L61470WDBI

AEG L61470WDBI Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de AEG L61470WDBI Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
3. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
5. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
6. WASPROGRAMMA'S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
7. VERBRUIKSWAARDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
8. HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
9. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
10. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
11. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
12. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
13. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
38
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over
het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinde-
ren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als de deur open is.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen ver-
richt.
1('(5/$1'6
39
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Respecteer het maximale laadvermogen van 7 kg
(raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabri-
kant of diens technische dienst of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situ-
aties te voorkomen.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Bewaar de transportbouten. Als u het
apparaat gaat verplaatsen, moet de
trommel worden geblokkeerd.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager is dan 0 °C of
als het is blootgesteld aan het weer.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloerbedekking te creëren.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromon-
teur.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de voedings-
kabel moet worden vervangen, dan
MOET dit gebeuren door onze Klan-
tenservice.
40
www.aeg.com
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het aansluitnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richt-
lijnen.
Aansluiting aan de
waterleiding
Zorg dat u de waterslangen niet be-
schadigt.
Het apparaat moet met de nieuwe
slangset worden aangesloten op een
kraan. Oude slangsets mogen niet op-
nieuw worden gebruikt.
Laat het water stromen tot het schoon
is voordat u het apparaat aansluit op
nieuwe leidingen of leidingen die lang
niet zijn gebruikt.
Zorg dat er geen lekkages zijn als u
het apparaat de eerste keer gebruikt.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische
schokken, brand, brandwonden
en schade aan het apparaat.
Gebruik dit apparaat uitsluitend in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit
het wasgoed verwijdert.
Het laatste deel van het droogpro-
gramma vindt plaats zonder warmte
(koelcyclus) om ervoor te zorgen dat
het wasgoed niet beschadigd raakt.
Als u het apparaat voor het einde van
de droogcyclus stopzet, dient u het
wasgoed te verwijderen en uit te han-
gen, zodat de warmte zich kan ver-
spreiden.
Als u wasmiddel, wasverzachter of ge-
lijksoortige producten gebruikt, dient
u de instructies op de verpakking te
volgen.
Veeg eventuele pluisjes die zich rond-
om het apparaat hebben opgehoopt,
weg.
Droog geen beschadigde kleding met
vulling of voering.
Artikelen van schuimrubber (latex-
schuim), douchemutsjes, waterdichte
kleding en artikelen met een rubberen
binnenkant mogen niet worden ge-
droogd.
Artikelen die in contact zijn geweest
met stoffen als spijsolie, aceton, alco-
hol, benzine, petroleum, vlekkenver-
wijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen vooraf-
gaande aan het drogen eerst te wor-
den gewassen in heet water met een
extra hoeveelheid wasmiddel.
Droog geen artikelen in het apparaat
als er industriële chemische reinigings-
middelen zijn gebruikt.
Zorg dat er geen aanstekers of lucifers
in zakken van kleding zijn achtergeble-
ven.
Droog uitsluitend textiel dat in de
droogautomaat mag worden ge-
droogd. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
Droog geen ongewassen artikelen in
het apparaat.
Als u het wasgoed heeft gewassen
met een vlekverwijderaar, voer dan
een extra spoelcyclus uit voordat u het
apparaat start.
Voorwerpen van kunststof die niet hit-
tebestendig zijn.
Als u gebruik maakt van een was-
middelbal, verwijdert u de bal voor-
dat u het droogprogramma instelt.
Gebruik geen wasmiddelbal wan-
neer u een non-stopprogramma in-
stelt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan
het apparaat.
1('(5/$1'6
41
Ga niet op de open deur zitten of
staan.
Houd u aan de maximale belading.
Droog geen druipnatte kledingstuk-
ken in het apparaat.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan
het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
3. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diep-
te
600 / 820 / 630 mm
Totale diepte 640 mm
Aansluiting op het elek-
triciteitsnet:
Spanning
Totale stroom
Zekering
Frequentie
220-230 V
2000 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vas-
te stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen
waar de laagspanningsapparatuur geen bescher-
ming tegen vocht biedt.
IPX4
Waterleidingdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belading was-
goed
Katoen 7 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Katoen 3 kg
Grote capaciteit katoe-
nen wasgoed
4 kg
Synthetica 2 kg
Centrifugeersnelheid Maximaal 1400 Toeren per minuut
1)
Sluit de watertoevoerslang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
42
www.aeg.com
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
7 8 9
10
1 2
3
4
5
6
1
Wasmiddeldoseerlade
2
Bedieningspaneel
3
Deurgreep
4
Typeplaatje
5
Afvoerpomp
6
Stelvoetjes
7
Afvoerslang
8
Netsnoer
9
Wateraansluiting
10
Stelvoetjes
4.1 Kinderbeveiliging
Als u deze beveiliging activeert, kunt u
de deur niet sluiten. Dit voorkomt dat
u kinderen of huisdieren in de trom-
mel opsluit. Voor het inschakelen van
de kinderbeveiliging verplaatst u het
draaigedeelte met een muntstuk
rechtsom totdat de groef horizontaal
staat. Voor het uitschakelen van de
kinderbeveiliging verplaatst u het
draaigedeelte met een muntstuk links-
om totdat de groef weer verticaal
staat.
1
1('(5/$1'6
43
4.2 Accessoires
1 2
34
1
Moersleutel
Om de transportbouten te verwijde-
ren.
2
Plastic dopjes
Voor het afdichten van de gaten aan
de achterzijde van het apparaat na-
dat u de transportbouten hebt ver-
wijderd.
3
Toevoerslang met geïntegreerd
beschermingssysteem tegen wa-
teroverlast
Om mogelijke wateroverlast te voor-
komen.
4
Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van
een gootsteen te bevestigen.
5. BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5 6 7 98 10
A
B
C
1
Programmakeuzeknop
2
Toets CENTRIFUGEREN
Spoelstoppositie
3
Toets VLEKKEN
4
Toets TIJDBESPARING
5
Toets EXTRA SPOELEN
6
Toets DROOGTIJD
7
Display
8
Toets START/PAUZE
9
Toets UITGESTELDE START
10
Controlelampjes:
A – Wasfase
B – Droogfase
C – Deur vergrendeld
44
www.aeg.com
5.1 Display
De display toont de volgende informa-
tie:
Duur van het ingestelde programma
Nadat u een programma heeft ingesteld, wordt de tijdsduur in
uren en minuten weergegeven op het display (bijvoorbeeld 2.05)
De duur wordt automatisch berekend op basis van de maximale
lading voor elk type wasgoed.
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke mi-
nuut bijgewerkt.
Droogtijd instellen
als u een droogprogramma instelt, wordt de tijdsduur in minuten
en/of uren weergegeven op het display (zie paragraaf <<Dro-
gen>>).
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke mi-
nuut bijgewerkt.
Alarmcodes
Als de werking van de wasmachine problemen oplevert, kunnen
er alarmcodes worden aangegeven, bijvoorbeeld
(zie
hoofdstuk «Probleemoplossing»).
Einde van het programma
Als het programma is afgelopen verschijnt op het display een
knipperende nul
.
Het DEUR-lampje C, het WAS-lampje A (of het DROOG-lampje
B) en het lampje van knop 8 gaan uit.
De deur kan nu geopend worden.
Onjuiste optieselectie
Aks u een optie instelt die niet samengaat met het wasprogram-
ma, dan toont het display de melding Err gedurende een paar
seconden.
Het gele controlelampje van toets 8 gaat knipperen.
STARTUITSTEL
Als u op de toets drukt om de uitgestelde start in te stellen (20
uur max), dan verschijnt het gedurende een paar seconden, ver-
volgens toont het display de tijdsduur van het ingestelde pro-
gramma.
De tijdsduur van het uitstel neemt per uur met een eenheid af.
Als er nog maar 1 uur resteert, neemt de tijd per minuut af.
1
1('(5/$1'6
45
Uitgestelde start - symbool
Dit symbool gaat aan als u een startuitstel kiest.
Kinderslot
Dit symbool gaat aan als u het kinderslot activeert.
5.2 Controlelampjes
A
B
C
Nadat u op toets 8 hebt gedrukt, gaat
het WAS-lampje (A) branden.
Het apparaat is in bedrijf.
Als u een droogprogramma instelt, gaat
het DROGEN-lampje (B) branden. Dit
lampje blijft tijdens de droogfase bran-
den.
Het lampje DEUR (C) geeft aan of de
deur geopend kan worden:
Lampje aan: de deur kan niet geo-
pend worden
Lampje knippert: de deur opent na
een paar minuten
Lampje uit: de deur kan worden geo-
pend
5.3 Geluidssignalen
De wasautomaat is voorzien van een
akoestisch alarm, dat in de volgende ge-
vallen te horen is:
Aan het einde van een programma
In geval van problemen met de werk-
ing
Door enkele seconden tegelijkertijd op
de toets 3 en 4 te drukken, wordt het
geluidssignaal uitgeschakeld (behalve in
het geval van problemen met de werk-
ing). Door nogmaals op deze twee toet-
sen te drukken, wordt het geluidssignaal
weer geactiveerd.
5.4 Kinderslot
Met deze voorziening kunt u het appa-
raat onbeheerd achterlaten, u hoeft zich
dan geen zorgen te maken dat kinderen
gewond raken of het apparaat schade
toebrengen.
Deze functie blijft ingeschakeld, ook als
de wasautomaat niet in werking is.
Er zijn twee manieren om deze optie in
te stellen:
Voordat u op toets 8 drukt, is het on-
mogelijk om het apparaat te starten.
Na het indrukken van toets 8 is het on-
mogelijk om een ander programma of
een andere optie te kiezen.
Om deze optie in- of uit te schakelen,
drukt u ongeveer 6 seconden tegelijker-
tijd op de toets 4 en 5 tot het symbool
aan gaat of uit het display verdwijnt.
46
www.aeg.com
6. WASPROGRAMMA'S
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Type wasgoed
Maximale belading
Program-
mabeschrij-
ving
Opties
Katoen
95° - 30°
Max. belading 7 kg - gereduceerde bela-
ding 3 kg
Wit en bont katoen (normaal vervuilde ar-
tikelen).
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren op
maximale
snelheid
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
TIJDBESPARING
2)
EXTRA SPOELEN
Eco
40°
Max. belading 7 kg
Wit en kleurecht katoen.
Licht tot normaal vervuilde katoenen artike-
len.
Het apparaat verlaagt de temperatuur en
verlengt de wastijd teneinde efficiënt te
wassen en zodoende energie te besparen.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren op
maximale
snelheid
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
VLEKKEN PLUS
EXTRA SPOELEN
Katoen + Voorwas
3)
95° - 40°
Max. belading 7 kg - gereduceerde bela-
ding 3 kg
Wit en bont katoen
(normaal vervuilde was).
Voorspoe-
len
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren op
maximale
snelheid
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
VLEKKEN PLUS
TIJDBESPARING
2)
EXTRA SPOELEN
Synthetica
60° - 30°
Max. belading 3 kg - gereduceerde bela-
ding 2 kg
Synthetische of gemengde stoffen: on-
dergoed, gekleurde kledingstukken, krimp-
vrije overhemden, blouses.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren op
1200 tpm
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
TIJDBESPARING
2)
EXTRA SPOELEN
Easy Iron (Strijkvrij)
40°
Max. belading 1 kg
Synthetische stoffen die voorzichtig ge-
wassen en gecentrifugeerd moeten wor-
den.
Het wasgoed wordt behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd om kreukels te voorko-
men. Bovendien zal het apparaat extra
spoelgangen uitvoeren.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
Centrifuge-
ren op 1200
tpm
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
1('(5/$1'6
47
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Type wasgoed
Maximale belading
Program-
mabeschrij-
ving
Opties
Delicates (Fijne Was)
40° - 30°
Max. belading 3 kg - gereduceerde bela-
ding 2 kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren op
1200 tpm
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
TIJDBESPARING
2)
EXTRA SPOELEN
Wol Handwas
30° - Koud
Max. belading 2 kg
Wol die in de machine kan worden gewas-
sen en met de hand wasbare wol en fijne
stoffen.
Opmerking: Een enkel of groot stuk was-
goed kan een verkeerd evenwicht van de
trommel tot gevolg hebben. Als het appa-
raat de laatste centrifugefase niet uitvoert,
moet u meer stukken toevoegen, de lading
opnieuw handmatig verspreiden en dan het
centrifugeprogramma selecteren.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren op
1200 tpm
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
Behoedzaam spoelen
Max. belading 7 kg
Programma voor spoelen en centrifugeren
van wasgoed dat met de hand is gewassen.
Het apparaat voert enkele spoelgangen uit,
gevolgd door een laatste centrifugegang.
De centrifugeersnelheid kan verlaagd wor-
den.
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren
Centrifuge-
ren op 1200
tpm
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Pompen
Max. belading 7 kg
Om het laatste spoelwater af te voeren bij
programma's met de spoelstopoptie.
Water af-
pompen
Draaien
Max. belading 7 kg
Aparte centrifugegang voor katoenen kle-
dingstukken die met de hand gewassen zijn
en na programma's waarbij de optie Spoel-
stop gekozen is.
Draai de programmakeuzeknop naar
voordat u dit programma instelt.
Verlaag de centrifugeersnelheid zo nodig.
Pompen
Lang centri-
fugeren
Centrifuge-
ren op de
maximale
snelheid
AANPASSEN TOE-
RENTAL
48
www.aeg.com
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Type wasgoed
Maximale belading
Program-
mabeschrij-
ving
Opties
Drogen — Synthetica
Droogprogramma voor synthetische stof-
fen.
Selectie DROOG-
TIJD.
Drogen — Katoen
Droogprogramma katoen.
Selectie DROOG-
TIJD.
Refresh (Opfrissen)
30°
Max. belading 3 kg
Snelle was voor sportkleding of katoenen
en synthetische licht vervuilde of slechts
eenmaal gedragen kleding.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
Centrifuge-
ren op 1200
tpm
AANPASSEN TOE-
RENTAL
Eco
60°
Max. belading 7 kg
Wit en kleurecht katoen.
Licht tot normaal vervuilde katoenen artike-
len.
Het apparaat verlaagt de temperatuur en
verlengt de wastijd teneinde efficiënt te
wassen en zodoende energie te besparen.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren
Centrifuge-
ren op de
maximale
snelheid
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
VLEKKEN PLUS
EXTRA SPOELEN
Om het lopende programma te annuleren of om het apparaat uit te schakelen.
1)
De optie Vlekken kan alleen worden gekozen bij een temperatuur van 40°C of hoger.
2)
Als u de optie Extra kort selecteert door op toets 4 te drukken, raden we u aan de
maximale belading te beperken, zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk,
maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
3)
Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, kan er geen programma met VOORWAS
geselecteerd worden.
1('(5/$1'6
49
6.1 Droogprogramma's
Tijdgestuurde programma's
Droogheidsgraad Soort weefsel
Te drogen
wasgoed
Centri-
fugeer-
snel-
heid
Aanbe-
volen
droog-
tijd
Minuten
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van
badstof
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, etc.)
1400
1400
1400
1400
1400
1400
1200
1200
1400
1400
1400
215 - 220
160 - 180
95 - 105
205 - 210
150 - 170
85 - 95
90 - 100
55 - 65
140 - 150
90 - 100
60 - 70
4 kg
3 kg
1.5 kg
KASTDROOG
1)
Geschikt voor artikelen
die ongestreken worden
opgeborgen
Geschikt voor artikelen
die ongestreken worden
opgeborgen
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, etc.)
4 kg
3 kg
1.5 kg
Synthetische en
gemengde stof-
fen
(truien, blouses,
ondergoed, huis-
houdlinnen)
2 kg
1 kg
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen
die gestreken moeten
worden
Katoen en linnen
(lakens, tafella-
kens, overhem-
den, etc.)
4 kg
3 kg
1.5 kg
1)
Overeenkomstig de EG-richtlijn EN 50229 moet het referentieprogramma voor
katoen op de gegevens in het energielabel worden getest door de maximale belading
in twee gelijke delen te splitsen en deze elk met DROOGTIJD te drogen.
50
www.aeg.com
7. VERBRUIKSWAARDEN
Programma Energiever-
bruik
(KWh)
Waterverbruik
(liter)
Programma-
duur
(minuten)
Wit katoen 95° 2.2 72
Raadpleeg
voor de duur
van de pro-
gramma's,
het display
op het be-
dieningspa-
neel
Katoen 60° 1.35 67
Katoen ECO 60°
1)
1.05 49
Katoen 40° 0.85 67
Synthetische stoffen 40° 0.55 42
Fijne was 40° 0.55 63
Wol/Handwas 30° 0.25 55
1)
«Katoen ECO» op 60°C met een belading van 7 kg is het referentieprogramma voor de
gegevens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
De verbruiksgegevens in deze ta-
bel zijn slechts richtlijnen. Ze kun-
nen variëren afhankelijk van de
hoeveelheid en het soort was-
goed, de temperatuur van het
aangevoerde water en de omge-
vingstemperatuur
8. HET EERSTE GEBRUIK
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de wasmid-
dellade om het afvoersysteem te ac-
tiveren.
2.
Giet een klein beetje wasmiddel in
het vakje van het hoofdwasmiddel
van de wasmiddellade. Stel het pro-
gramma voor katoen in op de hoog-
ste temperatuur zonder wasgoed en
start het programma. Dit verwijdert
al het mogelijke vuil uit de trommel
en de kuip.
9. DAGELIJKS GEBRUIK
9.1 Wasgoed in de machine
doen
1.
Open de deur van het apparaat.
2.
Plaats het wasgoed een voor een in
de trommel. Schud de items voor u
ze in de wasautomaat plaatst. Zorg
ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
3.
Sluit de deur.
1('(5/$1'6
51
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen
de deur blijft klemmen. Er kan waterlek-
kage of beschadigd wasgoed ontstaan.
9.2 Wasmiddel en additieven (wasverzachter, vlekkenmiddel)
toevoegen
MAX
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma
en voor de vlekkenfunctie.
Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het
programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter,
stijfsel).
Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmid-
delen.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
9.3 Het programma instellen
(knop 1 )
Draai de programmakeuzeknop naar het
gewenste programma.
Met de programmakeuzeknop bepaalt u
het soort wasprogramma (bijv. waterpeil,
beweging van de trommel, aantal spoel-
gangen) en de wastemperatuur afhanke-
lijk van het soort wasgoed.
Het controlelampje van toets 8 gaat
knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de
klok mee of tegen de klok in worden ge-
draaid.
= programma resetten / apparaat
uitschakelen
52
www.aeg.com
Als u de programmakeuzeknop
op een ander programma zet
terwijl het apparaat in werking is,
knippert het gele controlelampje
van toets 8 3 keer. Op het dis-
play verschijnt het bericht Err om
aan te geven dat deze selectie
niet mogelijk is. Het apparaat
voert het zojuist ingestelde pro-
gramma niet uit.
9.4 De centrifugeersnelheid
instellen (toets 2)
Bij het kiezen van een programma stelt
het apparaat automatisch de maximale
door dat programma toegestane centri-
fugeersnelheid voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de
centrifugeersnelheid te wijzigen. Het
desbetreffende lampje gaat branden.
SPOELSTOP: het laatste spoelwater
wordt niet weggepompt om te voorko-
men dat het wasgoed kreukelt. Als het
programma is afgelopen verschijnt op
het display een knipperende
.
Het DEUR-controlelampje gaat branden.
Het controlelampje van toets 8 gaat uit.
De deur wordt geblokkeerd om aan te
geven dat het water weggepompt moet
worden.
Lees om het water weg te pompen
het hoofdstuk «Aan het einde van het
programma».
9.5 De optie VLEKKEN
instellen (toets 3)
Stel deze optie in om sterk vervuild was-
goed of wasgoed met vlekken met vlek-
kenverwijderaar te behandelen.
Het apparaat verlengt de hoofdwasfase
en maakt de vlekkenbehandelingsfase
intensiever. Het desbetreffende lampje
gaat branden.
Deze optie is niet beschikbaar
bij een temperatuur lager dan
40°C
Als u een programma wilt laten draaien
met de vlekkenoptie, giet dan vlekken-
verwijderaar in het vakje .
9.6 De optie TIJDBESPARING
instellen (toets 4)
Met deze optie verandert u de wastijd
die de wasautomaat automatisch heeft
voorgesteld.
Druk toets 4
eenmaal in.
DAGE-
LIJKS
Het bijbehorende controle-
lampje gaat branden.
De wastijd wordt verkort
om dagelijks wasgoed te
wassen.
Druk toets 4 twee keer in.
EXTRA
KORT
Het bijbehorende controle-
lampje blijft branden.
De wastijd wordt verkort
om licht vervuild wasgoed
of artikelen die slechts kor-
te tijd gebruikt of gedragen
zijn, te wassen.
Op het display verschijnt de kortere
tijdsduur van het wasprogramma.
9.7 De optie EXTRA SPOELEN
instellen (toets 5)
Dit apparaat is ontworpen om water te
besparen.
Voor mensen met een erg gevoelige
huid (allergisch voor wasmiddelen) kan
het echter noodzakelijk zijn om het was-
goed met een extra hoeveelheid water
te spoelen (extra spoelgang).
Bovendien zal het apparaat extra spoel-
gangen uitvoeren.
9.8 Het programma starten
(toets 8)
Druk op de toets 8 om het programma
te starten. Het bijbehorende rode con-
trolelampje gaat knipperen.
Het controlelampje A brandt om aan te
geven dat het apparaat begint te wer-
ken.
Het controlelampje C brandt om aan te
geven dat de deur vergrendeld is.
Druk op toets 8 voor het onderbreken
van een programma dat in werking is.
Het bijbehorende rode controlelampje
gaat knipperen.
1('(5/$1'6
53
Druk nogmaals op toets 8 om het pro-
gramma te hervatten vanaf het punt
waarop het werd onderbroken.
Als u een uitgestelde start hebt geselec-
teerd met toets 9, begint het apparaat
met aftellen.
Als u een verkeerde optie instelt, knip-
pert het gele controlelampje van toets 8
3 keer. Het symbool Err verschijnt enkele
seconden op het display.
9.9 UITGESTELDE START
instellen (toets 9)
Druk nogmaals op deze toets om de ge-
wenste uitgestelde start in te stellen.
De ingestelde waarde voor de uitgestel-
de start (max. 20 uur) verschijnt enkele
seconden op het display. Daarna wordt
de duur van het programma weer afge-
beeld.
Stel de uitgestelde start in voordat u op
toets 8 drukt.
U kunt het hoofdwasprogramma uitstel-
len met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur
en vervolgens steeds met 1 uur tot een
maximum van 20 uur.
Het toevoegen van artikelen nadat u
de uitgestelde start hebt ingeschakeld
(de deur blijft gedurende de uitgestelde
periode vergrendeld):
Druk op toets 8 om het apparaat te
pauzeren.
Voeg het wasgoed toe en sluit de
deur.
Druk nogmaals op toets 8.
De uitgestelde start selecteren:
Stel het programma en de gewenste
opties in.
Selecteer de uitgestelde start.
Druk op toets 8: het apparaat begint
in uren af te tellen.
Het programma begint als het geko-
zen uitstel is afgelopen.
Uitgestelde start annuleren:
Druk op toets 8 om de wasautomaat
in te stellen op PAUZE.
•Druk toets 9 een keer in totdat het
symbool
op het display wordt afge-
beeld.
Druk nogmaals op toets 8 om het pro-
gramma te starten.
U kunt de uitgestelde start alleen
wijzigen als u het wasprogramma
opnieuw hebt ingesteld.
De uitgestelde start kan niet worden ge-
selecteerd in combinatie met het pro-
gramma POMPEN.
9.10 Een optie of lopend
programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te verande-
ren voordat het programma deze uit-
voert. Voordat u iets kunt veranderen,
drukt u op toets 8 om het apparaat te
pauzeren.
U kunt een lopend programma alleen
veranderen door het te resetten.
Draai de programmakeuzeknop eerst
naar
en dan naar de stand van het
nieuwe programma.
Druk nogmaals op toets 8 om het nieu-
we programma weer te starten. Het wa-
ter in de trommel zal niet worden afge-
voerd.
9.11 Een programma
onderbreken
Druk op toets 8 om een lopend pro-
gramma te onderbreken. Het bijbeho-
rende controlelampje gaat knipperen.
Druk nogmaals op de toets om het pro-
gramma opnieuw te starten.
9.12 Een programma
annuleren
Draai de keuzeknop naar om een lo-
pend programma te annuleren. U kunt
nu een nieuw programma kiezen.
9.13 De deur openen
Als de machine bezig is en tijdens de
vertragingstijd is de deur vergrendeld.
IMocht het om enigerlei reden noodza-
kelijk zijn de deur te openen, dient eerst
de machine op pauze te worden gezet
door te drukken op toets 8
Als het lampje C na enkele minuten uit-
gaat, kan de deur worden geopend.
Als het lampje C niet uit gaat en de deur
vergrendeld blijft, betekent dit dat de
machine al aan het opwarmen is of dat
54
www.aeg.com
het waterniveau te hoog is. In dat geval
kan de deur niet worden geopend.
Als u de deur niet kunt openen terwijl dit
toch nodig is, schakelt u de machine uit
door de programmaknop op
te draai-
en. Na een paar minuten kan de deur
geopend worden (let op het waterni-
veau en de temperatuur!) .
Als u de deur hebt gesloten, moet u het
programma en de opties opnieuw instel-
len. Druk op de knop 8 om het program-
ma weer te starten.
9.14 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch. Het
controlelampje van toets 8 en de contro-
lelampjes A en C gaan uit. Er verschijnt
een knipperende
op het display.
Als er een programma of een optie is
geselecteerd dat/die eindigt met water
in de trommel, dan blijft het lampje C
branden. De deur blijft vergrendeld. Het
water moet worden weggepompt voor-
dat de deur wordt geopend. De trom-
mel blijft nu met regelmatige tussenpo-
zen draaien tot het water is afgepompt.
Volg de onderstaande instructies om het
water af te pompen:
Draai de programmakeuzeknop naar
Kies het programma POMPEN of
CENTRIFUGEREN.
Verlaag de centrifugeersnelheid zo
nodig.
Druk op toets 8
Als het programma is afgelopen ver-
schijnt op het display een knipperen-
de
. Het controlelampje C gaat uit.
De deur kan nu geopend worden.
Draai de programmakeuzeknop naar
om het apparaat uit te schakelen.
Verwijder het wasgoed uit de trommel
en controleer goed of de trommel leeg
is. Als u niet van plan bent om nog een
was te draaien, sluit u de waterkraan.
Laat de deur open staan om vorming
van schimmel en onaangename luchtjes
te voorkomen.
Stand-by: als het programma is vol-
tooid, wordt na een paar minuten het
energiebesparende systeem ingescha-
keld. De helderheid van het display
wordt verlaagd. Door op een willekeuri-
ge toets te drukken, haalt u het apparaat
uit de energiebesparende stand.
9.15 Alleen drogen
De aanbevolen lading bedraagt 3 kg
voor katoen en linnen en 2 kg voor syn-
thetica.
Het is ook mogelijk om tot 4 kg
katoenen wasgoed te drogen
(zie de tabel «Droogprogram-
ma»).
De waterkraan moet open staan en de
afvoerslang moet in de gootsteen zijn
geplaatst of op de afvoerpijp zijn aan-
gesloten.
1.
Plaats het wasgoed in de wasauto-
maat.
2.
Selecteer voor optimale droogresul-
taten een centrifugeerfase op de
maximaal toegestane centrifugeer-
snelheid voor het type wasgoed.
3.
Selecteer het droogprogramma voor
katoen of synthetica in de sector
Drogen van de programmakeuze-
knop.
4.
Druk op toets 6 om de droogtijd in
te stellen. Druk steeds opnieuw op
deze toets totdat de door u gewen-
ste droogtijd op het display ver-
schijnt.
Voor katoen selecteert u een droog-
tijd van 10 tot 250 minuten (4,10 uur).
Voor synthetica selecteert u een
droogtijd tussen 10 en 130 minuten
(2,10 uur).
Telkens als u deze toets indrukt,
wordt de droogtijd met 5 minuten
verlengd.
Opmerking! De programmeertijd zal
automatisch met enkele minuten
verlengd worden.
5.
Druk op toets 8 om het programma
te starten.
Na de start van het programma
wordt de resterende tijd elke minuut
bijgewerkt.
Als u een droogfase van maar 10
minuten instelt met de toets voor
de droogtijd, voert het apparaat
alleen een afkoelfase uit.
1('(5/$1'6
55
6.
Aan het einde van het droogpro-
gramma klinken er enkele geluids-
signalen. Er verschijnt een knippe-
rende
op het display.
Het controlelampje B en C en het
lampje van toets 8 gaan uit.
Op dit punt begint er een anti-
kreukfase die ongeveer 10 minuten
duurt. Gedurende deze periode is
het lampje C aan. De deur kan niet
geopend worden.
Als u de deur vóór of tijdens de
anti-kreukfase toch wilt openen,
of als u het programma wilt on-
derbreken, dan drukt u op een
willekeurige toets of draait u de
programmakeuzeknop naar een
willekeurig programma (behalve
O).
Enkele minuten later kan de deur
worden geopend. (Probeer in
geen geval de deur te openen
als deze vergrendeld is!) .
7.
Draai de programmakeuzeknop naar
stand O om het apparaat uit te scha-
kelen.
8.
Haal het wasgoed uit de trommel.
Opmerking!
Verschillende soorten katoenen stoffen
(handdoeken, lakens, shirts enz.) of was-
goed dat tijdens het centrifugeren wordt
opgerold, kunnen leiden tot gedeeltelij-
ke droging.
In het uitzonderlijke geval dat het was-
goed aan het einde van het programma
nog een beetje nat is, raden we aan de
opgerolde stukken open te vouwen, ge-
lijkmatig in de trommel te verdelen en
een extra droogfase van 20-30 minuten
te selecteren.
9.16 NON-STOP programma:
Wassen en op tijd drogen
De aanbevolen lading bedraagt 3 kg
voor katoen en 2 kg voor synthetica.
Het is ook mogelijk om tot 4 kg
katoenen wasgoed te drogen
(zie de tabel «Droogprogram-
ma»).
LET OP!
Maak geen gebruik van een
wasmiddeldoseerbol als u een
was- en droogprogramma uit-
voert.
1.
Plaats het wasgoed in de wasauto-
maat.
2.
Voeg wasmiddel en wasverzachter
toe.
3.
Schakel het apparaat in door de pro-
grammakeuzeknop in te stellen op
het gekozen wasprogramma of de
gekozen stof.
4.
Druk op de betreffende toetsen om
de gewenste opties in te stellen.
Stel zo mogelijk geen lagere cen-
trifugeersnelheid in dan de snel-
heid die het apparaat heeft voor-
gesteld om een te lange droog-
tijd te voorkomen en zo energie
te besparen. De laagste waarden
die u in elk geval kunt selecteren
is 900 tpm voor katoen en syn-
thetica en 700 tpm voor fijne was.
Het verlagen van de centrifu-
geersnelheid is alleen mogelijk
als u drogen hebt gekozen.
5.
Druk op toets 6 om de droogtijd in
te stellen. Als u een «non-stop
droogprogramma» selecteert, gaan
de controlelampjes A en B branden.
De DROOGTIJD verschijnt een paar
seconden op het display. Daarna
verschijnt de volledige duur van de
was- en droogfase weer.
Als u door op toets 6 te drukken
een wasprogramma instelt met
een droogfase van 10 minuten,
geeft het display de totale duur
van het programma weer, inclu-
sief de afwikkeling en afkoelfase.
6.
Druk op de toets 8 om het program-
ma te starten. Na de start van het
programma wordt de resterende tijd
elke minuut bijgewerkt.
7.
Volg, aan het einde van het pro-
gramma, de aanwijzingen van het
vorige hoofdstuk. Draai de program-
makeuzeknop naar stand O om het
apparaat uit te schakelen.
8.
Haal het wasgoed uit de trommel.
56
www.aeg.com
9.17 Pluisjes in de kleding
Tijdens de WAS- EN/OF DROOGFASE
laten bepaalde soorten stoffen, zoals
fleece, wol, sweaterstof, pluisjes vrij.
Deze vrijgegeven pluisjes kunnen tijdens
het volgende wasprogramma aan de
stoffen blijven hangen.
Dit nadeel verergert bij technische stof-
fen.
Om dit fenomeen te verhinderen, wordt
het volgende aanbevolen:
Was geen donkere stoffen na het was-
sen en drogen van lichte stoffen (nieu-
we fleece, wol en in het bijzonder
sweaterstof) en vice versa.
Laat dit soort stoffen in de openlucht
drogen wanneer ze voor het eerst zijn
gewassen.
Maak het filter schoon.
Voer tussen het wassen en drogen van
stoffen met verschillende kleuren één
of meer spoelgangen uit om de trom-
mel te reinigen.
Reinig de lege trommel, de pakking
en de deur na de droogfase grondig
met een natte doek.
10. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
10.1 Wasgoed sorteren
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet sa-
men.
Sommige bonte weefsels kunnen uit-
lopen als zij de eerste keer worden ge-
wassen. We raden daarom aan om dit
soort kleding de eerste keer dan ook
apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Maak riemen
vast.
Maak alle zakken leeg en vouw alle ar-
tikelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken bin-
nenstebuiten.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met de gordijnen.
Verwijder de haken of stop de gordij-
nen in een zak of kussensloop.
Niet in de machine wassen:
Wasgoed zonder zomen of met
scheuren
Beugelbeha's.
Gebruik een waszakje om kleine
stuk wasgoed te wassen.
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen hand-
matig verdelen in de trommel en de
centrifugefase opnieuw starten.
10.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en was-
middel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te ver-
wijderen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars ver-
krijgbaar. Gebruik een speciale vlekver-
wijderaar die geschikt is voor het type
vlek en stof.
10.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabe-
handelingsproducten die bedoeld zijn
voor gebruik in een wasautomaat.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de programma-
temperatuur en de mate van vervui-
ling.
Stel geen voorwasfase in als u vloeiba-
re wasmiddelen gebruikt.
1('(5/$1'6
57
Als uw machine geen wasmiddellade
heeft met klepje, voeg dan het vloei-
bare wasmiddel toe met een doseer-
bal.
10.4 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een waterver-
zachter niet nodig.
Neem contact op met de plaatselijke
waterautoriteit voor de waterhardheid in
uw gebied.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van de producten.
Gelijkwaardige eenheden meten de wa-
terhardheid:
Duitse graden (°dH).
Franse graden (°TH)
mmol/l (millimol per liter - een interna-
tionale eenheid voor de hardheid van
water).
Clarke-graden.
Waterhardheidstabel
Niveau Type
Waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
10.5 Tips voor het drogen
De droogfase voorbereiden
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij droog-
programma's de droogprogrammata-
bel.
Voor het volgende wasgoed mag
geen droogprogramma worden inge-
steld:
Zeer fijne was
Synthetische gordijnen
Wol en zijde
Kledingstukken met metalen invoeg-
stukken
Nylon stockings
Dekbedden
–Bedspreien
Dekbedovertrekken
–Anoraks
Slaapzakken
Stoffen met restjes haarspray, nagel-
remover of iets dergelijks
Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken
10.6 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
wasdroger
= Droogprogramma op hoge tem-
peratuur
= Droogprogramma op lage tem-
peratuur
= Het artikel is niet geschikt voor
de wasdroger
10.7 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
Snelheid van de laatste keer centrifu-
geren
58
www.aeg.com
Standaard droogtegraad
Soort wasgoed
Gewicht van de hoeveelheid wasgoed
ALGEMENE TIPS
Raadpleeg de tabel «Droogprogram-
ma's» om de gemiddelde droogtijden
op te zoeken.
U zult uit ervaring merken wat de beste
manier is om uw wasgoed goed droog
te krijgen. Houd bij hoe lang uw droog-
programma's duren.
Statische lading na het drogen voorko-
men:
Gebruik wasverzachter tijdens de was-
fase.
Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde
van het droogprogramma zo snel moge-
lijk uit het apparaat haalt.
10.8 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken in stof of krimpen
van kleding te voorkomen,
moet u de was niet té droog
maken.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat reinigt.
11.1 Ontkalken
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk.
Als het nodig is dient u waterverzachter
te gebruiken om deze kalk te verwijde-
ren.
Gebruik een speciaal product voor was-
automaten. Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van de produ-
cent.
Doe dit apart van het wassen van was-
goed.
11.2 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle opper-
vlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op-
losmiddelen of chemische pro-
ducten.
11.3 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig
en verwijder voorwerpen uit de binnen-
kant.
11.4 Trommel
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten om
roestdeeltjes uit de trommel te verwijde-
ren.
Ga als volgt te werk:
Reinig de trommel met een speciaal
product voor roestvrij staal.
1
1('(5/$1'6
59
Start een kort programma voor katoen
op de maximale temperatuur met een
kleine hoeveelheid wasmiddel.
11.5 Wasmiddeldoseerlade
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
MAX
1
2
1.
Druk op de hendel.
2.
Trek de doseerlade naar buiten.
MAX
3.
Verwijder het bovenste gedeelte
van het vakje voor vloeibare nabe-
handelingsmiddelen.
4.
Maak alle onderdelen schoon met
water.
5.
Maak de ruimte van de wasmiddel-
doseerlade schoon met een borstel.
6.
Plaats de wasmiddeldoseerlade te-
rug in de ruimte.
11.6 Afvoerpomp
De pomp moet regelmatig worden ge-
controleerd en in het bijzonder als:
de machine niet pompt en/of niet cen-
trifugeert;
de machine tijdens het pompen een
abnormaal geluid maakt als gevolg
van veiligheidsspelden, munten, enz.
die de pomp blokkeren;
een probleem met de waterafvoer
wordt gedetecteerd (zie hoofdstuk
"Probleemoplossing" voor meer infor-
matie).
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en trek
de stekker uit het stopcontact
voordat u de pompafdekking los-
schroeft.
Ga als volgt te werk:
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Wacht indien nodig tot het water is
afgekoeld.
60
www.aeg.com
A
B
3.
Plaats een opvangbak dichtbij de
pomp om het vrijkomende water op
te vangen.
4.
Maak de noodafvoerslang los ( B),
hang hem in de opvangbak en ver-
wijder de stop ervan.
5.
Als er geen water meer naar buiten
komt, schroef dan het deksel van de
pomp los (A) door deze naar links te
draaien en verwijder het filter. Ge-
bruik indien nodig een tang.
Houd altijd een oude doek bij de
hand om het eventueel gemorste
water te kunnen opvegen. Maak het
filter schoon onder een kraan om al-
le pluis te verwijderen.
6.
Verwijder vreemde materialen en
waspoeder van het filter en het
schoepenrad.
7.
Controleer voorzichtig of de pom-
protor draait (de rotor draait schok-
kerig). Als hij niet draait, neemt u
contact op met uw klantenservice.
1
1('(5/$1'6
61
8.
Plaats de dop terug op de noodaf-
voerslang en zet de slang terug op
zijn plaats.
9.
Plaats het filter terug in de pomp
door het goed in de speciale gelei-
dingen te plaatsen. Schroef het dek-
sel van de pomp goed vast door het
rechtsom te draaien.
WAARSCHUWING!
Als het apparaat in werking is en afhan-
kelijk van het gekozen programma kan
er heet water in de pomp aanwezig zijn.
Verwijder het pompdeksel nooit tijdens
een wascyclus, wacht altijd tot de machi-
ne de cyclus heeft afgemaakt en u het
wasgoed uit de trommel heeft gehaald.
Wanneer u het deksel weer vastschroeft,
dient u goed te controleren of het stevig
is vastgezet om lekkages te voorkomen
en te voorkomen dat jonge kinderen het
kunnen verwijderen.
11.7 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
Het apparaat niet met water wordt ge-
vuld.
De machine langdurig water vult.
Het lampje van toets
8
knippert en
de display het bijbehorende alarm
weergeeft. Raadpleeg 'Probleemop-
lossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Verwijder de watertoevoerslang van
de kraan.
3.
Reinig het filter in de toevoerslang
met een harde borstel.
4.
Verwijder de toevoerslang achter de
machine.
5.
Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
62
www.aeg.com
45°
20°
6.
Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg ervoor dat de koppelin-
gen stevig vast zitten om lekkage te
voorkomen.
7.
Draai de waterkraan open.
11.8 Apparaat legen in geval
van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd,
als volgt te werk om het apparaat leeg
te laten lopen:
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Wacht zo nodig totdat het water is
afgekoeld.
4.
Plaats een opvangbak op de grond.
5.
Plaats het uiteinde van de noodaf-
voerslang in de bak.
6.
Trek de stop eruit. Het water zou
door de zwaartekracht in de opvang-
bak moeten lopen. Plaats als de op-
vangbak vol is, de stop terug op de
slang. Maak de opvangbak leeg.
Herhaal deze procedure totdat er
geen water meer uit de slang komt.
7.
Reinig de pomp zo nodig, volgens
bovenstaande beschrijving.
8.
Plaats de stop terug op de noodaf-
voerslang en breng de slang weer
op zijn plaats aan.
9.
Schroef de pomp weer vast.
11.9 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat op een plaats staat
waar de temperatuur tot beneden het
vriespunt kan dalen, gaat u als volgt te
werk:
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang los
van de kraan.
3.
Plaats het uiteinde van de noodaf-
voerslang en van de toevoerslang in
een op de vloer geplaatste opvang-
bak. Laat het water weglopen.
4.
Schroef de watertoevoerslang weer
op de kraan.
5.
Plaats de dop weer terug op de
noodafvoerslang.
6.
Plaats de noodafvoerslang weer op
zijn plek.
Hierdoor wordt evt. in de wasautomaat
achtergebleven water verwijderd en
wordt de vorming van ijs en daardoor
beschadiging van het apparaat voorko-
men.
Als u de wasautomaat weer wilt gebrui-
ken, controleert u of de omgevingstem-
peratuur boven de 0°C ligt.
12. PROBLEEMOPLOSSING
Bepaalde problemen zijn het gevolg van
een gebrek aan eenvoudig onderhoud
of onoplettendheid. Dit soort proble-
men kunnen gemakkelijk zonder de hulp
van een monteur worden opgelost. Con-
troleer voordat u contact opneemt met
onze serviceafdeling eerst de onder-
staande checklist.
Tijdens de werking van het apparaat kan
het gele controlelampje van toets 8
gaan knipperen, verschijnt een van de
volgende alarmcodes op het display en
klinken er tegelijkertijd om de 20 secon-
1
1('(5/$1'6
63
den enkele geluidssignalen waarmee
wordt aangegeven dat het apparaat niet
werkt:
: probleem met de watertoevoer
: probleem met de waterafvoer
: deur open
: anti-overloopsysteem geacti-
veerd
Druk, nadat het probleem is verholpen,
op toets 8 om het programma opnieuw
te starten. Als het probleem zich na alle
controles nog steeds voordoet, neemt u
contact op met onze serviceafdeling.
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
De wasautomaat start
niet:
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De programmakeuzeknop is niet goed ingesteld en
er is niet op toets 8 gedrukt.
Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 8.
De uitgestelde start is ingesteld.
Als het wasgoed meteen gewassen moet worden,
annuleert u de uitgestelde start.
Het kinderslot is geactiveerd.
Schakel deze functie uit.
De machine wordt niet
met water gevuld:
De waterkraan is gesloten.
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de watertoevoers-
lang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatklepfilter is
verstopt.
Reinig de watertoevoerfilters. (Zie 'Wateraanvoer-
filters reinigen' voor meer informatie)
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
Er stroomt water in de
machine en dat loopt
meteen weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang hangt te laag.
Zie de betreffende paragraaf in het hoofdstuk
'Waterafvoer'.
64
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
De machine pompt het
water niet weg en/of
centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
Het afvoerfilter is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
U hebt een optie of programma ingesteld waarbij
het water in de trommel niet wordt weggepompt of
waarbij alle spoelfasen worden geannuleerd.
Selecteer het pomp- of centrifugeerprogramma.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel ver-
deeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er ligt water op de
vloer:
Er is te veel of een verkeerd wasmiddel gebruikt (te
veel schuimvorming).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik
een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de toe-
voerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd gemak-
kelijk te zien, omdat het water langs de slang naar
beneden loopt; controleer of de slang vochtig is.
Controleer de aansluiting van de watertoevoers-
lang.
De watertoevoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
De dop op de noodafvoerslang is na het schoonma-
ken niet teruggeplaatst of het filter is niet goed vast-
geschroefd.
Zet de dop terug op de noodafvoerslang en draai
het filter volledig aan.
Onbevredigende was-
resultaten:
Er is te weinig of een verkeerd wasmiddel gebruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander
middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet voor aanvang van het
wassen behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare pro-
ducten om hardnekkige vlekken te behandelen.
De juiste temperatuur is niet gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur hebt geko-
zen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Haal wat wasgoed uit de trommel.
De deur gaat niet
open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot het wasprogramma is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht tot het controlelampje DEUR uit gaat.
Er staat water in de trommel.
Kies het programma voor pompen of centrifuge-
ren om het water af te voeren.
1('(5/$1'6
65
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
De machine staat te
schudden of maakt la-
waai:
De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn
niet verwijderd.
Controleer of de machine correct geïnstalleerd is.
De steunvoetjes zijn niet afgesteld
Controleer of de machine goed waterpas staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel ver-
deeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Mogelijk bevat de trommel te weinig wasgoed.
Plaats meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint
traag of de machine
centrifugeert niet:
De elektronische voorziening voor het detecteren
van onbalans is ingeschakeld, omdat het wasgoed
niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het was-
goed wordt opnieuw verdeeld doordat de machine
de trommel in tegenovergestelde richting rond-
draait. Dit kan verschillende keren nodig zijn voordat
de verkeerde balans verdwijnt en het normale centri-
fugeren kan worden hervat. Als het wasgoed na en-
kele minuten nog steeds niet gelijkmatig in de trom-
mel is verdeeld, kan het apparaat niet centrifugeren.
Het kan zijn dat er te weinig wasgoed in de trom-
mel zit. Voeg wasgoed toe, verdeel de lading met
de hand en kies dan het programma voor centrifu-
geren.
De machine droogt
niet of droogt niet
goed:
De droogtijd is niet gekozen.
Selecteer de droogtijd.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
Het afvoerfilter is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er zit te veel wasgoed in de machine.
Haal wat wasgoed uit de trommel.
De gekozen droogtijd of droogtegraad was niet ge-
schikt voor het wasgoed.
Kies de geschikte droogtijd of droogtegraad voor
het wasgoed.
De machine maakt een
ongebruikelijk geluid:
Het apparaat is uitgerust met een type motor dat
vergeleken met andere traditionele motoren een
vreemd geluid produceert. Deze nieuwe motor zorgt
voor een soepelere start en een betere verdeling
van het wasgoed in de trommel tijdens het centrifu-
geren en voor een betere stabiliteit van de machine.
Er is geen water zicht-
baar in de trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne technolo-
gie werken erg zuinig en verbruiken weinig water
zonder dat dit ten koste gaat van de prestatie van de
machine.
66
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
Op het display ver-
schijnt de alarmcode
:
Anti-overloopsysteem geactiveerd.
Trek de stekker uit het stopcontact, draai de wa-
terkraan dicht en neem contact op met onze servi-
ce-afdeling.
Het wasgoed zit vol
met pluisjes van ver-
schillende kleuren:
De stof gewassen in de vorige cyclus heeft pluisjes
met een andere kleur afgegeven.
De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te
verwijderen.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
In geval van een overmatige hoeveelheid pluisjes
in de trommel, herhaal volgende procedure twee
maal:
Reinig de lege trommel, de pakking en de deur
grondig met een natte doek.
Voer een spoelcyclus uit.
Plaats een wollen of fluwelen doek in de trommel.
Voer een droogcyclus van 10 minuten uit.
Verwijder de oude wollen doek.
Nu kunt u andere kledingstukken wassen.
13. MONTAGE
13.1 Uitpakken
1.
Gebruik de handschoenen. De ex-
terne folie eraf trekken. Gebruik zo
nodig een mes.
2.
Verwijder de kartonnen deksel.
3.
Verwijder de piepschuim verpak-
kingsmaterialen.
1
1('(5/$1'6
67
4.
De interne folie eraf trekken.
5.
Open de deur. Verwijder het piep-
schuim blok van de deur en alle an-
dere onderdelen uit de trommel.
6.
Plaats het piepschuim verpakkings-
materiaal op de vloer achter het ap-
paraat. Plaats het apparaat met de
achterzijde voorzichtig op het kar-
tonnen deksel. Zorg dat u de slan-
gen niet beschadigt.
1
2
7.
Verwijder de piepschuim bescher-
ming van de onderkant.
8.
Zet het apparaat weer rechtop.
68
www.aeg.com
9.
Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
10.
Draai de drie transportbouten los.
Gebruik de bij het apparaat gelever-
de moersleutel.
11.
Trek de bouten met de plastic tus-
senstukken eruit.
12.
Doe de plastic dopjes in de gaatjes.
U vindt deze doppen in de zak van
de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING!
Verwijder alle transportbouten
en verpakking voordat u het ap-
paraat installeert.
Wij raden u aan om alle trans-
portbouten en verpakking te be-
waren voor als u het apparaat
gaat verplaatsen.
1
1('(5/$1'6
69
13.2 Plaatsing en waterpas zetten
Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie
rondom de wasautomaat niet wordt
belemmerd door tapijt, vloerbedek-
king, enz.
Zet het apparaat zorgvuldig waterpas
door de stelvoetjes in of uit te draaien.
Als het apparaat waterpas is gezet,
draait u de sluitmoeren vast.
Het apparaat moet waterpas en sta-
biel staan.
Leg nooit karton, hout of iets
dergelijks onder het apparaat om
oneffenheden van de vloer te
compenseren.
Als het onvermijdelijk is om de wasauto-
maat naast een gasfornuis of kolenka-
chel te plaatsen, moet er een isolatie-
plaat bedekt met aluminiumfolie aan de
kant van het fornuis of de kachel tussen
beide apparaten geplaatst worden.
Voordat u het apparaat op kleine tegels
plaatst, brengt u een rubbermat aan.
De toevoer- en afvoerslang mogen niet
geknikt zijn.
LET OP!
Het apparaat mag niet worden
geïnstalleerd in ruimtes waar de
temperatuur onder 0°C kan ko-
men.
13.3 De toevoerslang
20
O
20
O
20
O
45
O
45
O
45
O
Sluit de slang aan op het apparaat.
Draai de toevoerslang alleen naar links
of rechts. Maak de ringmoer los om
hem in de juiste stand te zetten.
70
www.aeg.com
Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4-schroef-
draad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen
niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als
de toevoerslang te kort is. Neem
contact op met de klantenservice
voor vervanging van de toevoers-
lang.
Waterstop
A
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt lek-
kage in de slang door natuurlijke slijta-
ge. Het rode gedeelte in het venster «A»
toont deze storing.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht
en neemt u contact op met de klanten-
service om de slang te laten vervangen.
13.4 Waterafvoer
Er zijn verschillende procedures om de
afvoerslang aan te sluiten:
Met de plastic slanggeleider.
1
1('(5/$1'6
71
Op de rand van een gootsteen.
Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water af-
voert. Bevestig de geleider op de wa-
terkraan of wand.
Op een standpijp met ventilatieope-
ning.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks
in een afvoerpijp op een hoogte van
niet minder dan 60 cm en niet meer
dan 100 cm. Het einde van de afvoers-
lang moet altijd geventileerd zijn,
d.w.z. dat de binnendiameter van de
afvoerpijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de afvoerslang.
Zonder de plastic slanggeleider.
Op een gootsteenafvoer.
Raadpleeg de illustratie. Plaats de af-
voerslang in de gootsteenafvoer en
draai vast met een clip. Zorg dat de af-
voerslang een bocht maakt om te
voorkomen dat resterende deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat komen.
Direct op een ingebouwde afvoer-
pomp in de kamerwand en zet vast
met een klem.
U kunt de afvoerslang maximaal
400 cm verlengen. Neem contact
op met de klantenservice voor
de andere afvoerslang en het
verlengstuk.
72
www.aeg.com
14.1 Inbouwen
600 mm
555 mm
596 mm
170 mm
75 mm
100 mm
60 mm
min.
820 mm
min.
560 mm
818 mm
Dit apparaat is ontworpen om in een
keuken ingebouwd te kunnen worden.
De uitsparingen moeten de afmetin-
gen hebben die in afbeelding 1 wor-
den weergegeven.
Afb. 1
Voorbereiding en montage van de deur
Het apparaat is in de fabriek voorbe-
reid voor een montage van een deur
die van rechts naar links opent (afbeel-
ding 2).
Afb. 2
Ø 35 mm
14 mm
16-22 mm
22±1,5 mm
416
mm
X
595-598 mm
Deur
De deur moet de volgende afmetin-
gen hebben:
Breedte 595-598 mm
Dikte 16-22 mm
De hoogte X is afhankelijk van de
afmetingen van de aansluitende
kastjes (afbeelding 3).
Afb. 3
1
1('(5/$1'6
73
1
2
Scharnieren
Om de scharnieren te monteren,
boort u twee gaten (diameter 35 mm,
diepte 12,5-14 mm afhankelijk van de
diepte van de kastdeur) aan de bin-
nenkant van de deur. De afstand tus-
sen de middelpunten van de gaten
moet 416 mm bedragen
De afstand van de bovenrand van de
deur naar het midden van de gaten
hangt af van de afmetingen van de
aansluitende kastjes.
De scharnieren worden aan de deur
bevestigd door middel van twee hout-
schroeven 1 en 2 (afbeelding 4), die
met het apparaat zijn meegeleverd.
Afb. 4
B
A
De deur monteren
Bevestig de scharnieren door middel
van de M5x15-schroeven. De scharnie-
ren kunnen zodanig worden afgesteld
dat ze eventuele oneffenheden in de
dikte van de deur compenseren.
Om de deur perfect te laten aanslui-
ten op de andere kastjes, moet u de
schroef losdraaien, de deur afstellen
en de schroef A weer aandraaien (af-
beelding 5).
Schroef B (afbeelding 5) mag
niet worden verwijderd.
Afb. 5
A
B
C
Tegenmagneet
Het apparaat is in de fabriek zo inge-
steld dat de deur magnetisch sluit.
Om de juiste werking van dit apparaat
mogelijk te maken, moet u de tegen-
magneet A (stalen schijf + rubberen
ring) aan de binnenkant van de deur
schroeven.
De positie ervan moet overeenkomen
met de magneet B op het apparaat
(afbeelding 6).
U mag schroef C niet verwijde-
ren.
Afb. 6
74
www.aeg.com
A
B
C
E
D
Als de deur van links naar rechts geo-
pend moet worden, draait u de stand
van de platen E , de magneet D en de
plaat C om. Monteer de tegenmagneet
D en de scharnieren A zoals hierboven
beschreven (afbeelding 7).
LET OP!
U mag schroef B niet verwijde-
ren.
Afb. 7
15. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool
. Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool
niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
1
1('(5/$1'6
75
1/76