Documenttranscriptie
NEDERLANDS
37
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE....................................................................................... 38
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...............................................................................40
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT......................................................................42
4. BEDIENINGSPANEEL............................................................................................... 43
5. PROGRAMMA’S ....................................................................................................... 45
6. VERBRUIKSWAARDEN..............................................................................................48
7. OPTIES........................................................................................................................49
8. INSTELLINGEN.......................................................................................................... 50
9. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.................................................................................. 50
10. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................................. 50
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN...........................................................53
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN..................................................... 54
13. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 55
14. ONDERHOUD EN REINIGING...............................................................................57
15. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................61
16. MONTAGE...............................................................................................................64
17. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................... 72
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
38
1.
www.aeg.com
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
•
•
•
•
•
•
•
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
•
•
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Het apparaat kan losstaand of onder het aanrecht in
de keuken met correcte ruimte worden geïnstalleerd.
NEDERLANDS
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
39
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na
installatie bereikbaar is.
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt.
Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het
apparaat geïnstalleerd is, om te voorkomen dat
gassen uit apparaten die op andere brandstoffen
werken, zoals open haarden, in de ruimte
terugstromen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten
die gas of andere brandstoffen verbranden (indien van
toepassing).
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
Respecteer het maximale laadvermogen van 7 kg
(raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes die zich rondom het apparaat
hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als spijsolie,
aceton, benzine, petroleum, kerosine,
vlekkenverwijderaars , terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de
droogtrommel te worden gedroogd, te worden
gewassen in heet water met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
40
www.aeg.com
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Gebruik het apparaat niet als er industriële chemische
reinigingsmiddelen zijn gebruikt.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met
een rubberen binnenkant en kleding of kussens met
een vulling van schuimrubber dienen niet in de
droogtrommel te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de
wasverzachterinstructies.
Verwijder alle objecten, zoals aanstekers en lucifers,
uit broek-, rok- of jaszakken.
Stop een wasdroger nooit voor het einde van een
droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit de
trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat de
hitte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een droogtrommelcyclus vindt
plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen
dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben
waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet worden
beschadigd.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Het apparaat mag alleen verticaal
worden verplaatst.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
• Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
NEDERLANDS
• Bewaar de transportbouten. Als u het
apparaat gaat verplaatsen, moet de
trommel worden geblokkeerd.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloerbedekking te creëren.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u
nagaan of het waterpas staat. Is dit
niet het geval, stel dan de stelpootjes
af totdat dit wel het geval is.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
• Alleen voor het VK en Ierland: Het
apparaat heeft een stekker van 13
ampère. Als het noodzakelijk is om de
zekering in de stekker te vervangen,
gebruik dan een 13 amp. ASTA (BS
1362) zekering.
• Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen.
2.3 Wateraansluiting
• Zorg dat u de waterslangen niet
beschadigt.
• Laat het water stromen tot het schoon
is voordat u het apparaat aansluit op
nieuwe leidingen of leidingen die
lang niet zijn gebruikt.
41
• Zorg dat er geen lekkages zijn als u
het apparaat de eerste keer gebruikt.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan
het apparaat.
• Gebruik dit apparaat uitsluitend in
een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het
glas kan heet worden.
• Droog geen beschadigde kleding
met vulling of voering.
• Als u het wasgoed heeft gewassen
met een vlekverwijderaar, voer dan
een extra spoelcyclus uit voordat u de
droogcyclus start.
• Zorg dat u alle metalen onderdelen
uit het wasgoed verwijdert.
• Droog uitsluitend textiel dat in de
wasdroogcombinatie mag worden
gedroogd. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
• Voorwerpen van kunststof die niet
hittebestendig zijn.
– Als u gebruik maakt van een
wasmiddelbal, verwijdert u de bal
voordat u het droogprogramma
instelt.
– Gebruik geen wasmiddelbal
wanneer u een nonstopprogramma instelt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
• Ga niet op de open deur zitten of
staan.
• Droog geen druipnatte
kledingstukken in het apparaat.
2.5 Verwijdering
• Haal de stekker uit het stopcontact.
42
www.aeg.com
• Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en
huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Overzicht van het apparaat
1
2
7
8
9
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
10
Wasmiddeldoseerbakje
Bedieningspaneel
Handgreep
Typeplaatje
Filter afvoerpomp
Stelvoetjes
7
8
9
10
Waterafvoerslang
Netsnoer
Watertoevoerslang
Stelvoetjes
3.2 Accessoires
1
4
2
1
Moersleutel
Om de transportbouten te verwijderen.
2
Plastic dopjes
Voor het afdichten van de gaten aan de
achterzijde van het apparaat nadat u de
transportbouten hebt verwijderd.
3
Toevoerslang met geïntegreerd
beschermingssysteem tegen
wateroverlast
Om mogelijk lekken te voorkomen.
4
Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van een
gootsteen te bevestigen.
3
NEDERLANDS
3.3 De kinderbeveiliging
inschakelen
43
Om de deur te sluiten draait u het
draaigedeelte linksom totdat de groef
weer verticaal staat.
Dit voorkomt dat kinderen of huisdieren
in de trommel worden opgesloten.
Draai het draaigedeelte rechtsom totdat
de groef horizontaal staat.
U kunt de deur niet sluiten.
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Beschrijving bedieningspaneel
1
2
95
60
40 E
30
60
50
40
4
1400
1200
800
400
40
30
95
60
40
30
40
3
40
30
10
1 Programmaknop
2 Display
3 Toets startuitstel (Startuitstel 4 Fase-lampjes:
• A - Wasfase (Washing -
9
8
7
6
5
6 Droogtijdtoets (Droogtijd - )
7 Toets extra spoelen (Extra spoelbeurt
)
- )
8 Toets tijdsbesparing (Tijdbesparing )
)
• B - Droogfase (Drying -
)
• C - Deur vergrendeld (Door 5 Start/Pauze-toets (Start/Pauze -
)
)
9 Toets vlekken (Vlekken )
10 Toets centrifugeren (Centrifugeren )
44
www.aeg.com
4.2 Display
De display toont de volgende informatie:
Duur van het ingestelde programma
Nadat u een programma heeft ingesteld, wordt de tijdsduur in uren en minuten weergegeven op het display (bijvoorbeeld 2.05)
De duur wordt automatisch berekend op basis van de maximale lading
voor elk type wasgoed.
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Droogtijd instellen
Als u een droogprogramma instelt, wordt de tijdsduur in minuten en/of
uren weergegeven op het display (zie paragraaf «Programma voor ingestelde droogtijd»).
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Alarmcodes
Als de werking van de wasmachine problemen oplevert, kunnen er alarmcodes worden aangegeven, bijvoorbeeld
oplossing»).
(zie hoofdstuk «Probleem-
Einde van het programma
Als het programma is afgelopen verschijnt op het display een knipperende
nul .
Het Door lampje C, het Washing lampje A (of het Door lampje B) en het
lampje van de toets Start/Pauze gaan uit.
De deur kan nu geopend worden.
Onjuiste optieselectie
Aks u een optie instelt die niet samengaat met het wasprogramma, dan
toont het display de melding Err gedurende een paar seconden.
Het gele lampje van de toets Start/Pauze gaat knipperen.
Startuitstel
Als u op de toets drukt om de uitgestelde start in te stellen (20 uur max),
dan verschijnt het gedurende een paar seconden, vervolgens toont het
display de tijdsduur van het ingestelde programma.
De tijdsduur van het uitstel neemt per uur met een eenheid af. Als er nog
maar 1 uur resteert, neemt de tijd per minuut af.
NEDERLANDS
45
Startuitstel - symbool
Dit symbool gaat aan als u een startuitstel kiest.
Kinderslot
Dit symbool gaat aan als u het kinderslot activeert.
4.3 Fase-lampjes
A
B
C
Nadat u op de toets Start/Pauze hebt gedrukt,
gaat het lampje Washing branden.
Het apparaat is in werking.
Als u een droogprogramma instelt, gaat het
lampje Drying branden. Dit lampje blijft
tijdens de droogfase branden.
geeft aan wanneer de
Het lampje Door deur geopend kan worden:
• lampje aan: de deur kan niet geopend
worden.
• lampje knippert: de deur opent na een paar
minuten.
• lampje uit: de deur kan nu geopend worden.
5. PROGRAMMA’S
5.1 Programmaoverzicht
Programma
Temperatuurbereik
Maximale belading
Maximale centrifugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
7 kg
1400 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
7 kg
1400 tpm
Bont katoen. Licht vervuiling. Het energieverbruik
daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt
toe.
7 kg
1400 tpm
Wit en bont katoen. Sterke en normale vervuiling.
Wasprogramma's
Katoen
95°C - 30°C
Katoen eco
40°C
Katoen + Voorwas
95°C - 40°C
46
www.aeg.com
Programma
Temperatuurbereik
Synthetische stoffen
60°C - 30°C
Kreukvrij
40°C
Fijnwas
40°C - 30°C
Wol/Handwas
30°C - Koud
Fijne was spoelen
Maximale belading
Maximale centrifugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
3 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervuiling.
1.5 kg
1200 tpm
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen
3 kg
1200 tpm
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
Normale vervuiling.
2 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en delicate stoffen met het «handwas» symbool.2)
3 kg
1200 tpm
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen.
Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van het
type wasgoed.
7 kg
Om het water in de trommel af te voeren. Alle stoffen.
7 kg
1400 tpm
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit
de trommel af te voeren. Alle stoffen.
2 kg
Droogprogramma voor synthetische stoffen.
4 kg
Droogprogramma voor katoenen stoffen.
3 kg
1200 tpm
Een zeer korte cyclus voor katoenen en synthetische kleding met lichte vervuiling of slechts eenmaal gedragen.
Pompen
Centrifugeren
moeten worden. Normaal en licht bevuild.1)
Synthetisch drogen
Katoen drogen
Opfrissen
NEDERLANDS
Programma
Temperatuurbereik
Katoen eco3)
60°C
Maximale belading
Maximale centrifugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
7 kg
1400 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van
het wasprogramma neemt toe.
47
1) Om kreuken in het wasgoed te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte
wasbeurt en centrifugeerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe.
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel zeer traag. Het kan lijken of de trommel niet draait of niet goed
draait. Dit is normaal gedrag van het apparaat.
3) Katoen ECO programma. Dit programma op 60ºC met een lading van 7 is het referentieprogramma
voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de EG 92/75-normen. Stel dit
programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het wasprogramma wordt verlengd.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
Centrifugeren
Vlek-
Tijdbe-
ken 1)
sparing 2)
Extra
spoelbeurt
Startuitstel
Katoen
■
■
■
■
■
■
Katoen eco
■
■
■
■3)
■
■
Katoen + Voorwas
■
■
■
■
■
■
Synthetische stoffen
■
■
■
■
■
■
Kreukvrij
■
■
■
■
Fijnwas
■
■
■
■
Wol/Handwas
■
■
Fijne was spoelen
■
■
■
■
■
■
■
Pompen
Centrifugeren
■
■
Opfrissen
■
■
48
www.aeg.com
Programma
Katoen eco
Centrifugeren
■
Vlek-
Tijdbe-
ken 1) sparing 2)
■
■
■3)
Extra
spoelbeurt
Startuitstel
■
■
1) De functie Vlekken is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
2) Als u een kortere cyclusduur instelt, adviseren wij u de hoeveelheid lading te verminderen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een optimaal wasresultaat kan dan niet gegarandeerd
worden.
3) Alleen bij deze programma's kan er een kortere duur worden ingesteld.
5.2 Programma's voor ingestelde droogtijd
Droogheidsniveau
Soort stof
Extra Droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
Lading
(kg)
Centrifu- Voorgestelgesnel- de duur
heid
(min)
(tpm)
4
1400
215 - 220
3
1400
160 - 180
1.5
1400
95 - 105
4
1400
205 - 210
3
1400
150 - 170
1.5
1400
85 - 95
Kastdroog
Synthetische en gemengde
Voor op te bergen kle- stoffen
dingstukken
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen)
2
1200
90 - 100
1
1200
55 - 65
Strijkdroog
Katoen en linnen
Geschikt voor artikelen (lakens, tafellakens, overdie gestreken moeten hemden, etc.)
worden
4
1400
140 - 150
3
1400
90 - 100
1.5
1400
60 - 70
Katoen en linnen
Kastdroog1)
Voor op te bergen kle- (badjassen, badhanddoeken,
etc.)
dingstukken
1) Overeenkomstig de EG-richtlijn EN 50229 moet het referentieprogramma voor katoen voor de gegevens die op het energielabels staan worden getest door maximale belading in twee gelijke delen te
verdelen en deze elk met DROOGTIJD te drogen. .
6. VERBRUIKSWAARDEN
De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende oorzaken
kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed, het
water en de omgevingstemperatuur.
NEDERLANDS
Programma’s
Lading
(kg)
Energieverbruik
(kWh)
Waterverbruik (liter)
Katoen 60 °C
7
1.35
67
150
Katoen eco
Katoen ECO programma 60
7
1.05
49
180
Katoen 40 °C
7
0.85
67
140
Synthetische stoffen 40 °C
3
0.55
42
90
Fijne was 40 °C
3
0.55
63
65
Wol/Handwas 30 °C
2
0.25
55
60
49
Gemiddelde programmaduur (minuten)
°C 1)
1) «Katoen ECO programma» 60 °C met een belading van 7 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
7. OPTIES
7.1 Centrifugeren
Met deze optie kunt u de
standaardcentrifugeersnelheid verlagen.
Het lampje van de ingestelde snelheid
gaat branden.
Extra centrifugeeropties:
Spoelstop
• Stel deze optie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen.
• Het relevante lampje gaat branden.
• Het wasprogramma stopt met water
in de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreukvorming van het
wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld. U moet
het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Zie om het water weg te
pompen "Aan het einde van
het programma".
7.2 Vlekken
Stel deze optie in om de vlekkenfase toe
te voegen aan een programma.
Gebruik deze optie voor wasgoed met
vlekken die moeilijk te verwijderen zijn.
Als u deze optie instelt, doet u
vlekkenverwijderaar in het vakje
.
Deze optie verlengt de duur
van het programma.
Deze optie is niet
beschikbaar bij een
temperatuur lager dan 40
°C.
7.3 Tijdbesparing
Met deze optie kunt u de
programmaduur inkorten.
• Eenmaal drukken om 'Verkorte duur'
in te stellen voor voorwerpen met
dagelijks vuil.
• Druk twee keer voor het instellen van
een extra snel programma voor licht
bevuild wasgoed.
Sommige programma's
accepteren alleen één van
de twee opties.
7.4 Extra spoelbeurt
Met deze optie kunt u spoelgangen aan
sommige wasprogramma´s toevoegen.
Raadpleeg de 'Programmatabel'.
50
www.aeg.com
Gebruik deze optie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
7.5 Startuitstel
Met deze optie kunt u de start van een
programma uitstellen van 30 minuten tot
20 uur.
Op de display verschijnt de
bijbehorende indicatie en uitsteltijd.
8. INSTELLINGEN
8.1 Geluidssignalen
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
•
•
•
•
•
U het apparaat inschakelt
U het apparaat uitschakelt
U op een toets drukt.
Het programma is voltooid
Er een storing in het apparaat
optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op Vlekken en Tijdbesparing gedurende
6 seconden.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
op Tijdbesparing en Extra spoelbeurt
tot het indicatielampje
aan/uit
gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u op Start/Pauze heeft gedrukt:
worden de opties en de
programmaknop vergrendeld.
• Voordat u op Start/Pauze heeft
gedrukt: kan het apparaat niet
starten.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
8.2 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
9. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Giet 2 liter water in het
wasmiddeldoseerbakje voor de
wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
2. Doe een klein beetje wasmiddel in
het doseervakje voor de wasfase.
3. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
10. DAGELIJKS GEBRUIK
10.1 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat
2. Plaats het wasgoed één voor één in
de trommel.
3. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
NEDERLANDS
51
Met de programmakeuzeknop bepaalt u
het soort wasprogramma (bijv. waterpeil,
beweging van de trommel, aantal
spoelgangen) en de wastemperatuur
afhankelijk van het soort wasgoed.
Het lampje van de toets Start/Pauze gaat
knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de
klok mee of tegen de klok in worden
gedraaid.
= programma resetten / apparaat
uitschakelen
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
10.2 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter, vlekkenmiddel)
toevoegen
Als u de
programmakeuzeknop op
een ander programma zet
terwijl het apparaat in
werking is, knippert het gele
lampje van de toets Start/
Pauze 3 keer. Op het display
verschijnt het bericht Err om
aan te geven dat deze
selectie niet mogelijk is. Het
apparaat zal het nieuw
ingestelde programma niet
uitvoeren.
10.4 Het programma starten
MAX
Druk op de toets Start/Pauze om het
programma te starten. Het bijbehorende
rode lampje gaat knipperen.
Het lampje Washing brandt om aan te
geven dat het apparaat begint te
werken.
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Volg altijd de instructies op
de verpakking van de
wasmiddelen.
10.3 Een programma instellen
Draai de programmakeuzeknop naar het
gewenste programma.
Het lampje Drying brandt om aan te
geven dat de deur vergrendeld is.
Als u een uitgestelde start hebt
geselecteerd met de toets Startuitstel,
begint het apparaat met aftellen.
Als u een verkeerde optie instelt,
knippert het gele lampje van de toets
Start/Pauze 3 keer. Het symbool Err
verschijnt enkele seconden op het
display.
10.5 Een programma starten
met een uitgestelde start
Stel deze optie in nadat u het
programma heeft ingesteld en voordat u
op de toets Start/Pauze drukt.Voordat u
52
www.aeg.com
het programma start, als u de start van
het programma wilt uitstellen, drukt u
toets Startuitstel herhaaldelijk in om het
gewenste startuitstel in te stellen.
Het symbool
verschijnt op het display.
Het hoofdwasprogramma kan worden
uitgesteld met 30 min - 60 min - 90 min, 2
uur en vervolgens steeds met 1 uur tot
een maximum van 20 uur.
De ingestelde waarde van de uitgestelde
start verschijnt gedurende ongeveer 3
seconden op het display. Daarna
verschijnt de duur van het programma
weer.
U kunt de uitsteltijd op elk moment
wijzigen of annuleren, voordat u drukt op
de toets Start/Pauze.
De deur blijft gedurende het uitstel
vergrendeld. Als u later, tijdens het
startuitstel, nog wasgoed in de trommel
wilt stoppen, drukt u op de toets Start/
Pauze om het apparaat op pauze te
zetten. Als het lampje Door uit gaat, kan
de deur geopend worden Voeg het
wasgoed toe, doe de deur dicht en druk
opnieuw op de toets Start/Pauze.
De uitgestelde start instellen.
• Stel het programma en de gewenste
opties in.
• Selecteer de uitgestelde start.
• Druk op de toets Start/Pauze: het
apparaat begint de tijd af te tellen in
uren. Het programma begint als het
gekozen uitstel is afgelopen.
Uitgestelde start annuleren
• Druk op de toets Start/Pauze om het
apparaat op PAUZE te zetten;
• Druk op de toets Startuitstel totdat
het symbool wordt weergegeven;
• Druk nogmaals op de toets Start/
Pauze om het programma te starten.
Het geselecteerde uitstel
kan alleen worden
veranderd nadat u het
wasprogramma opnieuw
hebt gekozen.
De uitgestelde start kan niet worden
ingesteld in combinatie met het
programma voor pompen.
10.6 Een optie of lopend
programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te
veranderen voordat het programma
deze uitvoert. Voordat u iets kunt
veranderen, moet u het apparaat
pauzeren door op de toets Start/Pauze
te drukken.
U kunt een lopend programma alleen
veranderen door het te resetten.
Draai de programmaknop eerst op
dan op de stand van het nieuwe
programma.
en
Druk nogmaals op de toets Start/Pauze
om het nieuwe programma te starten.
Het water in de trommel zal niet worden
afgevoerd.
10.7 Een programma
onderbreken
Druk op de toets Start/Pauze om een
lopend programma te onderbreken. Het
bijbehorende lampje gaat knipperen.
Druk nogmaals op de toets Start/Pauze
om het programma opnieuw te starten.
10.8 Actief programma
annuleren
Draai de keuzeknop naar
om een
lopend programma te annuleren. U kunt
nu een nieuw programma kiezen.
Het apparaat voert het water
af voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in
dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het
doseerbakje zit, zo niet vul
het dan bij.
10.9 De deur openen
Als de machine bezig is en tijdens de
vertragingstijd is de deur vergrendeld.
IMocht het om enigerlei reden
noodzakelijk zijn de deur te openen,
dient eerst de machine op pauze te
worden gezet door te drukken op toets
Start/Pauze.
Als het symbool Door na enkele minuten
uitgaat, kan de deur worden geopend.
NEDERLANDS
Als het lampje Door niet uit gaat en de
deur vergrendeld blijft, betekent dit dat
de machine al aan het opwarmen is of
dat het waterniveau te hoog is. In dat
geval kan de deur niet worden geopend.
Als u de deur niet kunt openen terwijl dit
toch nodig is, schakelt u de machine uit
door de programmaknop op
te
draaien. Na enkele minuten kan de deur
worden geopend (let op het
waterniveau en de temperatuur!).
Als u de deur hebt gesloten, moet u het
programma en de opties opnieuw
instellen. Druk op de knop Start/Pauze
om het programma weer te starten.
53
Volg de onderstaande instructies om het
water af te pompen:
• Zet de programmakeuzeknop op .
• Stel het programma POMPEN of
CENTRIFUGEREN in.
• Verlaag de centrifugeersnelheid zo
nodig.
• Als u op de toets Start/Pauze drukt:
• Als het programma is afgelopen,
verschijnt op het display een
knipperende . Het lampje Door gaat
uit. De deur kan nu geopend worden.
Draai de programmakeuzeknop op
om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat stopt automatisch. Het
lampje van de toets Start/Pauze, de
lampjes Washing en Door gaan uit. Er
Verwijder het wasgoed uit de trommel
en controleer goed of de trommel leeg
is. Als u niet van plan bent om nog een
was te draaien, sluit u de waterkraan.
Laat de deur open staan om vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
verschijnt een knipperende
display.
10.11 Standby
10.10 Aan het einde van het
programma.
op het
Als er een programma of een optie is
geselecteerd dat/die eindigt met water
in de trommel, dan blijft het lampje Door
branden. De deur blijft vergrendeld. Het
water moet worden weggepompt
voordat de deur wordt geopend. De
trommel blijft nu met regelmatige
tussenpozen draaien tot het water is
afgepompt.
Als het programma is voltooid, wordt na
een paar minuten het
energiebesparende systeem
ingeschakeld. De helderheid van het
display wordt verlaagd. Door op een
willekeurige toets te drukken, haalt u het
apparaat uit de energiebesparende
stand.
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Instelling voor drogen
De aanbevolen lading
bedraagt 3 kg voor katoen
en linnen en 2 kg voor
synthetische stoffen.
U kunt ook tot 4 kg katoenen
wasgoed drogen (zie de
tabel «Droogprogramma»).
WAARSCHUWING!
Draai de waterkraan open.
Plaats de afvoerslang in de
gootsteen of sluit de slang
aan op de afvoerleiding.
1. Plaats de was een voor een in het
apparaat.
2. Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed (katoen of
synthetische stoffen).
54
www.aeg.com
Overschrijd voor goede
droogprestaties niet de
maximale laadcapaciteit die
in de gebruikershandleiding
wordt aanbevolen. De
ingestelde
centrifugeersnelheid mag
niet lager zijn dan de
automatische snelheid van
het ingestelde programma.
11.2 Ingestelde droogtijd
1. Blijf op de toets Droogtijd drukken
om de tijdwaarde in te stellen (zie de
tabel «Programma voor ingestelde
droogtijd»).
• Telkens als u deze toets indrukt
wordt de droogtijd met 5 minuten
verlengd.
• Omdat het apparaat ook de
duurtijd van de anti-kreuk- en
koelfasen berekent, wordt de
programmaduur automatisch
enkele minuten verlengd.
2. Druk op de toets Start/Pauze om het
programma te starten.
• Op het display verschijnt
regelmatig een nieuwe
tijdwaarde.
• Het lampje
brandt.
Als u een tijdwaarde van
slechts 10 minuten instelt,
voert het apparaat alleen
een afkoelfase uit.
Als het wasgoed niet droog genoeg is,
stel opnieuw een korte droogtijd in.
11.3 Einde van het
droogprogramma
Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
• In het display gaat het symbool aan.
• Het lampje van de toets Start/Pauze
gaat uit.
• De laatste minuten van de
droogcyclus voert het apparaat een
koel- en anti-kreukfase uit. De deur
blijft vergrendeld. Op het display
verschijnt een knipperende .
Wanneer het lampje deur vergrendeld
uit gaat, kunt u de deur openen.
om
1. Draai de programmaknop op
het apparaat uit te schakelen.
Een paar minuten na afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende functie het apparaat
automatisch uit.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
4. Draai de waterkraan dicht.
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Non-Stop-programma
(Automatisch wassen en
drogen)
Voor NON-STOP-programma's bedraagt
de aanbevolen lading 3 kg voor katoen
en 2 kg voor synthetische stoffen.
LET OP!
Maak geen gebruik van
een wasmiddeldoseerbol
als u een was- en
droogprogramma uitvoert.
1. Plaats de was een voor een in het
apparaat.
2. Vul de bakjes met wasmiddel en
additieven.
3. Draai de programmaknop op het
gewenste programma om het
apparaat in te schakelen.
4. Stel de beschikbare opties in.
NEDERLANDS
Overschrijd voor goede
droogprestaties niet de
maximale laadcapaciteit die
in de gebruikershandleiding
wordt aanbevolen. De
ingestelde
centrifugeersnelheid mag
niet lager zijn dan de
automatische snelheid van
het ingestelde programma.
12.2 Wassen & Tijddrogen
Voor een goede droging laat het
apparaat u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te stellen voor de
te wassen en drogen items.
1. Druk op toets Droogtijd om de
waarde van de droogtijd in te stellen.
Na enkele seconden toont het display de
definitieve tijdwaarde, d.w.z. de totale
duurtijd van de was- en droogcycli
(wassen + drogen + anti-kreuk +
koelfasen).
Als u pas na het wassen 10
minuten droogtijd instelt,
berekent het apparaat ook
de duurtijd van de antikreuk- en koelfasen.
2. Druk op de toets Start/Pauze om het
programma te starten.
Het lampje
gaat branden. De deur
blijft vergrendeld. Op het display
verschijnt regelmatig een nieuwe
tijdwaarde.
12.3 Einde van het programma
Het apparaat stopt automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze actief
zijn).
55
Voor meer informatie, raadpleeg "Aan
het einde van het droogprogramma" van
het vorige hoofdstuk.
1. Draai de keuzeknop naar de stand
om het apparaat uit te schakelen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
4. Draai de waterkraan dicht.
12.4 Pluisjes op kleding
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons,
sweaterstof) pluisjes af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen
kleven.
Dit nadeel verergert bij technische
stoffen.
Ter voorkoming van pluisjes in uw
wasgoed, bevelen wij u het volgende
aan:
• Was geen donkere stoffen na het
wassen en drogen van lichte stoffen
(nieuwe spons, sweaterstof) en vice
versa.
• Laat dit soort stoffen in de openlucht
drogen wanneer ze voor het eerst
gewassen zijn.
• Reinig het afvoerfilter.
• Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur
grondig met een natte doek.
13. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
56
www.aeg.com
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een zak of kussensloop.
• Was geen wasgoed in het apparaat
zonder zomen of met scheuren.
Gebruik een waszakje om kleine items
te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen
handmatig verdelen in de trommel en
de centrifugefase opnieuw starten.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
13.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
• Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die
bedoeld zijn voor gebruik in een
wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels,
– waspoeder voor delicate stoffen
(40 °C max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij
voorkeur voor wasprogramma's
op lage temperatuur (60 °C max.)
voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van deze
producten.
• Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de
programmatemperatuur en de mate
van vervuiling.
• Als uw machine geen
wasmiddeldoseerbakje heeft met
klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol
(meegeleverd bij het wasmiddel).
13.4 Milieutips
• Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat
normaal vervuild is te wassen.
• Start een wasprogramma altijd met
de maximum toegestane hoeveelheid
wasgoed.
• Gebruik indien nodig een
vlekkenverwijderaar als u een
programma met een lage
temperatuur instelt.
• Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
13.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de
waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
13.6 Tips voor het drogen
De droogfase voorbereiden
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
NEDERLANDS
• Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
13.7 Items die niet gedroogd
mogen worden
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
• Zeer fijne was.
• Synthetische gordijnen.
• Kledingstukken met metalen
invoegstukken.
• Nylon kousen.
• Dekbedden.
• Bedspreien.
• Dekbedovertrekken.
• Anoraks.
• Slaapzakken
• Stoffen met restjes haarspray,
nagelremover of iets dergelijks.
• Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken.
13.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
•
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
•
= Droogprogramma op hoge
temperatuur
•
= Droogprogramma op lage
temperatuur
•
= Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
• snelheid van de laatste keer
centrifugeren
• droogheidsniveau
• Soort wasgoed
• Gewicht van de hoeveelheid wasgoed
13.10 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken in stof of
krimpen van kleding te
voorkomen, moet u de was
niet te droog maken.
13.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel
"Droogprogramma's" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
U zult uit ervaring merken wat de beste
manier is om uw wasgoed goed droog te
krijgen. Houd bij hoe lang uw
droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde
van het droogprogramma zo snel
mogelijk uit het apparaat haalt.
13.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
14. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
57
14.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
58
www.aeg.com
achterblijft in de trommel. Voer
regelmatig een onderhoudswas uit. Om
dit te doen:
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Stel het katoenprogramma in met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
14.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
14.4 Deurrubber
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het
wassen van wasgoed.
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
14.5 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen
1.
2.
1
MAX
MAX
2
NEDERLANDS
3.
4.
MAX
14.6 Het afvoerfilter schoonmaken
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als:
• het apparaat niet pompt en/of niet centrifugeert.
• het apparaat tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van
veiligheidsspelden, munten, enz. die de pomp blokkeren.
• een probleem met de waterafvoer wordt gedetecteerd (zie hoofdstuk
"Probleemoplossing" voor meer informatie).
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
de pompafdekking losschroeft.
Het afvoerfilter reinigen:
WAARSCHUWING!
Als het apparaat in werking is en afhankelijk van het gekozen programma
kan er heet water in het filter aanwezig zijn. Verwijder de afdekking van
het filter nooit tijdens een wasfase, maar wacht altijd tot het apparaat
klaar is en u het wasgoed uit de trommel hebt kunnen halen. Bij het
vastschroeven van de filterafdekking moet u zorgen dat dit stevig is
vastgedraaid om lekkages te vermijden en te voorkomen dat jonge
kinderen het kunnen verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld.
3. Plaats een opvangbak dichtbij de pomp
A B
om het vrijkomende water op te vangen.
A = Filterafdekking.
B = Noodafvoerslang.
59
60
www.aeg.com
4. Maak de noodafvoerslang los, hang hem in
de opvangbak en verwijder de stop ervan.
5. Als er geen water meer naar buiten komt,
schroef dan het deksel van het filter los door
deze naar links te draaien en verwijder het
filter. Gebruik indien nodig een tang. Houd
altijd een oude doek bij de hand om het
eventueel gemorste water te kunnen
opvegen. Maak het filter schoon onder een
kraan om alle pluis te verwijderen.
1
2
6. Verwijder vreemde materialen en
waspoeder van het filter en het schoepenrad.
7. Controleer voorzichtig of de pomprotor
draait (de rotor draait schokkerig). Als het niet
draait dient u contact op te nemen met de
klantenservice.
2
1
8. Plaats de dop terug op de
noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn
plaats. Plaats het filter terug in de pomp door
het goed in de speciale geleidingen te
plaatsen. Schroef de filterafdekking stevig
vast door het naar rechts te draaien.
NEDERLANDS
61
14.7 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
2.
1
2
3
3.
4.
45°
20°
14.8 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0°C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats het uiteinde van de
noodafvoerslang en van de
toevoerslang in een op de vloer
geplaatste opvangbak en laat het
aanwezige water uit de slangen
weglopen.
4. Selecteer het programma Pompen
en laat dit tot het eind van de cyclus
draaien.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5. Draai de programmaknop naar
om het apparaat van de
stroomvoorziening los te koppelen.
6. Schroef de watertoevoerslang weer
aan de kraan en breng de
noodafvoerslang weer aan na eerst
de dop te hebben teruggeplaatst.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
62
www.aeg.com
15.1 Introductie
•
Het apparaat start niet of stopt niet
tijdens de werking.
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
•
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het
apparaat. Schakel uit en terug aan.
•
- Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in werking
getreden. Koppel het apparaat los en
draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Neem indien dit niet
lukt contact op met de erkende
servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
•
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
•
- Het apparaat pompt geen
water weg.
•
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit
voordat u controles uitvoert.
15.2 Mogelijke fout
Probleem
Mogelijke oplossing
Het programma begint
niet.
• Zorg dat de stekker in het stopcontact is gestoken.
• Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
• Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
• Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
• Schakel het kinderslot uit (indien beschikbaar).
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
• Controleer of de waterkraan is geopend.
• Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig contact op met uw lokale waterleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de
klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn.
• Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt.
De slang kan te laag hangen.
NEDERLANDS
63
Probleem
Mogelijke oplossing
Het apparaat pompt
geen water af.
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de waterafvoerslang aanwezig zijn.
• Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder
afvoerfase instelt.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen
waarbij water in de kuip blijft.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wascyclus duurt langer dan
normaal.
• Stel het centrifugeerprogramma in.
• Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de
centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk
veroorzaakt door problemen met de balans.
Er ligt water op de vloer.
• Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast
zitten en dat er geen lekken zijn.
• Controleer of de waterafvoerslang niet is beschadigd.
• Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid
gebruikt.
• Zorg dat u de noodafvoerstop in de filterkap vervangen
heeft
• Zorg dat u het filter goed vastgeschroefd heeft na reiniging.
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
• Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de trommel bevindt.
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
• Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg "Installatie".
• Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg "Installatie".
• Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te
klein.
Het wasresultaat is niet
bevredigend.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
• U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het
wasgoed gehaald.
• Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de hoeveelheid wasgoed.
U kunt geen optie instellen.
• Zorg dat u alleen op de gewenste knop(pen) drukt.
64
www.aeg.com
Probleem
Mogelijke oplossing
De machine droogt niet
of droogt niet goed:
• Zorg ervoor dat u een geschikt droogprogramma voor uw
wasgoed heeft ingesteld.
• Zorg dat u de juiste droogtijd of droogheidgraad heeft ingesteld.
• Zorg dat de waterkraan niet open staat.
• de afvoerpomp niet verstopt is.
• Zorg dat u niet te veel wasgoed in het apparaat hebt gedaan.
Het wasgoed zit vol met De stof gewassen in de vorige cyclus heeft pluisjes met een anpluisjes van verschillende dere kleur afgegeven.
kleuren:
• Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar
• De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te verwijderen.
Als er veel pluizen in de trommel zitten, zie het hoofdstuk
"PLUISJES OP KLEDING".
• Reinig de lege trommel, de pakking en de deur grondig
met een natte doek.
• Voer een spoelcyclus uit.
• Plaats een wollen of fluwelen doek in de trommel.
• Voer een droogcyclus van 10 minuten uit.
• Verwijder de oude wollen doek.
Nu kunt u andere kledingstukken wassen.
Schakel het apparaat na de controle in.
Het programma gaat verder vanaf het
punt waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt,
neemt u contact op met het
geautoriseerd servicecentrum.
Als de display andere alarmcodes
aangeeft. Het apparaat uit en weer
aanzetten. Als het probleem aanhoudt,
moet u de onderhoudsdienst
contacteren.
16. MONTAGE
16.1 Uitpakken
WAARSCHUWING!
Verwijder de verpakking en de transportbouten helemaal voordat u het
apparaat installeert.
NEDERLANDS
65
Gebruik de handschoenen. Verwijder de
uitwendige film. Gebruik indien nodig een
snijgereedschap.
Verwijder de kartonnen deksel. Verwijder de
polystyreen verpakkingsmaterialen.
Verwijder de inwendige film.
Open de deur. Verwijder het polystyreenblok
van de deur en alle andere onderdelen uit de
trommel.
66
www.aeg.com
Plaats het polystyreen verpakkingsmateriaal
op de vloer achter het apparaat. Trek het
apparaat voorzichtig omlaag met de
achterzijde erop. Let op dat u de slangen niet
beschadigt.
Verwijder de polystyreenbescherming van de
bodem. Trek het apparaat omhoog in
verticale positie.
1
2
Verwijder het polystyreenblok van de deur
(indien aanwezig). Haal alle onderdelen uit de
trommel.
Verwijder de elektrische voedingskabel en de
afvoerslang van de slanghouders.
NEDERLANDS
67
Draai de drie transportbouten los. Gebruik de
bij het apparaat geleverde moersleutel. Trek
de plastic vulstukken uit.
Plaats de plastic dopjes in de gaatjes. U vindt
deze dopjes in de zak van de
gebruikershandleiding.
We adviseren om de verpakking en de transportbouten te bewaren voor
mogelijke verplaatsingen van het apparaat.
16.2 Plaatsing en waterpas zetten
• Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
• Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom
het apparaat niet wordt belemmerd door
tapijten, vloerbedekking, enz.
• Zet de wasmachine waterpas door de
pootjes hoger of lager te zetten.
• Het kan enige moeite kosten om de
pootjes te verstellen omdat ze voorzien
zijn van een zelfborgende moer, maar het
apparaat MOET horizontaal en stabiel
staan. Controleer de afstelling, indien
nodig, met een luchtbelwaterpas. Alle
noodzakelijke afstellingen kunnen worden
uitgevoerd met een moersleutel.
Zorgvuldige horizontale afstelling
voorkomt trillingen, lawaai of verschuiving
van het apparaat tijdens de werking.
68
www.aeg.com
• Als het apparaat waterpas is gezet, draait
u de sluitmoeren vast.
WAARSCHUWING!
Leg nooit karton, hout of iets dergelijks onder het apparaat om
oneffenheden van de vloer te compenseren.
16.3 De toevoerslang
• Sluit de slang aan op de achterkant van
het apparaat. Draai de toevoerslang
alleen naar links of rechts.
• Maak de ringmoer los om hem in de juiste
stand te zetten.
45
20
O
O
• Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4-schroefdraad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.
Waterafvoer
Er zijn verschillende procedures om de afvoerslang aan te sluiten:
Met de plastic slanggeleider:
NEDERLANDS
69
• Een U-vorm maken met de afvoerslang.
Op de rand van een gootsteen.
• Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water afvoert.
Bevestig de geleider op de waterkraan of
wand.
Op een standpijp met ventilatieopening.
• Rechtstreeks in een afvoerpijp op een
hoogte van niet minder dan 60 cm (23.6”)
en niet meer dan 100 cm (39.3”).
Raadpleeg de illustratie.
• Het einde van de afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat de
binnendiameter van de afvoerpijp (min. 38
mm - min. 1.5”) groter moet zijn dan de
buitendiameter van de afvoerslang.
Uiteinde afvoerslang
• Als het uiteinde van de afvoerslang er zo
uitziet (zie de afbeelding), dan kunt u het
direct in de standpijp plaatsen.
Zonder de plastic slanggeleider.
70
www.aeg.com
Op een gootsteenafvoer
• Raadpleeg de illustratie. Plaats de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en
draai deze vast met een clip.
• Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt
om te voorkomen dat resterende deeltjes
uit de gootsteen in het apparaat komen.
Naar een wandpijp
• Direct op een ingebouwde afvoerpomp in
de kamerwand en zet vast met een klem.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met
de klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
16.4 Waterstop
De watertoevoerslang is voorzien van een
waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in
de slang door natuurlijke slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A» toont
deze storing.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en
neemt u contact op met de klantenservice
om de slang te laten vervangen.
A
16.5 Inbouwen
Dit apparaat is ontworpen om in een keuken
ingebouwd te kunnen worden. De
uitsparingen moeten de afmetingen hebben
zoals getoond in deze afbeelding.
600 mm
min.
596 mm
560 mm
555 mm
min.
820 mm
818 mm
75 mm
60 mm
100 mm
170 mm
NEDERLANDS
71
16.6 Voorbereiding en montage van de deur
Het apparaat is in de fabriek voorbereid voor
een montage van een deur die van rechts
naar links opent.
16-22 mm
X
Ø 35 mm
416
mm
Deur
De deur moet de volgende afmetingen
hebben:
• breedte 595 - 598 mm
• dikte 16-22 mm
• De hoogte X is afhankelijk van de hoogte
van de aansluitende kastjes.
22±1,5 mm
14 mm
595-598 mm
2
1
Scharnieren
Om de scharnieren te monteren moet u twee
gaten boren (dia. 35 mm, diepte 12,5-14 mm
afhankelijk van de diepte van de kastdeur)
aan de binnenkant van de deur.
De afstand tussen het midden van de
bevestigingsgaten moet 416 mm zijn. De
afstand van de bovenste rand van de deur tot
het midden van het gat is afhankelijk van de
afmetingen van de aansluitende kastjes.
De scharnieren worden aan de deur
bevestigd door middel van twee
houtschroeven 1 and 2 die bij het apparaat
zijn meegeleverd.
72
www.aeg.com
De deur monteren
WAARSCHUWING!
U mag schroef B niet
verwijderen.
Bevestig de scharnieren door middel van de
M5x15-schroeven.
De scharnieren kunnen zodanig worden
afgesteld dat ze eventuele oneffenheden in
de dikte van de deur compenseren.
Om de deur perfect te laten aansluiten op de
andere kastjes, moet u de schroef losdraaien,
de deur afstellen en de schroef A weer
aandraaien.
A
B
Tegenmagneet
A
WAARSCHUWING!
U mag schroef B niet
verwijderen.
B
C
Het apparaat is in de fabriek zo ingesteld dat
de deur magnetisch sluit. Om de juiste
werking van dit apparaat mogelijk te maken,
moet u de tegenmagneet A (stalen schijf +
rubberen ring) aan de binnenkant van de
deur schroeven.
De positie ervan moet overeenkomen met de
magneet B op het apparaat.
WAARSCHUWING!
U mag schroef B niet
verwijderen.
D
A
C
E
Als de deur van links naar rechts geopend
moet worden, keer de positie van de platen
E, de magneet D en de plaat C dan om.
Monteer de tegenmagneet D en de
scharnieren A zoals hierboven beschreven.
B
17. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
Breedte / hoogte / diepte / totale diepte
Aansluiting op het elek- Spanning
triciteitsnet
Totale stroom
Zekering
Frequentie
596 mm/ 820 mm/ 544 mm/ 544 mm
230 V
2000 W
10 A
50 Hz
NEDERLANDS
73
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vas- IPX4
te stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar
de laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt
Watertoevoerdruk
Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Maximale belading was- Katoen
goed
7 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Katoen (Cotton)
Synthetica
4 kg
2 kg
Centrifugeersnelheid
Maximum
1400 tpm
18. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
*
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.