Indesit SIXL 126 (EU) de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
37
Nederlands
Inhoud
Installatie, 38-39
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat, 40-41
Zelfreinigend wasmiddelbakje
Bedieningspaneel
Balanceersysteem van de lading
Het uitvoeren van een wascyclus, 42
Wasprogrammas, 43
Wasmiddelen en wasgoed, 44
Voorbereiden van het wasgoed
Wastips
Voorzorgsmaatregelen en advies, 45
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en bescherming van het milieu
Druppelopvangsysteem
Onderhoud en verzorging, 46
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de wateraanvoerslang
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
NL
WASAUTOMAAT
SIXL 126
Gebruiksaanwijzing
38
NL
A
Installatie
Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat
verkoopt of u verhuist, dient u de gebruiksaanwijzing
bij het apparaat te bewaren zodat de nieuwe
gebruiker de functies en betreffende raadgevingen
kan doornemen.
Lees de instructies aandachtig door: u vindt er
belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik
en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. Het apparaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het
geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u
contact opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer en de
rubberen ring met
bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic
doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat
ooit weer moeten worden vervoerd, dan moeten deze
onderdelen weer worden aangebracht.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpas zetten
De wasautomaat kan veel lawaai maken als de twee
voorste stelvoetjes niet juist zijn afgesteld.
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet tegen een muur,
meubel of dergelijke steunen.
2. Als de vloer niet volledig
horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster
te schroeven (zie
afbeelding); de
inclinatiehoek, gemeten
ten opzichte van het
werkvlak, mag de niet
overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van
de automaat tijdens de werking. In het geval van
plaatsing op vloerbedekking of tapijt regelt u de
stelvoetjes zodanig dat onder de wasautomaat
genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Plaats de pakking A op
het uiteinde van de
waterbuis en schroef
deze op een
koudwaterkraan met een
mondstuk met
schroefdraad van 3/4 gas
(zie afbeelding).
Voordat u hem aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan de
wasautomaat door hem
op de betreffende
watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de
buis zijn.
De waterdruk van de kraan moet zich binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden
(zie bladzijde hiernaast).
Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde winkel of een
bevoegde installateur.
NL
39
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Steek de afvoerslang
zonder hem te knikken in
een afvoerpijp dat een
hoogte moet hebben van
65 tot 100 cm vanaf de
grond gerekend;
of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de
bijgeleverde steun aan
de kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit
niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde
doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag
hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet
u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens
(zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
automaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of
het stopcontact vervangen worden.
De wasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats,
aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer
bloot te stellen.
Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
De voedingskabel mag alleen door een bevoegde
installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Technische gegevens
Model
SIXL 126
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 53,5
Vermogen
van 1 tot 6 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat
is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 52 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1200 toeren per minuut
Controle-program-
ma's volgens de
norm EN 60456
programma ;
uitgevoerd met 6 kg lading.
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EEC voorschriften:
-73/23/EEC van 19/02/73
(Laagspanning) en successievelijke
modificaties
-89/336/EEC van 03/05/89
(Elektromagnetische compatiabiliteit)
en successievelijke modificaties
- 2002/96/CE
40
NL
BEDIENINGSPANEEL
DEUR
WASAUTOMAAT
STELVOETJES
HANDVAT DEUR
WASAUTOMAAT
Zelfreinigend wasmiddelbakje
Deze wasautomaat is voorzien van een revolutionair
zelfreinigend wasmiddelbakje dat in staat is de
waskwaliteit te verbeteren.
Het bakje bevindt zich aan de binnenkant van de deur.
1. Open de deur om toegang te krijgen tot het
wasmiddelbakje (zie afbeelding A).
2. Giet of strooi het wasmiddel of wasversterker in de
bakjes, over de beschermingsroosters, zoals hierna
aangegeven:
Bakje
: vloeibaar wasmiddel en vloeibare
wasversterkers.
Bakje : waspoeder of tabletten en
wasversterkers in poedervorm.
Om de tabletten in te voeren, tilt u het
beschermrooster van het bakje op.
Bakje
: wasverzachter.
Het gieten van wasmiddelen of vloeibare
wasversterkers in het middelste bakje kan een
ongewild leeglopen ervan veroorzaken.
M
A
X
M
A
X
TOEGANGSLUIK
AFVOERPOMP
STOP
STOP
U kunt het wasmiddelniveau aflezen vanaf de speciale
doorzichtige venstertjes die zich op het bakje bevinden.
In de bakjes
en bevinden zich bovendien
vlottertjes die de hoeveelheid wasmiddel aangeven
(zie afbeelding B). Als u de maximale hoeveelheid
wasmiddel/wasverzachter invoert zullen de
vlottertjes stijgen totdat ze de beschermroosters
van de bakjes bereiken.
Zorg ervoor nooit de maximum niveaus te
overschrijden die op het wasmiddelbakje staan
aangegeven.
We raden u aan altijd de doseringsinstructies op
te volgen die u op de verpakking van het
wasmiddel zelf terugvindt. Bepaalde bijzonder
dikke vloeibare wasmiddelen kunnen beter direct in
een wasbol in de trommel worden geplaatst dan in
het wasmiddelbakje.
Als de wasautomaat meer wordt geladen dan
maximaal wordt aangegeven kan het wasmiddel aan
de onderzijde van het bakje leeglopen.
Het gebruik van een te grote hoeveelheid wasmiddel
zorgt er niet voor dat het wasgoed schoner wordt,
maar echter wel dat het milieu meer wordt vervuild.
Het water dat wordt gebruikt tijdens de wascyclus
zorgt ervoor dat eventueel overbodig wasmiddel uit
het wasbakje wordt verwijderd. Het is mogelijk het
wasmiddelbakje handmatig te verwijderen (zie
Onderhoud en verzorging).
Om het wasmiddel makkelijker te doseren raden wij u
aan het speciale doseerbakje te gebruiken dat bij de
wasautomaat wordt geleverd.
De maximum inhoud van het bakje komt overeen met:
- vloeibaar wasmiddel: 1 1/2 maatbeker
- waspoeder: 2 maatbekers
- wasverzachter: 1 maatbeker
AB
Beschrijving van de wasautomaat
NL
41
Knop
AAN/UIT
Rood controlelampje
DEUR
GEBLOKKEERD
Knop AAN/UIT:
druk op deze knop en om de wasautomaat aan- of uit te
zetten.
Als de automaat aanstaat gaan de symbolen op de
knoppen van start programma knipperen, terwijl de
controlelampjes van de wasduur blijven branden.
Om de cyclus te annuleren houdt u de aan/uit knop
tijdens de wascyclus circa 2 seconden lang ingedrukt.
Het controlelampje
zal enkele seconden
knipperen terwijl de wasautomaat automatisch het
overtollige water afvoert.
Rood controlelampje DEUR GEBLOKKEERD:
als het controlelampje aan is betekent het dat de
deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per
ongeluk open gaat. Om beschadigingen te
voorkomen moet u aan het einde van de wascyclus
of tijdens de pauze wachten tot het controlelampje
gaat knipperen voor u de deur opendoet. De
wachttijd aan het einde van het wasprogramma is
ongeveer 2 minuten.
Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD snel
knippert geeft dit een storing aan (zie Storingen en
oplossingen).
Knoppen START PROGRAMMA:
druk hierop om het geselecteerde wasprogramma te
starten.
- licht op knop brandt vast: programma bezig.
- licht op knop knippert: wacht op selectie.
Controlelampjes
WASDUUR
Knop
START PROGRAMMA
SNELLE WAS 30'
Knop
START
PROGRAMMA
FIJNE WAS
Knop
START
PROGRAMMA WIT
KATOEN
Knop
START PROGRAMMA
GEKLEURD
ANTI KREUK
Controlelampjes WASDUUR:
deze lampjes gaan een voor een aan om aan te
geven in welke fase het programma zich bevindt.
Aan het einde van het programma zullen alle
controlelampjes gaan knipperen.
Voor verdere details zie Het uitvoeren van een
wascyclus.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de
automaat de lading vóór het centrifugeren op een
gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel
voortdurend te laten draaien op een snelheid die iets
hoger ligt dan de wassnelheid.
Als, na herhaaldelijke pogingen, de lading nog steeds
niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de
centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die
was voorzien.
Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat
een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge.
De herhaaldelijke balanceerpogingen kunnen de totale
duur van de cyclus verlengen tot aan maximaal 10
minuten.
Bedieningspaneel
42
NL
N.B.: Na de installatie en voor u de wasautomaat in
gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren
met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het
programma
.
1. SCHAKEL DE WASAUTOMAAT IN door op de knop
AAN/UIT
te drukken. De symbolen op de
knoppen START PROGRAMMA beginnen te
knipperen en de controlelampjes van de
WASDUUR blijven vast branden om aan te geven
dat de wasautomaat klaar is om instructies te
ontvangen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur met
behulp van het speciale handvat. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de
laadhoeveelheid te overschrijden die wordt
aangegeven in de programmatabel op de volgende
bladzijde.
3. WASMIDDEL EN WASVERSTERKERS DOSEREN
Doseer wasmiddelen in het bakje in de deur. Zorg
ervoor de maximale niveaus niet te overschrijden.
Deze staan aangegeven aan de voorkant van het
bakje en op de speciale vlottertjes. Voor verdere
datails, zie Beschrijving van de wasautomaat.
4. SLUIT DE DEUR.
5. START HET
WASPROGRAMMA
door op de betreffende
KNOP START
WASPROGRAMMA te
drukken. Het symbool
dat betrekking heeft op
het geselecteerde
programma blijft vast
branden, terwijl alle
andere controlelampjes met betrekking tot de
wasduur uitgaan. Het controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD blijft vast branden om aan te
geven dat de veiligheidsblokkering van het deurtje
is ingeschakeld.
Voor een beschrijving van de beschikbare
wasprogrammas, zie Wasprogrammas.
De procedure om het programma FIJNE WAS
te starten is anders. Zie hoofdstuk Fijne was
30° op de volgende pagina.
Tijdens het programma zullen de controlelampjes
WASDUUR een voor een aan gaan, om aan te geven
welk deel van het programma al is voltooid.
De tekening hiernaast
geeft een situatie weer
waarin circa 50% van de
cyclus is uitgevoerd.
Aan het einde van de
cyclus zullen alle
controlelampjes van de
WASDUUR knipperend
branden.
6. Het is mogelijk het WASPROGRAMMA TE
ONDERBREKEN door op de verlichte startknop
van het programma te drukken deze zal dan
knipperen. Na circa twee minuten zal het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uitgaan om
aan te geven dat het mogelijk is de deur te
openen.
Als u wasmiddel wilt toevoegen moet u oppassen
dat het vlottertje MAX niet reeds in de hoogste
stand staat.
Om het programma voort te zetten doet u de deur
weer dicht en drukt u nogmaals op de betreffende
startknop.
Om de maximale veiligheid te garanderen, zal het
niet mogelijk zijn het deurtje te openen indien er
teveel water in de trommel aanwezig is (het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD zal ook na
twee minuten aan blijven). Het is in dit geval
noodzakelijk de wasautomaat uit te zetten door
circa 2 seconden op de knop AAN/UIT
te
drukken en te wachten tot het water automatisch
wordt afgevoerd.
7. EINDE VAN HET PROGRAMMA
Aan het einde van het wasprogramma zal het
symbool met betrekking tot het geselecteerde
programma branden, terwijl alle controlelampjes
van de wasduur beginnen te knipperen.
Om een nieuwe wascyclus te starten dient u de
wasautomaat uit te schakelen en daarna weer in
te schakelen, door TWEE MAAL op de knop AAN/
UIT
te drukken.
Het uitvoeren van een wascyclus
NL
43
WIT KATOEN 60°
Geschikt voor het wassen van wit katoenen wasgoed.
De hogere wastemperatuur zorgt ervoor dat u betere
wasresultaten kunt bereiken in de klasse A.
GEKLEURD 40° / ANTI KREUK
Met dit programma kunt u al uw bonte was wassen,
zowel van katoen als synthetisch. De centrifuge wordt
nauwkeurig gecontroleerd tijdens de gehele wascyclus,
zodat er minder kreukels op de stof worden gevormd en
de kleding makkelijker kan worden gestreken.
Het is mogelijk tegelijkertijd katoenen en synthetisch
wasgoed te wassen.
FIJNE WAS 30°
Cyclus voor het wassen van wol, zijde en alle andere
fijne was. Gezien de verschillende eigenschappen van
dit wasgoed vereist dit programma een
verschillende activering:
+ CYCLUS FIJNE WAS MET CENTRIFUGE
AAN HET EINDE (voor wollen wasgoed): druk op de
knop START PROGRAMMA FIJNE WAS
. Na circa 3
seconden zullen de knoppen START PROGRAMMA
FIJNE WAS
en START PROGRAMMA SNELLE WAS
beginnen te knipperen. Druk nogmaals op de knop
START PROGRAMMA FIJNE WAS
om de wascyclus
uit te voeren die eindigt met een langzame centrifuge.
Tijdens dit programma beweegt de trommel op een
speciaal ontwikkelde manier, die ervoor zorgt dat het
overtollige water uit de stoffen wordt verwijderd, waardoor
wollen kledingstukken beter worden beschermd.
+ CYCLUS FIJNE WAS MET UITSLUITING VAN
DE CENTRIFUGE (voor kledingstukken van zijde, viscose
en voor het wassen van gordijnen en vitrage; niet te
gebruiken voor het wassen van wol): druk op de knop
START PROGRAMMA FIJNE WAS
. Na circa 3
seconden zullen de knoppen START PROGRAMMA FIJNE
WAS
en START PROGRAMMA SNELLE WAS
beginnen te knipperen. Druk op de knop START SNELLE
WAS
voor een wascyclus zonder de centrifuge aan het
einde. Aan het einde van de cyclus zal de wasautomaat
automatisch het water dat aanwezig is in de trommel
afvoeren. We raden u aan gelijk het wasgoed uit de
automaat te halen om een onnodig kreuken te vermijden.
SNELLE WAS 30' / SPOELEN
Met dit programma kunt u in slechts 30 minuten u niet
zo vuile katoenen of synthetisch kleding wassen, of
wasgoed waar op het etiket staat wassen op 30°
U kunt bovendien katoenen of synthetisch wasgoed dat
van te voren op de hand is gewassen uitspoelen (wol en
zijde uitgezonderd).
Dankzij speciale sensoren is de wasautomaat in
staat de aanwezigheid van wasmiddel waar te nemen
op het wasgoed dat in de trommel wordt geplaatst:
- als er geen wasmiddel op het wasgoed aanwezig is,
zal de cyclus SNELLE WAS 30' worden uitgevoerd;
- als er wel wasmiddel aanwezig is (kleding die met de
hand is gewassen), zal automatisch de cyclus
SPOELEN worden uitgevoerd.
AUTOMATISCH BEHEER VAN HET SPOELEN
De spoelfunctie wordt in elk programma door speciale
sensoren geregeld. In het geval het wasgoed aan het
einde van de wasfase nog vol zeep zit, zal de
spoelfase automatisch worden verlengd tot aan de
volledige verwijdering van het wasmiddel. In dit geval
zal de duur van de wascyclus iets langer zijn dan
aangegeven in de programmatabel.
*N.B.: voor informatie over het uitsluiten van de centrifuge bij fijne was, zie de paragraaf Fijne was 30°
onderaan de bladzijde.
**N.B.: voor informatie hoe wasgoed dat met de hand is gewassen te kunnen spoelen met koud water, zie de
paragraaf Snelle was 30'/Spoelen onderaan de bladzijde.
De duur van de programmas zoals aangegeven in de tabel zijn slechts geschat en gaan uit van een gemiddelde hoeveelheid wasgoed.
Wasprogrammas
Knop Materiaal
Max.
Lading
(kg)
Temperatuur
Centrifuge
(toeren per
minuut)
Duur van
de cyclus
(minuten)
Beschrijving van de
wascyclus
WIT KATOEN
Wit katoen 6 60°C 1200 145
Wassen, spoelen, centrifuge
halverwege en op het einde
GEKLEURD
40° / ANTI KREUK
Bont katoen en synthetisch 4,5 40°C 1000 80
Wassen, spoelen en lichte
centrifuge
FIJNE WAS
Wol (langzame centrifuge
op het einde)
1,5 30°C 600 50
Wassen, spoelen en lichte
centrifuge
Zijde en gordijnen (zonder
centrifuge op het einde)
1,5 30°C
geen
centrifuge*
50
Wassen, spoelen en water
afvoeren
SNELLE WAS 30’ / SPOELEN
Katoen en synthetisch 3 30°/koud water** 800 30
Wassen (alleen als het
programma "Snelle was" actief
is), spoelen en lichte centrifuge
+
+
44
NL
Wastips
Handdoeken en beddengoed (lakens,
handdoeken, badjassen, etc.): gebruik het
programma WIT KATOEN 60°
dat de beste
wasprestaties garandeert in klasse A. De intensieve
centrifuge zorgt ervoor dat het overtollige water
goed wordt verwijderd.
Witte katoenen kledingstukken (overhemden,
t-shirts, tafellakens, etc.): gebruik het
programma WIT KATOEN 60°. Het is raadzaam
hardnekkige vlekken voor te wassen met een
stuk zeep voor u het kledingstuk in de
wasautomaat doet.
Bonte katoenen kledingstukken (overhemden,
t-shirts, linnengoed, etc.): gebruik het programma
GEKLEURD 40°
dat de beste wasprestaties
levert zonder de kleuren te beschadigen. De
centrifugefase vermindert, dankzij de functie ANTI
KREUK, de vorming van kreukels aan het einde van
de wascyclus, waardoor strijken gemakkelijker
wordt. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te
gebruiken.
Witte of bonte synthetische kledingstukken
(overhemden, t-shirts, linnengoed, etc.): gebruik
het programma GEKLEURD 40°
. We raden u
aan nooit witte en bonte was tegelijk te wassen,
om te voorkomen dat de bonte was afgeeft op de
witte was. We raden u aan een vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Bonte katoenen of synthetisch wasgoed, met op
het etiket de aanwijzing wassen op 30°
:
gebruik het programma SNELLE WAS 30
. De
lage wastemperatuur zorgt ervoor dat de kleuren
goed worden behouden. We raden u aan een
vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Wollen kleding (truien, sjaals, etc.): gebruik het
programma FIJNE WAS 30° met centrifuge op het
einde
+ . Het bewegen van de trommel
tijdens het wassen en de langzame centrifuge
behoeden het vervilten van de stoffen. Gebruik
wasmiddel dat speciaal voor wol is bedoeld.
Overschrijd nooit het maximale laadniveau.
Zijden kleding (blouses, linnengoed, etc.):
gebruik het programma FIJNE WAS 30° met
uitsluiting van de centrifuge
+ . Zorg ervoor
het gewassen goed nooit te lang in de trommel te
laten om te voorkomen dat het kreukt.
Gordijnen: gebruik het programma FIJNE WAS
30° met uitsluiting van de centrifuge
+ . Vouw
de gordijnen en doe ze in een kussensloop of
wasnet. Was ze alleen en zorg ervoor nooit het
maximale laadniveau te overschrijden.
Hoeveel weegt het wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
1 spijkerbroek 400-500 g.
1 overhemd 150-200 g.
Wasmiddelen en wasgoed
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd nooit de waarden van maximale lading
die zijn aangegeven in de Wasprogrammas.
NL
45
Voorzorgsmaatregelen
en advies
2
1
Deze wasautomaat is ontworpen en uitgevoerd
volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze
aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid en moeten
aandachtig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor
huishoudelijk niet-professioneel gebruik.
De wasautomaat mag alleen door volwassenen
worden gebruikt en volgens de instructies in deze
handleiding.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, maar altijd door de stekker
zelf beet te pakken.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het
behoorlijk warm kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme
dat een ongewild openen van de deur voorkomt,
kan beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit
dan met twee of drie personen tegelijk en met
grote voorzichtigheid. Doe dit nooit alleen want het
apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet
u controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het
materiaal hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur, voorziet dat huishoudelijke apparatuur
niet met het normale afval mag worden
meegegeven. De afgedankte apparatuur moet
apart worden opgehaald om het wedergebruik van
materialen waarvan het is gemaakt te
optimaliseren en om potentiële schade aan de
gezondheid en het milieu te voorkomen. Het
symbool van de afvalemmer met een kruis staat op
elk product, om aan te geven dat het apart moet
worden weggegooid.
Voor verdere informatie betreffende het correcte
verwijderen van huishoudelijke apparatuur kunnen
de gebruikers zich wenden tot de gemeentelijke
reinigingsdienst of de verkoper.
Energiebesparing en bescherming
van het milieu
Bezuinigen op wasmiddel, water, energie en tijd
Teneinde geen energiebronnen te verkwisten moet
de wasautomaat altijd met een maximale lading
worden gebruikt. U spaart 50% energie met een
volle lading i.p.v. twee half volle ladingen.
Door vlekken met een ontvlekkingsmiddel te
behandelen of van te voren in te weken kunt u op
lagere temperaturen wassen.
Doseer het wasmiddel op basis van de hardheid
van het water, de vuilheidsgraad en de hoeveelheid
wasgoed. Zo vermijdt u onnodig energieverbruik en
beschermt u het milieu: ook al zijn wasmiddelen
biologisch afbreekbaar, toch bevatten ze
elementen die het evenwicht in de natuur
verstoren. Probeer bovendien zoveel mogelijk
wasverzachters vermijden.
Door gedurende de late middag tot aan de vroege
morgen te wassen werkt u mee aan het beperken
van de belasting van elektrische centrales.
Druppelopvangsysteem
De wasautomaat is voorzien van een
druppelopvangsysteem aan de binnenkant van het
deurtje om eventuele overgebleven druppels aan het
einde van de cyclus op te vangen.
We raden u aan regelmatig de vochtigheidsgraad van
het sponsje in het bakje van het
druppelopvangsysteem te controleren. Indien
noodzakelijk is het mogelijk het sponsje te reinigen of
te vervangen, zoals volgt:
1. trek het bakje naar
voren door er licht aan de
onderkant tegen te
drukken.
2. verwijder het sponsje,
spoel het onder stromend
water en knijp het goed
uit. Het is bovendien
mogelijk het sponsje te
vervangen met een van
de bijgeleverde reservesponsjes.
3. doe het sponsje weer op zijn plaats in het bakje.
4. doe het bakje weer op zijn plaats in de deur. Zorg
ervoor dat de veren van de deur weer goed op
hun plaats in het bakje worden gestoken.
5. controleer of het wasmiddelbakje goed op zijn
plaats zit.
46
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee
beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de
wasautomaat alsmede lekkagegevaar.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat schoonmaakt en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen
met een spons en een lauw sopje worden
schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of
oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Controleer dat er geen wasmiddel of water in het
wasmiddelbakje zit voordat u het verwijdert. Als er
wel water of wasmiddel in het bakje zitten moet u
controleren dat ze niet uit het bakje lopen als u het
verwijdert.
Het wasmiddelbakje van deze wasautomaat wordt
automatisch gereinigd tijdens het wasprogramma.
Het is echter mogelijk dat er bij het gebruik van
speciale wasmiddelen, in uitzonderlijke gevallen,
zeepresten achterblijven. Om het wasmiddelbakje
handmatig te reinigen gaat u als volgt te werk:
1. Open de deur om bij
het bakje te komen.
2. Trek het bakje naar
boven toe en naar
buiten. Pak het bij het
middelste bakje beet
zoals aangegeven in de
afbeelding. Pak het
bakje nooit bij het
rooster beet aangezien
u het zou kunnen beschadigen.
3. Haal het deksel van
het bakje los om
toegang tot het bakje te
krijgen, zoals
aangegeven in de
afbeelding.
4. Reinig het bakje
onder het stromende
water.
5. Haak het deksel
weer vast en doe en bakje weer op zijn plaats
totdat u klik hoort.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het
kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en
zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal
de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
beschermelement aan de
onderzijde van de
wasautomaat, door het
tegen de klok in te
draaien (zie afbeelding);
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in (zie
afbeelding): het is
normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. schroef het beschermdeksel rechtsom weer op
zijn plaats. Zorg ervoor dat de pijl aan de binnenkant
van het deksel naar boven wijst.
Controleren van de wateraanvoerslang
Controleer minstens een maal per jaar de slang van
de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten
moet hij vervangen worden: gedurende het wassen
kan de hoge waterdruk onverwachts breuken
veroorzaken.
Gebruik nooit oude slangen.
NL
47
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat het apparaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie Service) moet
u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te
maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De AAN/UIT knop is niet ingedrukt.
De knoppen START PROGRAMMA zijn niet ingedrukt (ze knipperen nog).
De waterkraan is niet open.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De knoppen START PROGRAMMA zijn niet ingedrukt (ze knipperen nog).
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af
geïnstalleerd (zie Installatie).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie Installatie).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controle het probleem nog niet is opgelost, doet u de
waterkraan dicht, de wasautomaat uit en belt u de Servicedienst. Als u op
een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont, kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water
aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale
beluchters te koop.
De afvoerslang is geknikt (zie Installatie).
De afvoerbuis is verstopt.
De transportbeveiligingsschroeven zijn niet verwijderd tijdens het
installeren. Verwijder de schroeven (zie Installatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie Installatie).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie Installatie).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie Installatie).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie Onderhoud en
verzorging).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie Installatie).
Het druppelopvangsysteem is vol. Reinig of vervang het sponsje (zie
Voorzorgsmaatregelen en advies)
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem weer aan. Het is noodzakelijk de wascyclus
opnieuw te starten.
Als de storing aanhoudt, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet voor
wasautomaat, handwas en machinewas, of iets dergelijks op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen
watertoevoer (Het controlelampje
DEUR GEBLOKKEERD knippert
snel).
De wasautomaat blijft water
aan- en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
Het controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD knippert zeer
snel.
Er ontstaat teveel schuim.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie Storingen en oplossingen);
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is, kunt u contact opnemen met de erkende Servicedienst.
In het geval de wasautomaat verkeerd is geïnstalleerd of u hem niet correct heeft gebruikt zal u
gevraagd worden de reparatiekosten te betalen.
Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N);
Deze laatste gegevens vindt u op het typeplaatsje op het apparaat.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 38-39 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Technische gegevens Beschrijving van de wasautomaat, 40-41 Zelfreinigend wasmiddelbakje Bedieningspaneel Balanceersysteem van de lading Het uitvoeren van een wascyclus, 42 Wasprogramma’s, 43 Wasmiddelen en wasgoed, 44 SIXL 126 Voorbereiden van het wasgoed Wastips Voorzorgsmaatregelen en advies, 45 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en bescherming van het milieu Druppelopvangsysteem Onderhoud en verzorging, 46 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de wateraanvoerslang Storingen en oplossingen, 47 Service, 48 37 Installatie NL  Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt of u verhuist, dient u de gebruiksaanwijzing bij het apparaat te bewaren zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen.  Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van plaatsing op vloerbedekking of tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasautomaat genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis Uitpakken 1. Het apparaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit weer moeten worden vervoerd, dan moeten deze onderdelen weer worden aangebracht. A 1. Plaats de pakking A op het uiteinde van de waterbuis en schroef deze op een koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u hem aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding).  Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. Waterpas zetten  De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). De wasautomaat kan veel lawaai maken als de twee voorste stelvoetjes niet juist zijn afgesteld. 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet tegen een muur, meubel of dergelijke steunen. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 38  Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Steek de afvoerslang zonder hem te knikken in een afvoerpijp dat een hoogte moet hebben van 65 tot 100 cm vanaf de grond gerekend;  Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. NL  Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.  De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen.  Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Technische gegevens Elektrische aansluiting Model SIXL 126 Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 53,5 • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; Vermogen van 1 tot 6 kg Elektrische aansluitingen zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Aansluiting waterleiding max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 52 liters Snelheid centrifuge tot 1200 toeren per minuut Controle-programma's volgens de norm EN 60456 programma ; uitgevoerd met 6 kg lading. • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de automaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden.  De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.  Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: -73/23/EEC van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties -89/336/EEC van 03/05/89 (Elektromagnetische compatiabiliteit) en successievelijke modificaties - 2002/96/CE 39 Beschrijving van de wasautomaat NL BEDIENINGSPANEEL HANDVAT DEUR WASAUTOMAAT DEUR WASAUTOMAAT TOEGANGSLUIK AFVOERPOMP STELVOETJES Zelfreinigend wasmiddelbakje Deze wasautomaat is voorzien van een revolutionair zelfreinigend wasmiddelbakje dat in staat is de waskwaliteit te verbeteren. Het bakje bevindt zich aan de binnenkant van de deur. STOP ST OP MAX MAX A B 1. Open de deur om toegang te krijgen tot het wasmiddelbakje (zie afbeelding A). 2. Giet of strooi het wasmiddel of wasversterker in de bakjes, over de beschermingsroosters, zoals hierna aangegeven: : vloeibaar wasmiddel en vloeibare Bakje wasversterkers. : waspoeder of tabletten en Bakje wasversterkers in poedervorm. Om de tabletten in te voeren, tilt u het beschermrooster van het bakje op. : wasverzachter. Bakje  Het gieten van wasmiddelen of vloeibare wasversterkers in het middelste bakje kan een ongewild leeglopen ervan veroorzaken. 40 U kunt het wasmiddelniveau aflezen vanaf de speciale doorzichtige venstertjes die zich op het bakje bevinden.  In de bakjes en bevinden zich bovendien vlottertjes die de hoeveelheid wasmiddel aangeven (zie afbeelding B). Als u de maximale hoeveelheid wasmiddel/wasverzachter invoert zullen de vlottertjes stijgen totdat ze de beschermroosters van de bakjes bereiken.  Zorg ervoor nooit de maximum niveaus te overschrijden die op het wasmiddelbakje staan aangegeven.  We raden u aan altijd de doseringsinstructies op te volgen die u op de verpakking van het wasmiddel zelf terugvindt. Bepaalde bijzonder dikke vloeibare wasmiddelen kunnen beter direct in een wasbol in de trommel worden geplaatst dan in het wasmiddelbakje. Als de wasautomaat meer wordt geladen dan maximaal wordt aangegeven kan het wasmiddel aan de onderzijde van het bakje leeglopen. Het gebruik van een te grote hoeveelheid wasmiddel zorgt er niet voor dat het wasgoed schoner wordt, maar echter wel dat het milieu meer wordt vervuild. Het water dat wordt gebruikt tijdens de wascyclus zorgt ervoor dat eventueel overbodig wasmiddel uit het wasbakje wordt verwijderd. Het is mogelijk het wasmiddelbakje handmatig te verwijderen (zie Onderhoud en verzorging). Om het wasmiddel makkelijker te doseren raden wij u aan het speciale doseerbakje te gebruiken dat bij de wasautomaat wordt geleverd. De maximum inhoud van het bakje komt overeen met: - vloeibaar wasmiddel: 1 1/2 maatbeker - waspoeder: 2 maatbekers - wasverzachter: 1 maatbeker Bedieningspaneel Knop NL AAN/UIT Controlelampjes WASDUUR Rood controlelampje DEUR GEBLOKKEERD Knop START PROGRAMMA SNELLE WAS 30' Knop START PROGRAMMA FIJNE WAS Knop AAN/UIT: druk op deze knop en om de wasautomaat aan- of uit te zetten. Als de automaat aanstaat gaan de symbolen op de knoppen van start programma knipperen, terwijl de controlelampjes van de wasduur blijven branden. Om de cyclus te annuleren houdt u de aan/uit knop tijdens de wascyclus circa 2 seconden lang ingedrukt. zal enkele seconden Het controlelampje knipperen terwijl de wasautomaat automatisch het overtollige water afvoert. Rood controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk open gaat. Om beschadigingen te voorkomen moet u aan het einde van de wascyclus of tijdens de pauze wachten tot het controlelampje gaat knipperen voor u de deur opendoet. De wachttijd aan het einde van het wasprogramma is ongeveer 2 minuten.  Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD snel knippert geeft dit een storing aan (zie “Storingen en oplossingen”). Knop START PROGRAMMA WIT KATOEN Knop START PROGRAMMA GEKLEURD ANTI KREUK Controlelampjes WASDUUR: deze lampjes gaan een voor een aan om aan te geven in welke fase het programma zich bevindt. Aan het einde van het programma zullen alle controlelampjes gaan knipperen. Voor verdere details zie “Het uitvoeren van een wascyclus”. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading vóór het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel voortdurend te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als, na herhaaldelijke pogingen, de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die was voorzien. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. De herhaaldelijke balanceerpogingen kunnen de totale duur van de cyclus verlengen tot aan maximaal 10 minuten. Knoppen START PROGRAMMA: druk hierop om het geselecteerde wasprogramma te starten. - licht op knop brandt vast: programma bezig. - licht op knop knippert: wacht op selectie. 41 Het uitvoeren van een wascyclus NL N.B.: Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het . programma 1. SCHAKEL DE WASAUTOMAAT IN door op de knop te drukken. De symbolen op de AAN/UIT knoppen START PROGRAMMA beginnen te knipperen en de controlelampjes van de WASDUUR blijven vast branden om aan te geven dat de wasautomaat klaar is om instructies te ontvangen. 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur met behulp van het speciale handvat. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden die wordt aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. De tekening hiernaast geeft een situatie weer waarin circa 50% van de cyclus is uitgevoerd. Aan het einde van de cyclus zullen alle controlelampjes van de WASDUUR knipperend branden. 3. WASMIDDEL EN WASVERSTERKERS DOSEREN Doseer wasmiddelen in het bakje in de deur. Zorg ervoor de maximale niveaus niet te overschrijden. Deze staan aangegeven aan de voorkant van het bakje en op de speciale vlottertjes. Voor verdere datails, zie “Beschrijving van de wasautomaat”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. START HET WASPROGRAMMA door op de betreffende KNOP START WASPROGRAMMA te drukken. Het symbool dat betrekking heeft op het geselecteerde programma blijft vast branden, terwijl alle andere controlelampjes met betrekking tot de wasduur uitgaan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD blijft vast branden om aan te geven dat de veiligheidsblokkering van het deurtje is ingeschakeld. Voor een beschrijving van de beschikbare wasprogramma’s, zie “Wasprogramma’s”.  De procedure om het programma FIJNE WAS te starten is anders. Zie hoofdstuk “Fijne was 30°” op de volgende pagina. Tijdens het programma zullen de controlelampjes WASDUUR een voor een aan gaan, om aan te geven welk deel van het programma al is voltooid. 42 6. Het is mogelijk het WASPROGRAMMA TE ONDERBREKEN door op de verlichte startknop van het programma te drukken deze zal dan knipperen. Na circa twee minuten zal het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uitgaan om aan te geven dat het mogelijk is de deur te openen. Als u wasmiddel wilt toevoegen moet u oppassen dat het vlottertje MAX niet reeds in de hoogste stand staat. Om het programma voort te zetten doet u de deur weer dicht en drukt u nogmaals op de betreffende startknop. Om de maximale veiligheid te garanderen, zal het niet mogelijk zijn het deurtje te openen indien er teveel water in de trommel aanwezig is (het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD zal ook na twee minuten aan blijven). Het is in dit geval noodzakelijk de wasautomaat uit te zetten door te circa 2 seconden op de knop AAN/UIT drukken en te wachten tot het water automatisch wordt afgevoerd. 7. EINDE VAN HET PROGRAMMA Aan het einde van het wasprogramma zal het symbool met betrekking tot het geselecteerde programma branden, terwijl alle controlelampjes van de wasduur beginnen te knipperen. Om een nieuwe wascyclus te starten dient u de wasautomaat uit te schakelen en daarna weer in te schakelen, door TWEE MAAL op de knop AAN/ te drukken. UIT Wasprogramma’s Knop Materiaal Max. Lading (kg) Temperatuur Centrifuge (toeren per minuut) Duur van de cyclus (minuten) 6 60°C 1200 145 Wassen, spoelen, centrifuge halverwege en op het einde 4,5 40°C 1000 80 Wassen, spoelen en lichte centrifuge 1,5 30°C 600 50 1,5 30°C geen centrifuge* 50 3 30°/koud water** 800 30 NL Beschrijving van de wascyclus WIT KATOEN Wit katoen GEKLEURD 40° / ANTI KREUK Bont katoen en synthetisch FIJNE WAS Wol (langzame centrifuge op het einde) Zijde en gordijnen (zonder + centrifuge op het einde) SNELLE WAS 30’ / SPOELEN + Katoen en synthetisch Wassen, spoelen en lichte centrifuge Wassen, spoelen en water afvoeren Wassen (alleen als het programma "Snelle was" actief is), spoelen en lichte centrifuge De duur van de programma’s zoals aangegeven in de tabel zijn slechts geschat en gaan uit van een gemiddelde hoeveelheid wasgoed. *N.B.: voor informatie over het uitsluiten van de centrifuge bij fijne was, zie de paragraaf “Fijne was 30°” onderaan de bladzijde. **N.B.: voor informatie hoe wasgoed dat met de hand is gewassen te kunnen spoelen met koud water, zie de paragraaf “Snelle was 30'/Spoelen” onderaan de bladzijde. WIT KATOEN 60° Geschikt voor het wassen van wit katoenen wasgoed. De hogere wastemperatuur zorgt ervoor dat u betere wasresultaten kunt bereiken in de klasse A. GEKLEURD 40° / ANTI KREUK Met dit programma kunt u al uw bonte was wassen, zowel van katoen als synthetisch. De centrifuge wordt nauwkeurig gecontroleerd tijdens de gehele wascyclus, zodat er minder kreukels op de stof worden gevormd en de kleding makkelijker kan worden gestreken. Het is mogelijk tegelijkertijd katoenen en synthetisch wasgoed te wassen. FIJNE WAS 30° Cyclus voor het wassen van wol, zijde en alle andere fijne was. Gezien de verschillende eigenschappen van dit wasgoed vereist dit programma een verschillende activering: + CYCLUS FIJNE WAS MET CENTRIFUGE AAN HET EINDE (voor wollen wasgoed): druk op de . Na circa 3 knop START PROGRAMMA FIJNE WAS seconden zullen de knoppen START PROGRAMMA en START PROGRAMMA SNELLE WAS FIJNE WAS beginnen te knipperen. Druk nogmaals op de knop om de wascyclus START PROGRAMMA FIJNE WAS uit te voeren die eindigt met een langzame centrifuge. Tijdens dit programma beweegt de trommel op een speciaal ontwikkelde manier, die ervoor zorgt dat het overtollige water uit de stoffen wordt verwijderd, waardoor wollen kledingstukken beter worden beschermd. + CYCLUS FIJNE WAS MET UITSLUITING VAN DE CENTRIFUGE (voor kledingstukken van zijde, viscose en voor het wassen van gordijnen en vitrage; niet te gebruiken voor het wassen van wol): druk op de knop . Na circa 3 START PROGRAMMA FIJNE WAS seconden zullen de knoppen START PROGRAMMA FIJNE en START PROGRAMMA SNELLE WAS WAS beginnen te knipperen. Druk op de knop START SNELLE voor een wascyclus zonder de centrifuge aan het WAS einde. Aan het einde van de cyclus zal de wasautomaat automatisch het water dat aanwezig is in de trommel afvoeren. We raden u aan gelijk het wasgoed uit de automaat te halen om een onnodig kreuken te vermijden. SNELLE WAS 30' / SPOELEN Met dit programma kunt u in slechts 30 minuten u niet zo vuile katoenen of synthetisch kleding wassen, of wasgoed waar op het etiket staat “wassen op 30°” U kunt bovendien katoenen of synthetisch wasgoed dat van te voren op de hand is gewassen uitspoelen (wol en zijde uitgezonderd). Dankzij speciale sensoren is de wasautomaat in staat de aanwezigheid van wasmiddel waar te nemen op het wasgoed dat in de trommel wordt geplaatst: - als er geen wasmiddel op het wasgoed aanwezig is, zal de cyclus SNELLE WAS 30' worden uitgevoerd; - als er wel wasmiddel aanwezig is (kleding die met de hand is gewassen), zal automatisch de cyclus SPOELEN worden uitgevoerd. AUTOMATISCH BEHEER VAN HET SPOELEN De spoelfunctie wordt in elk programma door speciale sensoren geregeld. In het geval het wasgoed aan het einde van de wasfase nog vol zeep zit, zal de spoelfase automatisch worden verlengd tot aan de volledige verwijdering van het wasmiddel. In dit geval zal de duur van de wascyclus iets langer zijn dan aangegeven in de programmatabel. 43 Wasmiddelen en wasgoed NL Voorbereiden van het wasgoed Hoeveel weegt het wasgoed? • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd nooit de waarden van maximale lading die zijn aangegeven in de “Wasprogramma’s”. 1 1 1 1 1 1 1 laken 400-500 g. sloop 150-200 g. tafelkleed 400-500 g. badjas 900-1200 g. handdoek 150-250 g. spijkerbroek 400-500 g. overhemd 150-200 g. Wastips Handdoeken en beddengoed (lakens, handdoeken, badjassen, etc.): gebruik het dat de beste programma WIT KATOEN 60° wasprestaties garandeert in klasse A. De intensieve centrifuge zorgt ervoor dat het overtollige water goed wordt verwijderd. Bonte katoenen of synthetisch wasgoed, met op : het etiket de aanwijzing “wassen op 30°” . De gebruik het programma SNELLE WAS 30 lage wastemperatuur zorgt ervoor dat de kleuren goed worden behouden. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Witte katoenen kledingstukken (overhemden, t-shirts, tafellakens, etc.): gebruik het programma WIT KATOEN 60°. Het is raadzaam hardnekkige vlekken voor te wassen met een stuk zeep voor u het kledingstuk in de wasautomaat doet. Wollen kleding (truien, sjaals, etc.): gebruik het programma FIJNE WAS 30° met centrifuge op het + . Het bewegen van de trommel einde tijdens het wassen en de langzame centrifuge behoeden het vervilten van de stoffen. Gebruik wasmiddel dat speciaal voor wol is bedoeld. Overschrijd nooit het maximale laadniveau. Bonte katoenen kledingstukken (overhemden, t-shirts, linnengoed, etc.): gebruik het programma dat de beste wasprestaties GEKLEURD 40° levert zonder de kleuren te beschadigen. De centrifugefase vermindert, dankzij de functie ANTI KREUK, de vorming van kreukels aan het einde van de wascyclus, waardoor strijken gemakkelijker wordt. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Witte of bonte synthetische kledingstukken (overhemden, t-shirts, linnengoed, etc.): gebruik . We raden u het programma GEKLEURD 40° aan nooit witte en bonte was tegelijk te wassen, om te voorkomen dat de bonte was afgeeft op de witte was. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. 44 Zijden kleding (blouses, linnengoed, etc.): gebruik het programma FIJNE WAS 30° met + . Zorg ervoor uitsluiting van de centrifuge het gewassen goed nooit te lang in de trommel te laten om te voorkomen dat het kreukt. Gordijnen: gebruik het programma FIJNE WAS + . Vouw 30° met uitsluiting van de centrifuge de gordijnen en doe ze in een kussensloop of wasnet. Was ze alleen en zorg ervoor nooit het maximale laadniveau te overschrijden. Voorzorgsmaatregelen en advies  Deze wasautomaat is ontworpen en uitgevoerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • De wasautomaat mag alleen door volwassenen worden gebruikt en volgens de instructies in deze handleiding. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het behoorlijk warm kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en met grote voorzichtigheid. Doe dit nooit alleen want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte apparatuur moet apart worden opgehaald om het wedergebruik van materialen waarvan het is gemaakt te optimaliseren en om potentiële schade aan de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan te geven dat het apart moet worden weggegooid. Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijderen van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper. Energiebesparing en bescherming van het milieu Bezuinigen op wasmiddel, water, energie en tijd • Teneinde geen energiebronnen te verkwisten moet de wasautomaat altijd met een maximale lading worden gebruikt. U spaart 50% energie met een volle lading i.p.v. twee half volle ladingen. • Door vlekken met een ontvlekkingsmiddel te behandelen of van te voren in te weken kunt u op lagere temperaturen wassen. • Doseer het wasmiddel op basis van de hardheid van het water, de vuilheidsgraad en de hoeveelheid wasgoed. Zo vermijdt u onnodig energieverbruik en beschermt u het milieu: ook al zijn wasmiddelen biologisch afbreekbaar, toch bevatten ze elementen die het evenwicht in de natuur verstoren. Probeer bovendien zoveel mogelijk wasverzachters vermijden. • Door gedurende de late middag tot aan de vroege morgen te wassen werkt u mee aan het beperken van de belasting van elektrische centrales. Druppelopvangsysteem De wasautomaat is voorzien van een druppelopvangsysteem aan de binnenkant van het deurtje om eventuele overgebleven druppels aan het einde van de cyclus op te vangen. We raden u aan regelmatig de vochtigheidsgraad van het sponsje in het bakje van het druppelopvangsysteem te controleren. Indien noodzakelijk is het mogelijk het sponsje te reinigen of te vervangen, zoals volgt: 1. trek het bakje naar voren door er licht aan de onderkant tegen te drukken. 2. verwijder het sponsje, 1 spoel het onder stromend water en knijp het goed 2 uit. Het is bovendien mogelijk het sponsje te vervangen met een van de bijgeleverde reservesponsjes. 3. doe het sponsje weer op zijn plaats in het bakje. 4. doe het bakje weer op zijn plaats in de deur. Zorg ervoor dat de veren van de deur weer goed op hun plaats in het bakje worden gestoken. 5. controleer of het wasmiddelbakje goed op zijn plaats zit. 45 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Onderhoud van deur en trommel • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasautomaat alsmede lekkagegevaar. • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat schoonmaakt en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje  Controleer dat er geen wasmiddel of water in het wasmiddelbakje zit voordat u het verwijdert. Als er wel water of wasmiddel in het bakje zitten moet u controleren dat ze niet uit het bakje lopen als u het verwijdert. Het wasmiddelbakje van deze wasautomaat wordt automatisch gereinigd tijdens het wasprogramma. Het is echter mogelijk dat er bij het gebruik van speciale wasmiddelen, in uitzonderlijke gevallen, zeepresten achterblijven. Om het wasmiddelbakje handmatig te reinigen gaat u als volgt te werk: 1. Open de deur om bij het bakje te komen. 2. Trek het bakje naar boven toe en naar buiten. Pak het bij het middelste bakje beet zoals aangegeven in de afbeelding. Pak het bakje nooit bij het rooster beet aangezien u het zou kunnen beschadigen. 3. Haal het deksel van het bakje los om toegang tot het bakje te krijgen, zoals aangegeven in de afbeelding. 4. Reinig het bakje onder het stromende water. 5. Haak het deksel weer vast en doe en bakje weer op zijn plaats totdat u klik hoort. 46 Reinigen van de pomp De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.  Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. verwijder het beschermelement aan de onderzijde van de wasautomaat, door het tegen de klok in te draaien (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. schroef het beschermdeksel rechtsom weer op zijn plaats. Zorg ervoor dat de pijl aan de binnenkant van het deksel naar boven wijst. Controleren van de wateraanvoerslang Controleer minstens een maal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.  Gebruik nooit oude slangen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat het apparaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • De De De De De wasautomaat heeft geen watertoevoer (Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD knippert snel). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De knoppen START PROGRAMMA zijn niet ingedrukt (ze knipperen nog). De wasautomaat blijft water aan- en afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. deur zit niet goed dicht. AAN/UIT knop is niet ingedrukt. knoppen START PROGRAMMA zijn niet ingedrukt (ze knipperen nog). waterkraan is niet open. Als na deze controle het probleem nog niet is opgelost, doet u de waterkraan dicht, de wasautomaat uit en belt u de Servicedienst. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont, kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • De afvoerslang is geknikt (zie “Installatie”). • De afvoerbuis is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De transportbeveiligingsschroeven zijn niet verwijderd tijdens het installeren. Verwijder de schroeven (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). • Het druppelopvangsysteem is vol. Reinig of vervang het sponsje (zie “Voorzorgsmaatregelen en advies”) Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD knippert zeer snel. • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem weer aan. Het is noodzakelijk de wascyclus opnieuw te starten. Als de storing aanhoudt, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of iets dergelijks op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. 47 NL Service Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”); • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is, kunt u contact opnemen met de erkende Servicedienst. NL  In het geval de wasautomaat verkeerd is geïnstalleerd of u hem niet correct heeft gebruikt zal u gevraagd worden de reparatiekosten te betalen.  Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N); Deze laatste gegevens vindt u op het typeplaatsje op het apparaat. 48
1 / 1

Indesit SIXL 126 (EU) de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor