Sony MHC-FR1 de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding
Mini Hi-Fi
Component
System
3-860-079-31(1)
MHC-FR1
f
©1997 by Sony Corporation
Gebruiksaanwijzing
Bruksanvisning
Istruzioni per l’uso
NL
I
S
2
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar van brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om gevaar van elektrische
schokken te vermijden. Laat reparaties aan de
erkende vakhandel over.
Installeer het apparaat niet in een krappe,
omsloten ruimte zoals een boekenrek of een
inbouwkast.
De laser in dit apparaat is in staat straling uit te
zenden die de toegestane limiet van LASER
KLASSE 1 overschrijdt.
Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich
binnenin het apparaat.
Deze apparatuur is
geclassificeerd als een
LASER KLASSE 1 product.
Een label met de
aanduiding CLASS 1
LASER PRODUCT bevindt
zich aan de onderkant van
het apparaat.
Opmerking
Voor de verscheping is het netsnoer met een
klembandje aan het achterpaneel vastgezet. Maak
dit klembandje los wanneer u de stekker in het
stopkontakt wilt steken.
Deze stereo-installatie is voorzien van het Dolby* B-
type ruisonderdrukkingssysteem.
* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder
licentie van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool a zijn
handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Achterpaneel
Klembandje
3
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-
installatie ........................................... 4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok .......... 6
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders ..................................... 7
Insteken van compact discs .................. 8
Aansluiten van externe audio/video-
apparatuur en buitenantennes..... 10
Basisbediening
Afspelen van een compact disc .......... 13
Opnemen van een compact disc ........ 15
Luisteren naar de radio ....................... 16
Opnemen van een radio-
uitzending ....................................... 17
Afspelen van een cassette ................... 18
Kopiëren van bandopnamen .............. 20
Compact disc speler
Gebruik van het CD uitleesvenster ... 21
Herhaalde weergave van
muziekstukken op CD .................. 22
Willekeurige weergave van
muziekstukken op CD .................. 22
Programma-weergave van
muziekstukken op CD .................. 23
Afzonderlijke weergave van uw
favoriete CD ................................... 25
Titels voor uw compact discs
invoeren .......................................... 26
Opzoeken van een gewenste compact
disc ................................................... 28
Weergeven van de hoogtepunten van
een TEXT-CD.................................. 29
Cassettedeck
Handmatig opnemen op een
cassette ............................................ 30
Opnemen van gekozen muziekstukken
van uw CD’s ................................... 31
Speciale DJ effecten
Repeteerweergave van een
muziekfragment op CD ................ 33
Flitsweergave van een muziekfragment
op CD............................................... 33
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid..................... 34
Keuze van klankbeelden en
effecten ............................................ 35
Akoestiekaanpassing en
toonregeling.................................... 36
Zelfgemaakte klankbeelden................ 38
Andere mogelijkheden
Met muziek in slaap vallen ................. 39
Met muziek gewekt worden............... 39
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen................................... 41
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 42
Verhelpen van storingen ..................... 43
Technische gegevens............................ 46
Index....................................................... 48
4
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie
Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de kaderantenne in elkaar en sluit
deze aan.
Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER klemmen met dezelfde kleur.
Houd de luidsprekersnoeren uit de
buurt van de antennes en
antennesnoeren, om storing in de
weergave te voorkomen.
* De kleuren van uw luidsprekersnoeren kunnen
verschillen van de hier aangegeven kleuren. Zie
voor nadere bijzonderheden de handleiding van
uw luidsprekers.
1
Voorbereidingen
2
AM-kaderantenne
FM-antenne
Linker luidspreker
Rechter luidspreker
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. Met de stappen 2 en 3 is het installeren kompleet.
COAXIAL
FM 75
AM
AM-kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne zover
mogelijk horizontaal uit.
Rood ()*
Zwart ()*
R
+
L
+
Steek alleen de gestripte
kerndraad in de aansluitklem.
5
Steek de stekker van het netsnoer in
het stopkontakt.
Nu verschijnt in het uitleesvenster een
demonstratie van de mogelijkheden van
de apparatuur.
Schakel de demonstratie uit door op
de DISPLAY/DEMO toets te
drukken terwijl de stereo-installatie
nog uitgeschakeld is.
De demonstratie zal ook worden
uitgeschakeld wanneer u de tijd gaat
instellen.
Plaats twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de afstandsbediening
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet
meer goed op de afstandsbediening reageert,
vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit
verwijderen, om schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Betreffende de opstelling
Zorg dat de stereo-installatie horizontaal (waterpas)
op een stevige ondergrond staat. Als het apparaat
scheef staat of wegglijdt, kan dit leiden tot storing in
de werking en schade aan het mechanisme.
4
3
}
}
]
]
6
1 Druk op de t/CLOCK SET toets.
De uren-aanduiding gaat knipperen.
2 Stel met de linker instel-draaiknop
het juiste uur in.
De ingebouwde klok werkt met een 24-
uurs cyclus.
3 Druk op de ENTER invoertoets.
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Stap 2: Gelijkzetten
van de klok
Om de schakelklok-funkties te kunnen
gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok
op de juiste tijd moeten instellen.
4 Stel met de draaiknop de juiste
minuut in.
5 Druk op de ENTER invoertoets.
De klok gaat nu lopen.
Tips
Bij een vergissing dient u de instelling over te
doen vanaf stap 1.
Bij gelijkzetten van de klok wordt de demonstratie
uitgeschakeld. Als u de demonstratie wilt zien,
drukt u op de DISPLAY/DEMO toets terwijl het
apparaat nog uitgeschakeld is.
2,4 3,5 1
0:00
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
DOLBY NR B OFF
STEREO
MONO
SYNC
STEP
REC
kHz
MHz
VOLUME
PLUS
1
7:00
7
n
Stap 3: Vastleggen
van uw favoriete
radiozenders
U kunt maximaal 40 favoriete radiozenders
vastleggen, 20 voor de FM, 10 voor de
middengolf en 10 voor de langegolf.
3 Draai aan de linker instel-
draaiknop.
De tuner begint nu de afstemband te
doorzoeken, om te stoppen wanneer er
op een duidelijk doorkomende zender is
afgestemd. In het uitleesvenster
verschijnt de aanduiding “TUNED” (en
ook “STEREO” als er een FM stereo
radio-uitzending wordt ontvangen).
4 Druk op de TUNER MEMORY
toets.
In het uitleesvenster verschijnt nu een
voorinstelnummer.
5 Draai aan de instelknop om uw
gewenste voorkeur-zendernummer
voor de ontvangen zender te kiezen.
6 Druk op de ENTER toets.
De zender wordt nu vastgelegd onder
uw gekozen nummer.
7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 voor elk
van de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Afstemmen op een zender die te
zwak doorkomt voor
automatische afstemming
Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING
MODE toets tot de aanduiding “MANUAL”
verschijnt en draai dan aan de instelknop om
op de gewenste zender af te stemmen.
Vastleggen onder een ander
nummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het
verwijderen van de stekker uit het stopkontakt of na
uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in
het afstemgeheugen bewaard blijven.
1 Druk net zovaak op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de afstemband als volgt:
FM n MW (MG) n LW (LG)
2 Druk net zovaak op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
“AUTO” in het uitleesvenster
verschijnt.
3,5 6 214
POWER
AUTO
TUNED
STEREO
MHz
VOLUME
FM 100.50
20
Voorinstelnummer
AUTO
TUNED
STEREO
VOLUME
MEMORY FM 1?
20
8
Insteken van compact
discs
De compact disc wisselaar van deze stereo-
installatie biedt ruimte aan 51 compact discs.
Het is aanbevolen de PLUS ONE CD-gleuf te
gebruiken voor een CD die geen vaste plaats
heeft, maar die u regelmatig wilt verwisselen
(zie blz. 25).
3 Open het voorpaneel door op de
rechterkant van het deurtje te
drukken.
Voorpaneel
1 Druk op de POWER schakelaar om
de stereo-installatie in te schakelen.
2 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“CD” verschijnt.
4 Draai aan de instelknop tot u de
gewenste gleuf voor het insteken
van een CD bereikt, terwijl u let op
het discnummer (dat staat vermeld
bij elke discgleuf en bovendien in
het uitleesvenster verschijnt).
Het discnummer* of de disctitel (zie voor
nadere bijzonderheden blz. 26) van de
disc in de laadstand wordt in het
uitleesvenster aangegeven. Wanneer u
aan de instelknop draait, zal het
discnummer of de disctitel veranderen.
* Als u reeds compact discs in het carrousel
hebt geplaatst, zal het nummer van de disc
in de afspeelstand verschijnen. Wanneer u
aan de instelknop draait, zal dit discnummer
plaatsmaken voor het nummer van de disc in
de laadstand.
Discgleuf bij de
laadstand
Discnummer
Carrousel
Laadstand
Afspeelstand
21 3,74
Discnummer of disctitel
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S TUNED
STEREO
VOLUME
20
*DISC-20*
9
5 Plaats een compact disc rechtop,
met de label-kant naar rechts.
Opmerkingen
Zorg dat alle compact discs rechtop in het
carrousel staan. Een CD die scheef staat kan
zelf beschadigd worden of schade aan de CD-
wisselaar veroorzaken.
Wacht tot het carrousel geheel tot stilstand is
gekomen, alvorens u er compact discs in
plaatst of uit neemt.
6 Herhaal de stappen 4 en 5 als u nog
meer compact discs wilt plaatsen.
7 Sluit het voorpaneel door tegen de
rechterkant van het deurtje te
drukken tot het vastklikt.
Het carrousel draait en de discgleuf van
de laadstand wordt doorgedraaid naar
de afspeelstand.
Houd het voorpaneel altijd gesloten,
behalve voor het insteken of verwijderen
van compact discs.
Met de
bedrukte
label-kant
naar rechts
Verwijderen van compact
discs
Volg de stappen 1 t/m 3 onder “Insteken van
compact discs” op blz. 8 en neem dan de
ongewenste discs uit het carrousel. Sluit
vervolgens het voorpaneel weer.
Opmerkingen
Plaats nooit een lege 8-cm adapter voor CD-
singletjes in het carrousel. Dit zou de compact disc
wisselaar kunnen beschadigen.
Plak nooit een etiket of iets dergelijks op een
compact disc. Dit zou de CD zelf en de compact
disc wisselaar kunnen beschadigen.
Als u een CD in het carrousel plaatst maar de disc
komt niet goed in de gleuf te zitten, neemt u dan
a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Voor het vervoer van de stereo-installatie dient u
alle compact discs uit de CD-wisselaar te
verwijderen.
Als u een zojuist afgespeelde compact disc wilt
verwijderen, drukt u op ENTER nadat u het
voorpaneel hebt geopend. De disc wordt dan naar
de laadstand doorgedraaid. Wacht even tot het
carrousel geheel tot stilstand is gekomen en dan
kunt u de compact disc uitnemen.
Tips
Om een bepaalde compact disc afzonderlijk af te
spelen volgt u de aanwijzingen onder
“Afzonderlijke weergave van uw favoriete CD”.
In het uitleesvenster kunt u zelf gekozen disctitels
laten verschijnen in plaats van de discnummers
(zie onder “Titels voor uw compact discs
invoeren”) om uw discs voor afspelen sneller te
herkennen en terug te vinden.
Bij instellen op de CD-TEXT disc zal altijd de vaste
disctitel worden aangegeven in plaats van het
discnummer.
10
Aansluiten van
externe audio/video-
apparatuur en
buitenantennes
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-
installatie kunt er los verkrijgbare apparatuur
op aansluiten. Zie voor nadere
bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing
van elk aan te sluiten apparaat.
Aansluiten van een
videorecorder
Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van
de stekkers en de aansluitbussen niet
verwisselt. Om te luisteren naar het geluid
van de aangesloten videorecorder, drukt u
net zovaak op de FUNCTION toets tot het
uitleesvenster “VIDEO” aangeeft.
Opmerking
Als het weergegeven geluid in de “VIDEO” stand
vervormd klinkt, kunt u beter overschakelen naar
de “MD” stand (zie “Voor aansluiten van een
minidisc-recorder” op deze bladzijde).
Aansluiten van audio-
apparatuur
Kies een van de volgende twee
aansluitmethoden, afhankelijk van de aan te
sluiten apparatuur en de gebruikte
aansluitbussen en snoeren.
Voor aansluiten van een minidisc-
recorder
Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot
het uitleesvenster “MD” aangeeft. Verschijnt
deze aanduiding niet, stel dan in op “VIDEO”
en ga aldus te werk. Zet de stereo-installatie
uit en schakel deze dan weer in met de
POWER schakelaar terwijl u de GROOVE
toets ingedrukt houdt. Nu zal de “VIDEO”
aanduiding in het uitleesvenster veranderen
in de “MD” aanduiding.
Om terug te keren naar “VIDEO” herhaalt u
deze werkwijze.
Aansluiten van een minidisc-
recorder voor digitale opname
Door aansluiten van een minidisc-recorder
via een optische aansluitkabel kunt u de
muziek van uw CD’s digitaal opnemen op
minidiscs.
naar de audio-uitgangen van de
videorecorder
naar de DIGITAL IN aansluiting van de
minidisc-recorder
11
Aansluiten van een speciale
lagetonen-luidspreker
Op deze stereo-installatie kunt u ook een los
verkrijgbare lagetonen-luidspreker
aansluiten.
Aansluiten van akoestiek-
achterluidsprekers
Op deze stereo-installatie kunt u ook een stel
los verkrijgbare akoestiekluidsprekers
aansluiten.
Opmerking
Voor akoestiekweergave dient u in elk geval zowel
een linker als een rechter achterluidspreker aan te
sluiten. Eén enkele achterluidspreker zal geen
geluid weergeven.
Aansluiten van een minidisc-
recorder voor analoge opname
Gebruik gewone audio-aansluitsnoeren en
zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van
de stekkers en de aansluitbussen niet
verwisselt. Om te luisteren naar de weergave
van een minidisc drukt u net zovaak op de
FUNCTION toets tot het uitleesvenster “MD”
aangeeft.
Tip
Als u een platenspeler met een MM magnetisch
element aansluit op de VIDEO/MD IN
aansluitingen, gebruikt u dan voor het aansluiten
een los verkrijgbare MM equalizer-voorversterker
en een audio-aansluitsnoer.
Voor het luisteren naar de weergave van de
platenspeler, drukt u dan enkele malen op de
FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding
“VIDEO” verschijnt.
wordt vervolgd
naar de audio-
ingangen van de
minidisc-recorder
naar de audio-
uitgangen van de
minidisc-recorder
naar de lagetonen-luidspreker
naar de
rechter
akoestiek-
luidspreker (R)
naar de linker
akoestiekluidspreker (L)
12
Aansluiten van externe audio/
video-apparatuur en
buitenantennes (vervolg)
Aansluiten van
buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het
aanbevolen een of meer buitenantennes aan
te sluiten.
FM-antenne
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne
aan. Ook kunt u gebruik maken van een TV-
antenne.
AM-antenne
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter
lengte aan op de AM antenne-aansluiting.
Laat de AM-kaderantenne hierbij ook nog
wel aangesloten.
Belangrijk
Bij gebruik van een buitenantenne dient deze
geaard te worden, ter bescherming tegen
blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit
aan op een gasleiding; gezien de kans op een
gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.
y
COAXIAL
FM 75
AM
IEC standaard
antennestekker (niet
bijgeleverd)
Schroefklem
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
y
COAXIAL
FM 75
AM
Schroefklem
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
Basisbediening
13
Afspelen van een
compact disc
— Normale CD-weergave
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Draai aan de linker instel-draaiknop
tot het gewenste discnummer of de
disctitel (zie blz. 26) wordt
aangegeven.
3 Druk op de ENTER toets of de CD
toets (of op de CD (
weergavetoets van de
afstandsbediening).
De gekozen compact disc wordt dan in
de afspeelstand gezet en de weergave
ervan begint.
Basisbediening
Met deze stereo-installatie kunt u tot 51
compact discs achtereen afspelen.
wordt vervolgd
1
CD
/±πSTOP VOLUME
32
POWER
0/)
VOL +/–
CD(
P
AUTO
ALL
1
DISC
S TUNED
STEREO
VOLUME
20
*DISC-2‚*
14
Afspelen van een compact disc
(vervolg)
Kiezen van de volgende CD voor
weergave
Draai tijdens het afspelen van een CD aan de
instelknop tot het gewenste discnummer (of
de disctitel) met de aanduiding “NEXT”
wordt aangegeven. Om dan onmiddellijk
door te gaan met weergave van de gekozen
CD, drukt u op de ENTER toets.
Om uw keuze van een CD te annuleren,
drukt u tweemaal op de CONTINUE toets,
zodat de “NEXT” aanduiding dooft.
Tips
Bij indrukken van de CD ·∏ toets terwijl de
stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en start de CD-
weergave, mits er een compact disc in de
afspeelstand staat (één-toets weergavestart).
Ook van het afspelen van een andere geluidsbron
kunt u rechtstreeks overschakelen naar de CD-
speler, om de CD-weergave automatisch te starten
met een enkele druk op de CD ·∏ toets
(automatische geluidsbron-keuze).
Als er in dit geval geen CD in de afspeelstand
staat, verschijnt de aanduiding “-NO DISC-”.
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
Hervatten van
de weergave
Kiezen van een
compact disc
Opzoeken van
een
muziekstuk
10 CD’s tegelijk
vooruit
of terug gaan
Opzoeken van
een punt in een
muziekstuk
Afspelen van
alleen de
gekozen
compact disc
Afspelen van
alle
CD’s
Bijregelen van
de
geluidssterkte
Stoppen met
afspelen en
uitnemen van
de disc
Doet u het volgende
Druk op de π STOP toets.
Druk op de CD toets (of op
de P pauzetoets van de
afstandsbediening)
Druk op de CD toets (of op
de P pauzetoets van de
afstandsbediening)
Draai de instelknop rechts- of
linksom (of druk op de b, resp.
de B toets van de
afstandsbediening) en laat de
knop (of toets) los bij het
bereiken van de gewenste CD.
Opzoeken van een muziekstuk
Druk tijdens afspelen of in de
pauzestand op de ± toets
(om vooruit te zoeken) of de
toets (om terugwaarts te
zoeken) en laat de toets los bij
het bereiken van het gewenste
muziekstuk.
Druk op de V toets van de
afstandsbediening (om 10 CD’s
vooruit te gaan) of op de v toets
(om 10 CD’s terug te gaan).
Houd tijdens afspelen de )
of 0 toets van de
afstandsbediening (voor
vooruit-, resp. terugwaarts
zoeken) ingedrukt en laat de
toets bij het gewenste punt los.
Druk net zovaak op de
CONTINUE toets tot er “1
DISC” wordt aangegeven.
Druk net zovaak op de
CONTINUE toets tot er “ALL
DISCS” wordt aangegeven.
Draai aan de VOLUME
regelaar (of druk op de VOL
+/– toets van de
afstandsbediening)
Open het voorpaneel en druk
op de ENTER toets.
Bij openen van het voorpaneel
terwijl de CD PLUS ONE toets
verlicht is zal automatisch de
PLUS ONE CD-gleuf naar
voren komen.
TITLE
AUTO
ALL
DISC
S TUNED
STEREO
NEXT
VOLUME
51
Basisbediening
15
Opnemen van een
compact disc
— CD synchroon-opname
De CD SYNCHRO toets maakt het opnemen
van een compact disc op cassette uiterst
eenvoudig. Voor het opnemen kunt u naar
keuze TYPE I (normaalband) of TYPE II
(CrO2-band) cassettes gebruiken. Het
opnameniveau wordt hierbij automatisch
ingesteld.
1 Druk op de § EJECT uitwerptoets
en plaats een voor opnemen
geschikte cassette in deck B.
2 Draai aan de linker instel-draaiknop
tot het gewenste discnummer of de
disctitel (zie blz. 26) wordt
aangegeven.
3 Druk op de CD SYNCHRO toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
en de CD-speler in gereedheid voor
weergave. De · indikator (voor de
voorkant van de cassette) licht op.
4 Druk enkele malen op de
DIRECTION toets om in te stellen
op A als u alleen op de voorkant
wilt opnemen; stel in op ß (of op
“RELAY”) als u op beide
cassettekanten wilt opnemen.
5 Druk op de PAUSE toets.
Nu begint het opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de π STOP toets.
Tips
Als u op de achterkant van de cassette wilt
opnemen, druk dan op de TAPE B ª toets zodat
de ª indikator (voor de achterkant) oplicht.
Voor het opnemen op beide cassettekanten dient u
in elk geval aan de voorkant te beginnen. Als u
begint met opnemen aan de achterkant, stopt het
opnemen altijd aan het eind van de achterkant.
Om storende bandruis in zacht doorkomende
hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u na de
CD SYNCHRO toets op de DOLBY NR toets,
zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B”
verschijnt.
Opmerking
Het is niet mogelijk om tijdens het opnemen te
luisteren naar andere geluidsbronnen.
Met de kant
voor opnemen
naar voren
gericht
13
πSTOP
DOLBY NR
25
4
POWER
Discnummer of disctitel
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S TUNED
STEREO
VOLUME
20
*DISC-20*
16
n
n
Luisteren naar de radio
–– Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het
afstemgeheugen vast (zie onder “Stap 3:
Vastleggen van uw favoriete radiozenders”).
1 Druk net zovaak op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste
afstemband wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding van de
afstemband als volgt:
FM n MW (MG) n LW (LG)
2 Druk net zovaak op de TUNING
MODE toets tot de aanduiding
“PRESET” in het uitleesvenster
verschijnt.
MANUAL n AUTO n PRESET
3 Draai aan de instelknop (of druk op
de = of + toets van de
afstandsbediening) om af te
stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
Voor het
Uitschakelen van
de radio
Bijregelen van de
geluidssterkte
Doet u het volgende
Druk op de POWER
schakelaar.
Draai aan de VOLUME
regelaar (of druk op de
VOL +/– toets van de
afstandsbediening).
STEREO/MONO
3 1 2
VOLUME
POWER
=/+
VOL +/–
TUNER/
BAND
Draai naar
links (of druk
op de =
toets van de
afstandsbedie-
ning) om af te
stemmen op
een lager
genummerde
zender.
Draai naar
rechts (of druk
op de + toets
van de
afstandsbedie-
ning) om af te
stemmen op
een hoger
genummerde
zender.
Voorinstelnummer Afstemfrekwentie
PRESET
TUNED
STEREO
MHz
VOLUME
FM 3 104.00
20
Basisbediening
17
Opnemen van een
radio-uitzending
U kunt vlot en eenvoudig een radio-
uitzending opnemen op cassette, door een
van uw voorkeurzenders te kiezen. Voor het
opnemen kunt u naar keuze TYPE I
(normaalband) of TYPE II (CrO2-band)
cassettes gebruiken. Het opnameniveau
wordt hierbij automatisch ingesteld.
Luisteren naar radiozenders die
niet zijn vastgelegd
Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING
MODE toets tot de aanduiding “MANUAL”
of AUTO” verschijnt en draai dan aan de
instelknop om op de gewenste zender af te
stemmen.
Tips
Bij indrukken van de TUNER/BAND toets terwijl
de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint de weergave
van de laatst ontvangen radiozender (één-toets
weergavestart).
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron naar de tuner en de radio-
ontvangst starten, eenvoudig met een druk op de
TUNER/BAND toets (of de BAND toets van de
afstandsbediening) (automatische geluidsbron-
keuze).
Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, drukt u net zovaak op de
STEREO/MONO toets, tot de aanduiding
“MONO” oplicht. Het stereo-effect zal nu verloren
gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder
klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar
stereo-geluid te luisteren.
Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het
nodig zijn verschillende standen van de
bijgeleverde antennes uit te proberen.
Draai naar rechts
voor een hoger
genummerde
zender.
Draai naar links
voor een lager
genummerde
zender.
wordt vervolgd
416
DOLBY NR πSTOPPOWER
3275
1 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste
afstemband wordt aangegeven.
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets tot de aanduiding
“PRESET” in het uitleesvenster
verschijnt.
3 Draai aan de instelknop om af te
stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
Voorinstelnummer Afstemfrekwentie
PRESET
TUNED
STEREO
MHz
VOLUME
FM 3 104.00
20
18
Afspelen van een
cassette
De cassettedecks zijn geschikt voor weergave
van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2-
band) en TYPE IV (metaalband) cassettes en
het deck stelt automatisch in op de bandsoort
van de geplaatste cassette.
4 Druk op de § EJECT uitwerptoets
en plaats een voor opnemen
geschikte cassette in deck B.
5 Druk op de REC ® opnametoets.
Deck B komt in de opnamepauzestand.
6 Druk enkele malen op de
DIRECTION toets om in te stellen
op A als u alleen op de voorkant
wilt opnemen; stel in op ß (of op
“RELAY”) als u op beide
cassettekanten wilt opnemen.
7 Druk op de PAUSE toets.
Nu begint het opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de π STOP toets.
Tips
Als u op de achterkant van de cassette wilt
opnemen, druk dan op de TAPE B ª toets zodat
de ª indikator (voor de achterkant) oplicht.
Voor het opnemen op beide cassettekanten dient u
in elk geval aan de voorkant te beginnen. Als u
begint met opnemen aan de achterkant, stopt het
opnemen altijd aan het eind van de achterkant.
Tijdens het luisteren naar de radio kunt u zonder
bezwaar de cassette in deck B naar een gewenst
punt terug- of vooruitspoelen met de º of
toets op het apparaat zelf.
Voor het opnemen van een uitzending van een
radiozender die niet is vastgelegd, stelt u in stap 2
met de TUNING MODE toets in op “MANUAL”
en dan draait u aan de instelknop om op de
gewenste zender af te stemmen.
Om storende bandruis in zacht doorkomende
hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u vóór
stap 7 eerst op de DOLBY NR toets, zodat in het
uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
Als er bij het opnemen van een radio-uitzending
storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de
betreffende antenne in een andere richting te
draaien.
Opnemen van een radio-
uitzending (vervolg)
Met de kant
voor opnemen
naar voren
gericht
12
DOLBY NR
31
VOLUMEº/πSTOPPOWER
0/)
VOL +/–
P
p
TAPE A(
TAPE B(
Basisbediening
19
1 Druk op de § EJECT uitwerptoets
en plaats een bespeelde cassette in
deck A of B.
2 Druk enkele malen op de
DIRECTION toets om in te stellen
op A als u alleen de voorkant wilt
afspelen; stel in op ß* als u beide
cassettekanten wilt afspelen.
Om twee cassettes achtereen af te spelen
in beide cassettedecks, stelt u in op
“RELAY” (voor doorlopende
weergave).**
3 Druk op de TAPE A · of de TAPE
B · weergavetoets.
Druk op de ª toets (of nogmaals op
TAPE A ( of TAPE B ( op de
afstandsbediening) als u de achterkant
van de cassette wilt afspelen. Het
afspelen van de geplaatste cassette
begint.
* De cassette-weergave zal automatisch stoppen
nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen zijn
weergegeven.
**De volgorde bij de doorlopende weergave is altijd
als volgt:
Deck A (voorkant), deck A (achterkant), deck B
(voorkant), deck B (achterkant).
Tips
Bij indrukken van de TAPE A ª/· toets of de
TAPE B ª/· toets terwijl de stereo-installatie
nog uit staat, wordt deze automatisch
ingeschakeld en start de cassette-weergave, mits
er een cassette in het gekozen deck aanwezig is
(één-toets weergavestart).
Ook van het afspelen van een andere geluidsbron
kunt u rechtstreeks overschakelen naar cassette-
weergave, met een enkele druk op de TAPE A
ª/· toets of de TAPE B ª/· toets
(automatische geluidsbron-keuze).
Voor het afspelen van een cassette die is
opgenomen met Dolby B ruisonderdrukking,
drukt u op de DOLBY NR toets zodat in het
uitleesvenster de aanduiding “DOLBY NR B”
verschijnt.
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren (alleen
voor deck B)
Vooruitspoelen
Terugspoelen
Uitnemen van de
cassette
Bijregelen van de
geluidssterkte
Doet u het volgende
Druk op de STOP π toets (of
op de p stoptoets van de
afstandsbediening).
Druk op de PAUSE toets
(of op de P pauzetoets van
de afstandsbediening).
Druk op de toets tijdens
het afspelen van de
voorkant, op de º toets
tijdens het afspelen van de
achterkant. De band wordt
vooruitgespoeld in het deck
dat in het uitleesvenster
wordt aangegeven (TAPE A
of TAPE B).
Druk op de º toets tijdens
het afspelen van de
voorkant, op de toets
tijdens het afspelen van de
achterkant. De band wordt
teruggespoeld in het deck
dat in het uitleesvenster
wordt aangegeven (TAPE A
of TAPE B).
Druk op de § EJECT toets.
Draai aan de VOLUME
regelaar (of druk op de VOL
+/– toets van de
afstandsbediening).
Met de kant
voor afspelen
naar voren
gericht
20
Kopiëren van
bandopnamen
— Snel-kopieerfunktie
Voor het kopiëren kunt u zowel TYPE I
(normaalband) als TYPE II (CrO2-band)
cassettes gebruiken. Het opnameniveau
wordt hierbij automatisch ingesteld.
1 Druk op de § EJECT uitwerptoets
en plaats een bespeelde cassette in
deck A en een voor opnemen
geschikte cassette in deck B.
2 Druk op de HI-SPEED DUBBING
toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand.
Met de kant
voor afspelen/
opnemen naar
voren gericht
113
πSTOP
DOLBY NR
42
POWER
3 Druk enkele malen op de
DIRECTION toets om in te stellen
op A als u alleen de voorkant wilt
kopiëren; stel in op ß (of op
“RELAY”) als u beide
cassettekanten wilt kopiëren.
4 Druk op de PAUSE toets.
Nu begint het kopiëren van de
bandopnamen.
Stoppen met kopiëren
Druk op de π STOP toets.
Tips
Als u beide kanten van de cassette wilt kopiëren,
dient u in elk geval aan de voorkant te beginnen.
Als u begint met kopiëren (dus opnemen) aan de
achterkant, stopt het opnemen altijd aan het eind
van de achterkant.
Als u met de DIRECTION toets instelt op ß
terwijl u twee cassettes met verschillende
bandlengte gebruikt, dan zal de bandloop in beide
decks onafhankelijk van elkaar worden
omgekeerd. Als u instelt op “RELAY” zullen de
cassettes in beide decks tegelijk van richting
veranderen.
Voor het kopiëren van een cassette die is
opgenomen met Dolby B ruisonderdrukking,
drukt u op de DOLBY NR toets zodat de
aanduiding “DOLBY NR B” dooft. De nieuwe
cassette wordt automatisch met de Dolby B
ruisonderdrukking gekopieerd.
21
Gebruik van het CD
uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u onder andere de
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk of van de gehele compact disc
kontroleren.
Compact disc speler
/ Druk op de DISPLAY/DEMO toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
In de stopstand
n Discnummer of disctitel
1)
µ
Naam van de artiest of groep
2)
µ
Inhoudsopgave
3)
µ
Tijdsaanduiding (enkele seconden lang)
µ
Effectnaam (P FILE) of “EFFECT ON
(OFF)”
DISPLAY/DEMO
Tijdens normale weergave
nSpeelduur van het weergegeven
muziekstuk
µ
Muziekstuktitel
2)
µ
Tijdsaanduiding (enkele seconden lang)
µ
Effectnaam (P FILE) of “EFFECT ON
(OFF)”
1)
Met een CD waarvoor u een titel hebt gekozen of
een TEXT-CD
2)
Voor een CD met tekst
3)
De inhoudsopgave toont het huidige discnummer,
het muziekstuknummer en de speelduur van het
weergegeven muziekstuk.
22
Willekeurige
weergave van
muziekstukken op CD
–– SHUFFLE weergave
Alle muziekstukken van een compact disc of
van alle compact discs kunnen in
willekeurige volgorde worden weergegeven.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD”
verschijnt.
2 Druk op de SHUFFLE toets om in te
stellen op willekeurige weergave
van “ALL DISCS” of van “1 DISC”.
Telkens wanneer u op de SHUFFLE toets
drukt, verandert de aanduiding in het
uitleesvenster tussen “ALL DISCS” en “1
DISC”.
Voor willekeurige
weergave van
Alle muziekstukken op alle
compact discs
Alle muziekstukken op de
gekozen compact disc
Stelt u in op
“ALL DISCS”
“1 DISC”
31
CONTINUE
4
2
Herhaalde weergave
van muziekstukken
op CD
–– REPEAT weergave
Met de herhaalfunkties kunt u een enkele
compact disc of alle CD’s laten herhalen met
normale weergave, willekeurige weergave of
programma-weergave.
/ Druk tijdens CD-weergave op de
REPEAT toets tot de aanduiding
“REPEAT” verschijnt.
Dan begint de herhaalde weergave. Volg
de onderstaande aanwijzingen voor het
omschakelen van de herhaalfunktie.
Uitschakelen van de
herhaalfunktie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat
de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding
dooft.
Voor het herhalen
van
Alle muziekstukken op
de weergegeven CD
Alle muziekstukken op
alle compact discs
Een enkel muziekstuk*
Drukt u enkele malen
op
de CONTINUE toets tot
de aanduiding “1
DISC” verschijnt.
de CONTINUE toets tot
de aanduiding “ALL
DISCS” verschijnt.
de REPEAT toets tot de
aanduiding “REPEAT
1” verschijnt, tijdens
weergave van het te
herhalen muziekstuk.
CONTINUE REPEAT
23
3 Voor het kiezen van de compact
disc voor de “1 DISC” willekeurige
weergave, draait u aan de
instelknop tot het gewenste
discnummer of de disctitel (zie blz.
26) wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER toets of de CD
·∏ toets.
De aanduiding “J” verschijnt en de
muziekstukken worden in willekeurige
volgorde weergegeven.
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Druk op de CONTINUE toets.
Tips
Ook tijdens normale weergave kunt u
overschakelen op willekeurige weergave met een
druk op de SHUFFLE toets.
Tijdens de “1 DISC” willekeurige weergave kunt u
de volgende compact disc voor weergave kiezen.
Draai aan de instelknop om in te stellen op de
volgende CD. Nadat alle muziekstukken op de
weergegeven disc in willekeurige volgorde zijn
afgespeeld, wordt doorgegaan met de weergave
van de volgende gekozen disc. Om tussendoor al
onmiddellijk door te gaan naar de volgende disc,
drukt u tijdens de weergave op de ENTER toets.
Tijdens de willekeurige weergave van “ALL
DISCS” kunt u niet zelf de volgende compact disc
kiezen.
Opmerking
Ook als u op de π STOP toets drukt of de stereo-
installatie uitschakelt tijdens de willekeurige
weergave van “ALL DISCS”, dan nog zal de
compact disc speler onthouden welke discs/
muziekstukken al wel zijn weergegeven en welke
nog niet. Als u daarna dus alle discs en
muziekstukken weer in willekeurige volgorde wilt
kunnen horen met de “ALL DISCS” willekeurige
weergave, dan zult u de bovenstaande aanwijzingen
weer moeten volgen vanaf stap 1.
Programma-
weergave van
muziekstukken op CD
–– PROGRAM weergave
U kunt drie verschillende eigen
muziekselekties samenstellen door de
muziekstukken en/of compact discs in de
gewenste volgorde te programmeren en deze
programma’s in het geheugen vast te leggen.
Elk muziekprogramma kan bestaan uit 32
“stappen” — waarbij een “stap” een enkel
muziekstuk kan zijn of een gehele compact
disc.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD”
verschijnt.
2 Druk enkele malen op de
PROGRAM toets tot het gewenste
programmanummer (PROGRAM 1,
2 of 3) wordt aangegeven.
wordt vervolgd
14 7
CLEARCHECK
53
2
24
7 Start de programma-weergave met
de CD toets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken
worden nu weergegeven in de door u
gekozen volgorde.
Uitschakelen van de programma-
weergave
Druk op de CONTINUE toets.
Voor het
Kontroleren van
uw muziek-
programma
Wissen van een
bepaald
muziekstuk of
discnummer
Wissen van het
laatste
muziekstuk of
discnummer
Toevoegen van
een muziekstuk
aan uw muziek-
programma
Wissen van een
bepaald geheel
muziek-
programma
Doet u het volgende
Druk meermalen achtereen op
de CHECK kontroletoets. Na
het laatste muziekstuk wordt
er “END” aangegeven.
Druk op de CHECK toets tot
het ongewenste muziekstuk of
discnummer wordt
aangegeven en druk dan op
de CLEAR wistoets.
Druk op de CLEAR toets.
Telkens wanneer u op deze
toets drukt, wordt het laatst
geprogrammeerde muziek-
stuk of discnummer gewist.
Volg de aanwijzingen voor het
programmeren.
1 Druk enkele malen op de
PROGRAM toets tot het
nummer van het te wissen
muziekprogramma wordt
aangegeven.
2 Houd de CLEAR toets
ingedrukt tot de aanduiding
“ALL CLEAR” verschijnt.
Programma-weergave van
muziekstukken op CD (vervolg)
3 Draai aan de instelknop tot het
gewenste discnummer wordt
aangegeven.
4 Als u de gekozen CD in zijn geheel
wilt programmeren, kunt u deze
stap overslaan. Voor een enkel
muziekstuk drukt u op de /
± toets tot het nummer van het
gewenste muziekstuk wordt
aangegeven.
Als de gekozen compact disc ook
van een disctitel is voorzien,
verschijnt deze nu en daarna de
volgende aanduidingen.
5 Druk op de ENTER toets.
Het gekozen muziekstuk wordt dan
geprogrammeerd.
6 Voor het programmeren van nog
andere compact discs/muziek-
stukken gaat u als volgt te werk:
Voor het programmeren
van
andere gehele compact discs
andere muziekstukken van
dezelfde disc
andere muziekstukken van
andere discs
Herhaalt u de
stappen
3 en 5
4 en 5
3 t/m 5
Tips
Wanneer u wilt kunt u met een druk op de CD
toets hetzelfde muziekprogramma nogmaals
afspelen.
Als u op de PROGRAM toets drukt tijdens
normale weergave of willekeurige weergave, dan
zal na het weergegeven muziekstuk worden ver-
volgd met weergave van uw muziekprogramma.
Ook al verwisselt u discs uit het carrousel, de
geprogrammeerde discnummers en
muziekstuknummers blijven ongewijzigd tot u
deze zelf uitwist. De compact disc speler zal bij de
programma-weergave dus alleen dezelfde
nummers kiezen, ongeacht de muziek. Als er
nummers zijn geprogrammeerd die op de nieuwe
discs niet voorkomen, zullen deze komen te
vervallen, maar wordt daarna de rest van het
muziekprogramma wel in de gekozen volgorde
weergegeven.
Discnummer
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
20
*DISC-20*
Muziekstuknummer
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
STEP
VOLUME
PLUS
1
20
20 3 1
Geprogrammeerd
discnummer
Programma-
volgnummer
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
STEP
VOLUME
PLUS
1
20
20 3 1
Geprogrammeerd
muziekstuknummer
25
Afzonderlijke
weergave van uw
favoriete CD
— PLUS ONE weergave
Wanneer u een compact disc in de PLUS
ONE CD-gleuf plaatst, kunt u die
onafhankelijk van de andere discs afspelen.
Bij gebruik van deze afspeelfunktie komt de
CD-speler automatisch in de “1 DISC”
weergavestand.
1 Open het voorpaneel.
2 Druk op de CD PLUS ONE toets (of
op de PLUS ONE toets van de
afstandsbediening).
Het indikatorlampje van de CD PLUS
ONE toets licht op.
De PLUS ONE CD-gleuf wordt tot in de
laadstand gedraaid.
3 Steek een compact disc in de PLUS
ONE CD-gleuf.
4 Sluit het voorpaneel.
De CD-speler begint dan met afspelen
van de compact disc in de PLUS ONE
CD-gleuf.
Als de geplaatste disc voorzien is van
een disctitel, dan zal deze samen met de
aanduiding “PLUS1” worden
aangegeven.
Uitschakelen van de PLUS ONE
weergave
Druk weer op de CD PLUS ONE toets (of op
de PLUS ONE toets van de
afstandsbediening). Het indikatorlampje van
de CD PLUS ONE toets dooft. Het
discnummer in het uitleesvenster verandert
in 51 en u kunt dezelfde disc nu gewoon
afspelen als CD nummer 51.
PLUS ONE CD-gleuf
wordt vervolgd
21
PLUS ONE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
50
49
48
47
46
45
44
43
42
41
TITLE
AUTO
ALL
S
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
P1
*DISC-PLUS1*
TITLE
AUTO
ALL
S
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
P1
P1 1 0.35
26
Titels voor uw compact
discs invoeren
— CD MEMO funktie
U kunt voor elk van uw compact discs een
disctitel van maximaal 12 letters invoeren. Bij
keuze van een CD-TEXT disc zullen de eerste
12 letters van de vaste disctitel automatisch
worden overgenomen in het geheugen.
Telkens wanneer u een CD met een disctitel
voor weergave kiest, zal de vastgelegde
disctitel automatisch in het uitleesvenster
verschijnen.
Afzonderlijke weergave van uw
favoriete CD (vervolg)
Tips
Voor het afspelen van een CD die al eerder in de
PLUS ONE CD-gleuf was geplaatst, drukt u op de
CD PLUS ONE toets terwijl het voorpaneel
gewoon gesloten blijft.
U kunt de muziekstukken op de PLUS ONE CD
ook in willekeurige volgorde weergeven door op
de SHUFFLE toets te drukken alvorens u in stap 4
het voorpaneel sluit.
Opmerkingen
De PLUS ONE CD-afspeelfunktie wordt
uitgeschakeld als u:
— aan de instelknop draait of op een toets drukt
om in te stellen op op een andere compact disc.
— op de PROGRAM, MEMO SCAN of MEMO
SEARCH toets drukt.
De PLUS ONE CD-gleuf zal automatisch in de
laadstand komen als u tijdens de PLUS ONE
weergave het voorpaneel opent. Steek niet uw
hand in het apparaat en probeer niet de disc te
verwijderen vóór het carrousel geheel tot stilstand
is gekomen. Bij teveel haast kan uw hand bekneld
raken en de compact disc beschadigd worden.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD”
verschijnt.
2 Draai aan de instelknop tot het
discnummer verschijnt van de CD
die u van een titel wilt voorzien.
Bij keuze van een disctitel terwijl het
voorpaneel gesloten blijft, verschijnt het
discnummer van de CD in de
afspeelstand.
Bij keuze van een disctitel met het
voorpaneel geopend verschijnt het
discnummer van de CD in de laadstand.
1 2,4
CLEAR
73
LOOP/DELETE
5
27
3 Druk op de MEMO INPUT toets.
Nu gaat het cursor-pijltje (9)
knipperen.
4 Draai aan de instelknop tot het
gewenste letterteken in het
uitleesvenster verschijnt.
Het cursor-pijltje verdwijnt en nu gaat
de plaats voor de eerste letter van de
disctitel knipperen.
Kiezen van letters op het apparaat
zelf
Als u de instelknop naar rechts draait,
verschijnen de beschikbare letters, cijfers
en symbolen in de onderstaande
volgorde. Draai de instelknop naar links
om terug te gaan in de reeks lettertekens.
Kiezen van letters met de
afstandsbediening
Druk op de V of v toets om in te stellen
op op kleine letters, hoofdletters of
cijfers en symbolen en kies dan het
gewenste letterteken met de B of b toets.
(spatie) A B C D E F G H I J K L M N O P
Q R S T U V W X Y Z a b c d e f g h i j k l
m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8
9 ! " # $ % & ' ( ) + , – . / : ; < = > ? @ [ \
] ^ _ ` { } ˜
5 Druk op de ± toets om het
gekozen letterteken in te voeren.
Het cursor-pijltje verspringt nu een
plaats naar rechts en wacht op invoer
van de volgende letter.
Als u de verkeerde letter hebt
gekozen
Druk op de LOOP/DELETE toets. Dan
verdwijnt het letterteken links van de
cursor en gaat het cursor-pijltje weer
knipperen. Voer dan de juiste letter in.
6 Herhaal de stappen 4 en 5 voor elk
van de volgende lettertekens, tot uw
titel kompleet is.
7 Druk op de ENTER toets om de
gekozen disctitel in het geheugen
vast te leggen.
De disctitel blijft nu in het uitleesvenster
verlicht.
Herhaal de stappen 2 t/m 7 als u nog
meer CD’s van een disctitel wilt
voorzien.
Opmerking
De disctitel wordt in het geheugen vastgelegd bij
het nummer van de gleuf waarin de CD zich
bevindt. Als u de compact discs verwisselt, zult u
ook de disctitels moeten wijzigen.
Wissen van een disc-titel
1 Volg de aanwijzingen 2 en 3 onder
“Titels voor uw compact discs
invoeren” op blz. 26 om in te stellen
op de disctitel die u wilt wissen.
2 Druk op de CLEAR wistoets.
De disctitel verdwijnt uit het
uitleesvenster.
3 Druk op de ENTER toets.
Wissen van de titels van alle discs
Houd de LOOP/DELETE toets ingedrukt en
druk daarbij de CLEAR wistoets in. Nu
verschijnt de aanduiding “ALL ERASE” in
het uitleesvenster en worden de titels van alle
compact discs uit het geheugen gewist.
Tips
Wanneer u een CD in het carrousel vervangt door
een CD-TEXT disc, zal uw ingevoerde disctitel
automatisch worden vervangen door de vaste CD-
TEXT disctitel.
Ook zal de disctitel van een CD-TEXT disc
automatisch verdwijnen wanneer u die disc uit het
carrousel verwijdert.
Overigens is het niet mogelijk een andere disctitel
in te voeren voor een CD-TEXT disc die al een
vaste titel heeft.
Het invoeren van disctitels kunt u ook doen met
het voorpaneel open.
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
20
S
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
20
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
20
SONYHITS
28
3 Druk op de ENTER toets wanneer u
de disctitel van de gewenste CD ziet
verschijnen.
De gekozen CD wordt dan in de
afspeelstand gezet en de weergave ervan
begint.
Als u deze doorloopfunktie gebruikt
tijdens het programmeren, zal de gehele
disc aan uw muziekprogramma worden
toegevoegd.
Opmerking
Als de aanduiding “NO ENTRY” verschijnt, dan
zijn er nog geen disctitels vastgelegd. Dan zult u
eerst disctitels moeten invoeren voor u de MEMO
SCAN doorloopfunktie kunt gebruiken.
Opzoeken van een CD
door invoeren van de
gewenste disctitel
— MEMO SEARCH zoekfunktie
U kunt een gewenste compact disc voor
weergave opzoeken door de eerste letter van
de ingevoerde disctitel (zie blz. 26) in te
voeren.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD”
verschijnt.
2 Druk op de MEMO SEARCH
zoektoets.
De aanduiding “MEMO SEARCH” licht
op en het lampje van de ENTER toets
gaat knipperen.
3 Druk net zovaak op de /±
toets tot de eerste letter (of cijfer)
van de gezochte disctitel verschijnt.
Telkens wanneer u op de /±
toets drukt, verschijnt het volgende
letterteken, in alfanumerieke volgorde:
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T
U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Opzoeken van een
gewenste compact disc
Opzoeken van een CD via
doornemen van de
beschikbare disctitels
— MEMO SCAN doorloopfunktie
U kunt een compact disc die u wilt afspelen
vlot en gemakkelijk kiezen aan de hand van
de disctitels (zie blz. 26) die in het
uitleesvenster verschijnen, om dan direkt de
weergave te starten.
Overigens is deze doorloopfunktie niet
beschikbaar bij gebruik van de willekeurige
weergave van “ALL DISCS”.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD”
verschijnt.
2 Druk op de MEMO SCAN
doorlooptoets.
De aanduiding “MEMO SCAN” licht op,
het lampje van de ENTER toets gaat
knipperen en de disctitels worden één
voor één aangegeven.
FUNCTION /±
ENTER MEMO
SEARCH
MEMO
SCAN
Instelknop
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
20
SONYHITS
29
Als de aanduiding “[A] NOT FOUND”
verschijnt wanneer u met de /±
toetsen instelt op een letter, dan is er nog
geen disctitel met die beginletter in het
geheugen vastgelegd.
Opmerkingen
Bij het opzoeken van disctitels aan de hand
van de eerste letter (of cijfer) zullen alle
symbolen en spaties aan het begin van de
disctitel worden genegeerd.
Bij het opzoeken van disctitels wordt er geen
verschil gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters.
4 Draai aan de instelknop om de
disctitel van uw keuze binnen de
beginletter-groep op te zoeken.
Zodra u aan de instelknop draait,
verschijnen in het uitleesvenster de
disctitels met de door u gekozen
beginletter.
5 Druk op de ENTER toets wanneer u
de disctitel van de gewenste CD ziet
verschijnen, om de weergave ervan
te starten.
Als u deze zoekloopfunktie gebruikt
tijdens het programmeren, zal de gehele
disc aan uw muziekprogramma worden
toegevoegd.
Opzoeken van een compact disc
met de afstandsbediening
Druk in stap 4 hierboven op de B of b toets
van de afstandsbediening tot de gewenste
disctitel verschijnt. Stap 5 kunt u overslaan.
Uitschakelen van de MEMO
SEARCH zoekfunktie
Druk nogmaals op de MEMO SEARCH toets.
Tips
Wanneer alle disctitels voor een bepaalde
beginletter zijn gepasseerd in stap 4, verspringt de
beginletter naar het volgende letterteken wanneer
u aan de instelknop draait.
Weergeven van de
hoogtepunten van
een TEXT-CD
Bepaalde TEXT-CD’s bieden de mogelijkheid
alleen de hoogtepunten van de disc weer te
geven.
HI-LIGHT
=/+
/ Druk in de stopstand op de
HI-LIGHT toets van de
afstandsbediening.
Het indikatorlampje van de ·
weergavetoets knippert terwijl de
hoogtepunten van de disc worden
weergegeven.
Tips
Tijdens de weergave van disc-hoogtepunten kunt
u terugkeren naar normale weergave met een
druk op de º/ toets van de
afstandsbediening.
Tijdens de weergave van disc-hoogtepunten kunt
u terug- of doorgaan naar een eerder of later
hoogtepunt met een druk op de /± toets
van de afstandsbediening.
Tijdens de weergave van disc-hoogtepunten kunt
u de herhaalfunkties gebruiken.
Om alle hoogtepunten van de disc te herhalen,
drukt u enkele malen op de REPEAT toets tot de
aanduiding “REPEAT” verschijnt.
Om alleen het weergegeven hoogtepunt te
herhalen, drukt u enkele malen op de REPEAT
toets tot de aanduiding “REPEAT 1” verschijnt.
Als u op de HI-LIGHT toets drukt terwijl de
gekozen CD geen speciaal gemarkeerde
hoogtepunten bevat, dan verschijnt de aanduiding
“NO HIGHLIGHT”.
30
Handmatig opnemen
op een cassette
Handmatig kunt u precies de gewenste
bandopnamen maken van de radio, van een
CD of van een andere cassette. Zo kunt u
bijvoorbeeld alleen bepaalde muziekstukken
opnemen of met opnemen beginnen ergens
halverwege de cassetteband. Het
opnameniveau wordt hierbij automatisch
ingesteld.
1 Druk op § EJECT en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in
deck B.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de gewenste geluidsbron
voor opname (zoals b.v. CD) wordt
aangegeven.
3 Druk op de REC ® opnametoets.
Deck B komt in de opnamepauzestand.
Het · indikatorlampje (voor de
voorkant van de cassette) licht op.
Cassettedeck
4 Druk enkele malen op de
DIRECTION toets om in te stellen
op A als u alleen op de voorkant
wilt opnemen; stel in op ß (of op
“RELAY”) als u op beide
cassettekanten wilt opnemen.
5 Druk op de PAUSE toets.
Nu begint het opnemen.
6 Start de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
Voor het Drukt u op
Stoppen met opnemen π STOP
Pauzeren van de opname PAUSE
Tips
Als u op de achterkant van de cassette wilt
opnemen, druk dan op de TAPE B ª toets zodat
de ª indikator (voor de achterkant) oplicht.
Om storende bandruis in zacht doorkomende
hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u vóór
stap 5 op de DOLBY NR toets, zodat in het
uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
Opmerking
Druk op de FUNCTION toets, terwijl voor de
geluidsbron “TAPE B” is gekozen, om een blanco
opname te maken (bijvoorbeeld om ongewenste
bijgeluiden te wissen).
º/
142
πSTOP
DOLBY NR
53
31
Opnemen van
gekozen muziek-
stukken van uw CD’s
1 Druk op § EJECT en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in
deck B.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD”
verschijnt.
3 Druk enkele malen op de
PROGRAM toets tot het gewenste
programmanummer (PROGRAM 1,
2 of 3) wordt aangegeven.
U kunt muziekstukken van al uw CD’s
kiezen, om die op cassette op te nemen in de
door u gekozen volgorde. Let tijdens het
programmeren wel op, dat de totale
speelduur van de muziekstukken niet langer
wordt dan de beschikbare opnameduur op de
cassettekant.
4 Draai aan de instelknop tot het
gewenste discnummer wordt
aangegeven.
5 Als u de gekozen CD in zijn geheel
wilt programmeren, kunt u deze
stap overslaan.
Voor een enkel muziekstuk drukt u
op de /± toets tot het
nummer van het gewenste
muziekstuk wordt aangegeven.
6 Druk op de ENTER of de
PROGRAM toets.
Het gekozen muziekstuk wordt dan
geprogrammeerd.
7 Als u nog meer muziekstukken voor
opname wilt programmeren,
herhaalt u de stappen 4 t/m 6.
Voor muziekstukken van dezelfde
compact disc kunt u stap 4 overslaan.
8 Druk op de CD SYNCHRO toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
en de CD-speler in gereedheid voor
weergave. De · indikator (voor de
voorkant van de cassette) licht op.
Voor het programmeren van
andere gehele compact discs
andere muziekstukken van
dezelfde disc
andere muziekstukken van
andere discs
Herhaalt u de
stappen
4 en 6
5 en 6
4 t/m 6
wordt vervolgd
5192
πSTOP CONTINUE
10 3,6684
CHECK
Totale speelduur (incl.
het gekozen muziekstuk)
Muziekstuknummer
Discnummer
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
P1
1 8 2.43
32
9 Druk enkele malen op de
DIRECTION toets om in te stellen
op A als u alleen op de voorkant
wilt opnemen; stel in op ß (of op
“RELAY”) als u op beide
cassettekanten wilt opnemen.
10 Druk op de PAUSE toets.
Nu begint het opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de π STOP toets.
Kontroleren van uw programma
voor opname
Druk meermalen achtereen op de CHECK
kontroletoets. Na het laatste muziekstuk
wordt er “END” aangegeven.
Uitschakelen van de programma-
opnamefunktie
Druk op de CONTINUE toets.
Tip
Als aan het eind van cassettekant A het laatste
muziekstuk halverwege wordt afgebroken, zal
hetzelfde muziekstuk automatisch als eerste op
cassettekant B worden opgenomen.
Opnemen van gekozen
muziekstukken van uw CD’s
(vervolg)
33
Repeteerweergave
van een muziek-
fragment op CD
— LOOP repeteereffect
Tijdens afspelen kunt u een bepaald
muziekfragment meermalen snel achtereen
laten herhalen. Zo kunt u interessante
effecten bereiken voor creatieve
muziekopnamen.
Flitsweergave van
een muziekfragment
op CD
— FLASH flitseffect
Met het FLASH stroboscoopeffect kunt u de
CD-weergave een snel flitsende klank geven.
Dit kan een extra interessant effect geven in
uw originele muziekopnamen.
Speciale DJ-effecten
/ Druk tijdens weergave bij het
beginpunt van het fragment dat u
wilt laten repeteren op de LOOP/
DELETE toets en houd deze
ingedrukt. Laat de toets los om
terug te keren naar de normale
weergave.
Instellen van de lengte van het
repeteerfragment
Draai aan de instelknop (of druk op de B of b
toets van de afstandsbediening) terwijl u de
LOOP/DELETE toets ingedrukt houdt, om
de lengte van het repeteerfragment te kiezen
(van LOOP 1 tot LOOP 20).
/ Druk tijdens weergave bij het punt
van waar af u de muziek wilt laten
flitsen op de FLASH toets en houd
deze ingedrukt. Laat de toets los om
terug te keren naar de normale
weergave.
Instellen van de lengte van het
flitsfragment
Draai aan de instelknop terwijl u de FLASH
toets ingedrukt houdt, om de lengte van het
flitsfragment te kiezen (van FLASH 1 tot
FLASH 20).
LOOP en FLASH effecten tegelijk
Houd de LOOP en de FLASH toets tegelijk
ingedrukt.
Opmerkingen
Tijdens het gebruik van een DJ-effect kunt u de
lengte ervan niet bijstellen. Stel de lengte van het
repeteereffect en/of het flitseffect van tevoren
naar wens in.
Opnemen van het flitseffect kan met het
ingebouwde cassettedeck van dit apparaat en ook
via de analoge uitgangsaansluitingen (VIDEO/
MD OUT).
Instelknop
LOOP/DELETE
Instelknop
FLASH
34
n
Instellen van de weergave
Extra vermogen voor het
totaalgeluid (GROOVE)
Druk op de GROOVE versterkingstoets. Het
volume wordt verhoogd, de DBFB
basversterking wordt automatisch op volle
kracht ingesteld, de toonkarakteristiek
verandert en het lampje van de GROOVE
toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE
toets wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke geluidssterkte.
Opmerkingen
Geluid met veel lage tonen kan wel eens
vervormd gaan klinken als u de DBFB
basversterking gebruikt in combinatie met de
grafiek-toonregeling. In dat geval kunt u beter de
bassen maar heel geleidelijk harder instellen, om
vervorming te vermijden.
Bij uitschakelen van de GROOVE versterking
wordt de DBFB basversterking eerst teruggezet in
de “DBFB
” stand bij een vlakke
toonkarakteristiek. Om de DBFB basversterking
geheel uit te schakelen, drukt u op de DBFB toets
tot de aanduiding verdwijnt. Gebruik de grafiek-
toonregeling om het geluid precies naar wens in te
stellen.
Luisteren via een hoofdtelefoon
Sluit uw hoofdtelefoon aan op de PHONES
aansluiting. De luidsprekers zullen dan geen
geluid meer weergeven.
Opmerking
Als u een speciale lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, zal deze bij aansluiten van de
hoofdtelefoon nog wel geluid weergeven. Schakel
de lagetonen-luidspreker uit wanneer u de
hoofdtelefoon aansluit.
Bijregelen van het
geluid
U kunt het weergegeven geluid meer kracht
geven door de bassen of het gehele
klankbeeld extra te versterken. Ook kunt u
luisteren via een hoofdtelefoon.
Extra versterken van de bassen
(DBFB)
Druk op de DBFB* basversterkingstoets*.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
DBFB n DBFB n
geen aanduiding
Met “DBFB ” worden de bassen meer
versterkt dan in de “DBFB ” stand.
* DBFB = Dynamic Bass Feedback
DBFBPHONES
GROOVE
35
3 Druk op de ENTER toets.
Bij gebruik van de afstandsbediening is
indrukken van de ENTER toets niet
nodig.
Uitschakelen van het gekozen
klankbeeld
Druk enkele malen op de EFFECT toets zodat
de aanduiding “EFFECT OFF” in het
uitleesvenster verschijnt.
Klankbeelden in het muziekmenu
De aanduiding “SUR ” verschijnt bij
instellen op een klankbeeld met een
SURROUND akoestiekeffect.
Keuze van
klankbeelden en
effecten
Via het akoestiekmenu kunt u het klankbeeld
van de weergave aanpassen aan de
muzieksoort of het videogeluid waar u naar
luistert.
In het akoestiekgeheugen kunt u bovendien
enkele naar eigen inzicht samengestelde
klankbeelden vastleggen (zie “Zelfgemaakte
klankbeelden” op blz. 38).
wordt vervolgd
1 Druk net zovaak op de GEQ FILE
toets op het apparaat zelf tot de
naam van een klankbeeld of effect
wordt aangegeven.
2 Draai aan de instelknop (of druk op
de GEQ FILE toets van de
afstandsbediening) om in te stellen
op het gewenste klankbeeld.
De namen van de vooringestelde
klankbeelden worden in het
uitleesvenster aangegeven. Zie de lijst
met “Klankbeelden in het muziekmenu”
hieronder. Bij inschakelen van het menu
verschijnt het laatst gekozen klankbeeld.
Naam
klankbeeld
1 ROCK
2 POP
3 JAZZ
4 DANCE
5 SOUL
6 ACTION
7 ROMANCE
8 SF
9 DRAMA
10 SPORTS
11 SHOOTING
12 RACING
13 RPG
14 BATTLE
15 ADVENTURE
P FILE 1 – 5
Bestemd voor
Populaire muzieksoorten
Speelfilms, video‘s en
speciale luistersituaties
Videospelletjes
Zelfgemaakte klankbeelden
(zie blz. 38)
EFFECT
2
13
36
Akoestiekaanpassing
en toonregeling
U kunt het klankbeeld van de muziek precies
bijregelen met de grafiek-toonregeling en
verruimen met het “Surround”
akoestiekeffect.
Geluidsweergave met
akoestiekeffect
U kunt de muziek ruimtelijk laten klinken
met het akoestiekeffect.
Keuze van de bijregel-
aanduidingen
Telkens wanneer u op de SPECTRUM
ANALYZER toets drukt, verschijnt in het
uitleesvenster het volgende bijregelpatroon
uit de drie onderstaande mogelijkheden.
Spectrum analyzer muziekpatroon 1
Spectrum analyzer muziekpatroon 2
Graphic equalizer toonregelcurve
Keuze van klankbeelden en
effecten (vervolg)
SUR
µ
µ
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
20
m
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
VOLUME
PLUS
1
20
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
SUR
VOLUME
PLUS
1
20
/ Druk enkele malen op de SUR
akoestiektoets zodat de aanduiding
“SUR ” in het uitleesvenster
verschijnt.
Opmerking
Bij overschakelen op een ander klankbeeld of effect
zal het gekozen akoestiekeffect komen te vervallen.
Als u een bepaald effect voor later gebruik wilt
bewaren, legt u het dan vast als een zelfgemaakt
klankbeeld (zie onder “Zelfgemaakte klankbeelden”
op blz. 38).
37
Bijregelen met de
grafiek-toonregeling
U kunt de klank van de weergave naar wens
bijregelen door de geluidssterkte in
aangrenzende delen van het frekwentiebereik
te verhogen of verlagen.
Het bijregelen is echter alleen mogelijk nadat
u eerst uit het muziekmenu een basis-
klankbeeld hebt gekozen.
4
26
3
1 Kies het gewenste klankbeeld dat
als basis kan dienen voor uw eigen
klankinstelling (zie onder “Keuze
van klankbeelden en effecten”).
2 Druk net zovaak op de GEQ FILE
toets op het apparaat zelf tot de
grafiek-toonregelcurve wordt
aangegeven.
3 Druk enkele malen op de +/– toets
om in te stellen op de gewenste
frekwentieband (toonbereik).
4 Draai aan de instelknop om de
geluidssterkte in het gekozen
toonbereik naar wens in te stellen.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 als u nog
andere frekwentiebanden wilt
bijregelen.
6 Druk op de ENTER toets als de
klank geheel naar wens is.
Opmerking
Bij overschakelen op een ander klankbeeld of effect
(anders dan “EFFECT OFF”) zal uw gemaakte
bijregeling komen te vervallen. Als u een bepaalde
instelling voor laten gebruik wilt bewaren, legt u
deze dan vast als een zelfgemaakt klankbeeld (zie
onder “Zelfgemaakte klankbeelden”).
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
SUR
VOLUME
PLUS
1
20
1kHz 0dB
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
SUR
VOLUME
PLUS
1
20
1kHz +3dB
38
Zelfgemaakte
klankbeelden
— FILE 1 – 5 geheugenpatronen
U kunt zelf naar eigen inzicht klankpatronen
samenstellen (uit een vast klankbeeld,
bijgeregeld met de grafiek-toonregeling) om
die in het geheugen van het apparaat vast te
leggen. Dan kunt u een dergelijk patroon
later direkt oproepen voor het luisteren naar
een favoriete compact disc, cassette of radio-
uitzending. Zo kunt u maximaal vijf eigen
klankbeelden vastleggen.
Voor het samenstellen van uw eigen
klankpatroon dient u eerst uit het
muziekmenu een basis-klankbeeld te kiezen.
1 Kies het gewenste basis-klankbeeld
(blz. 36) en maak uw eigen
klankinstelling met de grafiek-
toonregeling (blz. 37).
2 Druk op de GEQ MEMO toets.
De nummeraanduiding voor de
zelfgemaakte klankbeelden verschijnt in
het uitleesvenster.
3 Draai aan de instelknop om het
nummer te kiezen waaronder u het
gemaakte klankbeeld wilt
vastleggen.
4 Druk op de ENTER toets.
Uw zelf samengesteld klankbeeld wordt
nu vastgelegd onder het gekozen
nummer. Als er al een eerdere instelling
onder dat nummer was gemaakt, wordt
die nu gewist en vervangen door het
nieuwe klankbeeld.
Oproepen van een zelfgemaakt
klankbeeld
1 Druk op de GEQ FILE toets op het
apparaat zelf zodat het laatst gekozen
zelfgemaakte klankbeeld-nummer wordt
aangegeven.
2 Draai aan de instelknop (of druk op de
GEQ FILE toets van de afstandsbediening)
om in te stellen op het nummer (FILE 1 – 5)
van het gewenste zelfgemaakte klankbeeld.
3 Druk op de ENTER toets.
Bij gebruik van de afstandsbediening is
indrukken van de ENTER toets niet nodig.
42
3
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
SUR
VOLUME
PLUS
1
20
MEMORY F-1 ?
39
SLEEP
Andere mogelijkheden
/ Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de minuten-aanduiding (de
sluimerduur of tijd tot het uitschakelen)
als volgt:
AUTO n 90min n 80min n 70min
n
n 10min n OFF (uitgeschakeld)
n AUTO
Bij keuze voor automatisch
uitschakelen (AUTO)
De stereo-installatie zal worden
uitgeschakeld wanneer de weergegeven
compact disc of cassette eindigt (na maximaal
100 minuten).
Kontroleren van de resterende
sluimertijd
Druk eenmaal op de SLEEP toets.
Wijzigen van de sluimertijd na
inschakelen
Kies weer de gewenste tijd tot het
uitschakelen met de SLEEP toets.
Uitschakelen van de
sluimerfunktie
Druk net zovaak op de SLEEP toets tot de
aanduiding “OFF” verschijnt.
Met muziek in slaap
vallen
SLEEP sluimerfunktie
U kunt de stereo-installatie na een zelf te
kiezen periode automatisch laten
uitschakelen, zodat u gerust met muziek in
slaap kunt vallen (dit noemen we de
sluimerfunktie). De sluimerduur is instelbaar
in stappen van 10 minuten.
Met muziek gewekt
worden
— Wekfunktie
U kunt de stereo-installatie automatisch op
een vooraf ingesteld tijdstip laten
inschakelen, zodat u met muziek gewekt
wordt. Voor deze wekfunktie moet wel eerst
de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn
ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de
klok” op blz. 6).
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
Compact disc: Plaats een CD in het
carrousel. Als u wilt beginnen met een
bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Programma-
weergave van muziekstukken op
CD”).
Cassette: Plaats een cassette in het
deck, met de kant voor afspelen naar
voren gericht.
Als er in beide decks, A en B, een
cassette aanwezig is, zal het afspelen
beginnen met de cassette in deck A.
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Stap 3:
Vastleggen van uw favoriete
radiozenders”).
wordt vervolgd
9 2
4,5,6,7,8 3
TIMER SELECT
40
n
n
8 Druk op de ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnen nu de
door u gekozen inschakeltijd, de
uitschakeltijd en de geluidsbron,
gevolgd door de oorspronkelijke
aanduidingen.
9 Druk op de POWER toets om de
stereo-installatie uit te schakelen.
Kontroleren van de wekfunktie-
instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets en draai
aan de instelknop om in te stellen op de
gewenste wekfunktie (DAILY 1 of DAILY 2)
en druk op ENTER. Om de instelling te
wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf
stap 1.
Uitschakelen van de schakelklok-
wekfunktie
Druk op de TIMER SELECT toets en draai
aan de instelknop om in te stellen op “OFF”
en druk dan op de ENTER toets.
Tip
Houd er rekening mee dat de stroom ongeveer 15
seconden voor de gekozen wektijd zal worden
ingeschakeld.
Met muziek gewekt worden
(vervolg)
2 Stel de geluidssterkte naar wens in.
3 Druk op de t/CLOCK SET toets.
De aanduiding “SET (DAILY 1)”
verschijnt.
4 Draai aan de instelknop om in te
stellen op DAILY 1 of 2 en druk dan
op de ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnt de
aanduiding “ON” en het uren-cijfer voor
de inschakeltijd gaat knipperen.
5 Stel het tijdstip in waarop u door de
stereo-installatie gewekt wilt
worden.
Draai aan de instelknop om het
gewenste uur in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Draai aan de instelknop om de gewenste
minuut in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
6 Stel op de dezelfde wijze de tijd in
waarop u de stereo-installatie weer
automatisch wilt laten uitschakelen.
7 Draai aan de instelknop om de
geluidsbron te kiezen waarmee u
gewekt wilt worden.
De aanduiding van de geluidsbron
verspringt als volgt:
TUNER ˜ CD PLAY ˜ TAPE PLAY
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
SUR
VOLUME
PLUS
1
20
ON 0:00
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
SUR
VOLUME
PLUS
1
20
ON 8:00
41
Schakelklok-opname
van radio-uitzendingen
Voor het automatisch opnemen van een
radio-uitzending op een bepaalde tijd moet
de radiozender in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd (zie “Stap 3: Vastleggen van uw
favoriete radiozenders”) en moet de klok op
de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2:
Gelijkzetten van de klok”).
1 Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar
de radio”).
2 Druk op de t/CLOCK SET toets.
De aanduiding “SET DAILY 1”
verschijnt.
3 Draai aan de instelknop om in te
stellen op “REC” en druk op de
ENTER toets.
In het uitleesvenster verschijnt de
aanduiding “ON” en het uren-cijfer voor
de inschakeltijd gaat knipperen.
4 Stel het tijdstip in waarop u wilt
beginnen met opnemen van de
radio-uitzending.
Draai aan de instelknop om het
gewenste uur in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Draai aan de instelknop om de gewenste
minuut in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
5 Stel op de dezelfde wijze de tijd in
waarop u wilt stoppen met
opnemen.
In het uitleesvenster verschijnen nu de
door u gekozen inschakeltijd, de
uitschakeltijd, de geluidsbron en de
radiozender, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
6 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
7 Schakel de stereo-installatie uit.
Wanneer de schakelklok-opname begint,
wordt de geluidssterkte automatisch in
de minimumstand gezet.
Kontroleren van de
schakelklokopname-instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets en draai
aan de instelknop om in te stellen op “REC”
en druk op de ENTER toets. Om de instelling
te wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen
vanaf stap 1.
Uitschakelen van de schakelklok-
opnamefunktie
Druk op de TIMER SELECT toets en draai
aan de instelknop om in te stellen op “OFF”
en druk dan op de ENTER toets.
Opmerking
Als de stereo-installatie nog is ingeschakeld op het
tijdstip dat de schakelklok-opname zou moeten
beginnen, dan zal de opname niet plaatsvinden.
7
3,4,5 2 6
TIMER SELECT
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
SUR
VOLUME
PLUS
1
20
ON 0:00
TITLE
AUTO
ALL
1
DISC
S
PROGRAM
CD TEXT
RELAY
TUNED
1
2
REC
SLEEP
STEREO
MONO
SYNC
SUR
VOLUME
PLUS
1
20
ON 1:00
42
Voorzorgsmaatregelen
Juiste omgang met compact discs
Veeg een CD voor het afspelen schoon met een
niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden
naar de rand.
Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als
benzine of thinner, evenmin als
reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor
het reinigen van conventionele
grammofoonplaten.
Zorg dat uw compact discs niet worden
blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een
kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs
nooit achter in een afgesloten auto die in de volle
zon geparkeerd staat.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met
een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep.
Beveiligen van waardevolle
bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B,
zoals in de afbeelding is aangegeven. Als u een
aldus beveiligde cassette later weer voor opname
geschikt wilt maken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken.
Bij een TYPE II (CrO2-band) of TYPE IV cassette
(metaalband, alleen voor afspelen) is het belangrijk
op te letten dat u de bandsoortuitsparingen niet
afplakt, anders kan de automatische
bandsoortinstelling van het cassettedeck het type
band niet naar behoren aflezen.
Stroomvoorziening
Kontroleer, alvorens het cassettedeck in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopkontakt steekt, blijft er een geringe
hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook
al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopkontakt wanneer u
denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopkontakt te
trekken. Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen,
verbreek dan de aansluiting op het stopkontakt en
laat de stereo-installatie eerst door een deskundige
nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Opstelling
Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van de
inwendige onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige betrouwbare werking.
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk
horizontaal staat.
Plaats het apparaat ergens waar het niet
blootgesteld wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— direkte zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
• Als de stereo-installatie rechtstreeks van een
koude in een warme omgeving wordt gebracht of
in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op
de lens binnenin de compact disc speler vocht uit
de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de
stereo-installatie niet naar behoren funktioneren.
In zulke gevallen dient u de CD te verwijderen en
het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar
ongebruikt aan te laten staan, zodat alle
condensvocht kan verdampen.
Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert,
dient u alle compact discs uit het apparaat te
verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo-
installatie hebben, aarzel dan niet kontakt op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Aanvullende informatie
Bandsoortuitsparingen
43
Alvorens u een cassette in het
deck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het
mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op
beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan
90 minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan
gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een
dergelijke cassette mag u de band niet te vaak
snelspoelen, stoppen en weer starten. Hierdoor zou
de band in het bandloopwerk verstrikt kunnen
raken.
Reinigen van de bandkoppen
Het verdient aanbeveling de koppen na iedere tien
gebruiksuren te reinigen.
Verontreinigde koppen en bandloopwerk leiden tot:
— vervorming in de weergave
— verminderde geluidssterkte
— af en toe wegvallend geluid
— onvolledig wissen van de band
— tegenvallende opnameresultaten.
Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór
het maken van een belangrijke bandopname,
evenals na het afspelen van een oude cassette.
Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel
verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het
vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de koppen
Na 20 à 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies
aan hoge tonen en/of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en alle metalen onderdelen van het
bandloopwerk te demagnetiseren met een in de
audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette.
Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette.
Verhelpen van
storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, neemt u dan de volgende
lijst met kontrolepunten door.
Kontroleer echter eerst of het netsnoer stevig
is aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te
verhelpen, neem dan a.u.b. kontakt op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Het uitleesvenster gaat knipperen zodra u
de stekker in het stopkontakt steekt, ook
al hebt u het apparaat nog niet eens
ingeschakeld (demonstratiefunktie).
Druk op de DISPLAY/DEMO toets
terwijl de stereo-installatie nog
uitgeschakeld staat.
De demonstratiefunktie wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u
voor het eerst de stekker in het
stopkontakt steekt. Als het niet de eerste
keer is, maar de stroom is langer dan een
halve dag onderbroken geweest, ga dan
als volgt te werk:
Stel de klok op de juiste tijd in (zie
“Stap 2: Gelijkzetten van de klok”);
Leg de gewenste radiozenders in het
geheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen
van uw favoriete radiozenders”)
Maak de gewenste schakelklok-
instellingen (zie “Met muziek gewekt
worden” en “Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen”).
De aanduiding “0:00” knippert in het
uitleesvenster.
De stroomvoorziening is onderbroken
geweest. Stel de klok weer op de juiste
tijd in en leg uw voorkeurzenders en
eventuele schakelklok-instellingen
opnieuw in het geheugen vast.
wordt vervolgd
44
Verhelpen van storingen (vervolg)
Er klinkt geen geluid.
Draai de VOLUME regelaar rechtsom
open.
Wellicht is er een hoofdtelefoon
aangesloten.
Zorg bij het aansluiten van de
luidsprekers dat u alleen de gestripte
kerndraad van de snoeren in de
SPEAKER aansluitklemmen steekt. Als u
ook de plastic beschermlaag insteekt,
kunnen de luidsprekers geen geluid
weergeven.
Ernstige brom of andere storende
bijgeluiden.
De stereo-installatie staat te dicht bij een
TV of videorecorder. Zet de stereo-
installatie verder van de TV of
videorecorder vandaan.
Er klinkt vervorming in de weergave van
een aangesloten geluidsbron.
Als er bij indrukken van de FUNCTION
keuzetoets “VIDEO” wordt aangegeven,
schakel het apparaat dan om zodat er
“MD” verschijnt (zie “Voor aansluiten
van een minidisc-recorder” op blz. 10).
De schakelklok-funkties werken niet naar
behoren.
Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets
verschijnen de DAILY 1, DAILY 2 en REC
aanduidingen niet.
Maak de schakelklok-instellingen
zorgvuldig volgens de aanwijzingen.
Stel eerst de klok op de juiste tijd in.
De afstandsbediening werkt niet.
Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie
zijn.
Richt de afstandsbediening van dichtbij
recht op de afstandsbedieningssensor van
de stereo-installatie.
Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er gaat een hinderlijke fluittoon
“rondzingen”.
Verminder de geluidssterkte.
Houd de mikrofoon wat verder van de
luidsprekers of in een andere richting.
Er blijven vreemde kleuren op het TV-
scherm verschijnen.
Zet de luidsprekers verder van het TV-
toestel vandaan.
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geen geen geluid
of de weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig.
Kontroleer de luidspreker-aansluitingen
en de opstelling van de luidsprekers.
De akoestiek-achterluidsprekers geven
geen geluid.
•Zorg dat de linker en rechter
achterluidsprekers beide naar behoren
zijn aangesloten.
Druk op de SUR toets om het
akoestiekeffect in te schakelen.
Compact disc speler
Het afspelen van de compact disc begint
niet.
Sluit het voorpaneel.
Kontroleer of de betreffende CD naar
behoren in de CD-gleuf is geplaatst.
•Wellicht is de compact disc vuil of
beschadigd.
Wellicht is de CD verkeerd-om geplaatst,
met de bedrukte labelkant links.
•Er kan vocht uit de lucht in het apparaat
zijn gecondenseerd. Laat de stereo-
installatie een uur lang ongebruikt aan
staan, zodat het condensvocht kan
verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of SHUFFLE
weergave in willekeurige volgorde. Druk
voor normale weergave op de
CONTINUE toets.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het
uitleesvenster.
Tijdens het snel doorzoeken is het einde
van de compact disc bereikt. Druk op de
= toets (of de 0 toets van de
afstandsbediening) om terug te keren
naar het begin van de CD.
45
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
Er is geen cassette in het opnamedeck
aanwezig.
Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie “Beveiligen van
waardevolle bandopnamen” op blz. 42).
De band is geheel naar het einde
doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer
te geven of het geluidsvolume neemt af.
Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig
de koppen (zie “Reinigen van de
bandkoppen” op blz. 43).
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
koppen (zie “Demagnetiseren van de
koppen” op blz. 43).
Eerdere opnamen worden onvoldoende
gewist.
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
koppen (zie “Demagnetiseren van de
koppen” op blz. 43).
Teveel snelheidsfluktuaties of soms
wegvallend geluid.
Vuil op de capstan-assen of
aandrukrollen. Reinig de koppen en het
bandloopwerk (zie “Reinigen van de
bandkoppen” op blz. 43).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
koppen (zie “Demagnetiseren van de
koppen” op blz. 43).
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster
knippert de “TUNED” of de “STEREO”
aanduiding).
Richt of verstel de antenne.
De ontvangen zender komt te zwak door.
Sluit een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in
stereo weergegeven.
Druk op de STEREO/MONO toets zodat
er “STEREO” in het uitleesvenster
verschijnt.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereo-
installatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
1 Trek de stekker uit het stopkontakt.
2 Steek de stekker weer in het stopkontakt.
3 Houd de FUNCTION, ENTER en CD PLUS
ONE toetsen alle tegelijk ingedrukt.
Zo zet u de stereo-installatie terug op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U zult al
uw eigen geheugen-instellingen opnieuw
moeten maken.
46
Technische gegevens
Cassettedecks
Opname/weergavesysteem
4 sporen, 2 kanalen stereo
Frekwentiebereik 60 – 13.000 Hz (± 3 dB)
(zonder Dolby met Sony TYPE I
ruisonderdrukking) normaalband-cassette
60 – 14.000 Hz (± 3 dB)
met Sony TYPE II CrO
2-
cassette
Snelheidsfluktuaties ± 0,15 % Gewogen
pieknivo (IEC)
0,1 % Gewogen R.M.S.
(NAB)
± 0,2 % Gewogen
pieknivo (DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrekwentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik MG: 531 – 1602 kHz (met
afsteminterval ingesteld
op 9 kHz)
LG: 153 – 279 kHz (met
LG-interval ingesteld op
3 kHz)
Tussenfrekwentie 450 kHz
Antenne AM kaderantenne
Externe antenne-
aansluitingen
Luidsprekers
SS-F100
Luidsprekersysteem 3-luidspreker 3-
wegsysteem, in
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Lagetonen-luidspreker: 17 cm ø, conus-type
Hogetonen-luidspreker: 5 cm ø, conus-type
Superhogetonen-luidspreker:
2 cm ø, koepel-type
Nominale impedantie 8 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 215 x 375 x 285 mm
Gewicht Ca. 4,5 kg netto per
luidspreker
Versterker-gedeelte
DIN uitgangsvermogen 50 + 50 watt (aan 8 ohm,
bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen
60 + 60 watt (aan 8 ohm,
bij 1 kHz, 10 % THV)
Muziekvermogen 105 + 105 watt (aan
8 ohm, bij 1 kHz, 10 %
THV)
Ingangen VIDEO/MD IN
(tulpstekkerbussen):
ingangsspanning 250 mV,
impedantie 47 kOhm
Uitgangen VIDEO/MD OUT
(tulpstekkerbussen):
uitgangsspanning
250 mV, impedantie
1 kOhm
PHONES (stereo
klinkstekkerbus): voor
hoofdtelefoons met
impedantie van 8 ohm of
meer.
SPEAKER: voor
luidsprekers met
impedantie van 8 tot
16 ohm.
SURROUND SPEAKER:
voor luidsprekers met
impedantie van 16 ohm.
SUPER WOOFER:
uitgangsspanning 1 V,
impedantie 1 kOhm
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6
µ
W*
*Deze waarde is gemeten
op een afstand van ca.
200 mm van het
lensoppervlak van het
optisch blok, bij een
diafragma van 7 mm.
Golflengte laserlicht 780 – 790 nm
CD DIGITAL OPTICAL OUT aansluiting
(vierkante optische aansluitbus, achterpaneel)
Golflengte 600 nm
47
Algemeen
Stroomvoorziening
220 - 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik 160 watt
Afmetingen (b/h/d) Ca. 280 x 375 x 450 mm
Gewicht Ca. 11 kg
Bijgeleverd toebehoren: AM kaderantenne (1)
RM-SF100
afstandsbediening (1)
Sony SUM-3 (NS)
batterijen (2)
FM draadantenne (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
48
Index
E, F
FLASH flitseffect 33
G
Geheugenafstemming 16
Gelijkzetten van de klok 6
Geluidsinstellingen 34
GROOVE versterking 34
H, I, J
Herhaalde weergave 22
Insteken van compact discs
8
K, L, M
Klankbeeld kiezen 35
LOOP repeteerweergave 33
Luidsprekers 11
N, O
Opnemen
cassette 20
compact disc 15
radio-uitzending 17
schakelklok-opname 41
P, Q, R
Plus One CD-gleuf 25
Programma-weergave 23
Radiozenders
afstemmen 16
voorinstellen 7
S, T
Schakelklok
gewekt worden met
muziek 39
inslapen met muziek 39
schakelklok-opname 41
SHUFFLE willekeurige
weergave 22
Sluimerfunktie 39
Snelkopieerfunktie 20
Titelkeuze voor CD’s 26
Terugstellen in
uitgangsstand 45
Tuner 7, 16
U, V
Vastleggen van
voorkeurzenders 7
Verhelpen van storingen 43
W
Wekfunktie 39
Weergave van een
voorkeurzender 16
Willekeurige weergave 22
Wispreventienokje 42
Z
Zelfgemaakt klankbeeld 38
A
Aanduidingen in het
uitleesvenster 21, 36
Aansluiten
antennes 4, 12
los verkrijgbare
apparatuur 10
los verkrijgbare
luidsprekers 11
stereo-installatie 4
stroomvoorziening 5
Afspelen
cassette 18
compact disc 13
gekozen volgorde
(programma-weergave)
23
herhaalde weergave 22
willekeurige volgorde
(SHUFFLE) 22
Afsteminterval 7
Afstemmen op
voorkeurzenders 16
Akoestiekmenu 35
Antennes 4, 12
B
Batterijen 5
Beveiligen van opnamen 42
Bijregelen
geluidssterkte 14, 16, 19,
40
geluidsweergave 34
klank 36
C, D
CD synchroon-opname 15
Compact disc speler 13
DBFB basversterking 34

Documenttranscriptie

3-860-079-31(1) Mini Hi-Fi Component System Gebruiksaanwijzing NL Bruksanvisning S Istruzioni per l’uso I f MHC-FR1 ©1997 by Sony Corporation WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen. Opmerking Voor de verscheping is het netsnoer met een klembandje aan het achterpaneel vastgezet. Maak dit klembandje los wanneer u de stekker in het stopkontakt wilt steken. Achterpaneel Open de behuizing niet, om gevaar van elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenrek of een inbouwkast. De laser in dit apparaat is in staat straling uit te zenden die de toegestane limiet van LASER KLASSE 1 overschrijdt. Deze apparatuur is geclassificeerd als een LASER KLASSE 1 product. Een label met de aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de onderkant van het apparaat. Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. Deze stereo-installatie is voorzien van het Dolby* Btype ruisonderdrukkingssysteem. * Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. DOLBY en het dubbel D symbool a zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. Voor de Klanten in Nederland Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. 2 Klembandje Inhoudsopgave Voorbereidingen Cassettedeck Stap 1: Aansluiten van de stereoinstallatie ........................................... 4 Handmatig opnemen op een cassette ............................................ 30 Stap 2: Gelijkzetten van de klok .......... 6 Opnemen van gekozen muziekstukken van uw CD’s ................................... 31 Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders ..................................... 7 Insteken van compact discs .................. 8 Aansluiten van externe audio/videoapparatuur en buitenantennes ..... 10 Basisbediening Afspelen van een compact disc .......... 13 Opnemen van een compact disc ........ 15 Luisteren naar de radio ....................... 16 Opnemen van een radiouitzending ....................................... 17 Afspelen van een cassette ................... 18 Kopiëren van bandopnamen .............. 20 Compact disc speler Gebruik van het CD uitleesvenster ... 21 Herhaalde weergave van muziekstukken op CD .................. 22 Willekeurige weergave van muziekstukken op CD .................. 22 Programma-weergave van muziekstukken op CD .................. 23 Speciale DJ effecten Repeteerweergave van een muziekfragment op CD ................ 33 Flitsweergave van een muziekfragment op CD ............................................... 33 Instellen van de weergave Bijregelen van het geluid ..................... 34 Keuze van klankbeelden en effecten ............................................ 35 Akoestiekaanpassing en toonregeling .................................... 36 Zelfgemaakte klankbeelden ................ 38 Andere mogelijkheden Met muziek in slaap vallen ................. 39 Met muziek gewekt worden ............... 39 Schakelklok-opname van radiouitzendingen ................................... 41 Aanvullende informatie Afzonderlijke weergave van uw favoriete CD ................................... 25 Voorzorgsmaatregelen ........................ 42 Titels voor uw compact discs invoeren .......................................... 26 Technische gegevens ............................ 46 Opzoeken van een gewenste compact disc ................................................... 28 NL Verhelpen van storingen ..................... 43 Index ....................................................... 48 Weergeven van de hoogtepunten van een TEXT-CD .................................. 29 3 Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. Met de stappen 2 en 3 is het installeren kompleet. AM-kaderantenne FM-antenne Rechter luidspreker Linker luidspreker 1 Sluit de luidsprekers aan. 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER klemmen met dezelfde kleur. Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes en antennesnoeren, om storing in de weergave te voorkomen. Steek alleen de gestripte kerndraad in de aansluitklem. Zet de kaderantenne in elkaar en sluit deze aan. Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal uit. AM-kaderantenne CO AX FM IAL 75 R + L + – Zwart (‘)* Rood (’)* 4 * De kleuren van uw luidsprekersnoeren kunnen verschillen van de hier aangegeven kleuren. Zie voor nadere bijzonderheden de handleiding van uw luidsprekers. AM 3 Steek de stekker van het netsnoer in het stopkontakt. Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening Nu verschijnt in het uitleesvenster een demonstratie van de mogelijkheden van de apparatuur. ] } ] 4 Schakel de demonstratie uit door op de DISPLAY/DEMO toets te drukken terwijl de stereo-installatie nog uitgeschakeld is. De demonstratie zal ook worden uitgeschakeld wanneer u de tijd gaat instellen. } Tip Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe. Opmerking Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. Betreffende de opstelling Zorg dat de stereo-installatie horizontaal (waterpas) op een stevige ondergrond staat. Als het apparaat scheef staat of wegglijdt, kan dit leiden tot storing in de werking en schade aan het mechanisme. 5 Stap 2: Gelijkzetten van de klok Om de schakelklok-funkties te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen. 2,4 3,5 1 Druk op de t/CLOCK SET toets. Stel met de linker instel-draaiknop het juiste uur in. De ingebouwde klok werkt met een 24uurs cyclus. Druk op de ENTER invoertoets. De minuten-aanduiding gaat knipperen. 7:00 6 TUNED STEREO MONO SYNC REC STEP kHz MHz 5 Druk op de ENTER invoertoets. De klok gaat nu lopen. • Bij een vergissing dient u de instelling over te doen vanaf stap 1. • Bij gelijkzetten van de klok wordt de demonstratie uitgeschakeld. Als u de demonstratie wilt zien, drukt u op de DISPLAY/DEMO toets terwijl het apparaat nog uitgeschakeld is. 0:00 3 Stel met de draaiknop de juiste minuut in. Tips 1 De uren-aanduiding gaat knipperen. 2 4 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 DOLBY NR B OFF RELAY Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders 3 De tuner begint nu de afstemband te doorzoeken, om te stoppen wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een FM stereo radio-uitzending wordt ontvangen). U kunt maximaal 40 favoriete radiozenders vastleggen, 20 voor de FM, 10 voor de middengolf en 10 voor de langegolf. POWER 3,5 6 1 Draai aan de linker insteldraaiknop. 2 4 20 TUNED STEREO AUTO 4 FM 100.50 VOLUME MHz Druk op de TUNER MEMORY toets. In het uitleesvenster verschijnt nu een voorinstelnummer. Voorinstelnummer 20 TUNED STEREO AUTO 1 VOLUME 5 Draai aan de instelknop om uw gewenste voorkeur-zendernummer voor de ontvangen zender te kiezen. 6 Druk op de ENTER toets. De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer. Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. n Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt: FM n MW (MG) n LW (LG) 2 MEMORY FM 1? Druk net zovaak op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt. 7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Afstemmen op een zender die te zwak doorkomt voor automatische afstemming Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en draai dan aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen. Vastleggen onder een ander nummer Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Tip De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopkontakt of na uitvallen van de stroom ongeveer een halve dag in het afstemgeheugen bewaard blijven. 7 Insteken van compact discs 3 Open het voorpaneel door op de rechterkant van het deurtje te drukken. De compact disc wisselaar van deze stereoinstallatie biedt ruimte aan 51 compact discs. Het is aanbevolen de PLUS ONE CD-gleuf te gebruiken voor een CD die geen vaste plaats heeft, maar die u regelmatig wilt verwisselen (zie blz. 25). 1 2 4 3,7 Voorpaneel 4 Draai aan de instelknop tot u de gewenste gleuf voor het insteken van een CD bereikt, terwijl u let op het discnummer (dat staat vermeld bij elke discgleuf en bovendien in het uitleesvenster verschijnt). Afspeelstand Discgleuf bij de laadstand Carrousel Laadstand 1 2 Druk op de POWER schakelaar om de stereo-installatie in te schakelen. Druk enkele malen op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt. Discnummer Het discnummer* of de disctitel (zie voor nadere bijzonderheden blz. 26) van de disc in de laadstand wordt in het uitleesvenster aangegeven. Wanneer u aan de instelknop draait, zal het discnummer of de disctitel veranderen. * Als u reeds compact discs in het carrousel hebt geplaatst, zal het nummer van de disc in de afspeelstand verschijnen. Wanneer u aan de instelknop draait, zal dit discnummer plaatsmaken voor het nummer van de disc in de laadstand. 20 ALL 1 DISC S TITLE AUTO TUNED STEREO *DISC-20* Discnummer of disctitel 8 VOLUME 5 Plaats een compact disc rechtop, met de label-kant naar rechts. Opmerkingen • Zorg dat alle compact discs rechtop in het carrousel staan. Een CD die scheef staat kan zelf beschadigd worden of schade aan de CDwisselaar veroorzaken. • Wacht tot het carrousel geheel tot stilstand is gekomen, alvorens u er compact discs in plaatst of uit neemt. Met de bedrukte label-kant naar rechts 6 Herhaal de stappen 4 en 5 als u nog meer compact discs wilt plaatsen. 7 Sluit het voorpaneel door tegen de rechterkant van het deurtje te drukken tot het vastklikt. Verwijderen van compact discs Volg de stappen 1 t/m 3 onder “Insteken van compact discs” op blz. 8 en neem dan de ongewenste discs uit het carrousel. Sluit vervolgens het voorpaneel weer. Opmerkingen • Plaats nooit een lege 8-cm adapter voor CDsingletjes in het carrousel. Dit zou de compact disc wisselaar kunnen beschadigen. • Plak nooit een etiket of iets dergelijks op een compact disc. Dit zou de CD zelf en de compact disc wisselaar kunnen beschadigen. • Als u een CD in het carrousel plaatst maar de disc komt niet goed in de gleuf te zitten, neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. • Voor het vervoer van de stereo-installatie dient u alle compact discs uit de CD-wisselaar te verwijderen. • Als u een zojuist afgespeelde compact disc wilt verwijderen, drukt u op ENTER nadat u het voorpaneel hebt geopend. De disc wordt dan naar de laadstand doorgedraaid. Wacht even tot het carrousel geheel tot stilstand is gekomen en dan kunt u de compact disc uitnemen. Tips • Om een bepaalde compact disc afzonderlijk af te spelen volgt u de aanwijzingen onder “Afzonderlijke weergave van uw favoriete CD”. • In het uitleesvenster kunt u zelf gekozen disctitels laten verschijnen in plaats van de discnummers (zie onder “Titels voor uw compact discs invoeren”) om uw discs voor afspelen sneller te herkennen en terug te vinden. Bij instellen op de CD-TEXT disc zal altijd de vaste disctitel worden aangegeven in plaats van het discnummer. Het carrousel draait en de discgleuf van de laadstand wordt doorgedraaid naar de afspeelstand. Houd het voorpaneel altijd gesloten, behalve voor het insteken of verwijderen van compact discs. 9 Aansluiten van externe audio/videoapparatuur en buitenantennes Voor een veelzijdig gebruik van uw stereoinstallatie kunt er los verkrijgbare apparatuur op aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten apparaat. Aansluiten van een videorecorder Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van de stekkers en de aansluitbussen niet verwisselt. Om te luisteren naar het geluid van de aangesloten videorecorder, drukt u net zovaak op de FUNCTION toets tot het uitleesvenster “VIDEO” aangeeft. naar de audio-uitgangen van de videorecorder Aansluiten van audioapparatuur Kies een van de volgende twee aansluitmethoden, afhankelijk van de aan te sluiten apparatuur en de gebruikte aansluitbussen en snoeren. Voor aansluiten van een minidiscrecorder Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot het uitleesvenster “MD” aangeeft. Verschijnt deze aanduiding niet, stel dan in op “VIDEO” en ga aldus te werk. Zet de stereo-installatie uit en schakel deze dan weer in met de POWER schakelaar terwijl u de GROOVE toets ingedrukt houdt. Nu zal de “VIDEO” aanduiding in het uitleesvenster veranderen in de “MD” aanduiding. Om terug te keren naar “VIDEO” herhaalt u deze werkwijze. Aansluiten van een minidiscrecorder voor digitale opname Door aansluiten van een minidisc-recorder via een optische aansluitkabel kunt u de muziek van uw CD’s digitaal opnemen op minidiscs. naar de DIGITAL IN aansluiting van de minidisc-recorder Opmerking Als het weergegeven geluid in de “VIDEO” stand vervormd klinkt, kunt u beter overschakelen naar de “MD” stand (zie “Voor aansluiten van een minidisc-recorder” op deze bladzijde). 10 Aansluiten van een minidiscrecorder voor analoge opname Aansluiten van een speciale lagetonen-luidspreker Gebruik gewone audio-aansluitsnoeren en zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van de stekkers en de aansluitbussen niet verwisselt. Om te luisteren naar de weergave van een minidisc drukt u net zovaak op de FUNCTION toets tot het uitleesvenster “MD” aangeeft. Op deze stereo-installatie kunt u ook een los verkrijgbare lagetonen-luidspreker aansluiten. naar de audiouitgangen van de minidisc-recorder naar de audioingangen van de minidisc-recorder naar de lagetonen-luidspreker Aansluiten van akoestiekachterluidsprekers Op deze stereo-installatie kunt u ook een stel los verkrijgbare akoestiekluidsprekers aansluiten. Tip Als u een platenspeler met een MM magnetisch element aansluit op de VIDEO/MD IN aansluitingen, gebruikt u dan voor het aansluiten een los verkrijgbare MM equalizer-voorversterker en een audio-aansluitsnoer. Voor het luisteren naar de weergave van de platenspeler, drukt u dan enkele malen op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “VIDEO” verschijnt. naar de linker naar de akoestiekluidspreker (L) rechter akoestiekluidspreker (R) Opmerking Voor akoestiekweergave dient u in elk geval zowel een linker als een rechter achterluidspreker aan te sluiten. Eén enkele achterluidspreker zal geen geluid weergeven. wordt vervolgd 11 Aansluiten van externe audio/ video-apparatuur en buitenantennes (vervolg) AM-antenne Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter lengte aan op de AM antenne-aansluiting. Laat de AM-kaderantenne hierbij ook nog wel aangesloten. Aansluiten van buitenantennes Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen een of meer buitenantennes aan te sluiten. COA X FM IAL 75 FM-antenne Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne aan. Ook kunt u gebruik maken van een TVantenne. IEC standaard antennestekker (niet bijgeleverd) CO AX FM IAL 75 AM Schroefklem y Aardingsdraad (niet bijgeleverd) AM Belangrijk Schroefklem y Aardingsdraad (niet bijgeleverd) 12 Bij gebruik van een buitenantenne dient deze geaard te worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk. Basisbediening Afspelen van een compact disc 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt. — Normale CD-weergave 2 Draai aan de linker instel-draaiknop tot het gewenste discnummer of de disctitel (zie blz. 26) wordt aangegeven. Met deze stereo-installatie kunt u tot 51 compact discs achtereen afspelen. POWER 1 πSTOP ≠/± VOLUME 20 ALL 1 DISC S AUTO 3 TUNED STEREO *DISC-2‚* VOLUME Druk op de ENTER toets of de CD fl toets (of op de CD ( weergavetoets van de afstandsbediening). De gekozen compact disc wordt dan in de afspeelstand gezet en de weergave ervan begint. 3 2 CDfl Basisbediening wordt vervolgd P 0/) CD( VOL +/– 13 Afspelen van een compact disc (vervolg) Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de π STOP toets. Pauzeren Druk op de CD fl toets (of op de P pauzetoets van de afstandsbediening) Hervatten van de weergave Druk op de CD fl toets (of op de P pauzetoets van de afstandsbediening) Kiezen van een compact disc Draai de instelknop rechts- of linksom (of druk op de b, resp. de B toets van de afstandsbediening) en laat de knop (of toets) los bij het bereiken van de gewenste CD. Opzoeken van een muziekstuk Opzoeken van een muziekstuk Druk tijdens afspelen of in de pauzestand op de ± toets (om vooruit te zoeken) of de ≠ toets (om terugwaarts te zoeken) en laat de toets los bij het bereiken van het gewenste muziekstuk. 10 CD’s tegelijk Druk op de V toets van de vooruit afstandsbediening (om 10 CD’s of terug gaan vooruit te gaan) of op de v toets (om 10 CD’s terug te gaan). Opzoeken van Houd tijdens afspelen de ) een punt in een of 0 toets van de muziekstuk afstandsbediening (voor vooruit-, resp. terugwaarts zoeken) ingedrukt en laat de toets bij het gewenste punt los. 14 Afspelen van alleen de gekozen compact disc Druk net zovaak op de CONTINUE toets tot er “1 DISC” wordt aangegeven. Afspelen van alle CD’s Druk net zovaak op de CONTINUE toets tot er “ALL DISCS” wordt aangegeven. Bijregelen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening) Stoppen met afspelen en uitnemen van de disc Open het voorpaneel en druk op de ENTER toets. Bij openen van het voorpaneel terwijl de CD PLUS ONE toets verlicht is zal automatisch de PLUS ONE CD-gleuf naar voren komen. Kiezen van de volgende CD voor weergave Draai tijdens het afspelen van een CD aan de instelknop tot het gewenste discnummer (of de disctitel) met de aanduiding “NEXT” wordt aangegeven. Om dan onmiddellijk door te gaan met weergave van de gekozen CD, drukt u op de ENTER toets. 