Sony DSC-T10 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

© 2006 Sony Corporation 2-698-135-71(1)
Digital Still Camera
Cyber-shot-handboek
DSC-T10
Lees dit Handboek en de
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig door
voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze
documenten voor het geval u deze later als
referentiemateriaal nodig hebt.
Inhoud
Basishandelingen
Het menu gebruiken
Het Setup-scherm
gebruiken
Beelden bekijken op een
televisiescherm
De computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
VKLIK!
NL
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt, is een "Memory Stick
Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory
Stick" gebruiken met de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Zie pagina 109 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen bij de "InfoLITHIUM"-accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• De accu kan zelfs worden opgeladen wanneer
deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de accu
niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens bewaart
u de accu op een koele, droge plaats. Hierdoor
zorgt u ervoor dat de accu goed blijft werken.
• Zie pagina 111 voor meer informatie over de
accu.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens waarmee scherpe beelden met
uitstekend contrast kunnen worden
gereproduceerd.
De lens voor deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitswaarborgsysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitseisen
van Carl Zeiss, Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op
het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of
heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen)
permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en
heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens
tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
3
Opmerkingen over het gebruik van de camera
De beelden in deze handleiding
De foto's die in deze handleiding worden gebruikt
als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
4
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 2
Basistechnieken voor betere beelden....................................................... 7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9
Kwaliteit – "Beeldkwaliteit" en "beeldformaat" .................................................. 10
Onderdelen en bedieningselementen..................................................... 11
Aanduidingen op het scherm .................................................................. 13
De schermweergave wijzigen .................................................................17
Het interne geheugen gebruiken ............................................................ 18
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) .................... 19
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)............................... 25
Beelden weergeven/verwijderen ............................................................. 28
De menu-items gebruiken................................................................ 31
Menu-items.......................................................................................... 32
Menu voor opnemen ............................................................................... 34
(Camera): De camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren
COLOR (Kleurfunctie): De helderheid van het beeld wijzigen
9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode wijzigen
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren
BRK (Bracket-stap): De EV verschuiven in de [Exposure Bracket]-functie
(Interval): Het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen
(Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Basishandelingen
Het menu gebruiken
M
5
Inhoud
Menu voor weergeven .............................................................................46
(Map): De map voor het weergeven van beelden selecteren
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
(Opdelen): Films knippen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
De Setup-items gebruiken ...............................................................54
Camera 1 ...........................................................................................55
Camera 2 ...........................................................................................58
STEADY SHOT
Intern geheugen-tool..........................................................................59
Formatteren
Memory Stick tool ..............................................................................60
Setup 1 ...............................................................................................63
Setup 2 ...............................................................................................65
Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................67
Het Setup-scherm gebruiken
Beelden bekijken op een televisiescherm
1
AF-functie
Digitale zoom
Functiegids
Rode-ogeneff
AF-verlicht
Auto Review
2
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz
Kopiëren
1
Downl. muz
Format. muz
LCD-verlicht
Pieptoon
Taal
Initialiseren
2
Bestandsnr
USB-aansl
Video-uit
Klokinstel
6
Inhoud
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 69
De software (bijgeleverd) installeren....................................................... 71
Beelden kopiëren naar de computer....................................................... 72
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera
(met een "Memory Stick Duo")................................................................ 79
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken................................... 80
"Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken................................................. 84
De Macintosh-computer gebruiken ......................................................... 85
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 87
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele
printer .......................................................................................... 88
Afdrukken bij een fotowinkel ................................................................... 92
Problemen oplossen ............................................................................... 94
Foutcodes en berichten ........................................................................105
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............. 108
De "Memory Stick"................................................................................ 109
De "InfoLITHIUM"-accu......................................................................... 111
De acculader......................................................................................... 112
Index ..................................................................................................... 113
De computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
7
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
t [Scherpstellen]
(pagina 36)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t
Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hierna).
Scherp-
stellen
Scherpstellen op een onderwerp
Druk de sluiterknop
volledig in.
Druk de
sluiterknop half in.
Aanduiding voor AE/
AF-vergrendeling
knippert , brandt/piept
Druk vervolgens
de sluiterknop
volledig in.
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een
boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen
met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden, de steadyshot-functie
activeren of een statief gebruiken. Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij
weinig licht.
Scherp-
stellen
Belichting
Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. Hier wordt
het gebruik van verschillende camerafuncties,
zoals de modusschakelaar, de menu's
(pagina 31), enzovoort beschreven.
8
Basistechnieken voor betere beelden
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
De ISO-gevoeligheid aanpassen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Zie pagina 40 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen.
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is ingesteld
(pagina 23).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 38).
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO =
opnamegevoeligheid
Belichting:
9
Basistechnieken voor betere beelden
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 39).
Kleur
De effecten van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Kenmerken van het
licht
Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig
10
Basistechnieken voor betere beelden
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24)
De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 41)
U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar
is het beeldbestand kleiner.
Kwaliteit
"Beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 7M
3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Pixel
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal
A3-formaat
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
3072
2304
480
640
Pixels
11
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
A -toets (STEADY SHOT) (22)
B Sluiterknop (19)
C POWER-lampje
D POWER-toets
E Microfoon
F Flitser (21)
G Lens
H Zelfontspannerlampje (22)/
AF-verlichting (57)
I Lensklep
A Modusschakelaar (19)
B Luidspreker
C LCD-scherm (17)
D -toets (Schermweergave) (17)
E MENU-toets (31)
F -toets (Beeldformaat/
Verwijderen) (24, 28)
G Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (20)
Voor weergeven: / -toets
(Weergavezoom)/ -toets (Index)
(28, 29)
H Klep voor accu/"Memory Stick Duo"
I Bevestigingsoog voor de polsriem
J Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z
(31)
Menu uit: / / / (20-22)
K -toets (EV/Diavoorstelling)
(23, 29)
L Toegangslampje
M "Memory Stick Duo"-sleuf
N Accusleuf
O Accuontgrendelknop
12
Onderdelen en bedieningselementen
P Multifunctionele aansluiting
(onderkant)
Bij gebruik van de netspanningsadapter
AC-LS5K (niet bijgeleverd)
• U kunt de accu niet opladen door de camera
aan te sluiten op de netspanningsadapter
AC-LS5K. Gebruik de acculader om de
accu op te laden.
Q Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan
de camera niet stevig op het statief worden
bevestigd en kan de camera beschadigd
raken.
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
1 Naar de
DC IN-
aansluiting
3 Naar
stopcontact
v-markering
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
13
Aanduidingen op het scherm
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van films
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
z AE/AF-vergrendeling
(19)
BRK Opnamefunctie (19, 42)
Witbalans (39)
STBY
OPNEMEN
Stand-by/film opnemen
Camerafunctie
(Scènekeuze) (25)
Camerafunctie
(Programma) (34)
Flitsfunctie (21)
M
WB
SL
Flitser wordt opgeladen
Zoomvergrotingsfactor
(
20, 55)
Rode-ogeneffect beperken
(56)
Scherpte (45)
Contrast (45)
AF-verlichting (57)
Lichtmeetfunctie (38)
VIVID
NATURAL
SEPIA B&W
Kleurfunctie (35)
Scherm Aanduiding
Macro/Vergrootglas (21)
AF-functie (55)
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
(36)
1.0m Vooraf ingestelde
scherpstelafstand
(36)
STEADY SHOT (22)
Aanpassingsbalk voor
belichtingswaarde
(23)
• De weergave wordt
gewijzigd zoals links wordt
weergegeven, afhankelijk
van de camerafunctie
(pagina 34).
V Donkerder
v Helderder
Richtlijn voor
belichtingswaarde
(23)
Scherm Aanduiding
1.3
ON
S AF M A F
14
Aanduidingen op het scherm
C
D
E
Scherm Aanduiding
Beeldformaat (24)
• wordt alleen
weergegeven als Multi
Burst is ingeschakeld.
FINE STD Beeldkwaliteit (41)
Opnamemap (60)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur]
1/30" Multi Burst-interval
(44)
400 Resterend aantal
opneembare beelden
Zelfontspanner
(22)
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (105)
ISO-waarde (40)
±0.7EV Waarde voor de
bracket-stap
(44)
Scherm Aanduiding
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
het beeld opnemen. U kunt
het beste de steadyshot-
functie inschakelen, de
flitser gebruiken voor een
betere belichting of een
statief of ander hulpmiddel
gebruiken om de camera te
stabiliseren (pagina 7).
3:2
7M 5M
1M
3M
2M
16:9
VGA
FINE
6 40
STD
6 40
160
1M
101
E Waarschuwing voor
zwakke accu (105)
+ Dradenkruis van de
puntlichtmeting
(38)
AF-bereikzoekerframe (36)
Scherm Aanduiding
Histogram (17, 23)
NR lange-sluitertijd
• Als de sluitertijd een
bepaalde snelheid
overschrijdt bij weinig licht,
wordt de NR lange-
sluitertijdfunctie (Noise
Reduction; ruisbeperking)
automatisch ingeschakeld
om beeldruis te
verminderen.
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde
(23)
(niet
weergegeven
op het scherm
op de vorige
pagina)
Menu
(31)
Scherm Aanduiding
15
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van films
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
Opnamefunctie (
19, 42)
Beeldformaat
(24)
- Beveiligen (46)
Afdrukmarkering (DPOF)
(92)
Map wijzigen (46)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Zoomvergrotingsfactor
(28)
Stap
12/16
Frame-voor-frame-
weergave
(42)
N Weergeven (28)
Vo l u m e (28)
Scherm Aanduiding
101-0012 Map-bestandsnummer (46)
Weergavebalk
M
3:2
7M 5M
1M
3M
2M
16:9
VGA
FINE
6 40
STD
6 40
160
1.3
16
Aanduidingen op het scherm
C
D
E
Scherm Aanduiding
PictBridge-aansluiting (89)
Opnamemap (60)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Weergavemap (46)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in
geselecteerde map
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie
(105)
00:00:12 Teller
Scherm Aanduiding
PictBridge-aansluiting (90)
• Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
niet los als het pictogram
wordt weergegeven.
+2.0EV Belichtingswaarde (23)
ISO-waarde (40)
Lichtmeetfunctie (38)
Flitser
Witbalans
(39)
500 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
Weergavebeeld
101
101
WB
Scherm Aanduiding
Histogram (17, 23)
• wordt weergegeven als
het histogramscherm is
uitgeschakeld.
2006 1 1
9:30 AM
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
Menu
(31)
z PAUZE
z AFSP.
Een reeks Multi Burst-
beelden weergeven
(42)
VORIGE/
VOLGENDE
Beelden selecteren
VOLUME
Volume aanpassen
DPOF
17
De schermweergave wijzigen
Wanneer u op (Schermweergave) drukt,
worden de aanduidingen op het scherm als
volgt gewijzigd.
• Als u langer op de -toets (Schermweergave)
drukt, kunt u de achtergrondverlichting van het
LCD-scherm verhogen.
• Als het histogramscherm is ingeschakeld, wordt
tijdens de weergave beeldinformatie
weergegeven.
• Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet weergegeven:
Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven
– Tijdens het opnemen van films
Tijdens het weergeven
– Als het menu wordt weergegeven
– In de indexfunctie
– Wanneer u de weergavezoom gebruikt
– Wanneer u stilstaande beelden roteert
– Tijdens het weergeven van films
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt weergegeven tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– de flitser afgaat.
– de sluitertijd lang of kort is.
• Het histogram wordt wellicht niet weergegeven
voor beelden die zijn opgenomen met andere
camera's.
Histogram aan
Aanduidingen uit
Aanduidingen aan
Histogramscherm
(pagina 23)
18
Basishandelingen
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 56 MB. Dit geheugen kan niet uit de
camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst,
kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
• Films met het beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen met het interne geheugen.
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 62).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina's 72 tot en met 75 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in
de camera is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een computer door de
camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. U kunt
gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Intern
geheugen
B
B
19
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische
instelfunctie)
1 Selecteer een functie met de modusschakelaar.
Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer .
Film: selecteer .
2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Stilstaand beeld:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding
houdt op met knipperen en blijft branden.
2Druk de sluiterknop volledig in.
U hoort het geluid van de sluiter.
-toets
(Beeldformaat/
Verwijderen)
Modusschakelaar
Regeltoets
Zoomtoets
-toets
(STEADY SHOT)
Sluiterknop
v/V/b/B-toets
z-toets
-toets (EV)
Plaats het onderwerp
in het midden van het
zoekframe.
A
an
d
u
idi
ng voor
AE/AF-vergrendeling
20
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Film:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
• De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) of
Vergrootglas (pagina 21) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de
opnameafstand.
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de
AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en
stel opnieuw scherp.
U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:
– Ver van de camera en donker
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
– Gezien door glas
– Snel bewegend
– Weerkaatsend licht of glanzend
– Knipperend
– Met tegenlicht
De zoomfunctie gebruiken
Druk op de zoomtoets.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 55 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit.
• De camera zoomt langzaam wanneer u een film opneemt.
Snelle controle (Het laatst opgenomen stilstaande beeld controleren)
Druk op b ( ) op de regeltoets.
Druk nogmaals op b om te annuleren.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien.
• Als u het beeld wilt verwijderen, drukt u op (Verwijderen) en selecteert u [Wissen] met v op de
regeltoets. Druk vervolgens op z.
21
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling)
: Altijd flitsen
: Lgz synchro (Altijd flitsen)
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten
het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
Macro/Vergrootglas (Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Macro Uit
: Macro Aan (W-kant: ongeveer 8 cm of verder, T-kant: ongeveer 25 cm of verder)
:Vergrootglas Aan (Vergrendeld op de W-kant: ongeveer 1 tot 20 cm)
Macro
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
• Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
• De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag.
Vergrootglas
• Gebruik de functie als u nog dichterbij opnamen wilt maken dan bij opnemen met (Macro).
• De optische zoomfunctie is vergrendeld aan de W-kant en kan niet worden gebruikt.
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt het beeld vergroot met de digitale zoomfunctie.
SL
22
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de
sluiter werkt.
Druk nogmaals op
V om te annuleren.
• Als u de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden gebruikt, kunt u wazige beelden wellicht
voorkomen.
Functiegids
Als u op de regeltoets drukt, worden de beschrijvingen van de functies tijdelijk weergegeven
(pagina 56).
Steadyshot-functie
De steadyshot-functie is altijd geactiveerd als (Camera) is ingesteld op [Autom.].
Als u wilt controleren of de steadyshot-functie is geactiveerd, drukt u de sluiterknop half in en
kijkt u of het pictogram (STEADY SHOT) op het scherm wordt weergegeven.
Andere functies dan de instelfunctie [Autom.]:
Druk op de -toets (STEADY SHOT) om de steadyshot-functie te annuleren. Als u de
steadyshot-functie wilt activeren, drukt u nogmaals op de -toets.
• U kunt de steadyshot-functie wijzigen (pagina 58).
Zelfontspannerlampje
23
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
EV (De belichting handmatig aanpassen)
Druk op de -toets (EV) en druk vervolgens op v (Helderder)/
V (Donkerder) om de
belichting aan te passen.
Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de -toets.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
z EV (Belichtingswaarde) aanpassen met een histogram
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op
(Schermweergave) om het histogram in het
scherm weer te geven. De weergegeven grafiek
geeft een donker beeld aan wanneer deze links
hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer
deze rechts hoger is. Stel de modusschakelaar in
op en pas EV aan terwijl u de belichting
controleert met het histogram.
A Aantal pixels
B Helderheid
• In de volgende gevallen wordt het histogram ook weergegeven, maar u kunt de belichting dan niet
aanpassen.
– Als één stilstaand beeld wordt weergegeven
– Tijdens Snelle controle
Naar +Naar –
HelderDonker
A
B
24
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Het beeldformaat wijzigen
Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/
V om het formaat te selecteren.
Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 102).
3) Als u een Memory Stick-sleuf of USB-verbinding gebruikt, kunt u genieten van beelden met een hogere
kwaliteit.
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe meer frames u per seconde weergeeft, hoe vloeiender de weergave kan zijn.
Beeldformaat Richtlijnen Aantal beelden Afdrukken
7M (3072×2304) Max. formaat is A3 (11×17") Minder
Meer
Fijn
Ruw
3:2
1)
(3072×2048) Net als beeldverhouding 3:2
5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10")
3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7")
2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6")
VGA (640×480) Voor e-mail
16:9
2)
(1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV
3)
Beeldformaat van films Frame/seconde Gebruiksrichtlijnen
640(Fijn) (640×480) Ongeveer 30 Weergave op tv, hoge kwaliteit
640(Standaard)
(640×480)
Ongeveer 17 Weergave op tv, standaard
160 (160×112) Ongeveer 8 Voor e-mail
25
Basishandelingen
Stilstaande beelden opnemen
(Scènekeuzefunctie)
1 Selecteer met de modusschakelaar.
2 Druk op MENU.
3 Selecteer (Camera) met b op de regeltoets en selecteer een functie met
v
/
V.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.
• De instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
4 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
5 Maak een foto met de sluiterknop.
De scènekeuzefunctie annuleren
Selecteer [Autom.] of [Programma] met v
/
V (pagina 34).
Modusschakelaar
MENU-toets
Regeltoets
Sluiterknop
v/V/b/B-toets
z-toets
26
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de
scèneomstandigheden.
*De sluitertijd wordt lager. U kunt dus het beste een statief gebruiken.
Hoge gevoelighd
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden
zonder flitser opneemt bij weinig
licht.
Schemer*
Hiermee kunt u's nachts beelden
in de verte opnemen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Schemer-portret*
Geschikt voor het opnemen van
portretten op donkere plaatsen.
Hiermee kunt u scherpe beelden
van personen opnemen op
donkere plaatsen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Soft Snap
Hiermee kunt u huidskleuren in
helderdere en warmere tinten
opnemen voor mooiere beelden.
Daarnaast wordt met de zachte
achtergrond een rustige atmosfeer
voor foto's van personen,
bloemen, enzovoort tot stand
gebracht.
Landschap
Hiermee wordt alleen
scherpgesteld op een onderwerp i
n
de verte om landschappen,
enzovoort op te nemen.
Korte sluitertijd
Hiermee kunt u buiten of op
andere heldere plaatsen
bewegende onderwerpen
opnemen.
• De sluitertijd wordt korter, dus
beelden die op donkere plaatsen
worden opgenomen, worden
donkerder.
Strand
Wanneer u beelden aan het water
opneemt, wordt de blauwe kleur
van het water duidelijk
opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw
opneemt of op andere plaatsen
waar het hele scherm wit is,
gebruikt u deze functie om flauwe
kleuren te voorkomen en
duidelijke beelden op te nemen.
Vuurwerk*
Hiermee kunt u vuurwerk
opnemen met schitterende details.
27
Basishandelingen
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet
gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro/
Vergrootglas
Flitser
AF-
bereikzoeker
Vooraf
ingestelde
scherpstelling
Witbalans
Burst/
Exposure Bracket/
Multi Burst
Flitsniveau
/— —
—/— — —
/— Autom./ —
/—
—/— /
/— /
/— /
/— /
—/— — — —
SL
WB
28
Beelden weergeven/verwijderen
1 Selecteer met de modusschakelaar.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op
z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op
b/B als u wilt terugspoelen/snel vooruitspoelen. (Druk op z om terug te keren
naar normaal afspelen.)
Druk op
v/V om het volume aan te passen.
• Films met het beeldformaat [160] worden één formaat kleiner weergegeven.
Beelden verwijderen
1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op (Verwijderen).
2 Selecteer [Wissen] met
v en druk vervolgens op z.
Het verwijderen annuleren
Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z.
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven.
Druk op om het zoomen ongedaan te maken.
Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B
Weergavezoom annuleren: z
• Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 53)
-toets
(Verwijderen)
Modusschakelaar
Regeltoets
MENU-toets
-toets (Weergavezoom)
/-toets
(Index/Weergavezoom)
-toets
(Diavoorstelling)
v/V/b/B-toets
z-toets
29
Basishandelingen
Beelden weergeven/verwijderen
Indexscherm weergeven
Druk op (Index) en selecteer een beeld met v
/
V/b/B. Als u het volgende (vorige)
indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Beelden verwijderen in de indexfunctie
1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op (Verwijderen) en selecteer
[Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z.
2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v
/
V/b/B en druk op z om de aanduiding
(Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld.
3 Druk op (Verwijderen).
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
• Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v
/
V in stap 1 in plaats
van [Kiezen] en drukt u op z.
Een reeks beelden afspelen (Diavoorstelling)
Druk tijdens het weergeven van stilstaande beelden op (Diavoorstelling). Druk
nogmaals op om te annuleren.
De diavoorstelling onderbreken
Druk op z op de regeltoets.
Selecteer [Verder] en druk op z om opnieuw te starten.
• De diavoorstelling gaat verder vanaf het beeld dat werd onderbroken. De muziek begint
echter weer vanaf het begin.
Het vorige/volgende beeld weergeven
Druk op b/B in de pauzestand.
Het volume van de muziek aanpassen
Druk op v/V om het volume aan te passen.
Groen selectiekader
Een selectie annuleren
Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en
druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen.
30
Beelden weergeven/verwijderen
De diavoorstelling beëindigen
Druk op of selecteer [Sluiten] met V in de pauzestand en druk op z.
• U kunt een diavoorstelling niet afspelen terwijl u de PictBridge-aansluiting gebruikt.
De instelling wijzigen
U kunt de gewenste instelling selecteren voor de diavoorstelling. Zie pagina 48 voor meer
informatie.
31
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken
1 Stel de modusschakelaar in.
Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusschakelaar en de
instellingen in het menu (Camera).
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u
b/B ingedrukt totdat het op het scherm wordt
weergegeven.
• Druk op z nadat u een item hebt geselecteerd
terwijl de modusschakelaar is ingesteld op .
4 Selecteer een instelling met v
/
V.
De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
U kunt het menu ook uitschakelen door de sluiterknop half in te drukken.
• Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v
/
V weergegeven aan het uiteinde van de
plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt
weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets.
• U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn.
v/V/b/B-toets
z-toets
Modusschakelaar
Regeltoets
MENU-toets
32
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Menu-items
De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de stand van de modusschakelaar. Alleen de
beschikbare items worden op het scherm weergegeven.
*De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
( : beschikbaar)
Modusschakelaar:
Autom. Programma Scène
Menu voor opnemen (pagina 34)
(Camera) — —
COLOR (Kleurfunctie) — — —
9 (Scherpstellen) — —
(Lichtmeetfun.) — —
WB (Witbalans) — —
ISO — — —
(Beeldkwaliteit) — — —
Mode (Opn.functie) — —
BRK (Bracket-stap) —
*
——
(Interval) —
*
——
(Flitsniveau) —
*
——
(Contrast) — — — —
(Scherpte) — — — —
(Setup) —
M
Menu-items
33
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
*Alleen beschikbaar voor weergavezoom.
Menu voor weergeven (pagina 46)
(Map) ————
- (Beveiligen) — — — —
DPOF ————
(Afdrukken) — — — —
(Dia) — — — —
(Ander form.) — — — —
(Roteren) — — — —
(Opdelen) — — — —
(Setup) ————
Trimmen* ————
34
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren.
(Camera): De camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren
Autom.
Hiermee kunt u gemakkelijk opnemen terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast.
Programma ( )
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch
wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen
selecteren met het menu.
Hoge gevoelighd ( )
Schemer ( )
Schemer-portret ( )
Soft Snap ( )
Landschap ( )
Korte sluitertijd ( )
Strand ( )
Sneeuw ( )
Vuurwerk ( )
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen
op basis van de scène (Scènekeuze) (pagina 25).
Menu voor opnemen
35
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Z-W] en [Sepia] selecteren.
• Wanneer [Multi Burst] is geselecteerd, wordt de kleurfunctie ingesteld op [Normaal].
COLOR (Kleurfunctie): De helderheid van het beeld wijzigen
Z-W (B & W)
Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren.
Sepia (SEPIA)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
Natuurlijk (NATURAL)
Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren.
Levendig (VIVID)
Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe kleuren.
Normaal
36
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
U kunt de scherpstellingsmethode wijzigen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp
te stellen met de functie voor automatische scherpstelling.
9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode wijzigen
(onbeperkte afstand)
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met een
vooraf gedefinieerde afstand tot het onderwerp. (Vooraf
ingestelde scherpstelling)
• Wanneer u een onderwerp door een net of een ruit opneemt, is
het moeilijk om scherp te stellen met de functie voor
automatische scherpstelling. In deze gevallen kunt u het beste
[Scherpstellen] gebruiken.
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
Punt-AF ( )
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een zeer klein
onderwerp of een klein gebied.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stevig
vast zodat het onderwerp en het AF-bereikzoekerframe op één
lijn blijven.
