RH101-nl-NL_V3.2 4/15
6
MAX-toetsen
Om alleen de hoogste aflezing weer te geven kunt u op de MAX-toets drukken (onderaan de meter
voor luchttemperatuur; midden van de meter voor IR-temperatuur en relatieve luchtvochtigheid). De
weergegeven meting verandert nu alleen wanneer er een hogere waarde waargenomen wordt. Druk
weer op de MAX-toets om de functie uit te zetten.
Schermverlichting Druk op de toets om de schermverlichting aan te zetten. Druk weer op de
toets om de verlichting uit te zetten.
Opmerkingen bij infrarood-metingen
Bij het verrichten van IR-metingen compenseert de meter de veranderingen in
omgevingstemperatuur automatisch. Denk eraan dat de meter tot 30 minuten tijd nodig kan
hebben om zich aan te passen aan extreme veranderingen in omgevingstemperatuur.
Als lage temperatuurmetingen direct gevolgd worden door hoge temperatuurmetingen kan het
enkele minuten duren totdat de metingen stabiliseren, als gevolg van het afkoelingsproces van
de IR-sensor.
Als het oppervlak van het te meten voorwerp bedekt is met ijs, olie, vuil enz, maak het dan
schoon voordat u de metingen verricht.
Als het oppervlak van een voorwerp sterk weerkaatst, gebruik dan plakband of matte zwarte
verf voordat u de meting verricht.
Stoom, stof, rook enz. kan metingen storen.
Om een heet punt op een oppervlak te vinden kunt u de meter buiten het te meten oppervlak
richten en dan over het oppervlak scannen (in een op en neer gaande beweging) totdat het hete
punt gevonden is.
IR theorie
IR-thermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een voorwerp. De optiek van de meter
neemt uitgestraalde, weerkaatste & doorgelaten energie waar, die verzameld wordt en op de
detector van de meter gefocust wordt. Het circuit van de meter zet deze informatie om in een
aflezing op het scherm.
IR Field of View
Zorg ervoor dat het gewenste doel groter is dan het formaat van de meetvlek, zoals getoond in het
onderstaande diagram. Wanneer de afstand tot het voorwerp toeneemt, neemt ook de grootte van
de meetvlek toe. De field of view-ratio van de meter is 8:1. Dit betekent dat als de meter zich op 8
inches afstand van het doel bevindt, de diameter (meetvlek) van het te meten voorwerp tenminste 1
inch moet zijn. Andere afstanden worden hieronder aangegeven in het field of view-diagram.
Afstand tot voorwerp in inches
Diameter meetvlek in inches
0.75”
1”
1.25”
6”
8”
10”
12”
1.5”