51 ALL DISC S TUNED STEREO NEXT TITLE VOLUME AUTO Om uw keuze van een CD te annuleren, drukt u tweemaal op de CONTINUE toets, zodat de “NEXT” aanduiding dooft. Tips • Bij indrukken van de CD ·∏ toets terwijl de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en start de CDweergave, mits er een compact disc in de afspeelstand staat (één-toets weergavestart). • Ook van het afspelen van een andere geluidsbron kunt u rechtstreeks overschakelen naar de CDspeler, om de CD-weergave automatisch te starten met een enkele druk op de CD ·∏ toets (automatische geluidsbron-keuze). • Als er in dit geval geen CD in de afspeelstand staat, verschijnt de aanduiding “-NO DISC-”. Opnemen van een compact disc 2 — CD synchroon-opname Draai aan de linker instel-draaiknop tot het gewenste discnummer of de disctitel (zie blz. 26) wordt aangegeven. 20 De CD SYNCHRO toets maakt het opnemen van een compact disc op cassette uiterst eenvoudig. Voor het opnemen kunt u naar keuze TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt hierbij automatisch ingesteld. POWER 4 DOLBY NR 3 ALL 1 DISC S TITLE AUTO TUNED STEREO *DISC-20* VOLUME Discnummer of disctitel 3 Druk op de CD SYNCHRO toets. Deck B komt in de opnamepauzestand en de CD-speler in gereedheid voor weergave. De · indikator (voor de voorkant van de cassette) licht op. 1 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op A als u alleen op de voorkant wilt opnemen; stel in op ß (of op “RELAY”) als u op beide cassettekanten wilt opnemen. 5 Druk op de PAUSE ∏ toets. Nu begint het opnemen. Stoppen met opnemen Basisbediening 4 Druk op de π STOP toets. Tips 5 2 1 πSTOP Druk op de § EJECT uitwerptoets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Met de kant voor opnemen naar voren gericht • Als u op de achterkant van de cassette wilt opnemen, druk dan op de TAPE B ª toets zodat de ª indikator (voor de achterkant) oplicht. • Voor het opnemen op beide cassettekanten dient u in elk geval aan de voorkant te beginnen. Als u begint met opnemen aan de achterkant, stopt het opnemen altijd aan het eind van de achterkant. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u na de CD SYNCHRO toets op de DOLBY NR toets, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. Opmerking Het is niet mogelijk om tijdens het opnemen te luisteren naar andere geluidsbronnen. 15 Luisteren naar de radio 1 –– Geheugenafstemming Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding van de afstemband als volgt: FM n MW (MG) n LW (LG) n Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie onder “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”). POWER Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband wordt aangegeven. 3 1 STEREO/MONO 2 2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. n MANUAL n AUTO n PRESET 3 Draai aan de instelknop (of druk op de = of + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. Draai naar links (of druk op de = toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een lager genummerde zender. VOLUME Draai naar rechts (of druk op de + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een hoger genummerde zender. Voorinstelnummer TUNER/ BAND =/+ 16 20 TUNED STEREO PRESET VOL +/– Afstemfrekwentie FM 3 104.00 VOLUME MHz Voor het Doet u het volgende Uitschakelen van de radio Druk op de POWER schakelaar. Bijregelen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening). Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” of AUTO” verschijnt en draai dan aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen. Tips U kunt vlot en eenvoudig een radiouitzending opnemen op cassette, door een van uw voorkeurzenders te kiezen. Voor het opnemen kunt u naar keuze TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt hierbij automatisch ingesteld. POWER 6 DOLBY NR πSTOP 14 753 2 1 Druk enkele malen op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband wordt aangegeven. 2 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Draai aan de instelknop om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. Draai naar links voor een lager genummerde zender. Basisbediening • Bij indrukken van de TUNER/BAND toets terwijl de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart). • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radioontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER/BAND toets (of de BAND toets van de afstandsbediening) (automatische geluidsbronkeuze). • Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u net zovaak op de STEREO/MONO toets, tot de aanduiding “MONO” oplicht. Het stereo-effect zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar stereo-geluid te luisteren. • Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen. Opnemen van een radio-uitzending Draai naar rechts voor een hoger genummerde zender. Voorinstelnummer Afstemfrekwentie 20 TUNED STEREO PRESET FM 3 104.00 VOLUME MHz wordt vervolgd 17 Opnemen van een radiouitzending (vervolg) 4 Druk op de § EJECT uitwerptoets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Met de kant voor opnemen naar voren gericht Afspelen van een cassette De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2band) en TYPE IV (metaalband) cassettes en het deck stelt automatisch in op de bandsoort van de geplaatste cassette. POWER 5 2 1 πSTOP º/‚ VOLUME Druk op de REC ® opnametoets. Deck B komt in de opnamepauzestand. 6 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op A als u alleen op de voorkant wilt opnemen; stel in op ß (of op “RELAY”) als u op beide cassettekanten wilt opnemen. 7 Druk op de PAUSE ∏ toets. Nu begint het opnemen. Stoppen met opnemen Druk op de π STOP toets. DOLBY NR Tips 18 • Als u op de achterkant van de cassette wilt opnemen, druk dan op de TAPE B ª toets zodat de ª indikator (voor de achterkant) oplicht. • Voor het opnemen op beide cassettekanten dient u in elk geval aan de voorkant te beginnen. Als u begint met opnemen aan de achterkant, stopt het opnemen altijd aan het eind van de achterkant. • Tijdens het luisteren naar de radio kunt u zonder bezwaar de cassette in deck B naar een gewenst punt terug- of vooruitspoelen met de º of ‚ toets op het apparaat zelf. • Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, stelt u in stap 2 met de TUNING MODE toets in op “MANUAL” en dan draait u aan de instelknop om op de gewenste zender af te stemmen. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u vóór stap 7 eerst op de DOLBY NR toets, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. • Als er bij het opnemen van een radio-uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de betreffende antenne in een andere richting te draaien. 3 1 P p TAPE A( TAPE B( 0/) VOL +/– 1 Druk op de § EJECT uitwerptoets en plaats een bespeelde cassette in deck A of B. Met de kant voor afspelen naar voren gericht 2 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op A als u alleen de voorkant wilt afspelen; stel in op ß* als u beide cassettekanten wilt afspelen. Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de STOP π toets (of op de p stoptoets van de afstandsbediening). Pauzeren (alleen voor deck B) Druk op de PAUSE ∏ toets (of op de P pauzetoets van de afstandsbediening). Vooruitspoelen Druk op de ‚ toets tijdens het afspelen van de voorkant, op de º toets tijdens het afspelen van de achterkant. De band wordt vooruitgespoeld in het deck dat in het uitleesvenster wordt aangegeven (TAPE A of TAPE B). Terugspoelen Druk op de º toets tijdens het afspelen van de voorkant, op de ‚ toets tijdens het afspelen van de achterkant. De band wordt teruggespoeld in het deck dat in het uitleesvenster wordt aangegeven (TAPE A of TAPE B). Uitnemen van de cassette Druk op de § EJECT toets. Bijregelen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de VOL +/– toets van de afstandsbediening). Om twee cassettes achtereen af te spelen in beide cassettedecks, stelt u in op “RELAY” (voor doorlopende weergave).** 3 Druk op de TAPE A · of de TAPE B · weergavetoets. Druk op de ª toets (of nogmaals op TAPE A ( of TAPE B ( op de afstandsbediening) als u de achterkant van de cassette wilt afspelen. Het afspelen van de geplaatste cassette begint. * De cassette-weergave zal automatisch stoppen nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen zijn weergegeven. **De volgorde bij de doorlopende weergave is altijd als volgt: Deck A (voorkant), deck A (achterkant), deck B (voorkant), deck B (achterkant). Basisbediening Voor het Tips • Bij indrukken van de TAPE A ª/· toets of de TAPE B ª/· toets terwijl de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en start de cassette-weergave, mits er een cassette in het gekozen deck aanwezig is (één-toets weergavestart). • Ook van het afspelen van een andere geluidsbron kunt u rechtstreeks overschakelen naar cassetteweergave, met een enkele druk op de TAPE A ª/· toets of de TAPE B ª/· toets (automatische geluidsbron-keuze). • Voor het afspelen van een cassette die is opgenomen met Dolby B ruisonderdrukking, drukt u op de DOLBY NR toets zodat in het uitleesvenster de aanduiding “DOLBY NR B” verschijnt. 19 Kopiëren van bandopnamen 3 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op A als u alleen de voorkant wilt kopiëren; stel in op ß (of op “RELAY”) als u beide cassettekanten wilt kopiëren. 4 Druk op de PAUSE ∏ toets. — Snel-kopieerfunktie Voor het kopiëren kunt u zowel TYPE I (normaalband) als TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt hierbij automatisch ingesteld. POWER 31 DOLBY NR Nu begint het kopiëren van de bandopnamen. 1 Stoppen met kopiëren Druk op de π STOP toets. Tips 4 2 πSTOP 1 Druk op de § EJECT uitwerptoets en plaats een bespeelde cassette in deck A en een voor opnemen geschikte cassette in deck B. Met de kant voor afspelen/ opnemen naar voren gericht 2 Druk op de HI-SPEED DUBBING toets. Deck B komt in de opnamepauzestand. 20 • Als u beide kanten van de cassette wilt kopiëren, dient u in elk geval aan de voorkant te beginnen. Als u begint met kopiëren (dus opnemen) aan de achterkant, stopt het opnemen altijd aan het eind van de achterkant. • Als u met de DIRECTION toets instelt op ß terwijl u twee cassettes met verschillende bandlengte gebruikt, dan zal de bandloop in beide decks onafhankelijk van elkaar worden omgekeerd. Als u instelt op “RELAY” zullen de cassettes in beide decks tegelijk van richting veranderen. • Voor het kopiëren van een cassette die is opgenomen met Dolby B ruisonderdrukking, drukt u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding “DOLBY NR B” dooft. De nieuwe cassette wordt automatisch met de Dolby B ruisonderdrukking gekopieerd. Compact disc speler Tijdens normale weergave Gebruik van het CD uitleesvenster In het uitleesvenster kunt u onder andere de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of van de gehele compact disc kontroleren. DISPLAY/DEMO n Speelduur van het weergegeven muziekstuk µ Muziekstuktitel2) µ Tijdsaanduiding (enkele seconden lang) µ Effectnaam (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)” 1) 2) 3) Met een CD waarvoor u een titel hebt gekozen of een TEXT-CD Voor een CD met tekst De inhoudsopgave toont het huidige discnummer, het muziekstuknummer en de speelduur van het weergegeven muziekstuk. / Druk op de DISPLAY/DEMO toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: In de stopstand n Discnummer of disctitel1) µ Naam van de artiest of groep2) µ Inhoudsopgave3) µ Tijdsaanduiding (enkele seconden lang) µ Effectnaam (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)” 21 Herhaalde weergave van muziekstukken op CD Willekeurige weergave van muziekstukken op CD –– REPEAT weergave –– SHUFFLE weergave Met de herhaalfunkties kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma-weergave. Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven. CONTINUE REPEAT 1 3 CONTINUE 2 / Druk tijdens CD-weergave op de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt. Dan begint de herhaalde weergave. Volg de onderstaande aanwijzingen voor het omschakelen van de herhaalfunktie. Voor het herhalen van Drukt u enkele malen op 4 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt. 2 Druk op de SHUFFLE toets om in te stellen op willekeurige weergave van “ALL DISCS” of van “1 DISC”. Alle muziekstukken op de CONTINUE toets tot de weergegeven CD de aanduiding “1 DISC” verschijnt. Alle muziekstukken op de CONTINUE toets tot alle compact discs de aanduiding “ALL DISCS” verschijnt. Een enkel muziekstuk* de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT 1” verschijnt, tijdens weergave van het te herhalen muziekstuk. Uitschakelen van de herhaalfunktie 22 Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding dooft. Telkens wanneer u op de SHUFFLE toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster tussen “ALL DISCS” en “1 DISC”. Voor willekeurige weergave van Stelt u in op Alle muziekstukken op alle compact discs “ALL DISCS” Alle muziekstukken op de gekozen compact disc “1 DISC” 3 4 Voor het kiezen van de compact disc voor de “1 DISC” willekeurige weergave, draait u aan de instelknop tot het gewenste discnummer of de disctitel (zie blz. 26) wordt aangegeven. Druk op de ENTER toets of de CD ·∏ toets. De aanduiding “J” verschijnt en de muziekstukken worden in willekeurige volgorde weergegeven. Uitschakelen van de willekeurige weergave Programmaweergave van muziekstukken op CD –– PROGRAM weergave U kunt drie verschillende eigen muziekselekties samenstellen door de muziekstukken en/of compact discs in de gewenste volgorde te programmeren en deze programma’s in het geheugen vast te leggen. Elk muziekprogramma kan bestaan uit 32 “stappen” — waarbij een “stap” een enkel muziekstuk kan zijn of een gehele compact disc. 1 4 Druk op de CONTINUE toets. 7 2 Tips • Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave met een druk op de SHUFFLE toets. • Tijdens de “1 DISC” willekeurige weergave kunt u de volgende compact disc voor weergave kiezen. Draai aan de instelknop om in te stellen op de volgende CD. Nadat alle muziekstukken op de weergegeven disc in willekeurige volgorde zijn afgespeeld, wordt doorgegaan met de weergave van de volgende gekozen disc. Om tussendoor al onmiddellijk door te gaan naar de volgende disc, drukt u tijdens de weergave op de ENTER toets. Tijdens de willekeurige weergave van “ALL DISCS” kunt u niet zelf de volgende compact disc kiezen. Opmerking Ook als u op de π STOP toets drukt of de stereoinstallatie uitschakelt tijdens de willekeurige weergave van “ALL DISCS”, dan nog zal de compact disc speler onthouden welke discs/ muziekstukken al wel zijn weergegeven en welke nog niet. Als u daarna dus alle discs en muziekstukken weer in willekeurige volgorde wilt kunnen horen met de “ALL DISCS” willekeurige weergave, dan zult u de bovenstaande aanwijzingen weer moeten volgen vanaf stap 1. 5 3 CHECK CLEAR 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt. 2 Druk enkele malen op de PROGRAM toets tot het gewenste programmanummer (PROGRAM 1, 2 of 3) wordt aangegeven. wordt vervolgd 23 Programma-weergave van muziekstukken op CD (vervolg) 3 7 Alle geprogrammeerde muziekstukken worden nu weergegeven in de door u gekozen volgorde. Draai aan de instelknop tot het gewenste discnummer wordt aangegeven. 20 TUNED STEREO MONO SYNC ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 *DISC-20* RELAY Voor het Als u de gekozen CD in zijn geheel wilt programmeren, kunt u deze stap overslaan. Voor een enkel muziekstuk drukt u op de ≠/ ± toets tot het nummer van het gewenste muziekstuk wordt aangegeven. Als de gekozen compact disc ook van een disctitel is voorzien, verschijnt deze nu en daarna de volgende aanduidingen. 20 ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT AUTO TUNED STEREO MONO SYNC 20 3 1 STEP RELAY Het gekozen muziekstuk wordt dan geprogrammeerd. Geprogrammeerd muziekstuknummer 20 ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT AUTO TUNED STEREO MONO SYNC 20 3 1 STEP Wissen van een bepaald muziekstuk of discnummer Druk op de CHECK toets tot het ongewenste muziekstuk of discnummer wordt aangegeven en druk dan op de CLEAR wistoets. Wissen van het laatste muziekstuk of discnummer Druk op de CLEAR toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt het laatst geprogrammeerde muziekstuk of discnummer gewist. Toevoegen van Volg de aanwijzingen voor het een muziekstuk programmeren. aan uw muziekprogramma Wissen van een bepaald geheel muziekprogramma Druk op de ENTER toets. 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 Doet u het volgende Kontroleren van Druk meermalen achtereen op uw muziekde CHECK kontroletoets. Na programma het laatste muziekstuk wordt er “END” aangegeven. 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 Muziekstuknummer 5 Uitschakelen van de programmaweergave Druk op de CONTINUE toets. Discnummer 4 Start de programma-weergave met de CD fl toets. 1 Druk enkele malen op de PROGRAM toets tot het nummer van het te wissen muziekprogramma wordt aangegeven. 2 Houd de CLEAR toets ingedrukt tot de aanduiding “ALL CLEAR” verschijnt. RELAY Tips Geprogrammeerd discnummer 6 24 Programmavolgnummer Voor het programmeren van nog andere compact discs/muziekstukken gaat u als volgt te werk: Voor het programmeren van Herhaalt u de stappen andere gehele compact discs 3 en 5 andere muziekstukken van dezelfde disc 4 en 5 andere muziekstukken van andere discs 3 t/m 5 • Wanneer u wilt kunt u met een druk op de CD fl toets hetzelfde muziekprogramma nogmaals afspelen. • Als u op de PROGRAM toets drukt tijdens normale weergave of willekeurige weergave, dan zal na het weergegeven muziekstuk worden vervolgd met weergave van uw muziekprogramma. • Ook al verwisselt u discs uit het carrousel, de geprogrammeerde discnummers en muziekstuknummers blijven ongewijzigd tot u deze zelf uitwist. De compact disc speler zal bij de programma-weergave dus alleen dezelfde nummers kiezen, ongeacht de muziek. Als er nummers zijn geprogrammeerd die op de nieuwe discs niet voorkomen, zullen deze komen te vervallen, maar wordt daarna de rest van het muziekprogramma wel in de gekozen volgorde weergegeven. De PLUS ONE CD-gleuf wordt tot in de laadstand gedraaid. 9 41 Afzonderlijke weergave van uw favoriete CD 8 42 7 43 6 44 5 45 — PLUS ONE weergave 46 4 47 Wanneer u een compact disc in de PLUS ONE CD-gleuf plaatst, kunt u die onafhankelijk van de andere discs afspelen. Bij gebruik van deze afspeelfunktie komt de CD-speler automatisch in de “1 DISC” weergavestand. 1 2 48 3 49 50 PLUS ONE 1 2 PLUS ONE CD-gleuf 3 Steek een compact disc in de PLUS ONE CD-gleuf. 4 Sluit het voorpaneel. De CD-speler begint dan met afspelen van de compact disc in de PLUS ONE CD-gleuf. Als de geplaatste disc voorzien is van een disctitel, dan zal deze samen met de aanduiding “PLUS1” worden aangegeven. P1 ALL S CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC P1 1 0.35 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY Uitschakelen van de PLUS ONE weergave 1 Open het voorpaneel. 2 Druk op de CD PLUS ONE toets (of op de PLUS ONE toets van de afstandsbediening). Druk weer op de CD PLUS ONE toets (of op de PLUS ONE toets van de afstandsbediening). Het indikatorlampje van de CD PLUS ONE toets dooft. Het discnummer in het uitleesvenster verandert in 51 en u kunt dezelfde disc nu gewoon afspelen als CD nummer 51. wordt vervolgd Het indikatorlampje van de CD PLUS ONE toets licht op. P1 ALL S CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC *DISC-PLUS1* 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY 25 Afzonderlijke weergave van uw favoriete CD (vervolg) Tips • Voor het afspelen van een CD die al eerder in de PLUS ONE CD-gleuf was geplaatst, drukt u op de CD PLUS ONE toets terwijl het voorpaneel gewoon gesloten blijft. • U kunt de muziekstukken op de PLUS ONE CD ook in willekeurige volgorde weergeven door op de SHUFFLE toets te drukken alvorens u in stap 4 het voorpaneel sluit. Opmerkingen • De PLUS ONE CD-afspeelfunktie wordt uitgeschakeld als u: — aan de instelknop draait of op een toets drukt om in te stellen op op een andere compact disc. — op de PROGRAM, MEMO SCAN of MEMO SEARCH toets drukt. • De PLUS ONE CD-gleuf zal automatisch in de laadstand komen als u tijdens de PLUS ONE weergave het voorpaneel opent. Steek niet uw hand in het apparaat en probeer niet de disc te verwijderen vóór het carrousel geheel tot stilstand is gekomen. Bij teveel haast kan uw hand bekneld raken en de compact disc beschadigd worden. Titels voor uw compact discs invoeren — CD MEMO funktie U kunt voor elk van uw compact discs een disctitel van maximaal 12 letters invoeren. Bij keuze van een CD-TEXT disc zullen de eerste 12 letters van de vaste disctitel automatisch worden overgenomen in het geheugen. Telkens wanneer u een CD met een disctitel voor weergave kiest, zal de vastgelegde disctitel automatisch in het uitleesvenster verschijnen. 1 2,4 LOOP/DELETE 75 CLEAR 3 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt. 2 Draai aan de instelknop tot het discnummer verschijnt van de CD die u van een titel wilt voorzien. Bij keuze van een disctitel terwijl het voorpaneel gesloten blijft, verschijnt het discnummer van de CD in de afspeelstand. Bij keuze van een disctitel met het voorpaneel geopend verschijnt het discnummer van de CD in de laadstand. 26 3 7 Druk op de MEMO INPUT toets. Nu gaat het cursor-pijltje (9) knipperen. 4 De disctitel blijft nu in het uitleesvenster verlicht. Draai aan de instelknop tot het gewenste letterteken in het uitleesvenster verschijnt. 20 Kiezen van letters op het apparaat zelf Als u de instelknop naar rechts draait, verschijnen de beschikbare letters, cijfers en symbolen in de onderstaande volgorde. Draai de instelknop naar links om terug te gaan in de reeks lettertekens. Kiezen van letters met de afstandsbediening Druk op de V of v toets om in te stellen op op kleine letters, hoofdletters of cijfers en symbolen en kies dan het gewenste letterteken met de B of b toets. (spatie) A B C D E F G H I J K L M N O P QRSTUVWXYZabcdefghijkl mnopqrstuvwxyz012345678 9!"#$%&'() ∗+,–./:;<=>?@[\ ]^_`{ }˜ 20 TUNED STEREO MONO SYNC CD TEXT AUTO 5 RELAY Druk op de ± toets om het gekozen letterteken in te voeren. ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY Als u de verkeerde letter hebt gekozen Druk op de LOOP/DELETE toets. Dan verdwijnt het letterteken links van de cursor en gaat het cursor-pijltje weer knipperen. Voer dan de juiste letter in. 6 SONYHITS 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY Herhaal de stappen 2 t/m 7 als u nog meer CD’s van een disctitel wilt voorzien. Opmerking • De disctitel wordt in het geheugen vastgelegd bij het nummer van de gleuf waarin de CD zich bevindt. Als u de compact discs verwisselt, zult u ook de disctitels moeten wijzigen. Wissen van een disc-titel 1 Volg de aanwijzingen 2 en 3 onder “Titels voor uw compact discs invoeren” op blz. 26 om in te stellen op de disctitel die u wilt wissen. 2 Druk op de CLEAR wistoets. De disctitel verdwijnt uit het uitleesvenster. 3 Druk op de ENTER toets. Wissen van de titels van alle discs Het cursor-pijltje verspringt nu een plaats naar rechts en wacht op invoer van de volgende letter. 20 TUNED STEREO MONO SYNC 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 S ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO Het cursor-pijltje verdwijnt en nu gaat de plaats voor de eerste letter van de disctitel knipperen. ALL 1 DISC S PROGRAM Druk op de ENTER toets om de gekozen disctitel in het geheugen vast te leggen. Herhaal de stappen 4 en 5 voor elk van de volgende lettertekens, tot uw titel kompleet is. Houd de LOOP/DELETE toets ingedrukt en druk daarbij de CLEAR wistoets in. Nu verschijnt de aanduiding “ALL ERASE” in het uitleesvenster en worden de titels van alle compact discs uit het geheugen gewist. Tips • Wanneer u een CD in het carrousel vervangt door een CD-TEXT disc, zal uw ingevoerde disctitel automatisch worden vervangen door de vaste CDTEXT disctitel. Ook zal de disctitel van een CD-TEXT disc automatisch verdwijnen wanneer u die disc uit het carrousel verwijdert. Overigens is het niet mogelijk een andere disctitel in te voeren voor een CD-TEXT disc die al een vaste titel heeft. • Het invoeren van disctitels kunt u ook doen met het voorpaneel open. 27 Opzoeken van een gewenste compact disc FUNCTION 3 Druk op de ENTER toets wanneer u de disctitel van de gewenste CD ziet verschijnen. De gekozen CD wordt dan in de afspeelstand gezet en de weergave ervan begint. Als u deze doorloopfunktie gebruikt tijdens het programmeren, zal de gehele disc aan uw muziekprogramma worden toegevoegd. ≠/± Opmerking Als de aanduiding “NO ENTRY” verschijnt, dan zijn er nog geen disctitels vastgelegd. Dan zult u eerst disctitels moeten invoeren voor u de MEMO SCAN doorloopfunktie kunt gebruiken. Opzoeken van een CD door invoeren van de gewenste disctitel — MEMO SEARCH zoekfunktie ENTER Instelknop MEMO MEMO SCAN SEARCH Opzoeken van een CD via doornemen van de beschikbare disctitels U kunt een gewenste compact disc voor weergave opzoeken door de eerste letter van de ingevoerde disctitel (zie blz. 26) in te voeren. 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt. 2 Druk op de MEMO SEARCH zoektoets. — MEMO SCAN doorloopfunktie U kunt een compact disc die u wilt afspelen vlot en gemakkelijk kiezen aan de hand van de disctitels (zie blz. 26) die in het uitleesvenster verschijnen, om dan direkt de weergave te starten. Overigens is deze doorloopfunktie niet beschikbaar bij gebruik van de willekeurige weergave van “ALL DISCS”. 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt. De aanduiding “MEMO SEARCH” licht op en het lampje van de ENTER toets gaat knipperen. 3 Druk net zovaak op de ≠/± toets tot de eerste letter (of cijfer) van de gezochte disctitel verschijnt. 20 ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO 2 Druk op de MEMO SCAN doorlooptoets. De aanduiding “MEMO SCAN” licht op, het lampje van de ENTER toets gaat knipperen en de disctitels worden één voor één aangegeven. 28 TUNED STEREO MONO SYNC SONYHITS 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY Telkens wanneer u op de ≠/± toets drukt, verschijnt het volgende letterteken, in alfanumerieke volgorde: ABCDEFGHIJKLMNOPQRST UVWXYZ0123456789 Als de aanduiding “[A] NOT FOUND” verschijnt wanneer u met de ≠/± toetsen instelt op een letter, dan is er nog geen disctitel met die beginletter in het geheugen vastgelegd. Opmerkingen • Bij het opzoeken van disctitels aan de hand van de eerste letter (of cijfer) zullen alle symbolen en spaties aan het begin van de disctitel worden genegeerd. • Bij het opzoeken van disctitels wordt er geen verschil gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. 4 Weergeven van de hoogtepunten van een TEXT-CD Bepaalde TEXT-CD’s bieden de mogelijkheid alleen de hoogtepunten van de disc weer te geven. Draai aan de instelknop om de disctitel van uw keuze binnen de beginletter-groep op te zoeken. =/+ Zodra u aan de instelknop draait, verschijnen in het uitleesvenster de disctitels met de door u gekozen beginletter. 5 Druk op de ENTER toets wanneer u de disctitel van de gewenste CD ziet verschijnen, om de weergave ervan te starten. Als u deze zoekloopfunktie gebruikt tijdens het programmeren, zal de gehele disc aan uw muziekprogramma worden toegevoegd. Opzoeken van een compact disc met de afstandsbediening Druk in stap 4 hierboven op de B of b toets van de afstandsbediening tot de gewenste disctitel verschijnt. Stap 5 kunt u overslaan. Uitschakelen van de MEMO SEARCH zoekfunktie Druk nogmaals op de MEMO SEARCH toets. Tips • Wanneer alle disctitels voor een bepaalde beginletter zijn gepasseerd in stap 4, verspringt de beginletter naar het volgende letterteken wanneer u aan de instelknop draait. HI-LIGHT / Druk in de stopstand op de HI-LIGHT toets van de afstandsbediening. Het indikatorlampje van de · weergavetoets knippert terwijl de hoogtepunten van de disc worden weergegeven. Tips • Tijdens de weergave van disc-hoogtepunten kunt u terugkeren naar normale weergave met een druk op de º/‚ toets van de afstandsbediening. • Tijdens de weergave van disc-hoogtepunten kunt u terug- of doorgaan naar een eerder of later hoogtepunt met een druk op de ≠/± toets van de afstandsbediening. • Tijdens de weergave van disc-hoogtepunten kunt u de herhaalfunkties gebruiken. Om alle hoogtepunten van de disc te herhalen, drukt u enkele malen op de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt. Om alleen het weergegeven hoogtepunt te herhalen, drukt u enkele malen op de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT 1” verschijnt. • Als u op de HI-LIGHT toets drukt terwijl de gekozen CD geen speciaal gemarkeerde hoogtepunten bevat, dan verschijnt de aanduiding “NO HIGHLIGHT”. 29 Cassettedeck Handmatig opnemen op een cassette Handmatig kunt u precies de gewenste bandopnamen maken van de radio, van een CD of van een andere cassette. Zo kunt u bijvoorbeeld alleen bepaalde muziekstukken opnemen of met opnemen beginnen ergens halverwege de cassetteband. Het opnameniveau wordt hierbij automatisch ingesteld. 4 2 DOLBY NR º/‚ 4 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op A als u alleen op de voorkant wilt opnemen; stel in op ß (of op “RELAY”) als u op beide cassettekanten wilt opnemen. 5 Druk op de PAUSE ∏ toets. Nu begint het opnemen. 6 1 Start de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen. Voor het Drukt u op Stoppen met opnemen π STOP Pauzeren van de opname PAUSE ∏ Tips • Als u op de achterkant van de cassette wilt opnemen, druk dan op de TAPE B ª toets zodat de ª indikator (voor de achterkant) oplicht. • Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u vóór stap 5 op de DOLBY NR toets, zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. Opmerking 3 5 • Druk op de FUNCTION toets, terwijl voor de geluidsbron “TAPE B” is gekozen, om een blanco opname te maken (bijvoorbeeld om ongewenste bijgeluiden te wissen). πSTOP 1 Druk op § EJECT en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. 2 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de gewenste geluidsbron voor opname (zoals b.v. CD) wordt aangegeven. 3 Druk op de REC ® opnametoets. Deck B komt in de opnamepauzestand. Het · indikatorlampje (voor de voorkant van de cassette) licht op. 30 Opnemen van gekozen muziekstukken van uw CD’s 4 Draai aan de instelknop tot het gewenste discnummer wordt aangegeven. 5 Als u de gekozen CD in zijn geheel wilt programmeren, kunt u deze stap overslaan. Voor een enkel muziekstuk drukt u op de ≠/± toets tot het nummer van het gewenste muziekstuk wordt aangegeven. U kunt muziekstukken van al uw CD’s kiezen, om die op cassette op te nemen in de door u gekozen volgorde. Let tijdens het programmeren wel op, dat de totale speelduur van de muziekstukken niet langer wordt dan de beschikbare opnameduur op de cassettekant. 9 2 πSTOP 5 1 Totale speelduur (incl. het gekozen muziekstuk) Discnummer CONTINUE P1 ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC 1 8 2.43 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY Muziekstuknummer 6 Druk op de ENTER of de PROGRAM toets. Het gekozen muziekstuk wordt dan geprogrammeerd. Voor het programmeren van Herhaalt u de stappen 10 8 6 4 CHECK 3,6 1 Druk op § EJECT en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. 2 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de PROGRAM toets tot het gewenste programmanummer (PROGRAM 1, 2 of 3) wordt aangegeven. andere gehele compact discs 4 en 6 andere muziekstukken van dezelfde disc 5 en 6 andere muziekstukken van andere discs 4 t/m 6 7 Als u nog meer muziekstukken voor opname wilt programmeren, herhaalt u de stappen 4 t/m 6. Voor muziekstukken van dezelfde compact disc kunt u stap 4 overslaan. 8 Druk op de CD SYNCHRO toets. Deck B komt in de opnamepauzestand en de CD-speler in gereedheid voor weergave. De · indikator (voor de voorkant van de cassette) licht op. wordt vervolgd 31 Opnemen van gekozen muziekstukken van uw CD’s (vervolg) 9 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op A als u alleen op de voorkant wilt opnemen; stel in op ß (of op “RELAY”) als u op beide cassettekanten wilt opnemen. 10 Druk op de PAUSE ∏ toets. Nu begint het opnemen. Stoppen met opnemen Druk op de π STOP toets. Kontroleren van uw programma voor opname Druk meermalen achtereen op de CHECK kontroletoets. Na het laatste muziekstuk wordt er “END” aangegeven. Uitschakelen van de programmaopnamefunktie Druk op de CONTINUE toets. Tip Als aan het eind van cassettekant A het laatste muziekstuk halverwege wordt afgebroken, zal hetzelfde muziekstuk automatisch als eerste op cassettekant B worden opgenomen. 32 Speciale DJ-effecten Repeteerweergave van een muziekfragment op CD Flitsweergave van een muziekfragment op CD — LOOP repeteereffect — FLASH flitseffect Tijdens afspelen kunt u een bepaald muziekfragment meermalen snel achtereen laten herhalen. Zo kunt u interessante effecten bereiken voor creatieve muziekopnamen. Instelknop Met het FLASH stroboscoopeffect kunt u de CD-weergave een snel flitsende klank geven. Dit kan een extra interessant effect geven in uw originele muziekopnamen. Instelknop FLASH LOOP/DELETE / Druk tijdens weergave bij het punt / Druk tijdens weergave bij het beginpunt van het fragment dat u wilt laten repeteren op de LOOP/ DELETE toets en houd deze ingedrukt. Laat de toets los om terug te keren naar de normale weergave. Instellen van de lengte van het repeteerfragment Draai aan de instelknop (of druk op de B of b toets van de afstandsbediening) terwijl u de LOOP/DELETE toets ingedrukt houdt, om de lengte van het repeteerfragment te kiezen (van LOOP 1 tot LOOP 20). van waar af u de muziek wilt laten flitsen op de FLASH toets en houd deze ingedrukt. Laat de toets los om terug te keren naar de normale weergave. Instellen van de lengte van het flitsfragment Draai aan de instelknop terwijl u de FLASH toets ingedrukt houdt, om de lengte van het flitsfragment te kiezen (van FLASH 1 tot FLASH 20). LOOP en FLASH effecten tegelijk Houd de LOOP en de FLASH toets tegelijk ingedrukt. Opmerkingen • Tijdens het gebruik van een DJ-effect kunt u de lengte ervan niet bijstellen. Stel de lengte van het repeteereffect en/of het flitseffect van tevoren naar wens in. • Opnemen van het flitseffect kan met het ingebouwde cassettedeck van dit apparaat en ook via de analoge uitgangsaansluitingen (VIDEO/ MD OUT). 33 Instellen van de weergave Bijregelen van het geluid U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven door de bassen of het gehele klankbeeld extra te versterken. Ook kunt u luisteren via een hoofdtelefoon. GROOVE Extra vermogen voor het totaalgeluid (GROOVE) Druk op de GROOVE versterkingstoets. Het volume wordt verhoogd, de DBFB basversterking wordt automatisch op volle kracht ingesteld, de toonkarakteristiek verandert en het lampje van de GROOVE toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE toets wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke geluidssterkte. Opmerkingen • Geluid met veel lage tonen kan wel eens vervormd gaan klinken als u de DBFB basversterking gebruikt in combinatie met de grafiek-toonregeling. In dat geval kunt u beter de bassen maar heel geleidelijk harder instellen, om vervorming te vermijden. • Bij uitschakelen van de GROOVE versterking wordt de DBFB basversterking eerst teruggezet in de “DBFB ” stand bij een vlakke toonkarakteristiek. Om de DBFB basversterking geheel uit te schakelen, drukt u op de DBFB toets tot de aanduiding verdwijnt. Gebruik de grafiektoonregeling om het geluid precies naar wens in te stellen. Luisteren via een hoofdtelefoon Sluit uw hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. De luidsprekers zullen dan geen geluid meer weergeven. PHONES DBFB Extra versterken van de bassen (DBFB) Druk op de DBFB* basversterkingstoets*. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: n DBFB n DBFB n geen aanduiding Met “DBFB ” worden de bassen meer versterkt dan in de “DBFB ” stand. * DBFB = Dynamic Bass Feedback 34 Opmerking Als u een speciale lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, zal deze bij aansluiten van de hoofdtelefoon nog wel geluid weergeven. Schakel de lagetonen-luidspreker uit wanneer u de hoofdtelefoon aansluit. Keuze van klankbeelden en effecten 3 Via het akoestiekmenu kunt u het klankbeeld van de weergave aanpassen aan de muzieksoort of het videogeluid waar u naar luistert. Uitschakelen van het gekozen klankbeeld In het akoestiekgeheugen kunt u bovendien enkele naar eigen inzicht samengestelde klankbeelden vastleggen (zie “Zelfgemaakte klankbeelden” op blz. 38). EFFECT 2 Druk op de ENTER toets. Bij gebruik van de afstandsbediening is indrukken van de ENTER toets niet nodig. Druk enkele malen op de EFFECT toets zodat de aanduiding “EFFECT OFF” in het uitleesvenster verschijnt. Klankbeelden in het muziekmenu De aanduiding “SUR ” verschijnt bij instellen op een klankbeeld met een SURROUND akoestiekeffect. Naam klankbeeld Bestemd voor 1 ROCK 2 POP 3 JAZZ 4 DANCE 5 SOUL Populaire muzieksoorten 6 ACTION 7 ROMANCE 8 SF 9 DRAMA 10 SPORTS Speelfilms, video‘s en speciale luistersituaties 11 SHOOTING Videospelletjes 12 RACING 13 RPG 14 BATTLE 15 ADVENTURE P FILE 1 – 5 13 1 Druk net zovaak op de GEQ FILE toets op het apparaat zelf tot de naam van een klankbeeld of effect wordt aangegeven. 2 Draai aan de instelknop (of druk op de GEQ FILE toets van de afstandsbediening) om in te stellen op het gewenste klankbeeld. De namen van de vooringestelde klankbeelden worden in het uitleesvenster aangegeven. Zie de lijst met “Klankbeelden in het muziekmenu” hieronder. Bij inschakelen van het menu verschijnt het laatst gekozen klankbeeld. Zelfgemaakte klankbeelden (zie blz. 38) wordt vervolgd 35 Keuze van klankbeelden en effecten (vervolg) Akoestiekaanpassing en toonregeling Keuze van de bijregelaanduidingen Telkens wanneer u op de SPECTRUM ANALYZER toets drukt, verschijnt in het uitleesvenster het volgende bijregelpatroon uit de drie onderstaande mogelijkheden. Spectrum analyzer muziekpatroon 1 20 m ALL 1 DISC S PROGRAM TUNED STEREO MONO SYNC CD TEXT TITLE AUTO 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 U kunt het klankbeeld van de muziek precies bijregelen met de grafiek-toonregeling en verruimen met het “Surround” akoestiekeffect. Geluidsweergave met akoestiekeffect RELAY U kunt de muziek ruimtelijk laten klinken met het akoestiekeffect. µ Spectrum analyzer muziekpatroon 2 20 ALL 1 DISC S PROGRAM TUNED STEREO MONO SYNC CD TEXT TITLE AUTO 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY µ Graphic equalizer toonregelcurve 20 ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE SUR AUTO TUNED STEREO MONO SYNC 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY SUR / Druk enkele malen op de SUR akoestiektoets zodat de aanduiding “SUR ” in het uitleesvenster verschijnt. Opmerking Bij overschakelen op een ander klankbeeld of effect zal het gekozen akoestiekeffect komen te vervallen. Als u een bepaald effect voor later gebruik wilt bewaren, legt u het dan vast als een zelfgemaakt klankbeeld (zie onder “Zelfgemaakte klankbeelden” op blz. 38). 36 Bijregelen met de grafiek-toonregeling 4 U kunt de klank van de weergave naar wens bijregelen door de geluidssterkte in aangrenzende delen van het frekwentiebereik te verhogen of verlagen. Het bijregelen is echter alleen mogelijk nadat u eerst uit het muziekmenu een basisklankbeeld hebt gekozen. 3 Draai aan de instelknop om de geluidssterkte in het gekozen toonbereik naar wens in te stellen. 20 SUR ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC 1kHz +3dB 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY 5 Herhaal de stappen 3 en 4 als u nog andere frekwentiebanden wilt bijregelen. 6 Druk op de ENTER toets als de klank geheel naar wens is. 4 Opmerking Bij overschakelen op een ander klankbeeld of effect (anders dan “EFFECT OFF”) zal uw gemaakte bijregeling komen te vervallen. Als u een bepaalde instelling voor laten gebruik wilt bewaren, legt u deze dan vast als een zelfgemaakt klankbeeld (zie onder “Zelfgemaakte klankbeelden”). 26 1 Kies het gewenste klankbeeld dat als basis kan dienen voor uw eigen klankinstelling (zie onder “Keuze van klankbeelden en effecten”). 2 Druk net zovaak op de GEQ FILE toets op het apparaat zelf tot de grafiek-toonregelcurve wordt aangegeven. 3 Druk enkele malen op de +/– toets om in te stellen op de gewenste frekwentieband (toonbereik). 20 SUR ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC 1kHz 0dB 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY 37 Zelfgemaakte klankbeelden 2 Druk op de GEQ MEMO toets. De nummeraanduiding voor de zelfgemaakte klankbeelden verschijnt in het uitleesvenster. — FILE 1 – 5 geheugenpatronen 20 SUR U kunt zelf naar eigen inzicht klankpatronen samenstellen (uit een vast klankbeeld, bijgeregeld met de grafiek-toonregeling) om die in het geheugen van het apparaat vast te leggen. Dan kunt u een dergelijk patroon later direkt oproepen voor het luisteren naar een favoriete compact disc, cassette of radiouitzending. Zo kunt u maximaal vijf eigen klankbeelden vastleggen. Voor het samenstellen van uw eigen klankpatroon dient u eerst uit het muziekmenu een basis-klankbeeld te kiezen. 3 ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC MEMORY F-1 ? 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY 3 Draai aan de instelknop om het nummer te kiezen waaronder u het gemaakte klankbeeld wilt vastleggen. 4 Druk op de ENTER toets. Uw zelf samengesteld klankbeeld wordt nu vastgelegd onder het gekozen nummer. Als er al een eerdere instelling onder dat nummer was gemaakt, wordt die nu gewist en vervangen door het nieuwe klankbeeld. Oproepen van een zelfgemaakt klankbeeld 1 Druk op de GEQ FILE toets op het apparaat zelf zodat het laatst gekozen zelfgemaakte klankbeeld-nummer wordt aangegeven. 2 Draai aan de instelknop (of druk op de GEQ FILE toets van de afstandsbediening) om in te stellen op het nummer (FILE 1 – 5) van het gewenste zelfgemaakte klankbeeld. 3 Druk op de ENTER toets. Bij gebruik van de afstandsbediening is indrukken van de ENTER toets niet nodig. 4 2 1 38 Kies het gewenste basis-klankbeeld (blz. 36) en maak uw eigen klankinstelling met de grafiektoonregeling (blz. 37). Andere mogelijkheden Met muziek in slaap vallen Met muziek gewekt worden — SLEEP sluimerfunktie — Wekfunktie U kunt de stereo-installatie na een zelf te kiezen periode automatisch laten uitschakelen, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen (dit noemen we de sluimerfunktie). De sluimerduur is instelbaar in stappen van 10 minuten. U kunt de stereo-installatie automatisch op een vooraf ingesteld tijdstip laten inschakelen, zodat u met muziek gewekt wordt. Voor deze wekfunktie moet wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok” op blz. 6). SLEEP 4,5,6,7,8 3 / Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de minuten-aanduiding (de sluimerduur of tijd tot het uitschakelen) als volgt: AUTO n 90min n 80min n 70min n … n 10min n OFF (uitgeschakeld) n AUTO … Bij keuze voor automatisch uitschakelen (AUTO) De stereo-installatie zal worden uitgeschakeld wanneer de weergegeven compact disc of cassette eindigt (na maximaal 100 minuten). Kontroleren van de resterende sluimertijd Druk eenmaal op de SLEEP toets. Wijzigen van de sluimertijd na inschakelen Kies weer de gewenste tijd tot het uitschakelen met de SLEEP toets. Uitschakelen van de sluimerfunktie Druk net zovaak op de SLEEP toets tot de aanduiding “OFF” verschijnt. 9 1 2 TIMER SELECT Breng de geluidsbron waarmee u gewekt wilt worden in gereedheid. • Compact disc: Plaats een CD in het carrousel. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Programmaweergave van muziekstukken op CD”). • Cassette: Plaats een cassette in het deck, met de kant voor afspelen naar voren gericht. Als er in beide decks, A en B, een cassette aanwezig is, zal het afspelen beginnen met de cassette in deck A. • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”). wordt vervolgd 39 Met muziek gewekt worden (vervolg) 8 2 Stel de geluidssterkte naar wens in. 3 Druk op de t/CLOCK SET toets. De aanduiding “SET (DAILY 1)” verschijnt. 4 In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “ON” en het uren-cijfer voor de inschakeltijd gaat knipperen. 20 CD TEXT TITLE AUTO SUR 5 ALL 1 DISC S PROGRAM TUNED STEREO MONO SYNC ON 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 0:00 RELAY Stel het tijdstip in waarop u door de stereo-installatie gewekt wilt worden. Draai aan de instelknop om het gewenste uur in te stellen en druk op de ENTER toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. 20 SUR ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC ON 8:00 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY Draai aan de instelknop om de gewenste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets. Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor de uitschakeltijd. 6 Stel op de dezelfde wijze de tijd in waarop u de stereo-installatie weer automatisch wilt laten uitschakelen. 7 Draai aan de instelknop om de geluidsbron te kiezen waarmee u gewekt wilt worden. n n De aanduiding van de geluidsbron verspringt als volgt: TUNER ˜ CD PLAY ˜ TAPE PLAY 40 In het uitleesvenster verschijnen nu de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 9 Draai aan de instelknop om in te stellen op DAILY 1 of 2 en druk dan op de ENTER toets. Druk op de ENTER toets. Druk op de POWER toets om de stereo-installatie uit te schakelen. Kontroleren van de wekfunktieinstellingen Druk op de TIMER SELECT toets en draai aan de instelknop om in te stellen op de gewenste wekfunktie (DAILY 1 of DAILY 2) en druk op ENTER. Om de instelling te wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1. Uitschakelen van de schakelklokwekfunktie Druk op de TIMER SELECT toets en draai aan de instelknop om in te stellen op “OFF” en druk dan op de ENTER toets. Tip Houd er rekening mee dat de stroom ongeveer 15 seconden voor de gekozen wektijd zal worden ingeschakeld. Schakelklok-opname van radio-uitzendingen 4 Draai aan de instelknop om het gewenste uur in te stellen en druk op de ENTER toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. Voor het automatisch opnemen van een radio-uitzending op een bepaalde tijd moet de radiozender in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”) en moet de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok”). 3,4,5 Stel het tijdstip in waarop u wilt beginnen met opnemen van de radio-uitzending. 20 SUR ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE AUTO TUNED STEREO MONO SYNC ON 1:00 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 RELAY Draai aan de instelknop om de gewenste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets. Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor de uitschakeltijd. 26 5 Stel op de dezelfde wijze de tijd in waarop u wilt stoppen met opnemen. In het uitleesvenster verschijnen nu de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, de geluidsbron en de radiozender, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 7 TIMER SELECT 1 Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio”). 2 Druk op de t/CLOCK SET toets. De aanduiding “SET DAILY 1” verschijnt. 3 In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “ON” en het uren-cijfer voor de inschakeltijd gaat knipperen. ALL 1 DISC S PROGRAM CD TEXT TITLE SUR AUTO TUNED STEREO MONO SYNC ON 0:00 1 2 REC SLEEP VOLUME PLUS 1 Plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. 7 Schakel de stereo-installatie uit. Wanneer de schakelklok-opname begint, wordt de geluidssterkte automatisch in de minimumstand gezet. Kontroleren van de schakelklokopname-instellingen Druk op de TIMER SELECT toets en draai aan de instelknop om in te stellen op “REC” en druk op de ENTER toets. Om de instelling te wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1. Uitschakelen van de schakelklokopnamefunktie Draai aan de instelknop om in te stellen op “REC” en druk op de ENTER toets. 20 6 RELAY Druk op de TIMER SELECT toets en draai aan de instelknop om in te stellen op “OFF” en druk dan op de ENTER toets. Opmerking Als de stereo-installatie nog is ingeschakeld op het tijdstip dat de schakelklok-opname zou moeten beginnen, dan zal de opname niet plaatsvinden. 41 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Stroomvoorziening Kontroleer, alvorens het cassettedeck in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Veiligheid • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopkontakt steekt, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopkontakt wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopkontakt te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopkontakt en laat de stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Opstelling • Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat. • Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan: — extreme hitte of koude — stof of vuil — erg veel vocht — heftige trillingen — direkte zonnestraling. Juiste omgang met compact discs • Veeg een CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. • Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor het reinigen van conventionele grammofoonplaten. • Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs nooit achter in een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat. Reinigen van de behuizing Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Beveiligen van waardevolle bandopnamen Om een cassette tegen per ongeluk wissen of abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals in de afbeelding is aangegeven. Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Bij een TYPE II (CrO2-band) of TYPE IV cassette (metaalband, alleen voor afspelen) is het belangrijk op te letten dat u de bandsoortuitsparingen niet afplakt, anders kan de automatische bandsoortinstelling van het cassettedeck het type band niet naar behoren aflezen. Voorkomen van beschadiging • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren funktioneren. In zulke gevallen dient u de CD te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen. • Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u alle compact discs uit het apparaat te verwijderen. Mocht u vragen of problemen met uw stereoinstallatie hebben, aarzel dan niet kontakt op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. 42 Bandsoortuitsparingen Alvorens u een cassette in het deck plaatst Zorg dat eventuele lussen in de band zijn strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Betreffende cassettes langer dan 90 minuten De uiterst dunne band in deze cassettes kan gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen, stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het bandloopwerk verstrikt kunnen raken. Reinigen van de bandkoppen Het verdient aanbeveling de koppen na iedere tien gebruiksuren te reinigen. Verontreinigde koppen en bandloopwerk leiden tot: — vervorming in de weergave — verminderde geluidssterkte — af en toe wegvallend geluid — onvolledig wissen van de band — tegenvallende opnameresultaten. Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór het maken van een belangrijke bandopname, evenals na het afspelen van een oude cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Demagnetiseren van de koppen Na 20 à 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies aan hoge tonen en/of toename van ruis, dient u de bandkoppen en alle metalen onderdelen van het bandloopwerk te demagnetiseren met een in de audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. Verhelpen van storingen Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst met kontrolepunten door. Kontroleer echter eerst of het netsnoer stevig is aangesloten en of alle aansluitingen van de luidsprekers in orde zijn. Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Algemeen Het uitleesvenster gaat knipperen zodra u de stekker in het stopkontakt steekt, ook al hebt u het apparaat nog niet eens ingeschakeld (demonstratiefunktie). •Druk op de DISPLAY/DEMO toets terwijl de stereo-installatie nog uitgeschakeld staat. De demonstratiefunktie wordt automatisch ingeschakeld wanneer u voor het eerst de stekker in het stopkontakt steekt. Als het niet de eerste keer is, maar de stroom is langer dan een halve dag onderbroken geweest, ga dan als volgt te werk: — Stel de klok op de juiste tijd in (zie “Stap 2: Gelijkzetten van de klok”); — Leg de gewenste radiozenders in het geheugen vast (zie “Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders”) — Maak de gewenste schakelklokinstellingen (zie “Met muziek gewekt worden” en “Schakelklok-opname van radio-uitzendingen”). De aanduiding “0:00” knippert in het uitleesvenster. •De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok weer op de juiste tijd in en leg uw voorkeurzenders en eventuele schakelklok-instellingen opnieuw in het geheugen vast. wordt vervolgd 43 Verhelpen van storingen (vervolg) Er klinkt geen geluid. •Draai de VOLUME regelaar rechtsom open. •Wellicht is er een hoofdtelefoon aangesloten. •Zorg bij het aansluiten van de luidsprekers dat u alleen de gestripte kerndraad van de snoeren in de SPEAKER aansluitklemmen steekt. Als u ook de plastic beschermlaag insteekt, kunnen de luidsprekers geen geluid weergeven. Ernstige brom of andere storende bijgeluiden. •De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereoinstallatie verder van de TV of videorecorder vandaan. Er klinkt vervorming in de weergave van een aangesloten geluidsbron. •Als er bij indrukken van de FUNCTION keuzetoets “VIDEO” wordt aangegeven, schakel het apparaat dan om zodat er “MD” verschijnt (zie “Voor aansluiten van een minidisc-recorder” op blz. 10). De schakelklok-funkties werken niet naar behoren. •Stel de klok op de juiste tijd in. Bij indrukken van de TIMER SELECT toets verschijnen de DAILY 1, DAILY 2 en REC aanduidingen niet. •Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig volgens de aanwijzingen. •Stel eerst de klok op de juiste tijd in. De afstandsbediening werkt niet. •Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn. •Richt de afstandsbediening van dichtbij recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie. •Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. Er gaat een hinderlijke fluittoon “rondzingen”. •Verminder de geluidssterkte. •Houd de mikrofoon wat verder van de luidsprekers of in een andere richting. 44 Er blijven vreemde kleuren op het TVscherm verschijnen. •Zet de luidsprekers verder van het TVtoestel vandaan. Luidsprekers Een van de luidsprekers geen geen geluid of de weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig. •Kontroleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers. De akoestiek-achterluidsprekers geven geen geluid. •Zorg dat de linker en rechter achterluidsprekers beide naar behoren zijn aangesloten. •Druk op de SUR toets om het akoestiekeffect in te schakelen. Compact disc speler Het afspelen van de compact disc begint niet. •Sluit het voorpaneel. •Kontroleer of de betreffende CD naar behoren in de CD-gleuf is geplaatst. •Wellicht is de compact disc vuil of beschadigd. •Wellicht is de CD verkeerd-om geplaatst, met de bedrukte labelkant links. •Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn gecondenseerd. Laat de stereoinstallatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. •De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of SHUFFLE weergave in willekeurige volgorde. Druk voor normale weergave op de CONTINUE toets. De aanduiding “OVER” verschijnt in het uitleesvenster. •Tijdens het snel doorzoeken is het einde van de compact disc bereikt. Druk op de = toets (of de 0 toets van de afstandsbediening) om terug te keren naar het begin van de CD. Cassettedeck Tuner Het opnemen lukt niet. •Er is geen cassette in het opnamedeck aanwezig. •Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd (zie “Beveiligen van waardevolle bandopnamen” op blz. 42). •De band is geheel naar het einde doorgespoeld. Ernstige brom of andere storing in de radio-ontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding). •Richt of verstel de antenne. •De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan. Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven of het geluidsvolume neemt af. •Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de koppen (zie “Reinigen van de bandkoppen” op blz. 43). •De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 43). Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist. •De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 43). Teveel snelheidsfluktuaties of soms wegvallend geluid. •Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig de koppen en het bandloopwerk (zie “Reinigen van de bandkoppen” op blz. 43). Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven. •Druk op de STEREO/MONO toets zodat er “STEREO” in het uitleesvenster verschijnt. Als er zich andere problemen voordoen, die hierboven niet zijn beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in de uitgangsstand: 1 Trek de stekker uit het stopkontakt. 2 Steek de stekker weer in het stopkontakt. 3 Houd de FUNCTION, ENTER en CD PLUS ONE toetsen alle tegelijk ingedrukt. Zo zet u de stereo-installatie terug op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U zult al uw eigen geheugen-instellingen opnieuw moeten maken. Teveel ruis of wegvallende hoge tonen. •De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (zie “Demagnetiseren van de koppen” op blz. 43). 45 Technische gegevens Versterker-gedeelte DIN uitgangsvermogen 50 + 50 watt (aan 8 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen 60 + 60 watt (aan 8 ohm, bij 1 kHz, 10 % THV) Muziekvermogen 105 + 105 watt (aan 8 ohm, bij 1 kHz, 10 % THV) Ingangen VIDEO/MD IN (tulpstekkerbussen): ingangsspanning 250 mV, impedantie 47 kOhm Uitgangen VIDEO/MD OUT (tulpstekkerbussen): uitgangsspanning 250 mV, impedantie 1 kOhm PHONES (stereo klinkstekkerbus): voor hoofdtelefoons met impedantie van 8 ohm of meer. SPEAKER: voor luidsprekers met impedantie van 8 tot 16 ohm. SURROUND SPEAKER: voor luidsprekers met impedantie van 16 ohm. SUPER WOOFER: uitgangsspanning 1 V, impedantie 1 kOhm Compact disc speler Afspeelsysteem Compact disc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW* *Deze waarde is gemeten op een afstand van ca. 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Golflengte laserlicht 780 – 790 nm CD DIGITAL OPTICAL OUT aansluiting (vierkante optische aansluitbus, achterpaneel) Golflengte 600 nm 46 Cassettedecks Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo Frekwentiebereik 60 – 13.000 Hz (± 3 dB) (zonder Dolby met Sony TYPE I ruisonderdrukking) normaalband-cassette 60 – 14.000 Hz (± 3 dB) met Sony TYPE II CrO2cassette Snelheidsfluktuaties ± 0,15 % Gewogen pieknivo (IEC) 0,1 % Gewogen R.M.S. (NAB) ± 0,2 % Gewogen pieknivo (DIN) Tuner-gedeelte FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming FM afstemtrap Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrekwentie 87,5 – 108,0 MHz FM draadantenne 75 ohm, asymmetrisch 10,7 MHz AM afstemtrap Afstembereik Tussenfrekwentie Antenne MG: 531 – 1602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) LG: 153 – 279 kHz (met LG-interval ingesteld op 3 kHz) 450 kHz AM kaderantenne Externe antenneaansluitingen Luidsprekers SS-F100 Luidsprekersysteem 3-luidspreker 3wegsysteem, in basreflexkast Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker: 17 cm ø, conus-type Hogetonen-luidspreker: 5 cm ø, conus-type Superhogetonen-luidspreker: 2 cm ø, koepel-type Nominale impedantie 8 ohm Afmetingen (b/h/d) Ca. 215 x 375 x 285 mm Gewicht Ca. 4,5 kg netto per luidspreker Algemeen Stroomvoorziening Stroomverbruik Afmetingen (b/h/d) Gewicht Bijgeleverd toebehoren: 220 - 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 160 watt Ca. 280 x 375 x 450 mm Ca. 11 kg AM kaderantenne (1) RM-SF100 afstandsbediening (1) Sony SUM-3 (NS) batterijen (2) FM draadantenne (1) Luidsprekersnoeren (2) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 47 Index A Aanduidingen in het uitleesvenster 21, 36 Aansluiten antennes 4, 12 los verkrijgbare apparatuur 10 los verkrijgbare luidsprekers 11 stereo-installatie 4 stroomvoorziening 5 Afspelen cassette 18 compact disc 13 gekozen volgorde (programma-weergave) 23 herhaalde weergave 22 willekeurige volgorde (SHUFFLE) 22 Afsteminterval 7 Afstemmen op voorkeurzenders 16 Akoestiekmenu 35 Antennes 4, 12 E, F FLASH flitseffect 33 G Geheugenafstemming 16 Gelijkzetten van de klok 6 Geluidsinstellingen 34 GROOVE versterking 34 H, I, J Herhaalde weergave 22 Insteken van compact discs 8 K, L, M Klankbeeld kiezen 35 LOOP repeteerweergave 33 Luidsprekers 11 N, O Opnemen cassette 20 compact disc 15 radio-uitzending 17 schakelklok-opname 41 P, Q, R B Batterijen 5 Beveiligen van opnamen 42 Bijregelen geluidssterkte 14, 16, 19, 40 geluidsweergave 34 klank 36 C, D CD synchroon-opname 15 Compact disc speler 13 DBFB basversterking 34 48 Plus One CD-gleuf 25 Programma-weergave 23 Radiozenders afstemmen 16 voorinstellen 7 S, T Schakelklok gewekt worden met muziek 39 inslapen met muziek 39 schakelklok-opname 41 SHUFFLE willekeurige weergave 22 Sluimerfunktie 39 Snelkopieerfunktie 20 Titelkeuze voor CD’s 26 Terugstellen in uitgangsstand 45 Tuner 7, 16 U, V Vastleggen van voorkeurzenders 7 Verhelpen van storingen 43 W Wekfunktie 39 Weergave van een voorkeurzender 16 Willekeurige weergave 22 Wispreventienokje 42 Z Zelfgemaakt klankbeeld 38
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144

Sony MHC-FR1 de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding