chaam verbinden door in de richting
van de pijl te draaien (Afb. 3B)
- Koppel het geheel aan het deksel
en zet het apparaat aan. (Let op:
het apparaat niet aanzetten als het
geheel niet behoorlijk bevestigd en
gekoppeld is (Afb. 3C).
- Stop het apparaat zodra het voedsel
de gewenste structuur heeft.
- Het geheel van het deksel losmaken
en de reductiegroep uitnemen (Afb. 3D)
Garde- accessoire (Afb. 4)
- Deze accessoire dient om room te
kloppen, eiwitten te slaan...
- Plaats de garde in de overbrenging
(Afb. 4A).
- Draai dit geheel in de richting van
de pijlen om het geheel op het motor-
lichaam te monteren (Afb. 4B).
- Plaats het voedsel in een ruime kom
en zet het apparaat aan. Voor een
optimaal resultaat is het raadzaam
de garde met de klok mee of terug te
bewegen.
- Verwijder de klopper en maak de
reductiegroep los (Afb. 4C)
- Noot 1: Gebruik dit accessoire nooit
aan hoge snelheden. De draadjes van
de garde kunnen immers beschadigd
worden.
- Noot 2: Trek aan de ring van de
garde (F) om deze van de vertragings-
groep (G) los te maken.
Thermische beveiliger:
- Dit apparaat beschikt over een
thermisch veiligheidsmechaniek dat
het apparaat tegen oververhitting
beveiligt.
- Wanneer het apparaat spontaan
uitschakelt en niet terug inschakelt,
trek de stekker dan uit het stopcon-
tact en wacht 15 minuten alvorens
de stekker terug in te steken. Indien
het apparaat dan nog steeds niet
werkt, neem dan contact op met een
erkende technische dienst.
Reiniging
- Trek de stekker van het apparaat uit
en laat het afkoelen alvorens het te
reinigen.
- Maak het apparaat schoon met een
vochtige doek met een paar druppels
afwasmiddel en maak het apparaat
daarna goed droog.
- Gebruik geen oplosmiddelen of
producten met een zure of basisch
ph, zoals bleekwater, noch schuur-
middelen, om het apparaat schoon
te maken.
- Dompel het apparaat niet onder in
water of een andere vloeistof en houd
het niet onder de kraan.
- Tijdens de schoonmaakbeurt extra
oppassen met de messen van de
mixer want die zijn zeer scherp.
- Het is raadzaam om het apparaat
geregeld schoon te maken en om alle
voedselresten te verwijderen.
- Indien het apparaat niet goed onder-
houden wordt, kan dit zorgen voor
beschadiging van het oppervlak en
kan dit de levensduur van het appara-
at onverbiddelijk aantasten en tot een
gevaarlijke situatie leiden.
- De volgende onderdelen mogen met
warm zeepwater schoongemaakt wor-
den of in de vaatwasser geplaatst wor-
den (op een zacht wasprogramma):