Rauch QUANTRON-A | AXIS M / MDS Handleiding

Type
Handleiding
QUANTRON-A AXIS/MDS
Vóór inbedrijfstelling
zorgvuldig
doorlezen!
Bewaren voor toekomstig
gebruik
Deze gebruiksaanwijzing/
montagehandleiding is een deel van de
machine. Leveranciers van nieuwe en
gebruikte machines zijn verplicht om
schriftelijk te documenteren dat de
gebruiksaanwijzing/ montagehandleiding
met de machine geleverd en aan de klant
overhandigd werd.
Version 3.52.00
5902667-h-nl-1021
Oorspronkelijke
gebruiksaanwijzing
Aanvullende gebruiksaanwikzing
Geachte klant,
Met de aankoop van de bedieningsunit QUANTRON-A voor de meststrooiers AXIS en MDS hebt u
vertrouwen in ons product getoond. Hartelijk dank! Dit vertrouwen willen wij rechtvaardigen. U heeft
een krachtige en betrouwbare machinebesturing gekocht.
Mochten er tegen de verwachting in problemen optreden: onze klantenservice staat altijd voor u
klaar.
Wij vragen u om deze gebruiksaanwijzing en de gebruiksaanwijzing van de machine vóór de
inbedrijfstelling zorgvuldig te lezen en de instructies in acht te nemen.
In deze handleiding kunnen ook uitrustingen worden beschreven die niet tot de uitrusting van uw
bedieningsunit behoren.
Neem het serienummer van de bedieningsunit en van de machine in acht
De bedieningsunit QUANTRON-A is af fabriek afgesteld op de schotelstrooier
voor minerale mest waarbij de unit wordt geleverd. Deze kan zonder bijkomende
herkalibratie niet op een andere machine worden aangesloten.
Voer hier het serienummer van de machinebesturing en van de machine in. Bij
aansluiting van de machinebesturing op de machine moet u deze nummers
controleren.
Serienummer bedieningsunit:
Serienummer en bouwjaar van de machine:
Technische verbeteringen
Wij streven ernaar onze producten voortdurend te verbeteren. Daarom behouden wij ons het recht
voor om zonder voorafgaande aankondiging alle verbeteringen en veranderingen die wij aan onze
apparaten nodig achten, uit te voeren, echter zonder ons daartoe te verplichten deze verbeteringen
of veranderingen op reeds verkochte machines over te brengen.
Mocht u nog vragen hebben, dan beantwoorden wij die graag.
Met vriendelijke groeten,
RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen voor de gebruiker 6
1.1 Over deze gebruiksaanwijzing 6
1.2 Betekenis van de waarschuwingen 6
1.3 Aanwijzingen voor de tekstweergave 7
1.3.1 Handleidingen en instructies 7
1.3.2 Opsommingen 7
1.3.3 Menuhiërarchie, toetsen en navigatie 8
2 Opbouw en functie 9
2.1 Overzicht van de ondersteunde machines 9
2.2 Opbouw van de bedieningsunit 11
2.3 Bedieningselementen 12
2.4 Display 14
2.4.1 Beschrijving van het werkscherm 14
2.4.2 Weergave van de doseerschuiftoestanden 17
2.4.3 Weergave van de deelbreedtes 18
2.5 Bibliotheek van de gebruikte symbolen 19
2.5.1 Symbolen werkscherm 19
2.6 Structureel menuoverzicht 20
2.7 WLAN-module 23
3 Aanbouw en installatie 24
3.1 Eisen aan de tractor 24
3.2 Aansluitingen, contactdozen 24
3.2.1 Stroomvoorziening 24
3.2.2 Rijsnelheidssignaal 25
3.3 Bedieningsunit aansluiten 25
3.3.1 Overzichten van de aansluitingen op de tractor 26
3.3.2 Overzicht van de aansluitingen op de machine 29
3.4 Voorbereiding doseerschuiven 33
4 Bediening 34
4.1 Machinebesturing inschakelen 34
4.2 Navigatie binnen de menu’s 35
4.3 Wegen-dagteller 37
4.3.1 Dagteller 37
4.3.2 Resthoeveelheid tonen 38
4.3.3 Weegschaal tarreren 40
4.4 Hoofdmenu 41
4.5 Meststof-instellingen in Easy-modus 42
4.6 Meststof-instellingen in Expert-modus 43
Inhoudsopgave
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 3
4.6.1 Strooihoeveelheid 46
4.6.2 Werkbreedte instellen 47
4.6.3 Stroomfactor 47
4.6.4 Afgiftepunt 49
4.6.5 Afdraaiproef 50
4.6.6 Toerental aftakas 53
4.6.7 Strooischijftype 54
4.6.8 Grensstrooihoeveelheid 54
4.6.9 OptiPoint berekenen 55
4.6.10 GPS Control-info 56
4.6.11 Strooitabellen 56
4.6.12 VariSpread berekenen 58
4.7 Machine-instellingen 59
4.7.1 Snelheidskalibratie 60
4.7.2 AUTO/MAN-modus 63
4.7.3 +/- hoeveelheid 67
4.7.4 Signaal leegloopmeting 67
4.7.5 Easy toggle 67
4.8 Snellossen 68
4.9 Perceelbestand 70
4.9.1 Perceelbestand selecteren 70
4.9.2 Opname starten 71
4.9.3 Opname stoppen 73
4.9.4 Perceelbestand wissen 73
4.10 Systeem/test 74
4.10.1 Taal instellen 75
4.10.2 Weergavekeuze 76
4.10.3 Modus instellen 77
4.10.4 Test/diagnose 78
4.10.5 Dataoverdracht 81
4.10.6 Totale datateller 82
4.10.7 Service 82
4.10.8 Eenhedensysteem wijzigen 82
4.11 Info 83
4.12 Werklampen (SpreadLight) 83
4.13 Afdekzeil 85
4.14 Speciale functies 86
4.14.1 Tekst invoeren 86
4.14.2 Waarden invoeren 88
4.14.3 Screenshots aanmaken 89
5 Strooibedrijf 91
5.1 Grensstrooi-inrichting TELIMAT 91
5.2 GSE-sensor 92
5.3 Werken met deelbreedtes 92
5.3.1 Met gereduceerde deelbreedtes strooien 92
5.3.2 Strooibedrijf met een deelbreedte en in de grensstrooimodus 93
Inhoudsopgave
45902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
5.4 Strooien met automatische bedrijfsmodus (AUTO km/h + AUTO kg) 95
5.5 Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h 97
5.6 Strooien met bedrijfsmodus MAN km/h 98
5.7 Strooien met bedrijfsmodus MAN schaalverdeling 98
5.8 GPS Control 99
6 Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken 103
6.1 Betekenis van de alarmmeldingen 103
6.2 Storing/alarm 107
7 Speciale uitrusting 108
8 Garantie en vrijwaring 110
Inhoudsopgave
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 5
1 Aanwijzingen voor de gebruiker
1.1 Over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de bedieningsunit.
De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, deskundig en economisch
gebruik en onderhoud van de bedieningsunit. Het naleven ervan helpt gevaren te vermijden,
reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van de ermee
bestuurde machine te verhogen.
De gebruiksaanwijzing dient binnen handbereik op de plaats van gebruik van de bedieningsunit (bijv.
in de tractor) te worden bewaard.
De gebruiksaanwijzing vervangt niet uw eigen verantwoordelijkheid als exploitant en
bedieningspersoneel van de bedieningsunit.
1.2 Betekenis van de waarschuwingen
In deze gebruiksaanwijzing zijn de waarschuwingen systematisch gerangschikt overeenkomstig de
ernst van het gevaar en de waarschijnlijkheid van het optreden.
De gevarentekens maken u opmerkzaam op constructieve, niet te vermijden restgevaren in de
omgang met de machine. De gebruikte waarschuwingen zijn hierbij als volgt opgebouwd:
Symbool + signaalwoord
Uitleg
Gevaarniveaus van de waarschuwingen
Het gevaarniveau wordt aangeduid met het signaalwoord. De gevaarniveaus zijn als volgt ingedeeld:
GEVAAR!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het
leven van personen.
Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
De beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
65902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
WAARSCHUWING!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een mogelijk gevaarlijke situatie voor de gezondheid van
personen.
Het niet naleven van deze waarschuwingen leidt tot ernstig letsel.
De beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
VOORZICHTIG!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een mogelijk gevaarlijke situatie voor de gezondheid van
personen.
Het niet naleven van deze waarschuwingen leidt tot letsel.
De beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
LET OP!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot schade aan het product en in de omgeving.
De beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
Dit is een aanwijzing:
Algemene aanwijzingen bevatten gebruikstips en bijzonder nuttige informatie, maar geen
waarschuwingen voor gevaren.
1.3 Aanwijzingen voor de tekstweergave
1.3.1 Handleidingen en instructies
Door bedieningspersoneel uit te voeren handelingen zijn als volgt weergegeven.
uHandelingsinstructie stap 1
uHandelingsinstructie stap 2
1.3.2 Opsommingen
Opsommingen zonder dwingende volgorde zijn als lijst met opsommingspunten weergegeven:
Eigenschap A
Eigenschap B
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 7
1.3.3 Menuhiërarchie, toetsen en navigatie
De menu’s zijn de items die in het venster Hoofdmenu vermeld staan.
In de menu’s zijn submenu’s of menu-items vermeld, waarin u instellingen uitvoert (keuzelijsten,
tekst- of cijferinvoer, functie starten).
De hiërarchie en het pad naar het gewenste menu-item zijn gemarkeerd met een >(pijl) tussen het
menu, het menu-item of de menu-items:
Systeem/test > Test/diagnose > Spanning betekent dat u het menu-item Spanning via het menu
Systeem/test en het menu-item Test/diagnose bereikt.
De pijl > komt overeen met de bediening van de Entertoets.
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
85902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
2 Opbouw en functie
2.1 Overzicht van de ondersteunde machines
Enkele modellen zijn niet in alle landen leverbaar.
MDS
Ondersteunde functie
Rijsnelheidsafhankelijk strooien
MDS 8.2 Q MDS 10.1 Q
MDS 14.2 Q MDS 11.1 Q
MDS 18.2 Q MDS 12.1 Q
MDS 20.2 Q MDS 17.1 Q
MDS 19.1 Q
AXIS-M V8
8 deelbreedteniveaus
Functie
AXIS-M 20 Q V8
AXIS-M 30 Q V8
AXIS-M 40 Q V8
AXIS-M 20 EMC V8
AXIS-M 30 EMC V8
AXIS-M 40 EMC V8
AXIS-M 30 EMC + W V8
AXIS-M 40 EMC +W V8
Rijsnelheidsafhankelijk strooien
Massastroomregeling door
meting van het koppel van de
strooischijven
Weegcellen
2. Opbouw en functie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 9
AXIS-M VS pro
Traploze deelbreedteverstelling (VariSpread pro)
Functie
AXIS-M 30 EMC VS pro
AXIS-M 40 EMC VS pro
AXIS-M 30 EMC + W VS pro
AXIS-M 40 EMC +W VS pro
Rijsnelheidsafhankelijk strooien
Massastroomregeling door meting van het
koppel van de strooischijven ● ● ● ●
Weegcellen
2. Opbouw en functie
10 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
2.2 Opbouw van de bedieningsunit
Afb. 1: Bedieningsunit QUANTRON-A
Nr Benaming Functie
1 Bedieningspaneel Dit bestaat uit folietoetsen voor de bediening van het
apparaat en het display voor de weergave van
werkschermen
2 Stekkerverbinding voor de
machinekabel
39-polige stekkerverbinding voor het aansluiten van de
machinekabel op sensoren en stelmotoren (Speed-
servo’s)
3 USB-poort met afdekking Voor het updaten van de computer. Afdekking beschermt
tegen verontreiniging
4 Data-aansluiting V24 Seriële interface (RS232) met LH 5000 en ASD-protocol,
geschikt voor aansluiting van een Y-RS232-kabel voor
aansluiting op een externe terminal. Stekkerverbinding
(DIN 9684-1/ISO 11786) voor de aansluiting van de 7-
polige op de 8-polige kabel voor de snelheidssensor
5 Apparaathouder Bevestiging van de bedieningsunit op de tractor
6 Stroomvoorziening 3-polige stekkerverbinding conform DIN 9680 /
ISO 12369 voor het aansluiten van de voeding
2. Opbouw en functie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 11
2.3 Bedieningselementen
Afb. 2: Bedieningsveld aan de voorkant van het toestel
Nr. Benaming Functie
1 AAN/UIT In-/uitschakelen van het apparaat
2 Display Weergave van de werkschermen
3 T-toets (TELIMAT) Toets voor weergave van de TELIMAT-stand
4 Start/stop Starten of stoppen van de strooiwerkzaamheden
5 Wissen/resetten Wissen van een invoer in een invoerveld
Resetten van de meerhoeveelheid op 100 %
Bevestigen van alarmmeldingen
2. Opbouw en functie
12 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Nr. Benaming Functie
6 Voorselectie deelbreedte-
instelling
Wisseltoets tussen 4 toestanden
Voorselectie van de deelbreedtes bij verandering
van de strooihoeveelheden, zie 4.7.3 +/-
hoeveelheid
L: Links
R: Rechts
L+R: Links+rechts
Beheer van de deelbreedtes (VariSpread-functie),
zie 2.4.3 Weergave van de deelbreedtes
7 Menu Wissel tussen het werkscherm en het hoofdmenu
8 ESC Afbreken van invoer en/of gelijktijdige terugkeer naar het
vorige menu
9 Navigatieveld 4 pijltoetsen en één entertoets om in de menu’s en de
invoervelden te navigeren
Pijltoetsen om de cursor op het display te bewegen
of om een invoerveld te markeren
Entertoets voor bevestiging van een invoer
10 Functietoetsen F1 tot F4 Keuze van de via de functietoets in het display
aangegeven functies
11 Wegen-dagteller Weergave van de resthoeveelheid die nog in het
reservoir zit
• Dagteller
kg rest
• Meterteller
2. Opbouw en functie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 13
2.4 Display
Het display toont de actuele statusinformatie, selectie- en invoermogelijkheden van de elektronische
machinebesturing.
De essentiële informatie voor het gebruik van de machine wordt op het werkscherm weergegeven.
2.4.1 Beschrijving van het werkscherm
De precieze weergave van het werkscherm hangt af van de op dat moment gekozen instellingen
en het type machine.
Afb. 3: Display van de bedieningsunit - voorbeeld werkscherm AXIS-M
2. Opbouw en functie
14 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Afb. 4: Display van de bedieningsunit - voorbeeld werkscherm AXIS-M EMC
Afb. 5: Display van de bedieningsunit - voorbeeld werkscherm MDS
Nr. Symbool/indicatie Betekenis (in weergegeven voorbeeld)
1 Doseerschuif schaalopening
links
Huidige openingsstand van de doseerschuif links
2 Bedrijfsmodus Geeft de actuele bedrijfsmodus weer
3 Symbool TELIMAT Bij AXIS verschijnt dit symbool rechts, bij MDS verschijnt dit
symbool links, wanneer de TELIMAT-sensoren aangebouwd
zijn en de TELIMAT-functie geactiveerd is
(fabrieksinstelling) of de T-toets geactiveerd wordt.
2. Opbouw en functie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 15
Nr. Symbool/indicatie Betekenis (in weergegeven voorbeeld)
4 Hoeveelheidswijziging rechts Hoeveelheidswijziging (+/- ) in procent.
Weergave van de hoeveelheidswijzigingen
Waardebereik +/- 1..99 % mogelijk
5 Strooihoeveelheid Vooraf ingestelde strooihoeveelheid.
6 Weergavevelden Individueel toe te wijzen weergavevelden
Mogelijke invulling: zie 4.10.2 Weergavekeuze
7 Symboolvelden Symbolen menuafhankelijk aan velden toegewezen
Selectie van de functie via de functietoetsen die zich
daaronder bevinden
8 Toerental aftakas Alleen EMC-functie: Actueel toerental aftakas
Zie 4.6.6 Toerental aftakas
9 Afgiftepunt Actuele positie van het afgiftepunt
10 GSE-sensor Alleen AXIS: Dit symbool verschijnt wanneer de
grensstrooi-inrichting in de werkpositie staat en de functie
geactiveerd is (instelling af fabriek)
11 Deelbreedte links Weergave status deelbreedte links
Zie 2.4.2 Weergave van de doseerschuiftoestanden
12 Hoeveelheidswijziging links Hoeveelheidswijziging (+/- ) in procent.
Weergave van de hoeveelheidswijzigingen
Waardebereik +/- 1..99 % mogelijk
2. Opbouw en functie
16 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
2.4.2 Weergave van de doseerschuiftoestanden
Afb. 6: Weergave van de doseerschuiftoestanden - AXIS
Afb. 7: Weergave van de doseerschuiftoestanden - MDS
A Strooibedrijf niet actief
1 Deelbreedte gedeactiveerd
2 Deelbreedte geactiveerd
B Machine in strooibedrijf
3 Deelbreedte gedeactiveerd
4 Deelbreedte geactiveerd
2. Opbouw en functie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 17
2.4.3 Weergave van de deelbreedtes
Afb. 8: Weergave van de deelbreedtetoestanden (voorbeeld met AXIS VariSpread 8)
[1] Geactiveerde deelbreedtes met 4 mogelijke
strooibreedteniveaus
[2] Linker deelbreedte is verkleind met 2
deelbreedtes
Meer weergave- en instelmogelijkheden vindt u in hoofdstuk 5.3 Werken met deelbreedtes.
2. Opbouw en functie
18 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
2.5 Bibliotheek van de gebruikte symbolen
De bedieningsunit QUANTRON-A geeft symbolen weer voor de menu's en de functies op het
beeldscherm.
2.5.1 Symbolen werkscherm
Symbool Betekenis
Wijziging van de hoeveelheid + (plus)
Wijziging van de hoeveelheid - (min)
Wijziging van de hoeveelheid links + (plus)
Wijziging van de hoeveelheid links - (min)
Wijziging van de hoeveelheid rechts + (plus)
Wijziging van de hoeveelheid rechts - (min)
Handmatige wijziging van de hoeveelheid + (plus)
Handmatige wijziging van de hoeveelheid - (min)
Strooizijde links inactief
Strooizijde links actief
Strooizijde rechts inactief
2. Opbouw en functie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 19
Symbool Betekenis
Strooizijde rechts actief
Deelbreedte rechts verkleinen (min)
In de grensstrooimodus:
Door langer drukken (>500 ms) deactiveert u onmiddellijk een volledige strooizijde.
Deelbreedte rechts vergroten (plus)
Minimale massastroom is onderschreden
2.6 Structureel menuoverzicht
De modus Easy/Expertwordt in het menu Systeem/test ingesteld.
2. Opbouw en functie
20 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Easy-modus
2. Opbouw en functie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 21
Expert-modus
2. Opbouw en functie
22 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
2.7 WLAN-module
Met behulp van de WLAN-module (extra toebehoren) en de FertChartApp op een smartphone kunt u
strooitabellen draadloos naar uw bedieningsunit overzetten.
Neem hiervoor de montagehandleiding van de WLAN-module in acht. Neem contact op met uw
handelaar om de FertChartApp op uw bedieningsunit te installeren.
Het WLAN-wachtwoord luidt quantron.
2. Opbouw en functie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 23
3 Aanbouw en installatie
3.1 Eisen aan de tractor
Controleer vóór de inbouw van de machinebesturing of uw tractor aan de volgende eisen voldoet:
Min. voedingsspanning van 11 V moet altijd gegarandeerd zijn, ook als er meerdere verbruikers
gelijktijdig zijn aangesloten (bijv. airconditioning, licht)
Het toerental van de aftakas moet minimaal 540 omw/min bedragen en moet worden
aangehouden (basisvoorwaarde voor een correcte werkbreedte).
Bij tractoren zonder lastafhankelijke versnellingsbak moet de rijsnelheid door een juiste
versnellingsbakoverbrenging zodanig gekozen worden, dat deze overeenkomt met een
aftakastoerental van 540 omw/min.
Een 7-polige stekkerdoos (DIN 9684-1/ISO 11786). Via deze stekkerdoos ontvangt de
bedieningsunit de impuls voor de actuele rijsnelheid.
Het 7-polige stopcontact voor de tractor en de rijsnelheidssensor zijn als aanbouwset (optie)
verkrijgbaar, zie hoofdstuk 7 Speciale uitrusting
3.2 Aansluitingen, contactdozen
3.2.1 Stroomvoorziening
De machinebesturing wordt van stroom voorzien via de 3-polige contactdoos (DIN 9680/ISO 12369)
van de tractor.
Afb. 9: PIN-bezetting stroomcontactdoos
[1] PIN 1: wordt niet gebruikt
[2] PIN 2: (15/30): +12 V
[3] PIN 3: (31): massa
3. Aanbouw en installatie
24 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
3.2.2 Rijsnelheidssignaal
Via de 7-polige stekkerverbinding (DIN 9684-1/ISO 11786) krijgt de bedieningsunit de impulsen voor
de actuele rijsnelheid. Hiervoor wordt op de stekkerverbinding de 7-polige naar 8-polige kabel
(accessoire) naar de rijsnelheidssensor aangesloten.
Afb. 10: PIN-toewijzing stekkerverbinding 7-polig
[1] PIN 1: daadwerkelijke rijsnelheid (radar) [2] PIN 2: theoretische rijsnelheid (bijv.
versnellingsbak, wielsensor)
3.3 Bedieningsunit aansluiten
Na het inschakelen van de bedieningsunit QUANTRON-A toont het display kortstondig het
machinenummer.
Machinenummer in acht nemen
De bedieningsunit is af fabriek afgesteld op de meststrooier waarbij de unit wordt geleverd.
De bedieningsunit enkel op de bijbehorende meststrooier aansluiten.
Afhankelijk van de uitvoering kan de bedieningsunit op verschillende manieren op de meststrooier
worden aangesloten.
3. Aanbouw en installatie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 25
Voer de werkstappen in de onderstaande volgorde uit:
uEen geschikte plaats in de cabine van de tractor (in het blikveld van de bestuurder) selecteren,
waarop u de bedieningsunit bevestigt.
uDe bedieningsunit met de apparaathouder in de cabine van de tractor bevestigen.
uDe bedieningsunit op de 7-polige contactdoos of op de rijsnelheidssensor aansluiten (naargelang
de uitvoering).
uDe bedieningsunit met de 39-polige machinekabel op de stelmotoren van de machine aansluiten.
uDe bedieningsunit op de 3-polige stekkerverbinding aan de stroomvoeding van de tractor
aansluiten.
3.3.1 Overzichten van de aansluitingen op de tractor
Standaard
[1] Seriële interface RS232, 8-polige
stekkerverbinding
[2] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor
geheugenmedium)
[3] Aansluiting voor 39-polige machinestekkers
(achterkant)
[4] 7-polige stekkerverbinding conform DIN
9684
[5] Accu
[6] 3-polige stekkerverbinding conform
DIN 9680/ISO 12369
[7] Optie: GPS-kabel en ontvanger
3. Aanbouw en installatie
26 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Wielsensor
[1] Seriële interface RS232, 8-polige
stekkerverbinding
[2] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor
geheugenmedium)
[3] Aansluiting voor 39-polige machinestekkers
(achterkant)
[4] 3-polige stekkerverbinding conform
DIN 9680/ISO 12369
[5] Accu
[6] Rijsnelheidssensor
[7] Optie: GPS-kabel en ontvanger
3. Aanbouw en installatie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 27
Voeding via contactslot
[1] Seriële interface RS232, 8-polige
stekkerverbinding
[2] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor
geheugenmedium)
[3] Aansluiting voor 39-polige machinestekkers
(achterkant)
[4] 3-polige stekkerverbinding conform
DIN 9680/ISO 12369
[5] Accu
[6] Rijsnelheidssensor
[7] 7-polige stekkerverbinding conform DIN
9684
[8] Optie: Voeding QUANTRON-A via
contactslot
[9] Optie: GPS-kabel en ontvanger
3. Aanbouw en installatie
28 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
3.3.2 Overzicht van de aansluitingen op de machine
MDS
Afb. 11: Schematisch overzicht van aansluitingen QUANTRON-A - MDS
[1] 39-polige machinestekker
[2] Stelmotor doseerschuif links/rechts
[3] Optie (leegmeldsensor links/rechts)
[4] Optie (TELIMAT-sensor boven/onder)
3. Aanbouw en installatie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 29
AXIS-M Variant Q
Afb. 12: Schematisch overzicht van aansluitingen QUANTRON-A - AXIS-M Variant Q
[1] 39-polige machinestekker
[2] Draaiaandrijving doseerschuif links/rechts
[3] Optie (leegmeldsensor links/rechts)
[4] Optie TELIMAT-sensor of GSE sensor
boven/onder
[5] Afdekzeil
[6] Optie: SpreadlLight
3. Aanbouw en installatie
30 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
AXIS-M EMC - VariSpread V8
Afb. 13: Schematisch overzicht van aansluitingen QUANTRON-A - AXIS-M EMC V8
[1] 39-polige machinestekker
[2] Weegcel links/rechts (enkel machines met
weegframe)
[3] Draaiaandrijving doseerschuif links/rechts
[4] Optie: Vulpeilsensor links/rechts
[5] Optie: TELIMAT-sensor of GSE-sensor
boven/onder
[6] Sensoren M EMC (links, rechts, midden)
[7] Afdekzeil
[8] Optie: SpreadLight
3. Aanbouw en installatie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 31
AXIS-M EMC - VariSpread VS pro
Afb. 14: Schematisch overzicht van aansluitingen QUANTRON-A - AXIS-M EMC VS pro
[1] 39-polige machinestekker
[2] Weegcel links/rechts (enkel machines met
weegframe)
[3] Draaiaandrijving doseerschuif links/rechts
[4] Optie: Vulpeilsensor links/rechts
[5] Optie: TELIMAT-sensor of GSE-sensor
boven/onder
[6] Draaimoment-/toerentalsensor links/rechts
[7] Verstelling van het afgiftepunt links/rechts
[8] Afdekzeil
[9] Optie: SpreadLight
3. Aanbouw en installatie
32 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
3.4 Voorbereiding doseerschuiven
De schotelstrooiers voor minerale mest AXIS-M Q, AXIS-M EMC en MDS Q beschikken over een
elektronische schuifbediening voor de instelling van de strooihoeveelheid.
LET OP!
Positie van de doseerschuiven aan de meststrooier AXIS in acht nemen
Als de aanslaghendels onjuist geplaatst zijn, kunnen de doseerschuiven bij het activeren van de
stelmotoren door de bedieningsunit QUANTRON-A beschadigd raken.
Aanslaghendels steeds bij maximale schaalpositie vastklemmen.
Afb. 15: Voorbereiding van de AXIS doseerschuif (voorbeeld)
Zie de bedrijfshandleiding van de schotelstrooier voor minerale meststof.
3. Aanbouw en installatie
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 33
4 Bediening
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door vrijkomende meststof
In geval van een storing kan de doseerschuif tijdens de rit naar de strooilocatie onverwacht
opengaan. Er bestaat gevaar voor uitglijden en verwonding van personen door de vrijkomende
meststof.
Vóór de rit naar de strooilocatie de elektronische machinebesturing absoluut uitschakelen.
Alleen AXIS-M EMC (+W)
De instellingen in de afzonderlijke menu’s zijn zeer belangrijk voor de optimale, automatische
massastroomregeling (functie EMC).
Let vooral op de bijzonderheden van de functie EMC voor de volgende menu-items:
In het menu Meststofinstelling
Strooischijf; zie 4.6.7 Strooischijftype
Aftakas; zie 4.6.6 Toerental aftakas
In het menu Machine- instelling
AUTO/MAN-modus; zie 4.7.2 AUTO/MAN-modus en hoofdstuk 5
4.1 Machinebesturing inschakelen
Voorwaarden:
De machinebesturing is correct op de machine en op de tractor aangesloten.
Voorbeeld, zie hoofdstuk 3.3 Bedieningsunit aansluiten.
De minimale spanning van 11 V is gegarandeerd.
uAAN/UIT-toets [1] indrukken.
Na enkele seconden verschijnt het startscherm van de bedieningsunit.
Kort daarop toont de bedieningsunit enkele seconden het activeringsmenu.
uEntertoets indrukken.
Het display toont enkele seconden de startdiagnose.
Vervolgens verschijnt het werkscherm.
4. Bediening
34 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Afb. 16: Bedieningsunit inschakelen
[1] AAN/UIT-schakelaar
4.2 Navigatie binnen de menu’s
U vindt de belangrijke instructies bij de weergave en navigatie tussen de menu’s in het hoofdstuk
1.3.3 Menuhiërarchie, toetsen en navigatie.
Hoofdmenu oproepen
uDe menutoets indrukken. Zie 2.3 Bedieningselementen
Op het display verschijnt het hoofdmenu.
De zwarte balk toont het eerste submenu.
Niet alle parameters worden gelijktijdig in een menuvenster weergegeven. U kunt met de
pijltoetsen naar het aangrenzende venster springen.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 35
Submenu oproepen
uDe balk met de pijltoetsen omhoog en omlaag bewegen.
uGewenst submenu met de balk op het display markeren.
uHet gemarkeerde submenu oproepen door op de entertoets te drukken.
Er verschijnen vensters die tot verschillende acties oproepen.
• Tekstinvoer
Invoer van waarden
Instellingen via verdere submenu’s
Menu verlaten
uInstellingen bevestigen door op de entertoets te drukken.
U keert terug naar het vorige menu.
of
uToets ESC indrukken.
De vorige instellingen blijven bewaard.
U keert terug naar het vorige menu.
of
uMenutoets indrukken.
U keert terug naar het werkscherm.
Bij nogmaals indrukken van de menutoets wordt weer het menu weergegeven dat u verlaten hebt.
4. Bediening
36 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
4.3 Wegen-dagteller
In dit menu vindt u waarden bij de verrichte strooiwerkzaamheden en functies voor het weegbedrijf.
ukg-toets op de bedieningsunit indrukken.
Het menu Wegen-dagteller verschijnt.
Afb. 17: Menü Wegen-dagteller
Submenu Betekenis Beschrijving
Dagteller Weergave van de uitgevoerde
strooihoeveelheid, het gestrooide
oppervlak en het gestrooide traject.
4.3.1 Dagteller
Rest (kg, ha, m ) Alleen weegstrooiers: Weergave van
de resthoeveelheid in het
machinereservoir.
4.3.2 Resthoeveelheid tonen
Meterteller Weergave van het gereden traject
sinds het laatste resetten van de
meterteller.
Resetten (op nul zetten) met de
C 100%-toets
Weegschaal tareren Alleen weegstrooiers: Weegwaarde bij
lege weegschaal wordt op „0 kg” gezet.
4.3.3 Weegschaal tarreren
4.3.1 Dagteller
In dit menu kunt u waarden van de verrichte strooiwerkzaamheden opvragen, de resterende
strooihoeveelheid observeren en de dagteller resetten door hem te wissen.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 37
Afb. 18: Menu Dagteller
[1] Weergave van de gestrooide hoeveelheid
sinds het laatste wissen
[2] Weergave van het gestrooide oppervlak
sinds het laatste wissen
[3] Weergave van het gestrooide traject sinds
het laatste wissen
[4] Dagteller wissen: alle waarden op 0
Dagteller wissen
uSubmenu Wegen-dagteller > Dagteller oproepen.
Op het display verschijnen de sinds het laatste wissen berekende waarden voor de strooihoeveelheid,
het gestrooide oppervlak en het gestrooide traject.
Het veld Dagteller wissen is gemarkeerd.
uEntertoets indrukken.
Alle waarden van de dagteller worden op 0 gezet.
ukg-toets indrukken.
U keert terug naar het werkscherm.
Opvraging van de dagteller tijdens de strooiwerkzaamheden
Tijdens het strooien, dus met geopende doseerschuiven, kunt u naar het menu Dagteller gaan en zo
de actuele waarden aflezen.
Als u de informatie tijdens het strooien permanent wilt aflezen, kunt u ook aan de vrij te kiezen
weergavevelden in het werkscherm kg dagtell, ha dagt. of m dagtell toewijzen, zie hoofdstuk
4.10.2 Weergavekeuze
4.3.2 Resthoeveelheid tonen
In het menu kg rest kunt u de resterende hoeveelheid in het reservoir opvragen.
4. Bediening
38 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Het menu geeft het mogelijke oppervlak (ha) en traject (m) aan, dat met de resterende hoeveelheid
meststof kan worden gestrooid.
Beide weergaven worden aan de hand van de volgende waarden berekend:
• Meststofinstelling
Invoer in het invoerveld resthoeveelheid
• Strooihoeveelheid
• Werkbreedte
uMenu Wegen-dagteller> Rest (kg, ha, m) oproepen.
Het menu Rest verschijnt.
Alleen bij de weegstrooier kan het actuele vulgewicht worden bepaald door wegen. Bij alle overige
strooiers wordt de resterende hoeveelheid meststof berekend aan de hand van de meststof- en
machine-instellingen en het rijsignaal. De vulhoeveelheid moet handmatig worden ingevoerd (zie
onder).
De waarden voor Strooihoeveelheid en Werkbreedte kunnen in dit menu niet worden gewijzigd.
Deze dienen hier louter ter informatie.
Afb. 19: Menü kg rest
[1] Invoerveld resthoeveelheid
[2] Strooihoeveelheid, weergaveveld uit
Meststofinstelling
[3] Werkbreedte, weergaveveld uit
Meststofinstelling
[4] Weergave van het mogelijk te strooien
oppervlak
[5] Weergave van het mogelijk te strooien
traject
uMenu Wegen-dagteller > Rest (kg, ha, m ) oproepen.
Op het display verschijnt de resthoeveelheid die van het laatste strooiproces is overgebleven.
uHet reservoir vullen.
uIn het veld kg het nieuwe totaalgewicht van de meststof die zich in het reservoir bevindt invoeren.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 39
uEntertoets indrukken
Het apparaat berekent de waarden voor het mogelijke te strooien oppervlak en traject.
ukg-toets indrukken.
U keert terug naar het werkscherm.
Opvraging van de resthoeveelheid tijdens de strooiwerkzaamheden
Tijdens de strooiwerkzaamheden wordt de resthoeveelheid voortdurend opnieuw berekend en
weergegeven.
Zie hoofdstuk 5 Strooibedrijf
4.3.3 Weegschaal tarreren
Alleen voor AXIS met weegcellen
In dit menu zet u de weegwaarde bij leeg reservoir op 0 kg.
Bij het tarreren van de weegschaal moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:
het reservoir is leeg,
de machine staat stil,
de aftakas is uitgeschakeld,
de machine staat horizontaal en vrij van de grond,
de tractor staat stil.
Weegschaal tarreren:
uMenu Wegen-dagteller > Weegschaal tareren oproepen.
uEntertoets indrukken.
De weegwaarde bij lege weegschaal is nu op 0 kg gezet.
Het display toont het menu Wegen-dagteller.
Tarreer de weegschaal vóór elk gebruik om een feilloze berekening van de resthoeveelheid te
waarborgen.
4. Bediening
40 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
4.4 Hoofdmenu
Afb. 20: Hoofdmenu
Submenu Betekenis Beschrijving
Meststofinstelling Instellingen voor meststof en
strooibedrijf
4.5 Meststof-instellingen in
Easy-modus
Machine-instelling Instellingen voor tractor en
machine.
4.7 Machine-instellingen
Snellossen Directe toegang tot het menu
voor snellossen van de machine
4.8 Snellossen
Perceelbestand Openen van het menu voor het
selecteren, aanmaken of wissen
van een perceelbestand
4.9 Perceelbestand
Afdekzeil Openen/sluiten van het afdekzeil 4.13 Afdekzeil
SpreadLight In-/uitschakelen van de
werklampen
4.12 Werklampen (SpreadLight)
Systeem/test Instellingen en diagnose van de
machinebesturing
4.10 Systeem/test
Info Weergave van de
machineconfiguratie
4.11 Info
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 41
4.5 Meststof-instellingen in Easy-modus
De instelling Modus wordt onder 4.10.3 Modus instellen beschreven.
In dit menu voert u de instellingen voor de meststof en het strooibedrijf uit.
uMenu Hoofdmenu > Meststofinstelling oproepen.
Bij de functie M EMC is de modus automatisch ingesteld op Expert.
Afb. 21: Menu Meststofinstelling AXIS, Easy-modus
Afb. 22: Menu Meststofinstelling MDS, Easy-modus
4. Bediening
42 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Submenu Betekenis Beschrijving
Naam meststof Geselecteerde meststof uit de
strooitabel.
4.6.11 Strooitabellen
Strooihvh. (kg/ha) Invoer streefwaarde van de
strooihoeveelheid in kg/ha
4.6.1 Strooihoeveelheid
Werkbreedte (m) Vastlegging van de te strooien
werkbreedte
4.6.2 Werkbreedte instellen
Stroomfactor Invoer stroomfactor van de gebruikte
meststof
4.6.3 Stroomfactor
Afgiftepunt Invoer van het afgiftepunt
Voor AXIS met elektrische
stelmotoren voor het afgiftepunt:
Instelling van het afgiftepunt
Neem de gebruiksaanwijzing
van de machine in acht.
4.6.4 Afgiftepunt
Vleugelinstelling Invoer van de instelling voor de
strooischoepen. De weergave dient
slechts ter informatie
Neem de gebruiksaanwijzing
van de machine in acht.
Afdraaiproef starten Opvragen submenu voor uitvoeren van
de afdraaiproef
4.6.5 Afdraaiproef
4.6 Meststof-instellingen in Expert-modus
De instelling Modus wordt onder 4.10.3 Modus instellen beschreven.
In dit menu voert u de instellingen voor de meststof en het strooibedrijf uit.
uMenu Hoofdmenu > Meststofinstelling oproepen.
Bij de functie M EMC is de modus automatisch ingesteld op Expert.
De invoer in de menu-items Strooischijf en Aftakas moet overeenkomen met de daadwerkelijke
instellingen van uw machine.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 43
Afb. 23: Menu Meststofinstelling AXIS, Expert-modus
Afb. 24: Menu Meststofinstelling MDS, Expert-modus
Afb. 25: Menu Meststofinstelling AXIS/MDS, tabblad 3/4
Submenu Betekenis Beschrijving
Naam meststof Geselecteerde meststof uit de
strooitabel.
4.6.11 Strooitabellen
4. Bediening
44 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Submenu Betekenis Beschrijving
Strooihvh. (kg/ha) Invoer streefwaarde van de
strooihoeveelheid in kg/ha
4.6.1 Strooihoeveelheid
Werkbreedte (m) Vastlegging van de te strooien
werkbreedte
4.6.2 Werkbreedte instellen
Stroomfactor Invoer stroomfactor van de gebruikte
meststof
4.6.3 Stroomfactor
Afgiftepunt Invoer van het afgiftepunt
Voor AXIS met elektrische
stelmotoren voor het afgiftepunt:
Instelling van het afgiftepunt
Neem de gebruiksaanwijzing
van de machine in acht.
4.6.4 Afgiftepunt
Vleugelinstelling Invoer van de instelling voor de
strooischoepen. De weergave dient
slechts ter informatie
Neem de gebruiksaanwijzing
van de machine in acht.
Afdraaiproef starten Opvragen submenu voor uitvoeren van
de afdraaiproef
4.6.5 Afdraaiproef
Aftakas AXIS-M
Heeft effect op de EMC-
massastroomregeling
Instelling af fabriek:
AXIS-M 20.2/30.2: 540 omw/min
AXIS-M 50.2: 750 omw/min
4.6.6 Toerental aftakas
Strooischijf Instelling van het type strooischijf dat
op de schotelstrooier voor minerale
mest gemonteerd is
Heeft effect op de EMC-
massastroomregeling
Selectielijst:
• S1
• S2
• S4
• S6
• S8
4.6.7 Strooischijftype
Strooischijf Instelling van het type strooischijf dat
op de schotelstrooier voor minerale
mest gemonteerd is
Selectielijst:
• M1C
• M1XC
• M2
Selectie met pijltoetsen
bevestiging met entertoets
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 45
Submenu Betekenis Beschrijving
Grensstrooitype Selectielijst:
• Grens
• Rand
Selectie met pijltoetsen
bevestiging met entertoets
Grensstr.-toerent. Voorinstelling van het toerental in de
grensstrooimodus
Invoer in afzonderlijk
invoervenster
TELIMAT Rand/Grens Opslaan van de TELIMAT-instellingen
voor grensstrooien
Alleen voor machines met
TELIMAT-sensor
Grensstr.-hoev.(%) Voorinstelling van de
hoeveelheidsreductie in de
grensstrooimodus
Invoer in afzonderlijk
invoervenster
Bemestingstype Selectielijst:
• Normaal
• Laat
Selectie met pijltoetsen,
bevestiging door indrukken van
de Enter-toets
Aanbouwhoogte Aanduiding in cm voor / cm achter
Selectielijst:
• 0/6
• 40/40
• 50/50
• 60/60
• 70/70
• 70/76
Fabrikant Invoer van de meststoffabrikant.
Samenstelling Procentueel aandeel van de chemische
samenstelling
Bereikwaarde inv. Invoer van de bereikwaarde uit de
strooitabel. Vereist voor berekening van
OptiPoint
OptiPoint berekenen Invoer van de GPS Control-parameters 4.6.9 OptiPoint berekenen
GPS-Control info Weergave informatie van de GPS
Control-parameters
4.6.10 GPS Control-info
Strooitabel Beheer van strooitabellen 4.6.11 Strooitabellen
VariSpread berekenen Berekening van de waarden voor
instelbare deelbreedtes
4.6.12 VariSpread berekenen
4.6.1 Strooihoeveelheid
In dit menu voert u de gewenste waarde van de strooihoeveelheid in.
4. Bediening
46 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
uMenu Meststofinstelling > Strooihvh. (kg/ha) oproepen.
Op het display verschijnt de op dat moment geldige strooihoeveelheid.
uDe nieuwe waarde in het invoerveld invoeren. Zie 4.14.2 Waarden invoeren
uEntertoets indrukken.
De nieuwe waarde is in de machinebesturing opgeslagen.
4.6.2 Werkbreedte instellen
In dit menu kunt u de werkbreedte (in meter) vastleggen.
uMenu Meststofinstelling > Werkbreedte (m) oproepen.
Op het display verschijnt de op dat moment ingestelde werkbreedte.
uDe nieuwe waarde in het invoerveld invoeren.
uEntertoets indrukken.
De nieuwe waarde is in de bedieningsunit opgeslagen.
4.6.3 Stroomfactor
De stroomfactor ligt in het bereik tussen 0,2 en 1,9. Bij gelijke basisinstellingen (rijsnelheid,
werkbreedte, strooihoeveelheid) geldt:
Bij verhoging van de stroomfactor vermindert de doseerhoeveelheid
Bij verlaging van de stroomfactor verhoogt de doseerhoeveelheid
Er verschijnt een foutmelding zodra de stroomfactor buiten het vooraf ingestelde bereik ligt. Zie
hoofdstuk 6 Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken.
Als u biologische meststof of rijst strooit, moet u de minimale factor tot 0,2 terugbrengen. Zo voorkomt
u dat de foutmelding voortdurend verschijnt.
Indien u de stroomfactor kent op basis van eerdere afdraaiproeven of de strooitabel, voert u deze in
deze selectie Manueel in.
Via het menu Afdraaiproef starten kan de stroomfactor met behulp van de machinebesturing
worden bepaald en ingevoerd. Zie 4.6.5 Afdraaiproef
De functie M EMC bepaalt de stroomfactor specifiek voor iedere strooikant. Derhalve is een
handmatige invoer overbodig.
De berekening van de stroomfactor hangt af van de gebruikte bedrijfsmodus. Voor meer informatie
over de stroomfactor, zie 4.7.2 AUTO/MAN-modus.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 47
Stroomfactor invoeren:
uMenu Meststofinstelling > Stroomfactor oproepen.
Op het display verschijnt de actueel ingestelde stroomfactor.
uWaarde uit de strooitabel in het invoerveld invoeren.
Indien uw meststof niet in de strooitabel voorkomt, dan voert u de stroomfactor 1,00 in.
In de bedrijfsmodus AUTO km/h en MAN km/h adviseren wij om een afdraaiproef uit te voeren,
om de stroomfactor voor deze meststof exact te bepalen.
uEntertoets indrukken.
De nieuwe waarde is in de bedieningsunit opgeslagen.
AXIS-M EMC (+W)
Wij adviseren de weergave van de stroomfactor op het werkscherm. Op deze wijze kunt u de
stroomfactorregeling tijdens de strooiwerkzaamheden observeren. Zie 4.10.2 Weergavekeuze en
4.7.2 AUTO/MAN-modus
Minimale factor
Volgens de ingevoerde waarde stelt de machinebesturing de minimale factor automatisch in op een
van de volgende waarden:
Minimale factor is 0,2 als de invoerwaarde kleiner dan 0,5 is
Minimale factor is 0,4 zodra u een waarde boven 0,5 invoert.
Weergave van de stroomfactor met de functie M EMC (alleen AXIS)
In het submenu Stroomfactor voert u standaard een waarde voor de stroomfactor in. De
bedieningsunit regelt evenwel tijdens de strooiwerkzaamheden en wanneer de functie M EMC
geactiveerd is de linker en rechter doseerschuifopeningen gescheiden. Beide waarden worden op het
werkscherm getoond.
Bij het indrukken van de start/stop-toets actualiseert het display de weergave van de stroomfactor met
een lichte vertraging. Vervolgens wordt de actualisering van de weergave met regelmatige intervallen
uitgevoerd.
4. Bediening
48 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Afb. 26: Gescheiden regeling van de linker en rechter stroomfactor (geactiveerde functie M EMC)
[1] Stroomfactor voor de rechter
doseerschuifopening
[2] Stroomfactor voor de linker
doseerschuifopening
4.6.4 Afgiftepunt
AXIS-M Q V8
De invoer van het afgiftepunt bij machines van de Variant Q dient louter ter informatie en heeft
geen effect op de instellingen aan de meststrooier.
In dit menu kunt u ter informatie het afgiftepunt invoeren.
uMenu Meststofinstelling > Afgiftepunt oproepen.
uPositie voor het afgiftepuntuit de strooitabel bepalen.
uDe bepaalde waarde in het invoerveld invoeren.
uEntertoets indrukken.
Het venster Meststofinstellingverschijnt met het nieuwe afgiftepunt op het display.
AXIS-M VS pro
De instelling van het afgiftepunt vindt bij de schotelstrooier voor minerale mest AXIS EMC alleen
plaats met elektrische verstelling van het afgiftepunt.
uMenu Meststofinstelling > Afgiftepunt oproepen.
uPositie voor het afgiftepuntuit de strooitabel bepalen.
uDe bepaalde waarde in het invoerveld invoeren.
uEntertoets indrukken.
Het venster Meststofinstellingverschijnt met het nieuwe afgiftepunt op het display.
Bij een blokkade van het afgiftepunt verschijnt het alarm 17; zie 6.1 Betekenis van de alarmmeldingen.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 49
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door automatische verstelling van het afgiftepunt
Na indrukken van de Start/Stop-functietoets stelt een elektrische stelmotor (Speedservo) het
afgiftepunt in op de vooraf ingestelde waarde. Dit kan letsel veroorzaken.
Vóór het indrukken van Start/Stop ervoor zorgen dat zich geen personen in de gevarenzone
van de machine bevinden.
Alarm afgiftepunt benaderen met Start/Stop bevestigen.
4.6.5 Afdraaiproef
Het menu Afdraaiproef starten is geblokkeerd voor de functie weegstrooier en voor alle machines
in de bedrijfsmodus AUTO km/h + AUTO kg. Dit menupunt is inactief.
In dit menu bepaalt u de stroomfactor op basis van een afdraaiproef en slaat u deze in de
bedieningsunit op.
Voer de afdraaiproef uit:
vóór de eerste keer strooien
als de kwaliteit van de meststof sterk veranderd is (vocht, hoog stofaandeel, korrelbreuk)
als er een nieuwe soort meststof wordt gebruikt
De afdraaiproef moet bij lopende aftakas bij stilstand of tijdens het rijden op een testtraject worden
uitgevoerd.
uBeide strooischijven verwijderen.
uAfgiftepunt naar afdraaiproefpositie (positie 0) brengen.
4. Bediening
50 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Werksnelheid invoeren:
uMenu Meststofinstelling > Afdraaiproef starten oproepen.
uGemiddelde werksnelheid invoeren.
Deze waarde is nodig voor de berekening van de schuifstand bij de afdraaiproef.
uEntertoets indrukken.
De nieuwe waarde wordt opgeslagen.
Op het display verschijnt het alarm Afgiftepunt aanrijden Ja = Start (alleen AXIS).
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door automatische verstelling van het afgiftepunt
Na indrukken van de Start/Stop-functietoets stelt een elektrische stelmotor (Speedservo) het
afgiftepunt in op de vooraf ingestelde waarde. Dit kan letsel veroorzaken.
Vóór het indrukken van Start/Stop ervoor zorgen dat zich geen personen in de
gevarenzone van de machine bevinden.
Alarm afgiftepunt benaderen met Start/Stop bevestigen.
uStart/stop-toets indrukken.
Het afgiftepunt wordt aangestuurd.
Het alarm dooft.
Op het display verschijnt de tweede pagina van de afdraaiproef.
uStrooierzijde bepalen waaraan de afdraaiproef uitgevoerd dient te worden.
Toets voor de selectie van de strooierzijde links indrukken of
toets voor de selectie van de strooierzijde rechts indrukken.
Het symbool van de gekozen strooierzijde heeft een rode achtergrond.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel tijdens de afdraaiproef
Draaiende machineonderdelen en uitstromende meststoffen kunnen tot letsel leiden.
Vóór de start van de afdraaiproef ervoor zorgen dat aan alle voorwaarden is voldaan.
Hoofdstuk Afdraaiproef in de gebruiksaanwijzing van de machine in acht nemen.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 51
uOp Start/Stop drukken.
De doseerschuif van de eerder geselecteerde deelbreedte gaat open; de afdraaiproef start.
U kunt de afdraaiproef op elk moment afbreken door op de ESC-toets te drukken. De doseerschuif
gaat dicht en het display toont het menu Meststofinstelling.
Voor de nauwkeurigheid van het resultaat speelt de duur van de afdraaiproef geen rol. Er moet
evenwel minstens 20 kg afgedraaid worden.
uStart/Stop opnieuw indrukken.
De afdraaiproef is beëindigd.
De doseerschuif gaat dicht.
Het display toont de derde pagina van de afdraaiproef.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door roterende machinedelen
Het aanraken van draaiende machineonderdelen (aftakas, naven) kan tot kneuzingen,
schaafwonden en beknellingen leiden. Lichaamsdelen of voorwerpen kunnen gegrepen of naar
binnen getrokken worden.
Motor van de tractor uitzetten.
Hydraulisch systeem uitschakelen en deze tegen inschakelen door onbevoegden beveiligen.
4. Bediening
52 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Stroomfactor opnieuw berekenen
uAfgedraaide hoeveelheid wegen (leeggewicht van de opvangbak in acht nemen).
uGewicht onder het menu-item “Afgedraaide hoevh. invoeren:” invoeren.
uEntertoets indrukken.
De nieuwe waarde is in de bedieningsunit opgeslagen.
Het display toont het menu Berek. stroomfactor
De Stroomfactor moet tussen 0,4 en 1,9 liggen.
uStroomfactor vastleggen.
Voor het overnemen van de nieuw berekende stroomfactor op de entertoets drukken.
Ter bevestiging van de tot nog toe opgeslagen stroomfactor op ESC drukken.
De stroomfactor is opgeslagen.
Het display toont het alarm Afgiftepunt benaderen.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door automatische verstelling van het afgiftepunt
Na indrukken van de Start/Stop-functietoets stelt een elektrische stelmotor (Speedservo) het
afgiftepunt in op de vooraf ingestelde waarde. Dit kan letsel veroorzaken.
Vóór het indrukken van Start/Stop ervoor zorgen dat zich geen personen in de gevarenzone
van de machine bevinden.
Alarm afgiftepunt benaderen met Start/Stop bevestigen.
De afdraaiproef is beëindigd.
4.6.6 Toerental aftakas
De versnellingsbak alleen bij laag toerental van de aftakas starten of stoppen.
Voor een optimale Leegloopmeting controleert u de correcte invoer in het menu Meststofinstelling.
De invoer in de menu-items Strooischijf en Basistoerental resp. Aftakas moet overeenkomen
met de daadwerkelijke instellingen van uw machine.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 53
Het ingestelde toerental van de aftakas is in de bedieningsunit af fabriek voorgeprogrammeerd op
540 omw/min. Indien u een ander toerental van de aftakas wilt instellen, wijzigt u de opgeslagen
waarde in de bedieningsunit.
uMenu Meststofinstelling > Aftakas oproepen.
uToerental invoeren.
Het display toont het venster Meststofinstellingen met het nieuwe toerental van de aftakas.
Neem het hoofdstuk 4.14.2 Waarden invoeren in acht.
4.6.7 Strooischijftype
Voor een optimale leegloopmeting controleert u de correcte invoer in het menu Meststofinstelling.
De invoer in de menu-items Strooischijf en Aftakas moet overeenkomen met de
daadwerkelijke instellingen van uw machine.
Het gemonteerde type strooischijf is in de bedieningsunit af fabriek voorgeprogrammeerd. Indien u
andere strooischijven op uw machine gemonteerd heeft, voert u het juiste type in de bedieningsunit in.
uMenu Meststofinstelling > Strooischijf oproepen.
uType strooischijf in de selectielijst activeren.
Het display toont het venster Meststofinstelling met het nieuwe type strooischijf.
4.6.8 Grensstrooihoeveelheid
In dit menu kunt u de hoeveelheidsreductie (in procent) voor de TELIMAT grensstrooi-inrichting
vastleggen. Deze instelling wordt bij het activeren van de grensstrooifunctie via de TELIMAT-Sensor of
de T-toets gebruikt.
Wij adviseren een hoeveelheidsreductie aan de grensstrooizijde met 20 %.
Grensstrooihoeveelheid invoeren:
uMenu Meststofinstelling > Grensstr.-hoev.(%) oproepen.
uWaarde in het invoerveld invoeren en bevestigen.
Het venster Meststofinstelling verschijnt met de nieuwe grensstrooihoeveelheid op het display.
4. Bediening
54 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
4.6.9 OptiPoint berekenen
In het menu OptiPoint berekenen voert u de parameters voor de berekening van de optimale
inschakel- of uitschakelafstanden op de kopakker in. Voor een exacte berekening is de invoer van de
bereikwaarde van de gebruikte meststof zeer belangrijk.
De bereikwaarde voor de door u gebruikte meststof vindt u in de strooitabel van uw machine.
uIn het menu Meststofinstelling > Bereikwaarde inv. de vooraf ingestelde waarde invoeren.
uMenu Meststofinstelling > OptiPoint berekenen oproepen.
De eerste pagina van het menu OptiPoint berekenen verschijnt.
De aangegeven rijsnelheid heeft betrekking op de rijsnelheid in het gebied van de schakelposities!
Zie 4.6.10 GPS Control-info
uGemiddelde rijsnelheid in de zone van de schakelposities invoeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont de derde pagina van het menu.
Afb. 27: OptiPoint berekenen, pagina 3
Nr Betekenis Beschrijving
1 Afstand (in meter) tot de veldgrens, van waaraf de
doseerschuiven opengaan.
Afb. 56 Afstand in (ten
opzichte van de veldgrens)
2 Afstand (in meter) tot de veldgrens, van waaraf de
doseerschuiven sluiten.
Afb. 57 Afstand uit (ten
opzichte van de veldgrens)
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 55
Op deze pagina kunt u de parameterwaarden handmatig aanpassen. Zie hoofdstuk 5.8 GPS
Control.
Waarden wijzigen
uHet gewenste lijstitem oproepen.
uDe nieuwe waarden invoeren.
uOp het veld Waarden overnemen drukken.
De berekening van het OptiPoint is uitgevoerd.
De machinebesturing wisselt naar het venster GPS Control Info.
4.6.10 GPS Control-info
In het menu GPS-Control info krijgt u informatie over de berekende instellingswaarden in het menu
OptiPoint berekenen.
Afhankelijk van de gebruikte terminal worden 2 afstanden (CCI, Müller Elektronik) resp. 1 afstand en 2
tijdswaarden (John Deere, ...) weergegeven.
Bij de meeste ISOBUS-terminals zijn de hier weergegeven waarden automatisch overgenomen in
het bijbehorende instelmenu van de GPS-terminal.
Bij enkele terminals is echter een handmatige invoer vereist.
Dit menu dient louter ter informatie.
Neem de gebruiksaanwijzing van uw GPS-terminal in acht.
4.6.11 Strooitabellen
In dit menu kunt u strooitabellen aanmaken en beheren.
De keuze van een strooitabel heeft uitwerkingen op de meststofinstellingen, op de
machinebesturing en op de schotelstrooier voor minerale mest. De ingestelde strooihoeveelheid
wordt overschreven met de opgeslagen waarde uit de strooitabel.
U kunt automatisch strooitabellen beheren en naar uw bedieningsunit doorsturen. Hiervoor hebt u
een WLAN-module (extra toebehoren) en een smartphone nodig. Zie 2.7 WLAN-module
Nieuwe strooitabel aanmaken
4. Bediening
56 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
U heeft de mogelijkheid maximaal 30 strooitabellen aan te maken in de elektronische
machinebesturing.
uMenu Meststofinstelling > Strooitabel oproepen.
Afb. 28: Menü Strooitabel
[1] Weergave voor een strooitabel met
ingevulde waarden
[2] Weergave voor een actieve strooitabel
[3] Naamveld van de strooitabel
uNaamveld van een lege strooitabel markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont het keuzevenster.
uOptie Openen en terug naar meststofinstellingen indrukken.
uEntertoets indrukken.
Het display toont het menu Meststofinstelling en het geselecteerde element wordt als actieve
strooitabel in de meststofinstellingen geladen.
uMenu-item Naam meststof oproepen.
uNaam voor de Strooitabel invoeren.
Wij raden aan om de strooitabel de naam van de meststof te geven. Zo kunt u gemakkelijker een
meststof aan de strooitabel koppelen.
uParameters van de strooitabel bewerken. Zie 4.6 Meststof-instellingen in Expert-modus.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 57
Een strooitabel selecteren
uMenu Meststofinstelling > Strooitabel oproepen.
uGewenste strooitabel selecteren.
Het display toont het keuzevenster.
uOptie Openen en terug naar meststofinstellingen selecteren.
Het display toont het menu Meststofinstelling en het geselecteerde element wordt als actieve
strooitabel in de meststofinstellingen geladen.
Bij de selectie van een bestaande strooitabel worden alle waarden in het menu Meststofinstelling
met de opgeslagen waarden uit de geselecteerde strooitabel overschreven, waaronder ook het
afgiftepunt en het toerental van de aftakas.
Machines met elektrische stelmotoren voor het afgiftepunt: De machinebesturing stuurt
de stelmotoren van het afgiftepunt aan op de waarde die in de strooitabel opgeslagen is
Aanwezige strooitabel kopiëren
uGewenste strooitabel selecteren.
Het display toont het keuzevenster.
uOptie Element kopiëren selecteren.
Een kopie van de strooitabel staat nu op de eerste vrije plaats van de lijst.
Aanwezige strooitabel wissen
uGewenste strooitabel selecteren.
Het display toont het keuzevenster.
De actieve strooitabel kan niet gewist worden.
uOptie Element wissen selecteren.
De strooitabel is uit de lijst gewist.
4.6.12 VariSpread berekenen
De deelbreedteassistent VariSpread berekent de deelbreedteniveaus automatisch op de achtergrond.
Als basis daarvoor dienen uw invoer voor de werkbreedte en het afgiftepunt op de eerste pagina’s van
het menu Meststofinstellingen.
4. Bediening
58 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Het bewerken van de VariSpread-tabel vergt bijzondere vakkennis. Wend u tot uw handelaar
indien u de instellingen wilt wijzigen.
Afb. 29: VariSpread berekenen, voorbeeld met 8 deelbreedtes (4 aan elke zijde)
[1] Instelbare deelbreedte-instelling [2] Vooraf ingestelde deelbreedte
Doorsturen van de waarden naar de GPS-terminal
Het doorsturen van de waarden uit de VariSpread-tabel naar de GPS-terminal gebeurt bij machines
met VariSpread pro geautomatiseerd, bij machines met VariSpread V8 afhankelijk van de GPS-
terminal.
4.7 Machine-instellingen
In dit menu voert u de instellingen voor de tractor en de machine uit.
uMenu Machine-instelling oproepen.
Afb. 30: Menu Machine-instelling (voorbeeld)
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 59
Niet alle parameters worden gelijktijdig op het scherm weergegeven. U kunt met de pijl naar
boven/onder naar het aangrenzende menuvenster springen.
Submenu Betekenis Beschrijving
Trekker (km/h) Vastleggen of kalibreren van het
snelheidssignaal
4.7.1 Snelheidskalibratie
AUTO/MAN-modus De bedrijfsmodus Automatisch of
Handmatig vastleggen
4.7.2 AUTO/MAN-modus
+/- hoeveelheid(%) Voorinstelling van de
hoeveelheidsreductie voor de
verschillende strooiwijzen
Invoer in afzonderlijk
invoervenster
Signaal leegloopmeting Alleen AXIS-M EMC: Activering van de
signaaltoon bij het starten van de
automatische leegloopmeting
Invoer in afzonderlijk
invoervenster.
kg leegmelder Invoer van de resthoeveelheid die via de
weegcellen een alarmmelding genereert
Easy toggle Beperking van de wisseltoets L%/R% tot
twee toestanden
4.7.5 Easy toggle
Corr. StrHvh L (%)
Corr. StrHvh R (%)
Correctie van de afwijkingen tussen
ingevoerde strooihoeveelheid en
daadwerkelijke strooihoeveelheid
Correctie in procent naar keuze aan
de rechter of linker zijde
4.7.1 Snelheidskalibratie
De snelheidskalibratie is de basis voor een exact strooiresultaat. Factoren zoals bijv. de bandenmaat,
tractorwissel, 4 WD, slip tussen banden en ondergrond, bodemgesteldheid en bandenspanning
hebben invloed op de snelheidsbepaling en dus op het strooiresultaat.
De exacte bepaling van het aantal snelheidsimpulsen op 100 m is zeer belangrijk voor de juiste
strooiing van de hoeveelheid meststof.
Snelheidskalibratie voorbereiden
uKalibratie op het veld uitvoeren. Daarmee is de invloed van de bodemgesteldheid
op het kalibratieresultaat geringer.
uZo precies mogelijk een 100 m lang referentietraject vastleggen.
uVierwielaandrijving inschakelen.
uDe machine indien mogelijk slechts tot de helft vullen.
4. Bediening
60 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Snelheidsinstellingen oproepen
U kunt tot 4 verschillende profielen voor type en aantal impulsen opslaan en namen toewijzen aan
deze profielen (bijv. tractornaam).
Controleer vóór de strooiwerkzaamheden of het juiste profiel in de bedieningsunit is opgeroepen.
Afb. 31: Menü Trekker (km/h)
[1] Tractorbenaming
[2] Weergave impulsgever voor het
snelheidssignaal
[3] Weergave aantal impulsen over 100 m
[4] Submenu Tractor kalibreren
[5] Symbolen voor de geheugenplaatsen van
de profielen 1 tot 4
Tractorprofiel oproepen
uMenu Machine-instelling > Trekker (km/h) oproepen.
De weergavewaarden voor naam, herkomst en aantal van de impulsen gelden voor het profiel
waarvan het symbool rood gemarkeerd is.
uDe functietoets (F1-F4) onder het symbool voor de opslagplaats indrukken.
Snelheidssignaal opnieuw kalibreren
U kunt een reeds bestaand profiel overschrijven of een lege geheugenplaats met een profiel vullen.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 61
uIn het menu Trekker (km/h) de gewenste opslagplaats met de eronder liggende functietoets
markeren.
uVeld Opnieuw kalibreren markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont het kalibratiemenu Trekkerkalibrering.
Afb. 32: Kalibratiemenu tractor (km/h)
[1] Naamveld tractor
[2] Weergave oorsprong van het
snelheidssignaal
[3] Weergave aantal impulsen over 100 m
[4] Submenu Automatische kalibratie
[5] Impulsgever radarimpulsen
[6] Impulsgever wielimpulsen
uNaamveld tractor markeren.
uEntertoets indrukken.
uDe naam van het profiel invoeren.
De invoer van de naam is beperkt tot 16 tekens.
Voor een betere herkenbaarheid adviseren wij het profiel naar de naam van de tractor te
vernoemen.
Zie 4.14.1 Tekst invoeren
uImpulsgever voor het snelheidssignaal selecteren.
Voor Radarimpulsen functietoets F1 [5] indrukken.
Voor Wielimpulsen functietoets F2 [6] indrukken.
Het display toont de impulsgever.
Hierna moet u nog het aantal impulsen van het snelheidssignaal vastleggen. Wanneer het juiste
impulsaantal bekend is, kunt u dat direct invoeren:
4. Bediening
62 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
uMenu-item Trekker (km/h) > Opnieuw kalibreren > Imp/100m oproepen.
Het display toont het menu Impulsen voor de handmatige invoer van het aantal impulsen.
Kent u het precieze aantal impulsen niet, dan Kalibreerrit starten.
uFunctietoets F4 (100 m AUTO [4]) indrukken
Op het display wordt het werkscherm Kalibreerrit weergegeven.
Afb. 33: Werkscherm Kalibreerrit snelheidssignaal
[1] Weergave impulsen
[2] Starten van de impulsopname
[3] Stoppen van de impulsopname
uAan het startpunt van het referentietraject op functietoets F4 [2] drukken.
De weergave Impulsen staat nu op nul.
De bedieningsunit is gereed voor de impulstelling.
uEen 100 m lang referentietraject rijden.
uTractor aan het einde van het referentietraject stoppen.
uFunctietoets F1 [3] indrukken.
Het display toont het aantal van de ontvangen impulsen.
uEntertoets indrukken.
Het nieuwe aantal impulsen wordt opgeslagen.
U keert nu terug naar het kalibreermenu.
4.7.2 AUTO/MAN-modus
Op basis van het snelheidssignaal regelt de machinebesturing automatisch de doseerhoeveelheid.
Hierbij wordt rekening gehouden met de strooihoeveelheid, de werkbreedte en de stroomfactor.
Standaard werkt u in de automatische modus.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 63
In de handmatige modus werkt u alleen in de volgende gevallen:
als er geen snelheidssignaal beschikbaar is (radar of wielsensor niet aanwezig of defect)
strooien van slakkenkorrels of zaaigoed (fijne zaden)
Voor een gelijkmatige strooiing van het strooimiddel moet u in de handmatige modus absoluut met
een constante rijsnelheid werken.
De strooiwerkzaamheden met de verschillende bedrijfsmodi worden onder 5 Strooibedrijf
beschreven.
Menu Betekenis Beschrijving
AUTO km/h + AUTO kg Selectie automatische modus met automatisch
wegen
Pagina 95
AUTO km/h Selectie automatische modus Pagina 97
MAN km/h Instelling rijsnelheid voor de handmatige modus Pagina 98
MAN schaalverdeling Doseerschuifinstelling voor de handmatige
modus
Deze bedrijfsmodus is geschikt voor het
strooien van slakkenkorrels of fijne zaden.
Pagina 98
Bedrijfsmodus selecteren
uMachinebesturing starten.
uMenu Machine-instelling > AUTO/MAN-modus oproepen.
uGewenst menu-item in de lijst selecteren.
uOp OK drukken.
uInstructies op het beeldscherm volgen.
Wij adviseren de weergave van de stroomfactor op het werkscherm. Op deze wijze kunt u de
massastroomregeling tijdens de strooiwerkzaamheden observeren. Zie 4.10.2 Weergavekeuze.
U vindt belangrijke informatie omtrent het gebruik van de bedrijfsmodi bij het strooibedrijf in de
paragraaf 5 Strooibedrijf.
4. Bediening
64 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
AUTO km/h + AUTO kg: automatische modus met automatische massastroomregeling
De bedrijfsmodus AUTO km/h + AUTO kg regelt continu tijdens de strooiwerkzaamheden de
hoeveelheid meststof overeenkomstig de snelheid en het stroomgedrag van de meststof. Hiermee
bereikt u een optimale dosering van de meststof.
De bedrijfsmodus AUTO km/h + AUTO kg is af fabriek standaard voorgeselecteerd.
AUTO km/h: Bedrijfsmodus automatisch
Voor een optimaal strooiresultaat voert u vóór aanvang van de strooiwerkzaamheden een
afdraaiproef uit.
uBedieningsunit QUANTRON-A inschakelen.
uMenu Machine-instelling > AUTO/MAN-modus oproepen.
uMenu-item AUTO km/h markeren.
uEntertoets indrukken.
uMeststofinstellingen vastleggen:
wStrooihoeveelheid (kg/ha)
wWerkbreedte (m)
uHet reservoir met meststof vullen.
uEen afdraaiproef voor de stroomfactorbepaling uitvoeren
of
Stroomfactor bepalen via de meegeleverde strooitabel.
uStart/Stop-toets indrukken.
Het strooien start.
MAN km/h: Handmatige modus
uBedieningsunit QUANTRON-A inschakelen.
uMenu Machine-instelling > AUTO/MAN-modus oproepen.
uMenu-item MAN km/h markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont het invoervenster Snelheid.
uWaarde voor de rijsnelheid tijdens het strooien invoeren.
uEntertoets indrukken.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 65
Voor een optimaal strooiresultaat voert u vóór aanvang van de strooiwerkzaamheden een
afdraaiproef uit.
MAN schaalverd: Handmatige modus met schaalwaarde
uBedieningsunit QUANTRON-A inschakelen.
uMenu Machine-instelling > AUTO/MAN-modus oproepen.
uMenu-item MAN schaalverd markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont het invoervenster Schuifopening.
uSchaalwaarde voor de doseerschuifopening invoeren.
uEntertoets indrukken.
De instelling van de bedrijfsmodus is opgeslagen.
Voor een optimaal strooiresultaat, ook in de handmatige modus, raden wij aan de waarde voor de
doseerschuifopening en de rijsnelheid uit de strooitabel over te nemen.
In de bedrijfsmodus MAN schaalverd kunt u tijdens het strooibedrijf de doseerschuifopening
handmatig wijzigen.
Voorwaarde:
De doseerschuiven zijn geopend (activering via de Start/Stop-toets).
In het werkscherm MAN schaalverd zijn de symbolen voor de deelbreedtes rood ingevuld.
Afb. 34: Werkscherm MAN schaalverd
[1] Weergave van de actuele schaalpositie van
de doseerschuif
4. Bediening
66 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
uOm de doseerschuifopening te wijzigen, drukt u op de functietoets F2 of F3.
wF2: MAN+ om de doseerschuifopening te vergroten
wF3: MAN- om de doseerschuifopening te verkleinen
4.7.3 +/- hoeveelheid
In dit menu kunt u voor de normale strooiwijze de stapbreedte van de procentuele
hoeveelheidswijziging vastleggen.
De basis (100 %) is de vooringestelde waarde van de doseerschuifopening.
Tijdens het bedrijf kunt u met de functietoetsen F2/F3 op elk moment de strooihoeveelheid met de
factor +/- hoeveelheid wijzigen. Met de C 100 %-toets herstelt u de voorinstellingen.
Hoeveelheidsreductie vastleggen:
uMenu Machine-instelling > +/- hoeveelheid(%) oproepen.
uDe procentuele waarde invoeren waarmee u de strooihoeveelheid wenst te wijzigen.
uEntertoets indrukken.
4.7.4 Signaal leegloopmeting
Hier kunt u de signaaltoon voor de uitvoering van de leegloopmeting activeren of uitschakelen.
uMenu-item Signaal leegloopmeting markeren.
uOptie activeren door op de entertoets te drukken.
Het display toont een vinkje.
Bij het starten van een automatische leegloopmeting weerklinkt het signaal.
uOptie uitschakelen door nogmaals op de entertoets te drukken.
Het vinkje verdwijnt.
4.7.5 Easy toggle
Hier kunt u de omschakelfunctie van de toets L%/R% tot 2 toestanden van de functietoetsen F1 tot F4
beperken. U bespaart zo onnodige omschakelhandelingen in het werkscherm.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 67
uSubmenu Easy Toggle markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont een vinkje.
De optie is actief.
In het werkscherm kan de toets L%/R% alleen wisselen tussen de functies Hoeveelheidswijziging (L
+R) en deelbreedtebeheer (VariSpread).
uEntertoets indrukken.
Het vinkje verdwijnt.
U kunt met de toets L%/R% wisselen tussen de 4 verschillende toestanden.
Bezetting van de
functietoetsen
Functie
Hoeveelheidswijziging aan beide zijden
Hoeveelheidswijziging aan de rechter zijde
Verborgen bij geactiveerde functie Easy Toggle
Hoeveelheidswijziging aan de linker zijde
Verborgen bij geactiveerde functie Easy Toggle
Deelbreedtes vergroten of verkleinen
4.8 Snellossen
Om de machine na de strooiwerkzaamheden te reinigen of de resthoeveelheid snel te ledigen, kunt u
het menu Snellossen selecteren.
Daarnaast raden wij aan om vóór de opslag van de machine de doseerschuiven via het snellossen
compleet te openen en in deze toestand de besturing uit te schakelen. Zo voorkomt u ophoping van
vocht in de voorraadbak.
Zorg er vóór aanvang van het snellossen voor dat aan alle voorwaarden is voldaan. Zie daarvoor
ook de gebruiksaanwijzing van de schotelstrooier voor minerale mest (lossen van
resthoeveelheid).
4. Bediening
68 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
uMenu Hoofdmenu > Snellossen oproepen.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door automatische verstelling van het afgiftepunt
Bij AXIS EMC verschijnt het alarm Afgiftepunt aanrijden Ja = Start. Na indrukken van de Start/
Stop-functietoets gaat het afgiftepunt automatisch naar de positie 0. Na de afdraaiproef gaat
het afgiftepunt automatisch weer naar de vooraf ingestelde waarde. Dit kan letsel en materiële
schade veroorzaken.
Vóór het indrukken van Start/Stop ervoor zorgen dat zich geen personen in de
gevarenzone van de machine bevinden.
Afb. 35: Menu Snellossen
[1] Weergave doseerschuifopening
[2] Symbool voor het snellossen (hier de
linkerkant geselecteerd, niet gestart)
[3] Snellossen rechter deelbreedte (hier: niet
geselecteerd)
[4] Snellossen linker deelbreedte (hier:
geselecteerd)
uMet de functietoets de deelbreedte selecteren waarop het snellossen uitgevoerd dient te
worden.
Het display toont de gekozen deelbreedte als symbool.
uOp Start/Stop drukken.
Het snellossen start.
uStart/Stop indrukken, als het reservoir leeg is.
Het snellossen is beëindigd.
Bij machines met elektrische stelmotoren voor het afgiftepunt verschijnt het alarm Afgiftepunt
aanrijden Ja = Start.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 69
uOp Start/Stop drukken.
Het alarm is bevestigd.
De elektrische stelmotoren sturen aan op de vooraf ingestelde waarde.
uESC-toets indrukken om naar het Hoofdmenu terug te keren.
4.9 Perceelbestand
In dit menu kunt u tot 200 perceelbestanden aanmaken en beheren.
uMenu Hoofdmenu > Perceelbestand oproepen.
Afb. 36: Menü Perceelbestand
[1] Weergave aantal pagina’s
[2] Weergave perceelbestand gevuld
[3] Weergave perceelbestand actief
[4] Naam perceelbestand
[5] Functietoets F3: Perceelbestand wissen
[6] Functietoets F2: Alle perceelbestanden
wissen
[7] Weergave geheugenplaats
4.9.1 Perceelbestand selecteren
U kunt een reeds opgeslagen perceelbestand opnieuw selecteren en verder opnemen. De reeds in
het perceelbestand opgeslagen gegevens worden hierbij niet overschreven, maar met de nieuwe
waarden aangevuld.
Met de pijltoetsen links/rechts kunt u in het menu Perceelbestand vooruit en achteruit springen.
4. Bediening
70 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
uHet gewenste perceelbestand selecteren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont de eerste pagina van het actuele perceelbestand.
4.9.2 Opname starten
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 71
Afb. 37: Weergave van het actuele perceelbestand
[1] Weergave van het aantal pagina’s
[2] Naamveld perceelbestand
[3] Waardevelden
[4] Weergeven van starttijd/-datum
[5] Weergeven van stoptijd/-datum
[6] Naamveld meststof
[7] Naamveld meststoffabrikant
[8] Functietoets Starten
[9] Functietoets Stoppen
[10] Weergave geheugenplaats
In dit menu kunt u tot 200 perceelbestanden aanmaken en beheren.
uFunctietoets F1, onder het startsymbool, indrukken.
De registratie begint.
Het menu Perceelbestand toont het opnamesymbool voor het actuele perceelbestand.
Het werkscherm toont het opnamesymbool.
Als een ander perceelbestand geopend wordt, wordt dit perceelbestand gestopt. Het actieve
perceelbestand kan niet worden gewist.
4. Bediening
72 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Afb. 38: Weergave opnamesymbool
[1] Opnamesymbool
4.9.3 Opname stoppen
uIn het menu Perceelbestand de 1e pagina van het actieve perceelbestand oproepen.
uFunctietoets F2 onder het stopsymbool indrukken.
De registratie is beëindigd.
4.9.4 Perceelbestand wissen
De bedieningsunit QUANTRON-A maakt het mogelijk, de opgenomen perceelsbestanden te wissen.
Enkel de inhoud van de perceelbestanden wordt gewist; de naam van het perceelbestand wordt
verder in het naamveld weergegeven!
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 73
Een perceelbestand wissen
uMenu Perceelbestand oproepen.
uEen perceelbestand in de lijst selecteren.
uFunctietoets F3 onder het symbool Wissen indrukken. Zie 5 Functietoets F3: Perceelbestand
wissen
Het geselecteerde perceelbestand is gewist.
Alle perceelbestanden wissen
uMenu Perceelbestand oproepen.
uFunctietoets F2 onder het symbool Alles wissen indrukken. Zie 6 Functietoets F2: Alle
perceelbestanden wissen
Er verschijnt een melding dat de gegevens gewist worden (zie 6.1 Betekenis van de alarmmeldingen)
uStart/stop-toets indrukken.
Alle perceelbestanden zijn gewist.
4.10 Systeem/test
In dit menu voert u de systeem- en testinstellingen voor de machinebesturing uit.
uMenu Hoofdmenu > Systeem/test oproepen.
Afb. 39: Menu Systeem/test
Submenu Betekenis Beschrijving
Helderheid Instelling van de displayweergave Wijziging van de instelling
met de functietoetsen + of -
Taal - Language Taalinstelling van de menubesturing 4.10.1 Taal instellen
4. Bediening
74 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Submenu Betekenis Beschrijving
Weergavekeuze Vastleggen van de weergaven in het
werkscherm
4.10.2 Weergavekeuze
Modus Instelling van de menumodus
• Expert
• Easy
Bij de functie EMC is de modus
automatisch ingesteld op Expert.
4.10.3 Modus instellen
Test/diagnose Controle van stelmotoren en sensoren 4.10.4 Test/diagnose
Datum Instelling van de datum Selectie en wijziging
van de instelling met
de pijltoetsen
Bevestig met de
entertoets
Tijd Instelling van de kloktijd Selectie en wijziging
van de instelling met
de pijltoetsen
Bevestig met de
entertoets
Dataoverdracht Menu voor de gegevensuitwisseling en
seriële protocollen
4.10.5 Dataoverdracht
Totaaldata-teller Weergavelijst
Gestrooide hoeveelheid in kg
Gestrooid oppervlak in ha
Strooitijd in h
Afgelegde afstand in km
4.10.6 Totale datateller
Unit Weergave van de waarden in het
geselecteerde eenhedensysteem:
• metrisch
• imperiaal
4.10.8 Eenhedensysteem
wijzigen
Service Service-instellingen Met een wachtwoord
beveiligd; alleen
toegankelijk voor
servicepersoneel
4.10.1 Taal instellen
In de bedieningsunit zijn diverse talen beschikbaar.
De taal voor uw land af fabriek ingesteld.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 75
uMenu Systeem/test > Taal - Language oproepen.
Het display toont de eerste van vier pagina’s.
Afb. 40: Submenu Taal, pagina 1
uDe taal selecteren waarin de menu’s weergegeven dienen te worden.
De talen zijn opgesomd in meerdere menuvensters. U kunt met de pijltoetsen naar het
aangrenzende venster springen.
uEntertoets indrukken.
De keuze is bevestigd.
De bedieningsunit QUANTRON-A start automatisch opnieuw.
De menu’s worden in de geselecteerde taal weergegeven.
4.10.2 Weergavekeuze
U kunt de drie weergavevelden in het werkscherm individueel aanpassen en naar keuze de volgende
waarden aan de velden toewijzen:
• Rijsnelheid
Stroomfactor (SF)
ha dagt.
kg dagtell
m dagtell
kg rest
m rest
ha rest
Leegmeting (tijd tot de volgende leegloopmeting)
Koppel voor de strooischijfaandrijving
4. Bediening
76 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Afb. 41: Weergavevelden
[1] Weergaveveld 1
[2] Weergaveveld 2
[3] Weergaveveld 3
Weergave selecteren
uMenu Systeem/test > Weergavekeuze oproepen.
uHet desbetreffende weergaveveld markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display geeft een lijst weer van de mogelijke weergaven.
uDe nieuwe waarde markeren waarmee het weergaveveld bezet moet worden.
uEntertoets indrukken.
Het display toont het werkscherm.
In het desbetreffende weergaveveld vindt u nu de nieuwe waarde.
4.10.3 Modus instellen
In de bedieningsunit QUANTRON-A zijn 2 verschillende modi mogelijk.
• Easy
• Expert
Bij de functie M EMC is de modus automatisch ingesteld op Expert.
In de modus Easy kunnen enkel die parameters van de Meststofinstellingen worden
opgeroepen die noodzakelijk zijn voor de strooiwerkzaamheden: U kunt geen strooitabellen
aanmaken of beheren.
In de modus Expert kunnen alle ter beschikking staande parameters in het menu
Meststofinstellingen worden opgeroepen.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 77
Modus selecteren
uMenu-item Systeem/test > Modus markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont de actuele modus.
U schakelt tussen beide modi door op de entertoets te drukken.
4.10.4 Test/diagnose
In het menu Test/diagnose kunt u de functie van alle stelmotoren en sensoren controleren.
Dit menu dient louter ter informatie.
De lijst van de sensoren hangt af van de uitrusting van de machine.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door bewegende machineonderdelen
Tijdens de tests kunnen machineonderdelen automatisch bewegen.
Vergewis u er vóór de tests van, dat er zich geen personen in de omgeving van de machine
bevinden.
Submenu Betekenis Beschrijving
Testpunten schuif Test voor het benaderen van de
verschillende positiepunten van de
doseerschuiven
Controle van de kalibratie
Doseerschuif Benaderen van de linker en rechter
doseerschuiven
Voorbeeld doseerschuiven
Spanning Controle van de bedrijfsspanning
Leegmeldsensor Controle van de leegmeldsensoren
Weegcel Controle van de sensoren
EMC-sensoren Controle van de EMC-sensoren
Testpunten AGP Aansturen van het afgiftepunt Controle van de kalibratie
LIN-Bus Controle van de via LINBUS
aangemelde componenten
Voorbeeld LIN-Bus
TELIMAT-sensor Controle van TELIMAT-sensoren
GSE-sensor Controle van de sensoren voor de
grensstrooi-inrichting
Voorbeeld GSE-sensor
Afdekzeil Controle van de stelmotoren
4. Bediening
78 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Submenu Betekenis Beschrijving
SpreadLight Controle van de werklampen
Voorbeeld doseerschuiven
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door bewegende machineonderdelen
Tijdens de tests kunnen machineonderdelen automatisch bewegen.
Vergewis u er vóór de tests van, dat er zich geen personen in de omgeving van de machine
bevinden.
uMenu Systeem/test > Test/diagnose oproepen.
uMenu Doseerschuif markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont de status van de motoren/sensoren.
Afb. 42: Test/diagnose; voorbeeld: Doseerschuif
[1] Weergave positie
[2] Weergave signaal
[3] Functietoetsen stelmotor rechts
[4] Functietoetsen stelmotor links
De weergave signaal toont de toestand van het signaal gescheiden voor de linker- en de rechterzijde.
De doseerschuiven kunt u via de pijlen omhoog/omlaag openen en sluiten.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 79
Voorbeeld LIN-Bus
uMenu Systeem/test > Test/diagnose oproepen.
uMenu-item LIN-Bus markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont de status van de stelmotoren/sensoren.
Afb. 43: Test/diagnose; voorbeeld: Linbus
[1] Weergave status
[2] Zelftest starten
[3] Aangesloten componenten
Statusmelding van de LIN-Bus-deelnemers
De componenten vertonen verschillende toestanden:
0 = OK, geen fout aan de component
2 = blokkade
4 = overbelasting
Voorbeeld GSE-sensor
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door bewegende machineonderdelen
Tijdens de tests kunnen machineonderdelen automatisch bewegen.
Vergewis u er vóór de tests van, dat er zich geen personen in de omgeving van de machine
bevinden.
4. Bediening
80 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
uMenu Systeem/test > Test/diagnose oproepen.
uMenu-item GSE-sensor markeren.
uEntertoets indrukken.
Het display toont de status van de stelmotoren/sensoren.
Afb. 44: Test/diagnose; voorbeeld: Linbus
[1] Weergave status [2] Weergave sensorpositie
Weergave sensorpositie
De sensoren melden de positie van de grensstrooi-inrichting:
O = boven; de grensstrooi-inrichting is inactief.
U = onder; de grensstrooi-inrichting bevindt zich in de werkpositie.
? = de grensstrooi-inrichting heeft haar eindpositie nog niet bereikt.
4.10.5 Dataoverdracht
De dataoverdracht gebeurt via verschillende dataprotocollen.
Submenu Betekenis
ASD Automatische perceelregistratie; overdracht van perceelbestanden naar een
PDA of pocket-pc via Bluetooth
LH5000 Seriële communicatie bijv. strooien met applicatiekaarten
GPS Control Protocol voor de automatische deelbreedteschakeling met een externe
terminal
GPS Control VRA VRA: Variable Rate Application
Protocol voor de automatische overdracht van de gewenste
strooihoeveelheid
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 81
Submenu Betekenis
TUVR Protocol voor de automatische deelbreedteschakeling en wijziging van
toepassingshoeveelheid voor een specifiek deeloppervlak met een externe
Trimble Terminal
GPS km/h Alleen met TUVR-protocol en Trimble Terminal mogelijk.
Naar keuze activeerbaar/deactiveerbaar
Indien geactiveerd is het snelheidssignaal van het GPS-toestel als
signaalbron voor de bedrijfsmodus AUTO km/h gebruikt.
uMenu-item met balk markeren.
uEntertoets indrukken.
Er verschijnt een vinkje in het beeldscherm.
GPS km/h is actief.
De snelheid van het GPS-toestel is als signaalbron voor de bedrijfsmodus
AUTO km/h overgenomen.
4.10.6 Totale datateller
In dit menu worden alle tellerstanden van de strooier weergegeven.
gestrooide hoeveelheid in kg
gestrooid oppervlak in ha
Strooitijd in h
afgelegde afstand in km
Dit menu dient louter ter informatie.
4.10.7 Service
Voor de instellingen in het menu Service is een invoercode vereist. Deze instellingen kunnen enkel
door geautoriseerd servicepersoneel gewijzigd worden.
4.10.8 Eenhedensysteem wijzigen
Uw eenhedensysteem werd af fabriek ingesteld. U kunt echter op elk moment wisselen van metrisch
naar imperiaal en omgekeerd.
4. Bediening
82 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
uMenu Systeem/test oproepen.
uMenu Unit markeren.
uEntertoets indrukken om tussen imperial en metric te wisselen.
Alle waarden van de diverse menu's zijn omgerekend.
Menu/waarde Omrekeningsfactor metrisch naar imperiaal
kg rest 1 x 2,2046 lb.-mass (lbs rest)
ha rest 1 x 2,4710 ac (ac rest)
Werkbreedte (m) 1 x 3,2808 ft
Strooihv (kg/ha) 1 x 0,8922 lbs/ac
Aanbouwhoogte cm 1 x 0,3937 in
Menu/waarde Omrekeningsfactor metrisch naar imperiaal
lbs rest 1 x 0,4536 kg
ac rest 1 x 0,4047 ha
Werkbreedte (ft) 1 x 0,3048 m
Strooihvh. (lb/ac) 1 x 1,2208 kg/ha
Aanbouwhoogte in 1 x 2,54 cm
4.11 Info
In het menu Info kunt u informatie over de machinebesturing vinden.
Dit menu dient ter informatie over de configuratie van de machine.
De lijst met gegevens hangt af van de uitrusting van de machine.
4.12 Werklampen (SpreadLight)
Enkel voor AXIS (speciale uitrusting)
In dit menu kunt u de functie SpreadLight activeren en het strooibeeld ook in de nachtmodus
bewaken.
U schakelt de werklampen in en uit via de machinebesturing in de automatische resp. handmatige
modus.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 83
Afb. 45: Menu SpreadLight
[1] Uitschakelduur
[2] Handmatige modus: Werklampen
inschakelen
[3] Automatische bediening activeren
Automatische modus:
In de automatische modus gaan de werklampen aan zodra de doseerschuiven open gaan en het
strooien start.
uMenu Hoofdmenu > SpreadLight oproepen.
uIn het menu-item SpreadLight AUTO [3] een vinkje zetten.
De werklampen gaan aan als de doseerschuiven open gaan.
uUitschakelduur (s) [1] in seconden invoeren.
De werklampen gaan na de ingevoerde duur uit, als de doseerschuiven gesloten zijn.
Bereik van 0 tot 100 seconden.
uVinkje verwijderen in het menu-item SpreadLight AUTO [3].
De automatische modus is gedeactiveerd.
Handmatige modus:
In de handmatige modus schakelt u de werklampen in en uit.
uMenu Hoofdmenu > SpreadLight oproepen.
uIn het menu-item Inschakelen [2] een vinkje zetten.
De werklampen gaan aan en blijven aan, totdat u het vinkje verwijdert of het menu verlaat.
4. Bediening
84 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
4.13 Afdekzeil
Enkel voor AXIS (speciale uitrusting)
WAARSCHUWING!
Gevaar voor beknelling en snijwonden door onafhankelijk bediende onderdelen
Het afdekzeil beweegt zonder voorwaarschuwing en kan personen verwonden.
Alle personen uit gevarenzone verwijderen.
De machine AXIS EMC beschikt over een elektrisch aangestuurd afdekzeil. Bij hervullen aan het
einde van het veld kunt u met de bedieningsunit en een elektrische aandrijving het afdekzeil openen
en sluiten.
Het menu dient puur voor het bedienen van de stelmotoren voor het openen en het sluiten van het
afdekzeil. De machinebesturing registreert niet de exacte positie van het afdekzeil.
Controleer de beweging van het afdekzeil.
Afb. 46: Menu Afdekzeil
[1] Weergave Openen
[2] Functietoets F4: Afdekzeil sluiten
[3] Statische weergave van het afdekzeil
[4] Functietoets F2: Handeling stoppen
[5] Functietoets F1: Afdekzeil openen
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 85
VOORZICHTIG!
Materiële schade door onvoldoende vrije ruimte
Het openen en sluiten van het afdekzeil vereist voldoende vrije ruimte boven de machinebak. Als
de vrije ruimte te klein is, kan het afdekzeil scheuren. Het frame van het afdekzeil kan kapot gaan
en het afdekzeil kan schade aan de omgeving aanrichten.
Zorg voor voldoende vrije ruimte boven het afdekzeil.
Afdekzeil bewegen
uMenu-toets indrukken.
uMenu Afdekzeil oproepen.
uOp de functietoets F1 drukken.
Tijdens de beweging verschijnt een pijl, die de richting OPEN aangeeft.
Het afdekzeil opent volledig.
uMeststof vullen.
uOp de functietoets F4 drukken.
Tijdens de beweging verschijnt een pijl, die de richting DICHT aangeeft.
Het afdekzeil sluit.
Indien gewenst kunt u de beweging van het afdekzeil stoppen door op de functietoets F2 te drukken.
Het afdekzeil blijft in de tussenpositie tot u het zeil weer compleet sluit of opent.
4.14 Speciale functies
4.14.1 Tekst invoeren
In sommige menu’s kunt u vrij te bewerken tekst invoeren.
4. Bediening
86 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Afb. 47: Menu Tekstinvoer
[1] Invoerveld
[2] Tekenveld, weergave van de beschikbare
tekens (afhankelijk van de taal)
[3] Functietoetsen voor navigatie in het
invoerveld
Tekst invoeren:
uVanuit het hogere menu naar het menu Tekstinvoer gaan.
uCursor met behulp van de functietoetsen naar de positie van het als eerste te schrijven teken in
het invoerveld bewegen
uMet behulp van de pijltoetsen het te schrijven teken in het tekenveld markeren.
uEntertoets indrukken.
Het gemarkeerde teken verschijnt in het invoerveld.
De cursor springt naar de volgende positie.
uDeze procedure voortzetten totdat u uw volledige tekst hebt ingevoerd.
uFunctietoets F4/OK indrukken.
De invoer is bevestigd.
De bedieningsunit slaat de tekst op.
Het display toont het voorgaande menu.
U kunt een afzonderlijk teken vervangen door een ander teken.
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 87
Teken overschrijven:
uCursor met behulp van de functietoetsen naar de positie van het te wissen teken in het
invoerveld bewegen.
uMet behulp van de pijltoetsen het te schrijven teken in het tekenveld markeren.
uEntertoets indrukken.
Het teken is overschreven.
uFunctietoets F4/OK indrukken.
De invoer is bevestigd.
De bedieningsunit slaat de tekst op.
Het display toont het voorgaande menu.
Het wissen van afzonderlijke tekens is niet mogelijk. Afzonderlijke tekens kunnen alleen door een
spatie (underscore aan het einde van de eerste 2 regels met tekens) worden vervangen.
U kunt de complete invoer wissen.
Invoer wissen:
uOp de C 100 %-toets drukken.
De complete invoer is gewist.
uEventueel nieuwe tekst invoeren.
uFunctietoets F4/OK indrukken.
4.14.2 Waarden invoeren
In sommige menu’s kunt u getalswaarden invoeren.
Afb. 48: Getalswaarden invoeren (voorbeeld strooidichtheid)
[1] Invoerveld
4. Bediening
88 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Voorwaarde:
U bevindt zich reeds in het menu waarin u de getalswaarde wilt invoeren.
uDe cursor met behulp van de horizontale pijltoetsen naar de positie van de te schrijven
getalswaarde in het invoerveld bewegen.
uMet behulp van de verticale pijltoetsen de gewenste getalswaarde invoeren.
Pijl omhoog: waarde wordt verhoogd.
Pijl omlaag: waarde wordt verlaagd.
Pijl naar links/rechts: Cursor beweegt naar links/rechts.
uEntertoets indrukken.
Invoer wissen:
uOp de C 100 %-toets drukken.
De complete invoer is gewist.
4.14.3 Screenshots aanmaken
Bij een software-update worden gegevens overschreven. Wij adviseren u vóór een software-
update altijd uw instellingen als screenshot (kopie van het beeldscherm) op een USB-stick op te
slaan.
Gebruik een USB-stick met een oplichtende statusweergave (ledlampje).
4. Bediening
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 89
uVerwijder de afdekking van de USB-poort.
uSteek de USB-stick in de USB-poort.
Afb. 49: Steek de USB-stick erin
[1] Bedieningsunit [2] USB-stick
uMenu Hoofdmenu > Meststofinstelling oproepen.
Het display toont de eerste pagina van de meststofinstellingen.
uDe T-toets en de L%/R%-toets gelijktijdig indrukken.
De statusweergave van de USB-stick knippert.
De bedieningsunit piept tweemaal.
Er wordt een afbeelding als bitmap op de USB-stick opgeslagen.
uAlle bladzijden van de meststofinstellingen als screenshots opslaan.
uMenu Hoofdmenu > Machine-instelling oproepen.
Het display toont de eerste pagina van de machine-instellingen.
uDe T-toets en de L%/R%-toets gelijktijdig indrukken.
De statusweergave van de USB-stick knippert.
De bedieningsunit piept tweemaal.
Er wordt een afbeelding als bitmap op de USB-stick opgeslagen.
uBeide zijden van het menu Mach. instellingen als screenshots opslaan.
uAlle screenshots op uw pc opnemen.
uNa de software-update screenshots oproepen en instellingen in de bedieningsunit QUANTRON-A
op basis van de screenshots invoeren.
De bedieningsunit QUANTRON-A is gereed voor gebruik met uw instellingen.
4. Bediening
90 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
5 Strooibedrijf
De machinebesturing ondersteunt u bij de instelling van de machine vóór de werkzaamheden. Tijdens
de strooiwerkzaamheden zijn eveneens functies van de machinebesturing op de achtergrond actief.
Hiermee kunt u de kwaliteit van de meststofverdeling controleren.
De versnellingsbak alleen bij laag toerental van de aftakas starten of stoppen.
5.1 Grensstrooi-inrichting TELIMAT
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door automatische verstelling van de TELIMAT-inrichting!
Nadat op de toets Grensstrooien gedrukt is, wordt automatisch middels elektrische stelcilinders
de grensstrooipositie benaderd. Dit kan letsel en materiële schade veroorzaken.
Voordat u op de toets Grensstrooien drukt, personen uit de gevarenzone van de machine
wegsturen.
De TELIMAT-variant is af fabriek ingesteld in de bedieningsunit!
TELIMAT met hydraulische afstandsbediening
De TELIMAT-inrichting wordt hydraulisch naar de werk- of rustpositie gebracht. U activeert of
deactiveert de TELIMAT-inrichting door op de toets Grensstrooien te drukken. Het display geeft het
TELIMAT-symbool naargelang de positie weer of verbergt het.
TELIMAT met hydraulische afstandsbediening en TELIMAT-sensoren
Wanneer TELIMAT-sensoren zijn aangesloten en geactiveerd, dan wordt op het display van de
bedieningsunit het TELIMAT-symbool getoond wanneer de TELIMAT-grensstrooi-inrichting
hydraulisch naar de werkpositie gebracht is.
Als de TELIMAT-inrichting terug naar de rustpositie gebracht, wordt het TELIMAT-symbool weer
verborgen. De sensoren bewaken de TELIMAT-verstelling en activeren of deactiveren de TELIMAT-
inrichting automatisch. De toets Grensstrooien heeft bij deze variant geen functie.
Indien de toestand van de TELIMAT-inrichting langer dan 5 seconden niet gedetecteerd kan worden,
verschijnt alarm 14; zie 6.1 Betekenis van de alarmmeldingen.
5. Strooibedrijf
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 91
5.2 GSE-sensor
Wanneer een sensor voor de grensstrooi-inrichting GSE 30/GSE 60 is aangesloten en geactiveerd,
dan wordt op het display van de bedieningsunit het GSE-symbool getoond wanneer de grensstrooi-
inrichting hydraulisch naar de werkpositie gebracht werd; zie Afb. 3 Display van de bedieningsunit -
voorbeeld werkscherm AXIS-MWeergaveveld. Wordt de grensstrooi-inrichting terug naar de
rustpositie gebracht, dan wordt het GSE-symbool weer verborgen.
Tijdens de verstelling verschijnt een ?-symbool op het display van de machinebesturing, dat na
bereiken van de werkpositie weer verborgen wordt. De sensor dient voor de positiebewaking van de
GSE-grensstrooi-inrichting. Indien de toestand van de grensstrooi-inrichting langer dan 5 seconden
niet gedetecteerd kan worden, verschijnt alarm 94; zie 6.1 Betekenis van de alarmmeldingen
5.3 Werken met deelbreedtes
5.3.1 Met gereduceerde deelbreedtes strooien
U kunt aan een of beide zijden met deelbreedtes strooien en zo de volledige strooibreedte aanpassen
aan de vereisten van het veld. Elke strooizijde kan in 4 deelbreedtes (VariSpread 8) dan wel traploos
(VariSpread pro) ingesteld worden.
Zie 2.1 Overzicht van de ondersteunde machines
Toets L%/R% indrukken totdat het display de gewenste functietoetsen toont.
Afb. 50: Werkscherm strooibedrijf met deelbreedtes
[1] Deelbreedte rechts strooit over de volledige
halve zijde
[2] Functietoetsen Strooibreedte rechts
vergroten of verkleinen
[3] Functietoetsen Strooibreedte links vergroten
of verkleinen
[4] Deelbreedte links is gereduceerd tot 2
niveaus
5. Strooibedrijf
92 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Elke deelbreedte kan in 4 stappen dan wel traploos worden vergroot of verkleind.
uFunctietoets Strooibreedte links verkleinen of Strooibreedte rechts verkleinen indrukken.
De deelbreedte van de strooizijde wordt met een niveau verkleind.
uFunctietoets Strooibreedte links vergroten of Strooibreedte rechts vergroten indrukken.
De deelbreedte van de strooizijde wordt met een niveau vergroot.
De deelbreedtes zijn niet proportioneel verdeeld. U stelt de strooibreedtes in via de
strooibreedteassistent VariSpread.
Zie 4.6.12 VariSpread berekenen
5.3.2 Strooibedrijf met een deelbreedte en in de grensstrooimodus
AXIS-M V8, MDS V8
Tijdens het strooibedrijf kunt u de deelbreedtes stapsgewijze veranderen en het grensstrooien
activeren. Het onderste scherm toont het werkscherm met geactiveerd grensstrooien en geactiveerde
deelbreedte.
Afb. 51: Werkscherm een deelbreedte links, grensstrooizijde rechts
[1] Weergave van de hoeveelheidswijziging in
de grensstrooimodus
[2] De rechter strooizijde is in de
grensstrooimodus.
[3] De rechter strooizijde is geactiveerd.
[4] Deelbreedte links verkleinen of vergroten
[5] Deelbreedte links met 4 instelbare niveaus
(VariSpread 8)
5. Strooibedrijf
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 93
De strooihoeveelheid links is op de volledige werkbreedte ingesteld.
Er is op de functietoets Grensstrooien rechts gedrukt, grensstrooien is geactiveerd en de
strooihoeveelheid is met 20 % verminderd.
Druk op functietoets Strooibreedte links verkleinen om de deelbreedte met een stap te verkleinen.
Druk op functietoets C/100 %, u keert onmiddellijk terug naar de volledige werkbreedte.
Enkel bij TELIMAT-varianten zonder sensor: Druk op de T-toets; het grensstrooien wordt
gedeactiveerd.
AXIS-M VariSpread pro
Tijdens het strooibedrijf kunt u de deelbreedtes stapsgewijze veranderen en het grensstrooien
activeren. Het onderste scherm toont het werkscherm met geactiveerd grensstrooien en geactiveerde
deelbreedte.
Afb. 52: Werkscherm een deelbreedte links, grensstrooizijde rechts
[1] Weergave van de hoeveelheidswijziging in
de grensstrooimodus
[2] De rechter strooizijde is in de
grensstrooimodus.
[3] De rechter strooizijde is geactiveerd.
[4] Deelbreedte links verkleinen of vergroten
[5] Traploos instelbare deelbreedte links
(VariSpread pro)
De strooihoeveelheid links is op de volledige strooizijde ingesteld.
Er is op de functietoets Grensstrooien rechts gedrukt, grensstrooien is geactiveerd en de
strooihoeveelheid is met 20 % verminderd.
Druk op functietoets Strooibreedte links verkleinen, om de deelbreedte te verkleinen.
Druk op functietoets C/100 %; u keert onmiddellijk terug naar de volledige strooizijde.
Enkel bij TELIMAT-varianten zonder sensor: Druk op de T-toets; het grensstrooien wordt
gedeactiveerd.
5. Strooibedrijf
94 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
De functie Grensstrooien is ook mogelijk in het automatisch bedrijf met GPS Control. De
grensstrooizijde moet altijd handmatig worden bediend.
Zie 5.8 GPS Control
5.4 Strooien met automatische bedrijfsmodus (AUTO km/h + AUTO kg)
Massastroomregeling met de functie M EMC
De meting van de massastroom geschiedt afzonderlijk aan weerszijden van de strooischijven, opdat
afwijkingen van de opgegeven strooihoeveelheid onmiddellijk gecorrigeerd kunnen worden.
De functie M EMC vereist de volgende machinegegevens voor de massastroomregeling:
Toerental aftakas
• Strooischijftype
Er is een toerental van de aftakas tussen 360 en 390 omw/min mogelijk.
Het gewenste toerental dient tijdens de strooiwerkzaamheden constant (+/ 10 omw/min) te
blijven. Hiermee kunt u een hoge kwaliteit van de regeling verzekeren.
De leegloopmeting is alleen mogelijk wanneer het daadwerkelijke toerental van de aftakas met
maximaal +/- 10 omw/min afwijkt van de invoer in het menu Aftakas. Buiten dit bereik is de
leegloopmeting onmogelijk.
Voorwaarde voor strooiwerkzaamheden:
De bedrijfsmodus AUTO km/h + AUTO kg is actief. (zie 4.7.2 AUTO/MAN-modus)
5. Strooibedrijf
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 95
uHet reservoir met meststof vullen.
uMeststofinstellingen vastleggen:
wStrooihvh. (kg/ha)
wWerkbreedte (m)
uToerental van de aftakas in het dienovereenkomstige menu invoeren.
Zie 4.6.6 Toerental aftakas
uHet gebruikte type strooischijf in het overeenkomstige menu selecteren.
Zie 4.6.7 Strooischijftype
uAftakas inschakelen.
uAftakas op het ingevoerde toerental van de aftakas instellen.
Het venster Leegloopmeting verschijnt op het display
Afb. 53: Informatievenster leegloopmeting
uWachten totdat het balkje dat de voortgang aangeeft, volledig doorgelopen is.
De leegloopmeting is beëindigd.
De tijd tot onbel. dr. is op 20 min teruggezet.
uStart/stop-toets indrukken.
Het strooien start.
Zolang de aftakas draait, start een nieuwe leegloopmeting ten laatste na afloop van de tijd tot onbel.
dr. automatisch om de 20 minuten.
Onder bepaalde omstandigheden is een leegloopmeting voor de bepaling van de nieuwe
referentiegegevens vereist vooraleer u doorgaat met de strooiwerkzaamheden.
Zodra een leegloopmeting tijdens het strooien vereist is, verschijnt het informatievenster.
5. Strooibedrijf
96 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Als u de tijd tot de volgende leegloopmeting wilt observeren, kunt u ook de vrij te kiezen
weergavevelden in het werkscherm met tijd tot onbel. dr. bezetten; zie 4.10.2 Weergavekeuze
Bij het starten van de schijf, wijziging van het toerental van de aftakas en een wisseling van het
type strooischijf is een nieuwe leegloopmeting dringend noodzakelijk!
Bij ongewone stroomfactorverandering handmatig een leegloopmeting starten.
Voorwaarde:
Het strooien is gestopt (Start/stop-toets of beide deelbreedtes uitgeschakeld).
Het display toont het werkscherm.
Het toerental van de aftakas bedraagt ten minste 360 omw/min.
uEntertoets indrukken.
Het display toont het venster Leegloopmeting.
De leegloopmeting start.
uToerental aftakas eventueel aanpassen.
De balk toont de voortgang.
5.5 Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h
In de bedrijfsmodus AUTO km/h regelt de bedieningsunit automatisch de stelmotor op basis van het
snelheidssignaal.
uMeststofinstellingen vastleggen:
wStrooihvh. (kg/ha)
wWerkbreedte (m)
uHet reservoir met meststof vullen.
Voor een optimaal strooiresultaat in de bedrijfsmodus AUTO km/h voert u vóór aanvang van de
strooiwerkzaamheden een afdraaiproef uit.
uEen afdraaiproef voor de stroomfactorbepaling uitvoeren
of
Stroomfactor uit de strooitabel nemen en stroomfactor handmatig invoeren.
uOp Start/Stop drukken.
Het strooien start.
5. Strooibedrijf
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 97
5.6 Strooien met bedrijfsmodus MAN km/h
U werkt in de bedrijfsmodus MAN km/h als er geen snelheidssignaal beschikbaar is.
uMenu Machine-instelling > AUTO/MAN-modus oproepen.
uMenu-item MAN km/h selecteren.
Het display toont het invoervenster Snelheid.
uWaarde voor de rijsnelheid tijdens het strooien invoeren.
uOK drukken.
uMeststofinstellingen vastleggen:
wStrooihvh. (kg/ha)
wWerkbreedte (m)
uHet reservoir met meststof vullen.
Voor een optimaal strooiresultaat in de bedrijfsmodus MAN km/h voert u vóór aanvang van de
strooiwerkzaamheden een afdraaiproef uit.
uEen afdraaiproef voor de stroomfactorbepaling uitvoeren
of
Stroomfactor uit de strooitabel nemen en stroomfactor handmatig invoeren.
uOp Start/Stop drukken.
Het strooien start.
Houd absoluut de ingevoerde snelheid aan tijdens het strooien.
5.7 Strooien met bedrijfsmodus MAN schaalverdeling
In de bedrijfsmodus MAN schaalverd kunt u tijdens het strooibedrijf de doseerschuifopening
handmatig wijzigen.
In de handmatige modus werkt u alleen:
als er geen snelheidssignaal beschikbaar is (radar of wielsensor niet aanwezig of defect)
bij het strooien van slakkenkorrels of fijn zaad
De bedrijfsmodus MAN schaalverd is geschikt voor slakkenkorrels en fijn zaad, omdat de
automatische massastroomregeling vanwege de geringe gewichtsafname niet geactiveerd kan
worden.
5. Strooibedrijf
98 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Voor een gelijkmatige strooiing van het strooimiddel moet u in de handmatige modus absoluut met
een constante rijsnelheid werken.
Voorwaarde:
De doseerschuiven zijn geopend (activering via de Start/Stop-toets).
In het werkscherm MAN schaalverd zijn de symbolen voor de strooizijden rood ingevuld.
Afb. 54: Werkscherm MAN schaalverdeling
[1] Weergave positie schaalverdeling
doseerschuif
uOm de doseerschuifopening te wijzigen, drukt u op de functietoets F2 of F3.
F2: MAN+ om de doseerschuifopening te vergroten
of
F3: MAN- om de doseerschuifopening te verkleinen
Als u ook in de handmatige modus een optimaal strooiresultaat wilt bereiken, raden wij aan om de
waarden voor de opening van de doseerschuiven en de rijsnelheid uit de strooitabel over te
nemen.
5.8 GPS Control
De bedieningsunit QUANTRON-A is combineerbaar met een GPS compatibel toestel. Diverse
gegevens worden tussen de beide apparaten uitgewisseld, teneinde de schakeling te automatiseren.
5. Strooibedrijf
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 99
Wij adviseren u het gebruik van onze bedieningsunit CCI 800 in combinatie met de QUANTRON-
A.
Neem voor verdere informatie contact op met uw dealer.
Neem de gebruiksaanwijzing CCI 800 GPS Control in acht.
De functie OptiPoint (alleen AXIS) berekent het optimale in- en uitschakelpunt voor de
strooiwerkzaamheden op de kopakker aan de hand van de instellingen in de machinebesturing, zie
4.6.9 OptiPoint berekenen.
Voor het gebruik van de GPS Control-functies van de bedieningsunit QUANTRON-A moet de
seriële communicatie geactiveerd worden!
In het menu Systeem/test > Dataoverdracht het submenupunt GPS-Control activeren.
AXIS met VariSpread pro: naargelang de gebruikte GPS-terminal kan de machinebesturing het
aantal deelbreedtes verminderen. Gelieve hiervoor contact met uw handelaar op te nemen.
Bij aanvullend gebruik van toepassingskaarten moet de seriële communicatie geactiveerd worden
In het menu Systeem / test > Dataoverdracht het submenupunt GPS-Control + VRA
activeren.
De streefhoeveelheid van de toepassingskaart uit de GPS-terminal wordt dan automatisch in de
bedieningsunit QUANTRON-A afgewerkt.
Het symbool A naast de wigvormige percelen signaleert de geactiveerde automatische functie. De
besturing opent en sluit de afzonderlijke deelbreedtes afhankelijk van de positie in het veld. Het
strooien start alleen, als u op Start/Stop drukt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door vrijkomende meststof
De functie SectionControl start automatisch zonder voorwaarschuwing het strooibedrijf.
Vrijkomende meststof kan letsel aan ogen en neusslijmvlies veroorzaken.
Er bestaat eveneens gevaar voor uitglijden.
Tijdens het strooibedrijf personen uit de gevarenzone sturen.
5. Strooibedrijf
100 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Afb. 55: Weergave op het werkscherm: Strooibedrijf met GPS Control
Afstand in (m)
De parameter Afstand in (m) geeft de inschakelafstand [A] aan ten opzichte van de veldgrens [C]. Op
deze positie in het veld gaan de doseerschuiven open. Deze afstand is afhankelijk van de soort
meststof en vormt de optimale inschakelafstand voor een geoptimaliseerde verdeling van meststof.
Afb. 56: Afstand in (ten opzichte van de veldgrens)
A Inschakelafstand C Veldgrens
Wanneer u de inschakelpositie in het veld wenst te wijzigen, moet u de waarde Afstand in (m)
aanpassen.
Een kleinere waarde van de afstand betekent dat de inschakelpositie in de richting van de
veldgrens wordt verplaatst.
Een grotere waarde betekent dat de inschakelpositie in de richting van het veld wordt verplaatst.
5. Strooibedrijf
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 101
Afstand uit (m)
De parameter Afstand uit (m) geeft de uitschakelafstand [B] aan ten opzichte van de veldgrens [C]. Op
deze positie in het veld beginnen de doseerschuiven te sluiten.
Afb. 57: Afstand uit (ten opzichte van de veldgrens)
B Uitschakelafstand C Veldgrens
Indien u de uitschakelpositie wenst te wijzigen, moet u de Afstand uit (m) dienovereenkomstig
aanpassen.
Een kleinere waarde betekent dat de uitschakelpositie in de richting van de veldgrens wordt
verplaatst.
Een grotere waarde betekent dat de uitschakelpositie in de richting van het veld wordt verplaatst.
Als u via het kopakkerrijpad wilt keren, voert u een grotere afstand in Afstand uit (m) in. De
aanpassing moet daarbij zo gering mogelijk zijn, zodat de doseerschuiven sluiten als de tractor in het
kopakkerrijpad afbuigt. Een aanpassing van de uitschakelafstand kan tot een onderbemesting in het
gedeelte van de uitschakelposities in het veld leiden.
5. Strooibedrijf
102 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
6 Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
6.1 Betekenis van de alarmmeldingen
Op het display van de bedieningsunit QUANTRON-A kunnen verschillende alarmmeldingen worden
weergegeven.
Nr. Melding in het display Betekenis en mogelijke oorzaak
1 Storing aan doseerunit, stoppen! De motor voor de doseerinrichting kan de
streefwaarde niet bereiken:
• Blokkade
Geen retourmelding van de positie
2 Opening maximaal! Snelheid of
doseerhoeveelheid te hoog
Doseerschuifalarm
De maximale doseeropening is bereikt.
De ingestelde doseerhoeveelheid (+/-
hoeveelheid) overschrijdt de maximale
doseeropening.
3 Stroomfactor ligt buiten de grenswaarden De stroomfactor moet tussen 0,40 en 1,90
liggen.
De nieuw berekende of ingevoerde
stroomfactor ligt buiten het bereik.
4 Reservoir links leeg! De linker peilsensor meldt “leeg”.
Het linker reservoir is leeg.
5 Reservoir rechts leeg! De rechter peilsensor meldt “leeg”.
Het rechter reservoir is leeg.
7 Gegevens worden gewist!
Wissen = START Annuleren = ESC
Veiligheidsalarm, om per vergissing wissen van
gegevens te verhinderen
8 Min. strooihoeveelheid 150 kg niet bereikt,
oude factor geldig
Stroomfactorberekening niet mogelijk
De strooihoeveelheid is te klein om de
nieuwe stroomfactor bij het wegen van de
resthoeveelheid te berekenen.
De oude stroomfactor blijft behouden.
9 Strooihoeveelheid
Min. instelling = 10 Max. instelling = 3000
Verwijzing naar het waardebereik van de
strooihoeveelheid
De ingevoerde waarde is niet toegestaan.
6. Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 103
Nr. Melding in het display Betekenis en mogelijke oorzaak
10 Werkbreedte
Min. instelling = 12.00 Max. instelling = 50.00
Verwijzing naar het waardebereik van de
werkbreedte
De ingevoerde waarde is niet toegestaan.
11 Stroomfactor
Min. instelling = 0.40 Max. instelling = 1.90
Verwijzing naar het waardebereik van de
stroomfactor
De ingevoerde waarde is niet toegestaan.
12 Fout tijdens de data-overdracht. Geen RS232-
verbinding
Bij de dataoverdracht naar de bedieningsunit is
een fout opgetreden.
De gegevens werden niet overgebracht.
14 Fout bij TELIMAT verstelling Alarm voor de TELIMAT-sensor
Deze foutmelding wordt getoond wanneer de
toestand van TELIMAT langer dan 5 seconden
niet gedetecteerd kan worden.
15 Geheugen is vol Wissen van een privétabel is
noodzakelijk
Het geheugen voor de strooitabellen is met
maximaal 30 soorten meststof bezet.
16 Afgiftepunt aanrijden Ja = Start Veiligheidsvraag vóór het automatisch
benaderen van het afgiftepunt.
Instelling van het afgiftepunt in het menu
Meststofinstelling
• Snellossen
17 Fout bij verstelling afgiftepunt De verstelling van het afgiftepunt kan de aan te
sturen streefwaarde niet bereiken.
Storing bijvoorbeeld aan de
voedingsspanning.
Geen retourmelding van de positie
18 Fout bij verstelling afgiftepunt De verstelling van het afgiftepunt kan de aan te
sturen streefwaarde niet bereiken.
• Blokkade
Geen retourmelding van de positie
• Afdraaiproef
19 Defect aan verstelling afgiftepunt De verstelling van het afgiftepunt kan de aan te
sturen streefwaarde niet bereiken.
Geen retourmelding van de positie
6. Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
104 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Nr. Melding in het display Betekenis en mogelijke oorzaak
20 Fout aan LIN-Bus deelnemer: Communicatieprobleem
Kabel defect
Stekkerverbinding losgekomen
21 Strooier overbeladen! Alleen voor weegstrooiers: De schotelstrooier
voor minerale mest is overbeladen.
Te veel meststof in het reservoir
23 Fout bij TELIMAT verstelling De TELIMAT-verstelling kan de aan te sturen
streefwaarde niet bereiken.
• Blokkade
Geen retourmelding van de positie
24 Defect aan TELIMAT verstelling Defect van de TELIMAT-stelcilinder
25 Strooischijfstart activeren met ENTER
32 Extern bediende delen kunnen bewegen.
Gevaar van snijden en beknelling. - Alle
personen uit gevarenzone verwijderen. -
Handboek naleven. Bevestig met ENTER.
Als de machinebesturing ingeschakeld wordt,
kunnen delen onverwacht bewegen.
Alleen als alle mogelijke gevaren
weggenomen zijn, instructies op het
scherm volgen.
36 Hoeveelheid wegen niet mogelijk. Machine
moet stilstaan.
Alarmmelding bij het wegen
Functie Hoeveelheid wegen kan enkel
uitgevoerd worden wanneer de machine
stilstaat en horizontaal staat.
45 Fout M-EMC-sensor. EMC- regeling
uitgeschakeld!
De sensor zendt geen signaal meer.
• Kabelbreuk
Sensor defect
46 Fout strooitoerental. Strooitoerental 450..650
rpm aanhouden.
Het toerental van de aftakas ligt buiten het
bereik voor de functie M EMC.
47 Fout dosering links, reservoir leeg, uitloop
geblokkeerd! Reservoir leeg
Uitloop geblokkeerd
48 Fout dosering rechts, reservoir leeg, uitloop
geblokkeerd! Reservoir leeg
Uitloop geblokkeerd
49 Leegloopmeting niet plausibel. EMC-regeling
uitgeschakeld! Sensor defect
Drijfwerk defect
6. Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 105
Nr. Melding in het display Betekenis en mogelijke oorzaak
50 Leegloopmeting niet mogelijk. EMC-regeling
uitgeschakeld!
Toerental aftakas voortdurend onstabiel
51 Reservoir leeg! De kg-leegmeldsensor meldt “Leeg”. De
ingevoerde waarde is onderschreden.
52 Fout aan afdekzeil De positie van het afdekzeil kon niet
worden bereikt.
• Blokkade
Stelmotor defect
53 Defect aan afdekzeil De stelmotor voor het afdekzeil kan de
aangegeven streefwaarde niet bereiken.
• Blokkade
Stelmotor defect
54 TELIMAT positie wijzigen! De TELIMAT-positie komt niet overeen met de
toestand die door GPS Control gemeld is.
72 Fout bij SpreadLight Stroomvoorziening is te hoog; de werklampen
worden uitgeschakeld.
73 Fout bij SpreadLight Overbelasting
74 Defect aan SpreadLight Aansluitfout
Kabel defect
Stekkerverbinding losgekomen
93 Voor dit type strooischijf is een ombouw aan de
TELIMAT-inrichting nodig. Montagehandleiding
in acht nemen.
De strooischijf S1 is gemonteerd en de
machine is uitgerust met TELIMAT.
Strooifouten bij het grensstrooien mogelijk
Dit type strooischijf vereist de ombouw
van de TELIMAT-inrichting.
94 Storing aan de GSE-inrichting Alarm voor de GSE-sensor. Deze foutmelding
wordt getoond wanneer de toestand van de
GSE-inrichting langer dan 5 seconden niet
gedetecteerd kan worden.
6. Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
106 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
6.2 Storing/alarm
Op het display wordt een alarmmelding gecombineerd met een waarschuwingssymbool weergegeven.
Afb. 58: Voorbeeld alarmmelding
Alarmmelding bevestigen:
uVerhelp de oorzaak van de alarmmelding.
Neem hiervoor de gebruiksaanwijzing van de machine en het gedeelte 6.1 Betekenis van de
alarmmeldingen in acht.
uFolietoets C/100% indrukken.
6. Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 107
7 Speciale uitrusting
Weergave Benaming
Leegmeldsensor
Rijsnelheidssensor
Y-kabel RS232 voor gegevensuitwisseling (bijv. GPS, N-sensor
etc.)
Kabelset systeemtractoren, 12 m
7. Speciale uitrusting
108 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
Weergave Benaming
GSP-kabel en ontvanger
TELIMAT-sensor
Universele houder
WLAN-module
7. Speciale uitrusting
QUANTRON-A AXIS/MDS 5902667 109
8 Garantie en vrijwaring
RAUCH-apparaten worden vervaardigd op basis van moderne fabricagemethoden en met uiterste
zorgvuldigheid en worden vele malen gecontroleerd.
Daarom biedt RAUCH 12 maanden garantie als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
De garantie gaat in op de datum van de aankoop.
De garantie omvat materiaal- of fabricagefouten. Voor producten van derden (hydraulisch
systeem, elektronica) zijn wij uitsluitend aansprakelijk in het kader van de vrijwaring van de
betreffende fabrikant. Tijdens de garantieperiode worden fabricage- en materiaalfouten kosteloos
verholpen door vervanging of verbetering van de betreffende onderdelen. Overige, ook
verdergaande rechten als aanspraak op koopvernietiging, korting op de aanschafprijs of
vergoeding van schade die niet aan het geleverde object ontstaan is, zijn uitdrukkelijk uitgesloten.
De garantieprestatie wordt geleverd door erkende werkplaatsen, door RAUCH-
fabrieksvertegenwoordiging of door de fabriek zelf.
Van de garantie uitgesloten zijn gevolgen van natuurlijke slijtage, vervuiling, corrosie en alle
fouten die zijn ontstaan door onvakkundig hanteren alsmede inwerkingen van buitenaf. Bij
eigenmachtig uitvoeren van reparaties of wijzigingen van de originele toestand vervalt de
garantie. De aanspraak op vervanging vervalt, als er geen originele RAUCH-
vervangingsonderdelen gebruikt zijn. Neem daarom de gebruiksaanwijzing in acht. Neem bij
twijfel contact op met onze fabrieksvertegenwoordiging of direct met onze fabriek. Garantieclaims
moeten uiterlijk binnen 30 dagen na optreden van de schade bij de fabriek zijn ingediend.
Vermeld koopdatum en machinenummer. Reparaties waarvoor garantie moet worden verleend,
mogen door de erkende werkplaats pas na overleg met RAUCH of diens officiële
vertegenwoordiging worden uitgevoerd. De garantieperiode wordt niet verlengd door
garantiewerkzaamheden. Transportfouten zijn geen fabricagefouten en vallen daarom niet onder
de vrijwaringsplicht van de fabrikant.
Aanspraak op vergoeding van schade die niet aan de RAUCH-apparaten zelf is ontstaan, is
uitgesloten. Hieronder valt ook uitsluiting van aansprakelijkheid voor vervolgschade als gevolg
van strooifouten. Eigenmachtige wijzigingen aan RAUCH-apparaten kunnen vervolgschade
veroorzaken. Hiervoor is de leverancier niet aansprakelijk. Bij opzet of grove nalatigheid van de
eigenaar of een leidinggevende geldt de uitsluiting van aansprakelijkheid van de leverancier niet.
Dit geldt ook voor die gevallen waarbij de productaansprakelijkheidswetgeving aangeeft, dat de
leverancier aansprakelijk is voor persoonlijk letsel of materiële schade aan privé gebruikte
voorwerpen door gebreken van het geleverde object. Tevens geldt dit voor het ontbreken van
eigenschappen die uitdrukkelijk toegezegd zijn, als de toezegging tot doel had om de besteller te
beschermen tegen schade die niet aan het geleverde object zelf ontstaan is.
8. Garantie en vrijwaring
110 5902667 QUANTRON-A AXIS/MDS
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

Rauch QUANTRON-A | AXIS M / MDS Handleiding

Type
Handleiding