Pottinger JUMBO 8000 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
JUMBO 6000 Profiline
(Type 548 : + . . 01001 — . . 01213)
JUMBO 6600 Profiline
(Type 549 : + . . 01001 — . . 01151)
JUMBO 7200 Profiline
(Type 550 : + . . 01001 — . . 01192)
JUMBO 8000 Profiline
(Type 551 : + . . 01001 — . . 01066)
NL
Nr. 99 548.NL.80E.0
Silierwagen
Handleiding
+ INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES . . . pagina 3
ALLG./BA SEITE 2 / 9300-NL
- 2 -
Geachte gebruiker,
U hebt een goede keuze gemaakt en wij
feliciteren U dan ook dat U voor het merk
Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij
U kwaliteit en capaciteit, gekoppeld aan een
goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de
omstandigheden waaronder de machine
wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe
machines te kunnen ontwikkelen, verzoeken
wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de
toekomst gericht over nieuwe ontwikkelingen
te informeren.
Produktaansprakelijkheid, informatieplicht
Produktaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines
een handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de
veiligheids- en de onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het
gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient: Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant
te worden gezonden. Dokument B blijft bij de dealer en document C is voor de
gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een
machine ontstaat, die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is
een eigen risico voorzien van EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht
dient de handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden
gewezen.
NL
Document D
NL-0600 Dokum D Anhänger
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd.
Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas,
veiligheidsinrichtingen en handleidingen zijn aanwezig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van
de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding
met de gebruiker besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Mechanische functies (achterhek openen, zwenken van
snijmechanisme enz.) gedemonstreerd en uitgelegd.
Demontage en montage van de messen uitgelegd.
Elektrische verbinding van de trekker en de machine
aangesloten en deze aansluiting gecontroleerd (54 g
aangesloten). Aanwijzingen in de handleiding in acht
nemen!
Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel
aangepast: disselhoogte, handremskabels en steun voor
handrem in de cabine geplaatst.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Het functioneren van de elektrische installatie gecontroleerd
en uitgelegd.
Hydraulische verbinding met de trekker aangekoppeld en
gecontroleerd of het systeem goed functioneerde.
Hydraulische functies, zoals knikdissel, achterhek openen enz.
uitgelegd en gedemonstreerd.
Handrem en oplooprem op goede werking gecontroleerd.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken
geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine
uitgelegd.
In- en uitschakelautomatiek bij laadaggregaat gecontroleerd.
Het zwenken in werk- en tansportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de
handleiding goed te lezen.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden
verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
NL
INHOUDSOPGAVE
- 4 -
548.NL.80B.0 INHALT
Inhoudsopgave
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen ................................................ 5
Aanwijzingen voor veilig werken ........................................................................ 5
Algemene veiligheidsaanwijzingen bij het gebruik van de wagen ..................... 6
Voor het in gebruik nemen ................................................................................. 6
Controle voor de ingebruikname ........................................................................ 6
Hydrauliekaansluiting ......................................................................................... 7
Aankoppelen van de hydrauliekslangen ............................................................ 7
Elektrische aansluiting ....................................................................................... 8
Trekker aan de wagen aansluiten ...................................................................... 8
Montage van de bedieningskast ........................................................................ 8
Steunpoot (transportstand) ................................................................................ 9
Trekdissel instellen t.o.v. de trekhaak ................................................................ 9
Slanghouder instellen ........................................................................................ 9
Afstellen van het pendelbereik van de opraper (maat (M) = 460 mm) ............ 10
Kruiskoppelingsas aanpassen ......................................................................... 10
Het afkoppelen van de wagen ......................................................................... 10
Zug-Kugelkupplung .......................................................................................... 11
Snijwerk ........................................................................................................... 12
Belangrijk! Mesbalk met pin vergrendelen ....................................................... 12
Mesbalk zwenken ............................................................................................ 13
Justeren van de mesbalk ................................................................................. 14
Justeren van de messen .................................................................................. 14
Afstand van de messen ten opzichte van de persrotor controleren ................. 15
Elektro-hydrauliek ............................................................................................ 16
Bedieningskast "D" .......................................................................................... 16
Bodemkettingaandrijving met 2-trapsmotor (uitvoering tegen meerprijs) ........ 16
Bedieningskast "L" ........................................................................................... 16
Functies van de bedieningskast ....................................................................... 17
Bediening met de drukschakelaar (57) boven de messenbalk ........................ 19
Belangrijk als de invoer verstopt ...................................................................... 19
Laadautomaat .................................................................................................. 20
Storingen en oplossingen als de electriciteit uitvalt ......................................... 21
Bodemketting aandrijving - Instelmogelijkheden .............................................. 22
Demonteren van de walsen ............................................................................. 23
Schakeling bodemketting ................................................................................. 24
Montage van een oliedrukschakelaar .............................................................. 24
Het beginnen van laden ................................................................................... 25
Tijdens het laden opletten ................................................................................ 25
Achterwand ...................................................................................................... 26
Lossen van de wagen ...................................................................................... 27
Uitschakelkoppeling (NS) ................................................................................. 27
Rijden op de weg ............................................................................................. 27
Omhoogzetten van de boven-bouw ................................................................. 28
Algemene onderhoudsvoorschriften ................................................................ 30
Openen van de beschermkap .......................................................................... 30
Vorsicht beim Betreten der Ladefläche ............................................................ 30
Hydrauliekinstallatie ......................................................................................... 31
Reinigen van machinedelen ............................................................................. 31
Remmen afstellen ............................................................................................ 31
Accumulator ..................................................................................................... 31
ONDERHOUD ................................................................................................. 32
Belangrijk! Aandrijving controleren of deze vastzit ........................................... 34
Luchtbalg reinigen ............................................................................................ 34
Instelmaat van de eindschakelaars .................................................................. 36
Beveiliging van de elektrische installatie .......................................................... 36
Demontage van een afstrijker .......................................................................... 37
Aandrijfkettingen van de doseerwalsen ........................................................... 38
Filter vervangen ............................................................................................... 38
Tandwielkast .................................................................................................... 38
Banden en wielen ............................................................................................ 39
Aanhaalkoppel ................................................................................................. 39
Bandenspanning .............................................................................................. 39
Technische gegevens JUMBO 6000 ............................................................... 40
Technische gegevens JUMBO 6600 ............................................................... 41
Technische gegevens JUMBO 7200 ............................................................... 42
Technische gegevens JUMBO 8000 ............................................................... 43
Passend gebruik van de wagen ....................................................................... 44
Voor takelen juiste aanspanning: ..................................................................... 44
Aanhangsel ...................................................................................................... 45
KRUISKOPPELINGSAS .................................................................................. 47
Smeerschema .................................................................................................. 48
- 5 -
AZB 9700-NL (544)
NL
WAARSCHUWINGSAFBEELDINGEN
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmark, geeft aan dat
de machine beantwoordt aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de
fabrikant dat de afgeleverde machine aan alle voorgeschreven
veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
495.151
Betekenis van de
waarschuwings
afbeeldingen
Voor het verrichten van
onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de
trekkermotor uitschakelen.
Kom nooit met lichaamsdelen
in het bereik van de pick-up
wanneer de kruiskoppelingsas
aangesloten is aan de trekker
en de trekker nog loopt.
Grijp nooit in de machine
zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
Ga niet op de laadvloer van
de wagen staan als de
kruiskoppelingsas
aangesloten is aan de trekker
en de trekker nog draait.
Bij een lopende trekkermotor
niet in het zwenkbereik van
het achterhek komen. Alleen
deze ruimte betreden als de
veiligheid dit toelaat.
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen
die betrekking hebben op de veiligheid
met dit teken aangegeven .
Raak nooit bewegende
machinedelen aan.
Wacht totdat deze
volledig tot stilstand zijn
gekomen.
Gevaar voor draaiende
machine(onder)delen!
495.679
Warschuwing voor
beschadigung
De pennen op de linker en
rechter wagenzijde moeten
steeds gelijk gemonteerd
zijn, anders ontstaat er
beschadigung aan achter
wand en zwenk-delen;
daarom
- altyd contrleren voordat de
achterwand hydraulisch
wordt geopend.
NL
IN GEBRUIK NEMEN
- 6 -
9500 NL INBETRIEBNAHME (511)
Algemene veiligheidsaanwijzingen
bij het gebruik van de wagen
Aanwijzingen voor het rijden met de wagen.
De rijeigenschappen van de trekker worden door de
machine (aanhanger) beinvloed.
Bij het werken op hellingen bestaat gevaar voor omslaan.
Rijstijl aan de omstandig-
heden aanpassen.
De trekker moet voor en
achter voldoende van
ballastgewichten worden
voorzien om de
bestuurbaarheid en de
remkracht te waarborgen.
(Minstens 20% van het
leeggewicht van het voertuig
moet op de vooras rusten).
Personen op of in de machine meenemen is niet
toegestaan.
Aanwijzingen bij het aan- en afkoppelen van de wagen
Bij het aankoppelen van machines aan de trekker ontstaat
beklemmingsgevaar.
Bij het aankoppelen niet tussen de wagen en de trekker
gaan staan, zolang de trekker terugrijdt.
Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen
is beveiligd. (Door gebruik van de
handrem en/of voorlegblokken.)
Aftakas alleen aan- en afkoppelen
als te trekkermotor stil staat.
Parkeren van de wagen
Wanneer de machine wordt
afgekoppeld moet de kruis-
koppelingsas volgens voorschrift
afgelegd worden resp. door een
ketting bevestigd worden.
Blokkeerketting (H) niet voor het
ophangen van de kruiskoppelingsas benutten.
De aanhanger alleen gebruiken voor dat doel waarvoor
het gebouwd is!
Voor het bestemmingsgebruik verwijzen wij u naar de
technische gegevens.
De capaciteitsgrenzen (zoals asdruk, oplegdruk en
totaalgewicht) mogen niet zodanig overschreden worden,
dat de wagen overbelast wordt. De gegevens zijn ook op
de rechterkant van de wagen aangebracht.
Neem ook de capaciteitsgrenzen van de trekker in acht.
Transport over de openbare weg
Leef de wettelijke bepalingen na.
Het rijden op de openbare weg mag alleen met gesloten
achterhek gebeuren. Men dient zich te houden aan de
verlichtings- en verkeerseisen zoals deze ter plaatse
gelden.
Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften vertrouwd
maken. Tijden het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeersen bedrijfsveiligheid controleren.
c. Wanneer men hydraulische apparatuur gaat bedienen en
de aandrijving ingeschakeld wordt, mogen zich geen
personen in de nabije omgeving bevinden. Doordat men in
het bereik van de pick-up, messenbalk, achterhek en
bovenbouw bekneld zou raken, kunnen verwondingen
ontstaan.
d. Bij het voorwaarts of achterwaarts in gang zetten van het
voertuig moet de chauffeur zich ervan vergewissen dat hij
niemand in gevaar brengt.
e. Let op de veiligheidsaanwijzingen die op de wagen zijn
aangebracht. De gevarentekens zijn uitgelegd op
bladzijde 4.
f. Let ook op de aanwijzingen die verderop in verschillende
hoofdstukken worden aangegeven.
Controle voor de ingebruikname
De volgende aanwijzingen moeten u helpen bij de
ingebruikname van de wagen. Gedetailleerde
informatie treft u in de desbetreffende hoofdstukken
aan.
1. Controleer alle veiligheidsvoorzieningen. Zijn de
beschermkappen en afdekplaten op de juiste wijze
aangebracht.
2. De wagens volgens smeervoorschrift smeren en olie-
niveau's van de tandwielkasten controleren. Tevens
controleren of asafdichtingen dicht zijn.
3. Controleer of de banden de juiste spanning hebben.
4. Controleer of de wielmoeren goed vastzitten.
5. Let er op dat het juiste aftakastoerental wordt gebruikt.
6. De elektrische aansluiting moet worden gecontroleerd op
eventuele beschadiging aan kabels en verbindingen.
7. Eventuele aanpassingen aan de trekker uitvoeren voor:
hoogte van de dissel
remaansluiting
eventueel handrem in de cabine aanbrengen.
8. De wagen mag alleen met de originele trekpennen worden
bevestigd.
9. De kruiskoppelingsas moet op de juiste lengte worden
gebracht voordat deze wordt gemonteerd. De slipkoppeling
moet gecontroleerd worden op de werking.
10. De werking van de electrische installatie controleren.
11. De hydrauliekslangen worden aan de trekker bevestigd.
Deze moeten schoon zijn voordat ze in elkaar worden
gestoken.
de slangen moeten worden gecontroleerd op
beschadigingen
let er op dat de slangen aan het juiste systeem worden
aangesloten (pers en retour niet verwisselen)
12. Alle draaibare machinedelen (achterhek, hendels etc.)
moeten tegen verandering van positie, die gevaren kunnen
geven, geborgd worden en moeten veilig zijn.
13. De remmen moeten worden gecontroleerd.
20%
Kg
ERSTANBAU 0000-NL (548)
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
NL
- 7 -
ST
N.B.: Trekkers met een gesloten center hydraulieksysteem
JOHN-DEERE, CASE - MAXXUM, CASE - MAGNUM,
FORD SERIE 40 SLE
Voor het aankoppelen de bout (7) aan het stuurventielblok in het blok draaien (7b).
Basisafstelling voor een open hydraulieksysteem
Deze positie van de bout (7) wordt in de fabriek ingesteld (7a).
Let op!
Wanneer deze aanwijzing niet in acht wordt genomen, wordt de olie constant over het overdrukventiel
van de trekker weggepompt en daardoor sterk verhit!
LS = Load sensing
Aankoppelen van de hydrauliekslangen
- Voor het aankoppelen de aftakas uitschakelen.
- Hendel van het hydrauliek (ST) in de neutraalstand plaatsen.
- Snelkoppelingen moeten schoon zijnanders goed reinigen.
Hydrauliekaansluiting
Enkelwerkend stuurventiel
Is de trekker alleen maar uitgerust met
een enkelwerkend stuurventiel dan is
het noodzakelijk een olieretourleiding
(T) met vrije uitloop aan uw trekker te
laten maken door uw dealer.
- Persleiding (1) aan het
enkelwerkend stuurventiel
aansluiten en de olieretourleiding
(2), die een groterediameter heeft,
aan de vrije uitloop van de trekker
bevestigen.
Dubbelwerkend stuurventiel
- Persleiding (1) en olieretourleiding
(2) aansluiten aan het stuurventiel.
Let op!
Wordt de olie tijdens het werk warm
dan moet voor een enkelwerkend ventiel
met vrije retour gekozen worden (zie
hierboven).
7b
Trekkers met een gesloten
center hydraulieksysteem
7a
Basisafstelling voor een open
hydraulieksysteem
7b
001-01-23
PT
LS
7
7a
ERSTANBAU 0000-NL (548)
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
NL
- 8 -
12V=
11 9
3-POL
"15/30"
"31"
10
TD 52/97/12
86 86a 87
85 30
+
Elektrische aansluiting
Trekkeruitrusting
- Het 3-polige stopcontact dat meegeleverd wordt aan de achterzijde van de trekker monteren
- Stroomvoorziening via een relais (9)
- Relais via het contactslot (10) activeren
- Kabeldikte ten minste 4 mm
2
- Steekzekering 16A (11)
Elektrisch schakelschema zie reserveonderdelenlijst
Het veranderen van de elektrische installatie van uw trekker alleen door een goed vakman laten uitvoeren.
Nooitdirect aan het contact-slot aansluiten (brand-gevaar resp. beschadiging van de elektrische installatie).
Uitsluitend originele zekeringen gebruiken. Als zwaardere zekeringen worden gebruikt kan de elektrische installatie defect
raken!
Trekker aan de wagen aansluiten
- Na het uitvoeren van de bovenvermelde werkzaamheden, 4-polige en 7-polige steker aan
de trekker bevestigen.
- Kontroleer alle verlichtingsfuncties
Montage van de bedieningskast
- Meegeleverde steun (13) in het bereik en het zicht van de bestuurder in de trekkercabine
monteren.
- Bedieningskast op de steun monteren.
ERSTANBAU 0000-NL (548)
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
NL
- 9 -
Trekdissel instellen t.o.v. de trekhaak
- Trekhaak (A) zo aan de trekker bevestigen dat met aangekoppelde
wagen, speciaal met knikdissel, voldoende afstand tussen de
kruiskoppelingsas en de dissel aanwezig is (A1).
Slanghouder instellen
- Slanghouder zo instellen dat er voldoende afstand bestaat tussen de
hydraulische leidingen en de dissel (A2).
Steunpoot (transportstand)
- Wagen aan de trekker koppelen.
- Door de knikdissel te bedienen steunpoot ontlasten (zie hoofdstuk "verklaring functies bedieningskast").
- Vergrendelpen (1) eruit trekken. Steunpoot omhoogdraaien en weer borgen.
- Let goed op dat pen (1) ook goed vergrendeld !
A1
001-01-25
A
001-01-26
0400-NL DEICHSELEINSTELLUNG_544
NL
- 10 -
AFSTELLEN VAN DE DISSEL
Maat (M) = 460 mm
Voor het goed functioneren van de opraper moet maat (M) als
de wagen aangekoppeld is goed worden afgesteld (pendel-
bereik van de opraper).
Aanwijzing: Bij oneffen bodem de maat 1 cm verkleinen (M
= 470 mm)
Afstellen van het pendelbereik van de opraper
(maat (M) = 480 mm)
- Wagen aan de trekker gekoppeld.
- Beide hydraulische cilinders moeten volledig ingeschoven zijn.
Het afstellen moet
afwisselend aan
beide hydraulische
cilinders worden
uitgevoerd
- Contramoeren (K) van
de beide draadspindels
losdraaien.
- Door de draadspindels
(zuigerstangen) (50) van
de cilinders te verdraai-
en, resp. in of uitdraaien
tot de maat (M) bereikt
is.
- Contramoer (K) weer
vastdraaien.
In bedrijf stellen
Elke keer als de wagen in gebruik genomen wordt deze op
verkeersveiligheidsaspecten controleren (aankoppelpenbe-
veiliging, remmen, verlichting, richtingaanwijzers, bescherm-
kappen)
Kruiskoppelingsas aanpassen
Op lengte maken van de kruiskoppelingsas - zie aanhangsel B.
Het afkoppelen van de wagen
LET OP!
De wagen alleen leeg op de steunpoot plaatsen en
vastzetten tegen wegrollen.
De wagen moet op een
vlakke, vaste bodem
neergezet worden.
Op zachte grond kan
het steunoppervlak
van het steunpoot
vergroot worden door
er bijvoorbeeld een
stevige plank onder te
schuiven.
- De wagen met de knikdissel
heffen.
- Borgpen (1) eruit trek-
ken.
Steunpoot naar beneden
zwenken en weer ver-
grendelen.
- Let er op dat de pen (1) goed vergrendeld is.
- De wagen weer men de knikdissel laten zakken.
- Hydraulische en elektrische leidingen afkoppelen en aan de
wagen ophangen.
0000-NL ZUG-KUGELKUPPLUNG (548)
NL
- 11 -
EINSTELLUNG DER ZUGDEICHSEL
Zug-Kugelkupplung
Hinweis
Die Zug-Kugelkupplung darf nur mit Kupplungskugeln 80 der Fa.
Scharmüller GmbH oder anderen genehmigten Kupplungskugeln
(Kugeldurchmesser 80 mm) gekuppelt werden, die zu einer sicheren
Aufnahme und Verriegelung geeignet sind.
Wartung der Zug-Kugelkupplung
Zu den allgemeinen Fahrzeugwartungen
die Kontaktflächen im Kuppelpunkt schmieren
die Befestigungsschrauben der Zug-Kugelkupplung auf festen
Sitz überprüfen
- lockere Schrauben und Muttern (Anzieh-Drehmoment kleiner
als 120 Nm) durch neue ersetzen
beschädigte, verformte oder verschlissene Zug-Kugelkupplungen
erneuern.
- Austausch nur durch Fachpersonal durchführen lassen!
Reparaturen an der Zug-Kugelkupplung sind nicht
zulässig
Einsatzgrenzen der Zug-Kugelkupplung
zulässige Höchstgeschwindigkeit zulässige Achslast zulässige Stützlast
bis 25 km/h 26,5 t 2,0 t
bis 40 km/h 22,0 t 2,0 t
über 40 km/h - -
NL
SNIJWERK, MESBALK
- 12 -
0000-NL SCHNEIDWERK (548)
001-01-03
E2
V
001-01-11
E2
V
Belangrijk! Mesbalk met pin vergrendelen
Positie E2
- aan de linker- en rechterkant van de wagen
- beide pinnen met een spiebout (V) borgen.
Snijwerk
Belangrijke controles van de mesbalk voor iedere
ingebruikname
- pin links en rechts vergrendeld (E2)
- slijtage van de messen
- vervuiling van de mes-overbelastingsbeveiliging
- voldoende bodemvrijheid (A)
Wanneer de mesbalk (A) helemaal is uitgezwenkt, mag
niet met de wagen worden gereden.
Algemene aanwijzingen
Voor onderhoudswerkzaamheden aan het snijwerk kan de mesbalk
naar de linkerkant van de wagen worden gezwenkt.
Alle messen zijn dan vrij toegankelijk:
- voor het slijpen van de messen
- voor het monteren en demonteren van de messen
- voor het reinigen
NL
SNIJWERK, MESBALK
- 13 -
0000-NL SCHNEIDWERK (548)
Mesbalk zwenken
Wegzwenken van de mesbalk naar de linkerkant van de
wagen
001-01-11
E2
V
001-01-05
E1
V
1. Mesbalk wegzwenken (A1)
2. Aan de linkerkant van de wagen de pin ontgrendelen (E1)
- spiebout (V) verwijderen en de pin ontgrendelen
- pin met spiebout (V) opnieuw
borgen.
3. Aan de rechterkant van de
wagen de pin ontgrendelen
(E1)
4. Mesbalk zover zwenken tot
de vergrendeling (3) vastklikt
Op die manier wordt de mesbalk in
de uitgezwenkte positie aan de
linkerkant van de wagen gefixeerd.
Terugzwenken van de mesbalk
1. Vergrendeling (3) losmaken
2. Mesbalk helemaal terugzwenken
3. Aan de rechterkant van de wagen
vergrendelen
- pin in positie E2
- pin met spiebout (V) borgen.
4. Aan de linkerkant van de wagen
vergrendelen (E2)
- pin met spiebout (V) borgen.
NL
SNIJWERK, MESBALK
- 14 -
0000-NL SCHNEIDWERK (548)
Justeren van de messen
De instelling moet zo zijn dat de messen gecentreerd (M) tussen
de tanden van de persrotor zijn gepositioneerd.
Messen tussen de tanden centreren (M)
1. Contramoeren (K) losmaken
- aan de linker- en rechterkant van de wagen
2. Bout (SK-1, SK-2) aan één kant van de wagen een klein
eindje uitdraaien.
Als de mesbalk naar links moet worden verplaatst:
- eerst de bout (SK-1) aan de linkerkant van de wagen uitdraaien
- dan de bout (SK-2) aan de rechterkant van de wagen indraaien.
Door het indraaien van de bout kan de mesbalk zover worden
verschoven tot de messen in het midden tussen de tanden van
de persrotor zijn gepositioneerd.
Als de mesbalk naar rechts moet worden verplaatst:
- eerst de bout (SK-2) aan de rechterkant van de wagen uitdraaien
- dan de bout (SK-1) aan de rechterkant van de wagen indraaien.
3. Beide bouten (SK-1 en SK-2) tot de aanslag indraaien.
- Bouten niet te vast aanhalen.
4. Beide bouten (SK-1 en SK-2) met contramoeren borgen.
M
K
001-01-09
SK-1
K
SK-2
3 mm
001-01-14
Justeren van de mesbalk
De instelling moet zo zijn dat de framebuis bij het terugzwenken
van de mesbalk precies in de opening van het persframe past (1).
Instelling met bout (SK-4) aan de zwenkas van de mesbalk.
Instelling
1. Contramoer (K) losmaken
2. Bout (SK-4) overeenkomstig draaien
De instelling moet zo zijn dat de framebuis bij het terugzwenken van
de mesbalk over het glijstuk wordt geschoven.
- De framebuis moet ongeveer 3 mm onder het hoogste punt
doorglijden (zie tekening).
3. Bout (SK-4) met contramoer (K) beveiligen
NL
SNIJWERK, MESBALK
- 15 -
0000-NL SCHNEIDWERK (548)
001-01-08
K
SK-3
min.
20 mm
Afstand van de messen ten opzichte van
de persrotor controleren
De afstand van de messen ten opzichte van de persrotor
moet ten minste 20 mm bedragen.
- Aanslagbouten (SK-3) overeenkomstig instellen.
Controle
1. Mesbalk terugzwenken (arbeidspositie)
2. Optische controle uitvoeren
De afstand van de messen ten opzichte van de persrotor moet
ten minste 20 mm bedragen.
Afstand instellen
1. Contramoer (K) losmaken
- aan de linker- en rechterkant van de mesbalk
2. Bouten (SK-3) zover verdraaien tot de juiste
afstand (20-30 mm) is bereikt
- Beide aanslagbouten zo instellen dat de mesbalk bij het
terugzwenken in de arbeidspositie niet scheeftrekt
3. Aanslagbouten met contramoeren (K) borgen.
0200-NL ELEK.HYD. (548)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 16 -
Bedieningskast "D"
Wagens met doseerwalsen zijn standaard met deze
bedieningskast uitgerust.
Als de wagen wordt geladen sluit men de kast aan de
voorzijde aan (pos. 14b). Zo aangesloten staan de
bedieningsfuncties van alle schakelaars ter beschikking.
Bedieningskast "L"
Wagens zonder doseerwalsen zijn standaard
met deze bedieningskast uitgerust.
Afhankelijk van de uitrusting van de wagen kan
men aan de opbouw van de schakelelementen
vaststellen voor welke uitvoering de kast
geschikt is.
De navolgende bedieningsvoorschriften
hebben betrekking op wagens met alle
mogelijke extra toebehoren.
Elektro-hydrauliek
Veiligheidsaanwijzing
Als meerdere personen zich bezighouden met de bediening van de wagen of in de nabijheid van de wagen aanwezig zijn, is extra
voorzichtigheid geboden. Spreek goed met elkaar af wat men doet.
Een voorbeeld:
Voorkom bijvoorbeeld dat iemand de hydrauliek bediend terwijl iemand anders bij het achterhek o.i.d. bezig is, of bijvoorbeeld
achter de wagen loopt.
- Voor het lossen van de wagen de
schakelaar "KB" naar achteren
drukken (A).
De schakelaar vergrendelt en de
bodemketting draait naar achteren
(KR).
- Voor het vullen van de wagen de
schakelaar naar voren drukken (B).
Bodemketting loopt naar achteren
(KR) zolang de schakelaar in deze
stand gehouden wordt.
- Schakelaar naar beneden
gedrukt (B).
De bodemketting loopt naar
voren (KV).
KB KV-KR
KV KR
De extra snelheid kan alleen worden gebruikt tijdens het lossen, niet tijdens het laden.
Het lossen wordt altijd gestart met de langzame snelheid.
Omschakelen tussen de snelheden (langzaam/snel) met toets (0 B)
Als de achterwand wordt gesloten, schakelt het systeem automatisch op de langzame snelheid terug.
Bodemkettingaandrijving met 2-trapsmotor (uitvoering tegen meerprijs)
495.750
Schakelstanden A 0
A Automatisch laden ingeschakeld
0 Automatisch laden uitgeschakeld
B Omschakelen tussen de snelheden
(langzaam en snel)
0200-NL ELEK.HYD. (548)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 17 -
ST
Functies van de
bedieningskast
- Hendel (ST) van het trekkerstuurventiel naar
voren zetten (persdruk) en vergrendelen.
De olie wordt dan naar het stuurventielenblok
van de wagen gestuurd.
- Wanneer een schakelaar van de bedieningskast
(14) wordt ingeschakeld, wordt een hydraulische
functie in het werk gezet.
Wanneer een schakelaar bediend
wordt opletten dat niemand zich in
de gevarenzone bevindt!
Ein Beispiel:
Voorkom bijvoorbeeld dat iemand
de hydrauliek bediend terwijl
iemand anders bij het achterhek
o.i.d. bezig is, of bijvoorbeeld
achter de wagen loopt.
Beveiliging van het vergrendelsysteem van het achterhek
Het achterhek zakt tot stand C alleen
door zijn eigen gewicht (drukloos).
Pas in stand C wordt door schakelaar
(56) de hydraulische beveiliging
weggenomen en het achterhek onder
druk gesloten (G).
Er mag zich niemand binnen het
bereik van het achterhek bevinden
als het geopend of gesloten wordt!
Ga nooit onder het
omhooggeklapte achterhek
staan!
Zorg dat het hek gesloten is tijdens
wegtransport.
0200-NL ELEK.HYD. (548)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 18 -
Knikdissel
- Schakelaar naar boven gedrukt
(A), dissel zakt.
- Schakelaar naar beneden
gedrukt (B), dissel gaat
omhoog.
Wordt over de
openbare weg
gereden dan
moeten de cilinders
van de dissel
ingeschoven.
Opraper
- Schakelaar naar beneden
gedrukt (B), opraper zakt naar
beneden en blijft in de
"zwemstand".
- Schakelaar naar boven gedrukt
(A), opraper gaat omhoog.
Als de schakel-
hendel voor de
invoerrotoraan-
drijving niet
vergrendeld is,
schakelen de rotor
evenals de opraper
automatisch in
(geldt alleen voor
wagens met doseer-
inrichting).
Vullen van de wagen
zonder laadautomaat
- Voor het vullen van de wagens,
z.B. zonder laadautomaat, de
Schakelaar naar achteren
drukken (A).
De schakelaar vergrendelt en
de bodemketting draait naar
achteren (KR).
FULL
Als het gewas tegen het
achterhek drukt, dan
wordt door een
oliedrukschakelaar de
aandrijving van de
bodemketting
uitgeschakeld en de
lamp (FULL) op de
bedieningskast gaat
branden.
De lamp gaat pas uit als
de opraper opgetild is.
De bodemketting kan
pas ingeschakeld
worden als
- de achterwand
geopend wordt.
- na ingeschakeld
van de doseer-
walsen
Wagens met doseer-
inrichting
- Voor het lossen van de wagen de
schakelaar naar achteren
drukken (A).
De schakelaar vergrendelt en de
bodemketting draait naar achteren
(KR).
- Schakelaar naar voren drukken (B).
De bodemketting loopt naar voren
(KV).
De druk van het gewas op de
doseerwalsen neemt af.
- Met de draaiknop wordt de
bodemkettingsnelheid ingesteld.
Doseerwalsen
- Schakelaar naar
boven drukken (A),
doseerwalsen
worden
ingeschakeld.
- Schakelaar naar
beneden drukken
(B), doseerwalsen
worden
uitgeschakeld.
Achterhek
- Schakelaar naar boven gedrukt (A).
Achterhek zwenkt omhoog tot
stand D.
De lamp boven de schakelaar
brandt zolang het achterhek
geopend is.
- Schakelaar naar beneden
gedrukt (B).
Achterhek zakt en wordt gesloten.
De lamp boven de schakelaar brandt niet als het hek
volledig gesloten is.
Beveiliging van het vergrendel-
systeem van het achterhek
- zie vorige bladzijde
STOP - drukschakelaar
Deze schakelaar heeft de functie
van een "noodstop"-schakelaar.
Door het bedienen van deze
schakelaar wordt de aandrijving
van de doseerwalsen en de
bodemketting uitgeschakeld.
De in de "noodstop"-schakelaar
ingebouwde controlelamp gaat
branden en de aandrijving kan
dan pas weer ingeschakeld
worden door weer op deze knop
te drukken en de controlelamp
uit gaat.
Let op!
De functie van de
wipschakelaar van de
bodemkettingaandrijving
is alleen onderbroken.
Bevindt deze schakelaar
zich in stand A, nadat de
uitschakelfunctie van de
"noodstop"-schakelaar is
opgeheven dan schakelt
zich de bodemketting in.
KB KV-KR
KR
KV
0200-NL ELEK.HYD. (548)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 19 -
Messenbalken in- en uitzwenken
Inzwenken
- Schakelaar naar links gedrukt (B) - messenbalk zwenkt in.
De lamp boven de schakelaar gaat uit als de balk volledig is ingezwenkt.
Uitzwenken van de messenbalk als de slipkoppeling van
de kruiskoppelings as in werking treedt
- Schakelaar van de bedieningskast in stand "A" gedrukt houden en
gelijktijdig de aftakasaandrijving inschakelen.
Het hydraulische circuit van de cilinder van de messenbalk wordt door
de schakelstand "A" drukloos (zwemstand) en de messenbalk wordt
door de druk van het gewas als de aftakas draait uitgezwenkt.
De lamp boven de schakelaar brandt zolang als de messenbalk
uitgezwenkt is.
Laad-automaat
Zie hoofdstuk
"
Laadautomaat
".
Bediening met de drukschakelaar (57)
boven de messenbalk
Voor onderhoudswerkzaamheden aan de messenbalk kan met de beide
drukschakelaars de messenbalk in- en uitgezwenkt worden.
De schakelaars alleen bedienen als het invoerkanaal leeg en de aandrijving
van de rotor uitgeschakeld is!
Let op! Voordat de messenbalk ingeklapt wordt deze eerst
controleren op zijn toestand (beschadigde messen, verbo-
gen delen etc.)
Belangrijk als de invoer verstopt
Let op! Als de invoer verstopt is mag de messen balk niet
met de rechterdrukschakelaar uitgezwenkt worden omdat
dit dan met hydraulische druk geschiedt en tot beschadiging
leidt.
Methode
- Schakelaar van de bedieningskast in stand "A" gedrukt
houden en gelijktijdig de aftakasaandrijving inschakelen.
Het hydraulische circuit van de cilinder van de messen-
balk wordt door de schakelstand "A" drukloos
(zwemstand) en de messenbalk wordt door de druk van
het gewas als de aftakas draait uitgezwenkt.
- Nadat de verstopping verdwenen is de messenbalk inzwenken (schakelaar
in stand (B).
OFF - ON
Na het stopzetten van de trekker-
motor
- Schakelaar in "OFF" positie
zetten.
Dadoorch wordt een nietgewenst
ontladen van de accu bijv. tijdens
de nacht, voorkomen.
9700-NL LADEAUTOMATIK (544)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 20 -
Laadautomaat
Schakelaar naar boven gedrukt (A)
- laadautomaat is ingeschakeld en de schakelaar
blijft in de bovenste stand staan.
Schakelaar in de middenstand (0
- laadautomaat is uitgeschakeld.
De werking van de laadautomaat
Tijdens het laden wordt eerst het voorste/onderste deel van de wagen gevuld.
Zodra het materiaal de klep (58) optilt, wordt door de schakelaar (59) de
bodemkettingaandrijving ingeschakeld. De bodemketting draait tot de klep (58)
weer naar beneden zakt en de schakelaar de aandrijving weer uitschakelt.
Als het gewas tegen het achterhek drukt, wordt de bodemkettingaandrijving
uitgeschakeld en de lamp (full) op de bedieningskast gaat branden.
- Opraper heffen en de lamp (full) gaat uit.
De bodemketting kan pas na het openen van het achterhek weer ingeschakeld
worden.
Tip
Wordt tijdens het draaien van de bodemketting een andere
hydraulische functie ingeschakeld dan blijft de bodemketting
gedurende die periode automatisch stilstaan.
Onderhoud
- Wanneer aan de elektrische
installatie wordt gewerkt moet de
stekkerverbinding met de trekker
losgemaakt worden.
- Voor het verversen van de
hydraulische olie dient u zich aan
de voorschriften van de trekker
fabrikant te houden.
- Als aan de wagen gelast moet
worden moeten alle verbindingen
met de trekker losgemaakt worden
en de wagen afkoppelen.
0000-NL ELEKT. STÖRUNGEN (548)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 21 -
Storingen en oplossingen als de electriciteit uitvalt
Indien in de elektrische installatie een storing optreedt kan de hydraulische functie
met een noodbediening worden toegevoegd.
Het hydraulische stuurventielblok bevindt zich onder de voorste linker
beschermkap.
Zoals in het functieschema is aangegeven de knop van het
desbetreffende ventielenblok bedienen.
Bij het uitvoeren van hef- of
inschakel, resp. zak- en uitschakel functies er op letten dat er voldoende
afstand wordt aangehouden in verband met ongevallengevaar!
1. Opraper heffen
Y5 en Y6
- opraper gaat omhoog.
Opraper zakken
Y6
- opraper zakt.
2. Doseerwalsen
Y4 en Y7
- aandrijving doseerwalsen wordt ingeschakeld.
Uitschakelen van de doseeraandrijving:
- Y7.
3. Knikdissel omhoogzwenken
Y5, Y8 en Y9
- dissel zwenkt omhoog.
Knikdissel zakken
Y4, Y8 en Y9
- dissel zakt naar beneden.
4. -
5. -
6. Messenbalk inklappen
Y4, Y12 en Y13
- messenbalk wordt ingeklapt.
Messenbalk uitklappen
Y5, Y12 en Y13
- messenbalk wordt uitgeklapt.
7. Achterhek openen
Y5, Y14 en Y15
- achterhek zwenkt omhoog in stand D.
Achterhek sluiten
Y4, Y14 en Y15
- achterhek sluit zich.
8. Bodemketting (voorwaarts)
Y1
- bodemketting loopt naar voren (KV).
9. Bodemketting
Y2
- bodemketting draait. (KR).
Y10 Y11
Querförderb.li
Querförderb.re
ein
ein
aus
aus
Pick-up
Knickdeichsel
Ladeautomatik
Kratzboden
Rückwand
Schneidwerk
MAGNETVENTILE Y2 Y4 Y5 Y6 Y8 Y15
Funktionsschaubild
heben
heben
ein
senken
senken
aus
auf
laden
ein
zu
entladen
aus
TD 51/97/45 (495.675)
Y9 Y12 Y13 Y14
FUNKTIONEN-PULT Y1
Vorlauf
Kratzboden
Dosierer
ein
aus
Y7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
KB KV-KR
KV KR
001-01-36
PT
LS
Y14 Y15
Y12 Y13
Y8 Y9
Y6
Y5 Y4
Y1 Y2
Y7
NL
BODEMKETTING AANDRIJVING - INSTELMOGELIJKHEDEN
- 22 -
9800-NL KR-EINSTELLUNG (546)
Bodemketting aandrijving - Instelmogelijkheden
Instelling op bedieningskast
Met de fabrieksinstelling in de bedieningskast (0,6 - 1,7 Amp) is in de meeste gevallen een probleemloos gebruik mogelyk
Technische gegevens
Instel-bereik 0 - 2,4 Amp.
Fabrieksinstelling 0,6 - 1,7 Amp.
Probleem:
De gewenste bodemketting-snelheid kan met de stroomregelaar (I) op de bedieningskast niet optimaal worden ingesteld
(byuoorbeeld de maximale of de minimale snelheid is niet optimaal).
ST
Oplossing:
De volgende werkzaamheden moeten alleen door
vakkundige mensen worden uitgevoerd!
Voorzichtig zijn:
Draaiende machinedelen; op veilige afstand letten.
1. Voorbereiding
Bedieningskast (14) demonteren. De instellingen moeten worden
gedaan op het printplaatje op het deel in de kast
Hydrauliek leidingen en electrische kabel aan de trekker aansluiten
Trekker starten. Motor toerental 2000 min
-1
Hendel (ST) omzetten zodat de oliestroom naar de wagen tot
stand komt
Wachten totdat de hydrauliekolie op bedrijfstemperatuur is
gekomen.
2. Maximale bodemketting snelheid instellen
Stroomregelaar (I) naar rechts tot aanslag draaien (dit is positie
voor maximale snelheid)
Schroefje op trimmer (II) met schroevendraaier zover verdraaien
totdat de maximale snelheid von de bodemketting is bereikt.
- De trimmer niet verder verdraaien, omdat anders de minimale
snelheid ontbreekt
3. Minimale bodemkettingsnelheid instellen
Stroomregelaar (I) naar links tot aanslag draaien (dit is positie voor
minimale snelheid)
Schroefje op trimmer (III) met schroevendraaier zover verdraaien
totdat de bodemketting stil staat
4. Bedieningskast (14) weer samenbouwen.
- 23 -
0400_NL-Power-Control_5543
NL
POWER CONTROL – BEDIENING
Bedieningskast Betekenis van de toetsen
Display-aanduiding:
- WORK-functie
- DATA-functie
- SET-functie
- DIAG-functie
Knoppen voor laadfuncties:
- automatisch laden
- bodemketting terugloop
- messenbalk inklappen
- messenbalk uitklappen
- knikdissel cilinder intrekken - wagen dalen
- knikdissel cilinder uitdrukken – wagen heffen
- pick-up heffen
- pick-up zakken
Knoppen voor losfuncties:
- automatisch lossen
- bodemketting teruglopen/ optioneel 2-trap-
penmotor langzaam – snel
- STOP
- doseerwalzen uit - aan
- dwarsafvoerband voorkeuze/dwarsafvoerband
stop
- dwarsafvoerband links draaien / bodemket-
tingsnelheid verminderen
- bodemketting vooruit
- meelopend gestuurde as vast - los
- dwarsafvoerband rechts draaien / bodemket-
tingsnelheid verhogen
- achterklep openen
- achterklep sluiten
- aan-uit / menuwissel
Veiligheidsaanwij-
zing
Als meerdere
personen zich
bezighouden met
de bediening van
de wagen of in de
nabijheid van de
wagen aanwe-
zig zijn, is extra
voorzichtigheid
geboden. Spreek
goed met elkaar
af wat men doet.
Een voorbeeld:
Voorkom bijvoor-
beeld dat iemand
de hydrauliek
bediend terwijl
iemand anders
bij het achterhek
o.i.d. bezig is,
of bijvoorbeeld
achter de wagen
loopt.
Software versie
Software versie wordt aangeduid
-rechts boven in het data-menu
-eenmalig na de start van het data-menu
Software versie van het bedieningsdeel wordt aange-
duid
-na stroomaansluiting en
-het inschakelen van het bedieningspaneel
- 24 -
0400_NL-Power-Control_5543
NL
POWER CONTROL – BEDIENING
In bedrijf stellen van de Power Control
Inschakelen van de bedieningskast door
- kort in drukken van de toets I/O
De bedieningskast start op
- de WORK-aanduiding
Door het kort indrukken van de toets-I/O komt de
- DATA-aanduiding
valt na 4 s in de
- WORK-aanduiding terug
Door nogmaals de toets I/O in te drukken in de DATA
aanduiding komt de
- SET-aanduiding
doorschakelen naar de
SET-functie met de
knop I/O is mogelijk.
Terugschakelen van de SET-aanduiding naar deWORK-
aanduiding door
- de knop I/O 1,5 s in te drukken
Uitschakelen van het bedieningsdeel en de computer
door
- de knop I/O 3 s in te drukken
DIAG-aanduiding (alarm melding)
door
- indrukken van de knop I/O
Werk menu laadfunctie
1. Laadautomaat
Toets drukken
- laadautomaat word in- of uitgeschakeld
- geactiveerde laadautomaat wordt de display aan-
geduid
In- en uitschakelen van de laadautomaat is alleen bij
een gesloten achterklep mogelijk!
Voordelen van de laadautomaat
- zeer compacte belading
- vermindering van verstoppingen in het doorvoerkanaal
- vermeiding van overbelasting van de gehele aandrijflijn
- minder beschadiging van het voer
- ontlasten van de bestuurder
- verhouding van de laadcapaciteit
Besturing van de laadautomaat door
- vulstandsklep onder
- vulstandsklep boven
Bodemketting-aandrijving wordt
- automatisch ingeschakeld
- het voer wordt een stukje naar achter geschoven
- voorgaande wordt herhaald tot de wagen vol is
De wagen is vol, als
- het voer tegen
- de onderste doseerwals of
- de achterklep (wagen zonder doseerwalsen) drukt.
Als de wagen vol is,
- FULL-aanduiding verschijnt op het display.
- teller voor het aantal ladingen wordt met een ver-
hoogd.
Opmerking!
De laadautomaat hoeft maar eenmaal
ingeschakeld te worden.
- als de wagen vol is
- laadautomaat wordt automatisch uitgeschakeld
- na het lossen
- laadautomaat wordt automatisch ingeschakeld
Instellingen blijven ook na het in- en uitschakelen van het
systeem behouden.
Opmerking!
De volgende bedie-
ningshandleiding
is voor wagens
die voorzien zijn
van alle extra’s
(opties).
- 25 -
0400_NL-Power-Control_5543
NL
POWER CONTROL – BEDIENING
7. Pick-up uitheffen
Zolang de toets ingedrukt blijft
- gaat de pick-up naar boven
8. Pick-up zakken
Toets kort indrukken
- Pick-up zakt naar beneden en blijft in zweef-
stand staan
- Aanduiding op de display
3. Messenbalk inklappen
Zolang de toets ingedrukt blijft
- klapt de messenbalk in het invoerkanaal
Messenbalk niet volledig ingeklapt
- aanduiding op display
4. Messenbalk uitklappen
Zolang de knop blijft ingedrukt
- klapt de messenbalk drukloos uit het invoerkanaal;
wanneer geen drukloos uitklappen mogelijk is,
externe messenbalktoetsen gebruiken.
Messenbalk niet helemaal uitgeklapt
- aanduiding op display
2. Bodemketting laden
Zolang de toets ingedrukt blijft
- draait de bodemketting met maximale snel-
heid naar achteren.
De bodemketting draait niet meer (STOP-aanduiding):
- als het voer tegen de doseerwalzen drukt
(walzendruk-sensor springt minstens 2 s aan)
- de oliedrukschakelaar aanspringt
(Wagen vol (FULL-aanduiding) is zichtbaar)
(ook voor kort standig omschakelen op maximale snelheid
tijdens het lossen bruikbaar)
Let op! Bodemketting blijft ook staan wanneer de wal-
zendruk-sensor aanspringt. Stilstand wordt niet in de
display aangeduid!)
5. Knikdissel cilinder intrekken
Zolang de toets ingedrukt blijft
-
Voorste gedeelte van de ladewagen gaat omhoog
6. Knikdissel cilinder uitdrukken
Zolang de toets ingedrukt blijft
- Voorste gedeelte van de ladewagen zakt
- 26 -
0400_NL-Power-Control_5543
NL
POWER CONTROL – BEDIENING
Werk menu los functie
1. Los automaat
Toets kort indrukken
- laadautomaat wordt in of uitgeschakeld
- Ingeschakelde los automaat wordt in de display
aangeduid
Voordelen van de los automaat
- snelle, efficiënt en gelijkmatig lossen
- vermindering van verstoppingen in het invoerkanaal
- minder beschadigingen van het voer tijdens het lossen
Functievolgorde van de los automaat
1. openen van de achterklep 1)
Pas op! De achterwand wordt volledig geopend
2. dwarsafvoerband inschakelen 2)
3.
bodemketting wordt kort op teruglopen geschakeld 3)
- druk op de doseerwalsen wordt vermindert
4. doseerwalsen inschakelen 3)
5. voer wordt regelmatig gelost
Word bij tijdens het lossen de knop "Achterklep
sluiten’ kort ingedrukt:
- symbool licht op in de display
- geopende achterklep wordt langzaam dichtgeklapt.
Het lossen wordt in deze fase nog niet onderbroken!
- als de achterklep bijna dicht is (ca. 10 cm opening)
- uitschakeling van:
- bodemketting aandrijving
- doseerwalsen
- dwarsafvoerband
- laatste gedeelte van het sluiten van de achterklep
wordt onder druk uitgevoerd.
- pas na het verdwijnen van de symbolen in de display
is de achterwand gesloten.
Waarschuwing! De functie ‘Los automaat
starten’ wordt na 0,8 seconden tijdsvertra-
ging geactiveerd. (veiligheidsvoorschriften
voor het transport op de openbare weg).
1) alleen bij wagens zonder dwarsafvoerband of bij stilstaande dwarsafvoerband
2) alleen bij wagens met dwarsafvoerband
3) alleen bij wagens met doseerwalzen
2. Bodemketting lossen / hydromotor met
twee snelheden
Toets kort indrukken
- bodemketting wordt in- of uitgeschakeld
- aanduiding in de display
- langzaam of snel
In de langzame stand (schildpad)
- wijzigen van de snelheid door lang indrukken van
de knop "+" of "-" mogelijk.
In de snelle stand (haas)
- bodemketting loopt op maximale snelheid
- snelheid-aanduidingswaarde blijft behouden
Stoppen van de bodemketting met de toets "Stop",
of “bodemketting terugdraaien”
Kort onderbreken van het draaien van de bodemketting bij
- uitheffen van de pick-up
- openen van de achterklep
- inklappen van de messen
- opklappen of neerklappen van de bovenbouw
- inschakelen van de doseerwalsen
- sperren van de meelopend gestuurde as
- mechanisch inschakelen van de dwarsafvoer-
band
De bodemketting begint alleen te draaien wanneer geen
andere hydrauliek functies in gebruik zijn.
Let op!
Drukt het voer te sterk tegen de doseerwalsen,
dan blijft de bodemketting (walsendruksensor)
staan.
Dit wordt in de display niet aangeduid.
De bodemketting kan voor het lossen alleen bij
geopende achterklep gestart worden.
3. Bodemketting terug draaien
Zolang de toets blijft ingedrukt
- de bodemketting draait op maximale snelheid
naar voren in richting van de pick-up
- richtings-aanduiding in de display
- 27 -
0400_NL-Power-Control_5543
NL
POWER CONTROL – BEDIENING
4. Doseerwalsen
Toets kort indrukken
- doseerwalsen worden in- of uitgeschakeld
- aanduiding in de display bij ingeschakeld walsen
Let op!
Doseerwalsen kunnen alleen bij geopende
achterklep ingeschakeld worden.
5. Dwarsafvoerband
Toets kort indrukken
- daarna binnen 5 seconden de richtingsknop
“Rechts" of “Links" indrukken
- aanduiding in de display
Nogmaals drukken van de toets
- dwarsafvoerband stopt weer
Automatische losfunctie in combinatie met dwarsafvoer-
band kan als volgt worden uitgevoerd:
- starten met de los automaat met de toets
- controleren van de positie
- loopt de dwarsafvoerband, wordt de functie
achterklep openen overgeslagen.
- bij stilstaande dwarsafvoerband wordt eerst
de achterklep geopend.
Toetsenvolgorde
- toets "dwarsafvoerband"
- toets “Rechts" of "Links"
- toets “Los automaat"
De dwarsafvoerband kan alleen bij een geo-
pende achterklep gestart worden.
6. Meelopende gestuurde as
Knop drukken
- Meelopend gestuurde as wordt in- of uitge-
schakeld
- Positie (open) of (gesloten) wordt in de display
aangeduid
Waarschuwing! Tijdens het hydraulisch in- of
uitschakelen van de meelopend gestuurde
as zijn de toetsen voor andere hydraulische
functies tijdelijk geblokkeerd.
Veiligheidsaanduiding! Voor transport op
de openbare weg moet de functie van de
automatisch meelopend gestuurde as ge-
test worden (kort achteruitrijden – stuuras
moet gesperd zijn)
Waarschuwing!
Op de rijkuil en bij rijden op de weg moet de
gestuurde as altijd gesperd zijn!
7. Achterklep openen
Zolang de knop ingedrukt blijft
- achterklep gaat naar voren
- niet gesloten achterklep wordt in de display
aangegeven
Waarschuwing! De functie “Achterwand
openen wordt na 0,8 seconden actief
(veiligheidsvoorschrift voor transport op
de openbare weg).
- 28 -
0400_NL-Power-Control_5543
NL
POWER CONTROL – BEDIENING
9. Stop
Een korte druk op de toets
- stopt alle aandrijving
- schakelt de in werking zijnde automatische
functies uit.
10. Draaisnelheid naar links / verminderen
Het gebruiken van de vooraf gekozen functie
- vermindert de snelheid
- start draairichting naar links
11. Draaisnelheid naar rechts / verhogen
Het gebruiken van de vooraf gekozen functie
- vergroot de snelheid
- start de draairichting naar rechts
SET-functies
Het wisselen tussen de verschillende Set-func-
ties wordt met de knop “I/O” gedaan.
1. Verlichting laadruimte
Keuze pijl wijst op het symbool voor
laadruim verlichting
- Inschakelen met de toets "+"
- Uitschakelen met de toets "-"
Verlichting laadruim in een voorkeuzefunctie
-
wordt alleen bij een geopende achterklep ingeschakelt
2. Toevoegingsmiddel-dosering
Keuze pijl wijst op het symbool voor
toevoegingsmiddel-dosering
- inschakelen met de toets "+"
- uischakelen met de toets "-"
Toevoegingsmiddel-dosering is een voorkeuzefunctie
- wordt alleen bij neergelaten pick-up ingeschakelt
8. Achterklep sluiten
Toets kort indrukken
- achterklep wordt langzaam gesloten
- als de achterklep bijna dicht is
(opening ca. 10 cm)
- wordt de hydrauliek ingeschakeld
- achterwand wordt onder druk gesloten
- Veerst wordt de aandrijving van doseerwalsen,
dwarsafvoerband en bodemketting gestopt.
Waarschuwing! Automatische sluitings-
volgorde.
Tijdens het sluiten knippert het symbool
Achterklep sluiten” in het display.
Stoppen van het automatisch sluiten van de achterklep
kan met de met een van de volgende toetsen
, , of door .
3. Bovenbouw
Keuze pijl wijst naar het symbool voor
bovenbouw
- omhoog zetten met de toets "+"
- zakken met de toets "-"
De van toepassing zijnde ventielen worden voor 3 secon-
den aangestuurd. Indien nodig de functies meermalen
herhalen.
Waarschuwing! Tijdens het opzetten of da-
len van de bovenpanelen wordt hydrauliek
gebruikt, en zijn de toetsen voor andere hy-
draulische functies tijdelijk geblokkeerd.
- 29 -
0400_NL-Power-Control_5543
NL
POWER CONTROL – BEDIENING
Instellen van stand 1 of 19 met de toets “SET"
Keuze stand 1
- bodemketting snelheid
- met de toets "-" verminderen
- de bodemketting zal nog met de minimale snelheid
draaien
- komt overeen met stand 1
Keuze stand 19
- bodemketting snelheid
- met de toets "+" verhogen
- de bodemketting zal met iets minder dan de maxi-
male snelheid draaien
- komt overeen met stand 19
Procentuele aanduiding hoe het KRB-ventiel aangestuurd
wordt
Overnemen van de nieuw ingestelde waarde
- met de toets
afbreken zonder overname van de ingestelde waarde
- met de toets
4. Bedrijfsgegevens – dagenteller wissen
Keuze pijl zwijst op het symbool voor
bedrijfsgegevens
- inschakelen met toets "+"
- uitschakelen met toets "-"
Symbolen bij het verlaten van de SET-aanduiding
"0 L" en "0 h"
= dagenteller wordt gewist
"L XX" en "h I.X"
= dagenteller wordt niet gewist
5. Teruglooptijd bodemketting instellen
Keuze pijl op het symbool voor
bodemketting teruglooptijd
- verhogen met 0,1 s met de toets "+"
- verlagen met 0,1 s met de toets "-"
- voor het ontlasten van de doseerwalsen bij de los
automaat
- instelbereik tussen 0,1 en 1 seconde
6. Bodemketting afstellen
Aanpassen van de bodemketting snelheid met de
trekkerhydrauliek.
Waarschuwing!
Zorgt u ervoor, dat bij het afstellen de
bodemketting vrij kan lopen.
Bij het afstellen draait de hydrauliekmotor ondanks gesloten
achterklep en bij volle belading.
Toets 8 seconden indrukken
- oplichten van de symbolen voor de
KRB-schuif 1 en KRB-schuif 19
- 30 -
0400_NL-Power-Control_5543
NL
POWER CONTROL – BEDIENING
Betekenis van de foutmeldingen (van links naar rechts)
- Pick-up ventiel
- Doseerwalsen ventiel
- Knikdissel ventiel
- Dwarsafvoerband ventiel
(standventiel 1 bij mechanische dwarsafvoerband)
(proportioneel ventiel bij hydraulische dwarsafvoerband)
- Messenbalk ventiel
- Achterwand ventiel
- Bodemketting stand 2 ventiel
- Meelopende gestuurde as ventiel
- Bovenbouw ventiel
- Laadruimteverlichting
- Toevoegmiddel doseer uitgang
- Meerwegventiel (Y3 of Y4)
- Dwarsafvoerband-ventiel
(standventiel 2)
- Proportioneel ventiel (bodemketting-aandrijving)
- Sensor voedingsspanning
- Bedrijfsspanning
Diagnose functies
Schakel-uitgangen van de computer worden op
- bedrijfsspanning
- sensor-voedingsspanning
- kortsluiting naar massa of 12 V
- kabelbreuk en
- overbelasting gecontroleerd.
Bij fouten-herkenning wordt
- alarm in beeld geprojecteerd
- alarmtoon is hoorbaar
-
het daarop beantwoordende symbool wordt aangeduid
Diagnose functies kunnen voor alle afzonderlijke kanalen
uitgeschakeld worden.
Nieuw opstarten van de computer is nodig wanneer
- relais voor voedingsspanning van de uitgang langer
als 2 seconden uitgeschakeld wordt, bijvoorbeeld
ten gevolge van een te lage bedrijfsspanning.
Het relais wordt om veiligheidsredenen niet meer
zelfstandig ingeschakeld.
Een fout moet met de toets “I/O" ongedaan gemaakt
worden. Een ongedaan gemaakte fout wordt tot de vol-
gende herstart van de computer niet meer gemeld.
Diagnose voor een poort uitschakelen
Diagnose functie voor een als fout herkende en door
de chauffeur ongedaan gemaakte uitgang worden
van de diagnose uitgesloten.
Na succesvol ongedaan maken
Druk de toets gedurende 12 seconden
- in de SET-aanduiding
Blokkering wordt voor de reeds eerder geblokkeerde
uitgangen duurzaam opgeslagen, dit wordt met een
korte signaaltoon aangegeven.
Dit is voor het uitschakelen van ventielen die niet
voorhanden zijn (optimale machine inrichting).
Tip! Het alarm voor de voedingsspanning en de sensor-
voedingsspanning kan niet uitgeschakeld worden.
(Indien het alarm voor bedrijfsspanning bij elke herstart
optreed, de 3-polige stekker afnemen en direct aan de
trekkeraccu aansluiten “zie hoofdstuk in gebruik stellen”
- 31 -
(548) DOSIERER 0000-NL
NL
DOSEERWALSEN
Demonteren van de walsen
1. Achterhek openen.
2. Spanning van de ketting halen (58) en aandrijfketting (1)
verwijderen.
3. Platenwand (2) links en rechts demonteren.
Let op! Instelling van de veervoorspanning (X) niet wijzigen.
4. Bovenste doseerwals demonteren
volgende bouten verwijderen, links en rechts:
- drie bouten (SK-3) bij flenslager
- twee bouten (SK-2) bij de veiligheidsring
5. Onderste doseerwals demonteren
- twee bouten (SK-2) bij de veiligheidsring verwijderen, links en
rechts
6. Doseerwalsen naar achteren eruit schuiven.
7. Plaatstukken (2) links en rechts weer monteren.
8. Schakelaar instellen
- zie volgende bladzijde
SK-3
SK-2
2
X
1
58
001-01-31
001-01-32
- 32 -
(548) DOSIERER 0000-NL
NL
DOSEERWALSEN
220 - 240 bar
Schakeling bodemketting
Algemeen
Bij gemonteerde doseerwals is de bout (SK-5) achter de schakelaar
gepositioneerd en heeft daar geen functie.
De schakelschuif (90) wordt door een onderdeel van de doseerwals
in positie A gehouden.
Alleen op de volgende manier kan de losbodemaandrijving worden
ingeschakeld
- door de laadautomatiek
of
- door de losbodemschakelaar op het schakelpaneel te bedienen
Bij gedemonteerde doseerwals zou de schakelschuif (90) in positie B
staan. In deze positie is de losbodemaandrijving voortdurend
uitgeschakeld. Bij laad- en loswerkzaamheden is dit echter niet
gewenst.
Daarom moet bij gedemonteerde doseerwals de schakelaar in positie
A worden gefixeerd. Dit gebeurt met de meegeleverde bout (SK-5).
Instelling bij gedemonteerde doseerwals
1. Schakelschuif (90) in positie A brengen
2. Bout (SK-5) zo in het langsgat verschuiven dat de schakelschuif
(90) in de positie A gefixeerd blijft.
Montage van een oliedrukschakelaar
Wanneer gewerkt wordt met gedemonteerde doseerwalsen is
de montage van een drukschakelaar (3) aan te bevelen.
Wanneer het gewas tegen het achterhek drukt wordt d.m.v. de
oliedrukschakelaar de aandrijving van de bodemketting
automatisch uitgeschakeld.
Als de doseerwalsen ingebouwd zijn heeft de
oliedrukschakelaar geen functie.
- Elektrische aansluiting, zie de onderdelenlijst, schakelschema
figuur 01.
- Draaiknop instellen op 220-240 bar.
001-01-33
SK-5
001-01-34
A
SK-5
B
90
0100-NL BELADEN (548)
- 33 -
HET VULLEN VAN DE WAGEN
NL
Het beginnen van laden
1. Aftakas van de trekker inschakelen.
2. Opraper laten zakken.
Let op! De aandrijving van de opraper en de invoerrotor worden dan
automatisch ingeschakeld.
3. Hendel (ST) van het trekkerstuurventiel naar voren zetten
(persdruk) en vergrendelen.
De olie wordt dan naar het
stuurventielenblok van de wagen gestuurd.
4. Let op de aftakastoerental.
Laden met een aftakastoerental van ca.
750-850 omw./min en een hoge rijsnelheid.
Tijdens het laden opletten
Opraper bij een leeg invoerkanaal heffen.
In bochten het motortoerental verlagen.
In scherpe bochten aftakas uitschakelen en opraper heffen.
Ongelijkmatig laden vermijden. Dit is belangrijk voor de disselbelasting
(zie ook opgave bij de dissel).
Voor een optimale belading van de wagen de bodemketting kortstondig
inschakelen of de laadautomaat inschakelen (zie hoofdstuk
elektrohydrauliek).
Let op de vulindicator (FULL)
Men dient ook de toelaatbare asdruk in de gaten te
houden!
Veiligheidsaanwijzingen
Wanneer men aan de wagen gaat werken, is het
belangrijk dat men de kruiskoppelingsas van de
trekker afneemt en de motor van de trekker stoptzet.
Dit geldt ook wanneer men aan de pick-up gaat
werken.
ST
Opraper afstellen
1. Opraper iets optillen en
de gatenstrip (51) links
en rechts in dezelfde
positie bevestigen.
2. Met borgveer vast-
maken.
Hoog afstellen:
Als de stoppels lang zijn en het terrein hobbelig.
Diep afstellen:
Als het gewas kort is en het terrein vlak.
Gewaskeerplaat afstellen (52)
- Bij kleine zwaden en
kort gewas, gewas-
keerplaat diep hangen
(positie T).
- Bij grote zwaden,
gewaskeerplaat hoog
hangen (positie H).
Laden algemeen
Belangrijke aanwijzingen
Een kleefplaatje, dat op de dissel
is aangebracht, geeft aan voor
welke toerental (450 rpm / 1000 rpm) de aandrijftandwielkast
geschikt is.
Let er daarom ook op dat de kruiskoppelingsas een goede
slipkoppeling heeft (ook het juiste type, zie onderdelenboek),
zodat bij overbelasting geen onnodige schade aan de wagen
onstaat.
1000 omw./min.: Gebruik een kruiskoppelingsas met een koppeling
die afgesteld is op 2200 Nm (220 kgm).
De rijsnelheid moet altijd aangepast worden aan de mogelijkheden
en verhoudingen die het terrein biedt.
Bij het rijden op hellingen moet men oppassen en moet men het
plotseling maken van bochten vermijden (gevaar voor omslaan).
Kort materiaal met weinig toeren, hoge rijsnelheid en grote
voerpaketten (dikke zwaden).
Het laden van groenvoer (zomerstalvoedering)
- Groenvoer wordt in de regel uit een zwad opgenomen.
- Gemaaide zwaden in dezelfde rijrichting opnemen als gemaaid
is. (Stengeltoppen het eerst).
- Gewaskeerplaat (52) diep instellen (positie T).
Het laden van voordroogkuil
- Voordroogkuil wordt goed van het zwad opgenomen.
- De gewaskeerplaat (52) hoog afstellen (positie H).
540 Upm 1000 Upm
NL
ACHTERWAND
- 34 -
9700-NL RÜCKWAND (544)
Achterwand
Lossen met doseerwalsen
Varianten
1. Normaal doseren
Achter-plaatwand aan draiende achterwand gemonteerd
- met borgueer (F) vastzetten (links en rechts)
2. Fijndoseren
Achter plaatwand aan de zijwanden van de wagen gemonteerd
- met borgueer (F) vastzetten (links ed rechts)
Het voer valt gelijkmatiger verdeeld op de grond als bij normaal
doseren.
495.679
Warschuwing voor beschadigung
De pennen op de linker en rechter wagenzijde moeten steeds gelijk gemonteerd zijn,
anders ontstaat er beschadigung aan achterwand en zwenk-delen.
daarom
- altyd contrleren voordat de achterwand hydraulisch wordt geopend.
(548) 0000-NL ENTLADEN
NL
LOSSEN VAN DE WAGEN
- 35 -
Lossen van de wagen
Lossen met doseerwalsen
- Achterhek openen.
- Aftakas inschakelen.
- Aandrijving doseerwalsen inschakelen.
- Bodemkettingaandrijving inschakelen (A).
- Snelheid van de bodemketting afstellen met draaiknop (R).
Uitschakelkoppeling (NS)
Wanneer de walsen overbelast worden resp.: de snelheid van
de bodemketting te hoog is, wordt de aandrijving door de
koppeling uitgeschakeld (= 1200 Nm).
- Aftakas uitschakelen.
- Bodemketting kort naar voren laten draaien (B).
De bodemketting draait naar voren en daardoor wordt de druk
op de walsen verkleind.
- Aftakas weer inschakelen.
- Bodemkettingsnelheid met draaiknop (R) opnieuw instellen.
Lossen zonder doseerwalsen
- Achterhek openen.
- Aandrijving bodemketting inschakelen (A).
Drukknop achterzijde (32)
- voor bodemketting
- Wanneer de drukknop (32) ingedrukt worden blijven deze hangen (C) en
de bodemketting wordt ingeschakeld.
- Als de knop weer wordt ingedrukt wordt de bodemketting
uitgeschakeld (D).
Algemene aanwijzingen
Wordt tijdens het gebruik van de bodemketting een tweede
functie ingeschakeld dan wordt de bodemkettingaandrijving
automatisch tijdelijk uitgeschakeld.
Beeindigen van het lossen
- Bodemketting uitschakelen (0).
- Achterhek sluiten.
Rijden op de weg
Let op! Op de weg alleen met gesloten achterhek rijden.
R
KB KV-KR
KV KR
548 / AUFBAU UMLG / 0000-NL
NL
BOVENBOUW
- 36 -
Omhoogzetten van de boven-bouw
Het omhoogzetten van de boven-bouw moet beslist
door 2 personen worden gedaan an de wagen moet
op een ulakke bodem staan.
Gevaar voor ongeval!
1. Bovenste voorwand-deel (3) omhoogzetten
3. Onderste voorwand-deel (3a) omhoogzetten
3. Voorste zijwand omhoogzetten
- links ed rechts
- met borgveerr (K) vastzetten
548 / AUFBAU UMLG / 0000-NL
NL
BOVENBOUW
- 37 -
TD 57/91/56
5. Achterwand-kleed (8) met borgveer(1) monteren.
6. Touwen aanbrengen
4. Veer-unit (6) monteren
- borgveerr (K)
0000-D ALLG.WARTUNG (548)
ONDERHOUD
NL
- 38 -
Algemene onderhoudsvoorschriften
Om de machine ook na een langere gebruiksduur in goede staat
te houden, moeten onderstaande voorschriften in acht worden
genomen.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekkermotor uitschakelen.
Werkzaamheden onder de machine alleen uitvoeren, wanneer de
machine vast en zeker staat en goed wordt ondersteund.
- Na één werkuur alle bouten natrekken.
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor deze
machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons geleverde
originele delen niet door ons gecontroleerd en vrijgegegen zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde omstandigheden
constructieve eigenschappen
van Uw machine negatief
beinvloeden. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade ontstaan
door het gebruik van niet
originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen
aanbrengen of het monteren
van aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het voertuig
of machine kunnen om technische redenen
asbest bevatten. Let op kentekens die op de
onderdelen staan.
Openen van de beschermkap
Met bijvoorbeeld een
schroevendraaier kan
de vergrendeling "R"
geopend worden en kan
de beschermkap
gelijktijdig omhoog
gedraaid worden.
Sluiten van de beschermkap
De beschermingskap naar beneden draaien. De grendel "R"
vergrendelt automatisch.
Vorsicht beim Betreten der Ladefläche
1. Verzeker het geopende achterhek tegen ongewilde sluiting
(bijvoorbeeld d.m.v. een steunbalk).
2. Gebruik een stabiele opstap om in de wagen te klemmen (10).
- Vergrendeling openen (A)
- opstaphulp uitzwenken (10)
3. Instapluik
Het instapluik in de zijwand mag alleen nadat de motor is uitgezet,
betreden worden (11).
4. Laadvloer niet betreden, wanneer de aftak-as aangesloten is en
de trekkermotor loopt!
1. Voor ingebruikname van de wagen
- opstaphulp omhoogzwenken (10) en vergrendelen (B).
495.468
R
0000-D ALLG.WARTUNG (548)
ONDERHOUD
NL
- 39 -
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet te dichtbij.
Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in de huid dringen.
Raadpleeg in dat geval onmiddelijk een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht zijn.
Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het hydrauliek
gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct vervangen worden.
De kwaliteit van nieuw te monteren slangen en andere delen
moeten aan de eisen voldoen en gelijk zijn aan het origineel
gemonteerde materiaal.
Accumulator
Attentie!
Er mag niet aan de accumulator worden gelast en
mechanische bewerkingen zijn verboden.
Aanwijzing
Volgens aanwijzingen van de fabrikant hebben alle accumulatoren
na een bepaalde tijd een beperkt drukverlies.
Het gasverlies (stikstof) bedraagt per jaar ca. 2-3 %.
Er wordt aangeraden, na 4-5 jaar de druk te controleren en
eventueel de spanning op peil te laten brengen.
De druk in de accumulator veranderen
Dit mag alleen door de dealer worden gedaan.
Om de voorspanning te veranderen is speciaal gereedschap
benodigd.
De voorspandruk in de accumulator bedraagt ca. 120 bar
stikstofdruk (N).
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van lagers en van
hydraulische delen.
- Na het reinigen van de machine deze volgens het smeerschema doorsmeren en de
machine een korte tijd laten draaien.
- Door met te hoge druk te reinigen kan beschadiging van lak optreden.
Remmen afstellen
Zie het hoofdstuk "beremming"!
0300-NL WARTUNG_548.P65
NL
ONDERHOUD
- 40 -
ONDERHOUD
Opraper
- Gebroken tanden (53) kunnen na demontage van de segementbeugels
(54) zonder demontage van de opraper vervangen worden.
Luftdruck
Aandrijfketting van de opraper
- Na iedere 40 vrachten de ketting olieen (50% smeerolie, 50% gasolie) en
kettingspanning controleren.
- Minstens 1 x per jaar de beschermkap er afnemen, ketting reinigen, olieen
en de vrijloop doorsmeren. De ketting naspannen; spanbout 65 verdraaien
na het losdraaien van de contramoer (56) en de bevestigingsmoeren (57).
- Contramoer en bevestigingsmoeren weer vastdraaien na het spannen van
de ketting.)
Kurvenscheibe
- Het smeerpunt (L) aan de linkerzijde van de opraper moet worden gesmeerd
als de opraper draait.
Om ongevallen te voorkomen is derhalve de grootste voorzichtigheid
gewenst!
Hoofdlagering motor
- De beide hoofdlagers na elke 90 vrachten doorsmeren.
F=80
TD 57/91/51
(IV)
FETT
0300-NL WARTUNG_548.P65
NL
ONDERHOUD
- 41 -
1 x per jaar
1 x per jaar controleren
- schroefverbindingen (1J) of deze vastzitten
- aanhaalmoment (Nm) van de bouten
1 x per jaar de afzetting verwijderen
- vergrendeling (71) losmaken
- afdekkingen (70) verwijderen
- afzetting uit het kanaal verwijderen
- afdekkingen (70) opnieuw monteren
- vergrendelen (71)
0300-NL WARTUNG_548.P65
NL
ONDERHOUD
- 42 -
Belangrijk! Aandrijving controleren of deze vastzit
De transmissie is met bouten stevig bevestigd. Deze vaste verbinding
wordt verkregen doordat de beide bouten (SK-5) overeenkomstig worden
aangehaald.
Door de constante verandering van belasting bij het laden en lossen kan
het gebeuren dat de stevige verbinding losraakt.
In dat geval
- niet meer laden
- probleem direct verhelpen
- verbinding regelmatig controleren
Oplossing
- beide contramoeren (K) losmaken
- beide bouten (SK-5) zover bijstellen tot de transmissie aan de lagerbout
(60) zonder speling vastzit
- beide bouten opnieuw borgen (K).
Luchtbalg reinigen
Luchtbalg (G2) reinigen
Hiervoor moet de wagen worden opgetild (G1). Dit gebeurt met
behulp van luchtdruk in het reservoir.
- Hendel in positie H1 brengen
Wagen wordt opgetild, ter grootte van ruimte G1
Let op de maximale hoogte van
de wagen!
- Alle luchtbalgen (G2) reinigen
Na het reinigen
- Hendel in positie S1 brengen
Wagen zakt, ter grootte van ruimte
G1
Voorzichtig!
Let op dat u niet
bekneld of anderszins gewond raakt
Let op!
Als de wagen is opgetild (G1), mogen geen werkzaamheden
worden verricht
0300-NL WARTUNG_548.P65
NL
ONDERHOUD
- 43 -
TD 57/91/46
Snijmechanisme
Demontage van een
mes
- Messenbalk
uitklappen.
- Hefboom naar
achteren trekken.
- Mes omhoog klappen en naar achteren trekken.
Messen monteren
- Let er op dat de rol van de hefboom in de uitsparing van het mes valt.
Naslijpen van gedemonteerde messen
Goed geslepen messen vragen minder vermogen en hebben een betere
snijkwaliteit.
- Messen afzonderlijk demonteren en naslijpen met de slijpsteen.
Let op!
- Alleen de gladde kant van het mes slijpen
-
veiligheidsbril gebruiken (slijpbril)).
- Beheerst slijpen zonder dat het materiaal te heet
wordt, dit garandeert een langere levensduur.
Mesbeveiliging
Om er zeker van te zijn dat de messen goed werken is het aan te
bevelen ze vaker te reinigen
- De drukveren met een hogedrukreiniger schoonmaken.
- voor de winterberging de messen en het beveiligingsmechaniscme
goed inolieen.
0300-NL WARTUNG_548.P65
NL
ONDERHOUD
- 44 -
S
S
S
S
TD 57/91/49
220 - 240 bar
Bodemketting
De vier bodemkettingen moeten gelijkmatig, maar niet te strak gespannen zijn.
Ze moeten van de onderzijde van de wagen iets doorhangen.
Bodemketting naspannen
- De stelbouten (S) bevinden zich onder de laadvloer.
- Wanneer de spanmogelijkheid te klein is moeten er kettingschakels vervangen
worden.
- Steeds een even aantal kettingschakels (2, 4,...) van alle vier kettingen verwijderen.
Instelmaat van de
eindschakelaars
JUMBO zonder doseerwalsen
De afstelling geschiedt met gesloten achterhek, resp. gesloten
messenbalk.
Eindschakelaar voor achterhek: X = 6 mm
Eindschakelaar voor laadautomaat boven: X = 5 mm
Eindschakelaar voor messenbalk: X = 6 mm
Afstelling van de oliedrukschakelaar (3): 220 - 240 bar
JUMBO met doseerwalsen
Eindschakelaar voor bodemketting: A = 6 mm
Afstelling (B) van het achterhek: Bouten (SK) losdraaien.
De eindschakelaar in het sleufgat zo
plaatsen, dat het sluiten van het achterhek
zo functioneert als in het hoofdstuk "electro-
hydrauliek" beschreven is.
Beveiliging van de elektrische installatie
De elektrische installatie voor de bediening van alle functies is beveiligd met een
10 Amp. zekering.
De zekering is ondergebracht in de verdeelkast aan de linker voorkant van de
wagen.
0300-NL WARTUNG_548.P65
NL
ONDERHOUD
- 45 -
- Bout (S) losdraaien en strip verwijderen.
- Vanuit de laadruimte de afstrijker naar beneden trekken en er
uitnemen.
Demontage van een afstrijker
Gedemonteerde afstrijker
Instellingen
min
10 mm
TD 51/97/47
001-01-08
K
SK-3
min.
20 mm
0300-NL WARTUNG_548.P65
NL
ONDERHOUD
- 46 -
Tandwielkast
Olie van de tandwielkast elk jaar verversen.
Olie volgens smeerschema toevoegen.
Olie bijvullen
- Valbplug (6) eruit nemen om olie bij te vullen.
- Oliepeil bij niveauplug (7) controleren.
Olie aftappen
- Aftapplug (5) losdraaien.
- Oude olie volgens geldende milieuvoorschriften afvoeren en daarna
met olie bijvullen (zie smeerschema).
Tandwielkast doseerwal-
sen:
1,0 Liter SAE 90
Hoofdaandrijfkast:
5 Liter
Tandwielkast aan de
rijkant:
1,0 Liter SAE 90
Tandwielkast-bodemketting:
1,5 Liter SAE 90
Persaandrijving
6,0 liter HEP SAE 140
- aandrijving is bij
normaal gebruik
onderhoudsvrij.
Pick-up-aandrijving:
0,75 liter MOBILPLEX 44
- aandrijving is bij normaal gebruik
onderhoudsvrij.
Aandrijfkettingen van de doseerwalsen
- Elke 40 vrachten kettingen smeren en kettingspanning kontroleren.
- Het spannen van de ketting wordt met bout (58) uitgevoerd
nadat de contramoer en de borgmoer (57) zijn losgedraaid.
Filter vervangen
De rode stift (50) geeft aan dat het oliefilter (F) vervuild is. De
stift wordt afhankelijk van de vervuilingsgraad van het filter en
meer of minder uitgedrukt. Wanneer maximale ver-vuiling
wordt aangegeven moet het filter (F) worden vervangen.
50
TD57/91/67
001-01-17
75
- 47 -
0400_NL-Raeder_548
NL
BANDEN EN WIELEN
Aanhaalkoppel
Wielmoeren regelmatig controleren of ze nog vastzitten
(aanhaalmoment: zie onderstaande tabel)
LET OP!
Na de eerste tien werkuren de wielmoeren natrek-
ken.
- Ook na het verwisselen van een wiel, na de eerste 10
werkuren de wielmoeren natrekken.
M 16 x 1,5
M 18 x 1,5
M 20 x 1,5
M 22 x 1,5
15 x 6,0 - 6
16 x 6,5 - 8
10,0 / 75 - 15
11,5 / 80 - 15
11,5 / 80 - 15
11,5 / 80 - 15
13,0 / 55 - 16
15,0 / 55 - 17
15,0 / 55 - 17
19,0 / 45 - 17
19,0 / 45 - 17
355 / 60 R 18
500 / 50 - 17
500 / 50 - 17
500 / 55 - 20
550 / 45 - 22,5
550 / 45 R 22,5
555 / 45 - 17 FRT
555 / 45 - 17 FRT
4 PR
4 PR
8 PR
8 PR
10 PR
12 PR
12 PR
10 PR
12 PR
10 PR
14 PR
10 PR
14 PR
12 PR
16 PR
154 F
146 F
1,2 bar
3,0 bar
4,0 bar
3,7 bar
4,5 bar
5,0 bar
4,7 bar
3,5 bar
4,3 bar
3,0 bar
3,8 bar
5,0 bar
2,8 bar
3,5 bar
3,0 bar
2,8 bar
4,25 bar
4,5 bar
3,0 bar
200 Nm
270 Nm
350 Nm
500 Nm
494.596
495.736
M 22 x 1,5 500 Nm
40 50 max.
km/h km/h km/h bar
16 x 6,5-8 4 PR 3,0 bar
500/60-22,5 12 PR 2,4 bar 3,3 bar 50
500/60-R22,5 155 D 2,8 bar 3,8 bar 50
650/50 R22,5 159 D 2,2 bar 2,8 bar 65 4,1 bar
600/55-22,5 12 PR 2,0 bar 2,5 bar 50
600/55-22,5 16 PR 2,0 bar 2,5 bar 70 2,8 bar
650/50 R 22,5 1,8 bar 2,2 bar 65 3,0 bar
700/45-22,5 12 PR 1,8 bar 2,2 bar 50
LET OP!
Na de eerste
tien werkuren
de wielmoeren
natrekken.
Bandenspanning
- Let op de juiste bandenspanning!
- Bandenspanning regelmatig met de gegevens uit de
tabel vergelijken!
Bij het oppompen bestaat er explosiegevaar, blijft op
veilige afstand!
- 48 -
0200-NL TECH.DAT _548
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de wagen is op een
typeplaatje ingeslagen en op de chassisbalk.
Garantieclaims, onderdelen-bestellingen of informatie
kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct
voorop de handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Extra toebehoren
Verlengkabel voor bedieningskast
Trekoog ø 50 mm (hitch)
Bandenmaat, zie onderdelenlijst
JUMBO zonder doseerinrichting JUMBO met doseerinrichting
Vereiste aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 120 bar
Bedrijfsdruk max.: 200 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
3-polige (12 Volt) aansluiting
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
Technische gegevens JUMBO 6000
548
9500 mm
2550 mm
3960 mm
3260 mm
1950 mm
1460 mm
2000 mm
45
34 mm
60 m3
36,45 m3
2100 Nm / 1000 min-1
600 / 55 - 22,5 12 PR
2,0 bar
8140 kg
<70 dB(A)
548
9100 mm
2550 mm
3960 mm
3260 mm
1950 mm
1460 mm
2000 mm
45
34 mm
60 m3
36,45 m3
2100 Nm / 1000 min-1
600 / 55 - 22,5 12 PR
2,0 bar
7590 kg
<70 dB(A)
- 49 -
0200-NL TECH.DAT _548
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de wagen is op een
typeplaatje ingeslagen en op de chassisbalk.
Garantieclaims, onderdelen-bestellingen of informatie
kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct
voorop de handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Extra toebehoren
Verlengkabel voor bedieningskast
Trekoog ø 50 mm (hitch)
Bandenmaat, zie onderdelenlijst
JUMBO zonder doseerinrichting JUMBO met doseerinrichting
Vereiste aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 120 bar
Bedrijfsdruk max.: 200 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
3-polige (12 Volt) aansluiting
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
Technische gegevens JUMBO 6600
549
10230 mm
2550 mm
3960 mm
3260 mm
1950 mm
1460 mm
2000 mm
45
34 mm
66 m3
40,3 m3
2100 Nm / 1000 min-1
600 / 55 - 22,5 12 PR
2,0 bar
8350 kg
<70 dB(A)
549
9780 mm
2550 mm
3960 mm
3260 mm
1950 mm
1460 mm
2000 mm
45
34 mm
66 m3
40,3 m3
2100 Nm / 1000 min-1
600 / 55 - 22,5 12 PR
2,0 bar
7800 kg
<70 dB(A)
- 50 -
0200-NL TECH.DAT _548
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de wagen is op een
typeplaatje ingeslagen en op de chassisbalk.
Garantieclaims, onderdelen-bestellingen of informatie
kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct
voorop de handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Extra toebehoren
Verlengkabel voor bedieningskast
Trekoog ø 50 mm (hitch)
Bandenmaat, zie onderdelenlijst
JUMBO zonder doseerinrichting JUMBO met doseerinrichting
Vereiste aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 120 bar
Bedrijfsdruk max.: 200 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
3-polige (12 Volt) aansluiting
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
Technische gegevens JUMBO 7200
550
10610 mm
2550 mm
3950 mm
3260 mm
1950 mm
1460 mm
2000 mm
45
34 mm
72 m3
44,13 m3
2100 Nm / 1000 min-1
600 / 55 - 22,5 12 PR
2,0 bar
8010 kg
<70 dB(A)
- 51 -
0200-NL TECH.DAT _548
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de wagen is op een
typeplaatje ingeslagen en op de chassisbalk.
Garantieclaims, onderdelen-bestellingen of informatie
kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct
voorop de handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Extra toebehoren
Verlengkabel voor bedieningskast
Trekoog ø 50 mm (hitch)
Bandenmaat, zie onderdelenlijst
JUMBO zonder doseerinrichting JUMBO met doseerinrichting
Vereiste aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 120 bar
Bedrijfsdruk max.: 200 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
3-polige (12 Volt) aansluiting
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
Technische gegevens JUMBO 8000
551
11300 mm
2550 mm
3950 mm
3260 mm
1950 mm
1460 mm
2000 mm
45
34 mm
80 m3
47,8 m3
2100 Nm / 1000 min-1
600 / 55 - 22,5 12 PR
2,0 bar
8220 kg
<70 dB(A)
- 52 -
0000-NL BESTIMMUNG (548)
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Voor takelen juiste aanspanning:
Passend gebruik van de wagen
De wagen "JUMBO" is uitsluitend bestemd voor de het bekende gebruik in uitsluitend agrarische toepassingen.
Voor het laden, transporteren en het lossen van groenvoer, ruwvoer, voordroogkuil, hooi en stro.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schad of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan draagt alleen de
gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
NL-ANHANG TITELBLATT _341
AANHANGSEL
NL-ANHANG TITELBLATT _341
U maakt de beslissing Original of namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een goedkope aanschaf kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad! .
Kwaliteit en nauwkeurige passing
- Bedrijfszekerheid
Betrouwbaar functioneren
Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
0000-NL GELENKWELLE (341)
Aanhangsel - B
KRUISKOPPELINGSAS
NL
KRUISKOPPELINGSAS
Let op! Gebruik de
meegeleverde
kruiskoppelingsas met
stilstaande beschermbuizen.
Het gebruik van andere
aandrijfassen is niet
toegestaan.
Kruiskoppelingsas
aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald
door de koppelingsas-helften
naast elkaar te houden.
HET AFKORTEN
- om de lengte aan te
passen, de beide
kruiskoppelingsashelften
in de positie van de
kortste afstand
(L2)van de
aftakaseinden tov.
elkaar, naast elkaar
houden en
aftekenen.
Let op!
Maximale Betriebslänge (L1)
beachten -
Zo groot mogelijke
overlapping (min. 1/2 X)
nastreven.
binnenste- en buitenste-
beschermbuis met gelijke lengte
inkorten.
Slipkoppeling (2) aan de
machinezijde monteren.
Voor elk gebruik de
kruiskoppelingsas controleren,
of de gaffels goed vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- beschermbuis van de
kruiskoppelingsas borgen tegen
meedraaien.
Let erop dat de ketting voldoende
lengte heeft voor de bewegingen
van de kruiskoppelingsas.
TIJDENS HET WERK
Tijdens het werken met de machine mogen de voorgeschreven
toerentallen niet overschreden worden.
- nadat de aftakas is uitgeschakeld kunnen sommige machines
noch lange tijd door blijven draaien door de massa van sommige
onderdelen(maaiers, hakselaars,persen etc.).Gedurende deze
tijd niet dicht bij de machine komen. Wanneer alle delen volledig
stilstaan kan pas aan de
machine gewerkt worden.
- wanneer de machine wordt
afgekoppeld moet de
kruiskoppelingsas volgens
voorschrift afgelegd worden
resp. door een ketting
bevestigd worden.
Blokkeerketting (H) niet voor
het ophangen van de
kruiskoppelingsas benutten.
1)Gebruiksinstructie voor een nokkenschakelkoppeling:
De nokkenschakelkoppeling
is een beveiliging, die het
draaimoment bij overbelasting
tot nul reduceert. De
uitgeschakelde koppeling kan
weer ingeschakeld worden als
de aftakasaandrijving wordt
uitgeschakeld. Het
inschakeltoerental van deze
koppeling ligt onder de 200
omw./min.
LET OP !
De nokkenschakelkoppeling van de kruiskoppelingsas is
geen beladingsgraadmeter. Het is een echte beveiliging, die
Uw machine beschermen moet tegen beschadigingen. Door
gevoelsmatig te werken voorkomt U veelvuldig uitschakelen
van de koppeling en behoed hem en de machine voor onnodige
slijtage.
2)Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet ingeschakeld 70
graden.
3)Normale koppeling:
Maximale verdraaiing niet
ingeschakeld 90 graden,
tijdens het werk maximaal 35
graden.
ONDERHOUD
Versleten beschermdelen
direct vernieuwen.
- bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de kruiskoppelingsas
doorsmeren met een kwaliteitsvet.
- gedurende langere rustperiodes kruiskoppelingsas schoonmaken
en doorsmeren.
tijdens winter-
werkzaamheden de
beschermbuizen
invetten om te voor-
komen dat ze
vastvriezen.
Belangrijk voor kruiskoppelingsassen met
een platenslipkoppeling.
Bij de eerste maal in gebruikname en na langere tijd
buiten gebruik te zijn, de platenslipkoppeling op
goede werking kontroleren.
a.) Maat L aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1
resp. aan stelschroef bij K92E en K92/4E
vaststellen.
b.) Schroeven losdraien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden. Koppeling doordraaien.
c.) Schroeven op maat L instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
X
X
L1
L2
X
X
min.
TD 52/97/37
- B 1 -
8
h
FETT
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
9900 LEGENDE-SCHMIERPL / BA/EL ALLG / BETRIEBSSTOFFVORSCHRIFT
- 56 -
Schmierplan
8
h
alle 8 Betriebsstunden
20
h
alle 20 Betriebsstunden
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
100 ha alle 100 Hektar
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
(IV) Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
Liter Liter
* Variante
Siehe Anleitung des Herstellers
Plan de graissage
8
h
Toutes les 8 heures de service
20
h
Toutes les 20 heures de service
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
100 ha tous les 100 hectares
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
(IV) Voir annexe "Lubrifiants"
Liter Litre
* Variante
Voir le guide du constructeur
Lubrication chart
8
h
after every 8 hours operation
20
h
after every 20 hours operation
40 F alle 40 operations
80 F alle 80 operations
1 J once a year
100 ha every 100 hectares
FETT GREASE
= Number of grease nipples
(IV) see supplement "Lubrificants"
Liter Litre
* Variation
See manufacturers instructions
Smeerschema
8
h
alle 8 bedrijfs uren
20
h
alle 20 bedrijfs uren
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
100 ha alle 100 hektaren
FETT VET
= Aantal smeernippels
(IV) Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
Liter Liter
* Varianten
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
FETT
Schema di lubrificazione
8
h
ogni 8 ore di esercizio
20
h
ogni 20 ore di esercizio
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
100 ha ogni 100 ettari
FETT GRASSO
= Numero degli ingrassatori
(IV) vedi capitolo materiali di esercizio
Liter litri
* variante
vedi istruzioni del fabbricante
IEsquema de lubricación
8
h
Cada 8 horas de servicio
20
h
Cada 20 horas de servicio
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J 1 vez al ano
100 ha Cada 100 hectáreas
FETT FETT
=Número de boquillas de engrase
(IV) Véase anexo Lubrificantes
Liter Litros
* Variante
Véanse instrucciones del fabricante
Plano de lubrificação
8
h
Em cada 8 horas de serviço
20
h
Em cada 20 horas de serviço
40 F Em cada 40 transportes
80 F Em cada 80 transportes
1 J 1x por ano
100 ha Em cada100 hectares
FETT Lubrificante
=Número dos bocais de lubrificação
(IV) Ver anexo Lubrificantes"
Liter Litro
* Variante
Ver instruções do fabricante
EP
NL
D F GB
Smörjschema
8
h
Varje 8:e driftstimme
20
h
Varje 20:e driftstimme
40 F Varje 40: e lass
80 F Varje 80: e lass
1 J 1 x årlingen
100 ha Varje 100:e ha
FETT FETT
= Antal smörjnipplar
(IV) Se avsnitt Drivmedel
Liter liter
* Utrustningsvariant
Se tillverkarens anvisningar
SSmøreplan
8
h
Hver 8. arbeidstime
20
h
Hver 20. arbeidstime
40 F Hvert 40. lass
80 F Hvert 80. lass
1 J 1 x årlig
100 ha Totalt 100 Hektar
FETT FETT
= Antall smørenipler
(IV) Se vedlegg "Betriebsstoffe"
Liter Liter
* Unntak
Se instruksjon fra produsent
N
Mazací plán
8
h
kaûd˝ch 8 hodin
20
h
kaûd˝ch 20 hodin
40 F kaûd˝ch 40 voz˘
80 F kaûd˝ch 80 voz˘
1 J 1 x roËnÏ
100 ha po 100 ha
FETT TUK
= PoËet mazacÌch hlaviËek
(IV) Viz kapitola "Mazací prostředky vydání "
Liter litru
* Varianta
viz. příruËka v˝robce
Kenési terv
8
h
minden 8 üzemóra után
20
h
minden 20 üzemóra után
40 F minden 40 menet után
80 F minden 80 menet után
1 J 1-szer évente
100 ha minden 100 Hektár után
FETT ZSÍR
=A zsírzógombok száma
(IV) Nézd a "Kenôanyagok" c. fejezetet
Liter Liter
*Változat
Nézd a gyártó utasításait!
CZ HСхема смазки
8
h
чеpез каждые 8 часов pаботы
20
h
чеpез каждые 20 часов pаботы
40 F чеpез каждые 40 подвод
80 F чеpез каждые 80 подвод
1 J 1 pаз в год
100 ha чеpез каждые 100 га
FETT СМАЗКА / OIL МАСЛО
= количество смазочных ниппелей
(IV)
См. пpиложение «Эксплуатационные матеpиалы»
Liter литp (количествово масла, жидкость,...)
* Ваpиант
Смотpи pуководство изготовителя
RUS
Схема смазки
40 F чеpез каждые 40 подвод
80 F чеpез каждые 80 подвод
1 J 1 pаз в год
FETT СМАЗКА / OIL МАСЛО
= кол-во смазочных ниппелей
II, III, IV
См. пpиложение
гЭксплуатационные матеpиалы“
Liter литp (кол-во масла, жидкость,...)
* Ваpиант
Смотpи pуководство изготовителя
RUS
Schmierplan
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
II, III, IV Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
* Variante
siehe Anleitung des Herstellers
D
Plan de graissage
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
II, III, IV Voir annexe "Lubrifiants"
* Variante
Voir le guide du constructeur
F
Lubrication chart
40 F alle 40 operations
80 F alle 80 operations
1 J once a year
FETT GREASE
= Number of grease nipples
II, III, IV see supplement "Lubrificants"
* Variation
see manufacturers instructions
GB
Smeerschema
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
FETT VET
= Aantal smeernippels
II, III, IV zie aanhangsel "Smeermiddelen"
* Varianten
zie gebruiksaanwijzing van de
fabrikant
NL
Schema di lubrificazione
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
FETT GRASSO
= numero degli ingrassatori
II, III, IV
vedi capitolo materiali di esercizio
* variante
vedi istruzioni del fabbricante
I
Plano de lubrificaçao
40 F A cada 40 viagens
80 F A cada 80 viagens
1 J Uma vez por ano
FETT Lubrificante
=
Número de niples de lubrificação
II, III, IV Ver anexo Lubrificantes"
* Variante
Ver instruções do fabricante
P
Esquema de lubricacion
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J vez al ano
FETT Lubrificante
=N° de boquillas de engrase
II, III, IV Véase anexo Lubrificantes
* Variante
Véanse instrucciones del
fabricante
E
Smörjschema
40 F Varje 40: e lass
80 F Varje 80: e lass
1 J 1 x årlingen
FETT FETT
= Antal smörjnipplar
II, III, IV Se avsnitt Drivmedel
* Utrustningsvariant
Se tillverkarens anvisningar
S
Smøreplan
40 F Hvert 40. lass
80 F Hvert 80. lass
1 J 1 x årlig
FETT FETT
= Antall smørenipler
II, III, IV Se vedlegg "Betriebsstoffe"
* Unntak
Se instruksjon fra produsent
N
Mazací plán
40 F kaûd˝ch 40 voz˘
80 F kaûd˝ch 80 voz˘
1 J 1 x roËnÏ
FETT TUK
= PoËet mazacÌch hlaviËek
II, III, IV Viz kapitola "Mazací
prostředky vydání "
* Varianta
viz. příruËka v˝robce
CZ
Kenési terv
40 F minden 40 menet után
80 F minden 80 menet után
1 J 1-szer évente
FETT ZSÍR
=A zsírzógombok száma
II, III, IV
Nézd a "Kenôanyagok" c. fejezetet
* Variante
Nézd a gyártó utasításait!
H
0000 SCHMIERPLAN (548)
FETT
1 J
80 F
1 J
40 F
80 F
40 F
Nr. 548.90.010.0
1 1
(II)
ÖL
1 6
(8*)
(II)
ÖL
1
(II)
ÖL
4
1
6 2
6
3
2
2
1(IV)
FETT
(IV)
FETT
(IV)
FETT
=
14
(8*)
6
Схема смазки
40 F чеpез каждые 40 подвод
80 F чеpез каждые 80 подвод
1 J 1 pаз в год
FETT СМАЗКА / OIL МАСЛО
= кол-во смазочных ниппелей
II, III, IV
См. пpиложение
гЭксплуатационные матеpиалы“
Liter литp (кол-во масла, жидкость,...)
* Ваpиант
Смотpи pуководство изготовителя
RUS
Schmierplan
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
II, III, IV Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
* Variante
siehe Anleitung des Herstellers
D
Plan de graissage
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
II, III, IV Voir annexe "Lubrifiants"
* Variante
Voir le guide du constructeur
F
Lubrication chart
40 F alle 40 operations
80 F alle 80 operations
1 J once a year
FETT GREASE
= Number of grease nipples
II, III, IV see supplement "Lubrificants"
* Variation
see manufacturers instructions
GB
Smeerschema
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
FETT VET
= Aantal smeernippels
II, III, IV zie aanhangsel "Smeermiddelen"
* Varianten
zie gebruiksaanwijzing van de
fabrikant
NL
Schema di lubrificazione
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
FETT GRASSO
= numero degli ingrassatori
II, III, IV
vedi capitolo materiali di esercizio
* variante
vedi istruzioni del fabbricante
I
Plano de lubrificaçao
40 F A cada 40 viagens
80 F A cada 80 viagens
1 J Uma vez por ano
FETT Lubrificante
=
Número de niples de lubrificação
II, III, IV Ver anexo Lubrificantes"
* Variante
Ver instruções do fabricante
P
Esquema de lubricacion
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J vez al ano
FETT Lubrificante
=N° de boquillas de engrase
II, III, IV Véase anexo Lubrificantes
* Variante
Véanse instrucciones del
fabricante
E
Smörjschema
40 F Varje 40: e lass
80 F Varje 80: e lass
1 J 1 x årlingen
FETT FETT
= Antal smörjnipplar
II, III, IV Se avsnitt Drivmedel
* Utrustningsvariant
Se tillverkarens anvisningar
S
Smøreplan
40 F Hvert 40. lass
80 F Hvert 80. lass
1 J 1 x årlig
FETT FETT
= Antall smørenipler
II, III, IV Se vedlegg "Betriebsstoffe"
* Unntak
Se instruksjon fra produsent
N
Mazací plán
40 F kaûd˝ch 40 voz˘
80 F kaûd˝ch 80 voz˘
1 J 1 x roËnÏ
FETT TUK
= PoËet mazacÌch hlaviËek
II, III, IV Viz kapitola "Mazací
prostředky vydání "
* Varianta
viz. příruËka v˝robce
CZ
Kenési terv
40 F minden 40 menet után
80 F minden 80 menet után
1 J 1-szer évente
FETT ZSÍR
=A zsírzógombok száma
II, III, IV
Nézd a "Kenôanyagok" c. fejezetet
* Variante
Nézd a gyártó utasításait!
H
0000 SCHMIERPLAN (548)
1 J
80 F
40 F
Nr. 548.90.011.0
2 2
1(IV)
FETT
=
(II)
ÖL
Lubrificanti
Edizione 1997
DGB I
Betriebsstoffe
Ausgabe 1997
Lubricants
Edition 1997
Leistung und Lebensdauer der Maschine
sind von sorgfältiger Wartung und der
Verwendung guter Betriebsstoffe abhängig.
Unsere Betriebsstoffauflistung erleichtert
die richtige Auswahl geeigneter
Betriebsstoffe.
Im Schmierplan ist der jeweils
einzusetzende Betriebsstoff durch die
Betriebsstoffkennzahl (z.B. III)
symbolisiert. Anhand von
Betriebsstoffkennzahl kann das geforderte
Qualitätsmerkmal und das entsprechende
Produkt der Mineralölfirmen festgestellt
werden. Die Liste der Mineralölfirmen erhebt
keinen Anspruch auf Vollständigkeit.
The performance and the lifetime of the
farm machines are highly depending on
a careful maintenance and application
of correct lubricants. Our schedule
enables an easy selection of selected
products.
The applicable lubricants are symbolized
(eg. III). According to this lubricant
product code number the specification,
quality and brandname of oil companies
may easily be determined. The listing of
the oil companies is not said to be
complete.
Prestaties en levensduur van de
machines zijn afhankelijk van een
zorgvuldig onderhoud en het gebruik
van goede smeermiddelen.
Dit schema vergemakkelijkt de
goede keuze van de juiste
smeermiddelen.
I II III IV V VI VII
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß
API CD/SF
motor oil SAE 30
according to API CD/SF
huile moteur SAE 30 niveau
API CD/SF
oilo motore SAE 30 secondo
specifiche API CD/SF
Getriebeöl SAE 90 bzw. 85 W-
140 gemäß API-GL 5
gear oil SAE 90 resp. SAE 85
W-140 according to API-GL 5
huile transmission SA 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API GL
5
oilio per cambi e differenziali
SAE 90 o SAE 85 W-140
secondo specifiche API-GL 5
Komplexfett (DIN 51 502: KP 1R)
complex grease
graisse complexe
grasso a base di saponi
complessi
Getriebefließfett
(DIN 51 502:GOH
transmission grease
graisse transmission
grasso fluido per riduttori e
motoroduttori
Li-Fett (DIN 51 502, KP 2K)
lithium grease
graisse au lithium
grasso al litio
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140
gemäß API-GL 4 oder API-GL 5
gear oil, SAE 90 resp. SAE 85 W-140
according to API-GL 4 or API-GL 5
huile transmission SAE 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API-GL 4 ou API-
GL 5
olio per cambi e differenziali SAE 90
o SAE 85W-140 secondo specifiche
API-GL 4 o API-GL 5
(II)
ÖL
gefordertes Qualitätsmerkmal
required quality level niveau
de performance demandé
caratteristica richiesta di
qualità
verlangte kwaliteitskenmerken
Betriebsstoff-Kennzahl
Lubricant indicator
Code du lubrifiant
Numero caratteristico del
lubrificante
Olie in aandrijvingen volgens de
gebruiksaanwijzing verwisselen -
echter tenminste 1 x jaarlijks.
-Ölablaßschraube herausneh-
men, das Altöl auslaufen lassen
und ordnungsgemäß entsorgen.
Getriebeöl gemäß Betriebsanleitung -
jedoch mindestens 1 x jährlich wechseln.
-Ölablaßschraube herausnehmen, das
Altöl auslaufen lassen und ordnungs-
gemäß entsorgen.
Gear oils according to operating
instructions - however at least once a
year.
- Take out oil drain plug, let run out and
duly dispose waste oil.
Motori a quattro tempi: bisogna effettuare il cambio
dell'olio ogni 100 ore di funzionamento e quello dell'olio
per cambi come stabilito nel manuale delle istruzioni per
l'uso (tuttavia, almeno 1 volta all'anno).
- Togliere il tappo di scarico a vite dellolio; far scolare
lolio e eliminare lolio come previsto dalla legge anti-
inquinamento ambientale.
Smeermiddelen code
Voor het buiten gebruik stellen
(winterperiode) de olie-wisel
uitvoeren en alle vetnippel
smeerpunten doorsmeren. Blanke
metaaldelen (koppelingen enz.) met
een produkt uit groep "IV" van de
navolgende tabel tegen corrosie
beschermen.
Before garaging (winter season) an oil
change and greasing of all lubricating
points has to be done. Unprotected,
blanc metal parts outside (joints, etc.)
have to be protected against corrosion
with a group "IV" product as indicated
on the reverse of this page.
Smeermiddelen
Uitgave 1997
NL
Lubrifiants
Édition 1997
F
Le bon fonctionnement et la longévité
des machines dépendent dun entretien
soigneux et de lutilisation de bons
lubrifiants. Notre liste facilite le choix
correct des lubrifiants.
Sur le tableau de graissage, on trouve
un code (p.ex."III") se référant à un
lubrifiant donné. En consultant ce code
on peut facilement déterminer la
spécification demandée du lubrifiant.
La liste des sociétés pétrolières ne
prétend pas d’être complète.
Pour lhuile transmission consulter le
cahier dentretien - au moins une fois
par an.
- Retirer le bouchon de vidange, laisser
l'huile s'écouler et l'éliminer
correctement.
L'efficienza e la durata della macchina dipendono
dall'accuratezza della sua manutenzione e dall'impiego
dei lubrificanti adatti. Il nostro elenco dei lubrificanti Vi
agevola nella scelta del lubrificante giusto.
Il lubrificante da utilizzarsi di volta in volta è simbolizzato
nello schema di lubrificazione da un numero caratteristico
(per es. "III"). In base al "numero caratteristico del
lubrificante" si possono stabilire sia la caratteristica di
qualità che il progetto corrispondente delle compagnie
petrolifere. L'elenco delle compagnie petrolifere non ha
pretese di completezza.
Vor Stillegung (Winterperiode) Ölwechsel
durchführen und alle Fettschmierstellen
abschmieren. Blanke Metallteile außen
(Gelenke, usw.) mit einem Produkt gemäß
IV in der umseitigen Tabelle vor Rost
schützen.
Avant larrêt et hiver: vidanger et
graisser. Métaux nus à l' extérieur
protéger avec un produit type IV contre
la rouille (consulter tableau au verso).
Effettuare il cambio dell'olio ed ingrassare tutte le parti che
richiedono una lubrificazione a grasso prima del fermo
invernale della macchina. Proteggere dalla ruggine tutte
le parti metalliche esterne scoperte con un prodotto a
norma di "IV" della tabella riportata sul retro della pagina.
(IV)
FETT
- D 1 -
-
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46 MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS.
15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46 SUPER KOWAL 30 MULTI
TURBORAL SUPER TRAKTORAL
15W-30
GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AGIP
ARAL
* Bei Verbundarbeit mit
Naßbremsen-
schleppern ist die
internationale
Spezifikation J 20 A
erforderlich
** Hydrauliköle
HLP-(D) + HV
*** Hydrauliköle auf
Pflanzenölbasis HLP +
HV Biologisch
abbaubar, deshalb
besonders umwelt-
freundlich
IV ANMERKUNGEN
III VI
VVII
II
I
Firma Company
Société Societá
(IV)
FETT
(II)
ÖL
* When working in
conjunction with wet-
brake tractors, the
international
specification J 20 A is
necessary.
** Hydraulic oil
HLP-(D) + HV.
*** Hydraulic oil with
vegetable oil base HLP
+ HV is bio-degradable
and is therefore
especially safe for the
enviroment.
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BAYWA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46 MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40
TRACTAVIA HF SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT AVIA GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90 EP MULTIHYP
85W-140 EP
AVIA
ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140 EP
BP
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40
POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140 IMPERVIA MMO CASTROLGREASE LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68 SUPER EVVAROL HD/B SAE 30
UNIVERSAL TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90 HOCHDRUCKFETT LT/SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46 MOTORÖL 100 MS SAE 30
MOTORÖL 104 CM 15W-40
AUSTROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-90
GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27 RHENOX 34 -GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-140
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68 PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000
TOURS 20W-30 TRACTORELF ST
15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF TYP BLS 80 W-90
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68 PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM
15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL GP
85W-140 MULTI PURPOSE GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
ULTRAMAX HLP 32/46/68 SUPER
TRAC FE 10W-30* ULTRAMAX
HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000 DURAPLEX EP 1
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS T
32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2 SPEZ. GETRIEBEFETT H SIMMNIA
GREASE O AEROSHELL GREASE 22 DOLIUM
GREASE R SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS ZS
32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20 TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90 MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
DTE 22/24/25
DTE 13/15 HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT
1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-140
RENOPLEX EP 1 RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85W-140
RENOGEAR HYPOID 90
TITAN HYDRAMOT 1O3O MC
TITAN UNIVERSAL HD RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85 W-140
RENOGEAR HYPOID 90
RENOSOD GFO 35
DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
ELAN
FUCHS
GENOL
MOBIL
RHG
SHELL
TOTAL
ELF
ESSO
EVVA
FINA
VALVOLINE
VEEDOL
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN B
32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30 MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90 MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
-
-
ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 MULTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
RENOLIN 1025 MC ***
TITAN HYDRAMOT 1030 MC **
RENOGEAR HYDRA *
PLANTOHYD 40N ***
RENOLIT MP
RENOLIT FLM 2
RENOLIT ADHESIV 2
PLANTOGEL 2 N
CASTROLGREASE LM
- D 2 -
ALOIS PÖTTINGER Maschinenfabrik Gesellschaft m.b.H.
A-4710 Grieskirchen; Industriegelände 1
Grieskirchen, 04.12.2002
pa. Ing. H. Menzl
Entwicklungsleitung
Silierwagen JUMBO 6000, Type 549
Silierwagen JUMBO 6600, Type 548
Silierwagen JUMBO 7200, Type 550
Silierwagen JUMBO 8000, Type 551
EN 292-1 : 1991 EN 292-2 : 1991
Bijblad 1
NL
________________________ ________________________________
(plaats en datum van de verklaring) (naam, functie en handtekening van bevoegd persoon)
EG-Conformiteitsverklaring
overeenkomstig de EG-richtlijn 98/37/EG
Wij _______________________________________________________________________
(naam van de aanbieder)
_________________________________________________________________________
(volledig adres van de firma - bij in de gemeenschap toegelaten gemachtigde eveneens de firma en het adres van
de fabricant aangeven)
verklaren enig in verantwoording, dat het product
_________________________________________________________________________
(fabricant, type)
waarop deze verklaring betrekking heeft, met de desbetreffende grondlegende veiligheids-
en gezondheidseisen van de EG-richtlijnen 98/37/EG,
(indien van toepassing)
alsook de eisen van de andere desbetreffende EG-richtlijnen
_________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de andere EG-richtlijnen
overeenkomt.
(indien van toepassing)
Om de veiligheids- en gezondheidseisen, die in EG-richtlijnen vermeld zijn, in juiste vorm om
te zetten, is/zijn van volgende norm(en) en/of technische spezificatie(s) gebruik gemaakt:
_________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de norm(en) en/of van de technische spezificatie(s)
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l’uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d’autore.
GB
I
P
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63

Pottinger JUMBO 8000 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen