Istructies voor het installeren en gebruik
Wat kan er in de wasdroog-
machine gewassen worden?
Voordat u gaat wassen kunt u veel doen voor een beter resultaat. Verdeel het wasgoed
naar het soort stof en kleur. Kijk op de etiketten en volg de aanwijzingen. Wissel
grote en kleine stukken af.
Voordat u gaat wassen.
verdeelt u het wasgoed naar het
soort stof en de kleurvastheid.
Stevige stoffen en fijne stoffen
worden gescheiden. Licht
gekleurde stoffen worden
gescheiden van donkere
gekleurde stoffen.
Leeg alle zakken (geldstukken,
papiertjes, kleine voorwerpen
enz.) en controleer de knopen.
Naai knopen die niet goed vast
zitten meteen vast, aangezien ze
gedurende het wasprogramma
los kunnen komen.
Het verwijderen van de meest voorkomende vlekken
Inkt en ballpoint
Dep met een katoenen lapje bevochtigd met methylalcohol of alcohol van 90%.
Teer Dep met verse boter, giet er terpentijn overheen en was onmiddelijk.
Kaarsvet Schraap het kaarsvet eraf en ga er dan met een heet strijkijzer overheen, leg boven en onder het kaarsvet
stukken vloeipapier.
Kauwgum Giet er aceton overheen en wrijf dan met een schoon doekje.
Schimmel Katoen en linnen waar het weer in zit worden in een oplossing gelegd van 5 delen water, een deel
bleekwater en een lepel azijn, en vervolgens snel gewassen. Voor andere witte stoffen waterstofperoxide, met een
verhouding 1 op 10, gebruiken en daarna meteen wassen.
Lipstick Deppen met thinner als het wol of katoen is. Voor zijde gebruikt u trichloride.
Nagellak Leg de kant met de vlek op vloeipapier, giet er aceton overheen terwijl u de stof verlegd naarmate het
vloeipapier verzadigd raakt.
Gras Dep met watten die bevochtigd zijn met methyl alcohol.
Start wasdroogmachine
Het is belangrijk de wasdroog-
machine op de juiste wijze te
starten, zowel voor de kwaliteit
van de was als voor het
voorkomen van problemen en de
duurzaamheid van de machine.
Als het wasgoed is ingeladen en
het wasmiddel en eventuele
toevoegingsmiddelen zijn
toegevoegd, controleer altijd of:
1. De vuldeur goed dicht is.
2.De stekker goed in het
stopcontact gestoken is.
3. De waterkraan open is.
4. Knop A op een van de
symbolen
(Stop/Reset) staat.
Het kiezen van het programma
Het programma wordt gekozen
naar gelang het soort
wasgoed, het soort vuil en de
hoeveelheid wasgoed. Voor
het kiezen van het programma
raadpleeg de tabel op blz. 32.
Draai de knop A totdat het
gekozen programma samenvalt
met het wijzertje op de knop zelf,
stel de temperatuur in met de
knop B, controleer of de knop
C in de gewenste positie staat,
indien nodig gebruik de knoppen
E, F, G en H en druk dan op de
aan/uit knop I (positie I).
Meteen na de installatie kunt u wasprogramma “1”,
90°C instellen.
Voor goede resultaten is
het belangrijk het
wasgoed te scheiden in
soort stof, kleur en
neiging tot pluizen.
Denk eraan dat de uitgesteld
start, als u die wilt gebruiken,
ingesteld dient te worden voor
de instelling van het
wasprogramma.
Als het wasprogramma
afgelopen is.
Het controlelampje L knippert
snel gedurende enige minuten;
daarna gaat het langzamer
knipperen.
Schakel nu de wasdroog-
machine uit door op de aan/uit
knop I te drukken ( positie O).
U kunt de deur van de machine
nu open maken. Laat de deur na
het verwijderen van het
wasgoed open of op een kier
staan, zodat het vocht dat
achterblijft kan verdampen.
Draai altijd de waterkraan dicht.
Denk eraan dat, mocht de
stroom uitvallen of wordt de
machine uitgeschakeld, het
gekozen programma verder
zal gaan vanaf het punt waarop
het werd onderbroken.
De etiketten zeggen
alles.
Kijk altijd naar de etiketten: zij
vertellen u alles over het
kledingstuk en hoe dit
gewassen moet worden.
Op bladzijde 34 vindt u de uitleg
van de symbolen die u op de
etiketten van de kledingstukken
ziet. Deze aanwijzingen zijn
bijzonder belangrijk voor een
optimale was en het behoud
van uw kleding.
Onbalansregeling.
Deze wasdroogmachine is
voorzien van een speciale
elektronische controle om de
lading in evenwicht te houden;
voordat de centrifuge begint,
zorgt dit systeem ervoor dat het
wasgoed op gelijkmatige wijze
in de trommel verdeeld ligt, per
soort wasgoed en in de originele
volgorde van belading.
De trommel trilt dus niet en
maakt geen lawaai, ook met
maximum toerensnelheid.
30
Tip voor de fijne was:
sluit fijn ondergoed,
dameskousen en ander fijn
wasgoed in een katoenen
zak ter bescherming.