Canon Connect Station CS100 Handleiding

Type
Handleiding
De beschrijvingen in deze instructiehandleiding zijn in februari 2015 geactualiseerd.
Voor informatie over de compatibiliteit van de producten van na deze datum kunt
uzich wenden tot een Canon Service Center.
De interface of functies van dit product kunnen worden gewijzigd vanwege
productverbeteringen of firmware-updates. In dit geval kunnen de voorbeeldschermen
of bedieningsinstructies in deze handleiding verschillen van de schermen of bediening
van het eigenlijke product.
Voor de instructiehandleiding met betrekking tot verbeteringen of firmware-updates
raadpleegt u de Canon-website.
Connect Station CS100
Aan de slag
EN
CS
DA
DE
ES
ET
FI
FR
HU
IT
LT
LV
NL
PL
PT
SK
SV
KK
RU
UK
EL
AR
CEL-SW2HA280
2
Inhoud
De volledige handleiding raadplegen
1. Welkom
2. In de verpakking
3. Kennismaken met uw CS100
4. Afstandsbediening
5. Uw CS100 aansluiten
6. Oorspronkelijke instellingen
7. Het Startscherm
8. Opnamen en video's importeren
Opnamen, albums, apparaten of maand van opname weergeven
Albums maken en bekijken
Foto's afdrukken
Werken met een webbrowser
Opnamen en video's overdragen en delen
Instellingen controleren en wijzigen
Referentie
Raadpleeg de gedetailleerde handleiding online voor meer informatie
canon.nl/cs100-manual
3
1. Welkom
2. In de verpakking
Ontdek hoe gemakkelijk u uw foto's thuis kunt opslaan, bekijken en delen.
Met één tik op de NFC-camera draagt u uw nieuwste opnamen over en
u kunt ook gemakkelijk opnamen uploaden van uw telefoon, tablet of
geheugenkaart. Vervolgens kunt u er in Full HD van genieten op uw tv
ofze online delen met vrienden.
6
Back-ups
maken
1
Importeren
2
Weergeven
3
Delen
4
Afdrukken
5
Kopiëren
Connect Station CS100
(met een afgedekte
kaartsleuf)
AC-adapterBatterijen voor de
afstandsbediening
(twee AAA/R03-
batterijen)
Afstands-
bediening
NL
4
3. Kennismaken met uw CS100
Knippert
Wanneer opnamen
worden geïmporteerd
vanaf een kaart of een
camera/camcorder die
is aangesloten via een
bekabelde verbinding
Wanneer
opnamegegevens
naar een kaart worden
gekopieerd
Wanneer een back-up
van opnamegegevens
wordt gemaakt op een
externe harde schijf
Wanneer de firmware
wordt bijgewerkt
Wanneer opnamen worden geïmporteerd
vanaf een camera/camcorder die is
aangesloten via een draadloos netwerk
Wanneer er nieuwe opnamen zijn
Wanneer er opnamen werden ontvangen
vanaf een ander Connect Station
Wanneer een apparaat dicht bij het
NFC-aansluitpunt wordt gehouden en
eenverbinding tot stand wordt gebracht
Wanneer de firmware wordt bijgewerkt
Wanneer het importeren
van opnamen is voltooid
Kaartsleufklepje
verwijderen om
toegang te krijgen
tot kaartsleuven
De aan-uitindicator knippert ook groen.
De indicator blijft opgelicht wanneer
de verwerking is voltooid.
Als u New images received/Nieuwe opnamen ontvangen
selecteert op het Startscherm, wordt de indicator
uitgeschakeld.
De aan-uitindicator knippert ook groen.
Knippert
Gaat
branden
Aan-uitknop/aan-uitindicator
Lamp Wi-Fi/melding nieuw beeld
Lees-/schrijfindicator
Sensor van
afstands-
bediening
Kaartsleufklepje
Serienummer
<D> HDMI-aansluiting
<G> USB-aansluiting
SD-kaartsleuf
CF-kaartsleuf
NFC-aansluitpunt
<E> Aan-uitaansluiting <F> LAN-aansluiting
Connect Station-status Aan-uitindicator Indicator
Ingeschakeld Groen (indicator aan)
Uitgeschakeld (indicator uit)
Stand-by Oranje (indicator aan)
De firmware bijwerken Groen (knippert)
Fout Rood (knippert)
5
Open het
accucomparti-
mentklepje door
een munt of
een soortgelijk
hulpmiddel in
de groef van het
klepje te steken
entedraaien.
Sluit de HDMI-kabel aan op het Connect Station.
Steek de kabelconnector in de HDMI-aansluiting
van het Connect Station. Sluit de HDMI-kabel aan
op de tv.
Sluit de DC-stekker aan op het Connect Station.
Sluit de stekker van het DC-snoer aan op de
aan-uitaansluiting van het Connect Station met
het snoer van de stekker naar buiten gericht,
zoals afgebeeld in de illustratie. Doe dit voordat
uhet snoer in het stopcontact steekt.
Plaats batterijen in het
accucompartiment
en zorg ervoor dat
de plus- en minzijden
correct zijn geplaatst.
Sluit vervolgens
hetklepje.
4. Afstandsbediening
5. Uw CS100 aansluiten
Afstandsbediening
zender
<H> Startknop
Het Startscherm
wordt weergegeven.
<P> Aan-
uitknop
Schakel het
Connect Station
in of plaats het
in de stand-
bystand.
<B>
Knop Terug
Het vorige scherm
wordt opnieuw
weergegeven.
<M>
Menuknop
Het menuscherm
wordt weergegeven.
<S> SET-knop
Het geselecteerde
item treedt in werking.
De afstandsbediening gebruikt twee
AAA/R03-batterijen (meegeleverd)
Accucomparti-
mentklepje
<T>
Pijltjestoetsen
1
1 2
2
NL
6
Als u het Connect Station aansluit op een netwerk via een Wired LAN, sluit u het Connect Station
eneen router die is aangesloten op internet aan via een LAN-kabel (in de handel verkrijgbaar).
Voer de bediening van het Connect Station uit zoals hieronder beschreven terwijl u naar het tv-scherm
kijkt en de afstandsbediening van het Connect Station gebruikt.
Als het Connect Station is aangesloten via een
Wired LAN, worden de schermen in stappen 3
en4 niet weergegeven.
Schakel de tv in en verander de video-invoer
van de tv in de aangesloten aansluiting.
Schakel het Connect Station in.
Druk op de aan-uitknop om het Connect Station
in te schakelen.
De aansluiting is voltooid wanneer Connect
Station CS100 verschijnt op het scherm.
Als u het product voor de eerste keer
inschakelt, verandert de aan-uitindicator van
oranje naar groen en wordt het scherm met
de oorspronkelijke instellingen weergegeven.
(Hetduurt ongeveer één minuut voordat het
Connect Station wordt opgestart.)
Druk op <S>.
3 4
1
6. Oorspronkelijke instellingen
Verbinding maken via een Wired LAN
7
Selecteer een item.
Selecteer een item en druk vervolgens op <S>.
Selecteer een stap naargelang van het item.
Find network/Netwerk zoeken: Ga naar stap 4-A.
WPS Push button connection (PBC)/
WPS-verbinding (Push Button Connection):
Ga naar stap 4-B.
Skip Wi-Fi settings/Wi-Fi-instellingen overslaan:
Ga naar stap 5.
Als het Connect Station is aangesloten via een
Wired LAN, wordt dit scherm niet weergegeven.
Ga naar stap 5.
Selecteer de taal.
Druk op de toets <T> om de taal te selecteren
en druk vervolgens op <S>.
Afhankelijk van de geselecteerde taal kan er een
scherm worden weergegeven waarin u wordt
gevraagd om uw land of regio te selecteren.
Selecteer eerst een gebied en vervolgens een
land of regio.
32
NL
Find network/Netwerk zoeken.
Voordat u een verbinding tot stand brengt, zorgt u dat u over de volgende gegevens beschikt:
Naam van access point (SSID)
Encryptiesleutel (wachtwoord) voor het access point
* Voor informatie over de naam van het access point (SSID) en de encryptiesleutel (wachtwoord)
raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point.
4A
Selecteer de naam van het access point (SSID)
waarmee u verbinding wilt maken.
Druk op de toetsen <h> <g> om de naam van
het access point (SSID) van de Peripherals
found/Gevonden randapparatuur te selecteren
en druk vervolgens op <S>.
Als Enter manually/Handmatig invoeren is
geselecteerd, voert u de naam van het access
point (SSID) in in het invoerscherm.
Voer de encryptiesleutel (wachtwoord) in.
Selecteer een teken met de <T>-toetsen en
druk vervolgens op <S> om dit in te voeren.
Wanneer u klaar bent, selecteert u OK en
drukt u op <S>. Wacht totdat de aansluiting
isvoltooid.
Dit scherm wordt niet weergegeven wanneer
u verbinding maakt met een niet-versleuteld
access point.
Wanneer de aansluiting is voltooid, wordt het
scherm Set date/time/Datum/tijd instellen
weergegeven.
8
WPS Push button connection (PBC)/
WPS-verbinding (Push Button Connection).
Controleer eerst of het access point dat uzult
gebruiken, WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt.
Druk op de WPS-knop van het access point
terwijl het scherm dat u hier rechts ziet,
wordtweergegeven.
Voor informatie over waar u de knop vindt en
hoe lang u deze moet indrukken, raadpleegt
udeinstructiehandleiding van het access point.
Wanneer de aansluiting is voltooid, wordt het
scherm Set date/time/Datum/tijd instellen
weergegeven.
4B
Stel de datum en de tijd in.
Druk op de <h> <g>-toetsen om het item dat
uwilt wijzigen, te selecteren en druk op de
<d><f>-toetsen om de waarde te wijzigen.
Wanneer u de instelling hebt voltooid, drukt
uop <S>.
Controleer de instellingen.
Wanneer het scherm wordt weergegeven
dat de instellingen zijn voltooid, zijn de
oorspronkelijke instellingen voltooid. Controleer
de instellingen en druk vervolgens op <S>.
Het Startscherm wordt weergegeven.
Image importing status*/Opname-importstatus*
U kunt de importstatus controleren terwijl u een opname
importeert van een camera/camcorder, kaart enzovoort.
Images*/Opnamen*
Opnamen worden weergegeven op maand van
opnameof op camera/camcorder. U kunt ook meerdere
opnamen tegelijk verwijderen of naar een kaart kopiëren.
Albums*
U kunt albums weergeven, maken en bewerken.
New images received*/Nieuwe opnamen ontvangen*
U kunt nieuw geïmporteerde opnamen controleren.
Print*/Afdrukken*
U kunt foto's afdrukken.
Send/receive images*/Opnamen verzenden/ontvangen*
U kunt opnamen overdragen met een ander Connect Station.
Preferences*/Voorkeuren*
U kunt de Connect Station-instellingen wijzigen. U kunt
ook back-ups van opnamen maken en opslaan op een
externe harde schijf en de opnamen herstellen vanaf
deback-up.
*Raadpleeg de gedetailleerde handleiding online voor
meerinformatie
5 6
Wanneer u een menu selecteert en op <S> drukt, wordt het overeenkomstige
instellingenschermweergegeven.
7. Het Startscherm
9
Importeer opnamen door het Connect Station en een camera/camcorder draadloos met elkaar te verbinden.
Compatibele camera's/camcorders
Alleen de opnamen die zijn gemaakt met Canon NFC-compatibele digitale compactcamera's, digitale
spiegelreflexcamera's, compacte (spiegelloze) systeemcamera's of digitale camcorders kunnen via een
draadloze verbinding worden geïmporteerd. Voor informatie over Canon NFC-compatibele camera's/
camcorders die het Connect Station ondersteunen raadpleegt u de Canon-website.
NFC-functie van de camera
Schakel de camera/camcorder die moet worden aangesloten in en schakel ook de NFC-functie vooraf
in. Raadpleeg voor de bedieningsprocedure de instructiehandleiding van de camera/camcorder.
De plaats van de n (N-markering) is afhankelijk van het model van elke camera/camcorder.
Controleer de plaats van n vooraf.
Opnamen importeren
Houd de n-markering van de camera/camcorder
die moet worden aangesloten dicht bij het
NFC-aansluitpunt op het Connect Station.
Het Connect Station geeft twee korte pieptonen
en de Wi-Fi-lamp knippert tweemaal. Als er een
melding wordt weergegeven op het LCD-scherm
van de camera/camcorder dat de verbinding is
gemaakt, wordt de communicatie opgestart via
Wi-Fi zelfs wanneer de camera/camcorder weg
van het Connect Station wordt geplaatst.
Als het Connect Station is aangesloten, zal de
Wi-Fi-lamp knipperen en start het importeren
van de opnamen.
Plaats de camera/camcorder niet op het Connect Station, want dit is geen stabiele locatie voor de
camera/camcorder.
Als het importeren is voltooid, schakelt u de camera/camcorder uit om de verbinding te beëindigen.
NL
Opnamen en video's kunnen op verschillende manieren naar het Connect Station worden geïmporteerd:
- Via een draadloze verbinding
- Via een SD- of CF-kaart
- Via USB
- Via een webbrowser (zie de volledige handleiding)
8. Opnamen en video's importeren
Importeren via een draadloze verbinding
Wi-Fi-lamp (blauw)
NFC-aansluitpunt
n -markering van de camera/camcorder
Importeer opnamen door een kaart waarop opnamen zijn opgeslagen in het Connect Station te steken.
U kunt opnamen van een kaart importeren die is gebruikt met digitale compactcamera's, digitale
spiegelreflexcamera's, compacte (spiegelloze) systeemcamera's of digitale camcorders van Canon
die zijn gemaakt in 2010 of later. Hoewel ook opnamen van kaarten die in andere camera's werden
gebruikt, kunnen worden geïmporteerd, kan niet worden gegarandeerd dat het importeren naar het
Connect Station zal lukken.
Importeren vanaf een kaart
10
Compatibele kaarten
De volgende kaarten kunnen worden gebruikt bij het importeren van opnamen vanaf een kaart.
SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaart
CF-kaart (Compact Flash)*
Een kaart plaatsen
Verwijder vooraf het kaartsleufklepje.
Steek een SD-kaart met de voorkant naar
boven gericht in het product totdat deze
opzijnplaatsklikt.
Plaats een CF-kaart met de voorkant naar boven
gericht zodat het uiteinde met de uitgelijnde
kleine gaatjes in het product steekt. Als u de
kaart in de verkeerde richting plaatst, zal dit
hetConnect Station beschadigen.
Een kaart verwijderen
Controleer of de lees-/schrijfindicator niet knippert.
Een SD-kaart wordt uitgeworpen wanneer
uervoorzichtig op drukt en weer loslaat.
Een CF-kaart dient u voorzichtig uit het apparaat
te trekken.
Opnamen importeren
Plaats een kaart in de kaartsleuf.
De lees-/schrijfindicator knippert en het
importeren van opnamen wordt gestart.
Het importeren is voltooid wanneer de lees-/
schrijfindicator niet meer knippert en opgelicht
blijft. Verwijder de kaart.
* CFast-kaarten worden niet ondersteund.
Lees-/schrijfindicator (groen)
SD-kaart
CF-kaart
Importeer opnamen door het Connect Station op een camera/camcorder aan te sluiten met een
interfacekabel (USB-kabel). Voor informatie over de interfacekabel raadpleegt u de instructiehandleiding
van de camera/camcorder.
Compatibele camera's/camcorders
Camera's/camcorders waarvan u opnamen
kunt importeren via een bekabelde verbinding
zijn digitale compactcamera's, digitale
spiegelreflexcamera's, compacte (spiegelloze)
systeemcamera's of digitale camcorders van
Canon die zijn gemaakt in 2010 of later. Hoewel
uandere camera's/camcorders ook kunt aansluiten
via een bekabelde verbinding, kan niet worden
gegarandeerd dat het importeren naar het
ConnectStation zal lukken.
Importeren via een bekabelde verbinding (USB-aansluiting)
Opnamen importeren
Gebruik de interfacekabel die u gebruikt om
een camera/camcorder op een computer aan
te sluiten.
Sluit de USB-aansluiting op het Connect Station
aan op een camera/camcorder en schakel de
camera/camcorder in.
De lees-/schrijfindicator knippert en het
importeren van opnamen wordt gestart.
Het importeren is voltooid wanneer de lees-/
schrijfindicator niet meer knippert en opgelicht
blijft. Schakel de camera/camcorder uit en
koppel de kabel los.
11
NL
Als u de opname-importstatus wilt controleren, selecteert u Image importing status/
Opname-importstatus op het Startscherm.
Opname-importstatus
Als u nieuw geïmporteerde opnamen wilt bekijken, selecteert u New images received/Nieuwe opnamen
ontvangen op het Startscherm. Op het scherm New images received/Nieuwe opnamen ontvangen
worden alle opnamen die tegelijkertijd werden geïmporteerd, als een groep beheerd (groepmet
nieuweopnamen).
Maximaal vijf groepen met nieuwe opnamen die in de laatste periode van één maand werden
geïmporteerd, worden beheerd in de volgorde van de datums waarop ze werden geïmporteerd.
Als er opnamen werden toegevoegd, wordt u weergegeven in New images received/Nieuwe
opnamen ontvangen op het Startscherm en knippert de lamp melding nieuw beeld (blauw).
AlsuNew images received/Nieuwe opnamen ontvangen selecteert en op <S> drukt,
worden u en de lamp uitgeschakeld.
Als u een groep met nieuwe opnamen selecteert en op <S> drukt, worden de opnamen in die groep
weergegeven als miniatuurafbeeldingen.
Als u een groep met nieuwe opnamen selecteert en op <M> drukt, kan die groep met nieuwe
opnamen worden samengevoegd in een album. Als u opnamen importeert telkens wanneer een
gebeurtenis is afgelopen, kunt u gemakkelijk een album voor deze gebeurtenis maken vanaf
Newimages received/Nieuwe opnamen ontvangen.
Nieuwe opnamen bekijken
Groep met nieuwe opnamen
Opnamen, albums, apparaten of maand van opname weergeven
Albums maken en bekijken
Foto's afdrukken
Werken met een webbrowser
Opnamen en video's overdragen en delen
Instellingen controleren en wijzigen
Referentie
Raadpleeg de gedetailleerde handleiding
online voor meer informatie
canon.nl/cs100-manual
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Canon Connect Station CS100 Handleiding

Type
Handleiding