheden.
4. Klik op het tabblad Driver.
5. Configureer de geïnstalleerde opties.
Software voor Mac-computers
HP Utility voor Mac
Gebruik de HP Utility om productfuncties in te stellen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver.
U kunt gebruikmaken van de HP Utility als het product beschikt over een USB-kabel (Universal Serial
Bus) of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk.
34 Hoofdstuk 4 Het apparaat gebruiken met Mac NLWW
HP Utility openen
Klik in het dock op HP Utility.
-of-
Klik bij Programma's op Hewlett Packard en vervolgens op HP Utility.
Functies van HP Utility
Gebruik de software HP Utility om de volgende taken uit te voeren:
Informatie verkrijgen over de status van benodigdheden.
Informatie verkrijgen over het apparaat, zoals de firmwareversie en het serienummer.
Een configuratiepagina afdrukken.
Voor apparaten die op een IP-netwerk zijn aangesloten: netwerkinformatie verkrijgen en de
geïntegreerde webserver van HP openen.
De papiersoort en het papierformaat voor de lade configureren.
Bestanden overbrengen van de computer naar het apparaat.
De firmware van het apparaat bijwerken.
De kleurgebruikpagina weergeven
Ondersteunde hulpprogramma's voor Mac
Geïntegreerde webserver van HP
Dit product is uitgerust met de geïntegreerde webserver van HP, die toegang geeft tot informatie over
de activiteiten van het product en het netwerk. Vanuit het HP hulpprogramma naar de geïntegreerde
webserver van HP gaan. Open het menu Printerinstellingen en selecteer vervolgens de optie
Aanvullende instellingen.
U kunt ook de geïntegreerde webserver van HP openen via de webbrowser Safari.
1. Selecteer het paginapictogram aan de linkerkant van de Safari-werkbalk.
2. Klik op het Bonjour-logo.
3. Dubbelklik op dit product in de lijst printers. De geïntegreerde webserver van HP wordt geopend.
HP ePrint
Met HP ePrint kunt overal en altijd afdrukken, vanaf een mobiele telefoon, een laptop of elk andere
mobiele apparaat. HP ePrint werkt met elk apparaat met e-mailondersteuning. Als u kunt e-mailen, kunt
u afdrukken op een HP-product met ePrint. Ga voor meer informatie naar
www.hpeprintcenter.com.
OPMERKING: Het product moet zijn verbonden met een netwerk en beschikken over een
internetverbinding om HP ePrint te gebruiken.
NLWW
Software voor Mac
35
HP ePrint is de standaardinstelling van het product. Volg deze procedure om het in te schakelen.
1. Typ het IP-adres in de adresbalk van een webbrowser om de geïntegreerde HP-webserver te
openen.
2. Klik op het tabblad HP webservices.
3. Selecteer de optie om Webservices in te schakelen.
AirPrint
Direct afdrukken met AirPrint van Apple wordt ondersteund op iOS 4.2 en later. Gebruik AirPrint om
direct op het apparaat af te drukken vanaf een iPad (iOS 4.2), iPhone (3GS of later), of iPod touch
(derde generatie of later) in de volgende toepassingen:
Mail
Foto's
Safari
Selecteer externe toepassingen.
U kunt AirPrint alleen gebruiken als het apparaat met een draadloos netwerk is verbonden. Ga voor
meer informatie over het gebruik van AirPrint en welke HP-apparaten compatibel zijn met AirPrint naar
www.hp.com/go/airprint.
OPMERKING: Het kan nodig zijn de apparaatfirmware te upgraden om AirPrint te gebruiken. Ga
naar
www.hp.com/support/LJColorM351 of www.hp.com/support/LJColorM451.
36 Hoofdstuk 4 Het apparaat gebruiken met Mac NLWW
Basistaken afdrukken in Mac
Een afdruktaak annuleren op de Mac
1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren te drukken op het
bedieningspaneel van het apparaat.
OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt,
gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren
drukt, wordt het
proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven.
2. U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm
weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Afdrukwachtrij: open de afdrukwachtrij door te dubbelklikken op het pictogram van het
apparaat in het Dock. Selecteer de afdruktaak en klik vervolgens op Verwijder.
De papiersoort en het papierformaat wijzigen op de Mac
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op de optie Afdrukken.
2. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling.
3. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat en klik op de knop OK.
4. Open het menu Afwerking.
5. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal.
6. Klik op de knop Afdrukken.
Het documentformaat wijzigen of een aangepast papierformaat
afdrukken op de Mac
Mac OS X 10.5 en 10.6
Gebruik een van deze methoden.
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Klik op de knop pagina-instelling.
3. Selecteer het product en selecteer de juiste instellingen voor de optie
Papierformaat en Afdrukrichting.
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Open het menu Papierverwerking.
3. Klik in het gebied Papierformaat bestemming op het vak Aanpassen
aan papier en selecteer het formaat in de vervolgkeuzelijst.
NLWW
Basistaken afdrukken in Mac
37
Voorinstellingen voor afdrukken maken op de Mac
Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan,
zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
Een voorinstelling voor afdrukken maken
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer de driver.
3. Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt opslaan zodat u deze opnieuw kunt gebruiken.
4. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de
voorinstelling.
5. Klik op de knop OK.
Voorinstellingen voor afdrukken gebruiken
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer de driver.
3. Selecteer in het menu Voorinstellingen de voorinstelling voor afdrukken.
OPMERKING: Selecteer de optie standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te
gebruiken.
Een voorbeeld afdrukken op de Mac
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer de driver.
3. Open het menu Voorblad en selecteer waar u het voorblad wilt afdrukken. Klik op de knop
Voor document of Na document.
4. Selecteer in het menu Type voorblad het bericht dat u op het voorblad wilt afdrukken.
OPMERKING: Selecteer de optie standaard in het menu Type voorblad als u een leeg
voorblad wilt afdrukken.
Watermerken gebruiken op de Mac
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Open het menu Watermerken.
3. Selecteer in het menu Modus het soort watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer de optie
Watermerk als u een halftransparant bericht wilt afdrukken. Selecteer de optie Overlay als u
een bericht wilt afdrukken dat niet transparant is.
38 Hoofdstuk 4 Het apparaat gebruiken met Mac NLWW
4. Selecteer in het menu Pagina's of u het watermerk wilt afdrukken op alle pagina's of alleen op
de eerste pagina.
5. Selecteer in het menu Tekst een van de standaardberichten of selecteer de optie Aangepast en
typ in het vak een nieuw bericht.
6. Selecteer opties voor de overige instellingen.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer de driver.
3. Open het menu Lay-out.
4. Selecteer in het menu Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2,
4, 6, 9 of 16).
5. Selecteer in het gebied Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel.
6. Selecteer in het menu Randen het soort rand dat u rond elke pagina op het vel wilt afdrukken.
Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) in Mac
Automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruiken
1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken.
2. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
3. Open het menu Lay-out.
4. Selecteer in het menu Tweezijdig een bindoptie.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken.
2. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
NLWW
Basistaken afdrukken in Mac
39
3. Open het menu Afwerking en klik op het tabblad Handmatige duplex of open het menu
Handmatige duplex.
4. Klik op het vak Handmatige duplex en selecteer een bindoptie.
5. Klik op de knop Afdrukken. Volg de instructies in het pop-upvenster dat op het computerscherm
verschijnt voordat u de uitgevoerde stapel weer in lade 1 plaatst voor het afdrukken van de
tweede zijde.
6. Ga naar het apparaat en verwijder alle lege vellen uit lade 1.
7. Plaats de afgedrukte stapel met de bedrukte zijde omhoog en de onderrand eerst in lade 1. U
moet de tweede kant afdrukken vanuit lade 1.
8. Druk desgevraagd op de juiste toets op het bedieningspaneel om door te gaan.
De kleuropties instellen op de Mac
Als u de HP Postscript-printerdriver voor Mac gebruikt, scant de HP EasyColor-technologie alle
documenten en past automatisch alle fotoafbeeldingen aan met dezelfde verbeterde fotoresultaten.
In het volgende voorbeeld zijn de beelden aan de linkerzijde gemaakt zonder de optie
HP EasyColor. De beelden aan de rechterzijde tonen de verbeteringen dankzij het gebruik van de
optie HP EasyColor.
De optie HP EasyColor is standaard ingeschakeld in de HP Mac Postscript-printerdriver, zodat u
kleuren niet handmatig hoeft aan te passen. U kunt de optie uitschakelen, zodat u de kleurinstellingen
handmatig kunt aanpassen. Ga hiervoor als volgt te werk.
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer de driver.
3. Open het menu Kwaliteit/kleuropties en klik op het selectievakje HP EasyColor om het uit
te schakelen.
4. open het menu Geavanceerd of selecteer het goede tabblad.
5. Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.
40 Hoofdstuk 4 Het apparaat gebruiken met Mac NLWW
AirPrint gebruiken
Direct afdrukken met AirPrint van Apple wordt ondersteund op iOS 4.2 en later. Gebruik AirPrint om
direct op het apparaat af te drukken vanaf een iPad (iOS 4.2), iPhone (3GS of later), of iPod touch
(derde generatie of later) in de volgende toepassingen:
Mail
Foto's
Safari
Selecteer externe toepassingen.
Om AirPrint te gebruiken, moet het apparaat zijn verbonden met een netwerk. Ga voor meer informatie
over het gebruik van AirPrint en welke HP-apparaten compatibel zijn met AirPrint naar
www.hp.com/
go/airprint.
OPMERKING: Het kan nodig zijn de apparaatfirmware te upgraden om AirPrint te gebruiken. Ga
naar
www.hp.com/support/LJColorM351 of www.hp.com/support/LJColorM451.
NLWW
AirPrint gebruiken
41
Problemen oplossen met Mac
Raadpleeg Problemen met de productsoftware oplossen in Mac op pagina 182 voor informatie over
het oplossen van problemen met het Mac-besturingssysteem.
42 Hoofdstuk 4 Het apparaat gebruiken met Mac NLWW
5 Het product verbinden met
Windows
Disclaimer voor printer delen
Verbinden met USB
Aansluiten op een netwerk met Windows
NLWW 43
Disclaimer voor printer delen
HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoft-
besturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga naar Microsoft op
www.microsoft.com.
Verbinden met USB
Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP
raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken.
VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd.
Cd-installatie
1. Sluit alle geopende programma's op de computer af.
2. Installeer de software vanaf de cd en volg de instructies op het scherm.
3. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Rechtstreeks verbinding maken
met deze computer via een USB-kabel en klik vervolgens op de knop Volgende.
4. Wanneer u hierom wordt gevraagd, sluit u de USB-kabel aan op het product en de computer.
5. Klik aan het einde van de installatie op de knop Voltooien.
6. In het scherm Meer opties kunt u ervoor kiezen meer software te installeren. U kunt ook op de
knop Voltooien klikken.
7. Druk vanuit een willekeurig programma een pagina af om te controleren of de afdruksoftware
correct is geïnstalleerd.
44 Hoofdstuk 5 Het product verbinden met Windows NLWW
Aansluiten op een netwerk met Windows
Ondersteunde netwerkprotocollen
U hebt een netwerk nodig dat een of meerdere van de volgende protocollen gebruikt om een apparaat
met netwerkfunctionaliteit aan te sluiten op een netwerk.
TCP/IP (IPv4 of IPv6)
Afdrukken met LPD
SLP
WS-detectie
Het apparaat installeren op een bekabeld netwerk met Windows
Het IP-adres verkrijgen
1. Sluit de netwerkkabel aan op het product en op het netwerk. Schakel het apparaat in.
2. Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het
netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen.
3. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de knop OK.
4. Druk op de pijl naar rechts
om het menu Rapporten te markeren en druk op de knop OK.
5. Druk op de pijl naar rechts
om de optie Config-rapport te markeren en druk op de knop OK.
NLWW
Aansluiten op een netwerk met Windows
45
6. Zoek het IP-adres op op de zelftest-/configuratiepagina.
Jetdirect Page
HP Color LaserJet
Page 1
De software installeren
1. Sluit alle programma's op de computer af.
2. Installeer de software vanaf de cd.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Verbinding maken via een
bekabeld netwerk en klik vervolgens op de knop Volgende.
5. Selecteer in de lijst met beschikbare printers de printer met het juiste IP-adres.
6. Klik op de knop Voltooien.
7. In het scherm Meer opties kunt u ervoor kiezen meer software te installeren. U kunt ook op de
knop Voltooien klikken.
8. Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de
afdruksoftware juist is geïnstalleerd.
Het apparaat op een draadloos netwerk aansluiten in Windows
(alleen draadloze modellen)
Voordat u de apparaatsoftware installeert, controleert u of het apparaat niet via een netwerkkabel met
het netwerk is verbonden.
Als uw draadloze router Wi-Fi Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, vraagt u uw systeembeheerder
om de netwerkinstellingen voor uw draadloze router of voert u de volgende taken uit:
Achterhaal de naam van het draadloze netwerk of de SSID (service set identifier).
Bepaal het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel voor het draadloze netwerk.
46 Hoofdstuk 5 Het product verbinden met Windows NLWW
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS
Als uw router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS) is dit de eenvoudigste manier om
het apparaat met een draadloos netwerk te verbinden.
1. Druk op de knop WPS op uw draadloze router.
2. Houd de knop Draadloos
op het bedieningspaneel van het apparaat gedurende twee
seconden ingedrukt. Laat de knop los wanneer het lampje voor de draadloze functie begint te
knipperen.
3. Wacht zo'n twee minuten tot het apparaat verbinding heeft gemaakt met de draadloze router.
OPMERKING: Als deze methode niet werkt, probeert u verbinding met het draadloze netwerk te
maken via de methode met een USB-kabel.
Het apparaat met WPS met een draadloos netwerk verbinden via de menu's
van het bedieningspaneel
1. Druk op de knop Draadloos aan de voorkant van het apparaat. Kijk op het scherm van het
bedieningspaneel om te zien of het item Menu Draadloos is geopend. Voer de volgende
stappen uit als het item niet is geopend:
a. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
b. Open de volgende menu's:
Netwerkinstellingen
Menu Draadloos
2. Selecteer het item WPS-instellingen.
3. Voerde installatie op een van de volgende manieren uit:
Druktoets: Selecteer de optie Druktoets en volg de instructies op het bedieningspaneel.
Het tot stand brengen van de draadloze verbinding kan enige tijd duren.
PIN: Selecteer de optie PIN. Het apparaat genereert een unieke pincode die u dient in te
voeren in het instellingenscherm van de draadloze router. Het tot stand brengen van de
draadloze verbinding kan enige tijd duren.
OPMERKING: Als deze methode niet werkt, probeert u verbinding met het draadloze netwerk te
maken via de methode met een USB-kabel.
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk
Als uw draadloze router WiFi-Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, kunt u deze methode gebruiken
om het apparaat te verbinden met een draadloos netwerk. Het instellen van een draadloze verbinding
NLWW
Aansluiten op een netwerk met Windows
47
is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie
is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken.
1. Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer.
2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer de optie Verbinding maken via een
draadloos netwerk wanneer u hierom wordt gevraagd. Sluit de USB-kabel aan op het
apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd.
VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als u hierom wordt gevraagd.
3. Als de installatie is voltooid, drukt u een configuratiepagina af om te controleren of het apparaat
een SSID-naam heeft.
4. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen.
De software voor een draadloos apparaat installeren dat momenteel op het
netwerk is aangesloten
Als het apparaat al een IP-adres op een draadloos netwerk heeft en u apparaatsoftware wilt installeren
op een computer, dient u de volgende stappen uit te voeren.
1. Druk vanaf het bedieningspaneel een configuratiepagina af om het IP-adres van het apparaat te
verkrijgen.
2. Installeer de software vanaf de cd.
3. Volg de instructies op het scherm op.
4. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Verbinding maken via een
draadloos netwerk en klik vervolgens op de knop Volgende.
5. Selecteer in de lijst met beschikbare printers de printer met het juiste IP-adres.
48 Hoofdstuk 5 Het product verbinden met Windows NLWW
IP-netwerkinstellingen configureren met Windows
Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen
U kunt de IP-configuratie-instellingen weergeven of wijzigen via de geïntegreerde webserver.
1. Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres.
Als u IPv4 gebruikt, bevat het IP-adres alleen cijfers. Het adres heeft dan de volgende
indeling:
xxx.xxx.xxx.xxx
Als u IPv6 gebruikt, bestaat het IP-adres uit een hexadecimale combinatie van tekens en
cijfers. De indeling is als volgt:
xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx
2. Open de geïntegreerde webserver van HP door het IP-adres (IPv4) in te voeren op de adresregel
van uw webbrowser. Gebruik voor IPv6 het protocol dat door de webbrowser is vastgesteld voor
het invoeren van IPv6-adressen.
3. Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven
instellingen wijzigen.
Het wachtwoord van het apparaat instellen of wijzigen
Gebruik de geïntegreerde webserver van HP om een wachtwoord in te stellen of om een bestaand
wachtwoord voor een apparaat in een netwerk te wijzigen.
1. Voer het IP-adres van het apparaat in de adresregel van een webbrowser in. Klik op het tabblad
Netwerk en klik vervolgens op de koppeling Beveilig..
OPMERKING: Als er eerder een wachtwoord is ingesteld, krijgt u het verzoek dit wachtwoord
in te voeren. Typ het wachtwoord en klik op de knop Toepassen.
2. Typ het nieuwe wachtwoord in het vak Nieuw wachtwoord en het vak Controleer het
wachtwoord.
3. Klik onder aan het venster op de knop Toepassen om het wachtwoord op te slaan.
NLWW
Aansluiten op een netwerk met Windows
49
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Netwerkinstellingen
TCP/IP-configuratie
Handmatig
3. Gebruik de pijlknoppen om de cijfers van het IP-adres te wijzigen. Druk op de knop OK om naar
het volgende cijfer te gaan.
50 Hoofdstuk 5 Het product verbinden met Windows NLWW
Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex
OPMERKING: Deze informatie geldt alleen voor ethernetnetwerken, niet voor draadloze netwerken.
OPMERKING: Als u onjuiste instellingen opgeeft voor de verbindingssnelheid, kan het apparaat
mogelijk niet meer communiceren met andere netwerkapparaten. In de meeste situaties moet de
automatische modus van het apparaat ingeschakeld blijven. Wijzigingen kunnen ervoor zorgen dat het
apparaat uitgeschakeld en weer ingeschakeld wordt. U moet alleen wijzigingen opgeven als het
apparaat inactief is.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Netwerkinstellingen
Verbindingssnelh.
3. Selecteer met de pijlknoppen één van de volgende instellingen.
Automatisch
10T Vol
10T Half
100TX Full (100TX Vol)
100TX Half
OPMERKING: De instelling moet overeenkomen met de instelling van het netwerkproduct dat
wordt aangesloten (een netwerkhub, switch, gateway, router of computer).
4. Druk op OK. Het apparaat wordt uit- en weer ingeschakeld.
NLWW
Aansluiten op een netwerk met Windows
51
52 Hoofdstuk 5 Het product verbinden met Windows NLWW
6 Papier en afdrukmateriaal
Papiergebruik begrijpen
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat in Windows
Ondersteunde papierformaten
Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit
Papierladen vullen
Laden configureren
NLWW 53
Papiergebruik begrijpen
Dit apparaat ondersteunt verschillende soorten papier en afdrukmaterialen. Papier of afdrukmateriaal
dat niet aan de volgende richtlijnen voldoet, kan een slechte afdrukkwaliteit, meer papierstoringen en
vroegtijdige slijtage van het apparaat tot gevolg hebben.
Het is mogelijk dat papier aan al deze richtlijnen voldoet en u toch niet tevreden bent over de
afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van het onjuist gebruik van het materiaal, een onaanvaardbaar
temperatuur- en/of vochtigheidsniveau of van andere omstandigheden waarop Hewlett-Packard geen
invloed heeft.
VOORZICHTIG: Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van
Hewlett-Packard kan problemen met het product veroorzaken waardoor reparatie noodzakelijk is. Deze
reparatie valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard.
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor
laserprinters of multifunctioneel gebruik.
Gebruik geen papier of afdrukmateriaal dat is gemaakt voor inkjetprinters.
VOORZICHTIG: HP LaserJet-producten gebruiken een fuser om droge tonerdeeltjes in zeer
precieze puntjes op het papier te fixeren. HP-laserpapier is bestand tegen deze extreme hitte. Het
gebruik van inkjetpapier kan het apparaat beschadigen.
Hewlett-Packard Company kan geen aanbevelingen doen voor het gebruik van andere merken
afdrukmateriaal omdat HP geen invloed heeft op de kwaliteit hiervan.
Volg deze richtlijnen voor een optimaal resultaat wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal
gebruikt. Stel het papiertype en -formaat in de printerdriver in voor het beste resultaat.
Materiaalsoort Doen Niet doen
Enveloppen
Bewaar de enveloppen plat.
Zorg dat de naden helemaal
doorlopen tot de hoek van de
envelop.
Gebruik enveloppen met een
plakstrip die zijn goedgekeurd
voor gebruik in laserprinters.
Gebruik geen enveloppen die
gekreukeld, ingekeept, aan elkaar
kleven of anderszins beschadigd
zijn.
Gebruik geen enveloppen met
klemmen, binddraad, vensters of
met reliëfopdruk.
Gebruik geen zelfklevende
middelen of andere synthetische
materialen.
Etiketten
Gebruik alleen etiketbladen
waarvan het beschermblad niet
zichtbaar is tussen de etiketten.
Gebruik etiketten die plat liggen.
Gebruik alleen volle vellen
etiketten.
Gebruik geen etiketten met kreukels
of luchtbellen of die zijn
beschadigd.
Druk geen vellen etiketten die niet
volledig zijn.
54 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
Materiaalsoort Doen Niet doen
Transparanten
Gebruik uitsluitend transparanten
die zijn goedgekeurd voor gebruik
in kleurenlaserprinters.
Leg de transparanten op een glad
oppervlak nadat u ze uit het
product heeft verwijderd.
Gebruik geen transparant
afdrukmateriaal dat niet is
goedgekeurd voor laserprinters.
Briefpapier of voorbedrukte formulieren
Gebruik alleen briefpapier of
voorbedrukte formulieren die zijn
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
Gebruik geen briefpapier met reliëf
of metaalachtig briefpapier.
Zwaar papier
Gebruik alleen zwaar papier dat is
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters en voldoet aan de
gewichtspecificaties voor dit
product.
Gebruik geen papier dat zwaarder
is dan de aanbevolen specificaties
voor afdrukmateriaal voor dit
product, tenzij het HP-papier is dat
is goedgekeurd voor gebruik in dit
product.
Glanzend papier of papier met een
coating
Gebruik alleen glanzend papier of
papier met een coating dat is
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
Gebruik geen glanzend papier of
papier met een coating dat is
bestemd voor gebruik in
inkjetproducten.
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en
het papierformaat in Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
5. Selecteer een papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
6. Klik op de knop OK.
NLWW
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat in Windows
55
Ondersteunde papierformaten
OPMERKING: Om de beste afdrukresultaten te verkrijgen, selecteert u het gepaste papierformaat en
-type in de printerdriver voordat u begint af te drukken.
