46
Luidsprekers
Geen geluid van één kanaal of
onevenwichtige weergave van links en
rechts.
•Kontroleer de luidspreker-aansluitingen
en de opstelling van de luidsprekers.
Alleen de middenluidspreker geeft geluid.
•Er wordt een mono geluidsbron
weergegeven. Druk op de PRO LOGIC
toets om de Pro Logic akoestiekfunktie
uit te schakelen.
De middenluidspreker geeft geen geluid.
•Stel de middenkanaal-geluidssterkte naar
wens in met de CENTER LEVEL toetsen.
De achterluidsprekers geven geen geluid.
•Stel de achterkanaal-geluidssterkte naar
wens in met de REAR LEVEL toetsen.
•De weergegeven geluidsbron bevat niet
of nauwelijks akoestiekeffekten.
Kontroleer zonodig de instelling van de
achterluidsprekers met behulp van de
testtoon.
Ernstige brom of ander storend geluid.
•De stereo-installatie staat te dicht bij een
TV of videorecorder. Zet de stereo-
installatie verder van de TV of
videorecorder vandaan.
Het geluid van de aangesloten geluidsbron
klinkt vervormd.
•Als de aanduiding “VIDEO” verschijnt
wanneer u de FUNCTION
keuzeschakelaar indrukt, dient u over te
schakelen op “MD” (zie de opmerkingen
in de paragraaf “Aansluiten van een
videorecorder”).
De schakelklok-funkties werken niet naar
behoren.
•Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets
verschijnen de “DAILY1”, “DAILY2” en
“REC” aanduidingen niet.
•Maak de schakelklok-instellingen
zorgvuldig volgens de aanwijzingen.
•Stel de klok op de juiste tijd in.
De afstandsbediening werkt niet.
•Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie
zijn.
•Richt de afstandsbediening, van niet al te
ver, recht op de afstandsbedieningssensor
van de stereo-installatie.
•Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er is akoestische terugkoppeling (u hoort
een rondzingende toon).
•Verlaag de geluidssterkte.
•Houd de mikrofoon verder van de
luidsprekers vandaan of draai de
mikrofoon in een andere richting.
Er is storing in de kleuren van het TV-
beeld.
•Schakel het TV-toestel eenmaal uit en
vervolgens na 15 à 30 minuten weer in.
Als er na weer inschakelen geen
verbetering in de kleurweergave
zichtbaar is, zet de luidsprekers en de TV
dan iets verder uit elkaar.
Verhelpen van storingen
(vervolg)
CD-speler
De disc-lade gaat niet dicht.
•Er ligt een compact disc niet goed in de
disc-uitsparing.
Het afspelen van de compact disc begint
niet.
•De compact disc ligt niet volledig
horizontaal in de disc-lade.
•Kontroleer of de compact disc vuil is.
•De compact disc ligt ondersteboven in de
disc-lade.
•Er is vocht uit de lucht in het apparaat
gekondenseerd. Verwijder de compact
disc(s) en laat de stereo-installatie een uur
lang ongebruikt aan staan, zodat het
kondensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
•De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele
malen op de PLAY MODE toets, zodat de
“PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding
uit het uitleesvenster verdwijnt.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het
uitleesvenster.
•Tijdens het snel doorzoeken is het einde
van de compact disc bereikt. Druk op de
0 toets om terug te keren naar het
begin van de compact disc.