AEG Eclipse 15 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de AEG Eclipse 15 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
1 ONZE ZORG
Wij willen u bedanken voor de aankoop van dit product. Bij de ontwikkeling en montage van dit product
stonden u en het milieu centraal. Daarom krijgt u bij dit product een verkorte installatiehandleiding,
zodat er minder papier wordt gebruikt en er dus minder bomen moeten worden gekapt. Een
volledige en gedetailleerde gebruikershandleiding met alle kenmerken is te vinden op onze website
www.aegtelephones.eu. Download de volledige gebruikershandleiding als u gebruik wilt maken
van alle geavanceerde functies van uw product. Om het milieu te sparen vragen wij u deze volledige
gebruikershandleiding niet af te drukken. Bedankt dat u ons steunt in onze zorg voor het milieu.
2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Volg de veiligheidsaanwijzingen bij gebruik van uw telefoon om het gevaar van brand, elektrische schok
of letsel te vermijden:
tAlle aanwijzingen aandachtig doorlezen.
tAlle waarschuwing en aanwijzingen op het product in acht nemen.
tDe stekker van het toestel uit het stopcontact verwijderen voordat u het apparaat schoonmaakt. Gebruik
geen vloeibare reinigers of aerosol producten. Gebruik een vochtige doek om het apparaat schoon te
maken.
tHet apparaat niet gebruiken in de buurt van hitte, vochtige omstandigheden of sterk zonlicht,
en voorkom dat het apparaat nat wordt (niet bij bad, gootsteen of zwembad gebruiken).
tStopcontacten en verlengsnoeren niet overbelasten om het gevaar van brand of electrische schok te
vermijden.
tVerwijder de stekker uit het stopcontact in de volgende omstandigheden:
>Wanneer netsnoer of de stekker is beschadigd of versleten.
>Als het toestel niet normaal functioneert ondanks dat de gebruiksaanwijzingen worden opgevolgd.
>Als het product is gevallen of de behuizing is beschadigd.
>Als het product niet meer normaal functioneert.
tHet toestel NOOIT buiten gebruiken bij onweer. Koppel het basisstation los van de telefoonlijn en de
netvoeding als er onweer is bij u in de omgeving. Schade veroorzaakt door onweer is niet gedekt door
de garantie.
tDeze telefoon niet gebruiken om een gaslek te melden wanneer u in de nabijheid bent van een gasleiding.
tGebruik uitsluitend de NiMH (Nikkel-metaalhybride) batterij die met deze telefoon werd meegeleverd
of een batterij die door de fabrikant is aanbevolen. Er is gevaar van een explosie als de batterijen
vervangen worden met een verkeerd type batterij. Het gebruik van andere soorten batterijen of niet-
oplaadbare batterijen/cellen kan gevaarlijk zijn. Elektrische apparatuur kan storingen veroorzaken en/of
het toestel beschadigen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat
door het niet opvolgen van de aanwijzingen.
tGebruik geen opladers van derden. Dit kan de batterijen beschadigen.
tControleer of de batterijen met de juiste polariteit zijn geplaatst.
Batterijen volgens de plaatselijke voorschriften inleveren. Batterijen niet aan vuur blootstellen, in water
onder dompelen, demonteren, beschadigen of doorboren.
3 BEDOELD GEBRUIK
Deze telefoon is bedoeld voor aansluiting op een openbaar analoog telefoonnetwerk of een analoge
verlenging van een compatibel PBX-systeem.
4 UW TELEFOON INSTALLEREN
4.1 Aansluiten van het basisstation (zie P4)
tHet netsnoer (15) en het telefoonsnoer (16) op het basisstation aansluiten.
tSteek de adapter in een 100 - 240 Vac, 50 - 60 Hz stopcontact en de telefoonlijn aan op een
telefoonaansluiting.
Waarschuwing: Gebruik uitsluitend de meegeleverde kabels. Gebruik uitsluitend de meegeleverde
adapter. Gebruik van andere voeding kan het toestel beschadigen.
Opmerking: Plaats het basisstation binnen handbereik van het stopcontact. Probeer nooit om het
netsnoer te verlengen. Het basisstation vereist netvoeding om normaal te kunnen werken, anders werken
de handsets niet.
4.2 De oplaadbare batterijen plaatsen en opladen
tPlaats de 2 meegeleverde batterijen in het batterijvak en let daarbij op de juiste polariteit (zie de
markeringen in het batterijvak).
Waarschuwing: Gebruik uitsluitend de meegeleverde oplaadbare NiMH-batterijen.
tPlaats de achterklep op de achterkant van de handset en druk deze aan totdat hij op zijn plaats klikt.
tPlaats de handset op het basisstation en laadt de handset 15 uur op voordat u het apparaat de eerste
keer gebruikt.
>De handset laat twee pieptonen horen wanneer deze goed op het basisstation is geplaatst, en de
oplaadindicator op het basisstation licht op om aan te geven dat het toestel wordt opgeladen.
Opmerking: De handset kan warm worden wanneer de batterijen worden opgeladen of tijdens langdurig
gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
OPGELET
Explosiegevaar indien de batterijen worden vervangen door een verkeerd type. Gooi gebruikte batterijen
weg volgens de geldende milieurichtlijnen.
4.3 De achterklep van de Eclipse Handset verwijderen (zie P5)
Steek de meegeleverde sleutel in de gleuf, zoals aangegeven in de afbeelding en draai naar rechs om de
achterklep los te maken.
5 UW TELEFOON LEREN KENNEN
5.1 Overzicht van de handset en het basisstation
# Symbool Betekenis
1
Vanuit standby indrukken om het hoofdmenu te openen.
Indrukken om een item te selecteren of een invoer of instelling op te slaan.
2
Vanuit de menu-modus indrukken om naar boven te scrollen.
Tijdens een gesprek of afspelen van bericht indrukken om het volume te
verhogen.
Vanuit standby indrukken om de bellijst (CID) te openen.
NL
3
Vanuit standby indrukken om te bellen of een gesprek aan te nemen.
Tijdens een gesprek indrukken om een Flash-signaal voor netwerkdiensten te
versturen.
4
Vanuit standby indrukken om te bellen of een gesprek aan te nemen in de
luidsprekermodus.
Tijdens een gesprek indrukken om te schakelen tussen luidspreker en handset.
5
Ingedrukt houden om toetsenblokkering in- of uit te schakelen.
6
Vanuit standby indrukken om de herhaallijst te openen.
7
Indrukken om een handeling te annuleren.
Vanuit voorkiezen indrukken om het laatste cijfer te wissen.
Tijdens een gesprek indrukken om de microfoon te dempen, opnieuw
indrukken om gesprek te hervatten.
8
Vanuit de menu-modus indrukken om naar beneden te scrollen.
Tijdens een gesprek of afspelen van bericht indrukken om het volume te
verlagen.
Vanuit standby indrukken om telefoonboek te openen.
9
Tijdens gesprek indrukken om gesprek af te breken.
Tijdens programmeren indrukken om te annuleren en af te sluiten zonder
wijzigingen.
Vanuit de standby ingedrukt houden om de handset aan/uit te schakelen.
10
Ingedrukt houden om de bel van de handset uit te schakelen.
Ingedrukt houden om een pauze in te voegen tijdens het kiezen, of in het
telefoonboek.
11
Vanuit de standby of tijdens een gesprek indrukken voor een interne-oproep of
een gesprek door te schakelen.
5.2 Displaysymbolen en symbolen op de handset (zie P2)
Symbool Betekenis
Geeft aan dat de batterij volledig geladen is.
Interne segmentencyclus tijdens het opladen.
Verschijnt als de lijn bezet is.
Knippert bij een inkomende oproep.
Knippert als een nieuwe voicemail is binnengekomen. (Dit is een netwerk service)
Knippert als u oproepen hebt gemist, of wanneer de oproeplijst wordt bekeken.*
Verschijnt als het telefoonboek wordt geopend.
Verschijnt als de alarmfunctie is ingeschakeld.
Verschijnt wanneer de bel van de handset is uitgeschakeld.
Verschijnt als de handset is aangemeld en binnen het bereik is van het basisstation is.
Knippert als de handset buiten bereik is of naar een basisstation zoekt.
Geeft aan dat het antwoordapparaat is ingeschakeld.
Knippert langzaam wanneer er nieuwe berichten op het antwoordapparaat staan of
wanneer het antwoordapparaat vol is.
Gaat aan als de bevestiging van een keuze of programmering beschikbaar is.
Gaat aan tijdens bewerken telefoonboek om laatste cijfer te wissen.
Gaat aan in menumodus wanneer u kunt teruggaan naar vorige stand of vorige stap.
Gaat aan wanneer het schermdisplay aan is.
* Om deze functie te kunnen gebruiken moet u geabonneerd zijn op nummerweergave van uw
telecomaanbieder. Mogelijk moet hiervoor worden betaald.
5.3 Basisstation (zie P3)
# Symbool Betekenis
12
Brandt groen wanneer het antwoordapparaat is ingeschakeld. Knippert wanneer
nieuwe berichten zijn binnengekomen.
Knippert snel om aan te geven dat het geheugen van het antwoordapparaat vol is.
13
Brandt rood wanneer de handset op het basisstation is geplaatst en wordt opgeladen.
14
Indrukken om alle aangemelde handsets te zoeken/op te roepen. Deze toets of een
andere willekeurige toets op de handset opnieuw indrukken om het oproepen af te
sluiten. Ingedrukt houden om het aanmeldingsproces te beginnen.
5.4 Tekst en nummers invoeren
U kunt verschillende leestekens selecteren door herhaaldelijk op toetsen van het numerieke toetsenpaneel
te drukken. Dit is handig bij het opslaan van een naam in het telefoonboek of het hernoemen van uw
handset. De leestekens zijn aangegeven op de toetsen.
Bijvoorbeeld: het invoeren van de naam Tom:
T Druk één keer op 8
O Druk drie keer op 6
M Druk één keer op 6
In de bewerkingsmodus wordt de cursor getoond om de huidige positie van de tekstinvoer aan te geven.
De cursor staat rechts van het laatst ingevoerde leesteken.
Suggesties voor invoer:
tWanneer een leesteken is geselecteerd, gaat de cursor na een korte pauze naar de volgende positie.
tDruk op
om het laatste leesteken te verwijderen.
NL
6 UW TELEFOON GEBRUIKEN
6.1 Telefoneren
6.1.1 Voorkiezen
tKies een telefoonnummer (maximaal 24 cijfers). Druk op
als u een fout maakt om het laatste nummer
te wissen.
tDruk op
om het nummer te bellen.
6.1.2 Rechtstreeks bellen
tDruk op uw handset op
.
tKies het nummer.
6.1.3 Bellen vanuit de nummerherhalingslijst
tDruk vanuit de standby op
.
>Het laatst gebelde nummer wordt getoond.
tDruk op
om het gewenste item in de nummerherhalingslijst te selecteren en druk op om het
nummer te bellen.
6.1.4 Bellen vanuit de oproeplijst
tDruk vanuit de standby op
.
tDruk op
om het gewenste item in de oproeplijst te selecteren en druk op op het nummer in de
oproeplijst te bellen.
Opmerking: U moet geabonneerd zijn op de Nummerweergave dienst om het nummer of de naam van
de beller in de oproeplijst te kunnen zien.
6.1.5 Bellen vanuit het telefoonboek
tDruk vanuit de standby op
.
tDruk op
om het gewenste item in het telefoonboek te selecteren en druk op om het
geselecteerde nummer te bellen.
6.2 Gesprek beantwoorden en beëindigen
tDruk als gebeld wordt op
op uw handset.
tDruk op
on your handset om een gesprek te beëindigen.
Waarschuwing: Bij een inkomend gesprek de handset niet te dicht bij uw oor houden, omdat het volume
van de beltoon uw gehoor zou kunnen beschadigen.
Opmerking: U kunt de handset terug plaatsen op het basisstation om het gesprek af te breken, tenzij u
de AUT. OPHANG (AUTO HANG-UP) functie hebt uitgeschakeld.
6.3 Handset Speakerphone
Tijdens een gesprek kunt u op
drukken om te schakelen tussen de hands-free luidspreker en de handset.
6.4 Volume handset bijstellen
De handset heeft 5 niveau’s voor het volume van de luidspreker.
tDruk tijdens een gesprek op
om “VOLUME 1” tot “VOLUME 5” te selecteren.
>De huidige instelling wordt getoond.
>Wanneer u het gesprek beëindigt, blijft de instelling op de laatst gekozen niveau.
6.5 Luidsprekervolume instellen
Er zijn 5 niveau’s voor het luidsprekervolume.
tDruk tijdens een handsfree-gesprek op
en selecteer “VOLUME 1” tot “VOLUME 5”.
>De huidige instelling wordt getoond.
>Wanneer u het gesprek beëindigt, blijft de instelling op de laatst gekozen niveau.
6.6 Microfoon in- of uitschakelen
tWanneer de microfoon is uitgeschakeld, toont het display van de handset “GELUID UIT” (MUTE ON).
De beller kan u niet horen.
tDruk tijdens het gesprek op
om de microfoon aan/uit te schakelen.
6.7 Paging
Met de paging-functie kunt u een zoekgeraakte handset opsporen als de handset binnen bereik van de
zender is en een geladen batterij heeft.
tDruk op
onder het basisstation.
>Alle geregistreerde handsets binnen bereik worden gebeld.
U kunt paging stoppen door op een willekeurige toets op de handset te drukken of opnieuw op de
toets onder het basisstation te drukken.
6.8 De handset Aan/Uit-schakelen
Houd vanuit standby de
toets langer dan 2 seconden ingedrukt om de handset aan/uit te schakelen.
>Wanneer het toestel wordt ingeschakeld, toon het display “ZOEKEN…” (SEARCHING...) totdat de
handset het basisstation heeft gevonden.
Opmerking: U kunt de handset uitschakelen om de batterij te sparen wanneer de handset niet op het
basisstation is geplaatst.
BELANGRIJK:
Wanneer de handset op “UIT” (OFF) is gezet, kan het niet worden gebruikt om te bellen, inclusief
noodoproepen. De handset belt niet bij een inkomende oproep.
Om een oproep te beantwoorden moet u de handset weer inschakelen en het kan enige tijd duren
voordat de handset weer een radioverbinding heeft met het basisstation.
6.9 Het toetsenpaneel vergrendelen/ontgrendelen
U kunt het toetsenpaneel vergrendelen om te voorkomen dat u per ongeluk belt of toetsen indrukt.
tVanuit standby
2 seconden ingedrukt houden om de toetsen te vergrendelen.
>Het display van de handset toont “TOETS.GEBL” (KEYS LOCKED).
tDe toets
opnieuw indrukken om de toetsen te ontgrendelen.
Opmerking: Inkomende gesprekken kunnen normaal beantwoord worden als het toetsenbord
geblokkeerd is.
NL
7 TELEFOONBOEK
U kunt max. 200 telefoonnummers opslaan in het telefoonboek. Elk item in het telefoonboek mag bestaan
uit maximaal 24 cijfers voor de telefoonnummers en 12 leestekens voor de naam.
7.1 Een contactpersoon opslaan in het telefoonboek
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk op
naar “TELEFOONBOEK” (PHONEBOOK) en druk op om te selecteren.
tDruk op
om “NWE GEGEVENS” (NEW ENTRY) te selecteren.
>Het display toont “VOER NAAM IN” (ENTER NAME).
tVoer de naam van het contactpersoon in (maximaal 12 leestekens) via het toetsenbord.
tDruk op
als u een fout maakt om het laatst ingevoerde leesteken te wissen.
tDruk op
om de invoer van de naam te bevestigen.
>Het display toont “VOER NR. IN” (ENTER NUMBER).
tVoer het nummer van het contactpersoon in (maximaal 24 leestekens).
tDruk op
als u een fout maakt om het laatst ingevoerde cijfer te wissen.
tDruk op
om te bevestigen.
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
Opmerking: U kunt geen nummers in het telefoonboek opslaan als het geheugen vol is. In dat geval dient
u eerder ingevoerde nummers te wissen om ruimte te maken voor nieuwe nummers.
7.2 Telefoonboek openen
tDruk vanuit het startscherm op
om het telefoonboek te openen.
tU kunt ook vanuit het startscherm op
drukken, daarna op voor “TELEFOONBOEK”
(PHONEBOOK). Druk dan op
en voor “BELLIJST” (VIEW ENTRIES), en druk dan op
om het telefoonboek te openen.
>De lijst in het telefoonboek wordt in alfabetische volgorde getoond.
tDruk op
om door de lijst te bladeren.
tDruk op
P
om de details van de geselecteerde item te bekijken.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
Opmerking: In plaats van met
naar een item in het telefoonboek te gaan, kunt u ook op de
cijfertoets drukken corresponderend met de eerste letter van de naam die u zoekt.
Door bijvoorbeeld te drukken op 2 ziet u de invoerwaarden die beginnen met A. Door opnieuw te drukken
op 2 ziet u de invoerwaarden die beginnen met B, etc. Druk dan op
om de gewenste naam te
vinden.
7.3 Gegevens in het telefoonboek veranderen
tDruk vanuit het startscherm op
om het telefoonboek te openen.
tDruk op
om de gegevens die u wilt wijzigen te selecteren.
tDruk op
om de menuopties van het telefoonboek te openen.
tDruk op
voor “BEWERK GEGEV” (EDIT ENTRY) en druk dan op om te selecteren.
>De huidige naam wordt getoond.
tBewerk de naam met het toetsenbord; gebruik
om leestekens te wissen.
tDruk op
om te bevestigen.
tBewerk het nummer en druk op
om te bevestigen.
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
8 NUMMERWEERGAVE (AFHANGKELIJK VAN HET NETWERK)
Als u geabonneerd bent op de nummerweergave (Calling Line Identification) bij uw telecomprovider, dan
verschijnt het telefoonnummer van de beller op het display van de handset wanneer er een inkomende
oproep is. Het nummer wordt vervolgens opgeslagen in de Bellijst (Call Log).
Als het nummer en de naam van de beller in het telefoonboek is opgeslagen, wordt de naam ook op de
handset getoond en in de Bellijst (Call Log).
Opmerking: Als gebeld wordt door iemand van wie het nummer niet beschikbaar is, of als u niet
geabonneerd bent op nummerweergave, dan toont het display “NIET BESCH.” (UNAVAILABLE) bij het
binnenkomende gesprek en in de Bellijst (Call Log).
Als het nummer van de beller verborgen is, toont het display van de handset “VERB. NUMMER”
(WITHHELD) en de oproep wordt later in de Bellijst (Call Log) getoond.
Als u niet geabonneerd bent op nummerweergave, verschijnt “ONBEKEND” (UNKNOWN) op het display
van de handset en het nummer wordt niet opgeslagen in de Bellijst (Call Log).
Gegevens over binnenkomende oproepen hangen af van het land en de telecomaanbieders.
8.1 Bellijst
In de Bellijst (Call Log) worden de laatste 20 externe oproepen bewaard, ongeacht of u de oproepen hebt
beantwoord.
Als meerdere keren door hetzelfde nummer is gebeld, wordt alleen de laatste oproep bewaard.
Als de Log Bellijst (Call Log) vol is, wordt de oudste oproep vervangen door de laatste oproep.
8.1.1 Bellijst openen
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk op
om door de lijst te bladeren.
>De oproepen worden in chronologische volgorde getoond, met de meest recente oproepen
bovenaan de lijst.
8.2 Herhaallijst
De laatste 10 gebelde nummers worden in de herhaallijst opgeslagen. Maximaal 24 cijfers kunnen voor
een nummer getoond worden.
8.2.1 De Herhaallijst openen
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk op
om door de herhaallijst te bladeren.
>Het laatstgebelde nummer staat bovenaan de herhaallijst.
>Als het nummer meer dan 14 cijfers heeft, druk dan op
P
om de andere cijfer te zien.
9 INSTELLINGEN
9.1 Instellen van de displaytaal
U kunt de taal op het display van uw handset veranderen.
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk op
naar „PERS. INSTEL“ (HANDSET OPTS) en druk op om te selecteren.
tDruk op
naar “TAAL” (LANGUAGE) en druk op om te selecteren.
tDruk op
om de gewenste taal te selecteren en druk dan op om te bevestigen.
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
NL
Opmerking: Als de taal is ingesteld, wordt het menu op de handset meteen overgeschakeld naar de
geselecteerde taal.
9.2 Handset registreren
BELANGRIJK: Bij aankoop zijn alle handsets al geregistreerd bij het basisstation en het is niet nodig ze
aan te melden.
Handset registratie is alleen nodig als u extra handsets koopt of wanneer een handset storingen vertoont.
U kunt maximaal vier handset op een basisstation aansluiten; de handsetnummers (1 tot 4) verschijnen op
het display.
Opmerking: Handsets kunnen slechts aan één basisstation worden aangemeld.
U moet een Master PIN invoeren voordat u handsets kunt aanmelden of afmelden. De standaard instelling
van Master PIN is 0000.
9.3 Extra handsets registreren
tDe toets
onder het basisstation ongeveer 5 seconden ingedrukt houden.
>Een melding verschijnt maximaal 1 minuut op het basisstation terwijl het toestel in de registratiemodus
staat.
tDruk op
op de handset.
tDruk op
naar “GEAVANC.INST” (SETTINGS) en druk op om te selecteren.
tDruk op
naar “REGISTRERING” (REGISTRATION) en druk op om te selecteren.
tVoer de Master PIN in en druk op
om te bevestigen.
Opmerking: Na het invoeren van de Master PIN,
>WACHT... (WAIT...) knippert of het display.
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven om aan te geven dat de registratie is gelukt; de handset
keert terug naar de standby-stand en het handsetnummer wordt getoond.
>Als geen basisstation wordt gevonden met de ingevoerde PIN, een fouttoon wordt weergegeven om
aan te geven dat de registratie is mislukt. De melding „HANDS AANMLD“ (PLS REG H/S) verschijnt
op het display. U moet de eerste stap hierboven herhalen.
>Als in stappen 2-5 binnen 10 seconden geen toetsen worden ingedrukt, zal het registratieproces
worden afgebroken. Als dit zich voordoet, opnieuw beginnen met stap 1.
9.4 Het toestel resetten
Met deze functie kunt u de telefoon terugzetten in de standaard instellingen.
Opmerking: Bij het resetten van de telefoon worden alle persoonlijke instellingen, bellijst, en
herhaallijstnummers gewist, en het toestel keert terug naar de standaard instellingen, inclusief de Master
PIN. Echter, uw telefoonboek blijft onveranderd na de reset en eventueel aanwezige berichten blijven ook
onveranderd. Alle andere instellingen worden gereset.
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk op
naar “GEAVANC.INST” (SETTINGS) en druk op om te selecteren.
tDruk op
en selecteer “RESETTEN” (RESET) en druk op om te selecteren.
tDruk opnieuw op
om te bevestigen.
>Een toon is te horen als bevestiging, en het toestel wordt teruggezet in de standaard instellingen.
10 ANTWOORDAPPARAAT
Uw telefoon heeft een antwoordapparaat waarmee u ingesproken berichten kunt opnemen.
Het antwoordapparaat kan maximaal 59 berichten opnemen met een maximale opnameduur van 30
minuten. Elk bericht kan maximaal 3 minuten lang zijn.
Wanneer het antwoordapparaat is ingeschakeld, worden oproepen beantwoord na de ingestelde “TOON
VERTRA” (RING DELAY).
Als u de stand “ANTW & REC” (RECORD MSGS) hebt ingesteld, dan kan de beller een boodschap
inspreken nadat uw bericht is afgespeeld.
Als u de stand “Z. OPNEM.” (ANSWER ONLY) hebt ingesteld, kan de beller alleen uw boodschap
beluisteren maar geen bericht inspreken. Als het geheugen van het antwoordapparaat vol is, knippert
de LED van het antwoordapparaat snel, het symbool van het antwoordapparaat op de handset knippert
langzaam en de “Z. OPNEM” (ANSWER ONLY) mededeling wordt voor nieuwe bellers afgespeeld. U
moet enkele berichten verwijderen voordat u nieuwe berichten kunt opnemen.
10.1 Antwoordapparaat Aan/Uit zetten
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk opnieuw op
om “ANTW. APP.” (ANS. SYSTEM) te selecteren.
tDruk op
voor “ANTW.AAN/UIT” (ANS. ON/OFF) en druk op om te selecteren.
tDruk op
om “AAN” (ON) of “UIT” (OFF) te selecteren en druk op om te bevestigen.
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
Opmerking: Als het antwoordapparaat “UIT” (OFF) is en de Master PIN is ingesteld op de standaardinstelling
0000, beantwoordt het antwoordapparaat geen inkomende gesprekken.
Echter, als de Master PIN is veranderd en de functie Remote Access (toegang op afstand) is geactiveerd,
worden inkomende gesprekken na 14 beltonen beantwoorden om remote access mogelijk te maken. De
melding voor “Z. OPNEM” (ANSWER ONLY) wordt afgespeeld.
10.2 Antwoordmodus
De telefoon wordt geleverd met twee vooraf opgenomen uitgaande berichten (OGM) voor de
desbetreffende instellingen: “Z. OPNEM” (ANSWER ONLY) en “ANTW & REC.” (RECORD MSGS).
“Standaard staat het apparaat op “ANTW & REC.” (RECORD MSGS)”, waarbij de beller in de gelegenheid
wordt gesteld na de welkomstboodschap een bericht in te spreken op het antwoordapparaat. Dit kan ook
ingesteld worden in “Z. OPNEM.” (ANSWER ONLY), waarbij de beller geen bericht kan inspreken op het
antwoordapparaat na het welkomstbericht.
10.2.1 Antwoordmodus instellen
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk opnieuw op
om “ANTW. APP.” (ANS. SYSTEM) te selecteren.
tDruk op
naar “ANTW. MODUS” (ANSWER MODE) en druk op om te selecteren.
tDruk op
en selecteer “Z. OPNEM” (ANSWER ONLY) of “ANTW & REC.” (RECORD MSGS) en
druk op
om te bevestigen.
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
NL
10.3 Bericht afspelen
Als er nieuwe berichten op het antwoordapparaat staan, knippert
op de handset.
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk opnieuw op
om “ANTW. APP.” (ANS. SYSTEM) te selecteren.
tDruk opnieuw op
en selecteer “AFSPELEN” (PLAY).
>Uw berichten worden automatisch afgespeeld via luidspreker van de handset.
>Het display toont het berichtnummer en de datum en tijd van de oproep.
>Druk op
om prive naar uw berichten te luisteren via de hoornluidspreker van uw handset.
tDruk tijdens het afspelen op
en dan op om de onderstaande opties te gebruiken:
HERHALEN (REPEAT) Herhaal het bericht dat wordt weergegeven
VOLGD. (NEXT) Het volgende bericht afspelen
VORIGE (PREVIOUS) Het vorige bericht afspelen
WISSEN (DELETE) Het huidige bericht wissen
Opmerking: Druk op
om terug te gaan naar het scherm met het nummer en de datum/tijd van het
bericht.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
10.4 Alle berichten wissen
Opmerking: Alleen beluisterde berichten kunnen worden gewist. Nieuwe berichten moeten worden
afgespeeld voordat ze gewist kunnen worden.
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk opnieuw op
om “ANTW. APP.” (ANS. SYSTEM) te selecteren.
tDruk op
en selecteer “ALLES WISSEN” (DELETE ALL) en druk op .
tDruk opnieuw op
om te bevestigen.
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
10.5 Uitgaande boodschap
Wanneer het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, wordt de vooraf-ingestelde uitgaande
boodschap afgespeeld tenzij u uw eigen uitgaande bericht hebt opgenomen.
10.5.1 Een persoonlijke uitgaande boodschap opnemen
U kunt de standaard uitgaande boodschap vervangen met uw eigen persoolijke boodschap.
Opmerking: De maximale tijdsduur van een uitgaande boodschap is 2 minuten.
tDruk vanuit het startscherm op
.
tDruk opnieuw op
om “ANTW. APP.” (ANS. SYSTEM) te selecteren.
tDruk op
naar “UITG.BDS.OPN” (ANNOUNCEMENT) en druk op om te selecteren.
tDruk op
en selecteer “Z. OPNEM” (ANSWER ONLY) of “ANTW & REC.” (RECORD MSGS) en
druk op
om te bevestigen.
tDruk op
naar “OPNAME” (RECORD ANNC) en druk op .
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven.
tSpreek in de handset om uw nieuwe welkomstbericht op te nemen en druk opnieuw op
om de
opname te stoppen.
>Een bevestigingstoon wordt weergegeven.
tDruk op
om terug te gaan naar standby.
11 REINIGING EN ZORG
Reinig geen onderdelen van het toestel met benzeen, thinners of andere chemicaliën met oplosmiddelen.
Hierdoor kan permanente schade ontstaan die niet onder de garantie valt.
Reinig het toestel wanneer nodig met een vochtige doek.
Houd uw toestel uit de buurt van hete, vochtige omstandigheden of fel zonlicht en laat het niet nat
worden.
12 GARANTIE EN SERVICE
De telefoon wordt geleverd met een garantie van 24 maanden vanaf de aankoopdatum vermeld op uw
aankoopbon. Onder deze garantie vallen geen storingen of defecten als gevolg van ongevallen, verkeerd
gebruik, normale slijtage, onachtzaamheid, storingen in de telefoonlijn, blikseminslag, knoeien met
de apparatuur of pogingen om het toestel aan te passen of te repareren die niet door goedgekeurde
servicepunten zijn uitgevoerd.
Bewaar uw aankoopbon; dat is uw garantiebewijs.
12.1 Tijdens de garantieperiode
tKoppel het basisstation los van de telefoonlijn en de netvoeding.
tDoe alle onderdelen van uw telefoonsysteem in de originele verpakking.
tBreng het toestel terug naar de winkel waar u het hebt gekocht en neem uw aankoopbon mee.
tVergeet ook de netvoedingsadapter niet.
12.2 Na de garantieperiode
Als het toestel niet meer onder garantie valt, kunt u contact met ons opnemen via www.aegtelephones.eu
Dit product werkt alleen met oplaadbare batterijen. Als u niet-oplaadbare batterijen in de handset
gebruikt en de handset op het basisstation plaatst, wordt de handset beschadigd. Dit is NIET gedekt
door de garantie.
13 CE-VERKLARING
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante voorschriften van de R&TTE-richtlijn
1999/5/EC.
U vindt de Conformiteitsverklaring op: www.aegtelephones.eu
14 HET TOESTEL AFDANKEN (MILIEU)
Aan het einde van de levensduur van het product mag u dit product niet weggooien met het normale
huishoudafval, maar moet u het product naar een inzamelingspunt voor de recycling van elektrische
en elektronische apparatuur brengen. Dat wordt aangegeven met het symbool op het product, in de
gebruikershandleiding en/of op de verpakking. Sommige productmaterialen kunnen worden hergebruikt
als u ze naar een inzamelingspunt brengt. Door sommige onderdelen of grondstoffen van gebruikte
producten aan te bieden voor hergebruik levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van het
milieu. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor meer informatie over de inzamelingspunten
in uw regio.
De batterijen moeten worden verwijderd voordat het toestel wordt weggegooid. Gooi de
batterijen op een milieuvriendelijke manier weg, volgens de voorschriften van uw land.
NL
15 TECHNISCHE GEGEVENS
Standaard Digital Enhanced Cordless Telecommunication (DECT)
Frequentiebereik 1,88 tot 1,9 GHz (bandbreedte" 20 MHz)
Kanaal bandbreedte 1,728 MHz
Werkbereik Tot 300 m buitenshuis; Tot 50 m binnenshuis
Werkingstijd Standby: 230 uur: Spreken: 13 uur
Oplaadtijd batterij: 15 uur
Bedrijfstemperatuur Gebruik: 0°C tot 40°C; Opslag: -20°C tot 60°C
Elektrische voeding Voedingsadapter voor basisstation:
Ten Pao: S003IB0600050 & S003IV0600050
Ingang 100-240Vac 50-60Hz; Vermogen 6VDC/500mA.
Oplader voedingsadapter:
Ten Pao: S003IB0600015 & S003IV0600015
Ingang 100-240Vac 50-60Hz; Vermogen 6VDC/150mA.
Batterijgegevens:
2 x 1,2V maat AAA, 650mAh NiMH (Oplaadbaar)
1/144