Wij feliciteren u met de aanschaf van dit Tamron-objectief ter uitbreiding van uw foto-
uitrusting. Voordat u uw nieuwe objectief gaat gebruiken wordt u verzocht deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen om uzelf vertrouwd te maken met de
mogelijkheden van het objectief en kennis te nemen van de fototechnische aanbevelingen,
zodat u verzekerd bent van de beste resultaten. Indien u de nodigde zorgvuldigheid betracht,
zult u vele jaren plezier hebben van uw Tamron-objectief en zult u de prachtigste foto’s
kunnen maken.
폷 Verklaart de voorzorgen die u kunt nemen om problemen te voorkomen.
폷 Verklaart dingen die nuttig zijn om te weten, naast de basisbediening.
1 Zonnekap
2 Merkteken voor zonnekapaansluiting
3 Kap-bevestigd- indicator
4 Filter ring
5 Bajonetring voor zonnekap
6 Scherpstelring
7 Afstandsschaal
8 Afstandsindex
9 Zoomring
0 Brandpuntsafstandsschaal
- Zoomringvergrendeling (Fig. 3 & 4)
= VC-knop
q Schakelaar (AF/MF) voor scherpstelling (Fig. 5 & 6)
w Scherptediepte-index
e Aansluitingsmerkteken voor objectief
r Aansluitcontacten/objectiefaansluitcontacten
B003
Brandpuntsafstand 18-270 mm
Maximale lensopening F/3,5-6,3
Zichthoek 75°33' - 5°55'
Lensopbouw 13/18
Minimale scherpstelafstand 0,49 m
Maximale vergrotingsverhouding 1:3,5 (at 270mm)
Filterdiameter
ø
72 mm
Lengte 101 mm
Diameter
ø
79,6 mm
Gewicht 550 g
Zonnekap AB003
폷 Zowel de technische specificatie als de uitvoering van de objectieven die in deze
gebruiksaanwijzing zijn opgenomen mogen zonder voorafgaande inkennisstelling worden
gewijzigd.
쐽 Bevestigen van het objectief
Verwijder de achterste objectiefkap. Plaats het merkteken e op het objectief tegenover
met het merkteken op de cameravatting en plaats het objectief op de camera.
In het geval van een Nikon-vatting, draai het objectief tegen de klok in tot die in de vaste
positie klikt. In het geval van een Canon-vatting, draai het objectief met de klok mee tot
die in de vaste positie klikt.
쐽 Verwijderen van het objectief
Druk de ontgrendelingsknop voor het objectief op de camera neerwaarts.
In het geval van een Nikon-vatting, draai het objectief met de klok mee tot het in de vaste
positie klikt. In het geval van een Canon-vatting, draai het objectief tegen de klok in tot het
in de vaste positie klikt.
폷 Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Zet de AF/MF-schakelaar q van de lens op AF. (Fig. 5). Bij het gebruik van Nikon camera’s met
een focus-mode keuze-knop, moet de focus-mode of S of C ingesteld worden vooraleer de
AF/MF schakelaar
q op de lens naar AF te schakelen. Druk de ontspanknop gedeeltelijk in
terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het onderwerp richt, het objectief stelt dan
automatisch scherp. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
폷 Wanneer de camera in de stand AF staat, kan door de scherpstelring 6 te draaien het
objectiefmechanisme ernstig beschadigd raken.
폷 De afstandsschaal 7 wordt aangegeven al referentie. Het eigenlijke brandpunt kan lichtjes
verschillen van de afstand die op de brandpuntsafstandindex wordt weergegeven.
폷 Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Zet de AF/MF-schakelaar qvan de lens op MF. (Fig. 6). Bij het gebruik van Nikon camera’s met
een focus-mode keuze-knop, moet de focus-mode of M ingesteld worden vooraleer de AF/MF
schakelaar
q op de lens naar MF te schakelen. Stel handmatig scherp middels de
scherpstelring terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het onderwerp richt. Wanneer het te
fotograferen onderwerp scherp staat in de zoeker, is de lens scherpgesteld.
폷 Als u in de stand MF de scherpstelring 6 draait terwijl u de ontspanknop gedeeltelijk indrukt, gaat
het scherpstel-hulplampje branden wanneer het beeld is scherpgesteld.
폷 Stel scherp op het verste onderdeel van het te fotograferen onderwerp. Het beschikt over een zekere
flexibiliteit waardoor ook andere onderdelen binnen het scherpgestelde gedeelte scherp worden
weergegeven.
폷 Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
De VC (Trillingscompensatie) is een mechanisme dat maakt dat foto’s minder onscherp verschijnen
bij het maken van foto's zonder gebruik van statief. Bij het gebruik van de VC kunnen foto’s genomen
worden met een sluitersnelheid die 4 maal trager is dan indien de VC niet gebruikt wordt.
쏄Het resultaat wordt bepaald door metingen gebaseerd op technologie van ons bedrijf. De resultaten
verschillen ook afhankelijk van de stijl van fotograferen en de stabiliteit van de fotograaf.
쐽 Hoe het VC-mechanisme gebruiken
De VC kan worden gebruikt in modus AF of MF.
1) Actieveer de VC-knop =.
*Deactiveer de VC wanneer u deze niet gaat gebruiken.
2) Druk de sluiterknop tot de helft in om het effect van de VC te controleren.
Na het indrukken van de sluiterknop tot de helft van zijn bereik duurt het ongeveer 1
seconde vooraleer de VC een stabiel beeld produceert.
Omwille van het werkingsprincipe van de VC zal het beeld op de display trillen na het
indrukken van de sluiterknop.
쐽 De VC is voornamelijk nuttig voor het nemen van foto’s in de volgende
omstandigheden:
폷 Plaatsen met beperkte verlichting
폷 Plaatsen waar het gebruik van een flitser verboden is
폷 Situaties waarbij de fotograaf het evenwicht moeizaam kan handhaven
폷 Het maken van een serie foto’s van bewegende objecten
쐽 De VC kan niet volledig effectief zijn in de volgende gevallen:
폷 Wanneer een foto vanuit een voertuig is genomen dat hevig beweegt.
폷 Fotograferen wanneer de camera bijzonder veel beweegt.
폷 Schakel de VC uit als u foto’s maakt met lange belichtingstijden. Als de VC hierbij geactiveerd is,
kunnen er fouten optreden.
폷 Om wille van het werkingsprincipe van de VC zal het beeld op de display trillen onmidellijk na het
indrukken van de sluiterknop. Dit is geen toestelfout.
폷 Wanneer de VC geactiveerd is, verbruikt de camera energie en er kunnen dus minder opnames
gemaakt worden.
폷 Wanneer de VC in werking is, zal er onmiddellijk na het half indrukken van de sluiterknop of een
tweetal seconden na het loslaten van de sluiterknop een klikgeluid optreden. Dit is het in
werking treden van het blokkeringsmechanisme en is geen toestelfout.
폷 Zet de VC-schakelaar op OFF wanneer u een statiefgondel gebruikt.
폷 Het duurt nog ongeveer twee seconden na het loslaten van de sluiterknop vooraleer de VC stopt
met bewegen en het blokkeringsmechanisme in werking treedt.
폷 Wanneer de lens van de camera afgenomen wordt, terwijl VC geactiveerd is, is het mogelijk dat de lens
een klikgeluid maakt als de lens aan een schok blootgesteld wordt. Dit is geen toestelfout. Breng het
objectief opnieuw aan op de camera en schakel de camera aan. Het geluid zou nu moeten verdwijnen.
폷 De VC is in werking wanneer de sluiterknop voor de helft ingedrukt is (en blijft in werking tot een
tweetal seconden nadat de sluiterknop losgelaten wordt.)
폷 De VC kan worden gebruikt in modus AF of MF.
Draai de zoomring 9 van het objectief terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het onderwerp
richt en kader het onderwerp uit bij de gekozen brandpuntsafstand.
De Modellen B003 zijn voorzien van een zoomvergrendelingsmechanisme dat voorkomt dat
het objectief door zijn eigen gewicht gaat 'uitzakken' wanneer de camera aan de
schouderriem wordt meegevoerd. De objectieven worden op 18mm vastgezat om spontaan
uitdraaien te voorkomen.
1) Vergrendelen: stel het objectief in op 18mm. Beweeg de knop - in de richting van de
camera tot de indexlijnen tegenover elkaar staan. Het objectief is nu vergrendeld en kan
niet door zijn eigen gewicht 'uitzakken'.
2) Ontgrendelen: beweeg de knop van de camera af. Het objectief is nu ontgrendeld en
klaar om in te zoomen.
폷 De schakelaar kan niet worden bediend wanneer het objectief niet op 18mm is ingesteld.
Forceer de schakelaar niet en probeer niet in te zoomen w anneer
- het objectief is
vergrendeld.
폷 Het objectief is in vergrendelde toestand op 18mm te gebruiken.
폷 Het vergrendelingsmechanisme is bedoeld om het 'uitzakken' van het objectief tegen te
gaan wanneer de camera aan de schouderriem wordt meegevoerd. Als de lens in een lage
of hoge hoekpositie wordt gebruikt, kan de lens tijdens een lange belichting zijn
brandpuntafstand veranderen.
Als standaard-accessoire wordt een zonnekap met bajonetaansluiting meegeleverd. Het is
aan te bevelen deze kap altijd bij daglicht te gebruiken, daar deze de nadelige invloeden van
strooilicht voorkomt. Wanneer u flitsopnames maakt met een ingebouwde flits wordt het
gebruik van de zonnekap afgeraden (mogelijke schaduwvorming in het kader).
쐽 Het bevestigen van de zonnekap (Fig. 9 & 0)
Zorg ervoor dat Merkteken voor zonnekapaansluiting 2 op de zonnekap tegenover het
corresponderende indexteken 5 op het objectief staat en schuif ze tegen elkaar. Draai de
zonnekap en druk deze gelijkmatig in de bajonetvatting (Fig. 9) en draai deze vervolgens
met de klok mee (Fig. 9). Draai de zonnekap totdat het merkteken “TAMRON 쑗” naar
boven wijst (Fig. 0) en op zijn plaats vastklikt. Bij het aanbrengen van de zonnekap dient
u de scherpstel- en zoomring vast te houden zodat ze niet verdraaien.
폷 Zie er in het bijzonder bij groothoekopnames (35mm of minder) op toe dat de zonnekap op
de juiste wijze is aangebracht.
Bij onjuist gebruik kan het voorkomen dat de hoeken van uw opname van een schaduw
worden voorzien.
쐽 Opbergen van de zonnekap (Fig. -)
1) Keer de zonnekap om. Richt het objectief op de opening en plaatst vervolgens het
merkteken voor de zonnekap op het objectief 3 tegenover het merkteken (TAMRON 쑗)
op de zonnekap.
2) Draai de zonnekap met de klok mee totdat het merkteken (•) naar boven wijst. (Fig. -)
폷 Het optisch ontwerp van de Di II houdt rekening met de diverse eigenschappen van digitale
spiegelreflex camera’s. Echter, als gevolg van het ontwerp van digitale
spiegelreflexcamera’s, kan zelfs als de nauwkeurigheid van de AF-scherpstelling binnen de
specificaties ligt, het brandpunt iets voor of achter het optimale punt liggen wanneer u
onder bepaalde omstandigheden met behulp van automatische scherpstelling foto’s neemt.
폷 De beeldcirkels van Di II-lenzen zijn ontworpen om te passen bij de digitale SLR-camera’s
die beeldsensoren gebruiken die gelijkwaardig zijn aan APS-C (approx. 15,5
҂
23,2mm).
Gebruik geen Di II-lenzen met cameraÅfs die beeldsensoren gebruiken die groter zijn dan
APS-C. Het gebruik van Di II-lenzen met zulke camera’s kan vignetteren op het beeld tot
gevolg hebben.
폷 Het Tamron-objectief dat hier wordt beschreven, maakt gebruik van een inwendig
scherpstellingssysteem (IF-systeem). De eigenschappen van dit optische systeem maken
dat de gezichtshoek (m.u.v. de stand oneindig) breder is dan die van objectieven die gebruik
maken van een conventioneel scherpstelsysteem.
폷 Wanneer de ingebouwde flits van uw camera wordt gebruikt, kan het voorkomen dat
onregelmatige belichting plaatsvindt, in het bijzonder bij groothoekopnames. Dit is te wijten
aan het beperkte bereik van de flits en/of de plaatsing van de flits t.o.v. het objectief
(schaduwvorming). Het is aan te bevelen een andere flits te gebruiken. Voor nadere
informatie verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
폷 Wanneer u met de telelens fotografeert, dient u ervoor te zorgen dat de camera niet wordt
bewogen. Activeer de functie VC (Trillingscompensatie) voor het verminderen van de
trillingen. Om de vervorming van de foto te reduceren zonder VC, moet u volgende stappen
volgen: Om het bewegen van de camera te vermijden, stelt u hogere ISO-waarden in bij
digitale fotocamera’s, en bij filmcamera’s gebruikt u film met hogere ISO-waarden om een
hogere sluitersnelheid te krijgen. Het gebruik van een statief is ook doeltreffend.
Wanneer u met de camera vanuit de hand fotografeert, sta dan stil en zet de benen enigszins
uit elkaar, houdt de ellebogen stevig tegen de borst en de camera stevig tegen het gezicht.
Indien mogelijk, leun ergens tegenaan om uzelf te steunen of plaats de camera ergens op om
beter houvast te krijgen. U fotografeert ook beter vanuit de hand wanneer u uw adem
inhoudt, terwijl u de sluiter langzaam en stevig indrukt.
폷 Wanneer de camera in de stand AF staat, kan door de scherpstelring te draaien het
objectiefmechanisme ernstig beschadigd raken.
폷 Bepaalde camera’s vermelden de minimale en maximale lensopening in afgeronde getallen.
Dit wijst niet noodzakelijkerwijs op een fout.
폷 De in deze gebruiksaanwijzing vermelde objectieven zijn niet voorzien van een
infraroodindexlijn. Er kan derhalve met deze objectieven niet (op praktische wijze) met
zwartwit-infraroodfilm worden qefotografeerd.
폷 Wanneer u een speciaal filter gebruikt, zoals een PL-filter, gebruik dan lage profielfilters. De
dikke rand van een normaal filter kan vervloeiende randen veroozraken.
폷 Raak nooit het lenselement of oculair aan met uw vingers. Om stof te verwijderen kunt u een
zacht objectiefkwastje gebruiken. Als het objectief niet in gebruik is voorziet u het van
lensdoppen.
폷 Om hardnekkig vuil of vingerafdrukken van glasoppervlakken te verwijderen kunt u een
druppeltje lenscleaner op een lenstissue doen en vanuit het midden met een draaiende
beweging het geheel reinigen.
폷 Siliconendoekjes zijn uitsluitend geschikt voor reiniging van de niet-glazen onderdelen van
het objectief.
폷 Vochtinwerking is de grootste vijand van uw objectief. Maak de lens altijd schoon en droog
nadat u op vochtige locaties heeft gefotografeerd. Berg uw objectief schoon, koel en droog
op. Als u het objectief in een paraattas opbergt, voeg dan een zakje silicaatgel bij om
vochtinwerking tegen te gaan. Als blijkt dat het inwendige van het objectief condensvorming
vertoont, dient u het naar een erkende reparateur te brengen.
폷 Raak de aansluitcontacten nooit aan; stof, vuil en/of oxidatie kan een slecht contact tussen
camera en objectief tot gevolg hebben.
폷 Als u uw uitrusting in sterk wisselende temperaturen wenst te gebruiken, berg deze dan in
een fototas of plasticzak en las een acclimatisatieperiode in. Hiermee voorkomt u mogelijke
storingen aan toestel en objectief.
NEDERLANDS
NAMEN VAN ONDERDELEN (Zie Fig. 1 indien niet vermeld)
SPECIFICATIE
HET BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN VAN HET OBJECTIEF
SCHERPSTELLEN (Autofocus - AF) (Fig. 1, 2 & 5)
ZOOMEN (Fig. 1 & 2 )
VC-MECHANISME (Fig. 1, 7 & 8) AANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJK
HET BEHOUD VAN UW OBJECTIEF
ZOOMVERGRENDELINGSKNOP (Fig. 1, 3 & 4)
ZONNEKAP (Fig. 1, 9 - -)
SCHERPSTELLEN (handmatig scherpstellen - MF) (Fig. 1, 2 & 6)