NL
Gebruiksaanwijzing
42
Transport instructies
Het toestel moet altijd rechtopstaand
getransporteerd worden.
De geleverde verpakking moet intact zijn
tijdens het transport.
Indien het toestel horizontaal getransporteerd
wordt, moet het vertikaal geplaatst worden
en deze positie gedurende 4 uren gelaten
worden alvorens in gebruik te nemen.
Het toestel moet beschermd worden tegen
regen,vocht en andere atmosferische
invloeden.
De fabrikant neemt geen verantwoordelijk
indien de instructies niet worden opgevolgd.
Verwijdering
Maak het toestel onmiddellijk onbruikbaar.
Trek de hoofdschakelaars uit en snij de
stroomkabels door.
Verwijder of vernietig de snapsloten of
veersloten alvorens het toestel te verwijderen.
Zo, vermijdt u dat kinderen zichzelf opsluiten
en hun leven in gevaar brengen.
Installatie toestel
• Gebruik uw toestel niet in een ruimte waar
de temperatuur, tijdens de nacht of de winter,
lager dan 10°C kan worden. Bij lagere
temperaturen is het mogelijk dat het toestel
niet werkt, wat als resultaat heeft dat de
etenswaren sneller vervallen.
• De klimaatklasse van uw toestel wordt aan
de binnenkant van uw toestel weergegeven.
Een klimaatklasse is het geschikte
kamertemperatuurbereik zoals hieronder
weergegeven.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN ………………….......+10
o
C tot 32
o
C
N ………………….......+16
o
C tot 32
o
C
ST ………………….......+18
o
C tot 38
o
C
T…………………….......+18
o
C tot 43
o
C
SN-ST…………….........+10
o
C tot 38
o
C
SN-T……………............+10
o
C tot 43
o
C
Plaats het toestel in droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
Vermijd rechtstreeks zonlicht of rechtstreekse
warmtebronnen zoals een fornuis of een
verwarmingstoestel.
Indien dit niet vermeden kan worden, hou dan
rekening met volgende afstanden:
Elektrische ovens: 300 cm
Verwarmingtoestel: 3,00 cm
Koeltoestellen: 2,50 cm
• Verzeker u ervan dat er voldoende ruimte is
rond het toestel zodat er voldoende
luchtcirculatie is (Afb. 2).
Plaats de twee plastic muurspacers, die met
het toestel geleverd werden, door ze • slag
naar de condensor aan de achterkant van het
toestel te draaien (Afb. 3).
• Het toestel moet op een vlak oppervlak
geplaatst worden. De twee stelvoeten kunnen
indien nodig aangepast worden. (Afb. 4). Om
te verzekeren dat uw toestel rechtop staat,
stel de twee voorste stelvoeten in door ze
naar rechts of links te draaien tot het toestel
stevig op de grond staat. Door de stelvoeten
juist in te stellen, vermijdt u overmatige
trillingen en geluid.
Elektrische aansluiting
Waarschuwing
Dit toestel moet geaard worden.
• Controleer of het voedingstype en het
voltage in uw regio overeenstemt met wat op
de belastingtabel in het toestel staat.
• De veiligheid van het toestel kan maar
gegarandeerd worden wanneer het
aardleksysteem in het huis volgens de
voorschriften geïnstalleerd is.
• Wanneer u het toestel installeert, let erop
dat de aansluitkabel niet onder het toestel
komt te zitten; anders kan de kabel
beschadigd worden.
• Maak dat de stekker gemakkelijk
toegankelijk blijft. Gebruik geen
samengestelde contactdozen of een
verlengsnoer.