Tabel 6-1 Ondersteunde formaten voor papier en afdrukmateriaal
Formaat Afmetingen Lade 1 Lade 2 of
optionele lade 3
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
Letter 216 x 279 mm
Legal 216 x 356 mm
A4 210 x 297 mm
Executive 184 x 267 mm
A5 148 x 210 mm
A6 105 x 148 mm
B5 (JIS) 182 x 257 mm
16K 184 x 260 mm
195 x 270 mm
197 x 273 mm
8,5 x 13 216 x 330 mm
4 x 6 107 x 152 mm
5 x 8 127 x 203 mm
10 x 15 cm 100 x 150 mm
Aangep. Minimaal: 76 x 127 mm
Maximaal: 216 x 356 mm
Aangep. Minimaal: 102 x 153 mm
Maximaal: 216 x 356 mm
Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten
Formaat Afmetingen Lade 1 Lade 2 Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
Envelop #10 105 x 241 mm
56 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten (vervolg)
Formaat Afmetingen Lade 1 Lade 2 Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
Envelop DL 110 x 220 mm
Envelop C5 162 x 229 mm
Envelop B5 176 x 250 mm
Envelop
Monarch
98 x 191 mm
Briefkaart 100 x 148 mm
Dubb.
briefkaart
148 x 200 mm
NLWW
Ondersteunde papierformaten
57
Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit
Tabel 6-3 Lade 1
Papiersoort Gewicht
Capaciteit
1
Afdrukstand papier
Elke dag:
Gewoon
Licht
Bankpost
Kringloop
60 tot 90 g/m
2
Max. 50 vellen Te bedrukken zijde omhoog,
bovenrand naar de achterkant
van de lade
Presentatie:
Mat papier, middengewicht
tot zwaar
Glanzend papier,
middengewicht tot zwaar
Max. 176 g/m
2
2
,
3
Max. stapelhoogte: 5 mm Te bedrukken zijde omhoog,
bovenrand naar de achterkant
van de lade
Brochure:
Mat papier, middengewicht
tot zwaar
Glanzend papier,
middengewicht tot zwaar
Max. 176 g/m
2
2
,
3
Max. stapelhoogte: 5 mm Te bedrukken zijde omhoog,
bovenrand naar de achterkant
van de lade
Foto/Omslag
Mat omslagpapier
Glanzend omslagpapier
Mat fotopapier
Glanzend fotopapier
Briefkaart
Karton
Max. 176 g/m
2
2
,
3
Max. stapelhoogte: 5 mm Te bedrukken zijde omhoog,
bovenrand naar de achterkant
van de lade
58 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
Tabel 6-3 Lade 1 (vervolg)
Papiersoort Gewicht
Capaciteit
1
Afdrukstand papier
Overig:
Transparant voor
kleurenlaser
4
Etiketten
4
Briefhoofd
Envelop
4
Voorbedrukt
Geperforeerd
Kleur
Ruw
Stevig
4
Maximaal 50 vel of 10
enveloppen
Te bedrukken zijde omhoog,
korte zijde richting het apparaat
1
De capaciteit is afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier, en van de omgevingsomstandigheden.
2
Het apparaat ondersteunt max. 220 g/m
2
voor glanzend papier, glanzend fotopapier en briefkaarten.
3
Het apparaat ondersteunt een papiergewicht van 60 tot 160 g/m
2
voor automatisch dubbelzijdig afdrukken.
4
Dit papiertype wordt niet ondersteund voor automatisch dubbelzijdig afdrukken.
Tabel 6-4 Lade 2 en lade 3
Materiaalsoort Gewicht
Capaciteit
1
Afdrukstand papier
Elke dag:
Gewoon
Licht
Bankpost
Kringloop
60 tot 90 g/m
2
Max. 250 vellen Te bedrukken zijde omhoog,
bovenrand naar de achterkant
van de lade
Presentatie:
Mat papier, middengewicht
tot zwaar
Glanzend papier,
middengewicht tot zwaar
Max. 163 g/m
2
2
Max. stapelhoogte: 12,5 mm Te bedrukken zijde omhoog,
bovenrand naar de achterkant
van de lade
Brochure:
Mat papier, middengewicht
tot zwaar
Glanzend papier,
middengewicht tot zwaar
Max. 163 g/m
2
2
Max. stapelhoogte: 12,5 mm Te bedrukken zijde omhoog,
bovenrand naar de achterkant
van de lade
NLWW
Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit
59
Tabel 6-4 Lade 2 en lade 3 (vervolg)
Materiaalsoort Gewicht
Capaciteit
1
Afdrukstand papier
Foto/Omslag
Mat omslagpapier
Glanzend omslagpapier
Mat fotopapier
Glanzend fotopapier
Briefkaart
Karton
Max. 163 g/m
2
2
Briefkaart: Max. 176 g/m
2
2
Max. stapelhoogte: 12,5 mm Te bedrukken zijde omhoog,
bovenrand naar de achterkant
van de lade
Overig:
Transparant voor
kleurenlaser
3
Etiketten
3
Briefhoofd
Envelop
3
Voorbedrukt
Geperforeerd
Kleur
Ruw
Stevig
3
Maximaal 50 vel of 10
enveloppen
Te bedrukken zijde omhoog, met
de bovenrand aan de
achterzijde van de lade of de
frankeerzijde aan de achterzijde
van de lade.
1
De capaciteit is afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier, en van de omgevingsomstandigheden.
2
Het apparaat ondersteunt een papiergewicht van 60 tot 160 g/m
2
voor automatisch dubbelzijdig afdrukken.
3
Dit papiertype wordt niet ondersteund voor automatisch dubbelzijdig afdrukken.
60 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
Papierladen vullen
Lade 1 vullen
1. Open lade 1.
2. Trek het ladeverlengstuk naar buiten.
3. Als u lange vellen papier plaatst, klapt u het
verlengstukje naar buiten.
4. Schuif de papiergeleiders helemaal naar
buiten (1) en plaats de papierstapel vervolgens
in lade 1 (2). Stel de papiergeleiders in op het
papierformaat.
OPMERKING: Plaats het papier in lade 1
met de afdrukzijde naar boven en de korte
zijde naar het apparaat toe.
NLWW
Papierladen vullen
61
Lade 2 of de optionele lade 3 vullen
1. Trek de lade uit het apparaat.
2. Schuif de papierlengte- en breedtegeleiders
naar de zijden van de lade toe.
3. Als u papier van Legal-formaat wilt plaatsen,
dient u de lade te verlengen door het
verlenglipje ingedrukt te houden terwijl u de
voorzijde van de lade naar u toe trekt.
OPMERKING: Als de lade is gevuld met
papier van Legal-formaat, steekt deze
ongeveer 64 mm (2,5 inch) uit vanaf de
voorzijde van het product.
62 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
4. Plaats het papier in de lade en zorg ervoor dat
de vellen in alle vier de hoeken plat liggen.
Schuif de papierbreedtegeleiders aan de
zijkant tegen de markeringen voor de
papiergrootte aan de onderkant van de lade.
Schuif de papierlengtegeleider aan de
voorzijde tegen de papierstapel, zodat de
stapel tegen de achterkant van de lade wordt
gedrukt.
5. Duw het papier naar beneden om ervoor te
zorgen dat de stapel zich onder de lipjes (aan
de zijkanten van de lade) bevindt die de
maximale hoogte aangeven.
6. Schuif de lade terug in het product.
NLWW
Papierladen vullen
63
Laden configureren
Het apparaat haalt standaard papier uit lade 1. Als lade 1 leeg is, haalt het apparaat papier uit lade
2 of lade 3 indien deze is geplaatst. Wanneer u de lade van dit apparaat configureert, worden de
warmte- en snelheidsinstellingen gewijzigd voor de beste afdrukresultaten voor de gebruikte
papiersoort. Als u speciaal papier voor alle of bijna alle afdruktaken op dit apparaat gebruikt, wijzig
dan deze standaardinstelling.
In de volgende tabel vindt u verschillende manieren waarop u de lade-instellingen aan uw
afdrukwensen kunt aanpassen.
Papierverbruik Het apparaat configureren Afdrukken
Vul lade 1 en nog een andere lade met
dezelfde soort papier en laat het
apparaat papier uit de ene lade
gebruiken wanneer de andere lade leeg
is.
Plaats papier in lade 1. Configuratie is
niet nodig indien de
standaardinstellingen voor het formaat
en de papiersoort niet zijn gewijzigd.
Druk de taak af vanuit het
softwareprogramma.
Af en toe speciaal papier, zoals zwaar
papier of briefhoofdpapier, gebruiken
uit een lade waarin normaal gesproken
standaardpapier is geplaatst.
Plaats speciaal papier in lade 1. Kies voor u de taak afdrukt in het
afdrukdialoogvenster van het
softwareprogramma de papiersoort die
overeenkomt met het in de lade
geplaatste speciale papier.
Regelmatig speciaal papier, zoals
zwaar papier of briefhoofdpapier,
gebruiken vanuit één lade.
Plaats speciaal papier in lade 1 en
configureer de lade voor de papiersoort.
Kies voor u de taak afdrukt in het
afdrukdialoogvenster van het
softwareprogramma de papiersoort die
overeenkomt met het in de lade
geplaatste speciale papier.
Laden configureren
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2. Voer een van de volgende taken uit:
Bedieningspaneel: open de menu's Systeeminst. en Papierinstell.. Selecteer de lade
die u wilt configureren.
Geïntegreerde webserver: klik op het tabblad Instellingen en klik vervolgens in het
linkerdeelvenster op Papierverwerking.
3. Wijzig de gewenste lade-instelling en druk vervolgens op OK of klik op Toepassen.
64 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
7 Printcartridges
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga voor de
meest recente versie van de gebruikershandleiding naar
www.hp.com/support/LJColorM351_manuals
of
www.hp.com/support/LJColorM451_manuals.
Informatie over printcartridges
Aanzichten van benodigdheden
Printcartridges beheren
Instructies voor vervanging
Problemen met benodigdheden oplossen
NLWW 65
Informatie over printcartridges
Kleur Cartridgenummer Nummer
Zwarte printcartridge met
standaardcapaciteit
305A CE410A
Zwarte printcartridge met hoge
capaciteit
305X CE410X
Cyaan printcartridge 305A CE411A
Gele printcartridge 305A CE412A
Magenta printcartridge 305A CE413A
Toegankelijkheid: U kunt de printcartridge met één hand installeren en verwijderen.
Milieuvriendelijke functies: Recycle uw printcartridges met behulp van het programma voor
retournering en recycling van HP Planet Partners.
Meer informatie over benodigdheden vindt u op
www.hp.com/go/learnaboutsupplies.
66 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
Aanzichten van benodigdheden
Aanzicht van printcartridge
1 Geheugenplaatje van de cartridge
2 Plastiek bescherming
3 Afbeeldingsdrum. Raak de afbeeldingsdrum onderaan de printcartridge niet aan. Vingerafdrukken op de
afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit.
NLWW
Aanzichten van benodigdheden
67
Printcartridges beheren
Als u de printcartridge correct gebruikt, bewaart en controleert, kan dit de hoge kwaliteit van de
afdrukken waarborgen.
Instellingen voor printcartridges wijzigen
Afdrukken wanneer een printcartridge het einde van de geschatte levensduur
heeft bereikt
Meldingen met betrekking tot onderdelen worden weergegeven op het bedieningspaneel van het
apparaat.
Het bericht <onderdeel> laag (waarbij met <onderdeel> een kleurenprintcartridge wordt bedoeld):
Het apparaat geeft aan wanneer een onderdeel bijna moet worden vervangen. De werkelijke
resterende levensduur van een cartridge kan variëren. Zorg dat u een vervangende printcartridge hebt
die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Het onderdeel hoeft nog niet te
worden vervangen.
Het bericht <onderdeel> is vrijwel leeg: Het apparaat geeft aan wanneer een onderdeel vrijwel
leeg is. De werkelijke resterende levensduur van een cartridge kan variëren. Zorg dat u een
vervangende printcartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Het
onderdeel hoeft op dat moment nog niet te worden vervangen, tenzij de afdrukkwaliteit niet meer
voldoet. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet
langer van toepassing op dit onderdeel.
Wanneer u een printcartridge gebruikt waarvan het einde van de levensduur is bereikt, kunnen zich
problemen met de afdrukkwaliteit voordoen. Het onderdeel hoeft op dat moment nog niet te worden
vervangen, tenzij de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
OPMERKING: Met de instelling Doorgaan kan er gewoon worden afgedrukt (zonder dat u iets
hoeft te doen) wanneer een onderdeel vrijwel leeg is. Dit kan leiden tot een onacceptabele
afdrukkwaliteit.
De instellingen voor Bij zeer laag niveau in- of uitschakelen via het
bedieningspaneel
U kunt de standaardinstelling op elk gewenst moment in- of uitschakelen en u hoeft deze niet opnieuw
in te schakelen wanneer u een nieuwe printcartridge installeert.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Systeeminst.
Instellingen benodigdheden
68 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
Zwarte printcartridge of Kleurenprintcassettes
Instelling voor vrijwel leeg
3. Selecteer een van de volgende opties:
Selecteer de optie Doorgaan als u wilt dat het apparaat u waarschuwt wanneer een
printcartridge vrijwel leeg is, maar wel doorgaat met afdrukken.
Selecteer de optie Stoppen als u wilt instellen dat het apparaat stopt met afdrukken tot u de
printcartridge hebt vervangen.
Selecteer de optie Prompt als u wilt instellen dat het apparaat stopt met afdrukken en u
vraagt de printcartridge te vervangen. U kunt het bericht ter kennisgeving aannemen en
doorgaan met afdrukken. Een door de klant te configureren optie op dit apparaat is
"Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie is
beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
Selecteer Zwart afdrukken in het menu Kleurenprintcassettes als u wilt instellen dat
het apparaat u waarschuwt wanneer een printcartridge vrijwel leeg is, maar u door wilt
gaan met afdrukken in zwart-wit.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer
van toepassing op dit onderdeel.
Afdrukken met EconoMode
Met de EconoMode wordt aanmerkelijk minder toner verbruikt, waardoor de levensduur van de
printcartridge wordt verlengd.
HP raadt het doorlopende gebruik van EconoMode af. Als de EconoMode voortdurend wordt gebruikt,
is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de printcartridge. Als
de afdrukkwaliteit slechter wordt en niet meer acceptabel is, is het verstandig de printcartridge te
vervangen.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Schakel het selectievakje EconoModus in.
Toebehoren bewaren en recyclen
Benodigdheden recyclen
Plaats de gebruikte printcartridge in de doos waarin u de nieuwe cartridge hebt ontvangen om deze te
recyclen. Stuur het gebruikte artikel met het bijgesloten retouretiket naar HP voor recycling. Voor
informatie over hergebruik raadpleegt u de gids voor hergebruik die bij elk nieuw artikel van HP wordt
geleverd.
NLWW
Printcartridges beheren
69
Opslag van printcartridges
Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken.
VOORZICHTIG: Stel de printcartridge niet langer dan enkele minuten bloot aan licht om te
voorkomen dat de cartridge wordt beschadigd.
Beleid van HP ten aanzien van printcartridges die niet van HP zijn
Hewlett-Packard Company kan het gebruik van nieuwe of gereviseerde printcartridges die niet
door HP zijn vervaardigd, niet aanbevelen.
OPMERKING: Beschadigingen door een printcartridge die niet van HP is, vallen niet onder de
garantie en serviceovereenkomsten van HP.
Anti-namaakwebsite van HP
Ga naar www.hp.com/go/anticounterfeit wanneer u een printcartridge van HP hebt geïnstalleerd en
er een melding op het bedieningspaneel verschijnt dat de cartridge niet van HP is. HP helpt u te
bepalen of de desbetreffende cartridge een echt HP-product is en stappen te ondernemen om het
probleem op te lossen.
In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een niet-originele printcartridge:
Op de statuspagina voor benodigdheden wordt aangegeven dat een artikel van een andere
fabrikant dan HP is geïnstalleerd.
U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge.
De cartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (de verpakking is bijvoorbeeld anders dan die van
HP).
70 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
Instructies voor vervanging
De printcartridges vervangen
Het product gebruikt vier basiskleuren en heeft voor elke kleur een afzonderlijke printcartridge: zwart
(K), magenta (M), cyaan (C) en geel (Y).
VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, veegt u deze er met een droge doek af en wast u
de kleding in koud water. Als u warm water gebruikt, maakt de toner een permanente vlek in de stof.
1. Open de voorste klep.
2. Trek de lade met de printcartridges naar
voren.
3. Pak de hendels van de oude printcartridge
vast en trek de cartridge er recht uit.
NLWW
Instructies voor vervanging
71
4. Haal de nieuwe printcartridge uit de
verpakking.
5. Schud de printcartridge licht heen en weer,
zodat de toner gelijkmatig in de cartridge
wordt verdeeld.
6. Verwijder de oranje plastiek bescherming van
de onderkant van de nieuwe printcartridge.
72 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
7. Raak de afbeeldingsdrum onderaan de
printcartridge niet aan. Vingerafdrukken op de
afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met
de afdrukkwaliteit.
8. Plaats de nieuwe printcartridge in het product.
9. Trek aan de strook aan de linkerzijde van de
printcartridge om de verpakkingstape volledig
te verwijderen. De verpakkingstape kunt u
hergebruiken.
NLWW
Instructies voor vervanging
73
10. Sluit de lade met de printcartridges.
11. Sluit de voorklep.
12. Plaats de oude printcartridge, de
verpakkingstape en het oranje plastic
beschermkapje in de verpakking van de
nieuwe printcartridge. Volg de
recyclinginstructies uit de verpakking op.
74 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
Problemen met benodigdheden oplossen
De printcartridges controleren
U dient de printcartridges te controleren en indien nodig te vervangen wanneer zich een van de
volgende problemen voordoet:
De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd.
Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt.
De afgedrukte pagina's hebben strepen of banen.
OPMERKING: Als de afdrukkwaliteit op Concept is ingesteld, kan de afdruk erg licht zijn.
Wanneer u hebt vastgesteld dat een printcartridge vervangen moet worden, druk dan de statuspagina
van de benodigdheden af om het onderdeelnummer voor de bijbehorende originele printcartridge van
HP te achterhalen.
Soort printcartridge Procedure voor het oplossen van het probleem
Nagevulde of gereviseerde
printcartridge
Het gebruik van benodigdheden die niet door HP zijn vervaardigd, nieuw of
gereviseerd, wordt niet aanbevolen door Hewlett-Packard Company. Aangezien dit
geen apparaten van HP zijn, heeft het bedrijf geen invloed op het ontwerp en de
kwaliteit. Als u een opnieuw gevulde of herstelde cartridge gebruikt en niet
tevreden bent met de afdrukkwaliteit, vervang de cartridge dan door een HP-
cartridge.
Originele printcartridge van HP 1. Op de pagina Status benodigdheden van het bedieningspaneel van het
apparaat wordt het bericht weergegeven dat een onderdeel zeer laag is
wanneer het einde van de levensduur van de cartridge is bereikt. Vervang de
printcartridge wanneer de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
2. Druk via het menu Rapporten op het bedieningspaneel een
afdrukkwaliteitspagina af. Wanneer de pagina strepen of vlekken in één kleur
heeft, is de bijbehorende kleurencartridge mogelijk defect. Raadpleeg de
instructies in dit document voor uitleg over de pagina. Vervang indien nodig
de printcartridge.
3. Kijk of de printcartridge beschadigd is. Zie de onderstaande instructies.
Vervang indien nodig de printcartridge.
4. Druk een reinigingspagina af als de afgedrukte pagina vlekken heeft met
steeds dezelfde tussenruimte. Als het probleem hiermee nog niet is opgelost,
gebruikt u de instructies voor herhaalde fouten in dit document om de oorzaak
van het probleem vast te stellen.
NLWW
Problemen met benodigdheden oplossen
75
De statuspagina voor benodigdheden afdrukken
Op de pagina Status benodigdheden wordt de resterende levensduur van de printcartridges
weergegeven. Hier vindt u ook het serienummer voor de juiste originele printcartridge van HP voor uw
apparaat, zodat u een nieuwe printcartridge kunt bestellen, evenals andere handige informatie.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Rapporten
Status benodigdheden
76 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
De afdrukkwaliteitspagina interpreteren
1. Open het menu Rapporten op het bedieningspaneel.
2. Selecteer het item Kwaliteitspagina afdr. om dit af te drukken.
Deze pagina bevat vijf gekleurde banen die in vier groepen zijn ingedeeld, zoals in de onderstaande
afbeelding is weergegeven. Door elke groep te onderzoeken, kunt u het probleem isoleren en bepalen
welke printcartridge het probleem veroorzaakt.
Gebied Printcartridge
1 Geel
2 Cyaan
3 Zwart
4 Magenta
Als er in slechts één groep stippen en strepen voorkomen, dient u de printcartridge te vervangen
die bij deze groep hoort.
Als er in meerdere groepen stippen voorkomen, dient u een reinigingspagina af te drukken. Als
het probleem aanhoudt, controleert u of de stippen altijd dezelfde kleur hebben (bijvoorbeeld of
er in alle vijf gekleurde banen magentastippen worden weergegeven). Als de stippen allemaal
dezelfde kleur hebben, dient u die printcartridge te vervangen.
Als er strepen worden weergeven in meerdere gekleurde banen dient u contact op te nemen met
HP. Waarschijnlijk wordt het probleem dan niet veroorzaakt door de printcartridge.
De printcartridge controleren op beschadigingen
1. Verwijder de printcartridge uit het apparaat en controleer of de verzegeling is verwijderd.
2. Controleer of de geheugenchip is beschadigd.
NLWW
Problemen met benodigdheden oplossen
77
3. Controleer het oppervlak van de groene afbeeldingsdrum aan de onderkant van de printcartridge.
VOORZICHTIG: Raak de groene rol (afbeeldingsdrum) aan de onderkant van de cartridge niet
aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit.
4. Vervang de printcartridge wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen
op de afbeeldingsdrum bevinden.
5. Als de afbeeldingsdrum niet is beschadigd, schudt u de printcartridge een paar keer licht en
installeert u deze vervolgens opnieuw. Druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is
opgelost.
Herhaalde fouten
Als fouten worden herhaald met een van de volgende tussenruimten op de pagina, is de printcartridge
mogelijk beschadigd.
22 mm
27 mm
28 mm
75 mm
78 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
Berichten op het bedieningspaneel over benodigdheden
interpreteren
10.XXXX Toebehorenfout
Omschrijving
De geheugenchip van een van de printcartridges kan niet worden gelezen of ontbreekt.
10.0000 = geheugenchipfout zwarte cartridge
10.0001 = geheugenchipfout cyaan cartridge
10.0002 = geheugenchipfout magenta cartridge
10.0003 = geheugenchipfout gele cartridge
10.1000 = geheugenchip zwarte cartridge ontbreekt
10.1001 = geheugenchip cyaan cartridge ontbreekt
10.1002 = geheugenchip magenta cartridge ontbreekt
10.1003 = geheugenchip gele cartridge ontbreekt
Aanbevolen actie
Plaats de printcartridge opnieuw.
Schakel het product uit en weer in.
Als het probleem niet is opgelost, vervangt u de printcartridge.
Benodigdh. laag
Omschrijving
Meer dan een van de benodigdheden is bijna op.
Aanbevolen actie
Controleer de indicators voor de resterende hoeveelheden op het bedieningspaneel of druk een pagina
met informatie over de status van de benodigdheden af om te bepalen welke printcartridges bijna leeg
zijn.
Het afdrukken gaat door totdat er een bericht wordt weergegeven dat een onderdeel vrijwel leeg is.
Het is verstandig om nieuwe benodigdheden achter de hand te houden.
Cartridge <kleur>installeren
Omschrijving
De printcartridge is niet of niet goed in het apparaat geplaatst.
NLWW
Problemen met benodigdheden oplossen
79
Aanbevolen actie
Installeer de printcartridge.
Cyaan cartridge bijna leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Cyaan op verkeerde plaats
Omschrijving
De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst.
Aanbevolen actie
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Cyaan vrijwel leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie
op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie
is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van
toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt
voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of
fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
Gebr. toebehoren in gebr.
Omschrijving
U gebruikt meerdere printcartridges die de drempelwaarde reeds hadden bereikt en bijna leeg waren
toen deze in een apparaat waren geïnstalleerd.
80 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig vervangende onderdelen achter de hand te
hebben.
Gebruikt <kleur> geplaatst [OK] voor doorgaan.
Omschrijving
U hebt een printcartridge geïnstalleerd die de drempelwaarde reeds had bereikt en bijna leeg was
toen deze in een ander apparaat was geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
Druk op OK om door te gaan.
Gebruikt <kleur> in gebruik
Omschrijving
U gebruikt een printcartridge die de drempelwaarde reeds had bereikt en bijna leeg was toen deze in
een apparaat was geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Geel op verkeerde plaats
Omschrijving
De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst.
Aanbevolen actie
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Geel vrijwel leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie
op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie
is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren.
NLWW
Problemen met benodigdheden oplossen
81
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van
toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt
voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of
fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
Gele cartridge bijna leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Haal transportbeveiligingen van cartridges
Omschrijving
Een of meer printcartridges zijn vergrendeld met een transportvergrendeling.
Aanbevolen actie
Trek aan het oranje lipje om de transportbeveiliging van de cartridge te verwijderen.
Haal transportbeveiliging van <kleur> cartridge
Omschrijving
Een printcartridge is vergrendeld met een transportvergrendeling.
Aanbevolen actie
Trek aan het oranje lipje om de transportbeveiliging van de cartridge te verwijderen.
Incompatibel <kleur>
Omschrijving
U hebt een printcartridge geïnstalleerd die bestemd is voor gebruik in een ander HP-apparaat. Het
apparaat werkt mogelijk niet goed als deze printcartridge is geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
Installeer de juiste printcartridge voor dit apparaat.
Magenta cartridge bijna leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
82 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Magenta op verkeerde plaats
Omschrijving
De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst.
Aanbevolen actie
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Magenta vrijwel leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie
op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie
is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van
toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt
voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of
fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
Niet-ondersteund <kleur> [OK] voor doorgaan.
Omschrijving
Het apparaat heeft een printcartridge gedetecteerd die niet door HP is gemaakt.
Aanbevolen actie
Druk op OK om door te gaan.
Als u in de veronderstelling bent dat u een origineel onderdeel van HP hebt aangeschaft, gaat u naar
www.hp.com/go/anticounterfeit. Service of reparaties als gevolg van het gebruik van niet-
ondersteunde benodigdheden worden niet gedekt door de garantie van HP.
NLWW
Problemen met benodigdheden oplossen
83
Origineel HP-onderdeel geplaatst
Omschrijving
Er is een origineel HP-onderdeel geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
Geen actie nodig.
Verkeerde onderdelen
Omschrijving
Meer dan een printcartridge is geïnstalleerd in de onjuiste sleuf.
Aanbevolen actie
Controleer of alle printcartridges zich in de juiste houder bevinden. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta, geel.
Vervang <kleur>
Omschrijving
De printcartridge heeft het einde van de levensduur bereikt en het apparaat is door de klant zo
geconfigureerd dat het stopt met afdrukken wanneer de cartridge vrijwel leeg is.
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty
van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en
het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als
materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
Zwarte cartridge bijna leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Zwart op verkeerde plaats
Omschrijving
De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst.
84 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
Aanbevolen actie
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Zwart vrijwel leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie
op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie
is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van
toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt
voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of
fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
NLWW
Problemen met benodigdheden oplossen
85
86 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
8 Afdruktaken
Een afdruktaak annuleren
Basistaken afdrukken in Windows
HP ePrint gebruiken
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
NLWW 87
Een afdruktaak annuleren
1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren te drukken op het
bedieningspaneel van het apparaat.
OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt,
gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren
drukt, wordt het
proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven.
2. U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm
weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Afdrukwachtrij: als de afdruktaak in de afdrukwachtrij (computergeheugen) of
afdrukspooler staat, verwijdert u de taak daar.
Windows XP, Server 2003 of Server 2008: Klik op Start en Instellingen en
kies Printers en faxapparaten. Dubbelklik op het pictogram van het product om het
venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en
klik op Annuleren.
Windows Vista: klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens
onder Hardware en geluiden op Printer. Dubbelklik op het pictogram van het
product om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u
wilt annuleren en klik op Annuleren.
Windows 7: klik op Start en klik op Apparaten en printers. Dubbelklik op het
pictogram van het apparaat om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op
de afdruktaak die u wilt annuleren en klik op Annuleren.
88 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
De manier om het afdrukdialoogvenster van een programma te openen, kan afwijken. In de volgende
procedures is een veelvoorkomende manier gebruikt. Sommige programma's hebben geen menu
Bestand. Raadpleeg de documentatie van uw programma voor informatie over het openen van het
afdrukdialoogvenster.
De printerdriver openen met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
89
Hulp krijgen bij een afdrukoptie met Windows
1. Klik op de knop Help om de online-Help te
openen.
Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en vervolgens het aantal exemplaren.
Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt
gebruiken met Windows
Een afdruksnelkoppeling gebruiken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
90 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
4. Selecteer één van de snelkoppelingen en klik
vervolgens op de knop OK.
OPMERKING: Wanneer u een
snelkoppeling selecteert, worden de
bijbehorende instellingen op de overige
tabbladen in de printerdriver gewijzigd.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
91
Afdruksnelkoppelingen maken
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
92 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als
basis.
OPMERKING: Selecteer altijd eerst een
snelkoppeling voordat u een van de
instellingen aan de rechterkant van het scherm
aanpast. Als u eerst de instellingen aanpast en
vervolgens een snelkoppeling selecteert, gaan
al uw aanpassingen verloren.
5. Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe
snelkoppeling.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
93
6. Klik op de knop Opslaan als.
7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en
klik vervolgens op de knop OK.
De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows
Het papierformaat selecteren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Een aangepast papierformaat selecteren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik op de knop Aangepast.
94 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
5. Voer een naam voor het aangepaste formaat in en geef de afmetingen op.
De breedte is de korte zijde van het papier.
De lengte is de lange zijde van het papier.
OPMERKING: Plaats het papier altijd met de korte zijde naar voren in de laden.
6. Klik op de knop OK en dan op de knop OK op het tabblad Papier/Kwaliteit. De volgende
keer dat u de printerdriver opent, wordt het aangepaste paginaformaat in de lijst met
papierformaten weergegeven.
De papiersoort selecteren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op de optie Meer....
5. Vouw de lijst Type is: uit.
6. Vouw de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier en klik
vervolgens op de papiersoort die u gebruikt.
De papierlade selecteren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Selecteer een lade in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows
Handmatig dubbelzijdig afdrukken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
95
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken in. Klik op OK om de eerste
zijde van de taak af te drukken.
96 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
5. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en
plaats het papier met de bedrukte zijde naar
beneden in lade 1 zonder de afdrukrichting te
wijzigen.
6. Druk op het bedieningspaneel op OK om de
tweede zijde van de taak af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
97
3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken in. Klik op de knop OK om de
taak af te drukken.
Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
98 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
99
4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het
vervolgkeuzemenu Pagina's per vel.
5. Selecteer de juiste opties voor
Paginaranden afdrukken,
Paginavolgorde en Afdrukrichting.
De afdrukstand selecteren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
100 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Selecteer in het gebied Afdrukrichting de
optie Staand of Liggend.
Als u het paginabeeld ondersteboven wilt
afdrukken, selecteert u 180 graden
draaien.
Kleuropties instellen met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
101
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Schakel het selectievakje HP EasyColor uit.
5. Klik in het gebied Kleuropties op de optie Handmatig en klik vervolgens op de knop
Instellingen.
6. Pas de algemene instellingen voor Scherpteregeling en de instellingen voor Tekst, Illustraties en
Foto's aan.
102 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
HP ePrint gebruiken
Gebruik HP ePrint om documenten af te drukken door ze als e-mailbijlage te sturen naar het e-mailadrs
van het product vanaf elk apaaraat met e-mailmogelijkheden.
OPMERKING: Het product moet worden verbonden met een netwerk en beschikken over
internettoegang om HP ePrint te gebruiken.
1. Om HP ePrint te gebruiken, moet u eerst HP-webservices inschakelen.
a. Typ het IP-adres in de adresbalk van een webbrowser om de geïntegreerde webserver te
openen.
b. Klik op het tabblad HP webservices.
c. Selecteer de optie om webservices in te schakelen.
2. Gebruik de website HP ePrintCenter om beveiligingsinstellingen en standaard printinstellingen te
definiëren voor alle HP ePrint-taken die naar dit product worden verzonden.
a. Ga naar
www.hpeprintcenter.com.
b. Klik op Aanmelden en voer uw HP ePrintCenter-aanmeldgegevens in, of maak een nieuwe
account aan.
c. Kies uw product uit de lijst of klik op + Printer toevoegen om deze toe te voegen. Om het
product toe te voegen, hebt u de printercode nodig. Dit is het gedeelte dat voorafgaat aan
het @-symbool in het e-mauiladres van het product.
OPMERKING: Deze code is slechts 24 uur na het inschakelen van HP-webservices geldig.
Als deze verstrijkt, volg dan opnieuw de aanwijzingen voor het inschakelen van HP-
webservices en vraag een nieuwe code aan.
d. Om te voorkomen dat uw product onverwachte documenten afdrukt, kunt u klikken op
ePrint-instellingen en daarna op het tabblad Toegestane zenders. Klik op Alleen
toegestane zenders en voeg de e-mailadressen toe die u wilt toestaan ePrint-taken te
verzenden.
e. Om standaardinstellingen te bepalen voor alle ePrint-taken die worden verzonden naar dit
product, klikt u op ePrint-instellingens en Printopties en selecteert u de instellingen die
u wilt gebruiken.
3. Om een document af te drukken, voegt u het toe als bijlage aan een e-mailbericht en stuurt u het
naar het e-mailadres van het product.
NLWW
HP ePrint gebruiken
103
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
Gekleurde tekst afdrukken in zwart-wit (grijswaarden) met
Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Geavanceerd.
4. Vouw het gedeelte Documentopties uit.
5. Vouw het gedeelte Printerfuncties uit.
6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Alle tekst zwart afdrukken de optie Ingeschakeld.
Afdrukken op voorbedrukt briefpapier of voorbedrukte
formulieren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
104 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op
de optie Meer....
5. Vouw de lijst Type is: uit.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
105
6. Vouw de lijst Overig uit.
7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik
vervolgens op de knop OK.
Met Windows afdrukken op speciaal papier, etiketten of
transparanten
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
106 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op
Meer....
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
107
5. Vouw de lijst Type is: uit.
6. Vouw de categorie met papiersoorten uit die
het best overeenkomt met het papier dat u
gebruikt.
OPMERKING: Etiketten en transparanten
staan in de lijst Overig.
7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik
vervolgens op de knop OK.
108 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
De eerste of laatste pagina op ander papier drukken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
109
4. klik in het gedeelte Speciale pagina's op de
optie Pagina's op ander papier
afdrukken en vervolgens op de knop
Instellingen.
5. Selecteer in het gebied Pagina's in
document de optie Eerste of Laatste.
6. Selecteer de juiste opties in de
vervolgkeuzelijsten Papierbron en
Papiersoort. Klik op de knop Toevoegen.
110 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
7. Als u zowel de eerste als de laatste pagina op
ander papier wilt afdrukken, herhaalt u stap 5
en 6 en selecteert u de opties voor de andere
pagina.
8. Klik op de knop OK.
Een document aanpassen aan paginagrootte met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
111
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Effecten.
4. Selecteer de optie Document afdrukken
op en selecteer vervolgens een formaat in de
vervolgkeuzelijst.
Een watermerk aan een document toevoegen in Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
112 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
3. Klik op het tabblad Effecten.
4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken.
Of klik op de knop Bewerken als u een nieuw watermerk wilt toevoegen aan de lijst. Selecteer
de instellingen voor het watermerk en klik vervolgens op de knop OK.
5. Schakel het selectievakje Alleen eerste pagina in als u het watermerk alleen op de eerste
pagina wilt afdrukken. Doet u dit niet, dan wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt.
Een brochure maken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaaten klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
113
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken in.
5. Klik in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out
op de optie Links binden of Rechts
binden. De optie Pagina's per vel wordt
automatisch gewijzigd in 2 pagina's per
vel.
6. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en
plaats het papier met de bedrukte zijde naar
beneden in lade 2 zonder de afdrukrichting te
wijzigen.
7. Druk op het bedieningspaneel op OK om de
tweede zijde van de taak af te drukken.
114 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
9Kleur
Kleur aanpassen
HP EasyColor gebruiken
Kleuren aanpassen aan uw computerscherm
NLWW 115
Kleur aanpassen
Beheer kleur door de instellingen op het tabblad Kleur in de printerdriver te wijzigen.
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's.
Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGB-
gegevens in de onbewerkte apparaatmodus. Hiermee kunt u de kleuren in het
softwareprogramma of het besturingssysteem beheren voor de juiste weergave.
Levendig: Met dit thema wordt de kleurverzadiging in de middentinten verhoogd. Gebruik
dit thema voor het afdrukken van zakelijke illustraties.
Foto: Met dit thema wordt RGB-kleur geïnterpreteerd alsof dit wordt afgedrukt als een foto
met behulp van een digitaal mini-lab. Hierdoor worden diepere, vollere kleuren anders
weergegeven dan bij het thema Standaard (sRGB). Gebruik dit thema voor het afdrukken van
foto's.
Foto (Adobe RGB 1998): Gebruik dit thema voor het afdrukken van digitale foto's die de
AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Schakel kleurbeheer in het
softwareprogramma uit wanneer u dit thema gebruikt.
Geen: Er wordt geen kleurthema gebruikt.
116 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW
De kleuropties wijzigen
Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver.
1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Schakel het selectievakje HP EasyColor uit.
5. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig.
De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur.
De instelling Handmatig: selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van
andere instellingen aan te passen.
OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de
afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische
deskundigen.
6. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten om een kleurendocument af te drukken in zwart en
grijstinten. Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen. U
kunt deze optie ook gebruiken om concepten af te drukken of om de kleurencartridge te sparen.
7. Klik op de knop OK.
handmatige kleuropties
Met de handmatige kleuraanpassingsopties kunt u zelf de opties Neutrale grijstinten, Halftonen
en Scherpteregeling voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen.
NLWW
Kleur aanpassen
117
Tabel 9-1 handmatige kleuropties
Beschrijving instelling Opties instelling
Randenbeheer
Met de instelling Randenbeheer beheert u de
rendering van randen. De scherpteregeling heeft
twee componenten: adaptieve halftonen en
overlapping. Met adaptieve halftonen worden
randen scherper weergegeven. Bij overlapping
worden de randen van aangrenzende objecten licht
overlapt om het effect van verspringende
kleurvlakken tegen te gaan.
Uit dient voor het uitschakelen van zowel trapping als
aangepaste halftonen.
Licht stelt trapping in op het laagste niveau. Adaptieve halftonen
is ingeschakeld.
Bij Normaal wordt overlapping ingesteld op een gemiddeld
niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld.
Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. Adaptieve
halftonen is ingeschakeld.
Halftoon
Halftoonopties zijn van invloed op de helderheid
en resolutie van de kleuruitvoer.
De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen
oppervlakken en verbetert foto's door kleurnuances geleidelijk in
elkaar te laten overgaan. Kies deze optie als het gelijkmatig
vullen van gekleurde vlakken belangrijk is.
De optie Detail is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe
scheidingen tussen lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen
met een patroon of veel details. Selecteer deze optie als scherpe
randen en details belangrijk zijn.
Neutrale grijstinten
Met de instelling Neutrale grijstinten wordt
bepaald welke methode wordt toegepast voor het
samenstellen van grijze kleuren in tekst, afbeeldingen
en foto's.
Alleen zwart genereert neutrale kleuren (grijstinten en zwart)
met alleen zwarte toner. Dit garandeert neutrale kleuren zonder
kleurencontrast. Deze instelling is het best geschikt voor
documenten en transparanten met grijsschalen.
4-Kleur levert neutrale kleuren (grijs en zwart) door combinatie
de vier tonerkleuren. Deze methode levert beter in elkaar
overlopende kleuren en kleurovergangen naar niet-neutrale
kleuren en biedt bovendien het donkerste zwart.
118 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW
HP EasyColor gebruiken
Als u de HP PCL 6-printerdriver voor Windows gebruikt, verbetert de HP EasyColor-technologie
automatisch documenten met gemengde inhoud die worden afgedrukt vanuit Microsoft Office-
programma's. Met deze technologie worden documenten gescand en foto's in JPEG- of PNG-indeling
automatisch aangepast. De HP EasyColor-technologie verdeelt het volledige beeld niet in
verschillende stukken, maar verbetert dit in één keer. Daardoor worden kleuren consistenter, details
scherper weergegeven en afdrukken sneller gemaakt.
Als u de HP Postscript-printerdriver voor Mac gebruikt, scant de HP EasyColor-technologie alle
documenten en past automatisch alle fotoafbeeldingen aan met dezelfde verbeterde fotoresultaten.
In het volgende voorbeeld zijn de beelden aan de linkerzijde gemaakt zonder de optie
HP EasyColor. De beelden aan de rechterzijde tonen de verbeteringen dankzij het gebruik van de
optie HP EasyColor.
De optie HP EasyColor is standaard ingeschakeld in zowel de HP PCL 6-printerdriver als de HP Mac
Postscript-printerdriver, zodat u kleuren niet handmatig hoeft aan te passen. Als u de optie wilt
uitschakelen zodat u de kleurinstellingen handmatig kunt aanpassen, selecteert u het tabblad Kleur in
de Windows-driver of het tabblad Kwaliteit/kleuropties in de Mac-driver en klikt u op het
selectievakje HP EasyColor om het uit te schakelen.
NLWW
HP EasyColor gebruiken
119
Kleuren aanpassen aan uw computerscherm
Het laten overeenstemmen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is
ingewikkeld omdat printers en monitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van
kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels via een RGB-kleurenproces (rood,
groen, blauw); printers drukken kleuren af door middel van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel
en zwart).
Diverse factoren kunnen het overeenstemmen van afgedrukte kleuren met de kleuren op de monitor
beïnvloeden:
Afdrukmateriaal
Printerkleurstoffen (bijvoorbeeld inkten en toners)
Het afdrukproces (bijvoorbeeld inkjet-, drukpers- of lasertechnologie)
De verlichting in de ruimte
Persoonlijke verschillen in kleurwaarneming
Softwareprogramma's
Printerdrivers
Computerbesturingssystemen
Monitoren
Videokaarten en -drivers
Omgevingsfactoren (bijvoorbeeld vochtigheidsgraad)
Houd rekening met bovengenoemde factoren als de kleuren op uw scherm niet volmaakt overeenkomen
met de afgedrukte kleuren.
Afdrukken in sRGB-kleuren is doorgaans de beste manier om kleuren te laten overeenstemmen.
120 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW
10 Beheer en onderhoud
Informatiepagina’s afdrukken
De geïntegreerde webserver van HP gebruiken
HP Web Jetadmin software gebruiken
Functies voor apparaatbeveiliging
Instellingen voor efficiënt gebruik
Geheugen-DIMM's installeren
Het product reinigen
Productupdates
NLWW 121
Informatiepagina’s afdrukken
Informatiepagina's bevinden zich in het geheugen van het product. Met behulp van deze pagina's kunt
u problemen met het product onderzoeken en oplossen.
OPMERKING: Als de taal op het apparaat tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal
handmatig instellen zodat de informatiepagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt.
Wijzig de taal met behulp van het menu Systeeminst. op het bedieningspaneel of met behulp van de
geïntegreerde webserver.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open het menu Rapporten.
3. Selecteer het rapport dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op de knop OK om het rapport af te
drukken.
Menu-item Omschrijving
Menustructuur Drukt een schema af van de menustructuur van het bedieningspaneel. De actieve instellingen
voor elk menu worden weergegeven.
Config-rapport Een lijst afdrukken met alle instellingen van het product. Bevat netwerkgegevens als het
product is verbonden met een netwerk.
Status benodigdheden Drukt de status af van iedere printcartridge met de volgende informatie:
Geschatte resterende levensduur van de cartridge in procenten
Geschat aantal resterende pagina's
Onderdeelnummers van HP-cartridges
Aantal afgedrukte pagina's
Informatie over het bestellen van nieuwe HP-printcartridges en het recyclen van
gebruikte HP-printcartridges
Netwerkoverzicht Hiermee drukt u een lijst af met alle netwerkinstellingen van het product.
Gebruikspagina Hiermee drukt u een pagina af met vermelding van PCL-pagina's, PCL 6-pagina's, PS-
pagina's, pagina's die waren vastgelopen of verkeerd ingevoerd in het apparaat en
pagina's in monochroom (zwart-wit) of kleur. Daarnaast wordt ook het aantal pagina's
gerapporteerd.
PCL-lettertypenlijst Drukt een lijst af van alle geïnstalleerde PCL-lettertypen.
PS-lettertypenlijst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PS-lettertypen (PostScript).
PCL6-lettertypenlijst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL6-lettertypen.
Log kleurgebruik Hiermee drukt u een overzicht af op taakbasis met de gebruikersnaam, de naam van de
toepassing en informatie over kleurgebruik.
Servicepagina Hiermee drukt u het servicerapport af.
Diagnosepagina Hiermee drukt u de kalibratiepagina's en pagina's voor kleurdiagnose af.
Kwaliteitspagina afdr. Een pagina voor hulp bij problemen met de afdrukkwaliteit afdrukken
122 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud NLWW
De geïntegreerde webserver van HP gebruiken
Dit product beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over product-
en netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin webprogramma's kunnen worden
uitgevoerd, vergelijkbaar met de omgeving die door een besturingssysteem (zoals Windows) wordt
geboden en waarin programma's op uw computer kunnen worden uitgevoerd. De uitvoer van deze
programma's kan dan in een webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer, Safari of Netscape
Navigator) worden weergegeven.
Een geïntegreerde webserver bevindt zich op een hardwareapparaat (zoals een HP LaserJet-product) of
in firmware, en is dus geen software op een netwerkserver.
Een geïntegreerde webserver heeft het voordeel dat deze een interface voor het product biedt die
toegankelijk is voor alle gebruikers met een netwerkcomputer en een standaardwebbrowser. Er hoeft
geen speciale software te worden geïnstalleerd of geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde
webbrowser op uw computer hebben. Als u toegang tot de geïntegreerde webserver wilt verkrijgen,
typt u het IP-adres van het product op de adresregel van de webbrowser. (Als u het IP-adres niet weet,
drukt u een configuratiepagina af.
OPMERKING: Bij Macintosh-besturingssystemen kunt u de geïntegreerde webserver gebruiken via
een USB-verbinding nadat u de Macintosh-software hebt geïnstalleerd die wordt meegeleverd met het
product.
De geïntegreerde webserver van HP openen
Als u de geïntegreerde webserver van HP wilt openen, typt u het IP-adres of de hostnaam van het
product in het adresveld van een ondersteunde webbrowser. Druk een configuratiepagina af om het IP-
adres of de hostnaam op te zoeken.
U kunt ook de geïntegreerde webserver van HP openen via de printerdriver. Open het tabblad
Service en klik op het benodigdhedenpictogram.
OPMERKING: Als er zich een fout voordoet wanneer u de geïntegreerde webserver van HP opent,
bevestig dan dat de proxyinstellingen van uw netwerk kloppen.
TIP: Nadat u de URL heeft geopend, voegt u een bladwijzer toe zodat u later snel naar deze URL
kunt terugkeren.
Functies van de geïntegreerde webserver van HP
Met de geïntegreerde webserver kunt u de status van het product en het netwerk weergeven en
afdrukfuncties beheren vanaf de computer. Met de geïntegreerde webserver kunt u de volgende taken
uitvoeren:
Statusinformatie van het product weergeven.
Web Services van HP activeren, waaronder HP ePrint.
De resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en zo nodig nieuwe benodigdheden
bestellen.
Een deel van de productconfiguratie bekijken en wijzigen
NLWW
De geïntegreerde webserver van HP gebruiken
123
Interne pagina's weergeven en afdrukken.
Selecteer de taal voor de weergave van de EWS-pagina's en de berichten op het display van het
bedieningspaneel.
De netwerkconfiguratie weergeven en wijzigen.
Hier kunt u het beveiligingswachtwoord voor het product instellen, wijzigen of wissen.
OPMERKING: Als u de netwerkinstellingen van de geïntegreerde webserver wijzigt, wordt
bepaalde software of worden bepaalde functies uitgeschakeld.
HP Web Jetadmin software gebruiken
HP Web Jetadmin is een bekroonde, toonaangevende tool voor het efficiënt beheren van een groot
scala aan HP-apparaten binnen een netwerk, inclusief printers, multifunctionele apparaten en digitale
verzendapparatuur. Met deze oplossing kunt u op afstand installeren, onderhouden, problemen
oplossen en uw afdruk- en beeldvormingsomgeving beschermen - om zo uiteindelijk de productiviteit
van uw bedrijf te vergroten door u te helpen tijd te besparen, de kosten te beheersen en uw investering
te beschermen.
Er worden regelmatig HP Web Jetadmin updates uitgegeven om ondersteuning te bieden voor
specifieke productfuncties. Ga naar
www.hp.com/go/webjetadmin en klik op de koppeling Zelfhulp
en documentatie voor meer informatie over updates.
Functies voor apparaatbeveiliging
Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te
beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het
apparaat te vereenvoudigen.
Ga naar
www.hp.com/go/secureprinting voor gedetailleerde informatie over de beveiligde
beeldbewerkings- en afdrukoplossingen van HP. Op deze website vindt u koppelingen naar witboeken
en documenten met veelgestelde vragen over beveiligingsfuncties.
Een systeemwachtwoord instellen
U kunt een wachtwoord voor het apparaat instellen, zodat onbevoegde gebruikers de
apparaatinstellingen niet kunnen wijzigen.
1. Open de geïntegreerde webserver van HP door het IP-adres van het product op te geven in de
adresregel van een webbrowser.
2. Klik op het tabblad Instellingen.
3. Klik links in het venster op het menu Beveilig..
4. Klik in het gebied Instellingen voor apparaatbeveiliging op de knop Configureer . . ..
124 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud NLWW
5. Typ in het gebied Apparaatwachtwoord het wachtwoord in het vak Nieuw wachtwoord
en typ het opnieuw in het vak Controleer het wachtwoord.
6. Klik op de knop Toepassen. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
NLWW
Functies voor apparaatbeveiliging
125
Instellingen voor efficiënt gebruik
Afdrukken met EconoMode
Met de EconoMode wordt aanmerkelijk minder toner verbruikt, waardoor de levensduur van de
printcartridge wordt verlengd.
HP raadt het doorlopende gebruik van EconoMode af. Als de EconoMode voortdurend wordt gebruikt,
is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de printcartridge. Als
de afdrukkwaliteit slechter wordt en niet meer acceptabel is, is het verstandig de printcartridge te
vervangen.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Schakel het selectievakje EconoModus in.
PowerSave-modi
Met de aanpasbare functie Sluimermodus wordt het stroomverbruik beperkt wanneer het apparaat
langere tijd niet actief is geweest. U kunt instellen na hoeveel tijd het apparaat de sluimermodus
inschakelt.
OPMERKING: Deze modus heeft geen invloed op de opwarmtijd van het product.
Slaapstand instellen
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Systeeminst.
Energie-instellingen
Sluimervertraging
3. Selecteer de tijd voor de vertraging en druk vervolgens op de knop OK.
OPMERKING: De standaardwaarde is 15 minuten.
126 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud NLWW
De Autom. uitschakelen instellen
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Systeeminst.
Energie-instellingen
Autom. uitschakelen
Uitschakelvertraging
3. Selecteer de tijd voor de uitschakelvertraging.
OPMERKING: De standaardwaarde is 30 minuten.
4. Het apparaat wordt automatisch weer geactiveerd vanuit de automatische uitschakeling wanneer
het taken ontvangt of wanneer u op een knop drukt op het bedieningspaneel. U kunt de
gebeurtenissen aanpassen die ervoor zorgen dat het apparaat weer wordt geactiveerd. Open de
volgende menu's:
Systeeminst.
Energie-instellingen
Autom. uitschakelen
Activeringsgebeurtenissen
Als u een activeringsgebeurtenis wilt uitschakelen, selecteert u de gebeurtenis en vervolgens de
optie Nee.
Archiefafdrukken
Met archiefafdrukken wordt uitvoer geproduceerd die minder vatbaar is voor tonervegen en
stofdeeltjes. Gebruik archiefafdrukken om documenten te maken die u wilt bewaren of archiveren
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Service
Archief afdr.
3. Selecteer de optie Aan of Uit en druk vervolgens op de knop OK.
NLWW
Instellingen voor efficiënt gebruik
127
Geheugen-DIMM's installeren
Het apparaat wordt geleverd met 128 MB intern RAM-geheugen. U kunt 256 MB aan extra geheugen
voor het apparaat installeren door een DIMM (dual inline memory module) toe te voegen. U kunt
bovendien een lettertype-DIMM installeren om karakters af te drukken (bijvoorbeeld Chinese karakters
of tekens van het Cyrillisch alfabet).
VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit.
Draag bij het hanteren van elektronische onderdelen een antistatische polsband of raak regelmatig het
oppervlak van de antistatische verpakking aan en raak vervolgens onbewerkt metaal op het apparaat
aan.
Geheugen-DIMM's installeren
1. Schakel het product uit en koppel alle netsnoeren en interfacekabels los.
2. Open de DIMM-klep aan de rechterzijde van het product.
3. Verwijder de DIMM-klep.
128 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud NLWW
4. Om een DIMM te vervangen die momenteel is geïnstalleerd, schuift u de hendels aan weerszijden
van de DIMM-sleuf opzij, en vervolgens trekt u de DIMM schuin omhoog en uit de sleuf.
VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door statische
elektriciteit. Draag bij het hanteren van elektronische onderdelen een antistatische polsband of
raak regelmatig het oppervlak van de antistatische verpakking aan en raak vervolgens onbewerkt
metaal op het apparaat aan.
5. Haal de nieuwe DIMM uit de antistatische verpakking en zoek de inkeping in de onderrand van
de DIMM.
NLWW
Geheugen-DIMM's installeren
129
6. Houd de DIMM aan de randen vast en breng de inkepingen op de DIMM onder een hoek op één
lijn met de DIMM-sleuf.
7. Druk de DIMM omlaag tot beide nokken aangrijpen op de DIMM. Als de DIMM correct is
geplaatst zijn de metalen contacten niet zichtbaar.
OPMERKING: Als u problemen hebt met het plaatsen van de DIMM, moet u ervoor zorgen dat
de inkeping in de onderrand van de DIMM in lijn ligt met het streepje op de sleuf. Als de DIMM
nog steeds niet kan worden geplaatst, controleert u of u het juiste type DIMM gebruikt.
130 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud NLWW
8. Plaats de DIMM-klep opnieuw.
9. Sluit de DIMM-klep.
10. Sluit het netsnoer en de USB- of netwerkkabel weer aan en zet het product aan.
NLWW
Geheugen-DIMM's installeren
131
Geheugen inschakelen
Windows XP, Windows Server
2003, Windows Server 2008 en
Windows Vista
1. Klik op Start.
2. Klik op Instellingen.
3. Klik op Printers en faxapparaten (via de standaardweergave van het
menu Start) of klik op Printers (via de klassieke weergave van het menu
Start).
4. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en
selecteer vervolgens Eigenschappen.
5. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
6. Vouw het gebied voor Installeerbare opties uit.
7. Selecteer naast Automatische configuratie de optie Nu bijwerken.
8. Klik op OK.
OPMERKING: Indien het geheugen niet goed is bijgewerkt nadat u de optie Nu
bijwerken hebt gebruikt, kunt u de totale hoeveelheid in het apparaat
geïnstalleerd geheugen handmatig selecteren in het gebied Installeerbare
opties.
De optie Nu bijwerken overschrijft alle bestaande configuratie-instellingen voor
het apparaat.
Windows 7 1. Klik op Start.
2. Klik op Apparaten en printers.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en
selecteer vervolgens Printereigenschappen.
4. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
5. Vouw het gebied voor Installeerbare opties uit.
6. Selecteer naast Automatische configuratie de optie Nu bijwerken.
7. Klik op OK.
OPMERKING: Indien het geheugen niet goed is bijgewerkt nadat u de optie Nu
bijwerken hebt gebruikt, kunt u de totale hoeveelheid in het apparaat
geïnstalleerd geheugen handmatig selecteren in het gebied Installeerbare
opties.
De optie Nu bijwerken overschrijft alle bestaande configuratie-instellingen voor
het apparaat.
Mac OS X 10.5 en 10.6 1.
Klik in het menu Apple
op het menu Systeemvoorkeuren en klik
vervolgens op het pictogram Afdrukken en faxen.
2. Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm.
3. Klik op de knop Opties en benodigdheden.
4. Klik op het tabblad Driver.
5. Configureer de geïnstalleerde opties.
132 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud NLWW
De installatie van DIMM-modules controleren
Controleer na het installeren van de DIMM-module of de installatie is gelukt.
1. Schakel het apparaat in. Controleer of het lampje Klaar op het apparaat gaat branden na het
opstarten. Als er een foutbericht verschijnt, is een DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze
geïnstalleerd.
2. Druk een configuratiepagina af.
3. Controleer de sectie voor het geheugen op de configuratiepagina en vergelijk deze sectie met de
configuratiepagina die is afgedrukt voordat u het geheugen hebt geïnstalleerd. Als de hoeveelheid
geheugen niet groter is, is de DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze geïnstalleerd of is
deze defect. Herhaal de installatieprocedure. Installeer zo nodig een andere DIMM-module.
OPMERKING: Als u een producttaal (personality) hebt geïnstalleerd, controleert u het gedeelte
Geïnstall. personality's en opties op de configuratiepagina. Hier moet de nieuwe producttaal worden
vermeld.
Geheugen toewijzen
Functies of taken die u downloadt naar het apparaat, bevatten soms bronnen (bijvoorbeeld lettertypen,
macro's of patronen). Bronnen die intern als permanent worden aangegeven, blijven in het geheugen
van het apparaat totdat u het apparaat uitschakelt.
Volg de volgende richtlijnen als u gebruikmaakt van PDL (page description language) voor het
markeren van bronnen als permanent. Raadpleeg de PDL-naslaginformatie bij PCL of PS voor
technische gegevens.
Markeer bronnen alleen als permanent als deze per se in het geheugen moeten blijven zolang het
apparaat aan staat.
Verzend permanente bronnen alleen aan het begin van een afdruktaak naar het apparaat en niet
op het moment dat het apparaat bezig is met afdrukken.
OPMERKING: Overmatig gebruik van permanente bronnen of downloaden naar het apparaat
terwijl dit aan het afdrukken is, kan de prestaties van apparaat of het afdrukken van complexe taken
nadelig beïnvloeden.
NLWW
Geheugen-DIMM's installeren
133
Het product reinigen
Tijdens het afdrukproces kunnen zich papier, tonerresten en stofdeeltjes ophopen in het product. Dit
kan na verloop van tijd problemen geven met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van
tonervlekken of vegen. Dit product beschikt over een reinigingsmodus waarmee dergelijke problemen
kunnen worden opgelost en voorkomen.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Service
Reinigingspagina
3. Plaat gewoon papier in lade 1 en druk vervolgens op de knop OK om het reinigingsproces te
starten. Wacht tot het proces is voltooid. Gooi de afgedrukte pagina weg.
OPMERKING: Op modellen zonder automatische duplexeenheid wordt eerst de eerste zijde
afgedrukt en wordt u vervolgens gevraagd de pagina uit de uitvoerlade te verwijderen en in
dezelfde richting opnieuw in lade 1 te plaatsen.
Productupdates
Software- en firmware-updates en installatie-instructies voor dit product vindt u op www.hp.com/
support/LJColorM351 of www.hp.com/support/LJColorM451. Klik op Ondersteuning en drivers,
klik op het besturingssysteem en selecteer de download voor het product.
134 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud NLWW
11 Problemen oplossen
Zelfhulp
Controlelijst voor het oplossen van algemene problemen
Fabrieksinstellingen herstellen
Berichten op het bedieningspaneel
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast
Storingen verhelpen
De afdrukkwaliteit verbeteren
Het apparaat drukt niet of langzaam af
Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen
Problemen met draadloze netwerken oplossen
Problemen met de productsoftware in Windows oplossen
Problemen met de productsoftware oplossen in Mac
NLWW 135
Zelfhulp
Naast de informatie in deze handleiding is er nog meer handige informatie beschikbaar.
HP Help & Learn Center Het HP Help & Learn Center en andere documentatie kunt u vinden op de cd-rom
die bij het apparaat is geleverd of in de programmamap van HP op uw computer.
Het HP Help & Learn Center is een hulpprogramma voor eenvoudige toegang tot
productinformatie, onlineproductondersteuning van HP, hulp bij het oplossen van
problemen en overheids- en veiligheidsinformatie.
Onderwerpen in de naslaggids Diversen onderwerpen uit de naslaggids voor dit apparaat zijn te vinden op de
voldende website:
www.hp.com/support/LJColorM351 of www.hp.com/support/
LJColorM451
U kunt deze onderwerpen afdrukken en ze bij het apparaat bewaren. Dit is handig
referentiemateriaal voor procedures die u vaak uitvoert.
136 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Controlelijst voor het oplossen van algemene
problemen
1. Zorg dat het product goed is ingesteld.
a. Druk op de aan-uitknop om de modus Auto-uit uit te schakelen of om het apparaat in te
schakelen.
b. Controleer alle kabels en netsnoeren.
c. Controleer of het voltage geschikt is voor de netstroominstelling van het apparaat. (Zie het
etiket aan de achterzijde van het apparaat voor de voltagespecificaties.) Als u een
powerstrip gebruikt waarvan het voltage buiten de specificaties valt, steekt u de stekker
rechtstreeks in het stopcontact. Als de stekker al in het stopcontact is gestoken, probeert u een
ander stopcontact.
d. Neem contact op met de HP klantenondersteuning als de MFP nog geen stroom krijgt.
2. Controleer de bekabeling
a. Controleer de kabelaansluiting tussen het product en de computer. Zorg ervoor dat de kabel
goed is aangesloten.
b. Controleer of de kabel beschadigd is door zo mogelijk een andere kabel te gebruiken.
c. Controleer de netwerkaansluiting (alleen netwerkmodellen): Controleer of het netwerklampje
brandt. Het netwerklampje bevindt zich naast de netwerkaansluiting op de achterkant van
het apparaat.
Als het product nog steeds geen netwerkverbinding kan maken, moet u de installatie
ongedaan maken en het product opnieuw installeren. Neem contact op met een
netwerkbeheerder als de fout zich blijft voordoen.
3. Kijk of er berichten worden weergegeven op het bedieningspaneel.
4. Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal aan de specificaties voldoet.
5. Controleer of het papier juist is geplaatst in de invoerlade.
6. Zorg dat de productsoftware goed is geïnstalleerd.
7. Controleer of u de printerdriver voor dit apparaat hebt geïnstalleerd en of u het apparaat hebt
geselecteerd in de lijst met beschikbare printers.
8. Druk een configuratiepagina af.
a. Als de pagina niet wordt afgedrukt, controleert u of er papier in de invoerlade is geplaatst en
of dit op de juiste wijze is geplaatst.
b. Controleer of de printcartridges op de juiste wijze zijn geïnstalleerd.
NLWW
Controlelijst voor het oplossen van algemene problemen
137
c. Als het papier vastloopt in het apparaat, dient u de storing te verhelpen.
d. Als de afdrukkwaliteit niet aanvaardbaar is, moet u de volgende stappen uitvoeren:
Controleer of de afdrukinstellingen correct zijn voor het gebruikte papier.
Los problemen met de afdrukkwaliteit op.
9. Druk een klein document af via een ander programma dat een vorige keer goed is afgedrukt. Als
deze oplossing werkt, ligt het probleem bij het gebruikte programma. Als deze oplossing niet
werkt (het document wordt niet afgedrukt), gaat u verder met de volgende stappen:
a. Probeer de afdruktaak uit te voeren vanaf een andere computer waarop de
apparaatsoftware is geïnstalleerd.
b. Controleer de kabelverbinding. Leid het product om naar de juiste poort of installeer de
software opnieuw, waarbij u de nieuwe aansluitmethode selecteert.
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden
De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk:
Het gebruik van speciaal papier (zoals transparanten, zwaar papier of papier van aangepast
formaat)
Verwerkingstijd en downloadtijd van het product
De complexiteit en de grootte van afbeeldingen
De snelheid van de gebruikte computer
De USB- of netwerkverbinding
De I/O-configuratie van het product
138 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Fabrieksinstellingen herstellen
Als u de fabrieksinstellingen terugzet, worden alle apparaat- en netwerkinstellingen weer op de
fabriekswaarden ingesteld. De paginateller, het ladeformaat en de taal worden niet opnieuw ingesteld.
Volg onderstaande stappen om de fabrieksinstellingen van het apparaat te herstellen.
VOORZICHTIG: Wanneer u de fabrieksinstellingen terugzet, worden alle instellingen gewijzigd in
de standaardwaarden. Ook worden in het geheugen opgeslagen pagina's verwijderd. Na het
herstellen van de fabrieksinstellingen wordt het apparaat opnieuw opgestart.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Service
Standaardwaarden
Het product wordt automatisch opnieuw opgestart.
NLWW
Fabrieksinstellingen herstellen
139
Berichten op het bedieningspaneel
Soorten berichten op het bedieningspaneel
De berichten op het bedieningspaneel geven de huidige status van het apparaat weer en signaleren
situaties waarin actie ondernomen moet worden.
Er worden tijdelijk signaal- en waarschuwingsberichten weergegeven. Mogelijk moet u deze
bevestigen door op de knop OK te drukken om verder te kunnen gaan, of moet u op de knop
Annuleren
drukken om de taak te annuleren. Bij bepaalde waarschuwingen wordt de taak mogelijk
niet volledig uitgevoerd of is de afdrukkwaliteit niet goed. Als het signaal- of waarschuwingsbericht
betrekking heeft op het afdrukken en de functie voor automatisch doorgaan is ingeschakeld, wordt
geprobeerd om de afdruktaak te hervatten wanneer de waarschuwing 10 seconden op het scherm is
weergegeven zonder dat u deze hebt bevestigd.
Kritieke foutberichten kunnen een defect aangeven. Schakel het product uit en weer in. Dit zou het
probleem moeten verhelpen. Als een kritieke fout aanhoudt, moet het product mogelijk worden
nagekeken.
Berichten op het bedieningspaneel
10.XXXX Toebehorenfout
Omschrijving
De geheugenchip van een van de printcartridges kan niet worden gelezen of ontbreekt.
10.0000 = geheugenchipfout zwarte cartridge
10.0001 = geheugenchipfout cyaan cartridge
10.0002 = geheugenchipfout magenta cartridge
10.0003 = geheugenchipfout gele cartridge
10.1000 = geheugenchip zwarte cartridge ontbreekt
10.1001 = geheugenchip cyaan cartridge ontbreekt
10.1002 = geheugenchip magenta cartridge ontbreekt
10.1003 = geheugenchip gele cartridge ontbreekt
Aanbevolen actie
Plaats de printcartridge opnieuw.
Schakel het product uit en weer in.
Als het probleem niet is opgelost, vervangt u de printcartridge.
140 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
49 Fout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een interne fout opgetreden.
Aanbevolen actie
Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het
product wordt geïnitialiseerd.
Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het
stopcontact. Schakel het product in.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
50.X Fuserfout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een fout bij de fuser opgetreden.
Aanbevolen actie
Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het
product wordt geïnitialiseerd.
Schakel het product uit, wacht ten minste 25 minuten en schakel het product weer in.
Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het
stopcontact. Schakel het product in.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
51.XX Fout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een interne hardwarefout opgetreden in het product.
Aanbevolen actie
Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het
product wordt geïnitialiseerd.
Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het
stopcontact. Schakel het product in.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
54.XX Fout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een fout opgetreden bij een van de interne sensoren in het product.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
141
Aanbevolen actie
Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het
product wordt geïnitialiseerd.
Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het
stopcontact. Schakel het product in.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
55.X Fout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een interne fout opgetreden.
Aanbevolen actie
Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het
product wordt geïnitialiseerd.
Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het
stopcontact. Schakel het product in.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
57 Ventil.-fout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een probleem opgetreden met de interne ventilator van het product.
Aanbevolen actie
Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het
product wordt geïnitialiseerd.
Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het
stopcontact. Schakel het product in.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
59.X Fout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een probleem opgetreden met een van de motoren in het product.
Aanbevolen actie
Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het
product wordt geïnitialiseerd.
Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het
stopcontact. Schakel het product in.
142 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
79 Fout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een interne firmwarefout opgetreden in het product.
Aanbevolen actie
Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het
product wordt geïnitialiseerd.
Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het
stopcontact. Schakel het product in.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
79 Servicefout Schakel uit/in
Omschrijving
Er is een incompatibele DIMM geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
1. Schakel het product uit.
2. Installeer een DIMM die door het apparaat wordt ondersteund.
3. Schakel het product in.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
Achterklep open
Omschrijving
De achterklep van het product is open.
Aanbevolen actie
Sluit de klep.
Afdruk mislukt, druk op OK. Als fout blijft, zet uit en aan.
Omschrijving
Het product kan de pagina niet verwerken.
Aanbevolen actie
Druk op de knop OK om door te gaan met het afdrukken van de taak. De uitvoer van de taak wordt
mogelijk beïnvloed.
Zet het apparaat uit en weer aan als de fout zich blijft voordoen. Verzend de afdruktaak opnieuw.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
143
Ander formaat in lade # Plaats <formaat> Druk op [OK]
Omschrijving
Het apparaat heeft papier in de lade gedetecteerd dat niet overeenkomt met de configuratie voor de
lade.
Aanbevolen actie
Plaats het juiste papier in de lade of configureer de lade voor het formaat dat u hebt geplaatst.
Apparaatfout Druk op [OK]
Omschrijving
Er is een interne fout opgetreden.
Aanbevolen actie
Druk op de knop OK om de taak te hervatten.
Benodigdh. laag
Omschrijving
Meer dan een van de benodigdheden is bijna op.
Aanbevolen actie
Controleer de indicators voor de resterende hoeveelheden op het bedieningspaneel of druk een pagina
met informatie over de status van de benodigdheden af om te bepalen welke printcartridges bijna leeg
zijn.
Het afdrukken gaat door totdat er een bericht wordt weergegeven dat een onderdeel vrijwel leeg is.
Het is verstandig om nieuwe benodigdheden achter de hand te houden.
Cartridge <kleur>installeren
Omschrijving
De printcartridge is niet of niet goed in het apparaat geplaatst.
Aanbevolen actie
Installeer de printcartridge.
Cyaan cartridge bijna leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
144 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Cyaan op verkeerde plaats
Omschrijving
De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst.
Aanbevolen actie
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Cyaan vrijwel leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie
op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie
is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van
toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt
voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of
fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
Foute afdruk Druk op [OK]
Omschrijving
Papier is vertraagd door het apparaat gevoerd.
Aanbevolen actie
Druk op OK om het bericht te verwijderen.
Probeer de volgende oplossingen om het probleem te voorkomen:
1. Stel de papiergeleiders in de lade in. Zorg ervoor dat de voorste papiergeleider het papier tegen
de achterkant van de lade drukt.
2. Gebruik papier dat voldoet aan de papierspecificaties van HP. Bewaar papier ongeopend in de
originele verpakking.
3. Gebruik het apparaat in een omgeving die voldoet aan de milieuvereisten voor dit apparaat.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
145
Gebr. toebehoren in gebr.
Omschrijving
U gebruikt meerdere printcartridges die de drempelwaarde reeds hadden bereikt en bijna leeg waren
toen deze in een apparaat waren geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig vervangende onderdelen achter de hand te
hebben.
Gebruikt <kleur> geplaatst [OK] voor doorgaan.
Omschrijving
U hebt een printcartridge geïnstalleerd die de drempelwaarde reeds had bereikt en bijna leeg was
toen deze in een ander apparaat was geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
Druk op OK om door te gaan.
Gebruikt <kleur> in gebruik
Omschrijving
U gebruikt een printcartridge die de drempelwaarde reeds had bereikt en bijna leeg was toen deze in
een apparaat was geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Geel op verkeerde plaats
Omschrijving
De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst.
Aanbevolen actie
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Geel vrijwel leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie
op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie
is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
146 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van
toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt
voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of
fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
Gele cartridge bijna leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Haal transportbeveiligingen van cartridges
Omschrijving
Een of meer printcartridges zijn vergrendeld met een transportvergrendeling.
Aanbevolen actie
Trek aan het oranje lipje om de transportbeveiliging van de cartridge te verwijderen.
Haal transportbeveiliging van <kleur> cartridge
Omschrijving
Een printcartridge is vergrendeld met een transportvergrendeling.
Aanbevolen actie
Trek aan het oranje lipje om de transportbeveiliging van de cartridge te verwijderen.
Handm. Dubbelz. Plaats lade <X> Druk op [OK]
Omschrijving
De eerste zijde van een handmatige dubbelzijdige afdruktaak is afgedrukt en het papier moet nu
worden geplaatst om de tweede zijde af te drukken.
Aanbevolen actie
Plaats de pagina in de aangegeven lade met de te bedrukken zijde omhoog en de bovenkant van de
pagina van u af. Druk vervolgens op de knop OK.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
147
Handm. invoer <TYPE> <FORMAAT> Druk op [OK] voor beschikbaar
afdrukmateriaal
Omschrijving
Het product is ingesteld op de modus handmatige invoer.
Aanbevolen actie
Druk op de knop OK om het bericht te wissen of plaats het juiste afdrukmateriaal in lade 1.
Incompatibel <kleur>
Omschrijving
U hebt een printcartridge geïnstalleerd die bestemd is voor gebruik in een ander HP-apparaat. Het
apparaat werkt mogelijk niet goed als deze printcartridge is geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
Installeer de juiste printcartridge voor dit apparaat.
Magenta cartridge bijna leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Magenta op verkeerde plaats
Omschrijving
De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst.
Aanbevolen actie
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Magenta vrijwel leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie
op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie
is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
148 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van
toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt
voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of
fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
Niet-ondersteund <kleur> [OK] voor doorgaan.
Omschrijving
Het apparaat heeft een printcartridge gedetecteerd die niet door HP is gemaakt.
Aanbevolen actie
Druk op OK om door te gaan.
Als u in de veronderstelling bent dat u een origineel onderdeel van HP hebt aangeschaft, gaat u naar
www.hp.com/go/anticounterfeit. Service of reparaties als gevolg van het gebruik van niet-
ondersteunde benodigdheden worden niet gedekt door de garantie van HP.
Ongeld. stuurpr. Druk op [OK]
Omschrijving
U gebruikt een onjuiste printerdriver.
Aanbevolen actie
Selecteer de juiste printerdriver.
Origineel HP-onderdeel geplaatst
Omschrijving
Er is een origineel HP-onderdeel geïnstalleerd.
Aanbevolen actie
Geen actie nodig.
Plaats lade # <SOORT> <FORMAAT>
Omschrijving
Er is een lade geconfigureerd voor de papiersoort en het papierformaat die nodig zijn voor de
afdruktaak, maar die lade is leeg.
Aanbevolen actie
Plaats het juiste papier in de lade of druk op de knop OK om papier uit een andere lade te gebruiken.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
149
Plaats lade <X> Druk op [OK] voor beschikbaar afdrukmateriaal
Omschrijving
De lade is leeg.
Aanbevolen actie
Plaats papier in de lade om door te gaan met afdrukken. Druk op de knop OK om een andere lade te
selecteren.
Plaats lade 1 <SOORT> <FORMAAT>
Omschrijving
Er zijn geen laden geconfigureerd voor de papiersoort en het papierformaat die nodig zijn voor de
afdruktaak.
Aanbevolen actie
Plaats het juiste papier in lade 1 of druk op OK om papier uit een andere lade te gebruiken.
Reinigen. . .
Omschrijving
Het apparaat voert regelmatig een reinigingsprocedure uit om een optimale afdrukkwaliteit te
behouden.
Aanbevolen actie
Wacht tot het reinigingsproces is voltooid.
Storing in <locatie>
Omschrijving
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan.
Aanbevolen actie
Verhelp de storing op de locatie die wordt aangegeven. Gewoonlijk wordt de rest van de taak vanzelf
afgedrukt. Probeer de taak opnieuw af te drukken als dit niet het geval is.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
Storing in lade # Verhelp storing en Druk op [OK]
Omschrijving
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan.
Aanbevolen actie
Verhelp de storing op de aangegeven locatie en druk vervolgens op OK.
150 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP.
Te weinig geheugen Druk op [OK]
Omschrijving
Het productgeheugen is bijna vol.
Aanbevolen actie
Druk op de knop OK om de taak te voltooien of druk op de knop Annuleren
om de taak te
annuleren.
Verdeel de taak in kleinere taken met minder pagina's.
Verkeerde onderdelen
Omschrijving
Meer dan een printcartridge is geïnstalleerd in de onjuiste sleuf.
Aanbevolen actie
Controleer of alle printcartridges zich in de juiste houder bevinden. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta, geel.
Vervang <kleur>
Omschrijving
De printcartridge heeft het einde van de levensduur bereikt en het apparaat is door de klant
geconfigureerd om te stoppen met afdrukken wanneer de cartridge vrijwel leeg is.
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty
van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en
het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als
materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
Voorklep open
Omschrijving
De voorklep van het product is open.
Aanbevolen actie
Sluit de klep.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
151
Vul lade 1 met gewoon <FORMAAT> Reinigingsmodus [OK] voor start
Omschrijving
Het product is klaar om het reinigingsproces uit te voeren.
Aanbevolen actie
Plaats gewoon papier van het aangegeven formaat in lade 1 en druk vervolgens op de knop OK.
Zwarte cartridge bijna leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
Aanbevolen actie
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te
hebben.
Zwart op verkeerde plaats
Omschrijving
De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst.
Aanbevolen actie
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor
naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Zwart vrijwel leeg
Omschrijving
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie
op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit". Deze optie
is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een
acceptabele afdrukkwaliteit hebben.
Aanbevolen actie
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan
met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een
cartridge kan variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van
toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt
voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of
fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP.
152 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast
Het apparaat pakt geen papier op
Het apparaat pakt meerdere vellen papier op.
Papierstoringen voorkomen
Het apparaat pakt geen papier op
Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen.
1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier.
2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade.
3. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de
papiergeleiders tegen de markeringen voor de papiergrootte aan de onderkant van de lade.
4. Controleer op het bedieningspaneel of het apparaat wacht op een bevestiging om het papier
handmatig in te voeren. Plaats papier en ga verder met afdrukken.
Het apparaat pakt meerdere vellen papier op.
Als het apparaat meerdere vellen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen.
1. Verwijder de stapel papier uit de lade, buig de stapel, draai deze 180 graden en draai hem
vervolgens om. Waaier het papier niet uit. Plaats de stapel papier terug in de lade.
2. Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat.
3. Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier
uit een ander pak.
4. Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de
lade te verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen
in de lade.
5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de
papiergeleiders tegen de markeringen voor de papiergrootte aan de onderkant van de lade.
Papierstoringen voorkomen
Probeer de volgende oplossingen om papierstoringen te voorkomen.
1. Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat.
2. Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier
uit een ander pak.
3. Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of gekopieerd.
NLWW
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast
153
4. Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de
lade te verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen
in de lade.
5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de
geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen.
6. Plaats de lade goed in het apparaat.
7. Gebruik de handmatige invoer wanneer u afdrukt op zwaar of geperforeerd papier, of papier met
reliëf en voer de vellen een voor een in.
154 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Storingen verhelpen
Storingslocaties
Gebruik de volgende afbeelding om de locatie van papierstoringen te vinden.
3
4
1 Uitvoerbak
2 Lade 1
3 Lade 2
4 Fuser
5 Toegang bij storingen lade 2
NLWW
Storingen verhelpen
155
Papierstoringen in lade 1 verhelpen
1. Verwijder het vastgelopen vel uit lade 1.
OPMERKING: Als het vel scheurt,
controleert u of alle papiersnippers uit de
papierbaan zijn verwijderd voordat u
verdergaat met afdrukken.
2. Trek lade 2 naar buiten en leg deze op een
vlakke ondergrond.
3. Schuif de lade voor toegang bij storingen naar
beneden.
156 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
4. Verwijder het vastgelopen vel papier door het
recht naar buiten te trekken.
5. Schuif de lade voor toegang bij storingen
omhoog om deze te sluiten en plaats Lade 2
weer terug.
OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u
deze in het midden of aan beide zijden met
gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één
kant.
Papierstoringen in lade 2 verhelpen
1. Open lade 2.
NLWW
Storingen verhelpen
157
2. Verwijder het vastgelopen vel papier door het
recht naar buiten te trekken.
3. Sluit lade 2.
OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u
deze in het midden of aan beide zijden met
gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één
kant.
Storingen in het fusergebied verhelpen
1. Open de achterklep.
VOORZICHTIG: De fuser, die zich aan de
achterzijde van het apparaat bevindt, is heet.
Wacht totdat de fuser is afgekoeld voordat u
doorgaat.
158 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
2. Indien nodig, duwt u op de geleider (label 1)
en verwijdert u alle zichtbare papier (label 2)
op de bodem van het aanvoergedeelte.
OPMERKING: Als het vel scheurt,
controleert u of alle papiersnippers uit de
papierbaan zijn verwijderd voordat u
verdergaat met afdrukken. Gebruik geen
scherpe voorwerpen om papiersnippers te
verwijderen.
3. Sluit de achterklep.
NLWW
Storingen verhelpen
159
storingen verhelpen in de uitvoerbak
1. Kijk of er vastgelopen papier is vastgelopen in
de uitvoerbak.
2. Verwijder alle zichtbare afdrukmateriaal.
OPMERKING: Als het vel scheurt,
controleert u of alle papiersnippers uit de
papierbaan zijn verwijderd voordat u
verdergaat met afdrukken.
3. Open en sluit de achterklep om het bericht te
verwijderen.
Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid (alleen modellen
met dubbelzijdig afdrukken)
1. Open de achterklep.
VOORZICHTIG: De fuser, die zich aan de
achterzijde van het apparaat bevindt, is heet.
Wacht totdat de fuser is afgekoeld voordat u
doorgaat.
160 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
2. Indien nodig, trekt u de geleider (label 1) naar
buiten en verwijdert u alle zichtbare papier
(label 2) op de bodem van het
aanvoergedeelte.
3. Indien nodig, verwijdert u alle zichtbare
papier op de onderzijde van de
duplexeenheid.
4. Als u geen vastgelopen papier kunt zien,
schuift u de duplexeenheid naar boven met
behulp van het lipje op de zijkant van de
duplexeenheid.
5. Als u de achterrand van het papier kunt zien,
verwijdert u het papier uit het apparaat.
NLWW
Storingen verhelpen
161
6. Als u de voorste rand van het papier kunt zien,
verwijdert u het papier uit het apparaat.
7. Sluit de achterklep.
162 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
Wanneer u zich aan deze richtlijnen houdt, kunt u de meeste problemen met de afdrukkwaliteit
voorkomen.
Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver.
De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP
Een reinigingspagina afdrukken
Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen
De printcartridges controleren
De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet
Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver.
Controleer de instelling voor de papiersoort als u een van de volgende problemen ondervindt:
Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen.
Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's.
Afgedrukte pagina's zijn gekruld.
Op de afgedrukte pagina's schilfert toner af.
Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt.
De instelling voor de papiersoort wijzigen in Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op de optie Meer....
5. Vouw de lijst Type is: uit.
6. Vouw elke categorie met papiersoorten uit totdat u de papiersoort vindt die u gebruikt.
7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK.
De instelling voor de papiersoort wijzigen in Mac
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op de optie Afdrukken.
2. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling.
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
163
3. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat en klik op de knop OK.
4. Open het menu Afwerking.
5. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal.
6. Klik op de knop Afdrukken.
De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's.
Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGB-
gegevens in de onbewerkte apparaatmodus. Hiermee kunt u de kleuren in het
softwareprogramma of het besturingssysteem beheren voor de juiste weergave.
Levendig: Met dit thema wordt de kleurverzadiging in de middentinten verhoogd. Gebruik
dit thema voor het afdrukken van zakelijke illustraties.
Foto: Met dit thema wordt RGB-kleur geïnterpreteerd alsof dit wordt afgedrukt als een foto
met behulp van een digitaal mini-lab. Hierdoor worden diepere, vollere kleuren anders
weergegeven dan bij het thema Standaard (sRGB). Gebruik dit thema voor het afdrukken van
foto's.
Foto (Adobe RGB 1998): Gebruik dit thema voor het afdrukken van digitale foto's die de
AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Schakel kleurbeheer in het
softwareprogramma uit wanneer u dit thema gebruikt.
Geen
164 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
De kleuropties wijzigen
Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig.
De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur.
De instelling Handmatig: selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van
andere instellingen aan te passen.
OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de
afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische
deskundigen.
5. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten om een kleurendocument af te drukken in zwart-wit.
Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen.
6. Klik op de knop OK.
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP
Gebruik ander papier als zich een van de volgende problemen voordoet:
De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd.
Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's.
Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen.
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
165
De afgedrukte tekens zijn misvormd.
Afgedrukte pagina's zijn gekruld.
Gebruik altijd papier van een type en gewicht dat door dit apparaat wordt ondersteund. Volg deze
richtlijnen wanneer u het papier selecteert:
Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse
deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen.
Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt.
Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is
voor inkjetprinters.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor
een beter afdrukresultaat.
Een reinigingspagina afdrukken
Druk een reinigingspagina af om stof en overtollige toner uit de papierbaan te verwijderen wanneer
zich een van de volgende problemen voordoet:
Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's.
Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen.
Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's.
Ga als volgt te werk om een reinigingspagina af te drukken:
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Service
Reinigingspagina
3. Plaat gewoon papier in lade 1 en druk vervolgens op de knop OK om het reinigingsproces te
starten. Wacht tot het proces is voltooid. Gooi de afgedrukte pagina weg.
OPMERKING: Op modellen zonder automatische duplexeenheid wordt eerst de eerste zijde
afgedrukt en wordt u vervolgens gevraagd de pagina uit de uitvoerlade te verwijderen en in
dezelfde richting opnieuw in lade 1 te plaatsen.
Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen
Als de afdrukken gekleurde schaduwen, wazige afbeeldingen of gebieden met kleuren van slechte
kwaliteit bevatten, moet u het apparaat mogelijk kalibreren om de kleuren uit te lijnen. Druk de
Diagnosepagina af via het menu Rapporten op het bedieningspaneel om de kleuruitlijning te
166 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
controleren. Als de gekleurde blokken op die pagina niet zijn uitgelijnd, moet u het apparaat
kalibreren.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Kleur kalibreren
Nu kalibreren
De printcartridges controleren
U dient de printcartridges te controleren en indien nodig te vervangen wanneer zich een van de
volgende problemen voordoet:
De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd.
Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt.
De afgedrukte pagina's hebben strepen of banen.
Wanneer u hebt vastgesteld dat een printcartridge vervangen moet worden, druk dan de statuspagina
van de benodigdheden af om het onderdeelnummer voor de bijbehorende originele printcartridge van
HP te achterhalen.
Soort printcartridge Procedure voor het oplossen van het probleem
Nagevulde of gereviseerde
printcartridge
Het gebruik van benodigdheden die niet door HP zijn vervaardigd, nieuw of
gereviseerd, wordt niet aanbevolen door Hewlett-Packard Company. Aangezien dit
geen apparaten van HP zijn, heeft het bedrijf geen invloed op het ontwerp en de
kwaliteit. Als u een opnieuw gevulde of vervaardigde printcartridge gebruikt en niet
tevreden bent over de afdrukkwaliteit, vervang de printcartridge dan door een
echte HP-printcartridge.
Originele printcartridge van HP 1. Op de pagina Status benodigdheden van het bedieningspaneel van het
apparaat wordt het bericht weergegeven dat een onderdeel vrijwel leeg is
wanneer het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Vervang
de printcartridge wanneer de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
2. Druk via het menu Rapporten op het bedieningspaneel een
afdrukkwaliteitspagina af. Wanneer de pagina strepen of vlekken in één kleur
heeft, is de bijbehorende kleurencartridge mogelijk defect. Raadpleeg de
instructies in dit document voor uitleg over de pagina. Vervang indien nodig
de printcartridge.
3. Kijk of de printcartridge beschadigd is. Zie de onderstaande instructies.
Vervang indien nodig de printcartridge.
4. Druk een reinigingspagina af als de afgedrukte pagina vlekken heeft met
steeds dezelfde tussenruimte. Als het probleem hiermee nog niet is opgelost,
gebruikt u de instructies voor herhaalde fouten in dit document om de oorzaak
van het probleem vast te stellen.
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
167
De statuspagina voor benodigdheden afdrukken
Op de pagina Status benodigdheden wordt de resterende levensduur van de printcartridges
weergegeven. Hier vindt u ook het serienummer voor de juiste originele printcartridge van HP voor uw
apparaat, zodat u een nieuwe printcartridge kunt bestellen, evenals andere handige informatie.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
Rapporten
Status benodigdheden
168 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
De afdrukkwaliteitspagina interpreteren
1. Open het menu Rapporten op het bedieningspaneel.
2. Selecteer het item Kwaliteitspagina afdr. om dit af te drukken.
Deze pagina bevat vijf gekleurde banen die in vier groepen zijn ingedeeld, zoals in de onderstaande
afbeelding is weergegeven. Door elke groep te onderzoeken, kunt u het probleem isoleren en bepalen
welke printcartridge het probleem veroorzaakt.
Gebied Printcartridge
1 Geel
2 Cyaan
3 Zwart
4 Magenta
Als er in slechts één groep stippen en strepen voorkomen, dient u de printcartridge te vervangen
die bij deze groep hoort.
Als er in meerdere groepen stippen voorkomen, dient u een reinigingspagina af te drukken. Als
het probleem aanhoudt, controleert u of de stippen altijd dezelfde kleur hebben (bijvoorbeeld of
er in alle vijf gekleurde banen magentastippen worden weergegeven). Als de stippen allemaal
dezelfde kleur hebben, dient u die printcartridge te vervangen.
Als er strepen worden weergeven in meerdere gekleurde banen dient u contact op te nemen met
HP. Waarschijnlijk wordt het probleem dan niet veroorzaakt door de printcartridge.
De printcartridge controleren op beschadigingen
1. Verwijder de printcartridge uit het apparaat en controleer of de verzegeling is verwijderd.
2. Controleer of de geheugenchip is beschadigd.
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
169
3. Controleer het oppervlak van de groene afbeeldingsdrum aan de onderkant van de printcartridge.
VOORZICHTIG: Raak de groene rol (afbeeldingsdrum) aan de onderkant van de cartridge niet
aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit.
4. Vervang de printcartridge wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen
op de afbeeldingsdrum bevinden.
5. Als de afbeeldingsdrum niet is beschadigd, schudt u de printcartridge een paar keer licht en
installeert u deze vervolgens opnieuw. Druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is
opgelost.
Herhaalde fouten
Als fouten worden herhaald met een van de volgende tussenruimten op de pagina, is de printcartridge
mogelijk beschadigd.
22 mm
27 mm
28 mm
75 mm
De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften
voldoet
U dient mogelijk een andere printerdriver te gebruiken als afbeeldingen op de afgedrukte pagina
onverwachte strepen bevatten, er tekst ontbreekt, de opmaak onjuist is of er andere lettertypen zijn
gebruikt.
170 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
HP PCL 6-driver
Wordt meegeleverd als de standaarddriver. Deze driver wordt automatisch
geïnstalleerd tenzij u een andere driver selecteert.
Aanbevolen voor alle Windows-omgevingen
Biedt in het algemeen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor
apparaatfuncties voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld om samen te werken met de Windows Graphic Device Interface
(GDI) voor optimale snelheid in Windows-omgevingen
Mogelijk niet helemaal compatibel met software van derden of aangepaste
programma’s die zijn gebaseerd op PCL 5
HP UPD PS-driver
Aanbevolen voor afdrukken met programma’s van Adobe
®
of met andere
grafisch intensieve software
Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript
flash-lettertypen
HP UPD PCL 5
Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor
(Windows-omgevingen)
Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten
De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of
softwareprogramma's van derden
De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het
product dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe)
Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden
die u voor meerdere printermodellen kunt gebruiken
Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een
mobiele Windows-computer
HP UPD PCL 6
Aanbevolen voor printen in alle Windows-omgevingen
Biedt algemeen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en printerfunctie-
ondersteuning voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld voor gebruik met Windows Graphic Device Interface (GDI) voor
de beste snelheid in Windows-omgevingen
Is mogelijk niet volledig compatibel met op PCL5 gebaseerde oplossingen van
derden of custom-oplossingen
Aanvullende printerdrivers kunnen vanaf deze website worden gedownload: www.hp.com/go/
LJColorM351_software of www.hp.com/go/LJColorM451_software.
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
171
Het apparaat drukt niet of langzaam af
Het apparaat drukt niet af
Als het apparaat helemaal niet afdrukt, kunt u het volgende proberen.
1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bedieningspaneel aangeeft gereed te
zijn.
Als het bedieningspaneel niet aangeeft dat het apparaat gereed is, schakelt u het apparaat
uit en vervolgens weer in.
Als het bedieningspaneel aangeeft dat het apparaat gereed is, probeert u de taak nogmaals
te verzenden.
2. Als het bedieningspaneel aangeeft dat er een fout is opgetreden, lost u het probleem op en
probeert u de taak nogmaals te verzenden.
3. Zorg ervoor dat alle kabels juist zijn aangesloten. Als het apparaat op een netwerk is
aangesloten, controleert u het volgende:
Controleer het lampje naast de netwerkverbinding op het apparaat. Als het netwerk actief is,
brandt het lampje groen.
Zorg ervoor dat u een netwerkkabel gebruikt voor de netwerkaansluiting in plaats van een
telefoonsnoer.
Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist
functioneert.
4. Installeer de HP-software van de cd die bij dit apparaat is geleverd. Het gebruik van algemene
printerdrivers kan vertragingen veroorzaken bij het wissen van taken in de afdrukwachtrij.
5. Klik in de lijst met printers op uw computer met de rechtermuisknop op de naam van dit apparaat.
Klik vervolgens op Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
Als u een netwerkkabel gebruikt voor uw netwerkaansluiting, controleert u of de printernaam
op het tabblad Poorten overeenkomt met de apparaatnaam op de configuratiepagina van
het apparaat.
Als u een USB-kabel gebruikt en verbinding maakt met een draadloos netwerk, controleert u
of het selectievakje naast Virtuele printerpoort voor USB is aangevinkt.
6. Als u een firewall op de computer gebruikt, blokkeert dit systeem mogelijk de communicatie met
het apparaat. Probeer de firewall tijdelijk uit te schakelen om te kijken of deze het probleem
veroorzaakt.
7. Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal
of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen.
172 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Het apparaat drukt langzaam af
Als het apparaat slechts heel langzaam afdrukt, kunt u het volgende proberen.
1. Zorg ervoor dat de computer voldoet aan de minimale vereisten voor dit apparaat. Ga naar de
volgende website voor een lijst met specificaties:
www.hp.com/support/LJColorM351 of
www.hp.com/support/LJColorM451.
2. Wanneer u het apparaat configureert om op bepaalde papiersoorten af te drukken, zoals zwaar
papier, drukt het apparaat langzamer af om de toner goed op het papier aan te brengen. Als de
instelling voor de papiersoort niet overeenkomt met de papiersoort die u gebruikt, wijzigt u de
instelling in de juiste papiersoort.
3. Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal
of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen.
NLWW
Het apparaat drukt niet of langzaam af
173
Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen
Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen
Als u het apparaat rechtstreeks op een computer hebt aangesloten, controleert u eerst de kabel.
Controleer of de kabel zowel op de computer als op de printer is aangesloten.
Controleer of de kabel niet langer is dan 5 m. Probeer een kortere kabel.
Controleer of de kabel goed werkt door de kabel aan te sluiten op een ander apparaat. Vervang
de kabel indien nodig.
Netwerkproblemen oplossen
Doorloop de volgende punten om te controleren of het apparaat met het netwerk communiceert. Druk
voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en zoek het
IP-adres van het apparaat op deze pagina.
Slechte fysieke verbinding
De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat
De computer kan niet met het apparaat communiceren
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor het netwerk
Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen
Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld
Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist
Slechte fysieke verbinding
1. Controleer of het apparaat met een kabel van de juiste lengte is aangesloten op de juiste
netwerkpoort.
2. Controleer of de kabels stevig zijn bevestigd.
3. Controleer aan de achterzijde van het apparaat of er twee lampjes branden bij de
netwerkpoortaansluiting: oranje geeft activiteit aan, groen de koppelingsstatus.
4. Als het probleem hiermee niet is verholpen, probeert u een andere kabel of poort op de hub.
De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat
1. Ga naar de printereigenschappen en klik op het tabblad Poorten. Controleer of het IP-adres van
het apparaat klopt. Het IP-adres van het apparaat wordt weergegeven op de configuratiepagina.
2. Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met de standaard TCP/IP-poort van HP, schakelt u het vakje
Altijd afdrukken naar dit apparaat, zelfs als het IP-adres verandert in.
174 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
3. Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met een standaard TCP/IP-poort van Microsoft, gebruikt u
de hostnaam in plaats van het IP-adres.
4. Als het IP-adres juist is, verwijdert u het apparaat en voegt u het opnieuw toe.
De computer kan niet met het apparaat communiceren
1. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk.
a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en
typ vervolgens cmd.
b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat.
c. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
2. Als de ping-opdracht is mislukt, controleer dan of de netwerkhubs zijn ingeschakeld en controleer
vervolgens of de netwerkinstellingen, het apparaat en de computer allemaal voor hetzelfde
netwerk zijn geconfigureerd.
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en
duplexinstellingen voor het netwerk
Hewlett-Packard adviseert deze instelling in de automatische modus te laten (de standaardinstelling).
Wanneer u deze instellingen wijzigt, dient u deze ook voor uw netwerk te wijzigen.
Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor
compatibiliteitsproblemen
Controleer of nieuwe softwareprogramma's juist zijn geïnstalleerd en de juiste printerdriver gebruiken.
Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld
1. Controleer de netwerkstuurprogramma's, printerdrivers en netwerkomleiding.
2. Controleer of het besturingssysteem juist is geconfigureerd.
Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist
1. Controleer op de configuratiepagina de status van het netwerkprotocol. Schakel het protocol
indien nodig in.
2. Configureer de netwerkinstellingen zo nodig opnieuw.
NLWW
Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen
175
Problemen met draadloze netwerken oplossen
Controlelijst draadloze verbinding
Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: De draadloze functie van dit
apparaat is uitgeschakeld.
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien van de draadloze configuratie
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van derden
geïnstalleerd
De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of het apparaat is
verplaatst
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het draadloos apparaat
De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken wanneer er verbinding wordt
gemaakt met een virtueel privénetwerk.
Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken
Het draadloos netwerk functioneert niet
Controlelijst draadloze verbinding
Het apparaat en de draadloze router zijn ingeschakeld en de stroomtoevoer functioneert.
Controleer ook of de draadloze zender van het apparaat is ingeschakeld.
De naam van het draadloze netwerk (SSID) is juist. Druk de configuratiepagina af om de naam
van het draadloze netwerk (SSID) te bepalen. Voer de draadloze installatie opnieuw uit als u niet
zeker weet of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is.
Bij beveiligde netwerken controleert u of de beveiligingsinformatie juist is. Voer de draadloze
installatie opnieuw uit als de beveiligingsinformatie niet juist is.
Probeer toegang te krijgen tot andere computers op het draadloos netwerk als het draadloos
netwerk niet goed functioneert. Probeer verbinding te maken met internet via een draadloze
verbinding als het netwerk toegang heeft tot internet.
De coderingsmethode (AES of TKIP) voor het apparaat is hetzelfde als die voor het draadloos
toegangspunt (op netwerken met WPA-beveiliging).
Het apparaat is binnen het bereik van het draadloos netwerk. Bij de meeste netwerken dient het
apparaat zich binnen 30 m van het draadloos toegangspunt (draadloze router) te bevinden.
Het draadloos signaal wordt niet geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen objecten
tussen het toegangspunt en het apparaat. Controleer of er geen pilaren, muren of draagbalken
van metaal of beton tussen het apparaat en het draadloos toegangspunt staan.
Het apparaat staat niet bij elektronische apparaten die het draadloos signaal storen. Apparaten
die het draadloos signaal kunnen storen, zijn onder andere motoren, draadloze telefoons,
beveiligingscamera's, andere draadloze netwerken en bepaalde Bluetooth-apparaten.
176 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
De printerdriver is geïnstalleerd op de computer.
U hebt de juiste printerpoort geselecteerd.
De computer en het apparaat zijn aangesloten op hetzelfde draadloos netwerk.
Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht
weergegeven: De draadloze functie van dit apparaat is
uitgeschakeld.
Druk op de knop voor de draadloze functie op het apparaat, open het menu Draadloos en
schakel de draadloze zender in.
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien
van de draadloze configuratie
1. Controleer of het apparaat ingeschakeld en gereed is.
2. Controleer of u verbonden bent met het juiste draadloos netwerk.
3. Controleer of het draadloos netwerk goed werkt.
a. Open het menu Netwerkconfiguratie en open vervolgens het item Menu Draadloos.
b. Selecteer het item Netwerktest om het draadloos netwerk te testen. Het apparaat drukt een
rapport met de resultaten af.
4. Controleer of de juiste poort of het juiste apparaat is geselecteerd.
a. Klik in de lijst met printers op uw computer met de rechtermuisknop op de naam van dit
apparaat. Klik vervolgens op Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
b. Controleer of het selectievakje naast Virtuele printerpoort voor USB is ingeschakeld.
5. Controleer of de computer goed functioneert. Start indien nodig de computer opnieuw op.
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer
is een firewall van derden geïnstalleerd
1. Werk de firewall bij met de meest recente update van de fabrikant.
2. Als de firewall tijdens het installeren van het apparaat of tijdens het afdrukken om uw toestemming
vraagt, dient u deze te geven voor het uitvoeren van de programma's.
3. Schakel de firewall tijdelijk uit en installeer het draadloos apparaat vervolgens op de computer.
Schakel de firewall in wanneer de installatie is voltooid.
NLWW
Problemen met draadloze netwerken oplossen
177
De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de
draadloze router of het apparaat is verplaatst
Controleer of de router of het apparaat is verbonden met hetzelfde netwerk waarmee uw computer is
verbonden.
1. Open het menu Rapporten en selecteer het item Configuratierapport om het rapport af te
drukken.
2. Vergelijk de naam van het draadloze netwerk (SSID) op het configuratierapport met de SSID in de
printerconfiguratie op uw computer.
3. Als de SSID's niet hetzelfde zijn, zijn de apparaten niet aangesloten op hetzelfde netwerk.
Configureer de draadloze instellingen voor het apparaat opnieuw.
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het
draadloos apparaat
1. Controleer of de andere computers zich binnen het draadloos bereik bevinden en dat er geen
obstakels zijn die het signaal blokkeren. Voor de meeste netwerken ligt het draadloos bereik op
maximaal 30 m van het draadloos toegangspunt.
2. Controleer of het apparaat ingeschakeld en gereed is.
3. Schakel firewalls van derden uit op uw computer.
4. Controleer of het draadloos netwerk goed werkt.
a. Open het menu Netwerkconfiguratie op het bedieningspaneel van het apparaat en
open vervolgens het item Menu Draadloos.
b. Selecteer het item Netwerktest om het draadloos netwerk te testen. Het apparaat drukt een
rapport met de resultaten af.
5. Controleer of de juiste poort of het juiste apparaat is geselecteerd.
a. Klik in de lijst met printers op uw computer met de rechtermuisknop op de naam van dit
apparaat. Klik vervolgens op Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
b. Klik op de knop Poort configureren om te controleren of het IP-adres overeenkomt met het
IP-adres in het rapport Netwerktest uitvoeren.
6. Controleer of de computer goed functioneert. Start indien nodig de computer opnieuw op.
De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken
wanneer er verbinding wordt gemaakt met een virtueel
privénetwerk.
U kunt niet gelijktijdig met een virtueel privénetwerk en andere netwerken verbonden zijn.
178 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze
netwerken
Controleer of de draadloze router is ingeschakeld en de stroomtoevoer functioneert.
Het netwerk is mogelijk verborgen. U kunt echter gewoon verbinding maken met een verborgen
netwerk.
Het draadloos netwerk functioneert niet
1. Om te controleren of de verbinding met het netwerk is verbroken, dient u andere apparaten op
het netwerk aan te sluiten.
2. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk.
a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en
typ vervolgens cmd.
b. Typ ping, gevolgd door de naam van uw draadloze netwerk (SSID).
c. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
3. Controleer of de router of het apparaat is verbonden met hetzelfde netwerk waarmee uw
computer is verbonden.
a. Open het menu Rapporten en selecteer het item Configuratierapport om het rapport af
te drukken.
b. Vergelijk de naam van het draadloze netwerk (SSID) op het configuratierapport met de SSID
in de printerconfiguratie op uw computer.
c. Als de SSID's niet hetzelfde zijn, zijn de apparaten niet aangesloten op hetzelfde netwerk.
Configureer de draadloze instellingen voor het apparaat opnieuw.
NLWW
Problemen met draadloze netwerken oplossen
179
Problemen met de productsoftware in Windows
oplossen
Probleem Oplossing
Er wordt geen driver voor het
product weergegeven in de map
Printers.
Installeer de productsoftware opnieuw.
OPMERKING: Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een
pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en
selecteert u Sluiten of Uitschakelen.
Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van de computer.
Er wordt een foutbericht
weergegeven tijdens de
installatie van de software
Installeer de productsoftware opnieuw.
OPMERKING: Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een
pictogram in de taakbalk wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en
selecteert u Sluiten of Uitschakelen.
Controleer de hoeveelheid vrije ruimte op het station waarop u de productsoftware installeert. Maak zo
nodig zoveel mogelijk ruimte vrij en installeer de productsoftware opnieuw.
Voer zo nodig Schijfdefragmentatie uit en installeer de productsoftware opnieuw.
Het product bevindt zich in de
modus Klaar, maar er wordt
niets afgedrukt
Druk een configuratiepagina af en controleer de functies van het product.
Controleer of alle kabels goed zijn bevestigd en zich binnen de specificaties bevinden. Dit geldt ook
voor de USB- en stroomkabel. Gebruik een andere kabel.
Controleer of het IP-adres op de configuratiepagina overeenkomt met het IP-adres voor de
softwareondersteuning. Gebruik een van de volgende procedures:
Windows XP, Windows Server
2003, Windows Server 2008 en
Windows Vista
1. Klik op Start.
2. Klik op Instellingen.
3. Klik op Printers en faxapparaten (via de
standaardweergave van het menu Start) of klik op Printers
(via de klassieke weergave van het menu Start).
4. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de
apparaatdriver en selecteer vervolgens Eigenschappen.
5. Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren.
6. Controleer het IP-adres en klik op OK of Annuleren.
7. Verwijder de driver als de IP-adressen niet hetzelfde zijn en
installeer de driver opnieuw met het juiste IP-adres.
180 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Probleem Oplossing
Windows 7 1. Klik op Start.
2. Klik op Apparaten en printers.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de
apparaatdriver en selecteer vervolgens
Printereigenschappen.
4. Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren.
5. Controleer het IP-adres en klik op OK of Annuleren.
6. Verwijder de driver als de IP-adressen niet hetzelfde zijn en
installeer de driver opnieuw met het juiste IP-adres.
NLWW
Problemen met de productsoftware in Windows oplossen
181
Problemen met de productsoftware oplossen in Mac
De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven
De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten
De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt
weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze
Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet weergegeven
in de lijst met printers en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd
Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt
De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten
weergegeven
1. Controleer of het GZ-bestand van het apparaat zich in de volgende map op de vaste schijf
bevindt: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources. Installeer de software zo nodig
opnieuw.
2. Als het GZ-bestand zich in deze map bevindt, is het PPD-bestand mogelijk beschadigd. Verwijder
het bestand en installeer de software opnieuw.
De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers
en faxapparaten
1. Controleer of de kabels juist zijn aangesloten en het apparaat is ingeschakeld.
2. Druk een configuratiepagina af om de productnaam te controleren. Controleer of de naam op de
configuratiepagina overeenkomt met de apparaatnaam in de lijst met printers en faxapparaten.
3. Vervang de USB- of netwerkkabel door een kabel van hoge kwaliteit.
De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het
geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers
en faxapparaten
1. Controleer of de kabels juist zijn aangesloten en het apparaat is ingeschakeld.
2. Controleer of het GZ-bestand van het apparaat zich in de volgende map op de vaste schijf
bevindt: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources. Installeer de software zo nodig
opnieuw.
3. Als het GZ-bestand zich in deze map bevindt, is het PPD-bestand mogelijk beschadigd. Verwijder
het bestand en installeer de software opnieuw.
4. Vervang de USB- of netwerkkabel door een kabel van hoge kwaliteit.
182 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze
1. Open de afdrukwachtrij en start de afdruktaak opnieuw.
2. Een ander apparaat met een vergelijkbare naam heeft de afdruktaak mogelijk ontvangen. Druk
een configuratiepagina af om de productnaam te controleren. Controleer of de naam op de
configuratiepagina overeenkomt met de apparaatnaam in de lijst met printers en faxapparaten.
Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt
het apparaat niet weergegeven in de lijst met printers en
faxapparaten nadat de driver is geselecteerd
Problemen met software oplossen
Controleer of het besturingssysteem Mac OS X 10.5 of hoger is.
Problemen met hardware oplossen
1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
2. Controleer of de USB-kabel op de juiste manier is aangesloten.
3. Controleer of u de juiste hogesnelheids-USB-kabel gebruikt.
4. Controleer of er niet te veel USB-apparaten stroom onttrekken aan de keten. Koppel alle
apparaten van de keten los en sluit de kabel rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer.
5. Controleer of meer dan twee USB-hubs zonder voeding achter elkaar in de keten zitten. Koppel
alle apparaten van de keten los en sluit de kabel rechtstreeks aan op de USB-poort van de
computer.
OPMERKING: Het iMac-toetsenbord is een USB-hub zonder eigen voeding.
Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt
Als u de USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt geïnstalleerd, gebruikt u mogelijk een
algemene printerdriver in plaats van de driver voor dit apparaat.
1. Verwijder de algemene printerdriver.
2. Installeer de software opnieuw vanaf de bij het apparaat geleverde cd-rom. Sluit de USB-kabel
pas aan als hierom wordt gevraagd.
3. Als er meerdere printers zijn geïnstalleerd, controleert u of u de juiste printer hebt geselecteerd in
de vervolgkeuzelijst Stel in voor in het dialoogvenster Druk af.
NLWW
Problemen met de productsoftware oplossen in Mac
183
184 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
A Benodigdheden en accessoires
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen
Onderdeelnummers
NLWW 185
Onderdelen, accessoires en benodigdheden
bestellen
Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply
Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen
www.hp.com/buy/parts
Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of
ondersteuningspunt van HP.
Onderdeelnummers
Item Nummer Cartridgenummer Omschrijving
Printcartridges CE410A 305A Zwarte printcartridge met standaardcapaciteit en
HP ColorSphere-toner
CE410X 305X Zwarte printcartridge met hoge capaciteit en
HP ColorSphere-toner
CE411A 305A Cyaan printcartridge met HP ColorSphere-toner
CE412A 305A Gele printcartridge met HP ColorSphere-toner
CE413A 305A Magenta printcartridge met HP ColorSphere-toner
Geheugen CB423A 256 MB geheugen-DIMM
Accessoires
voor papier-
verwerking
CF106A Papierinvoerlade voor 250 vel (optionele lade 3)
USB-kabel 8121-0868 Kabel van A naar B van twee meter
OPMERKING: Informatie over de levensduur van de cartridges kunt u vinden op www.hp.com/go/
pageyield. De werkelijke levensduur is afhankelijk van het specifieke gebruik.
186 Bijlage A Benodigdheden en accessoires NLWW
B Service en ondersteuning
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJet-
printcartridge
Op de printcartridge opgeslagen gegevens
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
OpenSSL
Klantondersteuning
Het product opnieuw verpakken
NLWW 187
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE
HP LaserJet 300 color M351a en HP LaserJet 400 color
M451nw, M451dn en M451dw
Eén jaar vervangend apparaat
HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van
aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en
constructiefouten. Indien HP gedurende de garantieperiode van dergelijke defecten in kennis wordt
gesteld, zal HP de defecte producten naar eigen goeddunken laten repareren of vervangen.
Vervangende producten kunnen nieuw of zo goed als nieuw zijn.
HP garandeert u dat HP-software bij correcte installatie en correct gebruik gedurende de hierboven
genoemde periode na de aanschafdatum geen gebreken zal vertonen in de uitvoering van de
programma-instructies als gevolg van gebreken in materiaal of vakmanschap. Als HP van dergelijke
gebreken in kennis wordt gesteld tijdens de garantieperiode, zal HP zorgen voor vervanging van de
software die als gevolg van dergelijke gebreken de programma-instructies niet kan uitvoeren.
HP kan de ononderbroken en probleemloze werking van HP-producten niet garanderen. Als HP niet
binnen een redelijke termijn in staat is een product te repareren of te vervangen zodat de conditie
ervan is zoals overeengekomen in de garantie, hebt u recht op teruggave van de aankoopprijs na
onmiddellijk retourneren van het product.
HP-producten kunnen onderdelen bevatten die zijn gemaakt op basis van hergebruik en die presteren
als nieuw, of die incidenteel gebruikt zijn.
De garantie is niet van toepassing op defecten die het resultaat zijn van (a) onjuist of onvoldoende
onderhoud of een verkeerde kalibratie, (b) software, verbindingen, onderdelen of benodigdheden die
niet door HP zijn geleverd, (c) niet-geautoriseerde aanpassing of misbruik, (d) gebruik buiten de
aangegeven omgevingsspecificaties voor het apparaat of (e) onjuiste voorbereiding of onjuist
onderhoud van de locatie.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, ZIJN BOVENGENOEMDE
GARANTIES EXCLUSIEF EN BESTAAT ER GEEN ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIE OF
VOORWAARDE, NOCH SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING, EN HP WIJST DE IMPLICIETE
GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND. Sommige landen/regio's, staten of
provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de bovenstaande
beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is. Deze beperkte garantie geeft u specifieke
juridische rechten. U hebt misschien ook andere rechten die verschillen per staat, per provincie of per
land/regio.
De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's of plaatsen waar HP ondersteuning biedt
voor dit product en waar HP dit product op de markt heeft gebracht. De garantie kan variëren op basis
van plaatselijke normen. In verband met wettelijke regelgeving brengt HP geen wijzigingen aan in de
vormgeving of de functies van het product voor gebruik in een land/regio waarvoor het product
oorspronkelijk niet was bestemd.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR NATIONALE WETGEVING, ZIJN DE PROBLEEMOPLOSSINGEN
IN DEZE GARANTIEVERKLARING DE ENIGE TOEGESTANE OPLOSSINGEN. MET UITZONDERING
188 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
VAN HET HIERBOVEN BEPAALDE, KUNNEN HP EN ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET KWIJTRAKEN VAN GEGEVENS, DIRECTE, SPECIALE
OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN
GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR ANDERE SCHADE, ONGEACHT OF DEZE SCHADE
VOORTVLOEIT UIT EEN CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. Sommige landen/
regio's, staten of provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de
bovenstaande beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is.
VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, ZIJN DE VOORWAARDEN IN DEZE
GARANTIEVERKLARING EEN AANVULLING OP DE GELDENDE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN
TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN DIT PRODUCT AAN U.
NLWW
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
189
De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-
garantieverklaring voor de LaserJet-printcartridge
HP garandeert dat dit HP-product geen materiaal- en productiefouten bevat.
Deze garantie is niet van toepassing op producten die (a) zijn nagevuld, verbeterd, bijgewerkt of op
een andere manier aangepast, producten waarbij (b) problemen optreden als gevolg van verkeerd
gebruik, onjuiste opslag of vanwege gebruik in een andere omgeving dan aangegeven in de
printerspecificaties, of producten die (c) slijtage vertonen als gevolg van normaal gebruik.
Als u in aanmerking wilt komen voor garantie, moet u dit product retourneren aan de winkel waar u
het product hebt gekocht (voorzien van een beschrijving van het probleem en afdrukvoorbeelden) of
contact opnemen met HP Klantenondersteuning. HP zal het product vervolgens vervangen, indien het
product is beschadigd, of het aankoopbedrag vergoeden.
VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, IS DE BOVENGENOEMDE
GARANTIE EXCLUSIEF. HP BIEDT GEEN ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES OF
VOORWAARDEN, SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING EN WIJST ALLE IMPLICIETE GARANTIES OF
VOORWAARDEN VAN VERHANDELBAARHEID, TOEREIKENDE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND.
VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, ZIJN HP OF HAAR
LEVERANCIERS OP GEEN ENKELE WIJZE AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, BIJZONDERE,
INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER WINSTDERVING OF GEGEVENSVERLIES), OF
ANDERE SCHADE, HETZIJ ONDER CONTRACT, DWANG OF ANDERSZINS.
DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT
WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE
WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT MAAR ZIJN EEN
AANVULLING DAAROP.
190 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
Op de printcartridge opgeslagen gegevens
De printcartridges van HP die in dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de
werking van het apparaat ondersteunt.
Bovendien worden door deze geheugenchip gegevens over het apparaatgebruik verzameld, zoals: de
datum waarop de printcartridge is geïnstalleerd, de datum waarop de printcartridge voor het laatst is
gebruikt, het aantal pagina's dat met de printcartridge is afgedrukt, de paginadekking, de gebruikte
afdrukmodi, de afdrukfouten die zijn opgetreden en het apparaatmodel. Met deze informatie kan HP
nieuwe producten ontwerpen die aansluiten op de afdrukbehoeften van de klant.
Met de gegevens die via de geheugenchip van de printcartridge zijn verzameld, kunnen geen klanten
of gebruikers van de printcartridge of het apparaat worden geïdentificeerd. Een klant kan er echter
voor kiezen om geen gebruikersgegevens op te slaan op de geheugenchip via het bedieningspaneel.
HP houdt een steekproef onder de geheugenchips van printcartridges die worden teruggestuurd in het
kader van het gratis recyclingprogramma van HP (HP Planet Partners:
www.hp.com/recycle). De
geheugenchips uit deze steekproef worden onderzocht voor het verbeteren van producten van HP.
Partners van HP die helpen bij het recyclen van deze printcartridges hebben mogelijk ook toegang tot
deze gegevens.
Derden die eigenaar van printcartridges zijn, hebben mogelijk toegang tot de anonieme informatie op
de geheugenchip.
NLWW
Op de printcartridge opgeslagen gegevens
191
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
LEES DIT DOCUMENT AANDACHTIG DOOR VOORDAT U DIT SOFTWAREPRODUCT IN GEBRUIK
NEEMT: Deze licentieovereenkomst voor eindgebruikers ("LVE")is een contract tussen (a) u (een
persoon of de organisatie die u vertegenwoordigt) en (b) Hewlett-Packard Company ("HP") die van
toepassing is op uw gebruik van het softwareproduct ("de Software"). Deze LVE is niet van toepassing
indien er een afzonderlijke licentieovereenkomst bestaat tussen u en HP of haar leveranciers van de
Software, inclusief een licentieovereenkomst in online documentatie. De term "Software" kan het
volgende omvatten: (i) bijbehorende media, (ii) een gebruikershandleiding en andere gedrukte
materialen en (iii) "online" of elektronische documentatie (samen "Gebruikersdocumentatie").
RECHTEN IN DE SOFTWARE WORDEN UITSLUITEND GEBODEN OP VOORWAARDE DAT U
AKKOORD GAAT MET ALLE VOORWAARDEN IN DEZE LVE. DOOR DE SOFTWARE TE
INSTALLEREN, KOPIËREN, DOWNLOADEN OF ANDERSZINS TE GEBRUIKEN, GAAT U AKKOORD
MET DE VOORWAARDEN IN DEZE LVE. ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DEZE LVE, ONTHOUD U
DAN VAN HET INSTALLEREN, DOWNLOADEN OF ANDERSZINS GEBRUIKEN VAN DE SOFTWARE.
ALS U DE SOFTWARE HEBT AANGESCHAFT, MAAR NIET AKKOORD GAAT MET DEZE LVE,
RETOURNEERT U DE SOFTWARE DAN BINNEN VEERTIEN DAGEN BIJ HET AANKOOPPUNT, WAAR
HET AANKOOPBEDRAG ZAL WORDEN GERESTITUEERD. ALS DE SOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD
OP, OF BESCHIKBAAR GEMAAKT MET, EEN ANDER HP PRODUCT, KUNT U HET VOLLEDIGE,
ONGEBRUIKTE PRODUCT RETOURNEREN.
1. SOFTWARE VAN DERDEN. De Software kan naast software van HP ("HP-software") software
bevatten onder licentie van derden ("Software van derden" en "Licentie van derden"). Enige
Software van derden wordt u in licentie gegeven overeenkomstig de voorwaarden van de
desbetreffende Licentie van derden. In het algemeen is de Licentie van derden te vinden in een
bestand met de naam "license.txt/licentie.txt" of "readme.txt/leesmij.txt". Neem contact op met
de HP-ondersteuning als u een Licentie van derden niet kunt vinden. Als de Licentie van derden
licenties omvat die voorzien in de beschikbaarheid van broncode (zoals de GNU General Public
License), en de desbetreffende broncode niet is opgenomen in de Software, kunt u op de pagina's
met productondersteuning van de website van HP (hp.com) kijken hoe u deze broncode verkrijgt.
2. LICENTIERECHTEN. U hebt de volgende rechten, vooropgesteld dat u alle voorwaarden van deze
Eindgebruikersovereenkomst naleeft:
a. Gebruik. HP verleent u een licentie om één exemplaar van de HP-software te gebruiken.
"Gebruiken" betekent installeren, kopiëren, opslaan, laden, weergeven of de HP-software op
een andere manier gebruiken. U mag de HP-software niet wijzigen of enige licentie- of
besturingsfunctie van de HP-software uitschakelen. Als deze Software wordt geleverd door
HP voor Gebruik met een beeldbewerkings- of printproduct (als de Software bijvoorbeeld een
printerdriver, firmware of invoegtoepassing is), mag de HP-software alleen worden gebruikt
met dit product ("HP-product"). Aanvullende beperkingen voor Gebruik kunnen worden
vermeld in de Gebruikersdocumentatie. U mag geen onderdelen van de HP-software
scheiden voor Gebruik. U bent niet gerechtigd de HP-software te distribueren.
b. Kopiëren. Uw recht om te kopiëren houdt in dat u archief- of reservekopieën van de HP-
software mag maken, vooropgesteld dat op elke kopie alle oorspronkelijke kennisgevingen
van de HP-software betreffende eigendomsrechten worden aangegeven en dat de kopieën
alleen worden gebruikt als back-up.
3. UPGRADES. U kunt HP-software die door HP is verstrekt als upgrade, update of aanvulling
(gezamenlijk "Upgrade") alleen gebruiken, als u beschikt over een licentie voor de originele HP-
192 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
software waarvan HP heeft aangegeven dat deze in aanmerking komt voor de Upgrade. Voor
zover de Upgrade in de plaats treedt van de originele HP-software, mag u dergelijke HP-software
niet langer gebruiken. Deze Eindgebruikersovereenkomst is van toepassing op elke Upgrade,
tenzij HP andere voorwaanden levert bij de Upgrade. In geval van een conflict tussen deze
Eindgebruikersovereenkomst en dergelijke andere voorwaarden, prevaleren de andere
voorwaarden.
4. OVERDRACHT.
a. Overdracht aan derden. De eerste eindgebruiker van de HP-software mag de HP-software
eenmalig overdragen aan een andere eindgebruiker. Enige overdracht zal alle onderdelen,
media, Gebruikersdocumentatie, deze Eindgebruikersovereenkomst en, indien van
toepassing, het Certificaat van Authenticiteit omvatten. De overdracht mag niet een indirecte
overdracht zijn, zoals consignatie. Vóór de overdracht zal de eindgebruiker die de
overgedragen Software ontvangt, verklaren in te stemmen met de
Eindgebruikersovereenkomst. Bij overdracht van de HP-software wordt uw licentie
automatisch beëindigd.
b. Beperkingen. U mag de HP-software niet verhuren, leasen of lenen of de HP-software
gebruiken voor commerciële timesharing of kantoorgebruik. U mag de HP-software niet in
sublicentie geven, toewijzen of anderszins overdragen, behalve zoals uitdrukkelijk in de
Eindgebruikersovereenkomst is bepaald.
5. EIGENDOMSRECHTEN. Alle intellectuele eigendomsrechten op de Software en
Gebruikersdocumentatie zijn eigendom van HP of haar leveranciers en worden beschermd bij
wet, met inbegrip van toepasselijke wetgeving betreffende auteursrechten, handelsgeheimen,
octrooien en handelsmerken. U bent niet gerechtigd enige productidentificatie, kennisgeving
betreffende auteursrecht of beperking van eigendomsrecht van de Software te verwijderen.
6. BEPERKING VAN REVERSE ENGINEERING. U mag de HP-software niet reverse engineeren,
decompileren of demonteren, behalve indien en uitsluitend voor zover dit is toegestaan onder
toepasselijke wetgeving.
7. TOESTEMMING VOOR GEGEVENSGEBRUIK. HP en haar dochterondernemingen mogen
technische gegevens verzamelen en gebruiken die u hebt verstrekt in relatie tot (i) uw Gebruik van
de Software of het HP-product, of (ii) de levering van ondersteuningsdiensten met betrekking tot de
Software of het HP-product. Op al dergelijke gegevens is het privacybeleid van HP van
toepassing. HP zal dergelijke informatie niet gebruiken in een vorm waarin u persoonlijk bent te
identificeren, behalve voor zover nodig om uw Gebruik te verbeteren of om
ondersteuningsdiensten te leveren aan u.
8. BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID. Ongeacht enige schade die u mogelijk oploopt, zal de
volledige aansprakelijkheid van HP en haar leveranciers onder deze Eindgebruikersovereenkomst
en uw enige verhaalsmogelijkheid onder deze Eindgebruikersovereenkomst beperkt zijn tot het
bedrag dat u hebt betaald voor het Product, of U.S. $5.00 als dit meer is. VOOR ZOVER
TOEGESTAAN ONDER DE GELDENDE WETGEVING EN IN GEEN GEVAL ZULLEN HP OF HAAR
LEVERANCIERS AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE SPECIALE, INCIDENTELE, INDIRECTE OF
RESULTERENDE SCHADE (MET INBEGRIP VAN SCHADE DOOR WINSTDERVING,
GEGEVENSVERLIES, ONDERBREKING VAN BEDRIJFSVOERING, PERSOONLIJK LETSEL OF
VERLIES VAN PRIVACY) DIE OP ENIGE WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE
SOFTWARE OF DE ONMOGELIJKHEID DE SOFTWARE TE GEBRUIKEN, ZELFS ALS HP OF EEN
VAN HAAR LEVERANCIERS OP DE HOOGTE IS GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN
NLWW
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
193
DERGELIJKE SCHADE EN ZELFS ALS DE BOVENGENOEMDE VERHAALSMOGELIJKHEID NIET
AAN HET ESSENTIËLE DOEL BEANTWOORDT. In sommige staten of andere jurisdicties is een
uitsluiting of beperking van incidentele schade of gevolgschade niet toegestaan, dus de
bovenstaande uitsluiting of beperking is mogelijk niet op u van toepassing.
9. U.S. GOVERNMENT ALS KLANT. Software is volledig ontwikkeld op particuliere kosten. Alle
Software is commerciële computersoftware in de zin van de toepasselijke regelgeving voor
verwerving. Derhalve zijn overeenkomstig US FAR 48 CFR 12.212 en DFAR 48 CFR 227.7202
gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking van de Software door of voor de Amerikaanse
overheid of een onderaannemer van de Amerikaanse overheid uitsluitend onderworpen aan de
voorwaarden die zijn vastgelegd in deze Eindgebruikersovereenkomst, met uitzondering van
voorwaarden die in strijd zijn met toepasselijke federale wetgeving.
10. NALEVING VAN EXPORTWETTEN. U verklaart zich te houden aan alle wetten, regels en
regelgeving (i) die van toepassing zijn op de export of import van de Software, of (ii) die het
Gebruik van de Software beperken, met inbegrip van enige beperkingen in het kader van de
proliferatie van nucleaire, chemische of biologische wapens.
11. VOORBEHOUD VAN RECHTEN. HP en haar leveranciers behouden zich alle rechten voor die
niet uitdrukkelijk aan u zijn toegekend in deze Eindgebruikersovereenkomst.
© 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Rev. 04/09
194 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
OpenSSL
Dit apparaat bevat software die door het OpenSSL Project is ontwikkeld voor gebruik in de OpenSSL
Toolkit (http://www.openssl.org/)
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT EN ELKE
WAARBORG, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, WAARBORGEN VAN
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN. IN
GEEN GEVAL ZULLEN HET OpenSSL PROJECT OF DEGENEN DIE DAAR EEN BIJDRAGE AAN
HEBBEN GELEVERD, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE,
SPECIALE, MORELE OF RESULTERENDE SCHADE (INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, VERWERVING
VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN,
VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINST OF ONDERBREKING VAN BEDRIJFSVOERING),
ONGEACHT DE WIJZE WAAROP DEZE SCHADE IS VEROORZAAKT EN ONGEACHT WELKE
AANSPRAKELIJKHEIDSGROND, VOLGENS HET VERBINTENISSENRECHT, BIJ STRIKTE
AANSPRAKELIJKHEID, ALS ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF OP
ANDERE WIJZE) DIE OP ENIGE WIJZE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE,
ZELFS WANNEER MEN OP DE HOOGTE IS GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE
SCHADE.
Dit apparaat bevat coderingssoftware die is ontwikkeld door Eric Young ([email protected]). Dit
apparaat bevat software die is ontwikkeld door Tim Hudson ([email protected]).
NLWW
OpenSSL
195
Klantondersteuning
Telefonische ondersteuning voor uw land/regio
Zorg dat u de productnaam, het serienummer, de
aankoopdatum en een probleemomschrijving bij de hand
hebt.
Telefoonnummers voor land/regio vindt u op de folder in de
doos van het product of op
www.hp.com/support/.
24-uurs ondersteuning via internet
www.hp.com/support/LJColorM351 of www.hp.com/
support/LJColorM451
ondersteuning voor de producten die u op een Macintosh-
computer gebruikt
www.hp.com/go/macosx
Download hulpprogramma's, drivers en digitale informatie
www.hp.com/go/LJColorM351_software of www.hp.com/
go/LJColorM451_software
Aanvullende HP service- of onderhoudsovereenkomsten
bestellen
www.hp.com/go/carepack
Uw apparaat registreren
www.register.hp.com
196 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
Het product opnieuw verpakken
Als HP Klantenondersteuning vaststelt dat uw product moet worden geretourneerd naar HP voor
reparatie, volg dan deze stappen om het product opnieuw te verpakken voordat u het product
verzendt.
VOORZICHTIG: Schade tijdens het vervoer als gevolg van onjuiste verpakking komt voor
verantwoordelijkheid van de klant.
1. Verwijder de printcartridges en bewaar deze.
VOORZICHTIG: Het is erg belangrijk dat u de printcartridges verwijdert voordat u het
apparaat verzendt. Een printcartridge die in het apparaat achterblijft tijdens het transport kan
gaan lekken en toner achterlaten op de motor van het apparaat en andere onderdelen.
Om beschadiging aan de printcartridges te voorkomen, raakt u de rollen niet aan en bewaart u
de printcartridges zodanig dat ze niet aan licht worden blootgesteld.
2. Verwijder het netsnoer, de interfacekabel en optionele accessoires en bewaar deze.
3. Sluit indien mogelijk afdrukvoorbeelden bij en 50 tot 100 vel papier of ander afdrukmateriaal
waarop niet goed werd afgedrukt.
4. Neem in de VS contact op met de klantenondersteuning van HP om nieuw verpakkingsmateriaal
aan te vragen. Gebruik elders zo mogelijk het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal.
NLWW
Het product opnieuw verpakken
197
198 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
C Apparaatspecificaties
Fysieke specificaties
Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot
Omgevingsspecificaties
NLWW 199
Fysieke specificaties
Tabel C-1 Fysieke specificaties
Product Gewicht Diepte Breedte Gewicht
Model zonder
dubbelzijdig afdrukken 322 mm 454 mm 405 mm 22,70 kg
Model met
dubbelzijdig afdrukken 322 mm 484 mm 405 mm 23,9 kg
Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en
geluidsuitstoot
Raadpleeg www.hp.com/support/LJColorM351 of www.hp.com/support/LJColorM451 voor recente
informatie.
VOORZICHTIG: De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar het product wordt
verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning. Veranderingen kunnen leiden tot beschadiging
van het product en tot het vervallen van de garantie.
Omgevingsspecificaties
Tabel C-2 Specificaties voor de werkomgeving
Omgeving Aanbevolen Toegestaan
Temperatuur 17 tot 25 °C 15 tot 30 °C
Vochtigheid Relatieve luchtvochtigheid (RH) van
30 tot 70%
10% to 80% relatieve vochtigheid (RH)
Hoogte Niet van toepassing 0 tot 3048 m
200 Bijlage C Apparaatspecificaties NLWW
D Overheidsinformatie
FCC-voorschriften
Milieuvriendelijke producten
Conformiteitsverklaring
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen)
Veiligheidsverklaringen
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten
NLWW 201
FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch
apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een
woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en
gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de
instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie.
Er is echter geen garantie dat in bepaalde situaties geen storing zal optreden. Als deze apparatuur
schadelijke storing in radio- of televisie-ontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten, kan de gebruiker proberen deze storing op te heffen op een of
meer van de volgende manieren:
Verplaats de ontvangstantenne of richt deze anders.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop het
ontvangstapparaat is aangesloten.
Raadpleeg de dealer of een ervaren radio- en TV-monteur.
OPMERKING: Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Hewlett-Packard zijn
goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om met deze apparatuur te werken,
tenietdoen.
Om te voldoen aan de limieten voor apparaten uit de klasse B zoals gesteld in Deel 15 van de FCC-
voorschriften, is het gebruik van een afgeschermde interfacekabel verplicht.
202 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Milieuvriendelijke producten
Milieubescherming
Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief hoogstaande
producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die de effecten op
het milieu beperken.
Ozonproductie
Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O
3
) voort.
Lager energieverbruik
Het stroomverbruik loopt aanzienlijk terug in de modus Klaar of de modus Sluimer. Dit bespaart
natuurlijke bronnen en geld zonder dat de prestaties van dit product worden beïnvloed. Apparatuur
voor afdrukken en beeldbewerking van Hewlett-Packard die voorzien is van het logo ENERGY STAR
®
is
gekwalificeerd voor de ENERGY STAR-specificaties voor beeldbewerkingsapparatuur van de
Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency). Het volgende merkteken verschijnt op
beeldbewerkingsproducten die gekwalificeerd zijn voor ENERGY STAR:
Aanvullende informatie over beeldbewerkingsproducten die gekwalificeerd zijn voor ENERGY STAR
kunt u vinden op:
www.hp.com/go/energystar
Tonerverbruik
Met de EconoMode wordt aanmerkelijk minder toner verbruikt, waardoor de levensduur van de
printcartridge wordt verlengd. HP raadt u niet aan EconoMode continu te gebruiken. Als de
EconoMode voortdurend wordt gebruikt, is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de
mechanische onderdelen van de printcartridge. Als de afdrukkwaliteit slechter wordt en niet meer
acceptabel is, is het verstandig de printcartridge te vervangen.
Papierverbruik
Het product beschikt over een functie voor het handmatig/automatisch dubbelzijdig afdrukken en voor
het n-per-vel afdrukken (meerdere pagina's op één vel). Hierdoor kan het papierverbruik en het
daarmee gepaard gaande gebruik van natuurlijke bronnen worden verminderd.
NLWW
Milieuvriendelijke producten
203
Plastic onderdelen
Plastic onderdelen van meer dan 25 gram zijn volgens internationale normen gemarkeerd, waardoor
aan het einde van de levensduur van het product beter kan worden bepaald hoe de plastics moeten
worden afgevoerd.
Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet
U kunt HP LaserJet-printcartridges na gebruik eenvoudig gratis inleveren voor hergebruik bij HP Planet
Partners. Bij elke nieuwe HP LaserJet-printcartridge en elk benodigdhedenpakket treft u meertalige
instructies en informatie aan over het programma. U helpt de belasting van het milieu verder te
verkleinen door meerdere cartridges tegelijk op te sturen in plaats van afzonderlijk.
HP spant zich in om inventieve, hoogwaardige producten en diensten te leveren op een
milieuvriendelijke manier. Dit geldt voor zowel productontwerp en vervaardiging als distributie,
klantgebruik en recycling. Als u deelneemt aan het programma HP Planet Partners, bent u verzekerd
dat uw HP LaserJet-printcartridges op een veilig manier worden gerecycled. De oude materialen, zoals
plastic en metaal worden verwerkt en gebruikt voor nieuwe producten om zo te voorkomen dat
miljoenen tonnen afval op afvalstortplaatsen terecht komt. Deze cartridge wordt gerecycled en
hergebruikt in nieuwe producten en wordt daarom niet aan u geretourneerd. Dank u voor uw
milieubewustzijn!
OPMERKING: Gebruik het retouretiket alleen om originele HP LaserJet-printcartridges te retourneren.
Gelieve dit etiket niet te gebruiken voor HP-inkjetcartridges, cartridges die niet van HP zijn, opnieuw
gevulde of hergebruikte cartridges of retourzending op basis van garantie. Ga naar
http://www.hp.com/recycle voor meer informatie over het hergebruik van HP-inkjetcartridges.
Instructies voor retourneren en recyclen
Verenigde Staten en Puerto Rico
Het etiket dat is bijgesloten in de doos van de HP LaserJet-tonercartridge, kunt u gebruiken voor het
retourneren en recyclen van een of meer HP LaserJet-printcartridges na gebruik. Volg de onderstaande
instructies die van toepassing zijn.
Inleveren van meerdere items (meer dan één cartridge)
1. Verpak elke HP LaserJet-printcartridge in de originele doos en zak.
2. Bind de dozen aan elkaar met touw of tape. Het pakket mag maximaal 31 kilo wegen.
3. Gebruik één vooruitbetaald verzendingsetiket.
OF
1. Als u een geschikte doos hebt, kunt u die gebruiken of vraag een gratis speciale doos aan op
www.hp.com/recycle (kan maximaal 31 kilo aan HP LaserJet-printercartridges bevatten). U kunt
ook bellen naar 1-800-340-2445.
2. Gebruik één vooruitbetaald verzendingsetiket.
204 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Enkele retourzendingen
1. Verpak de HP LaserJet-printcartridge in de originele doos en zak.
2. Plak het verzendingsetiket op de voorkant van de doos.
Verzenden
Voor het retourneren van HP LaserJet printcartridges voor recycling in de VS en Puerto Rico gebruikt u
het reeds van een adres en porto voorziene verzendetiket in de doos. Voor gebruik van het UPS-etiket
geeft u het pakket aan de UPS-chauffeur bij de volgende levering of ophaalronde. U kunt het pakket
ook afgeven bij een geautoriseerd drop-off center van UPS. (Wanneer u UPS verzoekt uw pakket op te
halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht) Bel voor de locatie van het
dichtstbijzijnde UPS drop-off center 1-800-PICKUPS of ga naar
www.ups.com.
Als u het pakket retourneert met het FedEx-etiket, geeft u het pakket af aan de postbode van U.S. Postal
Service of de FedEx-chauffeur bij de volgende levering of ophaalronde. (Wanneer u FedEx verzoekt uw
pakket op te halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht). U kunt de verpakte
printcartridge(s) ook afgeven bij een U.S. Post Office of FedEx shipping center of store. Bel 1-800-ASK-
USPS of ga naar
www.usps.com voor het dichtstbijzijnde inleverpunt van UPS. Bel 1-800-GOFEDEX of
ga naar
www.fedex.com voor het dichtstbijzijnde inleverpunt van FedEx.
Ga voor meer informatie of het bestellen van extra etiketten of verzenddozen naar
www.hp.com/
recycle of bel 1-800-340-2445. Deze informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Inwoners van Alaska en Hawaï
gebruik het UPS-etiket niet. Bel 1-800-340-2445 voor informatie en instructies. De U.S. Postal Service
levert gratis services voor het terugsturen van cartridges volgens een overeenkomst met HP voor Alaska
en Hawaï.
Inzameling buiten de V.S.
Als u wilt deelnemen aan het inzamel- en recycleprogramma HP Planet Partners, volgt u de eenvoudige
aanwijzingen in de recyclinggids (te vinden in de verpakking van uw nieuwe benodigdheden) of gaat
u naar
www.hp.com/recycle. Selecteer uw land/regio voor informatie over de inzameling van uw
HP LaserJet-printerbenodigdheden.
Papier
Dit product is geschikt voor kringlooppapier als het papier voldoet aan de richtlijnen zoals omschreven
in de Handleiding Specificaties afdrukmateriaal voor HP LaserJet-printers. Dit product is geschikt voor
kringlooppapier dat voldoet aan EN12281:2002.
Materiaalbeperkingen
Aan dit HP-product is geen kwik toegevoegd.
Dit HP product bevat geen accu.
NLWW
Milieuvriendelijke producten
205
Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privé-
huishoudens in de Europese Unie
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet met het gewone afval mag
worden weggeworpen. In plaats hiervan dient u afgedankte apparatuur in te leveren bij een recycling/
inzamelingspunt voor elektrische en elektronische apparatuur. De aparte inzameling en recycling van
afgedankte apparatuur zorgt ervoor dat de natuurlijke hulpbronnen behouden blijven en dat de
apparatuur zonder nadelige invloed op de gezondheid en het milieu voor hergebruik kan worden
verwerkt. Voor meer informatie over het inleveren van apparatuur voor recyclingdoeleinden kunt u
contact opnemen met uw gemeente, de uitvoerende dienst of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Chemische stoffen
Het beleid van HP is erop gericht om klanten informatie te verstrekken over de chemische stoffen die
zich in de producten bevinden, in overeenstemming met wettelijke verplichtingen zoals REACH
(Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad). Een rapport met
chemische informatie voor dit apparaat vindt u op:
www.hp.com/go/reach.
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart)
Material Safety Data Sheets (MSDS, gegevensbladen materiaalveiligheid) voor benodigdheden die
chemische stoffen bevatten (bijvoorbeeld toner) kunt u verkrijgen door naar de website van HP te gaan:
www.hp.com/go/msds of www.hp.com/hpinfo/community/environment/productinfo/safety.
206 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Meer informatie
Meer informatie over onderwerpen met betrekking tot het milieu:
Milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP
Inzet van HP voor het milieu
Het milieubeheersysteem van HP
Het retournerings- en recycleprogramma van HP voor verbruikte producten
Material Safety Data Sheets (chemiekaarten)
Ga naar
www.hp.com/go/environment of www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment.
NLWW
Milieuvriendelijke producten
207
Conformiteitsverklaring
Verklaring van conformiteit
volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1
Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company DoC#: BOISB-1002-00-rel.1.0
Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
verklaart dat het product
Productnaam: HP LaserJet Pro 300 color M351a
HP LaserJet Pro 400 color M451dn
Wettelijk modelnummer:
2)
BOISB-1002-00
Productopties: ALLE
Printcartridges: CE410A, CE410X, CE411A, CE412A, CE413A
voldoet aan de volgende productspecificaties:
VEILIGHEID: IEC 60950-1:2005 / EN60950-1: 2006 +A11
IEC 60825-1:2007 / EN 60825-1:2007 (Klasse 1 laser-/led-product)
IEC 62311:2007 / EN62311:2008
GB4943-2001
EMC:
CISPR22:2005 +A1/ EN55022:2006 +A1 - Klasse B
1)
EN 61000-3-2:2006
EN 61000-3-3:2008
EN 55024:1998 +A1 +A2
FCC Titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B
1)
/ ICES-003, Nummer 4
GB9254-2008, GB17625.1-2003
ENERGIEVERBRUIK: EG-richtlijn 1275/2008
ENERGY STAR® Qualified Imaging Equipment Typical Electricity Consumption (TEC) testprocedure
Aanvullende informatie:
Dit apparaat voldoet aan de vereisten van de EMC-richtlijn 2004/108/EG, de richtlijn inzake laagspanning 2006/95/EG en de EuP-
richtlijn 2005/32/EG en is dienovereenkomstig voorzien van de CE-markering
.
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die
een ongewenste werking kan veroorzaken.
1. Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem.
2. Om aan de wettelijke vereisten te voldoen, is aan deze apparaten een wettelijk modelnummer toegekend. U moet dit nummer niet
verwarren met de productnamen of de productnummers.
208 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Boise, Idaho USA
Oktober 2011
Neem alleen voor onderwerpen met betrekking op regelgeving contact op met:
Ondersteuning Europa Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department
HQ-TRE / Standards Europe, Herrenberger Straße 140, D-71034 Böblingen, Duitsland (Fax:
+49-7031-14-3143)
www.hp.eu/certificates
Ondersteuning USA Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Company, PO Box 15, Mail Stop 160, Boise, Idaho
83707-0015 (Telefoon: 208-396-6000)
NLWW
Conformiteitsverklaring
209
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen)
Verklaring van conformiteit
volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1
Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company DoC#: BOISB-1002-01-rel.1.0
Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
verklaart dat het product
Productnaam: HP LaserJet Pro 400 color M451nw
HP LaserJet Pro 400 color M451dw
Wettelijk modelnummer:
2)
BOISB-1002-01
Productopties: ALLE
Zendmodule
3)
SDGOB-0892
Printcartridges: CE410A, CE410X, CE411A, CE412A, CE413A
voldoet aan de volgende productspecificaties:
VEILIGHEID: IEC 60950-1:2005 / EN60950-1: 2006 +A11
IEC 60825-1:2007 / EN 60825-1:2007 (Klasse 1 laser-/led-product)
IEC 62311:2007 / EN62311:2008
GB4943-2001
EMC:
CISPR22:2005 +A1/ EN55022:2006 +A1 - Klasse B
1)
EN 61000-3-2:2006
EN 61000-3-3:2008
EN 55024:1998 +A1 +A2
FCC Titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B
1)
/ ICES-003, Nummer 4
GB9254-2008, GB17625.1-2003
Zender
3)
EN 301 489-1 v1.8.1 (2008-04) / EN 301 489-17 v2.1.1 (2009-05)
EN 300 328 v1.7.1 (2006-10)
FCC Titel 47 CFR, Onderdeel 15 Subonderdeel C (Sectie 15.247) / IC: RSS-210
ENERGIEVERBRUIK: EG-richtlijn 1275/2008
ENERGY STAR® Qualified Imaging Equipment Typical Electricity Consumption (TEC) testprocedure
Aanvullende informatie:
Dit apparaat voldoet aan de vereisten van de EMC-richtlijn 2004/108/EEG, de richtlijn inzake laagspanning 2006/95/EG en de EuP-
richtlijn 2005/32/EG en is dienovereenkomstig voorzien van de CE-markering
.
210 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die
een ongewenste werking kan veroorzaken.
1. Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem.
2. Om aan de wettelijke vereisten te voldoen, is aan deze apparaten een wettelijk modelnummer toegekend. U moet dit nummer niet
verwarren met de productnamen of de productnummers.
3. Dit apparaat maakt gebruik van een zendmoduleapparaat met het wettelijke modelnummer SDGOB-0892, zoals is vereist om te
voldoen aan de technische wettelijke vereisten voor de landen/regio's waarin dit apparaat zal worden verkocht.
Boise, Idaho USA
Oktober 2011
Neem alleen voor onderwerpen met betrekking op regelgeving contact op met:
Ondersteuning Europa Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department
HQ-TRE / Standards Europe, Herrenberger Straße 140, D-71034 Böblingen, Duitsland (Fax:
+49-7031-14-3143)
www.hp.eu/certificates
Ondersteuning USA Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Company, PO Box 15, Mail Stop 160, Boise, Idaho
83707-0015 (Telefoon: 208-396-6000)
NLWW
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen)
211
Veiligheidsverklaringen
Laserverklaring
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug
Administration heeft een aantal voorschriften ingevoerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1
augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht
binnen de VS. Het apparaat is goedgekeurd als een Klasse 1-laserproduct volgens de Radiation
Performance Standard van het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services)
conform de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Aangezien straling die binnen het
apparaat tot stand komt, volledig binnen de beschermende behuizing en externe kleppen blijft, kan de
laserstraal tijdens geen enkele fase van een normaal functioneren ontsnappen.
WAARSCHUWING! Het gebruik van bedieningselementen, het aanbrengen van wijzigingen of het
uitvoeren van andere procedures dan beschreven in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke straling.
Canadese DOC-voorschriften
Complies with Canadian EMC Class B requirements.
« Conforme à la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. « CEM ». »
VCCI-verklaring (Japan)
Instructies voor netsnoer
Controleer of uw voedingsbron geschikt is voor het voltage van het product. U vindt het voltage op het
productetiket. Het product maakt gebruik van 100-127 V wisselspanning of 220-240 V wisselspanning
en 50/60 Hz.
Sluit het netsnoer aan op het product en op een geaard stopcontact.
VOORZICHTIG: Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij het product is geleverd om mogelijke
schade aan het product te voorkomen.
212 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Netsnoerverklaring (Japan)
EMC-verklaring (Korea)
Laserverklaring voor Finland
Luokan 1 laserlaite
Klass 1 Laser Apparat
HP LaserJet 300 color M351a, HP LaserJet 400 color M451nw, M451dn, M451dw, laserkirjoitin on
käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi
estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN
60825-1 (2007) mukaisesti.
VAROITUS !
Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän
turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
VARNING !
Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas för
osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
HUOLTO
HP LaserJet 300 color M351a, HP LaserJet 400 color M451nw, M451dn, M451dw - kirjoittimen
sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa olevia kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen
huoltamiseen koulutettu henkilö. Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi ei katsota väriainekasetin vaihtamista,
paperiradan puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa lueteltuja, käyttäjän tehtäväksi tarkoitettuja
ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman erikoistyökaluja.
VARO !
Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömällelasersäteilylle laitteen ollessa
toiminnassa. Älä katso säteeseen.
VARNING !
Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för osynlig
laserstrålning. Betrakta ej strålen.
NLWW
Veiligheidsverklaringen
213
Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista: Aallonpituus 775-795 nm Teho 5 m W
Luokan 3B laser.
214 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
GS-verklaring (Duitsland)
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz
vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt
nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert warden.
Tabel met chemicaliën (China)
Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement
(Turkije)
Türkiye Cumhuriyeti: EEE Yönetmeliğine Uygundur
Verklaring betreffende beperkingen op schadelijke stoffen
(Oekraïne)
Обладнання відповідає вимогам Технічного регламенту щодо обмеження використання деяких
небезпечних речовин в електричному та електронному обладнанні, затвердженого постановою
Кабінету Міністрів України від 3 грудня 2008 1057
NLWW
Veiligheidsverklaringen
215
Aanvullende voorschriften voor draadloze
producten
FCC-voorschriften—Verenigde Staten
Exposure to radio frequency radiation
VOORZICHTIG: The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency
exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human
contact during normal operation is minimized.
In order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure limits, human proximity
to the antenna shall not be less than 20 cm during normal operation.
This device complies with Part 15 of FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including
interference that may cause undesired operation of the device.
VOORZICHTIG: Based on Section 15.21 of the FCC rules, changes of modifications to the
operation of this product without the express approval by Hewlett-Packard Company may invalidate its
authorized use.
Australische verklaring
This device incorporates a radio-transmitting (wireless) device. For protection against radio transmission
exposure, it is recommended that this device be operated no less than 20 cm from the head, neck, or
body.
Braziliaanse ANATEL-verklaring
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interferência
prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a sistemas operando
em caráter primário.
Canadese verklaringen
For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise emissions
from digital apparatus as set out in the radio interference regulations of the Canadian Department of
Communications. The internal wireless radio complies with RSS 210 of Industry Canada.
Pour l´usage d´intérieur. Le présent appareil numérique n´émet pas de bruits radioélectriques
dépassant les limites applicables aux appareils numériques de Classe B prescribes dans le règlement
sur le brouillage radioélectrique édicté par le Ministère des Communications du Canada. Le composant
RF interne est conforme à la norme CNR-210 d´Industrie Canada.
Wettelijk voorschrift van Europese Unie
De telecommunicatiefunctionaliteit van dit product kan worden gebruikt in de volgende EU- en EFTA-
landen/regio's:
216 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechische Republiek, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk,
Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg,
Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slovaakse Republiek, Slovenië, Spanje,
Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk
For 2.4 GHz Wireless LAN operation of this product certain restrictions apply: This equipment may be
used indoor for the entire 2400-2483.5 MHz frequency band (channels 1-13). For outdoor use, only
2400-2454 MHz frequency band (channels 1-9) may be used. For the latest requirements, see
www.arcep.fr.
L'utilisation de cet equipement (2.4 GHz Wireless LAN) est soumise à certaines restrictions : Cet
équipement peut être utilisé à l'intérieur d'un bâtiment en utilisant toutes les fréquences de
2400-2483.5 MHz (Chaine 1-13). Pour une utilisation en environnement extérieur, vous devez utiliser
les fréquences comprises entre 2400-2454 MHz (Chaine 1-9). Pour les dernières restrictions, voir,
www.arcep.fr.
Kennisgeving voor gebruik in Rusland
Существуют определенные ограничения по использованию беспроводных сетей (стандарта
802.11 b/g) с рабочей частотой 2,4 ГГц: Данное оборудование может использоваться внутри
помещений с использованием диапазона частот 2400-2483,5 МГц (каналы 1-13). При
использовании внутри помещений максимальная эффективная изотропноизлучаемая мощность
(ЭИИМ) должна составлять не более 100мВт.
Koreaanse verklaring
NLWW
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten
217
Taiwanese verklaring
Telecommarkering Vietnam voor door ICTQC goedgekeurde
producten
218 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Index
A
aangepaste afdrukinstellingen
(Windows) 90
aangepast papierformaat,
instellingen
Macintosh 37
aansluiten op een draadloos
netwerk 46
aantal pagina's 11, 122
aan-uitknop 5
aan-uitschakelaar 5
accessoires
bestellen 185, 186
accessoirestatuspagina 11, 122
achterklep, lokaliseren 6
afdrukken
instellingen (Mac) 38
instellingen (Windows) 89
afdrukken op beide zijden
instellingen (Windows) 95
afdrukkwaliteit
archiefinstelling 18
oplossen 163
verbeteren 163
verbeteren (Windows) 94
afdrukkwaliteitspagina
afdrukken 77, 169
interpreteren 77, 169
afdrukmateriaal
eerste pagina 38
ondersteund 56
pagina's per vel 39
standaardinstellingen 13
afdrukmotor, reinigen 134
afdrukstand
selecteren, Windows 100
afdruksysteem, software 21
afdruktaak
annuleren 88
afmetingen, productspecificaties
200
afvalverwerking, einde van
levensduur 205
AirPrint 36, 41
annuleren
afdruktaak 88
Antifraudewebsite van HP 70
antivervalsingsbenodigdheden 70
archiefinstelling 18
automatische crossover, instellen
19
B
bak, uitvoer
locatie 5
storingen verhelpen 160
verlengstuk voor Legal 5
bedieningspaneel
berichten, problemen
oplossen 140
displaycontrast 15
HP webservices menu 10
instellingen 25, 33
lokaliseren 5
menu Rapporten 11
menuschema afdrukken 11,
122
menu Service 18
Netwerkconfig. menu 19
soorten berichten 140
Systeeminstellingen, menu 13
taal 13
beeldkwaliteit
archiefinstelling 18
benodigdheden
bestellen 185, 186
niet van HP 70
recyclen 69, 204
status, weergeven met
HP Utility 35
vervalste 70
benodigdheden bestellen
websites 185
benodigdheden niet van HP 70
berichten, bedieningspaneel 140
bestellen
benodigdheden en
accessoires 186
besturingssystemen, ondersteund
22, 30
briefpapier
afdrukken (Windows) 104
brochures
maken (Windows) 113
bronnen opslaan 133
C
Canadese DOC-voorschriften 212
cartridgeklep, ontgrendeling,
locatie 5
cartridges
garantie 190
niet van HP 70
opslag 70
pagina status benodigdheden
11, 122
recyclen 69, 204
vervangen 71
checklists, afdrukken 12
configuratiepagina 11, 122
configureren
IP-adres 31
conformiteitsverklaring 208
connectiviteit
problemen oplossen 174
USB 44
NLWW
Index
21
9
contrast
display, bedieningspaneel 15
Courier, instellingen lettertype 17
D
DIMM's
installatie controleren 133
installeren 128
displaycontrast, instelling 15
document, symbolen iii
documenten schalen
Macintosh 37
documentinvoer
locatie 5
downloaden, software
afdruksysteem 21
draadloos netwerk
configureren met USB 32, 47
configureren met WPS 32, 47
driver installeren 48
draadloos netwerk, aansluiting
46
drivers
gebruikspagina 11, 122
instellingen 25
instellingen (Mac) 38
instellingen (Windows) 89
instellingen wijzigen (Mac) 34
instellingen wijzigen
(Windows) 25
ondersteunde (Windows) 22
papiersoorten en -formaten
wijzigen 55
universeel 24
voorinstellingen (Mac) 38
dubbelzijdig afdrukken
instellingen (Windows) 95
dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Mac 39
duplex afdrukken (dubbelzijdig)
instellingen (Windows) 95
E
EconoMode-ininstellingen 69,
126
eerste pagina
ander papier gebruiken 38
op ander papier afdrukken
(Windows) 109
ePrint
in- of uitschakelen 10
etiketten
afdrukken (Windows) 106
Europese Unie, afvalverwerking
206
exemplaren
aantal wijzigen (Windows) 90
F
fabrieksinstellingen herstellen 18
fabrieksinstellingen terugzetten
139
fax
fabrieksinstellingen
terugzetten 139
Finse verklaring ten aanzien van
laserveiligheid 213
firewall 46
formaat van documenten wijzigen
Windows 111
formaten, afdrukmateriaal
standaard instellen 13
formulieren
afdrukken (Windows) 104
foutberichten, bedieningspaneel
140
fouten
software 180
fraudewebsite 70
fuser
storingen, verhelpen 158
fysieke specificaties 200
G
garantie
licentie 192
printcartridges 190
product 188
gebruikspagina 11, 122
geheugen
installatie controleren 133
installeren 128
meegeleverd 2
onderdeelnummer 186
permanente bronnen 133
geheugenchip, printcartridge
beschrijving 191
geïntegreerde webserver (EWS)
functies 123
wachtwoorden toewijzen 124
geïntegreerde webserver van HP
28
geleverde batterijen 205
geluidsspecificaties 200
grafiekpapier, afdrukken 12
grijswaarden
afdrukken (Windows) 104
H
help
afdrukopties (Windows) 90
herhaalde fouten, problemen
oplossen 78, 170
HP EasyColor
geb
r
uiken 119
uitschakelen 119
HP ePrint
in- of uitschakelen 10
omschrijving 35
HP ePrint, gebruiken 103
HP-klantondersteuning 196
HP Universal Print Driver 24
HP Utility 35
HP Utility, Mac 34
HP-UX-software 28
HP Web Jetadmin 124
HP-webservices, inschakelen 103
I
installatie ongedaan maken, Mac-
software 33
installatie van Windows-software
ongedaan maken 27
installeren
apparaat op bekabeld
netwerk 45
software, bekabeld netwerk
46
software, USB-verbindingen
44
instellingen
drivers 25
drivers (Mac) 34
fabrieksinstellingen
terugzetten 139
netwerkrapport 11, 122
prioriteit 25, 33
220 Index NLWW
standaardinstellingen
herstellen 18
Systeeminstellingen, menu 13
voorinstellingen in driver
(Mac) 38
instellingen tabblad Kleur 40
interfacepoorten
beschikbare typen 6
invoerlade
locatie 5
vullen 61
IP-adres
configureren 31
verkrijgen 45
J
Jetadmin, HP Web 124
K
kalibreren, kleur 14
klantenondersteuning
opnieuw verpakken van
product 197
klantondersteuning
online 196
kleur
aanpassing 116
afdrukken in grijstinten
(Windows) 104
halftoonopties 118
kalibreren 14
neutrale grijstinten 118
overeenstemmen 120
randenbeheer 118
kleuren
afdruk vs. beeldscherm 120
kleurinstellingen
aanpassen 164
kleuropties
instellen (Windows) 101
Kleuropties
HP EasyColor (Windows) 119
kleuruitlijning, kalibreren 166
knop voor draadloze functie
locatie 5
koppelingssnelheid, instellingen
51
Koreaanse EMC-verklaring 213
kwaliteit
archiefinstelling 18
kwikvrij product 205
L
laatste pagina
op ander papier afdrukken
(Windows) 109
lade 1
dubbelzijdig afdrukken 39
instellingen 13
locatie 5
storingen verhelpen 156
lade 2
capaciteit 5
instellingen 13
locatie 5
storingen verhelpen 157
lade 3
artikelnummer 186
capaciteit 5
locatie 5
laden
dubbelzijdig afdrukken 39
instellingen 13
locatie 5
meegeleverde 2
selecteren (Windows) 95
standaardpapierformaat 64
storingen, verhelpen 157
lettertypen
DIMM's, installeren 128
instellingen voor Courier 17
lijsten, afdrukken 11, 122
permanente bronnen 133
licentie, software 192
liggend, afdrukstand
selecteren, Windows 100
Linux 28
Linux-software 28
log kleurgebruik 11, 122
M
Mac
driverinstellingen 34, 38
HP Utility 35
ondersteunde
besturingssystemen 30
papiersoorten en -formaten
wijzigen 37
problemen, oplossen 182
software verwijderen 33
Macintosh
documentformaat wijzigen 37
ondersteuning 196
Macintosh-driverinstellingen
aangepast papierformaat 37
watermerken 38
materiaalbeperkingen 205
Material Safety Data Sheet (MSDS,
chemiekaart) 206
media
aangepast formaat, Macintosh-
instellingen 37
meerdere pagina's per vel 39
menu
Snelformulieren 12
menu's, bedieningspaneel
HP webservices 10
Netwerkconfig. 19
Rapporten 11
schema afdrukken 11, 122
Service 18
Systeeminstellingen 13
Menu HP webservices 10
milieuvriendelijke functies 4
milieuvriendelijke producten 203
muziekp
apier,
afdrukken 12
N
netwerk
instellingen, weergeven 49
instellingen, wijzigen 49
instellingen
verbindingssnelheid 51
wachtwoord instellen 49
wachtwoord wijzigen 49
netwerk beheren 49
Netwerkconfig. menu 19
netwerken
configuratiepagina 11, 122
HP Web Jetadmin 124
instellingen 19
instellingenrapport 11, 122
ondersteunende modellen 2
netwerken, bekabeld
installeren van apparaat 45
netwerkpoort
beschikbaar type 6
locatie 6
neutrale grijstinten 118
n op een vel afdrukken 39
NLWW
Index
221
notebookpapier, afdrukken 12
n per vel afdrukken
selecteren (Windows) 98
O
omkrullen, papier
instellingen 18
ondersteunde papiersoorten 56
ondersteuning
online 196
opnieuw verpakken van
product 197
online ondersteuning 196
onvolkomenheden, repeterende
78, 170
openen van printerdrivers
(Windows) 89
oplossen
Mac problemen 182
netwerkproblemen 174
problemen met rechtstreekse
verbindingen 174
opmerking iii
opslaan
printcartridges 70
opslaan van geheugenbronnen
133
overeenstemmen, kleuren 120
overlapping 118
P
pagina's per minuut 2
pagina's per vel 39
afdrukken (Windows) 98
selecteren (Windows) 98
paginaformaten
schaal van documenten
aanpassen (Windows) 111
papier
aangepast formaat, Macintosh-
instellingen 37
afdrukken op voorbedrukt
briefpapier of voorbedrukte
formulieren (Windows) 104
eerste en laatste pagina, ander
papier gebruiken 109
eerste pagina 38
omkrulinstellingen 18
omslagbladen, ander papier
gebruiken 109
ondersteunde formaten 56
pagina's per vel 39
selecteren 165
standaardformaat voor lade
64
standaardinstellingen 13
storingen 153
papier, bestellen 186
papier, speciaal
afdrukken (Windows) 106
papierbaan
storingen, verhelpen 158
papierformaat
wijzigen 55
papierformaten
aangepast, selecteren 94
selecteren 94
papierinvoer, problemen
oplossen 153
papier plaatsen
invoerlade 61
papiersoort
wijzigen 163
papiersoorten
selecteren 95
wijzigen 55
papierstoringen
locaties 155
PCL-drivers 22
universeel 24
PCL-lettertypen 11, 122
permanente bronnen 133
poorten
beschikbare typen 6
printcartridges
controleren op
beschadigingen 77, 169
garantie 190
geheugenchips 191
niet van HP 70
onderdeelnummers 66, 186
ontgrendeling klep, locatie 5
opslag 70
pagina status benodigdheden
11, 122
recyclen 69, 204
vervangen 71
printcartridges, toegang 5
printerdriver
draadloos netwerk
configureren 48
printerdrivers
kiezen 170
printerdrivers (Mac)
instellingen 38
instellingen wijzigen 34
printerdrivers (Windows)
instellingen 89
instellingen wijzigen 25
ondersteund 22
prioriteit, instellingen 25, 33
problemen oplossen
berichten op
bedieningspaneel 140
geen reactie 172
herhaalde fouten 78, 170
netwerkproblemen 174
problemen met rechtstreekse
verbindingen 174
sto
r
ingen 153, 155
trage reactie 173
PS-emulatiedrivers 22
PS-lettertypen 11, 122
R
Randenbeheer 118
rapporten
kwaliteitspagina afdrukken
11, 122
Rapporten, menu 11
recyclen 204
recycling 4
programma van HP voor
retourneren en recyclen van
afdrukbenodigdheden 204
recycling van benodigdheden 69
reinigen 134
papierbaan 166
S
schalen van documenten
Windows 111
service
opnieuw verpakken van
product 197
Service, menu 18
servicepagina 11, 122
222 Index NLWW
sluimervertraging
inschakelen 126
uitschakelen 126
snelkoppelingen (Windows)
gebruiken 90
maken 92
software
geïntegreerde webserver 28
HP Utility 35
installeren, bekabeld netwerk
46
installeren, USB-verbindingen
44
instellingen 25, 33
licentieovereenkomst software
192
Linux 28
ondersteunde
besturingssystemen 22, 30
problemen 180
Solaris 28
UNIX 28
verwijderen van Mac 33
verwijderen voor Windows 27
websites 21
Windows 28
Solaris-software 28
speciaal papier
afdrukken (Windows) 106
specificaties
fysiek 200
stroomvoorziening en geluid
200
staand, afdrukstand
selecteren, Windows 100
standaardinstellingen herstellen
18, 139
status
benodigdheden, rapport
afdrukken 11, 122
HP Utility, Mac 35
statuspagina benodigdheden
afdrukken 76, 168
storingen
aantal bijhouden 11, 122
oorzaken van 153
papierbaan, verhelpen 158
uitvoerbak, verhelpen 160
stroom
verbruik van 200
stroomvoorzieningsspecificaties
200
symbolen, document iii
Systeeminstellingen, menu 13
T
taal, bedieningspaneel 13
TCP/IP
instellingen 19
technische ondersteuning
online 196
opnieuw verpakken van
product 197
terugzetten van
fabrieksinstellingen 139
tip iii
tonercartridges. Zie printcartridges
transparanten
afdrukken (Windows) 106
U
uitvoerbak
locatie 5
storingen verhelpen 160
uitvoerkwaliteit
archiefinstelling 18
universele printdriver 24
UNIX 28
UNIX-software 28
USB
draadloos netwerk
configureren 32, 47
USB-configuratie 44
USB-kabel, artikelnummer 186
USB-poort
beschikbaar type 6
locatie 6
snelheidsinstellingen 18
V
VCCI-verklaring voor Japan 212
veiligheidsverklaringen 212, 213
verklaring ten aanzien van
laserveiligheid 212, 213
verkrijgen
IP-adres 45
verpakken, opnieuw, product 197
verpakken van product 197
vervalste benodigdheden 70
vervangen
printcartridge 71
verwerken, einde van levensduur
205
verwijderen, Mac-software 33
verwijderen, Windows-software
27
verzenden van product 197
voedingsaansluiting, lokaliseren 6
voorbedrukt papier
afdrukken (Windows) 104
voorbladen
afdrukken (Mac) 38
op ander papier afdrukken
(Windows) 109
vo
orinstelling
en (Mac) 38
voorklep, locatie 5
voorzichtig iii
W
waarschuwing iii
watermerken 38
toevoegen (Windows) 112
Web-printing
HP ePrint 35
websites 28
bestellen, benodigdheden 185
fraudemeldingen 70
HP Web Jetadmin,
downloaden 124
klantondersteuning 196
Macintosh klantondersteuning
196
Material Safety Data Sheet
(MSDS) 206
software, downloaden 21
universele printdriver 24
wijzigen, documentformaat
Macintosh 37
Windows
driverinstellingen 25
ondersteunde
besturingssystemen 22
ondersteunde drivers 22
softwareonderdelen 28
universele printdriver 24
WPS
draadloos netwerk
configureren 32, 47
NLWW
Index
223
224 Index NLWW
© 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
www.hp.com
*CE955-91001*
*CE955-91001*
CE955-91001
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244

HP LaserJet Pro 300 color Printer M351 series Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor