HP LASERJET PRO 100 COLOR MFP M175 Handleiding

Type
Handleiding
LASERJET PRO 100 COLOR MFP M175
Gebruikershandleiding
LaserJet Pro 100 color MFP M175
Gebruikershandleiding
Copyright en licentie
© 2012 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Verveelvoudiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services
van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of redactionele
fouten of weglatingen in deze verklaring.
Edition 1, 7/2012
Onderdeelnummer: CE866-90918
Handelsmerken
Adobe
®
, Acrobat
®
en PostScript
®
zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Intel® Core™ is een handelsmerk van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en
andere landen/regio's.
Java™ is een handelsmerk van Sun
Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten.
Microsoft®, Windows®, Windows® XP en
Windows Vista® zijn in de Verenigde Staten
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
UNIX
®
is een gedeponeerd handelsmerk van
The Open Group.
ENERGY STAR
®
en ENERGY STAR
®
zijn in de
Verenigde Staten gedeponeerde merken.
Symbolen in deze handleiding
TIP: Bij Tip vindt u handige tips of sneltoetsen.
OPMERKING: Bij Opmerking vindt u belangrijke informatie, zoals een toelichting bij een concept of
uitleg van een taak.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat
gegevens verloren gaan of het apparaat wordt beschadigd.
WAARSCHUWING! Waarschuwingen geven aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te
voorkomen dat letsel ontstaat, gegevens onherroepelijk verloren gaan of het apparaat zwaar wordt
beschadigd.
NLWW iii
iv Symbolen in deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over het apparaat .................................................................................... 1
Productvergelijking ................................................................................................................... 2
Milieuvriendelijke functies ......................................................................................................... 3
Toegankelijkheidsfuncties .......................................................................................................... 4
Productaanzichten .................................................................................................................... 5
Vooraanzicht van apparaat ........................................................................................ 5
Achteraanzicht van apparaat ..................................................................................... 6
Locatie van serie- en modelnummer ............................................................................. 6
Layout bedieningspaneel ............................................................................................ 7
2 Menu's van het bedieningspaneel ..................................................................................... 9
Menu Instellingen ................................................................................................................... 10
Menu Rapporten ..................................................................................................... 10
Menu Systeeminstellingen ......................................................................................... 10
Menu Service ......................................................................................................... 12
Menu Netwerkinstellingen (alleen netwerkmodellen) .................................................... 13
Menu's met specifieke functies ................................................................................................. 14
Menu Kopiëren ....................................................................................................... 14
3 Software voor Windows ................................................................................................. 17
Ondersteunde besturingssystemen voor Windows ...................................................................... 18
Ondersteunde printerdrivers voor Windows .............................................................................. 18
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows .......................................................................... 19
Instellingen van een afdruktaak wijzigen ................................................................................... 20
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows ............................................................ 21
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt
gesloten ................................................................................................................. 21
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen .............................................. 21
De configuratie-instellingen van het product wijzigen ................................................... 21
Software verwijderen voor Windows ........................................................................................ 22
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ........................................................................ 23
Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows ............................................. 23
Software voor andere besturingssystemen ................................................................................. 24
NLWW v
4 Het product gebruiken op de Mac ................................................................................... 25
Software voor Mac ................................................................................................................ 26
Ondersteunde besturingssystemen voor Mac .............................................................. 26
Ondersteunde printerdrivers voor Mac ....................................................................... 26
Software installeren op Mac-besturingssystemen .......................................................... 26
Software verwijderen uit Mac-besturingssystemen ........................................................ 29
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac .................................................................. 29
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac ..................................................... 30
Software voor Mac-computers ................................................................................... 31
Afdrukken met Mac ................................................................................................................ 32
Een afdruktaak annuleren op de Mac ........................................................................ 32
De papiersoort en het papierformaat wijzigen op de Mac ........................................... 32
Het documentformaat wijzigen of een aangepast papierformaat afdrukken op de
Mac ...................................................................................................................... 32
Voorinstellingen voor afdrukken maken op de Mac ..................................................... 33
Een voorbeeld afdrukken op de Mac ......................................................................... 33
Watermerken gebruiken op de Mac .......................................................................... 33
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac .............................................. 34
Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) in Mac .......................................... 34
De kleuropties instellen op de Mac ............................................................................ 35
Het menu Services gebruiken op de Mac ................................................................... 35
Scannen met Mac .................................................................................................................. 36
Problemen oplossen met Mac .................................................................................................. 37
5 Sluit het product aan ...................................................................................................... 39
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen (alleen netwerkmodellen) ............................................ 40
Disclaimer voor printer delen .................................................................................... 40
HP Smart Install gebruiken om verbinding te maken met een computer, een bekabeld netwerk of
een draadloos netwerk ........................................................................................................... 41
Verbinding maken met USB met behulp van de software-cd-rom ................................................... 42
Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen
netwerkmodellen) ................................................................................................................... 43
Ondersteunde netwerkprotocollen ............................................................................. 43
Het apparaat installeren op een bekabeld netwerk ...................................................... 43
Het apparaat installeren op een draadloos netwerk .................................................... 44
Het netwerkapparaat configureren ............................................................................ 49
6 Papier en afdrukmateriaal ............................................................................................. 51
Papiergebruik begrijpen ......................................................................................................... 52
Richtlijnen voor speciaal papier ................................................................................ 52
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat ........................................... 54
Ondersteunde papierformaten ................................................................................................. 55
Ondersteunde papiersoorten ................................................................................................... 57
vi NLWW
Papierladen vullen .................................................................................................................. 59
Materiaal in de invoerlade plaatsen .......................................................................... 59
Ladecapaciteit ........................................................................................................ 60
Afdrukstand van het papier voor het vullen van de laden ............................................. 60
7 Printcartridges en afbeeldingsdrum ................................................................................ 61
Functie van printcartridges en afbeeldingsdrum ......................................................................... 62
Aanzichten van benodigdheden .............................................................................................. 63
Aanzicht van printcartridge ...................................................................................... 63
Aanzicht van afbeeldingsdrum .................................................................................. 63
Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren .......................................................................... 64
Instellingen voor printcartridges of de afbeeldingsdrum wijzigen ................................... 64
Instructies voor vervanging ....................................................................................... 65
Benodigdheden recyclen .......................................................................................... 72
Printcartridges en afbeeldingsdrums bewaren ............................................................. 73
Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden ......................................... 73
HP fraudehotline en -website ..................................................................................... 73
Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen .................................................... 74
Printcartridges en afbeeldingsdrums controleren .......................................................... 74
Berichten voor printcartridges of de afbeeldingsdrum op het bedieningspaneel
interpreteren ........................................................................................................... 77
8 Afdruktaken ................................................................................................................... 83
Een afdruktaak annuleren ....................................................................................................... 84
Basistaken afdrukken in Windows ............................................................................................ 85
De printerdriver openen met Windows ...................................................................... 85
Hulp krijgen bij een afdrukoptie met Windows ........................................................... 85
Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows ........................................ 86
Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt gebruiken met Windows ....... 86
De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows ............................................................... 89
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows ........................................................... 91
Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows .................................................... 93
De standaardafdrukstand selecteren met Windows ...................................................... 94
Kleuropties instellen met Windows ............................................................................ 95
Geavanceerde taken afdrukken in Windows ............................................................................. 97
Gekleurde tekst als zwart printen met Windows .......................................................... 97
Afdrukken op voorbedrukt briefpapier of voorbedrukte formulieren met Windows ........... 97
Afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten ............................................. 99
De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken met Windows ......................... 101
De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat ................................. 103
Een watermerk aan een document toevoegen in Windows ......................................... 104
Een brochure maken met Windows ......................................................................... 105
NLWW vii
9 Kleur ............................................................................................................................ 107
Kleur aanpassen .................................................................................................................. 108
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen ............................................................ 108
De kleuropties wijzigen ......................................................................................... 109
handmatige kleuropties .......................................................................................... 109
HP EasyColor voor Windows gebruiken ................................................................................. 111
Kleuren overeen laten stemmen .............................................................................................. 112
10 Kopiëren .................................................................................................................... 113
Kopieerfuncties gebruiken ..................................................................................................... 114
Snel kopiëren ....................................................................................................... 114
Meerdere exemplaren ........................................................................................... 114
Een origineel met meerdere pagina's kopiëren ......................................................... 115
Identiteitsbewijzen kopiëren ................................................................................... 115
Een kopieertaak annuleren ..................................................................................... 116
Kopieën vergroten of verkleinen .............................................................................. 116
Een kopieertaak sorteren ........................................................................................ 117
Afdrukken in zwart-wit of kleur ................................................................................ 118
Kopieerinstellingen ............................................................................................................... 118
Kopieerkwaliteit wijzigen ....................................................................................... 118
Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ................ 119
De helderheid of donkerte voor kopieën aanpassen .................................................. 120
Aangepaste kopieerinstellingen opgeven ................................................................. 121
Het papierformaat en de papiersoort instellen voor kopieën op speciaal papier ........... 121
De standaardinstellingen herstellen .......................................................................... 122
Foto's kopiëren .................................................................................................................... 123
Originelen met verschillende formaten combineren ................................................................... 124
Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren .............................................................................. 125
11 Scannen ..................................................................................................................... 127
Scanfuncties gebruiken ......................................................................................................... 128
Scanmethoden ...................................................................................................... 128
Een scan annuleren ............................................................................................... 129
Scaninstellingen ................................................................................................................... 130
Resolutie en kleur van de scanner ............................................................................ 130
Scankwaliteit ........................................................................................................ 131
12 Het apparaat beheren en onderhouden ...................................................................... 133
Druk informatiepagina's af .................................................................................................... 134
De apparaatinstellingen via een computer wijzigen .................................................................. 136
HP Web Jetadmin-software gebruiken ..................................................................................... 138
Beveiligingsfuncties van het apparaat ..................................................................................... 139
Het apparaat vergrendelen .................................................................................... 139
viii NLWW
Een systeemwachtwoord toewijzen (alleen netwerkmodellen) ...................................... 139
Besparingsinstellingen .......................................................................................................... 140
sluimermodus ........................................................................................................ 140
Instellingen voor laag energieverbruik ...................................................................... 140
Archiefafdrukken ................................................................................................... 141
Het product reinigen ............................................................................................................. 142
De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen .................... 142
De papierbaan reinigen ......................................................................................... 143
De buitenkant reinigen ........................................................................................... 144
Productupdates .................................................................................................................... 144
13 Problemen oplossen ................................................................................................... 145
Zelfhulp .............................................................................................................................. 146
Controlelijst voor het oplossen van problemen ......................................................................... 147
Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld ................................................... 147
Stap 2: De bekabeling of de draadloze verbinding (alleen netwerkmodellen)
controleren ........................................................................................................... 147
Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt
weergegeven ........................................................................................................ 147
Stap 4: Het papier controleren ............................................................................... 148
Stap 5: De software controleren .............................................................................. 148
Stap 6: Test de afdrukfunctie .................................................................................. 148
Stap 7: Test de kopieerfunctie ................................................................................. 148
Stap 8: De benodigdheden controleren ................................................................... 148
Stap 9: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden ................................ 148
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ............................................................ 149
Fabrieksinstellingen herstellen ................................................................................................ 150
Berichten op het bedieningspaneel ......................................................................................... 151
Soorten berichten op het bedieningspaneel .............................................................. 151
Berichten op het bedieningspaneel .......................................................................... 151
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ........................................................................ 158
Het apparaat pakt geen papier op .......................................................................... 158
Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. ......................................................... 158
Papierstoringen voorkomen .................................................................................... 158
Storingen verhelpen ............................................................................................... 159
De afdrukkwaliteit verbeteren ................................................................................................ 164
Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver. ............................. 164
De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver ..................................................... 165
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP .......................................... 166
Een reinigingspagina afdrukken .............................................................................. 167
Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen ................................................... 167
De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet .................... 168
Het apparaat drukt niet of langzaam af .................................................................................. 169
Het apparaat drukt niet af ...................................................................................... 169
NLWW ix
Het apparaat drukt langzaam af ............................................................................. 169
Verbindingsproblemen oplossen ........................................................................................... 171
Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen .................................................. 171
Netwerkproblemen oplossen .................................................................................. 171
Problemen met draadloze netwerken oplossen ......................................................................... 173
Controlelijst draadloze verbinding ........................................................................... 173
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien van de draadloze
configuratie .......................................................................................................... 173
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van
derden geïnstalleerd .............................................................................................. 174
De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of het
apparaat is verplaatst ............................................................................................ 174
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het draadloos apparaat ......... 174
De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken wanneer er verbinding
wordt gemaakt met een virtueel privénetwerk. .......................................................... 174
Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken .................... 174
Het draadloos netwerk functioneert niet ................................................................... 175
Problemen met de productsoftware in Windows ....................................................................... 176
Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen ............................................................................ 177
De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven .......... 177
De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. ..... 177
De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt
weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. ............................................... 177
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze .............................. 178
Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet
weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd. ... 178
Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt ............................. 178
Bijlage A Benodigdheden en accessoires .......................................................................... 179
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen .............................................................. 180
Onderdeelnummers .............................................................................................................. 180
Printcartridges ....................................................................................................... 180
Afbeeldingsdrums ................................................................................................. 180
Kabels en interfaces .............................................................................................. 180
Bijlage B Service en ondersteuning .................................................................................. 181
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ..................................................................... 182
De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJet-
printcartridge ...................................................................................................................... 184
Beperkte-garantieverklaring voor vervangende LaserJet-afbeeldingsdrums van HP ........................ 185
Op de printcartridge en de afbeeldingsdrum opgeslagen gegevens ........................................... 186
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers ............................................................................... 187
OpenSSL ............................................................................................................................. 190
Klantondersteuning ............................................................................................................... 190
x NLWW
Het product opnieuw verpakken ............................................................................................ 191
Bijlage C Specificaties ...................................................................................................... 193
Fysieke specificaties ............................................................................................................. 194
Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ............................................. 194
Omgevingsspecificaties ........................................................................................................ 194
Bijlage D Overheidsinformatie ......................................................................................... 195
FCC-voorschriften ................................................................................................................. 196
Milieuvriendelijke producten .................................................................................................. 197
Milieubescherming ................................................................................................ 197
Ozonproductie ..................................................................................................... 197
Lager energieverbruik ............................................................................................ 197
Papierverbruik ...................................................................................................... 197
Plastic onderdelen ................................................................................................. 197
Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet ................................................................... 197
Instructies voor retourneren en recyclen .................................................................... 198
Papier .................................................................................................................. 199
Materiaalbeperkingen ........................................................................................... 199
Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privé-huishoudens in de Europese
Unie .................................................................................................................... 199
Chemische stoffen ................................................................................................. 200
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) ...................................................... 200
Meer informatie .................................................................................................... 200
Verklaring van conformiteit (basismodellen) ............................................................................. 201
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) .................................................................... 203
Veiligheidsvoorschriften ........................................................................................................ 205
Laserverklaring ..................................................................................................... 205
Canadese DOC-voorschriften ................................................................................. 205
VCCI-verklaring (Japan) ......................................................................................... 205
Instructies voor netsnoer ......................................................................................... 205
Netsnoerverklaring (Japan) ..................................................................................... 205
EMC-verklaring (Korea) .......................................................................................... 206
Laserverklaring voor Finland ................................................................................... 207
GS-verklaring (Duitsland) ........................................................................................ 207
Tabel met chemicaliën (China) ................................................................................ 208
Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement (Turkije) ...................... 208
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten ............................................................... 209
FCC-voorschriften—Verenigde Staten ...................................................................... 209
Australische verklaring ........................................................................................... 209
Braziliaanse ANATEL-verklaring .............................................................................. 209
Canadese verklaringen .......................................................................................... 209
Wettelijk voorschrift van Europese Unie ................................................................... 209
NLWW xi
Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk .................................................................... 210
Kennisgeving voor gebruik in Rusland ..................................................................... 210
Koreaanse verklaring ............................................................................................. 210
Taiwanese verklaring ............................................................................................. 210
Index ............................................................................................................................... 211
xii NLWW
1 Basisinformatie over het apparaat
Productvergelijking
Milieuvriendelijke functies
Toegankelijkheidsfuncties
Productaanzichten
NLWW 1
Productvergelijking
Standaardmodel Netwerkmodel
Snelheid: Drukt maximaal 16 pagina's per minuut (ppm) af
op papier van A4-formaat of 17 ppm op papier van Letter-
formaat in zwart-wit en 4 ppm in kleur
Lade: 150 vellen van 75 g/m
2
Uitvoerbak: 50 vellen van 75 g/m
2
Aansluitingen: USB 2.0-poort voor hoge snelheid
Dubbelzijdig afdrukken (duplex): Handmatig
dubbelzijdig afdrukken (via de printerdriver)
Startprintcartridges: Meegeleverd met apparaat
HP LaserJet Pro 100 color MFP M175 plus:
Connectiviteit: 802.11b/g/n draadloos netwerk en
ingebouwde netwerkaansluiting voor 10Base-T/100Base-TX-
netwerken
2 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW
Milieuvriendelijke functies
Recycling Verminder afval door gerecycled papier te gebruiken.
Recycle printcartridges via de procedure voor retourzending van HP.
Energiebesparing Bespaar energie met de slaapmodus en de modus voor laag energieverbruik.
Met HP Instant-on Technology wordt de eerste pagina sneller afgedrukt wanneer het apparaat de
sluimermodus of de modus voor laag energieverbruik verlaat. Op deze manier is de afdruktaak
sneller klaar.
Handmatig dubbelzijdig
afdrukken
Bespaar papier door de instelling voor handmatig dubbelzijdig afdrukken te gebruiken.
Meerdere pagina's per
vel afdrukken
Bespaar papier door twee of meer pagina's van een document naast elkaar op één vel papier af
te drukken. U kunt deze functie gebruiken via de printerdriver.
NLWW
Milieuvriendelijke functies
3
Toegankelijkheidsfuncties
Het apparaat beschikt over verschillende functies die gebruikers hulp bieden bij toegangsproblemen.
On line gebruikershandleiding die compatibel is met reader-programma's.
Alle kleppen en deksels kunnen met één hand worden geopend.
4 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW
Productaanzichten
Vooraanzicht van apparaat
1
4
3
2
5
6
7
8
1
Documentinvoer
2
Scanner
3
Uitvoerbak
4
Aan-uitknop
5
Hoofdinvoerlade
6
Voorklep (voor toegang tot de afbeeldingsdrum)
7
Printcartridgeklep (voor toegang tot de printcartridges)
8
Bedieningspaneel
NLWW
Productaanzichten
5
Achteraanzicht van apparaat
2
3
4
5
1
1
Beveiligingssleuf
2
Achterklep voor toegang bij storing
3
USB-poort
4
Interne netwerkpoort van HP (alleen netwerkmodellen)
5
Netsnoeraansluiting
Locatie van serie- en modelnummer
Het etiket met het product- en serienummer bevindt zich aan de binnenzijde van de voorklep.
6 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW
Layout bedieningspaneel
1
3
11
10
8
9
7
6
5
4
16
15
14
13
12
2
1 Display van het bedieningspaneel: Het display verschaft informatie over het apparaat. Gebruik de menu's op het
display om apparaatinstellingen vast te leggen.
2 Tonerniveaumeters. Deze meters geven de geschatte hoeveelheid toner van elke cartridge aan.
3 Klaar-lampje. Het lampje geeft aan dat het apparaat gereed is of een taak uitvoert.
4 Waarschuwingslampje. Dit lampje geeft aan dat er een probleem is met het apparaat. Kijk op het display of er een
bericht wordt weergegeven.
5 Knop Cartridge. Wanneer de printcartridgeklep is gesloten, drukt u op deze knop om de carrousel met
printcartridges te draaien.
6 Knop Draadloos (alleen netwerkmodellen). Druk op de knop om het Menu Draadloos te openen. Houd de
knop ingedrukt om Wi-Fi Protected Setup (WPS) in te schakelen. Met het lampje wordt de status van de draadloze
verbinding aangegeven.
7 Knop Annuleren. Gebruik de knop Annuleren
om de huidige taak te annuleren.
8 Knop OK. Gebruik de knop OK om een instelling te bevestigen of om akkoord te gaan met een uit te voeren actie.
9 Pijlknoppen. Gebruik de pijlknoppen om door de menu's te navigeren en bepaalde instellingen aan te passen.
10 Knop Menu Kopiëren. Gebruik de knop Menu Kopiëren
om het menu met kopieerinstellingen te openen.
11 Knop Lichter/donkerder. Gebruik de knop Lichter/donkerder
om aan te geven hoe licht of donker u een kopie
wilt hebben.
12 Knop Kleur kopiëren. Gebruik de knop Kleur om een kopieertaak in kleur te starten.
13 Knop Zwart-wit kopiëren. Gebruik de knop Zwart om een kopieertaak in zwart-wit te starten.
14 Knop Aantal. Gebruik de knop Aantal
om het gewenste aantal kopieën voor de huidige kopieertaak in te stellen.
NLWW
Productaanzichten
7
15 Knop Terug: Gebruik de knop Terug om terug te keren naar een vorig menu of om de menu's af te sluiten en terug
te keren naar de status Gereed.
16 Knop Instellingen. Gebruik de knop Instellingen
om de opties van het hoofdmenu te openen.
8 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW
2 Menu's van het bedieningspaneel
Menu Instellingen
Menu's met specifieke functies
NLWW 9
Menu Instellingen
Gebruik de knop Instellingen om dit menu te openen. De volgende submenu's zijn beschikbaar:
Rapporten
Systeeminstellingen
Service
Netwerkinstellingen
Menu Rapporten
Eerste niveau
Demopagina
Menustructuur
Config-rapport
Status benodigdheden
Netwerkoverzicht (alleen netwerkmodellen)
Gebruikspagina
PCL-lettert.lst
PS-lettert.lst
PCL6-lettert.lst
Log kleurgebruik
Servicepagina
Diagnosepagina
Afdrukkwaliteit
Menu Systeeminstellingen
In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen.
Eerste niveau Tweede niveau Derde niveau Waarden
Taal
Beschikbare talen voor het
bedieningspaneel.
10 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Eerste niveau Tweede niveau Derde niveau Waarden
Papierinstell. St. -papierfrm.
Letter
A4
Legal
St. -papiersoort
Beschikbare materiaalsoorten
weergeven.
Lade 1 Papiersoort
Beschikbare
materiaalsoorten.
Papierformaat
Beschikbare
materiaalformaten.
Actie na pap. op
Blijf wachten*
Annuleren
Negeren
Afdrukkwaliteit Kleur kalibreren
Nu kalibreren
Na inschakelen
Energie-instellingen Vertraging sluimermodus
Uit
1 minuut
15 minuten*
30 minuten
1 uur
2 uur
Autom. uitschakelen Automatisch uit na Nooit
30 minuten*
1 uur
2 uur
4 uur
8 uur
24 uur
Activerings-
gebeurtenissen
USB-taak
LAN-taak
Draadloze taak
Druk op knop
NLWW
Menu Instellingen
11
Eerste niveau Tweede niveau Derde niveau Waarden
Instellingen
benodigdheden
Zwarte printcassette Instelling voor zeer laag Stoppen/Vervangen
Prompt
Doorgaan*
Drempel laag
(Bereik: 1-100)
Kleurenprintcass Instelling voor zeer laag Stoppen/Vervangen
Prompt
Doorgaan
Zwart afdrukken*
Drempel laag Cyaan
(Bereik: 1-100)
Magenta
(Bereik: 1-100)
Geel
(Bereik: 1-100)
Afbeeldingsdrum Instelling voor zeer laag Stoppen/Vervangen*
Prompt
Doorgaan
Drempel laag
(Bereik: 1-100)
Gebruiksgegevens
opslaan
Op onderdeel*
Niet op onderdeel
Lettert. Courier
Standaard*
Donker
Kleurkopie
Aan*
Uit
Menu Service
In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen.
Eerste niveau Tweede niveau Waarden
Reinigingspagina
12 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Eerste niveau Tweede niveau Waarden
Reinigingsmodus
USB-snelheid
Hoog*
Volledig
Minder omkrullen
Aan
Uit*
Archief afdr.
Aan
Uit*
Datum firmware
Standaardwaarden
Menu Netwerkinstellingen (alleen netwerkmodellen)
In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen.
Eerste niveau Tweede niveau Waarden
Menu Draadloos Wi-Fi Protected Setup
Netwerktest uitvoeren
Draadloos aan/uit Aan*
Uit
TCP/IP-config.
Automatisch*
Handmatig
Auto-crossover
Aan*
Uit
Netwerkservices IPv4
IPv6
Aan*
Uit
IP-adres tonen
Ja
Nee*
Verbindingssnelheid
Automatisch*
10T Vol
10T Half
100TX Vol
100TX Half
Standaardwaarden
NLWW
Menu Instellingen
13
Menu's met specifieke functies
Het apparaat bevat een functiespecifiek menu voor kopiëren. Druk op de knop Menu Kopiëren op
het bedieningspaneel om dit menu te openen.
Menu Kopiëren
In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen.
Eerste niveau Tweede niveau Waarden
Aantal
(Bereik: 1*-99)
ID-kopie
Verkl./vergr.
Origineel=100%*
Legal > Letter=78%
Legal > A4=83%
A4 > Ltr=94%
Letter naar A4=97%
Voll. pag.=91%
Aan pg. aanp.
2 pagina's per vel
4 pagina's per vel
Aangep: 25 tot 400%
Licht/donkr
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Optimaliseren
Auto*
Gemengd
Afbeelding
Tekst
Papier Papierformaat
Beschikbare materiaalformaten.
Papiersoort
Beschikbare materiaalsoorten.
Meer pag. kopiëren
Aan
Uit*
Sortering
Aan*
Uit
Selectie lade
Aut. selectie*
Lade 1
14 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Eerste niveau Tweede niveau Waarden
Dubbelzijdig
Enkelz. naar enkelz.*
Enkelz. naar dubblz.
Conceptmodus
Aan
Uit*
Beeldcorrectie Lichtheid
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Contrast
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Verscherpen
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Achtergrond
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Kleurbalans Rood
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Groen
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Blauw
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Grijsheid
(Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.)
Inst. als nwe
standaard
Standaardwaarden
NLWW
Menu's met specifieke functies
15
16 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
3 Software voor Windows
Ondersteunde besturingssystemen voor Windows
Ondersteunde printerdrivers voor Windows
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows
Instellingen van een afdruktaak wijzigen
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
Software verwijderen voor Windows
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
Software voor andere besturingssystemen
NLWW 17
Ondersteunde besturingssystemen voor Windows
Het product wordt geleverd met software voor de volgende Windows®-besturingssystemen:
Windows 7 (32-bits en 64-bits)
Windows Vista (32-bits en 64-bits)
Windows XP (32-bits, Service Pack 2)
Windows Server 2003 (32-bits, Service Pack 3)
Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits)
Ondersteunde printerdrivers voor Windows
Het product wordt geleverd met software voor Windows die de communicatie van de computer met het
product mogelijk maakt. Deze software wordt een printerdriver genoemd. Printerdrivers geven toegang
tot de functies van het product, zoals het afdrukken op aangepaste papierformaten, het formaat van
documenten wijzigen en het invoegen van watermerken.
OPMERKING: De meest recente programma's zijn beschikbaar op www.hp.com/support/
LJColorMFPM175.
18 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows
Printerdrivers bieden toegang tot de functies van een product en geven de computer toestemming om
met het product te communiceren (via een printertaal). Zie de installatie-instructies en de Leesmij-
bestanden op de cd-rom van het product voor extra software en talen.
Beschrijving van de HP PCL 6-driver
Wordt geïnstalleerd via de wizard Printer toevoegen
Wordt meegeleverd als de standaarddriver
Aanbevolen voor afdrukken in alle ondersteunde Windows-omgevingen
Biedt over het geheel genomen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor de
functies van het product voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld voor samenwerking met de Windows Graphic Device Interface (GDI) voor de beste
snelheid in Windows-omgevingen
Mogelijk niet volledig compatibel met software van derden en aangepaste software op basis van
PCL 5
Omschrijving HP UPD PS-driver
Te downloaden van internet op
www.hp.com/support/LJColorMFPM175
Aanbevolen voor afdrukken met Adobe
®
-softwareprogramma's of andere softwareprogramma's
met veel graphics
Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript flash-lettertypen
Omschrijving HP UPD PCL 5-driver
Te downloaden van internet op
www.hp.com/support/LJColorMFPM175
Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten
De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's
van derden
Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden die u voor meerdere
printermodellen kunt gebruiken
Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een mobiele Windows-
computer
NLWW
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows
19
Instellingen van een afdruktaak wijzigen
Hulpmiddel voor het
wijzigen van de instellingen
Methode voor het wijzigen
van de instellingen
Duur van de wijzigingen Prioriteitsvolgorde van de
wijzigingen
Instellingen softwareprogramma Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Pagina-
instelling of een gelijkwaardige
optie.
Deze instellingen zijn alleen van
toepassing op de huidige
afdruktaak.
Als u hier wijzigingen
aanbrengt, worden alle
gewijzigde instellingen ergens
anders teniet gedaan.
Printereigenschappen in het
softwareprogramma
De stappen zijn voor elk
softwareprogramma anders.
Deze procedure is het meest
algemeen.
1. Kies Afdrukken in het
menu Bestand van het
softwareprogramma.
2.
Selecteer het apparaat en
klik op Eigenschappen of
Voorkeuren.
3.
Wijzig de instellingen op
de verschillende tabbladen.
Deze instellingen zijn van
toepassing op de huidige sessie
van het softwareprogramma.
Als u hier wijzigingen
aanbrengt, hebben deze
instellingen voorrang op de
standaardinstellingen van de
printerdriver en het apparaat.
Standaardinstellingen
printerdriver
1.
Open de lijst met printers
op uw computer en
selecteer dit apparaat.
OPMERKING: Deze
stap varieert voor elk
besturingssysteem.
2. Klik op Printer en klik
vervolgens op
Afdrukvoorkeuren.
3. Wijzig de instellingen op
de verschillende tabbladen.
Deze instellingen blijven van
kracht totdat u ze nogmaals
wijzigt.
OPMERKING: Deze methode
wijzigt de standaardinstellingen
voor de printerdriver van alle
softwareprogramma's.
U kunt deze instellingen teniet
doen door de instellingen in het
softwareprogramma te wijzigen.
Standaardinstellingen apparaat Wijzig de apparaatinstellingen
op het bedieningspaneel of in de
apparaatbeheersoftware die bij
uw apparaat is geleverd.
Deze instellingen blijven van
kracht totdat u ze nogmaals
wijzigt.
U kunt deze instellingen teniet
doen door wijzigingen aan te
brengen met een ander
hulpmiddel.
20 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor
Windows
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en
vervolgens op Printers.
Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en
vervolgens op Printers.
Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het driverpictogram en selecteer Eigenschappen of
Printereigenschappen.
3. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
NLWW
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
21
Software verwijderen voor Windows
Windows XP
1. Klik op Start en vervolgens op Programma's.
2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam.
3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software.
Windows Vista en Windows 7
1. Klik op Start en op Alle programma’s.
2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam.
3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software.
22 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
HP Web Jetadmin
Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows
Een programma voor het automatisch installeren van het afdruksysteem
Online webregistratie
HP LaserJet Scan
NLWW
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
23
Software voor andere besturingssystemen
Besturingssysteem Software
UNIX Voor HP-UX- en Solaris-netwerken, gaat u naar
www.hp.com/support/net_printing om de
HP Jetdirect printer installer voor UNIX te downloaden.
Linux Ga voor informatie naar
www.hp.com/go/linuxprinting.
24 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
4 Het product gebruiken op de Mac
Software voor Mac
Afdrukken met Mac
Scannen met Mac
Problemen oplossen met Mac
NLWW 25
Software voor Mac
Ondersteunde besturingssystemen voor Mac
De volgende Mac-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund:
Mac OS X 10.5 en 10.6
OPMERKING: Voor Mac OS X 10.5 en hoger worden Mac-computers met een PPC- of Intel® Core™-
processor ondersteund. Voor Mac OS X 10.6 worden Mac-computers met een Intel Core-processor
ondersteund.
Ondersteunde printerdrivers voor Mac
Het installatieprogramma voor de HP LaserJet-software bevat onder meer PPD-bestanden (PostScript
®
Printer Description) en PDE's (Printer Dialog Extensions) voor Mac OS X-computers. De PPD- en PDE-
bestanden voor de HP-printer, in combinatie met de geïntegreerde Apple PostScript-printerdrivers,
zorgen voor volledige afdrukfunctionaliteit en toegang tot specifieke HP-printerfuncties.
Software installeren op Mac-besturingssystemen
Software installeren op Mac-computers waarop het apparaat rechtstreeks is
aangesloten
Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP
raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken.
1.
Sluit de USB-kabel aan op het apparaat en de computer.
2.
Installeer de software vanaf de cd.
3.
Klik op het pictogram van het installatieprogramma van HP en volg de instructies op het scherm.
26 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW
4. Klik in het scherm Gefeliciteerd op de knop OK.
5.
Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de
afdruksoftware juist is geïnstalleerd.
Software installeren op Mac-computers in een bekabeld netwerk
Het IP-adres configureren
Het IP-adres van het apparaat kan handmatig worden ingesteld of het kan automatisch worden
geconfigureerd via DHCP, BootP of AutoIP.
Handmatige configuratie
Alleen het IPv4-protocol kan handmatig worden ingesteld.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om de optie Netwerkinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie TCP/IP-config. te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK.
4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Handmatig te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
5.
Gebruik de pijlknoppen om het IP-adres in te stellen en druk vervolgens op de knop OK.
6. Als het IP-adres onjuist is, selecteert u met de pijlknoppen de optie Nee en drukt u vervolgens op
de knop OK. Herhaal stap 5 met het juiste IP-adres en herhaal stap 5 vervolgens om het
subnetmasker en de standaardgateway in te stellen.
Automatische configuratie
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om de optie Netwerkinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie TCP/IP-config. te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK.
4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Automatisch te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
Het kan enige minuten duren voordat het automatische IP-adres gereed voor gebruik is.
OPMERKING: Als u bepaalde automatische IP-modi (zoals BOOTP, DHCP of AutoIP) wilt in- of
uitschakelen, kunnen deze instellingen worden gewijzigd met behulp van HP Utility.
NLWW
Software voor Mac
27
De software installeren
1.
Sluit alle programma's op de computer af.
2.
Installeer de software vanaf de cd.
3.
Klik op het pictogram van het installatieprogramma van HP en volg de instructies op het scherm.
4. Klik in het scherm Gefeliciteerd op de knop OK.
5.
Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de
afdruksoftware juist is geïnstalleerd.
Software installeren op Mac-computers in een draadloos netwerk
Controleer eerst of het apparaat niet via een netwerkkabel met het netwerk is verbonden voordat u de
productsoftware gaat installeren en het apparaat instelt voor verbinding met een draadloos netwerk.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS
Als uw router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS) is dit de eenvoudigste manier om
het apparaat met een draadloos netwerk te verbinden.
1.
Druk op de knop WPS op uw draadloze router.
2.
Houd de knop Draadloos
op het bedieningspaneel van het apparaat gedurende twee
seconden ingedrukt. Laat de knop los wanneer het lampje voor de draadloze functie begint te
knipperen.
3.
Wacht zo'n twee minuten tot het apparaat verbinding heeft gemaakt met de draadloze router.
OPMERKING: Als deze methode niet werkt, probeert u verbinding met het draadloze netwerk te
maken via de methode met een USB-kabel.
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk
Als uw draadloze router WiFi-Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, kunt u deze methode gebruiken
om het apparaat te verbinden met een draadloos netwerk. Het instellen van een draadloze verbinding
is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie
is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken.
1.
Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer.
2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer de optie Verbinding maken via een
draadloos netwerk wanneer u hierom wordt gevraagd. Sluit de USB-kabel aan op het
apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd.
VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als u hierom wordt gevraagd.
3.
Als de installatie is voltooid, drukt u een configuratiepagina af om te controleren of het apparaat
een SSID-naam heeft.
4.
Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen.
28 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW
Software verwijderen uit Mac-besturingssystemen
U moet beschikken over beheerdersrechten om de software te verwijderen.
1.
Koppel het apparaat los van de computer.
2. Open Programma's.
3. Selecteer Hewlett Packard.
4. Selecteer het verwijderprogramma van HP.
5. Selecteer het apparaat in de lijst met apparaten en klik vervolgens op de knop Verwijderen.
6.
Nadat de software is verwijderd, start u de computer opnieuw op en leegt u de Prullenmand.
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare
opdracht op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te
openen. Instellingen die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd
vervangen.
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het
programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd
hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet
teniet.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor
printer, zoals hierboven beschreven.
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
NLWW
Software voor Mac
29
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac
De instellingen voor alle
afdruktaken wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt
gesloten
De standaardinstellingen voor
alle afdruktaken wijzigen
De configuratie-instellingen van
het product wijzigen
1. Klik in het menu Bestand op de
knop Afdrukken.
2.
Wijzig de gewenste instellingen in
de verschillende menu's.
1. Klik in het menu Bestand op de
knop Afdrukken.
2.
Wijzig de gewenste instellingen in
de verschillende menu's.
3.
Klik in het menu
Voorinstellingen op de optie
Opslaan als... en typ een naam
voor de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het menu
Voorinstellingen opgeslagen. Als u
de nieuwe instellingen wilt gebruiken,
moet u de opgeslagen voorinstelling
selecteren wanneer u een programma
opent en wilt afdrukken.
Mac OS X 10.5 en 10.6
1.
Klik in het menu Apple
op het
menu Systeemvoorkeuren en
klik vervolgens op het pictogram
Afdrukken en faxen.
2.
Selecteer het apparaat aan de
linkerzijde van het scherm.
3. Klik op de knop Opties en
benodigdheden.
4. Klik op het tabblad Driver.
5.
Configureer de geïnstalleerde
opties.
30 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW
Software voor Mac-computers
Ondersteunde hulpprogramma's voor Mac (alleen netwerkmodellen)
HP Utility voor Mac
Gebruik de HP Utility om productfuncties in te stellen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver.
U kunt gebruikmaken van de HP Utility als het product beschikt over een USB-kabel (Universal Serial
Bus) of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk.
HP Utility openen
Klik in het dock op HP Utility.
-of-
Klik bij Programma's op Hewlett Packard en vervolgens op HP Utility.
Functies van HP Utility
Gebruik de software HP Utility om de volgende taken uit te voeren:
Informatie verkrijgen over de status van benodigdheden.
Informatie verkrijgen over het apparaat, zoals de firmwareversie en het serienummer.
Druk een configuratiepagina af.
De papiersoort en het papierformaat voor de lade configureren.
Bestanden overbrengen van de computer naar het apparaat.
De firmware van het apparaat bijwerken.
De kleurgebruikpagina weergeven
NLWW
Software voor Mac
31
Afdrukken met Mac
Een afdruktaak annuleren op de Mac
1.
Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren
te drukken op het
bedieningspaneel van het apparaat.
OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt,
gewist. Als er meer dan één afdruktaak in de wachtrij staat, kunt u op de knop Annuleren
drukken om de afdruktaak te wissen die op dat moment op het bedieningspaneel van het
apparaat wordt weergegeven.
2.
U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm
weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Mac-afdrukwachtrij: open de afdrukwachtrij door te dubbelklikken op het pictogram van
het apparaat in het Dock. Selecteer de afdruktaak en klik vervolgens op Verwijder.
De papiersoort en het papierformaat wijzigen op de Mac
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op de optie Afdrukken.
2. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling.
3. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat en klik op de knop OK.
4. Open het menu Afwerking.
5. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal.
6. Klik op de knop Afdrukken.
Het documentformaat wijzigen of een aangepast papierformaat
afdrukken op de Mac
Mac OS X 10.5 en 10.6
Gebruik een van deze methoden.
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Klik op de knop pagina-instelling.
3.
Selecteer het product en selecteer de juiste instellingen voor de optie
Papierformaat en Afdrukrichting.
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Open het menu Papierverwerking.
3. Klik in het gebied Papierformaat bestemming op het vak Aanpassen
aan papier en selecteer het formaat in de vervolgkeuzelijst.
32 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW
Voorinstellingen voor afdrukken maken op de Mac
Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan,
zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
Een voorinstelling voor afdrukken maken
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer de driver.
3.
Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt opslaan zodat u deze opnieuw kunt gebruiken.
4. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de
voorinstelling.
5. Klik op de knop OK.
Voorinstellingen voor afdrukken gebruiken
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer de driver.
3. Selecteer in het menu Voorinstellingen de voorinstelling voor afdrukken.
OPMERKING: Selecteer de optie standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te
gebruiken.
Een voorbeeld afdrukken op de Mac
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer de driver.
3. Open het menu Voorblad en selecteer waar u het voorblad wilt afdrukken. Klik op de knop
Voor document of Na document.
4. Selecteer in het menu Type voorblad het bericht dat u op het voorblad wilt afdrukken.
OPMERKING: Selecteer de optie standaard in het menu Type voorblad als u een leeg
voorblad wilt afdrukken.
Watermerken gebruiken op de Mac
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Open het menu Watermerken.
3. Selecteer in het menu Modus het soort watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer de optie
Watermerk als u een halftransparant bericht wilt afdrukken. Selecteer de optie Overlay als u
een bericht wilt afdrukken dat niet transparant is.
4. Selecteer in het menu Pagina's of u het watermerk wilt afdrukken op alle pagina's of alleen op
de eerste pagina.
NLWW
Afdrukken met Mac
33
5. Selecteer in het menu Tekst een van de standaardberichten of selecteer de optie Aangepast en
typ in het vak een nieuw bericht.
6.
Selecteer opties voor de overige instellingen.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer de driver.
3. Open het menu Lay-out.
4. Selecteer in het menu Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2,
4, 6, 9 of 16).
5. Selecteer in het gebied Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel.
6. Selecteer in het menu Randen het soort rand dat u rond elke pagina op het vel wilt afdrukken.
Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) in Mac
1.
Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken.
2. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
3. Open het menu Aantal en pagina's en klik op het tabblad Handmatige duplex of open het
menu Handmatige duplex.
4. Klik op het vak Handmatige duplex en selecteer een bindoptie.
5. Klik op de knop Afdrukken.
6.
Ga naar het apparaat en verwijder alle lege vellen uit lade 1.
7.
Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak, draai de stapel 180 graden en plaats het papier met
de bedrukte zijde naar beneden in de invoerlade.
8.
Druk op de knop OK op het bedieningspaneel.
34 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW
De kleuropties instellen op de Mac
Gebruik het menu Kleuropties of Kwaliteit/kleuropties om te regelen hoe kleuren worden
geïnterpreteerd en afgedrukt vanuit softwareprogramma's.
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2.
Selecteer de driver.
3. Open het menu Kleuropties of Kwaliteit/kleuropties.
4. open het menu Geavanceerd of selecteer het goede tabblad.
5.
Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.
Het menu Services gebruiken op de Mac
Als het product is aangesloten op een netwerk, kunt u via het menu Services de gegevens over het
product en de status van de benodigdheden bekijken.
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Open het menu Service.
3.
Ga als volgt te werk om een onderhoudstaak uit te voeren:
a. Selecteer het tabblad Apparaatonderhoud.
b.
Selecteer een taak in de vervolgkeuzelijst.
c. Klik op de knop Starten.
4.
Ga als volgt te werk om naar de verschillende ondersteuningswebsites voor dit product te gaan:
a. Selecteer het tabblad Services op het web.
b.
Selecteer in het menu een optie.
c. Klik op de knop Openen!.
NLWW
Afdrukken met Mac
35
Scannen met Mac
Met de HP Scan-software kunt u afbeeldingen scannen naar een Mac-computer.
1.
Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer.
2. Open de map Programma's en klik vervolgens op Hewlett-Packard. Dubbelklik op HP
Scan.
3. Open het menu HP Scan en klik op Voorkeuren. Selecteer in het menu Scanner dit apparaat
in de lijst en klik op Doorgaan.
4.
Als u de standaardvoorkeursinstellingen wilt gebruiken, waarmee acceptabele resultaten worden
bereikt voor afbeeldingen en tekst, klikt u op de knop Scannen.
Als u voorkeurinstellingen wilt gebruiken die zijn geoptimaliseerd voor afbeeldingen of
tekstdocumenten, selecteert u een voorkeursinstelling in het pop-upmenu Scanvoorkeuren. Als u
de instellingen wilt aanpassen, klikt u op de knop Bewerken. Wanneer u klaar bent om te gaan
scannen, klikt u op de knop Scannen.
5.
Als u meer pagina's wilt scannen, plaatst u de volgende pagina op de glasplaat en klikt u op
Scannen. Klik op Toevoegen aan lijst om de nieuwe pagina's toe te voegen aan de huidige
lijst. Herhaal dit totdat u alle pagina's hebt gescand.
6. Klik op de knop Opslaan en blader vervolgens naar de map op uw computer waar u het
bestand wilt opslaan.
OPMERKING: Als u de gescande pagina's wilt afdrukken, klikt u op de knop Afdrukken.
36 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW
Problemen oplossen met Mac
Raadpleeg Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen op pagina 177 voor informatie over het
oplossen van problemen met het Mac-besturingssysteem.
NLWW
Problemen oplossen met Mac
37
38 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW
5 Sluit het product aan
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen (alleen netwerkmodellen)
HP Smart Install gebruiken om verbinding te maken met een computer, een bekabeld netwerk of
een draadloos netwerk
Verbinding maken met USB met behulp van de software-cd-rom
Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen)
NLWW 39
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen (alleen
netwerkmodellen)
Het product ondersteunt de volgende besturingssystemen voor draadloos afdrukken:
Windows 7 (32-bits en 64-bits)
Windows Vista (32-bits en 64-bits)
Windows XP (32-bits, Service Pack 2)
Windows Server 2003 (32-bits, Service Pack 3)
Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits)
Mac OS X v10.5 en v10.6
Disclaimer voor printer delen
HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoft-
besturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga naar Microsoft op
www.microsoft.com.
40 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW
HP Smart Install gebruiken om verbinding te maken
met een computer, een bekabeld netwerk of een
draadloos netwerk
OPMERKING: Dit installatietype wordt alleen voor Windows ondersteund.
Met HP Smart Install kunt u het productstuurprogramma en de software installeren door het product op
een computer aan te sluiten met een USB-kabel.
OPMERKING: De installatie-cd-rom is niet vereist tijdens een HP Smart Install. Plaats de installatie-cd
niet in het cd-romstation van de computer.
1.
Schakel het product in.
2.
Sluit de USB-kabel aan.
3.
Het programma HP Smart Install wordt als het goed is automatisch gestart. Volg de instructies op
het scherm voor het installeren van de software.
Als HP Smart Install niet automatisch wordt gestart, dan is AutoPlay mogelijk uitgeschakeld.
Blader op de computer naar HP Smart Install en dubbelklik erop om het programma uit te
voeren.
Selecteer de toepasselijke optie wanneer u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren.
NLWW
HP Smart Install gebruiken om verbinding te maken met een computer, een bekabeld netwerk of
een draadloos netwerk
41
Verbinding maken met USB met behulp van de
software-cd-rom
VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd.
Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP
raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken.
1.
Sluit alle geopende programma's op de computer af.
2.
Installeer de software vanaf de cd en volg de instructies op het scherm.
3. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Rechtstreeks verbinding maken
met deze computer via een USB-kabel en klik vervolgens op de knop Volgende.
4.
Wanneer u hierom wordt gevraagd, sluit u de USB-kabel aan op het product en de computer.
5. Klik aan het einde van de installatie op de knop Voltooien.
6. In het scherm Meer opties kunt u ervoor kiezen meer software te installeren. U kunt ook op de
knop Voltooien klikken.
7.
Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de
afdruksoftware juist is geïnstalleerd.
42 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW
Verbinding maken met een netwerk met behulp
van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen)
Het apparaat kan op bekabelde en draadloze netwerken worden aangesloten.
OPMERKING: U kunt niet tegelijkertijd verbinding maken met een bekabeld en een draadloos
netwerk. Bekabelde verbindingen hebben voorrang.
Ondersteunde netwerkprotocollen
Het TCP/IP-protocol wordt door netwerkmodellen ondersteund. Dit protocol is het meest gebruikte en
geaccepteerde netwerkprotocol. Dit protocol wordt gebruikt door een groot aantal netwerkservices. Dit
product ondersteunt ook IPv4 en IPv6. In de volgende lijsten worden de netwerkservices/protocollen
vermeld die door het apparaat worden ondersteund.
TCP/IP (IPv4 of IPv6)
Port 9100
LPR
DHCP
AutoIP
SNMP
Bonjour
SLP
WSD
NBNS
Het apparaat installeren op een bekabeld netwerk
Het IP-adres configureren
Het IP-adres van het apparaat kan handmatig worden ingesteld of het kan automatisch worden
geconfigureerd via DHCP, BootP of AutoIP.
Handmatige configuratie
Alleen het IPv4-protocol kan handmatig worden ingesteld.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om de optie Netwerkinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie TCP/IP-config. te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK.
NLWW
Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen)
43
4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Handmatig te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
5.
Gebruik de pijlknoppen om het IP-adres in te stellen en druk vervolgens op de knop OK.
6. Als het IP-adres onjuist is, selecteert u met de pijlknoppen de optie Nee en drukt u vervolgens op
de knop OK. Herhaal stap 5 met het juiste IP-adres en herhaal stap 5 vervolgens om het
subnetmasker en de standaardgateway in te stellen.
Automatische configuratie
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om de optie Netwerkinstellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie TCP/IP-config. te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK.
4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Automatisch te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
Het kan enige minuten duren voordat het automatische IP-adres gereed voor gebruik is.
OPMERKING: Als u bepaalde automatische IP-modi (zoals BOOTP, DHCP of AutoIP) wilt in- of
uitschakelen, kunnen deze instellingen worden gewijzigd met behulp van HP Device Toolbox.
De software installeren
1.
Sluit alle programma's op de computer af.
2.
Installeer de software vanaf de cd.
3.
Volg de instructies op het scherm.
4. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Verbinding maken via een
bekabeld netwerk en klik vervolgens op de knop Volgende.
5.
Selecteer in de lijst met beschikbare printers de printer met het juiste IP-adres.
6. Klik op de knop Voltooien.
7. In het scherm Meer opties kunt u ervoor kiezen meer software te installeren. U kunt ook op de
knop Voltooien klikken.
8.
Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de
afdruksoftware juist is geïnstalleerd.
Het apparaat installeren op een draadloos netwerk
Voordat u de apparaatsoftware installeert, controleert u of het apparaat niet via een netwerkkabel met
het netwerk is verbonden.
44 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW
Als uw draadloze router Wi-Fi Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, vraagt u uw systeembeheerder
om de netwerkinstellingen voor uw draadloze router of voert u de volgende taken uit:
Achterhaal de naam van het draadloze netwerk of de SSID (service set identifier).
Bepaal het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel voor het draadloze netwerk.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS
Als uw router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS) is dit de eenvoudigste manier om
het apparaat met een draadloos netwerk te verbinden.
1.
Druk op de knop WPS op uw draadloze router.
2.
Houd de knop Draadloos
op het bedieningspaneel van het apparaat gedurende twee
seconden ingedrukt. Laat de knop los wanneer het lampje voor de draadloze functie begint te
knipperen.
3.
Wacht zo'n twee minuten tot het apparaat verbinding heeft gemaakt met de draadloze router.
OPMERKING: Als deze methode niet werkt, probeert u verbinding met het draadloze netwerk te
maken via de methode met een USB-kabel.
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk
Als uw draadloze router WiFi-Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, kunt u deze methode gebruiken
om het apparaat te verbinden met een draadloos netwerk. Het instellen van een draadloze verbinding
is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie
is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken.
1.
Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer.
2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer de optie Verbinding maken via een
draadloos netwerk wanneer u hierom wordt gevraagd. Sluit de USB-kabel aan op het
apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd.
VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als u hierom wordt gevraagd.
3.
Als de installatie is voltooid, drukt u een configuratiepagina af om te controleren of het apparaat
een SSID-naam heeft.
4.
Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen.
De software voor een draadloos apparaat installeren dat momenteel op het
netwerk is aangesloten
Als het apparaat al een IP-adres op een draadloos netwerk heeft en u apparaatsoftware wilt installeren
op een computer, dient u de volgende stappen uit te voeren.
1.
Druk vanaf het bedieningspaneel een configuratiepagina af om het IP-adres van het apparaat te
verkrijgen.
2.
Installeer de software vanaf de cd.
3.
Volg de instructies op het scherm op.
NLWW
Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen)
45
4. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Verbinding maken via een
draadloos netwerk en klik vervolgens op de knop Volgende.
5.
Selecteer in de lijst met beschikbare printers de printer met het juiste IP-adres.
Verbinding met het draadloze netwerk verbreken
Als u het product wilt loskoppelen van een draadloos netwerk, dan kunt u de draadloze eenheid in het
product uitschakelen.
1.
Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de knop Draadloos
en laat deze weer los.
2.
Om te controleren of de draadloze eenheid is uitgeschakeld, drukt u een configuratiepagina af en
controleert u of de status is vermeld als uitgeschakeld op de configuratiepagina.
Storing op een draadloos netwerk verminderen
Met de volgende tips kunt u storing op een draadloos netwerk verminderen:
Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote metalen voorwerpen zoals dossierkasten en
andere elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze telefoons. Deze
voorwerpen kunnen radiosignalen verstoren.
Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote stenen gebouwen en andere soorten
gebouwen. Deze objecten kunnen radiogolven absorberen en de signaalsterkte verlagen.
Plaats de draadloze router op een centrale locatie in het zicht van de draadloze apparaten op het
netwerk.
Geavanceerde draadloze installatie
De modi voor draadloze communicatie
U kunt kiezen uit twee modi voor draadloze communicatie: infrastructuur of ad-hoc.
46 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW
Infrastructuur draadloos
netwerk (aanbevolen)
Het apparaat communiceert met andere apparaten op het netwerk via een draadloze router.
Draadloos ad-hocnetwerk Het apparaat communiceert rechtstreeks met andere draadloze apparaten zonder gebruik te
maken van een draadloze router.
Alle apparaten op het ad-hocnetwerk dienen aan de volgende eisen te voldoen:
Compatibel met 802.11b/g
Dezelfde SSID
Hetzelfde subnet en kanaal
Dezelfde beveiligingsinstellingen voor 802.11b/g
Draadloze beveiliging
Als u uw draadloos netwerk gemakkelijk wilt kunnen onderscheiden van andere draadloze netwerken,
gebruikt u een unieke netwerknaam (SSID) voor uw draadloze router. Uw draadloze router heeft
mogelijk al een standaardnetwerknaam, meestal de naam van de fabrikant. Zie de documentatie die
bij uw draadloze router is geleverd voor meer informatie over het wijzigen van de netwerknaam.
NLWW
Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen)
47
Als u wilt voorkomen dat andere gebruikers toegang hebben tot uw netwerk, schakelt u de WPA- of WEP-
gegevenscodering in.
Wired Equivalent Privacy (WEP): WEP is het originele beveiligingsmechanisme in de 802.11-
standaard. U maakt een unieke sleutel met hexadecimale of alfanumerieke tekens die andere
gebruikers moeten invoeren om toegang te krijgen tot uw netwerk.
Wi-Fi Protected Access (WPA): WPA gebruikt TKIP (temporal key integrity protocol) voor codering
met behulp van 802.1X-verificatie. In WPA zijn alle bekende zwakke punten van WEP verholpen.
U maakt een unieke wachtzin met een combinatie van letters en cijfers die andere gebruikers
moeten invoeren om toegang te krijgen tot uw netwerk.
WPA2 beschikt over AES (advanced encryption standard) en is veiliger dan WPA.
Het apparaat installeren op een draadloos ad-hocnetwerk
U kunt het apparaat draadloos installeren op een computer via een peer-to-peer (ad-hoc) installatie.
OPMERKING: Voor het uitvoeren van deze taak moet u het apparaat tijdelijk op het netwerk
aansluiten met behulp van een netwerkkabel.
1.
Sluit de netwerkkabel aan op het product en op het netwerk.
2.
Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het
netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen.
3.
Druk een configuratiepagina en een statuspagina voor benodigdheden af.
4.
Het IP-adres vindt u op de configuratiepagina.
5.
Open een webbrowser en typ het IP-adres in de adresbalk. De HP Device Toolbox wordt geopend.
6. Klik op het tabblad Netwerken en selecteer vervolgens de koppeling voor draadloze
configuratie in het linkerdeelvenster.
7.
Selecteer de optie om het draadloze netwerk in te schakelen en koppel vervolgens de
netwerkkabel los.
8. Selecteer in het gebied voor configuratiemethode de optie voor het maken van een
nieuw draadloos ad-hocnetwerk (peer-to-peer).
9.
Geef een unieke netwerknaam op, selecteer een kanaal en selecteer het gewenste type beveiliging.
10. Klik op de knop Toepassen.
48 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW
Het netwerkapparaat configureren
Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen
Gebruik de HP Device Toolbox om IP-configuratie-instellingen te bekijken of te wijzigen.
1.
Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres.
Als u IPv4 gebruikt, bevat het IP-adres alleen cijfers. Het adres heeft dan de volgende indeling:
xxx.xxx.xxx.xxx
Als u IPv6 gebruikt, bestaat het IP-adres uit een hexadecimale combinatie van tekens en
cijfers. De indeling is als volgt:
xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx
2. Open de HP Device Toolbox door op de knop Start te klikken. Klik achtereenvolgens op de
groep Programma's of Alle programma's, HP, de productgroep en ten slotte
HP Productinstellingen.
3. Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven
instellingen wijzigen.
NLWW
Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen)
49
50 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW
6 Papier en afdrukmateriaal
Papiergebruik begrijpen
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat
Ondersteunde papierformaten
Ondersteunde papiersoorten
Papierladen vullen
NLWW 51
Papiergebruik begrijpen
Dit apparaat ondersteunt verschillende papiersoorten en andere afdrukmaterialen die voldoen aan de
richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Papier of afdrukmateriaal dat niet aan deze richtlijnen
voldoet, kan een slechte afdrukkwaliteit, meer papierstoringen en vroegtijdige slijtage van het product
tot gevolg hebben.
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor
laserprinters of multifunctioneel gebruik. Gebruik geen papier of afdrukmateriaal dat is gemaakt voor
inkjetprinters. Hewlett-Packard Company kan geen aanbevelingen doen voor het gebruik van andere
merken afdrukmateriaal omdat HP geen invloed heeft op de kwaliteit hiervan.
Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en u toch niet
tevreden bent over de afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van het onjuist gebruik van het
materiaal, een onaanvaardbaar temperatuur- en/of vochtigheidsniveau of van andere omstandigheden
waarop Hewlett-Packard geen invloed heeft.
VOORZICHTIG: Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van
Hewlett-Packard kan problemen met het product veroorzaken waardoor reparatie noodzakelijk is. Deze
reparatie valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard.
Richtlijnen voor speciaal papier
Dit apparaat ondersteunt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Houd u aan de volgende richtlijnen
als u een bevredigend resultaat wilt krijgen. Voor de beste resultaten moet u eerst de papiersoort en het
papierformaat instellen in de printerdriver wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal gebruikt.
VOORZICHTIG: HP LaserJet-producten gebruiken een fuser om droge tonerdeeltjes in zeer precieze
puntjes op het papier te fixeren. HP-laserpapier is bestand tegen deze extreme hitte. Het gebruik van
inkjetpapier kan het apparaat beschadigen.
Materiaalsoort Doen Niet doen
Enveloppen
Bewaar de enveloppen plat.
Zorg dat de naden helemaal
doorlopen tot de hoek van de
envelop.
Gebruik enveloppen met een
plakstrip die zijn goedgekeurd
voor gebruik in laserprinters.
Gebruik geen enveloppen die
gekreukeld, ingekeept, aan elkaar
kleven of anderszins beschadigd
zijn.
Gebruik geen enveloppen met
klemmen, binddraad, vensters of
met reliëfopdruk.
Gebruik geen zelfklevende
middelen of andere synthetische
materialen.
Etiketten
Gebruik alleen etiketbladen
waarvan het beschermblad niet
zichtbaar is tussen de etiketten.
Gebruik etiketten die plat liggen.
Gebruik alleen volle vellen etiketten.
Gebruik geen etiketten met kreukels
of luchtbellen of die zijn
beschadigd.
Druk geen vellen etiketten die niet
volledig zijn.
52 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
Materiaalsoort Doen Niet doen
Transparanten
Gebruik uitsluitend transparanten
die zijn goedgekeurd voor gebruik
in kleurenlaserprinters.
Leg de transparanten op een glad
oppervlak nadat u ze uit het
product heeft verwijderd.
Gebruik geen transparant
afdrukmateriaal dat niet is
goedgekeurd voor laserprinters.
Briefpapier of voorbedrukte formulieren
Gebruik alleen briefpapier of
voorbedrukte formulieren die zijn
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
Gebruik geen briefpapier met reliëf
of metaalachtig briefpapier.
Zwaar papier
Gebruik alleen zwaar papier dat is
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters en voldoet aan de
gewichtspecificaties voor dit
product.
Gebruik geen papier dat zwaarder
is dan de aanbevolen specificaties
voor afdrukmateriaal voor dit
product, tenzij het HP-papier is dat
is goedgekeurd voor gebruik in dit
product.
Glanzend papier of papier met een
coating
Gebruik alleen glanzend papier of
papier met een coating dat is
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
Gebruik geen glanzend papier of
papier met een coating dat is
bestemd voor gebruik in
inkjetproducten.
NLWW
Papiergebruik begrijpen
53
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en
het papierformaat
OPMERKING: Als u de pagina-instellingen wijzigt in het softwareprogramma, hebben deze
instellingen voorrang op andere instellingen in de printerdriver.
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat is .
5. Selecteer een papiersoort in de vervolgkeuzelijst Type is.
6. Klik op de knop OK.
54 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
Ondersteunde papierformaten
Dit product ondersteunt verschillende papierformaten en kan worden gebruikt met diverse materialen.
OPMERKING: Om de beste afdrukresultaten te verkrijgen, selecteert u het gepaste papierformaat en
-type in de printerdriver voordat u begint af te drukken.
Tabel 6-1 Ondersteunde formaten voor papier en afdrukmateriaal
Formaat Afmetingen
Letter 216 x 279 mm
Legal 216 x 356 mm
A4 210 x 297 mm
Executive 184 x 267 mm
8,5 x 13 216 x 330 mm
4 x 6 101,6 x 152,4 mm
10 x 15 cm 101,6 x 152,4 mm
5 x 8 127 x 203 mm
RA4 215 x 305 mm
A5 148 x 210 mm
A6 105 x 148 mm
B5 (JIS) 182 x 257 mm
16K 184 x 260 mm
195 x 270 mm
197 x 273 mm
Aangep.
Minimum: 76 x 127 mm
Maximum: 216 x 356 mm
OPMERKING: Bij het definiëren van aangepaste formaten via de printerdriver dient u
altijd de korte zijde van de pagina op te geven als de breedte en de lange zijde als de
lengte.
Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten
Formaat Afmetingen
Envelop #10 105 x 241 mm
Envelop DL 110 x 220 mm
Envelop C5 162 x 229 mm
Envelop B5 176 x 250 mm
Envelop Monarch 98 x 191 mm
NLWW
Ondersteunde papierformaten
55
Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten (vervolg)
Formaat Afmetingen
Japanse briefkaart
Briefkaart (JIS)
100 x 148 mm
Dubbele Japanse briefkaart
gedraaid
Dubbele briefkaart (JIS)
148 x 200 mm
Aangep.
Minimaal: 76 x 127 mm
Maximaal: 216 x 356 mm
OPMERKING: Bij het definiëren van aangepaste formaten via de printerdriver dient u
altijd de korte zijde van de pagina op te geven als de breedte en de lange zijde als de
lengte.
56 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
Ondersteunde papiersoorten
Ga naar www.hp.com/support/LJColorMFPM175 voor een compleet overzicht van specifieke HP-
papiersoorten die dit apparaat ondersteunt.
Everyday
Gewoon
Licht
Bankpost
Kringloop
Presentatie
Mat papier
Glanzend papier
Zwaar papier
Zwaarglanzend papier
Brochure
Mat papier
Glanzend papier
In drieën gevouwen papier
Extra zwaar papier
Extra zwaar glanzend papier
Foto/omslag
Mat omslagpapier
Mat fotopapier
Glanzend fotopapier
Glanzende kaarten
Overig
Transparant voor kleurenlaser
Etiketten
Briefhoofd
Envelop
Zware envelop
NLWW
Ondersteunde papiersoorten
57
Voorbedrukt
Geperforeerd
Kleur
Ruw
Zwaar ruw
HP Stevig papier
58 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
Papierladen vullen
Materiaal in de invoerlade plaatsen
OPMERKING: Wanneer u nieuw papier toevoegt, verwijdert u al het papier uit de invoerlade en
legt u de stapel met nieuw papier recht. Waaier het papier niet uit. Zo voorkomt u dat meerdere vellen
papier tegelijkertijd in het apparaat worden ingevoerd en loopt u minder risico dat papier vastloopt.
OPMERKING: Wanneer u afdrukt op kleine of aangepaste papierformaten, plaatst u de korte zijde
(breedte) eerst in het apparaat.
1.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar
boven in de invoerlade.
2.
Schuif de geleiders goed tegen het papier aan.
NLWW
Papierladen vullen
59
Ladecapaciteit
Lade of bak Papiersoort Specificaties Capaciteit
Invoerlade Papier
60-220 g/m
2
Afdrukkwaliteit is gegarandeerd
voor afdrukmateriaal van HP.
150 vellen van 75 g/m
2
Enveloppen
60-90 g/m
2
Maximaal 10 enveloppen
Transparanten 0,12-0,13 mm Maximaal 50 transparanten
Briefkaarten
135-176 g/m
2
Glanzend
130-220 g/m
2
Afdrukstand van het papier voor het vullen van de laden
Als u papier gebruikt dat een specifieke afdrukrichting vereist, moet u dit volgens de informatie in de
volgende tabel laden.
Papiersoort Papier plaatsen
Voorbedrukt of briefhoofdpapier
Naar boven
Bovenrand eerst in het product
Geperforeerd Naar boven
Gaten aan de linkerkant van het product
Envelop Naar boven
Korte rechterrand eerst in het apparaat
60 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW
7 Printcartridges en afbeeldingsdrum
Functie van printcartridges en afbeeldingsdrum
Aanzichten van benodigdheden
Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren
Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen
NLWW 61
Functie van printcartridges en afbeeldingsdrum
Functie Omschrijving
Onderdeel-
nummers
Zwarte printcartridge: CE310A
Cyaan printcartridge: CE311A
Gele printcartridge: CE312A
Magenta printcartridge: CE313A
Afbeeldingsdrum: CE314A
OPMERKING: Het selectienummer voor alle printcartridges en de afbeeldingsdrum is 126A.
Toegankelijk-
heid
Inktpatronen en de imaging drum kunnen met één hand worden geïnstalleerd en verwijderd.
Milieuvrien-
delijke functies
Recycle uw printcartridges met behulp van het programma voor retournering en recycling van HP Planet
Partners.
Meer informatie over benodigdheden vindt u op www.hp.com/go/learnaboutsupplies.
62 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
Aanzichten van benodigdheden
Aanzicht van printcartridge
1
2
1
Geheugenchip van de printcartridge
Aanzicht van afbeeldingsdrum
1
1
Geheugenchip van de afbeeldingsdrum
NLWW
Aanzichten van benodigdheden
63
Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren
Door de printcartridge en de afbeeldingsdrum correct te gebruiken, bewaren en controleren, kunt u
afdrukken van hoge kwaliteit waarborgen.
Instellingen voor printcartridges of de afbeeldingsdrum wijzigen
Afdrukken wanneer een printcartridge of een afbeeldingsdrum het einde van
de geschatte levensduur heeft bereikt
Het bericht <onderdeel> laag, waarbij met <onderdeel> een kleurenprintcartridge of de
afbeeldingsdrum wordt bedoeld: Het apparaat geeft aan wanneer een onderdeel bijna moet worden
vervangen. De werkelijke resterende levensduur kan variëren. Zorg dat u een vervangende
printcartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Het onderdeel
hoeft nog niet te worden vervangen.
Het bericht <onderdeel> zeer laag, waarbij met <onderdeel> de kleurenprintcartridge, de
afbeeldingsdrum of een combinatie van meerdere printcartridges en/of de afbeeldingsdrum wordt
bedoeld: Het apparaat geeft aan wanneer een onderdeel bijna op is. De werkelijke resterende
levensduur van benodigdheden kan variëren. Zorg dat u een vervangende printcartridge hebt die u
kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Het onderdeel hoeft op dat moment nog
niet te worden vervangen, tenzij de afdrukkwaliteit niet meer voldoet.
Zodra een HP printcartridge vrijwel leeg is, geldt de Premium Protection Warranty van HP niet meer
voor dit onderdeel.
De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt onder de productgarantie. Voor vervangende
afbeeldingsdrums geldt een beperkte garantie van één jaar vanaf de installatiedatum. De
installatiedatum van de afbeeldingsdrum staat op de statuspagina voor benodigdheden vermeld.
De instellingen voor zeer laag via het bedieningspaneel wijzigen
U kunt de instelling op elk moment wijzigen en u hoeft deze niet opnieuw in te stellen wanneer u een
nieuwe printcartridge of afbeeldingsdrum installeert.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Instellingen benodigdheden te selecteren en druk
vervolgens op de knop OK.
4. Gebruik de pijlknoppen om het menu Zwarte printcassette, Kleurenprintcass of
Afbeeldingsdrum te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.
64 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
5. Gebruik de pijlknoppen om het menu Instelling voor zeer laag te selecteren en druk
vervolgens op de knop OK.
6.
Selecteer een van de volgende opties:
Selecteer de optie Doorgaan als u wilt dat het apparaat u waarschuwt wanneer een
printcartridge of afbeeldingsdrum vrijwel leeg is, maar u door wilt gaat met afdrukken.
Selecteer de optie Stoppen/Vervangen als u wilt instellen dat het apparaat stopt met
afdrukken tot u de printcartridge of afbeeldingsdrum hebt vervangen.
Selecteer de optie Prompt als u wilt instellen dat het apparaat stopt met afdrukken en u
vraagt de printcartridge of afbeeldingsdrum te vervangen. U kunt het bericht ter kennisgeving
aannemen en doorgaan met afdrukken.
Selecteer Zwart afdrukken in het menu Kleurenprintcass als u wilt instellen dat het
apparaat u waarschuwt wanneer een printcartridge vrijwel leeg is, maar u door wilt gaan
met afdrukken in zwart-wit.
Instructies voor vervanging
De printcartridges vervangen
Wanneer een printcartridge het einde van de levensduur nadert, kunt u doorgaan met afdrukken met
de huidige printcartridge totdat de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
Zodra een HP printcartridge vrijwel leeg is, geldt de Premium Protection Warranty van HP niet meer
voor dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet,
worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het
onderdeel volgens de garantieverklaring van HP voor dit onderdeel.
1.
Bij bepaalde fout- of statusberichten draait het
apparaat de carrousel met printcartridges
automatisch naar de desbetreffende cartridge.
Als de te vervangen printcartridge zich niet in
de juiste positie bevindt, drukt u op de knop
Cartridge
om de carrousel met
printcartridges naar de te vervangen
cartridgekleur te draaien.
OPMERKING: Alle kleppen moeten
gesloten zijn wanneer u op de knop Cartridge
drukt. De knop Cartridge functioneert
pas als ook de afbeeldingsdrum is geïnstalleerd.
OPMERKING: Wacht tot het bericht
Draaien niet meer wordt weergegeven en het
geluid van het draaien is gestopt voordat u de
klep van de printcartridge opent.
NLWW
Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren
65
2.
Open de klep van de printcartridge.
3.
Pak de oude printcartridge bij de
middenhendel vast en verwijder de cartridge.
4.
Haal de nieuwe printcartridge uit de
verpakking. Plaats de gebruikte printcartridge
in de verpakking voor recycling.
VOORZICHTIG: Houd de printcartridge
aan de randen vast om beschadiging van de
cartridge te voorkomen. Raak de rol op de
printcartridge niet aan.
5.
Pak beide kanten van de printcartridge vast en
schud deze zachtjes heen en weer om de
toner gelijkmatig in de printcartridge te
verdelen.
66 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
6.
Pak de printcartridge bij de middenhendel en
verwijder de plastic beschermkap.
OPMERKING: Raak de printcartridgerol
niet aan. Vingerafdrukken op de rol kunnen
problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
7.
Verwijder de tape van de printcartridge. Doe
de tape in de doos van de printcartridge,
zodat deze kan worden gerecycled.
8.
Pak de printcartridge bij de middenhendel en
plaats deze in het apparaat.
OPMERKING: Vergelijk het kleurlabel op
de printcartridge met het kleurlabel in de
carrouselsleuf om er zeker van te zijn dat de
kleur van de printcartridge overeenkomt met
de positie op de carrousel.
VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding
komt, dient u deze er met een droge doek af
te vegen en de kleding in koud water te
wassen. Als u warm water gebruikt, maakt de
toner een permanente vlek in de stof.
9.
Sluit de printcartridgeklep.
OPMERKING: Na het sluiten van de
printcartridgeklep wordt op het
bedieningspaneel het bericht Kalibreren
bezig... weergegeven. Wacht een paar
minuten totdat het kalibreren is voltooid.
OPMERKING: Als u nog een printcartridge
wilt vervangen, moet u de printcartridgeklep
sluiten voordat u op de knop Cartridge
drukt voor de volgende printcartridge.
U hoeft niet te wachten tot het apparaat begint
met kalibreren wanneer u de tweede
printcartridge vervangt. Druk in plaats daarvan
op de knop Cartridge
om de carrousel naar
de juiste positie te draaien. Na het vervangen
van de printcartridges begint het apparaat met
kalibreren.
NLWW
Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren
67
OPMERKING: Als tijdens het afdrukken het statusbericht Cassette onjuist sleuf voor <kleur>
wordt weergegeven, verwijdert u de printcartridge uit de aangegeven sleuf en vergelijkt u het
kleurlabel op de printcartridge met het kleurlabel in de sleuf om te bepalen wat de juiste cartridge voor
de sleuf is.
68 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
De afbeeldingsdrum vervangen
OPMERKING: De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt onder de productgarantie. Voor
vervangende afbeeldingsdrums geldt een beperkte garantie van één jaar vanaf de installatiedatum. De
installatiedatum van de afbeeldingsdrum staat op de statuspagina voor benodigdheden vermeld. De
Premium Protection Warranty van HP geldt alleen voor de printcartridges voor het apparaat.
1.
Open de klep van de printcartridge.
2.
Open de voorklep.
NLWW
Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren
69
3.
Duw de twee hendels van de afbeeldingsdrum
omhoog.
4.
Verwijder de oude afbeeldingsdrum.
5.
Haal de nieuwe afbeeldingsdrum uit de
verpakking. Plaats de gebruikte
afbeeldingsdrum in de verpakking voor
recycling.
70 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
6.
Verwijder de beschermkap van de nieuwe
afbeeldingsdrum.
VOORZICHTIG: Stel de afbeeldingsdrum
niet bloot aan licht. Zo voorkomt u schade aan
de drum. Dek de cartridge af met een vel
papier.
VOORZICHTIG: Raak de groene rol niet
aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum
kunnen problemen geven met de
afdrukkwaliteit.
7.
Plaats de nieuwe afbeeldingsdrum in het
apparaat.
8.
Duw de twee hendels van de afbeeldingsdrum
omlaag.
NLWW
Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren
71
9.
Sluit de voorklep.
10.
Sluit de printcartridgeklep.
OPMERKING: Na het sluiten van de
printcartridgeklep wordt op het
bedieningspaneel het bericht Kalibreren
bezig... weergegeven. Wacht een paar
minuten totdat het kalibreren is voltooid.
Benodigdheden recyclen
Gebruik voor retourzendingen voor recycling van HP LaserJet-printcartridges in de VS en Puerto Rico
het gefrankeerde en geadresseerde etiket dat in de verpakking aanwezig is. Als u het UPS-etiket wilt
gebruiken, geeft u het pakket mee aan UPS bij de volgende levering of de volgende keer dat zij
pakketten komen afhalen. U kunt het pakket ook naar een erkende UPS-afgiftelocatie brengen.
(Wanneer u UPS verzoekt uw pakket op te halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening
gebracht.) Bel 1-800-PICKUPS of ga naar
www.ups.com voor de dichtstbijzijnde UPS-afgiftelocatie. Als
u retour zendt met het FedEx-etiket, geeft u het pakket mee aan een postbode van U.S. Postal Service of
aan FedEx bij de volgende levering of de volgende keer dat zij pakketten komen afhalen. (Wanneer u
FedEx verzoekt uw pakket op te halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht.) U kunt
uw verpakte printcartridge(s) ook op elke U.S. Post Office in de VS of elke FedEx-afgiftelocatie afgeven.
Bel 1-800-ASK-USPS of ga naar
www.usps.com voor de locatie van het dichtstbijzijnde U.S. Post
Office. Bel 1-800-GOFEDEX of ga naar
www.fedex.com voor de dichtstbijzijnde FedEx-afgiftelocatie.
Ga voor meer informatie of het bestellen van extra etiketten of verzenddozen naar
www.hp.com/
recycle of bel 1-800-340-2445. Deze informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
72 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
Printcartridges en afbeeldingsdrums bewaren
Verwijder de printcartridge of de afbeeldingsdrum pas uit de verpakking wanneer u deze wilt gaan
gebruiken.
Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden
Hewlett-Packard Company kan het gebruik van nieuwe of gereviseerde printcartridges of
afbeeldingsdrums die niet door HP zijn vervaardigd, niet aanbevelen.
OPMERKING: Het gebruik van printcartridges die niet van HP zijn, of het gebruik van nagevulde
printcartridges in printerproducten van HP heeft geen invloed op de garantie die aan de klant is
gegeven of op ondersteuningsovereenkomsten van HP die met de klant zijn afgesloten. Echter, als
defecten of schade aan het product te wijten zijn aan het gebruik van printcartridges die niet van HP
zijn of aan nagevulde printcartridges, brengt HP de standaarduren en materiaalkosten in rekening om
het defect of de schade aan het product te repareren.
HP fraudehotline en -website
Bel de fraude-hotline van HP (1-877-219-3183, gratis in Noord-Amerika) of ga naar www.hp.com/go/
anticounterfeit als na de installatie van een HP-printcartridge een bericht op het bedieningspaneel
verschijnt dat de cartridge geen originele HP-cartridge is of dat de cartridge een gebruikte cartridge is.
HP helpt u te bepalen of de desbetreffende cartridge een echt HP-product is en stappen te ondernemen
om het probleem op te lossen.
In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een niet-originele printcartridge:
Op de statuspagina voor benodigdheden wordt aangegeven dat er een onderdeel van een
andere fabrikant dan HP of een gebruikt onderdeel is geïnstalleerd.
U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge.
De cartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (de verpakking is bijvoorbeeld anders dan die van
HP).
NLWW
Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren
73
Problemen met printcartridges of de
afbeeldingsdrum oplossen
Printcartridges en afbeeldingsdrums controleren
U dient de printcartridges te controleren en indien nodig te vervangen wanneer zich een van de
volgende problemen voordoet:
De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd.
Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt.
De afgedrukte pagina's hebben strepen of banen.
Wanneer u hebt vastgesteld dat een printcartridge vervangen moet worden, druk dan de statuspagina
van de benodigdheden af om het onderdeelnummer voor de bijbehorende originele printcartridge van
HP te achterhalen.
Soort printcartridge Procedure voor het oplossen van het probleem
Nagevulde of gereviseerde printcartridge Hewlett-Packard Company kan het gebruik van benodigdheden die niet door HP
zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld) niet aanbevelen. Aangezien dit geen
apparaten van HP zijn, heeft het bedrijf geen invloed op het ontwerp en de
kwaliteit. Wanneer u een nagevulde of gereviseerde printcartridge gebruikt en niet
tevreden bent over de afdrukkwaliteit, vervangt u de cartridge door een originele
cartridge van HP met daarop de woorden 'HP' of 'Hewlett-Packard', of het logo van
HP.
Originele HP printcartridge of HP
afbeeldingsdrum
1.
Op het bedieningspaneel van het apparaat of op de statuspagina van de
benodigdheden wordt de status Zeer laag weergegeven wanneer het einde
van de levensduur van de cartridge is bereikt. Vervang de printcartridge
wanneer de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
2. Druk via het menu Rapporten van het bedieningspaneel de
afdrukkwaliteitspagina af. Wanneer de pagina strepen of vlekken in één kleur
heeft, is de bijbehorende kleurencartridge mogelijk defect. Raadpleeg de
instructies in dit document voor uitleg over de pagina. Vervang indien nodig
de printcartridge.
3.
Kijk of de printcartridge beschadigd is. Zie de onderstaande instructies.
Vervang indien nodig de printcartridge.
4.
Druk een reinigingspagina af als de afgedrukte pagina vlekken heeft met
steeds dezelfde tussenruimte. Als het probleem hiermee nog niet is opgelost,
raadpleeg dan de instructies voor herhaalde fouten in dit document om de
oorzaak van het probleem vast te stellen.
74 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
De printcartridges en afbeeldingsdrum op beschadigingen inspecteren
1.
Haal de printcartridge uit het apparaat en controleer de cartridge op beschadigingen.
2.
Als de printcartridge niet is beschadigd, schudt u de printcartridge een paar keer licht heen en
weer en installeert u deze vervolgens opnieuw. Druk enkele pagina's af om te zien of het
probleem is opgelost.
3.
Als het probleem niet is opgelost, haalt u de afbeeldingsdrum uit het apparaat. Controleer
vervolgens de buitenkant van de afbeeldingsdrum.
VOORZICHTIG: Raak de groene rol niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen
problemen geven met de afdrukkwaliteit.
4.
Vervang de afbeeldingsdrum wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen
op de afbeeldingsdrum bevinden.
Herhaalde fouten
Als fouten worden herhaald met een van de volgende tussenruimten op de pagina, is de printcartridge
of afbeeldingsdrum mogelijk beschadigd.
22 mm (printcartridge)
26 mm (afbeeldingsdrum)
29 mm (printcartridge)
94 mm (afbeeldingsdrum)
NLWW
Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen
75
De statuspagina voor benodigdheden afdrukken
Vanaf het bedieningspaneel kunt u de configuratiepagina en de pagina Status benodigdheden
afdrukken, met gedetailleerde informatie over het product en de huidige instellingen.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel van het apparaat.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Rapporten te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Status benodigdheden te selecteren en druk vervolgens
op de knop OK.
Pagina Omschrijving
Configuratiepagina Een lijst afdrukken met alle instellingen van het apparaat.
Pagina Status benodigdheden Op de pagina Status benodigdheden vindt u de volgende informatie:
Geschatte resterende levensduur van de printcartridge in procenten
Garantie voor printcartridges en afbeeldingsdrum (als deze benodigdheden vrijwel leeg
zijn)
Onderdeelnummers voor HP printcartridges en de afbeeldingsdrum
Het aantal pagina's dat met elke printcartridge is afgedrukt
Informatie over het bestellen van nieuwe HP-printcartridges en het recyclen van gebruikte
HP-printcartridges
De geschatte resterende levensduur en de installatiedatum van de afbeeldingsdrum
worden op de statuspagina voor benodigdheden vermeld.
De afdrukkwaliteitspagina interpreteren
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel van het apparaat.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Rapporten te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Afdrukkwaliteit te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK.
Deze pagina bevat vijf gekleurde banen die in vier groepen zijn ingedeeld, zoals in de onderstaande
afbeelding is weergegeven. Door elke groep te onderzoeken, kunt u het probleem isoleren en bepalen
welke printcartridge het probleem veroorzaakt.
76 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
Gebied Printcartridge
1Geel
2Cyaan
3Zwart
4Magenta
Als er in slechts één groep stippen en strepen voorkomen, dient u de printcartridge te vervangen
die bij deze groep hoort.
Als er in meerdere groepen stippen voorkomen, dient u een reinigingspagina af te drukken. Als
het probleem aanhoudt, controleert u of de stippen altijd dezelfde kleur hebben (bijvoorbeeld of
er in alle vijf gekleurde banen magentastippen worden weergegeven). Als de stippen allemaal
dezelfde kleur hebben, dient u die printcartridge te vervangen.
Als er strepen worden weergeven in meerdere gekleurde banen dient u contact op te nemen met
HP. Waarschijnlijk wordt het probleem dan niet veroorzaakt door de printcartridge.
Berichten voor printcartridges of de afbeeldingsdrum op het
bedieningspaneel interpreteren
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
10.0004 Onderdelenfout
10.1004 Onderdeelgeheugenfout
Er is een communicatieprobleem met de
afbeeldingsdrum.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Als de fout zich blijft voordoen,
vervangt u de afbeeldingsdrum.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
NLWW
Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen
77
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
10.000X Onderdeelgeheugenfout
10.100X Onderdeelgeheugenfout
Er is een communicatieprobleem met een van
de printcartridges. "X" geeft aan om welke
cartridge het gaat: 0=zwart, 1=cyaan,
2=magenta, 3=geel.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Controleer of de printcartridge op de
juiste wijze is geïnstalleerd. Verwijder
de printcartridges en installeer ze
opnieuw.
Als de fout zich blijft voordoen,
vervangt u de printcartridges.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
Benodigdheden laag
Een of meerdere printcartridges, of een
combinatie van printcartridge(s) en de
afbeeldingsdrum, naderen het geschatte
einde van hun levensduur.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is
verstandig een vervangend onderdeel achter
de hand te hebben.
Benodigdheden op verkeerde plaats
De printcartridges zijn in de verkeerde
sleuven geplaatst.
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de
juiste sleuf zijn geplaatst.
Benodigdheden zeer laag
Een of meerdere printcartridges, of een
combinatie van printcartridge(s) en de
afbeeldingsdrum, hebben het geschatte
einde van hun levensduur bereikt.
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP
aan de printcartridge of afbeeldingsdrum nu
te vervangen. U kunt doorgaan met
afdrukken tot u een afname in de
afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke
levensduur van een cartridge kan variëren.
Zodra een HP printcartridge vrijwel leeg is,
geldt de Premium Protection Warranty van
HP niet meer voor dit onderdeel. Wanneer
een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het
afdrukken wordt voortgezet, worden
afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet
beschouwd als materiaal- of fabricagefouten
in het onderdeel volgens de garantie op de
printcartridge van HP.
De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt
onder de productgarantie. Voor
vervangende afbeeldingsdrums geldt een
beperkte garantie van één jaar vanaf de
installatiedatum. De installatiedatum van de
afbeeldingsdrum staat op de statuspagina
voor benodigdheden vermeld.
Cassette onjuist sleuf voor <kleur>
Er is een printcartridge onjuist geïnstalleerd
in de betreffende sleuf.
Zorg ervoor dat alle printcartridges in de
juiste sleuf zijn geplaatst.
Cyaan cassette laag
Het geschatte einde van de levensduur van
de printcartridge nadert.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is
verstandig een vervangend onderdeel achter
de hand te hebben.
78 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Cyaan zeer laag
De printcartridge heeft het einde van de
geschatte gebruiksduur bereikt.
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP
aan de printcartridge nu te vervangen. U
kunt doorgaan met afdrukken tot u een
afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De
werkelijke levensduur van een cartridge kan
variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is,
is de Premium Protection Warranty van HP
niet langer van toepassing op dit onderdeel.
Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg
is en het afdrukken wordt voortgezet,
worden afdrukgebreken of
cartridgeproblemen niet beschouwd als
materiaal- of fabricagefouten in het
onderdeel volgens de garantie op de
printcartridge van HP.
Gebr. toebehoren in gebr.
Er zijn gebruikte benodigdheden
geïnstalleerd. De printcartridges zijn zeer
waarschijnlijk nagevulde cartridges.
Als u denkt dat u een echte HP-cartridge hebt
aangeschaft, gaat u naar het volgende
webadres van HP:
www.hp.com/go/
anticounterfeit.
Als defecten of schade aan het product te
wijten zijn aan het gebruik van
printcartridges die niet van HP zijn of aan
nagevulde printcartridges, brengt HP de
standaarduren en materiaalkosten in
rekening om het defect of de schade aan het
product te repareren. De status van
benodigdheden en daarmee
samenhangende functies zijn niet
beschikbaar voor gebruikte cartridges.
Gebruikte <kleur> cassette geplaatst
Er is een gebruikte cartridge geïnstalleerd.
De printcartridge is zeer waarschijnlijk een
nagevulde cartridge.
Als u denkt dat u een echte HP-cartridge hebt
aangeschaft, gaat u naar het volgende
webadres van HP:
www.hp.com/go/
anticounterfeit.
Als defecten of schade aan het product te
wijten zijn aan het gebruik van
printcartridges die niet van HP zijn of aan
nagevulde printcartridges, brengt HP de
standaarduren en materiaalkosten in
rekening om het defect of de schade aan het
product te repareren. De status van
benodigdheden en daarmee
samenhangende functies zijn niet
beschikbaar voor gebruikte cartridges.
NLWW
Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen
79
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Gebruikte cassettes geplaatst
Er zijn gebruikte benodigdheden
geïnstalleerd. De printcartridges zijn zeer
waarschijnlijk nagevulde cartridges.
Als u denkt dat u een echte HP-cartridge hebt
aangeschaft, gaat u naar het volgende
webadres van HP:
www.hp.com/go/
anticounterfeit.
Als defecten of schade aan het product te
wijten zijn aan het gebruik van
printcartridges die niet van HP zijn of aan
nagevulde printcartridges, brengt HP de
standaarduren en materiaalkosten in
rekening om het defect of de schade aan het
product te repareren. De status van
benodigdheden en daarmee
samenhangende functies zijn niet
beschikbaar voor gebruikte cartridges.
Geel printcass. laag
Het geschatte einde van de levensduur van
de printcartridge nadert.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is
verstandig een vervangend onderdeel achter
de hand te hebben.
Geel zeer laag
De printcartridge heeft het einde van de
geschatte gebruiksduur bereikt.
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP
aan de printcartridge nu te vervangen. U
kunt doorgaan met afdrukken tot u een
afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De
werkelijke levensduur van een cartridge kan
variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is,
is de Premium Protection Warranty van HP
niet langer van toepassing op dit onderdeel.
Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg
is en het afdrukken wordt voortgezet,
worden afdrukgebreken of
cartridgeproblemen niet beschouwd als
materiaal- of fabricagefouten in het
onderdeel volgens de garantie op de
printcartridge van HP.
Klep open
De printcartridgeklep staat open. Sluit de printcartridgeklep.
Magenta cassette laag
Het geschatte einde van de levensduur van
de printcartridge nadert.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is
verstandig een vervangend onderdeel achter
de hand te hebben.
80 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Magenta zeer laag
De printcartridge heeft het einde van de
geschatte gebruiksduur bereikt.
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP
aan de printcartridge nu te vervangen. U
kunt doorgaan met afdrukken tot u een
afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De
werkelijke levensduur van een cartridge kan
variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is,
is de Premium Protection Warranty van HP
niet langer van toepassing op dit onderdeel.
Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg
is en het afdrukken wordt voortgezet,
worden afdrukgebreken of
cartridgeproblemen niet beschouwd als
materiaal- of fabricagefouten in het
onderdeel volgens de garantie op de
printcartridge van HP.
Onderdelen vervangen
Meerdere benodigdheden hebben het einde
van de geschatte levensduur bereikt. Het
apparaat is zo ingesteld dat het afdrukken
stopt wanneer een van de benodigdheden
het niveau Zeer laag heeft bereikt.
Vervang de benodigdheden of configureer
het apparaat opnieuw om door te gaan met
afdrukken nadat de benodigdheden het
niveau Vrijwel leeg hebben bereikt.
Storing in cartridgegebied
Het apparaat heeft vastgelopen papier
aangetroffen in het printcartridgegebied.
Verhelp de storing op de locatie die in het
bericht is aangegeven en volg dan de
instructies op het bedieningspaneel.
Vervang <kleur>. Zwart afdrukken.
De aangegeven printcartridge heeft het
einde van de geschatte levensduur bereikt.
Het product is zo ingesteld dat het doorgaat
met afdrukken met alleen de zwarte
printcartridge totdat de vrijwel lege
printcartridge is vervangen.
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP
aan de printcartridge nu te vervangen. U
kunt doorgaan met afdrukken tot u een
afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De
werkelijke levensduur van een cartridge kan
variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is,
is de Premium Protection Warranty van HP
niet langer van toepassing op dit onderdeel.
Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg
is en het afdrukken wordt voortgezet,
worden afdrukgebreken of
cartridgeproblemen niet beschouwd als
materiaal- of fabricagefouten in het
onderdeel volgens de garantie op de
printcartridge van HP.
Vervang <kleur> cassette
De aangegeven printcartridge heeft het
einde van de geschatte levensduur bereikt.
Het apparaat is zo ingesteld dat het
afdrukken stopt wanneer de printcartridge
vrijwel leeg is.
Vervang de printcartridge of configureer het
apparaat opnieuw om door te gaan met
afdrukken nadat de printcartridge het niveau
"zeer laag" heeft bereikt.
NLWW
Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen
81
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Vervang onderdelen. Zwart
afdrukken.
Een of meerdere printcartridges hebben het
einde van de geschatte levensduur bereikt.
Het product is zo ingesteld dat het doorgaat
met afdrukken met alleen de zwarte
printcartridge totdat de vrijwel lege
printcartridges zijn vervangen.
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP
aan de printcartridge nu te vervangen. U
kunt doorgaan met afdrukken tot u een
afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De
werkelijke levensduur van een cartridge kan
variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is,
is de Premium Protection Warranty van HP
niet langer van toepassing op dit onderdeel.
Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg
is en het afdrukken wordt voortgezet,
worden afdrukgebreken of
cartridgeproblemen niet beschouwd als
materiaal- of fabricagefouten in het
onderdeel volgens de garantie op de
printcartridge van HP.
Zwarte printcass. laag
Het geschatte einde van de levensduur van
de printcartridge nadert.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is
verstandig een vervangend onderdeel achter
de hand te hebben.
Zwarte zeer laag
De printcartridge heeft het einde van de
geschatte gebruiksduur bereikt.
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP
aan de printcartridge nu te vervangen. U
kunt doorgaan met afdrukken tot u een
afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De
werkelijke levensduur van een cartridge kan
variëren.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is,
is de Premium Protection Warranty van HP
niet langer van toepassing op dit onderdeel.
Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg
is en het afdrukken wordt voortgezet,
worden afdrukgebreken of
cartridgeproblemen niet beschouwd als
materiaal- of fabricagefouten in het
onderdeel volgens de garantie op de
printcartridge van HP.
82 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW
8 Afdruktaken
Een afdruktaak annuleren
Basistaken afdrukken in Windows
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
NLWW 83
Een afdruktaak annuleren
1.
Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren
te drukken op het
bedieningspaneel van het apparaat.
OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt,
gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren
drukt, wordt het
proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven.
2.
U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm
weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Afdrukwachtrij van Windows: als een afdruktaak in een afdrukwachtrij
(computergeheugen) of printerspooler staat, kunt u de taak daar wissen.
Windows XP, Server 2003 of Server 2008: Klik op Start en Instellingen en
kies Printers en faxapparaten. Dubbelklik op het pictogram van het product om het
venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en
klik op Annuleren.
Windows Vista: klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens
onder Hardware en geluiden op Printer. Dubbelklik op het pictogram van het
product om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u
wilt annuleren en klik op Annuleren.
Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers. Dubbelklik op het
pictogram van het apparaat om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op
de afdruktaak die u wilt annuleren en klik op Annuleren.
84 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
De manier om het afdrukdialoogvenster van een programma te openen, kan afwijken. In de volgende
procedures is een veelvoorkomende manier gebruikt. Sommige programma's hebben geen menu
Bestand. Raadpleeg de documentatie van uw programma voor informatie over het openen van het
afdrukdialoogvenster.
De printerdriver openen met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
Hulp krijgen bij een afdrukoptie met Windows
1. Klik op de knop Help om de online-Help te
openen.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
85
Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer het apparaat en vervolgens het aantal exemplaren.
Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt
gebruiken met Windows
Een afdruksnelkoppeling gebruiken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
86 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
4.
Selecteer één van de snelkoppelingen en klik
vervolgens op de knop OK.
OPMERKING: Wanneer u een
snelkoppeling selecteert, worden de
bijbehorende instellingen op de overige
tabbladen in de printerdriver gewijzigd.
Afdruksnelkoppelingen maken
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
87
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
4.
Selecteer een bestaande snelkoppeling als
basis.
OPMERKING: Selecteer altijd eerst een
snelkoppeling voordat u een van de
instellingen aan de rechterkant van het scherm
aanpast. Als u de instellingen wijzigt en
vervolgens een snelkoppeling selecteert, of als
u een andere snelkoppeling selecteert, gaan al
uw wijzigingen verloren.
88 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
5.
Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe
snelkoppeling.
OPMERKING: U kunt de afdrukopties op
elk tabblad van de printerdriver selecteren.
Nadat u opties hebt geselecteerd op een
ander tabblad, dient u terug te keren naar het
tabblad Snelkoppelingen voordat u
verdergaat met de volgende stap.
6. Klik op de knop Opslaan als.
7.
Geef een naam op voor de snelkoppeling en
klik vervolgens op de knop OK.
De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows
Het papierformaat selecteren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
89
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat is .
Een aangepast papierformaat selecteren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik op de knop Aangepast.
5.
Voer een naam voor het aangepaste formaat in en geef de afmetingen op.
De breedte is de korte zijde van het papier.
De lengte is de lange zijde van het papier.
OPMERKING: Plaats het papier altijd met de korte zijde naar voren in de laden.
6. Klik op de knop Opslaan en dan op de knop Sluiten.
De papiersoort selecteren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op de optie Meer....
5.
Selecteer de categorie met papiersoorten die het best overeenkomt met het papier en klik
vervolgens op de papiersoort die u gebruikt.
90 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows
1.
Plaats het papier met de voorkant naar boven
in de invoerlade.
2. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
3.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
91
4. Klik op het tabblad Afwerking.
5. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken (handmatig) in. Klik op OK
om de eerste zijde van de taak af te drukken.
6.
Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en
plaats het papier met de bedrukte zijde naar
beneden in de invoerlade, zonder de
afdrukrichting te wijzigen.
7. Klik op de computer op de knop Doorgaan
om de tweede zijde af te drukken. Als u zich
bij het apparaat bevindt, drukt u op de knop
OK.
92 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
93
4.
Selecteer het aantal pagina's per vel in het
vervolgkeuzemenu Pagina's per vel.
5.
Selecteer de juiste opties voor
Paginaranden afdrukken,
Paginavolgorde en Afdrukrichting.
De standaardafdrukstand selecteren met Windows
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van
het softwareprogramma.
94 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
2.
Selecteer het apparaat en klik op de knop
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Selecteer in het gedeelte Afdrukrichting de
optie staand of Liggend.
Als u de pagina omgekeerd wilt afdrukken,
selecteert u de optie Gedraaid.
Kleuropties instellen met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Basistaken afdrukken in Windows
95
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Klik in het gebied Kleuropties op de optie Handmatig en klik vervolgens op de knop
Instellingen.
5.
Pas de algemene instellingen voor Scherpteregeling en de instellingen voor Tekst, Illustraties en
Foto's aan.
96 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
Gekleurde tekst als zwart printen met Windows
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Schakel het selectievakje Alle tekst zwart afdrukken in. Klik op de knop OK.
Afdrukken op voorbedrukt briefpapier of voorbedrukte
formulieren met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
97
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op de
optie Meer....
98 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
5. Selecteer de optie Overig.
6.
Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik
vervolgens op de knop OK.
Afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
99
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op
Meer....
100 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
5.
Selecteer de categorie met papiersoorten uit
die het best overeenkomt met het papier dat u
gebruikt.
OPMERKING: Etiketten en transparanten
staan in de lijst Overig.
6.
Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik
vervolgens op de knop OK.
De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken met
Windows
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van
het softwareprogramma.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
101
2.
Selecteer het apparaat en klik op de knop
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Schakel het selectievakje Ander papier
gebruiken in en selecteer de benodigde
instellingen voor de voorpagina, andere
pagina's en achterpagina.
102 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
103
3. Klik op het tabblad Effecten.
4. Selecteer de optie Document afdrukken
op en selecteer vervolgens een formaat in de
vervolgkeuzelijst.
Een watermerk aan een document toevoegen in Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Effecten.
4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken.
Of klik op de knop Bewerken als u een nieuw watermerk wilt toevoegen aan de lijst. Selecteer
de instellingen voor het watermerk en klik vervolgens op de knop OK.
5. Schakel het selectievakje Alleen eerste pagina in als u het watermerk alleen op de eerste
pagina wilt afdrukken. Doet u dit niet, dan wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt.
104 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
Een brochure maken met Windows
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van
het softwareprogramma.
2.
Selecteer het apparaat en klik op de knop
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
NLWW
Geavanceerde taken afdrukken in Windows
105
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken (handmatig) in.
5.
Selecteer een inbindoptie in de
vervolgkeuzelijst Brochurelay-out. De optie
Pagina's per vel verandert automatisch in 2
pagina's per vel.
106 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
9Kleur
Kleur aanpassen
HP EasyColor voor Windows gebruiken
Kleuren overeen laten stemmen
NLWW 107
Kleur aanpassen
Beheer kleur door de instellingen op het tabblad Kleur in de printerdriver te wijzigen.
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's.
Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGB-
gegevens in de onbewerkte apparaatmodus. Hiermee kunt u de kleuren in het
softwareprogramma of het besturingssysteem beheren voor de juiste weergave.
Levendig: Met dit thema wordt de kleurverzadiging in de middentinten verhoogd. Gebruik
dit thema voor het afdrukken van zakelijke illustraties.
Foto: Met dit thema wordt RGB-kleur geïnterpreteerd alsof dit wordt afgedrukt als een foto
met behulp van een digitaal mini-lab. Hierdoor worden diepere, vollere kleuren anders
weergegeven dan bij het thema Standaard (sRGB). Gebruik dit thema voor het afdrukken van
foto's.
Foto (Adobe RGB 1998): Gebruik dit thema voor het afdrukken van digitale foto's die de
AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Schakel kleurbeheer in het
softwareprogramma uit wanneer u dit thema gebruikt.
Geen: Er wordt geen kleurthema gebruikt.
108 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW
De kleuropties wijzigen
Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig.
De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur.
De instelling Handmatig: selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van
andere instellingen aan te passen.
OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de
afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische
deskundigen.
5. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten om een kleurendocument af te drukken in zwart en
grijstinten. Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen. U
kunt deze optie ook gebruiken om concepten af te drukken of kleurtoner te besparen.
6. Klik op de knop OK.
handmatige kleuropties
Met de handmatige kleuraanpassingsopties kunt u zelf de opties Neutrale grijstinten, Halftonen
en Scherpteregeling voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen.
NLWW
Kleur aanpassen
109
Tabel 9-1 handmatige kleuropties
Beschrijving instelling Opties instelling
Randenbeheer
Met de instelling Randenbeheer beheert u de
rendering van randen. De scherpteregeling heeft
twee componenten: adaptieve halftonen en
overlapping. Met adaptieve halftonen worden
randen scherper weergegeven. Bij overlapping
worden de randen van aangrenzende objecten licht
overlapt om het effect van verspringende
kleurvlakken tegen te gaan.
Uit dient voor het uitschakelen van zowel trapping als
aangepaste halftonen.
Licht stelt trapping in op het laagste niveau. Adaptieve halftonen
is ingeschakeld.
Bij Normaal wordt overlapping ingesteld op een gemiddeld
niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld.
Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. Adaptieve
halftonen is ingeschakeld.
Halftoon
Halftoonopties zijn van invloed op de helderheid
en resolutie van de kleuruitvoer.
De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen
oppervlakken en verbetert foto's door kleurnuances geleidelijk in
elkaar te laten overgaan. Kies deze optie als het gelijkmatig
vullen van gekleurde vlakken belangrijk is.
De optie Detail is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe
scheidingen tussen lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen
met een patroon of veel details. Selecteer deze optie als scherpe
randen en details belangrijk zijn.
Neutrale grijstinten
Met de instelling Neutrale grijstinten wordt
bepaald welke methode wordt toegepast voor het
samenstellen van grijze kleuren in tekst, afbeeldingen
en foto's.
Alleen zwart genereert neutrale kleuren (grijstinten en zwart)
met alleen zwarte toner. Dit garandeert neutrale kleuren zonder
kleurencontrast. Deze instelling is het best geschikt voor
documenten en transparanten met grijsschalen.
4-Kleur levert neutrale kleuren (grijs en zwart) door combinatie
de vier tonerkleuren. Deze methode levert beter in elkaar
overlopende kleuren en kleurovergangen naar niet-neutrale
kleuren en biedt bovendien het donkerste zwart.
110 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW
HP EasyColor voor Windows gebruiken
Als u de HP PCL 6-printerdriver voor Windows gebruikt, verbetert de HP EasyColor-technologie
automatisch documenten met gemengde inhoud die worden afgedrukt vanuit Microsoft Office-
programma's. Met deze technologie worden documenten gescand en foto's in JPEG- of PNG-indeling
automatisch aangepast. De HP EasyColor-technologie verdeelt het volledige beeld niet in
verschillende stukken, maar verbetert dit in één keer. Daardoor worden kleuren consistenter, details
scherper weergegeven en afdrukken sneller gemaakt.
In het volgende voorbeeld zijn de beelden aan de linkerzijde gemaakt zonder de optie
HP EasyColor. De beelden aan de rechterzijde tonen de verbeteringen dankzij het gebruik van de
optie HP EasyColor.
De optie HP EasyColor is standaard ingeschakeld in de HP PCL 6-printerdriver, zodat u kleuren niet
handmatig hoeft aan te passen. Als u de optie wilt uitschakelen zodat u de kleurinstellingen handmatig
kunt aanpassen, selecteert u het tabblad Kleur en schakelt u het selectievakje HP EasyColor uit.
NLWW
HP EasyColor voor Windows gebruiken
111
Kleuren overeen laten stemmen
De beste methode om de kleuren te laten overeenstemmen is uw documenten af te drukken in sRGB-
kleuren.
Het laten overeenstemmen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is
ingewikkeld omdat printers en monitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van
kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels via een RGB-kleurenproces (rood,
groen, blauw); printers drukken kleuren af door middel van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel
en zwart).
Diverse factoren kunnen het overeenstemmen van afgedrukte kleuren met de kleuren op de monitor
beïnvloeden:
Afdrukmateriaal
Printerkleurstoffen (bijvoorbeeld inkten en toners)
Het afdrukproces (bijvoorbeeld inkjet-, drukpers- of lasertechnologie)
De verlichting in de ruimte
Persoonlijke verschillen in kleurwaarneming
Softwareprogramma's
Printerdrivers
Computerbesturingssystemen
Monitoren
Videokaarten en -drivers
Omgevingsfactoren (bijvoorbeeld vochtigheidsgraad)
Houd rekening met bovengenoemde factoren als de kleuren op uw scherm niet volmaakt overeenkomen
met de afgedrukte kleuren.
112 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW
10 Kopiëren
Kopieerfuncties gebruiken
Kopieerinstellingen
Foto's kopiëren
Originelen met verschillende formaten combineren
Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren
NLWW 113
Kopieerfuncties gebruiken
Snel kopiëren
1.
Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer.
2. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten.
Meerdere exemplaren
1.
Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer.
2.
Raak op het bedieningspaneel de knop Aantal
aan.
3.
Gebruik de pijlknoppen om het aantal exemplaren te wijzigen.
4. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten.
114 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW
Een origineel met meerdere pagina's kopiëren
1.
Plaats de originelen in de documentinvoer met de afdrukzijde naar boven en schuif vervolgens de
geleiders tegen het papier aan.
2. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten.
Identiteitsbewijzen kopiëren
Met de functie ID-kopie kunt u beide kanten van een identiteitsbewijs of kleine documenten afdrukken
op één vel papier. Het apparaat vraagt u de eerste zijde te kopiëren en vervolgens de tweede zijde op
een ander gedeelte van de scannerglasplaat te plaatsen om de volgende kopie te maken. Beide
afbeeldingen worden tegelijk afgedrukt.
1.
Leg het document op de scannerglasplaat.
2.
Druk op de knop Menu Kopiëren
op het
bedieningspaneel.
3. Gebruik de pijlknoppen om het menu ID-
kopie te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK.
NLWW
Kopieerfuncties gebruiken
115
4.
Wanneer op het scherm van het
bedieningspaneel de vraag verschijnt of u het
document wilt omkeren, draait u het document
om, plaatst u het op een ander deel van het
scannerglas en drukt u op de knop OK.
5.
Wanneer hierom wordt gevraagd via een
bericht op het bedieningspaneel, drukt u op de
knop Zwart of Kleur om het kopiëren te
starten.
Het apparaat kopieert alle pagina's op één
zijde van een vel papier.
Een kopieertaak annuleren
1.
Druk op de knop Annuleren
op het bedieningspaneel van het apparaat.
OPMERKING: Als er meer dan één proces actief is, worden het huidige proces en alle
wachtende processen beëindigd wanneer u op de knop Annuleren
drukt.
2.
Verwijder de resterende pagina's uit de documentinvoer.
Kopieën vergroten of verkleinen
1.
Plaats het document op de glasplaat van de
scanner of in de documentinvoer.
116 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW
2.
Druk op de knop Menu Kopiëren
op het
bedieningspaneel.
3.
Gebruik de pijlknoppen om het menu-item
Verkl./vergroten te selecteren en druk
vervolgens op de knop OK. Raak de
pijlknoppen aan om door de opties te
bladeren en druk vervolgens op de knop OK
om de gewenste optie te selecteren.
4. Druk op de knop Zwart of Kleur om het
kopiëren te starten.
Een kopieertaak sorteren
1.
Plaats het document op de glasplaat van de
scanner of in de documentinvoer.
2.
Druk op de knop Menu Kopiëren
op het
bedieningspaneel.
3.
Gebruik de pijlknoppen om het menu-item
Sorteren te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK. Raak de pijlknoppen aan om
door de opties te bladeren en druk vervolgens
op de knop OK om een optie te selecteren.
4. Druk op de knop Zwart of Kleur om het
kopiëren te starten.
NLWW
Kopieerfuncties gebruiken
117
Afdrukken in zwart-wit of kleur
1.
Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer.
2. Druk op de knop Zwart of Kleur op het bedieningspaneel om het kopiëren te starten.
Kopieerinstellingen
Kopieerkwaliteit wijzigen
De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar:
Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie niet erg belangrijk vindt.
Dit is de standaardinstelling.
Gemengd: Gebruik deze instelling voor documenten met zowel tekst als afbeeldingen.
Tekst: Gebruik deze instelling voor documenten die uit voornamelijk tekst bestaan.
Afbeelding: Gebruik deze instelling voor documenten die uit voornamelijk afbeeldingen bestaan.
118 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW
1.
Plaats het document op de glasplaat van de
scanner of in de documentinvoer.
2.
Druk op de knop Menu Kopiëren
op het
bedieningspaneel.
3.
Gebruik de pijlknoppen om het menu
Optimaliseren te selecteren en druk
vervolgens op de knop OK.
4.
Gebruik de pijlknoppen om de juiste optie te
selecteren en druk vervolgens op de knop OK.
5. Druk op de knop Zwart of Kleur om het
kopiëren te starten.
Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de
scanner zitten
Na verloop van tijd kan er zich vuil ophopen op de glasplaat van de scanner en de witte, plastic
achtergrondplaat, wat een negatieve invloed op de prestaties kan hebben. Voer de volgende
procedure uit om de glasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat te reinigen.
1.
Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en
haal het netsnoer uit het stopcontact.
NLWW
Kopieerinstellingen
119
2.
Open het deksel van de scanner.
3.
Reinig de scannerglasplaat, de scanstrip van
de documentinvoer en de witte plastic
achterplaat met een zachte doek of spons die
is bevochtigd met een niet-agressief
reinigingsmiddel.
VOORZICHTIG: Gebruik geen
schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak,
ethanol of tetrachloorkoolstof op het product;
deze stoffen kunnen het product beschadigen.
Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks
met vloeistoffen in aanraking komen. Deze
kunnen onder de glasplaat terechtkomen en
het product beschadigen.
4.
Droog de glasplaat en de witte, plastic
achtergrondplaat met een zeem of spons om
vlekken te voorkomen.
5.
Sluit het product weer aan het schakel het met
de aan-uitschakelaar weer in.
De helderheid of donkerte voor kopieën aanpassen
1.
Plaats het document op de glasplaat van de
scanner of in de documentinvoer.
2.
Druk op de knop Lichter/donkerder
op het
bedieningspaneel.
3.
Pas de instelling aan met de pijlknoppen.
4. Druk op de knop Zwart of Kleur om het
kopiëren te starten.
120 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW
Aangepaste kopieerinstellingen opgeven
Als u de kopieerinstellingen wijzigt op het bedieningspaneel, blijven de gewijzigde instellingen na het
voltooien van de taak nog ongeveer twee minuten actief voordat het apparaat weer terugkeert naar de
standaardinstellingen. Druk op de knop Annuleren
om de standaardinstellingen direct terug te zetten.
Van rand tot rand afdrukken of kopiëren
Het product kan niet volledig van rand tot rand afdrukken. Het maximale afdrukgebied is 203,2 x
347 mm (8 x 13,7 inch), waardoor er een niet-afdrukbare rand van 4 mm op de pagina overblijft.
Aanwijzingen voor het afdrukken of scannen van documenten met afgekapte randen (zonder
marges):
Wanneer het origineel kleiner is dan het formaat van de uitvoer, plaatst u het origineel 4 mm
verwijderd uit de hoek die door het pictogram op de scanner wordt aangegeven. Kopieer of scan
opnieuw in deze positie.
Wanneer het origineel het gewenste uitvoerformaat heeft, gebruikt u de functie Verkl./
vergroten om de afbeelding te verkleinen zodat de kopie niet wordt bijgesneden.
Het papierformaat en de papiersoort instellen voor kopieën op
speciaal papier
1.
Druk op de knop Menu Kopiëren
op het
bedieningspaneel.
2.
Gebruik de pijlknoppen om het menu-item
Papier te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK.
3.
Selecteer in de lijst met papierformaten de
naam van het papierformaat dat in lade 1 is
geplaatst. Druk vervolgens op de knop OK.
4.
Selecteer in de lijst met papiersoorten de naam
van de papiersoort die in lade 1 is geplaatst.
Druk vervolgens op de knop OK.
5. Druk op de knop Zwart of Kleur om het
kopiëren te starten.
NLWW
Kopieerinstellingen
121
De standaardinstellingen herstellen
1.
Druk op de knop Menu Kopiëren
op het
bedieningspaneel.
2.
Gebruik de pijlknoppen om het menu-item
Standaardwaarden te selecteren en druk
vervolgens op de knop OK.
122 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW
Foto's kopiëren
OPMERKING: Kopieer foto's via de scannerglasplaat en niet via de documentinvoer.
1.
Plaats de foto met de afbeelding omlaag in de linkerbovenhoek van de scannerglasplaat en sluit
de scannerklep.
2.
Druk op de knop Menu Kopiëren
op het bedieningspaneel.
3. Gebruik de pijlknoppen om het menu-item Optimaliseren te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Afbeelding te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
5. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten.
NLWW
Foto's kopiëren
123
Originelen met verschillende formaten combineren
Gebruik de scannerglasplaat om originelen met verschillende formaten te combineren.
OPMERKING: U kunt de documentinvoer alleen gebruiken voor kopieertaken met originelen van
verschillende grootte als de pagina's één afmeting met elkaar gemeen hebben. U kunt bijvoorbeeld
pagina's met de formaten Letter en Legal combineren omdat ze allebei dezelfde breedte hebben.
Stapel de pagina's zodanig dat de bovenranden met elkaar zijn uitgelijnd, zodat de pagina's allemaal
dezelfde breedte hebben en alleen in lengte verschillen.
1.
Plaats in lade 1 papier dat groot genoeg is voor de grootste pagina van het originele document.
2.
Plaats één pagina van het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de
linkerbovenhoek van de scannerglasplaat.
3.
Druk op de knop Menu Kopiëren
op het bedieningspaneel.
4. Gebruik de pijlknoppen om het menu-item Papier te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
5.
Raak in de lijst met papierformaten de naam van het papierformaat aan dat in lade 1 is geplaatst.
Druk vervolgens op de knop OK.
6.
Raak in de lijst met papiersoorten de naam van de papiersoort aan die in lade 1 is geplaatst.
Druk vervolgens op de knop OK.
7. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten.
8.
Herhaal deze stappen voor elke pagina.
124 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW
Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren
1.
Plaats de eerste pagina van het document op
de glasplaat van de scanner of in de
documentinvoer.
2. Druk op de knop Zwart of Kleur op het
bedieningspaneel om het kopiëren te starten.
3.
Haal de afdruk uit de uitvoerbak, draai de
stapel 180 graden en plaats de pagina met de
bedrukte zijde naar beneden in lade 1.
4.
Plaats de volgende pagina van het document
op de glasplaat van de scanner of in de
documentinvoer.
NLWW
Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren
125
5. Druk op de knop Zwart of Kleur om het
kopiëren te starten.
6.
Herhaal deze stappen totdat het kopiëren is
voltooid.
126 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW
11 Scannen
Scanfuncties gebruiken
Scaninstellingen
NLWW 127
Scanfuncties gebruiken
Scanmethoden
U kunt op de volgende manieren scannen.
Scannen vanaf de computer met HP Scan-software.
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN of WIA (Windows Imaging Application)
OPMERKING: Installeer het programma Readiris vanaf de software-cd als u meer wilt weten over
tekstherkenningssoftware en deze software wilt gebruiken. Tekstherkenningssoftware wordt ook OCR-
software (Optical Character Recognition) genoemd.
Scannen via HP Scan-software (Windows)
1. Dubbelklik op het pictogram HP Scan op het bureaublad.
2.
Selecteer een scansnelkoppeling en pas desgewenst de instellingen aan.
3. Klik op Scannen.
OPMERKING: Klik op Geavanceerde instellingen voor toegang tot meer opties.
Klik op Nieuwe snelkoppeling maken om een set met aangepaste instellingen te maken en deze
op te slaan in de lijst met snelkoppelingen.
Scannen via andere software
Het product is compatibel met TWAIN en WIA (Windows Imaging Application). Het product werkt met
Windows-programma's die ondersteuning bieden voor scanapparaten die compatibel zijn met TWAIN
of WIA en met Macintosh-programma's die ondersteuning bieden voor scanapparaten die compatibel
zijn met TWAIN.
Terwijl u in een TWAIN- of WIA-compatibel programma werkt, hebt u toegang tot de scanfunctie en
kunt u de afbeelding rechtstreeks in het geopende programma scannen. Zie voor meer informatie het
Help-bestand of de documentatie bij uw TWAIN- of WIA-compatibele programma.
Scannen vanuit een TWAIN-compatibel programma
Over het algemeen is een softwareprogramma compatibel met TWAIN als het opdrachten heeft als
Ophalen, Bestand ophalen, Scannen, Nieuw object importeren, Invoegen vanuit of
Scanner. Als u niet zeker weet of een programma compatibel is of als u de naam van de opdracht
niet kent, raadpleeg dan de Help of de documentatie van de software.
Wanneer u vanuit een TWAIN-compatibel programma scant, wordt het softwareprogramma HP Scan
mogelijk automatisch gestart. Als het programma HP Scan wordt geopend, kunt u wijzigingen
aanbrengen in de voorbeeldweergave van de afbeelding. Als het programma niet automatisch wordt
geopend, wordt de afbeelding onmiddellijk naar het TWAIN-compatibele programma gezonden.
Start het scannen vanuit het TWAIN-compatibele programma. Raadpleeg de Help of de documentatie
van het programma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen.
128 Hoofdstuk 11 Scannen NLWW
Scannen met een WIA-compatibel programma
WIA is een andere manier om een afbeelding direct naar een softwareprogramma te scannen. WIA
gebruikt Microsoft-software in plaats van HP Scan-software om te scannen.
Over het algemeen is een programma compatibel met WIA als het menu Invoegen of het menu Bestand
opdrachten heeft als Figuur/Van scanner of camera. Wanneer u niet zeker weet of een
programma compatibel is met WIA, raadpleeg dan de Help of documentatie van de software.
Start het scannen vanuit het WIA-compatibele programma. Raadpleeg de Help of de documentatie van
het programma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen.
of
Dubbelklik in het Configuratiescherm van Windows in de map Scanner en camera's (bij Windows
Vista en Windows 7 in de map Hardware en geluiden) op het apparaatpictogram. Hiermee opent
u de standaardwizard voor WIA van Microsoft waarmee u naar een bestand kunt scannen.
Scannen met OCR-software (Optical Character Recognition)
Het Readiris OCR-programma is op een aparte cd bij het apparaat geleverd. Als u het Readiris-
programma wilt gebruiken, installeert u het programma vanaf de software-cd en volgt u de instructies in
de online-Help.
Een scan annuleren
Ga als volgt te werk om een scantaak te annuleren.
Druk op de knop Annuleren
op het bedieningspaneel van het apparaat.
Klik op de knop Annuleren in het dialoogvenster.
NLWW
Scanfuncties gebruiken
129
Scaninstellingen
Resolutie en kleur van de scanner
Als de kwaliteit niet aan uw verwachtingen voldoet wanneer u een gescande afbeelding afdrukt, hebt u
in de software voor de scanner mogelijk een verkeerde instelling voor de resolutie of de kleuren
geselecteerd. De resolutie en de kleur hebben gevolgen voor de volgende kenmerken van gescande
afbeeldingen:
Helderheid van de afbeelding
Structuur van kleurgradaties (vloeiend of ruw)
Scantijd
Bestandsgrootte
De Scanresolutie wordt gemeten in pixels per inch (ppi).
OPMERKING: De scanresolutie in ppi is een waarde die niet uitwisselbaar is met de afdrukresolutie
in dpi (dots per inch).
De instellingen voor kleur, grijswaarden en zwart-wit bepalen hoeveel kleuren beschikbaar zijn. U kunt
de hardwareresolutie van de scanner instellen op maximaal 1200 ppi.
De tabel met richtlijnen voor de resolutie en de kleuren bevat eenvoudige tips voor het uitvoeren van
scantaken.
OPMERKING: Wanneer u de resolutie en de kleuren instelt op een hoge waarde, kunt u grote
bestanden verkrijgen die veel schijfruimte in beslag nemen en het scanproces vertragen. Voordat u de
resolutie en de kleuren instelt, moet u bepalen hoe u de gescande afbeelding gaat gebruiken.
130 Hoofdstuk 11 Scannen NLWW
Richtlijnen voor de resolutie en de kleuren
De volgende tabel geeft een overzicht van de aanbevolen resolutie- en kleurinstellingen voor
verschillende scantaken.
OPMERKING: De standaardresolutie is 200 ppi.
Gebruik Aanbevolen resolutie Aanbevolen kleurinstellingen
Faxen 150 ppi
Zwart-wit
E-mail 150 ppi
Zwart-wit, als geen vloeiende gradaties vereist zijn
Grijsschaal, als vloeiende gradaties vereist zijn
Kleur, als de afbeelding in kleur is
Tekst bewerken 300 ppi
Zwart-wit
Drukwerk (afbeeldingen of
tekst)
600 ppi voor complexe afbeeldingen
of als u het document aanzienlijk wilt
vergroten
300 ppi voor normale afbeeldingen en
tekst
150 ppi voor foto's
Zwart-wit voor tekst en lijntekeningen
Grijsschaal voor gearceerde of gekleurde
afbeeldingen en foto's
Kleur, als de afbeelding in kleur is
Weergave op scherm 75 ppi
Zwart-wit voor tekst
Grijsschaal voor afbeeldingen en foto's
Kleur, als de afbeelding in kleur is
Kleur
U kunt de volgende instellingen voor de kleurwaarden gebruiken bij het scannen.
Instelling Aanbevolen gebruik
Kleur Gebruik deze instelling voor kleurenfoto's met een hoge kwaliteit of documenten waarin
de kleur belangrijk is.
Zwart-wit Gebruik deze instelling voor tekstdocumenten.
Grijsschaal Gebruik deze instelling als het bestand niet te groot mag worden of als u een document
of foto snel wilt scannen.
Scankwaliteit
Na verloop van tijd kan er zich vuil ophopen op de glasplaat van de scanner en de witte, plastic
achtergrondplaat, wat een negatieve invloed op de prestaties kan hebben. Voer de volgende
procedure uit om de glasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat te reinigen.
NLWW
Scaninstellingen
131
1.
Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en
haal het netsnoer uit het stopcontact.
2.
Open het deksel van de scanner.
3.
Reinig de scannerglasplaat, de scanstrip van
de documentinvoer en de witte plastic
achterplaat met een zachte doek of spons die
is bevochtigd met een niet-agressief
reinigingsmiddel.
VOORZICHTIG: Gebruik geen
schuurmiddelen, aceton, wasbenzine,
ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op
het product; deze stoffen kunnen het product
beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat
niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking
komen. Deze kunnen onder de glasplaat
terechtkomen en het product beschadigen.
4.
Droog de glasplaat en de witte, plastic
achtergrondplaat met een zeem of spons om
vlekken te voorkomen.
5.
Sluit het product weer aan het schakel het met
de aan-uitschakelaar weer in.
132 Hoofdstuk 11 Scannen NLWW
12 Het apparaat beheren en
onderhouden
Druk informatiepagina's af
De apparaatinstellingen via een computer wijzigen
HP Web Jetadmin-software gebruiken
Beveiligingsfuncties van het apparaat
Besparingsinstellingen
Het product reinigen
Productupdates
NLWW 133
Druk informatiepagina's af
Informatiepagina's bevinden zich in het geheugen van het product. Met behulp van deze pagina's kunt
u problemen met het product onderzoeken en oplossen.
OPMERKING: Als de taal op het apparaat tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal
handmatig instellen zodat de informatiepagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt.
Wijzig de taal via het menu Systeeminstellingen op het bedieningspaneel.
Menu-item Omschrijving
Demopagina
Drukt een kleurenpagina af die de afdrukkwaliteit laat zien.
Menustructuur
Drukt een schema af van de menustructuur van het bedieningspaneel. De actieve
instellingen voor elk menu worden weergegeven.
Config-rapport
Een lijst afdrukken met alle instellingen van het product. Bevat netwerkgegevens als
het product is verbonden met een netwerk.
Status benodigdheden
Drukt de status af van iedere printcartridge met de volgende informatie:
Geschatte resterende levensduur van de cartridge in procenten
Geschat aantal resterende pagina's
Nummer
Aantal afgedrukte pagina's
Informatie over het bestellen van nieuwe HP-printcartridges en het recyclen van
gebruikte HP-printcartridges
Netwerkoverzicht
Hiermee drukt u een lijst af met alle netwerkinstellingen van het product.
Gebruikspagina
Hiermee drukt u een pagina af met vermelding van PCL-pagina's, PCL 6-pagina's, PS-
pagina's, pagina's die waren vastgelopen of verkeerd ingevoerd in het product en
pagina's in monochroom (zwart-wit) of kleur. Daarnaast wordt ook het aantal
pagina's gerapporteerd.
Alleen de HP LaserJet Pro 100 color MFP M175nw: Een pagina afdrukken met de
bovenstaande informatie en de afgedrukte pagina's in monochroom (zwart-wit) of
kleur, het aantal geplaatste geheugenkaarten, het aantal PictBridge-verbindingen,
en het aantal PictBridge-pagina's.
PCL-lettert.lst
Drukt een lijst af van alle geïnstalleerde PCL-lettertypen.
PS-lettert.lst
Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PS-lettertypen (PostScript).
PCL6-lettert.lst
Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL6-lettertypen.
Log kleurgebruik
Hiermee drukt u een overzicht af op taakbasis met de gebruikersnaam, de naam
van de toepassing en informatie over kleurgebruik.
Servicepagina
Hiermee drukt u het servicerapport af.
134 Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW
Menu-item Omschrijving
Diagnosepagina
Hiermee drukt u de kalibratiepagina's en pagina's voor kleurdiagnose af.
Afdrukkwaliteit
Drukt een testpagina af in kleur, wat handig kan zijn voor het oplossen van
afdrukproblemen.
1.
Druk op de knop Instellingen
om de menu's te openen.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Rapporten te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
3.
Gebruik de pijlknoppen om het rapport te selecteren dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op
de knop OK om het af te drukken.
4.
Druk op de knop Annuleren
om de menu's te verlaten.
NLWW
Druk informatiepagina's af
135
De apparaatinstellingen via een computer wijzigen
OPMERKING: Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar als u tijdens de installatie van het apparaat
een volledige installatie hebt uitgevoerd.
Open de HP Device Toolbox om de apparaatinstellingen via een computer te wijzigen.
1. Klik op de knop Start en vervolgens op Programma's.
2.
Klik op de HP productgroep en vervolgens op het item HP Device Toolbox.
In de tabel hieronder worden de basisinstellingen van het apparaat beschreven.
Tabblad of gebied Omschrijving
Status-tabblad
Hier vindt u informatie over het
product, de status en de
configuratie.
Apparaatstatus: Hier vindt u informatie over de productstatus en de resterende
levensduur van HP-benodigdheden. 0% betekent dat een onderdeel op is.
Status benodigdheden: Toont de geschatte resterende levensduur van
benodigdheden van HP in procenten. De werkelijke resterende levensduur van
benodigdheden kan variëren. Zorg dat u vervangende benodigdheden hebt die u
kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. De cartridge hoeft
alleen te worden vervangen, als de afdrukkwaliteit niet langer acceptabel is.
Apparaatconfiguratie: Hier vindt u informatie die op de configuratiepagina van
het product wordt weergegeven.
Netwerkoverzicht: Hier vindt u informatie over de netwerkconfiguratiepagina
van het product.
Rapporten: Hiermee drukt u de door het apparaat gegenereerde
configuratiepagina en statuspagina voor benodigdheden af.
Logboek kleurgebruik: Hiermee geeft u een logboek weer met daarin de
gebruikersnaam, de naam van de toepassing en informatie over kleurgebruik van
elke taak.
Logbestand: Geeft een lijst met alle gebeurtenissen en fouten van het product weer.
Knop Ondersteuning: Biedt een koppeling naar de pagina voor
productondersteuning. De knop Ondersteuning is mogelijk beveiligd met een
wachtwoord.
Knop Toebehoren kopen: Deze knop leidt u naar een pagina waar u
benodigdheden kunt bestellen voor het product. De knop Toebehoren kopen is
mogelijk beveiligd met een wachtwoord.
136 Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW
Tabblad of gebied Omschrijving
Tabblad Systeem
Hiermee kunt u het product vanaf
uw computer configureren.
Apparaatgegevens: Biedt basisinformatie over het apparaat en het bedrijf.
Papierinstell.: Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor papierverwerking
wijzigen.
Afdrukkwaliteit: Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit
wijzigen, inclusief de kalibratie-instellingen.
Afdrukdichtheid: Hiermee kunt u voor elk onderdeel de waarden wijzigen met
betrekking tot contrasten, accenten, middentinten en schaduwen.
Papiersoorten: Hiermee kunt u afdrukmodi configureren die overeenkomen met
de soorten afdrukmateriaal die door het product worden geaccepteerd.
Systeeminstellingen: Hiermee kunt u de standaardsysteeminstellingen wijzigen.
Service: Hiermee kunt u de reinigingsprocedure voor het product starten.
Productbeveilig.: Hiermee kunt u het beheerderswachtwoord instellen of wijzigen.
Knop Ondersteuning: Biedt een koppeling naar de pagina voor
productondersteuning. De knop Ondersteuning is mogelijk beveiligd met een
wachtwoord.
Knop Toebehoren kopen: Deze knop leidt u naar een pagina waar u
benodigdheden kunt bestellen voor het product. De knop Toebehoren kopen is
mogelijk beveiligd met een wachtwoord.
OPMERKING: Het tabblad Systeem kan met een wachtwoord worden beveiligd. Als
dit apparaat op een netwerk is aangesloten, moet u eerst contact opnemen met de
systeembeheerder voordat u de instellingen op dit tabblad wijzigt.
Tabblad Afdrukken
Hiermee kunt u
standaardafdrukinstellingen
wijzigen vanaf uw computer.
Afdrukken: Hier kunt u de standaardafdrukinstellingen van het product wijzigen,
zoals het aantal exemplaren en de afdrukstand. Deze opties zijn tevens beschikbaar
op het bedieningspaneel.
PCL5c: Hier kunt u de PCL5c-instellingen weergeven en wijzigen.
PostScript: Hier kunt u de PS-instellingen bekijken en wijzigen
Tabblad Netwerk
Hiermee kunt u netwerkinstellingen
wijzigen vanaf uw computer.
Op dit tabblad kunnen netwerkbeheerders de netwerkgerelateerde instellingen voor de
printer beheren wanneer deze op een IP-netwerk is aangesloten. Dit tabblad verschijnt
niet als het product rechtstreeks op een computer is aangesloten.
Tabblad HP Web Services
Gebruik dit tabblad om verschillende webgebaseerde hulpprogramma's in te stellen en te
gebruiken.
NLWW
De apparaatinstellingen via een computer wijzigen
137
HP Web Jetadmin-software gebruiken
HP Web Jetadmin is een op het web gebaseerde software-oplossing voor het op afstand installeren en
bewaken van op het netwerk aangesloten randapparatuur en voor het oplossen van problemen
daarmee. Het beheer is proactief zodat netwerkbeheerders de mogelijkheid hebben problemen op te
lossen voordat de gebruiker daarmee wordt geconfronteerd. Download deze uitgebreide
beheersoftware gratis van
www.hp.com/go/webjetadmin.
In HP Web Jetadmin kunnen plug-ins worden geïnstalleerd voor ondersteuning van specifieke functies
van bepaalde apparaten. De HP Web Jetadmin-software kan u automatisch op de hoogte stellen
wanneer nieuwe plug-ins beschikbaar zijn. Volg de aanwijzingen op de pagina Product bijwerken
om automatisch verbinding te maken met de website van HP en de nieuwste apparaatplug-ins voor uw
apparaat te installeren.
OPMERKING: Browsers moeten Java™ kunnen uitvoeren. Bladeren vanaf een Mac OS wordt niet
ondersteund.
138 Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW
Beveiligingsfuncties van het apparaat
Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te
beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het
apparaat te vereenvoudigen.
Ga naar
www.hp.com/go/secureprinting voor gedetailleerde informatie over de beveiligde
beeldbewerkings- en afdrukoplossingen van HP. Op deze website vindt u koppelingen naar witboeken
en documenten met veelgestelde vragen over beveiligingsfuncties.
Het apparaat vergrendelen
1.
U kunt een beveiligingskabel aan de sleuf op
de achterkant van het product bevestigen.
Een systeemwachtwoord toewijzen (alleen netwerkmodellen)
U kunt een wachtwoord voor het apparaat instellen, zodat onbevoegde gebruikers de
apparaatinstellingen niet kunnen wijzigen.
1.
Open de HP Device Toolbox.
2. Klik op het tabblad Systeem.
3. Klik links in het venster op het menu Productbeveilig..
4. Typ het wachtwoord in het vak Wachtwoord en typ het opnieuw in het vak Wachtwoord
bevestigen.
5. Klik op de knop Toepassen. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
NLWW
Beveiligingsfuncties van het apparaat
139
Besparingsinstellingen
sluimermodus
Met de aanpasbare functie Sluimermodus wordt het stroomverbruik beperkt wanneer het apparaat
langere tijd niet actief is geweest. U kunt instellen na hoeveel tijd het apparaat de sluimermodus inschakelt.
OPMERKING: Deze modus heeft geen invloed op de opwarmtijd van het product.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Energie-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
4. Gebruik de pijlknoppen om het menu Vertraging sluimermodus te selecteren en druk
vervolgens op de knop OK.
5.
Selecteer met de pijlknoppen een sluimervertragingsperiode en druk vervolgens op de knop OK.
Instellingen voor laag energieverbruik
De modus voor laag energieverbruik is een energiebesparende functie van dit apparaat. Na een door
de gebruiker ingestelde tijdsduur (de vertragingsperiode voor laag energieverbruik) schakelt het
apparaat automatisch over op lager energieverbruik. Een activeringsgebeurtenis zorgt ervoor dat het
apparaat terugkeert naar de status Klaar.
De vertragingsperiode voor laag energieverbruik instellen
U kunt het apparaat zodanig instellen dat deze na een bepaalde periode van inactiviteit naar de
modus voor laag energieverbruik overschakelt.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Energie-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
4. Gebruik de pijlknoppen om het menu Autom. uitschakelen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
5. Gebruik de pijlknoppen om het menu Automatisch uit na te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
6.
Gebruik de pijlknoppen om een vertragingsperiode voor laag energieverbruik te selecteren en
druk vervolgens op de knop OK.
140 Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW
De activeringsgebeurtenissen instellen
U kunt selecteren welke gebeurtenissen ervoor zorgen dat het apparaat vanuit de modus voor laag
energieverbruik overschakelt naar de status Klaar.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Energie-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
4. Gebruik de pijlknoppen om het menu Autom. uitschakelen te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
5. Gebruik de pijlknoppen om het menu Activeringsgebeurtenissen te selecteren en druk
vervolgens op de knop OK.
6.
Gebruik de pijlknoppen om de gebeurtenissen te selecteren die ervoor zorgen dat het apparaat
terugkeert naar de status Klaar. Druk vervolgens op de knop OK.
Archiefafdrukken
Met archiefafdrukken wordt uitvoer geproduceerd die minder vatbaar is voor tonervegen en
stofdeeltjes. Gebruik archiefafdrukken om documenten te maken die u wilt bewaren of archiveren
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Archief afdr. en vervolgens Aan of Uit te selecteren en
druk ten slotte op de knop OK.
NLWW
Besparingsinstellingen
141
Het product reinigen
De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen
reinigen
Als het documentinvoergedeelte van het apparaat problemen geeft met de verwerking van papier,
zoals vastlopen of verwerken van meerdere vellen papier tegelijk, maak dan de oppakrollen van de
documentinvoer en het scheidingskussen schoon.
1.
Open de klep van de documentinvoer.
2.
Gebruik een vochtige, pluisvrije doek om de beide oppakrollen en het scheidingskussen schoon te
vegen.
142 Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW
3.
Sluit de klep van de documentinvoer.
De papierbaan reinigen
Tijdens het afdrukproces kunnen zich papier, tonerresten en stofdeeltjes ophopen in het product. Dit
kan na verloop van tijd problemen geven met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van
tonervlekken of vegen. Dit product beschikt over een reinigingsmodus waarmee dergelijke problemen
kunnen worden opgelost en voorkomen.
Tonervlekken Vegen
NLWW
Het product reinigen
143
De papierbaan reinigen vanaf het bedieningspaneel
1.
Druk op Instellingen
.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service
te selecteren en druk vervolgens op de knop
OK.
3.
Gebruik de pijlknoppen om de optie
Reinigingspagina te selecteren en druk
vervolgens op de knop OK.
4.
Laad gewoon papier of A4-papier wanneer dit
wordt gevraagd.
5.
Druk opnieuw op OK om de
reinigingsprocedure te bevestigen en te starten.
Een pagina wordt langzaam door het product
gevoerd. Gooi de pagina weg nadat de
procedure is voltooid.
De buitenkant reinigen
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de buitenkant van het apparaat te
verwijderen.
Productupdates
Software- en firmwareupdates en installatieinstructies voor dit product zijn beschikbaar via www.hp.com/
support/LJColorMFPM175. Klik op Downloads en stuurprogramma's, klik op het
besturingssysteem en selecteer de download voor het product.
144 Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW
13 Problemen oplossen
Zelfhulp
Controlelijst voor het oplossen van problemen
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden
Fabrieksinstellingen herstellen
Berichten op het bedieningspaneel
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast
De afdrukkwaliteit verbeteren
Het apparaat drukt niet of langzaam af
Verbindingsproblemen oplossen
Problemen met draadloze netwerken oplossen
Problemen met de productsoftware in Windows
Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen
NLWW 145
Zelfhulp
Naast de informatie in deze handleiding is er nog meer handige informatie beschikbaar.
HP Help & Learn Center Het HP Help & Learn Center en andere documentatie kunt u vinden op de cd-rom
die bij het apparaat is geleverd of in de programmamap van HP op uw computer.
Het HP Help & Learn Center is een hulpprogramma voor eenvoudige toegang tot
apparaatinformatie, onlineproductondersteuning van HP, hulp bij het oplossen van
problemen en overheids- en veiligheidsinformatie.
Onderwerpen in de naslaggids Diverse onderwerpen uit de naslaggids voor dit apparaat zijn te vinden op de
volgende website:
www.hp.com/support/LJColorMFPM175
U kunt deze onderwerpen afdrukken en ze bij het apparaat bewaren. Dit is handig
referentiemateriaal voor procedures die u vaak uitvoert.
146 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Controlelijst voor het oplossen van problemen
Voer de volgende stappen uit wanneer u een probleem met het apparaat probeert op te lossen.
Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld
Stap 2: De bekabeling of de draadloze verbinding (alleen netwerkmodellen) controleren
Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt weergegeven
Stap 4: Het papier controleren
Stap 5: De software controleren
Stap 6: Test de afdrukfunctie
Stap 7: Test de kopieerfunctie
Stap 8: De benodigdheden controleren
Stap 9: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden
Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld
Zorg dat het product goed is ingesteld.
1.
Druk op de aan-uitknop om de modus Auto-uit uit te schakelen of om het apparaat in te schakelen.
2.
Controleer alle kabels en netsnoeren.
3.
Controleer of de netspanning geschikt is voor de stroomconfiguratie van het product (zie het etiket
aan de binnenkant van de voorklep van het apparaat voor de voltagevereisten). Als u een
stekkerblok hebt waarvan het voltage niet binnen de specificaties valt, sluit u het apparaat
rechtstreeks aan op een stopcontact. Als het apparaat al op een stopcontact is aangesloten,
probeert u een ander stopcontact.
4.
Zorg dat de printcartridge goed is geïnstalleerd.
5.
Neem contact op met de HP klantenondersteuning als de MFP nog geen stroom krijgt.
Stap 2: De bekabeling of de draadloze verbinding (alleen
netwerkmodellen) controleren
1.
Controleer de kabelaansluiting tussen het product en de computer. Zorg ervoor dat de kabel goed
is aangesloten.
2.
Controleer of de kabel beschadigd is door zo mogelijk een andere kabel te gebruiken.
Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht
wordt weergegeven
Als alles goed is, wordt op het bedieningspaneel aangegeven dat het apparaat gereed is. Probeer, als
er een foutbericht wordt weergegeven, de fout op te lossen.
NLWW
Controlelijst voor het oplossen van problemen
147
Stap 4: Het papier controleren
1.
Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal aan de specificaties voldoet.
2.
Controleer of het papier juist is geplaatst in de invoerlade.
Stap 5: De software controleren
1.
Zorg dat de productsoftware goed is geïnstalleerd.
2.
Controleer of de printerdriver voor dit apparaat is geïnstalleerd. Controleer het programma om te
kijken of de printerdriver voor dit apparaat wordt gebruikt.
Stap 6: Test de afdrukfunctie
1.
Druk een configuratiepagina af.
2.
Als de pagina niet wordt afgedrukt, moet u controleren of de invoerlade papier bevat.
3.
Als het papier vastloopt in het apparaat, dient u de storing te verhelpen.
Stap 7: Test de kopieerfunctie
1.
Plaats de configuratiepagina in de documentinvoer en maak een kopie. Als het papier niet soepel
door de documentinvoer wordt gevoerd, moet u de documentinvoer mogelijk reinigen. Controleer
of het papier voldoet aan de specificaties van HP.
2.
Plaats de configuratiepagina op de glasplaat en maak een kopie.
3.
Als de afdrukkwaliteit van de gekopieerde pagina's onvoldoende is, reinigt u de glasplaat.
Stap 8: De benodigdheden controleren
Druk een pagina met de status van de benodigdheden af en controleer de resterende levensduur van
de printcartridges en de afbeeldingsdrum.
Stap 9: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden
1.
Probeer de afdruktaak uit te voeren vanaf een andere computer waarop de apparaatsoftware is
geïnstalleerd.
2.
Controleer de verbinding van de USB- of netwerkkabel. Leid het product om naar de juiste poort
of installeer de software opnieuw, waarbij u de nieuwe aansluitmethode selecteert.
3.
Als de afdrukkwaliteit onacceptabel is, controleer dan of de afdrukinstellingen correct zijn voor het
afdrukmateriaal dat u gebruikt.
148 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Factoren die de prestaties van het product
beïnvloeden
De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk:
Het gebruik van speciaal papier (zoals transparanten, zwaar papier of papier van aangepast
formaat)
De afdrukkwaliteitsinstellingen in de printerdriver
Verwerkingstijd en downloadtijd van het product
De complexiteit en de grootte van afbeeldingen
De snelheid van de gebruikte computer
De USB- of netwerkverbinding
De I/O-configuratie van het product
NLWW
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden
149
Fabrieksinstellingen herstellen
Als u de fabrieksinstellingen terugzet, worden de meeste instellingen weer op de fabriekswaarden
ingesteld. Hiermee wordt het aantal pagina's of het formaat in de lade niet opnieuw ingesteld, maar
mogelijk wel de taal. Volg onderstaande stappen om de fabrieksinstellingen van het apparaat te
herstellen.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel van het apparaat.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Standaardwaarden te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK.
Het product wordt automatisch opnieuw opgestart.
150 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
De meeste berichten op het bedieningspaneel zijn bedoeld om de gebruiker te helpen bij het gebruik
van de standaardfuncties. De berichten op het bedieningspaneel geven de status van de huidige taak
aan en bevatten als dat van toepassing is, een paginatelling op de tweede regel van het display.
Wanneer het product afdrukgegevens of scanopdrachten ontvangt, wordt deze status aangegeven met
berichten op het bedieningspaneel. Daarnaast geven signaalberichten, waarschuwingsberichten en
kritieke foutberichten situaties aan waarin u mogelijk een handeling moet verrichten.
Soorten berichten op het bedieningspaneel
Er worden tijdelijk signaal- en waarschuwingsberichten weergegeven. Mogelijk moet u deze
bevestigen door op de knop OK te drukken om verder te kunnen gaan, of moet u op de knop
Annuleren
drukken om de taak te annuleren. Bij bepaalde waarschuwingen wordt de taak mogelijk
niet volledig uitgevoerd of is de afdrukkwaliteit niet goed. Als het signaal- of waarschuwingsbericht
betrekking heeft op het afdrukken en de functie voor automatisch doorgaan is ingeschakeld, wordt
geprobeerd om de afdruktaak te hervatten wanneer de waarschuwing 10 seconden op het scherm is
weergegeven zonder dat u deze hebt bevestigd.
Kritieke foutberichten kunnen een defect aangeven. Schakel het product uit en weer in. Dit zou het
probleem moeten verhelpen. Als een kritieke fout aanhoudt, moet het product mogelijk worden
nagekeken.
OPMERKING: De statusberichten voor benodigdheden worden vermeld en beschreven in het
hoofdstuk "Printcartridges en afbeeldingsdrum" van deze handleiding.
Berichten op het bedieningspaneel
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
49 Fout
Schakel uit/in
Er is een firmwarefout opgetreden in het
apparaat.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
apparaat rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
151
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
50.X Fuserfout
Schakel uit/in
Er is een interne hardwarefout opgetreden in
het product.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
product rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 10 minuten, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
52 Scannerfout
Schakel uit/in
Er is een scannerfout opgetreden in het
apparaat.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
apparaat rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
79 Fout
Schakel uit/in
Er is een firmwarefout opgetreden in het
apparaat.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
apparaat rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
ADF-deur is open
De klep van de documentinvoer is open. Sluit de klep van de documentinvoer.
152 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Afdrukken...
Afkoelmodus
Het apparaat is oververhit en kan niet met
normale snelheid doorgaan met afdrukken.
Het apparaat zal langer wachten voordat de
volgende pagina wordt afgedrukt, totdat het
apparaat is afgekoeld.
Oververhitting treedt op wanneer het
apparaat niet over luchtventilatie beschikt of
wanneer lang achter elkaar wordt afgedrukt.
Ter voorkoming van oververhitting dient u het
apparaat in een goed geventileerde ruimte
te plaatsen en zeer grote afdruktaken in
kleinere taken op te splitsen.
Afdruk mislukt
Er is een interne communicatiefout
opgetreden in het apparaat.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
apparaat rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
Apparaatfout
[OK] voor doorgaan.
Er is een interne communicatiefout
opgetreden in het product.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
apparaat rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
153
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Communicatiefout
Er is een interne hardwarefout opgetreden in
het product.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
product rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
Drukfout
Druk op [OK]
Er is een interne hardwarefout opgetreden in
het product.
1.
Druk de pagina's opnieuw af.
2.
Zet het apparaat uit en weer aan als de
fout zich blijft voordoen.
3.
Druk de pagina's opnieuw af.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
Handm. Dubbelz.
wisselt af met
Plaats lade 1
Druk op [OK]
Het apparaat is bezig met de verwerking
van een handmatige dubbelzijdige taak.
Voor het afdrukken van de tweede kant
plaatst u de pagina's met de bedrukte zijde
naar beneden in de lade. Leg de bovenrand
in de richting van het apparaat.
Handmatige invoer <FORMAAT>,
<SOORT>
wisselt af met
Druk op [OK] vr beschikb. media
Het apparaat is ingesteld op de modus voor
handmatige invoer.
Plaats papier van het juiste formaat en type
in de lade of druk op de knop OK als u het
momenteel geplaatste papier wilt gebruiken.
Instell. gewist
Het product heeft taakinstellingen gewist. Voer eventuele specifieke taakinstellingen
opnieuw in.
Laad papier lade 1 gewoon
<FORMAAT>
wisselt af met
Reinigingsmodus. [OK] voor start
Er wordt een automatische reinigingscyclus
uitgevoerd.
Plaats normaal papier van het aangegeven
formaat in de lade. Druk op de knop OK om
de reinigingscyclus te starten.
Onverwacht formaat in lade 1
Het papier in de lade heeft niet het formaat
dat voor de huidige afdruktaak is vereist.
Plaats papier met het juiste formaat en
controleer of de lade is ingesteld op het
juiste formaat.
154 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Onvold. geheugen
Druk op [OK]
Het apparaat heeft onvoldoende geheugen
om de taak te verwerken.
Als het apparaat bezig is met het verwerken
van andere taken, wacht dan tot deze
gereed zijn en verzend de taak opnieuw.
Schakel het apparaat uit met de
hoofdschakelaar en wacht minimaal
30 seconden als het probleem zich blijft
voordoen. Schakel het product in en wacht
totdat het is geïnitialiseerd.
Verdeel de taak in kleinere taken die minder
pagina's bevatten.
Verzend de afdruktaak opnieuw in
rastermodus.
Stel de instelling 'Afdrukgegevens
optimaliseren' in de printerdriver in op
'Optimaliseren voor raster'.
Pak papier niet
Druk op [OK]
Er is een interne hardwarefout opgetreden in
het product.
1.
Controleer of het afdrukmateriaal ver
genoeg in de invoerlade is geplaatst.
2.
Plaats papier met het juiste formaat in
de lade.
3.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders in
de lade zijn afgestemd op het
papierformaat. Schuif de geleiders
tegen de stapel papier aan zonder het
papier te buigen.
4.
Controleer op het bedieningspaneel of
het apparaat wacht op een bevestiging
om het papier handmatig in te voeren.
Plaats papier en ga verder met
afdrukken.
5.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
Papierstoring in lade 1
Er is een storing gedetecteerd in de
invoerlade.
Verhelp de storing op de locatie die in het
bericht is aangegeven en volg dan de
instructies op het bedieningspaneel.
Plaats lade 1 <SOORT>, <FORMAAT>
De lade is leeg. Plaats afdrukmateriaal van het juiste formaat
en type in de lade.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
155
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Scannerfout X
Er is een algemene fout met de scanner
opgetreden.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
apparaat rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
Schakel uit. Plaats fuser terug
De fuser moet worden vervangen. Zet het apparaat uit met de aan-uitschakelaar.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel het
apparaat weer in en wacht tot het apparaat
is geïnitialiseerd.
Neem contact op met HP als de fout zich
blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/
support/LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de verpakking
van het apparaat.
Sensorfout
Er is een papiersensorfout opgetreden.
1.
Zet het apparaat uit met de aan-
uitschakelaar.
2.
Als u een spanningsbeveiliging
gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het
apparaat rechtstreeks aan op het
stopcontact.
3.
Wacht minimaal 30 seconden, schakel
het apparaat weer in en wacht tot het
apparaat is geïnitialiseerd.
4.
Neem contact op met HP als de fout
zich blijft voordoen. Raadpleeg
www.hp.com/support/
LJColorMFPM175 of de
ondersteuningsbrochure in de
verpakking van het apparaat.
Storing doc.invoer
Er is afdrukmateriaal vastgelopen in de
documentinvoer van het apparaat.
Verwijder het vastgelopen afdrukmateriaal
uit de documentinvoer.
Storing in <locatie>
wordt afgewisseld met
Open de klep. Verhelp storing
Er is een storing gedetecteerd op de locatie
die in het bericht wordt genoemd.
Verhelp de storing op de locatie die in het
bericht is aangegeven en volg dan de
instructies op het bedieningspaneel. Voor het
verhelpen van bepaalde storingen dient u de
cartridgeklep te openen en de printcartridges
te verwijderen.
156 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
Storing in papierbaan
Er heeft zich een storing in de papierbaan
voorgedaan.
Verhelp de storing op de locatie die in het
bericht is aangegeven en volg dan de
instructies op het bedieningspaneel.
Storing in uitvoerbak
Er is papier vastgelopen in het
uitvoerbakgebied.
Verhelp de storing op de locatie die in het
bericht is aangegeven en volg dan de
instructies op het bedieningspaneel.
Te weinig geheugen. 1 ex. gemaakt.
[OK] voor doorgaan.
Apparaatgeheugen is niet toereikend om
deze taak te voltooien.
Kopieer minder pagina's per keer of schakel
de sorteerfunctie uit.
Zet het apparaat uit en weer aan als de fout
zich blijft voordoen.
Upgrade opnieuw verzenden
Een firmware-upgrade is onderbroken. Stuur het upgradebestand opnieuw naar het
apparaat.
Verwijder transportmateriaal van
achterklep
Er is verpakkingsmateriaal achtergebleven
aan de achterkant van het apparaat.
Open de achterklep en verwijder al het
verpakkingsmateriaal.
NLWW
Berichten op het bedieningspaneel
157
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast
Het apparaat pakt geen papier op
Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen.
1.
Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier.
2.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade.
3.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de
geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen.
4.
Controleer op het bedieningspaneel of het apparaat wacht op een bevestiging om het papier
handmatig in te voeren. Plaats papier en ga verder met afdrukken.
Het apparaat pakt meerdere vellen papier op.
Als het apparaat meerdere vellen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen.
1.
Verwijder de stapel papier uit de lade, buig de stapel, draai deze 180 graden en draai hem
vervolgens om. Waaier het papier niet uit. Plaats de stapel papier terug in de lade.
2.
Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat.
3.
Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier
uit een ander pak.
4.
Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de
lade te verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen
in de lade.
5.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de
geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen.
Papierstoringen voorkomen
Probeer de volgende oplossingen om papierstoringen te voorkomen.
1.
Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat.
2.
Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier
uit een ander pak.
3.
Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of gekopieerd.
4.
Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de
lade te verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen
in de lade.
5.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de
geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen.
6.
Gebruik de handmatige invoer wanneer u afdrukt op zwaar of geperforeerd papier, of papier met
reliëf en voer de vellen een voor een in.
158 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Storingen verhelpen
Let er bij het verhelpen van storingen op dat u het vastgelopen papier niet kapot trekt. Wanneer een
klein stukje papier in het product achterblijft, kan dit extra storingen veroorzaken.
OPMERKING: Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, opent en sluit u een klep van het
apparaat om de storingsmelding op het bedieningspaneel te wissen.
Storingslocaties
Papierstoringen kunnen zich op de volgende plaatsen voordoen:
1
2
4
3
1 Documentinvoer
2Uitvoerbak
3 Achterklep
4Invoerlade
Na de papierstoring kan er losse toner in het product achterblijven. Na het afdrukken van enkele vellen
is dit gewoonlijk vanzelf opgelost.
NLWW
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast
159
Papierstoringen in de documentinvoer verhelpen
1.
Open de klep van de documentinvoer.
2.
Til het invoermechanisme omhoog en trek het
vastgelopen papier voorzichtig los.
3.
Sluit de klep van de documentinvoer.
160 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Vastgelopen papier uit de uitvoerlade verwijderen
1.
Verwijder het papier uit de invoerlade.
2.
Pak het papier met beide handen beet en trek
het voorzichtig uit het apparaat.
3.
Open en sluit de printcartridgeklep om het
apparaat opnieuw te initialiseren.
NLWW
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast
161
Storingen in de uitvoerbak verhelpen
VOORZICHTIG: Gebruik geen scherpe objecten, zoals een pincet of een buigtang, om storingen te
verhelpen. Schade die is veroorzaakt door scherpe voorwerpen wordt niet door de garantie gedekt.
1.
Pak het papier met beide handen beet en trek
het voorzichtig uit het apparaat.
Storingen verhelpen via de achterklep
1.
Open de achterklep.
162 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
2.
Pak het papier met beide handen beet en trek
het voorzichtig uit het apparaat.
3.
Sluit de achterklep.
NLWW
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast
163
De afdrukkwaliteit verbeteren
Wanneer u zich aan deze richtlijnen houdt, kunt u de meeste problemen met de afdrukkwaliteit
voorkomen.
Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver.
De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP
Een reinigingspagina afdrukken
Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen
De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet
Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver.
Controleer de instelling voor de papiersoort als u een van de volgende problemen ondervindt:
Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen.
Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's.
Afgedrukte pagina's zijn gekruld.
Op de afgedrukte pagina's schilfert toner af.
Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt.
De instelling voor de papiersoort wijzigen in Windows
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op de optie Meer....
5. Vouw de lijst Type is uit.
6.
Vouw elke categorie met papiersoorten uit totdat u de papiersoort vindt die u gebruikt.
7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK.
De instelling voor de papiersoort wijzigen in Mac
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op de optie Afdrukken.
2. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling.
3. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat en klik op de knop OK.
4. Open het menu Afwerking.
164 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
5. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal.
6. Klik op de knop Afdrukken.
De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's.
Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGB-
gegevens in de onbewerkte apparaatmodus. Hiermee kunt u de kleuren in het
softwareprogramma of het besturingssysteem beheren voor de juiste weergave.
Levendig: Met dit thema wordt de kleurverzadiging in de middentinten verhoogd. Gebruik
dit thema voor het afdrukken van zakelijke illustraties.
Foto: Met dit thema wordt RGB-kleur geïnterpreteerd alsof dit wordt afgedrukt als een foto
met behulp van een digitaal mini-lab. Hierdoor worden diepere, vollere kleuren anders
weergegeven dan bij het thema Standaard (sRGB). Gebruik dit thema voor het afdrukken van
foto's.
Foto (Adobe RGB 1998): Gebruik dit thema voor het afdrukken van digitale foto's die de
AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Schakel kleurbeheer in het
softwareprogramma uit wanneer u dit thema gebruikt.
Geen
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
165
De kleuropties wijzigen
Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Kleur.
4. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig.
De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur.
De instelling Handmatig: selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van
andere instellingen aan te passen.
OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de
afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische
deskundigen.
5. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten om een kleurendocument af te drukken in zwart-wit.
Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen.
6. Klik op de knop OK.
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP
Gebruik ander papier als zich een van de volgende problemen voordoet:
De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd.
Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's.
Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen.
De afgedrukte tekens zijn misvormd.
Afgedrukte pagina's zijn gekruld.
166 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Gebruik altijd papier van een type en gewicht dat door dit apparaat wordt ondersteund. Volg deze
richtlijnen wanneer u het papier selecteert:
Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse
deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen.
Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt.
Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is
voor inkjetprinters.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor
een beter afdrukresultaat.
Een reinigingspagina afdrukken
Druk een reinigingspagina af om stof en overtollige toner uit de papierbaan te verwijderen wanneer
zich een van de volgende problemen voordoet:
Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's.
Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen.
Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's.
Ga als volgt te werk om een reinigingspagina af te drukken.
1.
Druk op de knop Instellingen
op het bedieningspaneel van het apparaat.
2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.
3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Reinigingspagina te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK.
4.
Laad gewoon papier of A4-papier wanneer dit wordt gevraagd.
5.
Druk op de knop OK om het reinigen te starten.
Een pagina wordt langzaam door het product gevoerd. Gooi de pagina weg nadat de procedure
is voltooid.
Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen
Als de afdrukken gekleurde schaduwen, wazige afbeeldingen of gebieden met kleuren van slechte
kwaliteit bevatten, moet u het apparaat mogelijk kalibreren om de kleuren uit te lijnen. Druk de
diagnosepagina af vanuit het menu Rapporten op het bedieningspaneel om de kleuruitlijning te
controleren. Als de gekleurde blokken op die pagina niet zijn uitgelijnd, moet u het apparaat kalibreren.
1. Open het menu Systeeminstellingen op het bedieningspaneel.
2. Open het menu Afdrukkwaliteit en selecteer het item Kleur kalibreren.
3. Selecteer de optie Nu kalibreren.
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren
167
De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften
voldoet
U dient mogelijk een andere printerdriver te gebruiken als afbeeldingen op de afgedrukte pagina
onverwachte strepen bevatten, er tekst ontbreekt, de opmaak onjuist is of er andere lettertypen zijn
gebruikt.
HP PCL 6-driver
Wordt meegeleverd als de standaarddriver. Deze driver wordt automatisch
geïnstalleerd, tenzij u een andere driver selecteert.
Aanbevolen voor alle Windows-omgevingen
Biedt in het algemeen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor
apparaatfuncties voor de meeste gebruikers
Ontwikkeld om samen te werken met de Windows Graphic Device Interface
(GDI) voor optimale snelheid in Windows-omgevingen
Mogelijk niet volledig compatibel met software van derden en aangepaste
software op basis van PCL 5
HP UPD PS-driver
Aanbevolen voor afdrukken met programma’s van Adobe
®
of met andere
grafisch intensieve software
Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript
flash-lettertypen
HP UPD PCL 5
Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor (Windows-
omgevingen)
Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten
De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of
softwareprogramma's van derden
De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het
product dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe)
Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden
die u voor meerdere printermodellen kunt gebruiken
Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een
mobiele Windows-computer
Aanvullende printerdrivers kunnen vanaf deze website worden gedownload: www.hp.com/support/
LJColorMFPM175.
168 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Het apparaat drukt niet of langzaam af
Het apparaat drukt niet af
Als het apparaat helemaal niet afdrukt, kunt u het volgende proberen.
1.
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bedieningspaneel aangeeft gereed te zijn.
Als het bedieningspaneel niet aangeeft dat het apparaat gereed is, schakel dan het
apparaat uit en koppel het netsnoer los van het apparaat. Wacht 30 seconden, sluit het
netsnoer weer aan en schakel het apparaat weer in. Wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd.
Als het bedieningspaneel aangeeft dat het apparaat gereed is, drukt u een
configuratiepagina af. Als dit lukt, probeert u de taak opnieuw te verzenden.
2.
Als het bedieningspaneel aangeeft dat er een fout is opgetreden, lost u het probleem op en
probeert u de taak nogmaals te verzenden.
3.
Zorg ervoor dat alle kabels juist zijn aangesloten. Als het apparaat op een netwerk is
aangesloten, controleert u het volgende:
Controleer het lampje naast de netwerkverbinding op het apparaat. Als het netwerk actief is,
brandt het lampje groen.
Zorg ervoor dat u een netwerkkabel gebruikt voor de netwerkaansluiting in plaats van een
telefoonsnoer.
Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist
functioneert.
4.
Installeer de HP-software van de cd die bij dit apparaat is geleverd. Het gebruik van algemene
printerdrivers kan vertragingen veroorzaken bij het wissen van taken in de afdrukwachtrij.
5.
Als u een firewall op de computer gebruikt, blokkeert dit systeem mogelijk de communicatie met
het apparaat. Probeer de firewall tijdelijk uit te schakelen om te kijken of deze het probleem
veroorzaakt.
6.
Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal
of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen.
Het apparaat drukt langzaam af
Als het apparaat slechts heel langzaam afdrukt, kunt u het volgende proberen.
1.
Zorg ervoor dat de computer voldoet aan de minimale vereisten voor dit apparaat. Ga naar de
volgende website voor een lijst met specificaties:
www.hp.com/support/LJColorMFPM175.
2.
Wanneer u het apparaat configureert om op bepaalde papiersoorten af te drukken, zoals zwaar
papier, drukt het apparaat langzamer af om de toner goed op het papier aan te brengen. Als de
instelling voor de papiersoort niet overeenkomt met de papiersoort die u gebruikt, wijzigt u de
instelling in de juiste papiersoort.
NLWW
Het apparaat drukt niet of langzaam af
169
3.
Wanneer u het apparaat instelt om met een hoge afdrukkwaliteit af te drukken, is de
afdruksnelheid langzamer. Wijzig de instellingen voor afdrukkwaliteit om de afdruksnelheid te
wijzigen.
4.
Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal
of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen.
5.
Mogelijk is de afkoelingsmodus van het apparaat geactiveerd. Wacht tot het apparaat is afgekoeld.
170 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Verbindingsproblemen oplossen
Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen
Als u het apparaat rechtstreeks op een computer hebt aangesloten, controleert u eerst de kabel.
Controleer of de kabel zowel op de computer als op de printer is aangesloten.
Controleer of de kabel niet langer is dan 5 m. Probeer een kortere kabel.
Controleer of de kabel goed werkt door de kabel aan te sluiten op een ander apparaat. Vervang
de kabel indien nodig.
Netwerkproblemen oplossen
Doorloop de volgende punten om te controleren of het apparaat met het netwerk communiceert. Druk
voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en zoek het IP-
adres van het apparaat op deze pagina.
Slechte fysieke verbinding
De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat
De computer kan niet met het apparaat communiceren
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor het netwerk
Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen
Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld
Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist
Slechte fysieke verbinding
1.
Controleer of het apparaat met een kabel van de juiste lengte is aangesloten op de juiste
netwerkpoort.
2.
Controleer of de kabels stevig zijn bevestigd.
3.
Controleer aan de achterzijde van het apparaat of er twee lampjes branden bij de
netwerkpoortaansluiting: oranje geeft activiteit aan, groen de koppelingsstatus.
4.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, probeert u een andere kabel of poort op de hub.
De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat
1. Ga naar de printereigenschappen en klik op het tabblad Poorten. Controleer of het IP-adres van
het apparaat klopt. Het IP-adres van het apparaat wordt weergegeven op de configuratiepagina.
2.
Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met de standaard TCP/IP-poort van HP, schakelt u het vakje
Altijd afdrukken naar dit apparaat, zelfs als het IP-adres verandert in.
NLWW
Verbindingsproblemen oplossen
171
3.
Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met een standaard TCP/IP-poort van Microsoft, gebruikt u
de hostnaam in plaats van het IP-adres.
4.
Als het IP-adres juist is, verwijdert u het apparaat en voegt u het opnieuw toe.
De computer kan niet met het apparaat communiceren
1.
Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk.
a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en
typ vervolgens cmd.
b.
Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat.
c.
Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
2.
Als de ping-opdracht is mislukt, controleer dan of de netwerkhubs zijn ingeschakeld en controleer
vervolgens of de netwerkinstellingen, het apparaat en de computer allemaal voor hetzelfde
netwerk zijn geconfigureerd.
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en
duplexinstellingen voor het netwerk
Hewlett-Packard adviseert deze instelling in de automatische modus te laten (de standaardinstelling).
Wanneer u deze instellingen wijzigt, dient u deze ook voor uw netwerk te wijzigen.
Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen
Controleer of nieuwe softwareprogramma's juist zijn geïnstalleerd en de juiste printerdriver gebruiken.
Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld
1.
Controleer de netwerkstuurprogramma's, printerdrivers en netwerkomleiding.
2.
Controleer of het besturingssysteem juist is geconfigureerd.
Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist
1.
Controleer op de configuratiepagina de status van het netwerkprotocol. Schakel het protocol
indien nodig in.
2.
Configureer de netwerkinstellingen zo nodig opnieuw.
172 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Problemen met draadloze netwerken oplossen
Controlelijst draadloze verbinding
Zorg dat de netwerkkabel niet is aangesloten.
Controleer of het apparaat en de draadloze router zijn ingeschakeld en van stroom worden
voorzien. Controleer ook of de draadloze zender van het apparaat is ingeschakeld.
Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is. Druk de configuratiepagina af
om de naam van het draadloze netwerk (SSID) te bepalen. Voer de draadloze installatie opnieuw
uit als u niet zeker weet of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is.
Bij beveiligde netwerken controleert u of de beveiligingsinformatie juist is. Voer de draadloze
installatie opnieuw uit als de beveiligingsinformatie niet juist is.
Probeer toegang te krijgen tot andere computers op het draadloos netwerk als het draadloos
netwerk niet goed functioneert. Probeer verbinding te maken met internet via een draadloze
verbinding als het netwerk toegang heeft tot internet.
De coderingsmethode (AES of TKIP) voor het apparaat is hetzelfde als die voor het draadloze
toegangspunt (op netwerken met WPA-beveiliging).
Controleer of het apparaat zich binnen het bereik van het draadloze netwerk bevindt. Bij de
meeste netwerken dient het apparaat zich binnen 30 m van het draadloze toegangspunt
(draadloze router) te bevinden.
Zorg dat het draadloze signaal niet wordt geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen
objecten tussen het toegangspunt en het apparaat. Controleer of er geen pilaren, muren of
draagbalken van metaal of beton tussen het apparaat en het draadloos toegangspunt staan.
Zorg dat het apparaat niet in de buurt staat van elektronische apparaten die het draadloze
signaal kunnen storen. Apparaten die het draadloos signaal kunnen storen, zijn onder andere
motoren, draadloze telefoons, beveiligingscamera's, andere draadloze netwerken en bepaalde
Bluetooth-apparaten.
Controleer of de printerdriver op de computer is geïnstalleerd.
Controleer of u de juiste printerpoort hebt geselecteerd.
Controleer of de computer en het apparaat op hetzelfde draadloze netwerk zijn aangesloten.
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien
van de draadloze configuratie
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en gereed is.
2.
Schakel firewalls van derden uit op uw computer.
3.
Controleer of het draadloos netwerk goed werkt.
4.
Controleer of de computer goed functioneert. Start indien nodig de computer opnieuw op.
NLWW
Problemen met draadloze netwerken oplossen
173
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer
is een firewall van derden geïnstalleerd
1.
Werk de firewall bij met de meest recente update van de fabrikant.
2.
Als de firewall tijdens het installeren van het apparaat of tijdens het afdrukken om uw toestemming
vraagt, dient u deze te geven voor het uitvoeren van de programma's.
3.
Schakel de firewall tijdelijk uit en installeer het draadloos apparaat vervolgens op de computer.
Schakel de firewall in wanneer de installatie is voltooid.
De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de
draadloze router of het apparaat is verplaatst
Controleer of de router of het apparaat is verbonden met hetzelfde netwerk waarmee uw computer is
verbonden.
1.
Druk een configuratiepagina af.
2.
Vergelijk de naam van het draadloze netwerk (SSID) op de configuratiepagina met de SSID in de
printerconfiguratie op uw computer.
3.
Als de nummers niet hetzelfde zijn, zijn de apparaten niet aangesloten op hetzelfde netwerk.
Configureer de draadloze instellingen voor het apparaat opnieuw.
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het
draadloos apparaat
1.
Controleer of de andere computers zich binnen het draadloos bereik bevinden en dat er geen
obstakels zijn die het signaal blokkeren. Voor de meeste netwerken ligt het draadloos bereik op
maximaal 30 m van het draadloos toegangspunt.
2.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en gereed is.
3.
Schakel firewalls van derden uit op uw computer.
4.
Controleer of het draadloos netwerk goed werkt.
5.
Controleer of de computer goed functioneert. Start indien nodig de computer opnieuw op.
De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken
wanneer er verbinding wordt gemaakt met een virtueel
privénetwerk.
U kunt niet gelijktijdig met een virtueel privénetwerk en andere netwerken verbonden zijn.
Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze
netwerken
Controleer of de draadloze router is ingeschakeld en de stroomtoevoer functioneert.
Het netwerk is mogelijk verborgen. U kunt echter gewoon verbinding maken met een verborgen
netwerk.
174 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Het draadloos netwerk functioneert niet
1.
Zorg dat de netwerkkabel niet is aangesloten.
2.
Om te controleren of de verbinding met het netwerk is verbroken, dient u andere apparaten op
het netwerk aan te sluiten.
3.
Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk.
a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en
typ vervolgens cmd.
b.
Typ ping, gevolgd door het IP-adres van de router.
In Mac: open het netwerkhulpprogramma en typ het IP-adres in het juiste veld in het
deelvenster Ping.
c.
Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
4.
Controleer of de router of het apparaat is verbonden met hetzelfde netwerk waarmee de computer
is verbonden.
a.
Druk een configuratiepagina af.
b.
Vergelijk de naam van het draadloze netwerk (SSID) op het configuratierapport met de SSID
in de printerconfiguratie op de computer.
c.
Als de nummers niet hetzelfde zijn, zijn de apparaten niet aangesloten op hetzelfde netwerk.
Configureer de draadloze instellingen voor het apparaat opnieuw.
NLWW
Problemen met draadloze netwerken oplossen
175
Problemen met de productsoftware in Windows
Probleem Oplossing
Er wordt geen driver voor het product
weergegeven in de map Printers.
Start de computer opnieuw op om het spoolerproces opnieuw te
starten. Als er een storing is ontstaan tijdens het spoolerproces,
worden er geen printerdrivers weergegeven in de map Printers.
Installeer de productsoftware opnieuw.
OPMERKING: Sluit alle actieve programma's af. Als u een
programma wilt sluiten waarvoor een pictogram in het systeemvak
wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram
en selecteert u Sluiten of Uitschakelen.
Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van de
computer.
Er wordt een foutbericht weergegeven tijdens de
installatie van de software
Installeer de productsoftware opnieuw.
OPMERKING: Sluit alle actieve programma's af. Als u een
programma wilt sluiten waarvoor een pictogram in de taakbalk
wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram
en selecteert u Sluiten of Uitschakelen.
Controleer de hoeveelheid vrije schijfruimte van het station waarop u
de productsoftware installeert. Maak indien nodig zoveel mogelijk
ruimte vrij en installeer de productsoftware opnieuw.
Voer zo nodig Schijfdefragmentatie uit en installeer de
productsoftware opnieuw.
Het product bevindt zich in de modus Klaar, maar
er wordt niets afgedrukt
Druk een configuratiepagina af en controleer de functies van het
product.
Herstart de computer waarop u de afdrukopdracht hebt verzonden.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en de juiste
specificaties hebben. Doe dit zowel voor de USB-kabel als voor het
netsnoer. Probeer een nieuwe kabel.
Als de computer verbinding probeert te maken met een draadloos
netwerk, controleer dan of de netwerkkabel niet is aangesloten.
176 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen
De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven
De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten.
De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt
weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten.
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze
Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet weergegeven
in de lijst met printers en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd.
Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt
De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten
weergegeven
1.
Controleer of het GZ-bestand van het apparaat zich in de volgende map op de vaste schijf
bevindt: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources. Installeer de software zo nodig opnieuw.
2.
Als het GZ-bestand zich in deze map bevindt, is het PPD-bestand mogelijk beschadigd. Verwijder
het bestand en installeer de software opnieuw.
De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers
en faxapparaten.
1.
Controleer of de kabels juist zijn aangesloten en het apparaat is ingeschakeld.
2.
Druk een configuratiepagina af om de productnaam te controleren. Controleer of de naam op de
configuratiepagina overeenkomt met de apparaatnaam in de lijst met printers en faxapparaten.
3.
Vervang de USB- of netwerkkabel door een kabel van hoge kwaliteit.
De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het
geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers
en faxapparaten.
1.
Controleer of de kabels juist zijn aangesloten en het apparaat is ingeschakeld.
2.
Controleer of het GZ-bestand van het apparaat zich in de volgende map op de vaste schijf
bevindt: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources. Installeer de software zo nodig opnieuw.
3.
Als het GZ-bestand zich in deze map bevindt, is het PPD-bestand mogelijk beschadigd. Verwijder
het bestand en installeer de software opnieuw.
4.
Vervang de USB- of netwerkkabel door een kabel van hoge kwaliteit.
NLWW
Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen
177
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze
1.
Open de afdrukwachtrij en start de afdruktaak opnieuw.
2.
Een ander apparaat met een vergelijkbare naam heeft de afdruktaak mogelijk ontvangen. Druk
een configuratiepagina af om de productnaam te controleren. Controleer of de naam op de
configuratiepagina overeenkomt met de apparaatnaam in de lijst met printers en faxapparaten.
Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt
het apparaat niet weergegeven in de lijst met printers en
faxapparaten nadat de driver is geselecteerd.
Problemen met software oplossen
Controleer of het besturingssysteem Mac OS X 10.5 of hoger is.
Problemen met hardware oplossen
1.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
2.
Controleer of de USB-kabel op de juiste manier is aangesloten.
3.
Controleer of u de juiste hogesnelheids-USB-kabel gebruikt.
4.
Controleer of er niet te veel USB-apparaten stroom onttrekken aan de keten. Koppel alle
apparaten van de keten los en sluit de kabel rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer.
5.
Controleer of meer dan twee USB-hubs zonder voeding achter elkaar in de keten zitten. Koppel
alle apparaten van de keten los en sluit de kabel rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer.
OPMERKING: Het iMac-toetsenbord is een USB-hub zonder eigen voeding.
Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt
Als u de USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt geïnstalleerd, gebruikt u mogelijk een
algemene printerdriver in plaats van de driver voor dit apparaat.
1.
Verwijder de algemene printerdriver.
2.
Installeer de software opnieuw vanaf de bij het apparaat geleverde cd-rom. Sluit de USB-kabel
pas aan als hierom wordt gevraagd.
3.
Als er meerdere printers zijn geïnstalleerd, controleert u of u de juiste printer hebt geselecteerd in
de vervolgkeuzelijst Stel in voor in het dialoogvenster Druk af.
178 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
A Benodigdheden en accessoires
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen
Onderdeelnummers
NLWW 179
Onderdelen, accessoires en benodigdheden
bestellen
Originele printcartridge, originele afbeeldingsdrum en
origineel papier van HP
www.hp.com/go/suresupply
Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen
www.hp.com/buy/parts
Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt
van HP.
Onderdeelnummers
De volgende lijst met accessoires was actueel ten tijde van deze druk. Bestelinformatie en
beschikbaarheid van de accessoires kan veranderen tijdens de levensduur van het product.
Printcartridges
Artikel Cartridgenummer Kleur Onderdeelnummer
HP LaserJet-printcartridge 126A Zwart CE310A
Cyaan CE311A
Geel CE312A
Magenta CE313A
Afbeeldingsdrums
Item Omschrijving Nummer
Afbeeldingsdrum Afbeeldingsdrum CE314A
OPMERKING: De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt onder de productgarantie. Voor
vervangende afbeeldingsdrums geldt een beperkte garantie van één jaar vanaf de installatiedatum. De
installatiedatum van de afbeeldingsdrum staat op de statuspagina voor benodigdheden vermeld. De
Premium Protection Warranty van HP geldt alleen voor de printcartridges voor het apparaat.
Kabels en interfaces
Artikel Omschrijving Onderdeelnummer
USB 2.0-printerkabel (Twee meter, standaard) A-naar-B-kabel C6518A
180 Bijlage A Benodigdheden en accessoires NLWW
B Service en ondersteuning
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJet-printcartridge
Beperkte-garantieverklaring voor vervangende LaserJet-afbeeldingsdrums van HP
Op de printcartridge en de afbeeldingsdrum opgeslagen gegevens
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
OpenSSL
Klantondersteuning
Het product opnieuw verpakken
NLWW 181
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE
HP LaserJet Pro 100 color MFP M175a, M175nw Eén jaar vervangend apparaat
Afbeeldingsdrum, CE314A, meegeleverd Eén jaar vervangend apparaat
HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van
aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en
constructiefouten. Indien HP gedurende de garantieperiode van dergelijke defecten in kennis wordt
gesteld, zal HP de defecte producten naar eigen goeddunken laten repareren of vervangen.
Vervangende producten kunnen nieuw of zo goed als nieuw zijn.
HP garandeert u dat HP-software bij correcte installatie en correct gebruik gedurende de hierboven
genoemde periode na de aanschafdatum geen gebreken zal vertonen in de uitvoering van de programma-
instructies als gevolg van gebreken in materiaal of vakmanschap. Als HP van dergelijke gebreken in
kennis wordt gesteld tijdens de garantieperiode, zal HP zorgen voor vervanging van de software die
als gevolg van dergelijke gebreken de programma-instructies niet kan uitvoeren.
HP kan de ononderbroken en probleemloze werking van HP-producten niet garanderen. Als HP niet
binnen een redelijke termijn in staat is een product te repareren of te vervangen zodat de conditie
ervan is zoals overeengekomen in de garantie, hebt u recht op teruggave van de aankoopprijs na
onmiddellijk retourneren van het product.
HP-producten kunnen onderdelen bevatten die zijn gemaakt op basis van hergebruik en die presteren
als nieuw, of die incidenteel gebruikt zijn.
De garantie is niet van toepassing op defecten die het resultaat zijn van (a) onjuist of onvoldoende
onderhoud of een verkeerde kalibratie, (b) software, verbindingen, onderdelen of benodigdheden die
niet door HP zijn geleverd, (c) niet-geautoriseerde aanpassing of misbruik, (d) gebruik buiten de
aangegeven omgevingsspecificaties voor het apparaat of (e) onjuiste voorbereiding of onjuist
onderhoud van de locatie.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, ZIJN BOVENGENOEMDE
GARANTIES EXCLUSIEF EN BESTAAT ER GEEN ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIE OF
VOORWAARDE, NOCH SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING, EN HP WIJST DE IMPLICIETE
GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND. Sommige landen/regio's, staten of
provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de bovenstaande
beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is. Deze beperkte garantie geeft u specifieke
juridische rechten. U hebt misschien ook andere rechten die verschillen per staat, per provincie of per
land/regio.
De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's of plaatsen waar HP ondersteuning biedt
voor dit product en waar HP dit product op de markt heeft gebracht. De garantie kan variëren op basis
van plaatselijke normen. In verband met wettelijke regelgeving brengt HP geen wijzigingen aan in de
vormgeving of de functies van het product voor gebruik in een land/regio waarvoor het product
oorspronkelijk niet was bestemd.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR NATIONALE WETGEVING, ZIJN DE PROBLEEMOPLOSSINGEN
IN DEZE GARANTIEVERKLARING DE ENIGE TOEGESTANE OPLOSSINGEN. MET UITZONDERING
182 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
VAN HET HIERBOVEN BEPAALDE, KUNNEN HP EN ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET KWIJTRAKEN VAN GEGEVENS, DIRECTE, SPECIALE
OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN
GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR ANDERE SCHADE, ONGEACHT OF DEZE SCHADE
VOORTVLOEIT UIT EEN CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. Sommige landen/
regio's, staten of provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de
bovenstaande beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is.
VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, ZIJN DE VOORWAARDEN IN DEZE
GARANTIEVERKLARING EEN AANVULLING OP DE GELDENDE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN
TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN DIT PRODUCT AAN U.
NLWW
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
183
De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-
garantieverklaring voor de LaserJet-printcartridge
HP garandeert dat dit HP-product geen materiaal- en productiefouten bevat.
Deze garantie is niet van toepassing op producten die (a) zijn nagevuld, verbeterd, bijgewerkt of op
een andere manier aangepast, producten waarbij (b) problemen optreden als gevolg van verkeerd
gebruik, onjuiste opslag of vanwege gebruik in een andere omgeving dan aangegeven in de
printerspecificaties, of producten die (c) slijtage vertonen als gevolg van normaal gebruik.
Als u in aanmerking wilt komen voor garantie, moet u dit product retourneren aan de winkel waar u
het product hebt gekocht (voorzien van een beschrijving van het probleem en afdrukvoorbeelden) of
contact opnemen met HP Klantenondersteuning. HP zal het product vervolgens vervangen, indien het
product is beschadigd, of het aankoopbedrag vergoeden.
VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, IS DE BOVENGENOEMDE
GARANTIE EXCLUSIEF. HP BIEDT GEEN ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES OF
VOORWAARDEN, SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING EN WIJST ALLE IMPLICIETE GARANTIES OF
VOORWAARDEN VAN VERHANDELBAARHEID, TOEREIKENDE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND.
VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, ZIJN HP OF HAAR
LEVERANCIERS OP GEEN ENKELE WIJZE AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, BIJZONDERE,
INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER WINSTDERVING OF GEGEVENSVERLIES), OF
ANDERE SCHADE, HETZIJ ONDER CONTRACT, DWANG OF ANDERSZINS.
DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT
WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE
WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT MAAR ZIJN EEN
AANVULLING DAAROP.
184 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
Beperkte-garantieverklaring voor vervangende
LaserJet-afbeeldingsdrums van HP
Voor dit HP-apparaat wordt gedurende één jaar vanaf de installatie gegarandeerd dat deze vrij is van
materiaal- en constructiefouten. De garantie is niet van toepassing op afbeeldingsdrums die (a) zijn
gereviseerd, hergebruikt of op enige wijze onjuist gebruikt, (b) niet goed werken door verkeerd
gebruik, onjuiste opslag of gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het product of
(c) slijtage vertonen door dagelijks gebruik.
Als u in aanmerking wilt komen voor garantie, moet u dit product retourneren aan het aankooppunt
(voorzien van een schriftelijke beschrijving van het probleem, afdrukvoorbeelden en een afdruk van de
configuratiepagina en de statuspagina voor benodigdheden) of contact opnemen met de klantenservice
van HP. HP beslist vervolgens of defecte producten worden vervangen of vergoed.
VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, IS DE BOVENGENOEMDE
GARANTIE EXCLUSIEF. HP BIEDT GEEN ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES OF
VOORWAARDEN, SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING EN WIJST ALLE IMPLICIETE GARANTIES OF
VOORWAARDEN VAN VERHANDELBAARHEID, TOEREIKENDE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE NATIONALE WETGEVING, KUNNEN HP EN ZIJN
LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE, SPECIALE OF
INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN
GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR ANDERE SCHADE, HETZIJ OP BASIS VAN CONTRACT,
ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS.
DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT
WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE
WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT MAAR ZIJN EEN
AANVULLING DAAROP.
NLWW
Beperkte-garantieverklaring voor vervangende LaserJet-afbeeldingsdrums van HP
185
Op de printcartridge en de afbeeldingsdrum
opgeslagen gegevens
De printcartridges en de afbeeldingsdrum van HP die in dit apparaat worden gebruikt, bevatten een
geheugenchip die de werking van het apparaat ondersteunt.
Bovendien worden door deze geheugenchip gegevens over het apparaatgebruik verzameld, zoals: de
datum waarop de printcartridge en afbeeldingsdrum zijn geïnstalleerd, de datum waarop de
printcartridge en afbeeldingsdrum voor het laatst zijn gebruikt, het aantal pagina's dat met de
printcartridge en de afbeeldingsdrum is afgedrukt, de paginadekking, de gebruikte afdrukmodi, de
afdrukfouten die zijn opgetreden en het apparaatmodel. Met deze informatie kan HP nieuwe producten
ontwerpen die aansluiten op de afdrukbehoeften van de klant.
Klanten of gebruikers van de printcartridge en de afbeeldingsdrum, evenals het apparaat kunnen niet
aan de hand van de via de geheugenchip van de printcartridge en de afbeeldingsdrum verzamelde
gegevens worden geïdentificeerd.
HP houdt een steekproef onder de geheugenchips van printcartridges en afbeeldingsdrums die worden
teruggestuurd in het kader van het gratis recyclingprogramma van HP (HP Planet Partners:
www.hp.com/
recycle). De geheugenchips uit deze steekproef worden onderzocht voor het verbeteren van producten
van HP. Partners van HP die helpen bij het recyclen van deze printcartridges en afbeeldingsdrums
hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Derden die eigenaar van printcartridges en afbeeldingsdrums zijn, hebben mogelijk toegang tot de
anonieme informatie op de geheugenchip. Als u niet wilt dat anderen toegang hebben tot deze
informatie, maakt u de geheugenchip onbruikbaar. U kunt de geheugenchip echter niet in een
apparaat van HP gebruiken als u deze onbruikbaar hebt gemaakt.
186 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
LEES DIT DOCUMENT AANDACHTIG DOOR VOORDAT U DIT SOFTWAREPRODUCT IN GEBRUIK
NEEMT: Deze licentieovereenkomst voor eindgebruikers (“LVE”)is een contract tussen (a) u (een
persoon of de organisatie die u vertegenwoordigt) en (b) Hewlett-Packard Company (“HP”) die van
toepassing is op uw gebruik van het softwareproduct (“de Software”). Deze LVE is niet van toepassing
indien er een afzonderlijke licentieovereenkomst bestaat tussen u en HP of haar leveranciers van de
Software, inclusief een licentieovereenkomst in online documentatie. De term “Software” kan het
volgende omvatten: (i) bijbehorende media, (ii) een gebruikershandleiding en andere gedrukte
materialen en (iii) “online” of elektronische documentatie (samen “Gebruikersdocumentatie”).
RECHTEN IN DE SOFTWARE WORDEN UITSLUITEND GEBODEN OP VOORWAARDE DAT U
AKKOORD GAAT MET ALLE VOORWAARDEN IN DEZE LVE. DOOR DE SOFTWARE TE
INSTALLEREN, KOPIËREN, DOWNLOADEN OF ANDERSZINS TE GEBRUIKEN, GAAT U AKKOORD
MET DE VOORWAARDEN IN DEZE LVE. ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DEZE LVE, ONTHOUD U
DAN VAN HET INSTALLEREN, DOWNLOADEN OF ANDERSZINS GEBRUIKEN VAN DE SOFTWARE.
ALS U DE SOFTWARE HEEFT AANGESCHAFT, MAAR NIET AKKOORD GAAT MET DEZE LVE,
RETOURNEERT U DE SOFTWARE DAN BINNEN VEERTIEN DAGEN BIJ HET AANKOOPPUNT, WAAR
HET AANKOOPBEDRAG ZAL WORDEN GERESTITUEERD. ALS DE SOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD
OP, OF BESCHIKBAAR GEMAAKT MET, EEN ANDER HP PRODUCT, KUNT U HET VOLLEDIGE,
ONGEBRUIKTE PRODUCT RETOURNEREN.
1. SOFTWARE VAN DERDEN. De Software kan, naast merksoftware van HP (“HP Software”) software
bevatten onder licenties van derden (“Software van derden” en “Licentie van derden”). Alle Software
van derden wordt aan u in licentie gegeven volgens de algemene voorwaarden van de bijbehorende
Licentie van derden. Meestal bevindt de Licentie van derden zich in een bestand met een naam als
license.txt. Neem contact op met HP ondersteuning als u geen Licentie van derden kunt vinden. Als de
Licenties van derden licenties bevatten met betrekking tot de beschikbaarheid van broncode (zoals de
GNU General Public License) en de bijbehorende broncode niet bij de Software is inbegrepen,
raadpleegt u de pagina’s met productondersteuning op de website van HP (hp.com) voor informatie
over het verkrijgen van dergelijke broncode.
2. LICENTIERECHTEN. Als u akkoord gaat met alle voorwaarden van deze LVE, heeft u de volgende
rechten:
a. Gebruik. HP verleent u een licentie tot Gebruik van één exemplaar van de HP Software. “Gebruik”
betekent het installeren, kopiëren, opslaan, laden, uitvoeren, weergeven of anderszins gebruiken van
de HP Software. U mag de HP Software niet wijzigen of enige licentie- of controlevoorziening van de
HP Software uitschakelen. Als deze Software door HP is geleverd voor Gebruik met een imaging- of
printproduct (bijvoorbeeld als de Software een printerstuurprogramma, firmware of add-on is), mag de
HP Software uitsluitend worden gebruikt met dit product (het “HP Product”). In de
Gebruikersdocumentatie vindt u mogelijk andere beperkingen van het Gebruik. U mag voor Gebruik
geen onderdelen van de HP Software scheiden. U bent niet gerechtigd om de HP Software te distribueren.
b. Kopiëren. Uw recht tot kopiëren betekent dat u voor archivering of backups kopieën mag maken van
de HP Software, op voorwaarde dat elke kopie alle originele eigendomsvermeldingen van de
HP Software bevat en uitsluitend wordt gebruikt voor backupdoeleinden.
3. UPGRADES. Voor het Gebruik van HP Software die door HP is geleverd als upgrade, update of
aanvulling (gezamenlijk “Upgrade”), moet u eerst over een licentie beschikken van de originele
HP Software waarvan HP heeft aangegeven dat deze in aanmerking komt voor de Upgrade. Voor
zover de Upgrade de originele HP Software vervangt, mag u die HP Software niet langer gebruiken.
NLWW
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
187
Deze LVE is van toepassing op elke Upgrade, tenzij HP bij de Upgrade andere voorwaarden levert. In
geval van een tegenstrijdigheid tussen deze LVE en zulke andere voorwaarden, zijn de andere
voorwaarden van toepassing.
4. OVERDRACHT.
a. Overdracht aan derden. De aanvankelijke eindgebruiker van de HP Software mag de HP Software
eenmalig overdragen aan een andere eindgebruiker. Elke overdracht zal alle onderdelen, media,
Gebruikersdocumentatie, deze LVE en, indien van toepassing, het Certificaat van echtheid omvatten.
De overdracht mag geen indirecte overdracht zijn, zoals een consignatie. Voorafgaand aan de
overdracht moet de eindgebruiker die de overgedragen Software zal ontvangen akkoord gaan met
deze LVE. Bij overdracht van de HP Software wordt uw licentie automatisch beëindigd.
b. Beperkingen. U mag de HP Software niet verhuren, leasen of uitlenen, of de HP Software gebruiken
voor commerciële timesharing of bureaugebruik. U mag de HP Software niet in sublicentie geven,
toewijzen of anderszins overdragen anders dan uitdrukkelijk is geregeld in deze LVE.
5. EIGENDOMSRECHTEN. Alle intellectuele eigendomsrechten in de Software en
Gebruikersdocumentatie zijn eigendom van HP of haar leveranciers en worden beschermd door de
wet, inclusief toepasselijke auteursrechten, handelsgeheimen, patenten en handelsmerkwetten. U bent
niet gerechtigd enige productidentificatie, mededeling over auteursrecht, of eigendomsbeperking uit de
Software te verwijderen.
6. BEPERKING VAN REVERSE ENGINEERING. U mag de HP Software niet onderwerpen aan reverse
engineering, decompilatie of disassemblage, tenzij dit is toegestaan onder de toepasselijke wetgeving.
7. INSTEMMING MET GEBRUIK VAN GEGEVENS. HP en haar gelieerde ondernemingen mogen
technische gegevens verzamelen en gebruiken die u levert in relatie tot (i) uw Gebruik van de Software
of het HP Product of (ii) het bieden van ondersteuning met betrekking tot de Software of het HP Product.
Op al deze gegevens is het privacybeleid van HP van toepassing. HP zal deze gegevens niet
gebruiken in een vorm waarin u persoonlijk herkenbaar bent, tenzij dit nodig is om uw Gebruik te
verbeteren of ondersteuning te verlenen.
8. BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID. Niettegenstaande enige schade die u zou kunnen oplopen,
is de volledige aansprakelijkheid van HP en haar leveranciers onder deze LVE en uw volledige
verhaalmogelijkheid onder deze LVE beperkt tot het feitelijk door u betaalde bedrag voor het Product,
met een minimum van vijf dollar (USD 5). VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND
VAN TOEPASSELIJK RECHT, KUNNEN HP OF HAAR LEVERANCIERS IN GEEN ENKEL GEVAL
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE SPECIALE, INCIDENTELE, INDIRECTE OF
GEVOLGSCHADE (WAARONDER SCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT WINSTVERLIES,
GEGEVENSVERLIES, ONDERBREKING VAN DE WERKZAAMHEDEN, PERSOONLIJK LETSEL, OF
INBREUK OP PRIVACY) DIE OP ENIGE WIJZE IS GERELATEERD AAN HET GEBRUIK OF HET
ONVERMOGEN TOT GEBRUIK VAN DE SOFTWARE, ZELFS INDIEN HP OF ENIGE LEVERANCIER IS
GEWAARSCHUWD VOOR DE MOGELIJKHEID VAN ZULKE SCHADE EN ZELFS ALS DE
BOVENGENOEMDE VERHAALMOGELIJKHEID NIET HET BEOOGDE DOEL HEEFT BEREIKT. In
bepaalde landen/regio’s of andere rechtsgebieden is het uitsluiten of beperken van incidentele of
gevolgschade niet toegestaan, zodat bovengenoemde beperking of uitsluiting mogelijk niet op u van
toepassing is.
9. AMERIKAANSE OVERHEIDSORGANISATIES. Indien u een Amerikaanse overheidsorganisatie bent,
worden, in overeenstemming met FAR 12.211 en FAR 12.212, Commerciële computersoftware,
Documentatie bij computersoftware en Technische gegevens voor commerciële artikelen in licentie
gegeven onder de van toepassing zijnde commerciële licentieovereenkomst van HP.
188 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
10. NALEVING VAN EXPORTWETTEN. U dient zich te houden aan alle wetten, regels en vereisten (i)
die van toepassing zijn op de export of import van de Software, of (ii) die het Gebruik van de Software
beperken, waaronder beperkingen met betrekking tot de verspreiding van nucleaire, chemische of
biologische wapens.
11. VOORBEHOUD VAN RECHTEN. Alle rechten die niet uitdrukkelijk aan u zijn verleend in deze LVE,
blijven voorbehouden aan HP en haar leveranciers.
(c) 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Herz. 11/06
NLWW
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
189
OpenSSL
Dit apparaat bevat software die door het OpenSSL Project is ontwikkeld voor gebruik in de OpenSSL
Toolkit (http://www.openssl.org/)
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT EN ELKE
WAARBORG, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, WAARBORGEN VAN
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN. IN
GEEN GEVAL ZULLEN HET OpenSSL PROJECT OF DEGENEN DIE DAAR EEN BIJDRAGE AAN
HEBBEN GELEVERD, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE,
SPECIALE, MORELE OF RESULTERENDE SCHADE (INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, VERWERVING
VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN,
VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINST OF ONDERBREKING VAN BEDRIJFSVOERING),
ONGEACHT DE WIJZE WAAROP DEZE SCHADE IS VEROORZAAKT EN ONGEACHT WELKE
AANSPRAKELIJKHEIDSGROND, VOLGENS HET VERBINTENISSENRECHT, BIJ STRIKTE
AANSPRAKELIJKHEID, ALS ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF OP
ANDERE WIJZE) DIE OP ENIGE WIJZE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE,
ZELFS WANNEER MEN OP DE HOOGTE IS GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE
SCHADE.
Dit apparaat bevat coderingssoftware die is ontwikkeld door Eric Young (ea[email protected]). Dit
apparaat bevat software die is ontwikkeld door Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Klantondersteuning
Telefonische ondersteuning voor uw land/regio
Zorg dat u de productnaam, het serienummer, de
aankoopdatum en een probleemomschrijving bij de hand hebt.
Telefoonnummers voor land/regio vindt u op de folder in de
doos van het product of op
www.hp.com/support/.
24-uurs ondersteuning via internet
www.hp.com/support/LJColorMFPM175
ondersteuning voor de producten die u op een Macintosh-
computer gebruikt
www.hp.com/go/macosx
Download hulpprogramma's, drivers en digitale informatie
www.hp.com/support/LJColorMFPM175
Aanvullende HP service- of onderhoudsovereenkomsten
bestellen
www.hp.com/go/carepack
Uw apparaat registreren
www.register.hp.com
190 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
Het product opnieuw verpakken
Als HP Klantenondersteuning vaststelt dat uw product moet worden geretourneerd naar HP voor
reparatie, volg dan deze stappen om het product opnieuw te verpakken voordat u het product verzendt.
VOORZICHTIG: Schade tijdens het vervoer als gevolg van onjuiste verpakking komt voor
verantwoordelijkheid van de klant.
1.
Verwijder de printcartridges en bewaar deze.
VOORZICHTIG: Het is erg belangrijk dat u de printcartridges verwijdert voordat u het
apparaat verzendt. Een printcartridge die in het apparaat achterblijft tijdens het transport kan
gaan lekken en toner achterlaten op de motor van het apparaat en andere onderdelen.
Om beschadiging aan de printcartridges te voorkomen, raakt u de rollen niet aan en bewaart u
de printcartridges zodanig dat ze niet aan licht worden blootgesteld.
2.
Verwijder het netsnoer, de interfacekabel en optionele accessoires en bewaar deze.
3.
Sluit indien mogelijk afdrukvoorbeelden bij en 50 tot 100 vel papier of ander afdrukmateriaal
waarop niet goed werd afgedrukt.
4.
Neem in de VS contact op met de klantenondersteuning van HP om nieuw verpakkingsmateriaal
aan te vragen. Gebruik elders zo mogelijk het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal.
NLWW
Het product opnieuw verpakken
191
192 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
C Specificaties
Fysieke specificaties
Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot
Omgevingsspecificaties
NLWW 193
Fysieke specificaties
Tabel C-1 Fysieke specificaties
1
Specificatie HP LaserJet Pro 100 color MFP M175
Productgewicht 15,8 kg
Producthoogte 337 mm
Productdiepte 323 mm
Productbreedte 442 mm
1
Deze waarden zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Raadpleeg www.hp.com/support/LJColorMFPM175.
Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en
geluidsuitstoot
Raadpleeg www.hp.com/support/LJColorMFPM175 voor recente informatie.
VOORZICHTIG: De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar het product wordt
verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning. Veranderingen kunnen leiden tot beschadiging
van het product en tot het vervallen van de garantie.
Omgevingsspecificaties
Tabel C-2 Omgevingsspecificaties
Bedrijf
1
Opslag
1
Temperatuur 10° tot 32,5°C 0° tot 35°C
Relatieve luchtvochtigheid 10% tot 80% 10% tot 80%
1
Deze waarden zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Raadpleeg www.hp.com/support/LJColorMFPM175.
194 Bijlage C Specificaties NLWW
D Overheidsinformatie
FCC-voorschriften
Milieuvriendelijke producten
Verklaring van conformiteit (basismodellen)
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen)
Veiligheidsvoorschriften
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten
NLWW 195
FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch
apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een
woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en
gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de
instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie.
Er is echter geen garantie dat in bepaalde situaties geen storing zal optreden. Als deze apparatuur
schadelijke storing in radio- of televisie-ontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten, kan de gebruiker proberen deze storing op te heffen op een of
meer van de volgende manieren:
Verplaats de ontvangstantenne of richt deze anders.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop het
ontvangstapparaat is aangesloten.
Raadpleeg de dealer of een ervaren radio- en TV-monteur.
OPMERKING: Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Hewlett-Packard zijn
goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om met deze apparatuur te werken, tenietdoen.
Om te voldoen aan de limieten voor apparaten uit de klasse B zoals gesteld in Deel 15 van de FCC-
voorschriften, is het gebruik van een afgeschermde interfacekabel verplicht.
196 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Milieuvriendelijke producten
Milieubescherming
Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief hoogstaande
producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die de effecten op
het milieu beperken.
Ozonproductie
Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O
3
) voort.
Lager energieverbruik
Het stroomverbruik loopt aanzienlijk terug in de modus Klaar of de modus Sluimer. Dit bespaart
natuurlijke bronnen en geld zonder dat de prestaties van dit product worden beïnvloed. Apparatuur
voor afdrukken en beeldbewerking van Hewlett-Packard die voorzien is van het logo ENERGY STAR
®
is
gekwalificeerd voor de ENERGY STAR-specificaties voor beeldbewerkingsapparatuur van de
Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency). Het volgende merkteken verschijnt op
beeldbewerkingsproducten die gekwalificeerd zijn voor ENERGY STAR:
Aanvullende informatie over beeldbewerkingsproducten die gekwalificeerd zijn voor ENERGY STAR
kunt u vinden op:
www.hp.com/go/energystar
Papierverbruik
Het product beschikt over een functie voor het handmatig dubbelzijdig afdrukken en voor het n-per-vel
afdrukken (meerdere pagina's op één vel). Hierdoor kan het papierverbruik en het daarmee gepaard
gaande gebruik van natuurlijke bronnen worden verminderd.
Plastic onderdelen
Plastic onderdelen van meer dan 25 gram zijn volgens internationale normen gemarkeerd, waardoor
aan het einde van de levensduur van het product beter kan worden bepaald hoe de plastics moeten
worden afgevoerd.
Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet
U kunt HP LaserJet-printcartridges na gebruik eenvoudig gratis inleveren voor hergebruik bij HP Planet
Partners. Bij elke nieuwe HP LaserJet-printcartridge en elk benodigdhedenpakket treft u meertalige
instructies en informatie aan over het programma. U helpt de belasting van het milieu verder te
verkleinen door meerdere cartridges tegelijk op te sturen in plaats van afzonderlijk.
NLWW
Milieuvriendelijke producten
197
HP spant zich in om inventieve, hoogwaardige producten en diensten te leveren op een
milieuvriendelijke manier. Dit geldt voor zowel productontwerp en vervaardiging als distributie,
klantgebruik en recycling. Als u deelneemt aan het programma HP Planet Partners, bent u verzekerd
dat uw HP LaserJet-printcartridges op een veilig manier worden gerecycled. De oude materialen, zoals
plastic en metaal worden verwerkt en gebruikt voor nieuwe producten om zo te voorkomen dat
miljoenen tonnen afval op afvalstortplaatsen terecht komt. Deze cartridge wordt gerecycled en
hergebruikt in nieuwe producten en wordt daarom niet aan u geretourneerd. Dank u voor uw
milieubewustzijn!
OPMERKING: Gebruik het retouretiket alleen om originele HP LaserJet-printcartridges te retourneren.
Gelieve dit etiket niet te gebruiken voor HP-inkjetcartridges, cartridges die niet van HP zijn, opnieuw
gevulde of hergebruikte cartridges of retourzending op basis van garantie. Ga naar
http://www.hp.com/
recycle voor meer informatie over het hergebruik van HP-inkjetcartridges.
Instructies voor retourneren en recyclen
Verenigde Staten en Puerto Rico
Het etiket dat is bijgesloten in de doos van de HP LaserJet-tonercartridge, kunt u gebruiken voor het
retourneren en recyclen van een of meer HP LaserJet-printcartridges na gebruik. Volg de onderstaande
instructies die van toepassing zijn.
Inleveren van meerdere items (meer dan één cartridge)
1.
Verpak elke HP LaserJet-printcartridge in de originele doos en zak.
2.
Bind de dozen aan elkaar met touw of tape. Het pakket mag maximaal 31 kilo wegen.
3.
Gebruik één vooruitbetaald verzendingsetiket.
OF
1.
Als u een geschikte doos hebt, kunt u die gebruiken of vraag een gratis speciale doos aan op
www.hp.com/recycle (kan maximaal 31 kilo aan HP LaserJet-printercartridges bevatten). U kunt
ook bellen naar 1-800-340-2445.
2.
Gebruik één vooruitbetaald verzendingsetiket.
Enkele retourzendingen
1.
Verpak de HP LaserJet-printcartridge in de originele doos en zak.
2.
Plak het verzendingsetiket op de voorkant van de doos.
Verzenden
Voor het retourneren van HP LaserJet printcartridges voor recycling in de VS en Puerto Rico gebruikt u
het reeds van een adres en porto voorziene verzendetiket in de doos. Voor gebruik van het UPS-etiket
geeft u het pakket aan de UPS-chauffeur bij de volgende levering of ophaalronde. U kunt het pakket
ook afgeven bij een geautoriseerd drop-off center van UPS. (Wanneer u UPS verzoekt uw pakket op te
halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht) Bel voor de locatie van het
dichtstbijzijnde UPS drop-off center 1-800-PICKUPS of ga naar
www.ups.com.
198 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Als u het pakket retourneert met het FedEx-etiket, geeft u het pakket af aan de postbode van U.S. Postal
Service of de FedEx-chauffeur bij de volgende levering of ophaalronde. (Wanneer u FedEx verzoekt uw
pakket op te halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht). U kunt de verpakte
printcartridge(s) ook afgeven bij een U.S. Post Office of FedEx shipping center of store. Bel 1-800-ASK-
USPS of ga naar
www.usps.com voor het dichtstbijzijnde inleverpunt van UPS. Bel 1-800-GOFEDEX of
ga naar
www.fedex.com voor het dichtstbijzijnde inleverpunt van FedEx.
Ga voor meer informatie of het bestellen van extra etiketten of verzenddozen naar
www.hp.com/
recycle of bel 1-800-340-2445. Deze informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Inwoners van Alaska en Hawaï
gebruik het UPS-etiket niet. Bel 1-800-340-2445 voor informatie en instructies. De U.S. Postal Service
levert gratis services voor het terugsturen van cartridges volgens een overeenkomst met HP voor Alaska
en Hawaï.
Inzameling buiten de V.S.
Als u wilt deelnemen aan het inzamel- en recycleprogramma HP Planet Partners, volgt u de eenvoudige
aanwijzingen in de recyclinggids (te vinden in de verpakking van uw nieuwe benodigdheden) of gaat
u naar
www.hp.com/recycle. Selecteer uw land/regio voor informatie over de inzameling van uw
HP LaserJet-printerbenodigdheden.
Papier
Dit product is geschikt voor kringlooppapier als het papier voldoet aan de richtlijnen zoals omschreven
in de Handleiding Specificaties afdrukmateriaal voor HP LaserJet-printers. Dit product is geschikt voor
kringlooppapier dat voldoet aan EN12281:2002.
Materiaalbeperkingen
Aan dit HP-product is geen kwik toegevoegd.
Dit HP product bevat geen accu.
Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privé-
huishoudens in de Europese Unie
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet met het gewone afval mag
worden weggeworpen. In plaats hiervan dient u afgedankte apparatuur in te leveren bij een recycling/
inzamelingspunt voor elektrische en elektronische apparatuur. De aparte inzameling en recycling van
afgedankte apparatuur zorgt ervoor dat de natuurlijke hulpbronnen behouden blijven en dat de
apparatuur zonder nadelige invloed op de gezondheid en het milieu voor hergebruik kan worden
verwerkt. Voor meer informatie over het inleveren van apparatuur voor recyclingdoeleinden kunt u
contact opnemen met uw gemeente, de uitvoerende dienst of de winkel waar u het product hebt gekocht.
NLWW
Milieuvriendelijke producten
199
Chemische stoffen
Het beleid van HP is erop gericht om klanten informatie te verstrekken over de chemische stoffen die
zich in de producten bevinden, in overeenstemming met wettelijke verplichtingen zoals REACH
(Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad). Een rapport met
chemische informatie voor dit apparaat vindt u op:
www.hp.com/go/reach.
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart)
Material Safety Data Sheets (MSDS, gegevensbladen materiaalveiligheid) voor benodigdheden die
chemische stoffen bevatten (bijvoorbeeld toner) kunt u verkrijgen door naar de website van HP te gaan:
www.hp.com/go/msds of www.hp.com/hpinfo/community/environment/productinfo/safety.
Meer informatie
Meer informatie over onderwerpen met betrekking tot het milieu:
Milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP
Inzet van HP voor het milieu
Het milieubeheersysteem van HP
Het retournerings- en recycleprogramma van HP voor verbruikte producten
Material Safety Data Sheets (chemiekaarten)
Ga naar
www.hp.com/go/environment of www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment.
200 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Verklaring van conformiteit (basismodellen)
Verklaring van conformiteit
volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1
Naam fabrikant:
Hewlett-Packard Company DoC#: BOISB-1001-02-rel.1.0
Adres fabrikant:
11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
verklaart dat het product
Productnaam:
HP LaserJet Pro 100 color MFP M175a
Wettelijk modelnummer
2)
BOISB-1001-02
Productopties:
ALLE
Printcartridges:
CE310A, CE311A, CE312A, CE313A
voldoet aan de volgende productspecificaties:
VEILIGHEID:
IEC 60950-1:2005 / EN60950-1: 2006 +A11
IEC 60825-1:2006 / EN 60825-1:2007 (Klasse 1 laser-/led-product)
IEC 62311:2007 / EN 62311:2008
GB4943-2001
EMC:
CISPR22:2005 +A1 / EN55022:2006 +A1 - Klasse B
1)
EN 61000-3-2:2006
EN 61000-3-3:1995 +A1 +A2
EN 55024:1998 +A1 +A2
FCC Titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B1
)
/ ICES-003, Nummer 4
GB9254-2008, GB17625.1-2003
ENERGIEVERBRUIK:
EG-richtlijn 1275/2008
ENERGY STAR® Qualified Imaging Equipment Typical Electricity Consumption (TEC) Test Procedure
Aanvullende informatie:
Dit apparaat voldoet aan de vereisten van de EMC-richtlijn 2004/108/EG, de richtlijn inzake laagspanning 2006/95/EG en de EuP-
richtlijn 2005/32/EG en is dienovereenkomstig voorzien van de CE-markering
.
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die
een ongewenste werking kan veroorzaken.
1.
Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem.
2.
Voor wettelijke doeleinden is aan dit product een wettelijk modelnummer toegewezen. U moet dit nummer niet verwarren met de
productnamen of de productnummers.
NLWW
Verklaring van conformiteit (basismodellen)
201
Boise, Idaho USA
Oktober 2010
Alleen voor gereguleerde onderwerpen:
Contactadres in Europa: Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department HQ-
TRE / Standards Europe, Herrenberger Strasse 140, D-71034 Böblingen, Duitsland (Fax:
+49-7031-14-3143)
www.hp.com/go/certificates
Contactadres in de VS: Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Company, PO Box 15, Mail Stop 160, Boise, Idaho
83707-0015 (Telefoon: 208-396-6000)
202 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen)
Verklaring van conformiteit
volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1
Naam fabrikant:
Hewlett-Packard Company DoC#:BOISB-1001-03-rel.1.0
Adres fabrikant:
11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
verklaart dat het product
Productnaam:
HP LaserJet Pro 100 color MFP M175nw
Wettelijk modelnummer
2)
BOISB-1001-03
Productopties:
ALLE
Zendmodule
3)
SDGOB – 0892
Printcartridges:
CE310A, CE311A, CE312A, CE313A
voldoet aan de volgende productspecificaties:
VEILIGHEID:
IEC 60950-1:2005 / EN60950-1: 2006 +A11
IEC 60825-1:2006 / EN 60825-1:2007 (Klasse 1 laser-/led-product)
IEC 62311:2007 / EN 62311:2008
GB4943-2001
EMC:
CISPR22:2005 +A1 / EN55022:2006 +A1 - Klasse B
1)
EN 61000-3-2:2006
EN 61000-3-3:1995 +A1 +A2
EN 55024:1998 +A1 +A2
FCC Titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B1
)
/ ICES-003, Nummer 4
GB9254-2008, GB17625.1-2003
Radio
5)
EN 301 489-1:V1.8.1 / EN 301 489-17:V1.3.2
EN 300 328: V1.7.1
FCC Titel 47 CFR, Onderdeel 15 Subonderdeel C (Sectie 15.247) / IC: RSS-210
ENERGIEVERBRUIK:
EG-richtlijn 1275/2008
ENERGY STAR® Qualified Imaging Equipment Typical Electricity Consumption (TEC) Test Procedure
Aanvullende informatie:
Het product voldoet aan de vereisten van R&TTE-richtlijn 1999/5/EG Annex IV, EMC-richtlijn 2004/108/EG, de richtlijn inzake
laagspanning 2006/95/EG en de EuP-richtlijn 2005/32/EG, en is voorzien van de bijbehorende CE-markering
.
NLWW
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen)
203
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die
een ongewenste werking kan veroorzaken.
1.
Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem.
2.
Voor wettelijke doeleinden is aan dit product een wettelijk modelnummer toegewezen. U moet dit nummer niet verwarren met de
productnamen of de productnummers.
3.
Dit apparaat maakt gebruik van een zendmoduleapparaat met het wettelijke modelnummer SDGOB-0892, zoals is vereist om te
voldoen aan de technische wettelijke vereisten voor de landen/regio's waarin dit product zal worden verkocht.
Boise, Idaho USA
Oktober 2010
Alleen voor gereguleerde onderwerpen:
Contactadres in Europa: Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department HQ-
TRE / Standards Europe, Herrenberger Strasse 140, D-71034 Böblingen, Duitsland (Fax:
+49-7031-14-3143)
www.hp.com/go/certificates
Contactadres in de VS: Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Company, PO Box 15, Mail Stop 160, Boise, Idaho
83707-0015 (Telefoon: 208-396-6000)
204 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Veiligheidsvoorschriften
Laserverklaring
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug
Administration heeft een aantal voorschriften ingevoerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1
augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht
binnen de VS. Het apparaat is goedgekeurd als een Klasse 1-laserproduct volgens de Radiation
Performance Standard van het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services)
conform de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Aangezien straling die binnen het
apparaat tot stand komt, volledig binnen de beschermende behuizing en externe kleppen blijft, kan de
laserstraal tijdens geen enkele fase van een normaal functioneren ontsnappen.
WAARSCHUWING! Het gebruik van bedieningselementen, het aanbrengen van wijzigingen of het
uitvoeren van andere procedures dan beschreven in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke straling.
Canadese DOC-voorschriften
Complies with Canadian EMC Class B requirements.
« Conforme à la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. « CEM ». »
VCCI-verklaring (Japan)
Instructies voor netsnoer
Controleer of uw voedingsbron geschikt is voor het voltage van het product. U vindt het voltage op het
productetiket. Het product maakt gebruik van 110-127 V wisselspanning of 220-240 V wisselspanning
en 50/60 Hz.
Sluit het netsnoer aan op het product en op een geaard stopcontact.
VOORZICHTIG: Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij het product is geleverd om mogelijke
schade aan het product te voorkomen.
Netsnoerverklaring (Japan)
NLWW
Veiligheidsvoorschriften
205
EMC-verklaring (Korea)
206 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Laserverklaring voor Finland
Luokan 1 laserlaite
Klass 1 Laser Apparat
HP LaserJet Pro 100 color M175a, M175nw, laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1
laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen
ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (2007) mukaisesti.
VAROITUS !
Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän
turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
VARNING !
Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas för
osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
HUOLTO
HP LaserJet Pro 100 color M175a, M175nw - kirjoittimen sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa olevia
kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen huoltamiseen koulutettu henkilö. Tällaiseksi
huoltotoimenpiteeksi ei katsota väriainekasetin vaihtamista, paperiradan puhdistusta tai muita käyttäjän
käsikirjassa lueteltuja, käyttäjän tehtäväksi tarkoitettuja ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman
erikoistyökaluja.
VARO !
Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömällelasersäteilylle laitteen ollessa
toiminnassa. Älä katso säteeseen.
VARNING !
Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för osynlig
laserstrålning. Betrakta ej strålen.
Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista: Aallonpituus 775-795 nm Teho 5 m W
Luokan 3B laser.
GS-verklaring (Duitsland)
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz
vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt
nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden.
NLWW
Veiligheidsvoorschriften
207
Tabel met chemicaliën (China)
Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement
(Turkije)
Türkiye Cumhuriyeti: EEE Yönetmeliğine Uygundur
208 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten
FCC-voorschriften—Verenigde Staten
Exposure to radio frequency radiation
VOORZICHTIG: The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency
exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human
contact during normal operation is minimized.
In order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure limits, human proximity
to the antenna shall not be less than 20 cm during normal operation.
This device complies with Part 15 of FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including
interference that may cause undesired operation of the device.
VOORZICHTIG: Based on Section 15.21 of the FCC rules, changes of modifications to the
operation of this product without the express approval by Hewlett-Packard Company may invalidate its
authorized use.
Australische verklaring
This device incorporates a radio-transmitting (wireless) device. For protection against radio transmission
exposure, it is recommended that this device be operated no less than 20 cm from the head, neck, or
body.
Braziliaanse ANATEL-verklaring
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interferência
prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a sistemas operando
em caráter primário.
Canadese verklaringen
For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise emissions
from digital apparatus as set out in the radio interference regulations of the Canadian Department of
Communications. The internal wireless radio complies with RSS 210 of Industry Canada.
Pour l´usage d´intérieur. Le présent appareil numérique n´émet pas de bruits radioélectriques
dépassant les limites applicables aux appareils numériques de Classe B prescribes dans le règlement
sur le brouillage radioélectrique édicté par le Ministère des Communications du Canada. Le composant
RF interne est conforme à la norme CNR-210 d´Industrie Canada.
Wettelijk voorschrift van Europese Unie
De telecommunicatiefunctionaliteit van dit product kan worden gebruikt in de volgende EU- en EFTA-
landen/regio's:
Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechische Republiek, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk,
Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg,
NLWW
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten
209
Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slovaakse Republiek, Slovenië, Spanje,
Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk
For 2.4 GHz Wireless LAN operation of this product certain restrictions apply: This equipment may be
used indoor for the entire 2400-2483.5 MHz frequency band (channels 1-13). For outdoor use, only
2400-2454 MHz frequency band (channels 1-9) may be used. For the latest requirements, see
www.arcep.fr.
L'utilisation de cet equipement (2.4 GHz Wireless LAN) est soumise à certaines restrictions : Cet
équipement peut être utilisé à l'intérieur d'un bâtiment en utilisant toutes les fréquences de
2400-2483.5 MHz (Chaine 1-13). Pour une utilisation en environnement extérieur, vous devez utiliser
les fréquences comprises entre 2400-2454 MHz (Chaine 1-9). Pour les dernières restrictions, voir,
www.arcep.fr.
Kennisgeving voor gebruik in Rusland
Существуют определенные ограничения по использованию беспроводных сетей (стандарта 802.11 b/
g) с рабочей частотой 2,4 ГГц: Данное оборудование может использоваться внутри помещений с
использованием диапазона частот 2400-2483,5 МГц (каналы 1-13). При использовании внутри
помещений максимальная эффективная изотропноизлучаемая мощность (ЭИИМ) должна составлять
не более 100мВт.
Koreaanse verklaring
Taiwanese verklaring
210 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Index
A
aangepaste afdrukinstellingen
(Windows) 86
aangepast papierformaat,
instellingen
Macintosh 32
aansluiten op een draadloos
netwerk 44
aantal exemplaren, wijzigen 114
aantal pagina's 134
aanzicht, product 5
accessoires
bestellen 180
onderdeelnummers 180
accessoirestatuspagina 134
achterklep
storingen 162
ad-hocnetwerk, draadloos
beschrijving 47
configureren 48
afbeeldingsdrum
bewaren 73
controleren op
beschadiging 75
garantie 185
geheugenchips 186
afbeeldingsdrum,
artikelnummer 180
afdrukken
instellingen (Mac) 33
instellingen (Windows) 85
Macintosh 32
van rand tot rand 121
afdrukken in grijstinten,
Windows 97
afdrukkwaliteit
verbeteren 164
verbeteren (Windows) 89
afdrukmateriaal
eerste pagina 33
ondersteund 55
ondersteunde formaten 55
pagina's per vel 34
afdrukmateriaalstoringen. Zie
storingen
afdrukstand
papier, bij het plaatsen 60
wijzigen (Windows) 94
afdruktaak
annuleren 32, 84
instellingen wijzigen 20
afdruktaken 83
afmetingen,
productspecificaties 194
afvalverwerking, einde van
levensduur 199
annuleren
afdruktaak 32, 84
kopieertaken 116
scantaken 129
antivervalsing,
benodigdheden 73
apparaatstatus
tabblad Services op
Macintosh 35
B
bakken, uitvoer
storingen, verhelpen 162
bedieningspaneel
berichten, problemen
oplossen 151
instellingen 29
menu's 10
menuschema afdrukken 134
reinigingspagina,
afdrukken 143
soorten berichten 151
benodigdheden
bestellen 179, 180
niet-HP 73
onderdeelnummers 180
recyclen 72, 197
status weergeven met
HP Utility 31
vervalste 73
benodigdheden bestellen
websites 179
berichten
bedieningspaneel 151
bestellen
benodigdheden en
accessoires 180
onderdeelnummers voor 180
besturingssystemen, netwerken 40
besturingssystemen,
ondersteund 26
besturingssystemen voor Windows,
ondersteund 18
bewaren
printcartridges 73
product 194
briefpapier
afdrukken (Windows) 97
brochures
afdrukken (Windows) 105
C
Canadese DOC-voorschriften 205
cartridges
garantie 184
niet-H
P
73
onderdeelnummers 180
opslag 73
NLWW
Index
211
pagina status
benodigdheden 134
recyclen 72, 197
cartridges, print-
status op Macintosh 35
configuratiepagina 134
configuratie via USB 42
connectiviteit
problemen oplossen 171
USB 42
contrastinstellingen
kopie 120
D
deïnstalleren van Windows-
software 22
demopagina 134
document, symbolen iii
documenten schalen
Macintosh 32
documentformaat wijzigen
kopiëren 116
documentinvoer
storingen 160
donkerheid, contrastinstellingen
kopie 120
dpi (dots per inch)
scannen 130
draadloos
uitschakelen 46
draadloos netwerk
ad-hoc 46
ad-hoc configureren 48
beveiliging 47
communicatiemodi 46
configureren met USB 28, 45
configureren met WPS 28, 45
driver installeren 45
infrastructuur 46
draadloos netwerk,
aansluiting 44
draadloos netwerk, storing 46
drivers
gebruikspagina 134
instellingen (Mac) 33
instellingen (Windows) 85
instellingen wijzigen (Mac) 30
instellingen wijzigen
(Windows) 21
papiersoorten en -formaten
wijzigen 54
voorinstellingen (Mac) 33
drum
garantie 185
dubbelzijdig afdrukken
afdrukstand papier bij
plaatsing 60
Windows 91
duplex afdrukken
afdrukstand papier bij
plaatsen 60
Windows 91
E
eerste pagina
ander papier gebruiken 33
e-mail, scannen naar
resolutie-instellingen 131
enveloppen
afdrukstand 60
etiketten
afdrukken (Windows) 99
Europese Unie,
afvalverwerking 199
exemplaren
aantal wijzigen (Windows) 86
F
Finse verklaring ten aanzien van
laserveiligheid 207
firewall 44
formaat, kopie
verkleinen of vergroten 116
formaat van documenten wijzigen
Windows 103
formulieren
afdrukken (Windows) 97
foto's
kopiëren 123
foutberichten
bedieningspaneel 151
fouten
software 176
fraudelijn 73
fysieke specificaties 194
G
garantie
afbeeldingsdrum 185
licentie 187
printcartridges 184
product 182
gebruikspagina 134
geheugenchip, afbeeldingsdrum
beschrijving 186
geheugenchip, printcartridge
beschrijving 186
geleverde batterijen 199
geluidsspecificaties 194
glasplaat, reinigen 119, 131
grijswaarden scannen 131
H
help
afdrukopties (Windows) 85
herhaalde
fouten,
problemen
oplossen 75
hoogte, specificaties 194
HP Easy Color
gebruiken 111
uitschakelen 111
HP fraudelijn 73
HP-klantondersteuning 190
HP Scan (Windows) 128
HP Utility 31
HP Utility, Mac 31
HP-UX-software 24
HP Web Jetadmin 23, 138
I
identiteitsbewijzen
kopiëren 115
infrastructuur draadloos netwerk
beschrijving 47
installatie ongedaan maken, Mac-
software 29
installeren
software, bekabeld
netwerk 28, 44
software, USB-
verbindingen 42
instellingen
drivers 21
drivers (Mac) 30
netwerkrapport 134
prioriteit 29
voorinstellingen in driver
(Mac) 33
instellingen tabblad Kleur 35
212 Index NLWW
invoerlade
vullen 59
Invoerlade
capaciteit 60
IP-adres
automatische configuratie 27,
44
handmatige configuratie 27,
43
J
Jetadmin, HP Web 23, 138
K
klantenondersteuning
opnieuw verpakken van
product 191
klantondersteuning
online 190
kleine documenten
kopiëren 115
kleur
aanpassing 108
beheren 107
gebruiken 107
halftoonopties 110
neutrale grijstinten 110
overeenstemmen 112
randenbeheer 110
kleur, scaninstellingen 130, 131
kleuren
afdruk vs. beeldscherm 112
kleurinstellingen
aanpassen 165
kleuropties
HP EasyColor (Windows) 111
instellen (Windows) 95
kleuruitlijning, kalibreren 167
kopieën met aangepast
formaat 116
kopiëren
annuleren 116
contrast, aanpassen 120
dubbelzijdig 125
foto's 123
instellingen voor licht/
donker 120
kwaliteit, aanpassen 118
meerdere exemplaren 114
menu Kopiëren 14
papierinstellingen 121
snel 114
sorteren 117
standaardinstellingen
herstellen 122
van rand tot rand 121
vergroten 116
verkleinen 116
Koreaanse EMC-verklaring 206
kwaliteit
afdrukinstellingen
(Macintosh) 32
kopieerinstellingen 118
kwikvrij product 199
L
laag energieverbruik, instellingen
inschakelen 140
uitschakelen 140
laden
afdrukstand 60
capaciteit 60
storingen, verhelpen 161
lettertypen
lijsten, afdrukken 134
licentie, software 187
lichtheid
kopieercontrast 120
liggende afdrukstand
wijzigen (Windows) 94
Linux 24
Linux-software 24
log kleurgebruik 134
M
Mac
driverinstellingen 30, 33
HP Utility 31
installeren van software 26
ondersteunde
besturingssystemen 26
papiersoorten en -formaten
wijzigen 32
problemen oplossen 177
scannen met TWAIN-
compatibele software 128
software verwijderen 29
Macintosh
documentformaat wijzigen 32
ondersteuning 190
Macintosh-driverinstellingen
aangepast papierformaat 32
tabblad Services 35
watermerken 33
materiaalbeperkingen 199
Material Safety Data Sheet (MSDS,
chemiekaart) 200
media
aangepast formaat, Macintosh-
instellingen 32
meerdere pagina's per vel 34
menu
Kopiëren 14
Netwerkinstellingen 13
Rapporten 10
Service 12
Systeeminstellingen 10
menu's, bedieningspaneel
schema afdrukken 134
milieu
vriend
elijke functies 3
milieuvriendelijke producten 197
modelnummer 6
N
netwerk
configureren 13
draadloos, uitschakelen 46
instellingen, weergeven 49
instellingen, wijzigen 49
IP-adresconfiguratie 27, 43
ondersteunde
besturingssystemen 40
netwerk beheren 49
netwerken
configuratiepagina 134
HP Web Jetadmin 138
instellingenrapport 134
Netwerkinstellingen, menu 13
netwerkverbindingen 43
neutrale grijstinten 110
niet-HP, benodigdheden 73
n op een vel afdrukken 34
n per vel afdrukken
selecteren (Windows) 93
O
OCR-software 129
omgevingsspecificaties 194
onderdeelnummers
printcartridges 180
NLWW
Index
213
Ondersteund materiaal 55
ondersteuning
online 190
opnieuw verpakken van
product 191
online ondersteuning 190
onvolkomenheden,
repeterende 75
openen van printerdrivers
(Windows) 85
oplossen
netwerkproblemen 171
problemen met rechtstreekse
verbindingen 171
opmerking iii
optische tekenherkenning, software
voor 129
overeenstemmen, kleuren 112
overlapping 110
P
pagina, afdrukstand
wijzigen (Windows) 94
pagina's per vel
afdrukken (Windows) 93
selecteren (Windows) 93
paginaformaten
schaal van documenten
aanpassen (Windows) 103
papier
aangepast formaat, Macintosh-
instellingen 32
afdrukken op voorbedrukt
briefpapier of voorbedrukte
formulieren (Windows) 97
afdrukstand 60
eerste pagina 33
kopieerinstellingen 121
ondersteunde formaten 55
pagina's per vel 34
selecteren 166
storingen 158
papier, bestellen 180
papier, speciaal
afdrukken (Windows) 99
papier, voorbladen
afdrukken (Windows) 101
papierformaat
wijzigen 54
papierformaten
aangepast, selecteren 90
selecteren 89
papierinvoer, problemen
oplossen 158
papiersoort
wijzigen 164
papiersoorten
selecteren 90
wijzigen 54
papierstoringen. Zie storingen
PCL-lettertypen 134
pixels per inch (ppi),
scanresolutie 130
plaatsen van afdrukmateriaal
invoerlade 59
ppi (pixels per inch),
scanresolutie 130
printcartridges
garantie 184
geheugenchips 186
niet-HP 73
onderdeelnummers 180
opslag 73
pagina status
benodigdheden 134
recyclen 72, 197
status op Macintosh 35
printer
Reinigen 142
printerdriver
draadloos netwerk
configureren 45
printerdrivers
kiezen 168
printerdrivers (Mac)
instellingen 33
instellingen wijzigen 30
printerdrivers (Windows)
instellingen 85
instellingen wijzigen 20, 21
prioriteit, instellingen 29
problemen oplossen
berichten op
bedieningspaneel 151
controlelijst 147
geen reactie 169
herhaalde fouten 75
Mac-problemen 177
netwerkproblemen 171
papierinvoer 158
problemen met rechtstreekse
verbindingen 171
storingen 158
trage reactie 169
product
aanzicht 5
software voor Windows 17
PS-lettertypen 134
R
Rande
n
beheer 110
rand tot rand afdrukken 121
rapporten
configuratiepagina 10
demopagina 10
diagnosepagina 10
gebruikspagina 10
kwaliteitspagina afdrukken 10
logboek kleurgebruik 10
menuoverzicht 10
netwerkoverzicht 10
PCL6-lettertypelijst 10
PCL-lettertypelijst 10
PS-lettertypelijst 10
servicepagina 10
statuspagina
benodigdheden 10
Readiris OCR-software 129
recyclen 197
recycling
programma van HP voor
retourneren en recyclen van
afdrukbenodigdheden 198
recycling van benodigdheden 72
reinigen
buitenkant 144
glasplaat 119, 131
papierbaan 143, 167
Reinigen
printer 142
resolutie
scannen 130
S
scannen
annuleren 129
grijswaarden 131
kleur 130
methoden 128
214 Index NLWW
met Mac-software 36
OCR-software 129
resolutie 130
TWAIN-compatibele
software 128
via HP Scan (Windows) 128
WIA-compatibele
software 128
zwart-wit 131
scanner
glasplaat reinigen 119, 131
schalen van documenten
kopiëren 116
Windows 103
serienummer 6
service
opnieuw verpakken van
product 191
Service, menu 12
servicepagina 134
Services, tabblad
Macintosh 35
sluimervertraging
inschakelen 140
uitschakelen 140
snelkoppelingen (Windows)
gebruiken 86
maken 87
software
HP Utility 31
HP Web Jetadmin 23
installeren, bekabeld
netwerk 28, 44
installeren, USB-
verbindingen 42
instellingen 29
licentieovereenkomst
software 187
Linux 24
ondersteunde
besturingssystemen 26
problemen 176
Readiris OCR 129
scannen vanuit TWAIN of
WIA 128
Solaris 24
UNIX 24
verwijderen van Mac 29
verwijderen voor Windows 22
Windows 23
Software
ondersteunde
besturingssystemen voor
Windows 18
Solaris-software 24
sorteren, kopieën 117
speciaal materiaal
richtlijnen 52
speciaal papier
afdrukken (Windows) 99
richtlijnen 52
speciaal papier voor voorbladen
afdrukken (Windows) 101
specificaties
fysiek 194
omgeving 194
stroomvoorziening en
geluid 194
staande afdrukstand
wijzigen (Windows) 94
standaardinstellingen
herstellen 150
status
benodigdheden, rapport
afdrukken 134
HP Utility, Mac 31
tabblad Services op
Macintosh 35
Status benodigdheden, tabblad
Services
Macintosh 35
statuspagina benodigdheden
afdrukken 76
storingen
aantal bijhouden 134
achterklep, verhelpen 162
documentinvoer,
verhelpen 160
laden, verhelpen 161
locaties 159
oorzaken van 158
uitvoerbak, verhelpen 162
stroom
verbruik van 194
stroomvoorzienings-
specificaties 194
symbolen, document iii
Systeeminstellingen, menu 10
T
TCP/IP
ondersteunde
besturingssystemen 40
technische ondersteuning
online 190
opnieuw verpakken van
product 191
temperatuurspecificaties 194
tip iii
tonercartridges. Zie printcartridges
transparanten
afdrukken (
W
indows) 99
TWAIN-compatibele software,
scannen vanuit 128
tweezijdig afdrukken
Windows 91
U
UNIX 24
UNIX-software 24
USB
draadloos netwerk
configureren 28, 45
USB-kabel, artikelnummer 180
V
VCCI-verklaring voor Japan 205
veiligheidsverklaringen 205, 207
Verbinden met netwerk 43
vergrendelen
apparaat 139
vergroten van documenten
kopiëren 116
verklaring ten aanzien van
laserveiligheid 205, 207
verklaring van conformiteit 201,
203
verkleinen van documenten
kopiëren 116
verpakken, opnieuw, product 191
verpakken van product 191
vervalste benodigdheden 73
verwerken, einde van
levensduur 199
verwijderen, Mac-software 29
verzenden van product 191
vochtigheidsspecificaties 194
voorbedrukt papier
afdrukken (Windows) 97
NLWW
Index
215
voorbladen
afdrukken (Mac) 33
voorinstellingen (Mac) 33
voorzichtig iii
W
waarschuwing iii
watermerken
toevoegen (Windows) 104
websites
benodigdheden bestellen 179
fraudemeldingen 73
HP Web Jetadmin,
downloaden 138
klantondersteuning 190
Macintosh
klantondersteuning 190
Material Safety Data Sheet
(MSDS) 200
werkomgeving, specificaties 194
WIA-compatibele software,
scannen vanuit 128
wijzigen, documentformaat
Macintosh 32
Windows
driverinstellingen 21
scannen vanuit TWAIN- of WIA-
software 128
softwareonderdelen 23
WPS
draadloos netwerk
configureren 28, 45
Z
zwart-wit scannen 131
216 Index NLWW
© 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
www.hp.com
*CE866-90918*
*CE866-90918*
CE866-90918

Documenttranscriptie

LASERJET PRO 100 COLOR MFP M175 Gebruikershandleiding LaserJet Pro 100 color MFP M175 Gebruikershandleiding Copyright en licentie Handelsmerken © 2012 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. Intel® Core™ is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen/regio's. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd. Java™ is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten. De enige garantie voor producten en services van HP wordt uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd. Niets in deze verklaring mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in deze verklaring. Microsoft®, Windows®, Windows® XP en Windows Vista® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Edition 1, 7/2012 Onderdeelnummer: CE866-90918 UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk van The Open Group. ENERGY STAR® en ENERGY STAR® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde merken. Symbolen in deze handleiding TIP: Bij Tip vindt u handige tips of sneltoetsen. OPMERKING: Bij Opmerking vindt u belangrijke informatie, zoals een toelichting bij een concept of uitleg van een taak. VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het apparaat wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Waarschuwingen geven aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat letsel ontstaat, gegevens onherroepelijk verloren gaan of het apparaat zwaar wordt beschadigd. NLWW iii iv Symbolen in deze handleiding NLWW Inhoudsopgave 1 Basisinformatie over het apparaat .................................................................................... 1 Productvergelijking ................................................................................................................... 2 Milieuvriendelijke functies ......................................................................................................... 3 Toegankelijkheidsfuncties .......................................................................................................... 4 Productaanzichten .................................................................................................................... 5 Vooraanzicht van apparaat ........................................................................................ 5 Achteraanzicht van apparaat ..................................................................................... 6 Locatie van serie- en modelnummer ............................................................................. 6 Layout bedieningspaneel ............................................................................................ 7 2 Menu's van het bedieningspaneel ..................................................................................... 9 Menu Instellingen ................................................................................................................... 10 Menu Rapporten ..................................................................................................... 10 Menu Systeeminstellingen ......................................................................................... 10 Menu Service ......................................................................................................... 12 Menu Netwerkinstellingen (alleen netwerkmodellen) .................................................... 13 Menu's met specifieke functies ................................................................................................. 14 Menu Kopiëren ....................................................................................................... 14 3 Software voor Windows ................................................................................................. 17 Ondersteunde besturingssystemen voor Windows ...................................................................... 18 Ondersteunde printerdrivers voor Windows .............................................................................. 18 Selecteer de juiste printerdriver voor Windows .......................................................................... 19 Instellingen van een afdruktaak wijzigen ................................................................................... 20 Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows ............................................................ 21 De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten ................................................................................................................. 21 De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen .............................................. 21 De configuratie-instellingen van het product wijzigen ................................................... 21 Software verwijderen voor Windows ........................................................................................ 22 Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ........................................................................ 23 Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows ............................................. 23 Software voor andere besturingssystemen ................................................................................. 24 NLWW v 4 Het product gebruiken op de Mac ................................................................................... 25 Software voor Mac ................................................................................................................ 26 Ondersteunde besturingssystemen voor Mac .............................................................. 26 Ondersteunde printerdrivers voor Mac ....................................................................... 26 Software installeren op Mac-besturingssystemen .......................................................... 26 Software verwijderen uit Mac-besturingssystemen ........................................................ 29 Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac .................................................................. 29 Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac ..................................................... 30 Software voor Mac-computers ................................................................................... 31 Afdrukken met Mac ................................................................................................................ 32 Een afdruktaak annuleren op de Mac ........................................................................ 32 De papiersoort en het papierformaat wijzigen op de Mac ........................................... 32 Het documentformaat wijzigen of een aangepast papierformaat afdrukken op de Mac ...................................................................................................................... 32 Voorinstellingen voor afdrukken maken op de Mac ..................................................... 33 Een voorbeeld afdrukken op de Mac ......................................................................... 33 Watermerken gebruiken op de Mac .......................................................................... 33 Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac .............................................. 34 Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) in Mac .......................................... 34 De kleuropties instellen op de Mac ............................................................................ 35 Het menu Services gebruiken op de Mac ................................................................... 35 Scannen met Mac .................................................................................................................. 36 Problemen oplossen met Mac .................................................................................................. 37 5 Sluit het product aan ...................................................................................................... 39 Ondersteunde netwerkbesturingssystemen (alleen netwerkmodellen) ............................................ 40 Disclaimer voor printer delen .................................................................................... 40 HP Smart Install gebruiken om verbinding te maken met een computer, een bekabeld netwerk of een draadloos netwerk ........................................................................................................... 41 Verbinding maken met USB met behulp van de software-cd-rom ................................................... 42 Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen) ................................................................................................................... 43 Ondersteunde netwerkprotocollen ............................................................................. 43 Het apparaat installeren op een bekabeld netwerk ...................................................... 43 Het apparaat installeren op een draadloos netwerk .................................................... 44 Het netwerkapparaat configureren ............................................................................ 49 6 Papier en afdrukmateriaal ............................................................................................. 51 Papiergebruik begrijpen ......................................................................................................... 52 Richtlijnen voor speciaal papier ................................................................................ 52 De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat ........................................... 54 Ondersteunde papierformaten ................................................................................................. 55 Ondersteunde papiersoorten ................................................................................................... 57 vi NLWW Papierladen vullen .................................................................................................................. 59 Materiaal in de invoerlade plaatsen .......................................................................... 59 Ladecapaciteit ........................................................................................................ 60 Afdrukstand van het papier voor het vullen van de laden ............................................. 60 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum ................................................................................ 61 Functie van printcartridges en afbeeldingsdrum ......................................................................... 62 Aanzichten van benodigdheden .............................................................................................. 63 Aanzicht van printcartridge ...................................................................................... 63 Aanzicht van afbeeldingsdrum .................................................................................. 63 Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren .......................................................................... 64 Instellingen voor printcartridges of de afbeeldingsdrum wijzigen ................................... 64 Instructies voor vervanging ....................................................................................... 65 Benodigdheden recyclen .......................................................................................... 72 Printcartridges en afbeeldingsdrums bewaren ............................................................. 73 Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden ......................................... 73 HP fraudehotline en -website ..................................................................................... 73 Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen .................................................... 74 Printcartridges en afbeeldingsdrums controleren .......................................................... 74 Berichten voor printcartridges of de afbeeldingsdrum op het bedieningspaneel interpreteren ........................................................................................................... 77 8 Afdruktaken ................................................................................................................... 83 Een afdruktaak annuleren ....................................................................................................... 84 Basistaken afdrukken in Windows ............................................................................................ 85 De printerdriver openen met Windows ...................................................................... 85 Hulp krijgen bij een afdrukoptie met Windows ........................................................... 85 Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows ........................................ 86 Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt gebruiken met Windows ....... 86 De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows ............................................................... 89 Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows ........................................................... 91 Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows .................................................... 93 De standaardafdrukstand selecteren met Windows ...................................................... 94 Kleuropties instellen met Windows ............................................................................ 95 Geavanceerde taken afdrukken in Windows ............................................................................. 97 Gekleurde tekst als zwart printen met Windows .......................................................... 97 Afdrukken op voorbedrukt briefpapier of voorbedrukte formulieren met Windows ........... 97 Afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten ............................................. 99 De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken met Windows ......................... 101 De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat ................................. 103 Een watermerk aan een document toevoegen in Windows ......................................... 104 Een brochure maken met Windows ......................................................................... 105 NLWW vii 9 Kleur ............................................................................................................................ 107 Kleur aanpassen .................................................................................................................. 108 Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen ............................................................ 108 De kleuropties wijzigen ......................................................................................... 109 handmatige kleuropties .......................................................................................... 109 HP EasyColor voor Windows gebruiken ................................................................................. 111 Kleuren overeen laten stemmen .............................................................................................. 112 10 Kopiëren .................................................................................................................... 113 Kopieerfuncties gebruiken ..................................................................................................... 114 Snel kopiëren ....................................................................................................... 114 Meerdere exemplaren ........................................................................................... 114 Een origineel met meerdere pagina's kopiëren ......................................................... 115 Identiteitsbewijzen kopiëren ................................................................................... 115 Een kopieertaak annuleren ..................................................................................... 116 Kopieën vergroten of verkleinen .............................................................................. 116 Een kopieertaak sorteren ........................................................................................ 117 Afdrukken in zwart-wit of kleur ................................................................................ 118 Kopieerinstellingen ............................................................................................................... 118 Kopieerkwaliteit wijzigen ....................................................................................... 118 Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ................ 119 De helderheid of donkerte voor kopieën aanpassen .................................................. 120 Aangepaste kopieerinstellingen opgeven ................................................................. 121 Het papierformaat en de papiersoort instellen voor kopieën op speciaal papier ........... 121 De standaardinstellingen herstellen .......................................................................... 122 Foto's kopiëren .................................................................................................................... 123 Originelen met verschillende formaten combineren ................................................................... 124 Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren .............................................................................. 125 11 Scannen ..................................................................................................................... 127 Scanfuncties gebruiken ......................................................................................................... 128 Scanmethoden ...................................................................................................... 128 Een scan annuleren ............................................................................................... 129 Scaninstellingen ................................................................................................................... 130 Resolutie en kleur van de scanner ............................................................................ 130 Scankwaliteit ........................................................................................................ 131 12 Het apparaat beheren en onderhouden ...................................................................... 133 Druk informatiepagina's af .................................................................................................... De apparaatinstellingen via een computer wijzigen .................................................................. HP Web Jetadmin-software gebruiken ..................................................................................... Beveiligingsfuncties van het apparaat ..................................................................................... Het apparaat vergrendelen .................................................................................... viii 134 136 138 139 139 NLWW Een systeemwachtwoord toewijzen (alleen netwerkmodellen) ...................................... 139 Besparingsinstellingen .......................................................................................................... 140 sluimermodus ........................................................................................................ 140 Instellingen voor laag energieverbruik ...................................................................... 140 Archiefafdrukken ................................................................................................... 141 Het product reinigen ............................................................................................................. 142 De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen .................... 142 De papierbaan reinigen ......................................................................................... 143 De buitenkant reinigen ........................................................................................... 144 Productupdates .................................................................................................................... 144 13 Problemen oplossen ................................................................................................... 145 Zelfhulp .............................................................................................................................. 146 Controlelijst voor het oplossen van problemen ......................................................................... 147 Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld ................................................... 147 Stap 2: De bekabeling of de draadloze verbinding (alleen netwerkmodellen) controleren ........................................................................................................... 147 Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt weergegeven ........................................................................................................ 147 Stap 4: Het papier controleren ............................................................................... 148 Stap 5: De software controleren .............................................................................. 148 Stap 6: Test de afdrukfunctie .................................................................................. 148 Stap 7: Test de kopieerfunctie ................................................................................. 148 Stap 8: De benodigdheden controleren ................................................................... 148 Stap 9: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden ................................ 148 Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ............................................................ 149 Fabrieksinstellingen herstellen ................................................................................................ 150 Berichten op het bedieningspaneel ......................................................................................... 151 Soorten berichten op het bedieningspaneel .............................................................. 151 Berichten op het bedieningspaneel .......................................................................... 151 Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ........................................................................ 158 Het apparaat pakt geen papier op .......................................................................... 158 Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. ......................................................... 158 Papierstoringen voorkomen .................................................................................... 158 Storingen verhelpen ............................................................................................... 159 De afdrukkwaliteit verbeteren ................................................................................................ 164 Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver. ............................. 164 De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver ..................................................... 165 Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP .......................................... 166 Een reinigingspagina afdrukken .............................................................................. 167 Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen ................................................... 167 De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet .................... 168 Het apparaat drukt niet of langzaam af .................................................................................. 169 Het apparaat drukt niet af ...................................................................................... 169 NLWW ix Het apparaat drukt langzaam af ............................................................................. 169 Verbindingsproblemen oplossen ........................................................................................... 171 Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen .................................................. 171 Netwerkproblemen oplossen .................................................................................. 171 Problemen met draadloze netwerken oplossen ......................................................................... 173 Controlelijst draadloze verbinding ........................................................................... 173 Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien van de draadloze configuratie .......................................................................................................... 173 Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van derden geïnstalleerd .............................................................................................. 174 De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of het apparaat is verplaatst ............................................................................................ 174 Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het draadloos apparaat ......... 174 De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken wanneer er verbinding wordt gemaakt met een virtueel privénetwerk. .......................................................... 174 Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken .................... 174 Het draadloos netwerk functioneert niet ................................................................... 175 Problemen met de productsoftware in Windows ....................................................................... 176 Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen ............................................................................ 177 De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven .......... 177 De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. ..... 177 De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. ............................................... 177 Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze .............................. 178 Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd. ... 178 Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt ............................. 178 Bijlage A Benodigdheden en accessoires .......................................................................... 179 Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen .............................................................. 180 Onderdeelnummers .............................................................................................................. 180 Printcartridges ....................................................................................................... 180 Afbeeldingsdrums ................................................................................................. 180 Kabels en interfaces .............................................................................................. 180 Bijlage B Service en ondersteuning .................................................................................. 181 Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ..................................................................... 182 De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJetprintcartridge ...................................................................................................................... 184 Beperkte-garantieverklaring voor vervangende LaserJet-afbeeldingsdrums van HP ........................ 185 Op de printcartridge en de afbeeldingsdrum opgeslagen gegevens ........................................... 186 Licentieovereenkomst voor eindgebruikers ............................................................................... 187 OpenSSL ............................................................................................................................. 190 Klantondersteuning ............................................................................................................... 190 x NLWW Het product opnieuw verpakken ............................................................................................ 191 Bijlage C Specificaties ...................................................................................................... 193 Fysieke specificaties ............................................................................................................. 194 Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ............................................. 194 Omgevingsspecificaties ........................................................................................................ 194 Bijlage D Overheidsinformatie ......................................................................................... 195 FCC-voorschriften ................................................................................................................. 196 Milieuvriendelijke producten .................................................................................................. 197 Milieubescherming ................................................................................................ 197 Ozonproductie ..................................................................................................... 197 Lager energieverbruik ............................................................................................ 197 Papierverbruik ...................................................................................................... 197 Plastic onderdelen ................................................................................................. 197 Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet ................................................................... 197 Instructies voor retourneren en recyclen .................................................................... 198 Papier .................................................................................................................. 199 Materiaalbeperkingen ........................................................................................... 199 Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privé-huishoudens in de Europese Unie .................................................................................................................... 199 Chemische stoffen ................................................................................................. 200 Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) ...................................................... 200 Meer informatie .................................................................................................... 200 Verklaring van conformiteit (basismodellen) ............................................................................. 201 Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) .................................................................... 203 Veiligheidsvoorschriften ........................................................................................................ 205 Laserverklaring ..................................................................................................... 205 Canadese DOC-voorschriften ................................................................................. 205 VCCI-verklaring (Japan) ......................................................................................... 205 Instructies voor netsnoer ......................................................................................... 205 Netsnoerverklaring (Japan) ..................................................................................... 205 EMC-verklaring (Korea) .......................................................................................... 206 Laserverklaring voor Finland ................................................................................... 207 GS-verklaring (Duitsland) ........................................................................................ 207 Tabel met chemicaliën (China) ................................................................................ 208 Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement (Turkije) ...................... 208 Aanvullende voorschriften voor draadloze producten ............................................................... 209 FCC-voorschriften—Verenigde Staten ...................................................................... 209 Australische verklaring ........................................................................................... 209 Braziliaanse ANATEL-verklaring .............................................................................. 209 Canadese verklaringen .......................................................................................... 209 Wettelijk voorschrift van Europese Unie ................................................................... 209 NLWW xi Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk .................................................................... 210 Kennisgeving voor gebruik in Rusland ..................................................................... 210 Koreaanse verklaring ............................................................................................. 210 Taiwanese verklaring ............................................................................................. 210 Index ............................................................................................................................... 211 xii NLWW 1 NLWW Basisinformatie over het apparaat ● Productvergelijking ● Milieuvriendelijke functies ● Toegankelijkheidsfuncties ● Productaanzichten 1 Productvergelijking Standaardmodel ● 2 Snelheid: Drukt maximaal 16 pagina's per minuut (ppm) af op papier van A4-formaat of 17 ppm op papier van Letterformaat in zwart-wit en 4 ppm in kleur ● Lade: 150 vellen van 75 g/m2 ● Uitvoerbak: 50 vellen van 75 g/m2 ● Aansluitingen: USB 2.0-poort voor hoge snelheid ● Dubbelzijdig afdrukken (duplex): Handmatig dubbelzijdig afdrukken (via de printerdriver) ● Startprintcartridges: Meegeleverd met apparaat Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat Netwerkmodel HP LaserJet Pro 100 color MFP M175 plus: ● Connectiviteit: 802.11b/g/n draadloos netwerk en ingebouwde netwerkaansluiting voor 10Base-T/100Base-TXnetwerken NLWW Milieuvriendelijke functies Recycling Verminder afval door gerecycled papier te gebruiken. Recycle printcartridges via de procedure voor retourzending van HP. Energiebesparing Bespaar energie met de slaapmodus en de modus voor laag energieverbruik. Met HP Instant-on Technology wordt de eerste pagina sneller afgedrukt wanneer het apparaat de sluimermodus of de modus voor laag energieverbruik verlaat. Op deze manier is de afdruktaak sneller klaar. NLWW Handmatig dubbelzijdig afdrukken Bespaar papier door de instelling voor handmatig dubbelzijdig afdrukken te gebruiken. Meerdere pagina's per vel afdrukken Bespaar papier door twee of meer pagina's van een document naast elkaar op één vel papier af te drukken. U kunt deze functie gebruiken via de printerdriver. Milieuvriendelijke functies 3 Toegankelijkheidsfuncties Het apparaat beschikt over verschillende functies die gebruikers hulp bieden bij toegangsproblemen. 4 ● On line gebruikershandleiding die compatibel is met reader-programma's. ● Alle kleppen en deksels kunnen met één hand worden geopend. Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW Productaanzichten Vooraanzicht van apparaat 1 2 8 3 7 6 4 5 NLWW 1 Documentinvoer 2 Scanner 3 Uitvoerbak 4 Aan-uitknop 5 Hoofdinvoerlade 6 Voorklep (voor toegang tot de afbeeldingsdrum) 7 Printcartridgeklep (voor toegang tot de printcartridges) 8 Bedieningspaneel Productaanzichten 5 Achteraanzicht van apparaat 2 1 3 4 5 1 Beveiligingssleuf 2 Achterklep voor toegang bij storing 3 USB-poort 4 Interne netwerkpoort van HP (alleen netwerkmodellen) 5 Netsnoeraansluiting Locatie van serie- en modelnummer Het etiket met het product- en serienummer bevindt zich aan de binnenzijde van de voorklep. 6 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW Layout bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 16 15 14 9 10 13 12 11 1 Display van het bedieningspaneel: Het display verschaft informatie over het apparaat. Gebruik de menu's op het display om apparaatinstellingen vast te leggen. 2 Tonerniveaumeters. Deze meters geven de geschatte hoeveelheid toner van elke cartridge aan. 3 Klaar-lampje. Het lampje geeft aan dat het apparaat gereed is of een taak uitvoert. 4 Waarschuwingslampje. Dit lampje geeft aan dat er een probleem is met het apparaat. Kijk op het display of er een bericht wordt weergegeven. 5 Knop Cartridge. Wanneer de printcartridgeklep is gesloten, drukt u op deze knop om de carrousel met printcartridges te draaien. 6 Knop Draadloos (alleen netwerkmodellen). Druk op de knop om het Menu Draadloos te openen. Houd de knop ingedrukt om Wi-Fi Protected Setup (WPS) in te schakelen. Met het lampje wordt de status van de draadloze verbinding aangegeven. 7 Knop Annuleren. Gebruik de knop Annuleren 8 Knop OK. Gebruik de knop OK om een instelling te bevestigen of om akkoord te gaan met een uit te voeren actie. 9 Pijlknoppen. Gebruik de pijlknoppen om door de menu's te navigeren en bepaalde instellingen aan te passen. 10 Knop Menu Kopiëren. Gebruik de knop Menu Kopiëren 11 om de huidige taak te annuleren. om het menu met kopieerinstellingen te openen. Knop Lichter/donkerder. Gebruik de knop Lichter/donkerder om aan te geven hoe licht of donker u een kopie wilt hebben. NLWW 12 Knop Kleur kopiëren. Gebruik de knop Kleur om een kopieertaak in kleur te starten. 13 Knop Zwart-wit kopiëren. Gebruik de knop Zwart om een kopieertaak in zwart-wit te starten. 14 Knop Aantal. Gebruik de knop Aantal om het gewenste aantal kopieën voor de huidige kopieertaak in te stellen. Productaanzichten 7 15 Knop Terug: Gebruik de knop Terug om terug te keren naar een vorig menu of om de menu's af te sluiten en terug te keren naar de status Gereed. 16 8 Knop Instellingen. Gebruik de knop Instellingen Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat om de opties van het hoofdmenu te openen. NLWW 2 NLWW Menu's van het bedieningspaneel ● Menu Instellingen ● Menu's met specifieke functies 9 Menu Instellingen Gebruik de knop Instellingen ● Rapporten ● Systeeminstellingen ● Service ● Netwerkinstellingen om dit menu te openen. De volgende submenu's zijn beschikbaar: Menu Rapporten Eerste niveau Demopagina Menustructuur Config-rapport Status benodigdheden Netwerkoverzicht (alleen netwerkmodellen) Gebruikspagina PCL-lettert.lst PS-lettert.lst PCL6-lettert.lst Log kleurgebruik Servicepagina Diagnosepagina Afdrukkwaliteit Menu Systeeminstellingen In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen. Eerste niveau Tweede niveau Taal 10 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel Derde niveau Waarden Beschikbare talen voor het bedieningspaneel. NLWW Eerste niveau Tweede niveau Papierinstell. St. -papierfrm. Derde niveau Waarden Letter A4 Legal St. -papiersoort Lade 1 Beschikbare materiaalsoorten weergeven. Papiersoort Beschikbare materiaalsoorten. Papierformaat Beschikbare materiaalformaten. Actie na pap. op Blijf wachten* Annuleren Negeren Afdrukkwaliteit Kleur kalibreren Nu kalibreren Na inschakelen Energie-instellingen Vertraging sluimermodus Uit 1 minuut 15 minuten* 30 minuten 1 uur 2 uur Autom. uitschakelen Automatisch uit na Nooit 30 minuten* 1 uur 2 uur 4 uur 8 uur 24 uur Activeringsgebeurtenissen USB-taak LAN-taak Draadloze taak Druk op knop NLWW Menu Instellingen 11 Eerste niveau Tweede niveau Derde niveau Waarden Instellingen benodigdheden Zwarte printcassette Instelling voor zeer laag Stoppen/Vervangen Prompt Doorgaan* Kleurenprintcass Drempel laag (Bereik: 1-100) Instelling voor zeer laag Stoppen/Vervangen Prompt Doorgaan Zwart afdrukken* Drempel laag Cyaan (Bereik: 1-100) Magenta (Bereik: 1-100) Geel (Bereik: 1-100) Afbeeldingsdrum Instelling voor zeer laag Stoppen/Vervangen* Prompt Doorgaan Drempel laag (Bereik: 1-100) Gebruiksgegevens opslaan Op onderdeel* Niet op onderdeel Lettert. Courier Standaard* Donker Kleurkopie Aan* Uit Menu Service In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen. Eerste niveau Tweede niveau Waarden Reinigingspagina 12 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW Eerste niveau Tweede niveau Waarden Reinigingsmodus USB-snelheid Hoog* Volledig Minder omkrullen Aan Uit* Archief afdr. Aan Uit* Datum firmware Standaardwaarden Menu Netwerkinstellingen (alleen netwerkmodellen) In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen. Eerste niveau Tweede niveau Menu Draadloos Wi-Fi Protected Setup Waarden Netwerktest uitvoeren Draadloos aan/uit Aan* Uit TCP/IP-config. Automatisch* Handmatig Auto-crossover Aan* Uit Netwerkservices IP-adres tonen IPv4 Aan* IPv6 Uit Ja Nee* Verbindingssnelheid Automatisch* 10T Vol 10T Half 100TX Vol 100TX Half Standaardwaarden NLWW Menu Instellingen 13 Menu's met specifieke functies Het apparaat bevat een functiespecifiek menu voor kopiëren. Druk op de knop Menu Kopiëren het bedieningspaneel om dit menu te openen. op Menu Kopiëren In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen. Eerste niveau Tweede niveau Aantal Waarden (Bereik: 1*-99) ID-kopie Verkl./vergr. Origineel=100%* Legal > Letter=78% Legal > A4=83% A4 > Ltr=94% Letter naar A4=97% Voll. pag.=91% Aan pg. aanp. 2 pagina's per vel 4 pagina's per vel Aangep: 25 tot 400% Licht/donkr (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Optimaliseren Auto* Gemengd Afbeelding Tekst Papier Papierformaat Beschikbare materiaalformaten. Papiersoort Beschikbare materiaalsoorten. Meer pag. kopiëren Aan Uit* Sortering Aan* Uit Selectie lade Aut. selectie* Lade 1 14 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW Eerste niveau Tweede niveau Dubbelzijdig Waarden Enkelz. naar enkelz.* Enkelz. naar dubblz. Conceptmodus Aan Uit* Beeldcorrectie Lichtheid (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Contrast (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Verscherpen (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Achtergrond (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Kleurbalans Rood (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Groen (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Blauw (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Grijsheid (Schuifregelaar met bereik van 11 instellingen.) Inst. als nwe standaard Standaardwaarden NLWW Menu's met specifieke functies 15 16 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW 3 NLWW Software voor Windows ● Ondersteunde besturingssystemen voor Windows ● Ondersteunde printerdrivers voor Windows ● Selecteer de juiste printerdriver voor Windows ● Instellingen van een afdruktaak wijzigen ● Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows ● Software verwijderen voor Windows ● Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ● Software voor andere besturingssystemen 17 Ondersteunde besturingssystemen voor Windows Het product wordt geleverd met software voor de volgende Windows®-besturingssystemen: ● Windows 7 (32-bits en 64-bits) ● Windows Vista (32-bits en 64-bits) ● Windows XP (32-bits, Service Pack 2) ● Windows Server 2003 (32-bits, Service Pack 3) ● Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits) Ondersteunde printerdrivers voor Windows Het product wordt geleverd met software voor Windows die de communicatie van de computer met het product mogelijk maakt. Deze software wordt een printerdriver genoemd. Printerdrivers geven toegang tot de functies van het product, zoals het afdrukken op aangepaste papierformaten, het formaat van documenten wijzigen en het invoegen van watermerken. OPMERKING: De meest recente programma's zijn beschikbaar op www.hp.com/support/ LJColorMFPM175. 18 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW Selecteer de juiste printerdriver voor Windows Printerdrivers bieden toegang tot de functies van een product en geven de computer toestemming om met het product te communiceren (via een printertaal). Zie de installatie-instructies en de Leesmijbestanden op de cd-rom van het product voor extra software en talen. Beschrijving van de HP PCL 6-driver ● Wordt geïnstalleerd via de wizard Printer toevoegen ● Wordt meegeleverd als de standaarddriver ● Aanbevolen voor afdrukken in alle ondersteunde Windows-omgevingen ● Biedt over het geheel genomen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor de functies van het product voor de meeste gebruikers ● Ontwikkeld voor samenwerking met de Windows Graphic Device Interface (GDI) voor de beste snelheid in Windows-omgevingen ● Mogelijk niet volledig compatibel met software van derden en aangepaste software op basis van PCL 5 Omschrijving HP UPD PS-driver ● Te downloaden van internet op www.hp.com/support/LJColorMFPM175 ● Aanbevolen voor afdrukken met Adobe®-softwareprogramma's of andere softwareprogramma's met veel graphics ● Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript flash-lettertypen Omschrijving HP UPD PCL 5-driver NLWW ● Te downloaden van internet op www.hp.com/support/LJColorMFPM175 ● Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten ● De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's van derden ● Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden die u voor meerdere printermodellen kunt gebruiken ● Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een mobiele Windowscomputer Selecteer de juiste printerdriver voor Windows 19 Instellingen van een afdruktaak wijzigen Hulpmiddel voor het wijzigen van de instellingen Methode voor het wijzigen van de instellingen Duur van de wijzigingen Prioriteitsvolgorde van de wijzigingen Instellingen softwareprogramma Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Paginainstelling of een gelijkwaardige optie. Deze instellingen zijn alleen van toepassing op de huidige afdruktaak. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan. Printereigenschappen in het softwareprogramma De stappen zijn voor elk softwareprogramma anders. Deze procedure is het meest algemeen. Deze instellingen zijn van toepassing op de huidige sessie van het softwareprogramma. Als u hier wijzigingen aanbrengt, hebben deze instellingen voorrang op de standaardinstellingen van de printerdriver en het apparaat. U kunt deze instellingen teniet doen door de instellingen in het softwareprogramma te wijzigen. Standaardinstellingen printerdriver Standaardinstellingen apparaat 20 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Selecteer het apparaat en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Wijzig de instellingen op de verschillende tabbladen. 1. Open de lijst met printers op uw computer en selecteer dit apparaat. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze nogmaals wijzigt. OPMERKING: Deze stap varieert voor elk besturingssysteem. OPMERKING: Deze methode wijzigt de standaardinstellingen voor de printerdriver van alle softwareprogramma's. 2. Klik op Printer en klik vervolgens op Afdrukvoorkeuren. 3. Wijzig de instellingen op de verschillende tabbladen. Wijzig de apparaatinstellingen op het bedieningspaneel of in de apparaatbeheersoftware die bij uw apparaat is geleverd. Hoofdstuk 3 Software voor Windows Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze nogmaals wijzigt. U kunt deze instellingen teniet doen door wijzigingen aan te brengen met een ander hulpmiddel. NLWW Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure. De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers. Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie Hardware en geluiden op Printer. Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens Voorkeursinstellingen voor afdrukken. De configuratie-instellingen van het product wijzigen 1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers. Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie Hardware en geluiden op Printer. Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers. NLWW 2. Klik met de rechtermuisknop op het driverpictogram en selecteer Eigenschappen of Printereigenschappen. 3. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen. Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows 21 Software verwijderen voor Windows Windows XP 1. Klik op Start en vervolgens op Programma's. 2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam. 3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software. Windows Vista en Windows 7 22 1. Klik op Start en op Alle programma’s. 2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam. 3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software. Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ● HP Web Jetadmin Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows NLWW ● Een programma voor het automatisch installeren van het afdruksysteem ● Online webregistratie ● HP LaserJet Scan Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows 23 Software voor andere besturingssystemen 24 Besturingssysteem Software UNIX Voor HP-UX- en Solaris-netwerken, gaat u naar www.hp.com/support/net_printing om de HP Jetdirect printer installer voor UNIX te downloaden. Linux Ga voor informatie naar www.hp.com/go/linuxprinting. Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW 4 NLWW Het product gebruiken op de Mac ● Software voor Mac ● Afdrukken met Mac ● Scannen met Mac ● Problemen oplossen met Mac 25 Software voor Mac Ondersteunde besturingssystemen voor Mac De volgende Mac-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund: ● Mac OS X 10.5 en 10.6 OPMERKING: Voor Mac OS X 10.5 en hoger worden Mac-computers met een PPC- of Intel® Core™processor ondersteund. Voor Mac OS X 10.6 worden Mac-computers met een Intel Core-processor ondersteund. Ondersteunde printerdrivers voor Mac Het installatieprogramma voor de HP LaserJet-software bevat onder meer PPD-bestanden (PostScript® Printer Description) en PDE's (Printer Dialog Extensions) voor Mac OS X-computers. De PPD- en PDEbestanden voor de HP-printer, in combinatie met de geïntegreerde Apple PostScript-printerdrivers, zorgen voor volledige afdrukfunctionaliteit en toegang tot specifieke HP-printerfuncties. Software installeren op Mac-besturingssystemen Software installeren op Mac-computers waarop het apparaat rechtstreeks is aangesloten Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken. 26 1. Sluit de USB-kabel aan op het apparaat en de computer. 2. Installeer de software vanaf de cd. 3. Klik op het pictogram van het installatieprogramma van HP en volg de instructies op het scherm. Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW 4. Klik in het scherm Gefeliciteerd op de knop OK. 5. Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de afdruksoftware juist is geïnstalleerd. Software installeren op Mac-computers in een bekabeld netwerk Het IP-adres configureren Het IP-adres van het apparaat kan handmatig worden ingesteld of het kan automatisch worden geconfigureerd via DHCP, BootP of AutoIP. Handmatige configuratie Alleen het IPv4-protocol kan handmatig worden ingesteld. 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om de optie Netwerkinstellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie TCP/IP-config. te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Handmatig te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Gebruik de pijlknoppen om het IP-adres in te stellen en druk vervolgens op de knop OK. 6. Als het IP-adres onjuist is, selecteert u met de pijlknoppen de optie Nee en drukt u vervolgens op de knop OK. Herhaal stap 5 met het juiste IP-adres en herhaal stap 5 vervolgens om het subnetmasker en de standaardgateway in te stellen. op het bedieningspaneel. Automatische configuratie 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om de optie Netwerkinstellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie TCP/IP-config. te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Automatisch te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel. Het kan enige minuten duren voordat het automatische IP-adres gereed voor gebruik is. OPMERKING: Als u bepaalde automatische IP-modi (zoals BOOTP, DHCP of AutoIP) wilt in- of uitschakelen, kunnen deze instellingen worden gewijzigd met behulp van HP Utility. NLWW Software voor Mac 27 De software installeren 1. Sluit alle programma's op de computer af. 2. Installeer de software vanaf de cd. 3. Klik op het pictogram van het installatieprogramma van HP en volg de instructies op het scherm. 4. Klik in het scherm Gefeliciteerd op de knop OK. 5. Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de afdruksoftware juist is geïnstalleerd. Software installeren op Mac-computers in een draadloos netwerk Controleer eerst of het apparaat niet via een netwerkkabel met het netwerk is verbonden voordat u de productsoftware gaat installeren en het apparaat instelt voor verbinding met een draadloos netwerk. Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS Als uw router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS) is dit de eenvoudigste manier om het apparaat met een draadloos netwerk te verbinden. 1. Druk op de knop WPS op uw draadloze router. 2. op het bedieningspaneel van het apparaat gedurende twee Houd de knop Draadloos seconden ingedrukt. Laat de knop los wanneer het lampje voor de draadloze functie begint te knipperen. 3. Wacht zo'n twee minuten tot het apparaat verbinding heeft gemaakt met de draadloze router. OPMERKING: Als deze methode niet werkt, probeert u verbinding met het draadloze netwerk te maken via de methode met een USB-kabel. Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk Als uw draadloze router WiFi-Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, kunt u deze methode gebruiken om het apparaat te verbinden met een draadloos netwerk. Het instellen van een draadloze verbinding is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken. 1. Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer. 2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer de optie Verbinding maken via een draadloos netwerk wanneer u hierom wordt gevraagd. Sluit de USB-kabel aan op het apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd. VOORZICHTIG: 28 Sluit de USB-kabel pas aan als u hierom wordt gevraagd. 3. Als de installatie is voltooid, drukt u een configuratiepagina af om te controleren of het apparaat een SSID-naam heeft. 4. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen. Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW Software verwijderen uit Mac-besturingssystemen U moet beschikken over beheerdersrechten om de software te verwijderen. 1. Koppel het apparaat los van de computer. 2. Open Programma's. 3. Selecteer Hewlett Packard. 4. Selecteer het verwijderprogramma van HP. 5. Selecteer het apparaat in de lijst met apparaten en klik vervolgens op de knop Verwijderen. 6. Nadat de software is verwijderd, start u de computer opnieuw op en leegt u de Prullenmand. Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. NLWW ● Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare opdracht op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te openen. Instellingen die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd vervangen. ● Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken, Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet. ● Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer, zoals hierboven beschreven. ● Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders worden gewijzigd. Software voor Mac 29 Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen De configuratie-instellingen van het product wijzigen 1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken. 1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken. Mac OS X 10.5 en 10.6 2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's. 2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's. 3. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de voorinstelling. Deze instellingen worden in het menu Voorinstellingen opgeslagen. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de opgeslagen voorinstelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken. 30 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac 1. Klik in het menu Apple op het menu Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op het pictogram Afdrukken en faxen. 2. Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm. 3. Klik op de knop Opties en benodigdheden. 4. Klik op het tabblad Driver. 5. Configureer de geïnstalleerde opties. NLWW Software voor Mac-computers Ondersteunde hulpprogramma's voor Mac (alleen netwerkmodellen) HP Utility voor Mac Gebruik de HP Utility om productfuncties in te stellen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver. U kunt gebruikmaken van de HP Utility als het product beschikt over een USB-kabel (Universal Serial Bus) of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. HP Utility openen ▲ Klik in het dock op HP Utility. -ofKlik bij Programma's op Hewlett Packard en vervolgens op HP Utility. Functies van HP Utility Gebruik de software HP Utility om de volgende taken uit te voeren: NLWW ● Informatie verkrijgen over de status van benodigdheden. ● Informatie verkrijgen over het apparaat, zoals de firmwareversie en het serienummer. ● Druk een configuratiepagina af. ● De papiersoort en het papierformaat voor de lade configureren. ● Bestanden overbrengen van de computer naar het apparaat. ● De firmware van het apparaat bijwerken. ● De kleurgebruikpagina weergeven Software voor Mac 31 Afdrukken met Mac Een afdruktaak annuleren op de Mac 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op het OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan één afdruktaak in de wachtrij staat, kunt u op de knop Annuleren drukken om de afdruktaak te wissen die op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2. U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij. ● Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren. ● Mac-afdrukwachtrij: open de afdrukwachtrij door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat in het Dock. Selecteer de afdruktaak en klik vervolgens op Verwijder. De papiersoort en het papierformaat wijzigen op de Mac 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op de optie Afdrukken. 2. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling. 3. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat en klik op de knop OK. 4. Open het menu Afwerking. 5. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal. 6. Klik op de knop Afdrukken. Het documentformaat wijzigen of een aangepast papierformaat afdrukken op de Mac 32 Mac OS X 10.5 en 10.6 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. Gebruik een van deze methoden. 2. Klik op de knop pagina-instelling. 3. Selecteer het product en selecteer de juiste instellingen voor de optie Papierformaat en Afdrukrichting. 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Open het menu Papierverwerking. 3. Klik in het gebied Papierformaat bestemming op het vak Aanpassen aan papier en selecteer het formaat in de vervolgkeuzelijst. Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW Voorinstellingen voor afdrukken maken op de Mac Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken. Een voorinstelling voor afdrukken maken 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt opslaan zodat u deze opnieuw kunt gebruiken. 4. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de voorinstelling. 5. Klik op de knop OK. Voorinstellingen voor afdrukken gebruiken 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Selecteer in het menu Voorinstellingen de voorinstelling voor afdrukken. OPMERKING: gebruiken. Selecteer de optie standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te Een voorbeeld afdrukken op de Mac 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Open het menu Voorblad en selecteer waar u het voorblad wilt afdrukken. Klik op de knop Voor document of Na document. 4. Selecteer in het menu Type voorblad het bericht dat u op het voorblad wilt afdrukken. OPMERKING: Selecteer de optie standaard in het menu Type voorblad als u een leeg voorblad wilt afdrukken. Watermerken gebruiken op de Mac NLWW 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Open het menu Watermerken. 3. Selecteer in het menu Modus het soort watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer de optie Watermerk als u een halftransparant bericht wilt afdrukken. Selecteer de optie Overlay als u een bericht wilt afdrukken dat niet transparant is. 4. Selecteer in het menu Pagina's of u het watermerk wilt afdrukken op alle pagina's of alleen op de eerste pagina. Afdrukken met Mac 33 5. Selecteer in het menu Tekst een van de standaardberichten of selecteer de optie Aangepast en typ in het vak een nieuw bericht. 6. Selecteer opties voor de overige instellingen. Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Open het menu Lay-out. 4. Selecteer in het menu Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16). 5. Selecteer in het gebied Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel. 6. Selecteer in het menu Randen het soort rand dat u rond elke pagina op het vel wilt afdrukken. Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) in Mac 34 1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. 2. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 3. Open het menu Aantal en pagina's en klik op het tabblad Handmatige duplex of open het menu Handmatige duplex. 4. Klik op het vak Handmatige duplex en selecteer een bindoptie. 5. Klik op de knop Afdrukken. 6. Ga naar het apparaat en verwijder alle lege vellen uit lade 1. 7. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak, draai de stapel 180 graden en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in de invoerlade. 8. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel. Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW De kleuropties instellen op de Mac Gebruik het menu Kleuropties of Kwaliteit/kleuropties om te regelen hoe kleuren worden geïnterpreteerd en afgedrukt vanuit softwareprogramma's. 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Open het menu Kleuropties of Kwaliteit/kleuropties. 4. open het menu Geavanceerd of selecteer het goede tabblad. 5. Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan. Het menu Services gebruiken op de Mac Als het product is aangesloten op een netwerk, kunt u via het menu Services de gegevens over het product en de status van de benodigdheden bekijken. 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Open het menu Service. 3. Ga als volgt te werk om een onderhoudstaak uit te voeren: 4. NLWW a. Selecteer het tabblad Apparaatonderhoud. b. Selecteer een taak in de vervolgkeuzelijst. c. Klik op de knop Starten. Ga als volgt te werk om naar de verschillende ondersteuningswebsites voor dit product te gaan: a. Selecteer het tabblad Services op het web. b. Selecteer in het menu een optie. c. Klik op de knop Openen!. Afdrukken met Mac 35 Scannen met Mac Met de HP Scan-software kunt u afbeeldingen scannen naar een Mac-computer. 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Open de map Programma's en klik vervolgens op Hewlett-Packard. Dubbelklik op HP Scan. 3. Open het menu HP Scan en klik op Voorkeuren. Selecteer in het menu Scanner dit apparaat in de lijst en klik op Doorgaan. 4. Als u de standaardvoorkeursinstellingen wilt gebruiken, waarmee acceptabele resultaten worden bereikt voor afbeeldingen en tekst, klikt u op de knop Scannen. Als u voorkeurinstellingen wilt gebruiken die zijn geoptimaliseerd voor afbeeldingen of tekstdocumenten, selecteert u een voorkeursinstelling in het pop-upmenu Scanvoorkeuren. Als u de instellingen wilt aanpassen, klikt u op de knop Bewerken. Wanneer u klaar bent om te gaan scannen, klikt u op de knop Scannen. 5. Als u meer pagina's wilt scannen, plaatst u de volgende pagina op de glasplaat en klikt u op Scannen. Klik op Toevoegen aan lijst om de nieuwe pagina's toe te voegen aan de huidige lijst. Herhaal dit totdat u alle pagina's hebt gescand. 6. Klik op de knop Opslaan en blader vervolgens naar de map op uw computer waar u het bestand wilt opslaan. OPMERKING: 36 Als u de gescande pagina's wilt afdrukken, klikt u op de knop Afdrukken. Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW Problemen oplossen met Mac Raadpleeg Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen op pagina 177 voor informatie over het oplossen van problemen met het Mac-besturingssysteem. NLWW Problemen oplossen met Mac 37 38 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken op de Mac NLWW 5 NLWW Sluit het product aan ● Ondersteunde netwerkbesturingssystemen (alleen netwerkmodellen) ● HP Smart Install gebruiken om verbinding te maken met een computer, een bekabeld netwerk of een draadloos netwerk ● Verbinding maken met USB met behulp van de software-cd-rom ● Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen) 39 Ondersteunde netwerkbesturingssystemen (alleen netwerkmodellen) Het product ondersteunt de volgende besturingssystemen voor draadloos afdrukken: ● Windows 7 (32-bits en 64-bits) ● Windows Vista (32-bits en 64-bits) ● Windows XP (32-bits, Service Pack 2) ● Windows Server 2003 (32-bits, Service Pack 3) ● Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits) ● Mac OS X v10.5 en v10.6 Disclaimer voor printer delen HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoftbesturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga naar Microsoft op www.microsoft.com. 40 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW HP Smart Install gebruiken om verbinding te maken met een computer, een bekabeld netwerk of een draadloos netwerk OPMERKING: Dit installatietype wordt alleen voor Windows ondersteund. Met HP Smart Install kunt u het productstuurprogramma en de software installeren door het product op een computer aan te sluiten met een USB-kabel. OPMERKING: De installatie-cd-rom is niet vereist tijdens een HP Smart Install. Plaats de installatie-cd niet in het cd-romstation van de computer. NLWW 1. Schakel het product in. 2. Sluit de USB-kabel aan. 3. Het programma HP Smart Install wordt als het goed is automatisch gestart. Volg de instructies op het scherm voor het installeren van de software. ● Als HP Smart Install niet automatisch wordt gestart, dan is AutoPlay mogelijk uitgeschakeld. Blader op de computer naar HP Smart Install en dubbelklik erop om het programma uit te voeren. ● Selecteer de toepasselijke optie wanneer u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren. HP Smart Install gebruiken om verbinding te maken met een computer, een bekabeld netwerk of een draadloos netwerk 41 Verbinding maken met USB met behulp van de software-cd-rom VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd. Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken. 42 1. Sluit alle geopende programma's op de computer af. 2. Installeer de software vanaf de cd en volg de instructies op het scherm. 3. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Rechtstreeks verbinding maken met deze computer via een USB-kabel en klik vervolgens op de knop Volgende. 4. Wanneer u hierom wordt gevraagd, sluit u de USB-kabel aan op het product en de computer. 5. Klik aan het einde van de installatie op de knop Voltooien. 6. In het scherm Meer opties kunt u ervoor kiezen meer software te installeren. U kunt ook op de knop Voltooien klikken. 7. Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de afdruksoftware juist is geïnstalleerd. Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen) Het apparaat kan op bekabelde en draadloze netwerken worden aangesloten. OPMERKING: U kunt niet tegelijkertijd verbinding maken met een bekabeld en een draadloos netwerk. Bekabelde verbindingen hebben voorrang. Ondersteunde netwerkprotocollen Het TCP/IP-protocol wordt door netwerkmodellen ondersteund. Dit protocol is het meest gebruikte en geaccepteerde netwerkprotocol. Dit protocol wordt gebruikt door een groot aantal netwerkservices. Dit product ondersteunt ook IPv4 en IPv6. In de volgende lijsten worden de netwerkservices/protocollen vermeld die door het apparaat worden ondersteund. ● TCP/IP (IPv4 of IPv6) ● Port 9100 ● LPR ● DHCP ● AutoIP ● SNMP ● Bonjour ● SLP ● WSD ● NBNS Het apparaat installeren op een bekabeld netwerk Het IP-adres configureren Het IP-adres van het apparaat kan handmatig worden ingesteld of het kan automatisch worden geconfigureerd via DHCP, BootP of AutoIP. Handmatige configuratie Alleen het IPv4-protocol kan handmatig worden ingesteld. NLWW 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om de optie Netwerkinstellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie TCP/IP-config. te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel. Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen) 43 4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Handmatig te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Gebruik de pijlknoppen om het IP-adres in te stellen en druk vervolgens op de knop OK. 6. Als het IP-adres onjuist is, selecteert u met de pijlknoppen de optie Nee en drukt u vervolgens op de knop OK. Herhaal stap 5 met het juiste IP-adres en herhaal stap 5 vervolgens om het subnetmasker en de standaardgateway in te stellen. Automatische configuratie 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om de optie Netwerkinstellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie TCP/IP-config. te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Automatisch te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel. Het kan enige minuten duren voordat het automatische IP-adres gereed voor gebruik is. OPMERKING: Als u bepaalde automatische IP-modi (zoals BOOTP, DHCP of AutoIP) wilt in- of uitschakelen, kunnen deze instellingen worden gewijzigd met behulp van HP Device Toolbox. De software installeren 1. Sluit alle programma's op de computer af. 2. Installeer de software vanaf de cd. 3. Volg de instructies op het scherm. 4. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Verbinding maken via een bekabeld netwerk en klik vervolgens op de knop Volgende. 5. Selecteer in de lijst met beschikbare printers de printer met het juiste IP-adres. 6. Klik op de knop Voltooien. 7. In het scherm Meer opties kunt u ervoor kiezen meer software te installeren. U kunt ook op de knop Voltooien klikken. 8. Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de afdruksoftware juist is geïnstalleerd. Het apparaat installeren op een draadloos netwerk Voordat u de apparaatsoftware installeert, controleert u of het apparaat niet via een netwerkkabel met het netwerk is verbonden. 44 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW Als uw draadloze router Wi-Fi Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, vraagt u uw systeembeheerder om de netwerkinstellingen voor uw draadloze router of voert u de volgende taken uit: ● Achterhaal de naam van het draadloze netwerk of de SSID (service set identifier). ● Bepaal het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel voor het draadloze netwerk. Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS Als uw router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS) is dit de eenvoudigste manier om het apparaat met een draadloos netwerk te verbinden. 1. Druk op de knop WPS op uw draadloze router. 2. op het bedieningspaneel van het apparaat gedurende twee Houd de knop Draadloos seconden ingedrukt. Laat de knop los wanneer het lampje voor de draadloze functie begint te knipperen. 3. Wacht zo'n twee minuten tot het apparaat verbinding heeft gemaakt met de draadloze router. OPMERKING: Als deze methode niet werkt, probeert u verbinding met het draadloze netwerk te maken via de methode met een USB-kabel. Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk Als uw draadloze router WiFi-Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, kunt u deze methode gebruiken om het apparaat te verbinden met een draadloos netwerk. Het instellen van een draadloze verbinding is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken. 1. Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer. 2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer de optie Verbinding maken via een draadloos netwerk wanneer u hierom wordt gevraagd. Sluit de USB-kabel aan op het apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd. VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als u hierom wordt gevraagd. 3. Als de installatie is voltooid, drukt u een configuratiepagina af om te controleren of het apparaat een SSID-naam heeft. 4. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen. De software voor een draadloos apparaat installeren dat momenteel op het netwerk is aangesloten Als het apparaat al een IP-adres op een draadloos netwerk heeft en u apparaatsoftware wilt installeren op een computer, dient u de volgende stappen uit te voeren. NLWW 1. Druk vanaf het bedieningspaneel een configuratiepagina af om het IP-adres van het apparaat te verkrijgen. 2. Installeer de software vanaf de cd. 3. Volg de instructies op het scherm op. Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen) 45 4. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Verbinding maken via een draadloos netwerk en klik vervolgens op de knop Volgende. 5. Selecteer in de lijst met beschikbare printers de printer met het juiste IP-adres. Verbinding met het draadloze netwerk verbreken Als u het product wilt loskoppelen van een draadloos netwerk, dan kunt u de draadloze eenheid in het product uitschakelen. 1. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de knop Draadloos 2. Om te controleren of de draadloze eenheid is uitgeschakeld, drukt u een configuratiepagina af en controleert u of de status is vermeld als uitgeschakeld op de configuratiepagina. en laat deze weer los. Storing op een draadloos netwerk verminderen Met de volgende tips kunt u storing op een draadloos netwerk verminderen: ● Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote metalen voorwerpen zoals dossierkasten en andere elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze telefoons. Deze voorwerpen kunnen radiosignalen verstoren. ● Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote stenen gebouwen en andere soorten gebouwen. Deze objecten kunnen radiogolven absorberen en de signaalsterkte verlagen. ● Plaats de draadloze router op een centrale locatie in het zicht van de draadloze apparaten op het netwerk. Geavanceerde draadloze installatie De modi voor draadloze communicatie U kunt kiezen uit twee modi voor draadloze communicatie: infrastructuur of ad-hoc. 46 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW Infrastructuur draadloos netwerk (aanbevolen) Het apparaat communiceert met andere apparaten op het netwerk via een draadloze router. Draadloos ad-hocnetwerk Het apparaat communiceert rechtstreeks met andere draadloze apparaten zonder gebruik te maken van een draadloze router. Alle apparaten op het ad-hocnetwerk dienen aan de volgende eisen te voldoen: ● Compatibel met 802.11b/g ● Dezelfde SSID ● Hetzelfde subnet en kanaal ● Dezelfde beveiligingsinstellingen voor 802.11b/g Draadloze beveiliging Als u uw draadloos netwerk gemakkelijk wilt kunnen onderscheiden van andere draadloze netwerken, gebruikt u een unieke netwerknaam (SSID) voor uw draadloze router. Uw draadloze router heeft mogelijk al een standaardnetwerknaam, meestal de naam van de fabrikant. Zie de documentatie die bij uw draadloze router is geleverd voor meer informatie over het wijzigen van de netwerknaam. NLWW Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen) 47 Als u wilt voorkomen dat andere gebruikers toegang hebben tot uw netwerk, schakelt u de WPA- of WEPgegevenscodering in. ● Wired Equivalent Privacy (WEP): WEP is het originele beveiligingsmechanisme in de 802.11standaard. U maakt een unieke sleutel met hexadecimale of alfanumerieke tekens die andere gebruikers moeten invoeren om toegang te krijgen tot uw netwerk. ● Wi-Fi Protected Access (WPA): WPA gebruikt TKIP (temporal key integrity protocol) voor codering met behulp van 802.1X-verificatie. In WPA zijn alle bekende zwakke punten van WEP verholpen. U maakt een unieke wachtzin met een combinatie van letters en cijfers die andere gebruikers moeten invoeren om toegang te krijgen tot uw netwerk. ● WPA2 beschikt over AES (advanced encryption standard) en is veiliger dan WPA. Het apparaat installeren op een draadloos ad-hocnetwerk U kunt het apparaat draadloos installeren op een computer via een peer-to-peer (ad-hoc) installatie. OPMERKING: Voor het uitvoeren van deze taak moet u het apparaat tijdelijk op het netwerk aansluiten met behulp van een netwerkkabel. 1. Sluit de netwerkkabel aan op het product en op het netwerk. 2. Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen. 3. Druk een configuratiepagina en een statuspagina voor benodigdheden af. 4. Het IP-adres vindt u op de configuratiepagina. 5. Open een webbrowser en typ het IP-adres in de adresbalk. De HP Device Toolbox wordt geopend. 6. Klik op het tabblad Netwerken en selecteer vervolgens de koppeling voor draadloze configuratie in het linkerdeelvenster. 7. Selecteer de optie om het draadloze netwerk in te schakelen en koppel vervolgens de netwerkkabel los. 8. Selecteer in het gebied voor configuratiemethode de optie voor het maken van een nieuw draadloos ad-hocnetwerk (peer-to-peer). 9. Geef een unieke netwerknaam op, selecteer een kanaal en selecteer het gewenste type beveiliging. 10. Klik op de knop Toepassen. 48 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW Het netwerkapparaat configureren Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen Gebruik de HP Device Toolbox om IP-configuratie-instellingen te bekijken of te wijzigen. 1. Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres. ● Als u IPv4 gebruikt, bevat het IP-adres alleen cijfers. Het adres heeft dan de volgende indeling: xxx.xxx.xxx.xxx ● Als u IPv6 gebruikt, bestaat het IP-adres uit een hexadecimale combinatie van tekens en cijfers. De indeling is als volgt: xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx NLWW 2. Open de HP Device Toolbox door op de knop Start te klikken. Klik achtereenvolgens op de groep Programma's of Alle programma's, HP, de productgroep en ten slotte HP Productinstellingen. 3. Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven instellingen wijzigen. Verbinding maken met een netwerk met behulp van de software-cd-rom (alleen netwerkmodellen) 49 50 Hoofdstuk 5 Sluit het product aan NLWW 6 NLWW Papier en afdrukmateriaal ● Papiergebruik begrijpen ● De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat ● Ondersteunde papierformaten ● Ondersteunde papiersoorten ● Papierladen vullen 51 Papiergebruik begrijpen Dit apparaat ondersteunt verschillende papiersoorten en andere afdrukmaterialen die voldoen aan de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Papier of afdrukmateriaal dat niet aan deze richtlijnen voldoet, kan een slechte afdrukkwaliteit, meer papierstoringen en vroegtijdige slijtage van het product tot gevolg hebben. Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor laserprinters of multifunctioneel gebruik. Gebruik geen papier of afdrukmateriaal dat is gemaakt voor inkjetprinters. Hewlett-Packard Company kan geen aanbevelingen doen voor het gebruik van andere merken afdrukmateriaal omdat HP geen invloed heeft op de kwaliteit hiervan. Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en u toch niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van het onjuist gebruik van het materiaal, een onaanvaardbaar temperatuur- en/of vochtigheidsniveau of van andere omstandigheden waarop Hewlett-Packard geen invloed heeft. VOORZICHTIG: Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van Hewlett-Packard kan problemen met het product veroorzaken waardoor reparatie noodzakelijk is. Deze reparatie valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard. Richtlijnen voor speciaal papier Dit apparaat ondersteunt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Houd u aan de volgende richtlijnen als u een bevredigend resultaat wilt krijgen. Voor de beste resultaten moet u eerst de papiersoort en het papierformaat instellen in de printerdriver wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal gebruikt. VOORZICHTIG: HP LaserJet-producten gebruiken een fuser om droge tonerdeeltjes in zeer precieze puntjes op het papier te fixeren. HP-laserpapier is bestand tegen deze extreme hitte. Het gebruik van inkjetpapier kan het apparaat beschadigen. Materiaalsoort Doen Enveloppen ● Bewaar de enveloppen plat. ● Zorg dat de naden helemaal doorlopen tot de hoek van de envelop. ● Gebruik enveloppen met een plakstrip die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Etiketten 52 Niet doen ● Gebruik geen enveloppen die gekreukeld, ingekeept, aan elkaar kleven of anderszins beschadigd zijn. ● Gebruik geen enveloppen met klemmen, binddraad, vensters of met reliëfopdruk. ● Gebruik geen zelfklevende middelen of andere synthetische materialen. ● Gebruik alleen etiketbladen waarvan het beschermblad niet zichtbaar is tussen de etiketten. ● Gebruik geen etiketten met kreukels of luchtbellen of die zijn beschadigd. ● Gebruik etiketten die plat liggen. ● ● Gebruik alleen volle vellen etiketten. Druk geen vellen etiketten die niet volledig zijn. Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW NLWW Materiaalsoort Doen Transparanten ● Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik in kleurenlaserprinters. ● Leg de transparanten op een glad oppervlak nadat u ze uit het product heeft verwijderd. Briefpapier of voorbedrukte formulieren ● Zwaar papier Glanzend papier of papier met een coating Niet doen ● Gebruik geen transparant afdrukmateriaal dat niet is goedgekeurd voor laserprinters. Gebruik alleen briefpapier of voorbedrukte formulieren die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. ● Gebruik geen briefpapier met reliëf of metaalachtig briefpapier. ● Gebruik alleen zwaar papier dat is goedgekeurd voor gebruik in laserprinters en voldoet aan de gewichtspecificaties voor dit product. ● Gebruik geen papier dat zwaarder is dan de aanbevolen specificaties voor afdrukmateriaal voor dit product, tenzij het HP-papier is dat is goedgekeurd voor gebruik in dit product. ● Gebruik alleen glanzend papier of papier met een coating dat is goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. ● Gebruik geen glanzend papier of papier met een coating dat is bestemd voor gebruik in inkjetproducten. Papiergebruik begrijpen 53 De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat OPMERKING: Als u de pagina-instellingen wijzigt in het softwareprogramma, hebben deze instellingen voorrang op andere instellingen in de printerdriver. 54 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat is . 5. Selecteer een papiersoort in de vervolgkeuzelijst Type is. 6. Klik op de knop OK. Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW Ondersteunde papierformaten Dit product ondersteunt verschillende papierformaten en kan worden gebruikt met diverse materialen. OPMERKING: Om de beste afdrukresultaten te verkrijgen, selecteert u het gepaste papierformaat en -type in de printerdriver voordat u begint af te drukken. Tabel 6-1 Ondersteunde formaten voor papier en afdrukmateriaal Formaat Afmetingen Letter 216 x 279 mm Legal 216 x 356 mm A4 210 x 297 mm Executive 184 x 267 mm 8,5 x 13 216 x 330 mm 4x6 101,6 x 152,4 mm 10 x 15 cm 101,6 x 152,4 mm 5x8 127 x 203 mm RA4 215 x 305 mm A5 148 x 210 mm A6 105 x 148 mm B5 (JIS) 182 x 257 mm 16K 184 x 260 mm 195 x 270 mm 197 x 273 mm Aangep. Minimum: 76 x 127 mm Maximum: 216 x 356 mm OPMERKING: Bij het definiëren van aangepaste formaten via de printerdriver dient u altijd de korte zijde van de pagina op te geven als de breedte en de lange zijde als de lengte. Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten NLWW Formaat Afmetingen Envelop #10 105 x 241 mm Envelop DL 110 x 220 mm Envelop C5 162 x 229 mm Envelop B5 176 x 250 mm Envelop Monarch 98 x 191 mm Ondersteunde papierformaten 55 Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten (vervolg) Formaat Afmetingen Japanse briefkaart 100 x 148 mm Briefkaart (JIS) Dubbele Japanse briefkaart gedraaid 148 x 200 mm Dubbele briefkaart (JIS) Aangep. Minimaal: 76 x 127 mm Maximaal: 216 x 356 mm OPMERKING: Bij het definiëren van aangepaste formaten via de printerdriver dient u altijd de korte zijde van de pagina op te geven als de breedte en de lange zijde als de lengte. 56 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW Ondersteunde papiersoorten Ga naar www.hp.com/support/LJColorMFPM175 voor een compleet overzicht van specifieke HPpapiersoorten die dit apparaat ondersteunt. ● ● ● ● ● NLWW Everyday ◦ Gewoon ◦ Licht ◦ Bankpost ◦ Kringloop Presentatie ◦ Mat papier ◦ Glanzend papier ◦ Zwaar papier ◦ Zwaarglanzend papier Brochure ◦ Mat papier ◦ Glanzend papier ◦ In drieën gevouwen papier ◦ Extra zwaar papier ◦ Extra zwaar glanzend papier Foto/omslag ◦ Mat omslagpapier ◦ Mat fotopapier ◦ Glanzend fotopapier ◦ Glanzende kaarten Overig ◦ Transparant voor kleurenlaser ◦ Etiketten ◦ Briefhoofd ◦ Envelop ◦ Zware envelop Ondersteunde papiersoorten 57 58 ◦ Voorbedrukt ◦ Geperforeerd ◦ Kleur ◦ Ruw ◦ Zwaar ruw ◦ HP Stevig papier Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW Papierladen vullen Materiaal in de invoerlade plaatsen OPMERKING: Wanneer u nieuw papier toevoegt, verwijdert u al het papier uit de invoerlade en legt u de stapel met nieuw papier recht. Waaier het papier niet uit. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier tegelijkertijd in het apparaat worden ingevoerd en loopt u minder risico dat papier vastloopt. OPMERKING: Wanneer u afdrukt op kleine of aangepaste papierformaten, plaatst u de korte zijde (breedte) eerst in het apparaat. 1. Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven in de invoerlade. 2. Schuif de geleiders goed tegen het papier aan. NLWW Papierladen vullen 59 Ladecapaciteit Lade of bak Papiersoort Specificaties Capaciteit Invoerlade Papier 60-220 g/m2 150 vellen van 75 g/m2 Afdrukkwaliteit is gegarandeerd voor afdrukmateriaal van HP. Enveloppen 60-90 g/m2 Maximaal 10 enveloppen Transparanten 0,12-0,13 mm Maximaal 50 transparanten Briefkaarten 135-176 g/m2 Glanzend 130-220 g/m2 Afdrukstand van het papier voor het vullen van de laden Als u papier gebruikt dat een specifieke afdrukrichting vereist, moet u dit volgens de informatie in de volgende tabel laden. Papiersoort Papier plaatsen Voorbedrukt of briefhoofdpapier ● Naar boven ● Bovenrand eerst in het product ● Naar boven ● Gaten aan de linkerkant van het product ● Naar boven ● Korte rechterrand eerst in het apparaat Geperforeerd Envelop 60 Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal NLWW 7 NLWW Printcartridges en afbeeldingsdrum ● Functie van printcartridges en afbeeldingsdrum ● Aanzichten van benodigdheden ● Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren ● Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen 61 Functie van printcartridges en afbeeldingsdrum Functie Omschrijving Onderdeelnummers ● Zwarte printcartridge: CE310A ● Cyaan printcartridge: CE311A ● Gele printcartridge: CE312A ● Magenta printcartridge: CE313A ● Afbeeldingsdrum: CE314A OPMERKING: Het selectienummer voor alle printcartridges en de afbeeldingsdrum is 126A. Toegankelijkheid ● Inktpatronen en de imaging drum kunnen met één hand worden geïnstalleerd en verwijderd. Milieuvriendelijke functies ● Recycle uw printcartridges met behulp van het programma voor retournering en recycling van HP Planet Partners. Meer informatie over benodigdheden vindt u op www.hp.com/go/learnaboutsupplies. 62 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW Aanzichten van benodigdheden Aanzicht van printcartridge 1 2 1 Geheugenchip van de printcartridge Aanzicht van afbeeldingsdrum 1 1 NLWW Geheugenchip van de afbeeldingsdrum Aanzichten van benodigdheden 63 Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren Door de printcartridge en de afbeeldingsdrum correct te gebruiken, bewaren en controleren, kunt u afdrukken van hoge kwaliteit waarborgen. Instellingen voor printcartridges of de afbeeldingsdrum wijzigen Afdrukken wanneer een printcartridge of een afbeeldingsdrum het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt Het bericht <onderdeel> laag, waarbij met <onderdeel> een kleurenprintcartridge of de afbeeldingsdrum wordt bedoeld: Het apparaat geeft aan wanneer een onderdeel bijna moet worden vervangen. De werkelijke resterende levensduur kan variëren. Zorg dat u een vervangende printcartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Het onderdeel hoeft nog niet te worden vervangen. Het bericht <onderdeel> zeer laag, waarbij met <onderdeel> de kleurenprintcartridge, de afbeeldingsdrum of een combinatie van meerdere printcartridges en/of de afbeeldingsdrum wordt bedoeld: Het apparaat geeft aan wanneer een onderdeel bijna op is. De werkelijke resterende levensduur van benodigdheden kan variëren. Zorg dat u een vervangende printcartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Het onderdeel hoeft op dat moment nog niet te worden vervangen, tenzij de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Zodra een HP printcartridge vrijwel leeg is, geldt de Premium Protection Warranty van HP niet meer voor dit onderdeel. De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt onder de productgarantie. Voor vervangende afbeeldingsdrums geldt een beperkte garantie van één jaar vanaf de installatiedatum. De installatiedatum van de afbeeldingsdrum staat op de statuspagina voor benodigdheden vermeld. De instellingen voor zeer laag via het bedieningspaneel wijzigen U kunt de instelling op elk moment wijzigen en u hoeft deze niet opnieuw in te stellen wanneer u een nieuwe printcartridge of afbeeldingsdrum installeert. 64 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Instellingen benodigdheden te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om het menu Zwarte printcassette, Kleurenprintcass of Afbeeldingsdrum te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel. Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW 5. Gebruik de pijlknoppen om het menu Instelling voor zeer laag te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 6. Selecteer een van de volgende opties: ● Selecteer de optie Doorgaan als u wilt dat het apparaat u waarschuwt wanneer een printcartridge of afbeeldingsdrum vrijwel leeg is, maar u door wilt gaat met afdrukken. ● Selecteer de optie Stoppen/Vervangen als u wilt instellen dat het apparaat stopt met afdrukken tot u de printcartridge of afbeeldingsdrum hebt vervangen. ● Selecteer de optie Prompt als u wilt instellen dat het apparaat stopt met afdrukken en u vraagt de printcartridge of afbeeldingsdrum te vervangen. U kunt het bericht ter kennisgeving aannemen en doorgaan met afdrukken. ● Selecteer Zwart afdrukken in het menu Kleurenprintcass als u wilt instellen dat het apparaat u waarschuwt wanneer een printcartridge vrijwel leeg is, maar u door wilt gaan met afdrukken in zwart-wit. Instructies voor vervanging De printcartridges vervangen Wanneer een printcartridge het einde van de levensduur nadert, kunt u doorgaan met afdrukken met de huidige printcartridge totdat de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is. Zodra een HP printcartridge vrijwel leeg is, geldt de Premium Protection Warranty van HP niet meer voor dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantieverklaring van HP voor dit onderdeel. 1. Bij bepaalde fout- of statusberichten draait het apparaat de carrousel met printcartridges automatisch naar de desbetreffende cartridge. Als de te vervangen printcartridge zich niet in de juiste positie bevindt, drukt u op de knop Cartridge om de carrousel met printcartridges naar de te vervangen cartridgekleur te draaien. OPMERKING: Alle kleppen moeten gesloten zijn wanneer u op de knop Cartridge drukt. De knop Cartridge functioneert pas als ook de afbeeldingsdrum is geïnstalleerd. OPMERKING: Wacht tot het bericht Draaien niet meer wordt weergegeven en het geluid van het draaien is gestopt voordat u de klep van de printcartridge opent. NLWW Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren 65 2. Open de klep van de printcartridge. 3. Pak de oude printcartridge bij de middenhendel vast en verwijder de cartridge. 4. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. Plaats de gebruikte printcartridge in de verpakking voor recycling. VOORZICHTIG: Houd de printcartridge aan de randen vast om beschadiging van de cartridge te voorkomen. Raak de rol op de printcartridge niet aan. 5. 66 Pak beide kanten van de printcartridge vast en schud deze zachtjes heen en weer om de toner gelijkmatig in de printcartridge te verdelen. Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW 6. Pak de printcartridge bij de middenhendel en verwijder de plastic beschermkap. OPMERKING: Raak de printcartridgerol niet aan. Vingerafdrukken op de rol kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. 7. Verwijder de tape van de printcartridge. Doe de tape in de doos van de printcartridge, zodat deze kan worden gerecycled. 8. Pak de printcartridge bij de middenhendel en plaats deze in het apparaat. OPMERKING: Vergelijk het kleurlabel op de printcartridge met het kleurlabel in de carrouselsleuf om er zeker van te zijn dat de kleur van de printcartridge overeenkomt met de positie op de carrousel. VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, dient u deze er met een droge doek af te vegen en de kleding in koud water te wassen. Als u warm water gebruikt, maakt de toner een permanente vlek in de stof. 9. Sluit de printcartridgeklep. OPMERKING: Na het sluiten van de printcartridgeklep wordt op het bedieningspaneel het bericht Kalibreren bezig... weergegeven. Wacht een paar minuten totdat het kalibreren is voltooid. OPMERKING: Als u nog een printcartridge wilt vervangen, moet u de printcartridgeklep sluiten voordat u op de knop Cartridge drukt voor de volgende printcartridge. U hoeft niet te wachten tot het apparaat begint met kalibreren wanneer u de tweede printcartridge vervangt. Druk in plaats daarvan op de knop Cartridge om de carrousel naar de juiste positie te draaien. Na het vervangen van de printcartridges begint het apparaat met kalibreren. NLWW Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren 67 OPMERKING: Als tijdens het afdrukken het statusbericht Cassette onjuist sleuf voor <kleur> wordt weergegeven, verwijdert u de printcartridge uit de aangegeven sleuf en vergelijkt u het kleurlabel op de printcartridge met het kleurlabel in de sleuf om te bepalen wat de juiste cartridge voor de sleuf is. 68 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW De afbeeldingsdrum vervangen OPMERKING: De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt onder de productgarantie. Voor vervangende afbeeldingsdrums geldt een beperkte garantie van één jaar vanaf de installatiedatum. De installatiedatum van de afbeeldingsdrum staat op de statuspagina voor benodigdheden vermeld. De Premium Protection Warranty van HP geldt alleen voor de printcartridges voor het apparaat. 1. Open de klep van de printcartridge. 2. Open de voorklep. NLWW Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren 69 70 3. Duw de twee hendels van de afbeeldingsdrum omhoog. 4. Verwijder de oude afbeeldingsdrum. 5. Haal de nieuwe afbeeldingsdrum uit de verpakking. Plaats de gebruikte afbeeldingsdrum in de verpakking voor recycling. Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW 6. Verwijder de beschermkap van de nieuwe afbeeldingsdrum. VOORZICHTIG: Stel de afbeeldingsdrum niet bloot aan licht. Zo voorkomt u schade aan de drum. Dek de cartridge af met een vel papier. VOORZICHTIG: Raak de groene rol niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 7. Plaats de nieuwe afbeeldingsdrum in het apparaat. 8. Duw de twee hendels van de afbeeldingsdrum omlaag. NLWW Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren 71 9. Sluit de voorklep. 10. Sluit de printcartridgeklep. OPMERKING: Na het sluiten van de printcartridgeklep wordt op het bedieningspaneel het bericht Kalibreren bezig... weergegeven. Wacht een paar minuten totdat het kalibreren is voltooid. Benodigdheden recyclen Gebruik voor retourzendingen voor recycling van HP LaserJet-printcartridges in de VS en Puerto Rico het gefrankeerde en geadresseerde etiket dat in de verpakking aanwezig is. Als u het UPS-etiket wilt gebruiken, geeft u het pakket mee aan UPS bij de volgende levering of de volgende keer dat zij pakketten komen afhalen. U kunt het pakket ook naar een erkende UPS-afgiftelocatie brengen. (Wanneer u UPS verzoekt uw pakket op te halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht.) Bel 1-800-PICKUPS of ga naar www.ups.com voor de dichtstbijzijnde UPS-afgiftelocatie. Als u retour zendt met het FedEx-etiket, geeft u het pakket mee aan een postbode van U.S. Postal Service of aan FedEx bij de volgende levering of de volgende keer dat zij pakketten komen afhalen. (Wanneer u FedEx verzoekt uw pakket op te halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht.) U kunt uw verpakte printcartridge(s) ook op elke U.S. Post Office in de VS of elke FedEx-afgiftelocatie afgeven. Bel 1-800-ASK-USPS of ga naar www.usps.com voor de locatie van het dichtstbijzijnde U.S. Post Office. Bel 1-800-GOFEDEX of ga naar www.fedex.com voor de dichtstbijzijnde FedEx-afgiftelocatie. Ga voor meer informatie of het bestellen van extra etiketten of verzenddozen naar www.hp.com/ recycle of bel 1-800-340-2445. Deze informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. 72 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW Printcartridges en afbeeldingsdrums bewaren Verwijder de printcartridge of de afbeeldingsdrum pas uit de verpakking wanneer u deze wilt gaan gebruiken. Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden Hewlett-Packard Company kan het gebruik van nieuwe of gereviseerde printcartridges of afbeeldingsdrums die niet door HP zijn vervaardigd, niet aanbevelen. OPMERKING: Het gebruik van printcartridges die niet van HP zijn, of het gebruik van nagevulde printcartridges in printerproducten van HP heeft geen invloed op de garantie die aan de klant is gegeven of op ondersteuningsovereenkomsten van HP die met de klant zijn afgesloten. Echter, als defecten of schade aan het product te wijten zijn aan het gebruik van printcartridges die niet van HP zijn of aan nagevulde printcartridges, brengt HP de standaarduren en materiaalkosten in rekening om het defect of de schade aan het product te repareren. HP fraudehotline en -website Bel de fraude-hotline van HP (1-877-219-3183, gratis in Noord-Amerika) of ga naar www.hp.com/go/ anticounterfeit als na de installatie van een HP-printcartridge een bericht op het bedieningspaneel verschijnt dat de cartridge geen originele HP-cartridge is of dat de cartridge een gebruikte cartridge is. HP helpt u te bepalen of de desbetreffende cartridge een echt HP-product is en stappen te ondernemen om het probleem op te lossen. In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een niet-originele printcartridge: NLWW ● Op de statuspagina voor benodigdheden wordt aangegeven dat er een onderdeel van een andere fabrikant dan HP of een gebruikt onderdeel is geïnstalleerd. ● U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge. ● De cartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (de verpakking is bijvoorbeeld anders dan die van HP). Printcartridges en de afbeeldingsdrum beheren 73 Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen Printcartridges en afbeeldingsdrums controleren U dient de printcartridges te controleren en indien nodig te vervangen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd. ● Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt. ● De afgedrukte pagina's hebben strepen of banen. Wanneer u hebt vastgesteld dat een printcartridge vervangen moet worden, druk dan de statuspagina van de benodigdheden af om het onderdeelnummer voor de bijbehorende originele printcartridge van HP te achterhalen. Soort printcartridge Procedure voor het oplossen van het probleem Nagevulde of gereviseerde printcartridge Hewlett-Packard Company kan het gebruik van benodigdheden die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld) niet aanbevelen. Aangezien dit geen apparaten van HP zijn, heeft het bedrijf geen invloed op het ontwerp en de kwaliteit. Wanneer u een nagevulde of gereviseerde printcartridge gebruikt en niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit, vervangt u de cartridge door een originele cartridge van HP met daarop de woorden 'HP' of 'Hewlett-Packard', of het logo van HP. Originele HP printcartridge of HP afbeeldingsdrum 74 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat of op de statuspagina van de benodigdheden wordt de status Zeer laag weergegeven wanneer het einde van de levensduur van de cartridge is bereikt. Vervang de printcartridge wanneer de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is. 2. Druk via het menu Rapporten van het bedieningspaneel de afdrukkwaliteitspagina af. Wanneer de pagina strepen of vlekken in één kleur heeft, is de bijbehorende kleurencartridge mogelijk defect. Raadpleeg de instructies in dit document voor uitleg over de pagina. Vervang indien nodig de printcartridge. 3. Kijk of de printcartridge beschadigd is. Zie de onderstaande instructies. Vervang indien nodig de printcartridge. 4. Druk een reinigingspagina af als de afgedrukte pagina vlekken heeft met steeds dezelfde tussenruimte. Als het probleem hiermee nog niet is opgelost, raadpleeg dan de instructies voor herhaalde fouten in dit document om de oorzaak van het probleem vast te stellen. Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW De printcartridges en afbeeldingsdrum op beschadigingen inspecteren 1. Haal de printcartridge uit het apparaat en controleer de cartridge op beschadigingen. 2. Als de printcartridge niet is beschadigd, schudt u de printcartridge een paar keer licht heen en weer en installeert u deze vervolgens opnieuw. Druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is opgelost. 3. Als het probleem niet is opgelost, haalt u de afbeeldingsdrum uit het apparaat. Controleer vervolgens de buitenkant van de afbeeldingsdrum. VOORZICHTIG: Raak de groene rol niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 4. Vervang de afbeeldingsdrum wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de afbeeldingsdrum bevinden. Herhaalde fouten Als fouten worden herhaald met een van de volgende tussenruimten op de pagina, is de printcartridge of afbeeldingsdrum mogelijk beschadigd. NLWW ● 22 mm (printcartridge) ● 26 mm (afbeeldingsdrum) ● 29 mm (printcartridge) ● 94 mm (afbeeldingsdrum) Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen 75 De statuspagina voor benodigdheden afdrukken Vanaf het bedieningspaneel kunt u de configuratiepagina en de pagina Status benodigdheden afdrukken, met gedetailleerde informatie over het product en de huidige instellingen. 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Rapporten te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Status benodigdheden te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel van het apparaat. Pagina Omschrijving Configuratiepagina Een lijst afdrukken met alle instellingen van het apparaat. Pagina Status benodigdheden Op de pagina Status benodigdheden vindt u de volgende informatie: ● Geschatte resterende levensduur van de printcartridge in procenten ● Garantie voor printcartridges en afbeeldingsdrum (als deze benodigdheden vrijwel leeg zijn) ● Onderdeelnummers voor HP printcartridges en de afbeeldingsdrum ● Het aantal pagina's dat met elke printcartridge is afgedrukt ● Informatie over het bestellen van nieuwe HP-printcartridges en het recyclen van gebruikte HP-printcartridges ● De geschatte resterende levensduur en de installatiedatum van de afbeeldingsdrum worden op de statuspagina voor benodigdheden vermeld. De afdrukkwaliteitspagina interpreteren 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Rapporten te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Afdrukkwaliteit te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel van het apparaat. Deze pagina bevat vijf gekleurde banen die in vier groepen zijn ingedeeld, zoals in de onderstaande afbeelding is weergegeven. Door elke groep te onderzoeken, kunt u het probleem isoleren en bepalen welke printcartridge het probleem veroorzaakt. 76 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW Gebied Printcartridge 1 Geel 2 Cyaan 3 Zwart 4 Magenta ● Als er in slechts één groep stippen en strepen voorkomen, dient u de printcartridge te vervangen die bij deze groep hoort. ● Als er in meerdere groepen stippen voorkomen, dient u een reinigingspagina af te drukken. Als het probleem aanhoudt, controleert u of de stippen altijd dezelfde kleur hebben (bijvoorbeeld of er in alle vijf gekleurde banen magentastippen worden weergegeven). Als de stippen allemaal dezelfde kleur hebben, dient u die printcartridge te vervangen. ● Als er strepen worden weergeven in meerdere gekleurde banen dient u contact op te nemen met HP. Waarschijnlijk wordt het probleem dan niet veroorzaakt door de printcartridge. Berichten voor printcartridges of de afbeeldingsdrum op het bedieningspaneel interpreteren Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 10.0004 Onderdelenfout Er is een communicatieprobleem met de afbeeldingsdrum. ● Schakel het apparaat uit en weer in. ● Als de fout zich blijft voordoen, vervangt u de afbeeldingsdrum. ● Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. 10.1004 Onderdeelgeheugenfout NLWW Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen 77 Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 10.000X Onderdeelgeheugenfout Er is een communicatieprobleem met een van de printcartridges. "X" geeft aan om welke cartridge het gaat: 0=zwart, 1=cyaan, 2=magenta, 3=geel. ● Schakel het apparaat uit en weer in. ● Controleer of de printcartridge op de juiste wijze is geïnstalleerd. Verwijder de printcartridges en installeer ze opnieuw. ● Als de fout zich blijft voordoen, vervangt u de printcartridges. ● Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. 10.100X Onderdeelgeheugenfout Benodigdheden laag Een of meerdere printcartridges, of een combinatie van printcartridge(s) en de afbeeldingsdrum, naderen het geschatte einde van hun levensduur. U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben. Benodigdheden op verkeerde plaats De printcartridges zijn in de verkeerde sleuven geplaatst. Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. Benodigdheden zeer laag Een of meerdere printcartridges, of een combinatie van printcartridge(s) en de afbeeldingsdrum, hebben het geschatte einde van hun levensduur bereikt. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge of afbeeldingsdrum nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een HP printcartridge vrijwel leeg is, geldt de Premium Protection Warranty van HP niet meer voor dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP. De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt onder de productgarantie. Voor vervangende afbeeldingsdrums geldt een beperkte garantie van één jaar vanaf de installatiedatum. De installatiedatum van de afbeeldingsdrum staat op de statuspagina voor benodigdheden vermeld. 78 Cassette onjuist sleuf voor <kleur> Er is een printcartridge onjuist geïnstalleerd in de betreffende sleuf. Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. Cyaan cassette laag Het geschatte einde van de levensduur van de printcartridge nadert. U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben. Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Cyaan zeer laag De printcartridge heeft het einde van de geschatte gebruiksduur bereikt. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP. Gebr. toebehoren in gebr. Er zijn gebruikte benodigdheden geïnstalleerd. De printcartridges zijn zeer waarschijnlijk nagevulde cartridges. Als u denkt dat u een echte HP-cartridge hebt aangeschaft, gaat u naar het volgende webadres van HP: www.hp.com/go/ anticounterfeit. Als defecten of schade aan het product te wijten zijn aan het gebruik van printcartridges die niet van HP zijn of aan nagevulde printcartridges, brengt HP de standaarduren en materiaalkosten in rekening om het defect of de schade aan het product te repareren. De status van benodigdheden en daarmee samenhangende functies zijn niet beschikbaar voor gebruikte cartridges. Gebruikte <kleur> cassette geplaatst Er is een gebruikte cartridge geïnstalleerd. De printcartridge is zeer waarschijnlijk een nagevulde cartridge. Als u denkt dat u een echte HP-cartridge hebt aangeschaft, gaat u naar het volgende webadres van HP: www.hp.com/go/ anticounterfeit. Als defecten of schade aan het product te wijten zijn aan het gebruik van printcartridges die niet van HP zijn of aan nagevulde printcartridges, brengt HP de standaarduren en materiaalkosten in rekening om het defect of de schade aan het product te repareren. De status van benodigdheden en daarmee samenhangende functies zijn niet beschikbaar voor gebruikte cartridges. NLWW Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen 79 Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Gebruikte cassettes geplaatst Er zijn gebruikte benodigdheden geïnstalleerd. De printcartridges zijn zeer waarschijnlijk nagevulde cartridges. Als u denkt dat u een echte HP-cartridge hebt aangeschaft, gaat u naar het volgende webadres van HP: www.hp.com/go/ anticounterfeit. Als defecten of schade aan het product te wijten zijn aan het gebruik van printcartridges die niet van HP zijn of aan nagevulde printcartridges, brengt HP de standaarduren en materiaalkosten in rekening om het defect of de schade aan het product te repareren. De status van benodigdheden en daarmee samenhangende functies zijn niet beschikbaar voor gebruikte cartridges. Geel printcass. laag Het geschatte einde van de levensduur van de printcartridge nadert. U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben. Geel zeer laag De printcartridge heeft het einde van de geschatte gebruiksduur bereikt. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP. 80 Klep open De printcartridgeklep staat open. Sluit de printcartridgeklep. Magenta cassette laag Het geschatte einde van de levensduur van de printcartridge nadert. U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben. Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Magenta zeer laag De printcartridge heeft het einde van de geschatte gebruiksduur bereikt. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP. Onderdelen vervangen Meerdere benodigdheden hebben het einde van de geschatte levensduur bereikt. Het apparaat is zo ingesteld dat het afdrukken stopt wanneer een van de benodigdheden het niveau Zeer laag heeft bereikt. Vervang de benodigdheden of configureer het apparaat opnieuw om door te gaan met afdrukken nadat de benodigdheden het niveau Vrijwel leeg hebben bereikt. Storing in cartridgegebied Het apparaat heeft vastgelopen papier aangetroffen in het printcartridgegebied. Verhelp de storing op de locatie die in het bericht is aangegeven en volg dan de instructies op het bedieningspaneel. Vervang <kleur>. Zwart afdrukken. De aangegeven printcartridge heeft het einde van de geschatte levensduur bereikt. Het product is zo ingesteld dat het doorgaat met afdrukken met alleen de zwarte printcartridge totdat de vrijwel lege printcartridge is vervangen. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP. Vervang <kleur> cassette NLWW De aangegeven printcartridge heeft het einde van de geschatte levensduur bereikt. Het apparaat is zo ingesteld dat het afdrukken stopt wanneer de printcartridge vrijwel leeg is. Vervang de printcartridge of configureer het apparaat opnieuw om door te gaan met afdrukken nadat de printcartridge het niveau "zeer laag" heeft bereikt. Problemen met printcartridges of de afbeeldingsdrum oplossen 81 Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Vervang onderdelen. Zwart afdrukken. Een of meerdere printcartridges hebben het einde van de geschatte levensduur bereikt. Het product is zo ingesteld dat het doorgaat met afdrukken met alleen de zwarte printcartridge totdat de vrijwel lege printcartridges zijn vervangen. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP. Zwarte printcass. laag Het geschatte einde van de levensduur van de printcartridge nadert. U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben. Zwarte zeer laag De printcartridge heeft het einde van de geschatte gebruiksduur bereikt. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP. 82 Hoofdstuk 7 Printcartridges en afbeeldingsdrum NLWW 8 NLWW Afdruktaken ● Een afdruktaak annuleren ● Basistaken afdrukken in Windows ● Geavanceerde taken afdrukken in Windows 83 Een afdruktaak annuleren 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op het OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren drukt, wordt het proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2. 84 U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij. ● Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren. ● Afdrukwachtrij van Windows: als een afdruktaak in een afdrukwachtrij (computergeheugen) of printerspooler staat, kunt u de taak daar wissen. ◦ Windows XP, Server 2003 of Server 2008: Klik op Start en Instellingen en kies Printers en faxapparaten. Dubbelklik op het pictogram van het product om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en klik op Annuleren. ◦ Windows Vista: klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens onder Hardware en geluiden op Printer. Dubbelklik op het pictogram van het product om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en klik op Annuleren. ◦ Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers. Dubbelklik op het pictogram van het apparaat om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en klik op Annuleren. Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW Basistaken afdrukken in Windows De manier om het afdrukdialoogvenster van een programma te openen, kan afwijken. In de volgende procedures is een veelvoorkomende manier gebruikt. Sommige programma's hebben geen menu Bestand. Raadpleeg de documentatie van uw programma voor informatie over het openen van het afdrukdialoogvenster. De printerdriver openen met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. Hulp krijgen bij een afdrukoptie met Windows 1. Klik op de knop Help om de online-Help te openen. NLWW Basistaken afdrukken in Windows 85 Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en vervolgens het aantal exemplaren. Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt gebruiken met Windows Een afdruksnelkoppeling gebruiken met Windows 86 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer één van de snelkoppelingen en klik vervolgens op de knop OK. OPMERKING: Wanneer u een snelkoppeling selecteert, worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen in de printerdriver gewijzigd. Afdruksnelkoppelingen maken 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. NLWW Basistaken afdrukken in Windows 87 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast. Als u de instellingen wijzigt en vervolgens een snelkoppeling selecteert, of als u een andere snelkoppeling selecteert, gaan al uw wijzigingen verloren. 88 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW 5. Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling. OPMERKING: U kunt de afdrukopties op elk tabblad van de printerdriver selecteren. Nadat u opties hebt geselecteerd op een ander tabblad, dient u terug te keren naar het tabblad Snelkoppelingen voordat u verdergaat met de volgende stap. 6. Klik op de knop Opslaan als. 7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik vervolgens op de knop OK. De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows Het papierformaat selecteren met Windows NLWW 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. Basistaken afdrukken in Windows 89 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat is . Een aangepast papierformaat selecteren met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik op de knop Aangepast. 5. Voer een naam voor het aangepaste formaat in en geef de afmetingen op. ● De breedte is de korte zijde van het papier. ● De lengte is de lange zijde van het papier. OPMERKING: 6. Plaats het papier altijd met de korte zijde naar voren in de laden. Klik op de knop Opslaan en dan op de knop Sluiten. De papiersoort selecteren met Windows 90 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op de optie Meer.... 5. Selecteer de categorie met papiersoorten die het best overeenkomt met het papier en klik vervolgens op de papiersoort die u gebruikt. Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows Handmatig dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows 1. Plaats het papier met de voorkant naar boven in de invoerlade. 2. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 3. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. NLWW Basistaken afdrukken in Windows 91 92 4. Klik op het tabblad Afwerking. 5. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) in. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken. 6. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in de invoerlade, zonder de afdrukrichting te wijzigen. 7. Klik op de computer op de knop Doorgaan om de tweede zijde af te drukken. Als u zich bij het apparaat bevindt, drukt u op de knop OK. Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. NLWW Basistaken afdrukken in Windows 93 4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel. 5. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukrichting. De standaardafdrukstand selecteren met Windows 1. 94 Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer in het gedeelte Afdrukrichting de optie staand of Liggend. Als u de pagina omgekeerd wilt afdrukken, selecteert u de optie Gedraaid. Kleuropties instellen met Windows NLWW 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. Basistaken afdrukken in Windows 95 96 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Klik in het gebied Kleuropties op de optie Handmatig en klik vervolgens op de knop Instellingen. 5. Pas de algemene instellingen voor Scherpteregeling en de instellingen voor Tekst, Illustraties en Foto's aan. Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW Geavanceerde taken afdrukken in Windows Gekleurde tekst als zwart printen met Windows 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Schakel het selectievakje Alle tekst zwart afdrukken in. Klik op de knop OK. Afdrukken op voorbedrukt briefpapier of voorbedrukte formulieren met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. NLWW Geavanceerde taken afdrukken in Windows 97 98 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op de optie Meer.... Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW 5. Selecteer de optie Overig. 6. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. Afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. NLWW Geavanceerde taken afdrukken in Windows 99 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op Meer.... 100 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW 5. Selecteer de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt. OPMERKING: Etiketten en transparanten staan in de lijst Overig. 6. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken met Windows 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. NLWW Geavanceerde taken afdrukken in Windows 101 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Schakel het selectievakje Ander papier gebruiken in en selecteer de benodigde instellingen voor de voorpagina, andere pagina's en achterpagina. 102 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. NLWW Geavanceerde taken afdrukken in Windows 103 3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer de optie Document afdrukken op en selecteer vervolgens een formaat in de vervolgkeuzelijst. Een watermerk aan een document toevoegen in Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken. Of klik op de knop Bewerken als u een nieuw watermerk wilt toevoegen aan de lijst. Selecteer de instellingen voor het watermerk en klik vervolgens op de knop OK. 5. 104 Schakel het selectievakje Alleen eerste pagina in als u het watermerk alleen op de eerste pagina wilt afdrukken. Doet u dit niet, dan wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt. Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW Een brochure maken met Windows 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. NLWW Geavanceerde taken afdrukken in Windows 105 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) in. 5. Selecteer een inbindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out. De optie Pagina's per vel verandert automatisch in 2 pagina's per vel. 106 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW 9 NLWW Kleur ● Kleur aanpassen ● HP EasyColor voor Windows gebruiken ● Kleuren overeen laten stemmen 107 Kleur aanpassen Beheer kleur door de instellingen op het tabblad Kleur in de printerdriver te wijzigen. Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen 108 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's. ● Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGBgegevens in de onbewerkte apparaatmodus. Hiermee kunt u de kleuren in het softwareprogramma of het besturingssysteem beheren voor de juiste weergave. ● Levendig: Met dit thema wordt de kleurverzadiging in de middentinten verhoogd. Gebruik dit thema voor het afdrukken van zakelijke illustraties. ● Foto: Met dit thema wordt RGB-kleur geïnterpreteerd alsof dit wordt afgedrukt als een foto met behulp van een digitaal mini-lab. Hierdoor worden diepere, vollere kleuren anders weergegeven dan bij het thema Standaard (sRGB). Gebruik dit thema voor het afdrukken van foto's. ● Foto (Adobe RGB 1998): Gebruik dit thema voor het afdrukken van digitale foto's die de AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Schakel kleurbeheer in het softwareprogramma uit wanneer u dit thema gebruikt. ● Geen: Er wordt geen kleurthema gebruikt. Hoofdstuk 9 Kleur NLWW De kleuropties wijzigen Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver. 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig. ● De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur. ● De instelling Handmatig: selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van andere instellingen aan te passen. OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische deskundigen. 5. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten om een kleurendocument af te drukken in zwart en grijstinten. Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen. U kunt deze optie ook gebruiken om concepten af te drukken of kleurtoner te besparen. 6. Klik op de knop OK. handmatige kleuropties Met de handmatige kleuraanpassingsopties kunt u zelf de opties Neutrale grijstinten, Halftonen en Scherpteregeling voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen. NLWW Kleur aanpassen 109 Tabel 9-1 handmatige kleuropties Beschrijving instelling Opties instelling Randenbeheer ● Uit dient voor het uitschakelen van zowel trapping als aangepaste halftonen. ● Licht stelt trapping in op het laagste niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld. ● Bij Normaal wordt overlapping ingesteld op een gemiddeld niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld. ● Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. Adaptieve halftonen is ingeschakeld. ● De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen oppervlakken en verbetert foto's door kleurnuances geleidelijk in elkaar te laten overgaan. Kies deze optie als het gelijkmatig vullen van gekleurde vlakken belangrijk is. ● De optie Detail is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe scheidingen tussen lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen met een patroon of veel details. Selecteer deze optie als scherpe randen en details belangrijk zijn. Neutrale grijstinten ● Met de instelling Neutrale grijstinten wordt bepaald welke methode wordt toegepast voor het samenstellen van grijze kleuren in tekst, afbeeldingen en foto's. Alleen zwart genereert neutrale kleuren (grijstinten en zwart) met alleen zwarte toner. Dit garandeert neutrale kleuren zonder kleurencontrast. Deze instelling is het best geschikt voor documenten en transparanten met grijsschalen. ● 4-Kleur levert neutrale kleuren (grijs en zwart) door combinatie de vier tonerkleuren. Deze methode levert beter in elkaar overlopende kleuren en kleurovergangen naar niet-neutrale kleuren en biedt bovendien het donkerste zwart. Met de instelling Randenbeheer beheert u de rendering van randen. De scherpteregeling heeft twee componenten: adaptieve halftonen en overlapping. Met adaptieve halftonen worden randen scherper weergegeven. Bij overlapping worden de randen van aangrenzende objecten licht overlapt om het effect van verspringende kleurvlakken tegen te gaan. Halftoon Halftoonopties zijn van invloed op de helderheid en resolutie van de kleuruitvoer. 110 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW HP EasyColor voor Windows gebruiken Als u de HP PCL 6-printerdriver voor Windows gebruikt, verbetert de HP EasyColor-technologie automatisch documenten met gemengde inhoud die worden afgedrukt vanuit Microsoft Officeprogramma's. Met deze technologie worden documenten gescand en foto's in JPEG- of PNG-indeling automatisch aangepast. De HP EasyColor-technologie verdeelt het volledige beeld niet in verschillende stukken, maar verbetert dit in één keer. Daardoor worden kleuren consistenter, details scherper weergegeven en afdrukken sneller gemaakt. In het volgende voorbeeld zijn de beelden aan de linkerzijde gemaakt zonder de optie HP EasyColor. De beelden aan de rechterzijde tonen de verbeteringen dankzij het gebruik van de optie HP EasyColor. De optie HP EasyColor is standaard ingeschakeld in de HP PCL 6-printerdriver, zodat u kleuren niet handmatig hoeft aan te passen. Als u de optie wilt uitschakelen zodat u de kleurinstellingen handmatig kunt aanpassen, selecteert u het tabblad Kleur en schakelt u het selectievakje HP EasyColor uit. NLWW HP EasyColor voor Windows gebruiken 111 Kleuren overeen laten stemmen De beste methode om de kleuren te laten overeenstemmen is uw documenten af te drukken in sRGBkleuren. Het laten overeenstemmen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is ingewikkeld omdat printers en monitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels via een RGB-kleurenproces (rood, groen, blauw); printers drukken kleuren af door middel van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel en zwart). Diverse factoren kunnen het overeenstemmen van afgedrukte kleuren met de kleuren op de monitor beïnvloeden: ● Afdrukmateriaal ● Printerkleurstoffen (bijvoorbeeld inkten en toners) ● Het afdrukproces (bijvoorbeeld inkjet-, drukpers- of lasertechnologie) ● De verlichting in de ruimte ● Persoonlijke verschillen in kleurwaarneming ● Softwareprogramma's ● Printerdrivers ● Computerbesturingssystemen ● Monitoren ● Videokaarten en -drivers ● Omgevingsfactoren (bijvoorbeeld vochtigheidsgraad) Houd rekening met bovengenoemde factoren als de kleuren op uw scherm niet volmaakt overeenkomen met de afgedrukte kleuren. 112 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW 10 Kopiëren NLWW ● Kopieerfuncties gebruiken ● Kopieerinstellingen ● Foto's kopiëren ● Originelen met verschillende formaten combineren ● Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren 113 Kopieerfuncties gebruiken Snel kopiëren 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. Meerdere exemplaren 114 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak op het bedieningspaneel de knop Aantal 3. Gebruik de pijlknoppen om het aantal exemplaren te wijzigen. 4. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. Hoofdstuk 10 Kopiëren aan. NLWW Een origineel met meerdere pagina's kopiëren 1. Plaats de originelen in de documentinvoer met de afdrukzijde naar boven en schuif vervolgens de geleiders tegen het papier aan. 2. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. Identiteitsbewijzen kopiëren Met de functie ID-kopie kunt u beide kanten van een identiteitsbewijs of kleine documenten afdrukken op één vel papier. Het apparaat vraagt u de eerste zijde te kopiëren en vervolgens de tweede zijde op een ander gedeelte van de scannerglasplaat te plaatsen om de volgende kopie te maken. Beide afbeeldingen worden tegelijk afgedrukt. 1. Leg het document op de scannerglasplaat. 2. Druk op de knop Menu Kopiëren bedieningspaneel. 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu IDkopie te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. NLWW op het Kopieerfuncties gebruiken 115 4. Wanneer op het scherm van het bedieningspaneel de vraag verschijnt of u het document wilt omkeren, draait u het document om, plaatst u het op een ander deel van het scannerglas en drukt u op de knop OK. 5. Wanneer hierom wordt gevraagd via een bericht op het bedieningspaneel, drukt u op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. Het apparaat kopieert alle pagina's op één zijde van een vel papier. Een kopieertaak annuleren 1. Druk op de knop Annuleren op het bedieningspaneel van het apparaat. OPMERKING: Als er meer dan één proces actief is, worden het huidige proces en alle wachtende processen beëindigd wanneer u op de knop Annuleren drukt. 2. Verwijder de resterende pagina's uit de documentinvoer. Kopieën vergroten of verkleinen 1. 116 Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW 2. Druk op de knop Menu Kopiëren bedieningspaneel. 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu-item Verkl./vergroten te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren en druk vervolgens op de knop OK om de gewenste optie te selecteren. 4. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. op het Een kopieertaak sorteren 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Druk op de knop Menu Kopiëren bedieningspaneel. 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu-item Sorteren te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren en druk vervolgens op de knop OK om een optie te selecteren. 4. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. NLWW op het Kopieerfuncties gebruiken 117 Afdrukken in zwart-wit of kleur 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Druk op de knop Zwart of Kleur op het bedieningspaneel om het kopiëren te starten. Kopieerinstellingen Kopieerkwaliteit wijzigen De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: 118 ● Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie niet erg belangrijk vindt. Dit is de standaardinstelling. ● Gemengd: Gebruik deze instelling voor documenten met zowel tekst als afbeeldingen. ● Tekst: Gebruik deze instelling voor documenten die uit voornamelijk tekst bestaan. ● Afbeelding: Gebruik deze instelling voor documenten die uit voornamelijk afbeeldingen bestaan. Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Druk op de knop Menu Kopiëren bedieningspaneel. 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Optimaliseren te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om de juiste optie te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. op het Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten Na verloop van tijd kan er zich vuil ophopen op de glasplaat van de scanner en de witte, plastic achtergrondplaat, wat een negatieve invloed op de prestaties kan hebben. Voer de volgende procedure uit om de glasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat te reinigen. 1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact. NLWW Kopieerinstellingen 119 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de scanstrip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat terechtkomen en het product beschadigen. 4. Droog de glasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zeem of spons om vlekken te voorkomen. 5. Sluit het product weer aan het schakel het met de aan-uitschakelaar weer in. De helderheid of donkerte voor kopieën aanpassen 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Druk op de knop Lichter/donkerder bedieningspaneel. 3. Pas de instelling aan met de pijlknoppen. 4. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. 120 Hoofdstuk 10 Kopiëren op het NLWW Aangepaste kopieerinstellingen opgeven Als u de kopieerinstellingen wijzigt op het bedieningspaneel, blijven de gewijzigde instellingen na het voltooien van de taak nog ongeveer twee minuten actief voordat het apparaat weer terugkeert naar de standaardinstellingen. Druk op de knop Annuleren om de standaardinstellingen direct terug te zetten. Van rand tot rand afdrukken of kopiëren Het product kan niet volledig van rand tot rand afdrukken. Het maximale afdrukgebied is 203,2 x 347 mm (8 x 13,7 inch), waardoor er een niet-afdrukbare rand van 4 mm op de pagina overblijft. Aanwijzingen voor het afdrukken of scannen van documenten met afgekapte randen (zonder marges): ● Wanneer het origineel kleiner is dan het formaat van de uitvoer, plaatst u het origineel 4 mm verwijderd uit de hoek die door het pictogram op de scanner wordt aangegeven. Kopieer of scan opnieuw in deze positie. ● Wanneer het origineel het gewenste uitvoerformaat heeft, gebruikt u de functie Verkl./ vergroten om de afbeelding te verkleinen zodat de kopie niet wordt bijgesneden. Het papierformaat en de papiersoort instellen voor kopieën op speciaal papier 1. Druk op de knop Menu Kopiëren bedieningspaneel. 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu-item Papier te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Selecteer in de lijst met papierformaten de naam van het papierformaat dat in lade 1 is geplaatst. Druk vervolgens op de knop OK. 4. Selecteer in de lijst met papiersoorten de naam van de papiersoort die in lade 1 is geplaatst. Druk vervolgens op de knop OK. 5. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. NLWW op het Kopieerinstellingen 121 De standaardinstellingen herstellen 1. Druk op de knop Menu Kopiëren bedieningspaneel. 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu-item Standaardwaarden te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 122 Hoofdstuk 10 Kopiëren op het NLWW Foto's kopiëren OPMERKING: NLWW Kopieer foto's via de scannerglasplaat en niet via de documentinvoer. 1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag in de linkerbovenhoek van de scannerglasplaat en sluit de scannerklep. 2. Druk op de knop Menu Kopiëren 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu-item Optimaliseren te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om de optie Afbeelding te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. op het bedieningspaneel. Foto's kopiëren 123 Originelen met verschillende formaten combineren Gebruik de scannerglasplaat om originelen met verschillende formaten te combineren. OPMERKING: U kunt de documentinvoer alleen gebruiken voor kopieertaken met originelen van verschillende grootte als de pagina's één afmeting met elkaar gemeen hebben. U kunt bijvoorbeeld pagina's met de formaten Letter en Legal combineren omdat ze allebei dezelfde breedte hebben. Stapel de pagina's zodanig dat de bovenranden met elkaar zijn uitgelijnd, zodat de pagina's allemaal dezelfde breedte hebben en alleen in lengte verschillen. 124 1. Plaats in lade 1 papier dat groot genoeg is voor de grootste pagina van het originele document. 2. Plaats één pagina van het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de scannerglasplaat. 3. Druk op de knop Menu Kopiëren 4. Gebruik de pijlknoppen om het menu-item Papier te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Raak in de lijst met papierformaten de naam van het papierformaat aan dat in lade 1 is geplaatst. Druk vervolgens op de knop OK. 6. Raak in de lijst met papiersoorten de naam van de papiersoort aan die in lade 1 is geplaatst. Druk vervolgens op de knop OK. 7. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. 8. Herhaal deze stappen voor elke pagina. Hoofdstuk 10 Kopiëren op het bedieningspaneel. NLWW Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren 1. Plaats de eerste pagina van het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Druk op de knop Zwart of Kleur op het bedieningspaneel om het kopiëren te starten. 3. Haal de afdruk uit de uitvoerbak, draai de stapel 180 graden en plaats de pagina met de bedrukte zijde naar beneden in lade 1. 4. Plaats de volgende pagina van het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. NLWW Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren 125 5. Druk op de knop Zwart of Kleur om het kopiëren te starten. 6. Herhaal deze stappen totdat het kopiëren is voltooid. 126 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW 11 Scannen NLWW ● Scanfuncties gebruiken ● Scaninstellingen 127 Scanfuncties gebruiken Scanmethoden U kunt op de volgende manieren scannen. ● Scannen vanaf de computer met HP Scan-software. ● Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN of WIA (Windows Imaging Application) OPMERKING: Installeer het programma Readiris vanaf de software-cd als u meer wilt weten over tekstherkenningssoftware en deze software wilt gebruiken. Tekstherkenningssoftware wordt ook OCRsoftware (Optical Character Recognition) genoemd. Scannen via HP Scan-software (Windows) 1. Dubbelklik op het pictogram HP Scan op het bureaublad. 2. Selecteer een scansnelkoppeling en pas desgewenst de instellingen aan. 3. Klik op Scannen. OPMERKING: Klik op Geavanceerde instellingen voor toegang tot meer opties. Klik op Nieuwe snelkoppeling maken om een set met aangepaste instellingen te maken en deze op te slaan in de lijst met snelkoppelingen. Scannen via andere software Het product is compatibel met TWAIN en WIA (Windows Imaging Application). Het product werkt met Windows-programma's die ondersteuning bieden voor scanapparaten die compatibel zijn met TWAIN of WIA en met Macintosh-programma's die ondersteuning bieden voor scanapparaten die compatibel zijn met TWAIN. Terwijl u in een TWAIN- of WIA-compatibel programma werkt, hebt u toegang tot de scanfunctie en kunt u de afbeelding rechtstreeks in het geopende programma scannen. Zie voor meer informatie het Help-bestand of de documentatie bij uw TWAIN- of WIA-compatibele programma. Scannen vanuit een TWAIN-compatibel programma Over het algemeen is een softwareprogramma compatibel met TWAIN als het opdrachten heeft als Ophalen, Bestand ophalen, Scannen, Nieuw object importeren, Invoegen vanuit of Scanner. Als u niet zeker weet of een programma compatibel is of als u de naam van de opdracht niet kent, raadpleeg dan de Help of de documentatie van de software. Wanneer u vanuit een TWAIN-compatibel programma scant, wordt het softwareprogramma HP Scan mogelijk automatisch gestart. Als het programma HP Scan wordt geopend, kunt u wijzigingen aanbrengen in de voorbeeldweergave van de afbeelding. Als het programma niet automatisch wordt geopend, wordt de afbeelding onmiddellijk naar het TWAIN-compatibele programma gezonden. Start het scannen vanuit het TWAIN-compatibele programma. Raadpleeg de Help of de documentatie van het programma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen. 128 Hoofdstuk 11 Scannen NLWW Scannen met een WIA-compatibel programma WIA is een andere manier om een afbeelding direct naar een softwareprogramma te scannen. WIA gebruikt Microsoft-software in plaats van HP Scan-software om te scannen. Over het algemeen is een programma compatibel met WIA als het menu Invoegen of het menu Bestand opdrachten heeft als Figuur/Van scanner of camera. Wanneer u niet zeker weet of een programma compatibel is met WIA, raadpleeg dan de Help of documentatie van de software. Start het scannen vanuit het WIA-compatibele programma. Raadpleeg de Help of de documentatie van het programma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen. of Dubbelklik in het Configuratiescherm van Windows in de map Scanner en camera's (bij Windows Vista en Windows 7 in de map Hardware en geluiden) op het apparaatpictogram. Hiermee opent u de standaardwizard voor WIA van Microsoft waarmee u naar een bestand kunt scannen. Scannen met OCR-software (Optical Character Recognition) Het Readiris OCR-programma is op een aparte cd bij het apparaat geleverd. Als u het Readirisprogramma wilt gebruiken, installeert u het programma vanaf de software-cd en volgt u de instructies in de online-Help. Een scan annuleren Ga als volgt te werk om een scantaak te annuleren. NLWW op het bedieningspaneel van het apparaat. ● Druk op de knop Annuleren ● Klik op de knop Annuleren in het dialoogvenster. Scanfuncties gebruiken 129 Scaninstellingen Resolutie en kleur van de scanner Als de kwaliteit niet aan uw verwachtingen voldoet wanneer u een gescande afbeelding afdrukt, hebt u in de software voor de scanner mogelijk een verkeerde instelling voor de resolutie of de kleuren geselecteerd. De resolutie en de kleur hebben gevolgen voor de volgende kenmerken van gescande afbeeldingen: ● Helderheid van de afbeelding ● Structuur van kleurgradaties (vloeiend of ruw) ● Scantijd ● Bestandsgrootte De Scanresolutie wordt gemeten in pixels per inch (ppi). OPMERKING: De scanresolutie in ppi is een waarde die niet uitwisselbaar is met de afdrukresolutie in dpi (dots per inch). De instellingen voor kleur, grijswaarden en zwart-wit bepalen hoeveel kleuren beschikbaar zijn. U kunt de hardwareresolutie van de scanner instellen op maximaal 1200 ppi. De tabel met richtlijnen voor de resolutie en de kleuren bevat eenvoudige tips voor het uitvoeren van scantaken. OPMERKING: Wanneer u de resolutie en de kleuren instelt op een hoge waarde, kunt u grote bestanden verkrijgen die veel schijfruimte in beslag nemen en het scanproces vertragen. Voordat u de resolutie en de kleuren instelt, moet u bepalen hoe u de gescande afbeelding gaat gebruiken. 130 Hoofdstuk 11 Scannen NLWW Richtlijnen voor de resolutie en de kleuren De volgende tabel geeft een overzicht van de aanbevolen resolutie- en kleurinstellingen voor verschillende scantaken. OPMERKING: De standaardresolutie is 200 ppi. Gebruik Aanbevolen resolutie Aanbevolen kleurinstellingen Faxen 150 ppi ● Zwart-wit E-mail 150 ppi ● Zwart-wit, als geen vloeiende gradaties vereist zijn ● Grijsschaal, als vloeiende gradaties vereist zijn ● Kleur, als de afbeelding in kleur is Tekst bewerken 300 ppi ● Zwart-wit Drukwerk (afbeeldingen of tekst) 600 ppi voor complexe afbeeldingen of als u het document aanzienlijk wilt vergroten ● Zwart-wit voor tekst en lijntekeningen ● Grijsschaal voor gearceerde of gekleurde afbeeldingen en foto's ● Kleur, als de afbeelding in kleur is ● Zwart-wit voor tekst ● Grijsschaal voor afbeeldingen en foto's ● Kleur, als de afbeelding in kleur is 300 ppi voor normale afbeeldingen en tekst 150 ppi voor foto's Weergave op scherm 75 ppi Kleur U kunt de volgende instellingen voor de kleurwaarden gebruiken bij het scannen. Instelling Aanbevolen gebruik Kleur Gebruik deze instelling voor kleurenfoto's met een hoge kwaliteit of documenten waarin de kleur belangrijk is. Zwart-wit Gebruik deze instelling voor tekstdocumenten. Grijsschaal Gebruik deze instelling als het bestand niet te groot mag worden of als u een document of foto snel wilt scannen. Scankwaliteit Na verloop van tijd kan er zich vuil ophopen op de glasplaat van de scanner en de witte, plastic achtergrondplaat, wat een negatieve invloed op de prestaties kan hebben. Voer de volgende procedure uit om de glasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat te reinigen. NLWW Scaninstellingen 131 1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de scanstrip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, wasbenzine, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat terechtkomen en het product beschadigen. 4. Droog de glasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zeem of spons om vlekken te voorkomen. 5. Sluit het product weer aan het schakel het met de aan-uitschakelaar weer in. 132 Hoofdstuk 11 Scannen NLWW 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW ● Druk informatiepagina's af ● De apparaatinstellingen via een computer wijzigen ● HP Web Jetadmin-software gebruiken ● Beveiligingsfuncties van het apparaat ● Besparingsinstellingen ● Het product reinigen ● Productupdates 133 Druk informatiepagina's af Informatiepagina's bevinden zich in het geheugen van het product. Met behulp van deze pagina's kunt u problemen met het product onderzoeken en oplossen. OPMERKING: Als de taal op het apparaat tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal handmatig instellen zodat de informatiepagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt. Wijzig de taal via het menu Systeeminstellingen op het bedieningspaneel. Menu-item Omschrijving Demopagina Drukt een kleurenpagina af die de afdrukkwaliteit laat zien. Menustructuur Drukt een schema af van de menustructuur van het bedieningspaneel. De actieve instellingen voor elk menu worden weergegeven. Config-rapport Een lijst afdrukken met alle instellingen van het product. Bevat netwerkgegevens als het product is verbonden met een netwerk. Status benodigdheden Drukt de status af van iedere printcartridge met de volgende informatie: ● Geschatte resterende levensduur van de cartridge in procenten ● Geschat aantal resterende pagina's ● Nummer ● Aantal afgedrukte pagina's ● Informatie over het bestellen van nieuwe HP-printcartridges en het recyclen van gebruikte HP-printcartridges Netwerkoverzicht Hiermee drukt u een lijst af met alle netwerkinstellingen van het product. Gebruikspagina Hiermee drukt u een pagina af met vermelding van PCL-pagina's, PCL 6-pagina's, PSpagina's, pagina's die waren vastgelopen of verkeerd ingevoerd in het product en pagina's in monochroom (zwart-wit) of kleur. Daarnaast wordt ook het aantal pagina's gerapporteerd. Alleen de HP LaserJet Pro 100 color MFP M175nw: Een pagina afdrukken met de bovenstaande informatie en de afgedrukte pagina's in monochroom (zwart-wit) of kleur, het aantal geplaatste geheugenkaarten, het aantal PictBridge-verbindingen, en het aantal PictBridge-pagina's. 134 PCL-lettert.lst Drukt een lijst af van alle geïnstalleerde PCL-lettertypen. PS-lettert.lst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PS-lettertypen (PostScript). PCL6-lettert.lst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL6-lettertypen. Log kleurgebruik Hiermee drukt u een overzicht af op taakbasis met de gebruikersnaam, de naam van de toepassing en informatie over kleurgebruik. Servicepagina Hiermee drukt u het servicerapport af. Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW NLWW Menu-item Omschrijving Diagnosepagina Hiermee drukt u de kalibratiepagina's en pagina's voor kleurdiagnose af. Afdrukkwaliteit Drukt een testpagina af in kleur, wat handig kan zijn voor het oplossen van afdrukproblemen. 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Rapporten te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om het rapport te selecteren dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op de knop OK om het af te drukken. 4. Druk op de knop Annuleren om de menu's te openen. om de menu's te verlaten. Druk informatiepagina's af 135 De apparaatinstellingen via een computer wijzigen OPMERKING: Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar als u tijdens de installatie van het apparaat een volledige installatie hebt uitgevoerd. Open de HP Device Toolbox om de apparaatinstellingen via een computer te wijzigen. 1. Klik op de knop Start en vervolgens op Programma's. 2. Klik op de HP productgroep en vervolgens op het item HP Device Toolbox. In de tabel hieronder worden de basisinstellingen van het apparaat beschreven. 136 Tabblad of gebied Omschrijving Status-tabblad ● Hier vindt u informatie over het product, de status en de configuratie. Apparaatstatus: Hier vindt u informatie over de productstatus en de resterende levensduur van HP-benodigdheden. 0% betekent dat een onderdeel op is. ● Status benodigdheden: Toont de geschatte resterende levensduur van benodigdheden van HP in procenten. De werkelijke resterende levensduur van benodigdheden kan variëren. Zorg dat u vervangende benodigdheden hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. De cartridge hoeft alleen te worden vervangen, als de afdrukkwaliteit niet langer acceptabel is. ● Apparaatconfiguratie: Hier vindt u informatie die op de configuratiepagina van het product wordt weergegeven. ● Netwerkoverzicht: Hier vindt u informatie over de netwerkconfiguratiepagina van het product. ● Rapporten: Hiermee drukt u de door het apparaat gegenereerde configuratiepagina en statuspagina voor benodigdheden af. ● Logboek kleurgebruik: Hiermee geeft u een logboek weer met daarin de gebruikersnaam, de naam van de toepassing en informatie over kleurgebruik van elke taak. ● Logbestand: Geeft een lijst met alle gebeurtenissen en fouten van het product weer. ● Knop Ondersteuning: Biedt een koppeling naar de pagina voor productondersteuning. De knop Ondersteuning is mogelijk beveiligd met een wachtwoord. ● Knop Toebehoren kopen: Deze knop leidt u naar een pagina waar u benodigdheden kunt bestellen voor het product. De knop Toebehoren kopen is mogelijk beveiligd met een wachtwoord. Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW Tabblad of gebied Omschrijving Tabblad Systeem ● Apparaatgegevens: Biedt basisinformatie over het apparaat en het bedrijf. Hiermee kunt u het product vanaf uw computer configureren. ● Papierinstell.: Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor papierverwerking wijzigen. ● Afdrukkwaliteit: Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigen, inclusief de kalibratie-instellingen. ● Afdrukdichtheid: Hiermee kunt u voor elk onderdeel de waarden wijzigen met betrekking tot contrasten, accenten, middentinten en schaduwen. ● Papiersoorten: Hiermee kunt u afdrukmodi configureren die overeenkomen met de soorten afdrukmateriaal die door het product worden geaccepteerd. ● Systeeminstellingen: Hiermee kunt u de standaardsysteeminstellingen wijzigen. ● Service: Hiermee kunt u de reinigingsprocedure voor het product starten. ● Productbeveilig.: Hiermee kunt u het beheerderswachtwoord instellen of wijzigen. ● Knop Ondersteuning: Biedt een koppeling naar de pagina voor productondersteuning. De knop Ondersteuning is mogelijk beveiligd met een wachtwoord. ● Knop Toebehoren kopen: Deze knop leidt u naar een pagina waar u benodigdheden kunt bestellen voor het product. De knop Toebehoren kopen is mogelijk beveiligd met een wachtwoord. OPMERKING: Het tabblad Systeem kan met een wachtwoord worden beveiligd. Als dit apparaat op een netwerk is aangesloten, moet u eerst contact opnemen met de systeembeheerder voordat u de instellingen op dit tabblad wijzigt. Tabblad Afdrukken ● Hiermee kunt u standaardafdrukinstellingen wijzigen vanaf uw computer. Afdrukken: Hier kunt u de standaardafdrukinstellingen van het product wijzigen, zoals het aantal exemplaren en de afdrukstand. Deze opties zijn tevens beschikbaar op het bedieningspaneel. ● PCL5c: Hier kunt u de PCL5c-instellingen weergeven en wijzigen. ● PostScript: Hier kunt u de PS-instellingen bekijken en wijzigen Tabblad Netwerk Hiermee kunt u netwerkinstellingen wijzigen vanaf uw computer. Tabblad HP Web Services NLWW Op dit tabblad kunnen netwerkbeheerders de netwerkgerelateerde instellingen voor de printer beheren wanneer deze op een IP-netwerk is aangesloten. Dit tabblad verschijnt niet als het product rechtstreeks op een computer is aangesloten. Gebruik dit tabblad om verschillende webgebaseerde hulpprogramma's in te stellen en te gebruiken. De apparaatinstellingen via een computer wijzigen 137 HP Web Jetadmin-software gebruiken HP Web Jetadmin is een op het web gebaseerde software-oplossing voor het op afstand installeren en bewaken van op het netwerk aangesloten randapparatuur en voor het oplossen van problemen daarmee. Het beheer is proactief zodat netwerkbeheerders de mogelijkheid hebben problemen op te lossen voordat de gebruiker daarmee wordt geconfronteerd. Download deze uitgebreide beheersoftware gratis van www.hp.com/go/webjetadmin. In HP Web Jetadmin kunnen plug-ins worden geïnstalleerd voor ondersteuning van specifieke functies van bepaalde apparaten. De HP Web Jetadmin-software kan u automatisch op de hoogte stellen wanneer nieuwe plug-ins beschikbaar zijn. Volg de aanwijzingen op de pagina Product bijwerken om automatisch verbinding te maken met de website van HP en de nieuwste apparaatplug-ins voor uw apparaat te installeren. OPMERKING: ondersteund. 138 Browsers moeten Java™ kunnen uitvoeren. Bladeren vanaf een Mac OS wordt niet Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW Beveiligingsfuncties van het apparaat Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het apparaat te vereenvoudigen. Ga naar www.hp.com/go/secureprinting voor gedetailleerde informatie over de beveiligde beeldbewerkings- en afdrukoplossingen van HP. Op deze website vindt u koppelingen naar witboeken en documenten met veelgestelde vragen over beveiligingsfuncties. Het apparaat vergrendelen 1. U kunt een beveiligingskabel aan de sleuf op de achterkant van het product bevestigen. Een systeemwachtwoord toewijzen (alleen netwerkmodellen) U kunt een wachtwoord voor het apparaat instellen, zodat onbevoegde gebruikers de apparaatinstellingen niet kunnen wijzigen. NLWW 1. Open de HP Device Toolbox. 2. Klik op het tabblad Systeem. 3. Klik links in het venster op het menu Productbeveilig.. 4. Typ het wachtwoord in het vak Wachtwoord en typ het opnieuw in het vak Wachtwoord bevestigen. 5. Klik op de knop Toepassen. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats. Beveiligingsfuncties van het apparaat 139 Besparingsinstellingen sluimermodus Met de aanpasbare functie Sluimermodus wordt het stroomverbruik beperkt wanneer het apparaat langere tijd niet actief is geweest. U kunt instellen na hoeveel tijd het apparaat de sluimermodus inschakelt. OPMERKING: Deze modus heeft geen invloed op de opwarmtijd van het product. 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Energie-instellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om het menu Vertraging sluimermodus te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Selecteer met de pijlknoppen een sluimervertragingsperiode en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel. Instellingen voor laag energieverbruik De modus voor laag energieverbruik is een energiebesparende functie van dit apparaat. Na een door de gebruiker ingestelde tijdsduur (de vertragingsperiode voor laag energieverbruik) schakelt het apparaat automatisch over op lager energieverbruik. Een activeringsgebeurtenis zorgt ervoor dat het apparaat terugkeert naar de status Klaar. De vertragingsperiode voor laag energieverbruik instellen U kunt het apparaat zodanig instellen dat deze na een bepaalde periode van inactiviteit naar de modus voor laag energieverbruik overschakelt. 140 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Energie-instellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om het menu Autom. uitschakelen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Gebruik de pijlknoppen om het menu Automatisch uit na te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 6. Gebruik de pijlknoppen om een vertragingsperiode voor laag energieverbruik te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel. Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW De activeringsgebeurtenissen instellen U kunt selecteren welke gebeurtenissen ervoor zorgen dat het apparaat vanuit de modus voor laag energieverbruik overschakelt naar de status Klaar. 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om het menu Energie-instellingen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de pijlknoppen om het menu Autom. uitschakelen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Gebruik de pijlknoppen om het menu Activeringsgebeurtenissen te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 6. Gebruik de pijlknoppen om de gebeurtenissen te selecteren die ervoor zorgen dat het apparaat terugkeert naar de status Klaar. Druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel. Archiefafdrukken Met archiefafdrukken wordt uitvoer geproduceerd die minder vatbaar is voor tonervegen en stofdeeltjes. Gebruik archiefafdrukken om documenten te maken die u wilt bewaren of archiveren NLWW 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Archief afdr. en vervolgens Aan of Uit te selecteren en druk ten slotte op de knop OK. op het bedieningspaneel. Besparingsinstellingen 141 Het product reinigen De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen Als het documentinvoergedeelte van het apparaat problemen geeft met de verwerking van papier, zoals vastlopen of verwerken van meerdere vellen papier tegelijk, maak dan de oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen schoon. 142 1. Open de klep van de documentinvoer. 2. Gebruik een vochtige, pluisvrije doek om de beide oppakrollen en het scheidingskussen schoon te vegen. Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW 3. Sluit de klep van de documentinvoer. De papierbaan reinigen Tijdens het afdrukproces kunnen zich papier, tonerresten en stofdeeltjes ophopen in het product. Dit kan na verloop van tijd problemen geven met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van tonervlekken of vegen. Dit product beschikt over een reinigingsmodus waarmee dergelijke problemen kunnen worden opgelost en voorkomen. Tonervlekken NLWW Vegen Het product reinigen 143 De papierbaan reinigen vanaf het bedieningspaneel 1. Druk op Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Reinigingspagina te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Laad gewoon papier of A4-papier wanneer dit wordt gevraagd. 5. Druk opnieuw op OK om de reinigingsprocedure te bevestigen en te starten. . Een pagina wordt langzaam door het product gevoerd. Gooi de pagina weg nadat de procedure is voltooid. De buitenkant reinigen Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de buitenkant van het apparaat te verwijderen. Productupdates Software- en firmwareupdates en installatieinstructies voor dit product zijn beschikbaar via www.hp.com/ support/LJColorMFPM175. Klik op Downloads en stuurprogramma's, klik op het besturingssysteem en selecteer de download voor het product. 144 Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW 13 Problemen oplossen NLWW ● Zelfhulp ● Controlelijst voor het oplossen van problemen ● Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ● Fabrieksinstellingen herstellen ● Berichten op het bedieningspaneel ● Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Het apparaat drukt niet of langzaam af ● Verbindingsproblemen oplossen ● Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Problemen met de productsoftware in Windows ● Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen 145 Zelfhulp Naast de informatie in deze handleiding is er nog meer handige informatie beschikbaar. HP Help & Learn Center Het HP Help & Learn Center en andere documentatie kunt u vinden op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd of in de programmamap van HP op uw computer. Het HP Help & Learn Center is een hulpprogramma voor eenvoudige toegang tot apparaatinformatie, onlineproductondersteuning van HP, hulp bij het oplossen van problemen en overheids- en veiligheidsinformatie. Onderwerpen in de naslaggids Diverse onderwerpen uit de naslaggids voor dit apparaat zijn te vinden op de volgende website: www.hp.com/support/LJColorMFPM175 U kunt deze onderwerpen afdrukken en ze bij het apparaat bewaren. Dit is handig referentiemateriaal voor procedures die u vaak uitvoert. 146 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Controlelijst voor het oplossen van problemen Voer de volgende stappen uit wanneer u een probleem met het apparaat probeert op te lossen. ● Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld ● Stap 2: De bekabeling of de draadloze verbinding (alleen netwerkmodellen) controleren ● Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt weergegeven ● Stap 4: Het papier controleren ● Stap 5: De software controleren ● Stap 6: Test de afdrukfunctie ● Stap 7: Test de kopieerfunctie ● Stap 8: De benodigdheden controleren ● Stap 9: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld Zorg dat het product goed is ingesteld. 1. Druk op de aan-uitknop om de modus Auto-uit uit te schakelen of om het apparaat in te schakelen. 2. Controleer alle kabels en netsnoeren. 3. Controleer of de netspanning geschikt is voor de stroomconfiguratie van het product (zie het etiket aan de binnenkant van de voorklep van het apparaat voor de voltagevereisten). Als u een stekkerblok hebt waarvan het voltage niet binnen de specificaties valt, sluit u het apparaat rechtstreeks aan op een stopcontact. Als het apparaat al op een stopcontact is aangesloten, probeert u een ander stopcontact. 4. Zorg dat de printcartridge goed is geïnstalleerd. 5. Neem contact op met de HP klantenondersteuning als de MFP nog geen stroom krijgt. Stap 2: De bekabeling of de draadloze verbinding (alleen netwerkmodellen) controleren 1. Controleer de kabelaansluiting tussen het product en de computer. Zorg ervoor dat de kabel goed is aangesloten. 2. Controleer of de kabel beschadigd is door zo mogelijk een andere kabel te gebruiken. Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt weergegeven Als alles goed is, wordt op het bedieningspaneel aangegeven dat het apparaat gereed is. Probeer, als er een foutbericht wordt weergegeven, de fout op te lossen. NLWW Controlelijst voor het oplossen van problemen 147 Stap 4: Het papier controleren 1. Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal aan de specificaties voldoet. 2. Controleer of het papier juist is geplaatst in de invoerlade. Stap 5: De software controleren 1. Zorg dat de productsoftware goed is geïnstalleerd. 2. Controleer of de printerdriver voor dit apparaat is geïnstalleerd. Controleer het programma om te kijken of de printerdriver voor dit apparaat wordt gebruikt. Stap 6: Test de afdrukfunctie 1. Druk een configuratiepagina af. 2. Als de pagina niet wordt afgedrukt, moet u controleren of de invoerlade papier bevat. 3. Als het papier vastloopt in het apparaat, dient u de storing te verhelpen. Stap 7: Test de kopieerfunctie 1. Plaats de configuratiepagina in de documentinvoer en maak een kopie. Als het papier niet soepel door de documentinvoer wordt gevoerd, moet u de documentinvoer mogelijk reinigen. Controleer of het papier voldoet aan de specificaties van HP. 2. Plaats de configuratiepagina op de glasplaat en maak een kopie. 3. Als de afdrukkwaliteit van de gekopieerde pagina's onvoldoende is, reinigt u de glasplaat. Stap 8: De benodigdheden controleren Druk een pagina met de status van de benodigdheden af en controleer de resterende levensduur van de printcartridges en de afbeeldingsdrum. Stap 9: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden 148 1. Probeer de afdruktaak uit te voeren vanaf een andere computer waarop de apparaatsoftware is geïnstalleerd. 2. Controleer de verbinding van de USB- of netwerkkabel. Leid het product om naar de juiste poort of installeer de software opnieuw, waarbij u de nieuwe aansluitmethode selecteert. 3. Als de afdrukkwaliteit onacceptabel is, controleer dan of de afdrukinstellingen correct zijn voor het afdrukmateriaal dat u gebruikt. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk: NLWW ● Het gebruik van speciaal papier (zoals transparanten, zwaar papier of papier van aangepast formaat) ● De afdrukkwaliteitsinstellingen in de printerdriver ● Verwerkingstijd en downloadtijd van het product ● De complexiteit en de grootte van afbeeldingen ● De snelheid van de gebruikte computer ● De USB- of netwerkverbinding ● De I/O-configuratie van het product Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden 149 Fabrieksinstellingen herstellen Als u de fabrieksinstellingen terugzet, worden de meeste instellingen weer op de fabriekswaarden ingesteld. Hiermee wordt het aantal pagina's of het formaat in de lade niet opnieuw ingesteld, maar mogelijk wel de taal. Volg onderstaande stappen om de fabrieksinstellingen van het apparaat te herstellen. 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Standaardwaarden te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. op het bedieningspaneel van het apparaat. Het product wordt automatisch opnieuw opgestart. 150 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Berichten op het bedieningspaneel De meeste berichten op het bedieningspaneel zijn bedoeld om de gebruiker te helpen bij het gebruik van de standaardfuncties. De berichten op het bedieningspaneel geven de status van de huidige taak aan en bevatten als dat van toepassing is, een paginatelling op de tweede regel van het display. Wanneer het product afdrukgegevens of scanopdrachten ontvangt, wordt deze status aangegeven met berichten op het bedieningspaneel. Daarnaast geven signaalberichten, waarschuwingsberichten en kritieke foutberichten situaties aan waarin u mogelijk een handeling moet verrichten. Soorten berichten op het bedieningspaneel Er worden tijdelijk signaal- en waarschuwingsberichten weergegeven. Mogelijk moet u deze bevestigen door op de knop OK te drukken om verder te kunnen gaan, of moet u op de knop Annuleren drukken om de taak te annuleren. Bij bepaalde waarschuwingen wordt de taak mogelijk niet volledig uitgevoerd of is de afdrukkwaliteit niet goed. Als het signaal- of waarschuwingsbericht betrekking heeft op het afdrukken en de functie voor automatisch doorgaan is ingeschakeld, wordt geprobeerd om de afdruktaak te hervatten wanneer de waarschuwing 10 seconden op het scherm is weergegeven zonder dat u deze hebt bevestigd. Kritieke foutberichten kunnen een defect aangeven. Schakel het product uit en weer in. Dit zou het probleem moeten verhelpen. Als een kritieke fout aanhoudt, moet het product mogelijk worden nagekeken. OPMERKING: De statusberichten voor benodigdheden worden vermeld en beschreven in het hoofdstuk "Printcartridges en afbeeldingsdrum" van deze handleiding. Berichten op het bedieningspaneel Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 49 Fout Er is een firmwarefout opgetreden in het apparaat. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Schakel uit/in NLWW Berichten op het bedieningspaneel 151 Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 50.X Fuserfout Er is een interne hardwarefout opgetreden in het product. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 10 minuten, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Schakel uit/in 52 Scannerfout Schakel uit/in 79 Fout Schakel uit/in ADF-deur is open 152 Er is een scannerfout opgetreden in het apparaat. Er is een firmwarefout opgetreden in het apparaat. De klep van de documentinvoer is open. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen Sluit de klep van de documentinvoer. NLWW Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Afdrukken... Het apparaat is oververhit en kan niet met normale snelheid doorgaan met afdrukken. Het apparaat zal langer wachten voordat de volgende pagina wordt afgedrukt, totdat het apparaat is afgekoeld. Afkoelmodus Oververhitting treedt op wanneer het apparaat niet over luchtventilatie beschikt of wanneer lang achter elkaar wordt afgedrukt. Ter voorkoming van oververhitting dient u het apparaat in een goed geventileerde ruimte te plaatsen en zeer grote afdruktaken in kleinere taken op te splitsen. Afdruk mislukt Apparaatfout [OK] voor doorgaan. NLWW Er is een interne communicatiefout opgetreden in het apparaat. Er is een interne communicatiefout opgetreden in het product. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Berichten op het bedieningspaneel 153 Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Communicatiefout Er is een interne hardwarefout opgetreden in het product. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. 1. Druk de pagina's opnieuw af. 2. Zet het apparaat uit en weer aan als de fout zich blijft voordoen. 3. Druk de pagina's opnieuw af. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Drukfout Druk op [OK] Handm. Dubbelz. Er is een interne hardwarefout opgetreden in het product. Het apparaat is bezig met de verwerking van een handmatige dubbelzijdige taak. Voor het afdrukken van de tweede kant plaatst u de pagina's met de bedrukte zijde naar beneden in de lade. Leg de bovenrand in de richting van het apparaat. Het apparaat is ingesteld op de modus voor handmatige invoer. Plaats papier van het juiste formaat en type in de lade of druk op de knop OK als u het momenteel geplaatste papier wilt gebruiken. Instell. gewist Het product heeft taakinstellingen gewist. Voer eventuele specifieke taakinstellingen opnieuw in. Laad papier lade 1 gewoon <FORMAAT> Er wordt een automatische reinigingscyclus uitgevoerd. Plaats normaal papier van het aangegeven formaat in de lade. Druk op de knop OK om de reinigingscyclus te starten. Het papier in de lade heeft niet het formaat dat voor de huidige afdruktaak is vereist. Plaats papier met het juiste formaat en controleer of de lade is ingesteld op het juiste formaat. wisselt af met Plaats lade 1 Druk op [OK] Handmatige invoer <FORMAAT>, <SOORT> wisselt af met Druk op [OK] vr beschikb. media wisselt af met Reinigingsmodus. [OK] voor start Onverwacht formaat in lade 1 154 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Onvold. geheugen Het apparaat heeft onvoldoende geheugen om de taak te verwerken. Als het apparaat bezig is met het verwerken van andere taken, wacht dan tot deze gereed zijn en verzend de taak opnieuw. Druk op [OK] Schakel het apparaat uit met de hoofdschakelaar en wacht minimaal 30 seconden als het probleem zich blijft voordoen. Schakel het product in en wacht totdat het is geïnitialiseerd. Verdeel de taak in kleinere taken die minder pagina's bevatten. Verzend de afdruktaak opnieuw in rastermodus. Stel de instelling 'Afdrukgegevens optimaliseren' in de printerdriver in op 'Optimaliseren voor raster'. Pak papier niet Druk op [OK] Er is een interne hardwarefout opgetreden in het product. 1. Controleer of het afdrukmateriaal ver genoeg in de invoerlade is geplaatst. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 4. Controleer op het bedieningspaneel of het apparaat wacht op een bevestiging om het papier handmatig in te voeren. Plaats papier en ga verder met afdrukken. 5. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Papierstoring in lade 1 Er is een storing gedetecteerd in de invoerlade. Verhelp de storing op de locatie die in het bericht is aangegeven en volg dan de instructies op het bedieningspaneel. Plaats lade 1 <SOORT>, <FORMAAT> De lade is leeg. Plaats afdrukmateriaal van het juiste formaat en type in de lade. NLWW Berichten op het bedieningspaneel 155 Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Scannerfout X Er is een algemene fout met de scanner opgetreden. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Schakel uit. Plaats fuser terug De fuser moet worden vervangen. Zet het apparaat uit met de aan-uitschakelaar. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/ support/LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Sensorfout Er is een papiersensorfout opgetreden. 1. Zet het apparaat uit met de aanuitschakelaar. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Wacht minimaal 30 seconden, schakel het apparaat weer in en wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. 4. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ LJColorMFPM175 of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Storing doc.invoer Er is afdrukmateriaal vastgelopen in de documentinvoer van het apparaat. Verwijder het vastgelopen afdrukmateriaal uit de documentinvoer. Storing in <locatie> Er is een storing gedetecteerd op de locatie die in het bericht wordt genoemd. Verhelp de storing op de locatie die in het bericht is aangegeven en volg dan de instructies op het bedieningspaneel. Voor het verhelpen van bepaalde storingen dient u de cartridgeklep te openen en de printcartridges te verwijderen. wordt afgewisseld met Open de klep. Verhelp storing 156 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Storing in papierbaan Er heeft zich een storing in de papierbaan voorgedaan. Verhelp de storing op de locatie die in het bericht is aangegeven en volg dan de instructies op het bedieningspaneel. Storing in uitvoerbak Er is papier vastgelopen in het uitvoerbakgebied. Verhelp de storing op de locatie die in het bericht is aangegeven en volg dan de instructies op het bedieningspaneel. Te weinig geheugen. 1 ex. gemaakt. Apparaatgeheugen is niet toereikend om deze taak te voltooien. Kopieer minder pagina's per keer of schakel de sorteerfunctie uit. [OK] voor doorgaan. Zet het apparaat uit en weer aan als de fout zich blijft voordoen. Upgrade opnieuw verzenden Een firmware-upgrade is onderbroken. Stuur het upgradebestand opnieuw naar het apparaat. Verwijder transportmateriaal van achterklep Er is verpakkingsmateriaal achtergebleven aan de achterkant van het apparaat. Open de achterklep en verwijder al het verpakkingsmateriaal. NLWW Berichten op het bedieningspaneel 157 Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast Het apparaat pakt geen papier op Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 4. Controleer op het bedieningspaneel of het apparaat wacht op een bevestiging om het papier handmatig in te voeren. Plaats papier en ga verder met afdrukken. Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. Als het apparaat meerdere vellen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Verwijder de stapel papier uit de lade, buig de stapel, draai deze 180 graden en draai hem vervolgens om. Waaier het papier niet uit. Plaats de stapel papier terug in de lade. 2. Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat. 3. Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier uit een ander pak. 4. Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de lade te verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen in de lade. 5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. Papierstoringen voorkomen Probeer de volgende oplossingen om papierstoringen te voorkomen. 158 1. Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van HP voor dit apparaat. 2. Gebruik geen papier dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd. Gebruik indien nodig papier uit een ander pak. 3. Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of gekopieerd. 4. Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de lade te verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen in de lade. 5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 6. Gebruik de handmatige invoer wanneer u afdrukt op zwaar of geperforeerd papier, of papier met reliëf en voer de vellen een voor een in. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Storingen verhelpen Let er bij het verhelpen van storingen op dat u het vastgelopen papier niet kapot trekt. Wanneer een klein stukje papier in het product achterblijft, kan dit extra storingen veroorzaken. OPMERKING: Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, opent en sluit u een klep van het apparaat om de storingsmelding op het bedieningspaneel te wissen. Storingslocaties Papierstoringen kunnen zich op de volgende plaatsen voordoen: 1 2 3 4 1 Documentinvoer 2 Uitvoerbak 3 Achterklep 4 Invoerlade Na de papierstoring kan er losse toner in het product achterblijven. Na het afdrukken van enkele vellen is dit gewoonlijk vanzelf opgelost. NLWW Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast 159 Papierstoringen in de documentinvoer verhelpen 1. Open de klep van de documentinvoer. 2. Til het invoermechanisme omhoog en trek het vastgelopen papier voorzichtig los. 3. Sluit de klep van de documentinvoer. 160 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Vastgelopen papier uit de uitvoerlade verwijderen 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat. 3. Open en sluit de printcartridgeklep om het apparaat opnieuw te initialiseren. NLWW Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast 161 Storingen in de uitvoerbak verhelpen VOORZICHTIG: Gebruik geen scherpe objecten, zoals een pincet of een buigtang, om storingen te verhelpen. Schade die is veroorzaakt door scherpe voorwerpen wordt niet door de garantie gedekt. 1. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat. Storingen verhelpen via de achterklep 1. 162 Open de achterklep. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW 2. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat. 3. Sluit de achterklep. NLWW Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast 163 De afdrukkwaliteit verbeteren Wanneer u zich aan deze richtlijnen houdt, kunt u de meeste problemen met de afdrukkwaliteit voorkomen. ● Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver. ● De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver ● Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP ● Een reinigingspagina afdrukken ● Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen ● De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver. Controleer de instelling voor de papiersoort als u een van de volgende problemen ondervindt: ● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's. ● Afgedrukte pagina's zijn gekruld. ● Op de afgedrukte pagina's schilfert toner af. ● Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt. De instelling voor de papiersoort wijzigen in Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op de optie Meer.... 5. Vouw de lijst Type is uit. 6. Vouw elke categorie met papiersoorten uit totdat u de papiersoort vindt die u gebruikt. 7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. De instelling voor de papiersoort wijzigen in Mac 164 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op de optie Afdrukken. 2. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling. 3. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat en klik op de knop OK. 4. Open het menu Afwerking. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW 5. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal. 6. Klik op de knop Afdrukken. De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen NLWW 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's. ● Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGBgegevens in de onbewerkte apparaatmodus. Hiermee kunt u de kleuren in het softwareprogramma of het besturingssysteem beheren voor de juiste weergave. ● Levendig: Met dit thema wordt de kleurverzadiging in de middentinten verhoogd. Gebruik dit thema voor het afdrukken van zakelijke illustraties. ● Foto: Met dit thema wordt RGB-kleur geïnterpreteerd alsof dit wordt afgedrukt als een foto met behulp van een digitaal mini-lab. Hierdoor worden diepere, vollere kleuren anders weergegeven dan bij het thema Standaard (sRGB). Gebruik dit thema voor het afdrukken van foto's. ● Foto (Adobe RGB 1998): Gebruik dit thema voor het afdrukken van digitale foto's die de AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Schakel kleurbeheer in het softwareprogramma uit wanneer u dit thema gebruikt. ● Geen De afdrukkwaliteit verbeteren 165 De kleuropties wijzigen Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver. 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig. ● De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur. ● De instelling Handmatig: selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van andere instellingen aan te passen. OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische deskundigen. 5. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten om een kleurendocument af te drukken in zwart-wit. Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen. 6. Klik op de knop OK. Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP Gebruik ander papier als zich een van de volgende problemen voordoet: 166 ● De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd. ● Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's. ● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● De afgedrukte tekens zijn misvormd. ● Afgedrukte pagina's zijn gekruld. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Gebruik altijd papier van een type en gewicht dat door dit apparaat wordt ondersteund. Volg deze richtlijnen wanneer u het papier selecteert: ● Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen. ● Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt. ● Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is voor inkjetprinters. ● Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor een beter afdrukresultaat. Een reinigingspagina afdrukken Druk een reinigingspagina af om stof en overtollige toner uit de papierbaan te verwijderen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's. ● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's. Ga als volgt te werk om een reinigingspagina af te drukken. 1. Druk op de knop Instellingen 2. Gebruik de pijlknoppen om het menu Service te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 3. Gebruik de pijlknoppen om de optie Reinigingspagina te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Laad gewoon papier of A4-papier wanneer dit wordt gevraagd. 5. Druk op de knop OK om het reinigen te starten. op het bedieningspaneel van het apparaat. Een pagina wordt langzaam door het product gevoerd. Gooi de pagina weg nadat de procedure is voltooid. Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen Als de afdrukken gekleurde schaduwen, wazige afbeeldingen of gebieden met kleuren van slechte kwaliteit bevatten, moet u het apparaat mogelijk kalibreren om de kleuren uit te lijnen. Druk de diagnosepagina af vanuit het menu Rapporten op het bedieningspaneel om de kleuruitlijning te controleren. Als de gekleurde blokken op die pagina niet zijn uitgelijnd, moet u het apparaat kalibreren. NLWW 1. Open het menu Systeeminstellingen op het bedieningspaneel. 2. Open het menu Afdrukkwaliteit en selecteer het item Kleur kalibreren. 3. Selecteer de optie Nu kalibreren. De afdrukkwaliteit verbeteren 167 De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet U dient mogelijk een andere printerdriver te gebruiken als afbeeldingen op de afgedrukte pagina onverwachte strepen bevatten, er tekst ontbreekt, de opmaak onjuist is of er andere lettertypen zijn gebruikt. HP PCL 6-driver HP UPD PS-driver HP UPD PCL 5 ● Wordt meegeleverd als de standaarddriver. Deze driver wordt automatisch geïnstalleerd, tenzij u een andere driver selecteert. ● Aanbevolen voor alle Windows-omgevingen ● Biedt in het algemeen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor apparaatfuncties voor de meeste gebruikers ● Ontwikkeld om samen te werken met de Windows Graphic Device Interface (GDI) voor optimale snelheid in Windows-omgevingen ● Mogelijk niet volledig compatibel met software van derden en aangepaste software op basis van PCL 5 ● Aanbevolen voor afdrukken met programma’s van Adobe® of met andere grafisch intensieve software ● Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript flash-lettertypen ● Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor (Windowsomgevingen) ● Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten ● De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's van derden ● De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het product dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe) ● Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden die u voor meerdere printermodellen kunt gebruiken ● Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een mobiele Windows-computer Aanvullende printerdrivers kunnen vanaf deze website worden gedownload: www.hp.com/support/ LJColorMFPM175. 168 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Het apparaat drukt niet of langzaam af Het apparaat drukt niet af Als het apparaat helemaal niet afdrukt, kunt u het volgende proberen. 1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bedieningspaneel aangeeft gereed te zijn. ◦ Als het bedieningspaneel niet aangeeft dat het apparaat gereed is, schakel dan het apparaat uit en koppel het netsnoer los van het apparaat. Wacht 30 seconden, sluit het netsnoer weer aan en schakel het apparaat weer in. Wacht tot het apparaat is geïnitialiseerd. ◦ Als het bedieningspaneel aangeeft dat het apparaat gereed is, drukt u een configuratiepagina af. Als dit lukt, probeert u de taak opnieuw te verzenden. 2. Als het bedieningspaneel aangeeft dat er een fout is opgetreden, lost u het probleem op en probeert u de taak nogmaals te verzenden. 3. Zorg ervoor dat alle kabels juist zijn aangesloten. Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, controleert u het volgende: ◦ Controleer het lampje naast de netwerkverbinding op het apparaat. Als het netwerk actief is, brandt het lampje groen. ◦ Zorg ervoor dat u een netwerkkabel gebruikt voor de netwerkaansluiting in plaats van een telefoonsnoer. ◦ Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist functioneert. 4. Installeer de HP-software van de cd die bij dit apparaat is geleverd. Het gebruik van algemene printerdrivers kan vertragingen veroorzaken bij het wissen van taken in de afdrukwachtrij. 5. Als u een firewall op de computer gebruikt, blokkeert dit systeem mogelijk de communicatie met het apparaat. Probeer de firewall tijdelijk uit te schakelen om te kijken of deze het probleem veroorzaakt. 6. Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen. Het apparaat drukt langzaam af Als het apparaat slechts heel langzaam afdrukt, kunt u het volgende proberen. NLWW 1. Zorg ervoor dat de computer voldoet aan de minimale vereisten voor dit apparaat. Ga naar de volgende website voor een lijst met specificaties: www.hp.com/support/LJColorMFPM175. 2. Wanneer u het apparaat configureert om op bepaalde papiersoorten af te drukken, zoals zwaar papier, drukt het apparaat langzamer af om de toner goed op het papier aan te brengen. Als de instelling voor de papiersoort niet overeenkomt met de papiersoort die u gebruikt, wijzigt u de instelling in de juiste papiersoort. Het apparaat drukt niet of langzaam af 169 170 3. Wanneer u het apparaat instelt om met een hoge afdrukkwaliteit af te drukken, is de afdruksnelheid langzamer. Wijzig de instellingen voor afdrukkwaliteit om de afdruksnelheid te wijzigen. 4. Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen. 5. Mogelijk is de afkoelingsmodus van het apparaat geactiveerd. Wacht tot het apparaat is afgekoeld. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Verbindingsproblemen oplossen Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen Als u het apparaat rechtstreeks op een computer hebt aangesloten, controleert u eerst de kabel. ● Controleer of de kabel zowel op de computer als op de printer is aangesloten. ● Controleer of de kabel niet langer is dan 5 m. Probeer een kortere kabel. ● Controleer of de kabel goed werkt door de kabel aan te sluiten op een ander apparaat. Vervang de kabel indien nodig. Netwerkproblemen oplossen Doorloop de volgende punten om te controleren of het apparaat met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en zoek het IPadres van het apparaat op deze pagina. ● Slechte fysieke verbinding ● De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat ● De computer kan niet met het apparaat communiceren ● Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor het netwerk ● Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen ● Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld ● Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist Slechte fysieke verbinding 1. Controleer of het apparaat met een kabel van de juiste lengte is aangesloten op de juiste netwerkpoort. 2. Controleer of de kabels stevig zijn bevestigd. 3. Controleer aan de achterzijde van het apparaat of er twee lampjes branden bij de netwerkpoortaansluiting: oranje geeft activiteit aan, groen de koppelingsstatus. 4. Als het probleem hiermee niet is verholpen, probeert u een andere kabel of poort op de hub. De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat NLWW 1. Ga naar de printereigenschappen en klik op het tabblad Poorten. Controleer of het IP-adres van het apparaat klopt. Het IP-adres van het apparaat wordt weergegeven op de configuratiepagina. 2. Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met de standaard TCP/IP-poort van HP, schakelt u het vakje Altijd afdrukken naar dit apparaat, zelfs als het IP-adres verandert in. Verbindingsproblemen oplossen 171 3. Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met een standaard TCP/IP-poort van Microsoft, gebruikt u de hostnaam in plaats van het IP-adres. 4. Als het IP-adres juist is, verwijdert u het apparaat en voegt u het opnieuw toe. De computer kan niet met het apparaat communiceren 1. 2. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk. a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en typ vervolgens cmd. b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat. c. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven. Als de ping-opdracht is mislukt, controleer dan of de netwerkhubs zijn ingeschakeld en controleer vervolgens of de netwerkinstellingen, het apparaat en de computer allemaal voor hetzelfde netwerk zijn geconfigureerd. Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor het netwerk Hewlett-Packard adviseert deze instelling in de automatische modus te laten (de standaardinstelling). Wanneer u deze instellingen wijzigt, dient u deze ook voor uw netwerk te wijzigen. Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen Controleer of nieuwe softwareprogramma's juist zijn geïnstalleerd en de juiste printerdriver gebruiken. Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld 1. Controleer de netwerkstuurprogramma's, printerdrivers en netwerkomleiding. 2. Controleer of het besturingssysteem juist is geconfigureerd. Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist 172 1. Controleer op de configuratiepagina de status van het netwerkprotocol. Schakel het protocol indien nodig in. 2. Configureer de netwerkinstellingen zo nodig opnieuw. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Problemen met draadloze netwerken oplossen Controlelijst draadloze verbinding ● Zorg dat de netwerkkabel niet is aangesloten. ● Controleer of het apparaat en de draadloze router zijn ingeschakeld en van stroom worden voorzien. Controleer ook of de draadloze zender van het apparaat is ingeschakeld. ● Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is. Druk de configuratiepagina af om de naam van het draadloze netwerk (SSID) te bepalen. Voer de draadloze installatie opnieuw uit als u niet zeker weet of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is. ● Bij beveiligde netwerken controleert u of de beveiligingsinformatie juist is. Voer de draadloze installatie opnieuw uit als de beveiligingsinformatie niet juist is. ● Probeer toegang te krijgen tot andere computers op het draadloos netwerk als het draadloos netwerk niet goed functioneert. Probeer verbinding te maken met internet via een draadloze verbinding als het netwerk toegang heeft tot internet. ● De coderingsmethode (AES of TKIP) voor het apparaat is hetzelfde als die voor het draadloze toegangspunt (op netwerken met WPA-beveiliging). ● Controleer of het apparaat zich binnen het bereik van het draadloze netwerk bevindt. Bij de meeste netwerken dient het apparaat zich binnen 30 m van het draadloze toegangspunt (draadloze router) te bevinden. ● Zorg dat het draadloze signaal niet wordt geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen objecten tussen het toegangspunt en het apparaat. Controleer of er geen pilaren, muren of draagbalken van metaal of beton tussen het apparaat en het draadloos toegangspunt staan. ● Zorg dat het apparaat niet in de buurt staat van elektronische apparaten die het draadloze signaal kunnen storen. Apparaten die het draadloos signaal kunnen storen, zijn onder andere motoren, draadloze telefoons, beveiligingscamera's, andere draadloze netwerken en bepaalde Bluetooth-apparaten. ● Controleer of de printerdriver op de computer is geïnstalleerd. ● Controleer of u de juiste printerpoort hebt geselecteerd. ● Controleer of de computer en het apparaat op hetzelfde draadloze netwerk zijn aangesloten. Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien van de draadloze configuratie NLWW 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en gereed is. 2. Schakel firewalls van derden uit op uw computer. 3. Controleer of het draadloos netwerk goed werkt. 4. Controleer of de computer goed functioneert. Start indien nodig de computer opnieuw op. Problemen met draadloze netwerken oplossen 173 Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van derden geïnstalleerd 1. Werk de firewall bij met de meest recente update van de fabrikant. 2. Als de firewall tijdens het installeren van het apparaat of tijdens het afdrukken om uw toestemming vraagt, dient u deze te geven voor het uitvoeren van de programma's. 3. Schakel de firewall tijdelijk uit en installeer het draadloos apparaat vervolgens op de computer. Schakel de firewall in wanneer de installatie is voltooid. De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of het apparaat is verplaatst Controleer of de router of het apparaat is verbonden met hetzelfde netwerk waarmee uw computer is verbonden. 1. Druk een configuratiepagina af. 2. Vergelijk de naam van het draadloze netwerk (SSID) op de configuratiepagina met de SSID in de printerconfiguratie op uw computer. 3. Als de nummers niet hetzelfde zijn, zijn de apparaten niet aangesloten op hetzelfde netwerk. Configureer de draadloze instellingen voor het apparaat opnieuw. Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het draadloos apparaat 1. Controleer of de andere computers zich binnen het draadloos bereik bevinden en dat er geen obstakels zijn die het signaal blokkeren. Voor de meeste netwerken ligt het draadloos bereik op maximaal 30 m van het draadloos toegangspunt. 2. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en gereed is. 3. Schakel firewalls van derden uit op uw computer. 4. Controleer of het draadloos netwerk goed werkt. 5. Controleer of de computer goed functioneert. Start indien nodig de computer opnieuw op. De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken wanneer er verbinding wordt gemaakt met een virtueel privénetwerk. ● U kunt niet gelijktijdig met een virtueel privénetwerk en andere netwerken verbonden zijn. Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken 174 ● Controleer of de draadloze router is ingeschakeld en de stroomtoevoer functioneert. ● Het netwerk is mogelijk verborgen. U kunt echter gewoon verbinding maken met een verborgen netwerk. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW Het draadloos netwerk functioneert niet 1. Zorg dat de netwerkkabel niet is aangesloten. 2. Om te controleren of de verbinding met het netwerk is verbroken, dient u andere apparaten op het netwerk aan te sluiten. 3. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk. a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en typ vervolgens cmd. b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres van de router. In Mac: open het netwerkhulpprogramma en typ het IP-adres in het juiste veld in het deelvenster Ping. c. 4. NLWW Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven. Controleer of de router of het apparaat is verbonden met hetzelfde netwerk waarmee de computer is verbonden. a. Druk een configuratiepagina af. b. Vergelijk de naam van het draadloze netwerk (SSID) op het configuratierapport met de SSID in de printerconfiguratie op de computer. c. Als de nummers niet hetzelfde zijn, zijn de apparaten niet aangesloten op hetzelfde netwerk. Configureer de draadloze instellingen voor het apparaat opnieuw. Problemen met draadloze netwerken oplossen 175 Problemen met de productsoftware in Windows Probleem Oplossing Er wordt geen driver voor het product weergegeven in de map Printers. ● Start de computer opnieuw op om het spoolerproces opnieuw te starten. Als er een storing is ontstaan tijdens het spoolerproces, worden er geen printerdrivers weergegeven in de map Printers. ● Installeer de productsoftware opnieuw. OPMERKING: Sluit alle actieve programma's af. Als u een programma wilt sluiten waarvoor een pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Sluiten of Uitschakelen. Er wordt een foutbericht weergegeven tijdens de installatie van de software Het product bevindt zich in de modus Klaar, maar er wordt niets afgedrukt 176 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen ● Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van de computer. ● Installeer de productsoftware opnieuw. OPMERKING: Sluit alle actieve programma's af. Als u een programma wilt sluiten waarvoor een pictogram in de taakbalk wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Sluiten of Uitschakelen. ● Controleer de hoeveelheid vrije schijfruimte van het station waarop u de productsoftware installeert. Maak indien nodig zoveel mogelijk ruimte vrij en installeer de productsoftware opnieuw. ● Voer zo nodig Schijfdefragmentatie uit en installeer de productsoftware opnieuw. ● Druk een configuratiepagina af en controleer de functies van het product. ● Herstart de computer waarop u de afdrukopdracht hebt verzonden. ● Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en de juiste specificaties hebben. Doe dit zowel voor de USB-kabel als voor het netsnoer. Probeer een nieuwe kabel. ● Als de computer verbinding probeert te maken met een draadloos netwerk, controleer dan of de netwerkkabel niet is aangesloten. NLWW Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen ● De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven ● De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. ● De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. ● Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze ● Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd. ● Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven 1. Controleer of het GZ-bestand van het apparaat zich in de volgende map op de vaste schijf bevindt: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources. Installeer de software zo nodig opnieuw. 2. Als het GZ-bestand zich in deze map bevindt, is het PPD-bestand mogelijk beschadigd. Verwijder het bestand en installeer de software opnieuw. De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. 1. Controleer of de kabels juist zijn aangesloten en het apparaat is ingeschakeld. 2. Druk een configuratiepagina af om de productnaam te controleren. Controleer of de naam op de configuratiepagina overeenkomt met de apparaatnaam in de lijst met printers en faxapparaten. 3. Vervang de USB- of netwerkkabel door een kabel van hoge kwaliteit. De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. NLWW 1. Controleer of de kabels juist zijn aangesloten en het apparaat is ingeschakeld. 2. Controleer of het GZ-bestand van het apparaat zich in de volgende map op de vaste schijf bevindt: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources. Installeer de software zo nodig opnieuw. 3. Als het GZ-bestand zich in deze map bevindt, is het PPD-bestand mogelijk beschadigd. Verwijder het bestand en installeer de software opnieuw. 4. Vervang de USB- of netwerkkabel door een kabel van hoge kwaliteit. Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen 177 Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze 1. Open de afdrukwachtrij en start de afdruktaak opnieuw. 2. Een ander apparaat met een vergelijkbare naam heeft de afdruktaak mogelijk ontvangen. Druk een configuratiepagina af om de productnaam te controleren. Controleer of de naam op de configuratiepagina overeenkomt met de apparaatnaam in de lijst met printers en faxapparaten. Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd. Problemen met software oplossen ▲ Controleer of het besturingssysteem Mac OS X 10.5 of hoger is. Problemen met hardware oplossen 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. 2. Controleer of de USB-kabel op de juiste manier is aangesloten. 3. Controleer of u de juiste hogesnelheids-USB-kabel gebruikt. 4. Controleer of er niet te veel USB-apparaten stroom onttrekken aan de keten. Koppel alle apparaten van de keten los en sluit de kabel rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer. 5. Controleer of meer dan twee USB-hubs zonder voeding achter elkaar in de keten zitten. Koppel alle apparaten van de keten los en sluit de kabel rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer. OPMERKING: Het iMac-toetsenbord is een USB-hub zonder eigen voeding. Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt Als u de USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt geïnstalleerd, gebruikt u mogelijk een algemene printerdriver in plaats van de driver voor dit apparaat. 178 1. Verwijder de algemene printerdriver. 2. Installeer de software opnieuw vanaf de bij het apparaat geleverde cd-rom. Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd. 3. Als er meerdere printers zijn geïnstalleerd, controleert u of u de juiste printer hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Stel in voor in het dialoogvenster Druk af. Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW A NLWW Benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● Onderdeelnummers 179 Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Originele printcartridge, originele afbeeldingsdrum en origineel papier van HP www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP. Onderdeelnummers De volgende lijst met accessoires was actueel ten tijde van deze druk. Bestelinformatie en beschikbaarheid van de accessoires kan veranderen tijdens de levensduur van het product. Printcartridges Artikel Cartridgenummer Kleur Onderdeelnummer HP LaserJet-printcartridge 126A Zwart CE310A Cyaan CE311A Geel CE312A Magenta CE313A Afbeeldingsdrums Item Omschrijving Nummer Afbeeldingsdrum Afbeeldingsdrum CE314A OPMERKING: De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt onder de productgarantie. Voor vervangende afbeeldingsdrums geldt een beperkte garantie van één jaar vanaf de installatiedatum. De installatiedatum van de afbeeldingsdrum staat op de statuspagina voor benodigdheden vermeld. De Premium Protection Warranty van HP geldt alleen voor de printcartridges voor het apparaat. Kabels en interfaces 180 Artikel Omschrijving Onderdeelnummer USB 2.0-printerkabel (Twee meter, standaard) A-naar-B-kabel C6518A Bijlage A Benodigdheden en accessoires NLWW B NLWW Service en ondersteuning ● Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ● De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJet-printcartridge ● Beperkte-garantieverklaring voor vervangende LaserJet-afbeeldingsdrums van HP ● Op de printcartridge en de afbeeldingsdrum opgeslagen gegevens ● Licentieovereenkomst voor eindgebruikers ● OpenSSL ● Klantondersteuning ● Het product opnieuw verpakken 181 Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE HP LaserJet Pro 100 color MFP M175a, M175nw Eén jaar vervangend apparaat Afbeeldingsdrum, CE314A, meegeleverd Eén jaar vervangend apparaat HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en constructiefouten. Indien HP gedurende de garantieperiode van dergelijke defecten in kennis wordt gesteld, zal HP de defecte producten naar eigen goeddunken laten repareren of vervangen. Vervangende producten kunnen nieuw of zo goed als nieuw zijn. HP garandeert u dat HP-software bij correcte installatie en correct gebruik gedurende de hierboven genoemde periode na de aanschafdatum geen gebreken zal vertonen in de uitvoering van de programmainstructies als gevolg van gebreken in materiaal of vakmanschap. Als HP van dergelijke gebreken in kennis wordt gesteld tijdens de garantieperiode, zal HP zorgen voor vervanging van de software die als gevolg van dergelijke gebreken de programma-instructies niet kan uitvoeren. HP kan de ononderbroken en probleemloze werking van HP-producten niet garanderen. Als HP niet binnen een redelijke termijn in staat is een product te repareren of te vervangen zodat de conditie ervan is zoals overeengekomen in de garantie, hebt u recht op teruggave van de aankoopprijs na onmiddellijk retourneren van het product. HP-producten kunnen onderdelen bevatten die zijn gemaakt op basis van hergebruik en die presteren als nieuw, of die incidenteel gebruikt zijn. De garantie is niet van toepassing op defecten die het resultaat zijn van (a) onjuist of onvoldoende onderhoud of een verkeerde kalibratie, (b) software, verbindingen, onderdelen of benodigdheden die niet door HP zijn geleverd, (c) niet-geautoriseerde aanpassing of misbruik, (d) gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het apparaat of (e) onjuiste voorbereiding of onjuist onderhoud van de locatie. VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, ZIJN BOVENGENOEMDE GARANTIES EXCLUSIEF EN BESTAAT ER GEEN ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIE OF VOORWAARDE, NOCH SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING, EN HP WIJST DE IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND. Sommige landen/regio's, staten of provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de bovenstaande beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is. Deze beperkte garantie geeft u specifieke juridische rechten. U hebt misschien ook andere rechten die verschillen per staat, per provincie of per land/regio. De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's of plaatsen waar HP ondersteuning biedt voor dit product en waar HP dit product op de markt heeft gebracht. De garantie kan variëren op basis van plaatselijke normen. In verband met wettelijke regelgeving brengt HP geen wijzigingen aan in de vormgeving of de functies van het product voor gebruik in een land/regio waarvoor het product oorspronkelijk niet was bestemd. VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR NATIONALE WETGEVING, ZIJN DE PROBLEEMOPLOSSINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING DE ENIGE TOEGESTANE OPLOSSINGEN. MET UITZONDERING 182 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW VAN HET HIERBOVEN BEPAALDE, KUNNEN HP EN ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET KWIJTRAKEN VAN GEGEVENS, DIRECTE, SPECIALE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR ANDERE SCHADE, ONGEACHT OF DEZE SCHADE VOORTVLOEIT UIT EEN CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. Sommige landen/ regio's, staten of provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de bovenstaande beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is. VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, ZIJN DE VOORWAARDEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING EEN AANVULLING OP DE GELDENDE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN DIT PRODUCT AAN U. NLWW Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard 183 De Premium Protection Warranty van HP: Beperktegarantieverklaring voor de LaserJet-printcartridge HP garandeert dat dit HP-product geen materiaal- en productiefouten bevat. Deze garantie is niet van toepassing op producten die (a) zijn nagevuld, verbeterd, bijgewerkt of op een andere manier aangepast, producten waarbij (b) problemen optreden als gevolg van verkeerd gebruik, onjuiste opslag of vanwege gebruik in een andere omgeving dan aangegeven in de printerspecificaties, of producten die (c) slijtage vertonen als gevolg van normaal gebruik. Als u in aanmerking wilt komen voor garantie, moet u dit product retourneren aan de winkel waar u het product hebt gekocht (voorzien van een beschrijving van het probleem en afdrukvoorbeelden) of contact opnemen met HP Klantenondersteuning. HP zal het product vervolgens vervangen, indien het product is beschadigd, of het aankoopbedrag vergoeden. VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, IS DE BOVENGENOEMDE GARANTIE EXCLUSIEF. HP BIEDT GEEN ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN, SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING EN WIJST ALLE IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN VERHANDELBAARHEID, TOEREIKENDE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND. VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, ZIJN HP OF HAAR LEVERANCIERS OP GEEN ENKELE WIJZE AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, BIJZONDERE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER WINSTDERVING OF GEGEVENSVERLIES), OF ANDERE SCHADE, HETZIJ ONDER CONTRACT, DWANG OF ANDERSZINS. DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT MAAR ZIJN EEN AANVULLING DAAROP. 184 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW Beperkte-garantieverklaring voor vervangende LaserJet-afbeeldingsdrums van HP Voor dit HP-apparaat wordt gedurende één jaar vanaf de installatie gegarandeerd dat deze vrij is van materiaal- en constructiefouten. De garantie is niet van toepassing op afbeeldingsdrums die (a) zijn gereviseerd, hergebruikt of op enige wijze onjuist gebruikt, (b) niet goed werken door verkeerd gebruik, onjuiste opslag of gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het product of (c) slijtage vertonen door dagelijks gebruik. Als u in aanmerking wilt komen voor garantie, moet u dit product retourneren aan het aankooppunt (voorzien van een schriftelijke beschrijving van het probleem, afdrukvoorbeelden en een afdruk van de configuratiepagina en de statuspagina voor benodigdheden) of contact opnemen met de klantenservice van HP. HP beslist vervolgens of defecte producten worden vervangen of vergoed. VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, IS DE BOVENGENOEMDE GARANTIE EXCLUSIEF. HP BIEDT GEEN ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN, SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING EN WIJST ALLE IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN VERHANDELBAARHEID, TOEREIKENDE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE HAND. VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE NATIONALE WETGEVING, KUNNEN HP EN ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE, SPECIALE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR ANDERE SCHADE, HETZIJ OP BASIS VAN CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING VORMEN BEHALVE VOOR ZOVER BEPERKT TOT WAT WETTELIJK IS TOEGESTAAN GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF AANPASSING VAN DE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DIT PRODUCT MAAR ZIJN EEN AANVULLING DAAROP. NLWW Beperkte-garantieverklaring voor vervangende LaserJet-afbeeldingsdrums van HP 185 Op de printcartridge en de afbeeldingsdrum opgeslagen gegevens De printcartridges en de afbeeldingsdrum van HP die in dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking van het apparaat ondersteunt. Bovendien worden door deze geheugenchip gegevens over het apparaatgebruik verzameld, zoals: de datum waarop de printcartridge en afbeeldingsdrum zijn geïnstalleerd, de datum waarop de printcartridge en afbeeldingsdrum voor het laatst zijn gebruikt, het aantal pagina's dat met de printcartridge en de afbeeldingsdrum is afgedrukt, de paginadekking, de gebruikte afdrukmodi, de afdrukfouten die zijn opgetreden en het apparaatmodel. Met deze informatie kan HP nieuwe producten ontwerpen die aansluiten op de afdrukbehoeften van de klant. Klanten of gebruikers van de printcartridge en de afbeeldingsdrum, evenals het apparaat kunnen niet aan de hand van de via de geheugenchip van de printcartridge en de afbeeldingsdrum verzamelde gegevens worden geïdentificeerd. HP houdt een steekproef onder de geheugenchips van printcartridges en afbeeldingsdrums die worden teruggestuurd in het kader van het gratis recyclingprogramma van HP (HP Planet Partners: www.hp.com/ recycle). De geheugenchips uit deze steekproef worden onderzocht voor het verbeteren van producten van HP. Partners van HP die helpen bij het recyclen van deze printcartridges en afbeeldingsdrums hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens. Derden die eigenaar van printcartridges en afbeeldingsdrums zijn, hebben mogelijk toegang tot de anonieme informatie op de geheugenchip. Als u niet wilt dat anderen toegang hebben tot deze informatie, maakt u de geheugenchip onbruikbaar. U kunt de geheugenchip echter niet in een apparaat van HP gebruiken als u deze onbruikbaar hebt gemaakt. 186 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW Licentieovereenkomst voor eindgebruikers LEES DIT DOCUMENT AANDACHTIG DOOR VOORDAT U DIT SOFTWAREPRODUCT IN GEBRUIK NEEMT: Deze licentieovereenkomst voor eindgebruikers (“LVE”)is een contract tussen (a) u (een persoon of de organisatie die u vertegenwoordigt) en (b) Hewlett-Packard Company (“HP”) die van toepassing is op uw gebruik van het softwareproduct (“de Software”). Deze LVE is niet van toepassing indien er een afzonderlijke licentieovereenkomst bestaat tussen u en HP of haar leveranciers van de Software, inclusief een licentieovereenkomst in online documentatie. De term “Software” kan het volgende omvatten: (i) bijbehorende media, (ii) een gebruikershandleiding en andere gedrukte materialen en (iii) “online” of elektronische documentatie (samen “Gebruikersdocumentatie”). RECHTEN IN DE SOFTWARE WORDEN UITSLUITEND GEBODEN OP VOORWAARDE DAT U AKKOORD GAAT MET ALLE VOORWAARDEN IN DEZE LVE. DOOR DE SOFTWARE TE INSTALLEREN, KOPIËREN, DOWNLOADEN OF ANDERSZINS TE GEBRUIKEN, GAAT U AKKOORD MET DE VOORWAARDEN IN DEZE LVE. ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DEZE LVE, ONTHOUD U DAN VAN HET INSTALLEREN, DOWNLOADEN OF ANDERSZINS GEBRUIKEN VAN DE SOFTWARE. ALS U DE SOFTWARE HEEFT AANGESCHAFT, MAAR NIET AKKOORD GAAT MET DEZE LVE, RETOURNEERT U DE SOFTWARE DAN BINNEN VEERTIEN DAGEN BIJ HET AANKOOPPUNT, WAAR HET AANKOOPBEDRAG ZAL WORDEN GERESTITUEERD. ALS DE SOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD OP, OF BESCHIKBAAR GEMAAKT MET, EEN ANDER HP PRODUCT, KUNT U HET VOLLEDIGE, ONGEBRUIKTE PRODUCT RETOURNEREN. 1. SOFTWARE VAN DERDEN. De Software kan, naast merksoftware van HP (“HP Software”) software bevatten onder licenties van derden (“Software van derden” en “Licentie van derden”). Alle Software van derden wordt aan u in licentie gegeven volgens de algemene voorwaarden van de bijbehorende Licentie van derden. Meestal bevindt de Licentie van derden zich in een bestand met een naam als license.txt. Neem contact op met HP ondersteuning als u geen Licentie van derden kunt vinden. Als de Licenties van derden licenties bevatten met betrekking tot de beschikbaarheid van broncode (zoals de GNU General Public License) en de bijbehorende broncode niet bij de Software is inbegrepen, raadpleegt u de pagina’s met productondersteuning op de website van HP (hp.com) voor informatie over het verkrijgen van dergelijke broncode. 2. LICENTIERECHTEN. Als u akkoord gaat met alle voorwaarden van deze LVE, heeft u de volgende rechten: a. Gebruik. HP verleent u een licentie tot Gebruik van één exemplaar van de HP Software. “Gebruik” betekent het installeren, kopiëren, opslaan, laden, uitvoeren, weergeven of anderszins gebruiken van de HP Software. U mag de HP Software niet wijzigen of enige licentie- of controlevoorziening van de HP Software uitschakelen. Als deze Software door HP is geleverd voor Gebruik met een imaging- of printproduct (bijvoorbeeld als de Software een printerstuurprogramma, firmware of add-on is), mag de HP Software uitsluitend worden gebruikt met dit product (het “HP Product”). In de Gebruikersdocumentatie vindt u mogelijk andere beperkingen van het Gebruik. U mag voor Gebruik geen onderdelen van de HP Software scheiden. U bent niet gerechtigd om de HP Software te distribueren. b. Kopiëren. Uw recht tot kopiëren betekent dat u voor archivering of backups kopieën mag maken van de HP Software, op voorwaarde dat elke kopie alle originele eigendomsvermeldingen van de HP Software bevat en uitsluitend wordt gebruikt voor backupdoeleinden. 3. UPGRADES. Voor het Gebruik van HP Software die door HP is geleverd als upgrade, update of aanvulling (gezamenlijk “Upgrade”), moet u eerst over een licentie beschikken van de originele HP Software waarvan HP heeft aangegeven dat deze in aanmerking komt voor de Upgrade. Voor zover de Upgrade de originele HP Software vervangt, mag u die HP Software niet langer gebruiken. NLWW Licentieovereenkomst voor eindgebruikers 187 Deze LVE is van toepassing op elke Upgrade, tenzij HP bij de Upgrade andere voorwaarden levert. In geval van een tegenstrijdigheid tussen deze LVE en zulke andere voorwaarden, zijn de andere voorwaarden van toepassing. 4. OVERDRACHT. a. Overdracht aan derden. De aanvankelijke eindgebruiker van de HP Software mag de HP Software eenmalig overdragen aan een andere eindgebruiker. Elke overdracht zal alle onderdelen, media, Gebruikersdocumentatie, deze LVE en, indien van toepassing, het Certificaat van echtheid omvatten. De overdracht mag geen indirecte overdracht zijn, zoals een consignatie. Voorafgaand aan de overdracht moet de eindgebruiker die de overgedragen Software zal ontvangen akkoord gaan met deze LVE. Bij overdracht van de HP Software wordt uw licentie automatisch beëindigd. b. Beperkingen. U mag de HP Software niet verhuren, leasen of uitlenen, of de HP Software gebruiken voor commerciële timesharing of bureaugebruik. U mag de HP Software niet in sublicentie geven, toewijzen of anderszins overdragen anders dan uitdrukkelijk is geregeld in deze LVE. 5. EIGENDOMSRECHTEN. Alle intellectuele eigendomsrechten in de Software en Gebruikersdocumentatie zijn eigendom van HP of haar leveranciers en worden beschermd door de wet, inclusief toepasselijke auteursrechten, handelsgeheimen, patenten en handelsmerkwetten. U bent niet gerechtigd enige productidentificatie, mededeling over auteursrecht, of eigendomsbeperking uit de Software te verwijderen. 6. BEPERKING VAN REVERSE ENGINEERING. U mag de HP Software niet onderwerpen aan reverse engineering, decompilatie of disassemblage, tenzij dit is toegestaan onder de toepasselijke wetgeving. 7. INSTEMMING MET GEBRUIK VAN GEGEVENS. HP en haar gelieerde ondernemingen mogen technische gegevens verzamelen en gebruiken die u levert in relatie tot (i) uw Gebruik van de Software of het HP Product of (ii) het bieden van ondersteuning met betrekking tot de Software of het HP Product. Op al deze gegevens is het privacybeleid van HP van toepassing. HP zal deze gegevens niet gebruiken in een vorm waarin u persoonlijk herkenbaar bent, tenzij dit nodig is om uw Gebruik te verbeteren of ondersteuning te verlenen. 8. BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID. Niettegenstaande enige schade die u zou kunnen oplopen, is de volledige aansprakelijkheid van HP en haar leveranciers onder deze LVE en uw volledige verhaalmogelijkheid onder deze LVE beperkt tot het feitelijk door u betaalde bedrag voor het Product, met een minimum van vijf dollar (USD 5). VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN TOEPASSELIJK RECHT, KUNNEN HP OF HAAR LEVERANCIERS IN GEEN ENKEL GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE SPECIALE, INCIDENTELE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER SCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT WINSTVERLIES, GEGEVENSVERLIES, ONDERBREKING VAN DE WERKZAAMHEDEN, PERSOONLIJK LETSEL, OF INBREUK OP PRIVACY) DIE OP ENIGE WIJZE IS GERELATEERD AAN HET GEBRUIK OF HET ONVERMOGEN TOT GEBRUIK VAN DE SOFTWARE, ZELFS INDIEN HP OF ENIGE LEVERANCIER IS GEWAARSCHUWD VOOR DE MOGELIJKHEID VAN ZULKE SCHADE EN ZELFS ALS DE BOVENGENOEMDE VERHAALMOGELIJKHEID NIET HET BEOOGDE DOEL HEEFT BEREIKT. In bepaalde landen/regio’s of andere rechtsgebieden is het uitsluiten of beperken van incidentele of gevolgschade niet toegestaan, zodat bovengenoemde beperking of uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing is. 9. AMERIKAANSE OVERHEIDSORGANISATIES. Indien u een Amerikaanse overheidsorganisatie bent, worden, in overeenstemming met FAR 12.211 en FAR 12.212, Commerciële computersoftware, Documentatie bij computersoftware en Technische gegevens voor commerciële artikelen in licentie gegeven onder de van toepassing zijnde commerciële licentieovereenkomst van HP. 188 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW 10. NALEVING VAN EXPORTWETTEN. U dient zich te houden aan alle wetten, regels en vereisten (i) die van toepassing zijn op de export of import van de Software, of (ii) die het Gebruik van de Software beperken, waaronder beperkingen met betrekking tot de verspreiding van nucleaire, chemische of biologische wapens. 11. VOORBEHOUD VAN RECHTEN. Alle rechten die niet uitdrukkelijk aan u zijn verleend in deze LVE, blijven voorbehouden aan HP en haar leveranciers. (c) 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Herz. 11/06 NLWW Licentieovereenkomst voor eindgebruikers 189 OpenSSL Dit apparaat bevat software die door het OpenSSL Project is ontwikkeld voor gebruik in de OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/) DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT EN ELKE WAARBORG, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, WAARBORGEN VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN. IN GEEN GEVAL ZULLEN HET OpenSSL PROJECT OF DEGENEN DIE DAAR EEN BIJDRAGE AAN HEBBEN GELEVERD, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE, MORELE OF RESULTERENDE SCHADE (INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, VERWERVING VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN, VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINST OF ONDERBREKING VAN BEDRIJFSVOERING), ONGEACHT DE WIJZE WAAROP DEZE SCHADE IS VEROORZAAKT EN ONGEACHT WELKE AANSPRAKELIJKHEIDSGROND, VOLGENS HET VERBINTENISSENRECHT, BIJ STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID, ALS ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF OP ANDERE WIJZE) DIE OP ENIGE WIJZE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS WANNEER MEN OP DE HOOGTE IS GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. Dit apparaat bevat coderingssoftware die is ontwikkeld door Eric Young ([email protected]). Dit apparaat bevat software die is ontwikkeld door Tim Hudson ([email protected]). Klantondersteuning Telefonische ondersteuning voor uw land/regio Zorg dat u de productnaam, het serienummer, de aankoopdatum en een probleemomschrijving bij de hand hebt. 190 Telefoonnummers voor land/regio vindt u op de folder in de doos van het product of op www.hp.com/support/. 24-uurs ondersteuning via internet www.hp.com/support/LJColorMFPM175 ondersteuning voor de producten die u op een Macintoshcomputer gebruikt www.hp.com/go/macosx Download hulpprogramma's, drivers en digitale informatie www.hp.com/support/LJColorMFPM175 Aanvullende HP service- of onderhoudsovereenkomsten bestellen www.hp.com/go/carepack Uw apparaat registreren www.register.hp.com Bijlage B Service en ondersteuning NLWW Het product opnieuw verpakken Als HP Klantenondersteuning vaststelt dat uw product moet worden geretourneerd naar HP voor reparatie, volg dan deze stappen om het product opnieuw te verpakken voordat u het product verzendt. VOORZICHTIG: Schade tijdens het vervoer als gevolg van onjuiste verpakking komt voor verantwoordelijkheid van de klant. 1. Verwijder de printcartridges en bewaar deze. VOORZICHTIG: Het is erg belangrijk dat u de printcartridges verwijdert voordat u het apparaat verzendt. Een printcartridge die in het apparaat achterblijft tijdens het transport kan gaan lekken en toner achterlaten op de motor van het apparaat en andere onderdelen. Om beschadiging aan de printcartridges te voorkomen, raakt u de rollen niet aan en bewaart u de printcartridges zodanig dat ze niet aan licht worden blootgesteld. NLWW 2. Verwijder het netsnoer, de interfacekabel en optionele accessoires en bewaar deze. 3. Sluit indien mogelijk afdrukvoorbeelden bij en 50 tot 100 vel papier of ander afdrukmateriaal waarop niet goed werd afgedrukt. 4. Neem in de VS contact op met de klantenondersteuning van HP om nieuw verpakkingsmateriaal aan te vragen. Gebruik elders zo mogelijk het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal. Het product opnieuw verpakken 191 192 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW C NLWW Specificaties ● Fysieke specificaties ● Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ● Omgevingsspecificaties 193 Fysieke specificaties Tabel C-1 Fysieke specificaties1 1 Specificatie HP LaserJet Pro 100 color MFP M175 Productgewicht 15,8 kg Producthoogte 337 mm Productdiepte 323 mm Productbreedte 442 mm Deze waarden zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Raadpleeg www.hp.com/support/LJColorMFPM175. Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot Raadpleeg www.hp.com/support/LJColorMFPM175 voor recente informatie. VOORZICHTIG: De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar het product wordt verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning. Veranderingen kunnen leiden tot beschadiging van het product en tot het vervallen van de garantie. Omgevingsspecificaties Tabel C-2 Omgevingsspecificaties 1 194 Bedrijf1 Opslag1 Temperatuur 10° tot 32,5°C 0° tot 35°C Relatieve luchtvochtigheid 10% tot 80% 10% tot 80% Deze waarden zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Raadpleeg www.hp.com/support/LJColorMFPM175. Bijlage C Specificaties NLWW D NLWW Overheidsinformatie ● FCC-voorschriften ● Milieuvriendelijke producten ● Verklaring van conformiteit (basismodellen) ● Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) ● Veiligheidsvoorschriften ● Aanvullende voorschriften voor draadloze producten 195 FCC-voorschriften Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in bepaalde situaties geen storing zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing in radio- of televisie-ontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten, kan de gebruiker proberen deze storing op te heffen op een of meer van de volgende manieren: ● Verplaats de ontvangstantenne of richt deze anders. ● Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger. ● Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop het ontvangstapparaat is aangesloten. ● Raadpleeg de dealer of een ervaren radio- en TV-monteur. OPMERKING: Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Hewlett-Packard zijn goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om met deze apparatuur te werken, tenietdoen. Om te voldoen aan de limieten voor apparaten uit de klasse B zoals gesteld in Deel 15 van de FCCvoorschriften, is het gebruik van een afgeschermde interfacekabel verplicht. 196 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW Milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die de effecten op het milieu beperken. Ozonproductie Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O3) voort. Lager energieverbruik Het stroomverbruik loopt aanzienlijk terug in de modus Klaar of de modus Sluimer. Dit bespaart natuurlijke bronnen en geld zonder dat de prestaties van dit product worden beïnvloed. Apparatuur voor afdrukken en beeldbewerking van Hewlett-Packard die voorzien is van het logo ENERGY STAR® is gekwalificeerd voor de ENERGY STAR-specificaties voor beeldbewerkingsapparatuur van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency). Het volgende merkteken verschijnt op beeldbewerkingsproducten die gekwalificeerd zijn voor ENERGY STAR: Aanvullende informatie over beeldbewerkingsproducten die gekwalificeerd zijn voor ENERGY STAR kunt u vinden op: www.hp.com/go/energystar Papierverbruik Het product beschikt over een functie voor het handmatig dubbelzijdig afdrukken en voor het n-per-vel afdrukken (meerdere pagina's op één vel). Hierdoor kan het papierverbruik en het daarmee gepaard gaande gebruik van natuurlijke bronnen worden verminderd. Plastic onderdelen Plastic onderdelen van meer dan 25 gram zijn volgens internationale normen gemarkeerd, waardoor aan het einde van de levensduur van het product beter kan worden bepaald hoe de plastics moeten worden afgevoerd. Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet U kunt HP LaserJet-printcartridges na gebruik eenvoudig gratis inleveren voor hergebruik bij HP Planet Partners. Bij elke nieuwe HP LaserJet-printcartridge en elk benodigdhedenpakket treft u meertalige instructies en informatie aan over het programma. U helpt de belasting van het milieu verder te verkleinen door meerdere cartridges tegelijk op te sturen in plaats van afzonderlijk. NLWW Milieuvriendelijke producten 197 HP spant zich in om inventieve, hoogwaardige producten en diensten te leveren op een milieuvriendelijke manier. Dit geldt voor zowel productontwerp en vervaardiging als distributie, klantgebruik en recycling. Als u deelneemt aan het programma HP Planet Partners, bent u verzekerd dat uw HP LaserJet-printcartridges op een veilig manier worden gerecycled. De oude materialen, zoals plastic en metaal worden verwerkt en gebruikt voor nieuwe producten om zo te voorkomen dat miljoenen tonnen afval op afvalstortplaatsen terecht komt. Deze cartridge wordt gerecycled en hergebruikt in nieuwe producten en wordt daarom niet aan u geretourneerd. Dank u voor uw milieubewustzijn! OPMERKING: Gebruik het retouretiket alleen om originele HP LaserJet-printcartridges te retourneren. Gelieve dit etiket niet te gebruiken voor HP-inkjetcartridges, cartridges die niet van HP zijn, opnieuw gevulde of hergebruikte cartridges of retourzending op basis van garantie. Ga naar http://www.hp.com/ recycle voor meer informatie over het hergebruik van HP-inkjetcartridges. Instructies voor retourneren en recyclen Verenigde Staten en Puerto Rico Het etiket dat is bijgesloten in de doos van de HP LaserJet-tonercartridge, kunt u gebruiken voor het retourneren en recyclen van een of meer HP LaserJet-printcartridges na gebruik. Volg de onderstaande instructies die van toepassing zijn. Inleveren van meerdere items (meer dan één cartridge) 1. Verpak elke HP LaserJet-printcartridge in de originele doos en zak. 2. Bind de dozen aan elkaar met touw of tape. Het pakket mag maximaal 31 kilo wegen. 3. Gebruik één vooruitbetaald verzendingsetiket. OF 1. Als u een geschikte doos hebt, kunt u die gebruiken of vraag een gratis speciale doos aan op www.hp.com/recycle (kan maximaal 31 kilo aan HP LaserJet-printercartridges bevatten). U kunt ook bellen naar 1-800-340-2445. 2. Gebruik één vooruitbetaald verzendingsetiket. Enkele retourzendingen 1. Verpak de HP LaserJet-printcartridge in de originele doos en zak. 2. Plak het verzendingsetiket op de voorkant van de doos. Verzenden Voor het retourneren van HP LaserJet printcartridges voor recycling in de VS en Puerto Rico gebruikt u het reeds van een adres en porto voorziene verzendetiket in de doos. Voor gebruik van het UPS-etiket geeft u het pakket aan de UPS-chauffeur bij de volgende levering of ophaalronde. U kunt het pakket ook afgeven bij een geautoriseerd drop-off center van UPS. (Wanneer u UPS verzoekt uw pakket op te halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht) Bel voor de locatie van het dichtstbijzijnde UPS drop-off center 1-800-PICKUPS of ga naar www.ups.com. 198 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW Als u het pakket retourneert met het FedEx-etiket, geeft u het pakket af aan de postbode van U.S. Postal Service of de FedEx-chauffeur bij de volgende levering of ophaalronde. (Wanneer u FedEx verzoekt uw pakket op te halen, wordt hiervoor het normale tarief in rekening gebracht). U kunt de verpakte printcartridge(s) ook afgeven bij een U.S. Post Office of FedEx shipping center of store. Bel 1-800-ASKUSPS of ga naar www.usps.com voor het dichtstbijzijnde inleverpunt van UPS. Bel 1-800-GOFEDEX of ga naar www.fedex.com voor het dichtstbijzijnde inleverpunt van FedEx. Ga voor meer informatie of het bestellen van extra etiketten of verzenddozen naar www.hp.com/ recycle of bel 1-800-340-2445. Deze informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Inwoners van Alaska en Hawaï gebruik het UPS-etiket niet. Bel 1-800-340-2445 voor informatie en instructies. De U.S. Postal Service levert gratis services voor het terugsturen van cartridges volgens een overeenkomst met HP voor Alaska en Hawaï. Inzameling buiten de V.S. Als u wilt deelnemen aan het inzamel- en recycleprogramma HP Planet Partners, volgt u de eenvoudige aanwijzingen in de recyclinggids (te vinden in de verpakking van uw nieuwe benodigdheden) of gaat u naar www.hp.com/recycle. Selecteer uw land/regio voor informatie over de inzameling van uw HP LaserJet-printerbenodigdheden. Papier Dit product is geschikt voor kringlooppapier als het papier voldoet aan de richtlijnen zoals omschreven in de Handleiding Specificaties afdrukmateriaal voor HP LaserJet-printers. Dit product is geschikt voor kringlooppapier dat voldoet aan EN12281:2002. Materiaalbeperkingen Aan dit HP-product is geen kwik toegevoegd. Dit HP product bevat geen accu. Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privéhuishoudens in de Europese Unie Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet met het gewone afval mag worden weggeworpen. In plaats hiervan dient u afgedankte apparatuur in te leveren bij een recycling/ inzamelingspunt voor elektrische en elektronische apparatuur. De aparte inzameling en recycling van afgedankte apparatuur zorgt ervoor dat de natuurlijke hulpbronnen behouden blijven en dat de apparatuur zonder nadelige invloed op de gezondheid en het milieu voor hergebruik kan worden verwerkt. Voor meer informatie over het inleveren van apparatuur voor recyclingdoeleinden kunt u contact opnemen met uw gemeente, de uitvoerende dienst of de winkel waar u het product hebt gekocht. NLWW Milieuvriendelijke producten 199 Chemische stoffen Het beleid van HP is erop gericht om klanten informatie te verstrekken over de chemische stoffen die zich in de producten bevinden, in overeenstemming met wettelijke verplichtingen zoals REACH (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad). Een rapport met chemische informatie voor dit apparaat vindt u op: www.hp.com/go/reach. Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) Material Safety Data Sheets (MSDS, gegevensbladen materiaalveiligheid) voor benodigdheden die chemische stoffen bevatten (bijvoorbeeld toner) kunt u verkrijgen door naar de website van HP te gaan: www.hp.com/go/msds of www.hp.com/hpinfo/community/environment/productinfo/safety. Meer informatie Meer informatie over onderwerpen met betrekking tot het milieu: ● Milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP ● Inzet van HP voor het milieu ● Het milieubeheersysteem van HP ● Het retournerings- en recycleprogramma van HP voor verbruikte producten ● Material Safety Data Sheets (chemiekaarten) Ga naar www.hp.com/go/environment of www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment. 200 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW Verklaring van conformiteit (basismodellen) Verklaring van conformiteit volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard DoC#: BOISB-1001-02-rel.1.0 Boise, Idaho 83714-1021, V.S. verklaart dat het product Productnaam: HP LaserJet Pro 100 color MFP M175a Wettelijk modelnummer2) BOISB-1001-02 Productopties: ALLE Printcartridges: CE310A, CE311A, CE312A, CE313A voldoet aan de volgende productspecificaties: VEILIGHEID: IEC 60950-1:2005 / EN60950-1: 2006 +A11 IEC 60825-1:2006 / EN 60825-1:2007 (Klasse 1 laser-/led-product) IEC 62311:2007 / EN 62311:2008 GB4943-2001 EMC: CISPR22:2005 +A1 / EN55022:2006 +A1 - Klasse B1) EN 61000-3-2:2006 EN 61000-3-3:1995 +A1 +A2 EN 55024:1998 +A1 +A2 FCC Titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B1) / ICES-003, Nummer 4 GB9254-2008, GB17625.1-2003 ENERGIEVERBRUIK: EG-richtlijn 1275/2008 ENERGY STAR® Qualified Imaging Equipment Typical Electricity Consumption (TEC) Test Procedure Aanvullende informatie: Dit apparaat voldoet aan de vereisten van de EMC-richtlijn 2004/108/EG, de richtlijn inzake laagspanning 2006/95/EG en de EuPrichtlijn 2005/32/EG en is dienovereenkomstig voorzien van de CE-markering . Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die een ongewenste werking kan veroorzaken. 1. Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem. 2. Voor wettelijke doeleinden is aan dit product een wettelijk modelnummer toegewezen. U moet dit nummer niet verwarren met de productnamen of de productnummers. NLWW Verklaring van conformiteit (basismodellen) 201 Boise, Idaho USA Oktober 2010 Alleen voor gereguleerde onderwerpen: Contactadres in Europa: Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department HQTRE / Standards Europe, Herrenberger Strasse 140, D-71034 Böblingen, Duitsland (Fax: +49-7031-14-3143) www.hp.com/go/certificates Contactadres in de VS: Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Company, PO Box 15, Mail Stop 160, Boise, Idaho 83707-0015 (Telefoon: 208-396-6000) 202 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) Verklaring van conformiteit volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard DoC#:BOISB-1001-03-rel.1.0 Boise, Idaho 83714-1021, V.S. verklaart dat het product Productnaam: HP LaserJet Pro 100 color MFP M175nw Wettelijk modelnummer2) BOISB-1001-03 Productopties: ALLE Zendmodule3) SDGOB – 0892 Printcartridges: CE310A, CE311A, CE312A, CE313A voldoet aan de volgende productspecificaties: VEILIGHEID: IEC 60950-1:2005 / EN60950-1: 2006 +A11 IEC 60825-1:2006 / EN 60825-1:2007 (Klasse 1 laser-/led-product) IEC 62311:2007 / EN 62311:2008 GB4943-2001 EMC: CISPR22:2005 +A1 / EN55022:2006 +A1 - Klasse B1) EN 61000-3-2:2006 EN 61000-3-3:1995 +A1 +A2 EN 55024:1998 +A1 +A2 FCC Titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B1) / ICES-003, Nummer 4 GB9254-2008, GB17625.1-2003 Radio5) EN 301 489-1:V1.8.1 / EN 301 489-17:V1.3.2 EN 300 328: V1.7.1 FCC Titel 47 CFR, Onderdeel 15 Subonderdeel C (Sectie 15.247) / IC: RSS-210 ENERGIEVERBRUIK: EG-richtlijn 1275/2008 ENERGY STAR® Qualified Imaging Equipment Typical Electricity Consumption (TEC) Test Procedure Aanvullende informatie: Het product voldoet aan de vereisten van R&TTE-richtlijn 1999/5/EG Annex IV, EMC-richtlijn 2004/108/EG, de richtlijn inzake laagspanning 2006/95/EG en de EuP-richtlijn 2005/32/EG, en is voorzien van de bijbehorende CE-markering NLWW . Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) 203 Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die een ongewenste werking kan veroorzaken. 1. Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem. 2. Voor wettelijke doeleinden is aan dit product een wettelijk modelnummer toegewezen. U moet dit nummer niet verwarren met de productnamen of de productnummers. 3. Dit apparaat maakt gebruik van een zendmoduleapparaat met het wettelijke modelnummer SDGOB-0892, zoals is vereist om te voldoen aan de technische wettelijke vereisten voor de landen/regio's waarin dit product zal worden verkocht. Boise, Idaho USA Oktober 2010 Alleen voor gereguleerde onderwerpen: Contactadres in Europa: Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department HQTRE / Standards Europe, Herrenberger Strasse 140, D-71034 Böblingen, Duitsland (Fax: +49-7031-14-3143) www.hp.com/go/certificates Contactadres in de VS: Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Company, PO Box 15, Mail Stop 160, Boise, Idaho 83707-0015 (Telefoon: 208-396-6000) 204 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW Veiligheidsvoorschriften Laserverklaring Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration heeft een aantal voorschriften ingevoerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht binnen de VS. Het apparaat is goedgekeurd als een Klasse 1-laserproduct volgens de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services) conform de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Aangezien straling die binnen het apparaat tot stand komt, volledig binnen de beschermende behuizing en externe kleppen blijft, kan de laserstraal tijdens geen enkele fase van een normaal functioneren ontsnappen. WAARSCHUWING! Het gebruik van bedieningselementen, het aanbrengen van wijzigingen of het uitvoeren van andere procedures dan beschreven in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. Canadese DOC-voorschriften Complies with Canadian EMC Class B requirements. « Conforme à la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. « CEM ». » VCCI-verklaring (Japan) Instructies voor netsnoer Controleer of uw voedingsbron geschikt is voor het voltage van het product. U vindt het voltage op het productetiket. Het product maakt gebruik van 110-127 V wisselspanning of 220-240 V wisselspanning en 50/60 Hz. Sluit het netsnoer aan op het product en op een geaard stopcontact. VOORZICHTIG: Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij het product is geleverd om mogelijke schade aan het product te voorkomen. Netsnoerverklaring (Japan) NLWW Veiligheidsvoorschriften 205 EMC-verklaring (Korea) 206 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW Laserverklaring voor Finland Luokan 1 laserlaite Klass 1 Laser Apparat HP LaserJet Pro 100 color M175a, M175nw, laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (2007) mukaisesti. VAROITUS ! Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle. VARNING ! Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1. HUOLTO HP LaserJet Pro 100 color M175a, M175nw - kirjoittimen sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa olevia kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen huoltamiseen koulutettu henkilö. Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi ei katsota väriainekasetin vaihtamista, paperiradan puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa lueteltuja, käyttäjän tehtäväksi tarkoitettuja ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman erikoistyökaluja. VARO ! Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömällelasersäteilylle laitteen ollessa toiminnassa. Älä katso säteeseen. VARNING ! Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för osynlig laserstrålning. Betrakta ej strålen. Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista: Aallonpituus 775-795 nm Teho 5 m W Luokan 3B laser. GS-verklaring (Duitsland) Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden. NLWW Veiligheidsvoorschriften 207 Tabel met chemicaliën (China) Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement (Turkije) Türkiye Cumhuriyeti: EEE Yönetmeliğine Uygundur 208 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW Aanvullende voorschriften voor draadloze producten FCC-voorschriften—Verenigde Staten Exposure to radio frequency radiation VOORZICHTIG: The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human contact during normal operation is minimized. In order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure limits, human proximity to the antenna shall not be less than 20 cm during normal operation. This device complies with Part 15 of FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device. VOORZICHTIG: Based on Section 15.21 of the FCC rules, changes of modifications to the operation of this product without the express approval by Hewlett-Packard Company may invalidate its authorized use. Australische verklaring This device incorporates a radio-transmitting (wireless) device. For protection against radio transmission exposure, it is recommended that this device be operated no less than 20 cm from the head, neck, or body. Braziliaanse ANATEL-verklaring Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a sistemas operando em caráter primário. Canadese verklaringen For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise emissions from digital apparatus as set out in the radio interference regulations of the Canadian Department of Communications. The internal wireless radio complies with RSS 210 of Industry Canada. Pour l´usage d´intérieur. Le présent appareil numérique n´émet pas de bruits radioélectriques dépassant les limites applicables aux appareils numériques de Classe B prescribes dans le règlement sur le brouillage radioélectrique édicté par le Ministère des Communications du Canada. Le composant RF interne est conforme à la norme CNR-210 d´Industrie Canada. Wettelijk voorschrift van Europese Unie De telecommunicatiefunctionaliteit van dit product kan worden gebruikt in de volgende EU- en EFTAlanden/regio's: Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechische Republiek, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, NLWW Aanvullende voorschriften voor draadloze producten 209 Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slovaakse Republiek, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk For 2.4 GHz Wireless LAN operation of this product certain restrictions apply: This equipment may be used indoor for the entire 2400-2483.5 MHz frequency band (channels 1-13). For outdoor use, only 2400-2454 MHz frequency band (channels 1-9) may be used. For the latest requirements, see www.arcep.fr. L'utilisation de cet equipement (2.4 GHz Wireless LAN) est soumise à certaines restrictions : Cet équipement peut être utilisé à l'intérieur d'un bâtiment en utilisant toutes les fréquences de 2400-2483.5 MHz (Chaine 1-13). Pour une utilisation en environnement extérieur, vous devez utiliser les fréquences comprises entre 2400-2454 MHz (Chaine 1-9). Pour les dernières restrictions, voir, www.arcep.fr. Kennisgeving voor gebruik in Rusland Существуют определенные ограничения по использованию беспроводных сетей (стандарта 802.11 b/ g) с рабочей частотой 2,4 ГГц: Данное оборудование может использоваться внутри помещений с использованием диапазона частот 2400-2483,5 МГц (каналы 1-13). При использовании внутри помещений максимальная эффективная изотропно–излучаемая мощность (ЭИИМ) должна составлять не более 100мВт. Koreaanse verklaring Taiwanese verklaring 210 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW Index A aangepaste afdrukinstellingen (Windows) 86 aangepast papierformaat, instellingen Macintosh 32 aansluiten op een draadloos netwerk 44 aantal exemplaren, wijzigen 114 aantal pagina's 134 aanzicht, product 5 accessoires bestellen 180 onderdeelnummers 180 accessoirestatuspagina 134 achterklep storingen 162 ad-hocnetwerk, draadloos beschrijving 47 configureren 48 afbeeldingsdrum bewaren 73 controleren op beschadiging 75 garantie 185 geheugenchips 186 afbeeldingsdrum, artikelnummer 180 afdrukken instellingen (Mac) 33 instellingen (Windows) 85 Macintosh 32 van rand tot rand 121 afdrukken in grijstinten, Windows 97 afdrukkwaliteit verbeteren 164 verbeteren (Windows) 89 NLWW afdrukmateriaal eerste pagina 33 ondersteund 55 ondersteunde formaten 55 pagina's per vel 34 afdrukmateriaalstoringen. Zie storingen afdrukstand papier, bij het plaatsen 60 wijzigen (Windows) 94 afdruktaak annuleren 32, 84 instellingen wijzigen 20 afdruktaken 83 afmetingen, productspecificaties 194 afvalverwerking, einde van levensduur 199 annuleren afdruktaak 32, 84 kopieertaken 116 scantaken 129 antivervalsing, benodigdheden 73 apparaatstatus tabblad Services op Macintosh 35 B bakken, uitvoer storingen, verhelpen 162 bedieningspaneel berichten, problemen oplossen 151 instellingen 29 menu's 10 menuschema afdrukken 134 reinigingspagina, afdrukken 143 soorten berichten 151 benodigdheden bestellen 179, 180 niet-HP 73 onderdeelnummers 180 recyclen 72, 197 status weergeven met HP Utility 31 vervalste 73 benodigdheden bestellen websites 179 berichten bedieningspaneel 151 bestellen benodigdheden en accessoires 180 onderdeelnummers voor 180 besturingssystemen, netwerken 40 besturingssystemen, ondersteund 26 besturingssystemen voor Windows, ondersteund 18 bewaren printcartridges 73 product 194 briefpapier afdrukken (Windows) 97 brochures afdrukken (Windows) 105 C Canadese DOC-voorschriften 205 cartridges garantie 184 niet-HP 73 onderdeelnummers 180 opslag 73 Index 211 pagina status benodigdheden 134 recyclen 72, 197 cartridges, printstatus op Macintosh 35 configuratiepagina 134 configuratie via USB 42 connectiviteit problemen oplossen 171 USB 42 contrastinstellingen kopie 120 D deïnstalleren van Windowssoftware 22 demopagina 134 document, symbolen iii documenten schalen Macintosh 32 documentformaat wijzigen kopiëren 116 documentinvoer storingen 160 donkerheid, contrastinstellingen kopie 120 dpi (dots per inch) scannen 130 draadloos uitschakelen 46 draadloos netwerk ad-hoc 46 ad-hoc configureren 48 beveiliging 47 communicatiemodi 46 configureren met USB 28, 45 configureren met WPS 28, 45 driver installeren 45 infrastructuur 46 draadloos netwerk, aansluiting 44 draadloos netwerk, storing 46 drivers gebruikspagina 134 instellingen (Mac) 33 instellingen (Windows) 85 instellingen wijzigen (Mac) 30 instellingen wijzigen (Windows) 21 212 Index papiersoorten en -formaten wijzigen 54 voorinstellingen (Mac) 33 drum garantie 185 dubbelzijdig afdrukken afdrukstand papier bij plaatsing 60 Windows 91 duplex afdrukken afdrukstand papier bij plaatsen 60 Windows 91 E eerste pagina ander papier gebruiken 33 e-mail, scannen naar resolutie-instellingen 131 enveloppen afdrukstand 60 etiketten afdrukken (Windows) 99 Europese Unie, afvalverwerking 199 exemplaren aantal wijzigen (Windows) 86 F Finse verklaring ten aanzien van laserveiligheid 207 firewall 44 formaat, kopie verkleinen of vergroten 116 formaat van documenten wijzigen Windows 103 formulieren afdrukken (Windows) 97 foto's kopiëren 123 foutberichten bedieningspaneel 151 fouten software 176 fraudelijn 73 fysieke specificaties 194 G garantie afbeeldingsdrum 185 licentie 187 printcartridges 184 product 182 gebruikspagina 134 geheugenchip, afbeeldingsdrum beschrijving 186 geheugenchip, printcartridge beschrijving 186 geleverde batterijen 199 geluidsspecificaties 194 glasplaat, reinigen 119, 131 grijswaarden scannen 131 H help afdrukopties (Windows) 85 herhaalde fouten, problemen oplossen 75 hoogte, specificaties 194 HP Easy Color gebruiken 111 uitschakelen 111 HP fraudelijn 73 HP-klantondersteuning 190 HP Scan (Windows) 128 HP Utility 31 HP Utility, Mac 31 HP-UX-software 24 HP Web Jetadmin 23, 138 I identiteitsbewijzen kopiëren 115 infrastructuur draadloos netwerk beschrijving 47 installatie ongedaan maken, Macsoftware 29 installeren software, bekabeld netwerk 28, 44 software, USBverbindingen 42 instellingen drivers 21 drivers (Mac) 30 netwerkrapport 134 prioriteit 29 voorinstellingen in driver (Mac) 33 instellingen tabblad Kleur 35 NLWW invoerlade vullen 59 Invoerlade capaciteit 60 IP-adres automatische configuratie 27, 44 handmatige configuratie 27, 43 J Jetadmin, HP Web 23, 138 K klantenondersteuning opnieuw verpakken van product 191 klantondersteuning online 190 kleine documenten kopiëren 115 kleur aanpassing 108 beheren 107 gebruiken 107 halftoonopties 110 neutrale grijstinten 110 overeenstemmen 112 randenbeheer 110 kleur, scaninstellingen 130, 131 kleuren afdruk vs. beeldscherm 112 kleurinstellingen aanpassen 165 kleuropties HP EasyColor (Windows) 111 instellen (Windows) 95 kleuruitlijning, kalibreren 167 kopieën met aangepast formaat 116 kopiëren annuleren 116 contrast, aanpassen 120 dubbelzijdig 125 foto's 123 instellingen voor licht/ donker 120 kwaliteit, aanpassen 118 meerdere exemplaren 114 menu Kopiëren 14 NLWW papierinstellingen 121 snel 114 sorteren 117 standaardinstellingen herstellen 122 van rand tot rand 121 vergroten 116 verkleinen 116 Koreaanse EMC-verklaring 206 kwaliteit afdrukinstellingen (Macintosh) 32 kopieerinstellingen 118 kwikvrij product 199 L laag energieverbruik, instellingen inschakelen 140 uitschakelen 140 laden afdrukstand 60 capaciteit 60 storingen, verhelpen 161 lettertypen lijsten, afdrukken 134 licentie, software 187 lichtheid kopieercontrast 120 liggende afdrukstand wijzigen (Windows) 94 Linux 24 Linux-software 24 log kleurgebruik 134 M Mac driverinstellingen 30, 33 HP Utility 31 installeren van software 26 ondersteunde besturingssystemen 26 papiersoorten en -formaten wijzigen 32 problemen oplossen 177 scannen met TWAINcompatibele software 128 software verwijderen 29 Macintosh documentformaat wijzigen 32 ondersteuning 190 Macintosh-driverinstellingen aangepast papierformaat 32 tabblad Services 35 watermerken 33 materiaalbeperkingen 199 Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) 200 media aangepast formaat, Macintoshinstellingen 32 meerdere pagina's per vel 34 menu Kopiëren 14 Netwerkinstellingen 13 Rapporten 10 Service 12 Systeeminstellingen 10 menu's, bedieningspaneel schema afdrukken 134 milieuvriendelijke functies 3 milieuvriendelijke producten 197 modelnummer 6 N netwerk configureren 13 draadloos, uitschakelen 46 instellingen, weergeven 49 instellingen, wijzigen 49 IP-adresconfiguratie 27, 43 ondersteunde besturingssystemen 40 netwerk beheren 49 netwerken configuratiepagina 134 HP Web Jetadmin 138 instellingenrapport 134 Netwerkinstellingen, menu 13 netwerkverbindingen 43 neutrale grijstinten 110 niet-HP, benodigdheden 73 n op een vel afdrukken 34 n per vel afdrukken selecteren (Windows) 93 O OCR-software 129 omgevingsspecificaties 194 onderdeelnummers printcartridges 180 Index 213 Ondersteund materiaal 55 ondersteuning online 190 opnieuw verpakken van product 191 online ondersteuning 190 onvolkomenheden, repeterende 75 openen van printerdrivers (Windows) 85 oplossen netwerkproblemen 171 problemen met rechtstreekse verbindingen 171 opmerking iii optische tekenherkenning, software voor 129 overeenstemmen, kleuren 112 overlapping 110 P pagina, afdrukstand wijzigen (Windows) 94 pagina's per vel afdrukken (Windows) 93 selecteren (Windows) 93 paginaformaten schaal van documenten aanpassen (Windows) 103 papier aangepast formaat, Macintoshinstellingen 32 afdrukken op voorbedrukt briefpapier of voorbedrukte formulieren (Windows) 97 afdrukstand 60 eerste pagina 33 kopieerinstellingen 121 ondersteunde formaten 55 pagina's per vel 34 selecteren 166 storingen 158 papier, bestellen 180 papier, speciaal afdrukken (Windows) 99 papier, voorbladen afdrukken (Windows) 101 papierformaat wijzigen 54 214 Index papierformaten aangepast, selecteren 90 selecteren 89 papierinvoer, problemen oplossen 158 papiersoort wijzigen 164 papiersoorten selecteren 90 wijzigen 54 papierstoringen. Zie storingen PCL-lettertypen 134 pixels per inch (ppi), scanresolutie 130 plaatsen van afdrukmateriaal invoerlade 59 ppi (pixels per inch), scanresolutie 130 printcartridges garantie 184 geheugenchips 186 niet-HP 73 onderdeelnummers 180 opslag 73 pagina status benodigdheden 134 recyclen 72, 197 status op Macintosh 35 printer Reinigen 142 printerdriver draadloos netwerk configureren 45 printerdrivers kiezen 168 printerdrivers (Mac) instellingen 33 instellingen wijzigen 30 printerdrivers (Windows) instellingen 85 instellingen wijzigen 20, 21 prioriteit, instellingen 29 problemen oplossen berichten op bedieningspaneel 151 controlelijst 147 geen reactie 169 herhaalde fouten 75 Mac-problemen 177 netwerkproblemen 171 papierinvoer 158 problemen met rechtstreekse verbindingen 171 storingen 158 trage reactie 169 product aanzicht 5 software voor Windows 17 PS-lettertypen 134 R Randenbeheer 110 rand tot rand afdrukken 121 rapporten configuratiepagina 10 demopagina 10 diagnosepagina 10 gebruikspagina 10 kwaliteitspagina afdrukken 10 logboek kleurgebruik 10 menuoverzicht 10 netwerkoverzicht 10 PCL6-lettertypelijst 10 PCL-lettertypelijst 10 PS-lettertypelijst 10 servicepagina 10 statuspagina benodigdheden 10 Readiris OCR-software 129 recyclen 197 recycling programma van HP voor retourneren en recyclen van afdrukbenodigdheden 198 recycling van benodigdheden 72 reinigen buitenkant 144 glasplaat 119, 131 papierbaan 143, 167 Reinigen printer 142 resolutie scannen 130 S scannen annuleren 129 grijswaarden 131 kleur 130 methoden 128 NLWW met Mac-software 36 OCR-software 129 resolutie 130 TWAIN-compatibele software 128 via HP Scan (Windows) 128 WIA-compatibele software 128 zwart-wit 131 scanner glasplaat reinigen 119, 131 schalen van documenten kopiëren 116 Windows 103 serienummer 6 service opnieuw verpakken van product 191 Service, menu 12 servicepagina 134 Services, tabblad Macintosh 35 sluimervertraging inschakelen 140 uitschakelen 140 snelkoppelingen (Windows) gebruiken 86 maken 87 software HP Utility 31 HP Web Jetadmin 23 installeren, bekabeld netwerk 28, 44 installeren, USBverbindingen 42 instellingen 29 licentieovereenkomst software 187 Linux 24 ondersteunde besturingssystemen 26 problemen 176 Readiris OCR 129 scannen vanuit TWAIN of WIA 128 Solaris 24 UNIX 24 verwijderen van Mac 29 verwijderen voor Windows 22 Windows 23 NLWW Software ondersteunde besturingssystemen voor Windows 18 Solaris-software 24 sorteren, kopieën 117 speciaal materiaal richtlijnen 52 speciaal papier afdrukken (Windows) 99 richtlijnen 52 speciaal papier voor voorbladen afdrukken (Windows) 101 specificaties fysiek 194 omgeving 194 stroomvoorziening en geluid 194 staande afdrukstand wijzigen (Windows) 94 standaardinstellingen herstellen 150 status benodigdheden, rapport afdrukken 134 HP Utility, Mac 31 tabblad Services op Macintosh 35 Status benodigdheden, tabblad Services Macintosh 35 statuspagina benodigdheden afdrukken 76 storingen aantal bijhouden 134 achterklep, verhelpen 162 documentinvoer, verhelpen 160 laden, verhelpen 161 locaties 159 oorzaken van 158 uitvoerbak, verhelpen 162 stroom verbruik van 194 stroomvoorzieningsspecificaties 194 symbolen, document iii Systeeminstellingen, menu 10 T TCP/IP ondersteunde besturingssystemen 40 technische ondersteuning online 190 opnieuw verpakken van product 191 temperatuurspecificaties 194 tip iii tonercartridges. Zie printcartridges transparanten afdrukken (Windows) 99 TWAIN-compatibele software, scannen vanuit 128 tweezijdig afdrukken Windows 91 U UNIX 24 UNIX-software 24 USB draadloos netwerk configureren 28, 45 USB-kabel, artikelnummer 180 V VCCI-verklaring voor Japan 205 veiligheidsverklaringen 205, 207 Verbinden met netwerk 43 vergrendelen apparaat 139 vergroten van documenten kopiëren 116 verklaring ten aanzien van laserveiligheid 205, 207 verklaring van conformiteit 201, 203 verkleinen van documenten kopiëren 116 verpakken, opnieuw, product 191 verpakken van product 191 vervalste benodigdheden 73 verwerken, einde van levensduur 199 verwijderen, Mac-software 29 verzenden van product 191 vochtigheidsspecificaties 194 voorbedrukt papier afdrukken (Windows) 97 Index 215 voorbladen afdrukken (Mac) 33 voorinstellingen (Mac) 33 voorzichtig iii W waarschuwing iii watermerken toevoegen (Windows) 104 websites benodigdheden bestellen 179 fraudemeldingen 73 HP Web Jetadmin, downloaden 138 klantondersteuning 190 Macintosh klantondersteuning 190 Material Safety Data Sheet (MSDS) 200 werkomgeving, specificaties 194 WIA-compatibele software, scannen vanuit 128 wijzigen, documentformaat Macintosh 32 Windows driverinstellingen 21 scannen vanuit TWAIN- of WIAsoftware 128 softwareonderdelen 23 WPS draadloos netwerk configureren 28, 45 Z zwart-wit scannen 131 216 Index NLWW © 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.com *CE866-90918* *CE866-90918* CE866-90918
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232

HP LASERJET PRO 100 COLOR MFP M175 Handleiding

Type
Handleiding