Midden-AF
()
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het midden van het zoekerframe.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
Multi-AF
(Multipoint AF)
(Stilstaand beeld )
(Film )
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
Menu voor opnemen
37
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
• AF betekent Auto Focus (Automatische scherpstelling).
• De informatie over de ingestelde afstand bij [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en
neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• Voor het opnemen van films kunt u het beste [Multi-AF] gebruiken, omdat de automatische scherpstelling
dan ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u Digitale zoom of AF-verlicht. gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of in de buurt van het midden van het frame. In dit geval knippert , of en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet weergegeven.
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
z Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp
Wanneer u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u
[Midden-AF] of [Punt-AF] gebruikt, stelt de camera wellicht niet scherp op een onderwerp aan de rand van
het frame.
In dergelijke gevallen doet u het volgende.
1 Stel het beeld opnieuw samen zodat het onderwerp zich in het midden van de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling).
Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak u wilt opnieuw
uitvoeren.
2 Wanneer de aanduiding voor AE/AF-vergrendeling ophoudt met knipperen en blijft branden,
keert u terug naar het samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop volledig in.
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
AF-bereikzoekerframe
38
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden kunt u het beste [9]
(Scherpstellen) instellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (pagina 36).
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
Punt (Puntlichtmeting)
()
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp
gebruikt voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft
of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat gedeelte van het onderwerp.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en
wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
Menu voor opnemen
39
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het
opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien.
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
Flitser ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt.
Gloeilamp (n)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
lichtomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal,
of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
Fluorescerend ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
Bewolkt ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
WB
40
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
• Zie pagina 9 voor meer informatie over de witbalans.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, is [WB] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( ).
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe
hoger de gevoeligheid.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid.
• Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger
wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
• Als u opneemt bij heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tintreproductie en helpt zo
voorkomen dat beelden erg licht worden (behalve als [ISO] is ingesteld op [80] of [100]).
Daglicht ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Autom.
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
1000
Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats
of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een
lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
800
400
200
100
80
Autom.
WB
Hoge waardeLage waarde
Menu voor opnemen
41
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
Hiermee kunt u de kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren.
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren
Fijn (FINE)
Hiermee wordt met hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt met standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
42
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
De [Multi Burst]-functie
• U kunt beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, weergeven met de volgende procedure.
– Onderbreken/hervatten: druk op z op de regeltoets.
– Frame-voor-frame-weergave: druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave van de reeks
te hervatten.
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren
Multi Burst ( )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaande-
beeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen in de functie
[Interval] (pagina 44).
• Het beeld wordt op volgorde op het camerascherm
weergegeven.
• Het beeld wordt afgedrukt als één beeld met 16 frames.
Exposure Bracket (BRK)
Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen waarbij
de belichtingswaarden automatisch iets worden verschoven.
• Wanneer u de juiste belichting niet kunt bepalen, maakt u
opnamen met Exposure Bracket, zodat de belichtingswaarde
wordt verschoven. U kunt achteraf het beeld kiezen met de beste
belichting.
Burst ( )
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de volgende tabel) wanneer u de sluiterknop
ingedrukt houdt.
• Nadat "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Normaal
Er wordt niet continu opgenomen.
M
Menu voor opnemen
43
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
• U kunt de volgende functies niet gebruiken in de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– Een reeks beelden opdelen die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen
– Een frame extraheren of verwijderen uit een reeks beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer (Camera) is ingesteld op
[Autom.]
• Wanneer u een reeks beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, weergeeft met een computer
of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als één beeld
met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, is 1M.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Multi Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie
(pagina 27).
De [Exposure Bracket]-functie
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
• De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
• Als de belichting handmatig is aangepast (pagina 23), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
aangepaste helderheid.
• Het opname-interval is ongeveer 1 seconde.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kunt u wellicht niet goed opnemen met de geselecteerde
waarde voor de bracket-stap.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Exposure Bracket-functie, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie (pagina 27).
De [Burst]-functie
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Het opname-interval is ongeveer 0,92 seconde.
• Als de accu bijna leeg is, of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie
(pagina 27).
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Formaat
Fijn Standaard
7M 5 8
3:2 5 8
5M 6 11
3M 9 17
2M 15 27
VGA 85 100
16:9 15 27
44
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen waarbij de belichtingswaarden
automatisch iets worden verschoven.
• BRK (Bracket-stap) wordt niet weergegeven in sommige scènekeuzefuncties.
Hiermee kunt u het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren (pagina 42).
• (Interval) wordt niet weergegeven in sommige scènekeuzefuncties.
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
• Zie pagina 21 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
• U kunt wellicht het flitsniveau niet instellen, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
BRK (Bracket-stap): De EV verschuiven in de [Exposure Bracket]-functie
±1.0EV
Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 1,0EV
verschoven.
±0.7EV
Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 0,7EV
verschoven.
±0.3EV
Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 0,3EV
verschoven.
(Interval): Het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren
1/7.5 (1/7.5")
• Selecteer eerst [Multi Burst] bij [Mode] en stel vervolgens het
gewenste frame-interval in bij [Interval]. Wanneer u een andere
functie dan [Multi Burst] selecteert, is deze functie niet
beschikbaar.
1/15 (1/15")
1/30 (1/30")
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen
+ ( +)
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
M
Menu voor opnemen
45
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
Hiermee kunt u het contrast van het beeld instellen.
Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen.
Zie pagina 54.
(Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen
+ ( )
Naar +: het contrast wordt groter.
Normaal
– ( )
Naar –: het contrast wordt kleiner.
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
+ ( )
Naar +: het beeld wordt scherper.
Normaal
– ( )
Naar –: het beeld wordt zachter.
(Setup): De Setup-items wijzigen
Naar +Naar –
Naar +Naar –
46
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera
met "Memory Stick Duo" gebruikt.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
z De map
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen
of een nieuwe map maken.
• Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 60)
• De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 61)
• Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map.
: naar de volgende map.
: naar de vorige of volgende map.
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
(Map): De map voor het weergeven van beelden selecteren
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de selectie geannuleerd.
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten.
Menu voor weergeven
47
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (Beveiligen) wordt op het beeld weergegeven.
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z.
5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z.
Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z.
De beveiliging annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap
5 van "Beelden beveiligen in
de indexfunctie".
2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken.
3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
-
- (groen)
48
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op
z. Selecteer [Uit] met B en druk op z.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle
gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens
niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
Hiermee voegt u een afdrukmarkering toe aan beelden die u wilt afdrukken (pagina 92).
Zie pagina 88.
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
2 Selecteer
(Dia) met b/B op de regeltoets en druk op z.
3 Selecteer het item dat u wilt instellen met v
/
V en selecteer het gewenste item met b/B.
4 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z.
De diavoorstelling wordt gestart.
Als u de diavoorstelling niet meteen wilt starten, drukt u op [Annul.].
• De geselecteerde instelling blijft bewaard tot de volgende instelling is toegewezen.
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
Effecten
Eenvoudig
Een eenvoudige diavoorstelling die geschikt is voor veel
verschillende scènes.
Nostalgisch
Een donkere diavoorstelling die vergelijkbaar is met de
atmosfeer van een filmscène.
Stijlvol
Een stijlvolle diavoorstelling met een gemiddelde snelheid.
Actief
Een diavoorstelling met een hoge snelheid voor actieve scènes.
Normaal
Een standaarddiavoorstelling waarbij beelden worden
gewijzigd volgens een vooraf ingesteld interval.
Menu voor weergeven
49
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
• Wanneer deze is ingesteld op [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] of [Actief]:
– Alleen stilstaande beelden worden weergegeven.
– Wanneer beelden zijn opgenomen met Multi Burst, wordt het eerste frame van de continu opgenomen
beelden weergegeven.
• Muziek wordt niet afgespeeld (ingesteld op [Uit]) tijdens een diavoorstelling met de instelling [Normaal].
Het geluid van films wordt weergegeven.
Muziek
De vooraf ingestelde muziek is afhankelijk van het geselecteerde effect.
Music1
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Eenvoudig].
Music2
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Nostalgisch].
Music3
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Stijlvol].
Music4
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Actief].
Uit
Instelling voor een diavoorstelling met de instelling
[Normaal]. Geen muziek beschikbaar.
Beeld
Map
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op
volgorde weergegeven.
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de
diavoorstelling beëindigd.
Interval
3 sec
Het weergave-interval van beelden voor een diavoorstelling
met de instelling [Normaal] instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
50
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
U kunt een gewenst muziekbestand van uw CD of MP3-bestanden overbrengen naar een camera voor
weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt de muziek overbrengen met [Downl. muz.] in (Setup) met
de software "Music Transfer" (bijgeleverd) op een computer. Zie pagina's 84 en 86 voor meer informatie.
• U kunt maximaal vier liedjes op de camera opnemen (de vier vooraf ingestelde liedjes (Music 1-4) kunnen
worden vervangen door de muziek die u overbrengt).
• De maximale lengte van elk muziekbestand voor weergave op de camera is 180 seconden.
• Als u een muziekbestand niet kunt afspelen omdat het is beschadigd of er een ander probleem is, voert u
[Format. muz.] (pagina 63) nogmaals uit en brengt u de muziek opnieuw over.
Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander form.) en het
opslaan als nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke
beeld bewaard.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
• Zie pagina 10 voor meer informatie over het Beeldformaat.
• U kunt het beeldformaat van films of beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, niet wijzigen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af.
• U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9.
• Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste
zwarte gedeelten op het scherm weergegeven.
Start
De diavoorstelling starten.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
7M
Zie pagina 24 voor meer informatie over richtlijnen voor het
selecteren van het beeldformaat.
5M
3M
2M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat geannuleerd.
Klein formaatGroot formaat
Menu voor weergeven
51
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [
] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v
/
V en druk vervolgens op z.
• U kunt beveiligde beelden, films en beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, niet roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
Hiermee kunt u films knippen of overbodige scènes van films verwijderen. Dit is de
aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het interne geheugen of de
"Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u films als bijlage bij uw e-mailberichten
wilt verzenden.
• Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke film wordt verwijderd en dat het nummer wordt
overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze zijn geknipt.
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
(Opdelen): Films knippen
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het opdelen geannuleerd.
Opdelen
Verloop van de film ,
Opdelen
52
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Voorbeeld: een film met nummer 101_0002 knippen
In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven waarin een film met nummer 101_0002 wordt
opgedeeld en wordt verwijderd.
1 Knippen van scène A.
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Verwijderen van scène A en B als deze overbodig zijn.
Verwijderen Verwijderen
4 Alleen de gewenste scènes blijven over.
Procedure
1 Geef de film weer die u wilt opdelen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De film wordt gestart.
1
2
101_0002
101_0003
3
101_0001
1
2
3AB
101_0002
101_0004
123 B
A
101_0005
13
101_0004 101_0007
101_0006
AB2
13
2
101_0006
Menu voor weergeven
53
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Het menu gebruiken
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
• Als u het knippunt wilt aanpassen, selecteert u [c/C] (frame terug/vooruit) en past u het knippunt
aan met b/B.
• Als u het knippunt wilt wijzigen, selecteert u [Annul.]. De film wordt opnieuw gestart.
6 Selecteer [OK] met v
/
V en druk vervolgens op z.
7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De film wordt geknipt.
• Aan de geknipte films worden nieuwe nummers toegewezen en deze worden vervolgens opgenomen als
de meest recente bestanden in de geselecteerde opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaande beelden
– Films die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde films (pagina 46)
Zie pagina 54.
Hiermee kunt u een vergroot beeld opnemen (pagina 28) als nieuw bestand
.
1 Druk tijdens weergavezoom op MENU om het menu weer te geven.
2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
3 Selecteer het beeldformaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het bijgesneden beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt opnieuw
weergegeven.
• Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als het meest recente bestand in de geselecteerde opnamemap en
het oorspronkelijke beeld blijft behouden.
• De beeldkwaliteit van bijgesneden beelden kan afnemen.
• U kunt het beeldformaat niet bijsnijden naar beeldverhouding 3:2 of 16:9.
• U kunt beelden die worden weergegeven met Snelle controle, niet bijsnijden.
(Setup): De Setup-items wijzigen
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Hiermee wordt het bijsnijden geannuleerd.
54
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm.
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling
(Setup) en drukt u nogmaals op B.
3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt
instellen.
Het kader van het geselecteerde item wordt geel.
4 Druk op z om de instelling op te geven.
Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen.
Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm
(Setup).
• Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie.
Als het menu niet wordt weergegeven
Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven.
De instelling (Setup) annuleren
Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als
dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
v/V/b/B-toets
z-toets
Modusschakelaar
Regeltoets
MENU-toets
55
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Het Setup-scherm gebruiken
Camera 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de werking van de automatische scherpstelling selecteren.
Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische
zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt
de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
AF-functie
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is
handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Met deze
functie wordt de benodigde tijd voor de scherpstelling korter.
• Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie
[Enkelvoud.].
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [7M] of [3:2].
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie
wordt aangegeven in de volgende tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-
zoomfunctie) ( )
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar neemt de beeldkwaliteit af.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor
5M Ongeveer 3,6×
3M Ongeveer 4,5×
2M Ongeveer 5,6×
VGA Ongeveer 14×
16:9 Ongeveer 4,8×
56
Camera 1 Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
• Als u op de zoomtoets drukt, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven.
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De aanduiding
, of knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich in de buurt van het midden
van het frame bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven.
Hiermee kunt u het rode-ogeneffect beperken bij
gebruik van de flitser. Selecteer deze instelling
voordat u begint met opnemen.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op.
Functiegids
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Rode-ogeneff
Aan ( )
Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt Rode-ogeneff niet gebruikt.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor
Camera 1
57
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Het Setup-scherm gebruiken
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting zendt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat
moment wordt de aanduiding weergegeven.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (U kunt het beste een afstand van ongeveer 2,7 m voor groothoek
(zoom: W) en 2,5 m voor telefoto (zoom: T) aanhouden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Bij vooraf ingestelde scherpstelling (pagina 36) werkt de AF-verlichting niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De aanduiding , of knippert en AF werkt met
voorrang voor onderwerpen die zich in de buurt van het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer (Schemer), (Landschap), (Korte sluitertijd) of
(Vuurwerk) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Hoewel er geen enkel gevaar bestaat, kunt u het beste niet
rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het
scherm weergeven.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u
onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
AF-verlicht
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
ON
58
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Camera 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren.
• Bij het opnemen van films wordt [Continu] geactiveerd, zelfs als [Opnemen] is geselecteerd.
• Als (Camera) niet is ingesteld op [Autom.] (pagina 22), kunt u de steadyshot-functie uitschakelen met
de -toets (STEADY SHOT).
• De steadyshot-functie functioneert in de volgende gevallen wellicht niet goed.
– Als de bewegingen met de camera te hevig zijn
– Bij een te lange sluitertijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van nachtelijke scènes
STEADY SHOT
Opnemen
De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop
half ingedrukt wordt.
Continu
De steadyshot-functie is permanent geactiveerd.
Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op
een ver verwijderd onderwerp.
• Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie
[Opnemen].
59
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Het Setup-scherm gebruiken
Intern geheugen-tool
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
Formatteren
60
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Memory Stick tool
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory
Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden
opgenomen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
• Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
• U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
• De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd.
• U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een
computer, enzovoort.
• Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
• Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 77) voor meer informatie.
Formatteren
Opnamemap maken
Memory Stick tool
61
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Het Setup-scherm gebruiken
Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
• U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opnamemap wijz
62
Memory Stick tool Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter.
2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" wordt weergegeven.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk vervolgens op z.
• Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert
beeldbestanden te kopiëren terwijl de accu bijna leeg is, kan de accu helemaal leeg raken. Hierdoor kan
het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs beschadigd raken.
• U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de
beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory
Stick Duo" en voert u vervolgens [Formatteren] uit in (Intern geheugen-tool) (pagina 59).
• U kunt geen map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo".
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt een afdrukmarkering niet gekopieerd.
Kopiëren
63
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Het Setup-scherm gebruiken
Setup 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u muziek downloaden om af te spelen tijdens de diavoorstelling.
Zie pagina's 50, 84, 86.
Als een muziekbestand niet kan worden afgespeeld tijdens de diavoorstelling, is het
muziekbestand mogelijk beschadigd. Als dit gebeurt, voert u [Format. muz] uit.
Als [Format. muz] is uitgevoerd, zijn alle muziekbestanden gewist. Gebruik de bijgeleverde
software "Music Transfer" om [Downl. muz] te activeren.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk op z.
Het bericht "Alle gegevens worden gewist Klaar?" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk op z.
Alle muziekbestanden worden gewist.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm selecteren
wanneer u de camera gebruikt met de accu.
• U kunt de instelling ook wijzigen door de -toets (Schermweergave) langer ingedrukt te houden.
• Als u [Helder] selecteert, wordt meer acculading verbruikt.
Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Downl. muz
Format. muz
LCD-verlicht
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt
weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop
indrukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
64
Setup 1 Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten
worden weergegeven.
Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het terugzetten annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld.
Taal
Initialiseren
65
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Het Setup-scherm gebruiken
Setup 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de methode selecteren op basis waarvan bestandsnummers worden
toegewezen aan beelden.
Hiermee kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de camera
wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor
de multifunctionele aansluiting.
Bestandsnr
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegewezen, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt verwisseld. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatste toegewezen bestandsnummer, wordt een nummer één
hoger dan het hoogste bestandsnummer toegewezen.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegewezen bestandsnummers elke keer
opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer toegewezen dat één hoger is dan het hoogte
nummer.)
USB-aansl
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibele printer (pagina 88).
PTP
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in
de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer.
(Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat
(pagina 73).
Autom.
De computer of PictBridge-compatibele printer wordt
automatisch herkend door de camera en een verbinding wordt
tot stand gebracht (pagina's 73 en 88).
• Als de camera geen verbinding kan maken met de PictBridge-
compatibele printer als deze is ingesteld op [Autom.], wijzigt u
de instelling in [PictBridge].
• Als de camera geen verbinding kan maken met een computer of
ander USB-apparaat als deze is ingesteld op [Autom.], wijzigt u
de instelling in [Mass Storage].
66
Setup 2 Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem
van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende
televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u
pagina 68 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt
gebruikt.
Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z.
3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De klokinstelling annuleren
Selecteer [Annul.] en druk op z.
Video-uit
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en
Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
Klokinstel
67
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
U kunt de beelden weergeven op een
televisiescherm door de camera aan te
sluiten op een televisie.
Schakel zowel de camera als de televisie uit
voordat u de camera aansluit op de
televisie.
1 Sluit de camera aan op de
televisie.
• Leg de camera neer met het scherm naar boven
gericht.
• Als de televisie is uitgerust met stereo-ingangen,
sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor
de multifunctionele aansluiting aan op de
linkeraudio-ingang van de televisie.
2 Stel de schakelaar van de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in op "TV".
3 Schakel de televisie in en stel de
televisie/video-ingang in op
"video".
• Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie
voor meer informatie.
4 Stel de modusschakelaar in op
en schakel de camera in.
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het
televisiescherm weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het
gewenste beeld te selecteren.
1 Naar de audio-/
video-ingangen
Kabel voor de
multifunctionele aansluiting
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Regeltoets
Modusschakelaar
68
Beelden bekijken op een televisiescherm
• Als de schakelaar van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting is ingesteld op
"TV", worden beelden niet weergegeven op
het scherm van de camera.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke
televisiesysteem (pagina 66).
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een televisiescherm
wilt weergeven, hebt u een televisie met een
video-ingang en de kabel voor de
multifunctionele aansluiting nodig. Het
kleursysteem van de televisie moet
overeenkomen met dat van uw digitale
camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten
voor het televisiekleursysteem van het land
of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enzovoort
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland,
enzovoort
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort
69
De computer gebruiken
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken"
(pagina 85) door voor meer informatie over het gebruik van
een Macintosh-computer.
Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie.
• Beelden weergeven op de computer
• Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
• Beelden op datum weergeven
• Beelden bewerken
• Muziek toevoegen/wijzigen met "Music Transfer"
• Beelden afdrukken
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 71)
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 72)
Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" en "Music Transfer"
(pagina's 80 en 84)
70
Werken met uw Windows-computer
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
waarin een upgrade naar een van de
bovenstaande besturingssystemen is
uitgevoerd of in een computeromgeving met
meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Picture
Motion Browser" en "Music Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition of Windows XP Professional
Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met
luidsprekers
Processor/geheugen: Pentium III
500 MHz of sneller, 128 MB RAM of
meer (Aanbevolen: Pentium III 800 MHz
of sneller en 256 MB RAM of meer)
Software: DirectX 9.0c of hoger
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
Beeldscherm: Schermresolutie: 1024 × 768
pixels of meer, Kleuren: hoge kleuren
(16-bits kleuren) of meer
• De software is compatibel met DirectX-
technologie. U moet wellicht "DirectX"
installeren.
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP].
Is dit gedeelte worden [Autom.] en [Mass
Storage] als voorbeelden beschreven. Zie
pagina 65 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Aanbevolen computeromgeving
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
71
De computer gebruiken
De software (bijgeleverd) installeren
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
met de volgende procedure.
• Wanneer u Windows 2000/Me gebruikt, moet u
de camera niet aansluiten op de computer
voordat u de installatie hebt uitgevoerd.
• In Windows 2000/XP meldt u zich aan als
beheerder.
• Als de bijgeleverde software is geïnstalleerd,
wordt het USB-stuurprogramma automatisch
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
• Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt
u op (My Computer)
t
(SONYPICTUTIL).
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language"
verschijnt.
3 Selecteer de gewenste taal en klik
op [Next].
Het scherm "License Agreement" wordt
weergegeven.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, selecteert u
het keuzerondje naast [I accept the
terms of the license agreement] en klikt
u op [Next].
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te
voltooien.
Wanneer het bevestigingsbericht voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven,
start u de computer opnieuw op volgens
de aanwijzingen op het scherm.
• DirectX wordt wellicht geïnstalleerd
afhankelijk van de systeemomgeving van
uw computer.
5 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is
voltooid.
Nadat u de software hebt geïnstalleerd,
wordt een snelkoppeling op het bureaublad
gemaakt waarmee u naar de website voor
klantenregistratie kunt gaan.
Zodra u zich hebt geregistreerd op de
website, kunt u veilige en nuttige
klantenondersteuning krijgen.
http://www.sony.net/registration/di
72
Beelden kopiëren naar de computer
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
U kunt als volgt beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een Memory
Stick-sleuf
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de
camera en steek deze in de Memory Stick
Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duo-
adapter in de computer en kopieer de
beelden.
• Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second
Edition/NT gebruikt, kunt u beelden kopiëren
door de "Memory Stick Duo" in de Memory
Stick-sleuf van de computer te plaatsen.
• Zie pagina 99 als de "Memory Stick PRO Duo"
niet wordt herkend.
Voor een computer zonder een Memory
Stick-sleuf
Voer fase 1 tot en met 4 op pagina's 72 tot
en met 76 uit om beelden te kopiëren.
• Wanneer u Windows 2000/Me gebruikt, moet u
de software (bijgeleverd) installeren voordat u
doorgaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u
de software niet te installeren.
• De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn
voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf
een "Memory Stick Duo".
Met Windows 95/98/98 Second Edition/
NT:
Deze camera is niet compatibel met deze
versies van het Windows-
besturingssysteem. Als u een computer
zonder Memory Stick-sleuf gebruikt, kunt u
een Memory Stick Reader/Writer (niet
bijgeleverd) gebruiken om beelden van een
"Memory Stick Duo" naar de computer te
kopiëren.
Als u beelden in het interne geheugen naar
de computer wilt kopiëren, kopieert u de
beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en kopieert u ze vervolgens naar de
computer.
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de
camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera of sluit de
camera met de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
• Als u beelden naar de computer kopieert
terwijl de accu bijna leeg is, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de accu
leeg raakt.
3 Stel de modusschakelaar in op
en schakel de camera en
computer in.
Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden
Beelden kopiëren naar de computer
73
De computer gebruiken
1 Sluit de camera aan op de
computer.
2 Stel de schakelaar van de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in op "CAMERA".
• In Windows XP wordt de wizard AutoPlay
automatisch weergegeven.
"USB-functie Mass Storage" wordt
weergegeven op het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, wordt op de computer
automatisch een programma uitgevoerd om
de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsaanduidingen rood. Gebruik de
computer niet totdat de aanduidingen wit zijn
geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt,
stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage]
(pagina 65).
• Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd,
kan het scherm [Import Images] (pagina 80)
worden weergegeven. In dit geval kunt u
beelden rechtstreeks importeren met "Picture
Motion Browser".
• Voor Windows 2000/Me volgt u de procedure
die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 75.
• Wanneer u Windows XP gebruikt en het scherm
met de wizard wordt niet automatisch
weergegeven, volgt u de procedure die wordt
beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar
een computer" op pagina 75.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
1 Naar een
USB-aansluiting
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
Fase 3-A: Beelden kopiëren
naar een computer
Toegangs-
aanduidingen*
74
Beelden kopiëren naar de computer
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in fase 2,
klikt u op [Copy pictures to a
folder on my computer using
Microsoft Scanner and Camera
Wizard]
t [OK] wanneer het
scherm met de wizard
automatisch op de computer
wordt weergegeven.
Het scherm "Scanner and Camera
Wizard" verschijnt.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen,
worden op de computer weergegeven.
• Als er geen "Memory Stick Duo" is
geplaatst, worden de beelden weergegeven
die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
3 Schakel de selectievakjes van
niet-gewenste beelden uit zodat
deze niet worden gekopieerd en
klik op [Next].
Het scherm "Picture Name and
Destination" verschijnt.
4 Selecteer de naam en de
bestemming van de beelden en
klik op [Next].
Het kopiëren van beelden wordt gestart.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options".
• In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
1
2
1
2
1
2
Beelden kopiëren naar de computer
75
De computer gebruiken
5 Selecteer het keuzerondje naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] en klik op
[Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het scherm met de wizard wordt
gesloten.
• Als u nog meer beelden wilt kopiëren,
koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los (pagina 77). Voer vervolgens
de procedure uit die wordt beschreven in
"Fase 2: De camera en de computer op
elkaar aansluiten" op pagina 73.
• Voor Windows XP volgt u de procedure die
wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 73.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk]
t [DCIM].
• Zie pagina 100 als het pictogram
"Removable Disk" niet wordt weergegeven.
2 Dubbelklik op de map met de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren.
Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand en klik op [Copy] in
het snelmenu.
• Zie pagina 77 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden.
Fase 3-B: Beelden kopiëren
naar een computer
1
2
2
1
76
Beelden kopiëren naar de computer
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik vervolgens met
de rechtermuisknop op het
venster "My Documents" en klik
op [Paste] in het snelmenu.
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als de bestemmingsmap een beeld met
dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een
bevestigingsbericht voor overschrijven
weergegeven. Als u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder overschrijven, geeft u het
bestand eerst een andere naam en kopieert u
vervolgens het beeldbestand. Houd er echter
rekening mee dat u het betreffende beeld
wellicht niet meer op de camera kunt
weergeven als u de bestandsnaam wijzigt
(pagina 79).
In dit gedeelte wordt de procedure
beschreven om gekopieerde beelden in de
map "My Documents" weer te geven.
1 Klik op [Start] t [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• Als u een ander besturingssysteem dan
Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op
[My Documents] op het bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
1
2
Fase 4: Beelden weergeven op
de computer
1
2
Beelden kopiëren naar de computer
77
De computer gebruiken
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• Kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
1 Dubbelklik op op de taakbalk.
2 Klik op (Sony DSC)
t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat is
verbroken.
• Voor Windows XP kunt u stap 4 overslaan.
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: mappen weergeven in
Windows XP
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen
functie bevat voor het maken van mappen
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met deze camera
Als er geen nieuwe mappen worden
gemaakt, worden de mappen als volgt
weergegeven:
– "Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF"
– Intern geheugen: alleen "101_SONY"
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MISC".
De USB-verbinding annuleren
Dubbelklik hier
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen
78
Beelden kopiëren naar de computer
• Beeldbestanden worden als volgt benoemd:
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een
filmbestand dat is opgenomen in de
filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Filmbestanden: MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u films opneemt:
MOV0ssss.THM
• Zie pagina's 46 en 60 voor meer informatie over
mappen.
79
De computer gebruiken
Beeldbestanden opgeslagen op de computer
weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo")
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera is
gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kunt u
bepaalde beelden wellicht niet weergeven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het
model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• Als er geen map is, maakt u een nieuwe map
met uw camera (pagina 60) en kopieert u
vervolgens het beeldbestand.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik op
[Rename] in het snelmenu. Wijzig
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
Geef een nummer op tussen 0001 en
9999 voor ssss.
• Als het bevestigingsbericht voor
overschrijven wordt weergegeven, geeft u
een ander nummer op.
• De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de
computerinstellingen. De bestandsextensie
voor stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig
de bestandsextensie niet.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
met de onderstaande procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik op [Copy] in het
snelmenu.
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik op [Paste] in het snelmenu.
• sss staat voor een nummer tussen
100 en 999.
1
2
80
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
gebruiken
Met de software kunt u stilstaande beelden
en films van de camera optimaal benutten.
Dit gedeelte bevat een beschrijving en
algemene instructies voor "Picture Motion
Browser".
Met "Picture Motion Browser" kunt u het
volgende:
• Beelden die met de camera zijn opgenomen,
importeren en weergeven op de computer.
• Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
• Stilstaande beelden bijwerken, afdrukken en
verzenden als bijlage bij e-mailberichten, de
opnamedatum wijzigen en meer.
• Raadpleeg de Help voor meer informatie over
"Picture Motion Browser".
Als u de Help wilt openen, klikt u op
[Start] t [All Programs] (in Windows
2000/Me, [Programs]) t [Sony Picture
Utility] t [Help] t [Picture Motion
Browser].
"Picture Motion Browser" starten
Dubbelklik op het pictogram (Picture
Motion Browser) op het bureaublad.
Of vanuit het menu Start: Klik op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000/Me,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Picture Motion Browser].
"Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op in de rechterbovenhoek van het
scherm.
Voer de volgende procedure uit om beelden
vanaf de camera te importeren en weer te
geven.
Beelden importeren
1 Controleer of "Media Check
Tool"* wordt uitgevoerd.
Controleer of het pictogram
(Media
Check Tool)
in de taakbalk wordt
weergegeven.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert
wanneer een "Memory Stick" wordt
geplaatst of wanneer de camera wordt
aangesloten.
• Als het pictogram niet wordt
weergegeven: Klik op [Start] t [All
Programs] (in Windows
2000/Me:
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Tools] t [Media Check Tool].
2 Sluit de camera aan op de
computer met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Als de camera automatisch is herkend,
verschijnt het scherm [Import Images].
• Zie eerst pagina 72 als u de Memory Stick-
sleuf gebruikt.
Overzicht van "Picture Motion
Browser
"
"Picture Motion Browser" starten
en afsluiten
Algemene instructies
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken
81
De computer gebruiken
• Als in Windows XP de wizard AutoPlay
wordt weergegeven, sluit u deze wizard.
3 Importeer de beelden.
Als u het importeren van de beelden wilt
starten, klikt u op [Import].
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures". Deze map heeft als naam de
datum waarop de beelden zijn
geïmporteerd.
• Zie pagina 83 voor instructies over het
wijzigen van de "Folder to be imported".
Beelden weergeven
1 Geïmporteerde beelden
controleren
Wanneer het importeren is voltooid,
wordt de "Picture Motion Browser"
gestart. Er worden miniaturen van de
geïmporteerde beelden weergegeven.
• De map "My Pictures" is ingesteld als
standaardmap in "Viewed folders".
• Als u een afzonderlijk beeld wilt weergeven,
dubbelklikt u op de bijbehorende miniatuur.
2 Beelden in "Viewed folders"
weergeven op opnamedatum
1Klik op de tab [Calendar].
De jaren waarin de beelden zijn
opgenomen, worden weergegeven.
2Klik op het jaar.
Beelden die in dat jaar zijn opgenomen,
worden weergegeven, ingedeeld op
opnamedatum.
3Als u de beelden per maand wilt
weergeven, klikt u op de gewenste
maand.
Miniaturen van beelden die in die
maand zijn opgenomen, worden
weergegeven.
4Als u de beelden op tijd wilt weergeven,
klikt u op de gewenste datum.
Miniaturen van beelden die op die dag
zijn opgenomen, worden weergegeven,
ingedeeld op uur.
Scherm met weergave per jaar
Scherm met weergave per maand
1
2
3
4
82
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken
Scherm met weergave per uur
• Als u beelden van een bepaald jaar of een
bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op
die periode aan de linkerkant van het
scherm.
3 Afzonderlijke beelden weergeven
In het scherm met weergave per uur
dubbelklikt u op een miniatuur om het
betreffende beeld in een afzonderlijk
venster weer te geven.
• U kunt weergegeven beelden bewerken door
op in de werkbalk te klikken.
Beelden weergeven op volledig
scherm
Als u een diavoorstelling van de huidige
beelden wilt weergeven op volledig
scherm, klikt u op .
• Als u de diavoorstelling wilt afspelen of
onderbreken, klikt u op in de
linkerbenedenhoek van het scherm.
• Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u
op in de linkerbenedenhoek van het
scherm.
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken
83
De computer gebruiken
Beelden die op de computer zijn
opgeslagen, voorbereiden voor
weergave
Als u de beelden wilt weergeven, registreert
u de map met de beelden als een van de
"Viewed folders".
1 Klik op in het hoofdvenster, of
kies [Register Folders to View] in
het menu [File].
Het scherm met instellingen voor registratie
van "Viewed folders" wordt weergegeven.
2 Geef de map op met beelden die
moeten worden geïmporteerd om
de map te registreren als een van
de "Viewed folders".
3 Klik op [OK].
De beeldgegevens worden geregistreerd in de
database.
• Beelden in submappen van "Viewed
folders" worden ook geregistreerd.
De "Folder to be imported" wijzigen
Als u de "Folder to be imported" wilt
wijzigen, opent u het scherm "Import
Settings".
1 Kies [Import Settings] t
[Location for Imported Images] in
het menu [File].
Het scherm "Location for Imported Images"
wordt weergegeven.
2 Selecteer de "Folder to be
imported".
• U kunt de "Folder to be imported" kiezen
uit de mappen die zijn geregistreerd als
"Viewed folders".
Registratiegegevens van beelden
bijwerken
Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u
[Update Database] in het menu [Tools].
• Het bijwerken van de database kan enige
tijd duren.
• Als u de naam van beeldbestanden of
mappen in "Viewed folders" wijzigt,
kunnen deze niet worden weergegeven
met deze software. Werk in dit geval de
database bij.
1 Klik op [Start] t [Control Panel]
(in Windows 2000/Me: [Start] t
[Settings] t [Control Panel]) en
dubbelklik op [Add/Remove Programs].
2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op
[Remove] (in Windows 2000/Me: klik op
[Change/Remove]) om de installatie
ongedaan te maken.
Andere functies
De installatie van "Picture
Motion Browser" ongedaan
maken
84
"Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door uw
eigen muziekbestanden met "Music
Transfer" op de CD-ROM (bijgeleverd). U
kunt deze bestanden ook op elk moment
verwijderen of toevoegen.
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
• MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
• Muziek op CD's
• Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
1 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
2 Selecteer (Setup) met B op de
regeltoets.
3 Selecteer (Setup 1) met v
/
V
op de regeltoets. Selecteer
vervolgens [Downl. muz.] met
v/B.
4 Selecteer [OK] met B/v en druk
op z.
Het bericht "Aansluiten op computer"
verschijnt.
5 Breng een USB-verbinding tot
stand tussen de camera en de
computer.
6 Start "Music Transfer".
7 Volg de instructies op het scherm
als u muziekbestanden wilt
toevoegen/wijzigen.
• U kunt als volgt de vooraf ingestelde
muziek herstellen op de camera:
1 Voer [Format. muz.] uit (pagina 63).
2 Voer [Standaardinstellingen] uit in "Music
Transfer".
Alle muziekbestanden worden hersteld naar
de vooraf ingestelde muziek en [Muziek] in
het menu [Dia] wordt ingesteld op [Uit].
3 Selecteer een geschikt muziekbestand voor
de diavoorstelling (pagina 48).
U kunt de muziekbestanden herstellen naar
de vooraf ingestelde bestanden met
[Initialiseren] (pagina 64), maar de andere
instellingen worden dan ook hersteld.
• Raadpleeg de online Help van "Music Transfer"
voor meer informatie over het gebruik van
"Music Transfer".
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
1
85
De computer gebruiken
De Macintosh-computer gebruiken
U kunt beelden naar een Macintosh-
computer kopiëren.
• "Picture Motion Browser" is niet compatibel
met Macintosh-computers.
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor
"Music Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v10.3
tot en met v10.4)
Processor: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4/G5-serie, Mac mini
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP].
Is dit gedeelte worden [Autom.] en [Mass
Storage] als voorbeelden beschreven. Zie
pagina 65 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 72.
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
pagina 73.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
[DCIM]
t de map met de beelden die u
wilt kopiëren.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet
deze daar neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Zie pagina 77 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden en de
bestandsnamen.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
86
De Macintosh-computer gebruiken
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf
t het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden om dat
beeldbestand te openen.
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• Kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" naar het pictogram "Trash" en zet
dit daar neer.
De verbinding tussen de camera en de
computer is verbroken.
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door uw
eigen muziekbestanden. U kunt deze
bestanden ook op elk moment verwijderen
of toevoegen.
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
• MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
• Muziek op CD's
• Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
"Music Transfer" installeren
• Sluit alle andere toepassingen voordat u "Music
Transfer" installeert.
• U moet zich aanmelden als beheerder om te
kunnen installeren.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op (SONYPICTUTIL).
3 Dubbelklik op het bestand
[MusicTransfer.pkg] in de map [MAC].
De installatie wordt gestart.
Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
Zie "Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"" op pagina 84.
De USB-verbinding annuleren
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
87
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]-
functie zijn opgenomen, worden beide randen
wellicht bijgesneden. Controleer dit dus
voordat u begint met afdrukken
(pagina 102).
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer
informatie.
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde
"Picture Motion Browser"-software en de beelden afdrukken.
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van
tevoren een afdrukmarkering aanbrengen op de beelden die u
wilt afdrukken.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 88)
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer
Beelden afdrukken met een computer
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 92)
88
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u met de camera hebt
opgenomen, afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
12
• De functie voor het afdrukken van een index is
wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de
printer.
• De hoeveelheid beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk
van de printer.
• U kunt films niet afdrukken.
• Als de aanduiding ongeveer vijf seconden
knippert op het scherm van de camera
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
Bereid de camera voor om deze op de
printer aan te sluiten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting. Wanneer u de
camera aansluit op een printer die
automatisch wordt herkend wanneer
[USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.], is
fase 1 overbodig.
• U kunt het beste een volledig opgeladen accu of
een netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
gebruiken om te voorkomen dat de stroom
wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken.
1 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
2 Druk op B op de regeltoets en
selecteer (Setup).
3 Selecteer [ ] (Setup 2) met V en
selecteer vervolgens [USB-aansl.]
met v
/
V/B.
Fase 1: De camera voorbereiden
Indextoets
Regeltoets
MENU-toets
2
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
89
Stilstaande beelden afdrukken
4 Selecteer [PictBridge] met B/v en
druk vervolgens op z.
De USB-functie is ingesteld.
1 Sluit de camera aan op de printer.
2 Stel de schakelaar van de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in op "CAMERA".
3 Schakel de camera en de printer
in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
aanduiding weergegeven.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden weergegeven.
Het afdrukmenu wordt weergegeven nadat
fase 2 is voltooid, ongeacht de stand van de
modusschakelaar.
1 Selecteer de gewenste
afdrukmethode met v
/
V op de
regeltoets en druk vervolgens op
z.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden
afgedrukt.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Naar de
USB-
aansluiting
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
Fase 3: Afdrukken
90
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt (pagina 92),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met b/B en druk vervolgens op z.
De markering wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
• Als u meer beelden wilt selecteren,
herhaalt u deze procedure.
2Selecteer [Afdrukken] met V en druk
vervolgens op z.
[Dit beeld]
Het weergegeven beeld wordt afgedrukt.
• Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt
op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld.
2 Selecteer de afdrukinstellingen
met v
/
V/b/B.
[Index]
Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te
drukken.
[Formaat]
Selecteer het formaat van het afdrukvel.
[Datum]
Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd in de beelden in te voegen.
• Als u [Datum] selecteert, wordt de datum
ingevoegd met de geselecteerde notatie
(pagina 66). Deze functie is wellicht niet
beschikbaar, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Selecteer het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt
afzonderlijk afgedrukt.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Selecteer het aantal beelden dat u als
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt geselecteerd in stap 1,
selecteert u het aantal van hetzelfde
beeld dat u naast en onder elkaar op
hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als
indexbeeld.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
vel passen, afhankelijk van het aantal
beelden.
3 Selecteer [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los wanneer de aanduiding
(PictBridge-aansluiting) op het
scherm wordt weergegeven.
Andere beelden afdrukken
Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens
het gewenste beeld met v
/
V en voer de
procedure uit vanaf stap 1.
-
aanduiding
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
91
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden op het indexscherm afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(pagina 88) en "Fase 2: De camera
aansluiten op de printer" (pagina 89) uit en
ga als volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
weergegeven. Selecteer [Annul.] om het
afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt
verder.
1 Druk op (Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te
geven.
3 Selecteer [ ] (Afdrukken) met B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met
v
/
V en druk vervolgens op z.
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met v
/
V/b/B en druk vervolgens op z
om de markering weer te geven. (Als u
meer beelden wilt selecteren, herhaalt u
deze procedure.) Druk vervolgens op
MENU.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt, ongeacht welk
beeld wordt weergegeven.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden afgedrukt.
5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken"
(pagina 89) uit.
92
Afdrukken bij een fotowinkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een fotowinkel. Als de
fotowinkel beschikt over een
fotoafdrukservice die gebruikmaakt van
DPOF, kunt u van tevoren een
afdrukmarkering op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
• U kunt de beelden in het interne geheugen niet
rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een
fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een
"Memory Stick Duo" en neem de "Memory
Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een afdrukmarkering
kunt aanbrengen op beelden op de
"Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
• U kunt de beelden met de afdrukmarkering
ook afdrukken op een printer die compatibel is
met de DPOF-norm (Digital Print Order
Format) of op een PictBridge-compatibele
printer.
• Films kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst]-functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een fotowinkel
• Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel
welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
• Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo"
kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden
naar een ander medium, zoals een CD-R, en
neemt u die mee naar de fotowinkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie
(back-up) van de gegevens maken op een schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
• Als u datums op de beelden wilt afdrukken,
raadpleegt u de fotowinkel.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer DPOF met b/B en druk
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering wordt
weergegeven op het beeld.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
Regeltoets
MENU-toets
Afdrukken bij een fotowinkel
93
Stilstaande beelden afdrukken
1 Geef het indexscherm weer
(pagina 29).
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer DPOF met b/B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v
/
V en
druk vervolgens op z.
• U kunt geen markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
5 Selecteer het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B en druk
vervolgens op z.
Een groene markering wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk
vervolgens op z.
De markering wordt wit.
Als u het markeren wilt annuleren,
selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u
[Sluiten] in stap 8 en drukt u op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
indexfunctie
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk vervolgens op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en
druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en
druk vervolgens op z.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
(groen)
94
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de
beeldgegevens en muziekbestanden in het interne geheugen worden gecontroleerd.
1 Controleer de items op pagina's 95 tot en met 104.
Zie pagina 105 als een foutcode als "C/E:ss:ss" op het scherm wordt
weergegeven.
2 Verwijder de accu uit de camera, plaats deze na ongeveer één minuut terug en
schakel de camera in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 64).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Accu en stroombron 95
Stilstaande beelden/films
opnemen 95
Beelden weergeven 98
Beelden verwijderen/bewerken 99
Computers 99
Picture Motion Browser 101
"Memory Stick Duo" 102
Intern geheugen 102
Afdrukken 102
PictBridge-compatibele printer 103
Overige 104
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het
probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
Problemen oplossen
95
Problemen oplossen
De accu kan niet worden geplaatst.
• Plaats de accu op de juiste manier en gebruik de punt van de accu om de accuontgrendelknop
naast beneden te drukken.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de accu op de juiste manier.
• De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een
nieuwe.
• Gebruik een aanbevolen accu.
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. Schakel de camera
weer in.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een
nieuwe.
De aanduiding voor resterende acculading is onjuist.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
• De weergegeven resterende acculading verschilt van de werkelijke acculading. Ontlaad de
accu volledig en laad de accu weer op om de juiste lading weer te geven.
• De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een
nieuwe.
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
– Verwijder overbodige beelden (pagina 28).
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de modusschakelaar op wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen.
• Zet de modusschakelaar op wanneer u films wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van films. Voer een van de
volgende handelingen uit:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
Accu en stroombron
Stilstaande beelden/films opnemen
96
Problemen oplossen
De steadyshot-functie werkt niet.
• De steadyshot-functie werkt niet als op het scherm wordt weergegeven.
• De steadyshot-functie werkt wellicht niet goed wanneer u nachtelijke scènes opneemt.
• Neem op nadat u de sluiterknop half hebt ingedrukt. Druk de knop niet plotseling volledig in.
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (pagina 14). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 8 cm voor groothoek (W)/25 cm voor telefoto (T). Of stel
(Vergrootglas) in en stel scherp op een afstand tussen ongeveer 1 cm en 20 cm tot het
onderwerp (pagina 21).
• (Vergrootglas) is ingesteld of (Schemer), (Landschap) of (Vuurwerk) is
geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De functie voor vooraf ingestelde scherpstelling is geselecteerd. Selecteer de functie voor
automatische scherpstelling (pagina 36).
• Zie "Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp" op pagina 37.
De zoomfunctie werkt niet.
• Als (Vergrootglas) is geselecteerd, is de optische zoomfunctie niet beschikbaar.
• In de volgende gevallen kan de slimme-zoomfunctie niet worden gebruikt:
– Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2].
– U neemt op in de Multi Burst-functie.
• De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 21).
• U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst], [Exposure Bracket ] of [Multi Burst]
(pagina 42).
– (Hoge gevoelighd), (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie (pagina 26).
– U neemt films op.
• Stel de flitser in op (Altijd flitsen) als (Vergrootglas) is ingesteld of als
(Landschap), (Korte sluitertijd), (Strand) of (Sneeuw) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie (pagina 21).
Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen.
• Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is
normaal.
Problemen oplossen
97
Problemen oplossen
De close-upopnamefunctie (Macro/Vergrootglas) werkt niet.
• (Schemer), (Landschap) of (Vuurwerk) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie
(pagina 27).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
• De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 23).
Het scherm is te donker of te licht.
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina's 17, 63).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 38) of pas de belichting aan (pagina 23).
Het beeld is te licht.
• Pas de belichting aan (pagina 23).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 35).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend verschijnsel. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 56).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
98
Problemen oplossen
Er verschijnen puntjes op het scherm.
• Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 28).
• De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu.
De camera kan geen beelden weergeven.
• De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 79).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 77).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• De -toets (Schermweergave) is uitgeschakeld (pagina 17).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven als een USB-verbinding tot
stand is gebracht.
• De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Koppel
de kabel voor de multifunctionele aansluiting los of stel de schakelaar in op "CAMERA"
(pagina 73).
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 66).
• Controleer de aansluiting (pagina 67).
• De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "CAMERA".
Stel deze in op "TV" (pagina 67).
Beelden weergeven
Problemen oplossen
99
Problemen oplossen
De camera kan een beeld niet verwijderen.
• Annuleer de beveiliging (pagina 47).
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109).
U hebt per ongeluk een beeld verwijderd.
• Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden
beveiligen (pagina 46) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 109) om te voorkomen dat beelden
per ongeluk worden gewist.
De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van films en Multi Burst-beelden niet wijzigen.
Films kunnen niet worden geknipt.
• De film is niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden).
• Annuleer de beveiliging (pagina 47).
U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 70 voor Windows en pagina 85 voor
Macintosh.
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
• Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de computer en de
Memory Stick Reader/Writer. Gebruikers met computers en Memory Stick Readers/Writers
die zijn gemaakt door andere fabrikanten dan Sony, moeten contact opnemen met de
betreffende fabrikanten.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina's 73 en 85). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer
herkend.
Er wordt niets op het scherm van de camera weergegeven als een
USB-verbinding tot stand is gebracht.
• De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Stel
deze in op "CAMERA" (pagina 73).
Beelden verwijderen/bewerken
Computers
100
Problemen oplossen
De computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in.
• Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd).
• Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 65).
• Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) (pagina 73).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van de computer en de camera en
sluit de kabel opnieuw stevig aan.
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de
USB-aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 73).
• De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (pagina 71).
• De computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met de kabel voor de multifunctionele aansluiting voordat u de software
(bijgeleverd) hebt geïnstalleerd. Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer en
installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt).
Het pictogram "Removable disk" wordt niet op het scherm weergegeven
wanneer u de camera aansluit op de computer.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure geldt voor Windows-computers.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] en klik op [Properties] in het snelmenu.
Het scherm "System Properties" wordt weergegeven.
2 Klik op [Hardware]
t [Device Manager].
• In Windows Me klikt u op de tab [Device Manager].
"Device Manager" wordt weergegeven.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik vervolgens op [Uninstall]
t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer de software (pagina 71).
Er wordt ook een USB-stuurprogramma geïnstalleerd.
U kunt geen beelden kopiëren.
• Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 73).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina's 73 en 85).
• Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op
een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 60).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser"
niet automatisch gestart.
• Start "Media Check Tool" (pagina 80).
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 73).
Problemen oplossen
101
Problemen oplossen
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Raadpleeg de Help als u "Picture Motion Browser" gebruikt.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
• U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick
Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer
vanaf de vaste schijf (pagina 72).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera
worden weergegeven.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 77).
• Voer de bewerking correct uit (pagina 79).
Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser".
• Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet
worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de
database bijwerken (pagina 83).
U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser", niet
vinden.
• Kijk in de map "My Pictures".
• Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "De "Folder to be imported"
wijzigen" op pagina 83 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren.
U wilt de "Folder to be imported" wijzigen.
• Open het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een
andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in
"Viewed folders" (pagina 83).
Alle geïmporteerde beelden worden in de kalender weergegeven met de datum
1 januari.
• U hebt de datum nog niet ingesteld op de camera. Stel de datum in op de camera (pagina 66).
Picture Motion Browser
102
Problemen oplossen
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden
gewist (pagina 109).
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne
geheugen.
• Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder deze.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory
Stick Duo" worden gekopieerd.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt
aanbevolen).
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar
het interne geheugen worden gekopieerd.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten.
Beelden worden zonder beide randen afgedrukt.
• Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld
worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat
[16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden.
• Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt
over deze functies.
• Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
"Memory Stick Duo"
Intern geheugen
Afdrukken
Problemen oplossen
103
Problemen oplossen
Er worden beelden met 16 frames afgedrukt.
• Beelden die zijn opgenomen in de Multi Burst-functie, worden opgenomen als één beeld met
16 frames. U kunt het beeld niet frame voor frame afdrukken.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden.
Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over
de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exif-
gegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor meer
informatie over de compatibiliteit met Exif-gegevens.
• Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum
op de beelden af te drukken.
Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
• De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu (Setup) (pagina 65).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als een
foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Er wordt niets op het scherm van de camera weergegeven als een USB-
verbinding tot stand is gebracht.
• De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Stel
deze in op "CAMERA" (pagina 89).
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
• Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
• Films kunnen niet worden afgedrukt.
• Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een
computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd.
• U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat het pictogram
(Aansluiten op PictBridge apparaat) is verdwenen.
PictBridge-compatibele printer
104
Problemen oplossen
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet
worden afgedrukt.
• De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg
de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 90).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan wanneer u
het papierformaat wilt wijzigen nadat de printer is aangesloten op de camera.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 90) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera
is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 66).
U wilt de datum of tijd wijzigen.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 66).
Overige
105
Problemen oplossen
Foutcodes en berichten
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met
ss) verschillen,
afhankelijk van de status van de camera.
Als u het probleem niet kunt verhelpen,
zelfs niet nadat u de volgende oplossingen
een aantal keer hebt geprobeerd, moet de
camera wellicht worden gerepareerd. Neem
contact op met uw Sony-handelaar of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel de camera uit en
weer in.
C:13:ss
• De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven naar de "Memory
Stick Duo". Probeer de camera uit en
weer in te schakelen, of verwijder de
"Memory Stick Duo" en plaats deze een
aantal keren terug.
• Er is een formatteringsfout in het
interne geheugen opgetreden of er is een
niet-geformatteerde "Memory Stick
Duo" geplaatst. Formatteer het interne
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(pagina's 59, 60).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met deze camera worden gebruikt,
of de gegevens zijn beschadigd. Plaats
een nieuwe "Memory Stick Duo".
E:61:ss
E:62:ss
E:91:ss
• Er is een storing opgetreden in de
camera. Herstel de
standaardinstellingen van de camera
(pagina 64) en schakel de camera weer
in.
Als een van de volgende berichten wordt
weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
E
• De accu is bijna leeg. Laad de accu
onmiddellijk op. Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
accu, kan de aanduiding knipperen,
zelfs als er nog voldoende acculading is
voor 5 tot 10 minuten gebruik.
Alleen voor "InfoLITHIUM" accu
• Deze accu is geen "InfoLITHIUM"-
accu.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 109).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• Het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" is vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 109).
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw
(pagina's 59 en 60).
Zelfdiagnosefunctie Berichten
106
Foutcodes en berichten
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand LOCK. Zet de schakelaar in de
stand voor opnemen (pagina 109).
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Verwijder overbodige beelden of
bestanden (pagina 28).
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of verwijderen op deze "Memory Stick
Duo".
Geen bestand
• Er zijn geen beelden opgenomen in het
interne geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
• U hebt de handelingen voor het
kopiëren van beelden vanaf de computer
niet juist uitgevoerd (pagina 79).
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Selecteer een andere map
of maak een nieuwe map (pagina's 60,
61).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de geselecteerde map. Selecteer een
andere map (pagina 61).
Bestandsfout
• Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld.
Bestandsbeveiliging
• Annuleer de beveiliging (pagina 47).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
• De film is niet lang genoeg om te
knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Het bestand is geen film.
Ongeldige bediening
• U wilt een beeldbestand weergeven dat
niet compatibel is met de camera.
(Trillingswaarschuwing)
• Door onvoldoende licht is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, activeer de steadyshot-functie of
bevestig de camera op een statief om de
camera te stabiliseren.
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Films met beeldformaat 640(Fijn)
kunnen alleen op een "Memory Stick
PRO Duo" worden opgenomen. Plaats
een "Memory Stick PRO Duo" of stel
het beeldformaat in op een ander
formaat dan [640(Fijn)].
Foutcodes en berichten
107
Problemen oplossen
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge] terwijl de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
compatibel is met PictBridge.
Controleer het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los en sluit
deze weer aan. Als een foutbericht
wordt weergegeven op de printer, moet
u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd beelden af te
drukken voordat de printer was
aangesloten. Sluit een PictBridge-
compatibele printer aan.
Geen afdrukbaar beeld
• U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te
voeren zonder een DPOF-
afdrukmarkering op de beelden aan te
brengen.
• U hebt geprobeerd [Alle in deze map]
uit te voeren terwijl een map was
geselecteerd die alleen films bevat. U
kunt films niet afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken, is beschadigd.
• De gegevensoverdracht naar de printer
is wellicht nog niet voltooid. Koppel de
kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken
voordat dit is voltooid. Dit kan enige
tijd duren, afhankelijk van de printer.
Geen beeld voor diavoorstelling
• De geselecteerde map bevat geen
bestand dat in een diavoorstelling met
muziek kan worden afgespeeld.
Muziekfout
• Verwijder het muziekbestand of vervang
het door een normaal muziekbestand.
• Voer [Format. muz.] uit en download
een nieuw muziekbestand (pagina 63).
Muziekgeheugen-formatteringsfout
• Voer [Format. muz.] uit (pagina 63).
108
Overige
De camera in het buitenland gebruiken —
Stroomvoorziening
U kunt uw camera, de acculader (bijgeleverd) en de netspanningsadapter AC-LS5K (niet
bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en
240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
• Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een
storing kan optreden.
109
Overige
De "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera, worden vermeld
in de onderstaande tabel. Een goede
werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van coderingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor
MagicGate-functies zijn vereist.
*2
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtssnelheid via een parallelle
interface.
*3
Films kunnen worden opgenomen met het
beeldformaat 640(Fijn).
• De juiste werking van een "Memory Stick Duo"
die op een computer is geformatteerd, kan met
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
verwijderen wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK
is gezet met een puntig voorwerp.
De stand en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar is afhankelijk
van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt.
• Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl
gegevens worden gelezen of geschreven.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
– Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt verwijderd of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• U kunt het beste een reservekopie (back-up) van
belangrijke gegevens maken.
• Druk niet te hard wanneer u in het memogebied
schrijft.
• Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf
of op een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of opbergt, plaatst u deze terug in het
bijgeleverde doosje.
• Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig
deze niet en laat deze niet vallen.
• Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo"
niet.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
Type "Memory Stick" Opnemen/
weergeven
Memory Stick
(zonder MagicGate)
—
Memory Stick
(met MagicGate)
—
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a
*1*2
MagicGate Memory Stick —
MagicGate Memory Stick
Duo
a
*1
Memory Stick PRO —
Memory Stick PRO Duo
a
*1*2*3
Aansluiting
Schrijfbeveiligings-
schakelaar
Memogebied
110
De "Memory Stick"
• Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart
per ongeluk doorslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals
in een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over het gebruik van de
Memory Stick Duo-adapter (niet
bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat plaatst zonder een Memory
Stick Duo-adapter te gebruiken, is het mogelijk
dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u
ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting plaatst.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een
"Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting wordt geplaatst. Houd er rekening
mee dat de apparatuur kan worden beschadigd
door onjuist gebruik.
• Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een
storing in de camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
Typen "Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
111
Overige
De "InfoLITHIUM"-accu
Voor deze camera is een "InfoLITHIUM"-
accu nodig (type T).
Wat is een "InfoLITHIUM"-accu?
Een "InfoLITHIUM"-accu is een lithium-
ion accu die functies bevat voor het
uitwisselen van informatie over
gebruiksomstandigheden met de camera.
De "InfoLITHIUM"-accu berekent het
stroomverbruik volgens de
gebruiksomstandigheden van de camera en
geeft de resterende acculading weer in
minuten.
De accu opladen
We raden u aan de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C.
Buiten dit temperatuurbereik kunt u de accu
wellicht niet efficiënt opladen.
De accu effectief gebruiken
• De prestaties van de accu gaan achteruit als deze
in een koude omgeving wordt gebruikt. U kunt
de accu dus korter gebruiken op koude locaties.
Voor een langdurig gebruik raden we u het
volgende aan:
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu vlak
voordat u begint met opnemen in de camera.
• De acculading wordt sneller verbruikt wanneer
u de flitser of zoomfunctie vaak gebruikt.
• U kunt het beste reserve-accu's bij de hand
houden met een totale opnameduur van twee of
drie keer zo lang als de verwachte opnameduur,
en eerst proefopnamen maken voordat u de
werkelijke opnamen maakt.
• Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet
waterbestendig.
• Laat de accu niet liggen op zeer warme locaties,
zoals in een auto of in direct zonlicht.
De aanduiding voor resterende
acculading
De camera kan worden uitgeschakeld terwijl de
aanduiding voor resterende acculading aangeeft
dat er voldoende stroom is. Verbruik alle
acculading en laad de accu opnieuw volledig op
zodat de aanduiding voor de resterende
acculading correct is. Houd er echter rekening
mee dat mogelijk de aanduiding voor de
acculading niet correct wordt weergegeven
wanneer de accu langere tijd in hoge temperaturen
wordt gebruikt, ongebruikt wordt gelaten terwijl
deze volledig is opgeladen of vaak wordt gebruikt.
De accu bewaren
• Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt,
laadt u deze volledig op en verbruikt u de lading
volledig voordat u de accu bewaart op een
droge, koele plaats. Herhaal het opladen en
verbruiken eens per jaar zodat de accu goed
blijft werken.
• Als u de acculading wilt verbruiken, schakelt u
de camera in de weergavefunctie voor
diavoorstelling (pagina 29) totdat de camera
wordt uitgeschakeld.
• Gebruik de bijgeleverde accuhouder wanneer u
de accu meeneemt of opbergt om vlekken op het
aansluitpunt, kortsluiting, enzovoort te
voorkomen.
Levensduur van de accu
• De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is
waarschijnlijk het einde van de levensduur van
de accu bereikt. Koop een nieuwe accu.
• De levensduur van de accu verschilt afhankelijk
van de opslag- en gebruiksomstandigheden
waaronder de accu wordt gebruikt.
112
De acculader
De acculader
• Laad geen andere accu's dan Sony
"InfoLITHIUM"-accu's op met de acculader die
bij de camera is geleverd. Andere accu's dan het
opgegeven type kunnen lekken, oververhitten of
ontploffen wanneer u deze oplaadt. Dit kan
letsel door elektrische schokken en brand
veroorzaken.
• De acculader blijft aangesloten op de
netspanning zolang de lader is aangesloten op
het stopcontact, zelfs wanneer het CHARGE-
lampje niet brandt. Als er problemen optreden
met de acculader, schakelt u de lader
onmiddellijk uit door de stekker uit het
stopcontact te halen.
• Verwijder de opgeladen accu uit de acculader.
Als u de opgeladen accu in de lader laat zitten,
kan de levensduur van de accu worden verkort.
• Als het CHARGE-lampje knippert, geeft dit aan
dat een accufout is opgetreden of dat een accu
van een ander type dan het opgegeven type is
geplaatst. Controleer of de geplaatste accu van
het opgegeven type is. Als de accu van het
opgegeven type is, haalt u de accu uit de lader,
vervangt u deze door een nieuwe of een andere
en controleert u of de acculader goed werkt. Als
de acculader goed werkt, kan een accufout zijn
opgetreden.
• Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen. Maak de
acculader schoon met een droge doek,
enzovoort.
113
Index
Index
Index
A
Aanduiding ...........................13
Aanduiding voor
AE/AF-vergrendeling ....37
Aanduiding voor AF-
bereikzoekerframe.........36
Aansluiten
Computer.......................73
Printer ............................89
Televisie.........................67
Accu....................................111
Acculader............................112
AF-bereikzoekerframe..........36
Afdrukken .............................87
Enkelbeeldfunctie..........88
Indexfunctie...................88
Afdrukken bij een
fotowinkel......................92
Afdrukken in
enkelbeeldfunctie...........88
Afdrukken in indexfunctie....88
Afdrukmarkering ..................92
AF-functie.............................55
Afspelen................................28
AF-vergrendeling..................37
AF-verlicht............................57
Altijd flitsen ..........................21
Ander form............................50
Auto Review .........................57
Automatische instelfunctie ...19
Automatische scherpstelling...7
B
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen...............77
Beelden kopiëren naar de
computer........................72
Beeldformaat...................10, 24
Beeldkwaliteit.................10, 41
Belichting................................8
Bestandopslaglocatie ............77
Bestandsextensie .................. 79
Bestandsnaam....................... 77
Bestandsnr. ........................... 65
Besturingssysteem.......... 70, 85
Beveiligen............................. 46
Bewolkt ................................ 39
Bracket-stap.......................... 44
Burst..................................... 42
C
Camera 1 .............................. 55
Camera 2 .............................. 58
Camera vasthouden .......... 7, 19
Compressieverhouding......... 10
Computer.............................. 69
Aanbevolen
omgeving................. 70, 85
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 79
Beelden kopiëren .... 72, 85
Macintosh...................... 85
Software........................71
Windows ....................... 69
Contrast ................................ 45
D
Daglicht................................ 40
DC IN-aansluiting................ 12
Diafragma............................... 8
Diavoorstelling............... 29, 48
Digitale zoom....................... 55
DirectX................................. 70
DPOF ................................... 92
Dradenkruis van de
puntlichtmeting ............. 38
E
Enkelvoud. ........................... 55
EV ........................................ 23
EV aanpassen........................23
Exposure Bracket..................42
F
Fijn........................................41
Flitser....................................39
Flitsfunctie............................21
Flitsniveau.............................44
Fluorescerend .......................39
Formatteren.....................59, 60
Foutcodes en berichten .......105
Functiegids............................56
G
Gloeilamp .............................39
H
Half indrukken ........................7
Histogram .......................17, 23
Hoge gevoeligheid................26
I
Indexscherm..........................29
"InfoLITHIUM"-accu.........111
Initialiseren...........................64
Installeren .............................71
Intern geheugen ....................18
Intern geheugen-tool.............59
Interval..................................44
ISO....................................8, 40
J
JPG .......................................78
K
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting .........67, 73, 89
Kleur.......................................9
Kleurfunctie..........................35
Klokinstel. ............................66
114
Index
Kopiëren ...............................62
Korte sluitertijd..................... 26
L
Landschap.............................26
Langzame synchro................21
LCD-scherm .........................17
LCD-verlicht.........................63
Levendig...............................35
Lichtmeetfun. .......................38
Lichtmeting met meerdere
patronen.........................38
Lichtmeting met nadruk op het
midden...........................38
M
M AF ....................................55
Macintosh-computer.............85
Aanbevolen omgeving...85
Macro....................................21
Map.......................................46
Maken............................60
Wijzigen ........................61
Mass Storage ........................65
"Memory Stick Duo"..........109
Memory Stick tool................60
Menu.....................................31
Items..............................32
Opnemen .......................34
Weergeven .....................46
Menu voor opnemen.............34
Menu voor weergeven ..........46
Midden-AF ...........................36
Mode.....................................42
Monitor.................................55
MPG .....................................78
mScherm
Aanduiding....................13
Multi Burst ...........................42
Multi-AF...............................36
Multifunctionele
aansluiting..................... 12
Multipoint AF ...................... 36
Music Transfer ............... 84, 86
Muziek ........................... 49, 63
N
Natuurlijk ............................. 35
Netspanningsadapter ............ 12
Niet flitsen............................ 21
NR lange-sluitertijd.............. 14
NTSC ................................... 66
O
Onderbelichting ..................... 8
Onderdelen en
bedieningselementen .... 11
Opdelen................................ 51
Opn.functie .......................... 42
Opnamemap maken ............. 60
Opnamemap wijzigen .......... 61
Opnemen
Film............................... 19
Stilstaand beeld............. 19
Optische zoom ............... 20, 55
Overbelichting........................ 8
P
PAL ...................................... 66
PC......................................... 69
PictBridge ...................... 65, 88
Picture Motion Browser....... 80
Pieptoon ............................... 63
Pixel ..................................... 10
Precisie-digitale-zoomfunctie
...................................... 55
Problemen oplossen ............. 94
PTP....................................... 65
Punt-AF................................ 36
Puntlichtmeting.................... 38
R
Rechtstreeks afdrukken ........88
Rode-ogeneff. .......................56
Roteren .................................51
S
S AF......................................55
Scènekeuze.....................25, 34
Schemer................................26
Schemer-portret ....................26
Scherm
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
.................................17, 63
Schermweergave
wijzigen.........................17
Scherpstellen ....................7, 36
Scherpte................................ 45
Schrijfbeveiligingsschakelaar
.....................................109
Sepia.....................................35
Setup......................... 45, 53, 54
Camera 1 .......................55
Camera 2 .......................58
Intern geheugen-tool ..... 59
Memory Stick tool ........60
Setup 1 ..........................63
Setup 2 ..........................65
Setup 1..................................63
Setup 2..................................65
Slimme-zoomfunctie ............ 55
Sluitertijd................................8
Sneeuw .................................26
Snelle controle...................... 20
Soft Snap ..............................26
Software ...................71, 80, 84
Standaard.............................. 41
STEADY SHOT ...................58
Strand ...................................26
115
Index
Index
T
Taal .......................................64
Televisie................................67
Terugspoelen/snel
vooruitspoelen ...............28
Trimmen................................53
U
USB-aansl.............................65
V
Vergrootglas..........................21
VGA......................................24
Video-uit ...............................66
Volume..................................28
Vooraf ingestelde
scherpstelling.................36
Vuurwerk ..............................26
W
Wazige beelden.......................7
WB........................................39
Weergavezoom......................28
Windows-computer...............69
Aanbevolen omgeving...70
Wissen...................................28
Formatteren .............59, 60
Witbalans ..............................39
Z
Zelfdiagnosefunctie ............105
Zelfontspanner ......................22
Zoom.....................................20
Z-W.......................................35
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.

Documenttranscriptie

VKLIK! Inhoud Basishandelingen Het menu gebruiken Digital Still Camera Cyber-shot-handboek DSC-T10 Lees dit Handboek en de "Gebruiksaanwijzing" aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze documenten voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt. Het Setup-scherm gebruiken Beelden bekijken op een televisiescherm De computer gebruiken Stilstaande beelden afdrukken Problemen oplossen Overige Index © 2006 Sony Corporation 2-698-135-71(1) NL Opmerkingen over het gebruik van de camera Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd) Het IC-opnamemedium dat in deze camera wordt gebruikt, is een "Memory Stick Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick". "Memory Stick Duo": u kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera. "Memory Stick": u kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera. • Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u de resterende lading van de accu verbruiken en de accu uit de camera halen. Vervolgens bewaart u de accu op een koele, droge plaats. Hierdoor zorgt u ervoor dat de accu goed blijft werken. • Zie pagina 111 voor meer informatie over de accu. Carl Zeiss-lens Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens waarmee scherpe beelden met uitstekend contrast kunnen worden gereproduceerd. De lens voor deze camera is geproduceerd onder een kwaliteitswaarborgsysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitseisen van Carl Zeiss, Duitsland. Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken. • Zie pagina 109 voor meer informatie over de "Memory Stick Duo". Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te plaatsen. Memory Stick Duo-adapter Opmerkingen bij de "InfoLITHIUM"-accu • Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de camera voor het eerst gebruikt. • De accu kan zelfs worden opgeladen wanneer deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de accu niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk opgeladen accu gebruiken. 2 • Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes • Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. • Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit. Opmerkingen over het gebruik van de camera De beelden in deze handleiding De foto's die in deze handleiding worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. 3 Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 2 Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 7 Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7 Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8 Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9 Kwaliteit – "Beeldkwaliteit" en "beeldformaat" .................................................. 10 Onderdelen en bedieningselementen ..................................................... 11 Aanduidingen op het scherm .................................................................. 13 De schermweergave wijzigen ................................................................. 17 Basishandelingen Het interne geheugen gebruiken ............................................................ 18 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) .................... 19 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)............................... 25 Beelden weergeven/verwijderen ............................................................. 28 Het menu gebruiken De menu-items gebruiken................................................................ 31 Menu-items .......................................................................................... 32 Menu voor opnemen ............................................................................... 34 (Camera): De camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren COLOR (Kleurfunctie): De helderheid van het beeld wijzigen 9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode wijzigen (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen ISO: De lichtgevoeligheid selecteren (Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren BRK (Bracket-stap): De EV verschuiven in de [Exposure Bracket]-functie M (Interval): Het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen (Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen (Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen (Setup): De Setup-items wijzigen 4 Inhoud Menu voor weergeven .............................................................................46 (Map): De map voor het weergeven van beelden selecteren - (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer (Dia): Een reeks beelden afspelen (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Roteren): Een stilstaand beeld roteren (Opdelen): Films knippen (Setup): De Setup-items wijzigen Trimmen: Een vergroot beeld opnemen Het Setup-scherm gebruiken De Setup-items gebruiken ...............................................................54 1 Camera 1 ...........................................................................................55 AF-functie Digitale zoom Functiegids 2 Rode-ogeneff AF-verlicht Auto Review Camera 2 ...........................................................................................58 STEADY SHOT Intern geheugen-tool..........................................................................59 Formatteren Memory Stick tool ..............................................................................60 Formatteren Opnamemap maken 1 Setup 1 ...............................................................................................63 Downl. muz Format. muz LCD-verlicht 2 Opnamemap wijz Kopiëren Pieptoon Taal Initialiseren Setup 2 ...............................................................................................65 Bestandsnr USB-aansl Video-uit Klokinstel Beelden bekijken op een televisiescherm Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................67 5 Inhoud De computer gebruiken Werken met uw Windows-computer ....................................................... 69 De software (bijgeleverd) installeren ....................................................... 71 Beelden kopiëren naar de computer....................................................... 72 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo")................................................................ 79 "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken ................................... 80 "Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken................................................. 84 De Macintosh-computer gebruiken ......................................................... 85 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 87 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer .......................................................................................... 88 Afdrukken bij een fotowinkel ................................................................... 92 Problemen oplossen Problemen oplossen ............................................................................... 94 Foutcodes en berichten ........................................................................ 105 Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............. 108 De "Memory Stick" ................................................................................ 109 De "InfoLITHIUM"-accu......................................................................... 111 De acculader......................................................................................... 112 Index Index ..................................................................................................... 113 6 Basistechnieken voor betere beelden Scherpstellen Belichting Kleur Kwaliteit Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Hier wordt het gebruik van verschillende camerafuncties, zoals de modusschakelaar, de menu's (pagina 31), enzovoort beschreven. Scherpstellen Scherpstellen op een onderwerp Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden. Druk de sluiterknop volledig in. Aanduiding voor AE/ Druk de AF-vergrendeling sluiterknop half in. knippert , brandt/piept Druk vervolgens de sluiterknop volledig in. Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld t [Scherpstellen] (pagina 36) Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hierna). Tips om wazige beelden te voorkomen Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden, de steadyshot-functie activeren of een statief gebruiken. Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij weinig licht. 7 Basistechnieken voor betere beelden Belichting De lichtintensiteit instellen U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt. Belichting: Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht in de camera valt ISO = opnamegevoeligheid Overbelichting = te veel licht Te licht beeld Juiste belichting Onderbelichting = te weinig licht Te donker beeld In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met de hieronder beschreven functies. EV aanpassen: Hiermee kunt u de belichting aanpassen die door de camera is ingesteld (pagina 23). Lichtmeetfun.: Hiermee kunt u het gedeelte van het onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (pagina 38). De ISO-gevoeligheid aanpassen ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Zie pagina 40 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen. Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een vloeiender beeld op. Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is. 8 Basistechnieken voor betere beelden Kleur De effecten van de lichtbron De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen Weer/lichtbron Kenmerken van het licht Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 39). 9 Basistechnieken voor betere beelden Kwaliteit "Beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden genoemd. Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Beschrijving van de pixels en het beeldformaat 1 Beeldformaat: 7M 3072 3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels 640 2304 480 Pixels 2 Beeldformaat: VGA(E-Mail) 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24) Pixel Veel pixels (hoge beeldkwaliteit en groot bestand) Weinig pixels (lage beeldkwaliteit en klein bestand) Voorbeeld: afdrukken tot maximaal A3-formaat Voorbeeld: een beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 41) U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner. 10 Onderdelen en bedieningselementen Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie. A -toets (STEADY SHOT) (22) B Sluiterknop (19) C POWER-lampje D POWER-toets E Microfoon F Flitser (21) G Lens H Zelfontspannerlampje (22)/ AF-verlichting (57) I Lensklep A Modusschakelaar (19) B Luidspreker C LCD-scherm (17) D -toets (Schermweergave) (17) E MENU-toets (31) F -toets (Beeldformaat/ Verwijderen) (24, 28) G Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (20) Voor weergeven: / -toets (Weergavezoom)/ -toets (Index) (28, 29) H Klep voor accu/"Memory Stick Duo" I Bevestigingsoog voor de polsriem J Regeltoets Menu aan: v/V/b/B/z (31) Menu uit: / / / (20-22) K -toets (EV/Diavoorstelling) (23, 29) L Toegangslampje M "Memory Stick Duo"-sleuf N Accusleuf O Accuontgrendelknop 11 Onderdelen en bedieningselementen P Multifunctionele aansluiting (onderkant) Bij gebruik van de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) 2 Naar de multifunctionele aansluiting 1 Naar de DC INaansluiting Kabel voor de multifunctionele v-markering aansluiting 3 Naar stopcontact • U kunt de accu niet opladen door de camera aan te sluiten op de netspanningsadapter AC-LS5K. Gebruik de acculader om de accu op te laden. Q Schroefgat voor statief (onderkant) • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan de camera niet stevig op het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken. 12 Aanduidingen op het scherm Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie. Scherm Aanduiding Flitser wordt opgeladen Bij opname van stilstaande beelden 1.3 Zoomvergrotingsfactor (20, 55) Rode-ogeneffect beperken (56) Scherpte (45) Contrast (45) ON AF-verlichting (57) Lichtmeetfunctie (38) Bij opname van films VIVID NATURAL SEPIA B&W Kleurfunctie (35) B Scherm Aanduiding Macro/Vergrootglas (21) S AF M AF AF-functie (55) Aanduiding voor AF-bereikzoekerframe (36) 1.0m A STEADY SHOT (22) Scherm Aanpassingsbalk voor belichtingswaarde (23) Aanduiding Resterende acculading • De weergave wordt gewijzigd zoals links wordt weergegeven, afhankelijk van de camerafunctie (pagina 34). AE/AF-vergrendeling (19) z M Vooraf ingestelde scherpstelafstand (36) BRK Opnamefunctie (19, 42) Witbalans (39) WB STBY OPNEMEN V Donkerder v Helderder Richtlijn voor belichtingswaarde (23) Stand-by/film opnemen Camerafunctie (Scènekeuze) (25) Camerafunctie (Programma) (34) SL Flitsfunctie (21) 13 Aanduidingen op het scherm C Scherm Aanduiding 7M 3:2 5M Beeldformaat (24) 3M 2M 1M • VGA 16:9 FINE 640 STD 640 1M wordt alleen weergegeven als Multi Burst is ingeschakeld. Scherm Aanduiding E Waarschuwing voor zwakke accu (105) + Dradenkruis van de puntlichtmeting (38) AF-bereikzoekerframe (36) 160 FINE STD 101 Beeldkwaliteit (41) Opnamemap (60) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende interne geheugencapaciteit E Scherm Resterende "Memory Stick"-capaciteit 00:00:00 [00:28:05] Opnameduur [maximale opnameduur] 1/30" Multi Burst-interval (44) 400 Resterend aantal opneembare beelden Histogram (17, 23) NR lange-sluitertijd • Als de sluitertijd een bepaalde snelheid overschrijdt bij weinig licht, wordt de NR langesluitertijdfunctie (Noise Reduction; ruisbeperking) automatisch ingeschakeld om beeldruis te verminderen. Zelfontspanner (22) C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (105) ±0.7EV Waarde voor de bracket-stap (44) ISO-waarde (40) D Scherm Aanduiding 125 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde +2.0EV Belichtingswaarde (23) Menu (31) Trillingswaarschuwing • Waarschuwt dat door trillingen het beeld wellicht niet goed wordt opgenomen, vanwege onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt weergegeven, kunt u het beeld opnemen. U kunt het beste de steadyshotfunctie inschakelen, de flitser gebruiken voor een betere belichting of een statief of ander hulpmiddel gebruiken om de camera te stabiliseren (pagina 7). 14 Aanduiding (niet weergegeven op het scherm op de vorige pagina) Aanduidingen op het scherm Bij weergave van stilstaande beelden A Scherm Aanduiding Resterende acculading Opnamefunctie (19, 42) M 7M 3:2 5M 3M 2M 1M VGA 16:9 FINE 640 STD 640 Beeldformaat (24) 160 Beveiligen (46) - Afdrukmarkering (DPOF) (92) Bij weergave van films Map wijzigen (46) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. 1.3 Zoomvergrotingsfactor (28) Stap 12/16 Frame-voor-frameweergave (42) N Weergeven (28) Volume (28) B Scherm Aanduiding 101-0012 Map-bestandsnummer (46) Weergavebalk 15 Aanduidingen op het scherm C Scherm 101 E Aanduiding Histogram (17, 23) • Weergavemap (46) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende interne geheugencapaciteit Resterende "Memory Stick"-capaciteit 8/8 12/12 Beeldnummer/aantal beelden opgenomen in geselecteerde map C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (105) 00:00:12 Teller D Scherm Aanduiding PictBridge-aansluiting (90) • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los als het pictogram wordt weergegeven. +2.0EV Belichtingswaarde (23) ISO-waarde (40) Lichtmeetfunctie (38) Flitser WB Witbalans (39) 500 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde Weergavebeeld 16 Aanduiding Opnamemap (60) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. 101 Scherm PictBridge-aansluiting (89) 2006 1 1 9:30 AM DPOF z PAUZE z AFSP. wordt weergegeven als het histogramscherm is uitgeschakeld. Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld Menu (31) Een reeks Multi Burstbeelden weergeven (42) VORIGE/ Beelden selecteren VOLGENDE VOLUME Volume aanpassen De schermweergave wijzigen Wanneer u op (Schermweergave) drukt, worden de aanduidingen op het scherm als volgt gewijzigd. Histogram aan Histogramscherm (pagina 23) Aanduidingen uit Aanduidingen aan • Als u langer op de -toets (Schermweergave) drukt, kunt u de achtergrondverlichting van het LCD-scherm verhogen. • Als het histogramscherm is ingeschakeld, wordt tijdens de weergave beeldinformatie weergegeven. • Het histogram wordt in de volgende gevallen niet weergegeven: Tijdens het opnemen – Als het menu wordt weergegeven – Tijdens het opnemen van films Tijdens het weergeven – Als het menu wordt weergegeven – In de indexfunctie – Wanneer u de weergavezoom gebruikt – Wanneer u stilstaande beelden roteert – Tijdens het weergeven van films • Er kan een groot verschil optreden tussen het histogram dat wordt weergegeven tijdens het opnemen en tijdens het weergeven wanneer: – de flitser afgaat. – de sluitertijd lang of kort is. • Het histogram wordt wellicht niet weergegeven voor beelden die zijn opgenomen met andere camera's. 17 Basishandelingen Het interne geheugen gebruiken De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 56 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen. • Films met het beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen met het interne geheugen. Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst [Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen. [Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo". B Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst B Intern geheugen [Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen opgenomen. [Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen. Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de onderstaande procedures te volgen. Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo" Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 62). Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer Voer de procedure op pagina's 72 tot en met 75 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. • U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen. • U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een computer door de camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. U kunt gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen. 18 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Modusschakelaar v/V/b/B-toets Sluiterknop -toets (STEADY SHOT) Zoomtoets z-toets -toets (Beeldformaat/ Verwijderen) -toets (EV) 1 Selecteer een functie met de modusschakelaar. Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer Film: selecteer . Basishandelingen Regeltoets . 2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. Plaats het onderwerp in het midden van het zoekframe. 3 Maak een foto met de sluiterknop. Stilstaand beeld: 1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen. De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding houdt op met knipperen en blijft branden. 2Druk de sluiterknop volledig in. U hoort het geluid van de sluiter. Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling 19 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Film: Druk de sluiterknop volledig in. Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in. Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen • De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) of Vergrootglas (pagina 21) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand. • Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp. U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen: – – – – – – – Ver van de camera en donker Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein. Gezien door glas Snel bewegend Weerkaatsend licht of glanzend Knipperend Met tegenlicht De zoomfunctie gebruiken Druk op de zoomtoets. • Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. Zie pagina 55 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit. • De camera zoomt langzaam wanneer u een film opneemt. Snelle controle (Het laatst opgenomen stilstaande beeld controleren) Druk op b ( ) op de regeltoets. Druk nogmaals op b om te annuleren. • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien. • Als u het beeld wilt verwijderen, drukt u op (Verwijderen) en selecteert u [Wissen] met v op de regeltoets. Druk vervolgens op z. 20 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden) Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. Basishandelingen (Geen aanduiding): Flitser Auto Gaat af wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling) : Altijd flitsen SL : Lgz synchro (Altijd flitsen) De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht. : Niet flitsen • De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast. • Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven. Macro/Vergrootglas (Close-upopname maken) Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. (Geen aanduiding): Macro Uit : Macro Aan (W-kant: ongeveer 8 cm of verder, T-kant: ongeveer 25 cm of verder) :Vergrootglas Aan (Vergrendeld op de W-kant: ongeveer 1 tot 20 cm) Macro • U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant. • Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld. • De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag. Vergrootglas • Gebruik de functie als u nog dichterbij opnamen wilt maken dan bij opnemen met (Macro). • De optische zoomfunctie is vergrendeld aan de W-kant en kan niet worden gebruikt. • Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt het beeld vergroot met de digitale zoomfunctie. 21 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) De zelfontspanner gebruiken Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. (Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken : De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen : De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de sluiter werkt. Zelfontspannerlampje Druk nogmaals op V om te annuleren. • Als u de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden gebruikt, kunt u wazige beelden wellicht voorkomen. Functiegids Als u op de regeltoets drukt, worden de beschrijvingen van de functies tijdelijk weergegeven (pagina 56). Steadyshot-functie De steadyshot-functie is altijd geactiveerd als (Camera) is ingesteld op [Autom.]. Als u wilt controleren of de steadyshot-functie is geactiveerd, drukt u de sluiterknop half in en kijkt u of het pictogram (STEADY SHOT) op het scherm wordt weergegeven. Andere functies dan de instelfunctie [Autom.]: Druk op de -toets (STEADY SHOT) om de steadyshot-functie te annuleren. Als u de steadyshot-functie wilt activeren, drukt u nogmaals op de -toets. • U kunt de steadyshot-functie wijzigen (pagina 58). 22 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) EV (De belichting handmatig aanpassen) Druk op de -toets (EV) en druk vervolgens op v (Helderder)/ V (Donkerder) om de belichting aan te passen. Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de -toets. Naar + • Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting. • De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld. Basishandelingen Naar – z EV (Belichtingswaarde) aanpassen met een histogram A Donker B Helder Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op (Schermweergave) om het histogram in het scherm weer te geven. De weergegeven grafiek geeft een donker beeld aan wanneer deze links hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer deze rechts hoger is. Stel de modusschakelaar in op en pas EV aan terwijl u de belichting controleert met het histogram. A Aantal pixels B Helderheid • In de volgende gevallen wordt het histogram ook weergegeven, maar u kunt de belichting dan niet aanpassen. – Als één stilstaand beeld wordt weergegeven – Tijdens Snelle controle 23 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Het beeldformaat wijzigen Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/ V om het formaat te selecteren. Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Beeldformaat Richtlijnen 7M (3072×2304) Max. formaat is A3 (11×17") 3:21) (3072×2048) Net als beeldverhouding 3:2 Aantal beelden 5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10") 3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7") 2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6") VGA (640×480) Voor e-mail 16:92) (1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV3) Afdrukken Minder Fijn Meer Ruw 1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten, enzovoort. 2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 102). 3) Als u een Memory Stick-sleuf of USB-verbinding gebruikt, kunt u genieten van beelden met een hogere kwaliteit. Beeldformaat van films Frame/seconde Gebruiksrichtlijnen 640(Fijn) (640×480) Ongeveer 30 Weergave op tv, hoge kwaliteit 640(Standaard) (640×480) Ongeveer 17 Weergave op tv, standaard 160 (160×112) Ongeveer 8 Voor e-mail • Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. • Hoe meer frames u per seconde weergeeft, hoe vloeiender de weergave kan zijn. 24 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Modusschakelaar v/V/b/B-toets z-toets Sluiterknop MENU-toets 1 Selecteer Basishandelingen Regeltoets met de modusschakelaar. 2 Druk op MENU. 3 Selecteer (Camera) met b op de regeltoets en selecteer een functie met v / V. • Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies. • De instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. 4 Druk op MENU om het menu uit te schakelen. 5 Maak een foto met de sluiterknop. De scènekeuzefunctie annuleren Selecteer [Autom.] of [Programma] met v / V (pagina 34). 25 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Scènekeuzefuncties De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de scèneomstandigheden. Hoge gevoelighd Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht. Landschap Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp in de verte om landschappen, enzovoort op te nemen. Korte sluitertijd Schemer* Hiermee kunt u's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen. Schemer-portret* Geschikt voor het opnemen van portretten op donkere plaatsen. Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen op donkere plaatsen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen. Soft Snap Hiermee kunt u huidskleuren in helderdere en warmere tinten opnemen voor mooiere beelden. Daarnaast wordt met de zachte achtergrond een rustige atmosfeer voor foto's van personen, bloemen, enzovoort tot stand gebracht. * De sluitertijd wordt lager. U kunt dus het beste een statief gebruiken. 26 Hiermee kunt u buiten of op andere heldere plaatsen bewegende onderwerpen opnemen. • De sluitertijd wordt korter, dus beelden die op donkere plaatsen worden opgenomen, worden donkerder. Strand Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen. Sneeuw Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen. Vuurwerk* Hiermee kunt u vuurwerk opnemen met schitterende details. Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven. ( : u kunt de gewenste instelling selecteren) Flitser Witbalans Burst/ Exposure Bracket/ Flitsniveau Multi Burst /— — —/— /— — Autom./ WB SL — — /— —/— / /— / /— / /— / —/— — — Basishandelingen Macro/ Vergrootglas Vooraf AFingestelde bereikzoeker scherpstelling — 27 Beelden weergeven/verwijderen Modusschakelaar v/V/b/B-toets / -toets (Index/Weergavezoom) -toets (Weergavezoom) z-toets MENU-toets Regeltoets -toets (Verwijderen) 1 Selecteer -toets (Diavoorstelling) met de modusschakelaar. 2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets. Film: Druk op z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.) Druk op b/B als u wilt terugspoelen/snel vooruitspoelen. (Druk op z om terug te keren naar normaal afspelen.) Druk op v/V om het volume aan te passen. • Films met het beeldformaat [160] worden één formaat kleiner weergegeven. Beelden verwijderen 1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op 2 Selecteer [Wissen] met v en druk vervolgens op z. Het verwijderen annuleren Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z. Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom) Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Druk op om het zoomen ongedaan te maken. Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B Weergavezoom annuleren: z • Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 53) 28 (Verwijderen). Beelden weergeven/verwijderen Indexscherm weergeven Druk op (Index) en selecteer een beeld met v / V/b/B. Als u het volgende (vorige) indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B. Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z. 1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op [Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z. (Verwijderen) en selecteer 2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v / V/b/B en druk op z om de aanduiding (Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld. Groen selectiekader Basishandelingen Beelden verwijderen in de indexfunctie Een selectie annuleren Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en druk op z om de aanduiding van het beeld te verwijderen. 3 Druk op (Verwijderen). 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. • Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v / V in stap 1 in plaats van [Kiezen] en drukt u op z. Een reeks beelden afspelen (Diavoorstelling) Druk tijdens het weergeven van stilstaande beelden op nogmaals op om te annuleren. (Diavoorstelling). Druk De diavoorstelling onderbreken Druk op z op de regeltoets. Selecteer [Verder] en druk op z om opnieuw te starten. • De diavoorstelling gaat verder vanaf het beeld dat werd onderbroken. De muziek begint echter weer vanaf het begin. Het vorige/volgende beeld weergeven Druk op b/B in de pauzestand. Het volume van de muziek aanpassen Druk op v/V om het volume aan te passen. 29 Beelden weergeven/verwijderen De diavoorstelling beëindigen Druk op of selecteer [Sluiten] met V in de pauzestand en druk op z. • U kunt een diavoorstelling niet afspelen terwijl u de PictBridge-aansluiting gebruikt. De instelling wijzigen U kunt de gewenste instelling selecteren voor de diavoorstelling. Zie pagina 48 voor meer informatie. 30 Het menu gebruiken De menu-items gebruiken v/V/b/B-toets Modusschakelaar z-toets MENU-toets Regeltoets Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusschakelaar en de instellingen in het menu (Camera). 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. Het menu gebruiken 1 Stel de modusschakelaar in. 3 Selecteer het gewenste menu-item met b/B op de regeltoets. • Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/B ingedrukt totdat het op het scherm wordt weergegeven. • Druk op z nadat u een item hebt geselecteerd terwijl de modusschakelaar is ingesteld op . 4 Selecteer een instelling met v / V. De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld. 5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen. U kunt het menu ook uitschakelen door de sluiterknop half in te drukken. • Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v / V weergegeven aan het uiteinde van de plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets. • U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn. 31 Menu-items Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de stand van de modusschakelaar. Alleen de beschikbare items worden op het scherm weergegeven. ( : beschikbaar) Modusschakelaar: Autom. Programma Scène Menu voor opnemen (pagina 34) (Camera) — COLOR (Kleurfunctie) — 9 (Scherpstellen) — (Lichtmeetfun.) — — — — — WB (Witbalans) — — ISO — — — — — — — — (Beeldkwaliteit) Mode (Opn.functie) BRK (Bracket-stap) M — * — — (Interval) — * — — (Flitsniveau) — * — — (Contrast) (Scherpte) — — — — — — — — (Setup) *De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 27). 32 — — Menu-items Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Menu voor weergeven (pagina 46) (Map) — — — — - (Beveiligen) — — — — DPOF — — — — (Afdrukken) — — — — (Dia) — — — — (Ander form.) — — — — — — — — (Opdelen) — — — — (Setup) — — — — — — — — Trimmen* *Alleen beschikbaar voor weergavezoom. Het menu gebruiken (Roteren) 33 Menu voor opnemen De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 . (Camera): De camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren Hiermee kunt u de camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren. 34 Autom. Hiermee kunt u gemakkelijk opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast. Programma ( ) Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu. Hoge gevoelighd ( ) Schemer ( ) Schemer-portret ( ) Soft Snap ( ) Landschap ( ) Korte sluitertijd ( ) Strand ( ) Sneeuw ( ) Vuurwerk ( ) Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène (Scènekeuze) (pagina 25). Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 COLOR (Kleurfunctie): De helderheid van het beeld wijzigen U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten. Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren. Sepia (SEPIA) Het beeld wordt ingesteld op sepia. Natuurlijk (NATURAL) Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren. Levendig (VIVID) Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe kleuren. Het menu gebruiken Z-W (B & W) Normaal • Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Z-W] en [Sepia] selecteren. • Wanneer [Multi Burst] is geselecteerd, wordt de kleurfunctie ingesteld op [Normaal]. 35 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode wijzigen U kunt de scherpstellingsmethode wijzigen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te stellen met de functie voor automatische scherpstelling. (onbeperkte afstand) 7.0m 3.0m • Wanneer u een onderwerp door een net of een ruit opneemt, is het moeilijk om scherp te stellen met de functie voor automatische scherpstelling. In deze gevallen kunt u het beste [Scherpstellen] gebruiken. 1.0m 0.5m Punt-AF ( Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met een vooraf gedefinieerde afstand tot het onderwerp. (Vooraf ingestelde scherpstelling) ) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een zeer klein onderwerp of een klein gebied. • Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stevig vast zodat het onderwerp en het AF-bereikzoekerframe op één lijn blijven. AF-bereikzoekerframe Aanduiding voor AF-bereikzoekerframe Midden-AF ( ) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in het midden van het zoekerframe. • Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste beeldcompositie opnemen. AF-bereikzoekerframe Aanduiding voor AF-bereikzoekerframe Multi-AF (Multipoint AF) (Stilstaand beeld (Film ) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in het hele bereik van het zoekerframe. ) • Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het frame bevindt. AF-bereikzoekerframe Aanduiding voor AF-bereikzoekerframe 36 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 • AF betekent Auto Focus (Automatische scherpstelling). • De informatie over de ingestelde afstand bij [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot. • Voor het opnemen van films kunt u het beste [Multi-AF] gebruiken, omdat de automatische scherpstelling dan ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen. • Wanneer u Digitale zoom of AF-verlicht. gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van onderwerpen in of in de buurt van het midden van het frame. In dit geval knippert , of en wordt het AF-bereikzoekerframe niet weergegeven. • Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). z Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp Wanneer u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF] of [Punt-AF] gebruikt, stelt de camera wellicht niet scherp op een onderwerp aan de rand van het frame. Het menu gebruiken In dergelijke gevallen doet u het volgende. 1 Stel het beeld opnieuw samen zodat het onderwerp zich in het midden van de AF-bereikzoeker bevindt en druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling). Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling AF-bereikzoekerframe Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak u wilt opnieuw uitvoeren. 2 Wanneer de aanduiding voor AE/AF-vergrendeling ophoudt met knipperen en blijft branden, keert u terug naar het samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop volledig in. 37 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting. Punt (Puntlichtmeting) ( ) Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp gebruikt voor de lichtmeting. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Dradenkruis van de puntlichtmeting Plaats dit op het onderwerp Midden (Lichtmeting met nadruk op het midden) ( ) Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van de helderheid van dat gedeelte van het onderwerp. Multi (Lichtmeting met meerdere patronen) Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een uitgebalanceerde belichting. • Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting. • Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden kunt u het beste [9] (Scherpstellen) instellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (pagina 36). 38 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien. Flitser ( WB ) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. • U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt. Fluorescerend ( Bewolkt ( ) Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de lichtomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal, of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio. ) Het menu gebruiken Gloeilamp (n) Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting. Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht. 39 Menu voor opnemen Daglicht ( Autom. ) Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of voor omstandigheden voor of na zonsondergang. Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld. • Zie pagina 9 voor meer informatie over de witbalans. • Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld. • Wanneer de flitser afgaat, is [WB] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( WB ). • Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). ISO: De lichtgevoeligheid selecteren Lage waarde Hoge waarde Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de gevoeligheid. 1000 800 Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. 400 200 100 80 Autom. • Zie pagina 8 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid. • Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger wordt. • [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. • Als u opneemt bij heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tintreproductie en helpt zo voorkomen dat beelden erg licht worden (behalve als [ISO] is ingesteld op [80] of [100]). 40 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 (Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren Hiermee kunt u de kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren. Fijn (FINE) Hiermee wordt met hoge kwaliteit (lage compressie) opgenomen. Standaard (STD) Hiermee wordt met standaardkwaliteit (hoge compressie) opgenomen. Het menu gebruiken 41 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt. Multi Burst ( M ) Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandebeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt. • Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren. • U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen in de functie [Interval] (pagina 44). • Het beeld wordt op volgorde op het camerascherm weergegeven. • Het beeld wordt afgedrukt als één beeld met 16 frames. Exposure Bracket (BRK) Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen waarbij de belichtingswaarden automatisch iets worden verschoven. • Wanneer u de juiste belichting niet kunt bepalen, maakt u opnamen met Exposure Bracket, zodat de belichtingswaarde wordt verschoven. U kunt achteraf het beeld kiezen met de beste belichting. Burst ( ) Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar opgenomen (zie de volgende tabel) wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt. • Nadat "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld opnemen. Normaal Er wordt niet continu opgenomen. De [Multi Burst]-functie • U kunt beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, weergeven met de volgende procedure. – Onderbreken/hervatten: druk op z op de regeltoets. – Frame-voor-frame-weergave: druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave van de reeks te hervatten. 42 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 • U kunt de volgende functies niet gebruiken in de Multi Burst-functie: – Slimme-zoomfunctie – Flitser – Een reeks beelden opdelen die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen – Een frame extraheren of verwijderen uit een reeks beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen – Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer (Camera) is ingesteld op [Autom.] • Wanneer u een reeks beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, weergeeft met een computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als één beeld met 16 frames. • Het beeldformaat van beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, is 1M. • U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Multi Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). De [Exposure Bracket]-functie Het menu gebruiken • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen). • De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook gebruikt voor de andere beelden. • Als de belichting handmatig is aangepast (pagina 23), wordt de belichting verschoven aan de hand van de aangepaste helderheid. • Het opname-interval is ongeveer 1 seconde. • Als het onderwerp te helder of te donker is, kunt u wellicht niet goed opnemen met de geselecteerde waarde voor de bracket-stap. • U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Exposure Bracket-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). De [Burst]-functie • • • • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen). Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen. Het opname-interval is ongeveer 0,92 seconde. Als de accu bijna leeg is, of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst-functie. • U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). Maximaal aantal opnamen achter elkaar (Eenheden: beelden) Kwaliteit Fijn Standaard 7M 5 8 3:2 5 8 5M 6 11 Formaat 3M 9 17 2M 15 27 VGA 85 100 16:9 15 27 43 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 BRK (Bracket-stap): De EV verschuiven in de [Exposure Bracket]-functie Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen waarbij de belichtingswaarden automatisch iets worden verschoven. ±1.0EV Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 1,0EV verschoven. ±0.7EV Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 0,7EV verschoven. ±0.3EV Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 0,3EV verschoven. • BRK (Bracket-stap) wordt niet weergegeven in sommige scènekeuzefuncties. (Interval): Het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren Hiermee kunt u het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren (pagina 42). 1/7.5 (1/7.5") 1/15 (1/15") 1/30 (1/30") • M • Selecteer eerst [Multi Burst] bij [Mode] en stel vervolgens het gewenste frame-interval in bij [Interval]. Wanneer u een andere functie dan [Multi Burst] selecteert, is deze functie niet beschikbaar. (Interval) wordt niet weergegeven in sommige scènekeuzefuncties. (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + ( +) Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger. Normaal – ( –) Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager. • Zie pagina 21 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie. • U kunt wellicht het flitsniveau niet instellen, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). 44 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 (Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen Naar – Naar + Hiermee kunt u het contrast van het beeld instellen. +( ) Naar +: het contrast wordt groter. Normaal ) Naar –: het contrast wordt kleiner. (Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen Naar – Het menu gebruiken –( Naar + Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen. +( ) Naar +: het beeld wordt scherper. Normaal –( ) Naar –: het beeld wordt zachter. (Setup): De Setup-items wijzigen Zie pagina 54. 45 Menu voor weergeven De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 . (Map): De map voor het weergeven van beelden selecteren Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera met "Memory Stick Duo" gebruikt. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de selectie geannuleerd. 1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. z De map De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen of een nieuwe map maken. • Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 60) • De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 61) • Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven. : naar de vorige map. : naar de volgende map. : naar de vorige of volgende map. - (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Beveiligen (-) Zie de onderstaande procedure. Sluiten Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten. Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 46 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (Beveiligen) wordt op het beeld weergegeven. - 4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u vervolgens op z. Beelden beveiligen in de indexfunctie (Index) om het indexscherm weer te geven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z. 5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z. Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. Het menu gebruiken 1 Druk op - (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. 7 Druk op MENU. 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd. • Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z. Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z. De beveiliging annuleren In de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie". In de indexfunctie 1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie". 2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken. 3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen. 4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. 47 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 De beveiliging van alle beelden in een map annuleren Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z. Selecteer [Uit] met B en druk op z. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden hersteld. • Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren. DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen Hiermee voegt u een afdrukmarkering toe aan beelden die u wilt afdrukken (pagina 92). (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer Zie pagina 88. (Dia): Een reeks beelden afspelen 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. 2 Selecteer (Dia) met b/B op de regeltoets en druk op z. 3 Selecteer het item dat u wilt instellen met v / V en selecteer het gewenste item met b/B. 4 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z. De diavoorstelling wordt gestart. Als u de diavoorstelling niet meteen wilt starten, drukt u op [Annul.]. • De geselecteerde instelling blijft bewaard tot de volgende instelling is toegewezen. De volgende instellingen zijn beschikbaar. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Effecten 48 Eenvoudig Een eenvoudige diavoorstelling die geschikt is voor veel verschillende scènes. Nostalgisch Een donkere diavoorstelling die vergelijkbaar is met de atmosfeer van een filmscène. Stijlvol Een stijlvolle diavoorstelling met een gemiddelde snelheid. Actief Een diavoorstelling met een hoge snelheid voor actieve scènes. Normaal Een standaarddiavoorstelling waarbij beelden worden gewijzigd volgens een vooraf ingesteld interval. Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 • Wanneer deze is ingesteld op [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] of [Actief]: – Alleen stilstaande beelden worden weergegeven. – Wanneer beelden zijn opgenomen met Multi Burst, wordt het eerste frame van de continu opgenomen beelden weergegeven. • Muziek wordt niet afgespeeld (ingesteld op [Uit]) tijdens een diavoorstelling met de instelling [Normaal]. Het geluid van films wordt weergegeven. Muziek De vooraf ingestelde muziek is afhankelijk van het geselecteerde effect. De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de instelling [Eenvoudig]. Music2 De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de instelling [Nostalgisch]. Music3 De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de instelling [Stijlvol]. Music4 De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de instelling [Actief]. Uit Instelling voor een diavoorstelling met de instelling [Normaal]. Geen muziek beschikbaar. Het menu gebruiken Music1 Beeld Map Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven. Alle Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op volgorde weergegeven. Herhalen Aan De weergave van de beelden wordt continu herhaald. Uit Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de diavoorstelling beëindigd. Interval 3 sec 5 sec Het weergave-interval van beelden voor een diavoorstelling met de instelling [Normaal] instellen. 10 sec 30 sec 1 min 49 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Start De diavoorstelling starten. Annul. De diavoorstelling annuleren. z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen U kunt een gewenst muziekbestand van uw CD of MP3-bestanden overbrengen naar een camera voor weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt de muziek overbrengen met [Downl. muz.] in (Setup) met de software "Music Transfer" (bijgeleverd) op een computer. Zie pagina's 84 en 86 voor meer informatie. • U kunt maximaal vier liedjes op de camera opnemen (de vier vooraf ingestelde liedjes (Music 1-4) kunnen worden vervangen door de muziek die u overbrengt). • De maximale lengte van elk muziekbestand voor weergave op de camera is 180 seconden. • Als u een muziekbestand niet kunt afspelen omdat het is beschadigd of er een ander probleem is, voert u [Format. muz.] (pagina 63) nogmaals uit en brengt u de muziek opnieuw over. (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen Groot formaat Klein formaat Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander form.) en het opslaan als nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. 7M 5M Zie pagina 24 voor meer informatie over richtlijnen voor het selecteren van het beeldformaat. 3M 2M VGA Annul. Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat geannuleerd. 1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. • • • • • 50 Zie pagina 10 voor meer informatie over het Beeldformaat. U kunt het beeldformaat van films of beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, niet wijzigen. Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af. U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9. Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste zwarte gedeelten op het scherm weergegeven. Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 (Roteren): Een stilstaand beeld roteren Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren. Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure. Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het roteren geannuleerd. 1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ 4 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. ] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B. 5 Selecteer [OK] met v / V en druk vervolgens op z. Het menu gebruiken OK • U kunt beveiligde beelden, films en beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, niet roteren. • Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk van de gebruikte software. (Opdelen): Films knippen Verloop van de film , Opdelen Opdelen Hiermee kunt u films knippen of overbodige scènes van films verwijderen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u films als bijlage bij uw e-mailberichten wilt verzenden. • Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke film wordt verwijderd en dat het nummer wordt overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze zijn geknipt. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het opdelen geannuleerd. 51 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 Voorbeeld: een film met nummer 101_0002 knippen In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven waarin een film met nummer 101_0002 wordt opgedeeld en wordt verwijderd. 101_0003 101_0001 1 3 2 101_0002 1 Knippen van scène A. 1 A B 2 3 101_0002 Opdelen 101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005. 2 Knippen van scène B. 101_0004 1 A 3 2 B 101_0005 Opdelen 101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007. 3 Verwijderen van scène A en B als deze overbodig zijn. 101_0004 1 3 101_0007 A 2 B 101_0006 Verwijderen Verwijderen 4 Alleen de gewenste scènes blijven over. 1 3 2 101_0006 Procedure 1 Geef de film weer die u wilt opdelen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. De film wordt gestart. 52 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 31 5 Druk op z op het gewenste knippunt. • Als u het knippunt wilt aanpassen, selecteert u [c/C] (frame terug/vooruit) en past u het knippunt aan met b/B. • Als u het knippunt wilt wijzigen, selecteert u [Annul.]. De film wordt opnieuw gestart. 6 Selecteer [OK] met v / V en druk vervolgens op z. 7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. De film wordt geknipt. (Setup): De Setup-items wijzigen Het menu gebruiken • Aan de geknipte films worden nieuwe nummers toegewezen en deze worden vervolgens opgenomen als de meest recente bestanden in de geselecteerde opnamemap. • De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt. – Stilstaande beelden – Films die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden) – Beveiligde films (pagina 46) Zie pagina 54. Trimmen: Een vergroot beeld opnemen Hiermee kunt u een vergroot beeld opnemen (pagina 28) als nieuw bestand. Trimmen Zie de onderstaande procedure. Terug Hiermee wordt het bijsnijden geannuleerd. 1 Druk tijdens weergavezoom op MENU om het menu weer te geven. 2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 3 Selecteer het beeldformaat met v/V en druk vervolgens op z. Het bijgesneden beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt opnieuw weergegeven. • Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als het meest recente bestand in de geselecteerde opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft behouden. • De beeldkwaliteit van bijgesneden beelden kan afnemen. • U kunt het beeldformaat niet bijsnijden naar beeldverhouding 3:2 of 16:9. • U kunt beelden die worden weergegeven met Snelle controle, niet bijsnijden. 53 Het Setup-scherm gebruiken De Setup-items gebruiken U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm. v/V/b/B-toets Modusschakelaar MENU-toets z-toets Regeltoets 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. 2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling (Setup) en drukt u nogmaals op B. 3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt instellen. Het kader van het geselecteerde item wordt geel. 4 Druk op z om de instelling op te geven. Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen. Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm (Setup). • Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie. Als het menu niet wordt weergegeven Druk langer op MENU om het scherm De instelling (Setup) weer te geven. (Setup) annuleren Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. 54 Camera 1 1 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 De standaardinstellingen worden aangegeven met . AF-functie Hiermee kunt u de werking van de automatische scherpstelling selecteren. Enkelvoud. (S AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen. Monitor (M AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Met deze functie wordt de benodigde tijd voor de scherpstelling korter. • Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie [Enkelvoud.]. Digitale zoom Slim (Slimme-zoomfunctie) ( ) Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2]. • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie wordt aangegeven in de volgende tabel. Nauwkeurig (Precisie-digitalezoomfunctie) ( Uit Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6× vergroot, maar neemt de beeldkwaliteit af. Het Setup-scherm gebruiken Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie. ) Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt. Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor 5M Ongeveer 3,6× 3M Ongeveer 4,5× 2M Ongeveer 5,6× VGA Ongeveer 14× 16:9 Ongeveer 4,8× 55 Camera 1 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 • Als u op de zoomtoets drukt, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische-zoomvergrotingsfactor. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De aanduiding , of knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich in de buurt van het midden van het frame bevinden. • Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. Functiegids Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven. Aan Hiermee wordt de functiegids weergegeven. Uit Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven. Rode-ogeneff Hiermee kunt u het rode-ogeneffect beperken bij gebruik van de flitser. Selecteer deze instelling voordat u begint met opnemen. Aan ( ) Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect. • De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af. Uit Hiermee wordt Rode-ogeneff niet gebruikt. • Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op. 56 Camera 1 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 AF-verlicht De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-verlichting zendt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat moment wordt de aanduiding ON weergegeven. Autom. Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt. Uit Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt. Auto Review Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het scherm weergeven. Aan Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt. Uit Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt. Het Setup-scherm gebruiken • Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast heeft, kan niet worden scherpgesteld. (U kunt het beste een afstand van ongeveer 2,7 m voor groothoek (zoom: W) en 2,5 m voor telefoto (zoom: T) aanhouden.) • De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets buiten het midden van het onderwerp valt. • Bij vooraf ingestelde scherpstelling (pagina 36) werkt de AF-verlichting niet. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De aanduiding , of knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich in de buurt van het midden van het frame bevinden. • De AF-verlichting werkt niet wanneer (Schemer), (Landschap), (Korte sluitertijd) of (Vuurwerk) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie. • De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Hoewel er geen enkel gevaar bestaat, kunt u het beste niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken. • Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. 57 2 Camera 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 De standaardinstellingen worden aangegeven met . STEADY SHOT Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren. Opnemen De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop half ingedrukt wordt. Continu De steadyshot-functie is permanent geactiveerd. Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op een ver verwijderd onderwerp. • Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie [Opnemen]. • Bij het opnemen van films wordt [Continu] geactiveerd, zelfs als [Opnemen] is geselecteerd. • Als (Camera) niet is ingesteld op [Autom.] (pagina 22), kunt u de steadyshot-functie uitschakelen met de -toets (STEADY SHOT). • De steadyshot-functie functioneert in de volgende gevallen wellicht niet goed. – Als de bewegingen met de camera te hevig zijn – Bij een te lange sluitertijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van nachtelijke scènes 58 Intern geheugen-tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" wordt weergegeven. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het formatteren is voltooid. Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z. Het Setup-scherm gebruiken 59 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" wordt weergegeven. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het formatteren is voltooid. Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z. Opnamemap maken Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden opgenomen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap. Het maken van een map annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z. • • • • Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap. U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF". De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd. U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een computer, enzovoort. • Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch een nieuwe map gemaakt. • Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 77) voor meer informatie. 60 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 Opnamemap wijz Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven. 2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z. Het wijzigen van de opnamemap annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z. Het Setup-scherm gebruiken • U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap. • U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. 61 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 Kopiëren Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een "Memory Stick Duo". 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter. 2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" wordt weergegeven. 3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het kopiëren begint. Het kopiëren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk vervolgens op z. • Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de accu bijna leeg is, kan de accu helemaal leeg raken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs beschadigd raken. • U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren. • De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" en voert u vervolgens [Formatteren] uit in (Intern geheugen-tool) (pagina 59). • U kunt geen map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo". • Zelfs als u gegevens kopieert, wordt een afdrukmarkering niet gekopieerd. 62 1 Setup 1 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Downl. muz Hiermee kunt u muziek downloaden om af te spelen tijdens de diavoorstelling. Zie pagina's 50, 84, 86. Format. muz Als een muziekbestand niet kan worden afgespeeld tijdens de diavoorstelling, is het muziekbestand mogelijk beschadigd. Als dit gebeurt, voert u [Format. muz] uit. Als [Format. muz] is uitgevoerd, zijn alle muziekbestanden gewist. Gebruik de bijgeleverde software "Music Transfer" om [Downl. muz] te activeren. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk op z. Het bericht "Alle gegevens worden gewist Klaar?" wordt weergegeven. 2 Selecteer [OK] met v en druk op z. Alle muziekbestanden worden gewist. Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. LCD-verlicht Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm selecteren wanneer u de camera gebruikt met de accu. Helder Hiermee wordt het scherm helderder. Het Setup-scherm gebruiken Het formatteren annuleren Normaal • U kunt de instelling ook wijzigen door de -toets (Schermweergave) langer ingedrukt te houden. • Als u [Helder] selecteert, wordt meer acculading verbruikt. Pieptoon Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient. Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt weergegeven als u de sluiterknop indrukt. Aan Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop indrukt. Uit Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld. 63 Setup 1 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 Taal Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten worden weergegeven. Initialiseren Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" wordt weergegeven. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen. Het terugzetten annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z. • Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld. 64 2 Setup 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Bestandsnr Hiermee kunt u de methode selecteren op basis waarvan bestandsnummers worden toegewezen aan beelden. Reeks Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden toegewezen, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt verwisseld. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatste toegewezen bestandsnummer, wordt een nummer één hoger dan het hoogste bestandsnummer toegewezen.) Terugstel. Hiermee beginnen de toegewezen bestandsnummers elke keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer toegewezen dat één hoger is dan het hoogte nummer.) Hiermee kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (pagina 88). PTP Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.) Mass Storage Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat (pagina 73). Autom. De computer of PictBridge-compatibele printer wordt automatisch herkend door de camera en een verbinding wordt tot stand gebracht (pagina's 73 en 88). Het Setup-scherm gebruiken USB-aansl • Als de camera geen verbinding kan maken met de PictBridgecompatibele printer als deze is ingesteld op [Autom.], wijzigt u de instelling in [PictBridge]. • Als de camera geen verbinding kan maken met een computer of ander USB-apparaat als deze is ingesteld op [Autom.], wijzigt u de instelling in [Mass Storage]. 65 Setup 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 54 Video-uit Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u pagina 68 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en Japan). PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa). Klokinstel Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. 2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z. 3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De klokinstelling annuleren Selecteer [Annul.] en druk op z. 66 Beelden bekijken op een televisiescherm Beelden bekijken op een televisiescherm U kunt de beelden weergeven op een televisiescherm door de camera aan te sluiten op een televisie. Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie. 2 Stel de schakelaar van de kabel voor de multifunctionele aansluiting in op "TV". 1 Sluit de camera aan op de televisie. 1 Naar de audio-/ video-ingangen 3 Schakel de televisie in en stel de televisie/video-ingang in op "video". • Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie. 4 Stel de modusschakelaar in op Modusschakelaar Kabel voor de multifunctionele aansluiting • Leg de camera neer met het scherm naar boven gericht. • Als de televisie is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de multifunctionele aansluiting aan op de linkeraudio-ingang van de televisie. Beelden bekijken op een televisiescherm en schakel de camera in. 2 Naar de multifunctionele aansluiting Regeltoets De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het televisiescherm weergegeven. Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren. 67 Beelden bekijken op een televisiescherm • Als de schakelaar van de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV", worden beelden niet weergegeven op het scherm van de camera. • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig dat van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 66). Televisiekleursystemen Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie met een video-ingang en de kabel voor de multifunctionele aansluiting nodig. Het kleursysteem van de televisie moet overeenkomen met dat van uw digitale camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enzovoort PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enzovoort PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay 68 SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort De computer gebruiken Werken met uw Windows-computer Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken" (pagina 85) door voor meer informatie over het gebruik van een Macintosh-computer. Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie. Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 71) Beelden kopiëren naar de computer (pagina 72) • Beelden weergeven op de computer • • • • Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen Beelden op datum weergeven Beelden bewerken Muziek toevoegen/wijzigen met "Music Transfer" De computer gebruiken Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" en "Music Transfer" (pagina's 80 en 84) • Beelden afdrukken 69 Werken met uw Windows-computer Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition, Windows XP Home Edition of Windows XP Professional • De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving waarin een upgrade naar een van de bovenstaande besturingssystemen is uitgevoerd of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot). USB-aansluiting: standaardonderdeel Aanbevolen omgeving voor "Picture Motion Browser" en "Music Transfer" Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition, Windows XP Home Edition of Windows XP Professional Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met luidsprekers Processor/geheugen: Pentium III 500 MHz of sneller, 128 MB RAM of meer (Aanbevolen: Pentium III 800 MHz of sneller en 256 MB RAM of meer) Software: DirectX 9.0c of hoger Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—200 MB of meer Beeldscherm: Schermresolutie: 1024 × 768 pixels of meer, Kleuren: hoge kleuren (16-bits kleuren) of meer • De software is compatibel met DirectXtechnologie. U moet wellicht "DirectX" installeren. 70 Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt. • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub. • Als u de camera aansluit via een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), kunt u gebruikmaken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht), aangezien deze camera ook compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0). • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. Is dit gedeelte worden [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeelden beschreven. Zie pagina 65 voor meer informatie over [PTP]. • Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. Technische ondersteuning Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/ De software (bijgeleverd) installeren U kunt de software (bijgeleverd) installeren met de volgende procedure. • Wanneer u Windows 2000/Me gebruikt, moet u de camera niet aansluiten op de computer voordat u de installatie hebt uitgevoerd. • In Windows 2000/XP meldt u zich aan als beheerder. • Als de bijgeleverde software is geïnstalleerd, wordt het USB-stuurprogramma automatisch geïnstalleerd. 1 Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. Het installatiemenu wordt weergegeven. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Wanneer het bevestigingsbericht voor opnieuw opstarten wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op volgens de aanwijzingen op het scherm. • DirectX wordt wellicht geïnstalleerd afhankelijk van de systeemomgeving van uw computer. 5 Verwijder de CD-ROM uit de computer nadat de installatie is voltooid. Nadat u de software hebt geïnstalleerd, wordt een snelkoppeling op het bureaublad gemaakt waarmee u naar de website voor klantenregistratie kunt gaan. • Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op (My Computer) t (SONYPICTUTIL). Het scherm "Choose Setup Language" verschijnt. 3 Selecteer de gewenste taal en klik De computer gebruiken 2 Klik op [Install]. Zodra u zich hebt geregistreerd op de website, kunt u veilige en nuttige klantenondersteuning krijgen. http://www.sony.net/registration/di op [Next]. Het scherm "License Agreement" wordt weergegeven. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, selecteert u het keuzerondje naast [I accept the terms of the license agreement] en klikt u op [Next]. 71 Beelden kopiëren naar de computer In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. U kunt als volgt beelden vanaf de camera naar de computer kopiëren. Voor een computer met een Memory Stick-sleuf Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de camera en steek deze in de Memory Stick Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de beelden. • Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second Edition/NT gebruikt, kunt u beelden kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de Memory Stick-sleuf van de computer te plaatsen. • Zie pagina 99 als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt herkend. Voor een computer zonder een Memory Stick-sleuf Voer fase 1 tot en met 4 op pagina's 72 tot en met 76 uit om beelden te kopiëren. • Wanneer u Windows 2000/Me gebruikt, moet u de software (bijgeleverd) installeren voordat u doorgaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u de software niet te installeren. • De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick Duo". Met Windows 95/98/98 Second Edition/ NT: Deze camera is niet compatibel met deze versies van het Windowsbesturingssysteem. Als u een computer zonder Memory Stick-sleuf gebruikt, kunt u een Memory Stick Reader/Writer (niet bijgeleverd) gebruiken om beelden van een "Memory Stick Duo" naar de computer te kopiëren. Als u beelden in het interne geheugen naar de computer wilt kopiëren, kopieert u de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en kopieert u ze vervolgens naar de computer. 72 Fase 1: De camera en de computer voorbereiden 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met opgenomen beelden in de camera. • Deze stap is niet nodig wanneer u beelden kopieert die in het interne geheugen zijn opgeslagen. 2 Plaats de voldoende opgeladen accu in de camera of sluit de camera met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) aan op een stopcontact. • Als u beelden naar de computer kopieert terwijl de accu bijna leeg is, kan het kopiëren mislukken of kunnen de beeldgegevens beschadigd raken als de accu leeg raakt. 3 Stel de modusschakelaar in op en schakel de camera en computer in. Beelden kopiëren naar de computer Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten 1 Sluit de camera aan op de computer. "USB-functie Mass Storage" wordt weergegeven op het scherm van de camera. Toegangsaanduidingen* Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, wordt op de computer automatisch een programma uitgevoerd om de camera te herkennen. Wacht enige tijd. 2 Naar de multifunctionele aansluiting 1 Naar een USB-aansluiting Kabel voor de multifunctionele aansluiting * Tijdens communicatie zijn de toegangsaanduidingen rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. • Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (pagina 65). • Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd, kan het scherm [Import Images] (pagina 80) worden weergegeven. In dit geval kunt u beelden rechtstreeks importeren met "Picture Motion Browser". 2 Stel de schakelaar van de kabel voor de multifunctionele aansluiting in op "CAMERA". • Voor Windows 2000/Me volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 75. • Wanneer u Windows XP gebruikt en het scherm met de wizard wordt niet automatisch weergegeven, volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 75. De computer gebruiken Fase 3-A: Beelden kopiëren naar een computer In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. • In Windows XP wordt de wizard AutoPlay automatisch weergegeven. 73 Beelden kopiëren naar de computer 1 Nadat u een USB-verbinding tot stand hebt gebracht in fase 2, klikt u op [Copy pictures to a folder on my computer using Microsoft Scanner and Camera Wizard] t [OK] wanneer het scherm met de wizard automatisch op de computer wordt weergegeven. 3 Schakel de selectievakjes van niet-gewenste beelden uit zodat deze niet worden gekopieerd en klik op [Next]. 1 2 1 Het scherm "Picture Name and Destination" verschijnt. 4 Selecteer de naam en de 2 bestemming van de beelden en klik op [Next]. Het scherm "Scanner and Camera Wizard" verschijnt. 1 2 Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick Duo" in de camera zijn opgeslagen, worden op de computer weergegeven. • Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst, worden de beelden weergegeven die in het interne geheugen zijn opgeslagen. 2 Het kopiëren van beelden wordt gestart. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options". • In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. 74 Beelden kopiëren naar de computer 5 Selecteer het keuzerondje naast 1 Dubbelklik op [My Computer] t [Nothing. I'm finished working with these pictures] en klik op [Next]. [Removable Disk] t [DCIM]. 1 2 Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" verschijnt. 6 Klik op [Finish]. Het scherm met de wizard wordt gesloten. 2 Dubbelklik op de map met de beeldbestanden die u wilt kopiëren. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op een beeldbestand en klik op [Copy] in het snelmenu. 1 2 Fase 3-B: Beelden kopiëren naar een computer • Zie pagina 77 voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden. De computer gebruiken • Als u nog meer beelden wilt kopiëren, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los (pagina 77). Voer vervolgens de procedure uit die wordt beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 73. • Zie pagina 100 als het pictogram "Removable Disk" niet wordt weergegeven. • Voor Windows XP volgt u de procedure die wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden kopiëren naar een computer" op pagina 73. In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar de map "My Documents" beschreven. 75 Beelden kopiëren naar de computer 3 Dubbelklik op de map [My Documents]. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het venster "My Documents" en klik op [Paste] in het snelmenu. Fase 4: Beelden weergeven op de computer In dit gedeelte wordt de procedure beschreven om gekopieerde beelden in de map "My Documents" weer te geven. 1 Klik op [Start] t [My Documents]. 1 2 2 De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd. • Als de bestemmingsmap een beeld met dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een bevestigingsbericht voor overschrijven weergegeven. Als u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. Als u het beeldbestand naar de computer wilt kopiëren zonder overschrijven, geeft u het bestand eerst een andere naam en kopieert u vervolgens het beeldbestand. Houd er echter rekening mee dat u het betreffende beeld wellicht niet meer op de camera kunt weergeven als u de bestandsnaam wijzigt (pagina 79). 1 De inhoud van de map "My Documents" wordt weergegeven. • Als u een ander besturingssysteem dan Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op [My Documents] op het bureaublad. 2 Dubbelklik op het gewenste beeldbestand. Het beeld wordt weergegeven. 76 Beelden kopiëren naar de computer De USB-verbinding annuleren Voer eerst de onderstaande procedures uit wanneer u het volgende wilt doen: • Kabel voor de multifunctionele aansluiting loskoppelen • Een "Memory Stick Duo" verwijderen • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen • De camera uitschakelen 1 Dubbelklik op Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen De beeldbestanden die op de camera zijn opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op de "Memory Stick Duo". Voorbeeld: mappen weergeven in Windows XP op de taakbalk. Dubbelklik hier 2 Klik op (Sony DSC) t [Stop]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. De verbinding met het apparaat is verbroken. • Voor Windows XP kunt u stap 4 overslaan. B Map met beeldgegevens die zijn opgenomen met deze camera Als er geen nieuwe mappen worden gemaakt, worden de mappen als volgt weergegeven: – "Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF" – Intern geheugen: alleen "101_SONY" • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MISC". De computer gebruiken A Map met beeldgegevens die zijn opgenomen met een camera die geen functie bevat voor het maken van mappen 77 Beelden kopiëren naar de computer • Beeldbestanden worden als volgt benoemd: ssss staat voor een nummer tussen 0001 en 9999. Het numerieke deel van de naam van een filmbestand dat is opgenomen in de filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. – Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG – Filmbestanden: MOV0ssss.MPG – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u films opneemt: MOV0ssss.THM • Zie pagina's 46 en 60 voor meer informatie over mappen. 78 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo") In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. Wanneer een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld weer op de camera weergeven door het beeldbestand op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo". • Als de bestandsnaam die door de camera is gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt u stap 1 overslaan. • Afhankelijk van het beeldformaat kunt u bepaalde beelden wellicht niet weergeven. • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd. • Als er geen map is, maakt u een nieuwe map met uw camera (pagina 60) en kopieert u vervolgens het beeldbestand. • De bestandsextensie kan worden weergegeven, afhankelijk van de computerinstellingen. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig de bestandsextensie niet. 2 Kopieer het beeldbestand naar de map op de "Memory Stick Duo" met de onderstaande procedure. 1Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand en klik op [Copy] in het snelmenu. 2Dubbelklik op [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in [My Computer]. 3Klik met de rechtermuisknop op de map [sssMSDCF] in de map [DCIM] en klik op [Paste] in het snelmenu. • sss staat voor een nummer tussen 100 en 999. 1 Klik met de rechtermuisknop op Geef een nummer op tussen 0001 en 9999 voor ssss. De computer gebruiken het beeldbestand en klik op [Rename] in het snelmenu. Wijzig de bestandsnaam in "DSC0ssss". 1 2 • Als het bevestigingsbericht voor overschrijven wordt weergegeven, geeft u een ander nummer op. 79 "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken Met de software kunt u stilstaande beelden en films van de camera optimaal benutten. Dit gedeelte bevat een beschrijving en algemene instructies voor "Picture Motion Browser". Overzicht van "Picture Motion Browser " Met "Picture Motion Browser" kunt u het volgende: • Beelden die met de camera zijn opgenomen, importeren en weergeven op de computer. • Beelden op de computer indelen op opnamedatum om deze te bekijken. • Stilstaande beelden bijwerken, afdrukken en verzenden als bijlage bij e-mailberichten, de opnamedatum wijzigen en meer. • Raadpleeg de Help voor meer informatie over "Picture Motion Browser". Als u de Help wilt openen, klikt u op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000/Me, [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Help] t [Picture Motion Browser]. "Picture Motion Browser" starten en afsluiten "Picture Motion Browser" starten Algemene instructies Voer de volgende procedure uit om beelden vanaf de camera te importeren en weer te geven. Beelden importeren 1 Controleer of "Media Check Tool"* wordt uitgevoerd. Controleer of het pictogram (Media Check Tool) in de taakbalk wordt weergegeven. * "Media Check Tool" is een programma dat automatisch beelden herkent en importeert wanneer een "Memory Stick" wordt geplaatst of wanneer de camera wordt aangesloten. • Als het pictogram niet wordt weergegeven: Klik op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000/Me: [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Tools] t [Media Check Tool]. 2 Sluit de camera aan op de computer met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Als de camera automatisch is herkend, verschijnt het scherm [Import Images]. Dubbelklik op het pictogram (Picture Motion Browser) op het bureaublad. Of vanuit het menu Start: Klik op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000/Me, [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Picture Motion Browser]. "Picture Motion Browser" afsluiten Klik op scherm. in de rechterbovenhoek van het • Zie eerst pagina 72 als u de Memory Sticksleuf gebruikt. 80 "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken • Als in Windows XP de wizard AutoPlay wordt weergegeven, sluit u deze wizard. 2 Beelden in "Viewed folders" weergeven op opnamedatum 3 Importeer de beelden. Als u het importeren van de beelden wilt starten, klikt u op [Import]. De beelden worden standaard geïmporteerd naar een map in "My Pictures". Deze map heeft als naam de datum waarop de beelden zijn geïmporteerd. • Zie pagina 83 voor instructies over het wijzigen van de "Folder to be imported". 1Klik op de tab [Calendar]. De jaren waarin de beelden zijn opgenomen, worden weergegeven. 2Klik op het jaar. Beelden die in dat jaar zijn opgenomen, worden weergegeven, ingedeeld op opnamedatum. 3Als u de beelden per maand wilt weergeven, klikt u op de gewenste maand. Miniaturen van beelden die in die maand zijn opgenomen, worden weergegeven. 4Als u de beelden op tijd wilt weergeven, klikt u op de gewenste datum. Miniaturen van beelden die op die dag zijn opgenomen, worden weergegeven, ingedeeld op uur. Beelden weergeven Scherm met weergave per jaar 1 Geïmporteerde beelden 1 Wanneer het importeren is voltooid, wordt de "Picture Motion Browser" gestart. Er worden miniaturen van de geïmporteerde beelden weergegeven. 2 3 Scherm met weergave per maand De computer gebruiken controleren 4 • De map "My Pictures" is ingesteld als standaardmap in "Viewed folders". • Als u een afzonderlijk beeld wilt weergeven, dubbelklikt u op de bijbehorende miniatuur. 81 "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken Scherm met weergave per uur Beelden weergeven op volledig scherm Als u een diavoorstelling van de huidige beelden wilt weergeven op volledig scherm, klikt u op . • Als u beelden van een bepaald jaar of een bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op die periode aan de linkerkant van het scherm. 3 Afzonderlijke beelden weergeven In het scherm met weergave per uur dubbelklikt u op een miniatuur om het betreffende beeld in een afzonderlijk venster weer te geven. • U kunt weergegeven beelden bewerken door op in de werkbalk te klikken. 82 • Als u de diavoorstelling wilt afspelen of onderbreken, klikt u op in de linkerbenedenhoek van het scherm. • Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u op in de linkerbenedenhoek van het scherm. "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken Andere functies Beelden die op de computer zijn opgeslagen, voorbereiden voor weergave Als u de beelden wilt weergeven, registreert u de map met de beelden als een van de "Viewed folders". 1 Kies [Import Settings] t [Location for Imported Images] in het menu [File]. Het scherm "Location for Imported Images" wordt weergegeven. 1 Klik op in het hoofdvenster, of kies [Register Folders to View] in het menu [File]. 2 Selecteer de "Folder to be Het scherm met instellingen voor registratie van "Viewed folders" wordt weergegeven. • U kunt de "Folder to be imported" kiezen imported". uit de mappen die zijn geregistreerd als "Viewed folders". Registratiegegevens van beelden bijwerken moeten worden geïmporteerd om de map te registreren als een van de "Viewed folders". 3 Klik op [OK]. De beeldgegevens worden geregistreerd in de database. • Beelden in submappen van "Viewed folders" worden ook geregistreerd. De "Folder to be imported" wijzigen Als u de "Folder to be imported" wilt wijzigen, opent u het scherm "Import Settings". De installatie van "Picture Motion Browser" ongedaan maken De computer gebruiken 2 Geef de map op met beelden die Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u [Update Database] in het menu [Tools]. • Het bijwerken van de database kan enige tijd duren. • Als u de naam van beeldbestanden of mappen in "Viewed folders" wijzigt, kunnen deze niet worden weergegeven met deze software. Werk in dit geval de database bij. 1 Klik op [Start] t [Control Panel] (in Windows 2000/Me: [Start] t [Settings] t [Control Panel]) en dubbelklik op [Add/Remove Programs]. 2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op [Remove] (in Windows 2000/Me: klik op [Change/Remove]) om de installatie ongedaan te maken. 83 "Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken U kunt de muziekbestanden die in de fabriek zijn ingesteld vervangen door uw eigen muziekbestanden met "Music Transfer" op de CD-ROM (bijgeleverd). U kunt deze bestanden ook op elk moment verwijderen of toevoegen. Muziek toevoegen/wijzigen met "Music Transfer" 7 Volg de instructies op het scherm als u muziekbestanden wilt toevoegen/wijzigen. Hieronder worden de muziekindelingen weergegeven die u kunt overdragen met "Music Transfer": • U kunt als volgt de vooraf ingestelde • MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van de computer • Muziek op CD's • Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is opgeslagen 1 Voer [Format. muz.] uit (pagina 63). 1 Druk op MENU om het menu weer 3 Selecteer een geschikt muziekbestand voor de diavoorstelling (pagina 48). U kunt de muziekbestanden herstellen naar de vooraf ingestelde bestanden met [Initialiseren] (pagina 64), maar de andere instellingen worden dan ook hersteld. te geven. 2 Selecteer (Setup) met B op de 3 Selecteer muziek herstellen op de camera: 2 Voer [Standaardinstellingen] uit in "Music Transfer". Alle muziekbestanden worden hersteld naar de vooraf ingestelde muziek en [Muziek] in het menu [Dia] wordt ingesteld op [Uit]. • Raadpleeg de online Help van "Music Transfer" voor meer informatie over het gebruik van "Music Transfer". regeltoets. (Setup 1) met v / V op de regeltoets. Selecteer vervolgens [Downl. muz.] met v/B. 1 4 Selecteer [OK] met B/v en druk op z. Het bericht "Aansluiten op computer" verschijnt. 5 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en de computer. 84 6 Start "Music Transfer". De Macintosh-computer gebruiken U kunt beelden naar een Macintoshcomputer kopiëren. • "Picture Motion Browser" is niet compatibel met Macintosh-computers. Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/ Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4) USB-aansluiting: standaardonderdeel Aanbevolen omgeving voor "Music Transfer" Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v10.3 tot en met v10.4) Processor: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power Mac G3/G4/G5-serie, Mac mini Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—ongeveer 250 MB Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt. • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub. • Als u de camera aansluit via een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), kunt u gebruikmaken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht), aangezien deze camera ook compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0). Beelden kopiëren naar en weergeven op een computer 1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "Fase 1: De camera en de computer voorbereiden" op pagina 72. 2 Sluit de kabel voor de multifunctionele aansluiting aan. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 73. 3 Kopieer beeldbestanden naar de Macintosh-computer. 1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t [DCIM] t de map met de beelden die u wilt kopiëren. De computer gebruiken Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer wordt aanbevolen) • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. Is dit gedeelte worden [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeelden beschreven. Zie pagina 65 voor meer informatie over [PTP]. • Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. 2Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de vaste schijf en zet deze daar neer. De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd. • Zie pagina 77 voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden en de bestandsnamen. 85 De Macintosh-computer gebruiken 4 Geef beelden weer op de computer. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf t het gewenste beeldbestand in de map met de gekopieerde bestanden om dat beeldbestand te openen. De USB-verbinding annuleren Voer eerst de onderstaande procedures uit wanneer u het volgende wilt doen: • Kabel voor de multifunctionele aansluiting loskoppelen • Een "Memory Stick Duo" verwijderen • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen • De camera uitschakelen Sleep het pictogram van het station of het pictogram van de "Memory Stick Duo" naar het pictogram "Trash" en zet dit daar neer. De verbinding tussen de camera en de computer is verbroken. Muziek toevoegen/wijzigen met "Music Transfer" U kunt de muziekbestanden die in de fabriek zijn ingesteld vervangen door uw eigen muziekbestanden. U kunt deze bestanden ook op elk moment verwijderen of toevoegen. Hieronder worden de muziekindelingen weergegeven die u kunt overdragen met "Music Transfer": • MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van de computer • Muziek op CD's • Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is opgeslagen 86 "Music Transfer" installeren • Sluit alle andere toepassingen voordat u "Music Transfer" installeert. • U moet zich aanmelden als beheerder om te kunnen installeren. 1 Schakel de Macintosh-computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op (SONYPICTUTIL). 3 Dubbelklik op het bestand [MusicTransfer.pkg] in de map [MAC]. De installatie wordt gestart. Muziekbestanden toevoegen/wijzigen Zie "Muziek toevoegen/wijzigen met "Music Transfer"" op pagina 84. Technische ondersteuning Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/ Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]functie zijn opgenomen, worden beide randen wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat u begint met afdrukken (pagina 102). Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 88) U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie. Beelden afdrukken met een computer U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde "Picture Motion Browser"-software en de beelden afdrukken. U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van tevoren een afdrukmarkering aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken. Stilstaande beelden afdrukken Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 92) 87 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u met de camera hebt opgenomen, afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. • "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) Fase 1: De camera voorbereiden Bereid de camera voor om deze op de printer aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Wanneer u de camera aansluit op een printer die automatisch wordt herkend wanneer [USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.], is fase 1 overbodig. Indextoets In de enkelbeeldfunctie U kunt één beeld afdrukken op één afdrukvel. MENU-toets Regeltoets In de indexfunctie U kunt meerdere beelden op kleiner formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een aantal verschillende beelden (2) afdrukken. 1 • U kunt het beste een volledig opgeladen accu of een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) gebruiken om te voorkomen dat de stroom wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken. 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. 2 2 Druk op B op de regeltoets en selecteer 3 Selecteer [ • De functie voor het afdrukken van een index is wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de printer. • De hoeveelheid beelden die als indexbeeld kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk van de printer. • U kunt films niet afdrukken. • Als de aanduiding ongeveer vijf seconden knippert op het scherm van de camera (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. 88 (Setup). ] (Setup 2) met V en selecteer vervolgens [USB-aansl.] met v / V/B. 2 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer 4 Selecteer [PictBridge] met B/v en druk vervolgens op z. 2 Stel de schakelaar van de kabel voor de multifunctionele aansluiting in op "CAMERA". De USB-functie is ingesteld. Fase 2: De camera aansluiten op de printer 3 Schakel de camera en de printer in. 1 Sluit de camera aan op de printer. 2 Naar de multifunctionele aansluiting Kabel voor de multifunctionele aansluiting De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden weergegeven. Fase 3: Afdrukken Het afdrukmenu wordt weergegeven nadat fase 2 is voltooid, ongeacht de stand van de modusschakelaar. 1 Selecteer de gewenste afdrukmethode met v / V op de regeltoets en druk vervolgens op z. Stilstaande beelden afdrukken 1 Naar de USBaansluiting Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de aanduiding weergegeven. [Alle in deze map] Alle beelden in de map worden afgedrukt. 89 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer [DPOF-beeld] [Aantal] Alle beelden met een afdrukmarkering worden afgedrukt (pagina 92), ongeacht welk beeld wordt weergegeven. Als [Index] is ingesteld op [Uit]: [Kiezen] Als [Index] is ingesteld op [Aan]: U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. Selecteer het aantal beelden dat u als indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt geselecteerd in stap 1, selecteert u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar op hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als indexbeeld. 1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met b/B en druk vervolgens op z. De markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. • Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure. 2Selecteer [Afdrukken] met V en druk vervolgens op z. Selecteer het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt afzonderlijk afgedrukt. • Het is mogelijk dat niet alle beelden op één vel passen, afhankelijk van het aantal beelden. [Dit beeld] Het weergegeven beeld wordt afgedrukt. • Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld. 2 Selecteer de afdrukinstellingen met v / V/b/B. 3 Selecteer [OK] met V/B en druk vervolgens op z. Het beeld wordt afgedrukt. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los wanneer de aanduiding (PictBridge-aansluiting) op het scherm wordt weergegeven. aanduiding [Index] Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te drukken. [Formaat] Selecteer het formaat van het afdrukvel. [Datum] Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd in de beelden in te voegen. • Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd met de geselecteerde notatie (pagina 66). Deze functie is wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de printer. 90 Andere beelden afdrukken Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens het gewenste beeld met v / V en voer de procedure uit vanaf stap 1. Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer Beelden op het indexscherm afdrukken Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" (pagina 88) en "Fase 2: De camera aansluiten op de printer" (pagina 89) uit en ga als volgt verder. Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu weergegeven. Selecteer [Annul.] om het afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt verder. 1 Druk op (Index). Het indexscherm wordt weergegeven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Afdrukken) met B en druk vervolgens op z. 4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met v / V en druk vervolgens op z. [Kiezen] [DPOF-beeld] Alle beelden met een afdrukmarkering worden afgedrukt, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Alle in deze map] Stilstaande beelden afdrukken U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met v / V/b/B en druk vervolgens op z om de markering weer te geven. (Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure.) Druk vervolgens op MENU. Alle beelden in de map worden afgedrukt. 5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken" (pagina 89) uit. 91 Afdrukken bij een fotowinkel U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. Als de fotowinkel beschikt over een fotoafdrukservice die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van tevoren een afdrukmarkering op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het afdrukken in de winkel hoeft te selecteren. Een afdrukmarkering aanbrengen in de enkelbeeldfunctie MENU-toets • U kunt de beelden in het interne geheugen niet rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en neem de "Memory Stick Duo" mee naar de fotowinkel. Wat is DPOF? DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u een afdrukmarkering kunt aanbrengen op beelden op de "Memory Stick Duo" die u later wilt afdrukken. • U kunt de beelden met de afdrukmarkering ook afdrukken op een printer die compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of op een PictBridge-compatibele printer. • Films kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. • Wanneer u beelden markeert die zijn opgenomen in de [Multi Burst]-functie, worden alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld in 16 vakjes. Regeltoets 1 Geef het beeld weer dat u wilt afdrukken. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer DPOF met b/B en druk vervolgens op z. Een afdrukmarkering wordt weergegeven op het beeld. Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt naar een fotowinkel • Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken. • Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo" kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden naar een ander medium, zoals een CD-R, en neemt u die mee naar de fotowinkel. • Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee te nemen. • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie (back-up) van de gegevens maken op een schijf. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. • Als u datums op de beelden wilt afdrukken, raadpleegt u de fotowinkel. 92 4 Als u andere beelden wilt markeren, geeft u het gewenste beeld weer met b/B en drukt u vervolgens op z. Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4. Afdrukken bij een fotowinkel Een afdrukmarkering aanbrengen in de indexfunctie 1 Geef het indexscherm weer 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De markering wordt wit. (pagina 29). 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. Een afdrukmarkering verwijderen in de indexfunctie 3 Selecteer DPOF met b/B en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v / V en druk vervolgens op z. • U kunt geen markering [Alle in deze map]. Als u het markeren wilt annuleren, selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u [Sluiten] in stap 8 en drukt u op z. aanbrengen in Selecteer de beelden waarvan u de afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5 en druk vervolgens op z. Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en druk vervolgens op z. 5 Selecteer het beeld dat u wilt markeren met v/V/b/B en druk vervolgens op z. Een groene markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren. Stilstaande beelden afdrukken (groen) 7 Druk op MENU. 93 Problemen oplossen Problemen oplossen Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen. 1 Controleer de items op pagina's 95 tot en met 104. Zie pagina 105 als een foutcode als "C/E:ss:ss" op het scherm wordt weergegeven. 2 Verwijder de accu uit de camera, plaats deze na ongeveer één minuut terug en schakel de camera in. 3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 64). 4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst van Sony. Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de beeldgegevens en muziekbestanden in het interne geheugen worden gecontroleerd. Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven. Accu en stroombron 95 Stilstaande beelden/films opnemen 95 Beelden weergeven 98 102 Intern geheugen 102 Afdrukken 102 Beelden verwijderen/bewerken 99 PictBridge-compatibele printer 103 Computers Overige Picture Motion Browser 94 "Memory Stick Duo" 99 101 104 Problemen oplossen Accu en stroombron De accu kan niet worden geplaatst. • Plaats de accu op de juiste manier en gebruik de punt van de accu om de accuontgrendelknop naast beneden te drukken. De camera kan niet worden ingeschakeld. • Plaats de accu op de juiste manier. • De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu. • De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een nieuwe. • Gebruik een aanbevolen accu. De camera wordt plotseling uitgeschakeld. • Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. Schakel de camera weer in. • De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een nieuwe. De aanduiding voor resterende acculading is onjuist. • Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt. • De weergegeven resterende acculading verschilt van de werkelijke acculading. Ontlaad de accu volledig en laad de accu weer op om de juiste lading weer te geven. • De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu. • De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een nieuwe. Stilstaande beelden/films opnemen De camera kan geen beelden opnemen. • Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Problemen oplossen Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit: – Verwijder overbodige beelden (pagina 28). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Zet de modusschakelaar op wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen. • Zet de modusschakelaar op wanneer u films wilt opnemen. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van films. Voer een van de volgende handelingen uit: – Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)]. – Plaats een "Memory Stick PRO Duo". 95 Problemen oplossen De steadyshot-functie werkt niet. • De steadyshot-functie werkt niet als op het scherm wordt weergegeven. • De steadyshot-functie werkt wellicht niet goed wanneer u nachtelijke scènes opneemt. • Neem op nadat u de sluiterknop half hebt ingedrukt. Druk de knop niet plotseling volledig in. Het opnemen duurt erg lang. • De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (pagina 14). Dit is normaal. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 8 cm voor groothoek (W)/25 cm voor telefoto (T). Of stel (Vergrootglas) in en stel scherp op een afstand tussen ongeveer 1 cm en 20 cm tot het onderwerp (pagina 21). • (Vergrootglas) is ingesteld of (Schemer), (Landschap) of (Vuurwerk) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden. • De functie voor vooraf ingestelde scherpstelling is geselecteerd. Selecteer de functie voor automatische scherpstelling (pagina 36). • Zie "Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp" op pagina 37. De zoomfunctie werkt niet. • Als (Vergrootglas) is geselecteerd, is de optische zoomfunctie niet beschikbaar. • In de volgende gevallen kan de slimme-zoomfunctie niet worden gebruikt: – Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2]. – U neemt op in de Multi Burst-functie. • De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt. De flitser werkt niet. • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 21). • U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken: – [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst], [Exposure Bracket ] of [Multi Burst] (pagina 42). (Hoge gevoelighd), (Schemer) of scènekeuzefunctie (pagina 26). – U neemt films op. • Stel de flitser in op (Altijd flitsen) als (Landschap), (Korte sluitertijd), scènekeuzefunctie (pagina 21). – (Vuurwerk) is geselecteerd in de (Vergrootglas) is ingesteld of als (Strand) of (Sneeuw) is geselecteerd in de Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen. • Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is normaal. 96 Problemen oplossen De close-upopnamefunctie (Macro/Vergrootglas) werkt niet. • (Schemer), (pagina 27). (Landschap) of (Vuurwerk) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie De datum en tijd worden niet weergegeven. • Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen weergegeven tijdens het afspelen. De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt. • De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 23). Het scherm is te donker of te licht. • Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina's 17, 63). Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie (pagina 38) of pas de belichting aan (pagina 23). Het beeld is te licht. • Pas de belichting aan (pagina 23). De kleuren van het beeld zijn niet juist. • Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 35). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend verschijnsel. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 56). • Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser. • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. Problemen oplossen In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. 97 Problemen oplossen Er verschijnen puntjes op het scherm. • Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2). Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden (pagina 28). • De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu. Beelden weergeven De camera kan geen beelden weergeven. • De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 79). • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd. • De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 77). De datum en tijd worden niet weergegeven. • De -toets (Schermweergave) is uitgeschakeld (pagina 17). Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de beeldverwerking. Dit is normaal. Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven als een USB-verbinding tot stand is gebracht. • De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los of stel de schakelaar in op "CAMERA" (pagina 73). Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm. • Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op het kleursysteem van de televisie (pagina 66). • Controleer de aansluiting (pagina 67). • De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "CAMERA". Stel deze in op "TV" (pagina 67). 98 Problemen oplossen Beelden verwijderen/bewerken De camera kan een beeld niet verwijderen. • Annuleer de beveiliging (pagina 47). • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109). U hebt per ongeluk een beeld verwijderd. • Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden beveiligen (pagina 46) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 109) om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist. De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet. • U kunt het beeldformaat van films en Multi Burst-beelden niet wijzigen. Films kunnen niet worden geknipt. • De film is niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). • Annuleer de beveiliging (pagina 47). Computers U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de camera. • Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 70 voor Windows en pagina 85 voor Macintosh. De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick"-sleuf. • Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de computer en de Er wordt niets op het scherm van de camera weergegeven als een USB-verbinding tot stand is gebracht. Problemen oplossen Memory Stick Reader/Writer. Gebruikers met computers en Memory Stick Readers/Writers die zijn gemaakt door andere fabrikanten dan Sony, moeten contact opnemen met de betreffende fabrikanten. • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de computer (pagina's 73 en 85). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend. • De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Stel deze in op "CAMERA" (pagina 73). 99 Problemen oplossen De computer herkent de camera niet. • Schakel de camera in. • Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). • Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 65). • Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) (pagina 73). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van de computer en de camera en sluit de kabel opnieuw stevig aan. • Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat (pagina 73). • De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (pagina 71). • De computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de computer met de kabel voor de multifunctionele aansluiting voordat u de software (bijgeleverd) hebt geïnstalleerd. Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt). Het pictogram "Removable disk" wordt niet op het scherm weergegeven wanneer u de camera aansluit op de computer. • Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De onderstaande procedure geldt voor Windows-computers. 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] en klik op [Properties] in het snelmenu. Het scherm "System Properties" wordt weergegeven. 2 Klik op [Hardware] t [Device Manager]. • In Windows Me klikt u op de tab [Device Manager]. "Device Manager" wordt weergegeven. 3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik vervolgens op [Uninstall] t [OK]. Het apparaat is verwijderd. 4 Installeer de software (pagina 71). Er wordt ook een USB-stuurprogramma geïnstalleerd. U kunt geen beelden kopiëren. • Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 73). • Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina's 73 en 85). • Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 60). Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser" niet automatisch gestart. • Start "Media Check Tool" (pagina 80). • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 73). 100 Problemen oplossen Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Raadpleeg de Help als u "Picture Motion Browser" gebruikt. • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer vanaf de vaste schijf (pagina 72). U kunt een beeld niet afdrukken. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera worden weergegeven. • Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (pagina 77). • Voer de bewerking correct uit (pagina 79). Picture Motion Browser Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser". • Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de database bijwerken (pagina 83). U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser", niet vinden. • Kijk in de map "My Pictures". • Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "De "Folder to be imported" wijzigen" op pagina 83 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren. • Open het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in "Viewed folders" (pagina 83). Alle geïmporteerde beelden worden in de kalender weergegeven met de datum 1 januari. Problemen oplossen U wilt de "Folder to be imported" wijzigen. • U hebt de datum nog niet ingesteld op de camera. Stel de datum in op de camera (pagina 66). 101 Problemen oplossen "Memory Stick Duo" De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting. De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd. • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109). U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. • Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden gewist (pagina 109). Intern geheugen Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne geheugen. • Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder deze. De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt aanbevolen). De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. Afdrukken Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten. Beelden worden zonder beide randen afgedrukt. • Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat [16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden. • Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies. • Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden. 102 Problemen oplossen Er worden beelden met 16 frames afgedrukt. • Beelden die zijn opgenomen in de Multi Burst-functie, worden opgenomen als één beeld met 16 frames. U kunt het beeld niet frame voor frame afdrukken. Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt. • Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden. Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exifgegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor meer informatie over de compatibiliteit met Exif-gegevens. • Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum op de beelden af te drukken. PictBridge-compatibele printer Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht. • De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu (Setup) (pagina 65). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. Er wordt niets op het scherm van de camera weergegeven als een USBverbinding tot stand is gebracht. • De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Stel deze in op "CAMERA" (pagina 89). Beelden kunnen niet worden afgedrukt. • Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de kabel voor de multifunctionele aansluiting weer aan. • Films kunnen niet worden afgedrukt. • Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt. Problemen oplossen • Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt. Het afdrukken is geannuleerd. • U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat het pictogram (Aansluiten op PictBridge apparaat) is verdwenen. 103 Problemen oplossen In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet worden afgedrukt. • De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg de fabrikant van de printer. In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 90). Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan wanneer u het papierformaat wilt wijzigen nadat de printer is aangesloten op de camera. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de camera (pagina 90) of de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Overige De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u deze weer gebruikt. De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt. • Dit is normaal. Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 66). U wilt de datum of tijd wijzigen. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 66). 104 Foutcodes en berichten Zelfdiagnosefunctie Als een foutcode met een letter begint, heeft de zelfdiagnosefunctie van de camera een storing vastgesteld. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met ss) verschillen, afhankelijk van de status van de camera. Als u het probleem niet kunt verhelpen, zelfs niet nadat u de volgende oplossingen een aantal keer hebt geprobeerd, moet de camera wellicht worden gerepareerd. Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst van Sony. Berichten Als een van de volgende berichten wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen. E • De accu is bijna leeg. Laad de accu onmiddellijk op. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en het type accu, kan de aanduiding knipperen, zelfs als er nog voldoende acculading is voor 5 tot 10 minuten gebruik. Alleen voor "InfoLITHIUM" accu C:32:ss • Er is een probleem met de hardware van de camera. Schakel de camera uit en weer in. C:13:ss • Deze accu is geen "InfoLITHIUM"- accu. Systeemfout • Schakel de camera uit en weer in. • De camera kan geen gegevens lezen vanaf of schrijven naar de "Memory Stick Duo". Probeer de camera uit en weer in te schakelen, of verwijder de "Memory Stick Duo" en plaats deze een aantal keren terug. • Er is een formatteringsfout in het interne geheugen opgetreden of er is een niet-geformatteerde "Memory Stick Duo" geplaatst. Formatteer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" (pagina's 59, 60). • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met deze camera worden gebruikt, of de gegevens zijn beschadigd. Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo". E:62:ss • Schakel de camera uit en weer in. Plaats de Memory Stick opnieuw • Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste manier. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 109). • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. • Het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" is vuil. Verkeerd type Memory Stick • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 109). E:91:ss • Er is een storing opgetreden in de camera. Herstel de standaardinstellingen van de camera (pagina 64) en schakel de camera weer in. Formatteringsfout Problemen oplossen E:61:ss Fout van intern geheugen • Formatteer het medium opnieuw (pagina's 59 en 60). 105 Foutcodes en berichten Memory Stick vergrendeld • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109). Kan niet opnemen • De camera kan geen beelden opnemen in de geselecteerde map. Selecteer een andere map (pagina 61). Bestandsfout Geen geheugenruimte in het intern geheugen Geen geheugenruimte in de Memory Stick • Verwijder overbodige beelden of bestanden (pagina 28). Geheugen voor alleen-lezen • Er is een fout opgetreden tijdens het weergeven van het beeld. Bestandsbeveiliging • Annuleer de beveiliging (pagina 47). Te groot beeldformaat • De camera kan geen beelden opnemen • U geeft een beeld weer met een formaat of verwijderen op deze "Memory Stick Duo". dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Geen bestand • Er zijn geen beelden opgenomen in het interne geheugen. Geen bestanden in deze map • Er zijn geen beelden opgenomen in deze map. • U hebt de handelingen voor het kopiëren van beelden vanaf de computer niet juist uitgevoerd (pagina 79). Kan niet opdelen • De film is niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). • Het bestand is geen film. Ongeldige bediening • U wilt een beeldbestand weergeven dat niet compatibel is met de camera. (Trillingswaarschuwing) Mapfout • Op de "Memory Stick Duo" staat al een map met dezelfde drie eerste cijfers (bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Selecteer een andere map of maak een nieuwe map (pagina's 60, 61). Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick Duo" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer maken. 106 • Door onvoldoende licht is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, activeer de steadyshot-functie of bevestig de camera op een statief om de camera te stabiliseren. 640(Fijn) is niet beschikbaar • Films met beeldformaat 640(Fijn) kunnen alleen op een "Memory Stick PRO Duo" worden opgenomen. Plaats een "Memory Stick PRO Duo" of stel het beeldformaat in op een ander formaat dan [640(Fijn)]. Foutcodes en berichten Maak printer-verbinding mogelijk • [USB-aansl.] is ingesteld op [PictBridge] terwijl de camera is aangesloten op een apparaat dat niet compatibel is met PictBridge. Controleer het apparaat. • Er is geen verbinding tot stand gebracht. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. • De gegevensoverdracht naar de printer is wellicht nog niet voltooid. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los. Verwerkt • De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken voordat dit is voltooid. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Geen beeld voor diavoorstelling Aansluiten op PictBridge apparaat • U hebt geprobeerd beelden af te drukken voordat de printer was aangesloten. Sluit een PictBridgecompatibele printer aan. Geen afdrukbaar beeld • U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te voeren zonder een DPOFafdrukmarkering op de beelden aan te brengen. • U hebt geprobeerd [Alle in deze map] uit te voeren terwijl een map was geselecteerd die alleen films bevat. U kunt films niet afdrukken. • Controleer de printer. Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt bestand dat in een diavoorstelling met muziek kan worden afgespeeld. Muziekfout • Verwijder het muziekbestand of vervang het door een normaal muziekbestand. • Voer [Format. muz.] uit en download een nieuw muziekbestand (pagina 63). Muziekgeheugen-formatteringsfout • Voer [Format. muz.] uit (pagina 63). Problemen oplossen Printer bezet Papierfout Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • De geselecteerde map bevat geen afdrukken, is beschadigd. 107 Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening U kunt uw camera, de acculader (bijgeleverd) en de netspanningsadapter AC-LS5K (niet bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz. • Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een storing kan optreden. 108 De "Memory Stick" Een "Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt met deze camera, worden vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick". Type "Memory Stick" Opnemen/ weergeven Memory Stick (zonder MagicGate) — Memory Stick (met MagicGate) — Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a Memory Stick Duo (met MagicGate) a*1*2 MagicGate Memory Stick — MagicGate Memory Stick Duo a*1 Memory Stick PRO — Memory Stick PRO Duo a*1*2*3 Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) • U kunt geen beelden opnemen, bewerken of verwijderen wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK is gezet met een puntig voorwerp. Aansluiting Schrijfbeveiligingsschakelaar Memogebied *1 "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van coderingstechnologie. Deze camera kan geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor MagicGate-functies zijn vereist. *2 Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtssnelheid via een parallelle interface. *3 Films kunnen worden opgenomen met het beeldformaat 640(Fijn). • Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl gegevens worden gelezen of geschreven. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen worden beschadigd: – Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt verwijderd of de camera wordt uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven van gegevens – Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • U kunt het beste een reservekopie (back-up) van belangrijke gegevens maken. • Druk niet te hard wanneer u in het memogebied schrijft. • Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf of op een Memory Stick Duo-adapter. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt of opbergt, plaatst u deze terug in het bijgeleverde doosje. • Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig deze niet en laat deze niet vallen. • Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo" niet. • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water. Overige • De juiste werking van een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, kan met deze camera niet worden gegarandeerd. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en apparatuur. De stand en/of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar is afhankelijk van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt. 109 De "Memory Stick" • Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart per ongeluk doorslikken. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet onder de volgende omstandigheden: – Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden Opmerkingen over het gebruik van de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) • Als u een "Memory Stick Duo" met een "Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat plaatst zonder een Memory Stick Duo-adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in de juiste richting plaatst. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een "Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er rekening mee dat de apparatuur kan worden beschadigd door onjuist gebruik. • Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder dat een "Memory Stick Duo" in de adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd) Typen "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. 110 De "InfoLITHIUM"-accu Voor deze camera is een "InfoLITHIUM"accu nodig (type T). De aanduiding voor resterende acculading Wat is een "InfoLITHIUM"-accu? De camera kan worden uitgeschakeld terwijl de aanduiding voor resterende acculading aangeeft dat er voldoende stroom is. Verbruik alle acculading en laad de accu opnieuw volledig op zodat de aanduiding voor de resterende acculading correct is. Houd er echter rekening mee dat mogelijk de aanduiding voor de acculading niet correct wordt weergegeven wanneer de accu langere tijd in hoge temperaturen wordt gebruikt, ongebruikt wordt gelaten terwijl deze volledig is opgeladen of vaak wordt gebruikt. Een "InfoLITHIUM"-accu is een lithiumion accu die functies bevat voor het uitwisselen van informatie over gebruiksomstandigheden met de camera. De "InfoLITHIUM"-accu berekent het stroomverbruik volgens de gebruiksomstandigheden van de camera en geeft de resterende acculading weer in minuten. De accu opladen We raden u aan de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C. Buiten dit temperatuurbereik kunt u de accu wellicht niet efficiënt opladen. De accu effectief gebruiken • Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt, laadt u deze volledig op en verbruikt u de lading volledig voordat u de accu bewaart op een droge, koele plaats. Herhaal het opladen en verbruiken eens per jaar zodat de accu goed blijft werken. • Als u de acculading wilt verbruiken, schakelt u de camera in de weergavefunctie voor diavoorstelling (pagina 29) totdat de camera wordt uitgeschakeld. • Gebruik de bijgeleverde accuhouder wanneer u de accu meeneemt of opbergt om vlekken op het aansluitpunt, kortsluiting, enzovoort te voorkomen. Levensduur van de accu • De levensduur van de accu is beperkt. De capaciteit van de accu neemt geleidelijk af naarmate u deze meer gebruikt en de tijd verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is waarschijnlijk het einde van de levensduur van de accu bereikt. Koop een nieuwe accu. • De levensduur van de accu verschilt afhankelijk van de opslag- en gebruiksomstandigheden waaronder de accu wordt gebruikt. Overige • De prestaties van de accu gaan achteruit als deze in een koude omgeving wordt gebruikt. U kunt de accu dus korter gebruiken op koude locaties. Voor een langdurig gebruik raden we u het volgende aan: – Bewaar de accu in een binnenzak om deze warm te houden en plaats de accu vlak voordat u begint met opnemen in de camera. • De acculading wordt sneller verbruikt wanneer u de flitser of zoomfunctie vaak gebruikt. • U kunt het beste reserve-accu's bij de hand houden met een totale opnameduur van twee of drie keer zo lang als de verwachte opnameduur, en eerst proefopnamen maken voordat u de werkelijke opnamen maakt. • Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet waterbestendig. • Laat de accu niet liggen op zeer warme locaties, zoals in een auto of in direct zonlicht. De accu bewaren 111 De acculader De acculader • Laad geen andere accu's dan Sony "InfoLITHIUM"-accu's op met de acculader die bij de camera is geleverd. Andere accu's dan het opgegeven type kunnen lekken, oververhitten of ontploffen wanneer u deze oplaadt. Dit kan letsel door elektrische schokken en brand veroorzaken. • De acculader blijft aangesloten op de netspanning zolang de lader is aangesloten op het stopcontact, zelfs wanneer het CHARGElampje niet brandt. Als er problemen optreden met de acculader, schakelt u de lader onmiddellijk uit door de stekker uit het stopcontact te halen. • Verwijder de opgeladen accu uit de acculader. Als u de opgeladen accu in de lader laat zitten, kan de levensduur van de accu worden verkort. • Als het CHARGE-lampje knippert, geeft dit aan dat een accufout is opgetreden of dat een accu van een ander type dan het opgegeven type is geplaatst. Controleer of de geplaatste accu van het opgegeven type is. Als de accu van het opgegeven type is, haalt u de accu uit de lader, vervangt u deze door een nieuwe of een andere en controleert u of de acculader goed werkt. Als de acculader goed werkt, kan een accufout zijn opgetreden. • Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de accu niet goed wordt opgeladen. Maak de acculader schoon met een droge doek, enzovoort. 112 Index Index A Bestandsextensie .................. 79 EV aanpassen........................23 Aanduiding ...........................13 Bestandsnaam....................... 77 Exposure Bracket..................42 Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling ....37 Bestandsnr. ........................... 65 Besturingssysteem.......... 70, 85 F Aanduiding voor AFbereikzoekerframe .........36 Beveiligen............................. 46 Fijn........................................41 Bewolkt ................................ 39 Flitser ....................................39 Aansluiten Bracket-stap.......................... 44 Flitsfunctie ............................21 Burst ..................................... 42 Flitsniveau.............................44 Computer .......................73 Printer ............................89 Fluorescerend .......................39 C Formatteren.....................59, 60 Accu....................................111 Camera 1 .............................. 55 Foutcodes en berichten .......105 Acculader............................112 Camera 2 .............................. 58 Functiegids............................56 AF-bereikzoekerframe ..........36 Camera vasthouden .......... 7, 19 Afdrukken .............................87 Compressieverhouding......... 10 G Enkelbeeldfunctie..........88 Computer.............................. 69 Gloeilamp .............................39 Indexfunctie...................88 Aanbevolen omgeving................. 70, 85 Televisie.........................67 Afdrukken bij een fotowinkel......................92 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera........................... 79 Afdrukken in enkelbeeldfunctie...........88 Afdrukken in indexfunctie ....88 Beelden kopiëren .... 72, 85 Afdrukmarkering ..................92 Auto Review .........................57 Automatische instelfunctie ...19 Automatische scherpstelling ...7 B Indexscherm..........................29 Windows ....................... 69 "InfoLITHIUM"-accu.........111 Contrast ................................ 45 Initialiseren ...........................64 Beelden kopiëren naar de computer........................72 Beeldformaat...................10, 24 Installeren .............................71 D Intern geheugen ....................18 Daglicht ................................ 40 Intern geheugen-tool.............59 DC IN-aansluiting ................ 12 Interval..................................44 Diafragma............................... 8 ISO....................................8, 40 Diavoorstelling ............... 29, 48 Digitale zoom ....................... 55 J DirectX ................................. 70 JPG .......................................78 DPOF ................................... 92 Dradenkruis van de puntlichtmeting ............. 38 K Kabel voor de multifunctionele aansluiting .........67, 73, 89 Beeldkwaliteit .................10, 41 E Kleur .......................................9 Belichting................................8 Enkelvoud. ........................... 55 Kleurfunctie ..........................35 Bestandopslaglocatie ............77 EV ........................................ 23 Klokinstel. ............................66 Index Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen...............77 Hoge gevoeligheid ................26 I AF-vergrendeling..................37 Ander form............................50 Histogram .......................17, 23 Software ........................ 71 Afspelen................................28 Altijd flitsen ..........................21 Half indrukken ........................7 Macintosh...................... 85 AF-functie.............................55 AF-verlicht............................57 H 113 Index Kopiëren ...............................62 Korte sluitertijd.....................26 Multifunctionele aansluiting..................... 12 Multipoint AF ...................... 36 L Music Transfer ............... 84, 86 Landschap.............................26 Muziek ........................... 49, 63 Langzame synchro................21 N LCD-verlicht.........................63 Natuurlijk ............................. 35 Levendig ...............................35 Netspanningsadapter............ 12 Lichtmeetfun. .......................38 Niet flitsen............................ 21 Lichtmeting met meerdere patronen.........................38 NR lange-sluitertijd.............. 14 NTSC ................................... 66 O Onderbelichting ..................... 8 M Rode-ogeneff. ....................... 56 Roteren ................................. 51 S AF......................................55 Scènekeuze .....................25, 34 Schemer ................................ 26 Schemer-portret ....................26 Scherm Achtergrondverlichting van het LCD-scherm ................................. 17, 63 Schermweergave wijzigen.........................17 M AF ....................................55 Onderdelen en bedieningselementen .... 11 Scherpstellen .................... 7, 36 Macintosh-computer.............85 Opdelen ................................ 51 Scherpte ................................ 45 Aanbevolen omgeving...85 Opn.functie .......................... 42 Macro....................................21 Opnamemap maken ............. 60 Schrijfbeveiligingsschakelaar ..................................... 109 Map.......................................46 Opnamemap wijzigen .......... 61 Sepia ..................................... 35 Opnemen Setup......................... 45, 53, 54 Maken............................60 Wijzigen ........................61 Film............................... 19 Camera 1 ....................... 55 Mass Storage ........................65 Stilstaand beeld............. 19 Camera 2 ....................... 58 "Memory Stick Duo"..........109 Optische zoom ............... 20, 55 Intern geheugen-tool ..... 59 Memory Stick tool................60 Overbelichting........................ 8 Memory Stick tool ........ 60 Setup 1 .......................... 63 Menu.....................................31 Items..............................32 P Opnemen .......................34 PAL ...................................... 66 Setup 1..................................63 Setup 2 .......................... 65 Weergeven .....................46 PC......................................... 69 Setup 2..................................65 Menu voor opnemen.............34 PictBridge ...................... 65, 88 Slimme-zoomfunctie ............ 55 Menu voor weergeven ..........46 Picture Motion Browser....... 80 Sluitertijd ................................ 8 Midden-AF ...........................36 Pieptoon ............................... 63 Sneeuw ................................. 26 Mode.....................................42 Pixel ..................................... 10 Snelle controle......................20 Monitor.................................55 Precisie-digitale-zoomfunctie ...................................... 55 Soft Snap .............................. 26 Problemen oplossen ............. 94 Standaard .............................. 41 PTP....................................... 65 STEADY SHOT ................... 58 Punt-AF................................ 36 Strand ................................... 26 MPG .....................................78 mScherm Aanduiding ....................13 Multi Burst ...........................42 Multi-AF...............................36 114 Rechtstreeks afdrukken ........ 88 S LCD-scherm .........................17 Lichtmeting met nadruk op het midden...........................38 R Puntlichtmeting.................... 38 Software ................... 71, 80, 84 Index T Taal .......................................64 Televisie ................................67 Terugspoelen/snel vooruitspoelen ...............28 Trimmen................................53 U USB-aansl. ............................65 V Vergrootglas ..........................21 VGA......................................24 Video-uit ...............................66 Volume ..................................28 Vooraf ingestelde scherpstelling.................36 Vuurwerk ..............................26 W Wazige beelden .......................7 WB........................................39 Weergavezoom......................28 Windows-computer...............69 Aanbevolen omgeving ...70 Wissen...................................28 Formatteren .............59, 60 Witbalans ..............................39 Z Zelfdiagnosefunctie ............105 Zelfontspanner ......................22 Zoom.....................................20 Z-W.......................................35 Index 115 Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116

Sony DSC-T10 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor