Beta 1498MN/12 Handleiding

Type
Handleiding
2
1498MN_12.indd 2 11/07/16 15:14
28
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
LET OP: laad de noodstarthulp meteen na aankoop en na ieder gebruik gedurende minstens 5 uur op. Wanneer hij niet wordt
gebruikt, laad u de noodstarthulp minstens één keer per maand 5 uur op om de interne batterij in perfecte staat te houden.
Laat de noodstarthulp nooit gedurende lange tijd ongeladen, omdat de goede staat van de interne batterij anders
aanzienlijk kan afnemen en de goede werking van het apparaat kan schaden.
WAARSCHUWINGEN
Voorzorgsmaatregelen voor de operator
LET OP: lees de WAARSCHUWINGEN zorgvuldig door alvorens het product te gebruiken. Door een verkeerd gebruik van het
product komt de garantie te vervallen!
• Gebruik de noodstarthulp zorgvuldig.
• Dit apparaat is niet bestemd om zonder toezicht te worden gebruikt door personen met verminderde geestelijke
vermogens (kinderen hierbij inbegrepen).
• Buiten bereik van kinderen houden. Dit apparaat mag niet als speelgoed worden gebruikt.
• Draag altijd een beschermende bril en houd het gezicht uit de buurt van de accu tijdens het aansluiten en loskop pelen.
• In de accu zit een bijtende vloeistof. Indien die per ongeluk in aanraking komt met de huid of de ogen moeten deze
onmiddellijk met water worden afgespoeld en moet een arts worden geraadpleegd.
• Tijdens het starten van de accu kunnen explosieve gassen vrijkomen. Zorg dus dat er geen vonken of vlammen
worden gevormd en rook niet in de buurt van de motor en de accu.
• Gebruik de noodstarthulp niet in de buurt van warmtebronnen of brandbaar materiaal.
• Laat geen metalen gereedschap op de accu vallen. Hierdoor kan een kortsluiting in de accu optreden.
• Draag geen metalen voorwerpen (ringen, armbanden, horloges, enz.) wanneer u met een accu werkt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Steek geen voorwerpen in de gleuven of openingen in het oppervlak van de noodstarthulp.
• Om de noodstarthulp op de laden, gebruikt u alleen de bijgeleverde oplader, of de kabel met stekkertje voor de 12
V dc aanstekerdoos. Laad hem in een voldoende geventileerde en droge ruimte op: stel hem niet bloot aan regen
of sneeuw.
• Om de oplader of de kabel met het stekkertje voor de aanstekerdoos van de noodstarthulp of het stopcontact los
te koppelen, trekt u aan de stekker en nooit aan de kabel.
• Laad de noodstarthulp nooit op als de oplader of de kabel met stekker voor de aanstekerdoos beschadigd zijn.
Wend u dan tot uw dealer voor vervanging of reparatie. Alleen vervangen met originele reserveonderdelen van de fabrikant.
• Gebruik de noodstarthulp niet als het plastic kapot is, als u ongebruikelijke geuren ruikt, als hij te warm wordt.
• In geval van beschadigingen mogen reparaties of onderhoud van het apparaat alleen door vakmensen worden verricht.
• De noodstarthulp is alleen bestemd voor het starten van loodzuur accu’s. Niet voor andere doeleinden gebruiken.
Start geen accu’s van het niet heroplaadbare type en laad deze ook niet op. Start geen bevroren accu’s en laad
deze ook niet op.
• Start geen accu’s met andere spanningen dan die in de technische gegevens van de startbooster staan en laad
deze ook niet op.
LET OP: ALS DE SPANNING VAN DE NOODSTARTHULP EN DE SPANNING VAN DE INSTALLATIE VAN DE AUTO NIET
MET ELKAAR OVEREENKOMEN, KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG, HET PRODUCT EN PERSO-
NEN VEROORZAKEN.
1498MN_12.indd 28 11/07/16 15:14
29
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
• Voordat u het voertuig start, doet u de lichten van het voertuig en alle eventueel werkende accessoires uit.
LET OP: zorg dat de (positieve-rode en negatieve-zwarte) klemmen onderling geen contact maken.
LET OP: verwissel de polen nooit. Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) op de positieve pool van de accu
en de uitgangskabel met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan.
LET OP: ALS DE POLEN WORDEN VERWISSELD KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG,
HET PRODUCT EN PERSONEN VEROORZAKEN.
• Door een oneigenlijk gebruik van de noodstarthulp of het knoeien met het elektronisch circuit in het apparaat
vervalt de garantie.
DE NOODSTARTHULP OPLADEN
De noodstarthulp kan op twee manieren worden opgeladen: met de speciaal bijgeleverde oplader, of door de noodstarthulp
met de kabel met stekkertje voor aanstekerdoos direct op de 12V aanstekerdoos van het voertuig aan te sluiten.
LET OP: laad de noodstarthulp meteen na aankoop en na ieder gebruik gedurende minstens 5 uur op. Wanneer hij niet wordt
gebruikt, laad u de noodstarthulp minstens één keer per maand op om de interne batterij in perfecte staat te houden.
De noodstarthulp met behulp van de MUURLADER opladen
1. Verzeker u ervan dat er geen apparaat op de noodstarthulp is aangesloten (zie par. Gebruik van de noodstarthulp
als energiebron). Zet de ON/OFF schakelaar op stand ON en druk op knop om het laadniveau van de accu te
controleren ( van 0% tot 100%).
2. Sluit de stekker van de oplader van 230V op de laadbus aan, die zich op de voorkant van de noodstarthulp bevindt.
3. Sluit de oplader op het stopcontact van het elektriciteitsnet thuis van 230V aan. Nu gaat het display branden,
dat het laadpercentage van de accu aangeeft. Het apparaat is opgeladen zodra het opschrift 100% op het display verschijnt.
4. Pas nu kan de acculader van de startbooster worden gekoppeld.
5. Wanneer hij niet wordt gebruikt, laad u de noodstarthulp minstens één keer per maand 5 uur op om de interne
batterij in perfecte staat te houden. De batterijlader van de noodstarthulp werkt automatisch.
LET OP: gebruik alleen de bijgeleverde oplader.
LET OP: als de batterij na 5 uur niet helemaal opgeladen is, stopt de batterijlader het laadproces automatisch. Laat de startbo-
oster in dat geval door een gespecialiseerd servicecentrum nakijken.
De noodstarthulp met behulp van de AUTOLADER opladen
1. Verzeker u ervan dat er geen apparaat op de noodstarthulp is aangesloten (zie par. Gebruik van de noodstarthulp
als energiebron). Zet de ON/OFF schakelaar op stand ON en druk op knop om het laadniveau van de accu te
controleren ( van 0% tot 100%).
2. Steek één uiteinde van de bijgeleverde kabel met stekkertje voor aanstekerdoos in de laadbus van de noodstar thulp.
3. Start het voertuig en steek vervolgens het andere uiteinde van de kabel met stekkertje voor aanstekerdoos op de
12 V dc aanstekerdoos van het voertuig. Nu gaat het display branden, dat het laadpercentage van de accu aange
eft. Het opschrift “IN 15V 1A” geeft aan dat de laadstekker goed in de startbooster is gedaan en dat de accu wordt
opgeladen. Nadat de accu is opgeladen gaat het opschrift “IN 15V 1A” uit en vervolgens ook het display.
4. Nu kan de batterijlader van de startbooster worden gekoppeld.
LET OP: koppel de noodstarthulp altijd van de aanstekerdoos als de motor van het voertuig niet loopt.
1498MN_12.indd 29 11/07/16 15:14
30
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
DE NOODSTARTHULP GEBRUIKEN
De noodstarthulp gebruiken om voertuigen te starten
1. Draag altijd een beschermende bril en houd het gezicht uit de buurt van de accu tijdens het aansluiten.
2. Controleer of de accu in het voertuig een 12 Volt accu is.
LET OP: ALS DE SPANNING VAN DE NOODSTARTHULP EN DE SPANNING VAN DE INSTALLATIE VAN DE AUTO NIET
MET ELKAAR OVEREENKOMEN, KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG, HET PRODUCT EN PERSO-
NEN VEROORZAKEN.
3. Sluit de bijgeleverde startkabel aan en controleer of beide leds (de rode en groene), die zich op de connector bevinden,
knipperen.
LET OP: SLUIT DE NOODSTARTHULP NOOIT OP DE ACCU AAN ALS DE GROENE LED MET VAST LICHT BRANDT,
OMDAT DE BESCHERMINGEN OP DEZE STAND ZIJN UITGESCHAKELD.
4. Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de negatieve klem aangesloten.
LET OP: verwissel de polen nooit. Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) op de positieve pool van de accu en de
uitgangskabel met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan.
LET OP: ALS DE POLEN WORDEN VERWISSELD KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG, HET PRO-
DUCT EN PERSONEN VEROORZAKEN.
LET OP: controleer of de kabels van de noodstarthulp zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen en de brandsto-
eiding bevinden.
6. Controleer of de groene led op de kabel van de starthulp brandt.
LET OP: wanneer de groene led gaat branden, heeft u 30 seconden de tijd om het voertuig te starten. Na die 30 seconden moet
de startkabel worden gereset door één van de twee klemmen los te koppelen en vervolgens weer aan te sluiten.
7. Start het voertuig.
8. Als het voertuig gestart is, koppelt u de uitgangsgeleider met zwarte klem van de massa van het voertuig.
9. Koppel de uitgangsgeleider met rode klem van de positieve pool (+) van de accu.
LET OP: WANNEER HET VOERTUIG NIET START MOET ÉÉN VAN DE TWEE KLEMMEN WORDEN LOSGEKOPPELD
OM DE STARTKABEL TE RESETTEN.
LET OP: Laad de noodstarthulp altijd na ieder gebruik op.
BELANGRIJK Goed onderhoud van de accu van uw voertuig verlengt de levensduur ervan. Denk eraan, wanneer u op de
plaats van bestemming bent aangekomen, dat u een acculader voor voertuigen op uw accu aansluit zodat hij weer in perfecte
staat terug wordt gebracht
Probleemoplossingen
Probleem Defect Oplossing
Wanneer de startkabel wordt aangesloten is er
een aanhoudend geluid te horen
Interne accu leeg. Ontkoppel de kabel en laad de noodstarthulp op.
Na de startkabel op de accu van de auto te heb-
ben aangesloten wordt de kabel niet ingeschakeld
(de leds knipperen)
De accu van de auto heeft een te lage spanning
(lager dan 1,5V).
Gebruik andere startsystemen
Na de startkabel op de accu van de auto te
hebben aangesloten, gaat de rode led met vast
licht branden en is er een intermitterend geluid
te horen
De kabels op de accu zijn verwisseld. Koppel de kabels van de accu en sluit ze vervol-
gens op de goede manier aan.
Na de startkabel op de accu van de auto te heb-
ben aangesloten, gaat de rode led met vast licht
branden en is er een aanhoudend geluid te horen.
Er is sprake van kortsluiting. Koppel de kabels van de accu en controleer het
voertuig om de kortsluiting te verhelpen.
Op het lcd-display verschijnt het opschrift “EA” Een cel van de accu van de noodstarthulp heeft
een te lage spanning
Probeer de starthulp gedurende ten minste twee
uur op te laden, koppel de stroomvoorziening
los en laad hem vervolgens gewoon op. Indien
het opschrift niet verdwijnt wendt u zich tot de
servicedienst.
1498MN_12.indd 30 11/07/16 15:14
31
DE LEDLAMP GEBRUIKEN
Zet de ON/OFF schakelaar op stand ON en druk op knop
VAST LICHT: druk 3 seconden op knop
KNIPPEREND LICHT: druk 1 seconde op knop
SOS NOODVERLICHTING: druk 1 seconde op knop
Om de ledlamp uit de zetten, drukt u 1 seconde op knop en zet u de ON/OFF schakelaar op stand OFF.
HET APPARAAT ALS BATTERIJLADER VOOR ELEKTRONISCHE APPARATEN GEBRUIKEN
Het apparaat is in staat om verschillende soorten mobiele telefoons, smartphones, tablets, MP3/MP4-spelers, navigatiesyste-
men en andere apparaten voorzien van 5V 1A/2,1A usb-laadbus op te laden.
OPLAADPROCEDURE
1. Verzeker u ervan dat het apparaat dat moet worden opgeladen een 5V usb-laadbus heeft.
2. Sluit de usb-laadkabel op de startbooster aan.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel op het apparaat aan dat moet worden opgeladen.
4. Zet de ON/OFF schakelaar op stand ON en druk op knop . Als het display brandt wil dat zeggen dat uw appa
raat wordt opgeladen. Het display geeft het type usb-poort aan dat wordt gebruikt en het resterende laadniveau
van de batterij in de startbooster.
Het apparaat is voorzien van twee usb-uitgangen en er kunnen dus twee apparaten tegelijk worden opgeladen. Gebruik hier-
voor wel twee afzonderlijke kabeltjes voor ieder apparaat.
LET OP Laad nooit twee apparaten met hetzelfde kabeltje op. U loopt anders het risico ze onherstelbaar te beschadigen.
LET OP Laad de noodstarthulp altijd op als hij gedurende langere tijd op deze modus wordt gebruikt.
De usb-uitgangen zijn beschermd tegen overbelasting. Bij overbelasting worden de usb-uitgangen van de startbooster auto-
matisch uitgeschakeld. Om de uitgangen weer in te schakelen verwijdert u het teveel aan belasting en druk u weer op toets
De batterij in de startbooster is beschermd tegen overbelasting. Bij overbelasting worden de usb-uitgangen van de startbooster
automatisch uitgeschakeld. Koppel de apparaten die moeten worden opgeladen in dat geval van de startbooster. Laad de
booster op, zodat de batterij van de startbooster weer in perfecte staat terug wordt gebracht.
GARANTIEVOORWAARDEN
1. De fabrikant garandeert de goede werking van het product gedurende 24 maanden (op de batterij na die een garantie van
12 maanden heeft) vanaf de datum van aankoop, die op het bonnetje staat dat bij de verkoop door de verkoper wordt afgegeven.
2. De garantie bestaat uit de gratis reparatie of vervanging van de onderdelen van het apparaat, waarvan onze rma
heeft geconstateerd dat ze een defect hebben opgelopen tijdens de productie of waarvan het materiaal defect is.
3. Door problemen die zijn ontstaan door nalatigheid, een verkeerd gebruik, geknoei met het apparaat komt de
garantie te vervallen.
4. De batterij die in de noodstarthulp zit, moet (zoals in deze handleiding wordt beschreven) regelmatig uitsluitend
met behulp van de speciale bijgeleverde oplader worden opgeladen. Door een verkeerd onderhoud van de batterij
komt de garantie te vervallen.
5. De garantie komt bovendien ook te vervallen indien de reparatie wordt verricht door onbevoegden of personeel
dat hiervoor geen toestemming van de fabrikant heeft.
6. Door een verkeerde aansluiting op het elektriciteitsnet, het niet overeenstemmen van de voedingsspanning met
de nominale spanning die op het plaatje van het apparaat staat en spanningswisselingen in de lijn veroorzaakt
door oorzaken van buitenaf, blikseminslag of wat dan ook, komt de garantie te vervallen.
7. Teruggegeven apparaten moeten ook als ze in garantie zijn VRACHTVRIJ worden verstuurd en worden AF
FABRIEK teruggestuurd.
8. Het garantiebewijs is alleen geldig als het vergezeld gaat van de kassabon of de vrachtbrief.
9. De fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor elke vorm van directe of indirecte schade aan personen
of voorwerpen voortkomend uit het gebruik of onderbreking van het gebruik van het apparaat.
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
1498MN_12.indd 31 11/07/16 15:14
40
1498MN_12.indd 40 11/07/16 15:14
41
1498MN_12.indd 41 11/07/16 15:14
43
Informatie voor de gebruikers
Het symbool van de doorgestreepte vuilnisbak op het apparaat of op de verpakking geeft aan dat het product op het
einde van zijn levenscyclus afzonderlijk van het gemeentelijk afval moet worden afgedankt.
De gebruiker die dit instrument wenst af te danken, kan:
– het bij een centrum voor afvalophaling voor elektrische en elektronische afval afgeven.
– het terugbezorgen aan de eigen verkoper op het moment waarop een nieuw gelijkwaardig instrument wordt gekocht
– in geval van producten voor uitsluitend professioneel gebruik contact opnemen met de fabrikant, die een goede
afdankprocedure moet voorschrijven.
Door dit product op de goede manier af te danken, kunnen de grondstoffen ervan worden gerecycled, en schade aan
het milieu en de gezondheid worden voorkomen.
Illegaal afdanken van het product houdt een overtreding van de voorschriften betreffende het afdanken van gevaarlijk
afval in, waarvoor de voorziene sancties worden toegepast.
Informacje dla użytkowników
Symbol skreślonego kubła naniesiony na urządzeniu lub na opakowaniu oznacza, że wyrób po zakończeniu swojej
użytecznej funkcji musi być likwidowany oddzielnie od innych odpadów komunalnych.
Użytkownik, który zamierza zlikwidować to narządzie, może:
dostarczyć je do centrum zbiórki odpadów elektronicznych lub elektrotechnicznych,
oddać je w punkcie sprzedaży, przy zakupie nowego równoważnego narzędzia,
w przypadku produktów wyłącznie do użycia profesjonalnego, skontaktować się z producentem, który powinien
dysponować odpowiednią procedurą do prawidłowej likwidacji.
Prawidłowa likwidacja tego produktu pozwoli na na ponowne wykorzystanie surowców w nim zawartych i uchroni od
szkód wobec środowiska i zdrowia człowieka.
Nielegalne usuwanie produktu stanowi naruszenie prawa dotyczącego likwidacji odpadów niebezpiecznych i powo-
duje zastosowanie przewidzianych sankcji.
Felhasználói információk
A készüléken vagy a csomagoláson feltüntetett áthúzott négyszög szimbólum azt jelzi, hogy a terméket hasznos
életciklusa végén a többi városi hulladéktól elkülönítve kell feldolgozni.
A felhasználó, amennyiben ennek az eszköznek a feldolgozását szeretné, a következőket teheti:
- leadhatja egy elektronikus és elektrotechnikus hulladékokat gyűjtő központban
- visszaadhatja a saját viszonteladójának egy egyenértékű eszköz vásárlásakor
- kifejezetten professzionális használatra szánt termékek esetén vegye fel a kapcsolatot a gyártóval, amelynek
rendelkeznie kell egy megfelelő eljárással a termék helyes feldolgozására.
Ennek a terméknek a helyes feldolgozása lehetővé teszi az abban található alapanyagok újrahasznosítását, és így
elkerülhetőek a környezeti és az emberi egészséget veszélyeztető károk.
A termék engedély nélküli feldolgozása megsérti a veszélyes hulladékok feldolgozásának szabályozását, az előírt
szankciók alkalmazását vonja maga után.
NL
PL
HU
1498MN_12.indd 43 11/07/16 15:14

Documenttranscriptie

2 1498MN_12.indd 2 11/07/16 15:14 GEBRUIKSAANWIJZING NL LET OP: laad de noodstarthulp meteen na aankoop en na ieder gebruik gedurende minstens 5 uur op. Wanneer hij niet wordt gebruikt, laad u de noodstarthulp minstens één keer per maand 5 uur op om de interne batterij in perfecte staat te houden. Laat de noodstarthulp nooit gedurende lange tijd ongeladen, omdat de goede staat van de interne batterij anders aanzienlijk kan afnemen en de goede werking van het apparaat kan schaden. WAARSCHUWINGEN Voorzorgsmaatregelen voor de operator LET OP: lees de WAARSCHUWINGEN zorgvuldig door alvorens het product te gebruiken. Door een verkeerd gebruik van het product komt de garantie te vervallen! • Gebruik de noodstarthulp zorgvuldig. • Dit apparaat is niet bestemd om zonder toezicht te worden gebruikt door personen met verminderde geestelijke vermogens (kinderen hierbij inbegrepen). • Buiten bereik van kinderen houden. Dit apparaat mag niet als speelgoed worden gebruikt. • Draag altijd een beschermende bril en houd het gezicht uit de buurt van de accu tijdens het aansluiten en loskop pelen. • In de accu zit een bijtende vloeistof. Indien die per ongeluk in aanraking komt met de huid of de ogen moeten deze onmiddellijk met water worden afgespoeld en moet een arts worden geraadpleegd. • Tijdens het starten van de accu kunnen explosieve gassen vrijkomen. Zorg dus dat er geen vonken of vlammen worden gevormd en rook niet in de buurt van de motor en de accu. • Gebruik de noodstarthulp niet in de buurt van warmtebronnen of brandbaar materiaal. • Laat geen metalen gereedschap op de accu vallen. Hierdoor kan een kortsluiting in de accu optreden. • Draag geen metalen voorwerpen (ringen, armbanden, horloges, enz.) wanneer u met een accu werkt. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Steek geen voorwerpen in de gleuven of openingen in het oppervlak van de noodstarthulp. • Om de noodstarthulp op de laden, gebruikt u alleen de bijgeleverde oplader, of de kabel met stekkertje voor de 12 V dc aanstekerdoos. Laad hem in een voldoende geventileerde en droge ruimte op: stel hem niet bloot aan regen of sneeuw. • Om de oplader of de kabel met het stekkertje voor de aanstekerdoos van de noodstarthulp of het stopcontact los te koppelen, trekt u aan de stekker en nooit aan de kabel. • Laad de noodstarthulp nooit op als de oplader of de kabel met stekker voor de aanstekerdoos beschadigd zijn. Wend u dan tot uw dealer voor vervanging of reparatie. Alleen vervangen met originele reserveonderdelen van de fabrikant. • Gebruik de noodstarthulp niet als het plastic kapot is, als u ongebruikelijke geuren ruikt, als hij te warm wordt. • In geval van beschadigingen mogen reparaties of onderhoud van het apparaat alleen door vakmensen worden verricht. • De noodstarthulp is alleen bestemd voor het starten van loodzuur accu’s. Niet voor andere doeleinden gebruiken. Start geen accu’s van het niet heroplaadbare type en laad deze ook niet op. Start geen bevroren accu’s en laad deze ook niet op. • Start geen accu’s met andere spanningen dan die in de technische gegevens van de startbooster staan en laad deze ook niet op. LET OP: ALS DE SPANNING VAN DE NOODSTARTHULP EN DE SPANNING VAN DE INSTALLATIE VAN DE AUTO NIET MET ELKAAR OVEREENKOMEN, KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG, HET PRODUCT EN PERSONEN VEROORZAKEN. 28 1498MN_12.indd 28 11/07/16 15:14 GEBRUIKSAANWIJZING NL • Voordat u het voertuig start, doet u de lichten van het voertuig en alle eventueel werkende accessoires uit. • LET OP: zorg dat de (positieve-rode en negatieve-zwarte) klemmen onderling geen contact maken. • LET OP: verwissel de polen nooit. Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) op de positieve pool van de accu en de uitgangskabel met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan. • LET OP: ALS DE POLEN WORDEN VERWISSELD KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG, HET PRODUCT EN PERSONEN VEROORZAKEN. • Door een oneigenlijk gebruik van de noodstarthulp of het knoeien met het elektronisch circuit in het apparaat vervalt de garantie. DE NOODSTARTHULP OPLADEN De noodstarthulp kan op twee manieren worden opgeladen: met de speciaal bijgeleverde oplader, of door de noodstarthulp met de kabel met stekkertje voor aanstekerdoos direct op de 12V aanstekerdoos van het voertuig aan te sluiten. LET OP: laad de noodstarthulp meteen na aankoop en na ieder gebruik gedurende minstens 5 uur op. Wanneer hij niet wordt gebruikt, laad u de noodstarthulp minstens één keer per maand op om de interne batterij in perfecte staat te houden. De noodstarthulp met behulp van de MUURLADER opladen 1. Verzeker u ervan dat er geen apparaat op de noodstarthulp is aangesloten (zie par. Gebruik van de noodstarthulp als energiebron). Zet de ON/OFF schakelaar op stand ON en druk op knop om het laadniveau van de accu te controleren ( van 0% tot 100%). 2. Sluit de stekker van de oplader van 230V op de laadbus aan, die zich op de voorkant van de noodstarthulp bevindt. 3. Sluit de oplader op het stopcontact van het elektriciteitsnet thuis van 230V aan. Nu gaat het display branden, dat het laadpercentage van de accu aangeeft. Het apparaat is opgeladen zodra het opschrift 100% op het display verschijnt. 4. Pas nu kan de acculader van de startbooster worden gekoppeld. 5. Wanneer hij niet wordt gebruikt, laad u de noodstarthulp minstens één keer per maand 5 uur op om de interne batterij in perfecte staat te houden. De batterijlader van de noodstarthulp werkt automatisch. LET OP: gebruik alleen de bijgeleverde oplader. LET OP: als de batterij na 5 uur niet helemaal opgeladen is, stopt de batterijlader het laadproces automatisch. Laat de startbooster in dat geval door een gespecialiseerd servicecentrum nakijken. De noodstarthulp met behulp van de AUTOLADER opladen 1. Verzeker u ervan dat er geen apparaat op de noodstarthulp is aangesloten (zie par. Gebruik van de noodstarthulp als energiebron). Zet de ON/OFF schakelaar op stand ON en druk op knop om het laadniveau van de accu te controleren ( van 0% tot 100%). 2. Steek één uiteinde van de bijgeleverde kabel met stekkertje voor aanstekerdoos in de laadbus van de noodstar thulp. 3. Start het voertuig en steek vervolgens het andere uiteinde van de kabel met stekkertje voor aanstekerdoos op de 12 V dc aanstekerdoos van het voertuig. Nu gaat het display branden, dat het laadpercentage van de accu aange eft. Het opschrift “IN 15V 1A” geeft aan dat de laadstekker goed in de startbooster is gedaan en dat de accu wordt opgeladen. Nadat de accu is opgeladen gaat het opschrift “IN 15V 1A” uit en vervolgens ook het display. 4. Nu kan de batterijlader van de startbooster worden gekoppeld. LET OP: koppel de noodstarthulp altijd van de aanstekerdoos als de motor van het voertuig niet loopt. 29 1498MN_12.indd 29 11/07/16 15:14 NL GEBRUIKSAANWIJZING DE NOODSTARTHULP GEBRUIKEN De noodstarthulp gebruiken om voertuigen te starten 1. Draag altijd een beschermende bril en houd het gezicht uit de buurt van de accu tijdens het aansluiten. 2. Controleer of de accu in het voertuig een 12 Volt accu is. LET OP: ALS DE SPANNING VAN DE NOODSTARTHULP EN DE SPANNING VAN DE INSTALLATIE VAN DE AUTO NIET MET ELKAAR OVEREENKOMEN, KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG, HET PRODUCT EN PERSONEN VEROORZAKEN. 3. Sluit de bijgeleverde startkabel aan en controleer of beide leds (de rode en groene), die zich op de connector bevinden, knipperen. LET OP: SLUIT DE NOODSTARTHULP NOOIT OP DE ACCU AAN ALS DE GROENE LED MET VAST LICHT BRANDT, OMDAT DE BESCHERMINGEN OP DEZE STAND ZIJN UITGESCHAKELD. 4. Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de negatieve klem aangesloten. LET OP: verwissel de polen nooit. Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) op de positieve pool van de accu en de uitgangskabel met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan. LET OP: ALS DE POLEN WORDEN VERWISSELD KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG, HET PRODUCT EN PERSONEN VEROORZAKEN. LET OP: controleer of de kabels van de noodstarthulp zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen en de brandstofleiding bevinden. 6. Controleer of de groene led op de kabel van de starthulp brandt. LET OP: wanneer de groene led gaat branden, heeft u 30 seconden de tijd om het voertuig te starten. Na die 30 seconden moet de startkabel worden gereset door één van de twee klemmen los te koppelen en vervolgens weer aan te sluiten. 7. Start het voertuig. 8. Als het voertuig gestart is, koppelt u de uitgangsgeleider met zwarte klem van de massa van het voertuig. 9. Koppel de uitgangsgeleider met rode klem van de positieve pool (+) van de accu. LET OP: WANNEER HET VOERTUIG NIET START MOET ÉÉN VAN DE TWEE KLEMMEN WORDEN LOSGEKOPPELD OM DE STARTKABEL TE RESETTEN. LET OP: Laad de noodstarthulp altijd na ieder gebruik op. BELANGRIJK Goed onderhoud van de accu van uw voertuig verlengt de levensduur ervan. Denk eraan, wanneer u op de plaats van bestemming bent aangekomen, dat u een acculader voor voertuigen op uw accu aansluit zodat hij weer in perfecte staat terug wordt gebracht Probleemoplossingen Probleem Defect Oplossing Wanneer de startkabel wordt aangesloten is er een aanhoudend geluid te horen Interne accu leeg. Ontkoppel de kabel en laad de noodstarthulp op. Na de startkabel op de accu van de auto te hebben aangesloten wordt de kabel niet ingeschakeld (de leds knipperen) De accu van de auto heeft een te lage spanning (lager dan 1,5V). Gebruik andere startsystemen Na de startkabel op de accu van de auto te hebben aangesloten, gaat de rode led met vast licht branden en is er een intermitterend geluid te horen De kabels op de accu zijn verwisseld. Koppel de kabels van de accu en sluit ze vervolgens op de goede manier aan. Na de startkabel op de accu van de auto te hebben aangesloten, gaat de rode led met vast licht branden en is er een aanhoudend geluid te horen. Er is sprake van kortsluiting. Koppel de kabels van de accu en controleer het voertuig om de kortsluiting te verhelpen. Op het lcd-display verschijnt het opschrift “EA” Een cel van de accu van de noodstarthulp heeft een te lage spanning Probeer de starthulp gedurende ten minste twee uur op te laden, koppel de stroomvoorziening los en laad hem vervolgens gewoon op. Indien het opschrift niet verdwijnt wendt u zich tot de servicedienst. 30 1498MN_12.indd 30 11/07/16 15:14 NL GEBRUIKSAANWIJZING DE LEDLAMP GEBRUIKEN Zet de ON/OFF schakelaar op stand ON en druk op knop VAST LICHT: druk 3 seconden op knop KNIPPEREND LICHT: druk 1 seconde op knop SOS NOODVERLICHTING: druk 1 seconde op knop Om de ledlamp uit de zetten, drukt u 1 seconde op knop en zet u de ON/OFF schakelaar op stand OFF. HET APPARAAT ALS BATTERIJLADER VOOR ELEKTRONISCHE APPARATEN GEBRUIKEN Het apparaat is in staat om verschillende soorten mobiele telefoons, smartphones, tablets, MP3/MP4-spelers, navigatiesystemen en andere apparaten voorzien van 5V 1A/2,1A usb-laadbus op te laden. OPLAADPROCEDURE 1. Verzeker u ervan dat het apparaat dat moet worden opgeladen een 5V usb-laadbus heeft. 2. Sluit de usb-laadkabel op de startbooster aan. 3. Sluit het andere uiteinde van de kabel op het apparaat aan dat moet worden opgeladen. 4. Zet de ON/OFF schakelaar op stand ON en druk op knop . Als het display brandt wil dat zeggen dat uw appa raat wordt opgeladen. Het display geeft het type usb-poort aan dat wordt gebruikt en het resterende laadniveau van de batterij in de startbooster. Het apparaat is voorzien van twee usb-uitgangen en er kunnen dus twee apparaten tegelijk worden opgeladen. Gebruik hiervoor wel twee afzonderlijke kabeltjes voor ieder apparaat. LET OP Laad nooit twee apparaten met hetzelfde kabeltje op. U loopt anders het risico ze onherstelbaar te beschadigen. LET OP Laad de noodstarthulp altijd op als hij gedurende langere tijd op deze modus wordt gebruikt. De usb-uitgangen zijn beschermd tegen overbelasting. Bij overbelasting worden de usb-uitgangen van de startbooster automatisch uitgeschakeld. Om de uitgangen weer in te schakelen verwijdert u het teveel aan belasting en druk u weer op toets De batterij in de startbooster is beschermd tegen overbelasting. Bij overbelasting worden de usb-uitgangen van de startbooster automatisch uitgeschakeld. Koppel de apparaten die moeten worden opgeladen in dat geval van de startbooster. Laad de booster op, zodat de batterij van de startbooster weer in perfecte staat terug wordt gebracht. GARANTIEVOORWAARDEN 1. De fabrikant garandeert de goede werking van het product gedurende 24 maanden (op de batterij na die een garantie van 12 maanden heeft) vanaf de datum van aankoop, die op het bonnetje staat dat bij de verkoop door de verkoper wordt afgegeven. 2. De garantie bestaat uit de gratis reparatie of vervanging van de onderdelen van het apparaat, waarvan onze firma heeft geconstateerd dat ze een defect hebben opgelopen tijdens de productie of waarvan het materiaal defect is. 3. Door problemen die zijn ontstaan door nalatigheid, een verkeerd gebruik, geknoei met het apparaat komt de garantie te vervallen. 4. De batterij die in de noodstarthulp zit, moet (zoals in deze handleiding wordt beschreven) regelmatig uitsluitend met behulp van de speciale bijgeleverde oplader worden opgeladen. Door een verkeerd onderhoud van de batterij komt de garantie te vervallen. 5. De garantie komt bovendien ook te vervallen indien de reparatie wordt verricht door onbevoegden of personeel dat hiervoor geen toestemming van de fabrikant heeft. 6. Door een verkeerde aansluiting op het elektriciteitsnet, het niet overeenstemmen van de voedingsspanning met de nominale spanning die op het plaatje van het apparaat staat en spanningswisselingen in de lijn veroorzaakt door oorzaken van buitenaf, blikseminslag of wat dan ook, komt de garantie te vervallen. 7. Teruggegeven apparaten moeten ook als ze in garantie zijn VRACHTVRIJ worden verstuurd en worden AF FABRIEK teruggestuurd. 8. Het garantiebewijs is alleen geldig als het vergezeld gaat van de kassabon of de vrachtbrief. 9. De fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor elke vorm van directe of indirecte schade aan personen of voorwerpen voortkomend uit het gebruik of onderbreking van het gebruik van het apparaat. 31 1498MN_12.indd 31 11/07/16 15:14 40 1498MN_12.indd 40 11/07/16 15:14 41 1498MN_12.indd 41 11/07/16 15:14 voor de gebruikers NL Informatie Het symbool van de doorgestreepte vuilnisbak op het apparaat of op de verpakking geeft aan dat het product op het einde van zijn levenscyclus afzonderlijk van het gemeentelijk afval moet worden afgedankt. De gebruiker die dit instrument wenst af te danken, kan: – het bij een centrum voor afvalophaling voor elektrische en elektronische afval afgeven. – het terugbezorgen aan de eigen verkoper op het moment waarop een nieuw gelijkwaardig instrument wordt gekocht – in geval van producten voor uitsluitend professioneel gebruik contact opnemen met de fabrikant, die een goede afdankprocedure moet voorschrijven. Door dit product op de goede manier af te danken, kunnen de grondstoffen ervan worden gerecycled, en schade aan het milieu en de gezondheid worden voorkomen. Illegaal afdanken van het product houdt een overtreding van de voorschriften betreffende het afdanken van gevaarlijk afval in, waarvoor de voorziene sancties worden toegepast. dla użytkowników PL Informacje Symbol skreślonego kubła naniesiony na urządzeniu lub na opakowaniu oznacza, że wyrób po zakończeniu swojej użytecznej funkcji musi być likwidowany oddzielnie od innych odpadów komunalnych. Użytkownik, który zamierza zlikwidować to narządzie, może: – dostarczyć je do centrum zbiórki odpadów elektronicznych lub elektrotechnicznych, – oddać je w punkcie sprzedaży, przy zakupie nowego równoważnego narzędzia, – w przypadku produktów wyłącznie do użycia profesjonalnego, skontaktować się z producentem, który powinien dysponować odpowiednią procedurą do prawidłowej likwidacji. Prawidłowa likwidacja tego produktu pozwoli na na ponowne wykorzystanie surowców w nim zawartych i uchroni od szkód wobec środowiska i zdrowia człowieka. Nielegalne usuwanie produktu stanowi naruszenie prawa dotyczącego likwidacji odpadów niebezpiecznych i powoduje zastosowanie przewidzianych sankcji. információk HU Felhasználói A készüléken vagy a csomagoláson feltüntetett áthúzott négyszög szimbólum azt jelzi, hogy a terméket hasznos életciklusa végén a többi városi hulladéktól elkülönítve kell feldolgozni. A felhasználó, amennyiben ennek az eszköznek a feldolgozását szeretné, a következőket teheti: - leadhatja egy elektronikus és elektrotechnikus hulladékokat gyűjtő központban - visszaadhatja a saját viszonteladójának egy egyenértékű eszköz vásárlásakor - kifejezetten professzionális használatra szánt termékek esetén vegye fel a kapcsolatot a gyártóval, amelynek rendelkeznie kell egy megfelelő eljárással a termék helyes feldolgozására. Ennek a terméknek a helyes feldolgozása lehetővé teszi az abban található alapanyagok újrahasznosítását, és így elkerülhetőek a környezeti és az emberi egészséget veszélyeztető károk. A termék engedély nélküli feldolgozása megsérti a veszélyes hulladékok feldolgozásának szabályozását, az előírt szankciók alkalmazását vonja maga után. 43 1498MN_12.indd 43 11/07/16 15:14
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Beta 1498MN/12 Handleiding

Type
Handleiding