• U dient watervaste kit op het gat aan te brengen nadat de
kabels zijn gelegd om een waterdichte afdichting te
verzekeren.
Als het kabelgat op een zichtbare locatie moet worden gemaakt,
kunt u decoratieve kabelringen kopen bij Garmin of een Garmin
dealer (optioneel).
• Indien nodig kan de ring worden bijgesneden zodat u zowel
de voedings- als de netwerkkabel door hetzelfde gat kunt
laten lopen.
• De optionele kabelring biedt GEEN waterdichte afdichting. U
dient watervaste kit aan te brengen op de kabelring zodra de
kabels zijn gelegd om een waterdichte afdichting te
verzekeren.
Houd bij het installeren van de voedings- en netwerkkabels
rekening met het volgende.
• Het wordt afgeraden om de Garmin Marine Network kabel
door te snijden. Als dit toch nodig is, kunt u dit doen met een
installatiekit die u kunt kopen bij Garmin of een Garmin
dealer.
• Voor de veiligheid dienen geschikte kabelbinders,
bevestigingsmaterialen en afdichtmiddelen te worden
gebruikt om de kabel over het hele lengte en door
scheidingswanden of het dek goed te bevestigen.
• Leg geen kabels aan in de buurt van bewegende voorwerpen
en hittebronnen of door deuropeningen en onderruimen.
• Laat voedings- en netwerkkabels niet lopen naast of parallel
aan andere kabels, zoals netwerk- of elektriciteitskabels. Zo
voorkomt u interferentie met andere apparatuur. Als dit niet
mogelijk is, dienen de kabels te worden gelegd door metalen
leidingen of op een andere manier te worden beschermd
tegen elektromagnetische straling.
• De voedingskabel dient zo dicht mogelijk bij de batterij te
worden geïnstalleerd.
◦ Als de voedingskabel moet worden verlengd, dient een
verlengkabel van de juiste dikte en lengte te worden
gebruikt (Voedingskabel verlengen, pagina 3).
◦ Foutief verlengde kabels kunnen te weinig voeding geven,
waardoor de radar niet goed werkt.
De voedingskabel aansluiten
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
1
Leid de voedingskabel van het toestel naar de voedingsbron.
2
Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+)
en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-).
3
Sluit, als u dit nog niet hebt gedaan, de voedingskabel aan
op het toestel door de borgring rechtsom te draaien.
Voedingskabel verlengen
Aanbevolen wordt om de voedingskabel rechtstreeks op de
accu aan te sluiten. Als het nodig is om de kabel te verlengen,
dient een verlengkabel van de juiste dikte en lengte te worden
gebruikt.
Afstand Lengte en dikte verlengstuk
2 m (6,5 ft.) 16 AWG (1,31 mm²)
4 m (13 ft.) 14 AWG (2,08 mm²)
6 m (19 ft.) 12 AWG (3,31 mm²)
Aansluiten op een toestel of het Marine Network
U kunt de radar direct aansluiten op een radar-compatibel
Garmin toestellen of op een Garmin Marine Network om de
radargegevens te delen met alle aangesloten toestellen.
OPMERKING: Niet alle Garmin toestellen zijn compatibel met
het Garmin Marine Network. Zie de bij het toestel meegeleverde
installatie-instructies of gebruikershandleiding voor meer
informatie.
1
Leid de netwerkkabel naar het compatibele Garmin toestel.
2
Installeer, als u dit nog niet hebt gedaan, de borgringen en o-
ringen aan het uiteinde van de netwerkkabel.
3
Selecteer een optie:
• Als het Garmin toestel niet compatibel is met het Garmin
Marine Network, sluit u de netwerkkabel aan op de poort
genaamd RADAR.
• Als het Garmin toestel compatibel is met het NETWORK
Marine Network, sluit u de netwerkkabel aan op de poort
genaamd .
Bediening van de radar
Alle functies van deze radar worden bediend met uw Garmin
kaartplotter. Zie het radargedeelte in de handleiding bij uw
kaartplotter voor bedieningsinstructies. U kunt de nieuwste
handleiding downloaden op support.garmin.com.
Als u meer dan één radar op uw boot hebt, moet u het
radarscherm weergeven van de radar die u wilt configureren.
De mogelijke boegcorrectie meten
De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de
radarscanner op het schip als de radarscanner niet op één lijn
ligt met de boegas.
1
Maak met behulp van een magnetisch kompas een optische
peiling van een stilliggend object dat zich binnen het
zichtbare bereik bevindt.
2
Meet de peiling van het object op de radar.
3
Als de afwijking van de peiling meer dan +/- 1° bedraagt, stelt
u de boegcorrectie in.
De boegcorrectie instellen
Om de boegcorrectie te kunnen instellen, moet u eerst de
potentiële boegcorrectie meten.
De instelling van de boegcorrectie die voor één radarmodus
wordt opgegeven, geldt voor alle andere radarmodi en voor de
radaroverlay.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radar instellen > Installatie > Voorkant boot.
2
Selecteer Omhoog of Achter om de correctie in te stellen.
Specificaties
Specificatie Afmetingen
GewichtGMR 18 xHD/18 HD+ 7,7 kg (16,95 lb.)
GewichtGMR 24 xHD 9,5 kg (20,9 lb.)
Temperatuurbereik Van -15 tot 70°C (van 5 tot
158°F)
Materiaal behuizing Thermoplastische hars
Maximale draaisnelheid antenne
GMR 18/24 xHD
48 RPM
Maximale draaisnelheid antenne
GMR 18 HD+
24 RPM
Ingangsspanning Van 11 tot 35 V gelijkstroom,
3,5 A
Zekering 7,5 A
Uitgangsvermogen 4 kW piek
RF-zendfrequentie 9410 MHz nominaal
StraalbreedteGMR 18 HD+ en 18 xHD 5,2 graden
3